Kruisverwijzing
li
lemma | meaning |
---|---|
a-阿 | transliteratie van de eerste letter van het Sanskriet |
abaku-暴く | onthullen; aan het licht brengen; openbaren |
āban-アーバン | stedelijk; stads- |
abanchūru-アバンチュール | liefdesrelatie; romantisch avontuurtje |
abaraya-荒ら屋 | vervallen [bouwvallig] huis |
abata-痘痕 | pok; pokput (litteken van de pokziekte); pokdalig zijn |
abemaria-アベ・マリア | Ave Maria (katholiek gebed) |
abikyōkan-阿鼻叫喚 | de wanhoopskreten van iemand die lijdt in de hel van Avīci |
abikyōkan-阿鼻叫喚 | iets afschuwelijks; een vreselijke toestand [situatie; aanblik] |
abiru-浴びる | ondergaan; over zich heen krijgen; lijden |
abitashion-アビタシオン | bewoning; woning; verblijf |
abu-虻 | daas; paardenvlieg; horzel |
abuhachitorazu-虻蜂取らず | tussen de wal en het schip vallen [geraken]; noch het een nog het ander (twee dingen tegelijkertijd proberen te doen, maar in geen van beide slagen) |
abuhajia-アブハジア | Abchazië (land in de Westelijke Kaukasus) |
abukuzeni-泡銭 | snel [makkelijk] verdiend geld |
abunagenai-危なげない | veilig; zeker |
abunai-危ない | gevaarlijk; riskant; onveilig |
abunakkashii-危なっかしい | er gevaarlijk [onbetrouwbaar] uitzien |
abura-油 | olie; vet; smeersel |
aburadarakeno-油だらけの | olieachtig; vettig |
aburae-油絵 | olieverfschilderij |
aburaenogu-油絵具 | olieverf |
aburagami-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
aburajimiru-油染みる | vettig worden; olievlekken krijgen |
aburakasu-油粕 | lijnkoek; oliekoek |
aburake-脂気 | vettigheid; olieachtigheid |
aburakkoi-脂っこい | vettig; olieachtig |
aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
aburatsubo-油壺 | oliekan; oliebusje; smeerbus |
abusan-アブサン | absint (Franse likeur met alsem en anijs) |
adana-徒名 | gerucht over een (mogelijke) relatie [romance] |
adanami-徒波 | een wispelturig [grillig] karakter [temperament] |
adanasake-徒情け | een kortstondige (wispelturige) liefdesaffaire; een flirt |
adappoi-婀娜っぽい | verleidelijk; sexy |
adashi-徒し | wispelturigheid; grilligheid |
adesugata-艶姿 | bevallige [bekoorlijke; charmante] verschijning |
adeyaka-艶やか | aantrekkelijk; bekoorlijk; glamoureus |
adobansu-アドバンス | voorschot; vooruitbetaling |
adoonhōshiki-アドオン方式 | add-on systeem (aflossing van rentebedragen in gelijke termijnen van de hoofdsom) |
adorenarin-アドレナリン | adrenaline |
adoribu-アドリブ | (naar Latijn: ad libitum) ad lib; naar eigen believen [keuze]; improvisatie (zn); geïmproviseerd (bnw) |
aegu-喘ぐ | lijden; te lijden hebben; het moeilijk hebben |
aete-敢えて | met het doel [de intentie; bedoeling]; opzettelijk; doelbewust |
afutānūn・shō-アフターヌーン・ショー | middagvoorstelling; tv programma |
agaki-足掻き | het worstelen (b.v om uit een moeilijke situatie te komen) |
agapē-アガペー | agape (christelijk vriendenmaal) |
agari-上がり | beklimming |
agarigamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
agarikamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
agaru-上がる | omhoog gaan; stijgen; klimmen |
age-揚げ | gefrituurd; gebakken in olie |
ageabura-揚げ油 | spijsolie; bakolie; olie om voedsel in te bakken |
ageashitori-揚げ足取り | haarkloverij; muggenzifterij; het iemand belachelijk maken |
agechō-揚げ超 | een overschot aan schatkist inkomsten door betalingen uit de publieke sector; netto ontvangsten |
agedama-揚げ玉 | stukjes gefrituurd beslag die in de olie achterblijven na het frituren van tempura |
agedashi-揚げ出し | Japans gerecht van licht gefrituurd voedsel (m.n. tofu of aubergine) |
agehachō-揚羽蝶 | page (een algemene term voor vlinders van de Papilionidae-familie) |
agehibari-揚げ雲雀 | een leeuwerik die hoog in de lucht vliegt |
ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
agekaji-上げ舵 | een ruk naar achteren aan de stuurknuppel van een vliegtuig (om het omhoog te laten vliegen) |
ageku-挙げ句 | uiteindelijk; ten slotte |
agemai-上米 | belastingheffing in rijst bij de krijgsadel (ter verlichting van de financiële nood tijdens de Tokugawa periode) |
agesage-上げ下げ | (van de prijs) fluctuatie; stijging en daling van toonhoogte |
ageuma-上げ馬 | strijdros met boogschutter tijdens ceremonieën in heiligdommen |
ago-飛魚 | vliegende vis |
agumu-倦む | het moe [zat] worden; interesse verliezen; er genoeg van hebben; er geen zin meer in hebben |
aguneru-倦ねる | iets moe worden [zat zijn]; interesse verliezen; teveel zijn voor (iemand); buiten iemands controle liggen; niet weten wat te doen |
ahaha-あはは | haha (geluid van vrolijk gelach) |
ahōjikara-阿呆力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
ahokusai-阿呆臭い | belachelijk; lachwekkend; dwaas; idioot; gek |
ahorashii-阿呆らしい | belachelijk; dwaas; gek |
ahorichigi-阿呆律儀 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
ai-哀 | (in kanji combinaties) verdriet; leed; smart; medelijden |
ai-愛 | liefde; verliefdheid; passie; hartstocht |
ai-愛 | liefde; genegenheid; affectie |
ai-愛 | (voor)liefde; voorkeur |
ai-愛 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; liefdadigheid; onbaatzuchtigheid |
ai-愛 | godsliefde; naastenliefde |
ai-隘 | (in kanji combinaties) smal; moeilijk |
aiaishii-愛愛しい | schattig; lief; charmant; aantrekkelijk |
aiba-愛馬 | lievelingspaard; geliefd [favoriet] paard |
aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
aibetsuriku-愛別離苦 | de kwelling [pijn] bij het afscheid van een dierbaar familielid |
aibo-愛慕 | liefde; genegenheid; verbondenheid |
aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
aibosuru-愛慕する | liefhebben; verlangen naar; zich verbonden voelen met; gehecht zijn aan |
aibyō-愛猫 | lievelingskat; geliefde [favoriete] kat [poes] |
aibyō-愛猫 | het van katten houden; het liefkozen [liefdevol verzorgen] van katten |
aichō-哀調 | een droevig lied; trieste melodie [noten; klanken] |
aichō-愛寵 | liefde; genegenheid; (speciale) voorkeur; gunst |
aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
aichōban-愛聴盤 | lievelingsplaat (muziek) |
aichōka-愛鳥家 | vogelliefhebber; iemand die van vogels houdt |
aidearizumu-アイデアリズム | idealisme |
aideshi-相弟子 | medeleerling; medestudent; studiegenoot; jaargenoot |
aidiarizumu-アイディアリズム | idealisme |
aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
aidokusho-愛読書 | het favoriete boek (van iemand); lievelingsboek |
aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
aienkien-合縁奇縁 | een ongewone relatie, tot stand gekomen door een speling van het lot |
aifuda-合札 | score; puntentelling |
aigan-愛玩 | aai; knuffel; het dol zijn op; koesteren [knuffelen; liefkozen] |
aiganken-愛玩犬 | schoothondje; geliefkoosd hondje; speelgoed hondje |
aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
aigin-愛吟 | het zingen van een geliefde [favoriete] melodie; het reciteren van een geliefd gedicht |
aigo-愛語 | (boeddh.) vriendelijke woorden (één van de 4 methoden die bodhisattvas gebruiken om levende wezens te leiden naar de Weg van de Boeddha) |
aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
aihansuru-相反する | contrasteren; conflicteren; in tegenspraak zijn; elkaar wederzijds uitsluiten |
aiiku-愛育 | liefdevolle opvoeding; het opvoeden met liefde en zorg |
aiikusuru-愛育する | liefdevol opvoeden [grootbrengen]; verwennen; vertroetelen |
aiji-愛児 | geliefd kind; oogappel |
aijin-愛人 | minnaar; minnares; geliefde (partner) |
aijin-愛人 | het houden van mensen; mensenliefde |
aijitsu-愛日 | winter(dag)licht; winterzon |
aijō-愛嬢 | zijn [haar] geliefde dochter (wordt meestal gezegd over de dochter van iemand anders) |
aijō-愛情 | liefde; genegenheid; affectie; tederheid |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikawarazu-相変わらず | onveranderd; zoals gewoonlijk; zoals altijd; zoals voorheen |
aikei-愛敬 | liefde en respect |
aiken-愛犬 | geliefde hond |
aikenka-愛犬家 | hondenliefhebber; iem. die van honden houdt |
aiki-愛器 | favoriete [lievelings-] (muziek)instrument [gereedschap] |
aiki-愛機 | eigen apparatuur (camera, computer, vliegtuig, enz.) die iemand altijd graag gebruikt |
aikō-愛好 | (voor)liefde; voorkeur; dol zijn op |
aiko-相子 | gelijkspel; quitte |
aikoku-愛国 | vaderlandsliefde; patriotisme |
aikokukōtō-愛国公党 | Nationalistische (politieke) partij |
aikokushin-愛国心 | liefde voor het vader- [moeder-] land; patriottisme |
aikōsha-愛好者 | liefhebber; amateur; fan |
aikōshin-愛校心 | liefde voor de eigen school |
aikuchi-合口 | (metselwerk) steunpunt; gezamenlijk uiteinde |
aikurushii-愛くるしい | zeer lieftallig; mooi; aantrekkelijk; lief(lijk); schattig |
aikyatchā-アイキャッチャー | eyecatcher; blikvanger |
aikyō-愛敬 | (boeddh.) liefde en respect |
aikyō-愛敬 | aantrekkelijkheid; charme |
aikyō-愛敬 | sympathie; medeleven; affectie; vriendelijkheid |
aikyō-愛敬 | complimenten; vleierij |
aikyō-愛敬 | het afprijzen; het geven van een extraatje door een winkelier om klanten of bezoekers te trekken |
aikyō-愛郷 | de liefde van iemand voor zijn [haar] geboorteplaats |
aikyōbeni-愛敬紅 | rouge [lipstick; oogschaduw] (om de charme te vergroten [het uiterlijk te verfraaien]) |
aikyōbi-愛敬日 | uitstel van betaling |
aikyōmono-愛敬者 | een charmant meisje; een joviale man; een geliefd [bewonderd] iemand |
aikyōshin-愛郷心 | gevoel van liefde voor de geboorteplaats [geboortegrond] |
aikyōshōbai-愛敬商売 | beroepsmatige vriendelijkheid (b.v. in restaurant of winkel, e.d.) |
aikyōsuru-愛敬する | liefhebben en respecteren [hoogachten] |
aikyōwarai-愛敬笑い | een stroperige [vleiende] glimlach |
aikyōzuku-愛嬌付く | aantrekkelijk [schattig; lieflijk] worden |
aimaimoko-曖昧模糊 | obscuur [vaag; onduidelijk; onbestemd; wazig; dubbelzinnig] zijn |
aimochi-相持ち | gezamenlijke eigendom |
aimochi-相持ち | de rekening opsplitsen waarbij ieder voor zichzelf betaalt |
ainame-鮎並 | Hexagrammos otakii (een straalvinnige vissensoort uit de familie van groenlingen) |
ainen-愛念 | sterke liefde [genegenheid] |
ainen-愛念 | liefde (tussen man en vrouw) |
ainogakkō-愛の学校 | (lett. de school van de liefde) de Japanse titel van het boek |
ainokesshō-愛の結晶 | een kind uit een liefdesrelatie; de vrucht der liefde |
ainosu-愛の巣 | een liefdesnest |
airain-アイライン | eyeliner |
airashii-愛らしい | lief; lieflijk; schattig; mooi |
airen-哀憐 | mededogen; medelijden |
airen-愛恋 | liefde |
airen-愛憐 | liefde; affectie; genegenheid; tederheid; mededogen; medelijden |
airensuru-愛憐する | liefde [tederheid; medelijden] hebben [voelen] |
airon-アイロン | krulijzer; krultang |
aisai-愛妻 | geliefde echtgenote |
aisai-愛妻 | de liefde [toewijding] (van een man) voor zijn echtgenote; zeer gesteld zijn op zijn echtgenote |
aisaibentō-愛妻弁当 | de lunchbox klaargemaakt door een lieve vrouw [echtgenote] |
aisaika-愛妻家 | een liefhebbende [toegewijde] echtgenoot |
aisan-愛餐 | agapē, de gezamenlijke maaltijd ter nagedachtenis aan het laatste avondmaal van Jezus; een vriendenmaal |
aisatsu-挨拶 | felicitatie; dank(woord); aankondiging; mededeling; waarschuwing |
aisatsu-挨拶 | relatie [band] (tussen 2 mensen bemiddelen; bemiddeling; interventie; bemiddelaar |
aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
aisei-愛婿 | geliefde schoonzoon |
aisetsu-哀切 | pathetisch [aandoenlijk; zielig; droevig] gevoel |
aisha-愛社 | liefde [toewijding] voor het bedrijf waarvoor men werkt |
aishaseishin-愛社精神 | loyaliteit t.o.v. het bedrijf waarvoor men werkt |
aishiau-愛し合う | van elkaar houden; elkaar liefhebben |
aishiau-愛し合う | vrijen; seks hebben; de liefde bedrijven |
aishinkakura-愛新覚羅 | Aisin Gioro, de naam van een Chinese keizerlijke familie van de Qing dynastie |
aishō-哀傷 | bedroefdheid; smart (vooral na het overlijden van iemand) |
aishō-愛唱 | het graag [vaak] zingen van een melodie [lied] |
aisho-愛書 | lievelingsboek; favoriete boek |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
aishōka-哀傷歌 | klaagzang; klaaglied; treurzang |
aishōka-愛唱歌 | lievelingslied; favoriete lied |
aishoka-愛書家 | iem. die van boeken houdt; een bibliofiel |
aishōka-愛誦歌 | lievelingslied; favoriete gedicht |
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid; gastvrijheid; hulpvaardigheid |
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid |
aisoku-愛息 | geliefde zoon (wordt meestal gezegd over de zoon van iem. anders) |
aison-愛孫 | geliefd [lief] kleinkind |
aisotōpuryōhō-アイソトープ療法 | isotopentherapie; isotopenbehandeling(en) |
aisotōpushōsha-アイソトープ照射 | bestraling (van tumoren) met isotopen |
aisowarai-愛想笑い | een beleefde glimlach; een vriendelijke glimlach uit beleefdheid |
aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aisu・kuraimingu-アイス・クライミング | ijsklimmen |
aitai-相対 | onder elkaar [direct; persoonlijk] zijn |
aitemu-アイテム | noodzakelijk iets; benodigdheid; vereiste |
aitōka-哀悼歌 | klaaglied; elegie |
aiuchi-相打ち | gelijkspel; remise |
aiwa-哀話 | een droevig [triest] verhaal; een tragische episode [geschiedenis]; een zielig [deerniswekkend] verhaal |
aiyado-相宿 | in dezelfde kamer [dezelfde herberg; hetzelfde hotel] logeren [verblijven] |
aiyoku-愛欲 | passie; lust; (sexuele) begeerte; lichamelijke liefde |
aiyoku-愛欲 | (boeddh.) tezeer gehecht zijn aan wereldse zaken (o.a. familie) |
aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
aizakari-愛盛り | heel erg schattig [lief; snoezig]; de periode dat een kind het schattigst is |
aizen-アイゼン | klimijzer; stijgijzer |
aizen-愛染 | (de afkorting van aizenmyōō) Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textiel |
aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
aizenmyōō-愛染明王 | Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textielververs |
aizō-愛憎 | liefde en haat |
aizō-愛蔵 | meest geliefde bezit |
aizōkankei-愛憎関係 | een haat-liefdeverhouding |
aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
aizukawashi-愛ずかわし | aantrekkelijk; boeiend |
ai・kyū-アイ・キュー | IQ (intelligentiequotiënt) |
ai・shī-アイ・シー | (computerterm) IC, geïntegreerde schakeling (Integrated circuit) |
ai・esu・ō-アイ・エス・オー | ISO, internationaal normalisatie-instituut (International Standardization Organization) |
ajiwai-味わい | charme; aantrekkelijkheid |
aka-赤 | (afk. voor) rood stoplicht [verkeerslicht] |
aka-赤 | totaal; volledig; duidelijk |
akaakato-明明と | helder verlicht |
akabikari-垢光り | glimmende plek op kleding (door aangekoekt vuil) |
akadensha-赤電車 | de laatste trein (aangegeven met een rood licht) |
akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
akagashi-赤樫 | groenblijvende Japanse eikenboom (Quercus acuta) |
akagi-赤木 | een boom met rood hout (zoals pruim, palissander, kweepeer, e.d.) |
akahada-赤肌 | lege (onbegroeide) plekken in het landschap; kale berghelling |
akahara-赤腹 | Japanse lijster (zangvogel, Turdus chrysolaus) |
akahara-赤腹 | Tribolodon hakonensis (een straalvinnige vissensoort uit de familie van karpers) |
akahata-赤旗 | rode vlag als symbool van communistische of socialistische partij |
akahon-赤本 | triviaalliteratuur; goedkoop boek (qua inhoud of uitgave) |
akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
akajisen-赤字線 | een onrendabele spoorlijn |
akakippu-赤切符 | proces verbaal (bij zware verkeerovertredingen) met mogelijke strafvervolging |
akame-赤目 | rode ogen op een foto (door flitslicht) |
akami-赤み | een rode [roodachtige] tint; lichte roodheid; een zweem rood |
akanbē-あかんべえ | gezichtsuitdrukking waarbij men het onderste ooglid met een vinger naar beneden drukt en het rode gedeelte zichtbaar maakt (minachtend of afkeurend) |
akaramu-明らむ | licht worden; oplichten |
akaranpu-赤ランプ | rood (verkeers)licht; rode lamp |
akarasama-あからさま | op een openhartige [eerlijke; directe] manier |
akari-明かり | het licht |
akari-明かり | lamp; verlichting |
akarisaki-明かり先 | de richting waar het licht heen schijnt; de plek waar het licht op schijnt |
akaritori-明かり取り | een opening [gat] om licht binnen te laten; dakraam; (schepen) stormblind |
akarui-明るい | helder; licht; zonnig |
akarumi-明るみ | een verlichte plek; in het licht |
akarumi-明るみ | openbaar; aan het licht gekomen |
akarumu-明るむ | dagen; licht worden |
akasen-赤線 | rode lijn |
akasen-赤線 | (afk. voor) rosse buurt; roodlichtdistrict |
akasenkuiki-赤線区域 | de rosse buurt; roodlichtdistrict |
akashi-灯 | (arch.) lamp; licht |
akashi-証し | bewijs; blijk; teken |
akashingō-赤信号 | rood (stop)licht [verkeerslicht]; waarschuwingssignaal |
akasu-証す | verduidelijken; verhelderen |
akatonbo-赤蜻蛉 | rode heidelibel (Sympetrum) |
akatsubaki-赤椿 | rode camelia (Camellia japonica) |
akauntabiritī-アカウンタビリティー | aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid |
akaunto・eiriasu-アカウント・エイリアス | account alias (computerterm) |
akehanareru-明け離れる | dag worden; licht worden |
akenokoru-明け残る | (maan, sterren, etc.) zichtbaar blijven bij het ochtendgloren [de dageraad] |
akeru-明ける | dag [ochtend; licht] worden |
akesuke-明け透け | eerlijk [oprecht; openhartig] zijn |
akewataru-明け渡る | (klaarlichte) dag worden |
aki-飽き | verveling |
akiaji-秋味 | gezouten zalm (uit noordelijke streken van Japan) |
akichi-空き地 | een onbebouwd perceel; leeg stuk grond; braak liggend terrein |
akigo-秋蚕 | zijderups (van de soort die in de zomer tot de late herfst tot ontwikkeling komt) |
akikan-空き缶 | een leeg blikje |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akippoi-飽きっぽい | wispelturig; grillig |
akiraka-明らか | duidelijk; helder; onbetwistbaar; onomstotelijk |
akishō-飽き性 | licht ontvlambaar [grillig] persoon [karakter] |
akkan-圧巻 | het beste deel; het hoogtepunt (van een boek, voorstelling, voordracht, etc.) |
akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
akkigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akkōzōgon-悪口雑言 | gevloek; schelden; verbaal geweld; afgeven op; schadelijke roddels |
ako-吾子 | een term om (op een vriendelijke manier) naar iemands kinderen of ondergeschikten te wijzen (in de tweede persoon) |
akōdion・purītsu-アコーディオン・プリーツ | harmonicaplooien; plisséplooien |
akogareru-憧れる | verlangen [hunkeren] (naar); verliefd [dol] zijn op |
aku-悪 | armoedig [armzalig]; van slechte [inferieure] kwaliteit |
aku-悪 | lelijk; onooglijk; vuil [vies] |
aku-悪 | afschuwelijk; vreselijk |
akuaporisu-アクアポリス | aquapolis (stad op het water) |
akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
akubyōdō-悪平等 | gelijke behandeling van mensen ongeacht hun kwaliteiten; op valse [verkeerde] gronden gebaseerde gelijkheid |
akuchi-悪血 | slecht bloed (bloed dat door ziekte een verkeerde samenstelling heeft) |
akudō-悪道 | slecht [onzedelijk; losbandig] gedrag |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akufu-悪婦 | een vrouw met een slecht [opvliegend] karakter [humeur; temperament] |
akufu-悪婦 | een lelijke vrouw |
akuhitsu-悪筆 | een slecht [lelijk] handschrift |
akuhitsu-悪筆 | een slechte penseel; penseel van slechte kwaliteit |
akui-悪意 | kwaadaardigheid (t.o.v. iem.); slechte bedoelingen |
akujiki-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
akujo-悪女 | een lelijke vrouw |
akukigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akuma-悪魔 | Satan [de duivel] (in het christelijke geloof) |
akuma-悪魔 | een door en door slechte [wrede; onmenselijke] persoon |
akumonogui-悪物食い | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
akunen-悪念 | slechte dingen van plan zijn; kwade opzet [gedachten; motieven; bedoelingen]; kwaadwillendheid |
akuratsu-悪辣 | gewetenloos; gemeen; vals; sluw; listig |
akuro-悪路 | een slechte weg; een moeilijk begaanbare weg |
akuroporisu-アクロポリス | akropolis (hooggelegen burcht of citadel) |
akusafu-悪左府 | de bijnaam van Sadajin (minister ter Linkerzijde) Fujiwara no Yorinaga (1120-1156) |
akusatsu-悪札 | slecht [lelijk] schrijfwerk (zegt men van eigen handschrift) |
akusei-悪声 | slechte [lelijke] stem |
akusei-悪性 | (med.) maligniteit; kwaadaardigheid (van een ziekte) |
akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
akuseirinpashu-悪性リンパ腫 | een kwaadaardige lymfoom [lymfkliergezwel] |
akusen-悪銭 | geld van slechte kwaliteit |
akusenkutō-悪戦苦闘 | een verwoed [wanhopig] gevecht met de rug tegen de muur (tegen een sterke tegenstander); een zware strijd onder moeilijke omstandigheden |
akushin-悪心 | kwade [slechte] bedoelingen; boze opzet |
akushitsu-悪質 | slechte kwaliteit |
akusho-悪所 | een gevaarlijke plek |
akushoku-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
akushotsuihō-悪書追放 | het verbieden van schadelijke publicaties |
akusō-悪相 | een kwaadaardig [boosaardig] uiterlijk |
akutagawa-芥川 | een familienaam |
akutagawashō-芥川賞 | de Akutagawa-prijs (een literatuurprijs voor debutanten, vernoemd naar de schrijver Akutagawa Ryūnosuke) |
akuten-悪点 | een slechte beoordeling [recensie]; kwade kritiek |
ākutō-アーク灯 | booglicht |
akutō-悪党 | de naam van een groep gewapende opstandelingen tegen de [幕府] bakufu regering in de Kamakura periode |
akutoku-悪徳 | een oneerlijke [onrechtvaardige] daad; corruptie; verdorvenheid; onzedelijkheid |
akutokugyōsha-悪徳業者 | een corrupte [oneerlijke] handelaar |
akutokushōhō-悪徳商法 | een oneerlijke handelwijze |
akuzei-悪税 | een onredelijke belasting(heffing); extreem hoge belasting |
ama-亜麻 | vlas (Linum usitatissimum) |
ama-尼 | katholieke non |
ama-尼 | (hatelijke aanduiding voor vrouw) wijf; mens; trut |
ama-海人 | mannelijke duiker [visser] |
ama-海女 | vrouwelijke duiker [visser] |
amachan-甘ちゃん | een slappe [makkelijke] persoon; iemand die over zich laat lopen |
amae-甘え | gebrek aan zelfredzaamheid; (emotionele) afhankelijkheid van anderen |
amaebi-甘海老 | zoete (noordelijke) garnaal (Pandalus borealis) |
amagakeru-天翔る | hoog vliegen; zweven |
amai-甘い | zachtaardig; mild; vleiend; (al te) toegeeflijk; meegaand |
amajio-甘塩 | licht gezouten; met weinig zout |
amana-甘菜 | Amana edulis (bolgewas uit de leliefamilie, met eetbare bol) |
amani-亜麻仁 | lijnzaad; vlaszaad |
amaniyu-亜麻仁油 | lijnzaadolie |
amanojaku-天の邪鬼 | slechterik; verdorven persoon; tegendraads [koppig] persoon; dwarsligger |
amanuno-亜麻布 | linnen (stof) |
amaooi-雨覆い | dekzeil; tarpaulin |
amaririsu-アマリリス | amaryllis (bloem) |
amaru-余る | overblijven; resteren; teveel [overbodig] zijn |
amaru-余る | overtreffen; te boven gaan; buiten je macht liggen |
amashi-亜麻子 | lijnzaad; vlaszaad |
amatchoroi-甘っちょろい | te optimistisch; te gemakkelijk (in de omgang); te onverantwoordelijk [goedaardig; naïef; simpel] |
amatsu-天つ | hemels; keizerlijk; imperiaal |
amattarui-甘ったるい | (fig.) zoetig; vlieierig |
amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
ameiro-飴色 | amber(kleur); (half)transparant lichtbruin |
amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
amerikashirohitori-アメリカ白火取 | nachtvlinder (Hyphantria cunea) |
āmin-アーミン | hermelijn |
āmin-アーミン | hermelijn embleem [patroon] (in de heraldiek) |
amiuchi-網打ち | een werptechniek bij sumo (lijkend op een net werpen) |
āmī・rukku-アーミー・ルック | legerstijl; militaire stijl |
amōre-アモーレ | liefde |
āmu-アーム | arm (lichaamsdeel) |
amu-編む | samenstellen; redigeren (publicaties e.d.) |
amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
an-安 | (in kanji combinaties) makkelijk; rustig; kalm; redelijk |
an-暗 | onwetendheid; achterlijkheid; zwakzinnigheid; domheid |
an-暗 | triestheid; melancholie |
anaba-穴場 | een hele goede plek (voor duiken, vissen, kamperen, e.d.), die niet bekend is bij het grote publiek |
anagachi-強ち | (niet) noodzakelijk; (niet) altijd; (niet) helemaal; (niet) kunnen |
anagama-穴窯 | anagama-oven (voor aardewerk; tunnelvormig, oorspronkelijk in een helling gegraven) |
anago-穴子 | zeepaling; kongeraal (familie Congridae) |
ananri-暗暗裏 | in het geheim; heimelijk; stilzwijgend |
anarisuto-アナリスト | analist(e) |
anatakata-あなた方 | jullie (allemaal); u allen |
anatamakase-貴方任せ | het van anderen afhankelijk zijn; iets aan anderen overlaten |
anatatachi-あなた達 | jullie; u (mv.) |
anbu-暗部 | donker [duister] gedeelte [aspect]; verborgen [slecht; lelijk] deel |
anbun-案分 | een evenredige verdeling volgens de standaard [criteria] |
anchaku-安着 | veilige [behouden] aankomst |
anchakusuru-安着する | veilig [behouden] aankomen |
anchitēze-アンチテーゼ | antithese; tegenstelling; tegenstrijdigheid |
anchō-暗潮 | een onderstroom [tij] (fig.); nauwelijks waarneembare doch aanwezige kracht in de maatschappij [wereld] |
andāguraundo-アンダーグラウンド | ondergronds; heimelijk; clandestien |
andepandan-アンデパンダン | de Indépendants (de Onafhankelijken, Franse kunstenaars) |
ando-安堵 | opluchting; geruststelling; respijt |
andorojinasu・rukku-アンドロジナス・ルック | androgyne stijl [mode; uiterlijk] |
anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
anettaikikō-亜熱帯気候 | subtropisch klimaat |
anfan・teriburu-アンファン・テリブル | enfant terrible (onverantwoordelijk [indiscreet] persoon) |
anfea-アンフェア | oneerlijk |
anga-安臥 | het liggen in de gemakkelijkste houding |
angai-案外 | brutaliteit; onbeleefdheid; lompheid |
angājuman-アンガージュマン | engagement (politieke en maatschappelijke betrokkenheid) |
angasuru-安臥する | in de gemakkelijkste houding liggen |
angō-暗合 | dingen die toevallig met elkaar overeenkomen; een toevallige samenloop van omstandigheden |
angōka-暗号化 | codering; encryptie; versleuteling |
angōkagi-暗号鍵 | encryptiesleutel; versleutelingscode; coderingsleutel |
angu-暗愚 | het redeloos zijn; achterlijkheid; zwakzinnigheid; imbeciliteit |
angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
anguro・sakuson-アングロ・サクソン | (lid van een volk) Angelsakser |
anideshi-兄弟子 | ouderejaars; leerling [student] in hogere klas |
aniki-兄貴 | (informeel) iemand die op natuurlijke wijze de baas is (bij jeugd(bendes), vaklui, yakuza e.d.) |
animaru・serapī-アニマル・セラピー | therapeutische inzet van huisdieren (therapie waarbij huisdieren worden betrokken bij de behandeling) |
animētā-アニメーター | animator; animatiespecialist (film) |
anirin-アニリン | aniline |
anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
anjerasu-アンジェラス | angelus (gebed in rooms-katholieke kerk) |
anjinryūmei-安心立命 | gemoedsrust; berusting; spirituele vrede en verlichting |
anjisuru-暗示する | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; verwijzen (naar); impliceren; aanraden |
anjunnō-暗順応 | donker-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men vanuit een lichte in een donkere ruimte komt |
anka-安価 | oppervlakkigheid; lichtvaardigheid |
ankēto-アンケート | enquête; vragenlijst |
ankētochōsa-アンケート調査 | enquête onderzoek [vragenlijst] |
anki-安危 | een zaak van veiligheid (of gevaar) |
anki-暗鬼 | een monster in de duisternis (d.w.z. die er lijkt te zijn, maar niet echt bestaat) |
anko-餡こ | vulling (van kussen, kleding, e.d.) |
ankokujidai-暗黒時代 | een donkere [moeilijke; zware] tijd [periode] |
ankokumen-暗黒面 | donkere [duistere; lelijke] kant [schaduwkant] van de samenleving, het leven, etc. |
anmai-暗昧 | vaag [onduidelijk] zijn |
anmari-あんまり | restant; overblijfsel; rest;; overschot |
anmokuchi-暗黙知 | onbewuste [impliciete] kennis (fil.) |
anmoraru-アンモラル | immoreel; onzedelijk |
anna-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
annai-案内 | een gids (boek); een toelichting |
annaigakari-案内係 | receptioniste bij de informatiebalie |
annaijo-案内所 | informatie balie; inlichtingen (bureau) |
annei-安寧 | openbare vrede [veiligheid] |
anni-暗に | indirect; onuitgesproken; stilzwijgend; impliciet |
annon-安穏 | (boeddh.) de vredige staat van Verlichting |
annyui-アンニュイ | verveling; sleur; lusteloosheid |
anpera-アンペラ | (Maleis) ampela, een vaste plant van de zeggefamilie |
anperasō-アンペラ草 | een vaste plant van de zegefamilie (Lepironia) |
anpi-安否 | veiligheid; welzijn |
anpo-安保 | (nationale) veiligheid |
anpojōyaku-安保条約 | nationaal veiligheidsverdrag |
anrakkī-アンラッキー | onfortuinlijk; ongelukkig |
anrakuisu-安楽椅子 | gemakkelijke [comfortabele; lekker zittende] stoel; luie stoel |
ansanburu-アンサンブル | geheel; totaliteit; verzameling |
ansatsu-暗殺 | een (politieke) moordaanslag |
ansatsusuru-暗殺する | een (politieke) moord begaan; iem. vermoorden |
ansen-暗線 | zwarte lijnen in het spectrum |
anshinkan-安心感 | gemoedsrust; veilig gevoel; gevoel van veiligheid |
anshinritsumei-安心立命 | gemoedsrust; berusting; spirituele vrede en verlichting |
anshinsuru-安心する | zich op zijn gemak [veilig; vredig] voelen; onbezorgd zijn |
anshitsurampu-暗室ランプ | safelight; een lichtbron voor gebruik in een (fotografische) donkere kamer |
anshō-暗礁 | een rots onder water; een blinde klip |
ansokubi-安息日 | sabbat (Joods-Christelijke rustdag) |
ansokunichi-安息日 | sabbat (Joods-Christelijke rustdag) |
antai-安泰 | vrede; veiligheid |
antei-安定 | stabiliteit; evenwicht; balans |
anteisei-安定性 | stabiliteit; evenwichtigheid |
anten-暗点 | een gedeeltelijke uitval van het gezichtsveld; blinde vlek; scotoom |
anten-暗転 | een verduistering op het toneel bij een scène- [decor] wisseling zonder het doek neer te laten |
anten-暗転 | een (plotselinge) verslechtering; een ongunstige wending |
antensuru-暗転する | het toneel verduisteren voor een scène- [decor] wisseling; en ongunstige wending nemen; (plotseling) verslechteren |
anwa-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
anzaisho-行在所 | een tijdelijke accommodatie gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
anzan-安産 | makkelijke [vlotte] bevalling |
anzangan-安山岩 | andesiet (stollingsgesteente) |
anzasu-アンザス | Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika (ANZUS) |
anzen-安全 | veiligheid |
anzen-暗然 | donker; onduidelijk; vaag |
anzenben-安全弁 | veiligheidsklep; uitlaatklep |
anzenberuto-安全ベルト | veiligheidsgordel; veiligheidsriem |
anzenchitai-安全地帯 | veiligheidszone |
anzenhoshō-安全保障 | nationale veiligheid |
anzenhoshōjōyaku-安全保障条約 | (Japans-Amerikaans) Veiligheidsverdrag |
anzenkamisori-安全剃刀 | veiligheidsscheermes |
anzenkanri-安全管理 | veiligheidsbestuur; veiligheidscontrole |
anzenken-安全圏 | veiligheidszone; buffer zone; veilig gebied |
anzenki-安全器 | veiligheidsapparaat |
anzenpin-安全ピン | veiligheidsspeld |
anzensōchi-安全装置 | veiligheidsapparaat; veiligheidssysteem; veiligheidsgrendel |
anzentō-安全灯 | veiligheidslamp |
anzenzaiko-安全在庫 | veiligheidsvoorraad (genoeg voorraad om wisselingen in vraag en aanbod aan te kunnen) |
an'an-暗暗 | geheim; verborgen; vaag; onduidelijk |
an'i-安慰 | een geruststelling en troost |
an'i-安易 | luchthartigheid; gemakkelijk in de omgang zijn |
an'i-安易 | onverschilligheid; oppervlakkigheid |
an'utsu-暗鬱 | somberheid; zwaarmoedigheid; melancholie |
ao-青 | (de kleur) blauw (v.d. lucht, zee); groen (stoplicht, planten, etc.) |
aobae-青蠅 | bromvlieg; aasvlieg (Calliphora) |
aodaishō-青大将 | Japanse ratelslang (Elaphe climacophora) |
aodensha-青電車 | de één na laatste trein (aangegeven met een blauw licht) |
aogu-仰ぐ | vertrouwen (op); afhankelijk zijn (van) |
aoiroshinkoku-青色申告 | blauwe aangifte (soort aangifte inkomstenbelasting waarbij speciale inkomstenaftrek mogelijk is) |
aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
aojiso-青紫蘇 | groene perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta f. virilis) |
aokabi-青黴 | blauwe schimmel; penicilline |
aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
aomuke-仰向け | het naar boven gekeerd zijn; rugligging |
aomukeru-仰向ける | naar boven gaan kijken [draaien] ; met het gezicht naar boven gaan liggen |
aomuku-仰向く | omhoog [naar boven] kijken; met het gezicht naar boven liggen |
aomushi-青虫 | rups van het koolwitje (witte kool vlinder) |
aonisai-青二才 | nieuweling; groentje |
aoppoi-青っぽい | (licht) blauwachtig [groenig] |
aoru-呷る | verzwelgen; opslurpen; inslikken |
aoshingō-青信号 | groen stoplicht; groen licht (ook fig.: toestemming) |
aoyagi-青柳 | (groene) wilg Salix alba |
aoyagi-青柳 | de naam van een bekend volksliedje |
apatchi-アパッチ | Apache (lid van indiaanse volksstam) |
aporoteki-アポロ的 | apollinisch; evenwichtig; sereen |
aposutiiyu-アポスティーユ | apostille; legalisatie handtekening |
appurike-アップリケ | appliqué (opgelegd versiersel) |
apuri-アプリ | app; applicatie (computerprogramma) |
apurikanto-アプリカント | sollicitant; aanvrager |
apurikēshon-アプリケーション | applicatie (computerprogramma) |
apurikēshon・sofuto-アプリケーション・ソフト | applicatie software |
apurikēshon・sofutouea-アプリケーション・ソフトウエア | applicatie software |
arā-アラー | Allah (naam van God bij moslims) |
āra-アーラ | Ala (gemeente in Trentino, Italië) |
arabian・raito-アラビアン・ライト | lichte ruwe olie uit Saoedi-Arabië (de standaard bij het bepalen van de olieprijs) |
aragyō-荒行 | ascese; ascetische oefeningen; strenge religieuze discipline |
arai-荒い | moeilijk; zwaar |
arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
arakan-阿羅漢 | Arhat; Arahant (In het Boeddhisme iemand die de Verlichting heeft bereikt) |
aramashi-あらまし | in grote lijnen; ongeveer; vrijwel |
arame-荒布 | arame (soort zeewier, Eisenia bicyclis) |
aramono-荒物 | diverse huishoudelijke artikelen (zoals bezem, stoffer,emmer, etc.) |
arankagiri-あらん限り | alle macht; al het mogelijke; zijn uiterste best; alles bij elkaar |
araremonai-あられもない | onbetamelijk; onfatsoenlijk; onzedelijk |
araryōji-荒療治 | drastische maatregel [behandeling] |
araseitō-あらせいとう | violier (Matthiola incana) |
arasoi-争い | strijd; gevecht; ruzie; conflict |
arataka-灼か | wonderbaarlijk; magisch |
arato-粗砥 | een grove [ruwe] slijpsteen |
arawa-露 | openbaar [openlijk; publiek] zijn |
arawasu-著す | schrijven; plubliceren |
arawaza-荒業 | zwaar (lichamelijk) werk |
arechi-荒れ地 | onontgonnen [braakliggend] land |
arekore-彼是 | iets dergelijks; dit en [of] dat; ongeveer; bijna |
aremoyō-荒れ模様 | stormachtig zijn [lijken] |
ariarito-ありありと | duidelijk; helder; levendig |
aribai-アリバイ | alibi |
arigatameiwaku-有り難迷惑 | een ongewenste gunst; misplaatste vriendelijkheid |
arigētā-アリゲーター | alligator; kaaiman |
arika-在り処 | verblijfplaats; locatie |
arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
arikante-アリカンテ | Alicante (stad in Spanje) |
arikante-アリカンテ | rood alicante marmer |
arikitari-在り来たり | gemeenplaats; cliché |
arimoshinai-有りもしない | onwaar; onecht; onwerkelijk; niet bestaand |
arinomama-ありの儘 | werkelijkheid; zoals het (werkelijk) is; duidelijk; rechtlijnig |
aritai-有りたい | wenselijk; gewenst zijn |
ariuru-あり得る | mogelijk; waarschijnlijk |
arrā-アッラー | Allah (naam van God bij moslims) |
arubeki-有るべき | zou (zo) moeten zijn; wenselijk [de bedoeling] zijn |
aruchū-アル中 | alcoholicus; alcoholist |
arufasen-アルファ線 | alfa straling |
arugamama-有るが儘 | werkelijkheid; zoals het (werkelijk) is; duidelijk; rechtlijnig |
arugan’yu-アルガン油 | arganolie |
arugan・oiru-アルガン・オイル | arganolie |
aruha-或は | of; of wel; misschien; mogelijk; soms |
aruiwa-或いは | misschien; mogelijk |
arukadia-アルカディア | Arcadia; Arcadië (landschap op de Peloponnesus, Griekenland; in de literatuur voorgesteld als ideaal) |
arukari-アルカリ | alkali; base |
arukarisei-アルカリ性 | alkalisch; basisch |
arukōruchūdoku-アルコール中毒 | (m.) alcoholist; alcoholicus; (v.) alcoholiste; alcoholica |
arukōruhakkō-アルコール発酵 | alcoholische gisting |
arukōruisonshō-アルコール依存症 | alcoholisme |
arumajiki-有るまじき | ongepast; onbetamelijk; beneden peil |
arumajikikōi-あるまじき行為 | ongepast gedrag; onwaardige handeling |
arumihoiru-アルミホイル | aluminiumfolie |
arupinisuto-アルピニスト | alpinist; bergbeklimmer |
arutsafu-アルツァフ共和国 | de republiek Artsach (Nagorno-Karabach) |
aryū-亜流 | medestander; volgeling; aanhanger |
asa-麻 | vlas; linnen; jute |
asaborake-朝ぼらけ | ochtendgloren; morgenlicht |
asagake-朝駆け | een voorbeeld van iets dat gemakkelijk is |
asagi-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
asagi-浅黄 | lichtgeel |
asaito-麻糸 | vlasdraad; draad van hennep [linnen] |
asaji-浅茅 | een Japanse (schaars groeiende, korte) grassoort van de familie Imperata cylindrica (Japans bloedgras) |
asamashii-浅ましい | bespottelijk; meelijwekkend; zielig |
asamashii-浅ましい | schandelijk; schandalig; gemeen |
asameshimae-朝飯前 | heel gemakkelijk; een fluitje van een cent; kinderspel |
asamidori-浅緑 | lichtgroen |
asane-朝寝 | het uitslapen [lang slapen]; lang in bed blijven liggen |
asanesuru-朝寝する | uitslapen; lang slapen; lang in bed blijven liggen |
asari-浅蜊 | Filipijnse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum) |
asatsuki-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
asebamu-汗ばむ | licht zweten [transpireren] |
asemo-汗疹 | hitte-uitslag; miliaria; gierstuitslag |
asesumento-アセスメント | schatting; taxatie; beoordeling |
ashi-葦 | riet (Phragmites australis) |
ashibayani-足早に | met snelle pas; met flinke [kwieke] tred |
ashidamari-足溜り | verblijfplaats; uitvalbasis; hoofdkwartier |
ashigei-足芸 | trucs [jongleren] met de voeten (liggend op de rug) |
ashikarazu-悪しからず | neemt u mij niet kwalijk; het spijt mij |
ashinuki-足抜き | ontsnapping uit een moeilijke [penibele] situatie |
asobi-遊び | speling (bv. van een wiel, touw, etc.) |
asobigokoro-遊び心 | liefde voor muziek; het houden van muziek |
assai-圧砕 | vergruizing; verbrijzeling |
assari-あっさり | makkelijk; simpel; snel; licht |
assen-斡旋 | (arbeids)bemiddeling; interventie |
assen-斡旋 | [een aanbeveling; referentie; getuigschrift |
asshukukūkikikan-圧縮空気機関 | een met perslucht aangedreven hydraulische motor |
asshukuritsu-圧縮率 | compressibiliteit; samendrukbaarheid |
asshukusanso-圧縮酸素 | samengeperste zuurstof (in cilinder) |
asuka-飛鳥 | Asuka, plaats in de prefectuur Nara (vroegere keizerlijke hoofdstad, 538-710 n.Chr.) |
asunaro-翌檜 | Thujopsis dolabrata (boom uit de cipresfamilie) |
asutorodōmu-アストロドーム | Reliant Astrodome (ook wel genoemd Houston Astrodome, naam van een koepelvormig honkbalstadion in Amerika) |
asutorotāfu-アストロターフ | kunstgras (oorspronkelijk van het merk AstroTurf) |
atamakin-頭金 | aanbetaling; borgsom; sleutelgeld |
atamauchi-頭打ち | het bereiken van een limiet [piek; plafond; bovengrens] |
atan-亜炭 | bruinkool; ligniet |
atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
atataka-暖か | warmte; mildheid [zachtheid] (van klimaat); warme temperatuur |
atataka-暖か | warmte (fig., gevoel, etc.); hartelijkheid; vriendelijkheid |
atatakai-暖かい | warm; zacht; mild; (weer; klimaat) |
atatakai-暖かい | vriendelijk; teder; liefhebbend; hartelijk |
atatakami-温かみ | warmte; vriendelijkheid; medeleven |
ate-当て | doel; bedoeling |
ate-当て | hoop; kans; mogelijkheid; gissing; veronderstelling; verwachting; vooruitzicht |
ate-当て | dekkleed; bekleding; hoes; vulling |
atebumi-宛文 | een officieel document (met daarin een persoonlijke opdracht of mandaat voor de geadresseerde) |
atedokoro-当て所 | doel; bestemming; bedoeling |
ategai-宛てがい | een goede regeling [maatregel; voorziening] |
atehazure-当て外れ | iets dat tegenvalt; een (grote) teleurstelling |
atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
atekoto-当て言 | iets op een genuanceerde manier zeggen (zonder kwade bedoelingen) |
atemono-当て物 | een hoes; voering; vulling; vulsel; beschermlaag |
aterareru-当てられる | liefdesbetuigingen [in het openbaar] aanschouwen |
atetsuke-当て付け | een insinuatie [toespeling]; een hatelijke opmerking |
atetsukegamashii-当て付けがましい | zeer insinuerend [hatelijk; gemeen] |
atetsukeru-当て付ける | insinueren; een hatelijke opmerking maken; hatelijk doen |
atetsukeru-当て付ける | (demonstratieve) liefdesuitingen in het openbaar |
ato-後 | restant; rest; overblijfsel |
ato-跡 | overblijfsel(en); ruïne |
atobara-後腹 | naweeën (na de bevalling) |
atobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
atochi-跡地 | braakliggend land [kavel; perceel] (na afbraak van de gebouwen die erop stonden) |
atoiresakidashihō-後入れ先出し法 | (voor berekenen van voorraadomzet) de LIFO methode (last-in, first-out) |
atokata-跡形 | spoor; overblijfsel; bewijs; bewijsmateriaal |
atokin-後金 | de rest van de betaling; het resterende bedrag |
atokusare-後腐れ | overblijvende [resterende; niet geheel opgeloste] problemen (voor later) |
atome-跡目 | hoofd van een familie; familienaam; familiebezit |
atooishinjū-後追い心中 | zelfmoord gepleegd na de dood van de geliefde partner |
atorakutibu-アトラクティブ | aantrekkelijk |
atorie-アトリエ | atelier; werkplaats; studio |
atsuatsu-熱熱 | hartstochtelijke liefde [verliefdheid] |
atsui-厚い | vriendelijk; hartelijk; zorgzaam; meelevend |
atsui-熱い | hartstochtelijk; vurig |
atsuraeru-誂える | een opdracht geven [verstrekken]; een bestelling plaatsen |
atsureki-軋轢 | conflict; strijd; botsing; onenigheid |
atsusashinogi-暑さ凌ぎ | afkoeling; verkoeling; het verminderen [afnemen] van hitte |
attakai-暖かい | warm; zacht; mild (weer, klimaat) |
attakai-暖かい | vriendelijk; teder; liefhebbend; hartelijk |
atto・hōmu-アットホーム | huiselijk; gezellig |
au-会う | iem. onverwachts tegenkomen; tegen het lijf lopen [toevallig treffen] |
au-合う | opbrengen wat werd verwacht; een goede investering blijken te zijn |
awa-粟 | (tros)gierst (graansoort: Setaria italica) |
awaawashii-淡淡しい | ongeïnteresseerd; onverschillig; vaag |
awabi-鮑 | zeeoor; abalone; zeeslak van de familie Haliotidae |
awai-淡い | licht; zwak; bleek; vaag; flauw; flets |
awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
aware-哀れ | het zielig [armzalig] zijn; in een meelijwekkende situatie verkeren |
aware-哀れ | droefheid; melancholie; verdriet; (onvervuld) verlangen |
aware-哀れ | (arch.) iets dat geliefd [dierbaar] is; iets dat na aan het hart ligt |
awaremi-哀れみ | medelijden; mededogen |
awaremu-哀れむ | medelijden hebben met; zielig vinden |
awaremu-哀れむ | bewonderen; waarderen; houden van; gevoelig [ontvankelijk] zijn (voor) |
awaremu-哀れむ | goedhartig [vriendelijk; welwillend] zijn (jegens iem.) |
awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
awasete-合わせて | bovendien; daarbij; tegelijkertijd |
awayokuba-あわよくば | indien mogelijk; als de omstandigheden het toelaten; als ik geluk heb |
awayuki-淡雪 | lichte sneeuwval |
ayamaritsutaeru-誤り伝える | iets verdraaien (b.v. de werkelijkheid); een verkeerde voorstelling [indruk] geven (van iets) |
ayamodoshi-アヤ戻し | pullback, een tijdelijke prijsverhoging terwijl de markt blijft dalen |
ayaoshi-アヤ押し | pushback, een tijdelijke prijsdaling terwijl de markt in een opwaartse trend zit |
ayasu-あやす | (een baby of kind) knuffelen; liefkozen; sussen; in de armen wiegen |
ayu-鮎 | ayu (vis: Plecoglossus altivelis) |
ayumi-歩み | vooruitgang; ontwikkeling |
azamuku-欺く | de illusie geven van; bedrieglijk veel lijken op |
azatoi-あざとい | slim; sluw; berekenend; gewetenloos |
azukarikin-預かり金 | aanbetaling; waarborgsom; deposito |
azumakudari-東下り | historische term voor het vanuit Kyoto naar de oostelijke provincies (en Edo) reizen |
azumaotoko-東男 | een man uit Edo, regio Kanto (werd beschouwd als sterk en mannelijk) |
azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
ba-ば | (geeft de aanleiding van wat volgt, nl. een veronderstelling, betoog of beschouwing, etc. van iem.) gezien... |
ba-ば | (in de combinaties naraba, iwaba, tatoeba, etc. gebruikt als bijwoord) namelijk; wat betreft; als het |
bā-バー | staaf; spijl; tralie; reep (chocola); streep |
baatari-場当たり | improvisatie; impulsieve [spontane] handeling |
bācharu・riaritī-バーチャル・リアリティー | virtuele werkelijkheid [realiteit] |
bachi-罰 | straf van de goden; goddelijke vergelding |
bachiatari-罰当たり | zondaar; ellendeling; schurk |
baibaisason-売買差損 | handelsverlies; verlies uit koop- en verkoop |
baiboku-売卜 | waarzeggerij; toekomstvoorspelling |
baiburēshon-バイブレーション | vibratie; trilling |
baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
baidoku-梅毒 | syfilis; lues |
baigaku-倍額 | verdubbeling van de prijs [het bedrag] |
baika-倍加 | verdubbeling |
baikai-媒介 | bemiddeling; interventie; fungeren als tussenpersoon |
baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
baikorojī-バイコロジー | fiets ecologie (beter klimaat door meer fietsen) |
baikyaku-売却 | verkoop; verkoping; veiling |
baikyū-倍旧 | herdubbeling; (opnieuw) verdubbeling |
baimei-売名 | reclame maken voor jezelf; iets doen omwille van de publiciteit; publiciteit zoeken |
baindingu-バインディング | verband; lint; (boek)band |
baiorinisuto-バイオリニスト | violist(e); vioolspeler [vioolspeelster] |
bairingaru-バイリンガル | bilinguaal; tweetalig |
bairitsu-倍率 | (kwaliteit; prestatie) graad; rangorde; klasse |
baishaku-媒酌 | (aanstaande huwelijks-) bemiddeling; het koppelen; tot stand brengen van een huwelijk |
baishakusuru-媒酌する | koppelen; een huwelijk tot stand brengen; als tussenpersoon optreden |
baishō-賠償 | compensatie; schadevergoeding; schadeloosstelling |
baishōsekininhoken-賠償責任保険 | aansprakelijkheidsverzekering |
baisūsei-倍数性 | polyploïdie (in erfelijkheidsleer) |
baita-売女 | prostituée; hoer; lichtekooi |
baitaritī-バイタリティー | vitaliteit; levenskracht |
baizō-倍増 | verdubbeling; herdubbeling |
bai・purē-バイ・プレー | terzijde-handeling (toneel; film, etc.); figuratie |
bai・rain-バイ・ライン | achterlijn (voetbal) |
bajiriko-バジリコ | basilicum |
bajiru-バジル | basilicum |
bajitōfū-馬耳東風 | onverschilligheid; het niet willen luisteren |
bakabakashii-馬鹿馬鹿しい | belachelijk; absurd; dom; onzinnig |
bakageru-馬鹿げる | er dom [dwaas; absurd; belachelijk] uitzien |
bakajikara-馬鹿力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
bakakusai-馬鹿臭い | absurd; belachelijk |
bakane-馬鹿値 | een belachelijke [absurde] prijs |
bakarashii-馬鹿らしい | dom; absurd; belachelijk; bespottelijk; ongerijmd; zinloos |
bakari-ばかり | (geeft aan dat iets is gelimiteerd tot en bepaalde handeling [plaats; ding]): slechts, alleen (maar) |
bakari-ばかり | (achter een ww.) drukt een handeling uit die op het punt staat [stond] te beginnen |
bakari-ばかり | (in de uitdrukking: ww.-vorm -ta+bakari geeft het aan een handeling die net is voltooid) pas; net (klaar) |
bakashōjiki-馬鹿正直 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
bakateinei-馬鹿丁寧 | overdreven [belachelijke] beleefdheid |
bakazura-馬鹿面 | een domme blik op iemands gezicht |
bakka-幕下 | ondergeschikte; volgeling; dienaar; huisbediende |
bakken-バッケン | skibinding (clip voor het bevestigen van de ski aan de schoen) |
bakken-バッケン | (Noors: bakken) skihelling |
bakku・sukurīn-バック・スクリーン | een donker scherm achter het middenveld in een honkbalstadion (zodat de slagman duidelijker het veld kan overzien) |
baku-漠 | vaag [wazig; onduidelijk; ondefinieerbaar] zijn |
bakuro-暴露 | blootstelling (aan zonlicht, e.d.) |
bakuryūshu-麦粒腫 | gerstekorrel; strontje in het ooglid (hordeolum) |
bakuzen-漠然 | vaag [onduidelijk; ongedefinieerd] zijn |
bamu-ばむ | (achtervoegsel achter zelfs.n.w., met de betekenis zoals, lijkend) -ig; -achtig |
ban-版 | editie; publicatie |
ban-鷭 | waterhoen (Gallinula chloropus) |
banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
banbi-バンビ | Bambi (reekalfje in het boek van Felix Salten; later in de Disney film) |
bancha-番茶 | groene thee van mindere [inferieure] kwaliteit |
banchō-番長 | jeugdbendeleider; leider van schoolgaande jonge delinquenten |
banchō-番長 | (vroeger) (staats)dienaar met militaire of politie taken |
bandarizumu-バンダリズム | vandalisme |
bando-バンド | riem; band; lint; strook |
bangai-番外 | een extra [buitengewone] editie, voorstelling, maat, etc.]; een uitzonderlijk [ongewoon] iets |
bangasa-番傘 | een paraplu gemaakt van bamboe en geolied papier |
banisshā-バニッシャー | polijster; polijstborstel |
banka-挽歌 | dodenlied; klaagzang; elegie |
bankake-バンかけ | (in eigen jargon van de politie) politieondervraging; politieverhoor |
bankon-晩婚 | een laat huwelijk; huwelijk op latere leeftijd |
banku・dīringu-バンク・ディーリング | (bank) notatie [obligatie] handel |
bannan-万難 | ontelbare moeilijkheden [hindernissen] |
banpaia-バンパイア | verleidelijke vrouw; vamp |
banpaku-万博 | wereldtentoonstelling; Expo |
banpu-バンプ | verleidelijke vrouw; vamp |
banryoku-蛮力 | fysieke [lichamelijke] kracht |
bansan-晩餐 | banket; feestelijk diner |
bansei-晩成 | het laat tot wasdom komen; laat tot rijping komen; late ontwikkeling; late bloei |
banzai-万歳 | gejuich (met handen in de lucht); hoera; gefeliciteerd; lang zal ze leven |
banzai-万歳 | iets feestelijks; iets om te vieren |
banzuke-番付 | ranglijst (sumo); programma (theater) |
ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
ban・arentai-バン・アレン帯 | Van Allengordels (stralingsgordels of deeltjesgordels) |
bappai-罰杯 | alcoholische drank die als straf moet worden gedronken (b.v. voor te laat komen, een spelletje verliezen, e.d.) |
bappon-抜本 | de oorzaak elimineren; het uitroeien; verdelgen; ontwortelen |
baraetī-バラエティー | verscheidenheid; variëteit; afwisseling |
baraetī・shō-バラエティー・ショー | variété show [voorstelling; theater] |
bareru-ばれる | uitlekken (van iets, b.v. een geheim); openbaren; onthullen; aan het licht brengen |
bareru-バレル | vat (eenheid voor vloeistof, zoals olie) |
bāreru-バーレル | vat (eenheid voor vloeistof, zoals olie) |
baria・furī-バリア・フリー | (gebouwen, openbaar vervoer, etc.) toegankelijk voor gehandicapten |
baria・furī-バリア・フリー | toegankelijkheid (voor ouderen en mensen met een beperking) |
bariēshon-バリエーション | variatie; afwisseling |
baron-バロン | baron (adellijke rang) |
barubu-バルブ | (gloei)lamp; (licht)peertje |
barukarōra-バルカローラ | barcarolle; gondellied (lied gezongen door Venetiaanse gondeliers) |
barukarōru-バルカロール | barcarolle; gondellied (lied gezongen door Venetiaanse gondeliers) |
barukī-バルキー | dik; bobbelig |
baryū・anarishisu-バリュー・アナリシス | waardebepaling; waardeanalyse |
basabasa-ばさばさ | rommelig; droog; slordig |
bassoku-罰則 | straf; strafbepaling; strafmaatregel |
basson-末孫 | afstammeling; nakomeling; nazaat; telg |
batafurai-バタフライ | vlinderslag (zwemmen) |
bateren-バテレン | Christendom; Christelijk geloof; Christen |
batsu-閥 | kliek; factie; clan |
batsubyō-抜錨 | het lichten [ophalen] van het anker |
batsuei-末裔 | nakomeling; nazaat; afstammeling; telg |
batsugun-抜群 | weergaloos [uitstekend; subliem; ongeëvenaard] zijn |
batsuyō-末葉 | nakomeling |
battari-ばったり | plotseling; onverwacht |
battei-末弟 | jongste discipel [leerling; volgeling] |
batten-罰点 | een x-symbool (dat een fout of onmogelijkheid aangeeft) |
batto-ばっと | plotseling; in een flits; snel |
battōtai-抜刀隊 | een speciale (met Japanse zwaarden bewapende) politie-eenheid (Meiji-periode) |
baumukūhen-バウムクーヘン | Duitse laagjescake (lijkt op boomringen) |
beato-ベアト | heilige; gezegende |
bebī-ベビー | baby; zuigeling; klein kind |
bebī・fēsu-ベビー・フェース | babyface; persoon met kinderlijk gezicht |
bēguru-ベーグル | (tennis) setwinst of -verlies met 6-0 |
beigunhausu-米軍ハウス | huurwoningen voor Amerikaanse militairen in Japan (na de Tweede Wereldoorlog) |
beigunkichi-米軍基地 | Amerikaanse militaire basis |
beiju-米寿 | 88ste verjaardag (die in Japan speciaal en feestelijk wordt gevierd) |
beirenpōsōsakyoku-米連邦捜査局 | (Federal Bureau of Investigation) FBI, federale politie en inlichtingendienst van de VS |
bēkāpuran-ベーカープラン | Baker Plan (door Amerika in de VN voorgesteld plan voor zelfbeschikkingsrecht voor Westelijke Sahara) |
bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
bēkuraito-ベークライト | bakeliet (kunsthars) |
benchā-ベンチャー | lid van orde van juristen |
benchā・kyapitarisuto-ベンチャー・キャピタリスト | durfkapitalist |
bengaku-勉学 | studie; het ijverig [hard] studeren (niet noodzakelijkerwijs bij educatieve instellingen; zelfontwikkeling met een meer persoonlijk studieprogramma) |
bengiteki-便宜的 | passend; doelmatig; opportuun; voordelig |
beni-紅 | rouge; lipstick |
benibanayu-紅花油 | saffloerolie |
benjin-ベンジン | petroleumether (ligroïne) |
benkyō-勉強 | studie; het ijverig [hard] studeren (bij educatieve instellingen, zoals scholen of universiteiten) |
benmei-弁明 | rechtvaardiging; verontschuldiging; verweer; rehabilitatie |
benrei-勉励 | vlijt; ijver; toewijding |
bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
benshō-弁償 | compensatie; herstelbetaling; schadeloosstelling |
beppin-別品 | hoge [goede] kwaliteit goederen |
beririumu-ベリリウム | beryllium (chem. element) |
berīzu-ベリーズ | Belize |
bero-べろ | (dialect voor) tong (lichaamsdeel) |
berobero-べろべろ | (onomatopee) gelik; likkend |
berukuro-ベルクロ | klittenband; velcrostrip (genoemd naar het merk Velcro) |
berumotto-ベルモット | vermouth [vermout] (alcoholische drank) |
bessei-別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
bēsurain-ベースライン | achterlijn; baseline (sportterm) |
betabore-ベタ惚れ | stapeldol [stapelgek] op iemand; waanzinnig verliefd |
bētasen-ベータ線 | bètastraal; bètastraling |
betā・hāfu-ベター・ハーフ | (betere) wederhelft; echtgenote; (vrouwelijke) partner; eega |
betsubin-別便 | separate post; post onder afzonderlijke omslag |
betsudan-別段 | speciaal [bijzonder; uitzonderlijk] zijn |
betsugū-別宮 | ondergeschikte schrijn (binnen een shinto heiligdom) |
betsugū-別宮 | keizerlijk paleis |
betsunō-別納 | een afzonderlijke [aparte] betaling |
bettari-べったり | geplakt; uitgesmeerd; gelijmd; gekleefd |
bianko・sanjovanni-ビアンコ・サンジョヴァンニ | bianco di San Giovanni (een limoen wit pigment) |
bibishii-美美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
bibō-美貌 | knap uiterlijk; schoonheid; bekoorlijkheid; charme |
biburiogurafī-ビブリオグラフィー | bibliografie |
biburiomania-ビブリオマニア | bibliomanie (verzotheid op boeken) |
bidō-微動 | lichte beweging [trilling; schok] |
bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
bifū-微風 | lichte wind; zacht briesje |
bīfun-ビーフン | mihoen, (Chinese) rijstvermicelli |
biginā-ビギナー | beginner; nieuweling |
bihindaichō-備品台帳 | inventaris(lijst); boedelbeschrijving |
bijinesuraiku-ビジネスライク | zakelijk; efficiënt |
bijinesu・gaaru-ビジネス・ガール | zakenvrouw; vrouwelijke beambte |
bijinesu・konsarutanto-ビジネス・コンサルタント | zakelijk adviseur |
bijinesu・kurasu-ビジネス・クラス | businessclass (in vliegtuig) |
bijinesu・rōn-ビジネス・ローン | zakelijke lening |
bijon-ビジョン | vooruitziende blik; inzicht |
bijuaraizēshon-ビジュアライゼーション | visualisatie |
bijutsugan-美術眼 | kunstenaarsblik; artistiek inzicht |
bikō-尾行 | (m.n. bij politieonderzoek) het schaduwen; (heimelijk) volgen; in het oog houden |
bīkon-ビーコン | baken; lichtsignaal; vuurtoren |
bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
bimokushūrei-眉目秀麗 | (meestal van mannen) knap uiterlijk; er goed uitzien |
bīmu-ビーム | lichtbundel; straling; straal |
bimyō-微妙 | subtiliteit; delicaatheid |
bin-便 | lijndienst (boot; trein, bus, etc.); vlucht(nummer) |
bin-鬢 | het haar links en rechts op het hoofd (over [boven] de oren) |
binan-美男 | een knappe man (van uiterlijk) |
bīnbōru-ビーンボール | beanball (bij honkbal, een gevaarlijke bal die een werper opzettelijk naar het hoofd van de slagman gooit) |
binjō-便乗 | een lift [gratis rit] (met auto, e.d.) krijgen |
binkan-敏感 | (over)gevoeligheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid |
biraku-微落 | een lichte daling van prijzen [tarieven] |
biriken-ビリケン | Billiken (een beeldje gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Florence Pretz uit Kansas City, Missouri) |
birirubin-ビリルビン | bilirubine |
bishō-微笑 | glimlach |
bisoku-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
bitō-微騰 | een lichte stijging in prijzen [tarieven] |
biu-微雨 | lichte regen; motregen |
biyaku-媚薬 | afrodisiacum; liefdesdrank |
biyō-美容 | schoonheid; schoonheidsbehandeling |
biyōshi-美容師 | kapper; schoonheidsspecialist (zonder scheervergunning) |
bī・esu-ビー・エス | omroepsatelliet |
bī・jī-ビー・ジー | zakenvrouw; vrouwelijke beambte |
bo-慕 | (in kanji combinaties) verlangen; nostalgie; liefhebben; gehecht zijn aan; bewonderen |
bōbiki-棒引き | de horizontale streep van lange klinkers in katakana |
bōbō-茫茫 | vaag; onduidelijk |
bōchōseisaku-防諜政策 | contraspionage beleid [politiek] |
bōdai-膨大 | uitbreiding; vergroting; groei; uitzetting; opzwelling |
bodaiju-菩提樹 | Bodhiboom, Ficus religiosa (oorspronkelijk uit India; onder deze boom zou Boeddha de verlichting bereikt hebben) |
bodaiju-菩提樹 | de vertaling van Der Lindenbaum, het vijfde lied in de Winterreise cyclus van Schubert |
bōdārain-ボーダーライン | grens; grenslijn |
bodī-ボディー | lichaam; romp; centrale deel; kern; voorwerp; object |
bodībōdo-ボディーボード | kleine surfplank (waarop je liggend voortbeweegt) |
bodīgādo-ボディーガード | lijfwacht; persoonlijke beveiliger |
bodīsūtsu-ボディースーツ | bodysuit (kledingstuk dat nauw om het lichaam sluit); damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat |
bodī・burō-ボディー・ブロー | slag [stoot] op het lichaam |
bodī・chekku-ボディー・チェック | (in sport) een forse duw tegen het lichaam van een tegenstander |
bodī・rangēji-ボディー・ランゲージ | lichaamstaal |
bōdobirian-ボードビリアン | acteur in blijspel; entertainer |
bōdobiru-ボードビル | blijspel; klucht; variété |
bōekifunsō-貿易紛争 | handelsconflict |
bōekimasatsu-貿易摩擦 | handelsconflict |
bōfū-防風 | (afk. voor hamabōfu) plant, Glehnia littoralis (seizoenwoord voor de lente) |
bōhankamera -防犯カメラ | bewakingscamera; beveiligingscamera |
bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
boikotto-ボイコット | boycot; uitsluiting van maatschappelijk of handelsverkeer |
boin-母印 | duimafdruk (op een verklaring, i.p.v. het persoonlijk naamstempel) |
boin-母音 | klinker (letter) |
boisu・rēkōdā-ボイス・レコーダー | cockpit voice recorder (in vliegtuigen) |
bōjakubujin-傍若無人 | arrogantie; onbeschoftheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
bojō-慕情 | het verlangen [de liefde; genegenheid] |
bōkaru-ボーカル | zang; lied |
bōkaru-ボーカル | klinker; vocaal (taalkunde) |
bōkei-傍系 | vertakking; zijlijn; afsplitsing van de hoofdlijn |
bōkei-謀計 | (krijgs)list; strategie; plan; kunstgreep |
bōken-剖検 | lijkschouwing |
bōkenteki-冒険的 | avontuurlijk; gevaarlijk; riskant |
bokin-募金 | collecte; geldinzameling |
bokki-勃起 | erectie; het stijf [hard] worden (van de penis, clitoris, tepels) |
bokkusu-ボックス | kader; omlijning |
boku-僕 | ik; mij (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
bokuchi-墨池 | inktputje; uitholling [holte] in een inktsteen (waar de inkt in gaat) |
bokunenjin-朴念仁 | lomperik; botterik; stommeling; domoor; domkop |
bokushu-墨守 | aanhankelijkheid; het zich vastklampen [hechten] (aan een gewoonte, traditie, e.d.) |
bokutachi-僕達 | wij; ons (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
bōman-暴慢 | arrogantie; brutaliteit; ongemanierdheid; schaamteloosheid |
bōmei-亡命 | ballingschap |
bōmeisha-亡命者 | (politieke) vluchteling; asielzoeker |
bōmeisuru-亡命する | zijn land ontvluchten; asiel zoeken; in ballingschap gaan; een (politieke) vluchteling worden; emigreren (om politieke redenen) |
bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonbe-ボンベ | gascilinder; gasfles |
bonbon-ボンボン | suiker- of chocoladesnoepje (met vulling) |
bonge-凡下 | gewone mensen; het gewone volk; het grote publiek |
bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
bonpu-凡夫 | een gewone sterveling; het gewone volk |
bonten-梵天 | Japanse religieuze staf met wimpels van wit papier |
bonten-梵天 | (visserij) de boei van een vislijn of slagnet |
boppatsu-勃発 | uitbraak (b.v. van een oorlog); uitbarsting; plotselinge gebeurtenis |
bōraku-暴落 | verval; plotselinge daling [val] (b.v. van aandelen op de beurs) |
borantia-ボランティア | vrijwilliger |
boribia-ボリビア | Bolivia |
bōringu-ボーリング | bowling; kegelen |
boroboro-ぼろぼろ | (onomatopee) het vallen van druppels [stukjes]; brokkelig (worden); vergaan [versleten] raken; gerafeld worden |
boseiai-母性愛 | moederliefde |
bōshitsu-亡失 | het verlies (van iets) |
bōshō-帽章 | baretembleem; embleem op (militair) hoofddeksel [baret] |
bōsō-妄想 | fantasie; verbeelding; waanvoorstelling; waanidee |
bōsōzoku-暴走族 | (lid van) een motorbende |
bossho-没書 | afwijzing van een inzending (voor publicatie) |
bosutōku-ボストーク | Vostok, Sovjet-bemande kunstmatige satelliet (in 1961 voor het eerst gelanceerd) |
bōtaoshi-棒倒し | spel waarbij het de bedoeling is om de paal van de tegenstander omver te werpen |
bōtō-暴騰 | plotselinge toename [stijging] |
bōtoku-冒涜 | godslastering; blasfemie; heiligschennis; schending |
botsurinusuchūdoku-ボツリヌス中毒 | botulisme |
botsurinusukin-ボツリヌス菌 | Clostridium botulinum (bacterie die botulisme veroorzaakt) |
botsuwana-ボツワナ | Botswana (republiek in Afrika) |
botteri-ぼってり | welgedaan; corpulent; gezet; mollig; dik |
bouringu-ボウリング | bowling; kegelen |
bou・tai-ボウ・タイ | vlinderdas; strikje |
boyakeru-ぼやける | vaag [wazig; onduidelijk] worden; vervagen |
bō・tai-ボー・タイ | vlinderdasje; strikje |
bu-部 | afdeling; divisie; branche |
bubunkyokuhitsu-舞文曲筆 | vrije schrijfstijl waarbij de de feiten worden verdraaid voor een literair effect |
buchō-部長 | hoofd van een (grotere) afdeling |
budan-武断 | militarisme; militaire macht [bestuur] |
buenryo-無遠慮 | lompheid; brutaliteit; schaamteloosheid; directheid |
bufūryū-無風流 | onbevalligheid; gebrek aan elegantie [verfijning] |
bugai-部外 | buiten de (eigen) afdeling [kring] |
bugaihi-部外秘 | beperkt tot de (eigen) afdeling: alleen voor de afdeling |
buin-無音 | een lange stilte; lang zonder contact (b.v. briefwisseling, e.d.); het niets van zich laten horen gedurende een lange periode |
buin-部員 | staflid; clublid |
buji-無事 | veiligheid; zekerheid; rust |
bujin-武人 | militair; strijder; soldaat |
bujokuteki-侮辱的 | beledigend; kwetsend; aanstootgevend; smadelijk |
buka-部下 | volgeling; ondergeschikte |
bukai-部会 | afdelingsvergadering |
bukan-武官 | officier; (hof)functionaris belast met militaire taken |
buke-武家 | krijgsadel; krijgselite; samoerai clan [familie] |
bukeyashiki-武家屋敷 | behuizing van de krijgselite (in feodaal Japan) |
bukimi-不気味 | vreemdheid; griezeligheid; geheimzinnigheid; spookachtigheid |
bukiryō-不器量 | lelijkheid; onaantrekkelijkheid |
bukitcho-不器用 | onhandigheid; onbekwaamheid; stunteligheid; tactloosheid |
bukka-仏果 | (boeddh.) nirwana; Verlichting (bereikt door boeddhistische training) |
bumon-部門 | afdeling; tak; divisie; sector |
būmu-ブーム | hausse (plotselinge stijging; toename) |
bunben-分娩 | bevalling; geboorte |
bunbu-文武 | literaire en militaire kunsten; de pen en het zwaard |
bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
bunchi-文治 | burgerlijke macht; civiel bestuur |
bundan-分団 | afdeling; sectie; tak |
bundan-文壇 | literaire wereld |
bungaku-文学 | literatuur; letterkunde |
bungakusha-文学者 | letterkundige; literair [geletterd] persoon; schrijver |
bungakushō-文学賞 | literatuurprijs |
bungei-文芸 | literatuur; literaire kunst; kunt en literatuur |
bungō-文豪 | een grote literaire schrijver |
bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
bungotai-文語体 | literaire [klassieke] schrijfstijl |
bungyō-分業 | werkverdeling; taakverdeling; specialisatie |
bunjin-文人 | literator; schrijver; dichter |
bunjinga-文人画 | literator schilderkunst (schilderkunst als nevenactiviteit van een literator, in China en later ook in Japan vanaf de Edo periode) |
bunjō-分譲 | verkoop van grond (en huis); landverkaveling |
bunka-分化 | specialisatie |
bunka-分科 | afdeling; sectie; cursus |
bunka-分課 | sectie; (onder)afdeling; filiaal |
bunka-文化 | cultuur; beschaving; civilisatie |
bunka-文科 | literatuur afdeling |
bunkai-分解 | ontmanteling; opsplitsing; ontbinding |
bunkakunshō-文化勲章 | Japanse Orde van Culturele Verdienste (onderscheiding voor mensen die een bijdrage hebben geleverd aan behoud en ontwikkeling van de cultuur) |
bunkasai-文化祭 | cultureel festival (op scholen, universiteiten, gevangenisinstellingen e.d.) |
bunkatsu-分割 | verdeling; splitsing; afscheiding |
bunkatsubarai-分割払い | (af)betaling in termijnen |
bunkatsusuru-分割する | verdelen; splitsen; scheiden |
bunke-分家 | zijtak van een familie |
bunken-文献 | literatuur; documenten; verslagen; rapporten |
bunkenka-分権化 | decentralisatie |
bunki-分岐 | bifurcatie; (gevorkte) afsplitsing [vertakking] |
bunkō-分校 | dependance [filiaal; bijgebouw] van een school |
bunko-文庫 | bibliotheek; boekenverzameling |
bunkyō-文教 | onderwijs; cultuur (ontwikkeling, vorming) |
bunmei-文名 | literaire faam [beroemdheid] |
bunmei-文明 | beschaving; civilisatie |
bunmin-文民 | burger (niet-militair) |
bunminkeisatsu-文民警察 | civiele politie |
bunminkeisatsukan-文民警察官 | civiele politieambtenaar |
bunpai-分配 | distributie; verdeling; opsplitsing |
bunpaisuru-分配する | verdelen; distribueren; opsplitsen |
bunpitsu-分筆 | perceel [kavel] onderverdeling |
bunpu-分布 | verspreiding; distributie; verdeling; verstrekking |
bunretsu-分裂 | het uiteen vallen; desintegratie; opsplitsing; ontbinding |
bunri-分離 | scheiding; afscheiding; verbreking; ontkoppeling |
bunrui-分類 | indeling; classificatie; ordening; rangschikking |
bunsansuru-分散する | verspreiden; verdelen; decentraliseren; verstrooien |
bunshi-文士 | schrijver [schrijfster]; literair [geletterd] persoon |
bunshin-分身 | tak; loot; afsplitsing; alter ego; ander ik |
bunshō-分掌 | taakverdeling |
bunsho-分署 | vestiging; filiaal; bijkantoor |
buntsū-文通 | briefwisseling; correspondentie |
bun'ya- ブン屋 | (jeugdbende jargon) journalist; verslaggever |
bun'yo-分与 | verdeling; toewijzing |
buonfuresuko-ブオンフレスコ | Buon fresco is een fresco-schildertechniek (waarbij alkalibestendige pigmenten, vermalen in water, worden aangebracht op nat gips) |
buotoko-醜男 | een lelijke [onaantrekkelijke] man |
buppōsō-仏法僧 | dollarvogel (Eurystomus orientalis) |
burabura-ぶらぶら | (geluid van) heen- en-weer slingeren; bungelen; slenteren |
buraidaru-ブライダル | bruiloft; huwelijksplechtigheid; trouwerij |
buraidaru-ブライダル | bruids-; huwelijks- |
buraidaru・bēru-ブライダル・ベール | bruidssluier (klimplant) |
buraindo-ブラインド | blind (niet kunnen zien) |
buraindo・dēto-ブラインド・デート | blind date |
buraindo・tatchi-ブラインド・タッチ | het blind typen |
buraindo・tesuto-ブラインド・テスト | blindtest |
burajiru-ブラジル | Brazilië |
burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
burakkurisuto-ブラックリスト | zwarte lijst |
burakku・jānarizumu-ブラック・ジャーナリズム | zwarte journalistiek (met onthullende geheime informatie) |
burakku・pansā-ブラック・パンサー | Zwarte Panter(s) (militante Afro-Amerikaanse politieke organisatie) |
burakku・pawā-ブラック・パワー | Black Power (politieke beweging onder zwarte Amerikanen) |
buranchi-ブランチ | tak; afdeling; filiaal |
buran・nyū-ブラン・ニュー | gloednieuw; splinternieuw |
buraun・pawā-ブラウン・パワー | Brown Power (Mexicaans-Amerikaanse politieke beweging) |
burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
buri-振り | een zwaai; slinger(beweging) |
burīfu-ブリーフ | herenslip; herenonderbroek |
burijji・banku-ブリッジ・バンク | overbruggingsbank (opgericht om een failliete bank te exploiteren totdat er een koper kan worden gevonden) |
buriki-ブリキ | blik (bladmetaal) |
burōdokurosu-ブロードクロス | (stof) laken; popeline |
burokkorī-ブロッコリー | broccoli (groente) |
burokku-ブロック | blok; groep; coalitie |
burokku・sain-ブロック・サイン | (honkbal) een aanwijzing geven door naar een deel van het lichaam te wijzen |
burujoakakumei-ブルジョア革命 | burgerlijke revolutie |
buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
burumā-ブルマー | damesslip; damesonderbroek |
burūmā-ブルーマー | damesslip; damesonderbroek |
burunji-ブルンジ | Burundi (republiek in Afrika) |
buryokufunsō-武力紛争 | gewapend conflict |
busaiku-不細工 | onhandigheid; stunteligheid |
busaiku-不細工 | alledaagsheid; eenvoudigheid; onaantrekkelijkheid |
bushō-武将 | militair leider; generaal; (opperste) krijgsheer; opperbevelhebber |
bushō-武将 | generaal die uitblinkt in de krijgskunsten [gevechtsporten] |
busho-部署 | (iemands) baan; betrekking; afdeling; post |
busshari-仏舎利 | de overblijfselen (as, botten) van Boeddha |
busshi-仏子 | boeddhist; volgeling van het boeddhisme |
busshin-物心 | het stoffelijke en het geestelijke |
busshitsushugi-物質主義 | materialisme |
busshitsuteki-物質的 | stoffelijk; materieel |
busshuman-ブッシュマン | Bosjesman (lid van een dwergstam in Afrika) |
busso-仏祖 | een hogepriester die door het zenboeddhisme een religieuze staat heeft bereikt |
bussō-物騒 | onveilig [onrustig; onheilspellend; dreigend] zijn |
busu-ぶす | een lelijke vrouw |
butabako-豚箱 | (informeel) detentiecel (in een politiebureau); politiecel (lett. varkenskot) |
butaiura-舞台裏 | backstage; in de coulissen; achter de schermen |
butakusa-豚草 | alsemambrosia (plant, Ambrosia artemisiifolia) |
butsu-物 | (in politie jargon) gestolen goederen |
butsudeshi-仏弟子 | leerling [volgeling] van Boeddha |
butsuyoku-物欲 | materialisme; hebzucht; hebberigheid |
buttai-仏体 | Boeddha's fysieke lichaam |
buttai-仏体 | Boeddha's universele lichaam; boeddhabeeld |
buttai-仏体 | boeddhaschap; verlichting |
buwake-部分け | classificatie; indeling; sortering |
buyōjin-不用心 | onveilig [onzorgvuldig; onoplettend] zijn |
buzama-無様 | lelijkheid; misvormdheid; onbeholpenheid; lompheid |
byōbotsu-病没 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
byōdō-平等 | gelijkheid |
byōgi-廟議 | vergadering aan het (keizerlijk; koninklijk) hof |
byōnan-病難 | (lijden aan) een ziekte |
byōsha-描写 | beschrijving; weergave; afbeelding; voorstelling |
byōshi-病死 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
byōteki-病的 | pathologisch; ziekelijk; morbide; ongezond |
chāchi-チャーチ | (Christelijke) kerk (gemeente) |
chāchi-チャーチ | (Christelijke) kerk (gebouw) |
chado-チャド | Tsjaad (republiek in Afrika) |
chaibu-チャイブ | bieslook (Allium schoenoprasum) |
chaimu-チャイム | bel; klokkenspel; carillon; geklingel |
chainīzuhowaito-チャイニーズホワイト | Chinees wit (pigment, voornamelijk in waterverf) |
chairoi-茶色い | lichtbruin |
chakasu-茶化す | de spot drijven (met); de draak steken (met); belachelijk maken |
chakuchi-着地 | (vliegtuig) landing |
chakujitsu-着実 | geleidelijkheid; standvastigheid; betrouwbaarheid; zorgvuldigheid |
chakuriku-着陸 | landing (van vliegtuig, etc.) |
chakushō-着床 | innesteling; nedatie; innidatie (van eicellen) |
chakushutsu-嫡出 | geboorte uit een wettig huwelijk |
chakuson-嫡孫 | wettige kleinzoon (van de erfgenaam van een familie) |
chakusui-着水 | landing op [in] water; waterlanding (van een watervliegtuig, e.d.) |
chakusui-着水 | noodlanding op [in] het water (van een vliegtuig); landing in zee (van een ruimtevaartuig) |
chāmingu-チャーミング | charmant; bekoorlijk; aantrekkelijk |
chāmu-チャーム | charme; bekoring; aantrekkelijkheid |
chan-ちゃん | klankverandering van het achtervoegsel -san, gebruikt voor meer vertrouwelijkheid of voor kinderen |
chancharaokashii-ちゃんちゃら可笑しい | belachelijk; absurd; ridicuul |
chanoki-茶の木 | theeplant (Camellia sinensis) |
chanoko-茶の子 | versnapering; cake; snoepjes (oorspronkelijk voor bij de thee) |
chanto-ちゃんと | precies; netjes; behoorlijk |
chanto-ちゃんと | stabiel; solide |
chari-茶利 | komische scene in theatervoorstellingen |
charitī-チャリティー | liefdadigheid; liefdadige instelling |
charitī・bazā-チャリティー・バザー | liefdadigheidsmarkt; liefdadigheidsbazaar |
charitī・konsāto-チャリティー・コンサート | liefdadigheidsconcert |
charitī・ōkushon-チャリティー・オークション | liefdadigheidsveiling |
charitī・shō-チャリティー・ショー | benefietconcert; liefdadigheidsvoorstelling |
chazutsu-茶筒 | theebus; theeblik |
chekkurisuto-チェックリスト | controlelijst |
chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
chenji-チェンジ | verandering; wisseling; omzetting; vervanging |
chēn・sutoa-チェーン・ストア | filiaal van een grootwinkelbedrijf |
cherenkofukōka-チェレンコフ効果 | Tsjerenkov-effect (elektromagnetische straling) |
cherisuto-チェリスト | cellist; cellospeler |
chēsā-チェーサー | een lichter drankje na het drinken van sterke drank (b.v. bier na whisky) |
chi-智 | wijsheid; intellect; intelligentie; kennis |
chi-稚 | (in samenstellingen) jong; kinderlijk |
chi-血 | bloedlijn; verwantschap |
chian-治安 | openbare orde; openbare veiligheid |
chichikuru-乳繰る | een geheime liefdesaffaire hebben (met) |
chidōsetsu-地動説 | heliocentrisme; copernicanisme |
chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
chigaihōken-治外法権 | exterritorialiteit |
chigau-違う | anders zijn; verschillen; niet lijken (op) |
chigaya-茅 | Japans bloedgras (Imperata cylindrica) |
chihai-遅配 | vertraging bij distributie [levering; betaling] |
chiheisen-地平線 | horizon (vanaf het land); skyline |
chihōbunken-地方分権 | decentralisatie van de macht (bestuurlijke bevoegdheden bij lokale overheden) |
chihōsai-地方債 | obligatie(s) uitgegeven door een lokale overheid (provincie; gemeente) |
chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
chiikineko-地域猫 | buurtkat; straatkat (een kat die niet van één eigenaar is, maar van meerdere bewoners gezamenlijk) |
chijimu-縮む | krimpen; ineenkrimpen; verschrompelen; slinken |
chijin-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
chijō-痴情 | blinde hartstocht; waanzinnige [dwaze] verliefdheid |
chijōe-地上絵 | geoglief; aardtekening |
chijōi-知情意 | verstand, emotie en wil (van de menselijke geest) |
chikachika-ちかちか | helder [verblindend] lichtgeflikker; lichtflitsen |
chikagoro-近頃 | dezer dagen; recentelijk; de laatste tijd |
chikan-痴漢 | aanrander; perverse [handtastelijke] man |
chikaramake-力負け | verlies door krachtsverschil (met sterkere tegenstander) |
chikaramake-力負け | verlies door teveel verspilling van kracht (in het begin) |
chikaramakesuru-力負けする | verliezen door overmacht |
chikaramakesuru-力負けする | verliezen door verkeerd gebruik van je eigen kracht |
chikaranuke-力抜け | teleurstelling; ontgoocheling; deceptie |
chikaraotoshi-力落とし | de moed [kracht; energie] verliezen |
chikarashigoto-力仕事 | (zwaar) lichamelijk werk; mankracht |
chikarawaza-力業 | zwaar werk; werk dat veel (lichamelijke) kracht vereist |
chikarazukeru-力づける | iem. aanmoedigen [stimuleren; inspireren; opvrolijken] |
chikashii-近しい | intiem; vertrouwelijk |
chikatetsu-地下鉄 | metro; ondergrondse (spoorlijn) |
chikuji-逐次 | de één na de ander; successievelijk; achtereenvolgens |
chikuseki-蓄積 | verzameling; bevoorrading; accumulatie |
chimayou-血迷う | de controle over zichzelf verliezen; in razernij ontsteken; door het lint gaan; gek worden |
chimeishō-致命傷 | dodelijke wond |
chimeiteki-致命的 | dodelijk; fataal |
chin-朕 | (gebruikt als keizerlijke zelfaanduiding) ik (of pluralis majestatis) wij |
chinbun-珍聞 | uitzonderlijk [vreemd; merkwaardig] verhaal [nieuws] |
chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
chinchō-珍重 | (zen-boeddhisme) afscheidswoord gebruikt door monniken, zoals: tot ziens, welterusten, blijf gezond en wel, e.d |
chindei-沈泥 | slib; slik |
chinmyō-珍妙 | raar [vreemd; ongebruikelijk] zijn |
chinō-知能 | intelligentie; intellect |
chinōhan-知能犯 | misdrijven met gebruik van informatie (zonder geweld); criminaliteit met intellectueel eigendom; witteboordencriminaliteit |
chinōshisū-知能指数 | IQ (intelligentiequotiënt) |
chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
chinpira-ちんぴら | (jong) bendelid; gangster; crimineel; yakuza (van lage rang) |
chinpunkanpun-ちんぷんかんぷん | wartaal; nonsens; onbegrijpelijk gebrabbel |
chinretsu-陳列 | tentoonstelling; uitstalling; vertoning |
chintsū-鎮痛 | pijnbestrijding; pijnverlichting |
chinudai-茅渟鯛 | zwarte (Japanse) zeebrasem (Acanthopagrus schlegelii) |
chinza-鎮座 | omsluiting; insluiting; omhulling; als schrijn dienen |
chin'utsu-沈鬱 | somberheid; zwaarmoedigheid; depressie; melancholie |
chirakaru-散らかる | verspreid [overhoop] liggen; in wanorde verkeren |
chirarito-ちらりと | eventjes; vluchtig; toevallig |
chirashi-散らし | chirashi-sushi (sushigerecht gereserveerd in een kom waarbij de ingrediënten los en gemengd bovenop de sushirijst liggen) |
chiri-チリ | Chili |
chirinokoru-散り残る | (van bloemen, bladeren) nog aan de takken blijven hangen |
chiri・sōsu-チリ・ソース | chilisaus |
chiryō-治療 | medische zorg [behandeling; therapie; kuur]; genezing |
chisei-知性 | intelligentie; verstand |
chisha-知者 | een boeddha; degene die de verlichting heeft bereikt |
chishikikaikyū-知識階級 | de intelligentsia; intellectuele klasse; intellectuelen |
chishikisō-知識層 | intelligentsia; de intellectuelen |
chishio-血潮 | bloed dat uit het lichaam vloeit |
chishio-血潮 | warmbloedigheid; hartstochtelijkheid |
chishiryō-致死量 | een fatale [dodelijke] dosis [hoeveelheid] |
chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
chisō-馳走 | gastvrijheid; hartelijkheid; gulheid |
chisō-馳走 | feestmaal; voortreffelijk gerecht |
chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
chitsujo-秩序 | orde; systeem; discipline |
chō-脹 | (in kanji combinaties) zwelling |
chō-蝶 | vlinder |
chōai-寵愛 | gunst; steun; sympathie; genegenheid; liefde |
chōaisuru-寵愛する | sympathie [genegenheid] hebben; liefhebben; beschermen; (iem.) protegeren |
chōchinmochi-提灯持ち | vleierij; bewieroking; ophemeling |
chōchinmochi-提灯持ち | vleier; hielenlikker |
chōchō-蝶蝶 | vlinder |
chōei-澄瑩 | (volmaakt) helder en duidelijk |
chōen-腸炎 | enteritis; darm(slijmvlies)ontsteking |
chōfuku-重複 | duplicatie; herhaling; overlapping |
chōhō-諜報 | spionage; geheime inlichtingen |
chōi-弔意 | rouwbeklag; condoleantie; blijk van medeleven [deelneming] |
chōjiyu-丁子油 | kruidnagelolie |
chojutsu-著述 | een (literair) boek schrijven |
chōka-朝家 | huis [paleis] van een vorst; koninklijke [keizerlijke] familie |
chōka-町家 | handelshuis; koopmanshuis; familie van handelaren |
chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
chōkaimenshoku-懲戒免職 | (van een ambtenaar) disciplinair ontslag |
chōkan-長官 | directeur; hoofdfunctionaris; kanselier; voorzitter |
chōkeiryōdōryokuki-超軽量動力機 | ultralicht motorluchtvaartuig |
chōken-朝見 | audiëntie bij de keizer; keizerlijke audiëntie |
chōkeshi-帳消し | het wegstrepen (winst of verlies); compenseren |
chokkeihizoku-直系卑属 | lineaire afstammeling (b.v. zoon) |
chokkeisonzoku-直系尊属 | lineaire afstamming; afstamming in rechte lijn [van de eerste graad] (b.v. vader op zoon) |
chokketsu-直結 | directe verbinding [link; koppeling] |
chōkokuten-彫刻展 | beeldententoonstelling |
chokozai-猪口才 | onbeschaamdheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
choku-直 | direct [eerlijk; oprecht] zijn |
chokugo-直後 | onmiddellijk [direct] na iets |
chokuhitsu-直筆 | het kalligraferen met de schrijfpenseel rechtop gehouden |
chokuhitsu-直筆 | de zaken beschrijven zoals die feitelijk zijn (zonder uitweidingen) |
chokumei-勅命 | keizerlijk bevel |
chokuretsukairo-直列回路 | serieschakeling |
chokuryū-直流 | gelijkstroom |
chokusai-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
chokusai-直裁 | een direct [onmiddellijk; regelrecht] besluit [oordeel] |
chokusen-勅撰 | het op keizerlijk bevel verzamelen [bundelen] van gedichten en teksten |
chokusen-直線 | een rechte lijn |
chokusetsu-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
chokusetsushōmei-直接照明 | directe verlichting |
chokusha-直射 | directe belichting |
chokushanikkō-直射日光 | direct zonlicht [zonnestralen] |
chokutō-直刀 | recht zwaard (zonder kromming in het lemmet [in de kling]) |
chokutō-直答 | direct [onmiddellijk] antwoord |
chokutō-直答 | rechtstreeks [persoonlijk] antwoord |
chokutōsuru-直答する | direct [onmiddellijk; rechtstreeks] antwoorden |
chokuyaku-直訳 | letterlijke vertaling. |
chokuyu-直喩 | een metafoor; vergelijking; gelijkenis; retorische figuur |
chōmin-町民 | stedeling; stadsmens |
chonbo-ちょんぼ | (Mahjong) een mogelijk winnende steen verkeerd leggen |
chōnekutai-蝶ネクタイ | vlinderdas; strikje |
chōnōryoku-超能力 | paragnosie; paranormale begaafdheid; buitenzintuiglijke waarneming |
chōon-長音 | (taalkunde) lange klank; lange klinker |
chōraku-凋落 | daling; terugval; achteruitgang; verval; terugloop |
chōreibokai-朝令暮改 | inconsequent [inconsistent; onsamenhangend; veranderlijk] gedrag [beleid]; onlogische maatregelen |
choritsu-佇立 | onbeweeglijk [stilstaand] zijn |
chōritsu-町立 | plaatselijk [lokaal] zijn |
choroi-ちょろい | eenvoudig; gemakkelijk; simpel (van geest) |
chōsahōdō-調査報道 | onderzoeksjournalistiek |
chōsahōdōkisha-調査報道記者 | onderzoeksjournalist |
chōsahyō-調査票 | vragenlijst; vragenformulier; enquête |
chōsakekka-調査結果 | bevindingen [uitslag] van een politieonderzoek; onderzoeksresultaat |
chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
chōsan-朝餐 | (speciale term voor) het ontbijt (mogelijk aan het hof e.d.) |
chōsanboshi-朝三暮四 | focussen op ogenschijnlijke (kleine) verschillen i.p.v. op de (grote) overeenkomsten; lood om oud ijzer zijn |
chōsei-調整 | regeling; afstemming; controle |
chōsen-挑戦 | moeilijke test [opdracht] |
chōsenminshushugijinminkyōwakoku-朝鮮民主主義人民共和国 | de Democratische Volksrepubliek Korea (Noord-Korea) |
chōshizen-超自然 | occultisme; transcendentie; bovennatuurlijkheid; paranormaliteit |
chōshū-徴集 | verplichte inzameling (van goederen e.d.) |
chōtei-調停 | mediation; bemiddeling; arbitrage |
chōtei-長汀 | lange kustlijn; lang strand |
chōtōha-超党派 | niet-partijgebonden; onafhankelijk van partijlijn [partijpolitiek] |
chōza-長座 | lang verblijf [bezoek]; ergens lang blijven |
chōzoku-超俗 | wereldvreemdheid; afstandelijkheid; afzijdigheid |
chū-仲 | bemiddeling; bemiddelaar; tussenpersoon |
chūburu-中古 | tweedehandse artikelen; licht verouderde [gebruikte] spullen |
chūcho-躊躇 | aarzeling; besluiteloosheid |
chūdan-中段 | het midden [de middelste trede; de overloop] van een trap; het midden van een helling |
chūfuku-中腹 | (halverwege op de) berghelling |
chūgakusei-中学生 | leerling op middenschool (van hoogste klassen basisschool t/m brugklassen van middelbare school) |
chūgen-忠言 | goed [eerlijk] advies; goede raad |
chūgi-忠義 | loyaliteit; trouw; toewijding |
chūgidate-忠義立て | trouw; loyaliteit; loyaal gedrag |
chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
chūjitsu-忠実 | trouw; loyaliteit; toewijding |
chūjo-忠恕 | loyaliteit; trouw |
chūkai-仲介 | bemiddeling; tussenkomst |
chūkajinminkyōwakoku-中華人民共和国 | de Volksrepubliek China |
chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
chūkan-中間 | halverwege; tussenliggend; tussenin; tussentijds |
chūkei-中啓 | een traditionele opvouwbare waaier, die lijkt op een ginkoblad |
chūkeihōsō-中継放送 | zenderkoppeling; (tv, radio) zendercircuit; uitzending via verschillende zenderstations |
chūkin-忠勤 | trouwe dienst; toewijding; loyaliteit |
chūkun-忠君 | loyaliteit aan de heerser |
chūmon-注文 | bestelling; order |
chūmonnagare-注文流れ | een afgezegde [geannuleerde] bestelling [order] |
chūmonsuru-注文する | bestellen; een bestelling plaatsen |
chūniku-中肉 | vlees van middelmatige kwaliteit |
chūnnappu-チューンナップ | het beter afstellen [optimaliseren] (van een auto, computer, etc.) |
chūn'appu-チューンアップ | het beter afstellen [optimaliseren] (van een auto, computer, etc.) |
chūōafurikakyōwakoku-中央アフリカ共和国 | Centraal-Afrikaanse Republiek |
chūōsen-中央線 | (JR) Chūō-spoorlijn in Honshu tussen Tokio en Nagoya |
chūōsen-中央線 | middenlijn (op een sportveld, wegdek e.d.) |
chūōshūken-中央集権 | centralisatie van de macht; centraal gezag |
chūrinjō -駐輪場 | fietsenstalling |
chūritsu-中立 | neutraliteit |
chūritsusei-中立性 | neutraliteit |
chūsai-仲裁 | arbitrage; bemiddeling |
chūsei-中性 | neutraliteit (incl. chemie, elektrisch, etc.) |
chūsei-忠誠 | loyaliteit; trouw; oprechtheid; eerlijkheid |
chūshin-忠信 | trouw; loyaliteit; getrouwheid; betrouwbaarheid |
chūsuien-虫垂炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
chūsuisetsujojutsu-虫垂切除術 | blindedarmoperatie |
chūten-沖天 | het hoog opklimmen [oprijzen; opstijgen] |
chūton-駐屯 | het (tijdelijk) verblijf van een leger in een bepaald gebied; stationering; legerkamp; bivak |
chūu-中有 | (in Japans boeddhisme) transitieperiode van 49 dagen tussen overlijden en wedergeboorte |
chūwa-中和 | neutralisering |
chūyu-注油 | het (door)smeren; het oliën; smering |
chūzai-駐在 | het in het buitenland gestationeerd zijn; baan [verblijf] in het buitenland |
chūzai-駐在 | (afk. voor) politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
chūzai-駐在 | (benaming voor) regionale politieagent |
chūzaisho-駐在所 | politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
daboku-打撲 | blauwe plek op het lichaam (door stoten) |
daburu-ダブる | nagemaakt [gedupliceerd; verdubbeld] worden |
daburupurei-ダブルプレー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
daburu・panchi-ダブル・パンチ | (boksen) dubbele slag (met twee vuisten tegelijk) |
daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
daburu・sukūru-ダブル・スクール | studeren op twee scholen tegelijk |
dada-駄駄 | onredelijk [opstandig; verwend; ongeduldig] zijn |
daekibunpikata-唾液分泌過多 | speekselvloed; salivatie |
daekisen-唾液腺 | speekselklier |
daekisensenshokutai-唾液腺染色体 | speekselklierchromosoom |
daekisenshuyō-唾液腺腫瘍 | speekselkliertumor |
daen-楕円 | ellips |
daenginga-楕円銀河 | ellipsvormig [elliptisch] sterrenstelsel |
daenhenkō-楕円偏光 | elliptische polarisatie |
daenkei-楕円形 | ellipsvorm |
daentai-楕円体 | ellipsoïde |
daha-打破 | vernietiging; nederlaag; verlies; omverwerping |
daiaguramu-ダイアグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
daichōkin-大腸菌 | E. Coli (Escherichia coli); E. Coli bacterie |
daidaiteki-大大的 | op grote schaal; grootschalig |
daidakusha-代諾者 | wettelijk vertegenwoordiger; wettelijke voogd |
daidōmyaku-大動脈 | aorta; lichaamsslagader |
daien-大円 | grootcirkel; orthodroom (een cirkel op een boloppervlak waarvan de straal gelijk is aan de straal van de bol) |
daigakkō-大学校 | hogere onderwijsinstelling opgericht in samenwerking met een overheidsinstantie |
daihen-代返 | (op school) bij het afroepen van namen van een presentielijst bevestigend antwoorden t.b.v een andere persoon (die zelf niet aanwezig is) |
daiissen-第一線 | het (gevechts)front; de voorste linie |
daijōbu-大丈夫 | veilig [gezond; ongedeerd] zijn |
daikanminkoku-大韓民国 | de Republiek Korea (Zuid-Korea) |
daikibo-大規模 | grootschalig; op grote schaal |
daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
dainagon-大納言 | raadslid van de hoogste rang aan het keizerlijk hof van Japan (7e-19e eeuw) |
daiō-大王 | de titel van een (keizerlijke) prins |
dairekuto・mēru-ダイレクト・メール | postreclame; persoonlijk geadresseerde reclamepost |
daisangoku-第三国 | een derde land (een land dat niet direct is betrokken bij een kwestie of conflict tussen andere landen) |
daishikyō-大司教 | aartsbisschop (katholiek) |
daishu-大衆 | het grote publiek; de massa |
daisuki-大好き | zeer geliefd; favoriet |
daitai-大体 | ongeveer; globaal; over het algemeen; voornamelijk |
daiya-ダイヤ | (diagram) dienstregeling (trein, e.d.) |
daiyaguramu-ダイヤグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
daizentei-大前提 | belangrijkste uitgangspunt [veronderstelling; principe; aanname] |
dai・in-ダイ・イン | demonstratie (tegen wapens) waarbij de demonstranten simuleren dat ze doodliggen |
dajare-駄洒落 | flauwe [slechte; goedkope] grap [woordspeling] |
dakō-蛇行 | slingering; kronkeling; zigzaggen; meandering (van een rivier e.d.) |
dakuon-濁音 | stemhebbende medeklinker in het Japans |
dakuonpu-濁音符 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
dakuse-濁世 | (boeddh.) de (bezoedelde) wereld; de stoffelijke [zintuiglijke] wereld |
dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
dakuten-濁点 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
damashiuchi-騙し討ち | een verrassingsaanval; iemand met een list afleiden en dan aanvallen; vals spel |
damasu-騙す | bedriegen; oplichten; vals spelen; misleiden |
dame-駄目 | niet kunnen; niet lukken; onmogelijk [niet mogelijk] zijn |
damī-ダミー | de blinde (bij kaartspelen) |
damono-駄物 | iets van lage kwaliteit; slecht product; rommel; prul |
dan-断 | besluit; beslissing; oordeel |
dan-檀 | Indische sering (Melia azedarach) |
dan-檀 | een offer in een tempel (vertaling van Sanskriet) |
dan-段 | akte [bedrijf, handeling] in een toneelstuk |
dan-段 | sectie [gedeelte, deel, hoofdstuk] van een vertelling [verhaal] b.v. (in de Ise Monogatari of de Tsurezuregusa) |
dan-談 | gesprek; verhaal; mondeling verslag |
danbatake-段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
danchi-暖地 | warme streek [regio]; gebied met een mild klimaat |
danchigaiheikōbō-段違い平行棒 | brug met ongelijke leggers (turnen) |
dandan-段段 | geleidelijk; beetje bij beetje |
dandanbatake-段段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
dandōdangeigekimisairu-弾道弾迎撃ミサイル | antiballistische raket |
dandōmisairu-弾道ミサイル | ballistische raket |
dandori-段取り | planning; voorbereiding; regeling |
dangai-断崖 | steile rotswand; afgrond; klif |
dangi-談義 | verhandeling; preek; prediking |
dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
dangō-談合 | heimelijke afspraak; samenzwering; onwettige prijsafspraken |
dangoku-暖国 | warm land; land met een warm klimaat |
danjokoyōkikaikintōhō-男女雇用機会均等法 | Wet inzake gelijke kansen voor mannen envrouwen |
danka-檀家 | parochiaan [aanhanger; volgeling] van een boeddhistische gemeenschap [school; sekte] |
dankaiteki-段階的 | stapsgewijs; stap voor stap; geleidelijk |
dankei-男系 | de mannelijke familielijn; de afstammingslijn van vaderskant |
danketsu-団結 | eenheid; eendracht; solidariteit; verbondenheid |
danketsushin-団結心 | gemeenschapszin; coöperatieve mentaliteit; groepsgevoel |
danketsuyoku-団結力 | solidariteit; eenheid; eendracht |
dankoku-暖国 | warm land; land met een warm klimaat |
dankonsūhai-男根崇拝 | fallisme |
danpatsu-断髪 | kortgeknipt kapsel; pagekopje; boblijn (kapsel) |
danraku-段落 | alinea |
danryokusei-弾力性 | aanpassingsvermogen; flexibiliteit |
dansei-男性 | man; mannelijk persoon; de mannen |
danseigenkai-弾性限界 | elastische limiet |
danseitai-弾性体 | elastisch lichaam |
danseiteki-男性的 | mannelijk; manachtig (zoals een man); macho |
dansen-断線 | (kabel)breuk; ontkoppeling |
danshi-男子 | jongen; jongeman; jongeling |
danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
danshoku-男色 | (mannelijke) homoseksualiteit |
danshū-男囚 | (arch.) mannelijke gevangene |
danshū-男衆 | mannelijke bediende |
dansonjohi-男尊女卑 | mannelijk chauvinisme; (geloof in) de superioriteit van mannen over vrouwen (lett. de man is geëerd, de vrouw nederig) |
dantei-断定 | duidelijke beoordeling [bevestiging; verklaring; conclusie] |
danzuru-断ずる | besluiten; beslissen; bepalen |
dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
dan'i-段位 | (technische kwalificatie) rang; graad (in vechtsporten, go, shogi, e.d.) |
dan'in-団員 | groepslid; lid van een organisatie |
dappi-脱皮 | ecdysis; vervelling; de huid afwerpen (zoals bij slangen e.d.) |
daria-ダリア | dahlia (bloem) |
dārin-ダーリン | schat; lieveling; lieverd; liefste |
darō-だろう | (informele vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
darumagiku-達磨菊 | Aster spathulifolius |
dashiau-出し合う | het delen van de kosten; gezamenlijk bijdragen |
dashinuku-出し抜く | iemand's plannen dwarsbomen; iemand te slim af zijn |
dasu-出す | eruit halen; tevoorschijn halen; buitenzetten; uitsteken (van lichaamsdeel); uitlaten |
dasu-出す | naar buiten brengen (fig.); verklaren; bekend maken; publiceren; uitgeven |
datchi・rōru-ダッチ・ロール | Dutch roll (een vliegtuigbeweging) |
datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
date-伊達 | gekunsteldheid; gemaaktheid; uiterlijk vertoon |
datō-妥当 | juistheid; geschiktheid; toepasselijkheid; relevantie |
datsukōchiku-脱構築 | deconstructie (literatuurwetenschappelijke methode) |
datsumō-脱毛 | haaruitval; haarverlies; ontharing, epilatie |
datsutanso-脱炭素 | ontkoling; het ontdoen van koolstof |
datte-だって | (partikel) zelfs; ook; blijkbaar; men zegt; ik denk; jij bedoelt |
daunshifuto-ダウンシフト | terugschakelen (naar een lagere versnelling) |
dearō-であろう | (vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
deashi-出足 | opkomst (van mensen, publiek) |
debushō-出不精 | (vaak) thuis blijven |
debushō-出不精 | thuisblijver; thuiszitter; huismus |
deddo-デッド | dood (bij honkbal, e.d. als de bal buiten de lijnen is; bij golf als de bal niet doorrolt) |
deddorain-デッドライン | deadline; tijdslimiet; sluitingsdatum |
deddorokku-デッドロック | impasse; patstelling; het vastlopen (van een computer) |
deddo・hīto-デッド・ヒート | gelijkspel; onbesliste wedstrijd; gelijk gefinisht |
deforuto-デフォルト | wanbetaling; verzuim; ontstentenis |
dehairi-出入り | inkomsten en uitgaven; ontvangsten en betalingen |
dehairi-出入り | toename en afname; stijging en daling |
dehōdai-出放題 | onbeperkt [vrijelijk] naar buiten gaan [stromen] |
deichū-泥中 | in de modder; in het slijk |
deiri-出入り | inkomsten en uitgaven; ontvangsten en betalingen |
deiri-出入り | toename en afname; stijging en daling |
dējī-デージー | madeliefje; meizoentje |
dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
deka-でか | (jargon) politieagent in burger; politie-inspecteur; rechercheur |
deki-出来 | kwaliteit (b.v. van een oogst) |
dekiai-溺愛 | adoratie; verliefdheid; dweperij; dol zijn op |
dekiaisuru-溺愛する | iemand adoreren [verafgoden; aanbidden]; dol (verliefd) zijn op |
dekigokoro-出来心 | een plotselinge opwelling; gril; bevlieging |
dekirudake-出来るだけ | zoveel mogelijk; indien mogelijk |
dekisugi-出来過ぎ | (onwaarschijnlijk) grote graad van perfectie; te goed zijn |
dekitate-出来たて | gloednieuw; splinternieuw |
dekki・chea-デッキ・チェア | ligstoel; strandstoel |
dekoboko-でこぼこ | hobbelig [oneffen] zijn (van de weg, etc.) |
dekoboko-凸凹 | oneffenheid; ongelijkmatigheid; ruwheid |
dekonsutorakushon-デコンストラクション | deconstructie (literatuurwetenschappelijke methode) |
dema-デマ | demagogie; volksmisleiding; opzettelijk verspreiden van valse informatie |
demagogī-デマゴギー | demagogie; volksmisleiding; opzettelijk verspreiden van valse informatie |
demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
den-殿 | paleis; huis [behuizing] van een adellijk persoon |
den-殿 | tempel (gebouw); heiligdom (gebouw) |
dendenkōsha-電電公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
dendō-伝道 | zendingswerk; prediking; evangelisatie |
dendō-殿堂 | tempel; heiligdom |
dendōshi-伝道師 | evangelist; prediker; missionaris |
dengurigaeru-でんぐり返る | een salto [buiteling; koprol] maken |
dengurigaeshi-でんぐり返し | salto; buiteling; koprol |
denki-電気 | (elektrisch) licht |
denkō-電光 | bliksemflits; bliksemschicht |
denkōsekka-電光石火 | razendsnel [bliksemsnel; supersnel] zijn; in een flits |
dennetsushori-電熱処理 | elektrothermische behandeling |
denrai-伝来 | introductie; invoering; instroming (vanuit het buitenland (b.v. een religie, e.d.) |
densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
denshō-伝誦 | mondeling overdracht [overlevering]; vertelling |
den'ya-田野 | het platteland; landelijk gebied; rijstvelden en akkers |
depojitto-デポジット | aanbetaling; borg; onderpand; statiegeld |
deppuri-でっぷり | dik; zwaarlijvig; corpulent |
dēraito・sukurīn-デーライト・スクリーン | daglichtscherm |
deredere-でれでれ | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn |
derederesuru-でれでれする | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn; flirten; vleien |
derikashī-デリカシー | verfijning; subtiliteit; fijngevoeligheid |
derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
derikatessen-デリカテッセン | een winkel die delicatessen verkoopt |
derikēto-デリケート | delicaat; fijngevoelig; kwetsbaar |
derinjāgenshō-デリンジャー現象 | Dellinger effect; Dellinger fade-out (plotselinge ionosferische storing) |
derishasu-デリシャス | heerlijk; lekker |
deru-出る | uitkomen; verschijnen; gepubliceerd worden |
desaki-出先 | bestemming; verblijfplaats |
desakikikan-出先機関 | filiaal; locale vestiging; bijkantoor |
deshi-弟子 | leerling; volgeling |
deshiiri-弟子入り | leerlingschap; stage |
deshin-デシン | crêpe de Chine (licht zijden weefsel) |
deshō-でしょう | misschien; waarschijnlijk; vermoedelijk; het ziet er naar uit dat; het lijkt wel of; naar men zegt |
desuku-デスク | balie; loket; redactie (bij een krant) |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
detanto-デタント | detente; politieke ontspanning |
dē・gēmu-デー・ゲーム | wedstrijd gespeeld overdag (bij daglicht) |
dibijon-ディビジョン | verdeling |
dibijon-ディビジョン | afdeling; divisie |
difarenshiēshon-ディファレンシエーション | differentiatie; specialisatie |
difyūjon・rain-ディフュージョン・ライン | diffusielijn (secundaire productlijn van een modehuis of modeontwerper) |
diminuendo-ディミヌエンド | (muziekterm) diminuendo (eleidelijk afnemend in toonsterkte) |
dinā・kurūzu-ディナー・クルーズ | dinner cruise (een boottocht waarbij gasten genieten van heerlijk eten aan boord) |
dinā・pātī-ディナー・パーティー | etentje; (feestelijk) diner |
dīpu・sausu-ディープ・サウス | het diepe Zuiden (de meest zuidelijke staten van Amerika: Georgia, Alabama, Louisiana en Mississippi) |
dīrā-ディーラー | financiële instellingen die voor eigen rekening effecten verhandelen |
dīringu・rūmu-ディーリング・ルーム | handelsruimte, een ruimte in een financiële instelling waar effecten- en valutatransacties worden uitgevoerd |
disendārain-ディセンダーライン | staartlijn (van een letter) |
disentorarizēshon-ディセントラリゼーション | decentralisatie |
disukurōjā-ディスクロージャー | bekendmaking; openbaarmaking; vrijgave (van informatie); onthulling |
dī・bui-ディー・ブイ | huiselijk geweld (Engels DV: domestic violence) |
dō-同 | herhaling (van iets dat eerder is genoemd) |
dōbutsubyōin-動物病院 | dierenkliniek |
dōbutsugyakutai-動物虐待 | dierenmishandeling |
dōbutsushōsetsu-動物小説 | literaire genre waarbij dieren de voornaamste personages zijn |
dōchaku-同着 | het op hetzelfde moment aankomen; tegelijk arriveren, |
dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
dōdō-堂堂 | publiekelijk; openbaar; openlijk |
dodo-度度 | vaak; telkens weer; herhaaldelijk; iedere keer |
dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
dōdōshita-堂堂した | openlijk; schaamteloos; zonder gêne; brutaal |
dōdōto-堂堂と | ronduit; eerlijk |
dogaishi-度外視 | veronachtzaming; onverschilligheid; het negeren |
dōgan-童顔 | (iemand met) een kinderlijk gezicht; babyface |
dōgen-同源 | gelijke oorsprong [herkomst; kern] |
doggutagu-ドッグタグ | (Eng.: dog tag) metalen identiteitsplaatje (van militairen) |
doggu・iyā-ドッグ・イヤー | (Eng.: dog's year) een levensjaar van een hond (ca. gelijk aan 7 mensjaren), geeft aan de snelheid van veranderingen in de informatiemaatschappij |
dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
dohi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
dohyō-土俵 | forum voor discussies [onderhandelingen] |
dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
dōin-動員 | mobilisatie; mobilisering |
dōitsushisuru-同一視する | identificeren; als hetzelfde [gelijk] beschouwen |
dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dojin-土人 | oorspronkelijke bewoner; inboorling; inlander; autochtoon (vaak denigrerend gebruikt, vooral vroeger) |
dōjini-同時に | tegelijkertijd; gelijktijdig; tegelijk |
dojji・rain-ドッジ・ライン | Dodge Line, een financieel-economisch beleid opgesteld door Joseph Dodge (1890-1964) voor Japan na de Tweede Wereldoorlog |
dojō-泥鰌 | Chinese weeraal (Aziatische modderkruiper; Misgurnus anguillicaudatus) |
dōjō-道場 | plek van de bodhiboom waar Boeddha de verlichting bereikte |
dōjōhyō-同情票 | sympathiestem; solidariteitsstem |
dōjōsuru-同情する | meevoelen; invoelen; medelijden [compassie] hebben |
dōka-どうか | alstublieft (beleefde vorm) |
dōkaku-同格 | dezelfde rang [positie]; gelijke; equivalent |
dōkaku-同格 | (grammatica) appositie; bijstelling |
dōkan-動感 | levendigheid; beweeglijkheid |
dōkei-同型 | isomorfisme; isomorfie; gelijkvormigheid |
dōkei-同形 | gelijkvormigheid; isomorfie; isomorfisme |
dokkingu-ドッキング | (Eng.: docking) het aanmeren [koppelen] (van ruimteschepen, satellieten, e.d.) |
dokkinhō-独禁法 | antitrustwet; mededingingsrecht; anti-monopoliewet |
dokkō-独行 | onafhankelijkheid; zelfredzaamheid |
dokkoidokkoi-どっこいどっこい | ongeveer hetzelfde [bijna gelijk; 50-50] zijn |
dokkōsen-独航船 | onafhankelijke vissersboot |
dokō-土工 | publieke werken in de afhandeling van grond en zand (voor de aanleg van dijken, wegen, e.d.) |
dokō-土工 | werknemer voor publieke werken |
doku-毒 | vergif; gif; giftige [schadelijke] stof |
dokubun-独文 | Duitse taal [zin; literatuur] |
dokudan-独断 | eigen oordeel [besluit; beslissing; mening] |
dokuji-独自 | het uniek [eigen; individueel; onafhankelijk; origineel] zijn |
dokuritsu-独立 | onafhankelijkheid |
dokuritsudoppo-独立独歩 | onafhankelijkheid, zelfredzaamheid |
dokuritsujison-独立自尊 | onafhankelijkheid en zelfrespect |
dokuritsukikan-独立機関 | onafhankelijk bureau; onafhankelijke instantie |
dokuritsukokkakyōdōtai-独立国家共同体 | Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) (ex-Sovjetstaten) |
dokuritsukoku-独立国 | een onafhankelijke [soevereine] staat [natie] |
dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
dokuritsusengen-独立宣言 | onafhankelijkheidsverklaring |
dokuritsusuru- 独立する | onafhankelijk worden |
dokusen-毒腺 | gifklier |
dokusen-独占 | monopolie; alleenrecht |
dokusenjō-独擅場 | monopoliepositie |
dokusenkinshihō-独占禁止法 | antitrustwet; mededingingsrecht; anti-monopoliewet |
dokusensuru-独占する | monopoliseren; voor zich opeisen; voor zichzelf houden |
dokusenteki-独占的 | monopolistisch |
dokushin-独身 | celibaat; vrijgezellenleven; ongetrouwd zijn |
dokushinjutsu-読唇術 | liplezen |
dokushinsha-独身者 | vrijgezel (m); vrijgezellin (v) |
dokusō-独創 | originaliteit; creativiteit |
dokusōryoku-独創力 | creatief talent; originaliteit |
dokusōsha-独奏者 | solist (m); soliste (v) |
dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
dokutorin-ドクトリン | doctrine; leerstelling |
dōkyo-同居 | samenwonen in een huis (b.v. met vriend(in) of (schoon)familie) |
dōmei-同盟 | alliantie; bondgenootschap; federatie; verbond |
domesutikku-ドメスティック | binnenlands; in eigen land; huiselijk; in eigen huis |
domesutikku・baiorensu-ドメスティック・バイオレンス | huiselijk geweld |
dominikakyōwakoku-ドミニカ共和国 | Dominicaanse Republiek |
dondengaeshi-どんでん返し | plotselinge, onverwachte wending (in een verhaal, etc.) |
dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
donkan-鈍感 | ongevoeligheid; gevoelloosheid; tactloosheid |
donkusai-鈍臭い | dom; klunzig; onhandig; dwaas; belachelijk |
don'yoku-貪欲 | hebzucht; gierigheid; inhaligheid |
dorafuto-ドラフト | ploegen-samenstelling (honkbal) |
doraibā-ドライバー | chauffeur; automobilist |
doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
doramukan-ドラム缶 | (ijzeren) vat; ton; fust; olievat |
dōran-動乱 | opstand; rebellie; oproer; tumult |
dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
dorīne-ドリーネ | doline (geologie, trechtervormige inzinking) |
dōritsu-同率 | dezelfde score; een gelijkspel |
dorō-ドロー | (sportwedstrijd) gelijkspel; remise |
doro-泥 | modder; slik; slijk |
dorodango-泥団子 | dorodango (modderballen, oorspronkelijk een kinderspel, nu ook als hobby) |
doron・gēmu-ドロン・ゲーム | gelijkspel |
dorufin・kikku-ドルフィン・キック | dolfijntrap (zwembeweging met beide voeten tegelijk in een trappende beweging in het water, bij vlinderslag en rugslag) |
dorumen-ドルメン | dolmen (neolithisch grafmonument van stenen) |
dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
dōryō-同量 | dezelfde hoeveelheid; gelijkwaardigheid |
dōsa-礬水 | (voor papier) planeerwater (lijmwater met aluin) |
dōsei-動静 | beweging; ontwikkeling; stroming; toestand; trend |
dōseiai-同性愛 | homoseksualiteit |
dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
dōsha-同社 | hetzelfde Shinto heiligdom; dat heiligdom |
dōshi-同士 | tussen; onderling; wederzijds; onder elkaar; samen |
dōshi-同志 | kameraden; medestanders; gelijkgestemde mensen;; verwante zielen; mensen met dezelfde overtuiging |
dōshi-同視 | gelijke behandeling; als hetzelfde beschouwen |
dōshi-道士 | een integer [fatsoenlijk] iemand; een persoon met een sterk moreel besef |
doshigatai-度し難い | niet (meer) te redden; onverbeterlijk; onherstelbaar |
dōshin-同心 | gelijkgestemdheid; dezelfde geest [mening, gedachte] |
dōshin-同心 | een lagere ambtenaar in de Edo periode (belast met algemene zaken en politiewerk) |
doshitsu-土質 | bodemkwaliteit; bodemtextuur; bodemtype; bodemsoort |
dosshiri-どっしり | zwaar; omvangrijk; massief; solide |
dosudosu-ドスドス | (onomatopee) stampend geluid (b.v. van een heimachine of van de zware voetstappen van een zwaarlijvig persoon of dier) |
dosukin-ドスキン | glanzende stof die lijkt op hertenleer |
dōtai-胴体 | romp (van een lichaam, boot vliegtuig, etc.) |
dōtei-童貞 | kuisheid (m.n. van mannen); maagdelijkheid; maagd |
dōtei-童貞 | (in het katholicisme) de benaming voor een non |
dōtō-同等 | gelijkheid; equivalentie |
dotto・mappu-ドット・マップ | puntenkaart; puntverdelingskaart |
doya-どや | (jargon, inversie van やど) logement; luizig hotel; lijmkit |
dōyara-どうやら | mogelijk; waarschijnlijk; schijnbaar |
dōyō-動揺 | schok; stoot; schommeling |
dōyō-同様 | hetzelfde [vergelijkbaar; (net) als; gelijk] zijn |
dōyō-童謡 | kinderliedje; kinderversje |
doyomeku-響めく | (na)galmen; weerklinken; resoneren |
doyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
dōzen-同前 | gelijk aan het voorgaande [bovenstaande]; idem (dito) |
dōzo-どうぞ | alstublieft |
dōzoku-同族 | dezelfde familie [stam]; hetzelfde ras |
dozoku-土俗 | plaatselijke [lokale] gewoonten [gebruiken] |
dyūpu-デュープ | duplicaat; kopie (van foto, film, video, e.d.) |
dyūpurikēto-デュープリケート | duplicaat; kopie (van foto, film, video, e.d.) |
eabasu-エアバス | airbus (vliegtuig) |
eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
eapōto-エアポート | vliegveld; luchthaven |
eashippu-エアシップ | luchtschip; Zeppelin |
ea・kondishoningu-エア・コンディショニング | air conditioning; airco; klimaatbeheersing |
ea・pējento-エア・ページェント | het optreden van een vliegtuig tijdens een vliegshow |
ea・poketto-エア・ポケット | luchtzak (bij snelle daling van een vliegtuig) |
ebaryuēshon-エバリュエーション | evaluatie; beoordeling |
ebiimo-海老芋 | een smalle taro wortel (de vorm lijkt op een garnaal) |
edamichi-枝道 | uitweiding; afdwaling |
edishon-エディション | editie (van publicatie van tijdschrift, boek, etc.) |
ee-ええ | een Japans partikel dat uitdrukt een bevestiging (ja) of aarzeling (hm,...) |
efu・ē-エフ・エー | onafhankelijk persoon (Eng.: free agent); contractvrije [transfervrije] speler |
egao-笑顔 | glimlach |
ego-エゴ | (in psychoanalyse, de persoonlijkheid) ego |
eguzekutibu-エグゼクティブ | leidinggevend; uitvoerend; verantwoordelijk |
egyōfushin-営業不振 | zakelijke malaise; inzinking [verslechtering] van de handel |
ei-纓 | slip [reep stof] aan de achterkant van een traditioneel Japans hoofddeksel |
eibun-英文 | Engelse [Engelstalige] literatuur |
eibungaku-英文学 | Engelse [Engelstalige] literatuur |
eichi-英知 | wijsheid; intelligentie |
eichi・dī・esu・eru-エイチ・ディー・エス・エル | hdsl (High-speed Digital Subscriber Line) |
eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
eidan-英断 | doorslaggevende beslissing; beslissend oordeel |
eidatsu-穎脱 | het uitblinken; excelleren; uitsteken boven (iemand) |
eigyōbu-営業部 | verkoopafdeling |
eigyōhi-営業費 | zakelijke kosten; bedrijfskosten |
eigyōshotoku-営業所得 | bedrijfsinkomsten; zakelijke inkomsten |
eigyōson'eki-営業損益 | operationele winstmarge; winst en verlies in bedrijfsvoering [handel, e.d.] |
eijihappō-永字八法 | (kalligrafie) de acht basis penseelstreken van kanji (die allen in het karakter 永 voorkomen.) |
eijishi-政治史 | politieke geschiedenis |
eijishinbun-英字新聞 | een Engelstalige krant |
eijū-永住 | permanent verblijf (m.n. in een ander land dan waar men de nationaliteit van heeft) |
eijūken-永住権 | recht tot permanent verblijf (in een ander land dan waar men de nationaliteit van heeft) |
eiki-英気 | energie; vitaliteit; kracht |
eiki-英気 | genialiteit; excellentie |
eikyūshi-永久歯 | blijvende tanden [kiezen] (die doorkomen nadat de melktanden zijn uitgevallen) |
eimei-英明 | intelligentie; wijsheid |
eipondo-英ポンド | pond sterling (valuta) |
eiran-叡覧 | keizerlijke inspectie |
eirian-エイリアン | een alien; buitenaards wezen |
eisai-英才 | talent; genialiteit |
eisakubun-英作文 | een tekst [opstel; verhandeling] in het Engels |
eisei-衛星 | (natuurlijke) satelliet; bijplaneet; maan (van een andere planeet) |
eisei-衛星 | kunstmatige satelliet |
eiseiban-衛星版 | satelliet-editie |
eiseidenwa-衛星電話 | satelliettelefoon |
eiseihōsō-衛星放送 | satellietuitzending |
eiseisen-衛星船 | bemande satelliet |
eiseisuru-永逝する | sterven; doodgaan; overlijden |
eiseitsūshin-衛星通信 | satelietcommunicatie |
eishi-英資 | voortreffelijke (aangeboren) kwaliteiten [eigenschappen]; goed karakter |
eishin-詠進 | het opdragen van aan gedicht aan het keizerlijk hof [aan de keizer; aan een tempel of heiligdom] |
eitatsu-栄達 | stijging [vooruitgang] in sociale status [positie]; het beklimmen van de maatschappelijke ladder |
eiten-栄典 | feestelijke ceremonie |
eiten-栄典 | eervolle behandeling |
eiyaku-英訳 | Engelse vertaling; vertaling in het Engels |
eizokuteki-永続的 | permanent; blijvend |
ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
ekichō-益鳥 | vogels die nuttig zijn voor de landbouw (b.v. omdat ze schadelijke insecten opeten) |
ekichū-益虫 | (voor mensen en milieu) nuttig insect |
ekijōka-液状化 | liquefactie; het vloeibaar worden [maken] |
ekimu-役務 | verplichte arbeid; corvee; werk [diensten] verricht voor anderen |
ekisentorikku-エキセントリック | excentriek; buitensporig; zonderling |
ekisentorikku-エキセントリック | een zonderling; excentriek persoon |
ekishibishon-エキシビション | tentoonstelling; expositie |
ekisupāto-エキスパート | specialist; deskundige; expert |
ekisutikkusu-エキスティックス | wetenschap van menselijke vestiging; planologie |
ekitaibansōkō-液体絆創膏 | lijmpleister; plakpleister |
ekkusurain-エックスライン | de x lijn |
ekkususen-エックス線 | röntgenstraling |
ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
ekohausu-エコハウス | ecohuis; ecowoning (milieuvriendelijk huis) |
ekomāku-エコマーク | ecolabel (keurmerk voor minder milieubelastende producten en diensten) |
ekonomī・kurasu-エコノミー・クラス | economyclass (goedkoopste klasse in vliegverkeer) |
ekonomī・kurasushōkōgun-エコノミー・クラス症候群 | economyclass-syndroom; vliegtuigtrombose (door te krappe beenruimte) |
eko・māku-エコ・マーク | ecomark; ecologisch keurmerk; milieukeurmerk |
ekusasaizu-エクササイズ | oefenen; oefening; lichaamsbeweging; training |
ekusupāto-エクスパート | specialist; deskundige; expert |
ekyumenoporisu-エキュメノポリス | ecumenopolis (het hypothetische concept van een wereldomvattende stad) |
ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emoji-絵文字 | emoji; pictogram; hiëroglief |
emu-笑む | glimlachen |
ena-胞衣 | de vliezen rond de foetus en de placenta |
enbi-艶美 | weelderige [verleidelijke] schoonheid |
enbu-演舞 | dansvoorstelling; dansuitvoering |
enchokusen-鉛直線 | verticale [loodrechte] lijn |
enchū-円柱 | cilinder |
endategaisai-円建て外債 | een buitenlandse obligatie in Japanse yen |
endoniesutoru-沿ドニエストル共和国 | de Republiek Transnistrië |
enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
engei-演芸 | theatervoorstelling |
engeki-演劇 | theaterstuk; theatervoorstelling; toneel |
engimono-縁起物 | gelukssymbool; geluksbrenger; talisman |
engumi-縁組み | (het aangaan van) een familierelatie (huwelijk, adoptie) |
enji-衍字 | een overbodig [overtollig] karakter; een karakter dat per abuis in een tekst staat. |
enka-煙霞 | natuurlijk landschap |
enkai-宴会 | (feestelijk) diner; banket |
enko-縁故 | persoonlijke connecties [relaties] |
enko-縁故 | familierelatie; bloedverwant |
enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
enmachō-閻魔帳 | cijferlijst; notitieboek met cijfers van leerlingen |
enmoku-演目 | het programma (van een toneelvoorstelling of concert) |
enpitsu-円筆 | rond [cirkelvormig] schrift in kalligrafie (meer vloeiend in het geheel) |
enpitsukezuri-鉛筆削り | puntenslijper |
enritchi-エンリッチ | de smaak [kwaliteit; voedingswaarde] (van voedsel) verhogen |
enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
ensei-延性 | ductiliteit; kneedbaarheid; taaiheid |
enseki-遠戚 | een ver familielid |
ensen-沿線 | gebied [plaats] langs [naast] een spoorlijn, busroute, hoofdweg, etc. |
enshinryoku-遠心力 | middelpuntvliedende kracht; centrifugale kracht |
enshutsu-演出 | regie; organisatie (van voorstellingen, evenementen, ceremonies, etc.) |
entāpuraizu-エンタープライズ | USS Enterprise (Amerikaans vliegdekschip) |
entashisu-エンタシス | entasis (een lichte zwelling in een (Dorische) zuilschacht) |
entō-円筒 | cilinder |
enzen-婉然 | elegantie; gratie; sierlijkheid |
enzen-嫣然 | lieve [charmante] glimlach (van een mooie vrouw) |
en'en-蜿蜒 | lang golvend [kronkelend] pad; lange golvende lijn |
en'in-援引 | verwijzing; referentie; aanhaling; citaat |
en'in-遠因 | onderliggende [indirecte] oorzaak |
en'yō-援用 | citaat; aanhaling |
en'yō-艶容 | een aantrekkelijke [charmante; oogverblindende] verschijning (van een vrouw) |
epokē-エポケー | epoche (filosofie, opschorting van oordeel over de werkelijkheid) |
eppei-閲兵 | inspectie [monstering; schouwing] van militaire troepen |
epuron-エプロン | (luchthaven) platform voor vliegtuigen |
erai-偉い | beroemd; voornaam; eminent; gedistingeerd; voortreffelijk |
erai-偉い | verschrikkelijk; afschuwelijk; zwaar; moeilijk |
erebētā-エレベーター | lift |
erekutoronikku・bankingu-エレクトロニック・バンキング | intertnetbankieren; online bankieren |
eriashi-襟足 | de haarlijn bij de nek; halslijn; de vorm van de nek [hals] |
eriguri-襟刳り | halslijn (van kleding) |
erīto-エリート | de elite; de keur; de crème de la crème |
erumin-エルミン | hermelijn |
eru・dī・kē-エル・ディー・ケー | (living-dining-kitchen) woonkamer-eetkamer-keuken |
eru・enu・jī-エル・エヌ・ジー | vloeibaar aardgas (LNG: liquefied natural gas) |
eru・pī・jī-エル・ピー・ジー | vloeibaar (auto)gas (LPG: liquefied petroleum gas) |
eshaku-会釈 | knikje; begroeting; lichte buiging |
essensharu-エッセンシャル | essentieel; noodzakelijk; van groot belang |
essensu-エッセンス | essentie; kern; wezenlijk belang |
ēsu-エース | uitblinker; de beste (speler, etc.) |
esukurō-エスクロー | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
etchūfundoshi-越中褌 | smalle lendendoek; g-string (soort tangaslip) |
eteshite-得てして | geneigd; waarschijnlijk; aannemelijk; vaak voorkomend |
etoranze-エトランゼ | vreemdeling (Frans: étranger) |
etsuraku-悦楽 | vreugde; plezier; blijdschap |
etsuran-閲覧 | raadpleging [bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
ē・ai-エー・アイ | kunstmatige intelligentie |
ē・bī・emu-エー・ビー・エム | anti-ballistische raket; antiraketraket |
ē・dī・esu・eru-エー・ディー・エス・エル | (asymmetric digital subscriber line) ADSL (verbinding) |
ē・emu-エー・エム | amplitudemodulatie |
fado-ファド | fado (Portugees levenslied) |
fainaru-ファイナル | laatste; beslissend; eind- |
fain・kemikaru-ファイン・ケミカル | zuivere chemicaliën (gebruikt in kleine hoeveelheden) |
fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
fairu-ファイル | bestand; document; verzameling gegevens |
faitā-ファイター | gevechtsvliegtuig |
famirī・burando-ファミリー・ブランド | familiemerk; paraplumerk (één merknaam die wordt gebruikt voor de verkoop van twee of meer gerelateerde producten) |
famirī・saizu-ファミリーサイズ | gezinsverpakking; familieverpakking |
fāmu・bankingu-ファーム・バンキング | een systeem van bedrijven en banken om online financiële diensten en bedrijfsinformatie te verstrekken |
fanatikku-ファナティック | fanatiekeling |
fanburu-ファンブル | frommelen; morrelen; (bij honkbal) de bal uit de handen laten glippen |
fandamentarisuto-ファンダメンタリスト | fundamentalist |
fandamentarizumu-ファンダメンタリズム | fundamentalisme |
fandēshon-ファンデーション | lingerie; damesondergoed |
fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
fantajī-ファンタジー | fantasy (kunststijl; literair genre) |
farishizumu-ファリシズム | fallisme |
faundēshon-ファウンデーション | lingerie; damesondergoed |
fea-フェア | beurs; tentoonstelling; expositie |
fea-フェア | eerlijk; sportief |
fea・purē-フェア・プレー | eerlijk spel |
febiankyōkai-フェビアン協会 | Fabian Society (Britse socialistisch genootschap, opgericht in 1884) |
fēdoin-フェードイン | (beeld) het invloeien; verschijnen; lichter [helderder] worden |
feiru・seifu-フェイル・セイフ | faalveilig (van apparaten, bij falen niet leidend tot een gevaarlijke situatie) |
feminashō-フェミナ賞 | Prix Femina (Franse literaire prijs) |
feminin-フェミニン | vrouwelijk |
ferōshippu-フェローシップ | wetenschappelijk genootschap; studiebeurs |
ferumānoteiri-フェルマーの定理 | de stelling van Fermat |
fēsu-フェース | (berg)helling; rotswand; oppervlak; voorzijde |
fēsu-フェース | geloof; geloofsovertuiging; religie |
fēsurifuto-フェースリフト | facelift |
fētarisuto-フェータリスト | fatalist |
fezākyū-フェザー級 | vedergewicht; lichtgewicht |
fezā・purēn-フェザー・プレーン | ultralichtgewicht modelvliegtuig |
fīdobakku-フィードバック | feedback; terugkoppeling |
fifutī・fifutī-フィフティー・フィフティー | half om half; gelijke verdeling; 50 procent |
fijikaru-フィジカル | fysiek; lichamelijk |
fikushon-フィクション | fictie; fictionele [niet op feiten berustende] literatuur; roman |
firansoropī-フィランソロピー | filantropie; liefdadigheid |
firibasutā-フィリバスター | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
firipin-フィリピン | Filipijnen |
fīrudo・asurechikku-フィールド・アスレチック | een sport waarbij hindernissen en toestellen worden opgesteld op een parcours dat gebruik maakt van natuurlijke topografie, zoals bomen, e.d. |
firumogurafī-フィルモグラフィー | filmografie (lijst van films) |
fisshingu-フィッシング | phishing (cybercriminaliteit via email) |
fittonesu-フィットネス | goede (lichamelijke) conditie; fitheid |
fittonesu-フィットネス | fitness-training; oefeningen om fit te worden [blijven] |
fōku・songu-フォーク・ソング | volkslied |
fōku・songu-フォーク・ソング | volksliedje |
fōmaru・doresu-フォーマル・ドレス | vormelijke kleding; avondkleding; galakleding |
fōmu-フォーム | gedaante; uiterlijk; mal; gietvorm |
fōmu-フォーム | formulier |
forio-フォリオ | folio (dubbelzijdig papier; dubbelgevouwen vel papier gebruikt als vier pagina's) |
forio-フォリオ | folio (drukwerkformaat) |
forio-フォリオ | portofolio |
forumu-フォルム | formulier |
foto-フォト | fot (eenheid van lichtsterkte) |
fotokina-フォトキナ | tweejaarlijkse internationale handelsbeurs op het gebied van fotografie en film (in Keulen, Duitsland). |
fotokuromikku・garasu-フォトクロミック・ガラス | fotochromisch glas (wordt donkerder bij blootstelling aan licht, vaak gebruikt in brillen) |
fu-膚 | (in kanji combinaties) oppervlakte; uiterlijk; buitenkant |
fu-譜 | (familie) stamboom |
fū-風 | uiterlijk; stijl |
fuangaru-不安がる | zich ergens ongemakkelijk [onzeker; angstig] over voelen |
fuantei-不安定 | instabiliteit; onzekerheid |
fūbagyū-風馬牛 | desinteresse; onverschilligheid |
fubarai-不払い | niet-betaling; wanbetaling |
fubatsu-不抜 | vastberadenheid; onverzettelijkheid |
fubin-不憫 | armzaligheid; armoedigheid |
fūbō-風貌 | uiterlijk; voorkomen |
fubyōdō-不平等 | ongelijkheid |
fuchi-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
fuchi-淵 | diepe wanhoop; vertwijfeling |
fuchin-浮沈 | wisselvalligheden |
fuchūi-不注意 | onvoorzichtigheid; onverschilligheid; onoplettendheid |
fudai-譜代 | genealogie; erfelijkheid |
fudan-不断 | constant [onophoudelijk] zijn |
fudan-普段 | gewoonlijk; normaliter; alledaags zijn |
fudasho-札所 | ruimte in een tempel [heiligdom] waar de gelovigen ofuda kunnen kopen |
fudebako-筆箱 | (kalligrafie) doos (m.n. van gelakt hout) voor schrijfpenselen |
fudebuto-筆太 | (kalligrafie) dikke penseelstreken |
fudegashira-筆頭 | eerste trefwoord in een lijst; eerstgenoemde in een naamlijst |
fudezukai-筆遣い | (schrijf)penseelvoering; (schrijf)penseelbehandeling |
fudō-婦道 | de plichten [juiste handelswijze] van een vrouw |
fudōtoku-不道徳 | immoreel [onzedelijk] zijn |
fuen-不縁 | weinig vooruitzichten [kans] op een huwelijk |
fuen-不縁 | het niet doorgaan van een huwelijk |
fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
fūfuzaisanhō-夫婦財産法 | huwelijksvermogensrecht; huwelijksgoederenrecht |
fūgawari-風変わり | excentriciteit; zonderling [buitenissig] gedrag |
fugen-普賢 | (afk. voor) Samantabhadra, bodhisattva die symbool staat voor de leer en (meditatie) oefeningen van Boeddha (soms afgebeeld op een olifant) |
fugenbosatsu-普賢菩薩 | Samantabhadra, bodhisattva die symbool staat voor de leer en (meditatie) oefeningen van Boeddha (soms afgebeeld op een olifant) |
fugiri-不義理 | oneerlijkheid; onrechtvaardigheid; oneer; onrecht; ondankbaarheid |
fugō-符合 | gelijktijdigheid; overeenstemming |
fugōkaku-不合格 | mislukking; afwijzing; diskwalificatie; uitschakeling |
fugu-不具 | (lichamelijke) afwijking; handicap; misvorming; mismaaktheid |
fugusha-不具者 | invalide; gehandicapte (persoon) |
fugyōseki-不行跡 | wangedrag; slecht [onbetamelijk] gedrag |
fuhai-不敗 | onoverwinnelijkheid |
fuhaku-浮薄 | lichtzinnig [frivool; luchtig; oppervlakkig] zijn |
fuhan-布帆 | zeil van katoen [linnen] |
fuhen-不変 | onveranderlijkheid; constantheid; permanentie |
fuhen-普遍 | universaliteit; algemeenheid; alomtegenwoordigheid |
fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
fuhō-訃報 | overlijdensbericht |
fuhōkyojū-不法居住 | onwettig verblijf; kraakactie (van leegstaand huis) |
fuhōshinnyū-不法侵入 | huisvredebreuk; ongeoorloofde [wederrechtelijke] binnendringing |
fuhōtaizai-不法滞在 | illegaal verblijf |
fuhōtaizaisha-不法滞在者 | een illegaal; illegale vreemdeling |
fuhyō-付表 | bijlage; bijgevoegde lijst [tabel] |
fui-不意 | onverwacht [plotseling] zijn |
fuifuikyō-フイフイ教 | de islam (religie) |
fūin-封印 | cachet; zegel; stempel; verzegeling |
fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
fuito-ふいと | plotseling; onverwacht; toevallig; per ongeluk |
fuiuchi-不意打ち | verrassingsaanval; overrompeling |
fuji-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
fujimi-不死身 | onkwetsbaarheid; onsterfelijkheid |
fujin-婦人 | vrouw; vrouwelijke persoon |
fujinami-藤波 | benaming voor de familielijn van de Fujiwara-clan |
fujō-浮上 | het naar voren komen; zichtbaar [duidelijk] worden |
fujōri-不条理 | absurditeit; ongerijmdheid; onredelijkheid |
fujun-不順 | irregulariteit; wisselvalligheid; instabiliteit |
fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
fuka-府下 | buitenwijken; voorstedelijke gebieden (van een metropool) |
fuka-浮華 | frivoliteit; oppervlakkigheid; lichtzinnigheid |
fuka-負荷 | (fig.) last; grote verantwoordelijkheid [plicht] |
fukachi-不可知 | ondoorgrondelijkheid; raadselachtigheid; onkenbaar [niet te begrijpen] zijn |
fukahi-不可避 | onvermijdelijkheid; niet te vermijden |
fukainyū-不介入 | non-interventie; neutraliteit |
fukakai-不可解 | onbegrip; geheimzinnigheid; ondoorgrondelijkheid |
fukaketsu-不可欠 | onontbeerlijkheid; onmisbaar [essentieel] zijn |
fukakōryoku-不可抗力 | overmacht; force majeure; onvermijdelijkheid |
fukama-深間 | diepte (letterlijk en figuurlijk) |
fukan-俯瞰 | overzicht; panoramische blik; gezicht van bovenaf |
fukanō-不可能 | onmogelijkheid |
fukanseiyu-不乾性油 | niet-drogende olie |
fukanshō-不感症 | gevoelloosheid; zinloosheid; frigiditeit; (seksuele) ongevoeligheid |
fukatoku-不可得 | (boeddh.) onbereikbaarheid; ongrijpbaarheid van de absolute waarheid (vanwege menselijke beperkingen) |
fukeiki-不景気 | financiële depressie; recessie; zakelijke inactiviteit; slappe markt |
fuki-不羈 | vrijheid; onafhankelijkheid |
fukidokuritsu-不羈独立 | vrij en onafhankelijk zijn; een vrije en onafhankelijke geest hebben |
fūkikakari-風紀係 | zedenpolitie |
fūkikeisatsu-風紀警察 | moraalpolitie (m.n. in islamitische landen) |
fukimakuru-吹き捲る | lang blijven blazen [waaien] |
fukimakuru-吹き捲る | (lang blijven) opscheppen |
fukinagashi-吹き流し | wimpel; vaantje; windzak (bij vliegveld) |
fukiritsu-不規律 | wanorde; gebrek aan discipline; ongedisciplineerdheid |
fukiyamu-吹き止む | stoppen met waaien; afnemen [gaan liggen] van de wind |
fukiyose-吹き寄せ | mengeling; medley (muziek) |
fukki-復帰 | terugkeer; comeback; rehabilitatie |
fuku-復 | het terugkeren [terugbrengen] naar de oorspronkelijke staat |
fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
fukubukushii-福福しい | vrolijk [blij; welvarend; mollig] uitziend |
fukueki-服役 | werkplicht; corveedienst; militaire dienstplicht; gevangenisstraf met dwangarbeid |
fukuen-復円 | het weer zichtbaar worden van zon (of maan) na een eclips [verduistering] |
fukuen-復縁 | verzoening; herstel van onderlinge relaties |
fukugō-複合 | samenstelling; mengsel; samengesteld geheel |
fukugōgo-複合語 | een samengesteld woord; samenstelling |
fukuhai-復配 | hervatting van dividendbetalingen |
fukujoshi-副助詞 | bijwoordelijk partikel (bakari, made, dake, hodo, kurai, nado, nari, yara) |
fukumaden-伏魔殿 | verblijfplaats van demonen [boze geesten] |
fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
fukumenpatokā-覆面パトカー | politieauto zonder politie kenmerken; ongemarkeerde personenwagen gebruikt als politieauto |
fukurami-膨らみ | uitstulping; bobbel; zwelling |
fukusei-複製 | reproductie; duplicaat; herdruk; kopie |
fukuseihin-複製品 | kopie; reproductie; replica |
fukushin-腹心 | vertrouweling (m); vertrouwelinge (v) |
fukushū-復習 | herhaling; het opnieuw leren; ophalen (van kennis) |
fukutsu-不屈 | onverzettelijkheid; standvastigheid |
fukuyō-服用 | inname [gebruik; het slikken] (van medicijnen) |
fukuzatsukei-複雑系 | een complex systeem (d.w.z. dat de eigenschappen van het geheel niet zijn af te leiden uit de eigenschappen van de samenstellende delen afzonderlijk) |
fukyō-布教 | verspreiding van een religie; missie; zendingswerk |
fukyofukusei-不許複製 | geen recht te kopiëren zonder schriftelijke toestemming |
fukyū-不朽 | onsterfelijkheid; onvergankelijkheid |
fuma-不磨 | duurzaamheid; onsterfelijkheid |
fumajime-不真面目 | onstandvastigheid; gebrek aan eerlijkheid [ernst] |
fumei-不明 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; dubbelzinnigheid |
fumeirō-不明朗 | duister; somber; oneerlijk; twijfelachtig; omstreden |
fumeiryō-不明瞭 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; duisternis |
fumetsu-不滅 | onsterfelijkheid; onverwoestbaarheid |
fumie-踏み絵 | een christelijke afbeelding, waar men op moest lopen om te bewijzen geen aanhanger te zijn van het verboden christelijke geloof (Edo-periode) |
fumie-踏み絵 | loyaliteitstest |
fumihazusu-踏み外す | misstappen; uitglijden |
fumikiri-踏み切り | spoorweg overgang; gelijkvloerse kruising van weg en spoorlijn |
fumikiri-踏み切り | (fig.) het een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
fumikiru-踏み切る | (fig.) een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
fumitaosu-踏み倒す | niet betalen; betalingen ontwijken [vermijden] |
fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
fumoji-ふ文字 | (vrouwelijke hoftaal) karper |
fumoji-ふ文字 | (vrouwelijke hoftaal) brief |
funauta-舟歌 | zeemanslied(je) |
funesshin-不熱心 | gebrek aan enthousiasme; onverschilligheid |
fungiri-踏ん切り | besluit; bepaling; vaststelling; vastbeslotenheid |
funin-不妊 | onvruchtbaarheid; steriliteit |
funinjō-不人情 | onvriendelijkheid; gebrek aan medeleven; harteloosheid |
funinshujutsu-不妊手術 | sterilisatie (med. operatie) |
funjō-紛擾 | verwarring; commotie; conflict; geschil |
funkotsusaishinsuru-粉骨砕身する | zijn uiterste best doen; een uiterste inspanning leveren; alles doen wat mogelijk is |
funkyū-紛糾 | complicatie; verwarring; verstoring; ontregeling; wanorde; chaos |
funō-不能 | onmogelijkheid |
funori-布海苔 | textiellijm gemaakt van funori (rode alg) |
funpan-噴飯 | belachelijk [absurd; idoot] zijn; het plotseling in lachen uitbarsten [je verslikken door het lachen] |
funpatsu-奮発 | vrijgevingheid; gulheid; verkwisting; verspilling |
funsai-粉砕 | vergruizing; verpulvering; vermaling |
funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
funsō-紛争 | dispuut; conflict; strijd; geschil |
funtō-奮闘 | worsteling; gevecht (fig.); uiterste inspanning |
funzoku-フン族 | de Hunnen (nomadisch ruitervolk uit Mongolië) |
fun'in-分陰 | een zeer korte tijd (als een lichtflits); moment |
fuonbunshi-不穏分子 | onruststoker; herrieschopper; opstandeling; dissident |
furachi-不埒 | onwettigheid; onbeschaamdheid; onvergeeflijkheid; brutaliteit; onbeschoftheid |
furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
furai-フライ | vlieg |
furaihoīru-フライホイール | vliegwiel |
furaikyū-フライ級 | (boksen) vlieggewicht |
furaingu-フライング | vliegen; vlucht |
furaingu-フライング | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
furaingu-フライング | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
furaingu・stāto-フライング・スタート | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
furaingu・stāto-フライング・スタート | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
furaito-フライト | vlucht; vliegreis |
furaito・dekki-フライト・デッキ | vliegdek |
furaito・kontorōru-フライト・コントロール | vliegtuigbesturingssysteem |
furakushon-フラクション | factie (binnen een politieke partij) |
furanchaizu・chēn-フランチャイズ・チェーン | franchiseketen; een keten van franchise filialen |
furanku-フランク | eerlijk; oprecht; openhartig |
furappu-フラップ | vleugelklep (vliegtuig) |
furarito-ふらりと | terloops; toevallig; onverwacht |
furasshu-フラッシュ | (licht)flits |
furasshu-フラッシュ | (fotografie) flits(apparaat) |
furasshu-フラッシュ | kort nieuwsbericht; nieuwsflits |
furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
furasshubarubu-フラッシュバルブ | flitslamp |
furasshugan-フラッシュガン | flitser; flitsapparaat |
furea-フレア | zonneflits; zonnevlam |
furea-フレア | lichtflits; flikkering; lichtbaken |
furea-フレア | (fotografie) lichtvlek |
furebumi-触れ文 | algemene kennisgeving [mededeling] op schrift |
furebumi-触れ文 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
furebumi-触れ文 | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
furegaki-触れ書き | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
furegaki-触れ書き | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
furekomi-触れ込み | aankondiging; bekendmaking; mededeling |
furēmenhannō-フレーメン反応 | flemen reactie (bij dieren, een manier van ruiken waarbij het dier zijn bovenlip omkrult, en vaak ook zijn nek uitstrekt) |
furēmu-フレーム | kader; frame; omlijsting; raamwerk |
furenchi・doresshingu-フレンチ・ドレッシング | French dressing (slasaus met olie en azijn) |
furenchi・surību-フレンチ・スリーブ | wijde rechthoekige mouw (gelijkend op de mouw van een Japanse kimono) |
furendorī-フレンドリー | vriendelijk; vriendschappelijk; aardig |
furidashi-振り出し | betaalopdracht; overmaking (geld); geldwisseling |
fūrigan-フーリガン | hooligan; (voetbal) vandaal |
furiko-振り子 | slinger; pendulum |
furikomerareru-降り籠められる | binnen moeten blijven omdat het regent [sneeuwt] |
furikomeru-降り籠める | regenen [sneeuwen] waardoor mensen binnen blijven |
furīmēson-フリーメーソン | vrijmetselaar (lid van de vrijmetselarij) |
furin-不倫 | verdorvenheid; onzedelijkheid; immoraliteit; overspel; een buitenechtelijke affaire |
furippu-フリップ | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
furippuchāto-フリップチャート | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
furiwake-振り分け | verdeling; splitsing |
furīzu-フリーズ | plotseling vastlopen [blokkeren] (van een computer, e.d.) |
furī・ējento-フリー・エージェント | (Eng.: free agent) iemand die onafhankelijk [zonder verplichtingen] is; een sporter die niet contractueel gebonden is |
furī・jānarisuto-フリー・ジャーナリスト | freelance journalist |
furī・kuraibingu-フリー・クライミング | (Eng. free climbing) vrij klimmen (zonder hulpmiddelen in bergsport) |
furī・kuraimingu-フリー・クライミング | het vrij klimmen (zonder hulpmiddelen) |
furonto-フロント | receptie; informatiebalie (hotels, winkels, etc.) |
furonto-フロント | gevechtslinie; front |
furonto・desuku-フロント・デスク | receptie; informatiebalie (in hotels, winkels, etc.) |
furonto・rain-フロント・ライン | frontlijn; frontlinie |
furōto-フロート | boei; drijvend vlot; drijver (o.a. van een watervliegtuig) |
furugitsune-古狐 | sluwe oude vos; listig mens |
furukizu-古傷 | een oude wond; litteken |
furusu-古す | verslijten; afdragen (van kleren) |
furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
furyō-不良 | misdadig [crimineel] zijn; misdadig gedrag; criminaliteit |
fusafusa-房房 | pluizig; wollig; overvloedig |
fusaginomushi-塞ぎの虫 | een gevoel van melancholie [somberheid]; trieste stemming |
fūsai-風采 | uiterlijk; voorkomen; houding |
fusaku-不作 | slechte kwaliteit (b.v. van een literair werk) |
fusei-不正 | onrechtvaardigheid; onrecht; oneerlijkheid; wangedrag; onregelmatigheid; fraude |
fuseiai-父性愛 | vaderliefde |
fusenmei-不鮮明 | onduidelijk; onscherp; vaag |
fusenpai-不戦敗 | (judo) verlies door niet verschijnen [komen opdagen] bij een wedstrijd |
fuseru-伏せる | plat op de grond [met het gezicht naar beneden] liggen |
fuseru-臥せる | gaan liggen; naar bed gaan |
fushi-不死 | onsterfelijkheid; het eeuwige leven |
fushi-節 | lied; deuntje |
fūshi-風姿 | uiterlijk; voorkomen; houding; gedrag |
fushidara-ふしだら | losbandig; verdorven; liederlijk; wulps; sletterig |
fushigi-不思議 | wonderlijke [vreemde] gebeurtenis; wonder |
fushime-伏し目 | teneergeslagen blik |
fushinban-不寝番 | nachtdienst; de hele nacht waken [wakker blijven] |
fushinjinmon-不審尋問 | (oude benaming) politieondervraging; politieverhoor |
fushinsetsu-不親切 | onvriendelijkheid; onaardigheid; onbeleefdheid; lompheid |
fushinsha-不審者 | een verdacht persoon (met mogelijk twijfelachtige bedoelingen) |
fushizen-不自然 | onnatuurlijkheid |
fushōjiki-不正直 | oneerlijkheid; onoprechtheid |
fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
futae-二重 | tweevoud; verdubbeling |
futago-双子 | tweeling |
futagoza-双子座 | (sterrenbeeld) Tweelingen (Gemini) |
futamoji-二文字 | Chinese bieslook (Allium tuberosum) |
futan-負担 | last; verplichting; verantwoordelijkheid |
futankeigen-負担軽減 | verlichting [bevrijding] van last [druk] |
futansuru-負担する | de last [verantwoordelijkheid] dragen |
futashika-不確か | onzeker; vaag; wisselvallig |
futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
futei-不貞 | (huwelijkse) ontrouw; onkuisheid; echtbreuk; overspel |
futeisai-不体裁 | onfatsoenlijke [onappetijtelijke] vertoning; ongepastheid; onbetamelijkheid |
futeishūso-不定愁訴 | psychosomatische symptomen; fysieke klachten (zonder aanwijsbare medisch-wetenschappelijke diagnose) |
futeki-不敵 | onoverwinnelijke kracht [sterkte] |
futene-不貞寝 | chagrijnig [mokkend; mopperend] in bed liggen [naar bed gaan] |
futo-ふと | plotseling; toevallig; onverwacht |
futobashi-太箸 | dikke, ronde eetstokjes gebruikt bij feestelijke gelegenheden |
futōfukutsu-不撓不屈 | eigenzinnigheid; onverzettelijkheid; hardnekkigheid |
futōgō-不等号 | (wiskunde) ongelijkheidsteken (<, kleiner-dan-teken, of >, groter-dan-teken) |
futoi-太い | dik; zwaarlijvig; corpulent; breed |
futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
futoku-婦徳 | vrouwelijke deugd [verdienste; deugdzaamheid] |
futokugi-不徳義 | immoraliteit; oneerlijkheid; onoprechtheid |
futome-太め | vrij dik [mollig; volslank; zwaarlijvig] zijn |
futomono-太物 | (katoenen of linnen) lap [stof; doek] |
futotta-太った | dik; gezet; (zwaar)lijvig |
futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
futsūyokin-普通預金 | een gewone [algemene] storting; reguliere spaarrekening |
futtoraito-フットライト | (toneel) voetlicht |
futtsuri-ふっつり | het plotseling stoppen [afbreken] |
futtsurisuru-ふっつりする | plotseling afbreken [stoppen; opgeven] |
fuwaraidō-付和雷同 | (iemand) blindelings volgen (zonder zelf na te denken); afgaan op het oordeel van een ander |
fuyajō-不夜城 | uitgaanswijk (waar het 's nachts verlicht en levendig is en niet donker wordt) |
fuyubi-冬日 | de winterzon; het [zwakke] zonlicht in de winter |
fuyudori-冬鳥 | wintervogel; trekvogel, die in de herfst en winter verschijnt en in de lente wegtrekt naar noordelijke streken |
fuyugomori-冬籠り | winterslaap; binnen blijven in de winter |
fuzoroi-不揃い | onregelmatigheid; ongelijkheid; oneffenheid |
ga-蛾 | mot; nachtvlinder |
gabugabu-がぶがぶ | (onomatopee) het geluid van slikken; (op)slokkend; snel [veel] drinkend |
gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
gaburi-がぶり | (onomatopee) met grote happen eten; met grote slokken drinken; alles tegelijk doorslikken [naar binnen werken] |
gachagacha-がちゃがちゃ | (onomatopee) verward; rommelig |
gādo-ガード | bewaking; beveiliging |
gafu-画布 | schilderdoek; schilderlinnen |
gaganbo-大蚊 | langpootmug (Tipulidae) |
gagō-雅号 | pseudoniem; alias |
gai-崖 | (in kanji combinaties) klif; steile rotswand |
gaibō-外貌 | uiterlijk; verschijning; uiterlijke kenmerken |
gaibufusai-外部負債 | externe aansprakelijkheid |
gaibutsu-外物 | (filosofie) dingen die bestaan in de objectieve wereld, onafhankelijk van het bewustzijn |
gaichō-害鳥 | vogels die schadelijk zijn voor de landbouw |
gaichū-害虫 | schadelijk insect; ongedierte |
gaida-咳唾 | hoest en slijm [sputum]; het schrapen van de keel |
gaidoku-害毒 | kwaad; slecht gedrag; slechte [verderfelijke] invloed |
gaidorain-ガイドライン | richtlijn; leidraad; richtsnoer |
gaijinbutai-外人部隊 | het vreemdelingenlegioen |
gaijūnaigō-外柔内剛 | uiterlijk vriendelijk lijken, maar van binnen keihard zijn |
gaikai-外界 | de buitenwereld; het uiterlijke; het fysieke |
gaikan-外観 | voorkomen; aanzicht; uiterlijke verschijning |
gaiken-外見 | uiterlijk |
gaimenteki-外面的 | uiterlijk; uitwendig; oppervlakkig |
gaisai-外債 | buitenlandse obligatie |
gaiseki-外戚 | familielid van moederszijde [moederskant] |
gaisen-凱旋 | feestelijke overwinningsparade; triomfantelijke thuiskomst (na een overwinning) |
gaisen-外線 | (telefoon)lijn; buitenlijn |
gaisen-外線 | buitenlijn; buiten bedrading (elektrisch of elektronisch) |
gaishūisshoku-鎧袖一触 | de vijand gemakkelijk verslaan (lett. de vijand verslaan met één klap van een armstuk van een harnas); (fig.) winnen met één hand op de rug |
gaiteki-外的 | uiterlijk; extern |
gaiteki-外的 | lichamelijk; fysiek |
gaitō-街灯 | straatverlichting; straatlamp; straatlantaarn |
gaizen-慨然 | verontwaardiging; teleurstelling; verdriet |
gaizensei-蓋然性 | waarschijnlijkheid |
gake-崖 | klif; steile rotswand |
gakeppuchi-崖っ縁 | (lett.) de rand van de afgrond [rotsen; klippen] |
gakka-学科 | faculteit; studieafdeling |
gakkai-学会 | wetenschappelijke bijeenkomst [conferentie; congres; vergadering]; wetenschappelijk instituut [genootschap]; academie |
gakkai-学界 | de wereld van de wetenschap; wetenschappelijke [academische] kringen |
gakkōkyōiku-学校教育 | (school)opleiding; scholing |
gakkōseikatsu-学校生活 | het (dagelijks) leven op school |
gakkōtoshokan-学校図書館 | schoolbibliotheek |
gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
gakubatsu-学閥 | (hechte) groep [kliek] van (oud)klasgenoten (van school of universiteit) |
gakubuchi-額縁 | lijst; fotolijst; schilderijlijst; frame; omlijsting |
gakuchi-学地 | (boeddh.) proces van geestelijke verlichting |
gakuen-学園 | school (vooral een particulier scholen-complex dat zowel lagere- als middelbare school behelst) |
gakugaku-がくがく | wiebelig; knikkend |
gakuhi-学費 | onderwijsuitgaven; schoolkosten; inschrijvingsgeld voor een onderwijsinstelling |
gakuin-学院 | (wetenschappelijk) instituut; academie |
gakuin-学院 | (i.g.v. instellingsnamen) jeugdgevangenis (al dan niet met scholingsprogramma) |
gakujin-岳人 | bergbeklimmer; alpinist |
gakujutsu-学術 | wetenschap; (wetenschappelijke) kennis; geleerdheid |
gakumei-学名 | wetenschappelijke benaming [naam] |
gakumenware-額面割れ | een lager geworden marktwaarde van obligaties en aandelen (t.o.v. de uitgegeven prijs) |
gakunto-がくんと | met een ruk; plotseling |
gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; scholing] |
gakurekihenchō-学歴偏重 | overdreven nadruk leggen op [belang hechten aan] (academische) kwalificaties |
gakuri-学理 | theorie; wetenschappelijk principe |
gakuryō-学寮 | (Heian periode) verblijfhuis voor ambtenaren in opleiding |
gakuryō-学寮 | verblijfhuis in de Yushima tempel (Tokio) voor studenten van het confucianisme |
gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
gakusai-学才 | studievaardigheid; wetenschappelijk talent |
gakusei-学生 | student; leerling |
gakuseki-学籍 | schoolregister; lijst van ingeschreven leerlingen |
gakusetsu-学説 | (wetenschappelijke) theorie; leer |
gakusha-学舎 | scholencomplex; schoolgebouw; academische instelling |
gakushiki-学識 | wetenschappelijke kennis; geleerdheid |
gakuto-学徒 | student; wetenschappelijk onderzoeker |
gakuya-楽屋 | in de coulissen; achter de schermen |
gakuyaura-楽屋裏 | in de coulissen; achter de schermen |
gamō-鵞毛 | ganzendons; ganzenveer; metafoor voor iets dat heel licht is |
gan-ガン | (afk. voor) flitser; flitsapparaat |
ganjō-頑丈 | krachtig [solide; sterk; stevig] zijn |
gankabyōin-眼科病院 | oogkliniek; oogziekenhuis |
ganpeki-岩壁 | berghelling; rotswand |
ganrai-元来 | van oorsprong; van nature; oorspronkelijk |
ganryō-含量 | inhoud; samenstelling |
gansekiken-岩石圏 | lithosfeer; aardkorst |
ganshō-岩礁 | klif; rif |
gansho-雁書 | brief (formele, literaire term) |
gansho-願書 | inschrijfformulier; schriftelijk verzoek; petitie |
gansō-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
gansōzai-含嗽剤 | mondwater; mondspoeling; spoeldrank |
gan'en-岩塩 | steenzout; haliet |
gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
gappeishō-合併症 | complicatie (bij een ziekte) |
gappitsu-合筆 | perceel [kavel] consolidatie |
gappō-合邦 | (politieke) unie; confederatie |
gappon-合本 | bundeling (van losse publicaties) |
gappyō-合評 | gezamenlijke kritiek [beoordeling; evaluatie] |
gara-がら | slechte kwaliteit (hout)kool |
gara-がら | kliekjes; restjes |
gara-ガラ | gala (kostuum; feest; voorstelling) |
gara-瓦落 | plotselinge daling van de aandelenkoersen; beurscrash |
gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gariumu-ガリウム | gallium |
gārufurendo-ガールフレンド | vriendin(netje); liefje |
gasa-がさ | (in eigen jargon van de politie) huiszoeking |
gashi-賀詞 | felicitatie(s); felicitatie kaart [brief; bericht]; gelukwens; nieuwjaarswens |
gashitsu-画室 | atelier; werkplaats; studio (van een schilder) |
gasorinsutando-ガソリンスタンド | tankstation; pompstation; benzinestation (Engels: gasoline stand) |
gasshiri-がっしり | stevig [solide; sterk; taai] zijn |
gasutō-ガス灯 | gaslicht; gaslamp |
gasu・bonbe-ガス・ボンベ | gascilinder; gasfles |
gatai-難い | (gebruikt als suffix) moeilijk (te doen) zijn |
gausushōkyohō-ガウスの消去法 | Gauss-eliminatie (genoemd naar Carl Friedrich Gauss) |
gazen-俄然 | plotseling; abrupt |
gēderunofukanzenseiteiri-ゲーデルの不完全性定理 | onvolledigheidsstellingen van Gödel |
gego-解悟 | (boeddh.) de opheffing van dwalingen, en de verlichting tot de (universele, ultieme) waarheid |
gegoku-下獄 | een gevangenisstraf krijgen [uitzitten] (meestal politieke gevangenen) |
geibōi-ゲイボーイ | homoseksuele man; vrouwelijke man |
geibun-芸文 | kunst en literatuur |
geigekiki-迎撃機 | jachtvliegtuig (dat vijandelijke projectielen moet onderscheppen) |
geigi-芸妓 | vrouwelijke entertainer bij een banket; geisha |
geitō-芸当 | optreden; voorstelling; act; nummer; truc |
gei・bōi-ゲイ・ボーイ | een man die het uiterlijk en de taal van vrouwen imiteert (m.n. als beroep) |
geji-蚰蜒 | een verachtelijke [gehate] persoon; gluiperd |
gejigejimayu-蚰蜒眉 | borstelige wenkbrauwen |
gejin-外陣 | buitenste hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
gejō-下乗 | verbod om te paard [in een voertuig] het terrein van een tempel [schrijn; heiligdom] op te gaan |
gejo-下女 | (arch.) vrouw van lage stand; publieke vrouw; vrouw van lichte zeden |
gekibutsu-劇物 | schadelijke [giftige] stoffen |
gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
gekigen-激減 | een scherpe [sterke] afname [daling; terugval]; keldering |
gekiha-撃破 | destructie; vernietiging; verplettering; vermorzeling |
gekiron-激論 | woordenstrijd; verhitte [felle] discussie [woordenwisseling] |
gekiryū-激流 | snelle stroming; stroomversnelling |
gekitan-激湍 | (razend) snelle stroom [stroming]; stroomversnelling |
gekizō-激増 | scherpe [plotselinge] stijging [toename] |
gekkan-月刊 | maandelijkse uitgave [publicatie] |
gekkei-月桂 | (afk. voor) laurierboom (Laurus nobilis) |
gekkei-月桂 | maanlicht; maan |
gekkeiju-月桂樹 | laurierboom (Laurus nobilis) |
gekkō-月光 | maanlicht |
gekkō-激昂 | opvliegendheid; razernij; grote opwinding |
gekkōsuru-激昂する | opvliegend [heetgebakerd] zijn; een kort lontje hebben; snel aangebrand zijn |
gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
gekū-外宮 | de buitenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur) gewijd aan Toyouke no ōmikami (god van landbouw en industrie) |
gemen-外面 | buitenkant; buitenoppervlak; uiterlijk |
genbafuzaishōmei-現場不在証明 | alibi |
genbakatsudō-現場活動 | politie aanwezigheid en preventieve acties ter plaatse |
genbakenshō-現場検証 | (politie)onderzoek ter plaatse (van een misdrijf of ongeluk) |
genbun-原文 | oorspronkelijke tekst; tekst in de brontaal |
genbutsu-原物 | het origineel; de oorspronkelijke versie |
genchi-現地 | de precieze locatie; de plek waar het daadwerkelijk gebeurt |
genchijikan-現地時間 | plaatselijke tijd |
gendo-限度 | limiet; grens; begrenzing; (fig.) plafond |
genga-原画 | het originele [oorspronkelijke] schilderij; de originele afbeelding [foto] |
gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
gengi-原義 | oorspronkelijke betekenis (van een woord) |
gengō-元号 | (keizerlijke) regeringsperiode [tijdperk] |
gengo-原語 | (een woord in) de oorspronkelijke taal; brontaal |
gengogaku-言語学 | taalkunde; linguïstiek; taalwetenschap |
genjibotaru-源氏蛍 | Japans vuurvliegje [glimworm] (Luciola cruciata) |
genjitsu-現実 | realiteit; werkelijkheid |
genjitsuka-現実化 | verwezenlijking; realisatie |
genjitsukan-現実感 | gevoel voor realiteit; realiteitszin |
genjitsushugi-現実主義 | realisme; pragmatisme |
genjitsuteki-現実的 | realistisch; pragmatisch |
genjōfuzaishōmei-現場不在証明 | alibi |
genjū-厳重 | strengheid; onbuigzaamheid; onverbiddelijkheid |
genkai-限界 | grens; grensgebied; limiet |
genkaku-幻覚 | hallucinatie; zinsbegoocheling |
genkanguchi-玄関口 | toegangspoort tot een land (b.v. een zeehaven, vliegveld, e.d.) |
genkei-減刑 | strafvermindering; strafverlichting; strafomzetting |
genki-元気 | gezondheid; energie; kracht; vitaliteit |
genkinbarai-現金払い | contante betaling; cashbetaling; betalen met contant geld |
genkizukeru-元気づける | oppeppen; opvrolijken |
genkizukeru-元気付ける | bemoedigen; opvrolijken |
genkō-玄功 | diepgaande verdienstelijke [lofwaardige] daad |
genkōhan-現行犯 | (Latijn: flagrante delicto) een duidelijk waarneembare overtreding [misdaad]; een delict dat door de politie wordt waargenomen |
genkyū-減給 | (soms als disciplinaire straf) salarisverlaging; loonsverlaging |
genkyū-言及 | toespeling; vermelding |
genkyūsuru-言及する | vermelden; toespeling(en) maken; refereren aan |
genmai-玄米 | (ongepelde) zilvervliesrijst |
genmen-減免 | (belastingen) vermindering en [of] vrijstelling |
genmetsu-幻滅 | ontgoocheling; teleurstelling; afknapper |
genni-現に | eigenlijk; in feite |
genpin-現品 | het oorspronkelijke [originele] artikel [product] |
genrishugi-原理主義 | fundamentalisme |
gensaku-原作 | het originele [oorspronkelijke] werk (voor vertaling, aanpassing e.d.) |
genseidōbutsu-原生動物 | protozoön; protozo (eencellig dierlijk organisme) |
genshaku-現尺 | de ware [werkelijke] grootte |
genshiryokuanzenhoanin-原子力安全保安院 | Agentschap voor Nucleaire en Industriële Veiligheid; NISA (Nuclear and Industrial Safety Agency) |
gensho-原書 | het originele werk; de oorspronkelijke versie (van een boek, ed.) |
genshō-減少 | afname; krimp; daling |
genshōron-現象論 | fenomenologie; fenomenalisme |
genshū-減収 | vermindering [daling] van inkomen [opbrengst; inkomsten] |
gensūbunretsu-減数分裂 | meiose; reductiedeling (biologie) |
gensui-減衰 | (geleidelijke) afname; demping; afzwakking |
gensuishindō-減衰振動 | gedempte trilling [vibratie] |
gensun-原寸 | ware [werkelijke] grootte |
gentaku-玄沢 | goedheid van een keizer [heilige]; keizerlijke deugdzaamheid |
gentei-舷梯 | tijdelijke trap of plank (voor het in- en uitstappen van vliegtuigen en schepen); vliegtuigtrap; loopplank, valreep |
genten-原典 | het origineel; de oorspronkelijke tekst |
genzoku-還俗 | uittreding uit een religieus ambt en toetreding tot een wereldlijke functie |
genzu-原図 | de oorspronkelijke afbeelding [tekening; schildering] waarvan een kopie, reproductie, of facsimile is gemaakt |
gen'eki-減益 | een winstdaling |
gen'eki-現役 | voltijd dienstverband (militairen) |
gesho-外書 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
geshukusuru-下宿する | op kamers wonen; (in het huis van een ander) verblijven |
geshutapo-ゲシュタポ | Gestapo (Geheime Staatspolitie in Nazi-Duitsland) |
gesubaru-下種張る | onbeleefd [grof; lomp] zijn; zich op een onbetamelijke manier gedragen |
gesuto・hausu-ゲスト・ハウス | pension; gastenverblijf |
geten-外典 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
getsugaku-月額 | maandelijks bedrag |
getsuri-月利 | maandelijkse rente |
gettsū-ゲッツー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
gia-ギア | versnelling; koppeling |
giabokkusu-ギアボックス | versnellingsbak |
giboku-擬木 | paal of pilaar van beton of plastic met boomschorsmotief (zodat het lijkt op een boomstam) (in parken, e.d.) |
gibōshu-擬宝珠 | alliumbloem |
gibun-戯文 | humoristische [komische] tekst; nonsensliteratuur |
gibu・ando・teiku-ギブ・アンド・テイク | geven en nemen; eerlijk verdelen |
gichōkessai-議長決裁 | een beslissende [doorslaggevende] stem van de voorzitter (bij gelijk aantal stemmen) |
gidan-疑団 | knagende twijfel; twijfel die blijft zeuren in je hoofd |
gigoku-疑獄 | (politiek) schandaal vanwege smeergeld [omkoping] |
gigu-ギグ | giek (een lichte snelle sloep; roei- of zeilboot) |
giin-議員 | parlementslid; raadslid; afgevaardigde |
giinrippō-議員立法 | wetsvoorstel; door een parlementslid ingediende wet |
gijibogai-議事妨害 | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
gijin-擬人 | personificatie; verpersoonlijking; belichaming |
gijinhō-擬人法 | verpersoonlijking; personificatie |
gijinka-擬人化 | verpersoonlijking; personificatie |
gikei-偽計 | een plan om anderen te misleiden; list |
giketsu-議決 | besluit; beslissing; resolutie |
giki-義気 | rechtvaardigheidsgevoel; ridderlijkheid |
gikochinai-ぎこちない | ongemakkelijk; onhandig; onbeholpen; stijf; ruw; bot |
gimu-義務 | plicht; verplichting; verantwoordelijkheid |
gimukyōiku-義務教育 | verplicht onderwijs; leerplichtig onderwijs |
gimuron-義務論 | deontologie; plichtenleer |
gimuteki-義務的 | verplicht |
gimuzukeru-義務づける | verplicht maken [stellen]; vereisen |
ginbura-銀ぶら | wandeling; rondgang |
gingami-銀紙 | zilverpapier; zilverfolie |
ginjō-吟醸 | ginjō-sake (sake van hoge kwaliteit) |
ginkō-吟行 | het reciteren van een gedicht tijdens een wandeling |
ginkonshiki-銀婚式 | zilveren bruiloft (25 jarig huwelijk) |
ginpa-銀波 | zilverkleurige golven (door reflectie van maanlicht) |
gin'yoku-銀翼 | zilveren vleugels [vliegtuig] |
giragira-ぎらぎら | vlammend; verblindend; verzengend |
giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
girigatai-義理堅い | beschikkend over een groot plichtbesef [plichtsgevoel] |
giron-議論 | discussie; woordenwisseling; debat |
gisei-擬制 | wettelijke [juridische] fictie (aanname ter wille van een pleidooi) |
giya-ギヤ | versnelling; koppeling |
gizen-偽善 | hypocrisie; huichelarij; schijnheiligheid |
gō-号 | (als achtervoegsel) naam (voor voertuigen, schepen, vliegtuigen, dieren, etc.) |
go-後 | later; (daar)na; na afloop van (in samenstellingen) |
goaku-五悪 | de vijf hoofdzonden van het boeddhisme (doodslag, diefstal, overspel, liegen, teveel drinken) |
gobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
gobō-牛蒡 | grote klit; grote klis (plant, Arctium lappa) |
gobugobu-五分五分 | gelijke stand; 50-50; half om half |
goburan'ori-ゴブラン織り | gobelin (wandtapijt) |
gōchin-轟沈 | het onmiddellijk zinken; naar de bodem gaan (van een schip) |
godō-悟道 | het pad naar [het bereiken van] spirituele verlichting (boeddh.) |
gōdōkonpa-合同コンパ | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
goeikan-護衛艦 | korvet; escorteschip (licht oorlogsschip ter begeleiding van konvooien) |
gogaku-語学 | linguïstiek; taalkunde |
gogyō-御形 | droogbloem; zevenjaarsbloem (Gnaphalium affine) |
gohatto-御法度 | (wettelijk) voorschrift |
gohei-御幣 | een houten staf versierd met twee zigzagvormige papieren slingers (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
gōhō-業報 | (boeddh.)de gevolgen van (goed of slecht) karma; onvermijdelijke vergelding |
gohō-誤報 | verkeerd bericht; foute [verkeerde] informatie [inlichtingen] |
gojinka-御神火 | een vergoddelijkte vulkaan; vuur en rook van een vulkaanuitbarsting gezien als een god |
gōjō-強情 | koppigheid; eigenzinnigheid; onverzettelijkheid |
gojūnotō-五重の塔 | (boeddhistische) pagode met vijf daklagen (symboliserend de vijf elementen: aarde, water, vuur, wind en lucht) |
gokai-五戒 | de vijf geboden van het Boeddhisme (gij zult niet: doden, stelen, overspel plegen, liegen, of teveel drinken) |
gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
gokansei-互換性 | uitwisselbaarheid; compatibiliteit (computerterm) |
gōkei-合計 | som; optelling; het totaal |
gōkon-合コン | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
gōku-業苦 | (boeddh.) lijden in dit leven als gevolg van slechte daden in een vorig leven |
goku-極 | topkwaliteit; eerste klas |
gokuchū-獄中 | in gevangenschap; achter de tralies |
gokurakutonbo-極楽蜻蛉 | een zorgeloze ziel; flierefluiter; vrolijke frans |
gokushisuru-獄死する | in gevangenschap overlijden [sterven; doodgaan] |
gokusō-獄窓 | gevangenisraam; (achter de) tralies; gevangenis |
gomakasu-ごまかす | bedriegen; vervalsen; misleiden; oplichten |
gōmanburei-傲慢無礼 | onbeschaamdheid; hoogmoed; brutaliteit |
gomasuri-胡麻擂り | vleierij; hielenlikkerij; stroopsmeerderij |
gomasuri-胡麻擂り | vleier; hielenlikker; slijmerd |
gomigomi-ごみごみ | vies; smerig; rommelig; slordig |
gōmon-拷問 | marteling; foltering |
gomurigomottomo-御無理御尤も | je hebt ongetwijfeld gelijk |
gomyaku-語脈 | (semantische en grammaticale) woordkoppeling; samenstelling van twee woorden |
gondora-ゴンドラ | (Italiaans: gondola) gondel |
goneru-ごねる | klagen; moeilijk doen over; een probleem maken van |
gonge-権化 | incarnatie; personificatie; belichaming (van) |
gongenzukuri-権現造り | een shinto heiligdom waarbij het hoofdgebouw en de hal voor erediensten verbonden zijn door een overdekte gang |
gongodōdan-言語道断 | schandalig; verwerpelijk; dwaas; absurd; onvergeeflijk |
gongodōdan-言語道断 | onbeschrijflijk; onuitspreekbaar; niet in woorden uit te drukken |
gonkūrushō-ゴンクール賞 | Goncourt prijs (Prix Goncourt, Franse literatuurprijs) |
gonyū-悟入 | het bereiken van de Verlichting (Boeddhisme) |
gōrishugi-合理主義 | rationalisme |
gōriteki-合理的 | rationeel; redelijk; verstandig |
goroawase-語呂合わせ | woordspeling; woordgrap |
gōruden・wīku-ゴールデン・ウィーク | Golden Week, jaarlijkse vakantieperiode in Japan in mei |
gorugonzōra-ゴルゴンゾーラ | gorgonzola, een Italiaanse blauwe kaas |
gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
gosai-後妻 | (iemands) tweede vrouw (na overlijden of scheiding van zijn eerste vrouw) |
gosei-互生 | afwisseling |
gosei-悟性 | verstand; intelligentie |
gōseigo-合成語 | samengesteld woord; samenstelling |
gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
gosekku-五節句 | de vijf grote festivals (7 januari, 3 maart, 5 mei, 7 juli en 9 september) |
gosen-互選 | interne verkiezing (door onderlinge stemming) |
gosensuru-互選する | (ver)kiezen (door onderlinge stemming) |
gōshi-合祀 | de verering van twee of meer goden in een shinto heiligdom [schrijn] |
gōshi-合祀 | de verering van eenzelfde god in meerdere shinto heiligdommen [schrijnen] |
goshichinichi-五七日 | de 35ste dag na iemands overlijden |
goshin-誤審 | beoordelingsfout; verkeerd oordeel [vonnis] |
goshintō-御神灯 | licht gebruikt als religieus offer |
gosuperu・songu-ゴスペル・ソング | gospelsong; gospellied |
gotagota-ごたごた | wanordelijk; in verwarring; rommelig |
gotagota-ごたごた | ruzie; conflict; problemen; complicaties |
gōtai-剛体 | (natuurkunde) een star [onvervormbaar] lichaam |
gotsugōshugi-御都合主義 | opportunisme (handelen naar omstandigheden, voor persoonlijk voordeel en zonder principes) |
goyaku-誤訳 | foute vertaling; vertaalfout |
gozoku-語族 | taalfamilie; groep van verwante talen |
gōzoku-豪族 | machtige [invloedrijke] familie [clan] |
gō・sutoppu-ゴー・ストップ | (kruising met) verkeerslicht; stoplicht |
gū-宮 | (in kanji combinaties) paleis; heiligdom; vorst (keizer; keizerin) |
gū-寓 | (in kanji combinaties) tijdelijke verblijfplaats; (beleefde term voor de) woning (van iemand); fabel |
guai-具合 | passend [geschikt] zijn; je goed uitkomen; netjes [fatsoenlijk] zijn |
gubigubi-ぐびぐび | (onomatopee) klokkend geluid; met grote slokken (alcoholische dranken) drinken |
guchoku-愚直 | simpele [ongecompliceerde] eerlijkheid [openhartigheid] |
guddo-グッド | (tennis) in; binnen de lijnen |
gūji-宮司 | hoofd priester van een shinto-heiligdom |
gūkan-偶感 | een willekeurige gedachte; een vluchtige indruk; toevallig idee |
gūkyo-寓居 | tijdelijke verblijfplaats |
gun-群 | groep; verzameling; kudde |
gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
gunbō-軍帽 | militaire pet; legerpet |
gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
gungaku-軍楽 | militaire kapel; militaire muziek |
gunji-軍事 | militaire zaken; het krijgswezen |
gunjifūsa-軍事封鎖 | militaire blokkade |
gunjikichi-軍事基地 | legerbasis; militaire basis |
gunjin-軍人 | soldaat; militair |
gunjisaibansho-軍事裁判所 | (standaard benaming voor) krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof in Japan |
gunki-軍記 | verhandeling over de oorlogsvoering |
gunkoku-軍国 | militaristisch land; land waar het leger veel invloed heeft |
gunkokushugi-軍国主義 | militarisme |
gunkokushugisha-軍国主義者 | militarist |
gunpi-軍費 | militaire uitgaven |
gunpō-軍法 | militair strafrecht; krijgsrecht |
gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
gunpuku-軍服 | militair uniform; legeruniform |
gunseki-軍籍 | militaire dienst |
gunshi-軍使 | militaire gezant; heraut |
gunshin-軍神 | in Japan een vereerde [vergoddelijkte} oorlogsheld |
gunsō-軍曹 | sergeant (militaire rang) |
gunte-軍手 | witte, katoenen werkhandschoen (oorspronkelijk gebruikt in het leger) |
guntō-軍刀 | sabel; militair zwaard |
gunyō-軍用 | (voor) militair gebruik |
gunzei-軍勢 | strijdkrachten; militaire troepen; manschappen |
guppī-グッピー | guppy (missionarisvisje of miljoenenvisje, Poecilia reticulata) |
guradēshon-グラデーション | geleidelijke overgang [verandering] |
guradēshon-グラデーション | nuancering; schakering; gradatie; overloop van kleur [licht] |
gurafikku-グラフィック | grafische voorstelling |
guraidā-グライダー | zweefvliegtuig |
guraindā-グラインダー | slijper; slijpmachine |
guramā・sutokku-グラマー・ストック | glamour stock, een aandeel dat in de belangstelling staat van beleggers, media en analisten |
gurentai-愚連隊 | straatbende; vechtersbazen; hooligans |
gureshamunohōsoku-グレシャムの法則 | wet van Gresham (economie: de stelling dat "slecht geld" "goed geld' verdringt) |
gurīn・berē-グリーン・ベレー | commando (soldaat); speciale (militaire) eenheid |
gurisēdo-グリセード | glijden langs een berghelling met klimschoenen (zonder ski's) |
gurīsu-グリース | vet; smeerolie |
guro-グロ | grotesk; belachelijk |
gurōbarizēshon-グローバリゼーション | globalisering |
gurōbarizumu-グローバリズム | globalisme |
guroggī-グロッギー | suf; duizelig; wankel |
gurokkī-グロッキー | suf; duizelig; wankel |
guroobaruka-グローバル化 | globalisering; mondialisering |
gurossarī-グロッサリー | glossarium; verklarende woordenlijst |
gurosu-グロス | lipgloss |
gurōsuru-愚弄する | (iem.) bespotten; belachelijk maken |
gurotesuku-グロテスク | grotesk; belachelijk |
guruguru-ぐるぐる | (onomatopee) draaiend; duizelig |
gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
gūsaku-偶作 | een werkstuk dat toevallig tot stand komt; een geïmproviseerd stuk |
gusetsu-愚説 | belachelijk idee; stomme gedachte; dwaas standpunt |
gūyū-偶有 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
gūyūsei-偶有性 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
gyakuen-逆縁 | slechte daad die iemand uiteindelijk tot de Boeddhistische leer leidt |
gyakuen-逆縁 | een oudere die begrafenisdienst voor een jong familielid leidt |
gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
gyakusetsu-逆説 | paradox; schijnbare tegenstelling |
gyakushin-逆心 | verraad; daad van ontrouw; verraderlijk gedrag |
gyakutai-虐待 | slechte [wrede] behandeling; mishandeling; wreedheid |
gyakuto-逆徒 | opstandeling; rebel; verrader |
gyakuyō-逆用 | misbruik; verkeerd gebruiken; gebruik van iets op een andere manier [met een andere reden] dan de bedoeling is |
gyakuzan-逆産 | geboorte in stuitligging |
gyakuzoku-逆賊 | opstandeling; rebel; verrader |
gyappu-ギャップ | verschil; ongelijkheid; discrepantie |
gyarappuyoronchōsa-ギャラップ世論調査 | galuppoll (methode voor het peilen van de publieke opinie, bedacht door George Horace Gallup in 1935) |
gyō-行 | religieuze (boeddhistische) training [discipline]; ascetisme |
gyoen-御苑 | keizerlijke tuin [park] |
gyōja-行者 | volgeling van het boeddhisme |
gyoka-漁家 | vissersfamilie; familie die leeft van de visserij |
gyōketsu-凝結 | stolling; stremming |
gyōkō-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
gyokuanka-玉案下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
gyokuho-玉歩 | (beleefde term voor wandelen, lopen) (keizerlijke) wandeling; het wandelen [lopen] van een keizer [keizerin] |
gyokuro-玉露 | groene thee van superieure kwaliteit |
gyokusekikonkō-玉石混淆 | een mengeling van goede en slechte [waardevolle en waardeloze] dingen (lett. een mengsel van edelstenen en stenen) |
gyokutai-玉体 | het lichaam van de keizer |
gyōmuteikei-業務提携 | zakelijk partnerschap; zakelijke alliantie (overeenkomst tussen bedrijven) |
gyōseikaikaku-行政改革 | bestuurlijke hervorming |
gyōseishidō-行政指導 | bestuurlijke begeleiding |
gyōseishobun-行政処分 | bestuurlijke [administratieve] regelgeving [maatregelen] |
gyōseisoshō-行政訴訟 | bestuursrechtelijk beroep; administratieve strafprocedure |
gyōshi-凝視 | starende blik |
gyōshuku-凝縮 | bundeling; samenvoeging |
gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
gyōtai-業態 | bedrijfsstatus; stand van zaken bij een bedrijf; zakelijke omstandigheden |
gyou-御宇 | het keizerlijk bewind; de heerschappij van de keizer |
gyoyū-御遊 | muziekopvoering voor het keizerlijk hof |
gyoyu-魚油 | visolie (verkregen van sardine, haring, e.d.) |
gyōza-ギョーザ | gyoza (gefrituurde dumplings) |
gyōzen-凝然 | onbeweeglijkheid |
gyо̄muyо̄-業務用 | zakelijk [bedrijfsmatig] gebruik |
haari-羽蟻 | vliegende [gevleugelde] mier(en) |
habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
habakarinagara-憚りながら | met alle respect ...; neem me niet kwalijk, maar... |
habatsu-派閥 | factie; kring; kliek |
habatsushugi-派閥主義 | factionalisme; partijzucht; partijschap |
habitatto-ハビタット | (van mens, plant of dier) natuurlijk leefgebied; habitat |
habucha-波布茶 | sennathee (een soort thee die wordt gebruikt als laxeermiddel, voor ontgiften of gewichtsverlies) |
habukūkō-ハブ空港 | hub luchthaven (centraal vliegveld waar men overstapt op andere vluchten) |
hachiawase-鉢合わせ | plotselinge ontmoeting |
hachidori-蜂鳥 | kolibrie (vogel, Trochilidae) |
hachimiri-八ミリ | 8 millimeter (flilm) |
hadami-肌身 | lichaam |
hadareyuki-斑雪 | plekken waar sneeuw (nog) is blijven liggen |
hadō-覇道 | (in confucianisme) besturing van een natie via militaire macht en bedrog; regering met een alleenheerser aan het hoofd |
hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
hae-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind (met name in west-Japan) |
hae-蠅 | vlieg |
haegiwa-生え際 | (hoofd) haarlijn |
hāfumeido-ハーフメイド | kleding die nog niet klaar is, op maat wordt gemaakt en pas na bestelling wordt afgewerkt |
hāfuwē・rain-ハーフウェー・ライン | middenlijn (op sportveld) |
hāfu・ando・hāfu-ハーフ・アンド・ハーフ | half-om-half (mengsel van twee gelijke delen) |
hāfu・mirā-ハーフ・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
hageagaru-禿げ上がる | een terugwijkende haarlijn krijgen; kaal (vanaf het voorhoofd) worden |
hagiawaseru-接ぎ合わせる | (stukken) verbinden; aan elkaar zetten [naaien; lijmen] |
hahako-母子 | (bloeiende plant) Gnaphalium affine |
hahakogusa-母子草 | (bloeiende plant) Gnaphalium affine |
hahei-派兵 | het zenden van (militaire) troepen |
haibanrōzeki-杯盤狼藉 | het over de tafel verspreid liggen van gebruikt serviesgoed (na een diner of banket) |
haiburiddo-ハイブリッド | mengsel; samenstelling |
haichi-配置 | plaatsing; (rang)schikking; opstelling; stationering |
haiden-拝殿 | een buitenste gebedshal [oratorium] van een shintō heiligdom (voor de hoofdschrijn) |
haifai-ハイファイ | (high fidelity) hifi (geluidsinstallatie) |
haifū-俳風 | literaire [formele] schrijfstijl (in de Japanse haikai en haiku dichtkunst) |
haifu-配付 | verdeling; distributie; uitdeling |
haiiro-灰色 | (as)grijs; (licht)grijs |
haiiro-灰色 | donker; somber; treurig; melancholiek |
haiishi-配位子 | ligand (scheikunde) |
haijakku-ハイジャック | (vliegtuig) kaping |
haiji-廃寺 | vervallen [bouwvallige] tempel (zonder inwonende monniken) |
haika-廃家 | uitgestorven familie; familie zonder nakomelingen |
haika-配下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
haikingu-ハイキング | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
haiku-ハイク | lange wandeling; trektocht |
haiku-ハイク | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
haikyō-背教 | apostasie; afvalligheid van het geloof; geloofsverzaking |
haimatsuwaru-這い纏わる | vastklampen; (omhoog) kruipen [klimmen] (van planten) |
hainoboru-這い登る | (op)klimmen tegen; omhoog klauteren [kruipen] |
hairaito-ハイライト | lichtste deel [partij] op een schilderij [foto] |
hairu-入る | lid worden (van); zich aansluiten bij; zich in een bepaalde wereld [kring] begeven |
hairu-入る | in werking [aan] zijn (licht, machines, e.d.) |
hairu-配流 | verbanning; deportatie; ballingschap |
haisatsu-拝察 | (beleefd, nederig taalgebruik) vermoeden; veronderstelling |
haisen-廃線 | afschaffing van spoorlijn [transportlijn]; een buiten dienst gestelde spoorlijn [transportlijn] |
haisen-廃船 | ontmanteling van een boot [schip]; een schip dat uit de vaart is genomen; een schip dat niet meer wordt gebruikt en is gesloopt |
haisha-敗者 | verliezer |
haisho-配所 | verbanningsoord; plaats van ballingschap |
haishoku-配食 | maaltijdbezorging (in een instelling) |
haitatsu-配達 | bezorging; levering; bestelling |
haiwē・hipunōshisu-ハイウェー・ヒプノーシス | polderblindheid (verminderde opmerkzaamheid in het verkeer veroorzaakt door een afwezigheid van externe prikkels) |
haiwē・patorōru-ハイウェー・パトロール | verkeerspolitie |
haizai-配剤 | dispensatie; ontheffing; vrijstelling |
haizoku-配属 | aanwijzing; toewijzing; indeling; overplaatsing |
hai・kī-ハイ・キー | heldere belichting (foto, etc.); licht van tint |
hai・tatchi-ハイ・タッチ | (high touch) de (broodnodige) menselijke inbreng in de technologische samenleving |
haji-恥 | gezichtsverlies; schande; oneer; schaamte |
hakai-破壊 | vernieling; afbraak; vernietiging; vandalisme |
hakamairi-墓参り | bezoek aan een (familie)graf |
hakanai-儚い | vluchtig; kortstondig; vergankelijk; van voorbijgaande aard; tijdelijk |
hakarazumo-図らずも | onverwacht; toevallig; per ongeluk |
hakarigoto-謀 | plan; strategie; list |
hakase-博士 | PhD; Dr.; doctor (wetenschappelijke graad) |
hakataningyō-博多人形 | traditionele Japanse pop van klei (oorspronkelijk uit Hakata, nu deel van de stad Fukuoka) |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
haken-派遣 | (militair) plaatsing; het inzetten; deployering |
hakenshain-派遣社員 | tijdelijke werknemer; uitzendkracht |
haki-覇気 | ambitie; bezieling; aspiratie |
hakike-吐き気 | misselijk(heid) |
hakkaku-発覚 | ontdekking; onthulling; openbaring |
hakkin-発禁 | verkoopverbod; publicatieverbod |
hakkiri-はっきり | duidelijk; helder; expliciet |
hakkirishita-はっきりした | duidelijk; helder; uitgesproken |
hakkirisuru-はっきりする | duidelijk [helder] worden |
hakkō-発行 | uitgave; publicatie; editie |
hakkōbyō-発酵病 | zymotische ziekte [waarbij een organisme of virus in het lichaam als een ferment optreedt] |
hakkōsuru-発行する | publiceren; uitgeven; in omloop brengen |
hakkyō-発狂 | het verstand verliezen; zinsverbijstering; waanzinnigheid; krankzinnigheid |
hakobiya-運び屋 | (politieterm) drugskoerier; drugssmokkelaar |
hakobune-箱船 | vat of kruik (met een dergelijke vorm) |
hakoirimusume-箱入り娘 | lievelingsdochter; (naïef) meisje dat beschermd is opgevoed |
hakoyanagi-箱柳 | ratelpopulier (Populus tremula var. sieboldii) |
haku-箔 | folie; dun velletje metaal (zoals bladgoud, bladzilver, etc.); verguldsel |
hakuai-博愛 | filantropie; liefdadigheid; broederschap |
hakubi-白眉 | (fig.) iets van weergaloze kwalitieit; toonbeeld |
hakubutsu-博物 | natuurlijke historie |
hakubutsugaku-博物学 | (studie) natuurlijke historie |
hakuchū-伯仲 | het aan elkaar gewaagd zijn; vrijwel gelijk zijn aan |
hakuheisen-白兵戦 | gevecht op korte afstand van elkaar; man tegen man gevecht; lijf om lijf gevecht |
hakuhen-剥片 | schilfer; steensplinter |
hakujin-白人 | beginneling; amateur |
hakujō-白杖 | (witte) blindenstok |
hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
hakuro-白露 | witte [glinsterende] dauw (bij de overgang van zomer naar herfst) |
hakusen-白線 | (wegmarkering) witte lijn [streep] |
hakushi-博士 | PhD; Dr.; doctor (wetenschappelijke graad) |
hakushin-迫真 | realistisch [levensecht] zijn |
hamabōfū-浜防風 | plant, Glehnia littoralis (seizoenwoord voor lente) |
hamaogi-浜荻 | (een andere naam voor 葦) riet (Phragmites australis) |
hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
hamayumi-破魔弓 | (oorspronkelijk) de boog om een hamaya af te schieten (nu met een meer symbolische betekenis) |
hamon-波紋 | rimpeling [rimpel; golving; golfje] (in een wateroppervlak) |
hamon-波紋 | golfpatroon in een familiewapen |
hamushi-葉虫 | bladhaantje (soort kever, Chrysomelidae) |
han-版 | editie; publicatie; versie |
hanadai-花代 | vergoeding voor [betaling aan] een geisha |
hanadairo-縹色 | licht indigo(blauw) |
hanahazukashii-花恥ずかしい | uitzonderlijk mooi (lett. zo mooi dat bloemen erdoor in verlegenheid gebracht worden) |
hanaiki-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
hanairo-花色 | licht indigo(blauw) |
hanajiru-鼻汁 | snot; neusslijm |
hanakanzashi-花簪 | een eenjarige plant uit de familie Asteraceae (ook gebruikt als droogbloem) |
hanakotoba-花言葉 | de taal der bloemen; (symbolische) betekenis van bloemen |
hanamagari-鼻曲がり | mannelijke zalm met een uitpuilende snuit tijdens het voortplantingsseizoen |
hanami-花実 | naam [reputatie] en [werkelijkheid]; uiterlijk en innerlijk |
hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
hanamochinaranai-鼻持ちならない | stinkend; walgelijk; weerzinwekkend |
hanashi-話 | wat er verteld wordt; vertelling; relaas; verhaal; sprookje |
hanashi-話 | consultatie; plan; onderhandelingen |
hanashiai-話し合い | overleg; discussie; consultatie; onderhandelingen; overeenkomst [akkoord] |
hanashichū-話中 | in gesprek; bezet (ook van een telefoonlijn) |
hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
hanawa-花輪 | bloemkrans; guirlande; bloemenslinger |
hanboin-半母音 | (taalkunde) semivocaal; halfklinker |
hanbunjokurei-繁文縟礼 | bureaucratische formaliteiten [regels]; administratieve rompslomp |
hanburu-ハンブル | frommelen; morrelen; (bij honkbal) de bal uit de handen laten glippen |
handan-判断 | voorspelling |
handanchūshi-判断中止 | epoche (filosofie, opschorting van oordeel over de werkelijkheid) |
handankijun-判断基準 | beoordelingscriterium |
handī-ハンディー | handig; draagbaar; handzaam; makkelijk te hanteren |
handoringu-ハンドリング | bediening; besturing; hantering; afhandeling |
haneari-羽蟻 | vliegende mier |
hanemūn-ハネムーン | huwelijksreis |
hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
haneru-撥ねる | afwijzen; uitwijzen; weigeren; elimineren |
haneru-跳ねる | (van een voorstelling) eindigen; klaar zijn |
hangā-ハンガー | hangaar; vliegtuigloods |
hangaku-藩学 | han-school (onderwijsinstelling in de Edo-periode) |
hangō-飯盒 | etensblik; eetblik; gamel |
hangu・guraidā-ハング・グライダー | deltavlieger |
hanī-ハニー | lief; lieverd; schat |
hanji-判事 | rechtelijk college |
hankai-半壊 | gedeeltelijke ineenstorting [vernieling; vernietiging] |
hankai-半解 | slechts half [gedeeltelijk] begrepen |
hanketsu-判決 | vonnis; arrest; gerechtelijke beslissing |
hankō-版行 | uitgave; publicatie |
hankō-犯行 | misdrijf; strafbaar feit; delict |
hankōgenba-犯行現場 | plaats delict; misdaadlocatie; plaats van het misdrijf |
hankōjunjo-犯行順序 | volgorde van strafbare handelingen [misdrijven] |
hankon-瘢痕 | (med.) litteken |
hanmā-ハンマー | (atletiek) slingerkogel |
hanmānage-ハンマー投げ | het kogelslingeren; het hamerslingeren |
hanmei-判明 | vaststelling; verduidelijking; bekendwording; openbaring; identificatie |
hannin-犯人 | misdadiger; dader, schuldige; crimineel; delinquent |
hanpuku-反復 | herhaling; iteratie; recapitulatie |
hanpuku-反覆 | herhaling; iteratie; recapitulatie |
hanpukukigō-反復記号 | herhalingsteken (in de muziek) |
hanran-反乱 | opstand; rebellie; oproer; muiterij |
hanron-反論 | tegenargument; weerlegging; repliek |
hansamu-ハンサム | knap; elegant; aantrekkelijk |
hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
hanseki-犯跡 | strafrechtelijk bewijs; bewijs van een misdaad |
hansetsu-反切 | spellingsysteem in de traditionele Chinese lexicografie (waarbij twee karakters worden gebruikt voor de uitspraak van een monosyllabisch karakter) |
hanshazai-反射材 | reflecterend materiaal [reflecterende producten] (voor verkeersveiligheid) |
hanshi-半紙 | Japans schrijfpapier [kalligrafiepapier] (ca. 24-33 cm) |
hanshin-半身 | de helft van het lichaam (boven- of onderkant; linker- of rechterkant) |
hanshō-半焼 | gedeeltelijke vernieling door brand |
hanshō-反照 | reflectie; weerspiegeling |
hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
hansokumake-反則負け | verliezen vanwege een overtreding van de regels (diskwalificatie) |
hansokusuru-反側する | in bed (liggen te) woelen; zich steeds omdraaien in bed |
hansū-反芻 | het herkauwen (zowel letterlijk als figuurlijk) |
hansū-犯数 | het aantal veroordelingen [schuldigverklaringen] |
hantei-判定 | beslissing; oordeel; vonnis; uitspraak |
hanten-半纏 | (afk. voor) livrei jas |
hantokeimawari-反時計回り | draaien tegen (de wijzers van) de klok in (linksom) |
hantōsei-半透性 | semipermeabiliteit |
hantsuki-半搗き | witte rijst half-om-half vermengd met zilvervliesrijst |
hanzai-犯罪 | misdaad; delict; overtreding |
hanzaibashō-犯罪場所 | plaats delict |
hanzaikōi-犯罪行為 | criminele handeling; criminele actie |
hanzatsu-繁雑 | ingewikkeld [moeilijk; gecompliceerd] zijn |
hanzen-判然 | duidelijk [helder; evident] zijn |
han'ei-反映 | reflectie; weerspiegeling |
han'i-犯意 | criminele bedoeling; voorbedachte raad; mens rea (Lat.: een schuldige geest) |
happōbijin-八方美人 | allemansvriend; persoon die iedereen welgevallig is of wil zijn (vaak geringschattend gebruikt) |
happōbijin-八方美人 | opvallende schoonheid; onberispelijke mooie vrouw |
happyō-発表 | aankondiging; presentatie; publicatie; communiqué; verklaring |
happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
harabai-腹這い | buikligging; het op je buik liggen |
haraguroi-腹黒い | boosaardig; kwaadwillig; gemeen |
harai-払い | betaling |
haraidashidenpyō-払い出し伝票 | betalingsbewijs; uitbetalingsspecificatie |
haraikomi-払い込み | betaling; uitbetaling |
haraikomibi-払い込み日 | betaaldatum; betaaldag; uitbetalingsdatum |
haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
haraimodoshiseikyūsho-払い戻し請求書 | terugbetalingsfactuur |
harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel seppuku genoemd) |
haran-波瀾 | golven; schommelingen; ups en downs; veranderingen |
haranbanjō-波瀾万丈 | wisselvalligheid; stormachtigheid; met veel ups en downs |
harazumori-腹積もり | plan; intentie; bedoeling |
hare-晴れ | publiek; openbaar; formeel; officieel |
hare-腫れ | zwelling (van het lichaam) |
haremu-ハレム | harem; serail (vrouwenverblijf) |
harēshon-ハレーション | halatie; reflectielichtkring |
harete-晴れて | openlijk; publiekelijk; openbaar |
hariā-ハリアー | Harrier gevechtsvliegtuig (dat zowel horizontaal als verticaal kan opstijgen) |
hariai-張り合い | rivaliteit; concurrentie; competitie |
haridashi-張り出し | een sumoworstelaar die onder de twee hoogste worstelaars (van dezelfde rang) op de ranglijst staat |
hariharinabe-はりはり鍋 | Japanse stoofschotel met (mizuna) groente en vlees (oorspronkelijk walvisvlees) (harihari is een onomatopee voor het geluid van kauwen) |
harikiru-張り切る | opgewekt; vrolijk; enthousiast zijn |
harikomi-張り込み | politie observatie (vanuit een verscholen plaats) |
haro-ハロ | stralenkrans; nimbus; aureool (op schilderijen van heiligen) |
haro-ハロ | halo (lichtende kring om een hemellichaam) |
harō-ハロー | stralenkrans; nimbus; aureool (op schilderijen van heiligen) |
harō-ハロー | halo (lichtende kring om een hemellichaam) |
harowīn-ハロウィーン | Halloween, feest op de avond voor Allerheiligen |
haruasashi-春浅し | het allereerste [nog nauwelijks waarneembare] begin van de lente; de eerste vage tekenen van de lente |
harumeku-春めく | lenteachtig worden; op lenteweer lijken |
hasan-破産 | faillissement |
hasansha-破産者 | iem. die failliet [bankroet] is |
hashii-端居 | het zitten op de veranda (voor verkoeling in de zomer) |
hashikkoi-捷い | slim; behendig; snel; vlot |
hashikoi-はしこい | slim; behendig; snel; vlot |
hashinakumo-端無くも | onverwacht; toevallig; per ongeluk |
hashiri-走り | het glijden |
hashiru-走る | snel bewegen; flitsen |
hashiru-走る | soepel [vrijelijk] bewegen; glijden |
hashitagane-端金 | kleingeld; wisselgeld; armzalig klein bedrag; schijntje |
hashiwatashi-橋渡し | bemiddeling |
hassan-発散 | (uit)straling |
hassei-発声 | uiting; vocalisatie; hardop zeggen |
hasshoku-発色 | de oorspronkelijke kleuren; het verschijnen [ontwikkelen] van kleuren |
hassōhyōgo-発想標語 | stilistische notatie in bladmuziek (b.v. animato, dolce, e.d.) |
hassuikakō-撥水加工 | waterafstotende laag [stof; behandeling] |
hasu-蓮 | Heilige lotus; Indische lotus (Nelumbo nucifera) |
hasui-破水 | (med.) het breken van de vliezen (voor de bevalling); vruchtwaterstroom |
hasurā-ハスラー | ondernemend iemand; slimme zakenman; doorzetter |
hasurā-ハスラー | oplichter; sjacheraar; ritselaar |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
hatame-傍目 | perspectief [blik; oogpunt] van een toeschouwer |
hatan-破綻 | mislukking; fiasco; faillissement; bankroet |
hatarakiburi-働き振り | manier van werken; taakvervulling |
hatasu-果たす | realiseren; verwezenlijken; uitvoeren; volbrengen |
hatasu-果たす | bezoeken van een tempel of heiligdom ter dankbetuiging |
hatato-はたと | plotseling; totaal; helemaal |
hatchi-ハッチ | vliegtuigdeur |
hatchū-発注 | bestelling; het plaatsen van een order |
hateshi-果てし | einde; limiet |
hātobureiku-ハートブレイク | liefdesverdriet; hartzeer |
hatsubon-初盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
hatsuhikō-初飛行 | de eerste vlucht (van een bepaald vliegtuig); luchtdoop |
hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
hatsukoi-初恋 | eerste liefde |
hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
hatsuzan-初産 | eerste bevalling; bevalling van het eerste kind |
hattatsu-発達 | ontwikkeling; groei; vooruitgang; rijping |
hattatsudankai-発達段階 | ontwikkelingsfase(s) |
hattatsukagaku-発達科学 | ontwikkelingswetenschappen |
hattatsukasokugenshō-発達加速現象 | het fenomeen van groeiversnelling door externe factoren; versnelde lichamelijke ontwikkeling |
hattatsushinrigaku-発達心理学 | ontwikkelingspsychologie |
hattatsushōgai-発達障害 | ontwikkelingsstoornis |
hatten-発展 | ontwikkeling; evolutie; groei; vooruitgang |
hatten-発展 | de ontwikkeling in de relatie (tussen man en vrouw); een losbandig leven leiden; een actief sex leven hebben |
hattensei-発展性 | (toekomstige) uitbreidingsmogelijkheid |
hattentojōkoku-発展途上国 | ontwikkelingsland |
hatto-法度 | (wettelijk) voorschrift |
hattōshin-八頭身 | (van een vrouw) mooi, welgevormd [goed geproportioneerd] lichaam (acht keer zo lang als het hoofd) |
hattotorikku-ハットトリック | goocheltruc uit de hoge hoed; slimme zet |
hausudoresu-ハウスドレス | makkelijk zittende kleding voor thuis |
hausuhazubando-ハウスハズバンド | huisman; thuisblijvende echtgenoot (van werkende vrouw) |
hayaben-早弁 | eten voor de eigenlijke lunchtijd (bij scholieren vooral, om een langere middagpauze te hebben) |
hayakuchikotoba-早口言葉 | moeilijk uit te spreken woord [zin] |
hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
hayame-速め | het sneller (dan gewoonlijk) zijn |
hayari-流行 | tijdelijk (veel)voorkomend verschijnsel |
hayase-早瀬 | een sterke stroming; stroomversnelling |
hayaumare-早生まれ | geboren tussen 1 januari en 1 april ( de datum van schoolbegin); vroege leerling |
hazādo-ハザード | (golfsport) natuurlijke hindernis op de baan (zoals een bunker of vijver) |
hazu-筈 | hetgeen te verwachten [waarschijnlijk] is |
hazumiguruma-弾み車 | vliegwiel |
hazumu-弾む | gestimuleerd [bemoedigd; aangespoord; opgevrolijkt] worden |
hazusu-外す | missen; verliezen |
hazusu-外す | nalaten te pakken; niet nemen; verliezen; express ontwijken; ontduiken |
hebī-ヘビー | ernstig; hevig; moeilijk |
hedataru-隔たる | (in afstand) verschillen; uit elkaar liggen |
heddo-ヘッド | hoofd (lichaamsdeel) |
hedoro-へどろ | slib; modder; slijk |
hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
heichara-へいちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
heichara-へいちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
heichara-平ちゃら | makkelijk; eenvoudig |
heichi-併置 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
heichō-兵長 | voormalige rang in het Japanse leger en de marine (de hoogste rang van soldaten) |
heiden-幣殿 | offerhal tussen de gebedshal en het hoofdschrijn (van een shintō heiligdom) |
heidoku-併読 | het twee (of meer) boeken, kranten, of tijdschriften tegelijk lezen |
heidon-併呑 | annexatie; inlijving |
heiei-兵営 | (militaire) kazerne |
heieki-兵役 | militaire dienst; dienstplicht |
heiekigimu-兵役義務 | dienstplicht |
heifū-弊風 | kwalijke praktijk; slechte gewoonte |
heifuku-平服 | gewone [dagelijkse; informele] kleding |
heiga-平臥 | het liggen [rusten] |
heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
heigō-併合 | annexatie; inlijving |
heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
heihōka-兵法家 | (militair) strateeg |
heiin-閉院 | sluiting van een ziekenhuis of andere medische instelling |
heijitsu-平日 | (boeddh.) dagelijks leven zonder wisselvalligheden |
heijo-平叙 | stelling; verklaring; bewering |
heijō-平常 | normaal [gebruikelijk; gewoon] zijn |
heika-兵家 | militair (personeel); soldaat |
heika-兵家 | (militair) strateeg |
heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
heike-平家 | de Heike [Taira] familie [clan] |
heiken-兵権 | de militaire macht; het militaire gezag |
heiki-平気 | nonchalance; onverschilligheid |
heikō-並行 | het gelijktijdig [parallel; naast elkaar] zijn [gaan] |
heikō-平行 | parallellisme |
heikō-平衡 | evenwicht; balans; equilibrium |
heikō-閉校 | schoolsluiting (tijdelijk of voorgoed) |
heikōbō-平行棒 | (bij turnen) brug met gelijke leggers |
heionsetsu-閉音節 | een gesloten lettergreep (die eindigt op een medeklinker) |
heiran-兵乱 | oorlog; gewapend conflict |
heiretsukairo-並列回路 | parallelschakeling |
heiritsu-並立 | zij aan zij [op gelijke voet] staan; naast elkaar (be)staan |
heiryoku-兵力 | troepenmacht; strijdkrachten; militaire kracht |
heisetsu-併設 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
heisha-兵舎 | (militaire) kazerne |
heishi-兵士 | soldaat; militair |
heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
heishi-斃死 | het overlijden; sterven; tenondergang |
heishisuru-斃死する | sterven; overlijden; doodgaan; doodvallen; het loodje leggen |
heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
heisho-閉所 | (van instellingen, e.d.) het stoppen met activiteiten; totale sluiting |
heisoku-閉塞 | maatschappelijke stagnatie, onzekerheid |
heisotsu-兵卒 | soldaat; dienstplichtige |
heitai-兵隊 | soldaat; militair |
heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
hekomu-凹む | bezwijken; toegeven; de moed verliezen; gedeprimeerd worden |
hekomu-凹む | verliezen; verslagen worden |
helipōto-ヘリポート | helihaven; luchthaven voor helikopters |
hen-偏 | linkerdeel [radicaal] van een kanji (b.v. ⺅ in de kanji 仁 ) |
henbō-偏旁 | het linker- en het rechter gedeelte [radicaal] van een kanji\ |
hendō-変動 | verandering; fluctuatie; schommeling |
hendōritsukisai-変動利付き債 | obligatie met variabele rente |
henge-変化 | antropomorfische gedaantewisseling van goden, geesten, e.d.; incarnatie |
henji-片時 | kort moment; ogenblik |
henjin-変人 | excentriekeling; zonderling; vreemd persoon |
henka-変化 | verandering; wisseling; overgang |
henkaku-変革 | revolutie; omwenteling; reorganisatie |
henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
henkō-偏光 | polarisatie; gepolariseerd licht |
henkō-偏向 | neiging; geneigdheid; inclinatie |
henkyaku-返却 | teruggave; terugbetaling |
henmei-変名 | pseudoniem; alias |
henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
henpi-辺鄙 | een afgelegen [moeilijk bereikbare] plaats |
henpō-返報 | vergelding; wraak; repliek |
henpō-返報 | terugbetaling |
henrei-返礼 | een wedergift; compensatie; een cadeau [compliment] terug geven |
henrin-片鱗 | deel; gedeelte; stukje; glimp |
hensai-辺際 | grens; limiet; uiterste; (uit)einde |
hensai-返済 | terugbetaling |
hensan-編纂 | compilatie; samenstelling; bewerking |
hensei-編製 | het opstellen [samenstellen] van een familieregister [kiesregister, schoolkinderen register, e.d.] |
hensen-変遷 | verandering; overgang; wisselvalligheid; wederwaardigheid; lotswisseling |
hensetsu-変節 | afvallig worden; je principes verloochenen; ontrouw |
henshi-変死 | een onnatuurlijke [gewelddadige] dood |
henshō-返照 | reflectie; weerkaatsing (licht) |
henshū-編修 | samenstelling; compilatie; bewerking |
henshū-編集 | redactie; samenstelling; bewerking |
hentai-変態 | abnormaliteit; perversiteit |
hentai-編隊 | formatie (van vliegtuigen, e.d.) |
hentaihikō-編隊飛行 | het in formatie vliegen; formatievlucht |
heri-ヘリ | heli; helikopter |
herikoputā-ヘリコプター | helikopter |
heriomētā-ヘリオメーター | heliometer; zonnemeter |
heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
heriumu-ヘリウム | helium (chem. element) |
heru-減る | afnemen; krimpen; slinken; minder worden |
herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
herutsu-ヘルツ | hertz (eenheid voor trillingen per seconde) |
hesomagari-臍曲がり | een dwarsligger; mopperkont; chagrijn |
hesomagari-臍曲がり | dwars [tegendraads; moeilijk in de omgang] zijn |
hetchara-へっちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
hetchara-へっちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
hetsurau-諂う | vleien; ophemelen; stroop om de mond smeren; bij iemand in de gunst [in het gevlij] proberen te komen |
heyazumi-部屋住み | (in een traditionele Japanse familie) de wettige oudste zoon die thuis woont en nog niet het hoofd van de familie is geworden |
heyazumi-部屋住み | onwettige kinderen die thuis bij het (wettige) gezin blijven wonen |
heyazumi-部屋住み | (bij gangsters) bendelid dat in de groepsruimte woont en klusjes doet voor de bendeleider |
hi-日 | zon; zonlicht; zonneschijn |
hi-灯 | lamp; licht |
hi-被 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) geeft aan dat iemand (of jezelf) object van een handeling is |
hiasobi-火遊び | het flirten; versieren; een verhouding hebben |
hiatari-日当たり | blootstelling aan de zon; plek in de zon |
hibi-日日 | dagelijks; elke dag; alle dagen |
hibiki-響き | resonantie; vibratie; akoestiek; kwaliteit van een geluid |
hibiku-響く | (van verre) weerklinken; weergalmen; echoën; ver reiken (geluid) |
hibiku-響く | binnenkomen bij (fig.); zich herinneren; (iets) bij je blijven |
hību-ヒーブ | (home economist in business) iemand die werkzaam is op de consumentenafdeling van een bedrijf |
hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
hichō-飛鳥 | een vliegende vogel; vogel in vlucht |
hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
hidama-火玉 | vuurbal; dwaallicht |
hidan-飛弾 | projectiel; rondvliegende kogels |
hidari-左 | links; linkerkant |
hidari-左 | links (politieke richting) |
hidari-左 | het volgende; wat (hierop) volgt (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
hidariashi-左足 | linkervoet; linkerbeen |
hidarigawa-左側 | linkerkant; linkerzijde |
hidarikiki-左利き | linkshandigheid |
hidarikiki-左利き | iemand die linkshandig is |
hidarimaki-左巻き | linksdraaien (tegen de klok in) |
hidarimawari-左回り | linksomdraaiend (tegen de wijzers van de klok in) |
hidarimuki-左向き | naar links gericht |
hidarioku-左奥 | linksachter; links achterin [achteraan] |
hidarishita-左下 | linksonder |
hidarite-左手 | linkerhand |
hidarite-左手 | linkerkant |
hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
hidariude-左腕 | linkerarm |
hidariue-左上 | linksboven |
hidariyotsu-左四つ | (van sumoworstelaars) greep met de linkerhand onder de rechterarm van de tegenstander |
hidarizukai-左使い | (bunraku) de assistent poppenspeler die de linker arm van de pop beweegt |
hiden-飛電 | bliksemflits; bliksemschicht |
hidenka-妃殿下 | Hare Koninklijke Hoogheid |
hidoi-酷い | wreed; gemeen; schandalig; genadeloos |
hidoi-酷い | verschrikkelijk; vreselijk |
hidoku-酷く | verschrikkelijk; vreselijk; extreem |
hien-飛燕 | een zwaluw tijdens de vlucht; vliegende zwaluw |
hien-飛燕 | een eenpersoons jachtvliegtuig van het voormalige Japanse leger |
hierogurifu-ヒエログリフ | hiëroglief |
hieshō-冷え性 | gevoeligheid voor kou; slecht tegen kou kunnen |
higaitodoke-被害届 | aangifte van geleden schade (bij een overheidsinstelling, politie, e.d.) |
higanbana-彼岸花 | rode spin lelie (Lycoris radiata) |
higashihankyū-東半球 | het oostelijk halfrond |
higasi-東 | (sumo) de oostelijke kant van de ring |
higoro-日頃 | gewoonlijk; normaal; altijd |
higoto-日毎 | elke dag; dagelijks |
higuruma-日車 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
hihokensha-被保険者 | iemand die verzekerd is; iemand die een verzekering(polis) heeft |
hii-非違 | onwettelijkheid; onrechtmatigheid |
hii-非違 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode |
hiideru-秀でる | uitblinken; (anderen) overtreffen; excelleren |
hiiki-贔屓 | voorkeur; favoriet; lievelingetje; begunstiging |
hijō-非情 | ongevoeligheid; kilheid; onverschilligheid |
hijun-批准 | ratificatie (voornamelijk van internationale verdragen) |
hijura-ヒジュラ | (Arab. hijrah) hidjra (de migratie van de islamitische profeet Mohammed en zijn volgelingen van Mekka naar Medina in 622) |
hikage-日陰 | onbekendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hikage-日陰 | onbekendheid; onopvallendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hikakibō-火掻き棒 | pook; rakelijzer; ovenkrabber |
hikaku-比較 | vergelijking |
hikameikoku-非加盟国 | niet-lid staat [natie; land] van de Verenigde Naties |
hikaru-光る | schijnen; glinsteren; fonkelen (sterren); oplichten |
hikaru-光る | schijnen (fig.); opvallen; uitblinken |
hikazei-非課税 | belastingvrijstelling; fiscale vrijstelling |
hiken-丕顕 | uitgebreide verduidelijking |
hiken-卑倹 | (arch.) spaarzaamheid; natuurlijke eenvoud; soberheid; zuinigheid |
hiken-比肩 | het gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikensuru-比肩する | gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
hikikae-引き換え | ruil; ruiling; wisseling; uitwisseling |
hikimayu-引眉 | de natuurlijke wenkbrauwen verwijderen, en dan wenkbrauwen op het voorhoofd tekenen (Pre-modern Japan, m.n. in de Heian periode, 794-1185) |
hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
hikimokirazu-引きも切らず | onophoudelijk; continu; voortdurend; onafgebroken; doorlopend |
hikin-卑近 | het vertrouwde; herkenbare; gewone; gebruikelijke |
hikinaosu-引き直す | (een lijn) opnieuw trekken; herzien; weer veranderen |
hikitateru-引き立てる | iem. (met geweld) meenemen [ergens heenbrengen] (naar gevangenis, politiebureau, e.d.) |
hikitsuzuki-引き続き | continu; onophoudelijk; achtereenvolgend |
hikiwake-引き分け | gelijkspel; gelijke stand; onbeslist |
hikkakaru-引っ掛かる | (ergens in [aan]) blijven hangen; blijven haken; gevangen raken |
hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
hikken-筆硯 | het kalligraferen; (literair) schrijven |
hikken-筆硯 | een term die voornamelijk in brieven wordt gebruikt en verwijst naar het leven van een bepaalde schrijver |
hikkishiken-筆記試験 | schriftelijk examen |
hikō-飛行 | verlies van een gebied [huisgezin] |
hikōjikan-飛行時間 | vliegtijd; vlieguur |
hikōjō-飛行場 | vliegveld; luchthaven |
hikōkai-非公開 | niet open voor publiek; gesloten; geheim; privé |
hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
hikōki-飛行機 | vliegtuig |
hikōkigumo-飛行機雲 | condensspoor (vliegtuigstrepen) |
hikōkikyōfushō-飛行機恐怖症 | aviofobie; vliegangst |
hikōkinshikūiki-飛行禁止空域 | no-fly zone; vliegverbod in bepaald gebied |
hikon-非婚 | ongehuwde staat; ongetrouwd zijn [blijven] |
hikōsen-飛行船 | luchtschip; zeppelin |
hikōshi-飛行士 | piloot; vlieger; vliegenier |
hikōtei-飛行艇 | vliegboot; vliegende boot |
hikyō-比況 | vergelijking |
hikyō-秘教 | esoterische religie [leer] |
himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
himan-肥満 | overgewicht; corpulentie; zwaarlijvigheid |
himantai-肥満体 | een corpulente [gezette; stevige] lichaamsbouw |
himashiyu-蓖麻子油 | wonderolie; ricinusolie; castorolie |
himawari-向日葵 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
himawariyu-ヒマワリ油 | zonnebloemolie |
himei-非命 | onnatuurlijke [voortijdige] dood |
himitsu-秘密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
himo-ヒモ | (politieterm) souteneur; koppelaar; pooier |
himo-紐 | koord; snoer; draad; lint |
hinagiku-雛菊 | madeliefje; meizoentje |
hinami-日並み | elke dag; dagelijks |
hinashi-日済し | afbetaling in termijnen; termijnbetaling |
hinauta-鄙歌 | (oud) volksliedje; plattelands lied |
hine-陳 | (van graan, groenten, e.d.) oude voorraad (die te lang is blijven liggen) |
hinji-賓辞 | het lijdend voorwerp (grammatica) |
hinokuruma-火の車 | moeilijke (financiële) omstandigheden |
hinomarubentō-日の丸弁当 | een bentō (lunchbox) met witte rijst en één rode pruim in het midden (zodat het geheel lijkt op de Japanse vlag hinomaru) |
hinotama-火の玉 | vuurbal; dwaallicht |
hinpan-頻繁 | voortdurend [onophoudelijk; herhaald; regelmatig] zijn |
hinshitsu-品質 | kwaliteit (van een product) |
hinshitsukanri-品質管理 | kwaliteitsmanagement |
hippō-筆法 | gebruikswijze van een (schrijf)penseel; penseelvoering; penseelbehandeling |
hiragumo-平蜘蛛 | een spin (Uroctea compactilis) |
hirahira-ひらひら | (onomatopee) fladderend; dwarrelend; klapperend; flikkerend |
hiraishin-避雷針 | bliksemafleider |
hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
hiratagumo-平蜘蛛 | een spin (Uroctea compactilis) |
hiratai-平たい | simpel; eenvoudig; makkelijk (te begrijpen) |
hiratōin-平党員 | gewoon partijlid |
hirauchi-平打ち | platte draad [vlecht]; tape; lint |
hiri-非理 | onredelijk; ongehoorzaam; onlogisch; absurd |
hīringu-ヒーリング | healing (genezing langs paranormale weg of door alternatieve therapieën) |
hiriri-ひりり | (tijdelijk) verdoofd; gevoelloos; geprikkeld |
hiroba-広場 | plein; grote open publieke ruimte; forum |
hirōen-披露宴 | huwelijksreceptie; bijeenkomst; feest |
hiroin-ヒロイン | heldin; vrouwelijke hoofdpersoon |
hirumeshi-昼飯 | lunch; lichte maaltijd rond het middaguur |
hiruseki-昼席 | matinee; middagvoorstelling |
hisaishashūyōjo-被災者収容所 | vluchtelingenkamp |
hiseiki-非正規 | (afk. voor) losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
hiseikikoyō-非正規雇用 | losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
hisen-飛泉 | stroomversnelling |
hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
hisomu-潜む | verborgen zijn; latent zijn; zich schuilhouden; op de loer liggen |
hisoyaka-密やか | heimelijk; ongrijpbaar; onopvallend |
hissen-筆線 | penseellijn; penseelstreek (in schilderkunst, kalligrafie, e.d.) |
hissha-筆者 | kalligraaf |
hisshi-必死 | onvermijdelijke dood |
hisshi-必死 | (shōgi) onvermijdelijke schaakmat situatie |
hisshi-必至 | (shōgi) onvermijdelijk schaakmat situatie |
hisuru-比する | vergelijken |
hitatare-直垂 | traditionele Japanse kleding (oorspronkelijk de werkkleding van het gewone volk, later, vanaf de Muromachi periode, gedragen door de samoerai) |
hitato-ひたと | plotseling |
hitchaku-必着 | verplichte termijn [datum] voor ontvangst [aankomst] |
hitchihaiku-ヒッチハイク | liften (een voertuig aanhouden om gratis mee te rijden) |
hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
hitodama-人魂 | een (kleding)rekwisiet bij Kabuki om de illusie te wekken dat men door de lucht vliegt |
hitodanomi-人頼み | afhankelijk zijn van iemand anders; rekenen [vertrouwen] op iemand anders |
hitodasuke-人助け | een vriendelijke daad; gunst; hulp aan andere mensen |
hitode-人出 | grote opkomst; menigte; publiek |
hitode-人手 | (menselijke) hand |
hitodenashi-人でなし | een bruut; beest; monster; onmenselijk wezen |
hitogara-人柄 | karakter; aard; persoonlijkheid |
hitogoe-人声 | (het geluid van) de (menselijke) stem |
hitoichibai-人一倍 | meer dan anderen; meer dan gewoonlijk; met extra [meer] inzet; (ver)dubbel(d); twee keer (zo hard, veel, etc.) |
hitoichibai-人一倍 | ongewoon; ongebruikelijk |
hitoiki-一息 | één ademhaling |
hitokado-一廉 | vrij goed [redelijk; behoorlijk; beter dan anderen] zijn |
hitokage-人影 | menselijke figuur [silhouet] |
hitokawa-一皮 | (aan) de oppervlakte [buitenkant]; uiterlijk |
hitokurō-一苦労 | moeilijke tijd; het moeilijk hebben |
hitokurōn-ヒトクローン | menselijke kloon |
hitomae-人前 | publiek; openbaar; (in) aanwezigheid van (andere) mensen |
hitomakase-人任せ | het aan anderen overlaten; geen verantwoordelijkheid nemen |
hitomakasesuru-人任せする | (iets) aan anderen overlaten; geen verantwoordelijkheid nemen |
hitome-一目 | een blik; oogopslag |
hitome-人目 | publiek; openbaar; in de ogen van de wereld |
hitomebore-一目惚れ | liefde op het eerste gezicht |
hitomoji-一文字 | grove bieslook (Allium fistulosum) |
hitomōke-一儲け | het maken van winst; eenmalige winst |
hitonanoka-一七日 | de zevende dag na het overlijden; de eerste zeven dagen na het overlijden |
hitoribotchi-独りぼっち | een eenling; einzelgänger |
hitoribotchi-独りぼっち | alleenlevend [solitair] zijn; het rijk alleen hebben; |
hitoridachi-独り立ち | het onafhankelijk zijn; op eigen benen staan |
hitorigime-独り決め | (eigen) aanname [beslissing] zelf beslissen |
hitorigurashi-一人暮らし | alleen leven [wonen; een kluizenaarsbestaan; vrijgezellen bestaan; celibaat |
hitorijime-独り占め | monopolie |
hitorimi-独り身 | het ongetrouwd zijn; alleen wonen; celibaat |
hitorimi-独り身 | vrijgezel [vrijgezellin]; ongetrouwde [alleenwonende] persoon |
hitoshii-等しい | eender; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
hitosuji-一筋 | (iets dat lang en smal is) een streep; lijn; stuk; snoer; lengte; straal |
hitosujinawa-一筋縄 | de gewone [makkelijke] manier [methode] |
hitotarashi-人たらし | oplichter; fraudeur |
hitotsuoki-一つ置き | afwisseling |
hitoyama-一山 | een hoop; stapel; opstapeling |
hitoyama-一山 | opstakel; moeilijke situatie |
hitoyose-人寄せ | het publiek trekken; publiekstrekker; attractie |
hitozukai-人使い | de wijze van omgaan met [behandeling van] werknemers [personeel]; mensen 'gebruiken' |
hitozuki-人好き | charme; aantrekkelijkheid |
hito・genomu-ヒト・ゲノム | menselijk genoom |
hitsu-筆 | het schrijven; geschrift; schrijfwerk; kalligrafie; schrijfkunst |
hitsuboku-筆墨 | wat geschreven is met penseel en inkt; kalligrafie |
hitsudan-筆談 | schriftelijke communicatie |
hitsudansuru-筆談する | schriftelijk communiceren |
hitsudoku-必読 | noodzakelijke lectuur |
hitsugi-棺 | lijkkist; doodskist |
hitsui-筆意 | schrijfvaardigheid; schrijfstijl; houding bij het kalligraferen |
hitsui-筆意 | mentale houding tijdens het schrijven [kalligraferen] |
hitsujigusa-未草 | dwergwaterlelie (Nymphaea tetragona) |
hitsujin-筆陣 | stellingname (in een polemiek; pennenstrijd; twistgeschrift) |
hitsuju-必需 | absoluut noodzakelijk [nodig] zijn |
hitsumei-筆名 | pseudoniem; alias |
hitsumetsu-必滅 | sterfelijkheid; mortaliteit |
hitsuyōjōken-必要条件 | sine qua non; noodzakelijke voorwaarden (relatie tussen stellingen); vereisten |
hitsuzenteki-必然的 | onvermijdelijk |
hitteki-匹敵 | gelijkwaardig zijn; goed vergelijkbaar zijn |
hitteki-匹敵 | gelijkwaardige tegenstander |
hittekisuru-匹敵する | gelijkwaardig zijn aan; zich kunnen meten met; niet onderdoen voor; opgewassen zijn tegen |
hittō-筆答 | schriftelijk antwoord |
hittō-筆頭 | eerste trefwoord in een lijst |
hiwa-悲話 | triest [zielig] verhaal |
hiwa-鶸 | sijs (zangvogel, Carduelis spinus) |
hiwai-卑猥 | onzedelijkheid; obsceniteit |
hiyameshi-冷や飯 | kille [koele] behandeling [benadering] |
hiyashinsu-ヒヤシンス | hyacint (Hyacinthus orientalis) |
hiyō-飛揚 | het hoog in de lucht (vliegen); vlucht |
hiyoke-火除け | brandbeveiliging; bescherming tegen brand |
hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyoku-比翼 | een combinatie van de familiewapens van twee geliefden |
hiyokumon-比翼紋 | een combinatie van de familiewapens van twee geliefden |
hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyokurenri-比翼連理 | huwelijksgelofte |
hiyokuzuka-比翼塚 | dubbel graf van twee geliefden |
hiyorimi-日和見 | weersvoorspelling |
hiyowa-ひ弱 | zwakte; fragiliteit; broosheid |
hiyowai-ひ弱い | zwak; broos; teer; ziekelijk |
hiyu-比喩 | stijlfiguur; woordspeling; gelijkenis; metafoor |
hizashi-日差し | zonlicht; zonnestralen |
hizashi-陽射し | zonlicht; zonnestralen |
hizazume-膝詰め | face to face; vis-à-vis; direct [recht] tegenover elkaar; rechtstreeks [persoonlijk] contact |
hō-法 | wet; recht; grondbeginsel; principe; (boeddhistische) doctrine; religie; rede; code |
hō-豊 | afkorting voor de familienaam Toyotomi |
hoan-保安 | handhaving van de openbare orde [veiligheid]; ordehandhaving |
hoanchō-保安庁 | agentschap voor nationale veiligheid |
hoankensa-保安検査 | veiligheidscontrole |
hoanyōin-保安要員 | ordehandhavingspersoneel; beveiligingsmedewerker |
hobo-保母 | een werkneemster bij een kinderopvang (zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) |
hōdan-法談 | boeddhistische preek [verhandeling; dialoog] |
hōe-法衣 | religieuze kleding; priestergewaad |
hōetsu-法悦 | (boeddh.) religieuze extase |
hōfutsu-彷彿 | sterke gelijkenis |
hōganshi-方眼紙 | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
hogaraka-朗らか | vrolijk; opgewekt; stralend; schitterend |
hōhitsu-方筆 | hoekig schrift in kalligrafie |
hohoemi-微笑み | glimlach |
hohoemu-微笑む | (beginnen te) glimlachen |
hōi-包囲 | (mil.) omsingeling; belegering; insluiting |
hoihoi-ほいほい | gemakkelijk; zonder enige moeite; volgzaam |
hoikusho-保育所 | crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
hoiru-ホイル | (metaal)folie |
hōitsu-放逸 | losbandigheid; liederlijkheid; genotzucht |
hojō-捕縄 | bindtouw om bewegingsvrijheid van verdachten, criminelen, e.d., te beperken tijdens het vervoer van een locatie naar een andere (vgl. een hondenlijn) |
hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
hōjō-豊饒 | vruchtbaarheid; fertiliteit |
hōka-法科 | juridische afdeling; opleiding Rechten; juridische opleiding |
hokan-保管 | (veilige) bewaring; berging; stalling; opslag |
hokan-補完 | aanvulling; toevoegsel; supplement |
hōken-封建 | feodalisme |
hōkenseido-封建制度 | feodaal stelsel; feodalisme |
hokenshōken-保険証券 | verzekeringspolis |
hokenshōsho-保険証書 | verzekeringspolis |
hokkai-北海 | Noordelijke zee; Noordzee |
hokkaidō-北海道 | Hokkaido (noordelijkste hoofdeiland van Japan) |
hokkigai-北寄貝 | surfmossel (Spisula sachalinensis) |
hokkokuakaebi-北国赤海老 | zoete (noordelijke) garnaal (Pandalus borealis) |
hokkyokukai-北極海 | de Noordelijke IJszee |
hokō-歩行 | wandeling; het wandelen; lopen |
hōkōda-方向舵 | verticaal roer (in de staart van een vliegtuig) |
hōkoku-報告 | melding; rapport; bericht; inlichting |
hōkokusho-報告書 | (schriftelijk) verslag; rapport |
hokoraka-誇らか | trots [triomfantelijk] zijn |
hokorashii-誇らしい | trots; triomfantelijk |
hokori-埃 | rest; overblijfsel |
hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
hokubu-北部 | het noordelijk deel; het noorden |
hokuga-北画 | (afk. van) (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
hokugen-北限 | het noordelijkste punt [gebied; grens] (van iets) |
hokuhen-北辺 | het hoge noorden; noordelijk gebied; noordgrens |
hokushuga-北宗画 | (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
hokutan-北端 | noordpunt; noordelijkste punt |
hokuteki-北狄 | noordelijke barbaren, naam die werd gegeven aan nomadische volkeren in het oude China |
hokuyō-北洋 | Noordelijke zee [oceaan; wateren]; Noordzee |
hokuyō-北洋 | een term die in China werd gebruikt om te verwijzen naar de drie provincies van de Qing-dynastie, Zhihlei (Hebei), Shandong en Mukden (Liaoning) |
hōkyō-法橋 | (boeddh.) de brug van de Dharma (deze term vergelijkt de leer van Boeddha met een brug die mensen naar de overkant brengt) |
hōkyō-豊頬 | volle, aantrekkelijke wangen |
hokyū-補給 | aanvulling; bijvulling; bijvoegsel; supplement |
hōman-豊満 | weelderigheid; molligheid; wulpsheid |
homeru-褒める | prijzen; bewonderen; ophemelen; verheerlijken |
homo-ホモ | (wetenschappelijke naam voor) mens |
hōmon-法門 | boeddhistische leer; poort naar de boeddhistische [spirituele] verlichting |
homo・habirisu-ホモ・ハビリス | Homo habilis (uitgestorven menssoort, die 2,3 tot 1,5 miljoen jaar geleden leefde in Oost-Afrika)) |
homo・sapiensu-ホモ・サピエンス | (wetenschappelijke naam voor) de moderne mens; homo sapiens |
hōmuran・dābī-ホームラン・ダービー | (Major League Baseball) jaarlijkse wedstrijd om wie de meeste homeruns slaat |
hōmurūmu-ホームルーム | schoollokaal waar een groep leerlingen extra begeleiding krijgt van een vaste leraar (vaak voordat de reguliere lessen beginnen) |
hōmushikku-ホームシック | (lijdend aan) heimwee |
hōmusutei-ホームステイ | het verblijven bij een gastgezin |
hōmu・doresu-ホーム・ドレス | makkelijk zittende kleding voor thuis |
hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
hon-本 | (woord voor het tellen van lange cilindervormige voorwerpen, zoals pennen, flessen, etc.) |
honban-本番 | (live) optreden (voor een publiek); tijdstip van handeling [actie e.d.]; filmopname |
honbun-本分 | plicht |
hondai-本題 | het hoofdonderwerp; de kwestie in behandeling; dit onderwerp; het eigenlijke onderwerp |
honden-本殿 | hoofdschrijn in een shintō heiligdom |
honden-本殿 | woonhuis [dagelijks verblijf] van een keizer (voorheen de Seiryōden in Kyōto) |
hone-骨 | overblijfselen; as; stoffelijk overschot |
honemi-骨身 | botten en vlees; het hele lichaam |
honenashi-骨無し | rachitis; Engelse ziekte; iem. die lijdt aan rachitis |
honeppoi-骨っぽい | (qua karakter) stug; star; moeilijk om mee om te gaan |
hongū-本宮 | hoofdschrijn (binnen een shinto heiligdom); oorspronkelijke schrijn |
honji-本地 | oorspronkelijke verschijningsvorm van een Boeddha |
honji-本地 | oorspronkelijke vorm; (iemand's) ware aard; (iemand's) diepste gedachten |
honka-本歌 | het originele [oorspronkelijke] gedicht |
honke-本家 | hoofdtak van een familie |
honke-本家 | hoofdkantoor; hoofdfiliaal |
honmaru-本丸 | bolwerk; bastion; hoofdpunt (van iets); hoofdafdeling (van een instelling e.d.) |
honne-本音 | oprechte [eerlijke] (persoonlijke) mening [bedoeling] |
honni-本に | echt; werkelijk; waarlijk; heus; feitelijk |
honobono-仄仄 | warmte; vriendelijkheid |
honoka-仄か | vaag; onduidelijk; zwak |
honomekasu-仄めかす | zinspelen op; laten doorschemeren; een toespeling maken; een hint geven |
honrai-本来 | oorspronkelijk [intrinsiek; op zich zelf staand] zijn |
honrai-本来 | in wezen; van nature; in hoofdzaak; in werkelijkheid |
honryō-本領 | kenmerk; karakteristiek; (speciale) eigenschap; specialiteit |
honsaiyō-本採用 | vaste aanstelling; vast dienstverband |
honsei-本姓 | oorspronkelijke achternaam [familienaam]; meisjesnaam |
honseki-本籍 | (iemands) wettelijke [officiële] adres [woonplaats] |
honsen-本線 | hoofdlijn (van spoorweg; waterweg) |
honsha-本社 | belangrijkste heiligdom [schrijn; tempel] |
honsha-本社 | dit [hier genoemde] bedrijf [heiligdom] |
honshi-本志 | oorspronkelijke [ware] bedoeling |
honshi-本旨 | oorspronkelijke bedoeling; oorspronkelijk doel |
honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
honshitsuteki-本質的 | essentieel; noodzakelijk; belangrijk |
honsho-本署 | hoofdbureau (politie, etc.); hoofdkantoor |
honshoku-本職 | specialist; expert |
honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
hontaku-本宅 | hoofdverblijf; hoofdwoning |
honten-本店 | hoofdkantoor; hoofdvestiging; hoofdfiliaal |
hontōni-本当に | echt; waarlijk; heus; werkelijk; feitelijk |
hon'i-本意 | oorspronkelijke [ware] bedoeling [drijfveer] |
hon'in-本院 | aanduiding voor een voormalige keizer |
hon'yaku-翻訳 | vertaling |
hooba-朴歯 | steunbalkjes onder geta sandalen, gemaakt van magnolia hout |
hoozuki-酸漿 | Lampionplant (Physalis alkekengi var. francheti) |
hoozukiichi-酸漿市 | de lampionplant markt gehouden in de tempel Sensōji in Tokio op 9-10 juli |
hoppō-北方 | het noorden; noordelijke richting |
hoppō-北方 | noordelijk gebied |
hoppyōyō-北氷洋 | de Noordelijke IJszee |
hōraku-崩落 | verval; plotselinge daling [val] |
hōrei-法令 | wet; wetgeving; verordening; richtlijn |
hōrei-法例 | wettelijke reglementen; regels voor de toepassing van wetten |
horekomu-惚れ込む | gecharmeerd zijn van; verliefd zijn op |
hōren-鳳輦 | keizerlijke koets; keizerlijk rijtuig |
horeru-惚れる | verliefd worden op; je hart verliezen |
horiage-彫上げ | reliëf; gravure (beeldhouwkunst; houtsnijwerk) |
horiateru-掘り当てる | (olie) aanboren; een goud(ader) [schat] vinden |
horidasu-掘り出す | toevallig vinden; aantreffen; stuiten op |
horigotatsu-掘り炬燵 | kotatsu met beenruimte onder de vloerhoogte (zodat men makkelijker kan zitten) |
hōrō-放浪 | omzwerving; ronddwaling; landloperij |
hōrōheki-放浪癖 | neiging [instelling] tot zwerven (als levenswijze) |
horoyoi-微酔い | lichte vergiftiging |
horumarin-ホルマリン | formaline (chemische stof) |
horutānekku-ホルターネック | halterlijn (kleding) |
hōryaku-方略 | plan; strategie; krijgslist |
hosei-補正 | herziening; aanpassing; aanvulling en verbetering |
hōsekisango-宝石サンゴ | bloedkoraal (Corallium rubrum) |
hōsekiten-宝石店 | juwelier; juwelierswinkel |
hoshaku-保釈 | vrijlating tegen [onder] borgstelling; vrijstelling onder borgtocht |
hōshareikyaku-放射冷却 | radiatiekoeling; stralingskoeling |
hōshasen-放射線 | (radioactieve) straling |
hōshi-奉祀 | in een heiligdom plaatsen; (een heiligdom) toewijden [opdragen] aan |
hoshi-星 | ster (hemellichaam) |
hoshi-星 | (politieterm) dader; misdadiger; overtreder |
hōshi-芳志 | (uw) vriendelijkheid [vrijgevigheid] |
hoshiakari-星明かり | sterrenlicht |
hoshiawabi-干し鰒 | gedroogde zeeoor [abalone] (genus Haliotis) |
hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
hoshikage-星影 | sterrenlicht |
hoshikuzu-星屑 | sterrenwolk; kosmische stof; veel sterren (aan de nachtelijke hemel) |
hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
hoshimono-干し物 | de was die te drogen hangt [ligt] |
hōshin-芳信 | (beleefde term) uw (vriendelijke; gewaardeerde] brief |
hōshin-芳心 | (uw) goede bedoelingen; vriendelijkheid |
hoshizukiyo-星月夜 | een heldere [door de maan verlichte] sterrennacht |
hōshō-報償 | compensatie; (schade)vergoeding; schadeloosstelling |
hōshō-奉唱 | eerbiedig zingen; religieuze gezangen |
hōsho-奉書 | Japans papier van hoge kwaliteit |
hoshō-補償 | compensatie; schadevergoeding; schadeloosheidstelling |
hōshō-褒章 | eremedaille; medaille voor verdienstelijkheid |
hōshogami-奉書紙 | Japans papier van hoge kwaliteit |
hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
hōshōseido-報奨制度 | bonussysteem; systeem van bonusregelingen |
hoshōsuru-保障する | zekeren; veilig stellen |
hōshū-報酬 | beloning; vergoeding; bezoldiging; honorering; betaling |
hōsōeisei-放送衛星 | omroepsatelliet |
hōson-法孫 | (directe) volgelingen van Boeddha; boeddhistische studenten |
hosshin-発心 | (boeddh.) bekering; religieuze ontwaking; priester worden |
hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
hosuto-ホスト | (mannelijke) presentator (van tv-programma's, e.d.) |
hotaru-蛍 | vuurvlieg(je); glimworm |
hotarubi-蛍火 | het licht van een vuurvliegje |
hotaruika-蛍烏賊 | (vuurvlieg-) pijlinktvis (Watasenia scintillans) |
hōtei-法定 | legaliteit; wettelijkheid |
hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
hōteishiki-方程式 | (wiskundige) vergelijking |
hōteisokudo-法定速度 | wettelijk toegestane snelheid |
hōteki-法的 | legaal; wettelijk |
hōtō-朋党 | groepering; groep; kliek; aanhang |
hōtō-朋党 | (Chin.) politieke partij |
hōtō-法灯 | de leer [het licht] van Boeddha |
hotoke-仏 | een heilige |
hototogisu-杜鵑 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
hototogisu-杜鵑草 | paddenlelie; armeluisorchidee (Tricyrtis hirta) |
hottarakasu-ほったらかす | laten liggen; verwaarlozen; terzijde leggen; niet afmaken |
hottentotto-ホッテントット | Hottentot (lid van een stam in Zuid-Afrika) |
hotto-ほっと | gevoel van opluchting; zucht van verlichting |
hotto・furasshu-ホット・フラッシュ | opvlieger(s) |
hotto・manē-ホット・マネー | (Eng.: hot money) geld dat tussen financiële instellingen wordt uitgewisseld in een poging de rente of vermogenswinst te maximaliseren |
hotto・rain-ホット・ライン | hotline (rechtstreekse [directe] communicatie- [telefoon] verbinding |
hōwa-法話 | religieuze verhandeling; preek |
howaitoanken-ホワイト案件 | regulier werk (d.w.z. geen criminele activiteiten) |
howata-穂綿 | het pluis van de grote lisdodde plant (Typha latifolia), wordt ook als katoen gebruikt |
hoya-火屋 | lampenglas (glazen cilinder voor rookafvoer van olie- of gaslamp) |
hōyaku-邦訳 | vertaling in het Japans; Japanse vertaling |
hoyōchi-保養地 | kuuroord; herstellingsoord; sanatorium |
hoyōsho-保養所 | kuuroord; herstellingsoord; sanatorium |
hōzuru-崩ずる | overlijden; sterven (van een keizer, keizerin, douiarière) |
hyakkiyakō-百鬼夜行 | een nachtelijke optocht van monsters, spoken, geesten, etc. |
hyakkiyakō-百鬼夜行 | een hels spektakel; ware hel; verschrikkelijke chaos |
hyappō-百方 | op alle mogelijke manieren |
hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
hyōdo-表土 | (archeologie) de bodemlagen die bovenop de archeologische vondsten liggen |
hyōgo-評語 | beoordeling; cijfer |
hyōhen-豹変 | (verwijzing naar de vacht van een luipaard) plotselinge verandering van gedrag (en taalgebruik) |
hyōjō-表情 | gezichtsuitdrukking; gelaatsuitdrukking; blik |
hyōka-評価 | taxatie; waardebepaling; schatting |
hyōka-評価 | evaluatie; waardering; erkenning; beoordeling |
hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
hyōkihei-驃騎兵 | lichte cavalerie; cavalerist; bereden soldaat |
hyokkori-ひょっこり | plotseling; onverwacht; opeens; toevallig |
hyonna-ひょんな | vreemd; onverwacht; toevallig; ongewoon; eigenaardig |
hyoronagai-ひょろ長い | lang en dun [smal; mager]; spichtig; slungelig |
hyōrōzeme-兵糧攻め | uithongeringspolitiek; oorlogstactiek van uithongeren |
hyōshinuke-拍子抜け | anticlimax; tegenvaller; teleurstelling |
hyōshitsu-氷質 | ijskwaliteit; kwaliteit van ijs |
hyōshō-表彰 | eerbewijs; eervolle vermelding; publieke erkenning |
hyōtan-氷炭 | contradictie; tegenstelling; onverenigbaarheid; strijdigheid |
hyotto-ひょっと | mogelijk; misschien; toevallig; onbedoeld; per ongeluk |
hyottoshitara-ひょっとしたら | mogelijk; misschien; toevallig |
hyottoshite-ひょっとして | toevallig; bij toeval; onvoorzien |
hyūman・asesumento-ヒューマン・アセスメント | (Eng.: human assessment) beoordeling van mensen (b.v. personeel) |
hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
i-異 | ongewoonheid; vreemdheid; zonderling [afwijkend] zijn |
i-移 | (arch.) een circulaire (uitwisseling van documenten tussen overheidsinstellingen ten tijde van het Ritsuryō-systeem) |
ibarakidasshu-茨城ダッシュ | rijgedrag van automobilisten die zodra het stoplicht op groen springt, snel rechtsaf slaan voor het tegemoetkomend verkeer (genoemd naar Ibaraki Pref) |
ībun-イーブン | (Eng.: even) gelijk; gelijkspel; remise |
ībun・pā-イーブン・パー | (Eng.: even par) (golfterm), score waarbij het aantal slagen gelijk is aan de rating voor die baan |
ibutsu-遺物 | relikwie |
ichaicha-いちゃいちゃ | het flirten; het aaien [strelen] |
ichaichasuru-いちゃいちゃする | flirten; aaien; strelen |
icharibachōdē-いちゃりばちょーでー | (Okinawa dialect) zodra we elkaar ontmoeten zijn we broers [zusters] (m.a.w. wees vriendelijk voor vreemden) |
ichi-位置 | positie; ligging; locatie |
ichibai-一倍 | vermenigvuldigen met één; oorspronkelijke bedrag [hoeveelheid] |
ichibetsu-一瞥 | een (vluchtige) blik [oogopslag; kijk] |
ichidan-一段 | nog (veel) meer; behoorlijk veel |
ichidanraku-一段落 | tijdelijke afronding; tussendoel (bereikt); tussenstap |
ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
ichidokini-一時に | tegelijkertijd; in een keer |
ichigaini-一概に | onvoorwaardelijk; zonder voorbehoud; zonder uitzondering |
ichigenka-一元化 | eenwording; centralisatie |
ichigō-一合 | 0,18 liter (180 ml) |
ichigoichie-一期一会 | ieder moment; eenmalig; één keer in je leven (en nooit weer) |
ichigoichigo-一語一語 | woord voor woord; woordelijk; verbatim |
ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
ichiji-一次 | de eerste (rang; keer); oorspronkelijke; primaire |
ichijibarai-一時払い | volledige betaling in een keer; betaling van de lumpsum [het hele bedrag ineens] |
ichijikaiko-一時解雇 | (tijdelijk) ontslag; afvloeiing (van personeel); non-actief |
ichijirushii-著しい | opvallend; opmerkelijk; merkwaardig |
ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
ichijishinogi-一時凌ぎ | noodoplossing; tijdelijke maatregel |
ichijiteishi-一時停止 | (verkeerswet) verplichte stop (bij een stopbord, e.d.) |
ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
ichijiteki-一時的 | tijdelijk; kortstondig |
ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
ichijō-一定 | zeker; werkelijk; wis en waarachtig |
ichijō-一条 | één regel [lijn; streep; straal] |
ichiku-移築 | verplaatsing (ontmanteling en wederopbouw) van een gebouw |
ichimaiiwa-一枚岩 | monoliet (uit één steen gehouwen) |
ichimei-一命 | eerste (levens)taak; opdracht; aanstelling |
ichimenshiki-一面識 | oppervlakkige kennis; eenmalige ontmoeting |
ichimi-一味 | bende; groepering; samenzwering; kliek; kartel |
ichimi-一味 | (Boeddhisme) de eenheid van de veelheid van interpretatieverschillen, die afhankelijk van tijdperk, locatie en individuen ontstaan |
ichimōdajin-一網打尽 | grootschalige arrestaties |
ichimoku-一目 | een blik; oogopslag |
ichimokuryōzen-一目瞭然 | het duidelijk [voor de hand liggend] zijn |
ichimokusanni-一目散に | zo snel mogelijk; halsoverkop; als de bliksem |
ichimon-一門 | (behorend tot) een (zelfde) familie [clan] |
ichimon-一門 | leerlingen van dezelfde meester (van een school der kunsten, vechtsporten, e.d.) |
ichimonji-一文字 | rechte lijn |
ichinan-一難 | een probleem; moeilijkheid; ramp |
ichinensei-一年生 | eerstejaars student [scholier] |
ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
ichininshō-一人称 | (taalkunde) de eerste persoon; (in literatuur) de ik-persoon; ik-vorm |
ichiranhyō-一覧表 | tabel; lijst; rooster; schema |
ichiranseisōseiji-一卵性双生児 | eeneiige tweeling |
ichiretsu-一列 | een (wacht)rij; queue; de eerste rij (theater e.d.); op één lijn [rij] |
ichiritsu-一律 | eenvormigheid; gelijkvormigheid; gelijkheid |
ichiritsu-市立 | gemeentelijk; stedelijk |
ichiryū-一流 | top; eerste [hoogste] klas [niveau]; unieke kwaliteit |
ichishichinichi-一七日 | de zevende dag na het overlijden; de eerste zeven dagen na het overlijden |
ichiyō-一様 | eenvormigheid; gelijkheid |
ichiza-一座 | banket; feestelijk [officieel] diner |
ichizoku-一族 | bloedverwant; familie(leden); clan |
ichizon-一存 | zijn eigen [persoonlijke] oordeel [mening] |
ichizu-一途 | toewijding; doelbewustheid; vastberadenheid; rechtlijnigheid |
iden-遺伝 | erfelijkheid; (genetische) overerving |
idengaku-遺伝学 | genetica; erfelijkheidsleer |
idōdo-移動度 | mobiliteit |
idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
idōtoshokan-移動図書館 | (stedelijke) bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek |
ie-家 | familie; gezin |
iebae-家蠅 | huisvlieg (Musca domestica) |
iegamae-家構え | de uiterlijke kenmerken (bouwstijl, etc.) van een huis |
iegara-家柄 | komaf; afstamming; afkomst; sociale status van een familie |
iemochi-家持ち | huiseigenaar; gezinshoofd; hoofd van een familie |
ienken-以遠権 | landingsrecht dat een luchtvaartmaatschappij toestaat om na aankomst in het land dat het reisdoel is, door te vliegen en te landen in een ander land |
ienoko-家の子 | kind geboren in een voorname [gegoede; oude] familie |
ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
ierō・jānarizumu-イエロー・ジャーナリズム | riooljournalistiek; boulevardjournalistiek |
ierō・puresu-イエロー・プレス | sensatiepers; riooljournalistiek |
ietsuki-家付き | een eigen huis hebben; aan een huis verbonden zijn; bij een huis behorend; bij een familie intrekken |
igai-遺骸 | stoffelijk overschot; lijk |
igisu-海髪 | zeehaar (dunne rode zeewier, gebruikt in agar en lijm) |
igyō-異形 | vreemd [atypisch; afwijkend] van vorm [gedaante; uiterlijk] |
ihan-違犯 | delict; misdaad |
ihin-遺品 | erfstuk; (persoonlijk) aandenken; nalatenschap |
ihitsu-遺筆 | nagelaten geschrift [kalligrafie] van een overledene; postuum werk |
ihoku-以北 | ten noorden [noordelijk] van |
iiai-言い合い | ruzie; discussie; twistgesprek; woordenwisseling |
iibun-言い分 | bewering; stelling; verklaring; wat je te zeggen hebt |
iidakudaku-唯唯諾諾 | bereidwillig; gewillig; instemmend |
iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
iigakari-言いがかり | het zich verplichten (tot); iets toezeggen |
iiharu-言い張る | (stug) volhouden; beweren; blijven zeggen [herhalen] |
iikagen-いい加減 | willekeur; onverantwoordelijkheid |
iikagen-いい加減 | behoorlijk (wat); tamelijk; nogal; niet gering; niet weinig |
iinasu-言い做す | iets laten klinken alsof; (iets zeggen en daarbij) de indruk wekken dat |
iinayamu-言い悩む | aarzelen [het moeilijk vinden] om te zeggen |
iinikui-言い難い | moeilijk om te zeggen; pijnlijk; delicaat; gênant |
iitsukeru-言いつける | iets verklikken |
iitsutaeru-言い伝える | (woord voor woord) doorvertellen; mondeling doorgeven |
iiyoru-言い寄る | iem. benaderen; het hof maken; flirten |
iizama-好い様 | (ironisch spraakgebruik) netelige [moeilijke; lastige; beschamende] omstandigheid [situatie] |
ījī-イージー | (ge)makkelijk; eenvoudig |
ījīgōingu-イージーゴーイング | relaxed; ontspannen; gemakkelijk (in de omgang) |
ijimashii-いじましい | kleinzielig; gemeen; gierig; zielig |
ijin-異人 | vreemdeling; buitenlander |
ijiwarui-意地悪い | gemeen; hatelijk; boosaardig; wraakzuchtig |
ījī・kea-イージー・ケア | (ge)makkelijk te onderhouden (meestal gebruikt voor stoffen van kleding) |
ījī・peimento-イージー・ペイメント | (af)betaling in termijnen |
ījī・risuningu-イージー・リスニング | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
ījī・risuningu・myūjikku-イージー・リスニング・ミュージック | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
ijō-囲繞 | omsingeling; het omringen |
ijōseiyoku-異常性欲 | hyperseksualiteit; abnormale seksuele drang |
ijōsekkin-異常接近 | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
ijōshi-異状死 | onnatuurlijke dood |
ika-烏賊 | pijlinktvis |
ikan-遺憾 | teleurstelling; betreurenswaardig zijn |
ikanobori-凧 | vlieger (aan een touw) |
ikasama-如何様 | fraude; bedrog; oplichting |
ikataru-胃カタル | maagcatarre; gastritis; ontsteking van het maagslijmvlies |
ikazuchi-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
ike-いけ | een voorvoegsel dat een (denigrerend) bijvoeglijk naamwoord versterkt |
ikenkōkan-意見交換 | ideeënuitwisseling; het uitwisselen van meningen |
ikenrippō-違憲立法 | ongrondwettelijke wetgeving |
ikesukanai-いけ好かない | gemeen; slecht; walgelijk; griezelig; eng |
iki-息 | adem; ademhaling |
ikidaore-行き倒れ | op straat in elkaar zakken; bewusteloos [dood] op straat liggen |
ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
ikigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
ikijigoku-生き地獄 | helse lijdensweg |
ikimi-生き身 | levend lichaam |
ikinagaraeru-生き長らえる | lang (blijven) leven |
ikinari-行き成り | plotseling |
ikinari-行き成り | toevallig; bij toeval |
ikioi-勢い | vitaliteit; levenskracht; levensmoed |
ikiru-生きる | leven; (blijven) bestaan |
ikiryō-生き霊 | een levende (lichaamsloze) geest die zijn eigen lichaam heeft verlaten om wraak te nemen op iemand; een wraakzuchtige geest |
ikisaki-行き先 | (eind)bestemming; verblijfplaats |
ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
ikisuji-粋筋 | liefdesaffaire |
ikitōgō-意気投合 | wederzijds begrip; op één lijn zitten; eensgezind zijn |
ikitsugi-息継ぎ | een ademhaling (b.v. tijdens zingen of zwemmen) |
ikiutsushi-生き写し | evenbeeld; sprekende gelijkenis |
ikiyōyō-意気揚揚 | dolgelukkig [triomfantelijk; trots; opgetogen] zijn |
ikizukai-息遣い | ademhaling |
ikkagen-一家言 | persoonlijke mening |
ikkatsushingi-一括審議 | gezamenlijk overleg |
ikkatsushori-一括処理 | batchverwerking; gezamenlijke verwerking |
ikke-いっけ | een voorvoegsel dat een (denigrerend) bijvoeglijk naamwoord versterkt |
ikken-一見 | oogopslag; blik; glimp |
ikki-一気 | één ademhaling; één teug; één slok |
ikkiichiyū-一喜一憂 | afwisselend blij [vrolijk] en verdrietig [angstig]; tussen hoop en vrees |
ikkini-一気に | direct; onmiddellijk |
ikkō-一行 | een handeling |
ikkoku-一刻 | een ogenblik(je); moment; tijdje; poosje; minuut |
ikkokumono-一刻者 | heethoofd; koppig [opvliegend] persoon |
ikkyo-一挙 | eenmalige actie [handeling] |
ikkyo-一挙 | alles tegelijk [in één keer] doen |
ikkyoni-一挙に | in één slag [klap]; in één keer; alles tegelijk |
ikkyoryōtoku-一挙両得 | twee vliegen in één klap |
ikō-意向 | intentie; voornemen; bedoeling; opzet; instelling |
ikō-遺稿 | nagelaten manuscript; postuum gepubliceerd werk |
ikokujin-異国人 | (arch.) buitenlander; vreemdeling |
ikokujin-異国人 | exentriekeling; zonderling |
ikomu-イコム | International Council of Museums (een onafhankelijke niet-gouvernementele internationale organisatie voor musea) |
ikoraizā-イコライザー | (voorversterker voor geluidsweergave) equalizer; toonregelaar |
ikōru-イコール | gelijke; equivalent |
ikōru-イコール | gelijk; overeenkomstig; gelijkwaardig |
ikōru-イコール | isgelijkteken (=) |
ikotsu-遺骨 | botten die na crematie overblijven |
iku-行く | sterven; overlijden |
ikusa-戦 | oorlog; (veld)slag; gevecht; strijd; militaire campagne |
ikutsumo-幾つも | (met ontkenning) nauwelijks; bijna niets |
ikyo-依拠 | afhankelijkheid; basis; steun; toeverlaat |
ikyosuru-依拠する | afhankelijk zijn van; gebaseerd zijn op; steunen op; zich toeverlaten op |
imaimashii-忌ま忌ましい | irritant; ergerlijk; storend; vervelend; onaangenaam |
imajinēshon-イマジネーション | verbeelding; fantasie; voorstellingsvermogen |
imanotokoro-今の所 | op dit ogenblik; tegenwoordig; momenteel; vandaag de dag |
imashimo-今しも | juist nu; zojuist; op dit ogenblik |
imawashii-忌まわしい | onaangenaam; verwerpelijk; onsmakelijk; walgelijk |
imei-異名 | andere naam; bijnaam; alias |
imēji-イメージ | beeld; beeltenis; voorstelling; afbeelding |
imējimento-イメージメント | het controleren [aanpassen] van het imago [de uitstraling] van producten of diensten naar de verwachtingen van de consumenten |
imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
imon-慰問 | bezoek (uit medeleven) aan een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft |
imonsuru-慰問する | (uit medeleven) een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft bezoeken |
imōtobun-妹分 | protegee; beschermelinge |
imyō-異名 | andere naam; bijnaam; alias |
in-イン | in; binnen de lijnen (bijv. bij tennis) |
in-淫 | mannelijk zaad; sperma |
inabikari-稲光 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
inamenai-否めない | niet te ontkennen; onmiskenbaar; onomstotelijk |
inan-以南 | ten zuiden [zuidelijk] (van) |
inaoru-居直る | plotseling agressief [vijandig] worden |
inazuma-稲妻 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
inbesutomento・anarisuto-インベストメント・アナリスト | beleggingsanalist |
inbi-隠微 | iets dat verborgen [ondoorgrondelijk] is |
inbō-陰謀 | complot; intrige; heimelijk plan |
inbu-陰部 | schaamstreek; genitaliën |
indīzu-インディーズ | (independent film, music) onafhankelijk muzieklabel, film, etc. |
inenmaku-胃粘膜 | maagslijmvlies |
infaitingu-インファイティング | (verborgen) machtsstrijd; stammenstrijd; heimelijke concurentie |
infōmaru-インフォーマル | informeel; niet officieel; vrijblijvend; ongedwongen |
infomēshon-インフォメーション | informatie; inlichtingen; kennis |
infomēshon・anarisuto-インフォメーション・アナリスト | informatie analist |
infomēshon・disukurōjā-インフォメーション・ディスクロージャー | openbaarmaking [onthulling] van informatie |
infōmudo・konsento-インフォームド・コンセント | verklaring van vrijwillige toestemming (med.) |
infure・tāgetto-インフレ・ターゲット | (Eng.: inflation target) inflatiedoelstelling |
ingai-員外 | niet-leden; iemand zonder lidmaatschap |
ingaidan-院外団 | leden van een politieke partij die geen zetel hebben in het parlement |
ingaidan-院外団 | lobby (poging tot beïnvloeding van politici) |
ingakankei-因果関係 | oorzakelijk [causaal] verband |
ingaritsu-因果律 | de wet [het principe] van oorzaak en gevolg [van causaliteit; oorzakelijkheid] |
ingin-慇懃 | beleefdheid; hoffelijkheid |
ingurisshu・burekkufāsuto-イングリッシュ・ブレックファースト | (Eng.: English breakfast) Engels ontbijt |
ingyō-印形 | zegel (in reliëf); zegelafdruk |
ininjō-委任状 | (schriftelijke) volmacht [machtiging; autorisatie] |
inji-印璽 | keizerlijk zegel; staatszegel |
injikētā-インジケーター | richtingaanwijzer; knipperlicht |
inkasuru-引火する | ontbranden; vlamvatten; in brand vliegen |
inken-陰険 | bedrieglijkheid; sluwheid |
inki-陰気 | treurigheid; zwaarmoedigheid; melancholie |
inkō-印行 | publicatie; druk; uitgave; editie |
inkō-淫行 | obsceniteit; onzedelijk gedrag |
inkoku-印刻 | zegelsnijding; het uitsnijden van een zegelreliëf |
inkurain-インクライン | (Eng.: incline) kanaal of spoorlijn over een hellend vlak [berghelling] |
inmarusatto-インマルサット | (International Mobile Satellite Organization) een Brits telecommunicatiebedrijf |
inmyunitī-インミュニティー | immuniteit; onschendbaarheid; vrijstelling |
innā-インナー | binnen; binnenkant; binnenste; inwendig; innerlijk |
innākauntā-インナーカウンター | binnen balie |
innā・torippu-インナー・トリップ | innerlijke reis; meditatie |
inochimyōga-命冥加 | wonderbaarlijke redding [ontsnapping] van de dood |
inochitori-命取り | fataal; dodelijk |
inochizuna-命綱 | reddingslijn; lifeline |
inokoru-居残る | achterblijven; langer doorgaan; overwerken |
inparusu-インパルス | (med.) impuls; zenuwprikkeling |
inpasuto-インパスト | impasto (dik opgezette olieverf) |
inpei-隠蔽 | verzwijging; geheimhouding; verhulling; verberging |
inperiaru-インペリアル | keizerlijk; vorstelijk |
inposhiburu-インポシブル | onmogelijk |
inpu-淫婦 | losbandige vrouw; vrouw van lichte zeden; slet [prostituee] |
inran-淫乱 | losbandigheid; (zinnelijke) onmatigheid |
inrē-インレー | (tandheelkunde) inlay; vulling; plombeersel |
insaidā-インサイダー | insider; ingewijde; vertrouweling |
insaido・sutōrī-インサイド・ストーリー | inside story; persoonlijk verhaal |
insan-陰惨 | gruwelijkheid; afgrijselijkheid |
inshin-陰唇 | labium; schaamlip |
inshurin-インシュリン | insuline |
inshuunten-飲酒運転 | het rijden onder invloed van alcohol; alcomobilisme |
insō-印相 | mudra (symbolische handsymboliek bij beelden in verschillende godsdiensten, o.a. Boeddhisme) |
insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
insupirēshon-インスピレーション | inspiratie; bezieling; ingeving |
insurin-インスリン | insuline |
insuru-淫する | zich laten gaan; zich te buiten gaan; zich liederlijk gedragen |
intābanku-インターバンク | interbancair (tussen banken onderling) |
intādishipurinarī-インターディシプリナリー | interdisciplinair (samenwerking tussen verschillende takken van wetenschap) |
intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
intānashonaru・sekyuritī-インターナショナル・セキュリティー | internationale veiligheid |
intāoperabiritī-インターオペラビリティー | interoperabiliteit (onderlinge uitwisselbaarheid) |
intāpōru-インターポール | Interpol (International Criminal Police Organization) |
intāpuritā-インタープリター | tolk; (mondelinge) vertaler |
intāpuritā-インタープリター | interpreter (software), computerprogramma dat herhaaldelijk instructies leest en vertaalt naar machinecode |
intaresuto-インタレスト | interesse; belangstelling |
intario-インタリオ | intaglio (gegraveerde edelsteen) |
intāseputā-インターセプター | jachtvliegtuig (dat vijandelijke projectielen moet onderscheppen) |
interi-インテリ | intellectueel; geleerd person; intelligentsia |
interigenchia-インテリゲンチア | intelligentsia; de intellectuelen |
interijensu-インテリジェンス | intelligentie; verstand |
interijensu-インテリジェンス | kennis; informatie; inlichtingen |
interijento・biru-インテリジェント・ビル | intelligent gebouw (met computergestuurde functies) |
interijento・tāminaru-インテリジェント・ターミナル | intelligent terminal (computer) |
interu-インテル | interlinie (bij boekdrukkerij, metalen plaatje om regels te scheiden) |
intō-淫蕩 | losbandigheid; ontucht; onzedelijkheid |
inu-犬 | verklikker; tipgever |
inwai-淫猥 | obsceniteit; onzedelijkheid |
inzoku-姻族 | schoonfamilie; aangetrouwde familie |
in'yō-引用 | citaat; quotatie; aanhaling |
in'yōfu-引用符 | aanhalingsteken(s) |
in'yu-引喩 | allusie; toespeling; zinspeling |
in・rō-イン・ロー | schoonfamilie |
ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
ippa-一波 | rimpeling; deining; sensatie |
ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
ippandō-一般道 | algemene weg; openbare [plaatselijke] weg |
ippandōro-一般道路 | algemene weg; openbare [plaatselijke] weg |
ippanka-一般化 | generalisatie; generalisering |
ippankasuru-一般化する | generaliseren |
ippanni-一般に | in het algemeen; doorgaans; gewoonlijk; in de regel |
ippanron-一般論 | heersende mening; algemene opvatting; generalisatie |
ippanteki-一般的 | algemeen; gewoon; gebruikelijk |
ippantōshika-一般投資家 | particuliere investeerder |
ippashi-一端 | vrij [redelijk] goed [kundig; competent] |
ippatsu-一発 | één aanval [actie; handeling] |
ippatsu-一発 | (gebruikt als bijwoord) één keer; eenmalig |
ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
ippin-逸品 | voortreffelijk voorwerp [object; product; artikel]; pronkjuweel; meesterstuk; meesterwerk |
ippitsugaki-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
ippitsusho-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
ippon-一本 | één lang cilindrisch voorwerp |
ipponjōshi-一本調子 | eenvoud; rechtlijnigheid |
ippon'yari-一本槍 | een beslissende actie (b.v. met een speer) |
iradatsu-苛立つ | geïrriteerd raken; het geduld verliezen |
irasshaimase-いらっしゃいませ | (bevel of dringend verzoek) kom [ga] alstublieft |
irassharu-いらっしゃる | gaan; komen; langskomen [op visite komen]; zijn (beleefd voor het onderwerp van de handeling en met de -masu vorm, ook nog beleefd voor de toehoorder) |
irechigai-入れ違い | het elkaar tegenkomen; elkaar tegen het lijf lopen |
irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
irekawari-入れ替わり | vervanging; substitutie; wisseling |
ireru-入れる | meedoen; deelnemen; lid worden |
irīgaru-イリーガル | illegaal; onwettig; wederrechtelijk |
irikumu-入り組む | gecompliceerd [ingewikkeld] worden |
irimuko-入り婿 | een man die wordt geadopteerd door zijn schoonfamilie |
iroaseru-色褪せる | dof worden; de glans verliezen |
irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
iroha-伊呂波 | een verzameling van in het totaal 47 karakters, die allen voorkomen in het gedicht iroha-uta |
irojikake-色仕掛け | (vrouwelijke) verleidingskunst |
irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond |
iroke-色気 | sexappeal; seksuele aantrekkelijkheid |
irokichigai-色気違い | erotomanie; hyperseksualiteit; nymfomanie |
irome-色目 | verleidelijke blik; lonk |
iromeku-色めく | verliefd [wellustig; zinnelijk] worden |
ironaoshi-色直し | het wisselen van kleding [kostuum] tijdens gelegenheden zoals een huwelijk |
iru-居る | (ver)blijven; wonen |
iruminēshon-イルミネーション | (decoratieve) verlichting [lichtjes]; belichting |
iryō-医療 | medische zorg [behandeling] |
iryōkikan-医療機関 | medische instelling; medisch instituut |
iryūhin-遺留品 | (bij politieonderzoek) voorwerpen die zijn achtergelaten door de dader; eigendommen van het slachtoffer; gevonden voorwerpen |
iryūjon-イリュージョン | illusie; hallucinatie; hersenschim; waandenkbeeld; droombeeld; fantasie; zinsbegoocheling |
isakai-諍い | ruzie; onenigheid; woordenwisseling |
isaki-伊佐木 | grombaard; knorvis (Parapristipoma trilineatum) |
isaku-遺作 | postuum werk (gepubliceerd na de dood van de auteur) |
isamu-勇む | opgewekt [vrolijk; levendig; in een goed humeur] zijn |
isao-勲 | (bijzondere) prestatie; verdienstelijke daad |
isei-以西 | ten westen [westelijk] (van) |
iseiai-異性愛 | heteroseksualiteit |
iseisha-為政者 | staatsman; politicus |
ishi-意志 | wil; wens; voornemen; bedoeling |
ishi-意思 | bedoeling; gedachte; mening; wens |
ishi-遺址 | ruïne; overblijfselen |
ishidatami-石畳 | een familie embleem met een schaakbord patroon |
ishigami-石神 | een heilige steen [rots] (waarvan men gelooft dat er een godheid in woont)) |
ishigumi-石組み | schikking [groepering] van stenen in een Japanse tuin (waarbij de stenen symbolisch worden gebruikt als eiland, berg, etc.) |
ishiki-違式 | informaliteit |
ishikiteki-意識的 | bewust; opzettelijk; met opzet |
ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
ishitsubutsutoriatsukaisho-遺失物取扱所 | afdeling gevonden voorwerpen |
ishoku-移植 | naturalisatie |
ishokujō-委嘱状 | aanstellingsbrief |
ishu-意趣 | intentie; bedoeling |
ishū-異臭 | stank; walgelijke [onaangename] geur |
ishuku-萎縮 | atrofie; verschrompeling; uitdroging |
isoiso-いそいそ | (onomatopee) opgewekt; vrolijk; blij; luchthartig; opgewonden [huppelend] van blijdschap |
isoisosuru-いそいそする | vrolijk [levendig] zijn; ergens blij [vol verwachting] naar uitkijken |
isokando-イソ感度 | ISO-gevoeligheid (van een camera) |
ison-依存 | afhankelijkheid |
isondo-依存度 | mate [graad] van afhankelijkheid [vertrouwen] |
isoshimu-勤しむ | zich wijden aan; streven naar; ijverig [plichtsgetrouw] zijn |
issei-一斉 | gelijkheid; gelijkwaardigheid |
issei-一斉 | gelijktijdigheid |
isseichidai-一世一代 | één keer in je leven; uniek; eenmalig |
isseki-一席 | banket; feestmaal; feestelijk diner; etentje |
issekinichō-一石二鳥 | (spreekwoord) twee vliegen in één klap slaan |
issen-一線 | een lijn [streep]; scheidslijn; onderscheid |
issetsuna-一刹那 | een moment; ogenblik |
issho-一緒 | (te)samen; gezamenlijk |
isshoku-一色 | een gelijke kleur [stemming; tendens] |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
isshū-一周 | rotatie; omwenteling; rondgang; omvaart |
isshun-一瞬 | één ogenblik; moment; oogwenk |
isso-いっそ | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
isso-いっそ | (arch.) werkelijk; helemaal; in ieder geval; hoe dan ook |
issonokoto-いっその事 | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
isū-異数 | bijzondere gunst; speciale behandeling |
isukumeru-射竦める | de vijand immobiliseren [op zijn positie vastpinnen] met een regen aan pijlen |
isukumeru-射竦める | de tegenstander intimideren met een woeste [dreigende] blik |
isuramugenrishugi-イスラム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isurāmugenrishugi-イスラーム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isuramukyō-イスラム教 | de Islam (religie) |
isuramu・fandamentarizumu-イスラム・ファンダメンタリズム | moslimfundamentalisme |
īsutan・rīgu-イースタン・リーグ | (honkbal competitie) Oostelijke divisie |
isuwaru-居座る | in eenzelfde positie [ambt] blijven; aanblijven (als); ongewijzigd blijven |
itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
itai-異体 | afwijkende [ongebruikelijke] vorm |
itai-異体 | ander [niet-identiek] lichaam |
itai-痛い | pijnlijk |
itai-遺体 | lijk; dode; dood lichaam; stoffelijk overschot |
itaibukuro-遺体袋 | lijkzak; lijkhoes; bodybag |
itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
itaitashii-痛痛しい | meelijwekkend; zielig |
itamashii-痛ましい | pijnlijk; schrijnend; treurig; triest |
itami-痛み | (lichamelijke) pijn |
itami-痛み | (geestelijke) pijn; bezorgdheid; angst; verdriet |
itamiwake-痛み分け | gelijkspel in een sumo wedstrijd, omdat de tegenstander een verwonding heeft opgelopen |
itamu-痛む | pijn hebben; (pijn) lijden; pijn doen; kwetsen; pijnlijk zijn |
itaria-イタリア | Italië |
itariago-イタリア語 | de Italiaanse taal; het Italiaans |
itariajin-イタリア人 | Italiaan |
itarian-イタリアン | Italiaans; Italiaanse taal; Italiaans eten |
itarian-イタリアン | Italiaan |
itariaryōri-イタリア料理 | Italiaans eten; Italiaanse gerechten; de Italiaanse keuken |
itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
itchō-一朝 | plotseling |
itō-以東 | ten oosten [oostelijk] (van) |
ito-意図 | bedoeling; voornemen; intentie |
itokenai-幼けない | jong; kinderlijk; onvolwassen |
itoku-遺徳 | verdienstelijke nalatenschap door de deugd van een voorouder [stamvader] voor zijn nakomelingen |
itooshii-愛おしい | schattig; lief(e)lijk; lieftallig; vertederend; aandoenlijk |
itoshigo-愛し子 | dierbaar [geliefd] kind |
itoshii-愛しい | lief; geliefd; dierbaar |
itoshii-愛しい | zielig; meelijwekkend |
itoteki-意図的 | opzettelijk; met opzet; expres; bewust |
itoyanagi-糸柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
itsukushimu-慈しむ | houden van; liefhebben |
itsumo-何時も | altijd; ieder keer; gewoonlijk; constant; voortdurend |
itsuninaku-いつになく | ongewoon; ongebruikelijk; ongehoord; … dan ooit tevoren |
itsuwaru-偽る | liegen; bedriegen; doen alsof; veinzen; vervalsen |
itsuzai-逸材 | een opmerkelijk talent; een uitzonderlijk getalenteerd persoon |
ittai-一体 | één lichaam [standbeeld] |
ittei-一定 | constant [vast; zeker; bepaald; gebruikelijk; uniform] zijn |
ittemairimasu-行って参ります | ik ga; tot ziens; tot straks (gezegd door degene die weggaat tegen degene die thuis blijft) |
itten-一転 | één ronde [beurt; omwenteling; draai; verandering] |
itterasshai-行ってらっしゃい | tot ziens; tot straks (gezegd door degene die thuis blijft tegen degene die weggaat) |
ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
iwai-祝い | felicitatie; viering |
iwaibashi-祝い箸 | ronde eetstokjes met dunne uiteinden die men gebruikt bij feestelijke maaltijden |
iwaigoto-祝い事 | een feestelijke gebeurtenis; viering |
iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
iwakan-違和感 | gevoel van onbehagen, ongemakkelijk gevoel |
iwamuro-岩室 | (natuurlijke) grot (in de rotsen) |
iwana-岩魚 | (Japanse) zalmforel (Salvelinus) |
iwatsubame-岩燕 | huiszwaluw (Delichon urbicum) |
iwau-祝う | (iem.) feliciteren; (iets) vieren |
iyademo-否でも | of je dat nu wilt of niet; onvermijdelijk; goedschiks of kwaadschiks |
iyagarase-嫌がらせ | het treiteren; kwelling; intimidatie |
iyahaya-いやはや | (uitroep) o jee; lieve hemel; goede genade |
iyaiya-嫌嫌 | onwillig; met tegenzin |
iyaku-意訳 | vrije vertaling |
iyani-嫌に | vreselijk; buitengewoon; onaangenaam; naar; vervelend |
iyarashii-嫌らしい | obsceen; onzedelijk |
iyashi-癒やし | therapie; genezing; heling; rustgeving; kalmering |
iyashii-卑しい | gemeen; vals; grof; verachtelijk; smerig |
izaisoku-居催促 | weigering om te vertrekken [weg te gaan] (tot men zijn zin [betaling] heeft gekregen |
izakoza-いざこざ | complicaties; conflict(en); moeilijkheden; (geld) problemen |
izoku-遺族 | nabestaanden; familie van de overledene |
izon-依存 | afhankelijkheid |
izonsei-依存性 | afhankelijkheid; afhankelijke aard |
izuminetsu-泉熱 | Izumi koorts (infectieziekte vergelijkbaar met roodvonk) |
izumonokami-出雲の神 | godheid van het Izumo heiligdom (wordt gezien als god van het huwelijk) |
izumotaisha-出雲大社 | Izumo heiligdom [schrijn] (Shimane prefectuur) |
izure-何れ | hoe dan ook, wat er ook van zijn mag; uiteindelijk; vroeg of laat |
izutsu-井筒 | een buis [cilinder] van gewapend beton |
ī・kyū-イー・キュー | emotionele-intelligentiequotiënt |
ī・kyū-イー・キュー | educatieve-intelligentiequotiënt |
jabara-蛇腹 | kroonlijst (van een gebouw) |
jain-邪淫 | ongeremdheid; wellustigheid; onzedelijkheid |
jain-邪淫 | (boeddh.) overspel; het hebben van een buitenechtelijke relatie |
jairokoputā-ジャイロコプター | gyrokopter; autogiro; molenvliegtuig |
jairopairotto-ジャイロパイロット | (op vliegtuigen en schepen) automatische piloot (een instrument dat automatisch een bepaalde koers aanhoudt) |
jakuhai-若輩 | jong persoon; jongeling; jongmens |
jakuhai-若輩 | beginneling; onervaren persoon |
jakyoku-邪曲 | verdorvenheid; gemeenheid; oneerlijkheid |
jamadate-邪魔だて | (moedwillige) obstructie; hindering; tegenwerking; belemmering |
jamakke-邪魔っけ | het lastig [hinderlijk; storend] zijn |
jamon-蛇紋 | gevlekt patroon (lijkend op een slangenvel) |
jānarisutikku-ジャーナリスティック | journalistiek; journalistisch |
jānarisuto-ジャーナリスト | journalist |
jānarizumu-ジャーナリズム | de journalistiek |
janen-邪念 | slechte bedoeling(en) [gedachten]; kwade geest |
janen-邪念 | zinloze [wereldse; profane; onzedelijke] gedachten [gevoelens] |
janguru・jimu-ジャングル・ジム | klimrek (Engels: jungle gym) |
japonika-ジャポニカ | japonica, wetenschappelijke naam voor plant-variëteiten |
jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
jibōjiki-自暴自棄 | wanhoop; vertwijfeling |
jichitai-自治体 | gemeente; plaatselijke overheid |
jidenbungaku-自伝文学 | autobiografische literatuur |
jido-磁土 | kasolien |
jidōbungaku-児童文学 | (vanaf 1920) kinderliteratuur; boeken voor kinderen |
jidōfukushishisetsu-児童福祉施設 | instituut [instelling] voor het kinderwelzijn [welzijn van kinderen] |
jidōhanbaiki-自動販売機 | (verkoop)automaat (blikjes, sigaretten, etc.) |
jidōhon'yaku-自動翻訳 | automatische vertaling |
jidōshasongaibaishōsekininhoken-自動車損害賠償責任保険 | wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor voertuigen |
jidōshi-自動詞 | intransitief werkwoord; onovergankelijk werkwoord |
jigami-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
jigami-地髪 | natuurlijk haar |
jiguchi-地口 | woordspeling |
jiguchi-地口 | (Muromachi periode) voorgevel-belasting (een tijdelijke belasting op huizen [percelen], in steden als Kyoto en Nara) |
jiguchisen-地口銭 | (Muromachi periode) een tijdelijke belasting op huizen [percelen] (in steden als Kyoto en Nara) |
jihatsu-自発 | spontaniteit; vrijwilligheid |
jihibiki-地響き | aardtrilling; ondergrondse trilling [beving]; ondergronds gerommel |
jihishuppan-自費出版 | zelfpublicatie; publicatie op eigen kosten |
jijimusai-爺むさい | ouwelijk; slonzig |
jijitsu-事実 | feit; realiteit |
jijitsujō-事実上 | in feite; feitelijk; werkelijk |
jijo-次序 | volgorde; systeem; regeling; bestel |
jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
jikadanpan-直談判 | directe onderhandeling [bespreking]; persoonlijk gesprek [interview] |
jikaku-自覚 | zelfbewustzijn; zelfbewustwording; zelfrealisatie; zelfbesef |
jikanwari-時間割 | rooster; tijdschema; dienstregeling |
jikatabi-地下足袋 | (Japanse) canvas schoen voor werklieden (met teenspleet en rubber zool) |
jikayōsha-自家用車 | privé auto; particuliere auto |
jikei-字形 | lettertype; font; (kalligrafie) stijl van kanji schrijven |
jiketsu-自決 | zelfdoding (bij het op zich nemen van verantwoordelijkheid) |
jikideshi-直弟子 | directe [persoonlijke] leerling [volgeling] (van een meester) |
jikidō-直堂 | (zen-boedddh.) de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de gewaden en hoofddeksels van de monniken |
jikka-実家 | ouderlijk huis |
jikkei-実刑 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikkeihanketsu-実刑判決 | gevangenisstraf zonder uitstel uitgevoerd; onvoorwaardelijke gevangenisstraf |
jikkō-実行 | toepassing; aanwending; uitvoering; realisering |
jikkyō-実教 | (boeddh.) de ware leer die tot verlichting leidt |
jikkyō-実況 | echte [feitelijke] situatie; omstandigheid |
jikkyōkenbun-実況見分 | politieonderzoek op de plaats van een misdrijf met instemming van de betrokkenen (zonder een gerechtelijke of wettige machtiging) |
jikohasan-自己破産 | het eigen faillissement aanvragen |
jikokuhyō-時刻表 | dienstregeling; tijdschema |
jikomujun-自己矛盾 | een innerlijke tegenspraak; tegenstrijdigheid |
jikoshihonhiritsu-自己資本比率 | solvabiliteitsratio |
jiku-軸 | (wiskunde) as; middellijn |
jikubari-字配り | letterindeling; letterverdeling; positionering van letters [karakters] |
jikyō-自供 | (vrijwillige) bekentenis |
jikyū-時給 | uurloon; betaling per uur |
jimaku-字幕 | ondertiteling |
jimei-自明 | vanzelfsprekendheid; duidelijkheid |
jimejime-じめじめ | (onomatopee) terneergeslagen; somber; gedeprimeerd; melancholisch |
jimen-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jimetsu-自滅 | natuurlijk verval; zelfvernietiging; je eigen graf graven; je eigen nederlaag over jezelf afroepen |
jimichi-地道 | stabiel [gestaag; oprecht; eerlijk] zijn |
jimuteki-事務的 | zakelijk |
jimuteki-事務的 | bureaucratisch; onpersoonlijk |
jin-陣 | slagorde; gevechtsopstelling |
jinbutsu-人物 | persoonlijkheid; aard; karakter |
jindōteki-人道的 | humaan; menswaardig; menslievend |
jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
jingasaren-陣笠連 | gewone leden [het kader] van een politieke partij |
jingi-仁義 | naastenliefde en rechtvaardigheid (in confucianisme) |
jingi-仁義 | plicht |
jingi-神器 | heilige schat (m.n. de drie heilige schatten van de keizerlijke troon, het zwaard, het juweel, de spiegel) |
jingi-神器 | de keizerlijke troon |
jinjin-じんじん | tintelend [pijnlijk; verdoofd; stekend] gevoel |
jinjō-尋常 | eerlijk [prijswaardig; stijlvol] zijn |
jinjō-尋常 | goed [voortreffelijk] zijn |
jinkaku-人格 | karakter; aard; persoonlijkheid |
jinkei-陣形 | slagorde; legeropstelling; gevechtsformatie |
jinken-人権 | mensenrechten; burgerlijke vrijheden |
jinketsu-人傑 | een intelligent [getalenteerd] persoon; een groot mens |
jinkōchinō-人工知能 | kunstmatige intelligentie |
jinkōchishiki-人工知識 | kunstmatige intelligentie (AI: artificial intelligence) |
jinkōchōsa-人口調査 | volkstelling; census |
jinkōchūzetsu-人工中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jinkōeisei-人工衛星 | (kunstmatige) satelliet; spoetnik; kunstmaan |
jinkōninshinchūzetsu-人工妊娠中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jinmei-人命 | het (menselijk) leven |
jinmeiyōkanji-人名用漢字 | lijst van officieel toegelaten karakters om eigennamen weer te geven in de familieregisters |
jinmenjūshin-人面獣心 | een monster [beest] in menselijke gedaante; een bruut; meedogenloos [wreed] mens |
jinmon-尋問 | (bij politie of justitie) ondervraging; verhoor |
jinmyaku-人脈 | persoonlijke [zakelijke] contacten; netwerk |
jinpin-人品 | (persoonlijk) voorkomen; uiterlijk; verschijning |
jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
jinrui-人類 | menselijk wezen; de mens (Homo sapiens); de mensheid |
jinruiai-人類愛 | mensenliefde; humanisme |
jinryoku-人力 | mankracht; menselijke kracht |
jinsha-仁者 | een welwillende [liefdadige] persoon; weldoener; filantroop |
jinshin-人臣 | onderdaan; vazal; volgeling |
jinshin-人身 | menselijk lichaam |
jinshin-人身 | (iemands) persoonlijkheid |
jinshinkōgeki-人身攻撃 | persoonlijke aanval; gemene [valse] opmerkingen]; karaktermoord; argumentum ad hominem (afk. ad hominem) |
jintai-人体 | het menselijk lichaam |
jintai-靱帯 | ligament; bindweefselband |
jintaijikken-人体実験 | experimenteren op mensen; onderzoek met menselijke proefpersonen |
jintaikaibō-人体解剖 | menselijke anatomie |
jintaikaibōgaku-人体解剖学 | de studie van de menselijke anatomie |
jintaimokei-人体模型 | anatomisch model van het menselijk lichaam |
jintōzei-人頭税 | hoofdelijke omslag; hoofdelijke belasting |
jinzaihaken-人材派遣 | uitzendwerk; tijdelijk werk |
jin'ei-陣営 | (militair) kamp; kampement; legerkamp; bivak |
jin'ei-陣営 | opstelling (van legers) |
jin'en-人煙 | menselijke bewoners (te zien door rook uit hun huizen) |
jippahitokarage-十把一絡げ | alles bij elkaar genomen; alles tegelijk; samenvattend geheel; generalisering |
jippi-実費 | werkelijke [huidige] kosten [uitgaven]; onkosten |
jiridaka-じり高 | geleidelijke stijging (van prijzen, koersen, e.d.) |
jirijiri-じりじり | beetje bij beetje; stap voor stap; langzaam maar zeker; langzamerhand; geleidelijk |
jiritsu-自律 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
jiritsu-自立 | zelfstandigheid; onafhankelijkheid; zelfvoorziening |
jiritsusuru-自立する | zelfstandig [onafhankelijk] worden |
jiriyasu-じり安 | geleidelijke daling (van prijzen, koersen, e.d.) |
jiryokusen-磁力線 | magnetische veldlijn(en) |
jisei-自省 | zelfreflectie; zelfbeoordeling |
jisei-辞世 | het overlijden; sterven |
jiseisuru-自生する | natuurlijk [spontaan] groeien; in het wild groeien |
jiseki-事跡 | (voet)sporen; overblijfsel; bewijs(stuk) |
jisetsu-自説 | iemands persoonlijke mening |
jisha-侍者 | dienaar (bij vooraanstaande [adellijke] families) |
jisha-寺社 | (boeddhistische) tempel en (shintō) heiligdom [schrijn] |
jisho-辞書 | keizerlijke brief (als antwoord, of berichtgeving) |
jishoku-辞色 | iemands taalgebruik en uiterlijke verschijning [gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking] |
jishu-自主 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
jishu-自首 | zelf-aangifte (bij de politie); jezelf aangeven |
jishuteki-自主的 | zelftstandig; autonoom; onafhankelijk |
jisoku-自足 | zelfstandigheid; onafhankelijkheid; op eigen benen kunnen staan; autarkie |
jissai-実際 | werkelijkheid; realiteit; stand van zaken |
jissaika-実際化 | verwezenlijking; realisatie |
jissaiteki-実際的 | praktisch; realistisch; pragmatisch |
jisseikatsu-実生活 | realiteit; dagelijkse werkelijkheid; (in) het echte leven |
jissen-実線 | ononderbroken lijn |
jisshakai-実社会 | de echte [werkelijke] maatschappij [wereld]; het echte [werkelijke] leven |
jisshi-十指 | de tien vingers [tenen]; tien (opmerkelijke) zaken |
jisshinhō-十進法 | decimale [tientallige] talstelsel |
jisshitsuteki-実質的 | substantieel; inhoudelijk; essentieel; werkelijk; wezenlijk |
jisshō-実証 | feitelijk [op feiten gebaseerd] bewijs; solide [door feiten ondersteund; aangetoond] bewijs |
jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
jissō-実相 | de feiten; de werkelijkheid; feitelijke omstandigheden; realiteit |
jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
jitai-自体 | zelf; zichzelf; het eigen lichaam |
jitchoku-実直 | eerlijkheid; betrouwbaarheid |
jitchūhakku-十中八九 | met grote waarschijnlijkheid; negen van de tien keer; in negen van de tien gevallen |
jiten-自転 | omwenteling; aswenteling; rotatie |
jitenjūki-自転周期 | rotatieperiode; omwentelingstijd |
jitenshaokiba-自転車置場 | fietsenstalling |
jitsueki-実益 | netto winst; gerealiseerde winst |
jitsuen-実演 | opvoering; optreden (voor publiek) |
jitsugen-実現 | verwezenlijking; realisatie |
jitsugensuru-実現する | realiseren; verwezenlijken; bewerkstelligen |
jitsujō-実状 | de feitelijke [actuele] situatie [toestand]; de huidige stand van zaken; de werkelijkheid |
jitsuni-実に | werkelijk; echt; feitelijk; zeker |
jitsurei-実例 | een actueel voorbeeld; illustratie; toelichting |
jitsuroku-実録 | feitelijke [waarheidsgetrouwe] beschrijving |
jitsurokumono-実録物 | een feitelijk [waarheidsgetrouw] verslag |
jitsuryoku-実力 | (werkelijke) kracht; vermogen; competentie; talent; vaardigheid |
jitsuryoku-実力 | militaire [politie] macht |
jitsuwa-実は | in feite; feitelijk; trouwens; om de waarheid te zeggen |
jitsuzairon-実在論 | realisme; externalisme (filosofie) |
jitsuzō-実像 | echt beeld (een beeld dat ontstaat wanneer gereflecteerde en gebroken lichtstralen elkaar op elk punt kruisen) |
jitsuzonshugi-実存主義 | existentialisme |
jittai-実態 | feitelijke situatie; realiteit |
jitto-じっと | stil; stijf; onbeweeglijk |
jiun-自運 | kanji kalligraferen en daarbij je eigen creativiteit volgend |
jiyūgyō-自由業 | zelfstandig [vrij; onafhankelijk] beroep |
jiyūka-自由化 | liberalisering; liberalisatie; versoepeling; deregulering; vrijmaking |
jiyūkasuru-自由化する | liberaliseren; dereguleren; vrijmaken |
jiyūshugi-自由主義 | liberalisme |
jizen-慈善 | filantropie; liefdadigheid |
jizura-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jī・pī・esu-ジー・ピー・エス | gps (wereldwijd plaatsbepalingssysteem) |
jō-情 | passie; liefde; lust |
jō-譲 | (in samenstellingen) geven; overhandigen; toekennen; doorgeven; verkopen |
jō-錠 | slot; vergrendeling; hangslot |
jōai-情愛 | affectie; genegenheid; liefde |
jōbutsu-成仏 | het bereiken van de Verlichting; Boeddha worden |
jōbutsu-成仏 | het sterven [overlijden]; de dood |
jōbutsusuru-成仏する | de Verlichting bereiken; Boeddha worden |
jōbutsusuru-成仏する | sterven; overlijden |
jōchū-条虫 | lintworm |
jōdōshisū-情動指数 | emotionele-intelligentiequotiënt (index) |
jogai-除外 | verwijdering; eliminatie |
jōgi-定規 | liniaal; tekenhaak; tekendriehoek |
jōhanshin-上半身 | bovenlichaam; romp |
johō-叙法 | wijze van (schriftelijk) uitdrukken |
jōhō-定法 | een conventie; gebruikelijke methode [manier] |
jōhō-情報 | inlichtingen; informatie; nieuws; verslag |
johō-除法 | deling (rekenkunde) |
jōhōkikan-情報機関 | inlichtingendienst |
joi-女医 | een vrouwelijke arts [dokter] |
jōi-攘夷 | afkeer [uitsluiting] van vreemdelingen [buitenlanders] (in Japan m.n. in de Bakumatsu periode, 1853-1868) |
jōji-畳字 | herhaling van dezelfde kanji of kana (in combinaties) |
jōji-畳字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
jōjō-上場 | (theater) voorstelling; opvoering |
jojoni-徐徐に | stap voor stap; beetje bij beetje; geleidelijk |
jōju-成就 | verwezenlijking; prestatie; behaald succes; verworvenheid; hetgeen bereikt is |
jōjusuru-成就する | verwezenlijken; bereiken; voltooien; succes behalen |
jokei-女系 | de vrouwelijke familielijn; de afstammingslijn van moederskant |
jōkei-情景 | tafereel; uitzicht; aanblik |
jōkenhansha-条件反射 | een geconditioneerde [voorwaardelijke] reflex |
jōkenzukenatsuinshōsho-条件付捺印証書 | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
jōki-上気 | teveel worden; controle verliezen over jezelf |
jōki-乗機 | aan boord gaan [instappen] in een vliegtuig |
jōki-乗機 | bemand vliegtuig; vliegtuig met mensen aan boord |
jōkigen-上機嫌 | goed humeur; vrolijkheid; opgewektheid |
jōkisuru-上気する | controle verliezen over jezelf |
jōkō-上皇 | ex-keizer; voormalige keizer; keizer die troonsafstand doet |
jōkō-条項 | clausule; artikel; bepaling; voorwaarde |
jokuse-濁世 | (boeddh.) de (bezoedelde) wereld; de stoffelijke [zintuiglijke] wereld |
jōkyaku-乗客 | passagier (in boot, trein, vliegtuig, auto, e.d.) |
jokyo-除去 | verwijdering; eliminatie; uitroeiing |
jōmai-上米 | topklasse (topkwaliteit) rijst |
jomakushiki-除幕式 | (officiële) onthulling (van een kunstwerk e.d.) |
jomei-除名 | royement; het schrappen van iemands naam van de lijst |
jōmoku-条目 | artikel; clausule; bepaling; beding |
jōmon-定紋 | familiewapen |
jōmono-上物 | kwaliteitsproduct(en) |
jōmu-乗務 | het dienstdoen [werkzaam zijn] als bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
jōmu-常務 | dagelijks werk; dagelijkse routine |
jōmuin-乗務員 | bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
jōnetsu-情熱 | passie; enthousiasme; bezieling; gedrevenheid |
jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
jonokuchi-序の口 | laagste rang op de sumoranglijst |
jōran-上覧 | keizerlijke inspectie |
jōrō-上﨟 | een adellijke dame; edelvrouw |
jorunāta-ジョルナータ | hoeveelheid fresco verf die in 1 dag kan worden opgebracht (van Italiaans: giornata, een dag werk) |
jōryokuju-常緑樹 | wintergroene boom; altijd groenblijvende boom |
jōryūkaikyū-上流階級 | de hogere klasse; elite |
josanjo-助産所 | kraamkliniek |
joseiteki-女性的 | vrouwelijk, verwijfd |
jōseki-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
jōseki-定席 | vaste [reguliere] plek [stoel; plaats; ruimte] |
jōshiki-常識 | (gezond) verstand; slimheid; pienterheid |
jōshō-上昇 | stijging; klim; toename |
jōshō-常勝 | onoverwinnelijkheid; onverslaanbaar zijn; voortdurende overwinningen |
joshū-女囚 | vrouwelijke gevangene |
jōshūhan-常習犯 | recidive; herhaling van strafbare feiten; het opnieuw vervallen in dezelfde zonde [fouten] |
jōshūsei-常習性 | handeling [drang; neiging] uit gewoonte; recidivisme |
josondanpi-女尊男卑 | vrouwelijk chauvinisme; (het geloof in) de superioriteit van vrouwen over mannen (lett. de vrouw is geëerd, de man nederig) |
jōsū-乗数 | vermenigvuldiger; multiplicator |
josuru-除する | verwijderen; elimineren; uitsluiten |
jotai-女体 | vrouwenlichaam; het lichaam van een vrouw |
jotai-除隊 | ontslag uit militaire dienst; demobilisatie |
jōtatsu-上達 | vooruitgang; verbetering; ontwikkeling |
jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
jōtō-上等 | hoge [uitstekende] kwaliteit; excellentie |
jōto-譲渡 | overdracht; levering; inbezitstelling |
jōwa-情話 | een emotioneel verhaal; liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
jū-住 | residentie; verblijf(plaats); woning |
ju-寿 | felicitaties; gelukwensen; kado ter felicitatie |
jūaku-十悪 | (boeddh.) tien slechte daden (die gedrag, taalgebruik en instelling omvatten) |
jūbunjōken-十分条件 | voldoende woordwaarden (relatie tussen stellingen) |
juchū-受注 | het in ontvangst nemen van een levering [bestelling] |
judai-入内 | het betreden van het keizerlijk hof door de bruiloftsstoet van de toekomstige keizerin |
jūdai-重大 | belangrijk [serieus; aanzienlijk; ernstig] zijn |
jūdan-縦断 | verticale splitsing [verdeling] |
jūdansuru-縦断する | verticaal doorsnijden [splitsen; verdelen] |
judōtai-受動態 | (grammatica) lijdende [passieve] vorm (van een werkwoord) |
jūfuku-重複 | duplicatie; herhaling; overlapping |
jūgen-重言 | (taalkunde) tautologie; herhaling binnen een uitdrukking |
jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie (toegeschreven aan Kakuan) van de 10 stadia van verlichting (weergegeven als ossenhoeder-tekeningen van een herder en zijn os) |
jūhachiban-十八番 | iemand's specialiteit [sterke kant] |
jūhan-従犯 | medeplichtigheid; medeplichtige |
jūhō-重砲 | zwaar geschut; zware artillerie; groot kaliber wapen |
jūjika-十字架 | een (christelijk) kruis; kruisvorm |
juju-授受 | geven en nemen; overdracht; overhandiging; uitwisseling |
jūjū-重重 | herhaaldelijk |
jūkeibi-重警備 | zware beveiliging; maximum security (gevangenis) |
jukkei-術計 | list; strategie; intrige |
jūkō-重厚 | diepgaand [serieus; kalm; oprecht; eerlijk] zijn |
jūkō-銃腔 | kaliber (van een vuurwapen) |
jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
jukurensha-熟練者 | specialist; expert; bekwaam [ervaren] persoon |
jukutō-塾頭 | directeur van privéschool-instelling |
jūkyo-住居 | woonplaats; verblijfplaats |
jūmō-絨毛 | (med.) villus (m.v. villi) vlokken (b.v. darmvlokken) |
junan-受難 | zware beproeving(en); onheil; (pijn) lijden |
junan-受難 | (chr.) het lijden van Christus |
junankyoku-受難曲 | passiemuziek (over het lijden van Christus) |
junansuru-受難する | lijden |
jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
jungyaku-順逆 | gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid; loyaliteit en verraad |
junjiru-準じる | iets behandelen volgens de standaard ervan; gelijk behandelen |
junkaibunko-巡回文庫 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (gedateerd, tevens ver-afgelegen plaatsen) |
junkaitoshokan-巡回図書館 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (m.n. voor ver-afgelegen plaatsen) |
junkatsuyu-潤滑油 | smeerolie |
junkyo-準拠 | conformiteit; aanpassing; gelijkvormigheid; overeenstemming; navolging |
junkyohō-準拠法 | geldend recht; toepasselijke wetgeving (bij Internationale transacties, geschillen, e.d.) |
junnan-殉難 | zichzelf opofferen voor land of religie; martelaarschap |
junnō-順応 | aanpassing; conformatie; inschikkelijkheid; acclimatisatie |
junnōsuru-順応する | (zich) aanpassen; conformeren (aan); acclimatiseren |
junpitsu-潤筆 | het kalligraferen of tekenen |
junpitsu-潤筆 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
junpitsuryō-潤筆料 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
junpō-旬報 | publicatie [rapport; tijdschrift] dat elke 10 dagen wordt uitgebracht; tiendaagse uitgave |
junryō-順良 | goedaardigheid en deugdzaamheid; eerlijkheid |
junsa-巡査 | politieman; (politie)agent |
junsahashutsujo-巡査派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
junshoku-殉職 | overlijden tijdens de uitoefening van zijn beroep [dienst] (b.v. brandweer of politie) |
junzen-純然 | beslist; uiteraard; volslagen |
junzuru-準ずる | iets behandelen volgens de standaard ervan; gelijk behandelen |
jun'ai-純愛 | zuivere [oprechte] liefde |
jun'en-順縁 | het feit dat in de natuurlijke loop der dingen de mensen sterven in volgorde van ouderdom |
jun'yō-準用 | het toepassen van (bepalingen van) regelgeving [wetgeving] |
jūretsu-縦列 | (mil.) colonne; gelid |
jūrokumiri-十六ミリ | 16 millimeter |
jūrokumirieiga-十六ミリ映画 | een 16 millimeter film |
jūrokumirikamera-十六ミリカメラ | een camera gebruikmakend van het 16 millimeter filmformaat |
jūryōsei-従量制 | betaling naar gebruik (een methode waarbij diensten en voorzieningen in rekening worden gebracht gebaseerd op werkelijk gebruikte gegevens en tijd) |
juryōsho-受領書 | betalingsbewijs; bon; factuur |
jūsei-獣性 | dierlijkheid; bestialiteit; beestachtigheid |
jūseki-重責 | zware [grote] verantwoordelijkheid |
jūsho-住所 | (iemands) adres; verblijfplaats |
jushofutei-住所不定 | zonder vaste woon- of verblijfplaats; zonder vast adres |
jūshoroku-住所録 | adresboek; adreslijst |
jussaku-術策 | een list; kunstgreep; intrige |
jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
jussū-術数 | een list; kunstgreep; intrige |
jūtai-縦隊 | colonne; formatie [opstelling] achter elkaar |
jūten-充塡 | vulling; het vullen |
jūtenseisaku-重点政策 | belangrijkste beleidslijn; voorrangsbeleid |
jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
jutsu-術 | een mysterische kunst; een wonderlijke techniek |
jutsubu-述部 | het onderwerp (met bepalingen) van een zin |
jūyaku-重訳 | vertaling van een vertaling |
jūyu-重油 | zware olie; stookolie |
ka-科 | departement; afdeling; faculteit; specialisatie; afdeling; onderverdeling |
ka-科 | classificatie van organismen en virussen; familie (van planten) |
ka-課 | afdeling; sectie; departement |
kaatsuban-加圧盤 | een drukplaat; drukcilinder |
kabane-姓 | (arch.) erfelijke eretitel voor het hoofd van een clan (in het oude Japan) |
kabane-姓 | familienaam |
kabin-過敏 | (over)gevoeligheid; nervositeit |
kabo-家母 | mater familias; het hoofd van een familie |
kachikubyōin-家畜病院 | dierenkliniek |
kachikusha-家畜舎 | stal; dierenverblijf; schuur (voor dieren) |
kachimake-勝ち負け | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
kachō-家長 | pater [mater] familias; het hoofd van een familie |
kachō-課長 | hoofd van een (kleinere) afdeling |
kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
kachū-家中 | alle familieleden; de hele familie |
kachūsha-カチューシャ | Katjoesja, Russisch lied |
kadai-仮題 | voorlopige [tijdelijke] titel |
kaden-家伝 | familietraditie (vooral in verschillende kunstvormen, zoals Nō, Budō, e.d.) |
kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
kaden-家電 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
kadō-可動 | beweeglijkheid; beweegbaarheid |
kado-廉 | (vermoedelijke) reden; aantijging; verdenking |
kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
kaeshi-返し | weerhaak (vislijn) |
kaesugaesu-返す返す | herhaaldelijk; steeds opnieuw |
kaesugaesu-返す返す | werkelijk; echt |
kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
kafēpaurisuta-カフェーパウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
kafu-家父 | pater familias (het hoofd van een familie) |
kafū-家風 | familietraditie |
kafū-歌風 | (Japanse waka) poëtische [dichterlijke] stijl |
kagai-加害 | mishandeling; geweld; agressie |
kagaku-家学 | studiegebied binnen een familie (en als (familie)traditie voortgezet) |
kagakuhin-化学品 | chemicaliën |
kagakuteki-科学的 | wetenschappelijk |
kagakutekikanrihō-科学的管理法 | systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering |
kagehinata-陰日向 | oneerlijkheid; onoprechtheid; twee kanten hebben |
kagekiha-過激派 | extreme groep (van politiek e.d.) |
kagemusha-影武者 | iemand (het brein, de feitelijke leider) die achter de schermen werkt en anderen als marionetten bespeelt of gebruikt |
kagenagara-陰ながら | van achter de schermen; vanaf de zijlijn; op de achtergrond; in het geheim |
kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
kagiri-限り | limiet; laatste [hoogste] punt; bovengrens; uiterste |
kago-加護 | goddelijke bescherming; zegen |
kago-歌語 | woorden of uitdrukkingen die hoofdzakelijk in traditionele (Japanse) poëzie worden gebruikt; poëtische woorden |
kagōbutsu-化合物 | chemische samenstelling [verbinding] |
kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
kagū-仮寓 | tijdelijke woning; tijdelijk verblijf |
kagurauta-神楽歌 | kagura-lied (lied gezongen bij de ceremoniële dans in het Shinto ritueel |
kagyō-家業 | familiebedrijf; familiezaak |
kagyō-家業 | binnen een familie (van generatie op generatie) doorgegeven beroepen en technieken |
kahaku-仮泊 | (scheepvaart) het tijdelijk voor anker gaan |
kahanshin-下半身 | onderlichaam |
kahei-寡兵 | klein leger; kleine militaire eenheid |
kahen-佳編 | uitmuntend [uitstekend] werk(stuk) (literatuur e.d.) |
kahen-可変 | variabiliteit; veranderlijkheid |
kahi-果皮 | schil; vlies; vruchtschil |
kahin-佳品 | goed artikel; goed werk; kwaliteitsprodukt |
kahō-加法 | optelling; som |
kahō-家宝 | familiestuk (vaak van grote of historische waarde); familiebezit; erfstuk |
kahō-家法 | huisregels; regels die binnen een familie gelden |
kahō-家法 | familietradities (m.b.t kunst, ambacht, e.d.) |
kai-回 | gyrus; kronkeling [winding] (in hersenen) |
kaiboku-解墨 | lithographie inkt |
kaibun-回文 | palindroom; keerwoord |
kaibunsho-怪文書 | een anoniem document met twijfelachtige [lasterlijke] inhoud |
kaidoku-回読 | het om de beurt [beurtelings] lezen |
kaidoku-解読 | decodering; ontcijfering; ontsleuteling |
kaieki-改易 | (hist.) het wegnemen van grondgebied, ambt of positie (op basis van strafrechtelijke vervolging, e.d.) |
kaien-開演 | het begin van een voorstelling [optreden] |
kaifuku-回復 | herstel; beterschap; restoratie; rehabilitatie |
kaifukusuru-回復する | herstellen; beter worden; restaureren; rehabiliteren |
kaigansen-海岸線 | kustlijn |
kaigansen-海岸線 | spoorlijn langs de kust |
kaigoken-介護犬 | assistentiehond; ADL-hond (om mensen met een handicap te helpen met Activiteiten van het Dagelijks Leven) |
kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de aspirant piloot of leerling vlieger op die opleiding |
kaihatsu-開発 | ontwikkeling; ontginning; exploitatie; cultivering |
kaihatsutojōkoku-開発途上国 | ontwikkelingsland; de groeilanden; de opkomende naties |
kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
kaihō-解放 | vrijlating; invrijheidstelling; bevrijding; verlossing |
kaihō-開放 | opening; openstellen (voor publiek) |
kaihōsuru-開放する | openen; openstellen (voor publiek) |
kaiin-会員 | lid (v.e.vereniging, genootschap, etc.) |
kaiji-開示 | onthulling; weergave; presentatie; verslaggeving |
kaijō-開場 | het opengaan van de deuren van een zaal [theater] (voor een voorstelling) |
kaijō-開錠 | ontgrendeling; ontsluiting |
kaijū-怪獣 | beest; (gevaarlijk) dier; monster |
kaikake-買い掛け | aankoop met betaling achteraf |
kaikan-開館 | het opengaan (van een bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikata-買い方 | koopwijze; manier van kopen (b.v. in een winkel, online, e.d.) |
kaikatsu-快活 | vrolijk [levendig] zijn |
kaikō-邂逅 | toevallige ontmoeting |
kaikoga-蚕蛾 | zijdevlinder (de mot van de zijderups) |
kaikoku-開国 | de openstelling van een land [van Japan] (voor de rest van de wereld) |
kaikyoku-開局 | opening van een gebouw [instelling; kantoor] |
kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
kaimaku-開幕 | opening; start (van een evenement, tentoonstelling, e.d.) |
kaimamiru-垣間見る | een glimp opvangen |
kaimei-解明 | verduidelijking; opheldering; uitleg |
kaimei-開明 | civilisatie; (menselijke) beschaving; culturele verlichting |
kaimeisuru-解明する | ophelderen; verduidelijken; uitleggen |
kaionsetsu-開音節 | een open lettergreep (die eindigt op een klinker of tweeklank) |
kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
kairitsu-戒律 | Boeddhistisch voorschrift [gebod]; Boeddhistische regel [richtlijn] |
kairitsu-戒律 | religieuze voorschriften [geboden] |
kairo-回路 | cyclus (van stofwisseling) |
kaisai-開催 | het houden [organiseren] van een evenement [conferentie; organisatie; tentoonstelling; opening] |
kaisaku-改作 | het herschrijven (van een eerdere versie); revisie (van een eerdere publicatie) |
kaisen-回船 | vrachtschip (in lijndienst) |
kaisetsusha-解説者 | explicateur bij een stomme film |
kaisha-膾炙 | iets dat algemeen bekend [geliefd; gewaardeerd] is |
kaishakōseihō-会社更生法 | Wet op de Bedrijfsreorganisatie (om bedrijven die op de rand van een faillissement staan te helpen reorganiseren) |
kaishō-会商 | onderhandeling; bespreking; vergadering |
kaishō-快勝 | makkelijke [dikke; ruime] overwinning |
kaishō-解消 | (m.b.t. probleem, moeilijkheid, stress e.d.) oplossing; opheffing |
kaishū-回収 | inning; inzameling; opname (van geld); terugwinning; recuperatie |
kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
kaisōroku-回想録 | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
kaitai-解体 | ontmanteling; dissectie; ontleding; demontage |
kaitaku-開拓 | ontwikkeling; ontginning; exploitatie |
kaitei-改訂 | (m.b.t. uitgaven, publicaties, etc.) herziening; wijziging |
kaiten-回転 | rotatie; omwenteling; draai |
kaitenjiku-回転軸 | omwentelingsas; rotatieas |
kaitō-回答 | antwoord; repliek |
kaitōsuru-回答する | antwoorden; antwoord [repliek] geven |
kaitsuke-買い付け | (de locatie) waar je meestal de inkopen doet; artikelen die je gewoonlijk koopt |
kaiyōkikō-海洋気候 | zeeklimaat |
kaiyōseikikō-海洋性気候 | zeeklimaat |
kaiyū-会友 | medelid |
kaizai-介在 | interventie; tussenkomst; bemiddeling |
kaji-家事 | huishoudelijke zaken [taken] |
kajiki-梶木 | (verzamelnaam voor makreelachtige zeevissen zoals) zwaardvis; zeilvis; marlijn |
kajin-家人 | iem. die binnenshuis blijft (met name de echtgenote en de hulp); familielid |
kajō-過剰 | overschot; overvloed; overmaat; overtolligheid |
kajōryūdōsei-過剰流動性 | bovenmatige liquiditeit |
kajū-加重 | (med.) herhaalde stimulatie [prikkeling] |
kakakuhyō-価格表 | prijstabel; prijslijst |
kakaritsuke-掛かり付け | persoonlijke [familie] connectie |
kakashi-案山子 | iem. die iets [iemand] lijkt te zijn, maar dat in werkelijkheid niet is |
kakeai-掛け合い | onderhandelingen |
kakedashi-駆け出し | beginneling; nieuweling; groentje |
kakegane-掛け金 | (deur)klink |
kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
kakehashi-懸け橋 | een tijdelijke [geïmproviseerde] brug; noodbrug; hangbrug |
kakei-家系 | familielijn; afkomst; stamboom |
kakeji-掛け字 | hangende kalligrafie (in een alkoof) |
kakekin-掛け金 | afbetaling; termijnbetaling |
kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
kakemono-掛け物 | kakemono, een Japanse schildering [kalligrafie] op een hangende rol van papier of zijde |
kakera-欠けら | een (afgebroken) stukje; fragment; scherf; splinter |
kaketsukeru-駆けつける | ergens haastig heen gaan [heensnellen]; uitrukken met spoed (van politie, brandweer, ambulance e.d.) |
kakiarawasu-書き表す | beschrijven; opschrijven; schriftelijk onder woorden brengen [uitdrukken] |
kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
kakinarasu-掻き均す | glad harken; egaliseren |
kakioki-書き置き | notitie; memo; aantekeningen (b.v. een boodschappenlijstje) |
kakite-書き手 | schrijver; tekenaar; kalligraaf |
kakitsubata-燕子花 | blauwe lis (Iris laevigata) |
kakizome-書初め | eerste kalligrafie van het jaar |
kakki-活気 | levendigheid; vitaliteit; energie; activiteit |
kakko-各個 | ieder [elk] afzonderlijk |
kakkūki-滑空機 | zweefvliegtuig |
kakō-下降 | daling; afgang; val; duik; neergang |
kakō-加工 | bewerking; verwerking; behandeling |
kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
kakochō-過去帳 | (familie) overlijdensregister |
kakū-架空 | imaginair [denkbeeldig; fictief; irreëel; onwezenlijk; onwerkelijk] zijn |
kaku-確 | juist; correct; feitelijk |
kaku-覚 | (staat van) verlichting (boeddhisme) |
kakubunretsu-核分裂 | kernsplijting; atoomsplitsing |
kakudan-格段 | bijzonder; opmerkelijk; opvallend; compleet anders |
kakudo-確度 | (mate van) zekerheid; waarschijnlijkheid; betrouwbaarheid; nauwkeurigheid |
kakugo-客語 | object; lijdend voorwerp (grammatica) |
kakugo-覚悟 | (boeddh.) de verlichting; staat van totaal begrip |
kakuho-確保 | het veiligstellen [waarborgen] |
kakuho-確保 | het zekeren (bij bergbeklimmen) |
kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
kakujū-拡充 | uitbreiding [expansie; vergroting] (van een werkplek, productielijn, e.d.) |
kakumei-革命 | revolutie; revolutionaire omwenteling |
kakūmeigi-架空名義 | een fictieve [valse] naam; een alias |
kakunin-確認 | bevestiging; ratificatie; validatie |
kakuninsuru-確認する | bevestigen; ratificeren; valideren |
kakunōko-格納庫 | hangaar; vliegtuigloods |
kakurekirishitan-隠れキリシタン | geheime [ondergedoken] christelijke kerkgemeenschap (tijdens de onderdrukking van het christendom door het Tokugawa shogunaat in de Edo periode) |
kakuritsu-確率 | waarschijnlijkheid; kans |
kakuritsu-確立 | vaststelling; bepaling; vestiging; instelling; opstelling |
kakuritsubunpu-確率分布 | waarschijnlijkheidsverdeling |
kakusa-格差 | verschil; onderscheid; ongelijkheid |
kakusanhansha-拡散反射 | diffuse weerkaatsing van licht |
kakushi-客死 | het sterven op reis [tijdens verblijf in het buitenland] |
kakushiki-格式 | formaliteit; (persoonlijke, familie, etc.) gedragsregels; gedragscode |
kakushū-隔週 | om de twee weken; tweewekelijks |
kakutan-喀痰 | sputum; slijm; fluim; spuwsel |
kakutaru-確たる | eker; vaststaand; duidelijk; overtuigend |
kakutei-確定 | besluit; beslissing; bepaling; vastlegging; vaststelling |
kakuyaku-確約 | expliciete [zekere; definitieve] toezegging [belofte] |
kakuzuke-格付け | beoordeling; waardering; classificatie |
kakyoku-歌曲 | lied |
kamei-下命 | bevel; opdracht; bestelling |
kamei-仮名 | alias; pseudoniem; nom de plume; schuilnaam |
kamei-加盟 | deelname; toetreding; het lid worden van een organisatie of groep |
kamei-家名 | familienaam |
kamei-家名 | familie-eer |
kameikoku-加盟国 | lidstaat (van een internationale organisatie) |
kamen-仮面 | masker (ook figuurlijk) |
kameo-カメオ | camee (iin reliëf uitgesneden steen) |
kamibasami-紙挟み | paperclip; papierklem |
kamigakari-神懸かり | goddelijke verschijning [bezetenheid]; goddelijke geest in het lichaam van een persoon |
kamihitoe-紙一重 | een dunne scheidslijn |
kamikaze-神風 | goddelijke wind [storm]; wind gestuurd door goddelijk ingrijpen |
kaminari-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
kamioroshi-神降ろし | de uitnodiging [aanroeping] aan een god om naar een heiligdom te komen |
kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
kamisama-神様 | (figuurlijke stijlfiguur om een autoriteit op een bepaald gebied te noemen) expert; groot deskundige; meester |
kamisan-上さん | (mijn) vrouw (gewoonlijk geschreven in kana) |
kamite-上手 | de linkerkant van het toneel [podium] (vanuit het podium gezien) |
kamiwaza-神業 | het werk van god; wonder; bovenmenselijke prestatie |
kamo-かも | misschien; wellicht; zou kunnen; is mogelijk |
kamon-家紋 | familiewapen; familie embleem |
kamon-家門 | iemands familie of clan |
kamon-渦紋 | werveling [draaikolk] patroon; voluut patroon |
kamoru-鴨る | een tegenstander makkelijk [listig] verslaan |
kamoshirenai-かも知れない | het kan; zou kunnen; misschien; mogelijk |
kan-棺 | lijkkist; doodskist |
kan-款 | welwillendheid; goedheid; vriendelijkheid; oprechtheid |
kan-款 | letters [karakters] in reliëf graveren; gegraveerde letters [karakters] |
kan-款 | een behoorlijke som geld |
kan-監 | (China) administratieve gebiedsindeling |
kanagashira-金頭 | Lepidotrigla microptera (een straalvinnige vissensoort uit de familie van ponen) |
kanai-家内 | iemand's familie(leden) |
kanakin-カナキン | ongebleekte katoen; calicot |
kanakugi-金釘 | lelijk [onduidelijk] handschrift (afkorting voor kanakugiryū) |
kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
kanarazuya-必ずや | zeker; beslist; absoluut |
kanari-可成 | nogal; tamelijk; behoorlijk; aanzienlijk |
kanau-適う | vergelijkbaar zijn; tegen elkaar op kunnen; tegen elkaar opgewassen zijn |
kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
kanazukai-仮名遣い | syllabische spelling; kana-schrijfwijze |
kanban-看板 | uiterlijk; aanzicht; buitenkant |
kanbanmusume-看板娘 | aantrekkelijke (jonge) vrouw die voor een winkel staat om klanten te trekken |
kanbasu-カンバス | schilderdoek; schilderlinnen |
kanben-簡便 | eenvoudig [simpel; makkelijk; handig] zijn |
kanbi-甘美 | zoet [lieflijk; aangenaam] zijn (van muziek, e.a.) |
kanbiiru-缶ビール | bier in blik; een blikje bier |
kanbun-漢文 | Chinese klassieke literatuur |
kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
kanchō-浣腸 | klysma; darmspoeling |
kanchō-漢朝 | keizerlijk hof van de Han dynastie (206 v.Chr. - 220 na Chr., China) |
kanchō-貫長 | hoofd van de keizerlijke kroniekschrijvers |
kanchō-館長 | directeur (van instellingen zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
kandan-款談 | vertrouwelijk [prettig] gesprek |
kandera-カンデラ | candela (eenheid van lichtsterkte) |
kaneguri-金繰り | financiering; geldinzameling; fondsenwerving |
kanehen-金偏 | de metaalindustrie |
kangaechigai-考え違い | misverstand; misvatting; vergissing; verkeerde veronderstelling |
kangarasu-冬鴉 | (literair) winterkraai; kraai in de winter |
kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
kangeki-観劇 | theaterbezoek; het naar een theater(voorstelling) gaan |
kangeki-間隙 | gat; tussenruimte; opening; spleet; breuk(lijn) |
kangoken-監護権 | voogdij; ouderlijk gezag |
kangoku-監獄 | (heden) huis van bewaring (voor kort verblijf en soms tijdelijk verblijf voor gedetineerden die op overplaatsing wachten) |
kangun-官軍 | regeringsleger; keizerlijk leger; strijdkrachten [troepen] van de regering [keizer] |
kanibarizumu-カニバリズム | kannibalisme |
kanja-冠者 | jongeman; jongeling |
kanji-幹事 | facilitator; organisator (van bijeenkomsten, vergaderingen, e.d.); administrateur; manager |
kanji-莞爾 | gelach; glimlach |
kanjidashō-カンジダ症 | candidiasis; candidose; candida (schimmelinfectie) |
kanjō-勘定 | betaling; rekening |
kanjō-感状 | eervolle vermelding; aanbevelingsbrief |
kanjusei-感受性 | gevoeligheid; sensibiliteit |
kankei-奸計 | samenzwering; complot; sinister [gemeen] plan; sluwe list |
kanki-官紀 | ambtelijke discipline; regels die ambtenaren moeten volgen |
kankibinran-官紀紊乱 | nalatigheid [corruptie] van de ambtelijke discipline |
kankiri-缶切り | blikopener |
kankishinjuku-官紀振粛 | strikte handhaving van ambtelijke discipline |
kankō-刊行 | publicatie; uitgave; editie |
kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
kankōchō-官公庁 | overheidsinstanties; overheidsgebouwen; publieke instellingen; openbare instanties |
kankoku-勧告 | advies; raad; aanbeveling |
kankyaku-観客 | toeschouwer(s); publiek |
kankyō-感興 | belangstelling; interesse |
kankyō-環境 | (leef)omgeving; (leef)milieu; omstandigheid; toestand |
kankyōchō-環境庁 | Bureau voor Milieu Zaken (tot 2001) |
kankyōken-環境権 | milieurecht |
kankyōosen-環境汚染 | milieuvervuiling; milieuverontreiniging |
kankyōshō-環境省 | Ministerie van Milieu Zaken (vanaf 2001) |
kanmin-官民 | ambtenaar en burger; overheid en burgerij; publieke en particuliere sector |
kannan-艱難 | ontberingen; moeilijkheden |
kannei-奸佞 | doortrapheid; slinksheid; sluwheid |
kannenron-観念論 | idealisme |
kannenteki-観念的 | conceptueel, denkbeeldig; ideologisch; theoretisch; onrealistisch |
kannō-官能 | zintuiglijkheid; sensualiteit |
kannō-感応 | gevoeligheid; sympathie; toewijding |
kannō-感応 | goddelijke inspiratie; goddelijk teken [antwoord] |
kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
kannōshugi-官能主義 | sensualisme; zinnelijkheid |
kanō-可能 | mogelijkheid |
kanōdōshi-可能動詞 | (taalkunde) werkwoord dat de potentialis uitdrukt (zoals kunnen) |
kanojo-彼女 | (vast) vriendinnetje; liefje |
kanon-カノン | canon, (christelijke) kerkelijke leerstelling |
kanōsei-可能性 | mogelijkheid; waarschijnlijkheid; kans |
kanpa-カンパ | campagne (publieke actie); geldinzamelingsactie |
kanpachi-間八 | grote geelstaart (makreel); barnsteenmakreel (Seriola dumerili) |
kanpatsu-煥発 | genialiteit; schittering; briljantheid |
kanpeichūsha-官幣中社 | kanpei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom) |
kanpeishōsha-官幣小社 | kanpei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom) |
kanpeitaisha-官幣大社 | kanpei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom) |
kanpon-刊本 | een gedrukt en gepubliceerd boek |
kanpu-姦夫 | overspelige man; vreemdganger |
kanpu-姦婦 | overspelige vrouw; vreemdgangster |
kanpu-還付 | teruggave; terugbetaling |
kanran-橄欖 | (Chinese) witte olijfboom (Canarium album) |
kanrengaisha-関連会社 | een geaffilieerd bedrijf; dochterbedrijf; zustermaatschappij |
kansai-完済 | volledige terugbetaling [afbetaling] |
kansaiheri-艦載ヘリ | marinehelikopter; vliegdek(schip) helikopter |
kansaiki-艦載機 | marinevliegtuig; vliegdek(schip) vliegtuig |
kansaku-奸策 | samenzwering; complot; sinister [gemeen] plan; sluwe list |
kansatsu-鑑札 | licentie; vergunning; certificaat |
kansatsuka-監察課 | afdeling inspectie politieambtenaren (politiegedrag) |
kansei-完成 | voltooiing; vervulling; voleindiging |
kansei-感性 | gevoeligheid |
kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanseitō-管制塔 | verkeerstoren (vliegveld) |
kanseiyu-乾性油 | drogende olie (met siccatief behandeld om de droogsnelheid van olieverf te verhogen) |
kansen-観戦 | observatie van oorlogshandelingen of krijgsverrichtingen |
kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
kansetsushōmei-間接照明 | indirecte verlichting |
kanshi-冠詞 | lidwoord |
kanshin-奸臣 | een valse [verraderlijke] vazal |
kanshin-歓心 | blijdschap; blijheid |
kanshin-関心 | belangstelling; interesse |
kansho-官署 | overheidskantoor; overheidsinstelling |
kanshō-感傷 | sentimentaliteit; (grote) gevoeligheid |
kanshō-癇性 | geïrriteerdheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; slechtgehumeurd zijn |
kanshū-観衆 | toeschouwer; kijker; publiek |
kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
kansō-観相 | Japanse gedicht over menselijke (sociale) omstandigheden en het leven |
kansoka-簡素化 | vereenvoudiging; simplificatie |
kansui-灌水 | besprenkeling (bij de doop) |
kantai-款待 | vriendelijke bejegening; gastvrijheid; hartelijkheid |
kantaikikō-寒帯気候 | poolklimaat |
kantan-簡単 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
kantanfuku-簡単服 | gemakkelijk zittende (informele) kleding; lichte [luchtige] (zomer)kleding |
kantei-鑑定 | taxatie; beoordeling; deskundig [expertise] rapport |
kantokumeirei-監督命令 | ondertoezichtstelling |
kantsubaki-寒椿 | winter camellia |
kanwa-緩和 | versoepeling; verlichting; verzachting; ontspanning |
kanyū-加入 | toetreding; aansluiting; lidmaatschap; inschrijving |
kanyūsuru-加入する | toetreden; zich aansluiten; lid worden |
kanzenkoyō-完全雇用 | volledige werkgelegenheid [tewerkstelling] |
kanzeyori-観世縒り | (een slinger van) in elkaar gedraaide dunne stroken Japans papier |
kanzō-肝臓 | de lever (lichaamsorgaan) |
kanzō-萱草 | daglelie (Hemerocallis) |
kanzukasa-主神 | overheidsfunctionaris die verantwoordelijk is voor Shintō-rituelen (ritsuryō-systeem) |
kanzume-缶詰め | ingeblikt voedsel; conserven |
kan'in-姦淫 | overspel; overspelige affaire [relatie] |
kaodachi-顔立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
kaokatachi-顔形 | uiterlijk; gezichtskenmerken; gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking |
kaorin-カオリン | kaolien (klei) |
kaotsuki-顔つき | gelaatstrekken; gezicht; gezichtsuitdrukking; uiterlijk |
kappuringu-カップリング | verbinding; koppeling; het verbinden [koppelen] |
kappuringu-カップリング | verbindingsstuk; koppelstuk; koppeling |
karada-体 | lichaam |
karadatsuki-体付き | lichaamsbouw |
karai-辛い | pijnlijk; bitter; moeilijk |
karakau-からかう | plagen; sarren; bespotten; belachelijk maken |
karakuji-空籤 | een niet (een niet in de prijzen vallend lot); een verliezend lot |
karamaru-絡まる | slingeren; zich verstrikken [wikkelen om] |
karami-絡み | verstrengeling; verbintenis; interactie; betrokkenheid |
karamiai-絡み合い | verstrengeling |
karaoke-カラオケ | karaoke (iemand zingt live mee met muziek die wordt afgespeeld) |
karasubishaku-烏柄杓 | driebladige pinellia (plant, Pinellia ternata) |
karauri-空売り | (short selling) het verkopen van effecten die men niet in eigen bezit heeft (om snel te kunnen anticiperen op koerswisselingen) |
karaza-カラザ | chalaza; hagelsnoer (band tussen dooier en binnenste vlies van een ei) |
karā・rinsu-カラー・リンス | kleurspoeling |
karei-家例 | familietraditie |
karekore-彼此 | iets dergelijks; dit en [of] dat; ongeveer; bijna |
karen-可憐 | mooiheid; leukheid; charme; lieflijkheid |
karen-可憐 | zieligheid; beklagenswaardigheid |
kari-カリ | kali; kalium |
kari-仮 | tijdelijk [vluchtig; van voorbijgaande aard] zijn |
karibaraikin-仮払い金 | voorlopige [tijdelijke] betaling |
karifu-カリフ | kalief |
karigane-雁が音 | een familiewapen, een gestileerde versie van een gans |
kariginu-狩衣 | informele kleding van de hofadel in de Heian periode (oorspronkelijk gedragen tijdens de jacht) |
karigurafī-カリグラフィー | kalligrafie |
karigurafīyōshi-カリグラフィー用紙 | kalligrafie papier; papier om te kalligraferen |
karimen-仮免 | tijdelijke vergunning |
kāringu-カーリング | curling (ijssport) |
karinoyo-仮の世 | de vergankelijke [vluchtige] wereld |
karishakuhō-仮釈放 | voorwaardelijke vrijlating [invrijheidstelling] |
karishobun-仮処分 | tijdelijke beschikking; tijdelijke beperking |
karitoji-仮綴じ | tijdelijke inbinding (van boek, e.d.) |
kariue-仮植え | tijdelijke aanplanting; tijdelijk beplanting |
kariumu-カリウム | kalium |
karōjite-辛うじて | nauwelijks; amper; nog maar net; met moeite |
karoyaka-軽やか | luchtigheid; elegantie; lichtheid |
karui-軽い | licht (van gewicht) |
karui-軽い | makkelijk; luchthartig; ongedwongen |
karukuchi-軽口 | spraakzaamheid; loslippigheid |
karusa-軽さ | lichtheid; licht gewicht; geringe zwaarte |
karuyaka-軽やか | luchtigheid; elegantie; lichtheid |
karyō-佳良 | vrij goed [behoorlijk goed; best goed] zijn |
karyō-加療 | medische behandeling |
karyō-科料 | een kleine [lage] boete (voor een lichte overtreding) |
karyō-過料 | (geld)boete voor een licht vergrijp [overtreding] |
karyōbinga-迦陵頻伽 | (in het (Boeddhisme) Kalaviṅka, onsterfelijk wezen met een menselijk hoofd en het lichaam van een vogel |
kasa-枷鎖 | boei en ketting; een keten [ketting] om gevangenen aan elkaar te klinken |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasa-笠 | naam van een (Japans) familiewapen |
kasabaru-嵩張る | omvangrijk [lijvig; volumineus] zijn [worden] |
kasago-笠子 | Sebastiscus marmoratus (vissoort uit de familie van schorpioenvissen) |
kasai-家裁 | familierechtbank |
kasan-加算 | optelling; vermeerdering |
kasan-家産 | familiebezit; erfgoed |
kasanaru-重なる | (zich) opstapelen; opgestapeld zijn; op elkaar liggen |
kasanaru-重なる | tegelijkertijd gebeuren; elkaar overlappen |
kasanegasane-重ね重ね | herhaaldelijk; vaak; regelmatig; steeds weer |
kasegu-稼ぐ | iets voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; verkrijgen |
kasei-化成 | chemische synthese [samenstelling] |
kasei-河清 | (het helder worden van de (altijd troebele) Gele Rivier (China), een analogie voor:) hopen op iets dat niet verwezenlijkt zal worden |
kaseigan-火成岩 | stollingsgesteente |
kasen-寡占 | oligopolie (monopolievorm op de markt van slechts enkele bedrijven) |
kasetsu-仮設 | tijdelijke constructie [voorziening; vestiging] |
kasetsu-仮設 | veronderstelling; aanname; hypothese |
kasetsu-仮説 | hypothese; veronderstelling; aanname |
kasha-火車 | een Japans mythisch monster (waarvan wordt vertelt dat het lijken eet) |
kashaku-呵責 | beschuldiging; blaam; verwijt; kwelling |
kashi-下賜 | een gift [geschenk] van iemand van een hogere rang aan iemand van een lagere rang; keizerlijk geschenk |
kashi-樫 | (groenblijvende) eik; eikenboom (Fagaceae-familie) |
kashi-歌詞 | songtekst; libretto |
kashidashigendogaku-貸し出し限度額 | kredietlimiet; kredietplafond |
kashikoi-賢い | intelligent; slim; knap; wijs; sluw |
kashisu-カシス | zwarte bes (struik, vrucht of likeur) |
kashitsu-過失 | vergissing; fout; dwaling; blunder |
kashō-過賞 | onverdiende lofprijzing; overdreven complimenten; overwaardering |
kashoku-仮植 | tijdelijke aanplanting; tijdelijk beplanting |
kashoku-家職 | een beroep dat (van generatie op generatie) is doorgegeven in de familie; familiebedrijf |
kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
kashoku-華燭 | helder [schitterend] licht; prachtige lantaarn |
kashokushō-過食症 | boulimia; boulimie |
kashū-歌集 | verzameling [anthologie] van (waka) gedichten |
kashū-歌集 | liedboek; verzameling liederen |
kasō-下層 | een lagere [onderliggende] laag; onderlaag; grondlaag |
kasō-仮想 | veronderstelling; hypothese; verbeelding |
kasō-仮装 | (tijdelijke) conversie; camouflage |
kasō-家相 | de (gunstige of ongunstige) ligging, windrichting, plattegrond, etc. van een huis (in verband gebracht met geluk of pech) |
kasō-火葬 | crematie, lijkverbranding |
kasōgenjitsu-仮想現実 | (computer) virtuele werkelijkheid ( virtual reality, VR) |
kasokeshi-幽けし | (arch.) vaag; zwak; bleek; onduidelijk |
kasoku-加速 | acceleratie; versnelling |
kasokudo-加速度 | versnelling; acceleratie |
kasorikku-カソリック | katholiek |
kasseika-活性化 | activering; inschakeling; inwerkingstelling |
kasseika-活性化 | stimulatie; stimulering; revitalisering |
kassen-割線 | (geometrie) snijlijn |
kassen-合戦 | veldslag; militair treffen |
kasshōsuru-滑翔する | (door de lucht) zweven; zweefvliegen |
kassō-滑走 | het glijden; schuiven; schaatsen; sleeën |
kassō-滑走 | het taxiën (van een vliegtuig |
kasuka-微か | vaag; wazig; onduidelijk |
kasuka-微か | armzalig; pover |
kasukani-微かに | vaag(jes); ietwat; wazig; onduidelijk; subtiel |
kasumeru-掠める | rakelings [snel] langs [voorbij] gaan; bijna aanraken |
kasuru-嫁する | trouwen; huwen; uitgehuwelijkt worden |
kasutamu-カスタム | klandizie; op bestelling gemaakt |
kasutamu・meido-カスタム・メイド | op maat gemaakt; op bestelling gebouwd |
katabira-帷子 | lijkwade; doodskleed |
katagata-旁 | af en toe; tegelijkertijd; voordien; voordat; en |
katai-固い | strak; stijf; stabiel; solide |
katai-固い | betrouwbaar; eerlijk |
katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
katakuchiiwashi-片口鰯 | Japanese ansjovis (Engraulis japonica) |
katakurushii-堅苦しい | stijf; ongemakkelijk; formeel; gespannen; onbuigzaam; streng |
katakusōsaku-家宅捜索 | (officiële term voor) huiszoeking door de politie |
katami-片身 | één kant [de helft] van een lichaam (b.v. van een vis) |
katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
kataomoi-片思い | onbeantwoorde [eenzijdige] liefde; liefde die van één kant komt |
katari-語り | vertelling; verhaal |
katarogu-カタログ | catalogus; (was)lijst; opsomming |
kataru-カタル | catarre (slijmvliesontsteking) |
katasen-肩線 | schouderlijn; schoudernaad |
katashiki-型式 | type; model (vliegtuig, auto, machine, e.d.) |
katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
katateochi-片手落ち | oneerlijk [eenzijdig; partijdig; vooringenomen] zijn |
katatoki-片時 | kort moment; ogenblik |
katawa-片端 | (iemand met) een lichaamsgebrek |
katawa-片端 | onbetamelijkheid; ongepastheid |
katayaburi-型破り | niet conform aan [afwijkend van] de conventie (van vorm, stijl, e.d.); ongewoon; ongebruikelijk; excentriek |
katei-仮定 | hypothese; aanname; veronderstelling |
kateigi-家庭着 | makkelijk zittende kleding voor thuis |
kateikei-仮定形 | (werkwoordsvorm) conditionalis; voorwaardelijke wijs |
kateinaibōryoku-家庭内暴力 | huiselijk geweld |
kateiran-家庭欄 | (in krant of tijdschrift) sectie met artikelen over familiezaken (zoals huishouden, tuinieren, kinderopvang, etc.) |
kateisaibansho-家庭裁判所 | familierechtbank |
katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
kāten・wōru-カーテン・ウォール | gordijngevel; vliesgevel |
katō-下等 | lagere klasse; lage kwaliteit; inferioriteit |
katō-過当 | buitensporig [overdreven; onredelijk; excessief; exorbitant] zijn |
katoku-家督 | hoofd van een familie; familiebezit; erfenis; nalatenschap; geboorterecht |
kāton-カートン | een schaal [schaaltje; dienblad] (waar geld op wordt gelegd bij betaling) |
kātorijji-カートリッジ | patroon; cartridge; vulling; cassette; container |
katorikku-カトリック | katholiek |
katorikkukyō-カトリック教 | katholicisme |
katōsei-寡頭制 | oligarchie |
katōseiji-寡頭政治 | oligarchie |
katōseijitaisei-寡頭政治体制 | oligarchie; oligarchisch systeem |
katsu-且つ | tegelijkertijd; bovendien |
katsudōshashin-活動写真 | bewegende beelden [flim] |
katsuraku-滑落 | het uitglijden [afglijden] (van een helling, e.d.) |
katsurakusuru-滑落する | uitglijden; afglijden (van een helling, e.d.) |
katsuro-活路 | overlevingsstrategie; ontsnappingswijze; uitweg (uit moeilijkheden, impasse, e.d.) |
kattan-褐炭 | bruinkool; ligniet |
kattō-葛藤 | problemen [moeilijkheden; onenigheid; geschillen] tussen mensen |
kattobakku-カットバック | (film) flashback; terugblik |
kattoin-カットイン | (basketbal) door de verdedigingslinie van de tegenstander snijden |
katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
kaun-家運 | fortuin [bezit; rijkdom; lot] van een familie |
kaunseringu-カウンセリング | counseling; advisering; hulpverlening; begeleiding |
kaunto-カウント | tellen; telling; getal; tel; score |
kawaakari-川明かり | glans [oplichten] van een rivier in de schemering |
kawaii-可愛い | schattig; geliefd |
kawaisō-かわいそう | zielig [meelijwekkend] zijn |
kawanagare-川流れ | drenkeling; iemand die verdronken is (in de rivier) |
kawaribanko-代り番こ | afwisselend; beurtelings; om de beurt |
kawarimi-変わり身 | wendbaarheid; lichtvoetigheid |
kawarimono-変わり者 | zonderling; excentriek persoon |
kawasehendō-為替変動 | koersschommelingen; het schommelen van de wisselkoers |
kawasesason-為替差損 | valutaverliezen; (wissel)koersverliezen |
kawayanagi-川柳 | Japanse wilg (Salix gilgiana) |
kawazan'yō-皮算用 | te optimistische [irrealistische] berekeningen |
kawazu-蛙 | (literair) kikker |
kayō-歌謡 | lied(je); ballade; gezang |
kayoiji-通い路 | route naar het huis van een geliefde |
kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
kayou-通う | gelijkenis tonen; overeenkomen; lijken op |
kazasu-翳す | iets ergens boven houden (b.v. om het licht te blokkeren) |
kazeke-風邪気 | lichte verkoudheid; koutje |
kazō-家蔵 | familiebezit; bezittingen van een huishouden [gezin] |
kazoku-家族 | gezin; familie |
kazokuawase-家族合わせ | kaartspel (Engels: Happy families) |
kazokukeikaku-家族計画 | familieplanning; gezinsplanning |
kazokuseido-家族制度 | toonbeeld [normen] voor het familieleven |
kazokuseido-家族制度 | systeem van erfgoed, familie-zijtakken [afstammelingen] en aftredingen van familiehoofden ter voortzetting en behoud van de familie |
kazokuseido-家族制度 | systeem waarin familieleden onder sterke controle staan van het familiehoofd |
kazukeru-被ける | iemand de schuld [verantwoordelijkheid] geven |
kazura-葛 | klimplant; liaan |
kē-ケー | K, chemisch symbool voor kalium |
kē-ケー | k, afk. voor Korea (in samenstellingen, zoals k-pop) |
kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
kebiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
kebin-ケビン | cabine (in een vliegtuig) |
kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
kegare-汚れ | vlek; smet; vervuiling |
kegare-汚れ | (schand)vlek; bezoedeling; blaam |
keiai-敬愛 | respect en liefde; bewondering |
keibai-競売 | (door rechtbank georganiseerde) veiling; openbare verkoping |
keibi-警備 | bewaking; beveiliging |
keibihoshō-警備保障 | beveiligingsdienst; veiligheidsdienst |
keibiin-警備員 | wacht; bewaker (zonder politietaken zoals arrestaties, e.d.) |
keibiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
keibu-警部 | inspecteur van politie; politieinspecteur |
keidai-境内 | binnen het terrein [complex] van een tempel [heiligdom] |
keigai-形骸 | lichaam |
keigan-鶏眼 | likdoorn; eksteroog |
keihaku-軽薄 | wispelturigheid; frivoliteit; oppervlakkigheid; lichtzinnigheid; onoprechtheid |
keihatsu-啓発 | (geestelijke) verlichting; inspiratie; inzicht |
keihō-軽砲 | licht geschut; lichte artillerie; klein kaliber wapen |
keii-軽易 | eenvoudig [licht; gemakkelijk] zijn |
keiji-刑事 | politie detective; rechercheur |
keiji-啓示 | (goddelijke) openbaring |
keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
keiji-掲示 | een mededeling [bulletin; aankondiging; proclamatie] aanplakken |
keijiban-掲示板 | prikbord; mededelingenbord |
keijidōsha-軽自動車 | kleine [compacte] auto; licht voertuig; minicar |
keijijō-形而上 | het metafysische; het bovennatuurlijke |
keijisaiban-刑事裁判 | strafrechtelijk proces; strafproces; strafzaak |
keijisekinin-刑事責任 | strafrechtelijke aansprakelijkheid |
keijishisetsu-刑事施設 | penitentiaire instelling |
keijishūkyō-啓示宗教 | (door God aan de mensen) geopenbaarde religie |
keijō-形状 | vorm; structuur; uiterlijke kenmerken |
keijō-経常 | gewoon [normaal; regulier; actueel; huidig] zijn |
keijō-警乗 | (politie)bewaking [beveiliging] in openbaar vervoer [m.n. treinen] |
keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
keikai-軽快 | licht [lichtvoetig, kwiek; levendig; veerkrachtig; dartel; vrolijk] zijn |
keikai-軽快 | (van ziekte, pijn, e.d.) verlichting; verbetering; herstel |
keikaisen-警戒線 | politiekordon; politieafzetting |
keikan-警官 | politieagent; politieman |
keiki-京畿 | gebied(en) in de buurt van Kyoto [van het keizerlijk paleis} |
keiki-景気 | zakelijke activiteit; (goede) financiële markt [economie] |
keikihei-軽騎兵 | lichte cavalerie; cavalerist; bereden soldaat |
keikihendō-景気変動 | economische fluctuaties [schommelingen] |
keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
keikinzoku-軽金属 | lichtmetaal; lichte metalen |
keikiyosoku-景気予測 | zakelijke [economische] prognoses |
keikizuke-景気づけ | het oppeppen; opvrolijken; aanmoedigen; een boost geven |
keikō-径行 | rechtlijnigheid; spontaniteit |
keikōtō-蛍光灯 | fluorescerend licht [lamp]; fluorescentielamp |
keikyo-軽挙 | overhaaste actie [handeling] |
keikyoku-荊棘 | obstakel; bron van moeilijkheden; doorn (in het oog) |
keimō-啓蒙 | verlichting; onderricht |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despoot |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despotisme |
keimu-警務 | politie zaken [aangelegenheden] |
keimu-警務 | militaire politie (afkorting van keimukan) |
keimukan-警務官 | militaire politie (MP); marechaussee |
keimushisetsu-刑務施設 | penitentiaire instelling [inrichting]; strafinrichting |
keimusho-刑務所 | (voor langer verblijf) gevangenis; penitentiaire inrichting |
keinenrekka-経年劣化 | slijtage; veroudering |
keiongaku-軽音楽 | lichte muziek |
keira-警邏 | (politie) patrouille; (inspectie)ronde |
keiretsugaisha-系列会社 | gelieerd bedrijf; moeder-, dochter-, of zustermaatschappij |
keiribu-経理部 | boekhoudafdeling |
keirin-競輪 | Keirin (discipline in het baanwielrennen) |
keirōdō-軽労働 | lichte arbeid; licht werk |
keiryaku-計略 | tactiek; (krijgs)list; plan; strategie |
keiryō-軽量 | lichtgewicht |
keisai-掲載 | publicatie (m.n. in een krant, tijdschrift e.d., van een tekst, illustratie, foto etc.) |
keisan-計算 | berekening; telling |
keisanshaku-計算尺 | rekenliniaal; schuifmaat |
keisan'en-珪酸塩 | silicaat (chem.) |
keisatsu-警察 | de politie |
keisatsu-警察 | politiebureau |
keisatsuchō-警察庁 | korps landelijke politiediensten; rijkspolitiekorps |
keisatsugakkō-警察学校 | politieacademie |
keisatsuhashutsujo-警察派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
keisatsukan-警察官 | politieagent; politieagente; politieman |
keisatsuken-警察犬 | politiehond |
keisatsusho-警察署 | politiebureau |
keisatsushokuin-警察職員 | politieambtenaar; politiebeambte |
keisatsusōsa-警察捜査 | politieonderzoek |
keisatsutechō-警察手帳 | politiepenning; politie ID-bewijs; politiekaart; legitimatiekaart van een politieambtenaar |
keisei-形勢 | situatie; stand van zaken; ontwikkelingen; vooruitzichten |
keiseki-珪石 | siliciumdioxide; silica steen |
keishi-京師 | (keizerlijke) hoofdstad; Kyoto |
keishi-刑死 | dood door terechtstelling [executie] |
keishichō-警視庁 | hoofdstedelijke politie; politiekorps van Tokio (MPD, Metropolitan Police Department) |
keishiki-形式 | de vorm; gedaante; het uiterlijk |
keishiki-形式 | vorm; frame; raamwerk; formaliteit |
keishikibi-形式美 | schoonheid van vorm; uiterlijke schoonheid |
keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
keishikiteki-形式的 | formeel; uiterlijk; oppervlakkig |
keishitsuen-憩室炎 | diverticulitis (divertikel-ontsteking) |
keishō-形勝 | voordelige positie; gunstige ligging; geschikt uitkijkpunt |
keishō-敬称 | erenaam; betiteling; respectvolle benaming |
keishō-軽傷 | lichte verwonding; licht letsel |
keishō-軽症 | milde ziekte; licht geval; milde aandoening |
keishoku-軽食 | een lichte [kleine] maaltijd; snelle hap; tussendoortje |
keiso-珪素 | silicium |
keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
keitaijōhōtanmatsu-携帯情報端末 | persoonlijke digitale assistent (PDA) (palmtop, zakcomputer of handpalmcomputer) |
keitei-径庭 | (groot) verschil; kloof; discrepantie; ongelijkheid |
keiten-経典 | heilige geschriften in een religie (zoals de Bijbel, de Koran, e.d.) |
keitō-系統 | familielijn; stamboom |
keiyakusaki-契約先 | bedrijf of persoon die een contract met een zakelijke partner heeft |
keiyakusho-契約書 | contract; schriftelijke overeenkomst |
keiyōdōshi-形容動詞 | zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord; Japans na-adjectief |
keiyōshi-形容詞 | bijvoeglijk naamwoord; Japans i-adjectief (verbaal adjectief) |
keiyōshiku-形容詞句 | bijvoeglijke bepaling |
keiyōshisetsu-形容詞節 | bijvoeglijke bijzin |
keizainanmin-経済難民 | economische vluchteling |
keizoku-係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
kejime-けじめ | onderscheid; verschil; scheidslijn |
kekkon-結婚 | huwelijk; echtverbintenis |
kekkonaite-結婚相手 | huwelijkspartner; echtgenoot [echtgenote] |
kekkonkinenbi-結婚記念日 | (de verjaardag van een bruiloft) trouwdag; huwelijksdag; bruiloftsdag |
kekkonshiki-結婚式 | huwelijk; huwelijksceremonie; bruiloft |
kekkonsuru-結婚する | trouwen; in het huwelijk treden |
kekku-結句 | uiteindelijk; tenslotte |
kekkyoku-結局 | uiteindelijk; op den duur; tenslotte |
kemansō-華鬘草 | (plant) gebroken hartje; tranend hartje (Dicentra spectabilis) |
kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
ken-研 | (in kanji combinaties) polijsten; slijpen; scherper maken; oppoetsen |
ken-間 | de lijnen op het speelbord van go of shogi (Japans schaken) |
kenban-検番 | bemiddelingsbureau [kantoor] voor geisha's |
kenbiishi-検非違使 | (arch.) hoofd van de politie en rechtbank (Heian en Kamakura periode) |
kenchi-硯池 | inktputje; uitholling [holte] in een inktsteen (waar de inkt in gaat) |
kenchin-巻繊 | (arch.) zwarte sojascheuten gebakken in sesamolie, gewikkeld in gedroogde tofuvellen en gestoofd |
kendon-慳貪 | gebrek aan mededogen; wreedheid; onvriendelijkheid; kwaadaardigheid |
kenga-懸河 | snelle stroom; snel stromende rivier; stroomversnelling |
kengai-懸崖 | een steile [overhangende] rotswand [klif] |
kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
kengo-堅固 | solide [stevig] zijn |
kengo-堅固 | standvastig [gelijkmatig] zijn (van gemoed) |
kengu-賢愚 | wijsheid en domheid; de wijze [slimme] en de dwaze [domme] |
kengyō-検校 | toezichthouder bij administratieve zaken van een heiligdom of tempel |
kengyō-検校 | (hist.) hoogste officiële rang van een blinde |
kenji-顕示 | openbaring; verkondiging; onthulling |
kenjitsu-堅実 | stabiel [betrouwbaar; degelijk] zijn |
kenjōsha-健常者 | een gezonde persoon; iemand die gezond van lijf en leden is |
kenkei-県警 | prefecturale [provinciale] politie |
kenkō-兼行 | het meerdere dingen tegelijkertijd doen |
kenkō-軒昂 | vrolijkheid; opgewektheid; levendigheid |
kenkōjōtai-健康状態 | lichamelijke conditie; staat van gezondheid; gezondheidstoestand |
kenkon-乾坤 | twee van de acht elementen in de I-ching voorspelling |
kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
kenkyūkaihatsu-研究開発 | Onderzoek en Ontwikkeling (Research and development, R&D) |
kenma-研磨 | het polijsten; slijpen; oppoetsen |
kenmaku-剣幕 | dreigende [boze] blik [houding] |
kenmei-賢明 | wijsheid; scherpzinnigheid; oordeelkundigheid; intelligentie |
kenmen-券面 | de voorzijde van een obligatie, certificaat, e.d. (waar het geldbedrag op staat) |
kenmon-検問 | politie ondervraging [inspectie] van voorbijgangers op straat, bij een tijdelijke wegversperring e.d. |
kenmon-権門 | een hooggeplaatste [machtige] familie [persoon] |
kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
kennawa-間縄 | een touw dat wordt gebruikt om de plantafstand te markeren bij het zaaien of planten van zaailingen |
kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
kenpei-憲兵 | militaire politie |
kenpin-検品 | goedereninspectie; inspectie van de kwaliteit en kwantiteit van producten |
kenpo-兼補 | benoeming [aanstelling] van iemand in een nevenfunctie naast zijn hoofdfunctie |
kenpon-絹本 | zijdedoek (voor kalligraferen of schilderen) |
kenpujin-賢夫人 | een wijze [slimme] vrouw [echtgenote] |
kenran-絢爛 | pracht; bloemrijkheid; oogverblindendheid |
kenren-眷恋 | sterke gehechtheid [liefde; affectie] |
kensakuban-研削盤 | slijper; slijpmachine |
kensha-検車 | autokeuring; automobielinspectie; voertuiginspectie |
kenshi-検死 | autopsie; lijkschouwing |
kenshi-検視 | autopsie; lijkschouwing |
kenshikan-検死官 | patholoog anatoom; lijkschouwer |
kenshikan-検視官 | patholoog-anatoom; lijkschouwer; forensisch-medisch specialist |
kenshikibaru-見識張る | zich wijs [belangrijk; waardig] voordoen; doen alsof je wijs [slim] bent |
kensho-険所 | een gevaarlijke plek |
kenshō-顕彰 | (publieke) bekendmaking; publieke eerbewijzen |
kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
kenzai-顕在 | duidelijke zichtbaarheid [aanwezigheid]; onmiskenbaarheid; gemanifesteerd [geopenbaard] zijn |
kenzen-顕然 | duidelijkheid; opvallendheid |
kenzetsu-懸絶 | groot verschil; aanzienlijk onderscheid |
kenzoku-眷属 | de hele familie; bloedverwanten; volgelingen |
ken'aku-険悪 | gevaarlijk [hard; zwaar; ernstig; hachelijk; kritiek; dreigend] zijn |
ken'an-検案 | (jur.) onderzoek naar de doodsoorzaak; lijkschouwing; autopsie |
ken'ei-献詠 | het opdragen van een gedicht aan een vorst, heiligdom, e.d. |
ken'ei-献詠 | een gedicht opgedragen aan een vorst, heiligdom, e.d. |
ken'on-検温 | lichaamstemperatuur meting |
keppō-月報 | maandelijks verslag [rapport] |
kera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
keroido-ケロイド | keloïd (verdikking op de huid door overmatige groei van littekenweefsel) |
keshiin-消印 | poststempel; afstempeling |
keshikaran-怪しからん | schandalig; onvergeeflijk; schaamteloos; grof |
keshin-化身 | incarnatie; manifestatie; het verschijning van goden, Boeddha's, demonen, e.d, in menselijke vorm |
kesō-懸想 | verliefdheid |
kessaku-傑作 | meesterwerk (literatuur, kunst, etc.) |
kessaku-傑作 | (van) een bizarre [vreemde; eigenaardige] kwaliteit zijn |
kesshin-決心 | beslissing; voornemen; besluit |
kesshinsuru-決心する | beslissen; besluiten; zich voornemen |
kesshōka-結晶化 | kristallisatie; kristalgroei |
kesshōsen-決勝戦 | finale(s); beslissende wedstrijd |
kesshōten-決勝点 | het winnende [beslissende] punt; de winnende goal |
kesshū-結集 | samentrekking; bijeenbrenging; mobilisatie; verbinding |
kesshūsuru-結集する | verzamelen; bijeenbrengen; mobiliseren |
kessō-傑僧 | een uitmuntende [zeer verdienstelijke] monnik |
kessoku-結束 | vereniging; eenheid; solidariteit |
kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
ketachigai-桁違い | buitengewoon; ongelooflijk; onvergelijkbaar |
ketahazure-桁外れ | uitzonderlijk; buitengewoon |
ketōjin-毛唐人 | (denigrerende term) harige buitenlander [westerling] |
ketsu-決 | beslissing |
ketsu-決 | (in kanji combinaties) beslissend; resoluut; daadkrachtig |
ketsugi-決議 | besluit; beslissing; resolutie |
ketsugō-結合 | vereniging; verbinding; koppeling |
ketsui-決意 | besluit; (vast) voornemen; bedoeling; vastberadenheid |
ketsujin-傑人 | een voortreffelijke [uitmuntende; eminente] persoon |
ketsumaku-結膜 | bindvlies; conjunctiva |
ketsumakuen-結膜炎 | bindvliesontsteking; conjunctivitis |
ketsumatsu-結末 | voltooiing; afwerking; totstandbrenging; realisering; eindresultaat; einde; afloop |
ketsumei-結盟 | het aangaan van een alliantie [bondgenootschap]; het sluiten van een verbond |
ketsumyaku-血脈 | bloedverwantschap; bloedlijn; stamboom; genealogie |
ketsumyaku-血脈 | lijn van instructie van leraar naar leerling [discipel] |
ketsuniku-血肉 | vlees en bloed; het lichaam |
ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
ketsuro-血路 | manier om moeilijkheden te overwinnen [om te overleven] |
kettan-血痰 | bloedsputum; bloederig slijm; bloedspuwing |
kettei-決定 | beslissing; besluit; vaststelling |
kettei-闕庭 | keizerlijke tuin; paleistuin |
ketteisuru-決定する | beslissen; besluiten; vaststellen |
ketteiteki-決定的 | definitief; beslissend |
kettō-血統 | bloedverwantschap; bloedlijn; stamboom; genealogie |
kewashii-険しい | steil (van een helling, e.d.); moeilijk; zwaar |
kewashii-険しい | streng; scherp; onverbiddelijk |
ki-寄 | afhankelijk zijn (van); vertrouwen (op) |
ki-機 | vliegtuig |
ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
ki-生 | (in kanji combinaties) natuurlijk; onbewerkt; zuiver |
kiawaseru-来合わせる | toevallig (langs) komen [gaan] |
kibakeikan-騎馬警官 | bereden politie; politie te paard |
kibaya-気早 | opvliegend [ongeduldig] karakter |
kibi-機微 | fijne punten; subtiliteiten; nuances |
kibi-機微 | geheimen; innerlijke kenmerken |
kibiki-忌引 | thuisblijven en rouwen wanneer een dierbare overlijdt |
kichi-危地 | gevaarlijke plek; kritieke situatie; gevaar |
kichi-基地 | (militaire) basis |
kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
kidaore-着倒れ | geldverspilling aan kleren; al je geld uitgeven voor kleren |
kidate-気立て | geestelijke instelling; aard; karakter |
kiden-貴殿 | (respectvolle term voor de tweede persoon, m.n. in brieven) u; jij; jullie |
kidō-軌道 | baan; orbit (van een hemellichaam); traject |
kido-輝度 | (mate van) helderheid [licht] |
kidoairaku-喜怒哀楽 | de 4 menselijke emoties: vreugde, woede, verdriet en plezier |
kidōraku-着道楽 | voorliefde [voorkeur] voor mooie kleding en sieraden |
kidōtai-機動隊 | oproerpolitie; mobiele eenheid |
kieiru-消え入る | geleidelijk vervagen [verdwijnen; afnemen]; wegsterven |
kieiru-消え入る | het bewustzijn verliezen; sterven |
kienokoru-消え残る | (over)blijven; achterblijven; blijven liggen [smeulen] |
kieuseru-消え失せる | (uit het zicht) verdwijnen; spoorloos verdwijnen; vervliegen |
kifu-寄付 | schenking; donatie (aan tempels, heiligdommen, kerken, scholen, etc.) |
kifuda-木札 | toegangsbewijs (na betaling) |
kifujin-貴婦人 | een adellijke vrouw; edelvrouw |
kigami-生紙 | ongelijmd [ongegomd] papier |
kigan-奇岩 | vreemd gevormde rots; (grote) rots met een grillige vorm |
kigeki-喜劇 | een komedie; blijspel |
kigen-記言 | woordelijke beschrijving |
kigenzen-紀元前 | (jaartelling) voor Christus (v.Chr.) |
kigō-揮毫 | geschrift; kalligrafie (m.n. in opdracht gemaakt) |
kigyō-機業 | weefnijverheid; textielindustrie |
kigyōsekinin-企業責任 | maatschappelijk verantwoord ondernemen; collectieve verantwoordelijkheid |
kigyōtōchi-企業統治 | corporate governance; behoorlijk ondernemingsbestuur |
kihai-気配 | attentie; hartelijkheid |
kihankeikaku-基本計画 | masterplan; groot plan; veelomvattend plan; plan in grote lijnen |
kihitsu-起筆 | beginpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
kihonhōshin-基本方針 | basis richtlijn; standaard beleid |
kiippon-生一本 | zuiverheid; puurheid; eerlijkheid; rechtlijnigheid |
kiji-生地 | eigen [natuurlijke] eigenschap(pen) [aanleg] |
kiji-生地 | het ruwe [natuurlijke] materiaal; onbewerkte stof |
kijibato-雉鳩 | Oosterse tortel(duif) (Streptopelia orientalis) |
kijin-奇人 | een excentriek [vreemd] persoon, excentriekeling |
kijō-机上 | iets dat op tafel ligt; iets dat ter discussie staat; een plan dat nog niet uitgevoerd [toegepast] is |
kijō-軌条 | rails; spoorlijn |
kika-帰化 | naturalisatie |
kika-机下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
kikajin-帰化人 | genaturaliseerde inwoner [burger] |
kikakaru-来掛かる | toevallig (langs) komen |
kikakuka-規格化 | standaardisatie; normalisatie |
kikamei-帰化名 | de naam die men aanneemt na naturalisatie |
kikan-季刊 | kwartaalpublicatie; publicatie [uitgave] 4 keer per jaar (van een tijdschrift, magazine, e.d.) |
kikan-帰還 | (militair) repatriëring |
kikan-機関 | stelsel; organisatie; instelling |
kikan-気管 | tracheae (ademhalingsorgaan van insecten, bestaande uit buisvormige structuren door het hele lichaam) |
kikan-貴官 | respectvolle term voor het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon, wordt gebruikt voor overheidsfunctionarissen, militair personeel, e.d. |
kikiawaseru-聞き合わせる | inlichtingen inwinnen; informeren (naar); navragen |
kikifurusu-聞き古す | een cliché worden; afgezaagd worden (omdat je het al zo vaak hebt gehoord) |
kikigaki-聞き書き | woordelijk (opgeschreven) verslag; het opschrijven van wat je hoort |
kikigurushii-聞き苦しい | pijnlijk [onaangenaam; moeilijk] om te horen |
kikikomi-聞き込み | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
kikikomisōsa-聞き込み捜査 | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
kikinikui-聞き難い | moeilijk hoorbaar [om te horen] zijn |
kikitsugu-聞き継ぐ | mondeling doorgeven |
kikitsukeru-聞きつける | toevallig horen [opvangen] |
kikiwake-聞き分け | het goed luisteren; redelijkheid; volgzaamheid |
kikiwakeru-聞き分ける | goed kunnen [willen] luisteren; redelijk [volgzaam] zijn |
kikizurai-聞き辛い | moeilijk te horen [verstaan; vragen] |
kikizute-聞き捨て | onvergeeflijk |
kikkake-切っ掛け | bezieling; ijver; vitaliteit; wilskracht |
kikkō-拮抗 | rivaliteit; concurrentie; competitie |
kikkutsu-詰屈 | moeilijk te begrijpen zijn |
kikō-季候 | het weer [klimaat] van een seizoen |
kikō-寄港 | aanleghaven (voor schepen); tussenlanding (voor vliegtuigen) |
kikō-揮豪 | combinatie van kalligrafie en schilderkunst |
kikō-気候 | klimaat; het weer; meteorologische omstandigheden |
kikoeru-聞こえる | klinken [overkomen] als; interpreteren |
kikōgaku-気候学 | klimatologie |
kikōgakusha-気候学者 | klimatoloog; klimaatwetenschapper |
kikōhendō-気候変動 | klimaatverandering |
kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
kikōshi-貴公子 | een jongeman met een adellijk [edel; nobel] voorkomen [gelaat] |
kiku-菊 | mon (Japans familiewapen) in de vorm van een chrysant |
kikyō-棄教 | apostasie; afvalligheid van het geloof; geloofsverzaking |
kimagure-気紛れ | gril; wispelturigheid; grilligheid; impulsiviteit |
kimagure-気紛れ | veranderlijkheid; wisselende omstandigheden |
kimarimonku-決まり文句 | een vaste [bekende] uitdrukking; cliché |
kimaru-決まる | beslist [vastgesteld] worden |
kimatte-決まって | altijd; gewoonlijk; meestal |
kimayoi-気迷い | twijfel; aarzeling |
kimazui-気不味い | onaangenaam; gênant; ongemakkelijk; pijnlijk |
kimekomi-木目込み | techniek om traditionele Japanse houten poppen te maken (waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
kimekomi-木目込み | geperste reliëf afbeelding (collage van lagen washi papier) |
kimekominingyō-木目込み人形 | traditionele Japanse houten pop (gemaakt met een techniek waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
kimeru-決める | beslissen; vaststellen; besluiten |
kimi-君 | jij (familiair, informeel) |
kimijika-気短 | opvliegendheid; lichtgeraaktheid; ongeduldigheid |
kimitachi-君達 | jullie |
kimitsubunsho-機密文書 | vertrouwelijke [geheime] documenten |
kimitsuhoji-機密保持 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
kimitsujikō-機密事項 | vertrouwelijke [geheime] zaken |
kimitsushorui-機密書類 | vertrouwelijke [geheime] documenten |
kimuzukashii-気難しい | kieskeurig; veeleisend; moeilijk (van karakter) |
kin-均 | (in kanji combinaties) gelijkwaardig; uniform |
kinbae-金蠅 | een bromvlieg, Chrysomya megacephala |
kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
kincho-近著 | recent (literair) werk |
kinchoku-謹直 | plichtsgetrouwheid; zorgvuldigheid; nauwgezetheid; eerlijkheid; integriteit |
kinenbutsu-記念物 | souvenir; aandenken; relikwie |
kinhin-経行 | (zen-boeddh.) loopmeditatie (m.n. als afwisseling met zitmeditatie (zazen) om slaperigheid te voorkomen) |
kinichi-忌日 | sterfdag; verjaardag van het overlijden van een persoon (waarop boeddhistische herdenkingsrituelen worden uitgevoerd) |
kiniiru-気に入る | houden van; leuk vinden; blij zijn met |
kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
kinji-近似 | sterke gelijkenis |
kinkan-近刊 | publicatie in de nabije toekomst; boek dat binnenkort gepubliceerd zal worden |
kinkan-近刊 | recente publicatie; boek dat onlangs gepubliceerd is |
kinkanshoku-金環食 | jaarlijkse zonsverduistering |
kinki-錦旗 | keizerlijke standaard [vaandel] |
kinkinzen-欣欣然 | erg blij [gelukkig; vrolijk] zijn; er blij uitzien |
kinkō-欣幸 | vreugde; plezier; blijdschap; voldoening |
kinkoku-謹告 | beleefde [eerbiedige] aankondiging [mededeling] |
kinkonshiki-金婚式 | gouden bruiloft (50 jarig huwelijk) |
kinkotsu-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
kinkyō-禁教 | verboden religie [godsdienst] (met name de christelijke godsdienst) |
kinkyūteishi-緊急停止 | noodstop; nooduitschakeling |
kinmon-金紋 | gouden familiewapen |
kinnō-金納 | contant betaling; afrekening in contant geld |
kinō-機能 | werking; functie(s); applicaties (op mobiele telefoons e.d.) |
kinoborisuru-木登りする | in een boom klimmen |
kinohayai-気の早い | opvliegend; kortaangebonden; kortaf; lichtgeraakt |
kinpa-金波 | oplichtende [schitterende] golven (door weerspiegeling van zon of maan) |
kinpika-金ぴか | blingbling; glitterende decoraties |
kinridōkō-金利動向 | rente ontwikkeling |
kinrō-勤労 | werkaanstelling voor een vastgestelde periode |
kinsen-琴線 | gevoelige snaar; sentiment; emotie |
kinsenka-金盞花 | goudsbloem (Calendula officinalis) |
kinshigyokuyō-金枝玉葉 | keizerlijke familie [nakomelingen] |
kinshin-謹慎 | zelfdiscipline; zelfbeheersing |
kinshin-近親 | naast familielid; naaste bloedverwant |
kinshinsha-近親者 | bloedverwant; familielid |
kinshitai-菌糸体 | (schimmel) zwamvlok; mycelium |
kinsho-禁書 | boekverbod; een verbod op publicatie en bezit van een boek |
kinshuhō-禁酒法 | prohibitie wet (op alcoholische drank in de USA van 1920 - 1933) |
kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
kintōwari-均等割 | ratio per capita; ratio per hoofd (van de bevolking); gelijke verdeling |
kinyū-記入 | het inschrijven [invullen]; invulling (van een formulier) |
kinzai-近在 | naburige [omliggende] dorpen |
kinzen-欣然 | vreugde; blijheid; vrolijkheid |
kin'atsu-禁圧 | onderdrukking; beteugeling; verbod; ban |
kin'ei-禁衛 | de bewaking [bewakers] van het keizerlijk paleis |
kin'itsu-均一 | uniformiteit; eenvormigheid; gelijkheid |
kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
kin'yūjiyūka-金融自由化 | financiële liberalisatie (de opheffing van voorschriften en beperkingen op financiële transacties) |
kin'yūkanwa-金融緩和 | monetaire versoepeling |
kin'yūkikan-金融機関 | financiële instelling |
kin'yūsai-金融債 | (preferente) obligatie |
kin'yūshōhinka-金融商品化 | commercialisering van een financieel product |
kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
kiochi-気落ち | ontmoediging; teleurstelling |
kippari-きっぱり | resoluut; beslist; botweg; direct; eerlijk; duidelijk |
kirabiyaka-煌びやか | prachtig [oogverblindend; sprankelend; schitterend] zijn |
kiraboshi-綺羅星 | glinsterende ster(ren) |
kirakira-きらきら | (onomatopee) flikkerend; flonkerend |
kirara-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
kirekuchi-切れ口 | snijvlak; snijlijn |
kireru-切れる | breken; splijten; barsten |
kireru-切れる | slijten; kapot gaan |
kiri-切り | einde; grens; limiet |
kiriabura-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
kirigishi-切り岸 | steile klip [klif; rots] |
kirikomu-切り込む | aanvallen; door de vijandelijke linies vechten |
kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
kirikuzusu-切り崩す | doorsnijden; doorklieven; splijten |
kirikyōgen-切り狂言 | het laatste (Kyōgen) stuk van een Kabuki voorstelling |
kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
kirinō-切り能 | vijfde en laatste (afsluitende) stuk van een dagvoorstelling in het Nō-theater |
kirisame-霧雨 | motregen; lichte regen |
kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
kiritsu-規律 | tucht; discipline; tuchtregel |
kiriyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
kiro-岐路 | tweesprong; wegsplitsing; kruising |
kirorittoru-キロリットル | kiloliter (kl, volume-eenheid) |
kiru-切る | snijden; hakken; zagen; klieven |
kiryō-器量 | iemands uiterlijk [gelaatstrekken] |
kiryoku-気力 | energie; kracht; vitaliteit; durf; wilskracht |
kisai-奇才 | een genie; uitzonderlijk talent |
kisai-起債 | uitgifte van obligaties; obligatie-uitgifte |
kisai-鬼才 | genie; uitzonderlijk talent; bijzonder begaafd iemand |
kisaishijō-起債市場 | obligatiemarkt |
kisaki-后 | keizerin; koningin; prinses-gemalin |
kisaku-気さく | spontaan; hartelijk; vriendelijk; oprecht zijn |
kisama-貴様 | (denigrerende, vaak uitscheldende, term gebruikt door mannen, om iemand aan te spreken die zijn mindere of gelijke is) jij; jij schoft [klootzak] |
kisan-帰参 | terugkeer (in dienst van de voormalige heer) |
kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
kiseikanwa-規制緩和 | deregulatie; deregulering; versoepeling van regelgeving |
kiseki-軌跡 | locus; plaats; (wiskunde) meetkundige plaats; puntenverzameling |
kiseki-鬼籍 | overlijdensregister; necrologie |
kisekiteki-奇跡的 | miraculeus; verbazingwekkend; wonderbaarlijk |
kisenyado-汽船宿 | (haven)hotel voor stoomboot passagiers (en tijdelijke opslag van hun particuliere baggage) |
kisezushite-期せずして | onverwacht; toevallig |
kisha-喜捨 | een (charitatieve) donatie (m.n. aan een tempel of heiligdom); aalmoes |
kisha-記者 | journalist; verslaggever |
kishadan-記者団 | persgroep; persafdeling; persdienst |
kishidō-騎士道 | ridderschap; ridderlijkheid |
kishin-寄進 | donatie [schenking; gift] aan een tempel of heiligdom |
kishiritōru-キシリトール | (chemie) xylitol |
kishōbu-黄菖蒲 | gele lis (Iris pseudacorus) |
kishōeisei-気象衛星 | weersatelliet |
kishōkansokujinkōeisei-気象観測人口衛星 | weersatelliet |
kishoku-喜色 | tevreden [vrolijke] uitstraling [blik] |
kishoku-気色 | uiterlijk |
kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
kishōtenketsu-起承転結 | compositie en ontwikkeling van een tekst |
kisoku-気息 | het ademen; ademhaling |
kisokukanwa-規則緩和 | deregulering (vermindering van officiële regelingen) |
kisōtengai-奇想天外 | fantastisch [bizar; ongelooflijk; uitzonderlijk] zijn; niet van deze wereld zijn |
kisumire-黄菫 | Viola orientalis (bloem) |
kisuringu-キスリング | soort canvas rugzak voor bergbeklimmen |
kisuringu-キスリング | Moïse Kisling (Franse schilder) |
kitahankyū-北半球 | het noordelijk halfrond |
kitamakura-北枕 | ligging met het hoofd naar het noorden gericht (traditionele positie voor dode lichamen; maar taboe voor het gewone slapen) |
kitanai-汚い | vies; smerig; vuil; rommelig |
kitei-既定 | iets dat standaard [vastgesteld; beslist] is |
kitei-規定 | voorschrift; regel; bepaling; regelgeving |
kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
kitsuke-気付け | het opvrolijken; opfleuren |
kitsunebi-狐火 | dwaallicht |
kitsunenoyomeiri-狐の嫁入り | lampionoptocht; dwaallichten |
kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
kiyō-紀要 | door universiteiten of onderzoeksinstellingen gepubliceerde uitgave (met artikelen, onderzoeksverslagen, etc.) |
kiyō-起用 | aanstelling; benoeming; tewerkstelling; promotie; bevordering |
kizai-器財 | gereedschap; werktuigen; (huishoudelijke) apparaten |
kizewashii-気忙しい | woelig; onrustig; rusteloos; nerveus |
kizokuin-貴族院 | (voormalig) Japanse Hogerhuis (tot 1947) |
kizuato-傷跡 | litteken |
kī・pointo-キー・ポイント | belangrijkste punt; sleutelstelling |
kō-公 | publiek; openbaar |
kō-公 | (adelijke) titel |
ko-股 | (van een mens) onderbuik; kruis; lies |
kōan-公安 | nationale [publieke, openbare] veiligheid [vrede] |
kōan-公案 | een officieel document (oorspronkelijk Chinees) |
kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
kōanbu-公安部 | politie (Afdeling Openbare Veiligheid) |
kōatsusen-高圧線 | hoogspanningsleiding; hoogspanningskabel; hoogspanningslijn |
koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
kōbai-公売 | (openbare) veiling; openbare verkoop |
kōbai-勾配 | helling; glooiing; hellend vlak |
kōbai-勾配 | hellingspercentage; hellingshoek; gradiënt |
kobai-故買 | heling van gestolen goederen |
kōban-交番 | politiepost (vanaf 1994 de officiële benaming; voorheen 巡査派出所 en 警察派出所) |
kōban-交番 | afwisseling; wissel (stroom) |
koban-小判 | ovaal; ellips (vorm) |
kōbasai-公募債 | publieke aandelen [obligaties; effecten] |
kōbaten-公募展 | openbare tentoonstelling |
kobetsu-個別 | afzonderlijk; stuk voor stuk; van geval tot geval; een voor een |
kobi-媚 | gevlei; geslijm; flirt |
kōbin-幸便 | een uitgelezen kans; goede gelegenheid [mogelijkheid] |
kobiru-媚びる | vleien; stroopsmeren; slijmen; flirten |
kōbō-光芒 | lichtstraal; bliksemschicht |
kōbō-工房 | atelier; werkplaats (van een kunstenaar, ambachtsman, e.d.) |
kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbu-公武 | edelen [edelmannen] en soldaten; keizerlijk hof en shogunaat; aristocratie en samurai |
kobu-瘤 | bult; knobbel; uitsteeksel; zwelling; bobbel |
kōbugattai-公武合体 | kōbu-gattai; verzoening [politieke eenheid] tussen het keizerlijke hof en het shogunaat |
kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
kobun-子分 | volgeling; aanhanger; protegé; handlanger; ondergeschikte |
koburi-小降り | lichte regenval [sneeuwval] |
kobushi-辛夷 | Japanse magnolia boom (Magnolia kobus) |
kochi-東風 | oostelijke wind; oostenwind |
kōchiseiri-耕地整理 | ruilverkaveling |
kōchō-高潮 | climax; hoogtepunt |
kōcho-高著 | (term die verwijst naar) een literair werk van een ander; uw [jouw] boek |
kōda-コーダ | deel van een muzikale compositie dat zich na de climax van het stuk afspeelt; eindsectie van een compositie |
kodashi-小出し | een beetje; kleine hoeveelheid (tegelijk) |
kōdenkan-光電管 | fotocel (elektronenbuis voor stralingsdetectie) |
kōdō-行動 | handeling; daad; actie; gedrag; handelwijze |
kōdō-行動 | mobilisatie; militaire operatie |
kōdō-高堂 | (een respectvolle term om te verwijzen naar de familie of familieleden van een ander) uw familie |
kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kodomorashii-子供らしい | kinderlijk; kinderachtig |
koe-声 | (menselijke) stem |
kōei-後裔 | afstammeling; telg; nazaat; nakomeling |
kōen-公演 | optreden; voorstelling; uitvoering |
kōen-後授 | (militair) steuntroepen |
kōen-後援 | (militaire) versterkingen; hulptroepen |
kōenkai-講演会 | (publieke) lezing (over een vastgesteld onderwerp, thema, e.d.) |
kōfukukan-幸福感 | euforie; grote blijdschap |
kōfun-公憤 | publieke verontwaardiging |
kōfuseikyūsho-交付請求書 | aanvraagformulier; verzoek tot afgifte |
kōgaisuion-口蓋垂音 | (taalkunde) uvulaar; uvulaire medeklinker |
kogane-小金 | een klein fortuin; redelijke som geld; aardig bedrag |
kōgeihin-工芸品 | (traditionele) kunstvoorwerpen voor dagelijks gebruik; kunst- en ambachtswerk |
kōgen-光源 | lichtbron |
kōgen-公言 | publieke [officiële] aankondiging [proclamatie; verklaring; bekendmaking] |
kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
kogitanai-小汚い | een beetje vies; groezelig |
kogitsuku-漕ぎ着く | (een doel) bereiken (door persoonlijke inzet) |
kōgun-皇軍 | het keizerlijke leger (vroeger de algemene benaming voor leger en marine van Japan) |
kōgyōka-工業化 | industrialisering; industrialisatie |
kōgyōkai-工業界 | de industriële [geïndustrialiseerde] wereld |
kōha-光波 | lichtgolf |
kōhai-光背 | nimbus; aura; aureool; stralenkrans; heiligenkrans |
kōhaku-紅白 | (traditionele indeling in twee teams) het rode team en het witte team |
kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
kōheimushi-公平無私 | onpartijdigheid; eerlijk spel |
kōhi-公費 | publieke uitgaven [middelen]; overheidsgelden [uitgaven] |
kōhi-后妃 | vorstin; keizerin; koningin; prinses-gemalin |
kōhō-公法 | publiekrecht |
kōhō-広報 | publiciteit; publieksinformatie |
kōhone-河骨 | Japanse gele waterlelie (Nuphar japonica) |
kōhontadō-好本多同 | goed voorbeeld doet goed volgen (zowel geestelijk, gedragsmatig als ook in bekwaamheden) |
kōhōto-コーホート | cohort (een groep mensen met een gemeenschappelijk kenmerk, in een demografisch onderzoek) |
kōi-厚意 | goedwillendheid; vriendelijkheid |
kōi-好意 | vriendelijkheid; welwillendheid; tegemoetkoming |
koi-恋 | liefde; hartstocht; passie |
koi-故意 | bedoeling; voornemen |
koi-故意 | beraming; criminele bedoeling; kwade opzet |
kōi-皇位 | keizerlijke troon |
kōi-皇威 | keizerlijke macht |
kōi-行為 | daad; handeling; verrichting; gedrag |
koibana-恋ばな | gesprekjes (m.n. van meisjes) over elkaars liefdes(avonturen) |
koibito-恋人 | minnaar; minnares; vrijer; liefje |
koibumi-恋文 | liefdesbrief |
koigataki-恋敵 | medeminnaar; rivaal in de liefde |
koigokoro-恋心 | (ontwakende) liefde; verliefdheid |
koiguchi-鯉口 | kledingstuk (met lange mouwen) dat ter bescherming over de kimono gedragen wordt bij huishoudelijk werk |
koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
koika-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht; (bij dieren) paringsroep; lokroep |
koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
koikogareru-恋い焦がれる | verlangen [smachten; hunkeren] (naar); wanhopig verliefd zijn |
kōin-後胤 | afstammeling; telg; nazaat; nakomeling |
koinaka-恋仲 | wederzijdse liefde; verliefd zijn op elkaar |
koinegau-希う | (hartstochtelijk) verlangen; wensen; hopen; smeken; verzoeken |
koiniochiru-恋に落ちる | verliefd worden (op); zijn hart verliezen (aan) |
koinoyokan-恋の予感 | voorgevoel van liefde; onvermijdelijke verliefdheid; al direct [van te voren] weten dat je verliefd gaat worden op iemand |
koinyōbō-恋女房 | zijn (innig) geliefde vrouw; dierbare vrouw |
koisuru-恋する | verliefd zijn [worden] (op); zijn hart verliezen (aan); |
koiuta-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
koiwazurai-恋煩い | smoorverliefd zijn |
kōji-公事 | publieke zaak; overheidsaangelegenheid |
kōji-公示 | publieke [officiële] bekendmaking [aankondiging] |
koji-居士 | (erend) volgeling van het (Zen)boeddhisme |
kojin-個人 | individu; particulier; privé persoon |
kōjin-後人 | nageslacht; nakomeling(en) |
kojinjōhō-個人情報 | persoonsgegevens; persoonlijke informatie |
kojinkabunushi-個人株主 | particuliere aandeelhouder |
kojinmari-こぢんまり | klein en knus [gezellig] |
kojinnenkin-個人年金 | persoonlijk [particulier] pensioen |
kojinshotoku-個人所得 | persoonlijk inkomen |
kojinshugi-個人主義 | individualisme; zelfzuchtigheid; egotisme |
kojinsūhai-個人崇拝 | persoonsverheerlijking |
kojinteki-個人的 | persoonlijk; individueel; particulier; privaat |
kojintenrankai-個人展覧会 | solovoorstelling |
kojin'yokin-個人預金 | particuliere rekening; persoonlijke storting |
kojireru-拗れる | ingewikkeld [lastig; gecompliceerd] worden |
kōjisuru-公示する | publiekelijk [officieel] bekendmaken [aankondigen] |
kōjō-口上 | (verbale) mededeling [boodschap] |
kōjo-孝女 | plichtsgetrouwe dochter |
kōjō-工場 | werkplaats (in gevangenissen, sociale instellingen e.d.) |
kōjō-皇城 | keizerlijk paleis [kasteel] |
kōjo-皇女 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
kōjōsen-甲状腺 | schildklier |
kōjuhōshō-紅綬褒章 | medaille met rood lint |
kōka-公課 | (publieksrechtelijke) heffingen |
koka-古歌 | een oud gedicht [lied] |
kōka-校歌 | schoollied |
kokage-木陰 | de schaduw van een boom; een plek onder een boom (beschut tegen zonlicht en regen) |
kōkai-公開 | opening (voor het publiek); het openbaar maken; tentoonstelling |
kōkaikagikiban-公開鍵基盤 | PKI (Public Key Infrastructure), een systeem dat wordt gebruikt voor het maken en beheren van digitale certificaten |
kōkaisuru-公開する | openstellen voor publiek; tentoonstellen; openbaar maken |
kōkan-交換 | (uit)wisseling; ruil; verwisseling; wederkerigheid |
kōkan-交歓 | uitwisseling van beleefdheden; verbroedering |
kōkanjōken-交換条件 | uitwisselingsvoorwaarden; (uit)ruilvoorwaarden |
kōkanpuroguramu-交換プログラム | uitwisselingsprogramma (voor studie) |
kōkanryūgaku-交換留学 | uitwisseling van internationale studenten |
kōkanryūgakusei-交換留学生 | uitwisselingsstudent |
kōkatsu-狡猾 | sluw [listig; berekenend; geslepen] zijn |
kōkei-光景 | tafereel; schouwspel; aanblik |
kōkei-口径 | kaliber |
kokei-固形 | vaste stof [vorm]; vast lichaam |
kōken-貢献 | schenking; gift; uitdeling |
kōki-光輝 | schittering; glans; helder licht; pracht |
kōki-公器 | openbare [publieke] instelling; overheidsinstelling |
kōki-後期 | tweede termijn [laatste periode] (van een wisseltentoonstelling) |
kokka-国歌 | volkslied |
kokkaigiin-国会議員 | parlementslid; parlementariër; kamerlid |
kokkakeisatsu-国家警察 | rijkspolitie (met landelijke jurisdictie) |
kokkakōan'iinkai-国家公安委員会 | Nationale Commissie voor Openbare Veiligheid (Japan) |
kokkasaimu-国家債務 | staatsobligatie |
kokkashakaishugi-国家社会主義 | nationaalsocialisme |
kokkashugi-国家主義 | nationalisme |
kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
kokkyō-国境 | (lands)grens; grenslijn |
kokkyō-国教 | staatsgodsdienst; staatsreligie |
koko-個個 | individueel, afzonderlijk, één voor één; stuk voor stuk |
kōko-公庫 | gemeentelijke kas; gemeentekas; financieringsmaatschappij |
kōkō-孝行 | (Confucianisme) trouw en gehoorzaamheid (van kinderen) aan hun ouders (of andere oudere familieleden) |
kōkō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kōkō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
kokō-虎口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
kōkon-後昆 | nageslacht; nakomeling(en); afstammeling(en) |
kokonattsu・oiru-ココナッツ・オイル | kokosolie |
kokoro-心 | hart; ziel; geest; gevoelens; mentaliteit; karakter; aard; persoonlijkheid |
kokorodanomi-心頼み | vertrouwen; afhankelijkheid |
kokoroe-心得 | een belangrijk punt; regel; richtlijn |
kokoroe-心得 | (tijdelijk} een positie bekleden [als plaatsvervanger optreden] |
kokoroegao-心得顔 | een veelbetekenende blik |
kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
kokorogamae-心構え | bedoeling; intentie |
kokorogumi-心組み | bedoeling; intentie |
kokorogurushii-心苦しい | meelevend; medelijdend; pijnlijk; spijtig |
kokorohisokani-心密かに | innerlijk; inwendig; van binnen; geheim; diep in het hart |
kokorojōbu-心丈夫 | gevoel van veiligheid [zekerheid; gerustheid] |
kokoronikui-心憎い | (wordt gezegd van iets dat juist heel goed is) irritant; verschrikkelijk |
kokoroyasudate-心安だて | openheid; toegankelijkheid; ongereserveerdheid |
kokoroyasui-心安い | open; vrijuit; ongeremd; vriendelijk; informeel; vertrouwd |
kokorozashi-志 | welwillendheid; goedheid; vriendelijkheid |
kokorozukushi-心尽くし | vriendelijkheid; attentheid; voorkomendheid |
kōkōsei- 高校生 | scholier van (de laatste 4 jaar van) de middelbare school |
kōkōsei-高校生 | leerling (in de hoogste klassen) van de middelbare school |
kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
koku-黒 | (in samenstellingen) zwart |
kokubetsushiki-告別式 | afscheidsceremonie van (de ziel van) een overledene door familieleden en kennissen |
kōkūbokan-航空母艦 | vliegdekschip; vliegkampschip |
kokubun-告文 | (keizerlijke) proclamatie (aan het volk, de natie, etc.) |
kokubun-国文 | Japanse taal en literatuur |
kokubungaku-国文学 | (de studie van) Japanse literatuur |
kokueika-国営化 | nationalisatie; nationalisering |
kokugaku-国学 | de studie van de (klassieke) Japanse cultuur en literatuur |
kokugogaku-国語学 | (Japanse) taalwetenschap [linguïstiek] |
kokugū-酷遇 | mishandeling; slechte [gemene; wrede] behandeling |
kokuhaku-酷薄 | onmenselijkheid; wreedheid |
kokuheichūsha-国幣中社 | kokuhei-chūsha (middelste klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
kokuheishōsha-国幣小社 | kokuhei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom van een prefectuur) |
kokuheitaisha-国幣大社 | kokuhei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
kokujihan-国事犯 | landverraad; (politiek) misdrijf tegen de staat |
kokujin-黒人 | zwarte persoon; neger; kleurling |
kōkūki-航空機 | luchtvaartuig (zoals luchtballon, luchtschip, vliegtuig e.d.) |
kōkūkōgaku-航空工学 | luchtvaarttechniek; vliegtuigbouwkunde |
kokumintekigōi-国民的合意 | nationale consensus; gemeenschappelijke mening [instemming] van een volk |
kokuon-国恩 | de plicht [verplichting] jegens het vaderland |
kokurenanzenhoshōjōninrijikoku-国連安全保障常任理事国 | permanent lid van de Veiligheidsraad (van de Verenigde Naties) |
kōkūro-航空路 | luchtweg; (aan)vliegroute |
kokuron-国論 | publieke opinie; mening van het volk |
kokuru-こくる | (gekoppeld aan andere werkwoorden) blijven doen; doorgaan met |
kokuru-告る | zijn liefde bekennen [toegeven] |
kokusai-国債 | staatsschuld; staatsobligatie |
kokusaibungyō-国際分業 | internationale arbeidsverdeling |
kokusaigakujutsurengōkaigi-国際学術連合会議 | voormalige Internationale raad voor de Wetenschappen (nu: 国際科学会議) |
kokusaigunjisaiban-国際軍事裁判 | Internationaal Militair Tribunaal |
kokusaijin-国際人 | internationaal ingestelde persoon; kosmopoliet; wereldburger |
kokusaika-国際化 | internationalisering; globalisering |
kokusaikankaku-国際感覚 | kosmopolitische [internationale] manier van denken |
kokusaikashitsuke-国債貸付 | staatsobligatie |
kokusaikasuru-国際化する | internationaliseren; globaliseren |
kokusaikeijikeisatsukikō-国際刑事警察機構 | Interpol (International Criminal Police Organization) |
kokusaikekkon-国際結婚 | internationaal huwelijk |
kokusaikōryū-国際交流 | internationale uitwisseling |
kokusaikōryūkikin-国際交流基金 | the Japan Foundation (fonds ter bevordering van internationale uitwisseling) |
kokusaikūkō-国際空港 | internationaal vliegveld; internationale luchthaven |
kokusaishūshi-国際収支 | (internationale) betalingsbalans |
kokusaitoshi-国際都市 | wereldstad; kosmopolis |
kokusei-国政 | nationale politiek; nationaal beleid [beheer] |
kokusei-国政 | de politieke organisatie van een staat |
kokuseichōsa-国勢調査 | volkstelling; census |
kokuseki-国籍 | nationaliteit |
kokusho-国書 | Japanse literatuur |
kokushokaidai-国書解題 | catalogue raisonné van de Japanse literatuur vanaf ca. het Nara tijdperk tot het jaar 1867 |
kokusuishugi-国粋主義 | nationalisme; extreem patriottisme |
kokusuru-刻する | opschrijven; publiceren |
kokutaiseiji-国対政治 | parlementaire beraadslagingen (via deals en compromissen); achterkamertjespolitiek |
kokuten-国典 | (klassiekers in) de Japanse literatuur |
kokuyūka-国有化 | nationalisatie; nationalisering |
kokyaku-顧客 | klant; cliënt; opdrachtgever |
kōkyō-公共 | openbare [publieke] status; openbaar [publiek; gemeenschappelijk] belang |
kōkyo-皇居 | Keizerlijk paleis |
kōkyōjigyō-公共事業 | openbare [publieke] werken |
kōkyōkumiai-公共組合 | openbare (publieke) organisatie [unie; genootschap] |
kōkyōtatemono-公共建物 | rijksgebouw; publiek gebouw |
kokyu-コキュ | echtgenoot van een overspelige vrouw |
kokyū-呼吸 | ademhaling |
kōkyū-後宮 | gemalin van de keizer |
kōkyū-攻究 | specialisatie; studie (kunst en wetenschappen) |
kōkyū-高級 | topkwaliteit; hoogwaardig [chic; luxueus] zijn |
kokyūfuzen-呼吸不全 | ademhalingsfalen; respiratore insufficiëntie |
kokyūki-呼吸器 | ademhalingsorgaan |
kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
komaku-鼓膜 | trommelvlies |
komakuen-鼓膜炎 | myringitis; trommelvliesontsteking |
komāsharizumu-コマーシャリズム | commercialisme; handelsgeest; marktdenken |
komāsharu・songu-コマーシャル・ソング | reclametune; reclameliedje; commercieel muzieknummer |
komayaka-細やか | zacht [mild; gevoelig; bedachtzaam] zijn |
komayaka-細やか | fijn [delicaat; subtiel; gedetailleerd] zijn |
kōmei-公明 | rechtvaardigheid; gerechtigheid; eerlijkheid |
kōmeiseidai-公明正大 | eerlijkheid; rechtvaardigheid; integriteit; rechtschapenheid |
komemono-込め物 | vulmateriaal; vulling; opvulsel |
komento-コメント | commentaar; toelichting; kanttekening; verklaring |
komiageru-込み上げる | zich misselijk voelen; overgeven; braken |
komiiru-込み入る | ingewikkeld [moeilijk; complex] zijn |
komimi-小耳 | het toevallig horen [opvangen] |
komisshonā-コミッショナー | (bij sportorganisaties) hoofdbestuurslid |
kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
kōmō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kōmō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
kōmoku-項目 | uitsplitsing in begrotingen |
kōmon-告文 | (keizerlijke) proclamatie (aan het volk, de natie, etc.) |
komorebi-木漏れ日 | zonlicht dat door de bomen schijnt [gluurt] |
komoru-籠る | zichzelf opsluiten [afzonderen]; binnen blijven |
kōmuru-被る | ondergaan; lijden |
kōmuru-被る | ontvangen (van een gunst; vriendelijkheid; rechtvaardige bejegening) |
kōmushikkōbōgaizai-公務執行妨害罪 | (als strafbaar feit) de belemmering van een overheidsambtenaar (politie, e.d.) in de uitoefening van diens werktaken en plichten |
komyunike-コミュニケ | (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin; declaratie |
komyunikēshon-コミュニケーション | communicatie; kennisgeving; mededeling; overdracht |
kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
konbāto-コンバート | bekeerling |
konbinēshon-コンビネーション | combinatie; samenstelling; verbinding |
kondankai-懇談会 | een informele [gezellige] bijeenkomst |
kone-コネ | (persoonlijke) contacten; connectie(s); relatie(s) |
konekushon-コネクション | verbinding; connectie; koppeling |
konekushon-コネクション | relatie(s); (persoonlijke) contacten |
kōnen-光年 | lichtjaar |
kōnenkishōgai-更年期障害 | menopauzale [climacterische] klachten; overgangsklachten |
kōnenreishakoyōanteihō-高年齢者雇用安定法 | Wet stabilisering werkgelegenheid voor oudere werknemers (Eng,: Elderly Persons Employment Stabilization Law) |
kōnetsu-高熱 | hoge koorts [lichaamstemperatuur] |
kongi-婚儀 | huwelijksceremonie |
kongō-混合 | mengsel; mengeling; melange |
kongōjō-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
kongōzue-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
kōninkaikeishishiken-公認会計士試験 | accountantsexamen; CPA-examen (CPA = Certified Public Accountant) |
konjō-紺青 | Pruisisch [Berlijns] blauw |
konnan-困難 | tegenspoed; ontberingen; last; moeilijkheden |
kōnō-後納 | uitgestelde [opgeschorte] betaling |
kononde-好んで | vrijwillig; uit eigen beweging; met plezier; bij voorkeur |
konoshiro-鮗 | Konosirus punctatus (een vis uit de familie van Haringachtigen) |
konotokoro-此の所 | de laatste tijd; recentelijk; onlangs |
konponshugi-根本主義 | fundamentalisme |
konponshugisha-根本主義者 | fundamentalist |
konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
konrei-婚礼 | huwelijk; huwlijksceremonie |
konsei-混成 | mengeling; vermenging; mengsel; samenstelling |
konseki-痕跡 | overblijfsel; spoor; voetspoor |
konsen-混戦 | onoverzichtelijke [verwarrende] strijd; gevecht met een onvoorspelbare afloop |
konsho-懇書 | een [uw] vriendelijke [hartelijke] brief |
kontoku-懇篤 | vriendelijkheid; hartelijkheid |
kontororu・tawaa-コントロール・タワー | verkeerstoren (vliegveld) |
konzatsu-混雑 | verwarring; complicatie; verwikkeling |
konzetsu-根絶 | uitroeiing; ontworteling; verdelging |
kon'in-婚姻 | huwelijk; huwelijkse staat |
koodorisuru-小躍りする | een vreugdedansje doen; dansen van plezier [blijdschap] |
kōontashitsu-高温多湿 | hoge temperatuur en vochtigheid (van klimaat) |
koperunikusutekitenkai-コペルニクス的転回 | Copernicaanse revolutie [omwenteling] (een radicale heroriëntatie van een wetenschap of filosofie) |
kopīshokuhin-コピー食品 | namaak-voedsel (voedingsmiddel dat lijkt op een (duurder) ingrediënt, maar van een andere substantie nagemaakt is; zoals b.v. crab sticks) |
korāju-コラージュ | het vastplakken; opplakken; lijmen |
kōran-高欄 | reling; leuning; balustrade |
korashimeru-懲らしめる | straffen; iemand een lesje leren; disciplineren; kastijden |
kōrei-交霊 | spiritualisme; het communiceren met [aanroepen van] doden [geesten] |
korekushon-コレクション | collectie; verzameling |
korewashitari-これはしたり | o jeetje; hemeltjelief; lieve hemel; mijn god! |
korī-コリー | collie (hondenras) |
kōri-公理 | (wiskunde) axioma, dient als grondslag voor het bewijs van andere wiskundige stellingen |
kōrin-降臨 | neerdaling (naar aarde van een godheid); verschijning; (goddelijke) openbaring |
kōrishugi-功利主義 | utilitarisme; utilisme; nuttigheidssysteem; utiliteitsbeginsel |
kōritsu-公立 | publiekelijke sector |
kōritsuka-効率化 | het efficiënt maken; verbeteren van de efficiëntie; optimalisering |
korō-虎狼 | een genadeloze en wrede bruut [woesteling; onmens] |
kōron-口論 | woordenwisseling; woordentwist; ruzie; woordenstrijd |
korona-コロナ | (elektriciteit) corona (wit licht bij wisselstroomspanning) |
koroshimonku-殺し文句 | veelzeggende [beslissende] uitspraak; doorslaggevend argument |
korotaipu-コロタイプ | lichtdruk; fototypie |
kōru-コール | (scheidsrechterlijke) beslissing |
kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
kōrudo・chēn-コールド・チェーン | koelketen (doorlopend systeem van koeling bij transporten) |
kōrurōn-コールローン | call-lening (dagelijks opzegbare lening) |
kōrushijō-コール市場 | call (money) markt (waar kortlopende, direct opzegbare, leningen worden verstrekt tussen banken en andere financiële instellingen) |
kōryō-亢竜 | hemelse [vliegende] draak |
kōryō-稿料 | auteur's honorarium; een betaling voor een stuk tekst |
kōryū-亢竜 | hemelse [vliegende] draak |
kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
kōryūsha-拘留者 | geïnterneerde persoon [militair; soldaat] |
kōsaku-工作 | snood plan; slinkse handelwijze; list; intrige |
kōsakushitsu-工作室 | werkplaats; atelier |
kosame-小雨 | motregen; lichte regen |
kosei-個性 | individualiteit; persoonlijkheid |
kōsei-更生 | rehabilitatie; (levens)verbetering; restauratie; hergebruik |
koseiteki-個性的 | persoonlijk |
kōseitorihikiiinkai-公正取引委員会 | Japanse Commissie voor Eerlijke Handel (Japan Fair Trade Commission) |
kōseki-光跡 | lichtspoor |
koseki-戸籍 | familieregister |
kosekigenpon-戸籍原本 | origineel familieregister (zoals het in de burgerlijke stand is opgenomen) |
kosekihō-戸籍法 | Wet op het Familieregister |
kosekishōhon-戸籍抄本 | uittreksel van het familieregister (m.b.t. gegevens van één familielid daarin) |
kosekitōhon-戸籍謄本 | officiële kopie van het originele familieregister (van alle gegevens) |
kōsen-交戦 | (gewapend) conflict; oorlog(voering); (onderlinge) strijd (met wapens) |
kōsen-光線 | lichtstraal |
kōsha-巧者 | vakkundigheid; vaardigheid; bekwaamheid; slimheid |
kōsha-巧者 | een vakkundig [bekwaam; ervaren; slim] persoon |
kōshaku-侯爵 | (adellijke titel) markies; markiezin |
kōshaku-講釈 | lezing; voordracht; toelichting |
kōshasaitōshishintaku-公社債投資信託 | obligatiebeleggingsfonds |
kōshi-公私 | openbaar en privé; overheid en bevolking; officieel en persoonlijk |
kōshi-格子 | traliewerk; rooster; trellis |
kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
kōshi-高師 | (afk. voor) voormalige Japanse Hogere Normaalschool (lerarenopleiding) |
kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
koshiginchaku-腰巾着 | hielenlikker; slaafse volgeling |
koshiire-輿入れ | (arch.) de verhuizing van een vrouw (op de huwelijksdag, direct na het huwelijk) naar het huis van haar man |
kōshijō-格子状 | traliewerk-stijl |
koshikake-腰掛け | tijdelijke baan |
kōshiki-公式 | formaliteit |
kōshikiseimei-公式声明 | communiqué; (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin |
kōshikisen-公式戦 | reguliere wedstrijd; competitiewedstrijd; kampioenswedstrijd; play-offs; eindronde (honkbal) |
kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
kōshin-功臣 | verdienstelijke [uitmuntende] vazal |
kōshin-後身 | reïncarnatie; herboren lichaam; nieuw lichaam na hergeboorte |
kōshinretsu-口唇裂 | hazenlip; schicis |
kōshita-斯うした | dergelijke; zulke |
kōshitsu-皇室 | de (Japanse) keizerlijke familie |
koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
kōshitsutenpan-皇室典範 | de keizerlijke huishoudwet (van 1947) |
kōshō-交渉 | onderhandeling(en); discussie; gesprekken |
kōshō-公称 | publieke bekendmaking |
kōshō-公証 | authenticatie, legalisatie |
kōshōken-交渉権 | onderhandelingsrecht; het recht tot onderhandelen |
kōshu-公主 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
kōshūdenwa-公衆電話 | publieke telefoon; telefooncel |
kōshūdōtoku-公衆道徳 | sociale etiquette; welvoeglijkheid; fatsoen; moraal |
kōsoku-拘束 | inperking; beteugeling; beperking |
kōsoku-高足 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kōsokudōrosaimingenshō-高速道路催眠現象 | polderblindheid (verminderde opmerkzaamheid in het verkeer veroorzaakt door een afwezigheid van externe prikkels) |
kōsokujikan-拘束時間 | werkelijke [feitelijke] gewerkte uren [arbeidsuren; werktijd] |
kosui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
kosukkarai-狡っ辛い | sluw; listig; slinks; leep |
kosumoporisu-コスモポリス | kosmopolis; wereldstad |
kosumoporitan-コスモポリタン | kosmopoliet; wereldburger |
kosumoporitan-コスモポリタン | kosmopolitisch |
kōtai-交代 | vervanging; (plaats)vervanger; wisseling (van macht, regering, etc.) |
kōtai-抗体 | antilichaam; antistof; afweerstof |
kōtei-公定 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kotei-固定 | fixatie; bevestiging; immobilisatie; verankering |
kōtei-孝悌 | (confucianisme) eerbied voor ouderen; kinderlijke gehoorzaamheid; vroomheid; broederliefde |
kōtei-工程 | voortgang [stadium; proces] van werk [handelingen] |
kōtei-航程 | (van een vliegtuig) vliegafstand; vlucht |
kōtei-高低 | fluctuatie; hoog en laag; opkomst en ondergang; stijging en daling |
koten-個展 | (afk. voor) solotentoonstelling |
kōten-好転 | verbetering; gunstige ontwikkeling; verandering ten goede |
kōtō-紅灯 | rood licht; rode lamp |
kotoatarashii-事新しい | gekunsteld; onnatuurlijk |
kotoba'asobi-言葉遊び | woordspeling; woordspelletje; woordenraadsel |
kotobuki-寿 | gelukwensen; felicitaties; beste wensen |
kotodama-言霊 | de (spirituele) kracht [bezieling] van taal |
kotogadekiru-ことができる | (geeft een mogelijkheid weer) het zou kunnen (dat); het is mogelijk (dat) |
kotohogu-言祝ぐ | feliciteren; iemand succes wensen; de beste wensen doen |
kōtōkeiyaku-口頭契約 | mondelinge overeenkomst [afspraak] |
kōtoku-公徳 | burgerlijke deugd; openbare [sociale] moraal |
kotonohoka-殊の外 | extreem; uiterst; buitengewoon; ongewoon; uitzonderlijk |
kōtōshihangakkō-高等師範学校 | voormalige Japanse Hogere Normaalschool (lerarenopleiding) |
kotozuke-言付け | (mondeling) bericht; (doorgegeven) boodschap |
kōtsū-交通 | communicatie; uitwisseling (gegevens; ideeën) |
kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kōtsūanzen-交通安全 | verkeersveiligheid |
kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kōtsūkisei-交通規制 | verkeersbeperkende maatregelen; verkeersregelingen |
kotsukotsu-こつこつ | vlijtig; nijver; onvermoeibaar; gestaag |
kōtsūsensō-交通戦争 | (het maatschappelijke probleem van) het groeiend aantal verkeersslachtoffers |
kōtsūshingō-交通信号 | stoplicht; verkeerslicht |
kōwa-講話 | lezing; verhandeling; betoog |
kowake-小分け | onderverdeling; uitsplitsing; specificatie |
kōyadōfu-高野豆腐 | bevroren gedroogde tofu (oorspronkelijk gemaakt in de boeddhistische tempel op de berg Koya) |
koyagake-小屋掛け | de opbouw van een tijdelijke hut [huisje] of (circus)tent; de opbouw van een decor |
kōyaku-公約 | publieke [openbare] belofte (b.v. verkiezingsbelofte) |
kōyaku-口約 | mondelijke overeenkomst [afspraak] |
koyō-古謡 | oude traditionele (volks)liederen |
koyōkikaikintōhō-雇用機会均等法 | Wet inzake gelijke kansen voor iedereen |
koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
kōyu-鉱油 | aardolie; ruwe olie [petroleum] |
kōyu-香油 | geparfumeerde [geurige] olie |
koyuki-小雪 | lichte sneeuwval |
kozakashii-小賢しい | brutaal; onbeschaamd; sluw; listig; geslepen |
kōzen-昂然 | opgewekte stemming; uitgelatenheid; triomfantelijkheid; trots |
kōzoku-皇族 | keizerlijke familie |
kōzōshugi-構造主義 | structuralisme |
kōzui-香水 | (boeddh.) water vermengd met wierook (voor reiniging van tempel, altaar, of lichaam); geurend water geofferd aan Boeddha |
ku-苦 | pijn, lijden; ontbering |
kuahausu-クアハウス | kuuroord; herstellingsoord; badplaats |
kubetsu-区別 | verschil; onderscheid; tegenstelling |
kubittake-首ったけ | smoorverliefd zijn |
kubō-公方 | publieke zaak; overheidszaak |
kubō-公方 | keizer; keizerlijk hof |
kubun-区分 | verdeling; classificatie |
kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
kuchibashiru-口走る | achteloos [onopzettelijk; zonder er bij na te denken] iets zeggen; eruit flappen |
kuchibeni-口紅 | lippenstift |
kuchibiru-唇 | (v.d. mond) lip; lippen |
kuchigaru-口軽 | loslippigheid; babbelziek [praatgraag] zijn |
kuchigatame-口固め | mondelinge belofte |
kuchigenka-口喧嘩 | ruzie; woordenwisseling; discussie |
kuchiire-口入れ | bemiddeling |
kuchikiki-口利き | bemiddeling; hulp; bijstand |
kuchikomi-口コミ | mondelinge overlevering; mondeling commentaar |
kuchimoto-口元 | mond; lippen |
kuchinamezuri-口舐めずり | (na het eten van iets lekkers) je mond [lippen] aflikken |
kuchioshii-口惜しい | ergerlijk; irritant; vervelend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk |
kuchisaki-口先 | lippen; puntje van de tong |
kuchiyakusoku-口約束 | mondelinge belofte [afspraak]; zijn woord (geven) |
kuchiyose-口寄せ | een medium; (vrouwelijke) priester die boodschappen van de goden doorgeeft |
kuchizoe-口添え | advies; aanbeveling; voorspraak; goed woordje |
kuchizutae-口伝え | mondelinge overlevering; orale traditie; mondeling onderricht |
kūchūburanko-空中ブランコ | (vliegende) trapeze |
kūchūkyokugeishi-空中ブランコ曲芸師 | (vliegende) trapezeartiest |
kūchūkyūyuyōhikōki-空中給油用飛行機 | tankvliegtuig |
kudasai-下さい | alsjeblieft; alstublieft (geef mij; mag ik van u) |
kuēkā-クエーカー | quaker (lid van de Quakers, een religieus genootschap) |
kuge-公家 | (keizerlijk) hof |
kugen-苦言 | aanmaning; aansporing; dringend advies; onaangename mededeling |
kūhi-空費 | verspilling; verkwisting |
kuiage-食い上げ | je baan verliezen; geen inkomsten meer hebben; niet meer in je levensonderhoud kunnen voorzien |
kuidaore-食い倒れ | geldverspilling aan eten; het al je geld uitgeven voor eten |
kuihagureru-食い逸れる | zijn baan [inkomsten] verliezen |
kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
kuikomu-食い込む | wegstromen; (geld) verliezen |
kuinokoshi-食い残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
kuitsunagu-食い繋ぐ | (zo lang mogelijk) overleven; zo weinig mogelijk eten [uitgeven]; zo lang mogelijk het hoofd boven water houden |
kuji-公事 | (arch.) publieke [politieke] ceremonie [aangelegenheid] |
kuju-口授 | mondelinge kennisoverdracht |
kujū-苦汁 | een bittere pil; een pijnlijke ervaring |
kujū-苦渋 | moeilijke [pijnlijke] ervaring [tijd] |
kukan-区間 | traject (tussen twee plaatsen op een spoorlijn, of een autoroute) |
kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
kūkō-空港 | vliegveld; luchthaven |
kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
kumiaiin-組合員 | lid van een vereniging; vakbondslid |
kumiin-組員 | bendelid; gangster |
kumiko-組子 | lid van een groep (geleid door een kumigashira) |
kumiko-組子 | lid van het brandweerkorps |
kumitsuku-組みつく | iemand te lijf gaan [bespringen; vastgrijpen] |
kumiuta-組歌 | Japans volksliedje; Japanse traditionele melodie |
kumonoue-雲の上 | het keizerlijk paleis [hof] |
kunaichō-宮内庁 | het Agentschap van de Keizerlijke Huishouding in Japan |
kunan-苦難 | kwelling; marteling; pijniging; foltering; het lijden; ontbering |
kunetsu-苦熱 | drukkende [intense; ondraaglijke] hitte |
kuniburi-国風 | volksliederen |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kunkoku-訓告 | reprimande; (mondelinge of schriftelijke) waarschuwing |
kunniringusu-クンニリングス | (oraal-genitaal contact) cunnilingus [cunnilinctus]; het beffen |
kunō-苦悩 | ondragelijke pijn; kwelling |
kunrei-訓令 | (dienst)voorschrift; instructie; verorderning; opdracht; bevel; richtlijn |
kunreishiki-訓令式 | het kunrei-systeem (ingesteld in 1937), de officiële richtlijnen voor de transcriptie van het Japans |
kunren-訓練 | oefening; training; scholing |
kunshihyouhen-君子豹変 | de wijzen passen zich gemakkelijk aan veranderde omstandigheden aan |
kunshu-君主 | koning; keizer; heerser; vorst (die in familielijn heerst over een rijk) |
kuoritī-クオリティー | kwaliteit; waarde; eigenschap |
kuoritī・kontorōru-クオリティー・コントロール | kwaliteitsbewaking |
kuoritī・obu・raifu-クオリティー・オブ・ライフ | kwaliteit van leven |
kuōtarī-クオータリー | driemaandelijks; éénmaal per kwartaal; viermaal per jaar |
kuōtēshon-クオーテーション | citaat; quotatie; aanhaling |
kuōtēshon・māku-クオーテーション・マーク | aanhalingsteken(s) |
kūpe-クーペ | coupé (afdeling in trein) |
kurabemono-比べ物 | vergelijking; iets om mee te vergelijken |
kuraberu-比べる | vergelijken |
kuragae-鞍替え | verandering van baan [positie; houding]; omschakeling |
kuragari-暗がり | imbeciliteit; achterlijkheid; domheid |
kurahara-クラハラ | (afk. voor) intimidatie [kwaadwillig gedrag] van klanten |
kurai-暗い | donker; schemerig; slecht verlicht |
kurai-暗い | somber; treurig; melancholiek |
kuraianto-クライアント | klant; cliënt |
kuraianto-クライアント | client (computer die informatie haalt van een server) |
kuraianto・harasumento-クライアント・ハラスメント | intimidatie [kwaadwillig gedrag] van klanten |
kuraimā-クライマー | klimmer; bergbeklimmer |
kuraimake-位負け | het onwaardig zijn aan [niet de kwaliteiten hebben voor] zijn titel [positie]; tekort schieten |
kuraimakesuru-位負けする | niet de kwaliteiten hebben voor zijn titel [positie]; tekort schieten |
kuraimakkusu-クライマックス | climax; hoogtepunt |
kuraimingu-クライミング | het klimmen |
kurainuke-位抜け | een scheldwoord voor iem. die ten onrechte een hoge rang [positie] heeft (omdat hij die hij niet verdient of er niet de kwaliteiten voor heeft) |
kurainusubito-位盗人 | een scheldwoord voor iem. die ten onrechte een hoge rang [positie] heeft (omdat hij die hij niet verdient of er niet de kwaliteiten voor heeft) |
kuraiyama-位山 | de berg van de rangen (voor het opklimmen tot een hogere positie) |
kuraizuke-位付け | in de Edo-periode een indeling van de landerijen [velden] en het toekennen van een klasse daaraan |
kūran-空欄 | lege [nog niet ingevulde] regel (in een tekst of op een formulier) |
kuranku-クランク | krukas; (hand)slinger |
kuraraka-暗らか | donker (lit.) |
kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
kuratchi-クラッチ | koppeling (auto, e.d.) |
kurau-食らう | (veel eten) verslinden; opschrokken; vreten |
kurayamimatsuri-暗闇祭 | het festival waarbij men de lichten dooft om in het donker de geesten van overledenen te kunnen verwelkomen |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kureguremo-呉呉も | herhaaldelijk; keer op keer; telkens weer |
kureguremo-呉呉も | oprecht; eerlijk |
kūrei-空冷 | luchtkoeling |
kuremurin-クレムリン | het Kremlin (Rusland) |
kurenokoru-暮れ残る | lang licht blijven na zonsondergang [terwijl de avond valt] |
kureosōto-クレオソート | creosoot; creosootolie |
kureperinkensa-クレぺリン検査 | (psychiatrie) de Kraepelin test |
kurēpu-クレープ | crêpe (dunne linnen stof) |
kurēpu・deshin-クレープ・デシン | crêpe de Chine (licht zijden weefsel) |
kūrī-クーリー | koelie (ongeschoolde arbeider uit Azië) |
kuri-刳り | holte; uitholling; uitsnijding |
kuria-クリア | helder; duidelijk |
kurigoto-繰り言 | klacht; (herhaaldelijk) geklaag [gemopper] |
kurikaeshi-繰り返し | herhaling; refrein |
kurikku-クリック | klik (met de muis op een computerscherm) |
kurinchi-クリンチ | houdgreep; handgemeen; conflict |
kūringu・ofu-クーリング・オフ | afkoelingsperiode |
kurinikku-クリニック | kliniek |
kuriokinōru-クリオキノール | clioquinol (antischinnem middel) |
kurippu-クリップ | papierklem; paperclip |
kurippu-クリップ | sierspeld; haarspeld; oorclip |
kurisumasu・kyaroru-クリスマス・キャロル | kerstlied |
kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
kuritorisu-クリトリス | (anatomie) clitoris; kittelaar |
kūro-空路 | luchtroute; (aan)vliegroute |
kurōbā-クローバー | klaver (Trifolium) |
kurōbarisuto-グローバリスト | globalist (voorstander van mondiale globalisering) |
kurogaki-黒柿 | Kurogaki, een groenblijvende boom, van de familie van de kaki bomen (Diospyros kaki) met donkere vruchten |
kuromoji-黒文字 | (heester) Lindera umbellata |
kurōnningen-クローン人間 | een menselijke kloon; gekloonde mens |
kurosuōbā-クロスオーバー | kruising; oversteekplaats;, overstap; dwarslijn; baanwisseling |
kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
kurosu・raisensu-クロス・ライセンス | wederzijdse licentieovereenkomst tussen twee of meer partijen |
kurosu・rēto-クロス・レート | kruiselingse wisselkoers |
kuroten-黒貂 | sabelmarter (Martes zibellina) |
kurōto-玄人 | expert; vakman; specialist |
kurowaku-黒枠 | zwarte rand; zwart kader [omlijsting] |
kurōzetto-クローゼット | kast; linnenkast; kleerkast |
kurōzudo・shoppu-クローズド・ショップ | onderneming waarin lidmaatschap van vakbond verplicht is voor alle werknemers |
kurumeku-眩く | duizelig zijn; duizelen |
kurushii-苦しい | pijnlijk; moeilijk; zwaar (te verduren) |
kurushimeru-苦しめる | laten lijden; pijn veroorzaken |
kurushimu-苦しむ | lijden; gebukt gaan onder; doorstaan; verduren; gekweld worden door |
kuruzeiro-クルゼイロ | cruzeiro (oude Braziliaanse munteenheid) |
kusa-瘡 | pokken; syfilis |
kusai-臭い | klunzig; stuntelig; onbeholpen |
kusakagerō-草蜉蝣 | gaasvlieg (Chrysopidae) |
kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
kusanone-草の根 | de gewone mensen; het algemene publiek |
kusanone-草の根 | zwevende kiezer (die geen lid is van een partij) |
kuse-曲 | centraal muziekgedeelte van een Nō-voorstelling |
kuse-曲 | onfatsoenlijk; onjuist |
kusemono-曲者 | verdacht-uitziende [louche] persoon; (oude) sluwe [slimme] vos |
kusemono-曲者 | valstrik; list |
kusetsu-苦節 | onwankelbare trouw; het iemand door dik en dun blijven steunen |
kushō-苦笑 | bittere [zure; geforceerde] glimlach |
kusuburu-燻る | ongewijzigd [op hetzelfde niveau] blijven (status, omstandigheden, etc.) |
kutakuta-くたくた | (onomatopee) uitgeput; op; doodmoe; dodelijk vermoeid |
kuttaku-屈託 | verveling |
kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
kuwaeru-銜える | iets in de mond (tussen de tanden of lippen) houden [hebben; nemen] |
kuzu-葛 | kudzu (klimplant, Pueraria montana) |
kuzuito-屑糸 | overtollige draden; draad [garen] dat over is |
kuzure-崩れ | instorting; afbrokkeling |
kyabin-キャビン | cabine (in een vliegtuig) |
kyakkō-脚光 | voetlicht; zoeklicht; schijnwerper |
kyaku-客 | klant; afnemer; client |
kyakuatsukai-客扱い | manier van omgaan met gasten [klanten]; klankvriendelijkheid |
kyakudane-客種 | clientèle; klantenkring |
kyakugo-客語 | lijdend voorwerp (grammatica) |
kyakuhon-脚本 | draaiboek; scenario; script; (opera) libretto |
kyakuin-客員 | gastlid; buitengewoon lid; erelid |
kyakuseki-客席 | het publiek |
kyakusuji-客筋 | clientèle; klantenkring |
kyakuuke-客受け | ontvangst [waardering] van het publiek; populariteit |
kyakuyose-客寄せ | attractie [actie] om klanten [publiek] te trekken |
kyakuyosepanda-客寄せパンダ | attractie; trekpleister; publiekstrekker |
kyanbasu-キャンバス | canvas (doek); schildersdoek; schilderslinnen |
kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
kyanpēn-キャンペーン | campagne; actie; promotie; veldtocht (militair) |
kyappurain-キャップライン | (typografie) een denkbeeldige lijn langs de bovenkant van hoofdletters |
kyara-キャラ | karakter; persoonlijkheid; personage |
kyarako-キャラコ | calicot (soort katoen) |
kyarakutā-キャラクター | karakter; persoonlijkheid; personage |
kyasha-華奢 | tenger [sierlijk; delicaat; slank; fragiel] zijn |
kyasshuon・deribarī-キャッシュ・オン・デリバリー | (onder) rembours; contante betaling bij levering |
kyassuru-キャッスル | Compact Application Solution Language (programmeertaal) |
kyasutingu-キャスティング | het uitwerpen van een vislijn |
kyasutingu・bōto-キャスティング・ボート | een beslissende [doorslaggevende] stem (bij gelijk aantal stemmen) |
kyasuto-キャスト | (film en toneel) rolverdeling; bezetting; cast |
kyo-居 | woning; adres; woonplaats; verblijfplaats |
kyō-経 | heilig geschrift; bijbel |
kyōaku-凶悪 | wreedheid; gruwelijkheid |
kyōbai-競売 | (door rechtbank georganiseerde) veiling; openbare verkoping |
kyōbaijō-競売場 | veilinghal; veilingzaal |
kyōbaikakaku-競売価格 | veilingprijs |
kyōbainin-競売人 | veilingmeester |
kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
kyōbō-強暴 | het gewelddadig [wreed] zijn; mishandeling |
kyōbun-狂文 | humoristische [satirische] literatuur (Edo-periode) |
kyōcho-共著 | co-auteurschap; gezamenlijk werk |
kyōchōkainyū-協調介入 | gezamenlijk optreden; gecoördineerde interventie [tussenkomst] |
kyōchōyūshi-協調融資 | gezamenlijke financiering; co-financiering; medefinanciering |
kyochūchōtei-居中調停 | bemiddeling; mediatie |
kyōdan-教団 | religieuze orde [organisatie; sekte] |
kyōdo-匈奴 | volksstam in Noord China; nomadische ruiters uit Mongolië; de Hunnen |
kyōdōkeiei-共同経営 | gezamenlijk beheer [management] |
kyōdōkunren-共同訓練 | (van strijdkrachten) gemeenschappelijke training [oefening] |
kyōdōseihan-共同正犯 | medeplichtige; handlanger |
kyōdōseimei-共同声明 | gezamenlijke verklaring [proclamatie] |
kyōdōsengen-共同宣言 | gezamenlijke verklaring; gezamenlijk communiqué |
kyōdōshijō-共同市場 | gemeenschappelijke markt |
kyōdōshusshi-共同出資 | gemeenschappelijke [gezamenlijke] investering |
kyōei-共栄 | (gezamenlijke) voorspoed |
kyōfu-教父 | kerkvader; vroegchristelijke theoloog |
kyōgaku-共学 | co-educatie; gemeenschappelijke opleiding [opvoeding] voor jongens en meisjes |
kyōgi-協議 | overleg; beraadslaging; onderhandeling; discussie |
kyōgi-経木 | flinterdunne houtvellen (m.n. gebruikt als verpakkingsmateriaal) |
kyōgō-競合 | rivaliteit; wedijver; strijd |
kyōgoin-教護院 | opvoedingsgesticht; instelling voor kinderen die ontspoord zijn |
kyōgū-境遇 | levensomstandigheden; persoonlijke omstandigheden [situatie] |
kyōgyōhishi-競業避止 | non-concurrentie (beding; clausule; plicht, etc.) |
kyōha-教派 | een (religieuze) sekte; denominatie |
kyōhan-共犯 | medeplichtigheid |
kyōhansha-共犯者 | medeplichtige |
kyōikukanji-教育漢字 | (de lijst) van de 1.026 kanji die op de Japanse basisscholen worden onderwezen |
kyōikumama-教育ママ | (een moeder die haar kind(eren) streng opvoedt om ze zo goed mogelijk te laten presteren) tijgermoeder; tijgermama |
kyōikushisū-教育指数 | emotionele-intelligentiequotiënt (index) |
kyojōseki-居城跡 | ruïne [overblijfselen] van een (woon)kasteel |
kyojū-居住 | het wonen [verblijven]; woning |
kyojūkyoka-居住許可 | verblijfsvergunning |
kyojūkyokasho-居住許可書 | verblijfsvergunning (document) |
kyōka-教化 | onderricht; onderwijs; indoctrinatie; evangelisatie |
kyōkagarasu-強化ガラス | hardglas; veiligheidsglas |
kyōkai-教会 | (Christelijke) kerk; kerkgenootschap; parochie; (kerk)gemeente |
kyōkaidō-教会堂 | (Christelijke) kerk (gebouw); kathedraal; kapel |
kyōkaiseijinkakushōgai-境界性人格障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
kyōkaiseipāsonaritishōgai-境界性パーソナリティ障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
kyōkaiseninai-境界線以内 | binnen de grenslijn |
kyōkatabira-経帷子 | witte lijkwade (kimono, met soetra's erop geschreven) van een overledene (bij een boeddhistische begrafenis) |
kyōkō-強硬 | (positief) onverzettelijk [drastisch; standvastig; onwrikbaar; onbuigzaam] zijn |
kyōkō-教皇 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
kyoku-局 | bureau; departement; afdeling |
kyoku-曲 | muziek; muziekstuk; muzieknummer; lied |
kyoku-極 | uiterste; extremiteit; climax |
kyokubu-局部 | deel; sectie; lokaal; plaatselijk |
kyokugen-極限 | limiet; uiterste; extremiteit |
kyokusa-極左 | radicaal-links; ultralinks; extreemlinks; uiterst links; links-radicaal |
kyokusho-局所 | deel; sectie; lokaal; plaatselijk |
kyokyojitsujitsu-虚虚実実 | kracht, mogelijke strategieën, trucs, geheime kneepjes en listen |
kyōmaku-胸膜 | pleura; borstvlies |
kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
kyōmi-興味 | interesse; belangstelling |
kyomushugi-虚無主義 | nihilisme |
kyomushugisha-虚無主義者 | nihilist |
kyomuteki-虚無的 | nihilistisch |
kyōnen-享年 | overlijdensjaar, leeftijd bij overlijden |
kyoryū-居留 | residentie; verblijf |
kyoryūsuru-居留する | verblijven; resideren |
kyōseikyoku-矯正局 | reclasseringsinstelling; reclasseringsinrichting |
kyōseisōsa-強制捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek onder wettige dwang |
kyōshitsu-京室 | (arch.) koninklijke familie; koninklijk huis |
kyōshitsu-教室 | particuliere school (voor speciale vaardigheden) |
kyosho-居所 | woonplaats; domicilie |
kyosho-居所 | verblijfplaats |
kyōtai-嬌態 | koketterie; geflirt |
kyotai-巨体 | een enorm groot lichaam |
kyōtai-狂態 | wild [krankzinnig; schandelijk] gedrag |
kyōten-経典 | heilige geschriften van een religie (zoals de bijbel, de koran, e.d.) |
kyōtōho-橋頭堡 | (militair) bruggenhoofd |
kyōtsū-共通 | (iets) gemeen [gemeenschappelijk] hebben |
kyōtsūgo-共通語 | gemeenschappelijke taal; standaardtaal |
kyōtsūten-共通点 | gemeenschappelijk punt; punt van overeenkomst |
kyōwa-共和 | republicanisme; rebublikeinse gezindheid |
kyōwa-共和 | (politieke) samenwerking |
kyōwakoku-共和国 | republiek |
kyōyō-教養 | cultuur; educatie; (algemene) ontwikkeling |
kyōyō-教養 | onderwijs; opleiding; ontwikkeling |
kyōyū-共有 | gemeenschappelijk bezit [eigendom] |
kyozetsuhannō-拒絶反応 | het direct verwerpen [afwijzen] van iets (zonder een duidelijke reden) |
kyozō-虚像 | vals beeld [valse voorstelling] (van iemand) |
kyū-吸 | (in kanji combinaties) slikken; inhaleren; zuigen ademen; absorberen; innemen |
kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
kyū-級 | klasse; rang; kwalificatie |
kyūbyō-急病 | plotseling ziek worden; plotselinge ziekte-aanval |
kyūchō-急潮 | plotseling hoog water (doordat oceaanwater plotseling een baai instroomt door drukverschil op zee); plotselinge snelle stroming |
kyūcho-旧著 | klassiek (literair) werk |
kyūchū-宮中 | het keizerlijk hof |
kyūden-給電 | lichtnet; stroomvoorziening; voeding [toevoer] van elektriciteit |
kyūgeki-急激 | plotseling [abrupt] zijn |
kyūhai-九拝 | herhaaldelijk diep buigen |
kyūhan-急坂 | een steile helling |
kyūhō-旧法 | (inmiddels niet meer geldende) oude wetgeving [bepaling; verordening] |
kyūji-球児 | honkbal spelende tiener [scholier] |
kyūjitai-旧字体 | oude traditionele Japanse kanji schriftstijl (voor de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
kyūjō-宮城 | het keizerlijk paleis |
kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
kyūkeisha-急傾斜 | stijle [scherpe] helling |
kyūkin-給金 | loon; salaris; (uit)betaling |
kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
kyūkō-休校 | (tijdelijke) schoolsluiting |
kyūkō-休耕 | het braak (laten) liggen van een terrein [stuk land] |
kyūkō-休航 | opschorting [uitstel] van een veerdienst [vliegdienst] |
kyūkōden-休耕田 | braakliggend veld [terrein] |
kyūkōkikan-休耕期間 | de periode dat een veld [terrein] braak ligt |
kyūkon-求婚 | huwelijksaanzoek |
kyūkonsuru-求婚する | een huwelijksaanzoek doen |
kyūkyūiryōshitsu-救急医療室 | eerste hulpafdeling; EHBO-post; spoedeisende hulppost |
kyūmei-旧名 | oorspronkelijke naam; oude naam; meisjesnaam |
kyūmei-究明 | onderzoek; het verzamelen van feiten; ontdekken; uitzoeken; aan het licht brengen |
kyūmeiikada-救命筏 | vlot; opblaasboot; reddingsvlot; (opblaasbare) reddingsboot (van vliegtuigen of schepen) |
kyūmon-糾問 | (gerechtelijk) onderzoek; ondervraging |
kyūni-急に | direct; meteen; plotseling; onverwacht; versneld; scherp (bocht) |
kyurasō-キュラソー | curaçao (likeur) |
kyūsai-休載 | tijdelijke onderbreking van de publicatie van een artikelenreeks (in een krant of tijdschrift) |
kyūsaisuru-休載する | publicatie(s) (tijdelijk) uitstellen [opschorten] |
kyūsei-急逝 | plotselinge dood; onverwacht overlijden |
kyūsei-旧姓 | oorspronkelijke familienaam (voor het huwelijk); meisjesnaam |
kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
kyūshi-急死 | plotselinge dood; onverwacht overlijden |
kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
kyūshi-窮死 | sterven onder erbarmelijke omstandigheden |
kyūshin-急進 | snelle vooruitgang [ontwikkeling] |
kyūshū-九州 | Kyushu (het zuidelijkste hoofdeiland van Japan) |
kyūshu-球趣 | belangstelling voor honkbal |
kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
kyūtenchokka-急転直下 | plotseling; onverwacht; ineens |
kyūtō-急騰 | plotselinge toename [stijging] |
kyūyaku-旧訳 | oude vertaling |
kyūyu-給油 | het oliën; smeren (van een machine) |
kyūzō-急増 | snelle [plotselinge] toename [stijging] |
kyūzōsuru-急増する | in rap tempo toenemen; snel [plotseling] stijgen |
maatarashii-真新しい | gloednieuw; splinternieuw; spiksplinternieuw |
mabataki-瞬き | het knipperen (met de ogen; van het licht); het twinkelen (van een ster) |
mabayui-目映い | schitterend; stralend; oogverblindend |
mabushii-眩しい | fel (van licht); verblindend; schitterend; stralend; glanzend |
mabuta-瞼 | ooglid |
machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
machiakasu-待ち明かす | (voor iemand) de hele nacht wachten [opblijven] |
machibuse-待ち伏せ | hinderlaag; het in hinderlaag [op de loer] liggen |
machibuseru-待ち伏せる | in hinderlaag [op de loer] liggen |
machibusesuru-待ち伏せする | in hinderlaag [op de loer] liggen; (iem.) opwachten |
machidōjō-町道場 | plaatselijke school voor vechtporten (judo, kendo, etc.) |
machidōjō-町道場 | plaatselijke Boeddhistische tempel |
machinē-マチネー | matinee; middagvoorstelling |
madarukkoi-間怠っこい | irritant; ergelijk; vervelend |
madarukkoshii-間怠っこしい | irritant; ergelijk; vervelend |
madoakari-窓明かり | licht dat door het raam valt [schijnt] |
madoguchi-窓口 | balie; loket |
madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
madonna-マドンナ | Madonna (de heilige Maagd Maria) |
mae-前 | (in politie jargon) strafblad |
maebarai-前払い | vooruitbetaling; voorschot |
maebaraikin-前払い金 | vooruitbetaling |
maegashi-前貸し | vooruitbetaling |
maekin-前金 | vooruitbetaling; voorschot |
maesetsu-前説 | het inspelen (voor een voorstelling) |
maeukekin-前受け金 | (ontvangen) voorschot; vooruitbetaling |
maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
maewatashikin-前渡金 | vooruitbetaling(en) |
magao-真顔 | een ernstig gezicht; serieuze blik |
magatta-曲がった | oneerlijk; verdorven; slecht; kwaadaardig |
magokoro-真心 | oprechtheid; eerlijkheid |
magunoria-マグノリア | magnolia |
mahha-マッハ | mach (verhouding tussen stromingssnelheid (b.v. bij het vliegen) en de snelheid van het geluid; vernoemd naar Ernst Mach) |
mahiwa-真鶸 | sijs (vogel: Carduelis spinus) |
mai-まい | (negatieve veronderstelling) (dat) zal (waarschijnlijk) niet |
maigetsu-毎月 | elke maand; maandelijks |
maikā-マイカー | eigen auto; privé auto; particuliere auto |
maikotsu-埋骨 | (na de crematie) bijzetting van de urn met gecremeerde botten in het familiemausoleum |
maikuromētā-マイクロメーター | micrometer (1 duizendste millimeter) |
maikuromētoru-マイクロメートル | micrometer (1 duizendste millimeter) |
maindo・kontorōru-マインド・コントロール | zelfbeheersing; controle over de geest van iemand anders; hersenspoeling |
mainichi-毎日 | elke dag; dagelijks |
maishirin-マイシリン | mycilline (antibioticum, een combinatie van streptomycine en penicilline) |
maisō-埋葬 | begrafenis; teraardebestelling |
maisu-売僧 | een monnik die oneerlijke wijze zaken doet (met misbruik van zijn boeddhistische status) |
maitsuki-毎月 | elke maand; maandelijks |
maji-まじ | serieus; werkelijk; echt waar |
majikku・mirā-マジック・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
mājin-マージン | kantlijn; marge |
majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
majorika-マジョリカ | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
majorikayaki-マヨリカ焼き | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
mākāgen'yu-マーカー原油 | benchmark maatstaf] voor ruwe olie |
makanaifu-賄い婦 | kokkin; vrouwelijke kok |
makaroni・uesutan-マカロニ・ウエスタン | Italiaanse western; spaghetti western |
make-負け | verlies; nederlaag |
makegirai-負け嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
makeinu-負け犬 | een duidelijke verliezer (als een hond die met zijn staart tussen de benen afdruipt); underdog |
makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
makejidamashii-負けじ魂 | onverzettelijke [onbuigzame; onverschrokken] geest [ziel] |
makekosu-負け越す | meer verliezen hebben dan overwinningen |
makenki-負けん気 | een onverzettelijke [vechtlustige] geest |
makeoshimi-負け惜しみ | een slechte verliezer; onwil [tegenzin] om je nederlaag toe te geven |
makeru-負ける | verliezen; verslagen worden; zich overgeven |
māketto・segumentēshon-マーケット・セグメンテーション | marktsegmentatie (onderverdeling van de doelmarkt in subgroepen van consumenten) |
makezugirai-負けず嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
makiaberizumu-マキアベリズム | machiavellisme |
makigari-巻き狩り | grootschalige jacht; grote jachtpartij |
makijaku-巻き尺 | (oprolbaar) meetlint; rolcentimeter |
makijita-巻き舌 | met trilling geproduceerde r-klank (een rollende r) |
makkōkusai-抹香臭い | (fig.) het ruiken naar religie; erg religieus [vroom] zijn |
makomo-真菰 | Mantsjoerijse wilde rijst (Zizania latifolia) |
makoto-誠 | eerlijkheid; oprechtheid; trouw(hartig)heid; toewijding |
makoto-誠 | waarheid; realiteit; feit |
makotoni-誠に | echt; werkelijk; inderdaad |
makotoshiyaka-真しやか | aannemelijk (maar niet waar) zijn; geloofwaardig zijn (b.v. van een leugen) |
maku-撒く | ontsnappen; ontkomen; (iem.) ontglippen; ontwijken |
maku-膜 | membraan; vlies |
makuake-幕開け | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makuaki-幕開き | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makuragi-枕木 | dwarsligger; biels (van spoorwegen) |
makurakotoba-枕詞 | (lett. een kussen-woord) een vaste [poëtische] uitdrukking (in Japanse literatuur) |
makurasuru-枕する | iets als kussen gebruiken; slapen [liggen] met je hoofd op iets |
mākushītohōshiki-マークシート方式 | examenformulier; testformulier |
makuuchi-幕内 | sumoworstelaar met een rang hoger of gelijk aan maegashira; hoogste [senioren] divisie |
makuuchi-幕内 | het deel van het theaterpodium dat zich achter het gordijn bevindt; backstage; achter het toneel; in de coulissen |
māmā-まあまあ | matig; redelijk; zozo; middelmatig |
mama-ママ | de vrouwelijke eigenaar [uitbaatster; gastvrouw] van een bar |
mame-忠実 | oprecht [trouw; nauwgezet; ijverig; vlijtig; hardwerkend; toegewijd] zijn |
mamō-摩耗 | slijtage; afschuring; afslijting; afschaving |
mamori-守り | bescherming; verdediging; beveiliging |
mamori-守り | (beschermende) amulet; talisman |
mana-愛 | (in kanji combinaties) geliefd; dierbaar |
manabi-学び | studie; onderwijs; onderricht; scholing |
manadeshi-愛弟子 | lieveling van de juf [meester; docent]; favoriete leerling |
manako-眼 | blik; oogopslag; zicht; gezichtsveld |
manamusuko-愛息子 | geliefde zoon |
manamusume-愛娘 | geliefde dochter; lievelingsdochter (van iemand anders) |
manazashi-眼差し | blik; oogopslag |
manbennaku-満遍なく | gelijkmatig; zonder uitzondering; overal |
manbun-漫文 | een warrige [onsamenhangende] zin [alinea] |
manbun-漫文 | een humoristische zin [alinea] |
manchaku-瞞着 | fraude; bedrog; zwendel; oplichterij |
manchōsen-満潮線 | vloedlijn |
mandara-曼荼羅 | mandala (geometrische afbeelding die metafysisch of symbolisch de kosmos uitbeeldt in Oosterse religies) |
mandō-万灯 | (boeddh.) rijen hangende lantaarns rondom een heiligdom tijdens het lantaarnfestival |
mandorin-マンドリン | mandoline |
manekineko-招き猫 | gelukskatje (beeldje van een kat die met een bewegende voorpoot klanten binnen wenkt (li-poot) of voorspoed en rijkdom binnenhaalt (re-poot)) |
mangaichi-万が一 | bij toeval; in het zeldzame [onwaarschijnlijke] geval; in geval van nood; in het ergste geval |
mania-マニア | manie; voorliefde, bevlieging |
manimani-随に | ad libitum; naar eigen inzicht [keuze; believen] |
manisshu・rukku-マニッシュ・ルック | mannelijk uiterlijk; mannelijke uitstraling |
manjū-饅頭 | gestoomd broodje met vulling |
mankimaehensaihoshōryō-満期前返済保償料 | obligatielening met vervroegde aflossing |
manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
manman'ichi-万万一 | onwaarschijnlijke gebeurtenis; uitzonderlijk geval; noodgeval |
mannendoko-万年床 | een futon die overdag gewoon blijft liggen en niet wordt opgeborgen |
mannen'yuki-万年雪 | eeuwige sneeuw; sneeuw (boven de sneeuwgrens) die niet smelt, maar altijd blijft liggen |
manryō-万両 | kerstbes; Australische hulst; koraalstruik (Ardisia crenata) |
mansaku-満作 | Japanse toverhazelaar (Hamamelis japonica) |
manseki-満席 | vol(geboekt) zijn; alle stoelen bezet (in theater, trein, vliegtuig, e.d.) |
manshin-満身 | het hele lichaam |
mansurī-マンスリー | maandelijks |
man'etsu-満悦 | totale [volledige] blijheid [tevredenheid] |
man'ichi-万一 | bij toeval; in het zeldzame [onwaarschijnlijke] geval; in geval van nood; in het ergste geval |
maotoko-間男 | een overspelige man; (geheime) minaar |
mappiruma-真っ昼間 | overdag; midden op de dag; op klaarlichte dag |
mappo-マッポ | (jargon; afk. voor Satsumappo) politieagent (Meiji periode) |
mapputatsu-真っ二つ | twee gelijke delen; doormidden gedeeld |
mari-マリ | Mali |
maria-マリア | (de heilige Maagd) Maria (moeder van Jezus) |
maruchipurukōkoku-マルチプル広告 | multi-advertising (adverteren voor meerdere vestigingen tegelijk) |
maruhi-マル秘 | geheim; vertrouwelijk |
marumaru-丸丸 | rond; vol (gezicht); mollig; vet |
marumi-丸み | blij [gelukkig; vredig; tevreden] zijn |
marumōke-丸儲け | een duidelijke [afgetekende] winst |
marunomi-丸呑み | iets heel doorslikken (zonder te kauwen) |
marupocha-丸ぽちゃ | rond; mollig; vol (gezicht) |
maruzon-丸損 | een totaal fiasco; compleet verlies; totale nederlaag |
masaru-勝る | beter zijn dan; overtreffen; uitblinken |
masatsukuratchi-摩擦クラッチ | frictiekoppeling; wrijvingskoppeling |
masatsuon-摩擦音 | een fricatief (medeklinker met wrijvend of sissend geluid, zoals f, s, ch) |
masatsusonshitsu-摩擦損失 | wrijvingsverlies |
mashimasu-在す | (beleefde, erende vorm van) zijn; aanwezig zijn; verblijven |
massakari-真っ盛り | hoogtepunt; climax |
massao-真っ青 | lijkbleek |
massara-真っ新 | gloednieuw [splinternieuw] zijn |
massatsu-抹殺 | eliminatie; liquidatie; uitwissing |
massatsusuru-抹殺する | elimineren; liquideren; vermoorden; uitwissen; uitvegen; ontkennen; negeren |
masson-末孫 | afstammeling; nakomeling; nazaat; telg |
massugu-真っ直ぐ | eerlijk; rechtdoorzee |
masu-マス | de massa; het grote publiek |
masutā・puran-マスター・プラン | masterplan; groot plan; veelomvattend plan; plan in grote lijnen |
masu・sērusu-マス・セールス | massaverkoop; grootschalige verkoop |
masu・sukurīningu-マス・スクリーニング | grootschalig (medisch) onderzoek |
mata-股 | onderbuik; lies; kruis |
mataiden-マタイ伝 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
mataifukuinsho-マタイ福音書 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
matehan・robotto-マテハン・ロボット | (material handling robot) industriële robot, die wordt gebruikt voor het transporteren van materialen, onderdelen, etc. |
materiarisuto-マテリアリスト | materialist |
materiarizumu-マテリアリズム | materialisme |
materiaru-マテリアル | stoffelijk; materieel; lichamelijk |
matomaru-纏まる | ordelijk gemaakt worden; samenkomen; verzameld worden |
matomo-正面 | eerlijkheid; oprechtheid |
matsuei-末裔 | nakomeling; nazaat; afstammeling; telg |
matsugonomizu-末期の水 | het water waarmee de lippen van een stervende worden bevochtigd |
matsuji-末寺 | plaatselijke tempel (onder controle van een hoofdtempel) |
matsukasatokage-松毬蜥蜴 | pijnappelskink; dennenappelskink (hagedissoort: Tiliqua rugosa) |
matsuru-祭る | verheerlijken; aanbidden; verafgoden; toewijden |
matsuryū-末流 | nakomeling(en) |
matsuyō-末葉 | nakomeling |
mattaku-全く | inderdaad; werkelijk; waarlijk |
mattei-末弟 | jongste discipel [leerling; volgeling] |
mattō-全う | correct; fatsoenlijk; eerlijk; oprecht |
mau-眩う | duizelig zijn |
mau-舞う | dwarrelen; ronddraaien; rondvliegen |
mawari-回り | omwenteling; rotatie |
mawariawase-回り合わせ | toeval; lot; geluk; lotswisseling; lotsverandering |
mawaridōrō-回り灯籠 | een lantaarn waarvan de binnenste cilinder (met uitgesneden afbeeldingen) draait en schaduwen werpt op het buitenste scherm |
mayoke-魔除け | talisman [amulet] (ter bescherming tegen het kwaad) |
mayoko-真横 | zijdelings; dwars; direct van de zijkant [opzij] |
mayou-迷う | misleid worden; de controle verliezen |
mazamaza-まざまざ | duidelijk [levendig] voor je (zien) |
mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
mazā・gūsunouta-マザー・グースの歌 | liedjes [versjes] van Moeder de Gans |
mazu-先ず | bijna; (met ontkenning) bijna niet; nauwelijks |
mazuhizumutekiseikaku-マゾヒズム的性格 | masochistisch karakter [persoonlijkheid] |
mazui-不味い | lelijk; onaantrekkelijk |
mazui-不味い | vies; onsmakelijk |
mazui-不味い | onhandig; onbeholpen; stuntelig |
mazushii-貧しい | arm; behoeftig; noodlijdend |
me-目 | een blik; oogopslag |
me-雌 | vrouw; vrouwelijk; wijfje |
meatarashii-目新しい | nieuw; oorspronkelijk; origineel |
meate-目当て | doel; bedoeling |
meawaseru-妻合わせる | uithuwelijken |
mebana-雌花 | vrouwelijke bloem; stamperbloem (bloem met alleen een stamper) |
meboshii-めぼしい | opvallend; opmerkelijk; belangrijk |
mecha-滅茶 | het absurd [onredelijk; roekeloos; onmatig; buitensporig] zijn |
mechakucha-滅茶苦茶 | onsamenhangendheid; onredelijkheid; ongerijmdheid |
mechie-メチエ | (Frans: metiér) vak; beroep; expertise; specialiteit |
mechigai-目違い | verkeerde [foute] beoordeling |
medake-雌竹 | (lett. vrouwelijke bamboe) Pleioblastus simonie (laaggroeiende bamboe) |
medatta-目立った | opvallend; opmerkelijk; zichtbaar; waarneembaar |
medo-目処 | doel; bedoeling; oogmerk |
medooshi-目通し | het oog laten gaan [glijden] over |
megao-目顔 | oogopslag; blik; oogcontact |
megaroporisu-メガロポリス | megalopolis (een groot stedelijk gebied van aan elkaar gegroeide steden) |
megaton-メガトン | megaton (eenheid van massa, gelijk aan 1 miljoen ton |
meguriai-巡り合い | toevallige ontmoeting |
meguriawase-巡り合わせ | toeval; lot; geluk; lotswisseling; lotsverandering |
meianjunnō-明暗順応 | (med.) licht-donker adaptatie van de ogen als men van donkere in lichte ruimten komt en v.v |
meibo-名簿 | naamlijst [namenlijst] (van leden, inclusief adresgegevens e.d.) |
meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
meibunka-明文化 | schriftelijke vaststelling [bepaling]; schriftelijke overeenkomst; voorwaarde |
meibutsu-名物 | beroemd lokaal product; specialiteit van een bepaalde streek |
meidan-明断 | een duidelijk oordeel; duidelijke [definitieve] uitspraak |
meido-明度 | helderheid; lichtsterkte |
meifuku-冥福 | hemelse zaligheid; geluk in het hiernamaals |
meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
meihannō-明反応 | licht-reactie (een fotochemische reactie) |
meihitsu-名筆 | meesterlijk [uitmuntend] kalligrafeerwerk |
meihō-盟邦 | geallieerden; bondgenoten; geallieerde mogendheden |
meijitsu-名実 | in naam en in werkelijkheid |
meijunnō-明順応 | (med.) licht-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men van een donkere in een lichte ruimte komt |
meika-名家 | beroemde [vooraanstaande] familie |
meika-名家 | een adelijke familie |
meika-名歌 | een bijzonder mooi [goed] gedicht [vers; lied] |
meikai-明快 | helderheid; duidelijkheid; eenduidigheid; ondubbelzinnigheid |
meikai-明解 | heldere [duidelijke] uitleg [verklaring] |
meikaku-明確 | duidelijk [helder] zijn |
meiki-明記 | duidelijke omschrijving [beschrijving]; specificatie |
meikun-名君 | een wijze [goede] vorst [koning]; een verlicht heerser |
meikyoku-名曲 | beroemd [voortreffelijk] muziekstuk; meesterwerk |
meimei-冥冥 | onduidelijk; moeilijk te begrijpen |
meimei-銘銘 | elk; ieder; iedereen; elk afzonderlijk |
meimeinouchi-冥冥の裡 | onbewust; onopzettelijk; onverwacht; zonder erbij na te denken |
meirō-明朗 | helder [duidelijk; vrolijk; opgewekt; opgeruimd] zijn |
meirō-明朗 | eerlijk [oprecht] zijn |
meiryō-明瞭 | duidelijkheid; helderheid |
meisai-迷彩 | camouflage (van een uniform, schip, tank, vliegtuig, etc.) |
meiseki-名跡 | (geërfde) familienaam |
meiseki-明晰 | helderheid; duidelijkheid |
meishi-名士 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
meishi-明視 | duidelijk zichtbaar zijn |
meishoku-明色 | een lichte kleur |
meitō-明答 | een duidelijk antwoord |
meiyokaiin-名誉会員 | erelid |
mekakushi-目隠し | blinddoek; oogklep; ooglap |
mekakushi-目隠し | (kinderspel) blindemannetje |
mekiki-目利き | beoordeling |
mekimeki-めきめき | opvallend; duidelijk zichtbaar; steeds meer |
mekkiri-めっきり | aanzienlijk; merkbaar; opmerkelijk; behoorlijk |
mekubase-目配せ | het knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mekubasesuru-目配せする | knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mekura-盲 | blindheid |
mekura-盲 | blinde |
mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
mekurumeku-目眩く | verblinden |
mekusare-目腐れ | iemand met een wazige blik; kortzichtig persoon |
memagurushii-目まぐるしい | duizelingwekkend; wervelend; draaierig; duizelig |
memai-目眩 | duizeligheid; draaierigheid |
memori-目盛り | schaalverdeling; maatstreep; graadverdeling |
memoto-目許 | (rond) de ogen; blik (uitdrukking van de ogen) |
memowāru-メモワール | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
men-免 | vrijstelling (van belastingen, e.d.) |
men-免 | (afk. voor) licentie; vergunning; autorisatie |
menbā-メンバー | lid (van een groep, club, etc.); deelnemer |
menba-面罵 | het iemand openlijk [ronduit; in zijn gezicht] beledigen |
menbō-面貌 | uiterlijk; gezichtsuitdrukking; uiterlijke kenmerken |
menboku-面目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; aanzien; eer; reputatie; prestige; waardigheid |
menbokunai-面目ない | beschaamd; beschamend; schandalig |
mendōmi-面倒見 | zorgzaam; vriendelijk |
mengane-面金 | ijzeren tralies van een kendōmasker |
mengo-面晤 | persoonlijk gesprek; persoonlijke ontmoeting |
menjitsuyu-綿実油 | katoenzaadolie |
menjō-免状 | diploma; licentie |
menkui-面食い | iemand die alleen maar op het gezicht [uiterlijk] afgaat |
menkyo-免許 | licentie; vergunning; autorisatie |
menōbō-めのう棒 | polijster; polijstborstel |
menpi-面皮 | gezicht; uiterlijk; voorkomen |
menseki-免責 | aansprakelijkheidsvrijstelling; vrijstelling van aansprakelijkheid; vrijwaring; exoneratie |
menseki-面責 | beschuldiging in persoon; persoonlijke aantijging [verwijt] |
menso-免租 | vrijstelling [ontheffing] van belasting(plicht) |
menso-免訴 | verklaring van onontvankelijkheid; afwijzing; vrijspraak |
mentaru-メンタル | mentaal; geestelijk; psychisch |
mentei-面体 | vorm van het gezicht; uiterlijk |
mentooshi-面通し | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
menuri-目塗り | bepleistering; verzegeling |
menwari-面割り | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
menzeisai-免税債 | belastingvrije obligatie |
men'ekiguroburin-免疫グロブリン | immunoglobuline |
meppō-滅法 | buitengewoon [onredelijk; absurd] zijn; te ver gaan |
merankorī-メランコリー | melancholie; weemoed |
mēringu・risuto-メーリング・リスト | adressenlijst; verzendlijst |
merī・kurisumasu-メリー・クリスマス | Prettige Kerstdagen; Vrolijk Kerstfeest |
meromero-めろめろ | een zacht ei(tje); een slappeling; een zwak hebben voor iemand |
merukarishindokaikyū-メルカリ震度階級 | schaal van Mercalli |
mesaki-目先 | direct; onmiddellijk |
mesen-目線 | blikveld; kijkrichting |
meshiudo-囚人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
meshūdo-召人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
messhu-メッシュ | gaas; rooster; traliewerk |
messhu-メッシュ | highlights in het haar; coupe soleil |
mesu-雌 | vrouwelijk (van plant, dier); vrouwtje |
mesushirindā-メスシリンダー | meetcilinder; maatglas |
metarikku-メタリック | metallic; metaalachtig; metalen |
metate-目立て | het slijpen; weer scherp maken (van een zaag, vijl, etc.) |
metate-目立て | iem. die slijpt |
metsu-滅 | één van de vier grote waarheden in het Boeddhisme, n.l. het einde van het lijden |
metsuki-目付き | blik; uitdrukking in de ogen; manier van kijken |
mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
mezamashi-目覚し | (middel voor) het wakker worden [blijven] |
mezo・sopurano-メゾ・ソプラノ | mezzosopraan (een middelhoge vrouwelijke zangstem tussen de sopraan en alt) |
mezu-馬頭 | (boeddh.) demoon (beeld) met het hoofd van een paard en het lichaam van een mens |
mezukai-目遣い | oogopslag; blik |
mi-巳 | de slang (het zesde dier in de twaalfjaarlijkse cyclus van de Chinese dierenriem) |
mi-身 | (menselijk) lichaam |
mi-身 | (maatschappelijke) status; positie |
miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
miba-見場 | uiterlijk |
mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
mibun-身分 | iemands persoonlijke situatie |
michiito-道糸 | vislijn (met name het eerste stuk dat aan de hengel zit) |
michinaranu-道ならぬ | immoreel; onzedelijk |
michisū-未知数 | onbekend aantal; onbekende hoeveelheid [kwantiteit; kwaliteit]; onbekend gegeven |
midai-御台 | hofbestek (artikelen in gebruik aan het keizerlijk hof en bij de adel) |
midorijūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
midorueiji・shindorōmu-ミドルエイジ・シンドローム | midlifecrisis; middelbare leeftijdssyndroom |
midoru・kurasu-ミドル・クラス | kleinburgerlijk |
mie-見栄 | uiterlijk; ijdelheid; vertoning; vertoon |
miemie-見え見え | duidelijk; helder |
mieru-見える | schijnen; lijken; eruit zien als |
miesuku-見え透く | transparant zijn; helder [duidelijk] zijn. |
migaku-磨く | poetsen; borstelen; schrobben; polijsten |
migara-身柄 | (iemands) lichaam; persoon; identiteit |
migi-右 | rechts (politieke richting) |
migi-右 | het voorafgaande [eerdergenoemde] (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
migihidari-右左 | rechts en links |
migitō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
migiyotsu-右四つ | (van sumoworstelaars) greep met de rechterhand onder de linkerarm van de tegenstander |
migurushii-見苦しい | lelijk; onfatsoenlijk; pijnlijk [onaangenaam] om te zien |
mihakarau-見計らう | iets naar eigen inzicht doen; naar eigen goeddunken iets doen; zelf beslissen over iets |
miharaikin-未払い金 | betalingsachterstand |
mihitsunokoi-未必の故意 | bewuste [opzettelijke] verwaarlozing; nalatigheid; onachtzaamheid |
mijukumono-未熟者 | nieuweling; beginner; beginneling |
mikaeru-見変える | iets anders (ver)kiezen [liever hebben]; stoppen en iets anders gaan doen |
mikake-見かけ | uiterlijk |
mikakeru-見かける | (toevallig) zien; opmerken; waarnemen; te zien krijgen |
mikata-味方 | vriend; bondgenoot; medestander; geallieerde |
mikata-味方 | aanmoediging; stimulering; versterking; aanvulling |
mikata-味方 | legereenheden van het keizerlijk hof of de overheid |
mikawasu-見交わす | blikken uitwisselen; elkaar aankijken |
miketsu-未決 | onbeslistheid; onzekerheid; het hangende [in behandeling] zijn |
mikiru-見切る | duidelijk [goed] (kunnen) zien [opmerken; onderscheiden] |
mikkokusha-密告者 | verklikker; verrader; informant |
mikkokusuru-密告する | iem. aanklagen [verklikken; verraden]; rapporteren |
miko-皇子 | keizerlijke prins; zoon van een keizer |
mikomi-見込み | voorspelling; verwachting; berekening; (in)schatting |
mikoshi-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
mikotonori-詔 | (keizerlijk) decreet; (keizerlijke) verordening |
mikuraberu-見比べる | (dingen bekijken en) met elkaar vergelijken; |
mime-見目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; gelaatstrekken |
mimuki-見向き | een blik (werpen op) |
minamihankyū-南半球 | het zuidelijk halfrond |
minamikaze-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind |
minamoto-源 | familienaam van een machtige clan (Heian en Kamakura periode) |
minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
minarai-見習い | stagiair(e); aspirant; leerling |
minasu-見做す | overwegen; beschouwen; vergelijken |
minasugen'yu-ミナス原油 | Minas-olieveld (in centraal Sumatra, Indonesië) |
mindo-民度 | culturele [economische; maatschappelijke] standaard (van een volk); levensstandaard |
minikui-見難い | moeilijk te zien |
minikui-見難い | onduidelijk; onleesbaar |
minikui-醜い | lelijk; onooglijk; onaantrekkelijk; afzichtelijk |
minimaru・āto-ミニマル・アート | minimalistische kunst |
minion-ミニオン | lieveling; volgeling; hielenlikker |
minjisaisei-民事再生 | surseance van betaling |
minka-民家 | huis van een particulier [burger]; private woning |
minkan-民間 | privé; burgerlijk; civiel; niet openbaar; niet publiek |
minkanbumon-民間部門 | particuliere sector |
minkanitaku-民間委託 | werk uitbesteden aan de particuliere sector |
minkanjin-民間人 | een particulier; burger |
minkankigyō-民間企業 | particuliere onderneming; particuliere sector |
minō-未納 | betalingsachterstand |
minomushi-蓑虫 | zakjesdrager; zakrupsvlinder (Psychidae) |
minoue-身の上 | persoonlijke omstandigheden |
minoue-身の上 | menselijk lot; lotsbestemming |
minpei-民兵 | militie |
minpō-民法 | burgelijk wetboek |
minshuku-民宿 | voor toeristen bestemde (particuliere) kamerverhuur |
minshuku-民宿 | (kortverblijf) pension |
minzokushugi-民族主義 | nationalisme |
min'eika-民営化 | privatisering; denationalisatie |
min'yō-民謡 | (traditioneel) volksliedje |
miosame-見納め | een laatste blik; vaarwel |
miotori-見劣り | ongunstige vergelijking |
miotosu-見落とす | over het hoofd zien; voorbijzien; uit het oog verliezen |
mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
mirāju-ミラージュ | luchtspiegeling; fata morgana |
mirāju-ミラージュ | hallucinatie; zinsbegoocheling; illusie |
miren-未練 | blijvende [kwijnende] affectie [genegenheid]; niet willen opgeven; niet kunnen loslaten; spijt |
miri-ミリ | milli- (1000ste deel) |
miri-ミリ | millimeter |
miribāru-ミリバール | millibar |
miriguramu-ミリグラム | milligram |
mirimētoru-ミリメートル | millimeter |
mirin-味醂 | mirin, een zoete rijstwijn die voornamelijk gebruikt wordt als ingrediënt bij het koken |
mirinboshi-味醂干し | vis gemarineerd in mirin (met olie en sojasaus) en dan gedroogd |
miririttoru-ミリリットル | milliliter (0,001 liter) |
miritarī-ミリタリー | militair |
miritarisuto-ミリタリスト | militarist |
miritarizumu-ミリタリズム | militarisme |
miritarī・rukku-ミリタリー・ルック | militaire look (mode) |
mirukarani-見るからに | in een blik [oogopslag]; om te zien |
miryokuteki-魅力的 | charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk |
misa-ミサ | mis (rooms-katholieke kerkdienst) |
misago-鶚 | visarend (Pandion haliaetus) |
misaki-岬 | kaap; klip; klif |
misanpu-未産婦 | nullipara; een vrouw die nooit kinderen heeft gebaard |
misao-操 | kuisheid; maagdelijkheid |
miseban-店番 | winkelier; winkelbediende |
misekakeru-見せかける | laten lijken als; doen voorkomen; veinzen |
misemono-見世物 | tentoonstelling; show; uitstalling |
mishō-実生 | zaailing; jong plantje |
mishuran・gaido-ミシュラン・ガイド | Michelingids |
misomeru-見初める | (op het eerste gezicht) verliefd worden |
misshon-ミッション | missie; zending; evangelisatie |
misuborashii-みすぼらしい | armoedig; armzalig |
misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
mitaida-みたいだ | het ziet er naar uit [lijkt erop] dat |
mitake-身丈 | iemands lengte; lichaamslengte |
mitame-見た目 | uiterlijk |
mitarashi-御手洗 | een plaats waar pelgrims voorafgaand aan het bezoek van een heiligdom hun handen en mond reinigen. |
mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
mitarashigawa-御手洗川 | een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
mitatokoro-見た所 | schijnbaar; uiterlijk; om te zien |
mitei-未定 | iets dat nog niet is vastgesteld [besloten; beslist] |
mitekure-見て呉れ | uiterlijk; voorkomen |
mitome-認め | (afk. voor) persoonlijk [privé] zegel |
mitomein-認め印 | persoonlijk [privé] zegel |
mitooshi-見通し | verwachting; voorspelling |
mitsuba-三つ葉 | Japanse peterselie (Cryptotaenia japonica) |
mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
mitsumorisho-見積り書 | schriftelijke schatting [berekening; citaat] |
mitsunyūkoku-密入国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land binnenkomen |
mitsushukkoku-密出国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land verlaten |
mittomonai-みっともない | schandelijk; beschamend; ongepast; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; onbetamelijk |
miuchi-身内 | het gehele lichaam |
miuchi-身内 | familielid |
miuchi-身内 | (gokwereld) bendelid |
miushinau-見失う | uit het oog verliezen |
miya-宮 | keizerlijke prins [prinses] |
miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
miyai-宮居 | paleis; keizerlijke residentie |
miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
miyaru-見遣る | kijken; staren; een blik werpen (op) |
miyasui-見易い | duidelijk; helder; makkelijk te zien [begrijpen] |
miyoi-見好い | fatsoenlijk; eerbaar; netjes |
miyoi-見好い | makkelijk [goed] te zien |
miyuki-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
mizenkei-未然形 | (taalkunde) mizenkei (irrealis vorm; gebruikt als aansluitvorm voor optatief, negatief, passief, causatief) |
mizeraburu-ミゼラブル | ellendig; armzalig; beroerd; miserabel |
mizuasagi-水浅葱 | lichtblauw |
mizubitashi-水浸し | overstroming; onderdompeling |
mizuhamigaki-水歯磨き | mondspoelling |
mizuiro-水色 | lichtblauw; hemel(s)blauw; azuur; turkoois |
mizukaki-水掻き | vin; zwemvlies |
mizukusai-水臭い | afstandelijk; gereserveerd |
mizusakazuki-水杯 | het ritueel van het gezamenlijk inschenken en drinken van water waarbij men voorgoed afscheid neemt van elkaar |
mizushigoto-水仕事 | huishoudelijk werk, zoals schrobben, boenen en wassen |
mizuwari-水割り | met water verdunde alcoholische drank (b.v. whiskey) |
mizuzeme-水責め | waterbehandeling; watermarteling |
mōai-盲愛 | blinde liefde; adoratie; verafgoding |
mobiritishakai-モビリティ社会 | mobiliteitsmaatschappij |
mochi-黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
mochiai-持ち合い | wederzijdse hulp; onderlinge afhankelijkheid |
mochiai-持ち合い | (in) balans; evenwicht; onveranderlijkheid |
mochiaji-持ち味 | karakteristieke [natuurlijke; bijzondere] smaak |
mochiawaseru-持ち合わせる | (toevallig) bij zich hebben |
mochiban-持ち番 | verplichte corvee [dienst] |
mochibunhō-持分法 | equity recht; billijkheidsprincipe |
mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
mochiron-勿論 | natuurlijk; zeker; vanzelfsprekend |
mōchō-盲腸 | blindedarm; appendix |
mōchōen-盲腸炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
moderāto-モデラート | matig; gematigd (Italiaans: moderato) |
moderu・chenji-モデル・チェンジ | verandering [aanpassing] van een model; restyling; facelift |
modesuto-モデスト | Modesto (naam van een plaats in Californië) |
mōdōken-盲導犬 | blindengeleidehond |
mōdoku-猛毒 | dodelijk gif |
moeageru-燃え上がる | ontvlammen; in de brand vliegen; in vlammen opgaan |
moegara-燃え殻 | sintel; verbrande steenkool; verbrandingsoverblijfsel |
moesashi-燃え止し | verbrandingsrest; dat wat onverbrand blijft (zoals een laatste stukje van een kaars, de restanten van een lucifer) |
moetsuku-燃え付く | in de brand vliegen; ontsteken; ontbranden; vuur [vlam] vatten |
mōgakkō-盲学校 | blindenschool; school voor blinden |
mogibashi-もぎ箸 | eetstokjes waarvan restjes eten afgelikt worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
mogidō-没義道 | onmenselijkheid; wreedheid; meedogenloosheid |
mōguru-モーグル | mogul, een soort freestyle skiën (op bobbelige hellingen) |
mōhitsu-毛筆 | penseel (vervaardigd met natuurlijke materialen, zoals diereharen); kwast |
mōhitsu-毛筆 | het schrijven [schrijfwerk; kalligrafie] met een dergelijk penseel |
mojidoori-文字通り | letterlijk |
mōjin-盲人 | een blinde; iemand die blind is |
mojizura-文字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
mojūru-モジュール | module (deel van een ruimtevaartuig of machine dat afzonderlijk kan functioneren) |
mokkan-木棺 | houten doodskist; lijkkist |
mokkanotokoro-目下のところ | nu; op dit moment; voorlopig; voor het ogenblik |
mokkō-黙考 | overdenking; overpeinzing; bespiegeling |
mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
mōko- 蒙古 | Mongolië |
mokuhi-黙秘 | zwijgen tijdens ondervraging; zonder onthulling [openbaring] (van de feiten) |
mokuhyō-目標 | doelstelling; iets waar je naar streeft |
mokuren-木蓮 | magnolia |
mokuroku-目録 | catalogus; inventaris(lijst); voorraadlijst |
mokuroku-目録 | geschenkenlijst |
mokushi-黙示 | onthulling; revelatie; bekendmaking; openbaarmaking |
mokushitsuka-木質化 | verhouting; lignificatie |
mokuteki-目的 | bedoeling; doel; streven; oogmerk; intentie |
mokutekigo-目的語 | object; lijdend voorwerp (grammatica) |
mokuyoku-沐浴 | het baden; het lichaam en het haar wassen |
mōmaku-網膜 | netvlies; retina |
mōmakushō-網膜症 | retinopathie (aantasting van het netvlies) |
momento-モメント | moment; ogenblik |
mōmento-モーメント | moment; ogenblik |
momiai-揉み合い | schermutseling; worsteling; geduw en getrek |
momiai-揉み合い | schommelingen in aandelenkoersen |
momizumu-モミズム | buitensporige aandacht van een overbezorgde of aanhankelijke moeders voor haar kind |
mōmoku-盲目 | blindheid; blind zijn (ook fig.) |
mōmokuteki-盲目的 | blindelings; blind (fig.) |
momu-揉む | (het lichaam) hevig bewegen (in dans e.d.) |
momu-揉む | (handel) een klein bod (hoog of laag) doen op de beurs (vaak in herhaling) |
mon-悶 | zielenpijn; (ondraaglijke) pijn; kwelling |
mon-門 | volgeling; discipel; leerling |
mon-門 | stam; divisie; familie; klasse; soort |
monariza-モナリザ | Mona Lisa (schilderij van Leonardo da Vinci) |
monchaku-悶着 | problemen; moeilijkheden; sores; tegenspoed |
monchō-紋帳 | een boek [register] met familiewapens |
mondokoro-紋所 | familiewapen |
mōnen-妄念 | aanhoudende [voortdurende] betwijfeling; (boeddh.) verkeerde ideeën [gedachten] |
mongoroido-モンゴロイド | Mongolide (lid van het Mongoolse ras) |
mongoru-モンゴル | Mongolië |
mongorukoku-モンゴル国 | Mongolië |
monjin-門人 | leerling; pupil; discipel; volgeling |
monka-門下 | leerling; pupil; volgeling; discipel |
monkasei-門下生 | leerling; pupil; volgeling; discipel |
monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monoganashii-物悲しい | droevig; melancholisch |
monogatai-物堅い | eerlijk; betrouwbaar |
monogatari-物語 | verhaal; vertelling |
monogurafu-モノグラフ | monografie (verhandeling, artikel of onderzoeksrapport over één onderwerp) |
monomorai-物貰い | (bij het ooglid) strontje; hordeolum |
mononoke-物の怪 | een (kwade) geest; spook; bovennatuurlijk wezen |
mononomigotoni-物の見事に | duidelijk; vanzelfsprekend; levendig |
monoosoroshii-物恐ろしい | spookachtig; griezelig; angstaanjagend |
monorisu-モノリス | monoliet (uit één steen gehouwen) |
monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
monosugoi-物凄い | verschrikkelijk; vreselijk; afschuwelijk |
monosuru-物する | componeren [schrijven] (van gedichten of literatuur) |
monoui-物憂い | lusteloos; futloos; apathisch; melancholisch |
monowakare-物別れ | onenigheid; breuk (in onderhandelingen) |
monowasure-物忘れ | vergeetachtigheid; geheugenverlies |
monoyawaraka-物柔らか | mildheid; zachtheid; vriendelijkheid; rustig voorkomen |
monozuki-物好き | grilligheid; bevlieging; rage |
monshirochō-紋白蝶 | klein koolwitje of knollenwitje (vlinder: Pieris rapae) |
monshō-紋章 | (familie)wapen; wapenschild; blazoen |
monsutera-モンステラ | gatenplant; monstera (deliciosa) |
monukenokara-蛻の殻 | lijk; dood lichaam (waaruit de ziel verdwenen is) |
monzeki-門跡 | (boeddhistische) priester van aristocratische of keizerlijke afkomst |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
monzenmachi-門前町 | tempelstad (een stad gebouwd voor de poorten van heiligdommen en tempels) |
mon'an-問安 | informeren naar de veiligheid [het welzijn] van een hogere in rang |
mon・sherī-モン・シェリー | mijn liefste [schat] |
morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | beide schouders [het bovenlichaam] ontbloten (bij het dragen van een kimono) |
moraijichi-貰い乳 | een zuigeling; baby die gezoogd wordt |
morarisuto-モラリスト | moralist; zedenmeester; zedenpreker |
moratoriamu-モラトリアム | moratorium; uitstel van betaling |
moratoriamu-モラトリアム | tijdelijke opschorting (van uitvoering) |
morau-貰う | adopteren; in de familie halen |
morau-貰う | een gunst [handeling] ontvangen; iemand iets laten doen voor je |
moriagari-盛り上がり | opzwelling; climax |
mōrō-朦朧 | vaag [wazig; onduidelijk; bewolkt; nevelig] zijn |
morohaku-諸白 | rijstwijn gemaakt van rijst en mout; sake van goede kwaliteit |
moru-盛る | (thermometer, etc.) gradueren; kalibreren |
morugu-モルグ | mortuarium; lijkenhuis |
mōsha-盲者 | een blinde; iemand die blind is |
moshika-若しか | mogelijk; waneer; in [voor] het geval |
mōshikaneru-申し兼ねる | aarzelen [het moeilijk vinden] om iets te zeggen |
moshikashitara-若しかしたら | misschien; mogelijk |
moshikashite-若しかして | als, in het geval dat; misschien; mogelijk |
moshikasuruto-若しかすると | misschien; waarschijnlijk; mogelijk; eventueel |
mōshikomiyōshi-申込用紙 | aanmeldformulier; aanvraagformulier; inschrijfformulier |
mōshikomu-申し込む | verzoeken; aanvragen; een aanzoek doen (van huwelijk); uitdagen |
mōsō-妄想 | fantasie; verbeelding; waanvoorstelling; waanidee |
mossō-物相 | keukengerei [kom] om het eten in gelijke porties te verdelen |
mosukītokyū-モスキート級 | muggen-gewicht (de lichtste klasse in boksen, alleen voor amateur junioren, minder dan 45 kg) |
mosuremu-モスレム | moslim |
mosurin-モスリン | mousseline (los geweven stof van katoen, wol of zijde) |
mōten-盲点 | (med.) een blinde vlek (in het gezichtsveld); een scotoom |
mōten-盲点 | (fig.) een blinde vlek; iets dat men vaak over het hoofd ziet |
motomiya-元宮 | de hoofd-schrijn binnen het shinto heiligdom |
motto-もっと | (nog) meer; -er (vergelijkende trap) |
moyamoya-もやもや | mistig; nevelig; troebel; vaag; onduidelijk |
moyō-模様 | lijken op; ernaar uitzien dat; uiterlijk; omstandigheden; situatie; symptoom; teken (van) |
moyoi-催い | (in combinatie met een zelfst. n.w.) lijken; eruitzien als |
mucha-無茶 | onredelijkheid; dwaasheid; ongerijmdheid |
muchiuchi-鞭打ち | zweepslag; stokslag (soms lijfstraf of zelfkastijding) |
muchiuchi-鞭打ち | deel van het lichaam van paarden waar de ruiter op slaat met zijn zweep |
mudazukai-無駄遣い | (geld) verspilling; verkwisting |
muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
muen-無縁 | zonder familie; zonder nabestaanden |
muenshakai-無縁社会 | een samenleving waarin persoonlijke relaties vrijwel geen rol spelen |
mugai-無害 | onschadelijkheid; onschuld |
mugamuchū-無我夢中 | zichzelf verliezen [helemaal opgaan] in; totaal in beslag genomen door |
mugendai-無限大 | oneindigheid; onmetelijkheid |
mugikō-無技巧 | ongekunsteld [natuurlijk; niet kunstmatig] zijn |
mugiwaratonbo-麦藁蜻蛉 | (vrouwelijke) witpuntoeverlibel (libelle-soort, Orthetrum albistylum, met een strokleurige buik) |
mugoi-惨い | tragisch; afschuwelijk |
mugoi-惨い | wreed; genadeloos; meedogenloos; gruwelijk |
mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
muhaitō-無配当 | zonder dividend uitkering [betaling] |
muhon-謀反 | rebellie; opstand; verraad |
muhyōjō-無表情 | uiterlijke onbewogenheid; expressieloos [strak] gezicht; uitdrukkingsloosheid |
mujikaku-無自覚 | apathie; onbewust [onwetend; ongevoelig] zijn |
mujin-無尽 | onuitputtelijkheid; onbegrensdheid; onbeperktheid |
mujinki-無人機 | ombemand luchtvaartuig (voor militaire of burger doeleinden) |
mujinzō-無尽蔵 | onuitputtelijke [ongelimiteerde] hoeveelheid [voorraad] |
mujin'eisei-無人衛星 | onbemande satelliet |
mujō-無常 | veranderlijkheid; onzekerheid; vergankelijkheid |
mujōken-無条件 | onvoorwaardelijkheid |
mujun-矛盾 | tegenstelling; discrepantie; tegenstrijdigheid; inconsistentie |
mujunsuru-矛盾する | tegenstrijdig [inconsistent] zijn; conflicteren |
mukagoirakusa-零余子蕁麻 | een plant: Laportea bulbifera (van de plantenfamilie (brand)netels, Urticaceae) |
mukamuka-むかむか | (onomatopee) misselijk; beroerd; geïrriteerd |
mukankaku-無感覚 | ongevoeligheid; gevoelloosheid; lusteloosheid; apathie |
mukanshin-無関心 | onverschilligheid; nonchalance |
mukashitsusekinin-無過失責任 | aansprakelijkheid zonder schuld [zonder nalatigheid] |
mukatsuku-むかつく | zich ziek [misselijk] voelen |
mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
mukō-無効 | ongeldigheid; nulliteit |
mukōgishi-向こう岸 | tegenoverliggende oever; oever aan de overkant |
mukokuseki-無国籍 | stateloos (zonder nationaliteit) |
mukumuku-むくむく | (onomatopee) dik; ruig; wollig |
mukyū-無窮 | oneindigheid; onsterfelijkheid; eeuwigheid |
muma-夢魔 | een duivelsverschijning die in een droom verschijnt (incubus, een mannelijke demon, of succubus, een vrouwelijke demon) |
mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
mune-旨 | betekenis; strekking; bedoeling; instructie; bevel |
mūnraito-ムーンライト | maanlicht |
mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
murabito-村人 | dorpeling; dorpsbewoner |
murakami-村上 | Murakami (familienaam) |
mūran・rūju-ムーラン・ルージュ | Moulin Rouge (een cabarettheater in Parijs) |
murasaki-紫 | de plant Lithospermum erythrorhizon, paars parelzaad |
muri-無理 | onredelijkheid |
murikaranu-無理からぬ | redelijk; begrijpelijk |
murimutai-無理無体 | onredelijke, dwangmatige daad |
murinandai-無理難題 | onredelijke [moeilijke] eis |
muron-無論 | zeker; natuurlijk; ongetwijfeld; vanzelfsprekend |
muryō-無量 | onmetelijkheid; oneindigheid |
musabetsu-無差別 | zonder onderscheid; gelijkwaardigheid; onpartijdigheid |
musabetsukyū-無差別級 | open gewichtsklasse (inofficiële gewichtsklasse in vechtsporten, zonder gewichtslimiet) |
musai-むさい | vulgair; sjofel; armzalig |
musakurushii-むさくるしい | slordig; rommelig; niet netjes |
musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
musei-無性 | geslachtsloosheid; aseksualiteit |
museigen-無制限 | zonder limiet [restrictie; beperking] |
museki-無籍 | zonder vaste woon- of verblijfsplaats; niet in een familieregister opgenomen zijn |
museki-無籍 | statenloos zijn; geen nationaliteit hebben |
musekinin-無責任 | onverantwoordelijkheid |
musensōjū-無線操縦 | (van een vliegtuig) radiografisch bestuurd zijn; radiografische besturing |
museru-噎せる | zich verslikken |
mushi-無視 | veronachtzaming; onverschilligheid; het negeren (van regels, etc.); minachting |
mushin-無心 | onschuld; zonder kwade bedoelingen |
mushinkei-無神経 | ongevoeligheid; onverschilligheid; apathie |
mushinoiki-虫の息 | zeer zwakke ademhaling |
mushiokuri-虫送り | een nachtelijk ritueel van dorpelingen met fakkels, trommels en bellen om ongedierte van de rijstvelden te verjagen |
mushiro-寧ろ | liever; beter; bij voorkeur; eerder |
mushō-無償 | gratis zijn; zonder vergoeding [compensatie; betaling] |
mushoku-無職 | zonder vaste aanstelling af en toe werken |
mushūkyō-無宗教 | irreligieus [niet-religieus] zijn |
musurimu-ムスリム | (van Arabisch: Muslim) moslim |
mutaibutsu-無体物 | immateriële [onstoffelijke] dingen |
mutanposhasai-無担保社債 | ongedekte (bedrijfs)obligatie |
muteki-無敵 | onoverwinnelijkheid |
mutonchaku-無頓着 | onverschilligheid; nonchalance |
mutonjaku-無頓着 | onverschilligheid; nonchalance |
mutsukashii-難しい | moeilijk; ingewikkeld; lastig; netelig |
muzamuza-むざむざ | gemakkelijk; zomaar; zonder weerwerk |
muzukashii-難しい | moeilijk; ingewikkeld; lastig; netelig |
myakumyaku-脈脈 | continu; onophoudelijk |
myōgakin-冥加金 | zakelijke belasting tijdens de Edo periode |
myōji-名字 | achternaam; familienaam |
myōseki-名跡 | (geërfde) familienaam |
n-ん | vorm van de werkwoordsuitgang -mu, drukt uit een veronderstelling of voorspelling |
n-ん | vorm van de nominalisatie [substantivering] van het partikel no |
na-名 | (slechts) in naam ; uiterlijk; uiterlijke schijn; voorwendsel; excuus; (in) naam (van); op titel van; namens |
nabete-並べて | algemeen; gewoonlijk |
nachizumu-ナチズム | nazisme; nationaalsocialisme |
nachurarizēshon-ナチュラリゼーション | naturalisatie |
nachurarizumu-ナチュラリズム | naturalisme |
nachuraru-ナチュラル | natuurlijk; van nature |
nachuraru・chīzu-ナチュラル・チーズ | natuurkaas (op natuurlijke wijze geproduceerd en gerijpt} |
nachuraru・fūzu-ナチュラル・フーズ | natuurlijk voedsel (Eng.: Natural Foods) |
nachuraru・serekushon-ナチュラル・セレクション | natuurlijke selectie |
nadaraka-なだらか | gelijkmatigheid; zachtheid; glooiend zijn; geleidelijk (oplopend) |
nadareru-雪崩れる | afglijden; afvallen |
nadegiri-撫で切り | het verslaan [vernietigen] van vele tegenstanders tegelijk |
nado-など | zoals; net als; en dergelijke; zulke; of zoiets (dergelijks) |
nae-苗 | zaailing |
naegi-苗木 | zaailing; jong boompje |
nagai-長居 | (op bezoek) blijven plakken; (te) lang blijven |
nagaisuru-長居する | (ergens) te lang blijven |
nagamochisuru-長持する | lang bewaren; lang volhouden [doorstaan]; houdbaar [sterk] zijn; lang meegaan (niet gauw slijten) |
nagara-ながら | (gevoegd achter een ww. geeft het aan een gelijktijdigheid van meerdere handelingen) terwijl; onder het...; al ...nde |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het aan een tegenstelling) hoewel; ondanks; niettegenstaande |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn. of bijw.) alles; allen; allebei (tegelijk); geheel; totaal; compleet |
nagaraunten -ながら運転 | (wetsovertreding) autorijden gelijktijdig met een andere nevenactiviteit (telefoneren, sms-en e.d) |
nagare-流れ | familielijn; afstamming; (het behoren tot) een school [richting] |
nagare-流れ | schuin aflopen; afglijding; helling |
nagarebotoke-流れ仏 | verdronken lijk dat in de zee drijft (vissers behandelen dit met grote zorg als een teken voor een grote vangst) |
nagashime-流し目 | zijwaartse blik; het (iem.) zijdelings aankijken |
nagashime-流し目 | flirterige [wulpse; wellustige] blik |
nagashiuchi-流し打ち | (bij honkbal) een slag van een rechtshandige slagman naar het rechtsveld, of een linkshandige slagman naar het linksveld |
nagatachō-永田町 | het politieke hart van Japan |
nagauta-長歌 | klassiek shamisen-lied |
nage-無げ | onwaarschijnlijk; onbestaanbaar |
nagedasu-投げ出す | naar buiten gooien; naar buiten slingeren |
nagekiakasu-嘆き明かす | lang blijven rouwen; lange tijd doorbrengen in rouw [verdriet] |
nagetsukeru-投げつける | tekeergaan; razen; tieren; (iem. verwijten) naar het hoofd slingeren |
nagori-余波 | golven die overblijven nadat de wind is gaan liggen |
nagori-余波 | zeewater [zeewier] dat achterblijft op het strand als het eb geworden is |
nagori-名残 | rest(en); overblijfsel(en); nasleep; wat over [achter] gebleven is; tastbare herinnering |
nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
nai-無い | uniek [enig in zijn soort] zijn; eenmalig zijn |
nai-無い | in combinatie met koto: (lett.: het feit is er niet dat...) het is niet zo dat...; niet nodig zijn; niet hoeven; niet mogelijk zijn |
naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
naien-内縁 | (huwelijk zonder wettelijke registratie) de facto huwelijk; gewoonterecht huwelijk |
naihō-内報 | tip; heimelijke [vertrouwelijke] informatie |
naijin-内陣 | binnenste [heiligste] hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
naijūgaigō-内柔外剛 | uiterlijk hard lijken, maar van binnen zacht [vriendelijk; mild] zijn |
naikagaku-内科学 | studie [afdeling] interne geneeskunde |
naikai-内界 | de innerlijke wereld; binnenwereld; het innerlijk; het geestelijke |
naikū-内宮 | de binnenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur), gewijd aan Amaterasu-ōmikami (godin van de zon) |
naimaze-綯い交ぜ | mix; menging; verstrengeling; vlecht |
naimenteki-内面的 | innerlijk; intern; inwendig; binnenin |
naimitsu-内密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
naimononedari-無い物ねだり | te veel vragen [verlangen]; het onmogelijke willen |
naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
naimu-内務 | (bij militaire instellingen) de dagelijkse zaken in kazernes of kampementen |
nairan-内乱 | burgeroorlog; opstand; rebellie |
nairanzai-内乱罪 | opstand; oproer; rebellie |
nairikuseikikō-内陸性気候 | landklimaat |
naisai-内債 | binnenlandse obligatie |
naisen-内線 | interne (telefoon)lijn; telefoontoestel(nummer) |
naisen-内線 | binnenlijn; binnenbedrading (elektra of elektronica) |
naishin-内心 | innerlijke gedachten; ware bedoeling; hart en ziel; diep vanbinnen |
naisho-内緒 | financiële privé [familie] omstandigheden; huishoudgeld; gezinsbudget |
naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
naitā-ナイター | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
naitei-内定 | informeel [inofficieel] [aanbod; besluit]; voorlopige beslissing |
naiteisuru-内定する | informeel [inofficieel] beslissen |
naiteki-内的 | innerlijk; intern; intrinsiek |
naiteki-内的 | geestelijk; mentaal |
naito・gēmu-ナイト・ゲーム | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
naiyō-内用 | [私用] privé [particuliere; interne] zaken [aangelegenheid] |
naiyōbi-内容美 | schoonheid van inhoud; innerlijke schoonheid |
naiyōgo-内容語 | (taalkunde) woorden, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, die de semantische betekenis in een zin aanduiden |
najimu-馴染む | vertrouwd raken met; gehecht raken aan; wennen [gewend raken] aan; zich aanpassen; acclimatiseren |
nakaai-中間 | relatie tussen mensen (met name tussen familieleden). |
nakadachi-仲立ち | bemiddeling; tussenkomst; vertegenwoordiging |
nakadarumi-中弛み | (tijdelijke) inzinking; verzwakking; verslapping; vertraging |
nakai-仲居 | [将軍・大名などの奥向きに仕える女性; また、その詰めている部屋; おすえ; (仲居)] de vrouwelijke bediende van de vrouw [familie] van een shōgun of daimyō |
nakamutsumajii-仲睦まじい | intiem; hartelijk; harmonieus |
nakanaka-中中 | erg; behoorlijk (veel); heel wat; nogal; meer dan verwacht; boven verwachting |
nakanaka-中中 | niet makkelijk; niet eenvoudig |
nakanaka-中中 | liever; eerder; veeleer; bij voorkeur |
nakanaka-中中 | meer dan verwacht; behoorlijk; voldoende; matig |
nakanaka-中中 | jazeker; precies; inderdaad; (je hebt gelijk) dat is zo; Nee, toch? (bij ontkenning van iets dat niet gedacht of ver |
nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
nakishikiru-鳴き頻る | onophoudelijk tjilpen [zoemen] (van volgels of insecten) |
nakiwarai-泣き笑い | huilen en lachen tegelijk; lachen terwijl je huilt; glimlach door de tranen heen |
naku-泣く | onredelijke eisen accepteren |
nakunaru-亡くなる | sterven; overlijden |
nakusu-亡くす | (door de dood) verliezen (van een naaste) |
nakusu-無くす | iets kwijtraken; verliezen |
nakusuru-無くする | iets kwijtraken; verliezen; laten verwijderen (een ander woord voor nakusu) |
nama-生 | rauw [ongekookt; onbewerkt; natuurlijk; ruw] zijn |
namaakubi-生欠伸 | een lichte (opkomende maar onderdrukte) geeuw |
namabyōhō-生兵法 | oppervlakkige kennis van [ervaring met] (militaire tactieken) |
namachūkei-生中継 | live-uitzending (radio of tv) |
namae-名前 | benaming; (roep)naam; naam; voornaam; familienaam |
namahenji-生返事 | een vaag [onduidelijk] antwoord |
namahōsō-生放送 | live-uitzending; directe uitzending |
namaiki-生意気 | verwaandheid; vrijpostigheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
namakeru-怠ける | spijbelen; wegblijven van werk [school] |
namameku-艶めく | verleidelijk [sexy; elegant; charmant] zijn; er betoverend uitzien |
namarikōgai-鉛公害 | luchtvervuiling door lood in uitlaatgassen (van auto, e.d.) |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
nameru-嘗める | likken |
namete-並めて | algemeen; gewoonlijk |
namida-涙 | (menselijke) gevoelens (zoals medeleven en verdriet) |
namida-涙 | (in combinatie met een zelfstandig naamwoord) een kleine hoeveelheid; een beetje; licht(elijk) |
namidagumashii-涙ぐましい | (lit.) pathetisch; aandoenlijk; ontroerend; deerniswekkend; erbarmelijk |
namidagumashii-涙ぐましい | (lit.) tot tranen toe geroerd |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
namidamoroi-涙脆い | sentimenteel; overgevoelig; emotioneel |
namimakura-波枕 | het geluid van de golven bij nacht (als je in bed ligt) |
nan-軟 | (in samenstellingen) zachtheid; zacht zijn |
nan-難 | moeilijkheid; probleem; hinder |
nanairotōgarashi-七色唐辛子 | mengsel van 7 kruiden (o.a. chilipeper) |
nanako-魚子 | een metaalgraveertechniek (met korrels die op viseieren lijken) |
nanako-魚子 | (afk. voor) keperbinding (weeftechniek, waarbij het oppervlak van de stof korrelig als een visei wordt) |
nanakoori-魚子織り | keperbinding (weeftechniek, waarbij het oppervlak van de stof korrelig als een visei wordt) |
nanamagari-七曲がり | kronkelig (bochtig] zijn |
nanamenarazu-斜めならず | buitengewoon; uitzonderlijk; uitermate |
nanba-難場 | een moeilijke [hachelijke; riskante] situatie; (in) een lastig parket |
nanbu-南部 | het zuidelijk deel; het zuiden |
nanbun-難文 | een moeilijke [lastige] zin [passage; tekst] |
nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
nandai-難題 | moeilijk probleem; uitdaging |
nandemokademo-何でも彼でも | hoe dan ook; beslist |
nando-難度 | moeilijkheidsgraad |
nandoku-難読 | moeilijk te lezen (tekst) |
nanga-南画 | (Edo periode) schilderkunst van kunstenaars uit literaire kringen |
nanga-南画 | (afk. voor) zuidelijke schilderstijl |
naniganandemo-何が何でも | tegen elke prijs; hoe dan ook; wat er ook gebeurt; op alle mogelijke manieren |
naniganashi-何がなし | vaag; zonder duidelijke oorzaak [reden] |
nanikanashi-何彼無し | vaag; zonder duidelijke oorzaak [reden]; op de één of andere manier |
naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
nanjō-何じょう | (lit.) Waarom...?; Hoezo...? (bij retorische vraag of uiting van twijfel) |
nanjō-何じょう | (lit.) hoe dan ook; beslist; zeker |
nanjō-何じょう | (lit.) wat? (bij retorische vraag of uiting van twijfel) |
nanjō-何じょう | (lit.) wat zeg je?; hè, dat meen je niet!; nee, toch?; wat erg! |
nankan-難関 | een (onoverkomelijke) barrière [obstakel; hindernis]; een moeilijke situatie; patstelling; impasse |
nankan-難関 | moeilijk te passeren controlepunt of (stads)poort (door strenge controle) |
nanmin-難民 | vluchteling; ontheemde |
nanminkiki-難民危機 | vluchtelingencrisis |
nanminkyūsai-難民救済 | vluchtelingenhulp; vluchtelingenopvang |
nanminshūyōjo-難民収容所 | vluchtelingen opvangcentrum |
nanori-名乗り | naam na het bereiken van volwassenheid bij adelijke en samoerai families |
nanori-名乗り | (publieke) aankondiging van de koopwaar [handelswaar)]met de naam van het product of de producent, e.d. |
nanoru-名乗る | een (andere) naam aannemen (b.v. na een huwelijk) |
nanpa-軟派 | (politiek) de gematigden; gematigde partij |
nanpa-軟派 | erotische literatuur |
nanpasuru-難破する | schipbreuk lijden |
nanpū-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind; zomerwind |
nanpū-南風 | liedjes uit het zuiden |
nanshūga-南宗画 | schilderwerk in zuidelijke (nanga) stijl |
nantan-南端 | zuidpunt; zuidelijkste punt |
nanten-南天 | de zuidelijke hemel |
nanushi-名主 | (in het Edo tijdperk) dorpshoofd; hoofdman van een dorp of plaats (voornamelijk in het Kantō gebied) |
nan'yō-南洋 | de eilanden in de Stille Zuidzee (zoals de Filippijnen, Indonesië, e.a.) |
naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
naraberu-並べる | (met elkaar) vergelijken |
narabi-並び | rij; lijn; reeks |
narabu-並ぶ | gelijk zijn; evenredig zijn; opgewassen zijn (tegen) |
narai-習い | (persoonlijke) gewoonte; aanwensel |
naraigoto-習い事 | les [onderricht; onderwijs; training] van een technische vaardigheid [kunstvorm, e.d] bij een meester [specialist] |
narasu-均す | effenen; glad maken; egaliseren; glad strijken |
narasu-鳴らす | laten klinken (rinkelen; bellen; fluiten; klappen; rammelen, etc.) |
narawasu-習わす | (als achtervoegsel aan werkwoorden) gewend [gewoon; gebruikelijk] zijn; altijd doen |
nareru-慣れる | vertrouwd raken met; eigen zijn [worden]; vertrouwd [gemakkelijk; comfortabel] zijn [worden] |
nareru-熟れる | slijten; versleten raken |
narēshon-ナレーション | vertelling; verhaal |
naresome-馴れ初め | het begin van een romance [liefde] |
nari-鳴り | het klinken; de klank; het gerinkel; geluid; resonantie |
narihibikaseru-鳴り響かせる | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
narihibiku-鳴り響く | weerklinken; weergalmen; resoneren |
narisagaru-成り下がる | aan lager wal raken; status verliezen; geruïneerd zijn; laag vallen |
narite-為り手 | iemand die een rol [functie] op zich wil nemen; (beschikbare) sollicitant (voor een functie) |
nariyuki-成り行き | verloop van omstandigheden [gebeurtenissen]; ontwikkeling |
naru-生る | (lit.) ontstaan |
naru-鳴る | klinken; luiden; bellen; rinkelen; slaan (van een klok bv.) |
naru-鳴る | weerklinken; bekend worden [zijn] (om) |
narubeku-成るべく | zo mogelijk; indien mogelijk (dit woord is de klassiek Japanse shūshikei-vorm van het ww. naru) |
naruhodo-成る程 | inderdaad; werkelijk; zeker |
naruhodo-成る程 | zo mogelijk; indien mogelijk |
naruhodo-成る程 | (een uitroep ter instemming van wat een ander zegt) jazeker; inderdaad; vanzelfsprekend; natuurlijk |
narukosuge-鳴子菅 | soort kleine rietplant (Carex curvivicollis) |
narukoyuri-鳴子百合 | (lett. ratel-lelie) Salomonszegel (plant: Polygonatum falcatum) |
narushishizumu-ナルシシズム | narcisme; eigenliefde |
nasakenai-情けない | erbarmelijk; miserabel; armzalig; zielig; meelijwekkend |
nasakenai-情けない | schandelijk; jammerlijk; betreurenswaardig |
nasaru-為さる | (gebruikt als hulp-ww. om beleefdheid uit te drukken; wordt niet vertaald of uitgedrukt door de toevoeging: alstublieft) |
nashikuzushi-済し崩し | (schulden) afbetalen in termijnen; aflossingsplan; afbetalingsregeling |
nashikuzushi-済し崩し | geleidelijke ontmanteling [afbraak] |
nashonarisuto-ナショナリスト | nationalist |
nashonaritī-ナショナリティー | nationaliteit |
nashonarizēshon-ナショナリゼーション | nationalisatie |
nashonarizumu-ナショナリズム | nationalisme |
nashonaru・ado-ナショナル・アド | landelijke [nationale] advertentie |
nashonaru・konsensasu-ナショナル・コンセンサス | nationale consensus; gemeenschappelijke mening [instemming] van een volk |
nashonaru・sentā-ナショナル・センター | landelijke organisatie van vakbonden |
nataneabura-菜種油 | raapzaadolie; koolzaadolie |
natsuba-夏場 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
natsubasho-夏場所 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
natsubate-夏ばて | het afnemen [verlies] van lichamelijke krachten door de zomerhitte |
natsubatesuru-夏ばてする | lichamelijke kracht verliezen door zomerhitte |
natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
natsuhaze-夏櫨 | een bladverliezende struik van de het plantengeslacht Azalea |
natsuin-捺印 | verzegeling |
natsujikan-夏時間 | zomertijd (in de zomer wordt de klok 1 uur vooruitgezet om meer profijt te hebben van het lange licht) |
natsumake-夏負け | lichaamszwakte [ziek] door zomerhitte |
natsumakesuru-夏負けする | last hebben van [lijden onder] de zomerhitte |
natsumeku-夏めく | zomers [zomerachtig] worden; op de zomer gaan lijken |
natsumeyashi-棗椰子 | dadelpalm (Phoenix dactylifera) |
natsumikan-夏蜜柑 | de Chinese citroenboom, een groenblijvende fruitboom van de fam. Rutaceae |
natsumushi-夏虫 | (met name) insecten (zoals motten) die in het donker op licht af komen |
natsumushi-夏虫 | een vuurvliegje |
natsutsubaki-夏椿 | een zomercamellia [Stewartia pseudocamellia], een in de zomer bloeiende, bladverliezende boom (die vaak ten onrechte shara no ki [シャラノキ] wordt genoemd |
natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
natsuyase-夏瘦せ | gewichtsverlies (en daarmee verzwakking van de lichaamskracht) door zomerse hitte |
nattoku-納得 | instemming; aanvaarding; volgzaamheid; toegeeflijkheid; meegaandheid |
nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
nayami-悩み | smart; leed; angst; kwelling; (ziele)pijn |
nazumu-泥む | voortduren; blijven hangen; stagneren |
nda-んだ | aan het eind van een zin, geeft nadruk [mening; verklaring; conclusie; aanwijzing; aanbeveling] aan (b.v. het is zo dat; de reden is dat; namelijk) |
ndesu-んです | aan het eind van een zin, geeft nadruk [mening; verklaring; conclusie; aanwijzing; aanbeveling] aan (b.v. het is zo dat; de reden is dat; namelijk) |
nebaritsuku-粘りつく | vastplakken; blijven plakken (aan) |
nebaru-粘る | volhouden; vasthouden aan; lang blijven; blijven plakken (fig.) |
neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
neburu-舐る | likken |
nedayashi-根絶やし | uitroeiing; ontworteling; verdelging |
negau-願う | alstublieft; ik zou graag willen; wilt u... |
nehan-涅槃 | nirwana; verlichting; (geestelijke) bevrijding van slechte hartstochten en de kringloop van wedergeboortes |
nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
neikan-佞奸 | sluwheid; verraderlijkheid |
neishin-佞臣 | een verraderlijke hoveling [vazal]; verrader; bedrieger |
neitibu-ネイティブ | oorspronkelijk; inheems; autochtoon; aangeboren |
neitibu-ネイティブ | oorspronkelijke bewoner; autochtoon |
nekkara-根っから | vanaf het begin; oorspronkelijk |
nekokaburi-猫被り | hypocrisie; huichelarij; schijnheiligheid; |
nekonadegoe-猫撫で声 | zachte [zoete; vleiende; poeslieve] stem |
nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
nekosogi-根刮ぎ | ontworteling; het met wortel en al uit de grond trekken |
nekoyanagi-猫柳 | katwilg (Salix gracilistyla) |
nekuzure-値崩れ | een plotselinge daling van prijzen; het kelderen van prijzen |
nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
nemuru-眠る | ongebruikt laten (liggen) |
nemuru-眠る | sterven; doodgaan; overlijden; begraven zijn |
nenashigusa-根無し草 | zwerver; iemand zonder vaste verblijfplaats |
nenbarai-年払い | jaarlijkse betaling |
nenchakusuru-粘着する | vastplakken; vastlijmen; aanhechten |
nendai-年代 | jaartelling |
nengaku-年額 | jaarlijks bedrag |
nenjisōkai-年次総会 | jaarlijkse algemene vergadering |
nenjiyūkyūkyūka-年次有給休暇 | jaarlijkse betaalde vakantie |
nenkinhoken-年金保険 | lijfrenteverzekering |
nenkōkahō-年功加俸 | (extra) betaling op basis van dienstjaren |
nenkyū-年休 | jaarlijkse betaalde vakantie |
nenmaku-粘膜 | slijmvlies |
nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
nennen-年年 | jaar na jaar; jaarlijks; elk jaar; van jaar tot jaar |
nennensaisai-年年歳歳 | jaarlijks; elk jaar,; jaar in jaar uit |
nenpu-年賦 | jaarlijkse betaling [betalingstermijn] |
nenri-年利 | jaarlijkse rente |
nensan-年産 | jaarlijkse productie |
nenshō-年商 | jaarlijks omzet |
nensho-念書 | schriftelijke belofte [verklaring; garantie] |
nentei-拈提 | (zen boedddhisme) publieke uitleg [commentaar] over een voorval en de koan |
nen'eki-粘液 | slijm; mucus; sputum |
neoki-寝起き | het dagelijkse bestaan [leven] |
neru-寝る | ziek in bed liggen; op het ziekbed liggen |
neru-寝る | (plat) liggen |
neru-寝る | ongebruikt zijn [liggen] |
nesage-値下げ | prijsverlaging; prijsdaling; prijsvermindering |
nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
nesobireru-寝そびれる | niet in slaap kunnen vallen; wakker liggen |
nessei-熱誠 | totale [warme] eerlijkheid [oprechtheid] |
nesshō-熱唱 | het hartstochtelijk [enthousiast; uit volle borst] zingen |
netsu-熱 | koorts; verhoogde lichaamstemperatuur |
netsuai-熱愛 | vurige liefde [toewijding] |
netsuku-寝つく | ziek in bed liggen |
netsushori-熱処理 | warmtebehandeling |
nettaikikō-熱帯気候 | tropisch klimaat |
nettoshoppingu-ネットショッピング | online winkelen; online shoppen; winkelen op internet |
neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
nezumitori-ネズミ捕り | (politieterm) autoval (voor het registreren van snelheidsovertredingen) |
ni-に | (bij een vergelijking) op; dan |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
ni-に | (bij herhaling als versterking gebruikt) ...en...; alsmaar |
ni-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
ni-荷 | last; moeite; verantwoordelijkheid; verplichting |
niamisu-ニアミス | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
niatsukai-荷扱い | vrachtafhandeling |
nibe-鰾膠 | lijm |
nibui-鈍い | dof; vaag; kleurloos; onduidelijk; vaag |
nichibeianzenhoshōjōyaku-日米安全保障条約 | het Japans-Amerikaanse Veiligheidsverdrag |
nichigintankan-日銀短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
nichijō-日常 | gewoonlijk; dagelijks; alledaags |
nichijōsahan-日常茶飯 | dagelijkse gebeurtenissen [beslommeringen] |
nichijōsahanji-日常茶飯事 | schering en inslag; de gewone [alledaagse] zaken (afgeleid van het dagelijks eten); een alledaagse gebeurtenis |
nichijōseikatsu-日常生活 | het dagelijkse leven |
nichinichi-日日 | dagelijks; elke dag |
nichirinsō-日輪草 | zonnebloem (Helianthus annuus) |
nichiyōhin-日用品 | dagelijkse benodigdheden; voorwerpen voor dagelijks gebruik |
nigaoe-似顔絵 | politieschets van een verdachte |
nigate-苦手 | lastige klant; moeilijk persoon; iemand met een gebruiksaanwijzing |
nigawarai-苦笑い | bittere [zure; geforceerde] glimlach |
nigenobiru-逃げ延びる | (veilig ontsnappen; ontkomen; ervandoor gaan |
nigera-ニゲラ | Nigelle (plant, Ranonkelfamilie) |
nigiri-握り | een rijstbal met een vulling van vis, e.a. (de afkorting van nigirimeshi) |
nigiribasu-握り蓮 | een lotusblad-vormige decoratie op balken [railingen] in een gebouw |
nigiritsubusu-握り潰す | een plan [project] niet in behandeling nemen |
nigiyaka-賑やか | levendig; vrolijk; druk |
nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
nigosu-濁す | ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven; vaag blijven |
nihirisutikku-ニヒリスティック | nihilistisch |
nihirisuto-ニヒリスト | nihilist |
nihirizumu-ニヒリズム | nihilisme |
nihonkaihatsuginkō-日本開発銀行 | Japanse ontwikkelingsbank; Ontwikkelingsbank van Japan |
nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
nihonkoyō-日本古謡 | Japans traditioneel lied |
nihonnōen-日本脳炎 | Japanse Encephalitis (JE) (veroorzaakt door een door muskieten overgebracht virus) |
nihonsei-日本製 | van Japanse makelij; gemaakt in Japan |
niibon-新盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
niisan-兄さん | oudere broer (familiaar en respectvol) |
nijū-二重 | verdubbeling; verdubbeling |
nijūjinkaku-二重人格 | dubbele persoonlijkheidsstoornis |
nikkan-日刊 | dagelijkse publicatie [uitgave] |
nikkin-日勤 | dagdienst; dagelijks werk |
nikkō-日光 | zonneschijn; zonlicht; zonnestraal |
nikkōbosatsu-日光菩薩 | Nikkō bosatsu (een bodhisattva, die aan de linkerzijde van de Yakushi boeddha staat) |
nikkori-にっこり | (lieve) glimlach; brede grijns |
nikkorisuru-にっこりする | glimlachen; grijnzen |
nikoniko-にこにこ | (onomatopee) grinnikend; glimlachend |
nikoyaka-にこやか | glimlachend [glunderend; stralend; joviaal; vrolijk] zijn |
niku-肉 | lichaam; sexueel verlangen; passie |
nikuatsuno-肉厚の | dik; lijvig; vlezig; stevig |
nikuboso-肉細 | light-faced (lettertype met dunne lijnen) |
nikubuto-肉太 | full-faced; boldfaced (lettertype met dikke lijnen) |
nikui-憎い | hatelijk; gehaat; verachtelijk; afschuwelijk; bitter; verschrikkelijk |
nikui-憎い | iets dat zo goed is dat je er jaloers van wordt; verschrikkelijk mooi [prachtig; uitmuntend] |
nikui-難い | (wordt toegevoegd aan een werkwoord) moeilijk [lastig] om te.... |
nikukan-肉感 | lichamelijk genot; seksuele passie |
nikukarazu-憎からず | liefdevol; teder; warm; toegenegen |
nikumanjū-肉饅頭 | gestoomd broodje met vleesvulling |
nikumareguchi-憎まれ口 | beledigende [kwetsende; hatelijke] opmerkingen; grof taakgebruik |
nikunikushii-憎憎しい | afschuwelijk; walgelijk; verachtelijk |
nikunikushii-憎憎しい | kwaadaardig; hatelijk; wraakzuchtig |
nikurashii-憎らしい | hatelijk; verwerpelijk; verachtelijk; afschuwelijk; vreselijk |
nikushin-肉親 | familielid; bloedverwant |
nikushitsu-肉質 | vleeskwaliteit |
nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
nikutairōdō-肉体労働 | fysieke [lichamelijke] arbeid |
nikutaiteki-肉体的 | fysiek; lichamelijk |
nikutarashii-憎たらしい | walgelijk; hatelijk; gemeen; afschuwelijk |
nikuyoku-肉欲 | vleselijke [dierlijke] lusten; zinnelijke begeerte |
nikuzuki-肉付き | vlezig [vet] zijn; vlees aan het lichaam hebben |
nikyoku-二極 | bipolariteit; tweepoligheid |
nikyokuka-二極化 | polarisatie; tweedeling; wij-zij denken (politiek) |
nimaijita-二枚舌 | oplichterij; oneerlijkheid; bedrog; onbetrouwbaarheid |
nin-仁 | sympathie; welwillendheid; liefdadigheid |
nin-任 | taak; plicht; missie; opdracht |
ninaite-担い手 | hoofdverantwoordelijke; (fig.) steunpilaar |
ninchi-認知 | wettelijke erkenning (van kind door vader) |
ninchihattatsu-認知発達 | cognitieve [verstandelijke] ontwikkeling |
nindō-忍冬 | kamperfoelie (Lonicera japonica) |
ninensei-二年生 | tweede jaars scholier [student] |
ningendokku-人間ドック | algeheel [uitgebreid] medisch (lichamelijk) onderzoek |
ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
ningenkokuhō-人間国宝 | levend nationale kunstschat (titel gegeven aan kunstenaars of traditionele ambachtslieden met een zeer hoge technische bekwaamheid) |
ningenmi-人間味 | menselijkheid; menslievendheid; zachtaardigheid |
ningenmorumotto-人間モルモット | menselijk proefkonijn |
ningennami-人間並み | (net) als een mens; met menselijke eigenschappen [intelligentie] |
ningensei-人間性 | de menselijke natuur [aard]; menselijkheid |
ningensogai-人間疎外 | ontmenselijking; dehumanisering |
ningenteki-人間的 | menselijk |
ningenwaza-人間業 | mensenwerk; wat mensen kunnen doen; waar mensen toe in staat zijn; wat menselijkerwijs mogelijk is |
ningyōgeki-人形劇 | poppenspel; poppentheater; marionettentheater(voorstelling) |
nininsankyaku-二人三脚 | tijdelijke samenwerking (voor een bepaalde taak) |
ninjō-人情 | menselijk gevoel; menselijkheid; vriendelijkheid; menselijke aard |
ninkan-任官 | aanstelling; benoeming |
ninku-忍苦 | uithoudingsvermogen; weerstand; lijdzaamheid |
ninkyō-任侠 | ridderlijkheid; hoffelijkheid |
ninmari-にんまり | zelfvoldane [zelfingenomen] glimlach |
ninmei-任命 | benoeming; aanstelling |
ninmu-任務 | plicht; taak; missie |
ninoashi-二の足 | aarzeling; heroverweging; bedenking |
ninomai-二の舞 | herhaling (van een fout; misstap) |
ninsanpushibōritsu- 妊産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
ninshōdaimeishi-人称代名詞 | persoonlijk voornaamwoord |
nintei-人体 | het uiterlijk [de verschijning] (van een persoon) |
nintōzei-人頭税 | hoofdelijke omslag; hoofdelijke belasting |
nin'ishuttō-任意出頭 | vrijwillig verschijnen (voor een verhoor of ondervraging bij politie of justitie) |
nin'isōsa-任意捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek op vrijwillige basis |
niō-仁王 | twee beelden van (boeddhistische) beschermgoden (links en rechts van een tempelpoort) |
nio-鳰 | dodaars (een watervogel: Tachybaptus ruficollis) |
nioibukuro-匂い袋 | geurklier (bij dieren) |
nippō-日報 | dagelijks verslag [rapport] |
nippondenshindenwakōsha-日本電信電話公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
niranseisōseiji-二卵性双生児 | twee-eiige tweeling |
niru-似る | lijken (op); gelijkenis hebben (met); eruit zien (als) |
nisei-二世 | tweede generatie Japanner (of Koreaan); kind van een Japanner die in het buitenland is geboren (en die nationaliteit heeft) |
nisei-二世 | tweede generatie (binnen een familie) |
nishi-西 | (boeddh.) het Westelijk Paradijs |
nishihankyū-西半球 | het westelijk halfrond; het Westen |
nishiiwatsubame-西岩燕 | (gewone) huiszwaluw (Delichon urbicum) |
nishinhō-二進法 | binaire talstelsel; tweetallig stelsel |
nishisahara-西サハラ | Westelijke Sahara |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een instelling, e.d. (voor praktische doeleinden) |
nissha-日射 | zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nissha-日車 | zon; zonlicht |
nissha-日車 | omwenteling (in een dag van de aarde) |
nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
nissharyō-日射量 | hoeveelheid zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
nisshingeppo-日進月歩 | snelle [gestage; dagelijkse] vooruitgang |
nisshō-日商 | dagelijkse verkopen |
nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitchi-ニッチ | (ecologie) niche; leefmilieu |
nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitōryū-二刀流 | goed zijn in twee tegengestelde disciplines (b.v. in honkbal zowel goed kunnen slaan als werpen) |
nittei-日程 | agenda; dagplanning; rooster; tijdschema; dagelijkse routine |
niwaka-俄 | plotseling [onverwacht] zijn |
niwakaame-俄雨 | plotselinge [heftige] regenbui |
niwatoko-接骨木 | Japanse vlierboom (Sambucus williamsii) |
no-の | (dit partikel geeft aan het verband tussen 2 woorden, waarbij het eerste woord een (bijv.) bepaling is van het woord dat na no staat) |
no-の | drukt uit het lijd.voorwerp in de bijzin |
no-の | als slotpartikel, drukt uit een conclusie [beslissing] of bevel (niet beleefd) |
nō-納 | (in kanji combinaties) betaling |
nōbaidoku-脳梅毒 | neurosyfilis |
nobezao-延べ竿 | eenvoudige (bamboe) hengel met vastgemaakte lijn (zonder molen) |
nobinayamu-伸び悩む | stagneren; achterblijven (in groei); weinig vooruitgang boeken |
nobinobi-延び延び | (herhaaldelijk) uitgesteld zijn |
nobiru-野蒜 | sierlook, Allium grayi (een lilaroze bloeiende plant) |
nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
noboriayu-上り鮎 | jonge ayu (vissen: Plecoglossus altivelis) die stroomopwaarts zwemmen (in de lente) |
noboribō-登り棒 | klimpaal (speeltoestel) |
noborigama-登り窯 | klimoven |
noborikuchi-上り口 | startpunt van de klim |
noboriryū-昇り竜 | een draak die omhoog de lucht in vliegt |
noborizaka-上り坂 | opwaartse [oplopende] helling; bergopwaarts; groeiend; herstellend (economie); verbetering (weer, gezondheid) |
noboru-上る | omhoog gaan; klimmen |
noboru-昇る | (in rang, positie, e.d.) stijgen; opklimmen (tot); bevorderd worden (tot) |
noboseru-逆上せる | duizelig zijn; het stijgen van het bloed naar het hoofd |
noboseru-逆上せる | zijn kalmte verliezen |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
nobushi-野武士 | helper van de topspeler (de mariashi) in de kemari balsport (gespeeld door hovelingen in het keizerlijk paleis) |
nochizoi-後添い | (iemands) tweede vrouw (na overlijden of scheiding van zijn eerste vrouw) |
noda-のだ | aan het eind van een zin, geeft eigen nadruk [mening; verklaring; conclusie] aan (b.v. het is zo dat; de reden is dat; namelijk) |
noda-のだ | (na een naam of persoonlijk voornaamwoord) is [zijn] van |
nodesu-のです | aan het eind van een zin, geeft eigen nadruk [mening; verklaring; conclusie] aan (b.v. het is zo dat; de reden is dat; namelijk) |
nodesu-のです | (na een naam of persoonlijk voornaamwoord) is [zijn] van |
nōdo-農奴 | een (feodale) lijfeigene |
nōfu-納付 | betaling (van belastingen, bekeuringen, e.d. aan overheidsinstellingen) |
nogisu-ノギス | nonius; schuifmaat (hulpschaalverdeling) |
nōhei-農兵 | boerenmilitie; georganiseerde militie bestaande uit boeren |
nōhitsu-能筆 | mooi handschrift; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
nōhitsu-能筆 | meester-kalligraaf |
nōka-農家 | boer; boerderij; boerenfamilie |
nōka-農科 | landbouwafdeling; landbouwcursus |
nokeru-退ける | (achter een ww. in de -te vorm) lukken; kans zien (om); (iets moeilijks) klaarspelen |
nokkudaun-ノックダウン | (boksen) knockdown; (tijdelijk) neergaan |
nōkō-濃厚 | (sterke) waarschijnlijkheid; grote kans |
nōkō-濃厚 | gepassioneerd [vol passie; hartstochtelijk] zijn |
nokonoko-のこのこ | onverschillig; schaamteloos |
nokori-残り | overblijfsel; restant; rest(en) |
nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
nokoru-残る | (bewaard) blijven; blijven liggen |
nokoru-残る | overblijven; resteren |
nokoru-残る | achterblijven; blijven hangen |
nokosu-残す | iets [iem.] achterlaten; laten liggen [staan] |
nōmaku-脳膜 | hersenvlies |
nōmakuen-脳膜炎 | hersenvliesontsteking; meningitis |
nomikomu-飲み込む | slikken; doorslikken; inslikken |
nomikomu-飲み込む | onderdrukken; (fig.) inslikken; je inhouden |
nomikudasu-飲み下す | doorslikken; opslokken |
nōmiso-脳味噌 | hersenfunctie; intelligentie |
nomitorimanako-蚤取り眼 | scherpe blik [ogen]; adelaarsblik; arendsblik; arendsogen |
nomu-飲む | innemen; iets doorslikken |
nomu-飲む | met tegenzin accepteren; slikken |
nonfikushon-ノンフィクション | non-fictie (op feiten berustende literatuur) |
noni-のに | (drukt meestal een tegenstelling uit) hoewel; terwijl |
nonpori-ノンポリ | (nonpolitical) niet-politiek |
nonsekuto-ノンセクト | niet-sektarisch; niet gebonden aan een bepaalde religie of politieke partij |
nonsharan-ノンシャラン | nonchalant; achteloos; onverschillig |
noppikinaranai-退っ引きならない | onvermijdelijk; onontkoombaar; onafwendbaar; onweerstaanbaar |
nori-糊 | lijm; plakmiddel; kleefstof; stijfsel |
noriawaseru-乗り合わせる | (toevallig) met iemand samen reizen [in dezelfde auto, trein, boot, etc.) |
noribiki-糊引き | lijmkam |
norizuke-糊付け | het plakken [lijmen]; het stijven (van kleding) |
norokeru-惚気る | opscheppen over je liefdesrelatie; je relatie [partner] bewieroken |
noroshi-狼煙 | rooksignaal; lichtbaken; lichtkogel |
nōsei-農政 | landbouwbeleid; landbouwpolitiek |
nōsekizuieki-脳脊髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
noshiagaru-伸し上がる | rijzen; stijgen; klimmen; zich verheffen |
nōsho-能書 | het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
nōsho-能書 | meester-kalligraaf |
nōshoka-能書家 | vakkundige [begaafde] kalligraaf |
nōtenki-脳天気 | geheel zonder zorgen; onbezorgdheid; lichtzinnigheid |
nowaki-野分き | (late) herfststorm (lett. veld-splitser) |
nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
nōzei-納税 | belastingbetaling |
nōzenkazura-凌霄花 | trompetbloem; trompetklimmer (Campsis grandiflora) |
nozoki-覗き | een kijkje; vluchtige [steelse] blik |
nozokimi-覗き見 | glurende [steelse] blik |
nozoku-覗く | naar binnen [buiten] kijken; doorkijken; een blik werpen op |
nozoku-覗く | een glimp opvangen (van); vluchtig bekijken |
nozoku-除く | verwijderen; wegnemen; weghalen; elimineren |
nūbō・roman-ヌーボー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
nue-鵺 | mythische vogel met het hoofd van een aap, het lichaam van een wasbeer, de staart van een slang, en de poten van een tijger |
nuhi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
nuimon-縫い紋 | een geborduurd familiewapen |
nukaabura-糠油 | olie geperst uit rijstzemelen |
nukaame-糠雨 | motregen; lichte regen |
nukaboshi-糠星 | ontelbare kleine sterren aan de nachtelijke hemel |
nukago-零余子 | broedknop (een vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten) |
nukarumi-泥濘 | slib; modder; slijk |
nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
nukedasu-抜け出す | wegglippen; wegkruipen |
nukederu-抜け出る | stilletjes [heimelijk] weggaan [wegglippen] |
nukederu-抜け出る | uitblinken |
nukegake-抜け駆け | het onverwacht [heimelijk] behalen van een voordeel; voorsprong |
nukegara-抜け殻 | schil; vlies; schors |
nukege-抜け毛 | haarverlies; haaruitval; verharing; afgevallen haar |
nukeru-抜ける | verliezen; missen; ontbreken |
nuki-緯 | horizontale lijn |
nukunuku-ぬくぬく | knus; warm; behaaglijk |
numenume-ぬめぬめ | slijmerig [glad; glanzend] zijn |
numeri-滑り | slijm; slijmerigheid |
numeri-滑り | glad [glijdend] zijn |
numeri-滑り | (afk. voor) korte lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
numeriuta-滑り唄 | kort lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
nurakura-ぬらくら | glad; glibberig; week; slijmerig |
nurakurasuru-ぬらくらする | glad [slijmerig] zijn; ontwijkend zijn; lui [gemakzuchtig] zijn |
nuranura-ぬらぬら | (onomatopee) glibberig; slijmerig; glad |
nuranura-ぬらぬら | (onomatopee) langzaam bewegend [voortglijdend] |
nuratsuku-ぬらつく | glibberig [slijmerig] zijn |
nureba-濡れ場 | (film of toneel) liefdesscène; seksscène |
nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
nuregoto-濡れ事 | (toneel, film) lliefdesscène |
nurunuru-ぬるぬる | slijmerig; glad; glibberig |
nurunurusuru-ぬるぬるする | slijmerig [glad; glibberig] worden |
nutto-ぬっと | plotseling; abrupt; onverwacht |
nūvō・roman-ヌーヴォー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
nyōin-女院 | aan het keizerlijk hof de titel 'in' voor de moeder van de keizer, de keizerin of de prinses |
nyojitsu-如実 | werkelijkheid; realiteit; feit |
nyokinyoki-にょきにょき | (onomatopee) het plotseling (de een na de ander) opkomen [ontstaan; ontspruiten]; oprijzen; omhoog groeien] |
nyoronyoro-にょろにょろ | (onomatopee) glibberend; kronkelend; glijdend |
nyotai-女体 | vrouwenlichaam; het lichaam van een vrouw |
nyūbōen-乳房炎 | mastitis; borstontsteking; melkklierontsteking; uierontsteking |
nyūbu-入部 | (hist.) aankomst [betreding] van het aanstellingsgebied voor de eerste keer door een landvoogd [gouverneur e.d.] |
nyūgyō-乳業 | melkindustrie; zuivelindustrie |
nyūinkanja-入院患者 | een ziekenhuispatiënt (iemand die in het ziekenhuis ligt) |
nyūji-乳児 | zuigeling; baby; (pasgeboren) kind |
nyūjō-入城 | (triomfantelijke) binnenkomst [intocht] in een kasteel [burcht] |
nyūjōsuru-入城する | (triomfantelijk) een kasteel [burcht] binnengaan [betreden] |
nyūkan-入館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
nyūkin-入金 | ontvangen geld [betaling]; tegoed; ontvangsten |
nyūkō-入寇 | invasie; vijandelijke inval |
nyūmetsu-入滅 | het bereiken van het Nirvana; het overlijden van een Boeddha of heilige |
nyūseki-入籍 | inschrijving in het familieregister (b.v. bij huwelijk) |
nyūsen-乳腺 | melkklier |
nyūshitsu-乳質 | melkkwaliteit |
nyūsu・anarisuto-ニュース・アナリスト | nieuwsanalist; nieuwscommentator |
nyūtai-入隊 | in militaire dienst gaan; indiensttreding (leger) |
nyūtaisuru-入隊する | in (militaire) dienst gaan |
nyūtoraru-ニュートラル | vrijloop (versnelling auto, in z'n vrij) |
nyū・raito-ニュー・ライト | (politiek) Nieuw Rechts; neoconservatisme |
nyū・refuto-ニュー・レフト | (politiek) Nieuw Links |
nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
o-雄 | man; mannelijk; mannetje |
oapekku-オアペック | Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (Engels OAPEC: Organization of Arabian Petroleum Exporting Countries) |
ōbā-オーバー | overdreven; te veel; te hoog; overbelicht (fotografie); boven par (golf) |
ōbābaransu-オーバーバランス | onevenwichtigheid; het evenwicht verliezen |
ōbābukkingu-オーバーブッキング | overboeking (te vol boeken, b.v. vliegtuig) |
ōbādoraibu-オーバードライブ | overdrive; overversnelling |
ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
obana-雄花 | mannelijke bloem; bloem met alleen meeldraden |
ōbāran-オーバーラン | het doorschieten van een vliegtuig op een landingsbaan |
ōbārappu-オーバーラップ | overlapping; gedeeltelijk samenvallen |
ōbārōn-オーバーローン | overtollige lening, het verschijnsel dat banken in Japan meer uitleenden dan de som van hun kapitaal en deposito's |
ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
oberisuku-オベリスク | obelisk |
obinoko-帯鋸 | lintzaag; bandzaag |
obishin-帯芯 | een kledingstuk (m.n. van katoen) gedragen onder de obi (Japanse gordel) als opvulling bij een (dames)kimono |
ōbō-王法 | koninklijk besluit |
obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
oboroge-朧げ | vaagheid; onduidelijkheid |
oborozuki-朧月 | nevelige [wazige] maan in de lentenacht |
obujekuto-オブジェクト | doel; doelstelling |
obujekuto-オブジェクト | (grammatica) lijdend voorwerp |
oburigāto-オブリガート | (muziekterm) obbligato |
ōchaku-横着 | lui [een lijntrekker] zijn; slordig zijn |
ochanoko-お茶の子 | een makkelijk klusje; een makkie; een fluitje van een cent |
ochimusha-落ち武者 | (spreektaal) student, kandidaat, of sollicitant die heeft gefaald in zijn [haar] ondernemingen |
ochitsuku-落ち着く | bedaren; tot rust komen; stabiliseren |
ochō-御帳 | (openbaar) register; lijst |
ochō-御帳 | register [lijst] van de magistraat (m.b.t. de misdaden, verblijfplaats, e.d. van criminelen en ex-gevangenen) |
ochō-御帳 | register [lijst] van uitgeschreven personen (m.b.t. erfenis e.d.) |
ochoboguchi-おちょぼ口 | klein rond mondje; getuite lippen |
ōdā-オーダー | bestelling; reservering |
ōda-殴打 | pak slaag; afranseling |
odake-雄竹 | (lett. mannelijke bamboe) hooggroeiende bamboe (Phyllostachys) |
ōdarī・māketingu-オーダリー・マーケティング | het op ordelijke wijze exporteren van goederen zonder de markt van het andere land te verstoren |
ōdā・meido-オーダー・メイド | op bestelling gemaakt; op maat gemaakt |
ōdiensu-オーディエンス | publiek; gehoor; toehoorders |
ōdō-王道 | regering [koning; vorst] (die de natie op een een menselijke en rechtvaardige wijze bestuurt volgens de confucianistische leer) |
ōdō-王道 | gemakkelijke werkwijze; kortere weg (tot een doel) |
odoriji-踊り字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
ofensu-オフェンス | overtreding; misdrijf; strafbaar feit; delict |
ofisu・gāru-オフィス・ガール | kantooremployee; vrouwelijke werknemer [kantoorbediende] |
ofuda-御札 | amulet of talisman die men kan kopen bij een heiligdom of tempel |
ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
ofurain-オフライン | offline (niet verbonden met het internet) |
ofuregaki-御触書 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
ofureko-オフレコ | niet officieel; vertrouwelijk; informeel; onder vier ogen |
ofu・reko-オフ・レコ | onofficieel; onder vier ogen; vertrouwelijk |
ōganikku-オーガニック | organisch; natuurlijk; biologisch |
ogasawararyū-小笠原流 | (traditioneel) een school die gespecialiseerd is in etiquette (en in de gedragsregels binnen de krijgselite van Japan) |
ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
ogawa-小川 | Japanse familienaam |
oginau-補う | aanvullen; goedmaken; compenseren; dekken (een tekort, verlies, etc.); opvullen (b.v. een vacature) |
ōgonbunkatsu-黄金分割 | gulden snede; sectio aurea; sectio divina (de verdeling in uiterste en middelste reden) |
ogyō-御形 | droogbloem; zevenjaarsbloem (Gnaphalium affine) |
ōha-横波 | zijdelingse golf (bij een schip) |
oharame-大原女 | vrouwelijke marskramer in Kyoto (uit Ohara) |
ohirome-お披露目 | officiële aankondiging [bekendmaking] (b.v. van een huwelijk) |
ōi-王位 | de troon; de kroon; vorstelijke status |
oibarai-追い払い | aanvullende [extra] betaling |
oie-お家 | uw huis; uw familie |
oie-お家 | de familie van de heer [meester] |
oiesōdō-お家騒動 | (Edo periode, bij feodale families) familievete; familietwist |
oiru-オイル | olie |
oirushokku-オイルショック | oliecrisis (1973) |
oirusukin-オイルスキン | oliejas; geolied doek; wasdoek |
oiru・darā-オイル・ダラー | oliedollar |
oiru・fensu-オイル・フェンス | oliegiek (drijvende barrière om olielekkage op te vangen) |
oiru・karā-オイル・カラー | olieverf |
oiru・peintingu-オイル・ペインティング | olieverfschilderij |
oiru・sando-オイル・サンド | oliezand; teerzand |
oiru・shēru-オイル・シェール | olieschalie; oliehoudende leisteen |
oishii-美味しい | lekker; smakelijk; heerlijk |
oiwake-追分 | een wegsplitsing |
oiwake-追分 | (afk. van oiwakebushi) een oud volksliedje (oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake) |
oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
ōji-王事 | vorstelijke [keizerlijke; koninklijke] aangelegenheden [zaken] |
ōji-皇子 | keizerlijke prins; zoon van een keizer |
ōjō-王城 | koninklijk [keizerlijk] paleis [kasteel] |
ōjō-王城 | koninklijke [keizerlijke] hoofdstad |
ōjōgiwa-往生際 | op de rand van de dood; op het punt te overlijden |
oka-丘 | heuvel; helling; terp; heuvelrug |
okabore-岡惚れ | geheime [ongeoorloofde; onbeantwoorde] liefde |
okaeshi-お返し | vergelding; wraak; (fig.) terugbetaling (in gelijke munt); een quid pro quo |
okakae-お抱え | in iemands persoonlijke dienst; privé werknemer; iemand die voor een particulier werkt |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
okami-御上 | (keizerlijk; koninklijk) hof; regering; shogunaat |
ōkamiotoko-狼男 | (mannelijke) weerwolf |
okan-悪寒 | koude rilling(en) |
okashii-可笑しい | grappig; leuk; dwaas; belachelijk |
okayaki-岡焼き | jaloezie (met name t.o.v. een ander liefdespaar) |
ōke-王家 | vorstenhuis; koninklijke familie |
ōken-王権 | koninklijk gezag; koninklijke macht |
okera-朮 | Atractylodes japonica (een vaste plant uit de familie Asteraceae) |
okera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
okinawakaihatsuchō-沖縄開発庁 | het Okinawa Ontwikkelingsbureau |
okinimesu-お気に召す | houden van; prefereren; tevreden [blij] zijn (met iets) |
okite-掟 | instelling; aard; karakter |
okiwasureru-置き忘れる | laten liggen; vergeten mee te nemen |
okoegakari-御声掛かり | aanbeveling; invloed |
okojo-おこじょ | hermelijn |
okonai-行い | daad; actie; handeling |
okugaki-奥書 | getuigschrift van meesterschap (m.n. bij traditionele kunstscholing e.d.) |
okugata-奥方 | bij krijgsadel het woongedeelte waar de vrouwen hun verblijf hebben |
okuriookami-送り狼 | een man die vriendelijk aanbiedt om een vrouw naar huis te brengen, maar haar daarna plotseling aanvalt |
okuriookami-送り狼 | een wolf die iemand die in de bergen of bossen loopt een tijd lang achtervolgt en dan plotseling aanvalt |
okuru-送る | afscheid (moeten) nemen; (een naaste) verliezen |
okusetsu-憶説 | hypothese; veronderstelling; speculatie; aanname |
ōkushon-オークション | veiling (Eng. auction) |
okuyuki-奥行き | (fig.) diepgang (van iemands persoonlijkheid, gedachten, e.d.) |
okuzuke-奥付 | colofon (mededelingen aan het slot van een uitgave) |
ōkyū-応急 | noodoplossing; tijdelijke oplossing; lapmiddel |
ōkyū-王宮 | koninklijk paleis |
ōkyūteate-応急手当 | eerste hulp (behandeling); eerstehulpverlening |
omae-御前 | (informeel, soms onbeleefd, tussen gelijken) jij |
omairi-御参り | het bezoeken van een heiligdom [tempel; graf] |
omāji-オマージ | hommage; eerbetoon; hulde; complimenten |
omamori-お守り | (beschermende) amulet; talisman |
omamori-御守り | een (beschermende) talisman [amulet] |
omatsurisawagi-御祭り騒ぎ | feestvreugde; onstuimige vrolijkheid; knalfeest |
omawari-お巡り | politieagent |
omawarisan-お巡りさん | politieagent |
omedetai-おめでたい | vreugdevol; verheugend; heugelijk; gelukkig |
omedetō-おめでとう | Gefeliciteerd!; Goed gedaan! |
omegane-御眼鏡 | oordeel; beoordeling |
omemoji-御目文字 | persoonlijke ontmoeting met iemand (vooral door vrouwen gebruikt) |
omeshiressha-お召し列車 | koninklijke [keizerlijke] trein |
ominaeshi-女郎花 | goudvaleriaan (Patrinia scabiosifolia) |
omizutori-御水取り | het putten van water, een ceremonie in het Nigatsudō-heiligdom van het Tōdaiji tempelcomplex in Nara (op 12 maart) |
omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
omodachi-面立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
omodaka-沢瀉 | (plant) driebladig pijlkruid (Sagittaria trifolia) |
omoeru-思える | lijken; schijnen; de indruk wekken |
omoi-重い | stevig; solide |
omoiataru-思い当たる | zich (plotseling) herinneren; in je opkomen; te binnen schieten; beseffen; zich voor de geest halen |
omoimono-思い者 | geliefde; minnares; bijvrouw |
omoitatsu-思い立つ | bedenken; van plan zijn; besluiten; beslissen; een besluit [beslissing] nemen |
omokage-面影 | (herinnering aan een) gezicht [uiterlijk] |
omokage-面影 | overblijfsel; spoor |
omoni-重荷 | zware last; druk; verplichting; taak; verantwoordelijkheid |
omotemuki-表向き | uiterlijke verschijning; officieel [openbaar] zijn |
omoteura-表裏 | hypocriet; oneerlijk; bedrieglijk |
omotezata-表沙汰 | openbaarmaking; bekendmaking; onthulling |
omotezukai-面使い | één van de bewegingen in Nō theater (het hoofd naar links en rechts draaien om om je heen te kijken) |
omoto-万年青 | Japanse lelie (Rohdea japonica) |
omowaku-思惑 | bedoeling; intentie; motivatie; doel |
omowaku-思惑 | verwachting; anticipatie; vooruitzicht; voorspelling; prognose |
omoya-主屋 | hoofdtak (van een familie); hoofdkantoor; hoofdbureau |
omozashi-面差し | uiterlijk; gezicht; gelaatstrekken |
on-恩 | (verleende) gunst; genade; verplichting |
onagadori-尾長鳥 | kippenras met een uitzonderlijk lange staart (uit Kōchi, Shikoku) |
onaji-同じ | hetzelfde; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
onamidachōdai-お涙頂戴 | tranentrekker; smartlap; melodrama; sentimenteel verhaal [liedje; programma] |
onboro-おんぼろ | vervallen; bouwvallig; gammel; versleten |
onbuzuman-オンブズマン | (uit het Zweeds: ombudsman) ombudsman (onafhankelijke ambtenaar voor klachten van burgers) |
onchō-恩寵 | gunst; vriendelijkheid; genade |
ondan-温暖 | warm [mild; zacht; gematigd] zijn (van klimaat) |
ondo-音頭 | volkslied en- dans uitgevoerd door een groep |
onegai-御願い | alstublieft |
onga-温雅 | warmte en sierlijkheid; sereniteit en elegantie |
ongaeshi-恩返し | terugbetaling; wederdienst |
ongakusenmonten-音楽専門店 | (gespecialiseerde) muziekwinkel |
ongan-温顔 | vriendelijk gezicht; vriendelijke uitdrukking (op het gezicht) |
ongi-恩義 | (morele) verplichting; gunst; dankbaarheid |
ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
oniazami-鬼薊 | Japanse distel (Cirsium borealinipponense) |
onibi-鬼火 | dwaallicht |
onigawara-鬼瓦 | (ook figuurlijk gebruikt voor) een lelijk gezicht |
onigo-鬼子 | een kind dat niet op de ouders lijkt |
oniyuri-鬼百合 | tijgerlelie |
onkeibi-恩恵日 | uitstel van betaling |
onkō-温厚 | zachtaardig [vriendelijk] zijn |
onnade-女手 | vrouwelijke hulpkracht; medewerkster; werkneemster |
onnarashii-女らしい | vrouwelijk; damesachtig |
onnashū-女衆 | vrouwelijke bediende |
onrain-オンライン | online (verbonden met internet) |
onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
onsen-温泉 | warmwaterbron; (natuurlijk) warmwaterbad |
ontaikikō-温帯気候 | gematigd klimaat |
ōnusa-大幣 | een houten staf met meerdere slingers van stof of papier (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
onushi-御主 | jij, u (wanneer je verwijst naar gelijken of minderen) |
on・rain-オン・ライン | online |
ooana-大穴 | een groot tekort; zwaar verlies |
ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
ooaza-大字 | administratieve (onder)afdeling van een stad of dorp |
oogoto-大事 | ernstige [belangrijke; rampzalige] zaak |
ooguchichūmon-大口注文 | bulkbestelling; grote bestelling |
ooguchitorihiki-大口取引 | grootschalige transacties; handel in grote hoeveelheden |
oohaba-大幅 | aanzienlijk [fors; substantieel; flink; significant] zijn |
ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
ooini-大いに | zeer (veel); aanzienlijk; in hoge mate |
ooiri-大入り | grote opkomst; veel publiek |
ookina-大きな | groot; dik; breed; lijvig |
ookura-大蔵 | magazijn van het keizerlijk hof |
oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) het keizerlijk paleis |
oomukō-大向こう | (in theater e.d.) schellinkje; balkon; tribune |
oomukō-大向こう | het publiek; de mensenmassa |
ooshii-雄雄しい | dapper; moedig; heldhaftig; mannelijk |
ootono-大殿 | edelman; hoofd van een adellijke familie |
ooya-大家 | hoofdtak (van een familie) |
ooyorokobi-大喜び | grote vreugde [blijdschap]; opgetogenheid |
ope-オペ | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
opekku-オペック | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organisation of Petroleum Exporting Countries, OPEC) |
operēshon-オペレーション | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
ōpun-オープン | open; geopend; vrij toegankelijk; openstaand; openbaar |
ōpungāden-オープンガーデン | open tuin (particuliere tuin die open is voor publiek) |
ōpun・disupurē-オープン・ディスプレー | open etalage; open uitstalling (van te koop aangeboden producten) |
ōpun・disupurei-オープン・ディスプレイ | open etalage; open uitstalling (van te koop aangeboden producten) |
ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
ōpun・kōsu-オープン・コース | (sport) een parcours zonder afzonderlijke banen |
ōpun・kōsu-オープン・コース | open (toegankelijke) cursus |
ōpun・pojishon-オープン・ポジション | valutapositie waarbij het saldo van de vorderingen en verplichtingen in vreemde valuta verschilt |
ōpun・porishī-オープン・ポリシー | open (contract) polis (met name bij transportverzekeringen) |
ōpun・shoppu-オープン・ショップ | een bedrijf [kantoor] waar de werknemers niet verplicht zijn lid te worden van de vakbond |
opushon-オプション | keus; keuze; alternatief; mogelijkheid |
ōrai-往来 | correspondentie; briefwisseling |
ore-俺 | ik; mij (voornamelijk gebruikt door mannen) |
oreimairi-御礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
oreinsan-オレイン酸 | oliezuur |
orību-オリーブ | olijfboom (Olea europaea); olijf |
orībuiro-オリーブ色 | olijfkleur; olijfgroen |
orībuyu-オリーブ油 | olijfolie |
orību・oiru-オリーブ・オイル | olijfolie |
orientarizumu-オリエンタリズム | oriëntalisme; oosterse stijl |
orihime-織り姫 | Wega (alpha Lyrae of Vega), een ster in het sterrenbeeld Lier |
orijinaritī-オリジナリティー | originaliteit; oorspronkelijkheid |
orijinaru-オリジナル | origineel; oorspronkelijk; authentiek |
orikaeshi-折り返し | refrein (lied, gedicht) |
orikasanaru-折り重なる | op elkaar liggen; op een hoop liggen; opgestapeld zijn |
oriru-下りる | naar beneden komen; dalen; vallen; (b.v.gordijn; luiken; lift) |
ōritsu-王立 | koninklijk zijn |
ōrora-オーロラ | poollicht |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
orutānatibu-オルターナティブ | alternatief; optie; keuze(mogelijkheid); uitweg |
ōrutānatibu-オールターナティブ | alternatief; andere mogelijkheid [optie] |
osae-押さえ | controle; beheer; discipline |
osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
osagari-お下がり | verplaatsing (vanuit een stad) naar een rustieke [landelijke] omgeving [locatie] |
osanagao-幼顔 | babyface; kinderlijk gezicht |
osanai-幼い | kinderlijk; kinderachtig; onvolwassen |
osarai-お浚い | herhaling; herziening; oefening |
ōse-逢瀬 | rendez-vous; (geheim) afspraakje; ontmoeting (van geliefden) |
osen-汚染 | vervuiling; verontreiniging |
ōshi-横死 | onverwachte [onnatuurlijke; plotselinge; gewelddadige] dood |
oshie-教え | leer; leerstelling; doctrine; geloof; filosofie |
oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
oshikakeru-押しかける | (van mensen) te hoop lopen; toestromen; met z'n allen tegelijk naar binnen gaan |
oshimakuru-押し捲る | blijven duwen; doorduwen; doordrukken; druk (blijven) uitoefenen |
oshirase-お知らせ | bericht; mededeling; melding; in kennis stelling |
oshiroibana-白粉花 | (plant, Mirabilis jalapa) nachtschone; wonder van Peru |
oshite-押し手 | bij boogschieten de linkerhand (die duwt) |
oshite-押し手 | de linkerhand bij het bespelen van snaarinstrumenten zoals luit, citer, e.d. |
ōshitsu-王室 | de koninklijke familie |
oshitsumaru-押し詰まる | urgent [dringend; penibel] worden; het naderen van een deadline |
ōsho-王書 | kalligrafie-stijl van Ōgishi |
ōshū-押収 | confiscatie; (gerechtelijke) inbeslagneming; beslaglegging |
oso-悪阻 | Zwangerschapsmisselijkheid (Hyperemesis gravidarum) |
osoraku-恐らく | waarschijnlijk; vermoedelijk; mogelijk; misschien |
osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
osorubeki-恐るべき | enorm; in hoge mate; verschrikkelijk (veel) |
osu-雄 | mannelijk (van plant, dier); mannetje |
ōsutoraria-オーストラリア | Australië |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
ōtai-横隊 | rij; formatie [opstelling] naast elkaar |
otaiko-お太鼓 | vleier; pluimstrijker; strooplikker; slijmbal |
otasshi-御達し | (officiële) mededeling; kennisgeving; aankondiging; proclamatie |
otasshisho-御達書 | wetgeving; (schriftelijk) bevel (afgegeven door een hoge overheidsinstantie) |
otazune-御尋ね | ondervraging [verhoor] (door een magistraat, politie e.d.) |
otazune-御尋ね | (afk. voor) verdachte (ter opsporing); iemand die door de politie gezocht wordt; iemand die op de vlucht is |
otazunegaki-御尋書 | (schriftelijke) kennisgeving (m.b.t. de verdachte van een criminele zaak, bijzonderheden daaromtrent e.d.) |
otazunemono-御尋ね者 | iemand die door de politie gezocht wordt; iemand die op de vlucht is |
otemae-お手前 | de regels [handelingen] bij een theeceremonie |
otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
otokode-男手 | mannelijke hulpkracht; medewerker; werknemer |
otokogokoro-男心 | de gevoelens van een man; mannelijk gedrag [instinct] |
otokomusubi-男結び | mannenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop evenwijdig lopen (is niet makkelijk los te trekken) |
otokomusubi-男結び | een document waarin een vrouw haar liefde aan een man belooft |
otokorashii-男らしい | mannelijk; macho; stoer; flink; dapper; moedig; betrouwbaar |
otokozuki-男好き | aantrekkelijk voor mannen |
otokozuki-男好き | lichtzinnigheid; losbandigheid; een verliefde [losbandige] vrouw |
ōtomachikkusha-オートマチック車 | automaat (auto met automatische versnellingsbak) |
otonashii-大人しい | rustig; stil; gehoorzaam; volgzaam; braaf; beleefd; fatsoenlijk |
otorisōsain-おとり捜査員 | ondercover politie [agent] |
ōtorokku-オートロック | automatische vergrendeling |
otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
otosu-落とす | laten vallen [zakken]; verliezen |
otsumu-御頭 | brein; hersens; intelligentie; verstand |
otsutome-御勤め | (beleefde vorm van 勤め) plicht; verplichting; taak; opdracht |
otsutome-御勤め | koopje; voordelige aanbieding |
otsutome-御勤め | (arch.) betaling aan een prostituee |
ottsukattsu-おっつかっつ | bijna hetzelfde; bijna gelijk; zo goed als |
ou-追う | opjagen; doen vliegen (van vogels e.d.) |
ousu-御薄 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
oyabaka-親馬鹿 | iemand die (overdreven) dol is op zijn kind(eren) (en blind is voor de tekortkomingen) |
oyagokoro-親心 | ouderliefde; liefde van ouders voor hun kind |
oyajigyagu-オヤジぎやぐ | vadergrap; papagrap (een met opzet melige mop) |
oyakodenwa-親子電話 | extra telefoontoestel (op dezelfde lijn) |
oyaomoi-親思い | liefde [genegenheid] voor je ouders |
oyashiro-小社 | klein heiligdom |
ozzu-オッズ | winstkansen; waarschijnlijkheid om te winnen (bij een weddenschap b.v.) |
ō・bī-オー・ビー | alumnus; afgestudeerde; reünist; senioren lid |
ō・dī・ē-オー・ディー・エー | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance) |
ō・eru-オー・エル | (office lady) kantoormedewerkster; vrouwelijke beambte |
ō・ichigonana-オー・いちごなな | Escherichia coli (bacterie) |
ō・ī・shī・dī-オー・イー・シー・ディー | (Organization for Economic Cooperation and Development) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) |
pā-パー | equivalent; van gelijke waarde; nominale waarde |
pā-パー | par (golfterm: score die gelijk is aan het standaard aantal slagen) |
pabirion-パビリオン | paviljoen; tentoonstellingsgebouw; bijgebouw; zomerhuis; tuinhuis |
paburikku-パブリック | publiek; openbaar |
paburikku・kōporēshon-パブリック・コーポレーション | openbaar bedrijf; publieke instantie; overheidsbedrijf |
paburikku・rirēshonzu-パブリック・リレーションズ | public relations; zakelijke betrekkingen |
pachipachi-ぱちぱち | geklik (het repeterende geluid van achter elkaar foto schieten) |
paddo-パッド | vulling; opvulling |
paipurain-パイプライン | pijpleiding; pijplijn |
pairotto-パイロット | piloot; vlieger; vliegenier |
pajama・kōru-パジャマ・コール | nachtelijk telefoontje; een telefoongesprek 's avonds laat |
pakupaku-ぱくぱく | (onomatopee) herhaaldelijk openend en sluitend (van de mond); naar lucht happend |
pakupaku-ぱくぱく | (onomatopee) verorberend; naar hartelust etend; opslokkend; verslindend; |
pakuru-ぱくる | (politieterm) arresteren |
pāmanento-パーマネント | permanent; blijvend |
panerā-パネラー | panellid |
panerisuto-パネリスト | panellid |
pannoki-パンの木 | broodboom (Artocarpus altilis) |
panorama-パノラマ | een panorama (schilderij op doek van halve of hele cirkel met realistische voorgrond, een uitvinding van Robert Barker |
panteon-パンテオン | pantheon (geheel van goden van een bepaalde mythologie of religie) |
pantsu-パンツ | onderbroek; slip |
papa-パパ | in de katholieke kerk de bijnaam van de paus |
papakatsusuru-パパ活する | het suikerpapa zijn; het tegen betaling (of cadeaus) daten (van een oudere man) met een jonge vrouw |
papiekore-パピエコレ | papier collé; collage (van stukken papier op een ondergrond gelijmd) |
papiyon-パピヨン | vlinder |
paradokkusu-パラドックス | paradox; schijnbare tegenstelling |
parafurēzu-パラフレーズ | een parafrase; omschrijving; verduidelijking |
paragurafu-パラグラフ | een paragraaf; alinea |
pāraito-パーライト | perliet (soort vulkanisch glas) |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) (her en der) verspreid zijn [liggen] |
parusā-パルサー | pulsar (een hemellichaam dat regelmatig pulsen van radiogolven en röntgenstralen uitzendt) |
parusu-パルス | (radio)impuls; trilling |
pāsā-パーサー | hoofd van het cabinepersoneel (in een vliegtuig) |
paseri-パセリ | peterselie |
pāsonaru-パーソナル | persoonlijk |
pāsonaru・komyunikēshon-パーソナル・コミュニケーション | persoonlijke communicatie |
passhon-パッション | de passie; het passieverhaal (over het lijden van Christus) |
patokā-パトカー | politiewagen; politieauto; surveillancewagen |
pātonā-パートナー | (huwelijks)partner; echtgenoot (m); echtgenote (v) |
pātonā-パートナー | vriend; metgezel; medeplichtige |
patorōru-パトロール | (politie) patrouille |
patorōru・kā-パトロール・カー | politiewagen; politieauto; surveillancewagen |
pattari-ぱったり | onverwacht; plotseling; abrupt |
paurisuta-パウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
peintekkusu-ペインテックス | Paintex (soort verf op oliebasis) |
pein・kurinikku-ペイン・クリニック | pijnpoli |
peiofu-ペイオフ | afbetaling; uitbetaling |
peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
pekopeko-ぺこぺこ | (onomatopee) herhaaldelijk buigend |
pendingu-ペンディング | in behandeling; hangende; nog niet afgehandeld [verwerkt] |
penishirin-ペニシリン | (med.) penicilline |
penisu-ペニス | penis; lid; mannelijk geslachtsdeel |
pēpā・kanpanī-ペーパー・カンパニー | papieren onderneming (een bedrijf dat is geregistreerd maar geen daadwerkelijke zakelijke activiteiten heeft); brievenbusfirma |
peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
perikan-ペリカン | pelikaan |
perusona-ペルソナ | mens; persoon; persoonlijkheid |
perusona-ペルソナ | personage (in literatuur en toneel) |
perusona-ペルソナ | menselijke figuur (in de kunst) |
peso-ペソ | peso (munteenheid, tegenwoordig van diverse Zuid-Amerikaanse landen en de Filipijnen) |
pesuto-ペスト | pesto (Italiaanse saus met basilicum) |
petenshi-ペテン師 | (Chin.: bēngzi) zwendelaar; oplichter; bedrieger |
pettingu-ペッティング | het strelen; aaien; liefkozen |
petto-ペット | lieveling; favoriete [liefste] kind |
pettorosu-ペットロス | (het verdriet om) het verlies van een huisdier |
pieta-ピエタ | piëta (een voorstelling van Maria met het lichaam van de gestorven Jezus op haar schoot) |
pikapika-ぴかぴか | (onomatopee) glinsterend; glitterend |
pikata-ピカタ | een Italiaans gerecht van plakjes kalfsvlees of kip (in een saus met citroensap, boter en kappertjes) |
pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
pikerain-ピケライン | een stakers linie |
pīku-ピーク | hoogtepunt; climax |
pikutogurafu-ピクトグラフ | pictogram; hiëroglief |
pinboke-ピンぼけ | (fotografie) onscherp; onduidelijk |
pinchi-ピンチ | crisis; noodsituatie; noodgeval; hachelijke situatie |
pinpointo-ピンポイント | (militair) precies omgeschreven doel |
pīpuruzu・kyapitarizumu-ピープルズ・キャピタリズム | volkskapitalisme |
pītan-ピータン | duizendjarig ei (Chinese delicatesse) |
pitchi-ピッチ | snelheid en frequentie waarmee een handeling wordt herhaald |
pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
pitchi-ピッチ | bij het bergbeklimmen de periode tussen het ene gezekerde punt en het volgende |
pitto-ピット | gat achter een bowlingbaan waar de omgevallen kegels in vallen |
pittseria-ピッツェリア | pizzeria (restaurant waar voornamelijk pizza's worden geserveerd) |
pī・āru-ピー・アール | (public relations) pr; zakelijke betrekkingen |
pī・efu・ai-ピー・エフ・アイ | (private finance initiative) particuliere financieringsinitiatieven |
pī・eruhō-ピー・エル法 | (Product Liability Law) productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
pī・kēsen-ピー・ケー戦 | (penalty kick shoot-out) strafschoppenserie om een wedstrijd te beslissen |
pī・pī・emu-ピー・ピー・エム | (parts per million) deeltjes per miljoen (eenheid die een miljoenste aanduidt) |
pochapocha-ぽちゃぽちゃ | mollig; schattig (van uiterlijk) |
pokkari-ぽっかり | licht (zwevend; drijvend) |
pokkari-ぽっかり | plotseling verschijnend |
pokkuri-ぽっくり | plotseling [onverwacht] overlijden |
pomeranian-ポメラニアン | pomeriaan; dwergkeeshond (hondenras, oorspronkelijk afkomstig uit Pommeren) |
ponbiki-ぽん引き | zwendelaar; oplichter |
popyurā・songu-ポピュラー・ソング | populair lied(je) |
popyurisumu-ポピュリスム | populisme |
porikō-ポリ公 | (afgeleid van het Engels: police; informeel, ook beledigend) politieagent |
porio-ポリオ | polio (poliomyelitis); kinderverlamming |
poripu-ポリプ | poliep (dierkunde) |
porīpu-ポリープ | poliep (medisch) |
porishī-ポリシー | beleid; politieke maatregelen |
porisu-ポリス | politie |
porisu-ポリス | polis |
poritikusu-ポリティクス | politiek |
pororito-ぽろりと | (onomatopee) geluid van iets dat uit de handen glijdt |
posuto・hābesuto-ポスト・ハーベスト | behandeling [verwerking] van landbouwproducten na de oogst |
pōtā-ポーター | kruier; drager van bagage (station, hotel, vliegveld, etc.) |
pōtā-ポーター | drager bij bergbeklimmingen [bergexpedities] |
pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
potchari-ぽっちゃり | mollig |
potensharu-ポテンシャル | potentieel (in potentie aanwezig); mogelijk |
pōtoforio-ポートフォリオ | portefeuille; portfolio |
potosu-ポトス | drakenklimop (Epipremnum aureum) |
potto-ぽっと | plotseling (verschijnen; oplichten; flitsen] |
puchiburu-プチブル | kleinburgerlijk; kleinburgerlijk persoon |
puchi・burujoa-プチ・ブルジョア | kleinburgerlijk; kleinburgerlijk persoon |
puraibashī-プライバシー | privacy; privésfeer; persoonlijke levenssfeer |
puraibēto-プライベート | privé; persoonlijk |
puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
puraimarī・kea-プライマリー・ケア | eerstelijnsgezondheidszorg |
puratonikku・rabu-プラトニック・ラブ | platonische liefde |
puremia・shō-プレミア・ショー | première voorstelling |
purēofu-プレーオフ | beslissingswedstrijd |
pureppī-プレッピー | leerling van een (op de universiteit) voorbereidende school |
puresu-プレス | de pers; journalisten; media; persberichten |
purē・bōru-プレー・ボール | (figuurlijk) beginnen; aan het werk gaan |
purobabiritī-プロバビリティー | waarschijnlijkheid |
purodakushon・shearinguhōshiki-プロダクション・シェアリング方式 | methode gebruikt bij contracten voor olie- en aardgasexploratie in ontwikkelingslanden |
puroguramu-プログラム | (computer) programma; applicatie |
puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
puropaganda-プロパガンダ | propaganda; publiciteit |
puropōzu-プロポーズ | voorstellen; ten huwelijk vragen |
purosesu-プロセス | proces; ontwikkeling; voortgang |
purotesuto・songu-プロテスト・ソング | protestsong; protestlied |
purotto-プロット | plot; verhaallijn |
pūru-プール | pot; gezamenlijke inzet (bij gokspelen) |
pūru-プール | gemeenschappelijk fonds; kartel |
putsuputsu-ぷつぷつ | (huid)uitslag; hobbelig; knobbelig; rafelig |
pyurittsāshō-ピュリッツァー賞 | Pulitzerprijs |
rabā-ラバー | minnaar; geliefde |
rabu-ラブ | (Eng.: love) liefde |
rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
rabu・hanto-ラブ・ハント | (Eng.: love hunt) zoektocht naar liefde |
rabu・retā-ラブ・レター | (Eng.: love letter) liefdesbrief |
rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
rabu・shīn-ラブ・シーン | (Eng.: love scene) liefdesscène |
rabu・sutōrī-ラブ・ストーリー | (Eng.: love story) liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
rafu・suketchi-ラフ・スケッチ | ruwe schets; schets in grote lijnen |
raichōsha-来聴者 | publiek; aanwezigen |
raiden-雷電 | donder en bliksem |
raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
raidō-雷同 | volgzaamheid (zonder zelf na te denken blind navolgen wat anderen doen) |
raidōsuru-雷同する | napraten; (blind) navolgen (zonder nadenken) |
raifurain-ライフライン | levenslijn (in de hand) |
raifurain-ライフライン | reddingslijn; scheidslijn tussen leven en dood; verbindingslijn |
raifurain・shisutemu-ライフライン・システム | valbeveiligingssysteem |
raigeki-雷撃 | blikseminslag; door de bliksem getroffen worden |
raigyo-雷魚 | noordelijke slangenkopvis (Channa argus) |
raikan-来館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
raikō-雷光 | bliksem; bliksemschicht; bliksemflits |
raimu-ライム | limoen |
raimu・jūsu-ライム・ジュース | limoensap |
rainzuman-ラインズマン | (sport) grensrechter; lijnrechter |
raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
raionzu・kurabu-ライオンズ・クラブ | Lions Club (een charitatieve vereniging van zakenlieden, waarvan de leden op vriendschappelijke basis samenwerken) |
rairā-ライアー | lier (muziekinstrument) |
raisu・bouru-ライス・ボウル | Rice bowl (jaarlijkse nationale American football kampioenschap in Japan) |
raitingu-ライティング | verlichting; het verlichten |
raito-ライト | licht |
raito-ライト | (politiek) rechts; conservatief |
raitoban-ライトバン | lichte bestelwagen; bestelauto; bestelbusje |
raitofuraikyū-ライトフライ級 | lichtvlieggewicht (gewichtsklasse boksen) |
raitohebīkyū-ライトヘビー級 | lichtzwaargewicht (gewichtsklasse boksen) |
raitokyū-ライト級 | lichtgewicht (gewichtsklasse bij vechtsporten) |
raito・bīru-ライト・ビール | licht bier (bier met laag percentage alcohol) |
rajikaru-ラジカル | extreem (gedrag); radicaal (politiek) |
rakka-落下 | val; neergang; daling |
rakkyō-辣韮 | (Chinese) lente-ui [bosui] (Allium chinense) |
raku-絡 | (in kanji combinaties) verbinding; verband; verstrengelen; bij elkaar blijven; aansluiten |
rakubi-楽日 | de laatste dag van een (sumo) toernooi; de laatste dag van een show; slotvoorstelling |
rakuchaku-落着 | overeenkomst; akkoord; regeling; schikking; afwikkeling |
rakugan-落雁 | een wilde gans die komt aanvliegen en neerstrijkt op een veld |
rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
rakurai-落雷 | blikseminslag; bliksemflits |
rakusei-洛西 | ten westen van de hoofdstad (Kyoto); de westelijke wijken van Kyoto |
rakusen-落選 | (bij verkiezingen) verlies; verslagen zijn [worden] |
rakusensuru-落選する | (verkiezingen) verliezen; geslagen worden |
rakushō-楽勝 | een gemakkelijke [eenvoudige] overwinning; een walk-over |
rakutan-落胆 | ontmoediging; neerslachtigheid; teleurstelling |
rakutenteki-楽天的 | optimistisch; zorgeloos; vrolijk |
rakuyō-洛陽 | Luoyang, een stad in de Chinese provincie Henan (voormalige hoofdstad van China, wordt beschouwd als bakermat van de Chinese cultuur) |
rakuyōju-落葉樹 | een bladverliezende boom; boom die zijn blad verliest in de herfst |
ramadan-ラマダン | Ramadan (vastenmaand voor Moslims) |
ramāzuhō-ラマーズ法 | de Lamaze-techniek (bij bevallingen) |
ramu-ラム | ram (mannelijk schaap) |
ran-乱 | rebellie; opstand; oorlog |
ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
ran-覧 | (gebruikt als erende vorm in samenstellingen voor 見る) zien; kijken |
ranbada-ランバダ | lambada (Braziliaanse dans(muziek)) |
ranbō-乱暴 | geweld(pleging); mishandeling |
ranbōmono-乱暴者 | een gewelddadig iemand; schurk; agressieveling; ruige kerel |
randosatto-ランドサット | Landsat (satellietfotografieprogramma) |
rangai-欄外 | marge; kantlijn |
rangiku-乱菊 | patroon van chrysanten met ongeordende bloemblaadjes (m.n. op familiewapens) |
ranjerī-ランジェリー | (uit het Frans) lingerie; ondergoed |
rankan-欄干 | reling; leuning; balustrade |
rankingu-ランキング | ranking; rangschikking; ranglijst; klassement; positionering |
ranma-欄間 | een traliewerk of opengewerkt paneel (voor licht of ventilatie, boven schuifdeuren) |
rannāzu・hai-ランナーズ・ハイ | runner's high ( een toestand tijdens het hardlopen waarbij ademhaling en snelheid voor het gevoel perfect op elkaar zijn afgestemd) |
rannyū-乱入 | (plotselinge) binnendringing; inval |
ranpitsu-乱筆 | slecht [lelijk] handschrift |
ranpon-藍本 | oorspronkelijk geschrift |
ranpu-ランプ | lamp; licht |
ranpu-ランプ | helling, talud, schans; oprit naar snelweg |
ranshi-乱視 | astigmatisme (onscherp netvliesbeeld) |
ransōninshin-卵巣妊娠 | ovariële zwangerschap; eierstok zwangerschap (een buitenbaarmoederlijke zwangerschap) |
rao-ラオ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
rappingu-ラッピング | het lappen; leppen; slijpen |
rappu-ラップ | leppen (een manier van slijpen) |
rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
raretsu-羅列 | opsomming; opnoeming; lijst |
rarī-ラリー | slagenwisseling (tennis, e.d.) |
rasetsu-羅刹 | Rakshasa, een bovennatuurlijk mensenetend wezen (Hindoeïsme en Boeddhisme) |
rashii-らしい | schijnbaar; kennelijk; ogenschijnlijk |
rashii-らしい | -achtig; zoals ...; lijkend op; typisch voor ...; geschikt voor ... |
rashin-裸身 | een naakt lichaam |
rashonarizumu-ラショナリズム | rationalisme |
rasotsu-邏卒 | militair op patrouille |
rasotsu-邏卒 | politieagent (begin Meiji tijdperk |
rasseru-ラッセル | (te voet) de route vrijmaken bij een bergbeklimming; een bergbeklimming leiden |
ratai-裸体 | naakt lichaam |
ratsuwan-辣腕 | scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid |
rau-ラウ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
raundo-ラウンド | ronde (van wedstrijd, onderhandelingen, e.d.) |
rebanon-レバノン | Libanon |
reboryūshon-レボリューション | revolutie; revolutionaire omwenteling |
refarensu-レファレンス | referentie; aanbeveling; verwijzing; raadpleging; raadgeving; informatie |
refuto-レフト | links |
refuto-レフト | (honkbal) linksvelder; linksveld |
refuto-レフト | (politiek) links; progressief |
rei-隷 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
reibō-冷房 | airconditioning; koeling |
reiboku-霊木 | heilige boom |
reichi-霊地 | heilige grond |
reichō-霊鳥 | heilige (mythische) vogel |
reigen-霊験 | wonder; wonderbaarlijke werkzaamheid [doeltreffendheid] |
reigetsu-例月 | elke maand; maandelijks |
reigi-礼儀 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
reihai-零敗 | (sport) verliezen zonder te scoren |
reihō-礼法 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
reijō-令嬢 | dochter van een gegoede familie |
reijō-礼譲 | hoffelijkheid; beleefdheid |
reijō-霊場 | heilige grond |
reijū-霊獣 | heilig dier [beest] |
reika-隷下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
reikai-例会 | reguliere vergadering; regelmatige ontmoeting [bijeenkomst] |
reikai-例解 | illustratie; toelichting; uitleg (met voorbeelden) |
reikan-霊感 | inspiratie; bezieling |
reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
reiketsu-冷血 | harteloosheid; ongevoeligheid |
reiki-霊気 | spirituele [heilige; mysterieuze] sfeer |
reikyaku-冷却 | koeling |
reikyakukikan-冷却期間 | afkoelingsperiode |
reikyū-霊柩 | lijkkist; doodskist |
reikyūsha-霊柩車 | lijkwagen |
reimai-令妹 | jouw [jullie; zijn; haar; hun] jongere zus |
reimairi-礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
reiniku-霊肉 | lichaam en ziel [geest] |
reiofu-レイオフ | (tijdelijk) ontslag; afvloeiing (van personeel); non-actief |
reishi-茘枝 | lychee (boom en vrucht) (Litchi chinensis) |
reisho-隷書 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
reiteki-霊的 | spiritueel; geestelijk; immaterieel |
reizan-霊山 | heilige berg (waar goden zijn) |
reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
reizōsuru-冷蔵する | koelen; in de koeling doen [opslaan] |
rejidensu-レジデンス | (Eng.: residence) residentie; woning; verblijfplaats; woonplaats |
rejisutā-レジスター | register; lijst; archief; registratie |
rekisen-歴戦 | vele (militaire) dienstjaren |
rekishō-暦象 | astronomische almanak met de omlooptijd van hemellichamen (planeten, manen sterren, e.d.) |
rekishō-暦象 | hemellichamen |
rekkitoshita-歴とした | echt; onmiskenbaar; duidelijk; onweerlegbaar; wettelijk |
rekuchā-レクチャー | instructie; voorlichting; uitleg |
remonēdo-レモネード | limonade; ranja |
remonsui-レモン水 | citroenlimonade |
remon・sukasshu-レモン・スカッシュ | citroenlimonade |
remu-レム | röntgenequivalent mens (eenheid voor equivalente dosis ioniserende straling) |
ren-憐 | (in kanji combinaties) medelijden; compassie |
ren-聯 | twee symetrisch opgehangen kalligrafiewerken |
ren-聯 | verbinding; link; connectie |
renai-恋愛 | liefde; verliefdheid |
renbo-恋慕 | liefde; tedere gevoelens; genegenheid |
renchū-連中 | groep; (vrienden)kring; gezelschap; vereniging; kliek; (boeven)bende |
rengō-連合 | combinatie; unie; coalitie |
renka-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
renketsu-連結 | verbinding; koppeling |
renketsukessan-連結決算 | geconsolideerde jaarrekening [balans] |
renko-連呼 | herhaaldelijk geroep [geschreeuw] |
renkō-連行 | begeleiding naar een politiebureau (niet geheel op vrijwillige basis) |
renkō-連衡 | bondgenootschap; alliantie |
renmei-連盟 | bond; federatie; alliantie |
renpōsōsakyoku-連邦捜査局 | federale veiligheidsdienst (FBI, Federal Bureau of Investigation) |
renritsunaikaku-連立内閣 | een coalitiekabinet |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
rensaimanga-連載漫画 | dagelijks in kranten [tijdschriften] verschijnend feuilleton [stripverhaal; manga] |
rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
rensei-連星 | dubbelster (twee sterren die om een gemeenschappelijk zwaartepunt bewegen) |
rensetsu-連接 | connectie; verbinding; koppeling; verband |
renshōsuru-連勝する | blijven winnen; opeenvolgende overwinningen behalen |
rentai-連帯 | solidariteit |
rentaihoshōnin-連帯保証人 | een gezamenlijke borgsteller [garantsteller]; borgsteller die hoofdelijk aansprakelijk is; medeondertekenaar |
rentaiishiki-連帯意識 | solidariteitsgevoel; solidariteitsbesef |
rentaishūshokugo-連体修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een niet-infecterend [onvervoegbaar] woord |
rentogensen-レントゲン線 | röntgenstralen; röntgenstraling |
ren'aikekkon-恋愛結婚 | huwelijk uit liefde |
ren'on-連音 | (taalkunde) sandhi (gelijkwording van eind- en beginklank van opeenvolgende delen) |
ren'on-連音 | trilling (rollende medeklinker) |
ren'yōshūshokugo-連用修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een inflecterend [vervoegbaar] woord |
reopon-レオポン | leopon (kruising tussen een leeuwin en een mannelijke luipaard) |
reppai-劣敗 | het verlies [verslagen worden] van een zwakkere (door een sterkere) |
repurika-レプリカ | replica; kopie; model; nabootsing |
rerikku-レリック | relikwie |
rēru-レール | rail; roede; reling; rails |
rēruwē-レールウェー | spoor; spoorweg; spoorlijn; spoorbaan |
resepushon-レセプション | (hotel, etc.) receptie; balie |
reshīto-レシート | bon; kwitantie; betalingsbewijs; ontvangstbewijs |
ressei-列聖 | canonisatie; heiligverklaring; zaligverklaring |
resuponshibiritī-レスポンシビリティー | verantwoordelijkheid |
rētingu-レーティング | (Eng.: rating) beoordeling; classificatie; notering |
retsu-裂 | spleet; kloof; scheur; splijting; deling; scheuring |
retsuaku-劣悪 | (van) slechte [inferieure] kwaliteit |
rettōsei-劣等生 | slechte [trage] leerling; leerling met een leerachterstand |
rēzā-レーザー | laser (= light amplification by stimulated emission of radiation; een apparaat dat een smalle coherente bundel licht voortbrengt) |
riarisutikku-リアリスティック | realistisch |
riarizumu-リアリズム | realisme |
riarutaimu-リアルタイム | realtime (computer); live |
rībe-リーベ | (naar het Duits: Liebe) liefde; geliefde; minnaar [minnares] |
ribensei-利便性 | gemak; gebruiksvriendelijkheid |
riberarisuto-リベラリスト | liberalist |
riberarizumu-リベラリズム | liberalisme |
riberaru-リベラル | liberaal |
riberaru-リベラル | een liberaal; liberale [ruimdenkende] persoon |
riberia-リベリア | Liberia |
ribia-リビア | Libië |
ribu-リブ | lib (afkorting van liberation) |
richigi-律儀 | oprechtheid; eerlijkheid; rechtschapenheid |
riekisōhan-利益相反 | belangenverstrengeling; belangenvermenging |
rifarensu-リファレンス | referentie; aanbeveling; verwijzing; raadpleging; raadgeving; informatie |
rifujin-理不尽 | onredelijkheid; oneerlijkheid; onwettelijkheid |
rifuto-リフト | (goederen)lift; skilift |
rigai-利害 | voordeel en nadeel; winst en verlies |
rigai-理外 | onredelijkheid |
rigando-リガンド | ligand (scheikunde) |
rihāsaru-リハーサル | repetitie; oefenvoorstelling |
rihitenshutain-リヒテンシュタイン | Liechtenstein |
rijikoku-理事国 | lidstaat van een uitvoerend comité in een internationale organisatie |
rijin-里人 | dorpsbewoner; dorpeling |
rijin-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
rījonarizumu-リージョナリズム | regionalisme |
rijunritsunokeikōtekiteikanohōsoku-利潤率の傾向的低下の法則 | de wet van de tendentieuze daling van de winstvoet |
rikā-リカー | alcoholische drank; sterke drank |
rikken-立件 | rechtszaak; rechtsgeding; proces; gerechtelijke vervolging |
rikkōho-立候補 | bekendmaking van kandidatuur [kandidaatstelling] |
rikō-利口 | slimheid |
rikushō -陸将 | (militaire rang) luitenant-generaal |
rikusho-六書 | de zes categorieën van de samenstelling en het gebruik van Chinese karakters [kanji] |
rikushyōho-陸将補 | (militaire rang) generaal-majoor |
rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
rikutsu-理屈 | geldinzameling |
rikyū-離宮 | keizerlijk paleis; keizerlijke residentie |
rikyūru-リキュール | likeur |
rikyūru・gurasu-リキュール・グラス | likeurglas |
rimitto-リミット | limiet |
rimujin-リムジン | limousine (luxe auto met chauffeur) |
rimujin-リムジン | pendelbus (b.v. van vliegveld of hotel) |
rin-林 | (in kanji combinaties) verzameling van gelijksoortige dingen of mensen |
rinakkusu-リナックス | Linux, computer besturingssysteem |
rinbō・dansu-リンボー・ダンス | limbo (dans) |
rindenbaumu-リンデンバウム | linde; lindeboom (Tilia × europaea) |
rinen-リネン | linnen (stof) |
rinen-リネン | linnengoed; bedlinnen; beddengoed |
rinin-離任 | overplaatsing naar een andere werkplek [afdeling, bijkantoor] (binnen een bedrijf of instelling) |
rinjiidō-臨時異動 | tijdelijke overplaatsing |
rinjinai-隣人愛 | naastenliefde; goede band tussen buren |
rinkaku-輪郭 | contour(en); gestalte; silhouet; profiel; omtrek; uiterlijk |
rinkakusen -輪郭線 | omlijning; omtreklijn; contour |
rinku-リンク | link |
rinshīdoabura-リンシード油 | lijnzaadolie |
rinshō-臨床 | klinisch zijn |
rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
rinsu-リンス | (haar) conditioner; crèmespoeling |
rinten-輪転 | rotatie; omwenteling |
rinto-凛と | (geluid) resonerend; weerklinkend; helder |
rinyū-離乳 | het spenen; geleidelijk stoppen met borstvoeding (en overgaan op vast voedsel) |
rippu-リップ | lip; lippen |
rippugurosu-リップグロス | lipgloss |
rippusutikku-リップスティック | lippenstift |
rippu・sābisu-リップ・サービス | lippendienst (iets wel zeggen, maar niet menen) |
rira-リラ | sering (struik: Syringa vulgaris; Eng.: Lilac) |
rira-リラ | lire (munt) |
risai-罹災 | kwelling; lijden; pijn; onheil |
risaikuringu-リサイクリング | recycling; hergebruik |
risaisuru-罹災する | (ramp, etc.) doorstaan; ondergaan; verduren; lijden (onder) |
risan-離散 | verspreiding; verdeling; verstrooiing |
riseki-離籍 | het verwijderen van een naam uit het familieregister |
rishi-利子 | rente (op leningen; obligaties, etc.) |
risōka-理想化 | idealisering; het idealiseren (van iets of iemand) |
risōshugi-理想主義 | idealisme |
risui-離水 | het opstijgen uit [vanaf] het water (van een watervliegtuig, e.d.) |
risuto-リスト | een lijst; een lijst maken |
risuto-リスト | (naam) List; Liszt |
risutoappu-リストアップ | een lijst maken (van) |
ritarudando-リタルダンド | ritardando (Italiaanse muziekterm met de betekenis: steeds langzamer) |
ritoania-リトアニア | Litouwen |
ritogurafu-リトグラフ | litho(grafie); steendruk |
ritogurafuinku-リトグラフインク | lithografische inkt |
ritogurafuinkupen-リトグラフインクペン | lithografische inktpen |
ritogurafuinkusutikku-リトグラフインクスティック | lithografische inktstick |
ritokureyon-リトクレヨン | lithografisch krijt |
ritopenshiru-リトペンシル | lithografisch potlood |
ritsuryōsei-律令制 | Ritsuryō-systeem, rechtssysteem van gecentraliseerde overheid gebaseerd op de ritsuryō-wetboeken |
rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
rittoru-リットル | liter |
rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
rō-ロー | laag; goedkoop; lage rang [positie]; laagste versnelling (auto) |
rō-牢 | politiecel; detentiecel |
roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
rōdō-郎等 | volgeling; vazal |
rōdōsōgi-労働争議 | arbeidsconflict |
rōhi-浪費 | verspilling; verkwisting |
rōhō-朗報 | goed [heuglijk] nieuws; goede berichten |
rohō-露鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel plat op het papier wordt gezet) |
rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
rojin-ロジン | colofonium; spiegelhars; vioolhars; pijnhars (natuurlijke hars gewonnen uit naaldbomen, Pinus) |
rōjinbyōin-老人病院 | geriatrisch ziekenhuis; geriatrische kliniek |
rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
rōjō-籠城 | opsluiting [opgesloten zitten] in huis; binnenshuis blijven |
rōkarizumu-ローカリズム | lokalisme; provincialisme |
rōkaru-ローカル | lokaal; plaatselijk |
rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
rokkotsu-肋骨 | benaming voor decoratief lint op legeruniformen (tijdens de Russisch-Japanse Oorlog 1904-1905) |
rokō-露光 | (fotografische) belichting |
rōku-老躯 | oud lichaam; oude botten |
rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
rokuni-碌に | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
rokuro-轆轤 | katrol; lier |
rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
rokusuppo-碌すっぽ | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
rōkyū-老朽 | aftakeling; gebrekkigheid; seniliteit |
rōkyūka-老朽化 | verval; bederf; het verslijten; veroudering; (het) verouderen (van producten, e.d.) |
rōkyūkasuru-老朽化する | verslijten; bederven; in onbruik raken |
romansugurē-ロマンスグレー | romantisch grijs, een uitdrukking voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd (met hier en daar wat grijs haar) |
rōma・katorikkukyō-ローマ・カトリック教 | het Rooms-katholieke geloof |
rōma・katorikkukyōkai-ローマ・カトリック教会 | de Rooms-katholieke kerk |
romei-露命 | het vergankelijke leven |
ron-論 | verhandeling; traktaat; commentaar |
ronbun-論文 | proefschrift; scriptie; wetenschappelijk artikel |
rondonkeishichō-ロンドン警視庁 | Scotland Yard (hoofdkwartier van de Londense politie, London Metropolitan Police) |
ronkō-論考 | studie; onderzoek; wetenschappelijke discussie |
ronsetsu-論説 | toelichting; commentaar; redactioneel artikel |
roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
rōrerai-ローレライ | Lorelei, een legendarische nimf die zeelui verleidde met haar mooie zangstem en ze schipbreuk liet lijden |
rōreru-ローレル | laurier (plant: Laurus nobilis) |
rōretsu-陋劣 | gemeenheid; ongemanierdheid; hatelijkheid |
rōrie-ローリエ | laurier (Laurus nobilis) |
rorikon-ロリコン | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rōringu・sutōnzu-ローリング・ストーンズ | de Rolling Stones (muziekband) |
rorīta・konpurekkusu-ロリータ・コンプレックス | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rōrō-朗朗 | resonantie; helder [duidelijk; sonoor] zijn |
rosen-路線 | route (voor autorit, treinrels, vliegbestemming e.d.) |
rōshū-老醜 | de lelijkheid van ouderdom [oude mensen] |
rosu-ロス | verlies; nadeel; schade |
rōsui-老衰 | seniliteit |
rōtai-老体 | oud lichaam; oude persoon |
rōtēshon-ローテーション | afwisseling; aflossing; toerbeurt |
rōtoyu-ロート油 | Roth olie (sulfateerde ricinusolie) |
rōwa-朗話 | een vrolijk [blijmoedig] verhaal |
rō・gia-ロー・ギア | lage versnelling |
rō・kī-ロー・キー | onderbelicht (foto, etc.); donker van tint |
ruibosu-ルイボス | rooibos (Aspalathus linearis); rooibosthee |
ruien-類縁 | familierelatie; verwantschap; affiniteit |
ruihi-類比 | vergelijking |
ruiji-類似 | gelijkenis; overeenkomst |
ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
ruirei-類例 | gelijkwaardig [vergelijkbaar] voorbeeld |
ruiseki-累積 | opeenhoping; accumulatie; opstapeling |
ruisen-涙腺 | traanklier |
ruisui-類推 | evenredigheid; redenering bij analogie; het afleiden door te vergelijken |
ruisuru-類する | lijken op; vergelijkbaar [gelijksoortig] zijn |
rukusu-ルクス | lux (eenheid van lichtsterkte) |
rumin-流民 | vluchtelingen |
rūmukūrā-ルームクーラー | kamer koeler; kamer koelinstallatie |
runge-ルンゲ | Carl Runge, Duitse wiskundige (1856-1927); Friedlieb Ferdinand Runge, Duitse chemicus (1795-1867); Philipp Otto Runge, Duitse schilder (1777-1810) |
runge・kuttahō-ルンゲ・クッタ法 | de Runge-Kuttamethode (een numerieke methode om differentiaalvergelijkingen op te lossen, van de Duitse wiskundigen Carl Runge en Martin Kutta) |
runin-流人 | iemand die tot ballingschap is veroordeeld; banneling; gedeporteerde |
rūpusen-ループ線 | spiraalvormige spoorlijn (b.v. om tegen een steile helling op te rijden) |
rūraru-ルーラル | landelijk; plattelands |
ruri-瑠璃 | lapis lazuli (edelsteen) |
ruri-瑠璃 | lapis lazuli (kleur); azuur(blauw) |
rusuban-留守番 | het op (iemand's) huis passen; thuis zitten [blijven] |
rusui-留守居 | het op (iemand's) huis passen; thuis zitten [blijven] |
rutaku-流謫 | ballingschap |
ryakkai-略解 | korte toelichting [verklaring; uiteg] |
ryakugi-略儀 | informaliteit; ongedwongenheid |
ryakuhyō-略表 | vereenvoudigde lijst [overzicht] |
ryakuju-略綬 | baton (militaire onderscheiding) |
ryakureki-略歴 | kort profieloverzicht; korte (beschrijving van de) persoonlijke geschiedenis (van iemand) |
ryakushiki-略式 | informaliteit; ongedwongenheid |
ryō-良 | goedheid; goedaardigheid; van goede kwaliteit; iets goeds |
ryōbo-陵墓 | keizerlijk graf [mausoleum] |
ryōbo-陵墓 | graf van een adelijke familie |
ryōhō-療法 | (medische) therapie; behandeling; remedie |
ryōjo-諒恕 | acceptatie; inwilliging (in overweging van iemand's situatie); consideratie |
ryōka-良貨 | goed geld; geld [munten] van goede kwaliteit |
ryokakuki-旅客機 | passagiersvliegtuig |
ryōke-両家 | beide families; beide huizen |
ryōke-良家 | goede [fatsoenlijke] familie; goede afkomst |
ryōkei-量刑 | strafbepaling; vaststelling van de strafmaat |
ryōken-了見 | idee; intentie; bedoeling |
ryōki-猟奇 | op zoek naar het vreemde [curieuze; bizarre; onwerkelijke] |
ryōkiteki-猟奇的 | bizar; avontuurlijk; curieus |
ryokujuhōshō-緑綬褒章 | medaille met groen lint (Japanse eremedaille) |
ryokujūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
ryōnagare-両流れ | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
ryōnagarezukuri-両流造 | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
ryōomoi-両思い | wederzijdse liefde |
ryōshin-良心 | geweten; je innerlijke stem |
ryōshitsu-良質 | goede [superieure] kwaliteit |
ryōsho-猟書 | het zoeken naar boeken van uitzonderlijke waarde en beperkte oplage |
ryoshū-旅愁 | weemoedigheid [melancholie] tijdens het reizen |
ryōshū-領袖 | leider [baas; hoofd] (van een politieke fractie) |
ryōtekikin'yūkanwaseisaku-量的金融緩和政策 | kwantitatief versoepelingsbeleid; kwantitatieve versoepeling; kwantitatieve geldverruiming |
ryōtō-両刀 | (afk. voor) het met twee zwaarden tegelijk vechten |
ryōtōzukai-両刀遣い | met twee zwaarden tegelijk kunnen vechten; iemand die met twee zwaarden tegelijk vecht |
ryōtōzukai-両刀遣い | biseksualiteit; een biseksueel |
ryōya-良夜 | avond met helder maanlicht; maanverlichte nacht (vooral van de oogstmaan in de herfst, op 13 sept.) |
ryōyō-療養 | medische behandeling; herstel; recuperatie; revalidatie |
ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
ryūchi-留置 | detentie; hechtenis (door politie) |
ryūchijō-留置場 | detentie cel; arrestantenlokaal; arrestantenkamer (in o.a. politie bureaus) |
ryūdōsei-流動性 | vloeibaarheid; beweeglijkheid |
ryūdōsei-流動性 | liquiditeit (financieel) |
ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
ryūjin-流人 | iemand die tot ballingschap is veroordeeld; banneling; gedeporteerde |
ryūkeisha-流刑者 | iemand die tot ballingschap is veroordeeld; banneling; gedeporteerde |
ryūkōka-流行歌 | populair lied [nummer]; hit |
ryūmin-流民 | vluchtelingen |
ryūnen-留年 | een schooljaar over moeten doen; blijven zitten; doubleren |
ryūsenkei-流線形 | aerodynamische [gestroomlijnde] vorm |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
ryūtō-竜灯 | een lantaarn gewijd aan een heiligdom |
ryūtōdabi-竜頭蛇尾 | een veelbelovend begin dat uitloopt op een teleurstellend einde; een anticlimax |
sa-鎖 | (in kanji combinaties) ketting; slot; vergrendeling; sluiting |
sabaku-佐幕 | aanhankelijkheid [trouw] aan het shogunaat |
sabannakikō-サバンナ気候 | savanneklimaat |
sabannashimauma-サバンナ縞馬 | steppezebra (Equus burchelli) |
sabaran-サバラン | savarin (kransvormig taartje met likeur) |
sābei・mētā-サーベイ・メーター | stralingsmeter; draagbare geigerteller |
sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
sābisubumon-サービス部門 | dienstensector; service afdeling |
sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
saburiminaru-サブリミナル | subliminaal; onderbewust |
saburiminarukōkoku-サブリミナル広告 | subliminale reclame (zonder dat de consument zich ervan bewust is) |
sabutaitoru-サブタイトル | ondertiteling |
sadame-定め | wetgeving; regelgeving; bepaling; regulering |
sadame-定め | oordeel; vonnis; uitspraak; beslissing |
sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
sadameru-定める | tot rust laten komen; kalmeren; stabiliseren; gesetteld raken |
sadon・desu-サドン・デス | plotselinge dood |
sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
sae-冴え | helderheid; duidelijkheid; zuiverheid |
safurawāyu-サフラワー油 | saffloerolie |
sagekaji-下げ舵 | het omlaag duwen van de stuurknuppel van een vliegtuig |
sagen-左舷 | (van schip) bakboord; linkerzijde |
sagi-詐欺 | fraude; bedrog; oplichting; zwendel |
sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
sagyōba-作業場 | werkplaats; atelier |
sagyōken-作業犬 | werkhond (zoals: een geleidehond, politiehond, e.d.) |
saha-左派 | (politiek) links zijn; linkervleugel |
sahara・arabuminshukyōwakoku-サハラ・アラブ民主共和国 | Arabische Democratische Republiek Sahara |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
saiai-最愛 | het geliefd zijn |
saibākeikan-サイバー警官 | cyberpolitie |
saiban-裁判 | (gerechtelijk) proces; rechtszaak; terechtzitting |
saibanhiyō-裁判費用 | rechtskosten; gerechtelijke kosten |
saibankan-裁判官 | rechter(s); lid [leden] van de rechtbank |
saibantetsuzuki-裁判手続き | gerechtelijke procedure(s) |
saibāporisu-サイバーポリス | cyberpolitie |
saibāsekyuriti-サイバーセキュリティ | cyberbeveiliging; cybersecurity |
saibōbunretsu-細胞分裂 | celdeling |
saibun-細分 | opsplitsing; onderverdeling |
saibunka-細分化 | onderverdeling; segmentatie; fractionering; versnippering |
saibutsu-才物 | slim [getalenteerd; begaafd] persoon |
saichi-才知 | verstand; intelligentie |
saidā-サイダー | frisdrank; priklimonade (zoals lemon-lime) |
saidaika-最大化 | maximalisering |
saidaikasuru-最大化する | maximaliseren |
saidaikōyakusū-最大公約数 | grootste gemene [gemeenschappelijke] deler (afk. ggd) |
saidaiyaru-再ダイヤル | opnieuw bellen; nummerherhaling |
saidoauto-サイドアウト | (tennis) bal die uitgaat over de zijlijn |
saidoauto-サイドアウト | (volleybal) serviceverlies |
saidorain-サイドライン | zijlijn |
saido・bentsu-サイド・ベンツ | zijdelingse ventilatieopeningen |
saido・bentsu-サイド・ベンツ | zijsplitten (kostuum) |
saigoni-最後に | tenslotte; tot slot; als laatste; uiteindelijk |
saihitsu-才筆 | schrijfstijl op hoog niveau; (literaire) schrijfvaardigheid |
saihōjōdo-西方浄土 | (boeddh.) het westelijke pure land van Amitabha |
saijin-才人 | slim [getalenteerd; begaafd] persoon |
saijin-祭神 | (shintō) godheid van een heiligdom |
saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
saijōkyū-最上級 | de beste (kwaliteit, e.d.); hoogste (cijfer, rang, e.d.) |
saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
saikederikku-サイケデリック | psychedelisch; bewustzijnsverruimend |
saiken-債券 | obligatie |
saikenshijō-債券市場 | obligatiemarkt |
saikesshō-再結晶 | rekristallisatie; herkristallisatie |
saiketsu-裁決 | oordeel; veroordeling; vonnis; uitspraak |
saikin-最近 | de laatste tijd; recentelijk; dezer dagen |
saikōchō-最高潮 | climax; toppunt; hoogste punt |
saikoku-催告 | kennisgeving, mededeling; melding; bericht; afkondiging |
saikon-再婚 | hertrouw; tweede huwelijk |
saikosomatikku-サイコソマティック | psychosomatisch (van lichaam en ziel samen) |
saiku-細工 | handigheid; listigheid; vindingrijkheid |
saikuroido-サイクロイド | cycloïde; radlijn; roltrek |
saikuru-サイクル | (elektriciteit) trilling (per seconde); Herz |
saimarukyasuto-サイマルキャスト | simulcasten (afk. van simultaneous broadcast; een uitzending tegelijk over meerdere media uitzenden) |
saimushōkan-債務償還 | terugbetaling [aflossing] van een schuld |
sainen-再燃 | het opnieuw vlamvatten [oplaaien] (van ruzie, brand, liefde, e.d.) |
sainyū-歳入 | jaarlijkse overheidsinkomsten (totale overheidsinkomsten binnen één fiscaal jaar) |
sairoku-再録 | herdruk; opnieuw drukken [publiceren] |
sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
sairyaku-才略 | een slim plan |
sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
sairyoku-才力 | talent; intelligentie |
sairyōrōdōsei-裁量労働制 | discretionair arbeidssysteem (waarin lonen worden betaald op basis van vooraf bepaalde hoeveelheid gewerkte tijd i.p.v. van de werkelijke werkuren) |
saisai-歳歳 | jaarlijks; elk jaar |
saisansaishi-再三再四 | herhaaldelijk; keer op keer; steeds maar weer |
saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
saisei-再生 | hervorming; rehabilitatie |
saisei-再製 | herproductie; recycling (een product uit elkaar halen en de grondstoffen hergebruiken voor een nieuw product) |
saishokukenbi-才色兼備 | het zowel intelligent als mooi zijn (van vrouwen) |
saishūbi-最終日 | slotdag; de laatste dag (van een voorstelling, tentoonstelling, e.d.) |
saishutsu-歳出 | jaarlijkse overheidsuitgaven (totale overheidsuitgaven binnen één fiscaal jaar) |
saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
saitei-裁定 | beslissing; uitspraak; arbitrage |
saiten-再転 | richtingverandering; omschakeling; koerswijziging |
saiten-採点 | waardering; beoordeling; cijfers |
saito-サイト | terrein; plaats; locatie; ligging |
saiu-細雨 | lichte regen; motregen |
saiwai-幸い | geluk; vreugde; blijheid |
saizensen-最前線 | voorgrond; frontline; voorhoede; spits |
saizuchiatama-才槌頭 | een op een hamer lijkend hoofd (voorhoofd en achterhoofd steken uit) |
sajesuto-サジェスト | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; impliceren; aanraden |
sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
saka-坂 | heuvel; helling |
saka-坂 | hellingshoek; stijgingspercentage |
saka-酒 | sake; rijstwijn; alcoholische drank |
sakago-逆子 | kind dat in stuitligging geboren wordt |
sakanami-逆波 | woelige, ruwe zee |
sakaya-酒屋 | drankwinkel; slijterij |
sakazuki-杯 | een drinkgelag; banket; huwelijksdronk (het drinken uit elkaars glazen door bruid en bruidegom op hun huwelijk) |
sake-酒 | sterke [alcoholische drank] |
saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
sakibarai-先払い | vooruitbetaling |
sakibosori-先細り | (geleidelijk) afnemend; aflopend; afbouwend; dalend |
sakibutori-先太り | (geleidelijk) toenemend; opbouwend; stijgend |
sakigashi-先貸し | vooruitbetaling |
sakkā-サッカー | gestreept of geruit dun weefsel met een bobbelige structuur |
sakkaku-錯覚 | waanvoorstelling; zinsbegoocheling; hallucinatie |
sakkin-殺菌 | sterilisatie; desinfectie |
sakku・doresu-サック・ドレス | zak jurk (een rechte jurk zonder taillelijn) |
sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
saku-柵 | hek; railing |
saku-策 | plan; strategie; maatregel; list; intrige |
saku-裂く | afscheuren; verscheuren; splitsen; doorsnijden; doorknippen |
sakubō-策謀 | (krijgs)list, plan; complot; intrige; samenzwering |
sakubun-作文 | (het schrijven van) een opstel; essay; verhandeling |
sakubutsu-作物 | literair werk |
sakufū-作風 | stijl (van literatuur, etc.) |
sakujo-削除 | doorhaling; wegstreping; geschrapt woord; geschrapte passage |
sakura-さくら | een lokker (b.v. bij straatverkoop); aanjager (van biedingen op een veiling); infiltrant |
sakuragai-桜貝 | (kleine) roze zeeschelp (Nitidotellina nitidula) |
sakuryaku-策略 | strategie; tactiek; list |
sakusei-作製 | fabricage; product; productieproces; makelij |
sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
sakusō-錯綜 | ingewikkeldheid; gecompliceerdheid |
sakusōsuru-錯綜する | ingewikkeld [gecompliceerd] worden; verstrikt raken |
sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
sakuyu-搾油 | olie-extractie, (het persen van zaden, vruchten of planten om olie te verkrijgen) |
sakuzatsu-錯雑 | complexiteit; ingewikkeldheid; gecompliceerdheid |
samo-然も | klaarblijkelijk; werkelijk; schijnbaar; duidelijk; waarschijnlijk |
samoarinan-然もありなん | begrijpelijk (zijn); niet meer dan logisch (zijn) |
samoshii-さもしい | gemeen; laag; verachtelijk; egoïstisch; zelfzuchtig |
samu-作務 | dagelijkse arbeid in een zen-tempel (zoals landbouw, schoonmaakwerk, e.d. als onderdeel van de boeddhistische training) |
samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
san-燦 | glinstering; fonkeling |
san-産 | geboorte; bevalling |
sanadamushi-真田虫 | lintworm |
sanaedori-早苗鳥 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
sanbagarasu-三羽烏 | (go-spel) een diagonale lijn van drie zwarte of drie witte stenen |
sanbi-賛美 | lofprijzing; aanprijzing; aanbeveling; recommandatie |
sandai-参内 | bezoek aan het keizerlijk paleis |
sandatsu-簒奪 | usurpatie; wederrechtelijke inbezitname (van de troon) |
sandō-参堂 | bezoek aan een tempel of heiligdom |
sandō-参道 | de toegangsweg naar een tempel of heiligdom |
sandō-桟道 | een pad van houten planken (langs een steile berghelling) |
sangaku-参学 | gezamelijk hoorcollege over de boeddhistische leer |
sange-山家 | (boeddh.) school die in directe lijn is verbonden aan de Tendai-sekte (in China) |
sangedatsumon-三解脱門 | (lett. poort van de drie bevrijdingen) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken |
sangiingiin-参議院議員 | lid van het (Japanse) Hogerhuis |
sangun-三軍 | het gehele leger; de gezamenlijke strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht) |
sangyōka-産業化 | industrialisering |
sangyōnokūdōkagenshō-産業の空洞化現象 | industriële uitholling |
sangyōyobigun-産業予備軍 | industrieel reserveleger (Marxistische term voor de grote groep werkelozen, die door kapitalisten gebruikt werden om werkenden onder druk te zetten) |
sanji-讃辞 | lofbetuiging; lofrede; lofprijzing; compliment(en) |
sanjikan-参事官 | adviseur; raadgever; voorlichter |
sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
sanjūsatsu-三重殺 | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
sanka-惨禍 | een verschrikkelijke [vreselijke] ramp [catastrofe] |
sankaiki-三回忌 | tweede sterfdag; tweede verjaardag van een overlijden |
sankakoku-参加国 | lidstaat |
sankanshion-三寒四温 | (in de winter) een afwisseling van drie koude en vier warme dagen |
sankasuru-参加する | deelnemen; meedoen; lid worden (van een groep); inschrijven (voor) |
sanke-産気 | signalen in de laatste fase van bevalling dat het kind geboren gaat worden |
sankeisha-参詣者 | bezoeker (pelgrim, bedevaartganger, gelovige, etc.) van een tempel [heiligdom] |
sanken-三権 | de Trias Politica; de drie machten van de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sankenbunritsu-三権分立 | de scheiding der drie machten (Trias politica) in de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
sankō-三后 | de drie keizerinnen (de grote keizerin-weduwe, de keizerin-weduwe en de keizerin-gemalin) |
sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
sankō-山行 | naar de bergen gaan (om te wandelen, klimmen, etc.) |
sankōbunken-参考文献 | bibliografie; referenties |
sankuchuari-サンクチュアリ | heiligdom; heilige plaats |
sanmon-三門 | driedelige toegangspoort bij een tempel (m.n. een grote in het midden met twee kleine ernaast) |
sanmon-三門 | (sangedatsumon) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken) |
sanoiru-サンオイル | zonnebrandolie |
sanpai-参拝 | bezoek aan een heiligdom of tempel |
sanpaikyaku-参拝客 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
sanpaikyūhai-三拝九拝 | herhaaldelijk (knielen en) diep buigen |
sanpaisha-参拝者 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
sanpatsudattōrei -散髪脱刀令 | (Meiji) proclamatie in 1871, ter afschaffing van de klassieke haardracht van de samoerai en een verbod op het publiekelijk dragen van zwaarden |
sanpo-散歩 | wandeling |
sanpu-散布 | verspreiding; verstrooiing; besprenkeling; besproeiing |
sanpuku-山腹 | helling (heuvel); berghelling |
sanpushibōritsu-産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
sanpuzu-散布図 | verspreidingskaart; verstrooiingsdiagram; besprenkelingsschema |
sanryō-山陵 | keizerlijk mausoleum [grafmonument] |
sanryūseijika-三流政治家 | derderangspoliticus |
sansan-潸潸 | het onophoudelijk zacht regenen; het motregenen [miezeren]; het druppelen van de regen |
sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
sansei-三聖 | drie heiligen van de wereld (Boeddha, Confucius en Christus; Laozi, Confucius en Boeddha, e.a.) |
sansei-三聖 | de drie mensen die het beste zijn in hun vakgebied (b.v. kalligrafie) |
sansei-参政 | participatie [deelname] aan de politiek |
sansei-参政 | lid van het Edo-shogunaat |
sansei-散聖 | respectvolle term voor een monnik [priester]; intreding tot een religie |
sanshūki-三周忌 | tweede sterfdag; tweede verjaardag van een overlijden |
sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
sanshunojingi-三種の神器 | de drie goddelijke symbolen van de Japanse keizerlijke troon |
sanshunojingi-三種の神器 | drie belangrijke [noodzakelijke] dingen |
sansonzuhō-サンソン図法 | sinusoïdeprojectie (een pseudo-cilindrische kaartprojectie) |
sansui-散水 | besproeiing [besprenkeling] met water |
sansuke-三助 | mannelijke bediende in een badhuis |
santa-サンタ | heilig; de heilige |
santan-惨憺 | tragisch [verschrikkelijk; miserabel; zielig] zijn |
santa・maria-サンタ・マリア | de heilige maagd Maria |
santōna-山東菜 | een soort Chinese kool (Brassicaceae-familie) |
santōshin-三等親 | derdegraadsverwantschap; familieverwantschap van de derde graad |
santsū-産痛 | weeën; baringspijn; pijn tijdens de bevalling |
sanzen-産前 | prepartum; voor de bevalling |
sanzendaisensekai-三千大千世界 | de grenzenloze kosmos [drieduizend werelden} na Boeddha's verlichting |
san'in-産院 | kraamkliniek; verloskundig centrum |
san'itsu-散逸 | verspreid [en uiteindelijk zoek] raken |
sarada・oiru-サラダ・オイル | slaolie |
sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
sarashi-晒し | blootstelling; aan de schandpaal |
sarichiru-サリチル | salicyl |
sarichirusan-サリチル酸 | salicylzuur |
sarubia-サルビア | vuursalie (plant, Salvia splendens) |
sarujie-猿知恵 | oppervlakkige [triviale] wijsheid [slimheid] |
sasa-酒 | sake; rijstwijn; alcoholische drank |
sasagaki-笹掻き | gesneden reepjes; schaafsel; slijpsel |
sasagani-細蟹 | spin (zo genoemd vanwege de gelijkenis met een kleine krab); spinnenweb |
sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
sasara-細ら | heel dun; klein; fijn; licht |
sashichigaeru-刺し違える | (bij sumo, verkeerde beslissing van de scheidsrechter) de verkeerde worstelaar als winnaar aanwijzen |
sashigane-差し金 | (gereedschap) winkelhaak (metalen L-vormige liniaal) |
sashihikishikyūgaku-差引支給額 | netto betaling [uitbetaling] |
sashitaru-然したる | bijzonder; bepaald; specifiek; aanzienlijk |
sashō-詐称 | een valse [onjuiste] voorstelling van zaken [verklaring; gegevens] |
sassoku-早速 | meteen; direct; onmiddellijk |
sassui-撒水 | besproeiing [besprenkeling] met water |
sasu-差す | schijnen (zon, licht); zichtbaar zijn |
sasu-注す | (gedeeltelijk) verven; lakken; inkleuren; opdoen (lippenstift, etc.) |
sataia-サタイア | satire; bespotting; ironie; literair genre |
satei-査定 | waardebepaling; schatting |
sateraito-サテライト | satelliet |
satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
satobito-里人 | dorpsbewoner, dorpeling |
satobito-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
satoi-聡い | slim; scherpzinnig; intelligent |
satokata-里方 | familie van een schoondochter of pleegkind |
satori-悟り | verlichting; verlichtend bewustzijn |
satoru-悟る | (be)merken; zich realiseren; begrijpen; gewaarworden |
satoyama-里山 | bergen en bossen nabij een bevolkt gebied (waarbij de bewoners in hun levensbehoeften daarvan afhankelijk zijn) |
satsujinteki-殺人的 | moordend; dodelijk; moorddadig |
sattō-殺到 | gedrang; plotselinge drukte; grote toeloop; stroom (fig.) |
sausupō-サウスポー | linkshandige werper (honkbal); linkshandige bokser; linkerhand |
sawan-左腕 | linkerarm |
sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
sayaate-鞘当て | rivalen (in de liefde) |
sayaka-明か | helder [fris; duidelijk] zijn |
sayoku-左翼 | linkervleugel; linkerkant; linkerflank |
sayoku-左翼 | linksveld (honkbal) |
sayokutō-左翼党 | linkse (politieke) partij |
sayū-左右 | links en rechts |
sayuri-小百合 | (een poëtische naam voor) een lelie |
sazanka-山茶花 | Camellia sasanqua |
sazu-左図 | figuur [diagram; kaart; illustratie] (hier) links [aan de linkerkant] |
se-瀬 | stroomversnelling |
se-背 | rug (van lichaam) |
se-背 | lichaamslengte; hoogte |
sedaikōtai-世代交代 | generatiewisseling; verjonging (b.v. van personeel in een bedrijf) |
sēfā・sekkusu-セーファー・セックス | veiliger vrijen |
sēfu-セーフ | veilig |
sēfu-セーフ | (honkbal, tennis, etc.) in; binnen (de lijnen) |
sēfutī-セーフティー | veiligheid |
sēfutī・barubu-セーフティー・バルブ | veiligheidsklep; veiligheidsventiel |
sēfutī・rokku-セーフティー・ロック | veiligheidsslot |
sēfutī・zōn-セーフティー・ゾーン | veiligheidszone |
sēfu・sekkusu-セーフ・セックス | veilig vrijen |
segyō-施行 | (boeddh.) liefdadigheid; het geven van aalmoezen aan (bedel)monniken |
sei-姓 | familienaam |
seibi-盛美 | uitzonderlijke schoonheid |
seibu-西部 | het westelijk deel; het westen |
seibun-成文 | het schriftelijk vastleggen; op schrift stellen; neerschrijven |
seibutsu-生物 | (in samenstellingen) bio-; biologisch |
seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
seichi-生地 | een veilige plek |
seichi-聖地 | heilige plaats; heilige grond |
seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
seichijunrei-聖地巡礼 | bedevaart naar een heilige plaats [het heilige Land] |
seichō-成長 | (van levende wezens) groei; ontwikkeling |
seidaikenjidai-聖体顕示台 | (katholieke liturgie) monstrans; ostensorium |
seidan-聖断 | keizerlijk besluit |
seidō-聖堂 | tempel; kerk; heiligdom; schrijn |
seiei-精鋭 | de beste; de elite; keur |
seien-声援 | (mondelinge) aanmoediging; gejuich |
seifukaihatsuenjo-政府開発援助 | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance, ODA) |
seiga-清雅 | sierlijkheid; elegantie |
seigaku-聖楽 | sacrale [gewijde; religieuze] muziek; kerkmuziek |
seigenjikan-制限時間 | tijd(s)limiet; deadline |
seigensokudo-制限速度 | snelheidslimiet |
seigō-整合 | afstemming; regeling; aanpassing; instelling; harmonisering |
seihanzai-性犯罪 | zedendelict |
seihei-精兵 | elite-eenheid; elitekorps; elitetroepen |
seiheki-性癖 | natuurlijke aanleg; aard; karakter |
seihen-政変 | regeringswisseling; politieke omwenteling; omverwerping van een regering; staatsgreep |
seihinkaihatsu-製品開発 | productontwikkeling |
seihō-西方 | het westen; de westelijke richting |
seihō-西方 | (boeddh.) het westelijke pure land van Amitabha |
seii-誠意 | oprechtheid; eerlijkheid; goede trouw |
seiiki-聖域 | heiligdom |
seiiki-聖域 | gewijde grond; heilige plek [plaats] |
seiiki-西域 | westelijke gebieden van China |
seiiki-西域 | gebieden van het Midden-Oosten aan de westelijke grenzen van China |
seiiku-成育 | levensontwikkeling; groei [ontwikkeling] (vanaf de geboorte) |
seiin-成員 | lid van een organisatie [vereniging] |
seiin-正員 | volwaardig lid; formeel gekwalificeerd lid |
seiippai-精一杯 | uit alle macht; naar (iemand's) beste vermogen; zo goed mogelijk |
seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
seiitaishōgun-征夷大将軍 | titel gegeven aan het opperhoofd van de regerende militaire macht in de Kamakura, Muromchi en Edo perioden |
seija-聖者 | een heilige |
seiji-政治 | politiek |
seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
seijibōmei-政治亡命 | politiek asiel |
seijigaku-政治学 | politicologie |
seijika-政治家 | staatsman; politicus (m.); politica (v.) |
seijikessha-政治結社 | een politieke organisatie |
seijin-聖人 | sint; heilige |
seijisei-政治性 | politiek karakter; politieke aard |
seijitsu-聖日 | heilige dag (Christelijke feestdag) |
seijitsu-誠実 | oprechtheid; eerlijkheid; te goeder trouw |
seijō-政情 | politieke situatie [toestand] |
seika-正課 | (vak uit) het reguliere leerplan [curriculum) |
seika-生家 | ouderlijk huis |
seika-聖歌 | hymne; geestelijk [religieus] lied [gezang] |
seika-聖火 | heilige vlam [fakkel]; heilig vuur |
seikai-政界 | de wereld van de politiek; politieke kringen |
seikaku-性格 | (iem.'s) karakter; aard; persoonlijkheid |
seikaku-政客 | politicus; staatsman |
seikan-精悍 | mannelijkheid; viriliteit; stoerheid; potentie |
seikatanden-臍下丹田 | het midden [centrum] van het lichaam, vlak onder de navel (gezien als de bron van spirituele levenskracht in Oosterse filosofie) |
seikatsu-生活 | het (dagelijks) leven; bestaan |
seiken-政権 | politieke macht; bewind; regering; kabinet; regime |
seikenjuritsu-政権樹立 | vorming [samenstelling] van een regering; kabinetsformatie |
seikensōdatsu-政権争奪 | strijd om de (politieke) macht |
seiki-生気 | levenskracht; vitaliteit |
seikika-正規化 | normalisatie; standaardisatie |
seikōgyō-製鋼業 | staalindustrie |
seikōhō-正攻法 | frontale [openlijke] aanval; eerlijke tactiek |
seikokumoji-聖刻文字 | hiëroglief |
seikon-成婚 | (formeel) huwelijk |
seikyaku-政客 | politicus; staatsman |
seikyō-政教 | kerk en staat; politiek en religie |
seikyō-聖教 | de heilige leer; Confucianisme; Boeddhisme |
seikyō-聖教 | de christelijke [orthodoxe] leer; het Christendom |
seikyōiku-性教育 | seksuele voorlichting |
seikyōkai-正教会 | de oosters-orthodoxe kerk; de orthodoxe katholieke kerk |
seikyūsho-請求書 | aanvraagformulier |
seimai-精米 | het pellen [polijsten] van rijst |
seimei-清明 | zuiver en helder; helder en licht |
seimeisen-生命線 | levenslijn (in de hand) |
seimeisen-生命線 | scheidslijn tussen leven en dood; zaak van leven of dood |
seinen-成年 | (wettelijke) meerderjarigheid |
seirei-精励 | ijver; vlijt |
seireishiteitoshi-政令指定都市 | decretaal gedesigneerde stad (met meer dan 500.000 inwoners, en met fiscale en bestuurlijke bevoegdheden, die gelijk zijn aan die van prefecturen) |
seireki-西暦 | Westerse (Christelijke) jaartelling |
seiren-清廉 | eerlijkheid; integriteit; onkreukbaarheid |
seirenkeppaku-清廉潔白 | absolute eerlijkheid; onberispelijke integriteit |
seiretsujōsha-整列乗車 | op een ordelijke manier in een rij gaan staan, voor het instappen in een trein |
seiri-整理 | herschikking; herordening; bijstelling |
seiri-整理 | liquidatie; reorganisatie |
seiriteki-生理的 | lichamelijk; fysiek; fysiologisch; instinctief |
seiritsu-成立 | vestiging; formalisatie; verwezelijking; het onstaan |
seiron-政論 | politieke discussie |
seiryoku-精力 | energie; kracht; vitaliteit; potentie |
seisai-精彩 | levendigheid; vrolijkheid |
seisaku-政策 | beleid; politieke maatregelen |
seisan-凄惨 | afgrijselijke [gruwelijke; afschuwelijke] aanblik |
seisan-清算 | afbetaling; afkoping |
seisan-清算 | liquidatie (van een bedrijf); opheffing |
seisan-生産 | bevalling |
seisan-聖餐 | heilige communie; het Laatste Avondmaal; Eucharistie |
seisankari-青酸カリ | cyaankali; kaliumcyanide |
seisannin-清算人 | curator; liquidateur; vereffenaar |
seisatsu-制札 | een informatiebord met verordeningen en voorschriften (bij tempels en heiligdommen) |
seisei-整斉 | orde; regeling; samenstelling; rangschikking |
seisei-生生 | krachtige [levendige] groei [ontwikkeling] |
seiseidōdō-正正堂堂 | eerlijk; oprecht; rechtdoorzee |
seiseidōdō-正正堂堂 | een eerlijk gevecht; met open vizier strijden |
seiseki-聖跡 | heilige plaatsen [overblijfselen] |
seisekihyō-成績表 | cijferlijst; schoolrapport |
seisen-征戦 | militaire expeditie (in vijandelijk gebied) |
seisen-生鮮 | (van voedsel) vers [bederfelijk; beperkt houdbaar] zijn |
seisen-聖戦 | heilige oorlog; kruistocht |
seisenshokuhin-生鮮食品 | beperkt houdbaar voedsel; bederfelijke [snel bedervende] etenswaren |
seishain-正社員 | werknemer in vaste dienst; een regulier [volwaardig] personeelslid; een vaste [fulltime] werknemer |
seishi-静思 | overdenking; meditatie; bespiegeling; beschouwing; contemplatie; reflectie |
seishiki-正式 | vormelijkheid; correctheid |
seishineiseigaku-精神衛生学 | geestelijke gezondheidsleer |
seishinhattatsu-精神発達 | psychogenese; geestelijke ontwikkeling |
seishinhattatsuchitai-精神発達遅滞 | geestelijke [intellectuele] ontwikkelingsstoornis; geestelijk gehandicapt zijn |
seishinnenrei-精神年齢 | mentale [geestelijke] leeftijd |
seishinseikatsu-精神生活 | spiritueel [geestelijk] leven |
seishinshōgaisha-精神障害者 | geestelijk gehandicapte (persoon); persoon met geestelijke [verstandelijke] beperking |
seishinshugi-精神主義 | spiritualisme |
seishinteki-精神的 | mentaal; geestelijk; psychisch |
seishin'eisei-精神衛生 | geestelijke [psychische] gezondheid |
seishō-政商 | een zakenman met politieke contacten [invloed] |
seishō-斉唱 | in koor; gelijktijdigheid |
seishō-清祥 | tekst in een brief om de andere persoon te feliciteren met zijn [haar] gezond en gelukkig leven |
seisho-誓書 | schriftelijke eed [belofte] |
seishōbungaku-青少年文学 | jeugdliteratuur; jeugdboeken |
seishohō-正書法 | orthografie; spelling |
seiskaisha-清算会社 | bedrijf dat geliquideerd wordt |
seisoku-正則 | regelmatigheid; correct [juist; regulier; gebruikelijk; normaal] zijn |
seisokubasho-生息場所 | (van mens, plant of dier) natuurlijk leefgebied; habitat |
seisui-清水 | eerlijk en oprecht zijn |
seisui-聖水 | wijwater; doopwater; heilig water |
seitai-聖体 | het (heilige) lichaam van Christus; Corpus Christi; hostie |
seitai-聖体 | de persoon [het lichaam] van de keizer, de keizer in persoon |
seitakaawadachisō-背高泡立草 | Canadese guldenroede (Solidago altissima) |
seitake-背丈 | statuur; gestalte; lichaamslengte |
seitō-政党 | politieke partij |
seito-生徒 | leerling(e); scholier; student(e) |
seitōkōfukin-政党交付金 | (politieke) partij subsidie |
seitoku-生得 | aangeboren kwaliteit [gave; talent]; aard; karakter |
seitoku-聖徳 | goddelijke [hemelse] deugden |
seitōseiji-政党政治 | partijpolitiek |
seiya-星夜 | sterrennacht; avond [nacht] met sterrenlicht |
seiyakusho-誓約書 | schriftelijke eed [gelofte]; convenant |
seizei-せいぜい | hooguit; op zijn best [hoogst]; zoveel mogelijk |
seizōbutsusekinin-製造物責任 | productaansprakelijkheid |
seizōbutsusekininhō-製造物責任法 | productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
sēji-セージ | salie (Salvia officinalis) |
seji-世辞 | vleierij; compliment |
sejō-施錠 | vergrendeling; sluiting |
sekakkō-背格好 | (iemands) lichaamsbouw; grootte; gestalte; statuur |
sekando-セカンド | (auto) tweede versnelling |
sekando・raifu-セカンド・ライフ | Second Life (online virtuele wereld) |
sekando・ran-セカンド・ラン | tweede reeks van een filmvoorstelling (in een andere bioscoopzaal) |
sekennami-世間並み | gebruikelijke [normaal; gewoon; gemiddeld) zijn |
sekentei-世間体 | voorkomen; uiterlijke verschijning |
seki-籍 | familieregister |
seki-籍 | lidmaatschap (b.v. van een club) |
sekiaku-積悪 | opeenstapeling van zonden [slechte daden} (in de loop der jaren begaan) |
sekibanga-石版画 | litho(grafie); steendruk |
sekibaninsatsu-石版印刷 | litho(grafie); steendruk |
sekigaisen-赤外線 | infrarood straling |
sekihai-惜敗 | een nipte nederlaag; het met een kleine marge verliezen |
sekijin-石刃 | (prehistorie) stenen lemmet [kling] |
sekimu-責務 | plicht; verplichting |
sekinin-責任 | verantwoordelijkheid; taak; verplichting |
sekininhoken-責任保険 | W.A. verzekering; aansprakelijkheidsverzekering |
sekininkan-責任感 | verantwoordelijkheidsgevoel |
sekininnogare-責任逃れ | het vermijden [ontduiken] van verantwoordelijkheid |
sekininsha-責任者 | de verantwoordelijke (degene die de verantwoordelijkheid draagt); leidinggevende; supervisor |
sekinintsuiseki-責任追跡 | aansprakelijkheid |
sekisaku-脊索 | rudimentaire ruggengraat; chorda dorsalis |
sekishokutō-赤色灯 | rood zwaailicht (op voertuigen van politie, ambulance, e.d.) |
sekitangasu-石炭ガス | lichtgas; stadsgas (uit steenkool) |
sekiyu-石油 | petroleum; kerosine; olie |
sekiyukiki-石油危機 | oliecrisis |
sekiyuyushutsukokukikō-石油輸出国機構 | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) |
sekizen-積善 | opeenstapeling van goede daden (in de loop der jaren gedaan) |
sekkaku-折角 | met (grote) moeite; speciaal; vooral; uitdrukkelijk |
sekkaku-折角 | vriendelijk; voorkomend |
sekkan-摂関 | regenten en raadslieden |
sekkei-雪渓 | sneeuwvallei; besneeuwde vallei; vallei waar zelfs in de zomer sneeuw ligt |
sekken-席巻 | overweldiging; overrompeling |
sekkotsu-接骨 | osteopatie; behandeling [genezing] van botten en gewrichten |
sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
sekkusu・kaunseringu-セックス・カウンセリング | counseling [hulpverlening] op het gebied van seks |
sekō-施行 | handhaving; uitvoering; toepassing; inwerkingstelling |
sekushī-セクシー | sexy; seksueel aantrekkelijk |
sekushon-セクション | sectie; afdeling; segment; district |
sekushon・pēpā-セクション・ペーパー | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
sekyuritī-セキュリティー | veiligheid; beveiliging |
sekyuritī-セキュリティー | effect; aandeel; obligatie |
sekyuritī・porisu-セキュリティー・ポリス | veiligheidspolitie; staatsveiligheidsdienst |
semakimon-狭き門 | (Mat. 7: 13-14) nauwe poort (tot de religieuze waarheid) |
seme-責め | pijniging; marteling; foltering |
seme-責め | verantwoordelijkheid; plicht; aansprakelijkheid |
semeotosu-攻め落とす | een vijandelijk leger aanvallen en verslaan |
sen-専 | onontbeerlijk; onmisbaar; essentieel; noodzakelijk; eerste |
sen-線 | lijn; streep |
sen-線 | spoorlijn; bus [tram] lijn; route |
sen-線 | telefoonlijn |
sen-線 | lijn (fig.); benadering |
senbai-専売 | monopolie; alleenrecht; alleenverkoop |
senbyōshi-戦病死 | aan het front overlijden door ziekte |
senbyōshisha-戦病死者 | iemand die door ziekte aan het front overlijdt |
sencha-煎茶 | groene thee van de middelste kwaliteit (gyokuro is de hoogste, en bancha de minste) |
senchimentarisuto-センチメンタリスト | gevoelig [sentimenteel] persoon |
senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme; sentimentele levenshouding |
senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme (literaire stroming in de 18de eeuw) |
senchimentaru-センチメンタル | sentimenteel; emotioneel; gevoelig |
sendan-栴檀 | Indische sering [kralenboom] (loofboom, Melia azedarach) |
senden-宣伝 | publiciteit; reclame; advertentie; propaganda |
senga-線画 | lijntekening |
sengaki-線画 | lijntekening |
sengiri-千切り | (groenten) in fijne reepjes gesneden; gesneden à la julienne |
sengū-遷宮 | installatie of verplaatsing van een heilig beeld [voorwerp] in een (nieuwe of verbouwde) tempel |
sengun-千軍 | veel soldaten [militairen] |
sengyō-専業 | voltijdbaan; hoofdberoep; gespecialiseerd beroep |
sengyōshufu-専業主夫 | huisman; thuisblijvende echtgenoot (van werkende vrouw) |
senja-選者 | selecteur; lid van de selectiecommissie |
senjibaisho-戦時賠償 | herstelbetaling (voor schade van oorlogshandelingen) |
senjin-戦陣 | slagorde; slaglinie; opstelling |
senjō-線上 | op de lijn [grens; scheidslijn] |
senjō-線条 | streep; lijn |
senjū-先住 | oorspronkelijke bewoner |
senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
senjutsu-仙術 | bovenaardse krachten [geheim van onsterfelijkheid] van een bergkluizenaar [heremiet] |
senka-専科 | gespecialiseerde vakstudie |
senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
senkaitō-船海灯 | (verplichte) boordlantaarn op schepen op de zeevaart |
senken-先見 | vooruitziendheid; vooruitblik; voorkennis |
senkenteki-先験的 | transcendentaal; buitenzintuiglijk |
senkō-先皇 | de vorige [voorgaande; voormalige} koning |
senkō-先行 | voorafgaande actie [handeling, gebeurtenis, e.d.) |
senkō-専攻 | specialiteit; specialisatie; vakgebied |
senkōsuru-専攻する | zich specialiseren in; een vakgebied [hoofdvak] kiezen |
senkotsu-仙骨 | heiligbeen; sacrum |
senkotsu-仙骨 | kluizenaarsbestaan; het uiterlijk van een kluizenaar |
senkyō-宣教 | (christelijk) missiewerk; zendingswerk |
senkyoku-選曲 | muziek [een lied] selecteren |
senkyōshi-宣教師 | missionaris; zendeling |
senmanmuryō-千万無量 | ontelbaarheid; onmetelijkheid; onpeilbaarheid |
senmei-鮮明 | duidelijkheid; helderheid; scherpte |
senmō-譫妄 | delirium |
senmon-専門 | specialisme; specialisatie; expertise |
senmonka-専門家 | specialist; expert; deskundige |
senmon'i-専門医 | medisch specialist |
sennin-専任 | voltijd aanstelling; voltijdbaan |
sennin-選任 | verkiezing; opdracht; benoeming; aanstelling |
sennō-先王 | de vorige [voorgaande; voormalige} koning |
sennō-洗脳 | hersenspoeling |
sennyū-潜入 | insluiping; infiltratie; het heimelijk binnengaan |
senpu-先夫 | ex-man; ex-echtgenoot; voormalige echtgenoot |
senpu-先婦 | ex-vrouw; ex-echtgenote; voormalige echtgenote |
senretsu-鮮烈 | levendig [opmerkelijk; opvallend; treffend] zijn |
senri-千里 | 1000 ri (een ri = ca. 3,92 km); een flinke afstand |
senritsu-戦慄 | rilling; huivering |
sensai-繊細 | slankheid; tengerheid; fijngevoeligheid; delicaatheid |
sensasu-センサス | volkstelling; census |
sensen-戦線 | het front; de frontlinie; oorlogslinie |
senshibiritī-センシビリティー | gevoeligheid; sensibiliteit |
senshiburu-センシブル | gevoelig |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
senshū-専修 | specialisatie: specialisering |
senshuarizumu-センシュアリズム | sensualisme; genotzucht |
senshuken-選手権 | voorselectie kwalificatie van een atleet [sportman/-vrouw] (voor internationale competities e.d.) |
senshūraku-千秋楽 | laatste voorstelling (van een serie); laatste dag van een toernooi |
senshutsu-選出 | selectie [verkiezing; keuze] (van iets of iemand uit een verzameling) |
sensōbungaku-戦争文学 | oorlogsliteratuur |
sensōhōki-戦争放棄 | verwerping van de oorlog (als politiek instrument) |
sentaishō-線対称 | axiale symmetrie (rond een as of een lijn) |
sentārain-センターライン | middellijn; middenlijn; middenstreep |
sentaringu-センタリング | tekst in een document uitlijnen vanaf het midden |
sentā・bentsu-センター・ベンツ | een split onder de middenzoom aan de achterkant van een jas |
sento-セント | heilige (Eng.: Saint) |
sentō-先頭 | eerste lijn; voorhoede; front |
sentō-戦闘 | vijandelijkheden; veldslag; gevecht |
sentōki-戦闘機 | gevechtsvliegtuig |
sentopōria-セントポーリア | Saintpaulia; Kaaps viooltje |
sentorarizēshon-セントラリゼーション | centralisatie |
sentorarukitchin-セントラル・キッチン | centrale keuken (voor instellingen, ziekenhuizen, scholen, etc.) |
sento・pōru-セント・ポール | de heilige Paulus, de apostel |
sentsū-疝痛 | koliek; buikkramp |
senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
sen'in-船員 | (van een schip) bemanning; bemanningslid |
sen'ō-先王 | de vorige [voorgaande; voormalige} koning |
sen'yaku-先約 | eerdere verplichting [afspraak] |
separēto・kōsu-セパレート・コース | (sport) een parcours met afzonderlijke banen |
separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden, ook wel harakiri genoemd) |
seri-芹 | Japanse peterselie; Java waterdropkruid (Oenanthe javanica) |
seri-迫り | lift op toneel [podium] |
serifu-台詞 | een vaste uitdrukking; gezegde; cliché |
serifu-台詞 | (arch.) betaling |
serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
seriichi-競り市 | veilingmarkt |
seriuri-競り売り | veiling |
seron-世論 | publieke opinie |
seronchōsa-世論調査 | opiniepeiling |
seseru-挵る | een kleine beweging telkens maar blijven herhalen (b.v. met een potlood tegen een tafel tikken) |
seshū-世襲 | afstamming; afkomst; erfelijkheid |
sessakuyu-切削油 | snijolie; boorolie |
sessen-接線 | raaklijn; tangent; tangens; invalshoek |
sesshō-折衝 | onderhandeling(en); gesprekken |
sesuji-背筋 | de verticale lijn van de rug (met de ruggengraat) |
sesuna-セスナ | Cessna, (Amerikaans) licht vliegtuig |
setai-世帯 | (huis)gezin; huishouden; familie |
setainushi-世帯主 | familiehoofd; gezinshoofd |
setchakuzai-接着剤 | lijm; kleefstof; hechtmiddel; plakmiddel |
setchi-設置 | oprichting; instalatie; instelling; stichting |
setsuaku-拙悪 | inferioriteit lage [slechte] kwaliteit; slechte situatie [smaak] |
setsubi-設備 | uitrusting; voorzieningen; fasciliteiten; materieel |
setsubitōshi-設備投資 | kapitaalinvestering; investering in outillage [machinerie; apparatuur] |
setsumei-説明 | uitleg; beschrijving; verduidelijking |
setsumeijimaku-説明字幕 | ondertiteling |
setsumeikai-説明会 | briefing; instructieve bijeenkomst; voorlichtingsbijeenkomst |
setsumeisekinin-説明責任 | aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid |
setsumeisuru-説明する | uitleggen; verduidelijken; aantonen |
setsumō-雪盲 | sneeuwblindheid |
setsunai-切ない | pijnlijk; hartverscheurend; verstikkend |
setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
setsuwa-説話 | verhaal; vertelling; fabel; legende |
setsuzeisuru-節税する | het betalen van belasting ontwijken; proberen zo min mogelijk belasting te betalen |
settei-設定 | oprichting; instelling; vestiging; configuratie |
settingu-セッティング | instelling; het instellen; kader; achtergrond; omlijsting |
setto-セット | set; stel; assortiment; garnituur; verzameling |
settoōru-セットオール | gelijke stand in sets bij tennis, tafeltennis, e.d. (waarna een afsluitende set wordt gespeeld om een winnaar aan te wijzen) |
settopointo-セットポイント | setpoint (punt dat een set beslist (tennis, tafeltennis, e.d.) |
seyo-施与 | liefdadigheid; het geven van een aalmoes; dispensatie; genade |
sezokuka-世俗化 | secularisatie; ontkerkelijking; verwereldlijking |
sha-捨 | (boeddh.) spirituele kalmte [rust], zonder te worden beïnvloed door lijden of vreugde |
shaba-娑婆 | (boeddh.) het aardse leven; de wereld van de stervelingen |
shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
shaburu-しゃぶる | sabbelen; zuigen; likken |
shachihoko-鯱 | Japanse mythologisch dier met het hoofd van een tijger en het lichaam van een karper |
shaden-社殿 | hoofdgebouw van een shinto heiligdom |
shafuto-シャフト | schacht (van mijn, lift, e.d.) |
shagōhyō-社号標 | pilaar [aanduiding] met de naam van een shinto heiligdom |
shahō-社宝 | kunstbezit van een (shintō) heiligom |
shaikaitsūnen-社会通念 | algemeen (maatschappelijk) geaccepteerde ideeën en waarden |
shain-社員 | werknemer; personeelslid; staflid |
shaji-社寺 | shintō heiligdom [schrijn] en boeddhistische tempel |
shajitsushugi-写実主義 | realisme (richting in de kunst) |
shakaiaku-社会悪 | sociale misstanden; maatschappelijke problemen |
shakaifuan-社会不安 | sociale ]maatschappelijke] onrust |
shakaifukushi-社会福祉 | maatschappelijk werk; welzijnswerk; bijstand |
shakaifukushishi-社会福祉士 | maatschappelijk werker; sociaal werker |
shakaijigyō-社会事業 | sociale voorzieningen; maatschappelijk werk; welzijnszorg |
shakaijin-社会人 | een (volwassen) werkend lid van de samenleving |
shakaikōgaku-社会工学 | social engineering (het met technische middelen misbruik maken van menselijke zwakheden door criminelen) |
shakaikyōiku-社会教育 | sociaal [maatschappelijk] onderwijs; educatieve activiteiten buiten de school (b.v. in musea, bibliotheken, e.d.) |
shakaimondai-社会問題 | maatschappelijk probleem [vraagstuk]; sociale kwestie |
shakaishugi-社会主義 | socialisme |
shakaishugiteki-社会主義的 | socialistisch |
shakaiteki-社会的 | maatschappelijk; sociaal |
shakaitekihiyō-社会的費用 | (economie) maatschappelijke kosten |
shakaiundō-社会運動 | een sociale [maatschappelijke] beweging |
shakkei-借景 | tuinarchitectuur waarbij men het omringende, natuurlijke landschap gebruikt als onderdeel van de tuin |
shakkyō-釈教 | de leer [leerstellingen] van Boeddha |
shakō-斜光 | schuine lichtstraal |
shakō-斜坑 | tunnel [schacht] in een hellend vlak [berghelling] |
shako-車庫 | garage; carport; stalling |
shakō-遮光 | bescherming tegen licht; verduistering |
shakōsei-社交性 | vriendelijkheid; gezelligheid |
shakōsei-社交性 | socialiteit; sociaal zijn |
shaku-勺 | oude eenheid van volume (0,018 liter) |
shaku-社区 | woongemeenschap; samenleving (m.n. in de Volksrepubliek China) |
shakuhō-釈放 | vrijlating; invrijheidstelling |
shakui-爵位 | adel(stand); adellijke rang |
shamei-社名 | de naam van een bedrijf [organisatie, vereniging, heiligdom, e.a.) |
shamen-斜面 | hellend oppervlak; helling; glooiing |
shamusōseiji-シャム双生児 | een Siamese tweeling |
share-洒落 | woordspeling; grapje; mop |
sharuman-シャルマン | bekoorlijk; charmant; aardig |
shasen-斜線 | schuine lijn; schuine streep (naar voren); diagonaal |
shasenhenkō-車線変更 | wisseling van rijbaan [rijstrook] |
shashinban-写真版 | lichtdruk; fotogravure |
shashinhan-写真班 | persfotograaf; fotojournalist(en) |
shashinseihan-写真製版 | lichtdruk proces; fotogravure |
sheru-シェル | lichte roeiboot |
sherupa-シェルパ | Sherpa (lid van Tibetaans volk in Nepal) |
shi-姉 | erend achtervoegsel voor een vrouw van gelijke of hogere status |
shi-屍 | (mensen)lijk; stoffelijk overschot |
shi-氏 | familie; meneer; dhr.; mevrouw |
shi-私 | privé; particulier |
shian-思案 | overdenking; overweging; reflectie; bespiegeling; beschouwing |
shian-私案 | iemands (persoonlijke) plan [voorstel] |
shiankakariumu-シアン化カリウム | kaliumcyanide; cyaankali |
shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
shibia-シビア | streng; moeilijk; zwaar |
shibireru-痺れる | gevoelloos worden; het slapen van ledematen (tintelend gevoel door beknelling) |
shibirian-シビリアン | (Eng.: civilian) burger (niet-militair) |
shibirian・kontorōru-シビリアン・コントロール | civiele [burgerlijke] controle over het leger |
shibirizēshon-シビリゼーション | (Eng.: civilization) beschaving |
shibō-死亡 | dood; overlijden |
shibō-脂肪 | vet; reuzel; olie; spek |
shibōjikoku-死亡時刻 | het tijdstip van overlijden |
shibōkyūin-脂肪吸引 | liposuctie; verwijdering van vetophopingen |
shibosai-私募債 | private (plaatsing van) obligaties |
shibōshindansho-死亡診断書 | medische overlijdensverklaring |
shibōshōmeisho-死亡証明書 | overlijdensakte |
shibōshōsho-死亡証書 | overlijdensakte; verklaring van overlijden |
shibōsuru-死亡する | sterven; overlijden; doodgaan |
shibotsu-死没 | het sterven [overlijden; doodgaan] (van mensen) |
shibotsusuru-死没する | sterven; overlijden; doodgaan |
shibōyu-脂肪油 | vette [vettige] olie |
shibu-市部 | stadsdeel; stadswijk; stedelijk gebied |
shibu-支部 | bijkantoor; tak; onderafdeling; lokale afdeling |
shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
shibun-詩文 | literatuur; poëzie en proza; literaire werken |
shiburetto-シブレット | bieslook (Allium schoenoprasum) |
shiburibara-渋り腹 | tenesmus; (pijnlijke) stoelaandrang |
shiburoku-四分六 | verdeling [verhouding] van 4-6 [40% - 60%] |
shibushibu-渋渋 | met tegenzin; onwillig; halfslachtig |
shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
shibutsu-私物 | privé eigendom; persoonlijke bezittingen |
shibyō-死病 | een fatale [dodelijke] ziekte |
shichi-死地 | (levens)gevaarlijke plek [situatie]; de klauwen van de dood; op de rand van de afgrond |
shichigatsu-七月 | juli (de 7de maand) |
shichimitōgarashi-七味唐辛子 | mengsel van 7 kruiden (o.a. chilipeper) |
shichinenki-七年忌 | zevende verjaardag van een overlijden |
shichisan-七三 | een verdeling [verhouding] van 7-3 [70%-30%] |
shichitenbattō-七転八倒 | ondraaglijke pijn lijden; kronkelen van de pijn |
shichō-思潮 | gedachtengang in de samenleving; hoe er in het algemeen (over iets) gedacht wordt; de trend in de publieke opinie |
shichōsha-視聴者 | toeschouwer; kijker; publiek |
shichū-死中 | doodsgevaarlijke [levensgevaarlijke; hachelijke] situatie |
shidai-四大 | het menselijk lichaam |
shidai-私大 | particuliere universiteit |
shidaini-次第に | geleidelijk aan; langzamerhand; beetje bij beetje; stukje voor stukje |
shidaini-次第に | op volgorde; om de beurt; beurtelings |
shidareyanagi-枝垂れ柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
shidashi-仕出し | catering (het leveren van gerechten op bestelling) |
shide-四手 | zigzagvormige papieren slingers, gebruikt bij Shinto-rituelen |
shiden-市電 | stadstram (tramlijn binnen de stadsgrenzen) |
shiden-師伝 | het onderricht van de meester aan zijn leerlingen [volgelingen]; onderricht [les] krijgen van de meester zelf |
shiden-紫電 | paarse bliksemschicht |
shiden-紫電 | fel licht; glinstering van een (scherp) zwaard |
shiden-紫電 | gevechtsvliegtuig van de voormalige Keizerlijke Japanse Marine |
shidō-士道 | krijgseer; ridderlijkheid; gedragscode van de samoerai |
shidō-市道 | stadsweg; straat; gemeentelijke weg; weg binnen de bebouwde kom |
shidō-斯道 | het goede [rechtvaardige] pad; de menselijke manier [aanpak] |
shidō-祠堂 | in huis de plek waar de zielen van voorouders worden geëerd; in (boeddh.) tempels de plek met gedenkplaten voor familieleden van de locale bevolking |
shidōgenri-指導原理 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
shidōhōshin- 指導方針 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
shidōkyōyu-指導教諭 | een leraar die niet alleen lesgeeft aan scholieren en studenten, maar ook andere leraren begeleidt |
shiei-市営 | gemeentelijk beheer [exploitatie] |
shietsu-視閲 | inspectie van politie-eenheden |
shifuku-私服 | een politieman in burger |
shifukukeikan-私服警官 | politie in burger |
shifuto-シフト | verschuiving; verplaatsing; wisseling van positie (honkbal) |
shifuto-シフト | schakeling (n een auto) |
shigai-死骸 | (mensen)lijk; stoffelijk overschot |
shigaidensha-市街電車 | stadstram (tramlijn binnen de stadsgrenzen) |
shigaku-視学 | schoolinspecteur (Meiji periode) |
shigan-志願 | het iets op eigen initiatief [vrijwillig] doen; zich inschrijven; zijn diensten aanbieden; solliciteren |
shigansuru-志願する | iets op eigen initiatief [vrijwillig] doen; zich inschrijven; zijn diensten aanbieden; solliciteren |
shigei-至芸 | volmaakte [perfecte; meesterlijke; onovertroffen] uitvoering [kunst] |
shigen-至言 | een waar woord; goed gezegde; toepasselijke [juiste] beschrijving |
shigen'enerugīchō-資源エネルギー庁 | Agentschap voor Natuurlijke Hulpbronnen en Energie (Japan) |
shigeshige-繁繁 | heel vaak; frequent; regelmatig; herhaaldelijk |
shigi-市議 | gemeenteraadslid; wethouder; (in België) schepen |
shigo-死後 | na de dood; na overlijden |
shigokinshi-私語禁止 | praatverbod (in instellingen zoals gevangenissen, e.d.) |
shigokōchoku-死後硬直 | rigor mortis; lijkstijfheid |
shihai-紙背 | extra betekenis in tekst die niet expliciet genoemd is |
shihan-死斑 | lijkvlek; livor mortis |
shiharai-支払い | betaling |
shiharaifunō-支払い不能 | insolventie (onvermogen om aan een betalingsverplichting te voldoen) |
shiharaihōhō-支払い方法 | betaalwijze; wijze van betalen; betaalmethode; betalingsmethode |
shiharainōryoku-支払い能力 | solvabiliteit; vermogen om aan betalingsverplichtingen te voldoen |
shiharaisaimu-支払い債務 | betalingsverplichting; aflossen van schuld |
shihi-私費 | privé uitgaven; persoonlijke kosten |
shihō-司法 | justitie; de rechterlijke macht |
shihōkaibō-司法解剖 | gerechtelijke lijkschouwing [autopsie] |
shihōken-司法権 | de rechterlijke [rechtsprekende] macht (één van de drie machten van de staat) |
shihon-紙本 | tekst, afbeelding of kalligrafie op papier |
shihonka-資本家 | kapitalist |
shihonshugi-資本主義 | kapitalisme |
shihonshugisha-資本主義者 | kapitalist |
shihontōshi-資本投資 | kapitaalinvestering |
shihōshiken-司法試験 | balie-examen (examen dat een advocaat moet afleggen om te worden toegelaten tot de balie van een rechtsgebied) |
shii-私意 | eigen [persoonlijke] mening [gedachten] |
shiin-子音 | medeklinker (letter) |
shiin-私印 | persoonlijk zegel; privé zegel |
shiishii-為い為い | terwijl doende; bij herhaling doen |
shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
shiji-私事 | een persoonlijke [privé] zaak; persoonlijke aangelegenheid |
shijikiban-支持基盤 | iemands achterban [politieke machtsbasis] |
shijiritsu-支持率 | (publiek; openbaar) waarderingscijfer |
shijō-紙上 | op papier ((nog) niet in werkelijkheid) |
shijōshin -至上神 | Oppergod; opperwezen; de hoogste god in een religie |
shijūshō-四重唱 | vocaal kwartet; vierdelig koor |
shika-私家 | eigen woning; particuliere woning |
shika-雌花 | vrouwelijke bloem; stamperbloem (bloem met alleen een stamper) |
shikabane-屍 | (mensen)lijk; stoffelijk overschot |
shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
shikaku-死角 | dode hoek; blinde hoek (m.n. bij voertuigen) |
shikaku-資格 | kwalificatie; vereiste |
shikakushimen-四角四面 | vierkant [stijf; star; vormelijk; serieus; formeel] zijn |
shikan-私感 | persoonlijke indruk [mening]; persoonlijk gevoel |
shikarubeki-然るべき | geschikt; toepasselijk; juist |
shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
shikataganai-仕方がない | er is niets aan te doen; het helpt niets; het is onvermijdelijk |
shikatanai-仕方ない | er is niets aan te doen; het helpt niets; het is onvermijdelijk |
shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
shiki-始期 | (jur.) begintermijn (voor een rechtshandeling) |
shikimi-樒 | Japanse steranijs (boom of struik: Illicium anisatum) |
shikinguri-資金繰り | fondsenwerving; geldinzameling; financiering |
shikiri-仕切り | afbakening; scheiding; scheidslijn; grens |
shikirini-頻りに | vaak; herhaaldelijk; regelmatig |
shikiru-仕切る | afscheiden; splitsen; verdelen |
shikisha-識者 | een goed geïnformeerd [intelligent; hoogopgeleid] persoon |
shikishi-色紙 | een mooi [versierd] dik papier [karton] om op te kalligraferen |
shikitari-仕来たり | traditie; gewoonte; conventie; gebruikelijke [vaste] praktijk |
shikiten-式典 | ceremonie; formaliteit(en) |
shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
shikketsu-失血 | bloedverlies |
shikkō-執行 | uitvoering; voltrekking (van een beslissing, vonnis, e.d.) |
shikkō-失効 | ongeldigheid; verlies van effectiviteit [geldigheid]; het verlopen [vervallen] |
shikkōyūyo-執行猶予 | voorwaardelijke veroordeling[gevangenisstraf]; opschorting; schorsing; uitstel van executie |
shikkyaku-失脚 | misstap; uitglijder; val; ondergang; verlies van positie |
shikō-嗜好 | voorkeur; voorliefde |
shikō-志向 | intentie; bedoeling; doel; oriëntatie |
shikō-施行 | handhaving; uitvoering; toepassing; inwerkingstelling |
shikō-私考 | de eigen gedachten; persoonlijke mening |
shikō-試航 | (bij schepen) proefvaart; (bij vliegtuigen) proefvlucht; testvlucht |
shikome-醜女 | vrouwelijke demoon |
shikon-詩魂 | dichterlijk gemoed; gevoel voor poezie |
shikōsakugo-試行錯誤 | met vallen en opstaan; proefondervindelijk |
shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
shikumi-仕組み | plan; intrige; list |
shikyō-司教 | (katholieke) bisschop |
shikyo-死去 | het overlijden |
shikyoku-支局 | bijkantoor; plaatselijk filiaal |
shikyū-支給 | levering; (in geld of goederen) vergoeding; betaling |
shikyūgaininshin-子宮外妊娠 | buitenbaarmoederlijke zwangerschap |
shimaaji-縞味 | zomertaling (soort eend: Anas querquedula) |
shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
shimanagashi-島流し | (heden) [gedwongen] overplaatsing naar een andere afdeling in een organisatie; een vorm van demotie |
shime-締め | bundeling; het (vast)binden |
shimei-氏名 | achternaam [familienaam] en voornaam |
shimeitehai-指名手配 | gezocht worden door de politie; op de lijst [poster] met door de politie verdachte [gezochte] personen staan |
shimeitōhyō-指名投票 | hoofdelijke stemming |
shimeitsūwa-指名通話 | een persoonlijk gesprek (telefoon) |
shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
shimin-市民 | stedeling; inwoner; burger |
shimingun-市民軍 | militie |
shimogoe-下肥 | mest (gemaakt van menselijke uitwerpselen) |
shimotsukesō-下野草 | spirea (Filipendula multijuga) |
shina-品 | kwaliteit; waarde |
shina-科 | Japanse linde (Tilia japonica) |
shina-科 | geflirt; koketterie |
shinagara-品柄 | kwaliteit (van een product) |
shinanoki-科の木 | Japanse linde (Tilia japonica) |
shinasadame-品定め | beoordeling; inschatting; oordeel; commentaar; kritiek |
shinayaka-しなやか | elegant; verfijnd; sierlijk |
shinbatsu-神罰 | goddelijke straf [vergelding; wraak van de goden |
shinbō-神謀 | goddelijk plan |
shinboku-神木 | heilige boom; boom op het terrein van een heiligdom |
shinboku-親睦 | vriendelijkheid voor elkaar; wederzijdse vriendschap |
shinborizumu-シンボリズム | symbolisme |
shinbun'ya-新聞屋 | krantenjournalist; verslaggever |
shinbutsu-神物 | bovenzinnelijk [transcendent] voorwerp (met verborgen krachten); talisman |
shinbutsubunri-神仏分離 | (1868) de scheiding van Shinto en Boeddhisme (van shinto goden en boeddha's, van boeddhistische tempels en shinto heiligdommen) |
shinchintaisha-新陳代謝 | metabolisme; stofwisseling |
shincho-新著 | modern (literair) werk |
shinchō-身長 | lichaamslengte; gestalte; postuur |
shinchoku-進捗 | opklimming in rang; promotie |
shinchū-心中 | je ware inborst; innerlijk; hart; geest |
shinden-新田 | nieuw ontgonnen [tot ontwikkeling gebracht] (rijst)veld |
shindeshi-新弟子 | nieuwe leerling [student] |
shindō-振動 | vibratie; trilling; slingerbeweging |
shindō-震動 | schok; beving; trilling |
shinesain-シネサイン | lichtreclamebord met bewegend beeld |
shingō-信号 | verkeerslicht; stoplicht; sein |
shingōmachi-信号待ち | het wachten [wachtend verkeer] voor het stoplicht |
shingū-新宮 | een nieuwe schrijn (afsplitsing van een hoofdschrijn) |
shinhoshushugi-新保守主義 | (politiek) neoconservatisme; Nieuw Rechts |
shinia-シニア | oudere leerling [student] |
shinibasho-死に場所 | plaats van overlijden; plek om te sterven; plaats waar men zou willen sterven |
shinidoki-死に時 | tijd(stip) van overlijden; tijd [passend moment] om te sterven |
shinidokoro-死に所 | plaats van overlijden; plek om te sterven |
shinigiwa-死に際 | op het randje van de dood; op het punt van overlijden |
shinihaji-死に恥 | een oneervolle [schandelijke] dood |
shinime-死に目 | het moment van overlijden |
shinimi-死に身 | dood lichaam; lijk |
shinja-信者 | gelovige; aanhanger; volgeling |
shinjikēto-シンジケート | syndicaat; coalitie van bedrijven; belangenvereniging |
shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
shinjin-神人 | een nobel [goddelijk] persoon; iemand met spirituele krachten |
shinjin-神人 | (in Okinawa) een meisje die in een Shintō-heiligdom werkt |
shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
shinjitsu-信実 | eerlijkheid; oprechtheid; (te) goeder trouw |
shinjitsu-真実 | waarheid; werkelijkheid |
shinjū-心中 | de zelfmoord van twee geliefden |
shinjū-心中 | de zelfmoord van twee of meer familieleden |
shinjū-心中 | (figuurlijk) je verplicht voelen je lot te verbinden aan een ander (of aan het bedrijf of de organisatie waar je werkt) |
shinka-神火 | heilige vlammen; heilig vuur |
shinka-進化 | evolutie; ontwikkeling; vooruitgang |
shinkaku-神格 | goddelijke status; goddelijkheid; godheid |
shinkan-新刊 | nieuwe publicatie [uitgave] |
shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
shinkei-神経 | gevoeligheid |
shinkeiseitaishokushō-神経性大食症 | boulimia nervosa |
shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
shinken-神権 | het goddelijk recht |
shinken-親権 | ouderlijk gezag |
shinkensha-親権者 | ouderlijk gezaghebbende; voogd; wettelijk vertegenwoordiger |
shinki-心気 | mentaliteit; stemming; sentiment; gevoel |
shinki-新奇 | originaliteit; nieuwigheid |
shinkinshō-真菌症 | schimmelinfectie; mycose |
shinkirō-蜃気楼 | luchtspiegeling; fata morgana |
shinkō-侵寇 | (militaire) invasie; verovering; bezetting |
shinkō-信仰 | geloof; geloofsovertuiging; religie |
shinkō-新興 | nieuwe ontwikkeling; het opnieuw opbloeien [opkomen; herrijzen] |
shinkōkoku-新興国 | ontwikkelingsland |
shinkoku-申告 | verklaring; mededeling; aangifte (belasting, e.d.) |
shinkokyū-深呼吸 | diepe ademhaling |
shinkon-身魂 | ziel; lichaam en geest |
shinkonryokō-新婚旅行 | huwelijksreis |
shinkōshūkyō-新興宗教 | een (nieuwe) religieuze sekte |
shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
shinkyō-信教 | geloof; religie; godsdienst |
shinkyō-心境 | gemoedstoestand; mentaliteit |
shinmai-新米 | beginneling; beginner; nieuweling; novice |
shinme-神馬 | heilig paard (in een shinto schrijn) |
shinmiri-しんみり | vertrouwelijk; intiem |
shinmosu-新モス | nieuwe mousseline |
shinmosurin-新モスリン | nieuwe mousseline |
shinnin-新任 | nieuwe benoeming [aanstelling] |
shinnō-親王 | keizerlijke prins; zoon van een keizer |
shinnyū-侵入 | betreding zonder toestemming (van prive terrein, of verboden terrein); wederrechtelijke betreding |
shinohai-死の灰 | (dodelijke) radioactieve neerslag; fall-out |
shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
shinpin-神品 | meesterwerk; kalligrafie [schilderij] van de hoogste kwaliteit |
shinpin-神品 | (christelijk-orthodoxe kerk) het priesterschap |
shinpitsu-宸筆 | handtekening van de keizer; het eigen handschrift van de keizer; keizerlijke handtekening; keizerlijke brief [keizerlijk schrijven] |
shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
shinpōsha-信奉者 | volgeling; gelovige; belijder (van een geloof of godsdienst) |
shinpu-神符 | amulet; talisman |
shinpuku-心腹 | innerlijk; van binnen |
shinpuku-振幅 | amplitude; slingerwijdte |
shinpuku-震幅 | seismische amplitude; slingerwijdte |
shinri-心裏 | innerlijk gevoel; gedachte |
shinrui-親類 | familielid; (bloed)verwant(e) |
shinryō-診療 | medisch onderzoek; medische behandeling |
shinsayoku-新左翼 | (politiek) Nieuw Links |
shinsei-神性 | goddelijkheid; godheid; goddelijke aard |
shinsei-神聖 | heiligheid |
shinsei-親政 | persoonlijke regering [heerschappij; bestuur] van een keizer of koning |
shinseisho-申請書 | aanvraagformulier; aanmeldformulier |
shinseki-真跡 | iemands (persoonlijk) handschrift |
shinseki-親戚 | familierelatie; familiekring; familielid |
shinsekigenso-親石元素 | lithofiel element |
shinsekkijidai-新石器時代 | neolithicum |
shinsen-振戦 | (medisch) tremor; trilling |
shinsensenmō-振戦せん妄 | delirium tremens |
shinsetsu-新設 | oprichting; stichting; instelling |
shinsetsu-親切 | vriendelijkheid |
shinsetsushin-親切心 | goedheid; vriendelijkheid |
shinsha-深謝 | diepe dankbaarheid; hartelijk dank |
shinshasuru-深謝する | hartelijk bedanken; hartelijke dank betuigen |
shinshin-真心 | oprechtheid; eerlijkheid |
shinshin-真心 | de ware zelf (die gelijk is aan de Boeddha) |
shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
shinshōbōdai-針小棒大 | overdrijving; van een mug een olifant maken |
shinshōhitsubatsu-信賞必罰 | het expliciet belonen of bestraffen van gedrag |
shinshuku-伸縮 | expansie en contractie; inkrimping en uitzetting; elasticiteit; flexibiliteit |
shinshutsu-浸出 | doorsijpeling; afscheiding; uitscheiding; filtratie; percolatie |
shinsō-新装 | verbouwing; herinrichting; renovatie; nieuwe opstelling [uitrusting; aankleding] |
shinsō-真相 | de werkelijke stand van zaken; de ware toedracht (van een zaak) |
shintai-神体 | heilig voorwerp (dat wordt aanbeden) in een Shinto tempel |
shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
shintaigengo-身体言語 | lichaamstaal; gebarentaal |
shintaihappu-身体髪膚 | het hele (menselijk) lichaam (kop tot teen; huid en haar) |
shintaikakubu-身体各部 | lichaamsdeel |
shintaikatsudō-身体活動 | lichamelijke [fysieke] activiteit |
shintaikensa-身体検査 | lichamelijk [medisch] onderzoek |
shintaishōgaisha-身体障害者 | lichamelijk gehandicapte (persoon); persoon met een lichamelijke beperking |
shintaku-神託 | orakel; goddelijke boodschap |
shintakuginkō-信託銀行 | trust bank (die cliënten in staat stelt transacties met elkaar te verrichten door middel van contracten die trusts genoemd worden) |
shintei-心底 | (uit) de grond van het hart; het diepste innerlijk |
shinten-親展 | Vertrouwelijk (op een brief, document of envelop) |
shintō-浸透 | osmose; infiltratie; percolatie; doorsijpeling |
shintō-神灯 | heilig [goddelijk] licht |
shintō-神道 | Shinto, (etnische) religie van Japan |
shintoku-神徳 | goddelijke deugden |
shintōsei-浸透性 | permeabiliteit; doorlaatbaarheid; doordringbaarheid |
shinu-死ぬ | sterven; doodgaan; overlijden |
shinzoku-親族 | familielid; (bloed)verwant(e) |
shinzōsenmon'i-心臓専門医 | cardioloog; hartspecialist |
shin'i-真意 | intentie; werkelijke bedoeling; motief |
shin'yaku-新訳 | nieuwe vertaling |
shin'yo-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
shin'yōkyōyonogendo-信用供与の限度 | vertrouwenslimiet |
shiokuri-仕送り | uitbetaling; toelage; overschrijving; betalingsopdracht |
shiorashii-しおらしい | bewonderenswaardig; aardig; lief; bescheiden |
shippāzu・yūzansu-シッパーズ・ユーザンス | een handelstransactie, waarbij de verzender de koper een uitstel van betaling geeft totdat het product is verkocht |
shippitsu-執筆 | (in kalligrafie) de manier waarop een schrijfpenseel wordt vastgehouden |
shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
shiracha-白茶 | lichtbruine [beige] kleur |
shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
shirako-白子 | hom (klier met teelvocht van vissen) |
shiranui-不知火 | bioluminescentie, het uitstralen van licht door organismen in zee |
shirase-知らせ | bericht; kennisgeving; mededeling |
shiratsuyu-白露 | witte {glinsterende] dauw (bij de overgang van zomer naar herfst) |
shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
shirigomi-尻込み | terugdeinzing; aarzeling |
shirikakushi-尻隠し | het verbergen van je eigen fouten [mislukkelingen] |
shirikon-シリコン | silicium |
shirikōn-シリコーン | silicone |
shirikon・airando-シリコン・アイランド | silicon eiland (Kyūshū) |
shirikon・barē-シリコン・バレー | Silicon Valley (in California, regio zijn veel technologiebedrijven) |
shirime-尻目 | vanuit de ooghoeken kijken; schuine [zijwaartse] blik |
shirin-四隣 | de omringende [omliggende] landen |
shirindā-シリンダー | (vorm) cilinder |
shirindā-シリンダー | (in motor) cilinder |
shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
shiringu-シリング | shilling (vroegere Engelse munt) |
shīringu-シーリング | verzegeling; afsluiting |
shīringuhōshiki-シーリング方式 | maximum prijsregeling; preferentieel tariefstelsel |
shirisubomari-尻窄まり | (geleidelijke) verzwakking; achteruitgang; uitdoving; vermindering |
shiritsu-私立 | particulier [privé] (instelling) |
shiritsudaigaku-私立大学 | particuliere universiteit |
shiroashige-白葦毛 | lichtgrijs, schimmel(kleur) |
shiroato-城跡 | ruïne [overblijfselen] van een kasteel |
shirobai-白バイ | politiemotor |
shiron-史論 | historische verhandeling |
shiron-私論 | persoonlijke mening; eigen standpunt |
shironanbā-白ナンバー | witte kentekenplaat (gebruikt voor personenauto's, in particulier bezit) |
shirotsumekusa-白詰草 | de witte klaver (Trifolium repens) |
shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
shirozumi-白炭 | witte [lichte], harde houtskool |
shirushibanten-印半纏 | livrei jas |
shiruto-シルト | slib; slik |
shiryōhensan-史料編纂 | bundeling, samenvoeging historisch materiaal |
shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
shisa-示唆 | suggestie; hint; toespeling |
shisanhyōka-資産評価 | waardering [waardebepaling] van activa |
shisanshūekiritsu-資産収益率 | rentabiliteit totaal vermogen (RTV) |
shisasuru-示唆する | suggereren; voorstellen; impliceren |
shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
shisei-四聖 | de Vier Wijzen [Heiligen] (Boeddha, Christus, Confucius en Socrates) |
shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
shisei-姿勢 | stellingname; houding; standpunt; opvatting |
shisei-市政 | gemeentelijke overheid; lokale overheid; gemeentebestuur; stadsbestuur |
shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
shisei-資性 | aard; aangeboren kwaliteiten; natuurlijke talenten |
shisei-雌性 | vrouwelijkheid |
shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
shiseikaikaku-市政改革 | gemeentelijke hervorming(en) |
shiseishi-私生子 | een buitenechtelijk kind |
shisen-支線 | zijlijn (van een spoorweg); toevoerleiding; aanvoerroute |
shisen-私撰 | persoonlijke selectie en redactie (van een gedichtenbundel, e.d.) |
shisen-視線 | blik; gezichtslijn; oogopslag |
shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
shisenwakashū-私撰和歌集 | privéverzameling van waka-gedichten |
shisetsu-施設 | instelling; instituut; faciliteit |
shisetsu-私設 | particulier; privé (zaak) |
shishi-師資 | meester en leerling; leraar en student; de relatie tussen meester en leerling |
shishi-志士 | vurige patriot [loyalist] |
shishin-指針 | richtlijn; leidraad |
shishin-私信 | privébrief; persoonlijk bericht |
shishin-私信 | vertrouwelijke [geheime] correspondentie |
shishin-詩心 | poëtisch gevoel; dichterlijke inspiratie |
shishisonson-子子孫孫 | de nakomelingen; het nageslacht |
shishitsu-紙質 | papierkwaliteit |
shishitsu-脂質 | lipide (vet of vetachtige stof) |
shisho-司書 | bibliothecaris (m); bibliothecaresse (bibliothecaris (v) |
shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
shisho-支所 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
shishō-死傷 | het overlijden of gewond raken |
shishō-私傷 | persoonlijk letsel; blessure opgelopen buiten het werk |
shisho-私書 | (persoonlijke) correspondentie [brief]; persoonlijk (geschreven) document |
shisho-私署 | persoonlijke handtekening [ondertekening] |
shishobako-私書箱 | een postbus (voor particulieren, in een postkantoor, m.n. hoofdkantoor; sinds 1872) |
shishōsuru-死傷する | overlijden of gewond raken |
shishū-死臭 | de stank [doordringende geur] van een lijk [dood lichaam] |
shishuku-止宿 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
shishuku-私淑 | idolisering; verafgoding; grote bewondering |
shishutsu-支出 | uitgaven; betalingen; kosten |
shisō-死相 | de schaduw des doods (op iemand's gezicht); doodsblik |
shiso-紫蘇 | shiso, eenjarige plant van de muntfamilie (Perilla frutescens) |
shison-子孫 | nakomeling; nazaat; afstammeling; telg |
shissanshō-失算症 | acalculie (het onvermogen om cijfers en wiskundige symbolen te herkennen) |
shisseishō-失声症 | afonie; stemverlies |
shisshinsuru-失神する | flauwvallen; het bewustzijn verliezen |
shissoku-失速 | overtrokken vlucht (van een vliegtuig) |
shissoku-失速 | snelheidsverlies |
shisuru-死する | doodgaan; sterven; overlijden |
shisutemukōgaku-システム工学 | systeembouw; systeemontwikkeling |
shita-舌 | tong (lichaamsdeel) |
shitadai-舌代 | bericht; mededeling |
shitageiko-下稽古 | repetitie; proefoptreden; oefenvoorstelling |
shitagokoro-下心 | geheim verlangen [motief]; verborgen intentie; bijbedoeling |
shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
shitai-死体 | dood lichaam; lijk; kadaver |
shitakuchibiru-下唇 | onderlip |
shitamae-下前 | binnenste pand van een kledingstuk dat om het lichaam wordt gewikkeld (b.v. kimono) |
shitame-下目 | neerwaartse blik |
shitamotsure-舌縺れ | een spraakgebrek; lispelen; niet duidelijk kunnen spreken |
shitamuki-下向き | (de blik) naar beneden gericht; met de ogen naar beneden |
shitanamezuri-舌舐めずり | het likkebaarden |
shitanamezurisuru-舌舐めずりする | likkebaarden; watertanden |
shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
shitashimu-親しむ | iemand goed leren kennen; bevriend zijn [worden] met; op vriendschappelijke voet staan met; vertrouwd raken met |
shitatarazu-舌足らず | onduidelijke uitspraak door spraakgebrek; slissen; lispelen |
shitatarazu-舌足らず | krom praten; slecht woordgebruik; onduidelijke uitleg |
shitau-慕う | verlangen [smachten] naar; adoreren; verliefd zijn op; veel houden van |
shitawashii-慕わしい | dierbaar; geliefd |
shitayaku-下訳 | ruwe [eerste] vertaling |
shitchin-七珍 | (boeddh.) de Zeven Schatten (goud, zilver, parels, agaat, kristal, koraal, lapis lazuli) |
shitei-師弟 | meester en leerling; leraar en student |
shitei-指定 | afspraak; benoeming; vaststelling; aanstelling; toekenning |
shiteki-私的 | persoonlijk; privé |
shiteki-詩的 | poëtisch; dichterlijk |
shitekiyuibutsuron-史的唯物論 | het historisch materialisme |
shiten-支店 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
shitetsu-私鉄 | particuliere spoorlijn |
shiteyaru-為て遣る | slagen (in); bewerkstelligen; klaarspelen; lukken; vóór zijn; anticiperen |
shiteyaru-為て遣る | (iemand anders) te slim af zijn; misleiden; om de tuin leiden; foppen |
shito-使徒 | apostel; discipel; volgeling |
shitō-私闘 | conflict door persoonlijke rancune [wrok; wrevel] |
shītoberuto-シートベルト | veiligheidsgordel; veiligheidsriem; stoelriem |
shitoron-シトロン | citroen; citroensap; citroenlimonade |
shitsu-質 | kwaliteit; waarde |
shitsubō-失望 | teleurstelling; wanhoop |
shitsudokushō-失読症 | dyslexie; woordblindheid |
shitsugyō-失業 | werkeloosheid; zonder werk zitten; zijn baan verliezen |
shitsugyō-失業 | zonder [verlies van] levensonderhoud [broodwinning, bestaan] |
shitsumei-失明 | verlies [vermindering] van gezichtsvermogen |
shitsumeisuru-失明する | blind worden |
shitsunaiyōsankyakuīzeru-室内用三脚イーゼル | radiale atelierezel (voor schilderij) |
shitsurei-失礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onhoffelijkheid |
shittsui-失墜 | verlies; neergang; val; het verliezen [verbeuren; verspelen] |
shiuchi-仕打ち | behandeling; bejegening |
shiwake-仕分け | sortering; classificering; indeling |
shiwaza-仕業 | daad; handeling; actie; gedrag |
shiyūmozaiku-雌雄モザイク | (biologie) gynandromorfisme (dieren die uiterlijk sterk op een mannetje lijken, maar toch een vrouwtje zijn) |
shizei-市税 | gemeentebelasting; gemeentelijke belasting |
shizen-自然 | natuurlijkheid; spontaniteit |
shizeneiyō-自然栄養 | natuurlijke voeding |
shizengenshō-自然現象 | natuurfenomeen; natuurlijk fenomeen |
shizengenso-自然元素 | natuurlijk element |
shizenhontai-自然本体 | (judo) natuurlijke basishouding [aanvalspositie] (voeten op één lijn) |
shizenmen'eki-自然免疫 | natuurlijke immuniteit |
shizensentaku-自然選択 | natuurlijke selectie (Darwin) |
shizenshi-自然死 | natuurlijke dood |
shizenshugi-自然主義 | naturalisme |
shizensū-自然数 | (wiskunde) natuurlijk getal |
shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
shizentōta-自然淘汰 | natuurlijk selectie (Darwin) |
shizoku-士族 | (in 1947 afgeschaft als stand of rang) samoerai-familie(lid); afstamming van een samoerai-familie |
shī・ai・ē-シー・アイ・エー | CIA, centrale inlichtingendienst van de VS (Eng.: Central Intelligence Agency) |
shī・bāsu-シー・バース | ligplaats [ankerplaats] in zee |
shī・dī-シー・ディー | (cash discount) korting voor contante betaling |
shī・emu-シー・エム | (court martial) militaire rechtbank; krijgsraad |
shī・esu-シー・エス | (communications satellite) communicatiesatelliet |
shī・hairu-シー・ハイル | ski veilig (begroeting van skiërs) |
shī・tī・shī-シー・ティー・シー | (centralized traffic control) centrale verkeersleiding |
shō-ショー | tentoonstelling; vertoning; expositie |
shō-升 | traditionele inhoudsmaat (ca. 1,8 liter) |
sho-書 | (in kanji combinaties) schrijven; schrijfwerk; kalligrafie; brief; boek; document |
shō-省 | provincie (bestuurlijke indeling China) |
shō-証 | (boeddh.) de (staat van) verlichting |
shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
shō-頌 | stijlvorm (soms ook in dichtvorm) in kanbun ter verheerlijking [lofprijzing] van keizers en edelen |
shōbainin-商売人 | koopman; handelaar; winkelier |
shoboshobo-しょぼしょぼ | waterig (ogen); wazig (blik) |
shoboshobo-しょぼしょぼ | zwak (van lichaam of geest) |
shōbu-勝負 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
shobun-処分 | disciplinaire straf; bestraffing |
shochi-処置 | maatregel; regeling; afhandeling |
shochi-処置 | (med.) behandeling |
shochō-所長 | hoofd [leider; chef, e.d.] (van een bijkantoor, onderzoeksinstelling, gevangenis, e.d.) |
shochō-署長 | hoofd [leider; chef, e.d.] (van een politiebureau, brandweer, belastingdienst, e.d.) |
shōchoku-詔勅 | (keizerlijk) decreet; (keizerlijke) verordening |
shōchōshugi-象徴主義 | symbolisme |
shōchū-焼酎 | shōchū, Japanse alcoholische drank (gemaakt van o.a. rijst, zoete aardappel, bruine suiker) |
shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
shodan-書壇 | kalligrafie-wereld; kringen van kalligrafie-meesters |
shōden-昇殿 | (met toestemming) de gebedshal van een heiligdom betreden |
shōden-正伝 | juiste [ware] overlevering; feitelijk verslag |
shodō-書道 | kalligrafie; schrijfkunst (m.n. van kanji en kana); penseelvoering |
shodōsōsa-初動捜査 | het eerste onderzoek; initieel onderzoek (door de politie); vooronderzoek |
shofū-書風 | kalligrafie stijl (.mn. met penseel); schrijfwijze; (hand)schrift |
shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shōfuku-妾腹 | een buitenechtelijk kind; bastaard |
shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shoga-書画 | kalligrafie en schilderij; kalligrafisch werk en schilderwerk |
shōgai-傷害 | verwonding; (lichamelijk) letsel |
shōgaichishi-傷害致死 | doodslag; mishandeling de dood ten gevolge hebbend |
shōgaisha-障害者 | gehandicapte persoon; persoon met een handicap; persoon met een geestelijke of lichamelijke beperking |
shogakusei-初学者 | beginneling; nieuweling; eerstejaars student |
shōgakusei-小学生 | scholier (v.e. basisschool) |
shōgō-照合 | controle; verificatie; vergelijking |
shogū-処遇 | behandeling; bejegening |
shōgun-将軍 | shogun; groot opperbevelhebber; legerleider; generaal; veldheer (met tijdelijk mandaat van de keizer) |
shogyō-所業 | daad; handeling; gedrag |
shōgyōeigo-商業英語 | Engelse handelstaal; zakelijk Engels |
shogyōmujō-諸行無常 | (boeddh.) de vergankelijkheid van alles (in de schepping); alle wereldse [aardse] dingen zijn vergankelijk |
shōhai-勝敗 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
shōhikigen-消費期限 | de vervaldatum (voornamelijk van voedsel); de uiterste houdbaarheidsdatum [gebruiksdatum] |
shōhō-商法 | hoe zaken te doen; zakelijke praktijk |
shohō-書法 | kalligrafie; schrijfkunst (van kanji en kana); penseelvoering |
shoichinen-初一念 | oorspronkelijke bedoeling [wens] |
shoiko-背負い子 | raamwerk van hout en touw om grote bagage (b.v. een stapel brandhout) op de rug te dragen (op plaatsen waar autovervoer e.d, niet mogelijk is) |
shoin-書院 | (China) studieplaats (van literatuurwetenschappers); privé-school (voor (hogere) studiedoeleinden) |
shōji-小事 | kleine [onbelangrijke] dingen; trivialiteiten |
shojihin-所持品 | persoonlijke bezittingen [eigendommen] |
shōjiki-正直 | eerlijkheid; oprechtheid |
shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
shōjōbakama-猩々袴 | Japanse hyacint (Heloniopsis orientalis) |
shojokaitai-処女懐胎 | maagdelijke geboorte (van Christus) |
shojoshuppan-処女出版 | iemands eerste publicatie; debuutwerk |
shōka-唱歌 | lied |
shōka-商家 | koopmansfamilie |
shōka-昇華 | sublimatie (een chemisch proces waarbij een stof van vaste fase direct overgaat naar gasvormige fase) |
shoka-書家 | kalligraaf (m); kalligrafe (v) |
shoka-書架 | boekenkast; boekenplank; boekdepot (in een bibliotheek) |
shōkafuryō-消化不良 | onbegrijpelijkheid; (fig.) moeilijk te verteren; moeilijk te begrijpen |
shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
shōkaiki-哨戒機 | (landmacht, marine) verkenningsvliegtuig; patrouillevliegtuig |
shōkasen-消化腺 | spijsverteringsklier |
shōkatei-松果体 | epifyse; pijnappelklier |
shōkeimoji-象形文字 | hiëroglief; beeldschrift; hiërogliefenschrift |
shōken-小見 | kortzichtigheid; bekrompen blik [mening] |
shōki-商機 | zakelijke kans; (goede) kans om zaken te doen |
shōki-正気 | geestelijke gezondheid; gezond verstand |
shokibidō-初期微動 | (aardbeving) eerste [inleidende; aanvangs-] trillingen |
shokika-初期化 | de initialisatie; initialisering |
shokikyoku-書記局 | secretariaat (van een beroepsvereniging, politieke partij, etc.) |
shokisettei-初期設定 | (computer; radio, etc.) voorkeurinstellingen; oorspronkelijke instellingen; de basisconfiguratie |
shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
shōkō-小康 | een (tijdelijke) verbetering in het ziekteverloop |
shoko-書庫 | boekenopslagruimte; magazijn (b.v. in een bibliotheek); archief |
shōkō-消耗 | uitputting; slijtage; het opraken; opgebruiken |
shokō-諸公 | (hooggeplaatste) politicus; minister |
shokō-諸公 | (term voor het respectvol aanspreken van een aantal mensen) dames en heren; hooggeëerd publiek |
shōkōi-商行為 | commericiele handeling [activiteit; transactie] |
shokon-初婚 | het eerste huwelijk |
shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
shokubutsuyu-植物油 | plantaardige olie |
shokubutsuyushi-植物油脂 | plantaardige oliën en vetten |
shokugyōanteijo-職業安定所 | overheidsdienst voor arbeidsvoorziening [arbeidsbemiddeling] |
shokuin-職員 | personeel; medewerker; personeelslid; staflid |
shokujin-食人 | kannibalisme; antropofagie |
shokuminchishugi-植民地主義 | kolonialisme |
shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
shokumushitsumon-職務質問 | politieondervraging; politieverhoor |
shokun-諸君 | (term voor het beleefd aanspreken van een aantal mensen, vaak m.b.t. een geheel mannelijk gezelschap) geachte aanwezigen |
shokunōkyū-職能給 | salaris [loon] dat is gebaseerd op de functiebeoordeling [functiewaardering; werk evaluatie]] |
shokutaku-嘱託 | tijdelijke aanstelling; parttime werk |
shōkūtō-照空灯 | zoeklicht |
shōkyohō-消去法 | de methode van eliminatie; eliminatieproces |
shōkyoku-小曲 | een kort [klein] liedje [muziekstukje] |
shōma-消磨 | slijtage; het verslijten; wegslijten; afslijten |
shōman-ショーマン | publiekstrekker; publieksspeler; entertainer |
shōmanshippu-ショーマンシップ | propagandistisch talent; gave voor het publiekstrekken |
shōmei-照明 | verlichting; belichting |
shōmeidan-照明弾 | lichtkogel; lichtgranaat |
shōmeigakari-照明係 | lichttechnicus; belichtingstechnicus; lichtman (b.v. in theater) |
shōmeikigu-照明器具 | verlichtingsarmatuur |
shōmeikōka-照明効果 | lichteffect(en) |
shomenkeiyaku-書面契約 | schriftelijke overeenkomst |
shōmenkitte-正面切って | direct; openlijk; rechttoe rechtaan |
shōmō-消耗 | verbruik; consumptie; slijtage |
shōmon-蕉門 | leerlingen [volgelingen] van Matsuo Bashō (1644 - 1694), een dichter uit de Edo-periode) |
shonanoka-初七日 | de herdenkingsdienst gehouden op de zevende dag na het overlijden van iemand |
shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
shōni-小児 | kind; peuter; zuigeling |
shonichi-初日 | de eerste dag; openingsdag; de première (van een voorstelling) |
shōnimahi-小児麻痺 | kinderverlamming; poliomyelitis; polio |
shōnin-上人 | hoge priester; heilige |
shōninkokka-商人国家 | natie [volk] van winkeliers [kruideniers] |
shonyū-初乳 | colostrum; biest; voormelk (de eerste melk na een bevalling) |
shoppusei-ショップ制 | verplicht vakbondslidmaatschap |
shōraisei-将来性 | toekomstperspectief; mogelijkheid; belofte (voor de toekomst) |
shōran-照覧 | een duidelijk beeld (van iets); het helder zien |
shori-処理 | afhandeling; verwerking; behandeling |
shorudā・paddo-ショルダー・パッド | schoudervulling |
shorui-書類 | document; formulier; akte |
shōryaku-商略 | bedrijfsbeleid; zakelijke strategie |
shoryū-書流 | kalligrafieschool; kalligrafiestroming; kalligrafietraditie |
shōsai-商才 | zakelijk inzicht |
shosai-書斎 | studeerkamer, annex privé bibliotheek |
shosaku-書作 | kalligrafisch werkstuk |
shōsei-小生 | (formeel, bescheiden, mannelijk taalgebruik) ik |
shōsei-小生 | (in briefwisseling aan iemand die gelijk of lager in rang is) ik |
shoseki-書籍 | boek(en); publicatie(s) |
shosen-所詮 | uiteindelijk; ten slotte; immers; per slot van rekening |
shōsetsu-章節 | (verdeling in) hoofdstukken en secties [paragrafen] |
shōsha-小社 | klein heiligdom |
shosha-書写 | kalligrafie (Japans taalvak op school); handschrift |
shōsha-照射 | bestraling; irradiatie; blootstelling (aan stralen) |
shōshaku-小酌 | een beetje [glaasje] alcoholische drank drinken |
shoshi-処士 | privé persoon; particulier |
shoshi-初志 | de oorspronkelijke bedoeling |
shōshi-小子 | aanspreektitel van een leraar voor zijn leerling |
shōshi-小祠 | kleine schrijn; klein heiligdom |
shoshi-庶子 | een buitenechtelijk kind; bastaard |
shoshi-書誌 | bibliografie; literatuurlijst; titellijst; boekenlijst |
shoshi-書誌 | bibliografie; boekbeschrijving; bibliologie |
shōshi-笑止 | belachelijk[ lachwekkend; absurd] zijn |
shoshi-諸姉 | een groot aantal vrouwen; (ook gebruikt als aanspreektitel of pers. vnw.) dames (u; jullie) |
shoshi-諸子 | (aanspreektitel tegen een groep) u; jullie |
shoshigaku-書誌学 | bibliografische wetenschap; bibliologie |
shōshika-少子化 | daling van het geboortecijfer; vermindering van het aantal kinderen |
shoshiki-書式 | formulier; formaat; opmaak (een vaste manier om documenten te schrijven, zoals b.v. certificaten) |
shoshinsha-初心者 | de beginneling |
shōshitsu-消失 | (geleidelijke) verdwijning; vervaging |
shōshitsusuru-消失する | (geleidelijk) verdwijnen; vervagen; wegsterven |
shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
shōsho-小暑 | het (milde) begin van de steeds warmer wordende zomerperiode (rond 7 juli) |
shōsho-詔書 | (keizerlijk) decreet; (keizerlijke) verordening |
shoshū-所収 | publicatie binnen een serie of boek |
shoshutsu-庶出 | geboorte buiten het huwelijk; |
shoshutsu-庶出 | buitenechtelijk kind |
shōsō-正倉 | overheidsinstelling (in de oudheid) |
shōsoku-消息 | verblijfplaats; omstandigheid; situatie; voortgang |
shōsokusuji-消息筋 | informatiebronnen; welingelichte kringen |
shotai-書体 | kalligrafie-stijl; stijl van handschrift |
shōtai-正体 | originele [natuurlijke] vorm; ware verschijning |
shotaidōgu-所帯道具 | huishoudelijke artikelen |
shōten-昇天 | dood; overlijden |
shoten-書展 | kalligrafie tentoonstelling |
shōto-ショート | (short selling) het verkopen van effecten die men niet in eigen bezit heeft (om snel te kunnen anticiperen op koerswisselingen) |
shōtoku-生得 | aangeboren kwaliteit [gave; talent]; aard; karakter |
shotokuwari-所得割 | inkomensafhankelijke [inkomensgerelateerde] (belasting)heffing |
shōto・katto-ショート・カット | snelkoppeling; sneltoets (comp. term) |
shōtsu-ショーツ | onderbroek; slipje |
shōu-小雨 | lichte regen; motregen |
shōyaku-生薬 | natuurgeneesmiddel; natuurlijk medicijn (plantaardig of dierlijk) |
shōyō-商用 | voor zaken; zakelijke handelingen [activiteiten] |
shōyō-慫慂 | advies; aanbeveling; aansporing |
shōyō-称揚 | bewondering; lof; eerbetoon; compliment; applaus |
shōyō-逍遥 | wandeling; het wandelen [slenteren] |
shōyōbun-商用文 | zakelijke brief; zakelijke correspondentie |
shozai-所在 | verblijfplaats; locatie; bewaarplaats; bergplaats |
shozai-所在 | handeling; actie; daad |
shū-秀 | voortreffelijkheid; uitmuntendheid |
shū-醜 | lelijkheid |
shubi-守備 | (militaire actie) verdediging |
shūbi-愁眉 | bezorgde blik; gefronste wenkbrauwen |
shubi-首尾 | ontwikkeling; loop van gebeurtenissen; afloop; uitkomst; resultaat |
shūbō-衆望 | publiek vertrouwen; publieke verwachtingen; publieke steun |
shubyō-種苗 | zaden en zaailingen |
shuchō-主張 | bewering; stelling |
shūchū-集中 | centralisatie; het bijeenbrengen [verzamelen] |
shūchūchiryō-集中治療 | intensive care; intensieve (medische) behandeling |
shūchūchiryōshitsu-集中治療室 | intensive care (afdeling); ic |
shūchūgōsetsu-集中豪雪 | lokale [plaatselijke] zware sneeuwval |
shūchūgōu-集中豪雨 | plaatselijke stortbui [regenval] |
shūchūhaijo-集中排除 | decentralisatie |
shūchūka-集中化 | (comp. term) centralisatie |
shūchūsuru-集中する | centraliseren; samenbrengen |
shūdō-修道 | religieuze training |
shūdōjo-修道女 | (katholieke) non; kloosterzuster |
shuei-守衛 | bewaking; beveiliging; bewaker beveiliger; (bij overheidsgebouwen, universiteiten, e.d.) |
shūen-終演 | einde van een show [voorstelling] |
shūgaku-修学 | het leren [studeren]; scholing |
shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
shūgiingiin-衆議院議員 | lid van het (Japanse) Lagerhuis |
shūgin-秀吟 | een prachtig [voortreffelijk] lied [gedicht] |
shugo-守護 | bescherming; beveiliging; verdediging; bewaking |
shugo-守護 | (his.) militaire gouverneur |
shūgō-集合 | {wiskundige) verzameling |
shugoseijin-守護聖人 | beschermheilige; patroonheilige; schutspatroon |
shugosuru-守護する | beschermen; bewaken; verdedigen; beveiligen |
shugū-殊遇 | speciale behandeling; bijzondere gunst |
shugyō-修行 | training; ascetische discipline [praktijken] |
shugyō-執行 | (boeddh.) hoofdpriester die verantwoordelijk is voor administratie en tempelzaken |
shūha-宗派 | religieuze sekte [gezindte]; kerkgenootschap |
shūha-秋波 | uitnodigende [amoureuze; verliefde] blik |
shuhi-種皮 | zaadhuid; zaadvlies |
shuhigimu-守秘義務 | geheimhoudingsplicht; vertrouwelijkheid; zwijgplicht |
shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
shūhitsu-収筆 | eindpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
shuhō-主砲 | het grootste kaliber kanon (van een oorlogsschip) |
shūhyō-衆評 | publieke opinie |
shūi-衆意 | publieke opinie |
shūji-習字 | kalligrafie |
shujinkō-主人公 | (erenaam) echtgenoot; familiehoofd; heer des huizes |
shūjo-醜女 | vrouwelijke demoon |
shuka-酒家 | slijterij; drankenhandel; kroeg |
shūkanshi-週刊誌 | weekblad (tijdschrift dat wekelijks verschijnt) |
shūkei-集計 | totaal berekening [optelling] |
shūki-周忌 | dag van overlijden; sterfdag (van iemand) |
shūki-周期 | cyclus; omwentelingsperiode |
shūki-宗規 | religieuze voorschriften |
shūki-終期 | (jur.) eindtermijn (voor een rechtshandeling) |
shūkinbukuro-集金袋 | envelop waarin men geld voor een betaling doet |
shukkasuru-出火する | brand uitbreken; vlam vatten; in brand vliegen; ontbranden |
shukkin-出金 | (uit)betaling; uitgave; financiering; investering |
shūkō-就航 | in gebruiksname [in werkingstelling] (van b.v. schepen, vliegtuigen) |
shūkō-衆口 | publieke opinie; algemeen oordeel |
shūkō-醜行 | schandelijk [aanstootgevend] gedrag |
shūkō-集光 | (natuurkunde) condensatie; concentratie [focus] (van lichtstralen) |
shukōgyō-手工業 | ambachtelijke sector |
shūku-秀句 | woordspeling; kwinkslag |
shukubō-宿坊 | verblijfsplaats voor pelgrims in een tempel |
shukubō-宿坊 | familietempel |
shukubō-宿坊 | ruimte voor shinto-priesters voor religieuze reiniging [purificatie] e.d |
shukuden-祝電 | felicitatietelegram |
shukuei-宿営 | (van militairen) inkwartiering; stationering |
shukuen-祝宴 | feestelijk banket; feestmaal |
shukuhaku-宿泊 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
shukuhakuchi-宿泊地 | onderkomen; accommodatie; verblijfplaats |
shukuhakuhi-宿泊費 | verblijfskosten; overnachtingskosten |
shukuhakushisetsu-宿泊施設 | accommodatie; verblijfsaccomodatie |
shukumeiron-宿命論 | fatalisme |
shukumeironja-宿命論者 | fatalist |
shukusei-粛正 | verordeningen; strikte handhaving van discipline (en aanpak van fraude) |
shūkyō-宗教 | godsdienst; religie |
shukyō-酒興 | vermaak tijdens een drankfeest; vermakelijkheden |
shūkyōdantai-宗教団体 | religieuze organisatie [groep] |
shūkyōhōjin-宗教法人 | religieuze organisatie [onderneming] (zonder winstbejag) |
shūkyōka-宗教家 | religieuze persoon [figuur; leider] |
shūkyōteki-宗教的 | godsdienstig; religieus |
shūmai-シューマイ | Chinese gestoomde dumplings gevuld met vlees |
shūmaku-終幕 | het einde van iets (van een voorstelling, show, zaak, etc.) |
shunjun-逡巡 | aarzeling; besluiteloosheid |
shunkan-瞬間 | ogenblik; moment |
shunkansetchakuzai-瞬間接着剤 | secondelijm |
shunken-峻険 | (fig.) strikt [streng] en ontoegankelijk zijn |
shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
shunshū-春愁 | lente melancholie [depressie] |
shuppan-出版 | uitgeven; uitgave; publiceren; publicatie |
shuppanbutsu-出版物 | uitgave; uitgifte; publicaties |
shuppanhi-出版費 | publicatiekosten |
shuppanhō-出版法 | publicatiewet |
shuppanken-出版権 | publicatierecht; uitgeversrecht(en) |
shuppansuru-出版する | publiceren; uitgeven |
shuppei-出兵 | het sturen van troepen; mobilisatie van het leger |
shuppin-出品 | het tentoonstellen [laten zien]; expositie; uitstalling |
shuppinsuru-出品する | tentoonstellen; exposeren; uitstallen; (iets) inzenden voor een tentoonstelling [veiling] |
shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
shūroku-収録 | het publiceren; noteren; samenstelling; drukken |
shūroku-集録 | compilatie; samenstelling; verzameling |
shūru-シュール | (afk. voor) surrealisme |
shurui-酒類 | alcoholische dranken |
shuruihanbaiten-酒類販売店 | slijterij; drankwinkel |
shururearisumu-シュルレアリスム | surrealisme |
shūrurearisumu-シュールレアリスム | surrealisme |
shūsai-収載 | publicatie |
shūsan-秋蚕 | zijderups (van de soort die in de zomer tot de late herfst tot ontwikkeling komt) |
shusei-守成 | overname en consolidatie van een bedrijf |
shūsen-周旋 | bemiddeling; tussenkomst (om iets te regelen); aanbeveling |
shūshi-終始 | van begin tot eind; voortdurend; onveranderlijk; altijd |
shushi-趣旨 | doel; bedoeling; oogmerk |
shushin-主神 | oppergod; belangrijkste god van een heiligdom; koning der goden |
shushin-朱唇 | rode lippen |
shūshinkoyō-終身雇用 | vaste aanstelling; levenslange werkgelegenheid [tewerkstelling] |
shūshinnenkin-終身年金 | pensioen; lijfrente |
shūshoku-愁色 | bezorgde [angstige; sombere] blik; somberheid |
shūshokugo-修飾語 | (taalkunde) bepaling; bepalend woord |
shūshokukibōsha-就職希望者 | werkzoekende; sollicitant |
shūshokunan-就職難 | moeilijk werk kunnen vinden (door een tekort aan werkgelegenheid) |
shūshū-収集 | inzameling; verzameling |
shūsoku-終息 | beëindiging; afsluiting (m.n. van een moeilijke situatie) |
shussan-出産 | bevalling; geboorte |
shussan'iwai-出産祝い | felicitaties [cadeaus] bij een geboortefeest |
shussesaku-出世作 | (in de kunst of literatuur) een werk dat de maker roem [erkenning; aanzien] opleverde; meesterwerk; debuut(werkstuk) |
shussha-出車 | een auto uit een parkeerplaats [garage] rijden (na betaling) |
shusshi-出仕 | (in de Meiji periode) een ambtenaar in proeftijd; tijdelijke boventallige ambtenaren |
shusshi-出資 | investering; kapitaalinbreng |
shūtai-醜態 | schandalig gedrag [uiterlijk]; wangedrag; schandelijke handelswijze |
shutaisei-主体性 | onafhankelijkheid; eigen identiteit [initiatief]; individualiteit |
shūtaisei-集大成 | compilatie; verzameling |
shutaiteki-主体的 | onafhankelijk; individueel; proactief |
shutchin-出陳 | inzending voor een tentoonstelling; het exposeren |
shutchōjo-出張所 | bijkantoor; filiaal; lokale [plaatselijke] vertegenwoordiging; agentschap |
shutchōkyōju-出張教授 | het lesgeven bij een leerling thuis |
shutchōkyōju-出張教授 | docent die les geeft bij een leerling thuis |
shutchōryohi-出張旅費 | (zakelijke) reiskosten |
shūto-シュート | stortkoker, glijgoot; helling |
shutoken-首都圏 | hoofdstedelijk gebied; stedelijke agglomeratie |
shūtoku-習得 | scholing; het verkrijgen van kennis [bekwaamheid] |
shutsuba-出馬 | kandidaatstelling bij verkiezingen |
shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
shutsubahyōmei-出馬表明 | kandidaatstelling |
shutsudō-出動 | mobilisatie; uitzending (belast met een uitvoeringsopdracht, e.d.) |
shutsujinshiki-出陣式 | ceremonie voorafgaand aan de start van een (politie)actie, verkiezingscampagne, e.d. |
shutten-出典 | (literaire, e.d.) bron |
shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | Sturm und Drang (een stroming in de Duitse literatuur eind achttiende eeuw) |
shūu-驟雨 | (plotselinge) regenbui; stortbui |
shūya-庄屋 | (in het Edo tijdperk) dorpshoofd; hoofdman van een dorp of plaats (voornamelijk in het Kantō gebied) |
shūyōhinanbasho-収容避難場所 | vluchtelingenkamp; vluchtelingenopvang |
shūzen-愁然 | melancholie; verdrietigheid; treurigheid |
shuzoku-種族 | dieren- of plantensoort [familie] |
sō-壮 | een woord dat wordt gebruikt om het aantal keren te tellen van moxibustie (behandeling met brandende moxa op de huid) |
sō-相 | uiterlijk; voorkomen; verschijning; gelaatsuitdrukking; gelaatstrekken |
soba-岨 | steile berghelling [rotswand] |
sōba-相場 | maatschappelijke [publieke] waardering [reputatie]; aanzien |
sobame-側妻 | geliefde; minnares; maîtresse; concubine |
sobietoshakaishugikyōwakokurenpō-ソビエト社会主義共和国連邦 | de Sovjet-Unie; de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) |
sōda-そうだ | (bevestiging aan het einde van een zin) dat is zo; dat klopt; blijkbaar |
sodachi-育ち | groei; ontwikkeling |
sodachi-育ち | geboren en getogen (in een gebied of milieu) |
sōdanaite-相談相手 | adviseur; mentor; vertrouweling |
sōda・garasu-ソーダ・ガラス | natronkalkglas (soort glas, ook soda-lime-silica-glas genoemd) |
sode-袖 | een kant van een poort, hek, etc.; vleugel (van een gebouw); coulissen (toneel) |
sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
sofuto・baiku-ソフト・バイク | lichte motorfiets; bromscooter (gemotoriseerde tweewieler met een cilinderinhoud van 50 cc of minder) |
sofuto・fōkasu-ソフト・フォーカス | softfocus (techniek uit de fotografie waarbij het beeld opzettelijk enigszins onscherp wordt gemaakt) |
sōgi-争議 | meningsverschil; geschil; ruzie; twist; conflict |
sōgō-相好 | uiterlijk; gezicht |
sōgōgakka-総合学科 | een extra keuzevak dat op middelbare scholen wordt aangeboden naast de algemene en gespecialiseerde vakken |
sōgoginkō-相互銀行 | coöperatieve spaarbank, een financiële instelling die eigendom is van haar spaarders of klanten |
sōgoizon-相互依存 | onderlinge afhankelijkheid |
sōgōkazei-総合課税 | belasting op verzamelinkomen |
sōgu-装具 | uitrusting (wapenrusting; medische uitrusting; klimuitrusting e.d.) |
sōgū-遭遇 | onverwachte [toevallige] ontmoeting |
sōhaku-蒼白 | bleekheid; lijkbleek zijn |
sōhitsu-送筆 | penseelstreek interim beginpunt en eindpunt (bij het kalligraferen) |
sōikufū-創意工夫 | vindingrijkheid; originaliteit |
sōji-相似 | gelijkenis; overeenkomst; gelijkvormigheid; analogie |
sōjūshi-操縦士 | piloot; vliegenier |
sōkankankei-相関関係 | wederzijdse [onderlinge] betrekkingen; correlatie |
sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
sōken-送検 | doorsturing [verwijzing; renvooiering] van een strafzaak naar het Openbaar Ministerie door een gerechtsdienaar (politie) |
sōkensuru-総見する | met een grote groep een wedstrijd [voorstelling] bezoeken |
sōketsu-雙闕 | een poort met een wachttoren [uitkijkpost] links en rechts ervan |
sōki-想起 | herinnering; voorstelling; (opgeroepen) beeld; gedachtenis |
sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
sokkin-側近 | (iemands persoonlijke) hofhouding; entourage [naaste medewerkers; staf] |
sokkinbarai-即金払い | contante betaling; betaling in cash |
sokkō-速攻 | directe en snelle aanval; bliksemaanval |
sokkoku-即刻 | onmiddellijk; meteen |
sokkyo-卒去 | de dood [het overlijden] van een hooggeplaatste persoon |
sōkō-相好 | uiterlijk; gezichtsuitdrukking |
sokō-粗肴 | armzalige [eenvoudige] vis |
sōkoku-相克 | rivaliteit; wedijver; onenigheid; conflict |
sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
sokonau-損なう | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
sokoneru-損ねる | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
sōkōsha-装甲車 | (militair voertuig) pantserwagen |
sokoshirenai-底知れない | bodemloos; onbegrensd; onmetelijk |
sokubai-即売 | verkoop ter plekke (verkoop van tentoongestelde voorwerpen direct in de tentoonstellingsruimte) |
sokuchisen-測地線 | geodetische lijn |
sokudan-速断 | snel oordeel; haastige conclusie [beoordeling] |
sokuensen-測鉛線 | loodlijn |
sokuga-側臥 | op je zij liggend |
sokuga-側臥 | naast iemand liggend |
sokugasuru-側臥する | op je zij gaan liggen |
sokugasuru-側臥する | naast iemand gaan liggen |
sokuji-即時 | onverwijld; onmiddellijk; ogenblikkelijk |
sokunō-即納 | een snelle [stipte] betaling of bezorging |
sokusen-側線 | zijlijn (van sportveld of atletiekbaan) |
sokusen-側線 | (bij vissen) zijdestreep; zijlijn |
sokushi-即死 | onmiddellijke dood; dood ter plekke |
sokushin-促進 | versnelling; vooruitgang; promotie |
sokushisuru-即死する | onmiddellijk sterven |
sokutatsu-速達 | expresse; expressebestelling |
sokuteigenkai-測定限界 | meetlimiet; maximale meetwaarde |
sōku・wakuchin-ソーク・ワクチン | salkvaccin (poliovaccin, genoemd naar Jonas E. Salk) |
sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
somaria-ソマリア | Somalië |
somarirando-ソマリランド | Somaliland |
sōmei-聡明 | wijsheid; intelligentie |
sōmi-総身 | (iemands) hele lichaam; het hele lijf; ten voeten uit |
somosomo-抑 | eigenlijk; per slot van rekening |
sōmu-総務 | (afdeling) algemene zaken |
sōmu-総務 | werknemer [kantoorbediende] van (de afdeling) algemene zaken |
somurie-ソムリエ | sommelier; wijnkelner; keldermeester |
songaibaishō-損害賠償 | schadevergoeding; schadeloosstelling; tegemoetkoming [vergoeding; compensatie] voor geleden schade |
songenshi-尊厳死 | een waardige [natuurlijke] dood |
songu-ソング | lied; melodie |
sonka-尊家 | (respectvol woord voor het huis of de familie van iemand anders) uw huis; uw familie |
sonkai-損壊 | schade; beschadiging; vernieling; vernietiging |
sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
sonkin-損金 | (financieel) verlies |
sonkō-損耗 | slijtage; verslechtering |
sonmin-村民 | dorpeling; dorpsbewoner |
sonmō-損耗 | slijtage; verslechtering |
sonobashinogi-其の場凌ぎ | een tijdelijke maatregel; noodoplossing; een aktie ondernemen voor een tijdelijke oplossing |
sonokurai-其の位 | (ongeveer) zoveel; in die mate; een dergelijke hoeveelheid |
sonomama-其の儘 | in een onveranderlijke staat [toestand]; intact |
sonshitsu-損失 | verlies (van geld, bezittingen, etc.) |
son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
sōō-相応 | (boeddh.) de verbinding tussen [vereniging van] lichaam en geest |
sorani-空似 | een toevallige gelijkenis |
sorarizēshon-ソラリゼーション | solarisatie (fotografische inversie, waarbij zwart-wit in fotografisch werk wordt omgekeerd door tijdens het ontwikkelen enigszins te overbelichten) |
sorausobuku-空嘯く | onverschilligheid veinzen |
sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
sorezore-其れ其れ | elk; ieder; respectievelijk |
soriddo-ソリッド | solide; vast; stevig; massief; degelijk |
sorimi-反り身 | lichaamshouding met de borst vooruit |
sorisuto-ソリスト | solist |
sōritsu-創立 | stichting; oprichting; instelling |
sorosoro-そろそろ | langzaam; zachtjes; geleidelijk |
sorubenshī-ソルベンシー | solvabiliteit |
sōsa-捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek |
sosei-組成 | samenstelling; opbouw; structuur |
sōseiji-双生児 | tweeling |
sōseki-踪跡 | (iemands) verblijfplaats |
sōseki-送籍 | (door huwelijk of adoptie) overdracht van het familieregister [huishouden-registratie] van het ene naar het andere huishouden [gezin] |
sōsetsu-創設 | stichting; oprichting; instelling |
sōsetsusha-創設者 | oprichter; stichter (van een instelling e.d.) |
sōsha-奏者 | instrumentalist; speler; bespeler van een muziekinstrument |
sōsharizumu-ソーシャリズム | socialisme |
sōsharu-ソーシャル | maatschappelijk; publiekelijk; openbaar; sociaal |
sōsharu・adobataijingu-ソーシャル・アドバタイジング | publieksreclame |
sōsharu・apurikēshon-ソーシャル・アプリケーション | sociale software; software waar sociale netwerken op draaien (Engels: social application) |
sōsharu・enjiniaringu-ソーシャル・エンジニアリング | social engineering (het met technische middelen misbruik maken van menselijke zwakheden door criminelen) |
sōsharu・kosuto-ソーシャル・コスト | (economie) maatschappelijke kosten |
sōsharu・uea-ソーシャル・ウエア | kleding die gedragen wordt buiten het kantoor indien men persoonlijk met het publiek moet communiceren (Engels: social wear) |
sōsharu・wākā-ソーシャル・ワーカー | maatschappelijk werker [werkster]; sociaal werker [werkster] |
sōsharu・wāku-ソーシャル・ワーク | maatschappelijk werk (Engels: social work) |
sōshi-相思 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
soshiki-組織 | formatie; structuur; samenstelling |
sōshiki-葬式 | begrafenis; teraardebestelling; uitvaart; begrafenisplechtigheid |
sōshin-瘦身 | een slank [dun] lichaam [figuur] |
sōshin-総身 | het hele lichaam |
soshioguramu-ソシオグラム | sociogram (voorstelling van relaties in een sociale groep) |
sōshisōai-相思相愛 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
sōshitsu-喪失 | verlies; het kwijtraken |
soshōkeizoku-訴訟係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
sōsoku-総則 | algemene bepalingen; algemene voorwaarden |
sōtai-僧体 | de gestalte [het uiterlijk] van een (boeddhistische) monnik |
sōtai-双胎 | tweeling |
sōtaiteki-相対的 | relatief; betrekkelijk |
sotchoku-率直 | eerlijkheid; oprechtheid |
sōtei-想定 | veronderstelling; hypothese; aanname; verwachting; inschatting |
soto-外 | behorend tot een andere groep [familie] |
sōtō-相当 | gelijkwaardigheid |
sōtō-相当 | behoorlijke [aanzienlijke] hoeveelheid |
sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
sotoberi-外耗 | externe slijtage; slijtage aan de buitenkant van een autoband |
sotomawari-外回り | de buitenste sporen van een ringspoorweg [cirkellijn]; de buitenste rijstroken van een ringweg |
sotto-そっと | stiekem; heimelijk |
sou-沿う | volgen; in lijn zijn met |
sowa-岨 | steile berghelling [rotswand] |
soware-ソワレ | (Frans: soirée) soiree; avondvoorstelling; avondfeest |
soyokaze-微風 | lichte wind; zacht briesje |
sozai-素材 | (oorspronkelijk) materiaal; materie; grondstof |
sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
sōzō-想像 | verbeelding; veronderstelling |
sōzōryoku-想像力 | verbeeldingskracht; voorstellingsvermogen |
subarashii-素晴らしい | prachtig; geweldig; voortreffelijk; schitterend |
suberi-滑り | het glijden; slippen |
suberidai-滑り台 | glijbaan |
suberidome-滑り止め | antislip (materiaal) |
suberu-滑る | glijden (ski's, schaatsen, boot op het water, etc.) |
suberu-滑る | uitglijden; onderuitgaan |
suberu-滑る | glad [glibberig] zijn; slippen |
sue-末 | nakomeling |
sugata-姿 | uiterlijk; verschijning; voorkomen; gedaante |
sugoi-凄い | verschrikkelijk; afschuwelijk |
sugu-直ぐ | meteen; direct; onmiddellijk |
sugureru-優れる | overtreffen; voorbijstreven; beter zijn (dan); uitblinken |
sugusama-直ぐ様 | onmiddellijk; direct; meteen |
suiban-推輓 | aanbeveling, aanprijzing (oorspronkelijke betekenis: een wagen vanaf de achterkant duwen, of vanaf de voorkant trekken) |
suibotsu-水没 | onderdompeling; immersie; onder water komen te staan |
suigyo-水魚 | water en vis(sen) (ook als symbool van iets dat moeilijk van elkaar te scheiden is) |
suihei-水平 | horizontaliteit; horizontale stand |
suiheibungyō-水平分業 | horizontale arbeidsverdeling [werkverdeling; specialisatie] |
suiheisen-水平線 | horizontale lijn |
suihō-水泡 | metafoor voor vluchtigheid [verspilling] |
suijaku-衰弱 | zwakte; uitputting; uitmergeling; wegtering |
suijōki-水上機 | watervliegtuig |
suikazura-忍冬 | kamperfoelie (Lonicera japonica) |
suikō-遂行 | verwezenlijking; voltooiing; uitvoering |
suikomu-吸い込む | inhaleren; inademen; opzuigen; doorslikken |
suiminsenmon'i-睡眠専門医 | somnoloog; slaapspecialist |
suingu-スイング | zwaai; slinger |
suīpā-スイーパー | (voetbal) libero; vrije verdediger |
suisankakariumu-水酸化カリウム | kaliumhydroxide |
suisen-推薦 | aanbeveling; referentie; steunbetuiging |
suisen-水洗 | doorspoeling; het afspoelen; met water wassen |
suisentosho-推薦図書 | aanbevolen boek(en) [literatuur; leeslijst] |
suishitai-水死体 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken |
suishitsu-水質 | waterkwaliteit; kwaliteit van het water |
suishitsuosen-水質汚染 | watervervuiling; waterverontreiniging |
suishō-推奨 | aanbeveling; advies |
suisho-水書 | waterkalligrafie (het schrijven met een penseel met water i.p.v. inkt, op een speciale ondergrond) |
suishoku-水色 | lichtblauw |
suishōtai-水晶体 | de kristallijne lens (van het oog) |
suisoku-推測 | schatting; hypothese; vermoeden; veronderstelling |
suisui-すいすい | (onomatopee) licht; soepel; glijdend; gladjes; vlot |
suitchibakku-スイッチバック | zigzagspoorweg (op een berghelling) |
suitchihittā-スイッチヒッター | (Eng.: switch hitter) een honkbalspeler die zowel rechts- als linkshandig kan slaan |
suitchi・torēdo-スイッチ・トレード | handelswijze waarbij het ene bedrijf zijn verplichting om een aankoop te doen in een bepaald land aan een ander bedrijf verkoopt |
suitei-推定 | aanname; inschatting; veronderstelling |
suīto・hāto-スイート・ハート | (Eng.: sweetheart) geliefde; lief(je); lieverd; minnaar; minnares |
suiyōeki-水様液 | op water lijkende oplossing |
suiyōeki-水様液 | waterig oogvocht (vloeistof in het oog die de ruimte tussen het hoornvlies en de lens (en rondom de lens) opvult) |
suizō-膵臓 | pancreas; alvleesklier |
suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
suji-筋 | lijn; streep |
suji-筋 | bloedlijn; afstamming |
suji-筋 | natuurlijke aanleg; gave |
suji-筋 | verhaallijn; plot |
suji-筋 | bron; kanaal; (welingelichte) kringen |
sujibone-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
sujichigai-筋違い | onredelijkheid; een tegenargument dat geen stand houdt |
sujichigai-筋違い | diagonaal; dwarsliggend; kruiselings |
sujidate-筋立て | verhaallijn; plot |
sujihiki-筋引 | het trekken van een lijn |
sujihiki-筋引 | werktuig [gereedschap] om een lijn te trekken |
sukaijakku-スカイジャック | (vliegtuig) kaping |
sukaimeito-スカイメイト | skymate is een kortingssysteem (voor jongeren) op vliegtarieven van Japanse luchtvaartmaatschappijen |
sukairain-スカイライン | (Eng.: skyline) horizon; silhouet [contouren] van bergen of gebouwen in de lucht |
sukaisupōtsu-スカイスポーツ | luchtsport(en) (zweefvliegen, ballonvaren, etc.) |
sukanburingugihō-スカンブリング技法 | scumbling, een techniek in de schilderkunst waarbij de verf wordt gedempt [verdoezeld] om een vager [glazig] effect te krijgen |
sukatorojī-スカトロジー | scatologie (aandacht of voorliefde voor uitwerpselen) |
sukebeikonjō-助平根性 | wellust; liederlijkheid |
sukēru-スケール | weegschaal; graadverdeling; schuifmaat |
sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
suki-好き | voorliefde; voorkeur |
sukihōdai-好き放題 | naar believen, helemaal naar (je) eigen zin |
sukījō-スキー場 | ski resort; skicentrum; skihelling |
sukikatte-好き勝手 | naar believen, helemaal naar (je) eigen zin |
sūkikei-枢機卿 | (katholieke) kardinaal |
sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
sukuea・nekku-スクエア・ネック | vierkante halslijn |
sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
sukunakarazu-少なからず | behoorlijk wat; niet gering; in niet geringe mate |
sukuramu-スクラム | een dicht opeengepakte menigte; een menselijke keten bij een demonstratie |
sukuranburu-スクランブル | opstijgen wegens alarm (gevechtsvliegtuigen) |
sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
sukuranburu・rēsu-スクランブル・レース | een vorm van motor-cross door natuurlijk terrein |
sukūringu-スクーリング | onderwijs; opleiding; scholing |
sukurīn・sēbā-スクリーン・セーバー | (computer) screen saver; schermbeveiliging |
sukuu-救う | (iem.) redden; (iem.'s) lijden verlichten |
sumairu-スマイル | glimlach |
sumanai-済まない | onvergeeflijk |
sumātobōru-スマートボール | Japans balspel (vergelijkbaar met flipperen) |
sumau-住まう | wonen; verblijven; bewonen |
sumitsuki-墨付き | kalligrafie; handschrift |
sumu-住む | (gaan) wonen; bewonen; verblijven |
sunakku-スナック | hapje; tussendoortje; lichte maaltijd |
sunawachi-即ち | met andere woorden; dat wil zeggen; te weten; namelijk |
sunbyō-寸秒 | moment; ogenblik; seconde |
sunēkuuddo-スネークウッド | letterhout of slangenhout (hout met een natuurlijke tekening lijkend lettersschrift of op slangenhuid, van de tropische boom Brosimum guianense) |
sungeki-寸隙 | vrij ogenblik [moment]; vrije tijd |
sunji-寸時 | een [kort] moment [ogenblik]; een minuutje |
sunka-寸暇 | een vrij ogenblik [moment] |
sunnari-すんなり | (onomatopee) probleemloos; gemakkelijk; vlot; gladjes |
sunpyō-寸評 | een korte beoordeling [bespreking]; kort commentaar |
supekutakuru-スペクタクル | aanblik; uitzicht |
superingu-スペリング | spelling; spellingwijze; spellingleer; orthografie |
superu-スペル | het spellen; spelling |
superu・chekkā-スペル・チェッカ | spellingschecker (spellingcontrole) |
superu・chekkā-スペル・チェッカー | spellingchecker |
supesharisuto-スペシャリスト | specialist; expert |
supīdoappu-スピードアップ | versnelling; snelheidsverhoging; opdrijving |
supin-スピン | (vliegtuig) tolvlucht; duik |
supirichuaru-スピリチュアル | spiritueel; geestelijk |
supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
suponji-スポンジ | spons (natuurlijk of kunstmatig) |
supottogai-スポット買い | een eenmalige aankoop (i.t.t. een periodieke aankoop) |
suppokasu-すっぽかす | (iets) nalaten; ongedaan laten; (een plicht; taak) verwaarlozen [verzaken] |
supuritto-スプリット | splitsing; (ver)deling |
supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
supuritto・fingādo・fasuto・bōru-スプリット・フィンガード・ファスト・ボール | (honkbal) een snelle bal met effect geworpen zodat hij plotseling daalt |
supurōru-スプロール | wildgroei; onregelmatige [onordelijke] uitgroei [uitbreiding] |
supūtoniku-スプートニク | spoetnik (Russische kunstmatige satelliet) |
suraidingu-スライディング | het schuiven; glijden |
suraidingu-スライディング | sliding (bij sport: glijdende beweging over de grond met de benen vooruit) |
suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
suraido-スライド | het glijden; glijbeweging; schuiven |
suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
surajji-スラッジ | slib; slijk; modder |
surakku-スラック | speling; slapte; slap [los] zittend deel |
surechigau-擦れ違う | elkaar (rakelings) passeren |
sureru-擦れる | verslijten; versleten raken |
sureru-擦れる | onschuld verliezen |
suresure-すれすれ | rakelings; vlak langs |
suri-刷り | druk (kwaliteit) |
suriashi-摺り足 | een schuifelende [sloffende; glijdende] loop (met de voeten over de grond slepend) |
surikogi-擂り粉木 | een scheldwoord voor iemand die langzaam aan het aftakelen is (net zoals het afslijten van een houten stamper) |
surippa-スリッパ | slipper (schoeisel) |
surippu-スリップ | slip (het glijden van een voertuig) |
suritto・kamera-スリット・カメラ | een camera zonder sluiter, maar met een smalle spleet waar het licht doorheen valt (stripfotografie of spleetfotografie) |
surī・futto・rain-スリー・フット・ライン | (honkbal) drie-voet-lijn, de lijn die het slagveld verbindt met het eerste honk |
surī・pīsu-スリー・ピース | een driedelig pak [kostuum] |
surōpu-スロープ | helling; heuvel |
suru-する | beslissen |
surudoi-鋭い | scherp; slim |
surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
sūryōwariate-数量割当 | toewijzing [toekenning] van quota; quotaverdeling |
susamajii-凄まじい | verschrikkelijk; afschuwelijk |
susuharai-煤払い | verwijdering van roet van heiligdommen in december (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
susurinoumi-硯の海 | inktputje; uitholling [holte] in een inktsteen (waar de inkt in gaat) |
sutā-スター | ster (hemellichaam) |
sutā-スター | ster (persoon die uitblinkt) |
sutabiraizā-スタビライザー | stabilisator |
sutairisuto-スタイリスト | stylist; styliste; ontwerper; ontwerpster |
sutamen-スタメン | (sport) startopstelling |
sutando-スタンド | standaard; stelling |
sutandobai・kurejitto-スタンドバイ・クレジット | lening van IMF (Internationaal Monetair Fonds) aan lidstaten |
sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
sutando・purē-スタンド・プレー | (theater) het op het publiek spelen |
sutansu-スタンス | (bij rotsklimmen) steunpunt; houvast |
sutāringu-スターリング | pond sterling (Engelse munteenheid) |
sutāringu・burokku-スターリング・ブロック | een groep landen (voornamelijk uit het Britse Gemenebest) die hun munteenheid aan het pond sterling koppelden |
sutārinshugi-スターリン主義 | stalinisme |
sutatingumenba-スターティング・メンバー | (sport) startopstelling |
sutātingu・menbā-スターティング・メンバー | (sport) deelnemer die meedoet aan het begin van een wedstrijd (in de startopstelling) |
sutego-捨て子 | vondeling; een in de steek gelaten kind |
suterusu-ステルス | (Eng. stealth) heimelijkheid; stiekem; in het geheim |
suterusugijutsu-ステルス技術 | stealth-technologie (om een vliegtuig of een voertuig minder makkelijk detecteerbaar te maken) |
sutēshon-ステーション | politiebureau; brandweerkazerne; centrale; basis (b.v. marine) |
sutēshon・burēku-ステーション・ブレーク | een pauze in een radio- of televisie-uitzending voor reclame of mededelingen |
sutētsuman-ステーツマン | staatsman; politicus |
sutokku-ストック | violier (plant, Matthiola incana) |
sutoppuraito-ストップライト | stoplicht; verkeerslicht |
sutoppuraito-ストップライト | achterlicht (voertuig) |
sutorenjā-ストレンジャー | vreemdeling; buitenstaander; buitenlander |
sutoresu-ストレス | (geestelijke) spanning; stress; druk |
sutorēto-ストレート | rechtdoorzee; eerlijk; correct; fatsoenlijk |
sutorēto-ストレート | in één keer; winnen zonder verliespunt |
sutōrī-ストーリー | verhaal; verhaallijn; plot |
sutorīkingu-ストリーキング | het blootflitsen; naaktflitsen (buiten naakt rondrennen) |
sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
suttenkorori-すってんころり | plotselinge val [buiteling]; het ineens onderuit gaan |
suwappukyōtei-スワップ協定 | een ruilovereenkomst, waarbij de centrale banken van landen hun valuta tijdelijk aan elkaar verstrekken (om de wisselkoers te stabiliseren) |
suwarajiundō-スワラジ運動 | Swarāj, een Indiase onafhankelijkheidsbeweging |
suwari-座り | stabiliteit |
suwarikomu-座り込む | plaatsnemen; (demonstratief) gaan zitten (en blijven zitten) |
suzukonshiki-錫婚式 | tinnen bruiloft (10 jarig huwelijk) |
suzumeiro-雀色 | licht rood-bruine kleur |
suzumezushi-雀鮨 | sushi gemaakt door een kleine zeebrasem open te snijden en te vullen met sushirijst (de vorm van de sushi lijkt op een mus) |
suzuran-鈴蘭 | lelietje-van-dalen (Convallaria) |
tabakaru-謀る | plannen; een plan maken; beramen; een list bedenken |
tabenokoshi-食べ残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
tabi-足袋 | tabi, Japanese sok (met een split tussen de tenen voor het dragen van teenslippers) |
tabidatsu-旅立つ | heengaan; overlijden |
tabitabi-度度 | vaak; telkens weer; herhaaldelijk; iedere keer |
tābopuroppu-ターボプロップ | turbopropvliegtuig |
tabun-多分 | waarschijnlijk; misschien |
taburakasu-誑かす | bedriegen; oplichten; iem. verleiden (om iets te doen) |
taburō-タブロー | (Frans: tableau) tafereel; afbeelding; voorstelling; schildering |
tabyō-多病 | ziekelijkheid; zwakke [kwetsbare] gezondheid |
tachiaienzetsu-立ち会い演説 | campagne speech; publiek debat |
tachidokoroni-立ち所に | direct; onmiddellijk; meteen; à la minute |
tachigiki-立ち聞き | het afluisteren; toevallig horen [opvangen] |
tachikurami-立ち眩み | duizeligheid bij (op)staan; orthostatische hypotensie |
tachimachi-忽ち | tel; seconde; ogenblik |
tachimachi-忽ち | opeens; plotseling |
tachimawari-立ち回り | schermutseling; (toneel) gevecht |
tachinarabu-立ち並ぶ | gelijkwaardig zijn (aan) |
tachinoboru-立ち上る | omhoog gaan; klimmen |
tachiokureru-立ち遅れる | achterblijven; achterop raken; laat beginnen [starten] |
tachitsukusu-立ち尽くす | stil (blijven) staan; bewegingloos staan |
tachiyomi-立ち読み | het staande lezen (b.v. in een boekenwinkel of bibliotheek) |
tachizume-立ちづめ | lang (blijven) staan |
tada-徒 | gewoon; gewoonlijk |
tadachini-直ちに | onmiddellijk; direct; meteen |
tadareru-爛れる | pijnlijk [ontstoken; geïnfecteerd; branderig] zijn |
tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
tadashii-正しい | eerlijk; oprecht |
tadayou-漂う | in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur) |
tadōshi-他動詞 | transitief werkwoord; overgankelijk werkwoord |
taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
tagaichigai-互い違い | afwisseling |
tagaini-互いに | wederzijds; wederkerig; onderling; tezamen |
tagenron-多元論 | pluralisme |
tāgetto-ターゲット | doel; doelstelling; doelwit, mikpunt |
tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
tai-タイ | gelijk spel; gelijke stand (sport) |
tai-他意 | een andere bedoeling; bijbedoeling; kwaadwillendheid |
tai-体 | lichaam |
tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
taibatsu-体罰 | lijfstraf |
taibetsu-大別 | algemene onderverdeling [classificatie] |
taibu-退部 | uitschrijving [beëindiging] van een lidmaatschap (van een club, e.d.) |
taieki-体液 | lichaamsvocht; lichaamssap |
taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
taieki-退役 | uittreding; ontslagneming (uit actieve dienst van militairen, politie, e.d.) |
taigaijusei-体外受精 | in-vitrofertiliatie (IVF); reageerbuisbevruchting |
taigen-体現 | belichaming; incarnatie; personificatie |
taigensuru-体現する | belichamen; model staan voor |
taiheiraku-太平楽 | een lied in Gagaku's Tang-muziek |
taihen-大変 | ernstig [afschuwelijk; vreselijk] zijn |
taihi-対比 | contrast; tegenstelling; vergelijking |
taihitsu-大筆 | meesterwerk in kalligrafie, dichtkunst, proza, e.d. |
taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
taiiku-体育 | lichamelijke opvoeding; gymnastiek |
taiin-隊員 | korpslid (politie, brandweer, krijgsmacht., e.d.) |
taijū-体重 | lichaamsgewicht |
taika-大家 | rijke [voorname] familie |
taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
taikan-体感 | zintuiglijke waarneming; lichamelijke gevoelens; sensibiliteit |
taike-大家 | rijke [voorname] familie |
taikei-体刑 | lijfstraf; dwangarbeid |
taikei-体型 | lichaamstype; biotype |
taikei-大兄 | (beleefd woord van mannen voor een oudere of gelijke) u |
taikei-隊形 | formatie; samenstelling; (militaire) eenheid |
taiken-体験 | praktische [persoonlijke] ervaring; praktijkervaring |
taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikiosen-大気汚染 | luchtvervuiling; luchtverontreiniging |
taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikomochi-太鼓持ち | vleier; slijmbal; slijmerd |
taikōsha-対向車 | tegemoetkomend voertuig; tegenligger |
taikutsu-退屈 | verveling; sleur; saaiheid; eentonigheid |
taimei-大命 | keizerlijk [koninklijk] bevel; decreet van een vorst |
taimei-待命 | in afwachting van orders [instructies; aanstelling] |
taimen-対面 | persoonlijke ontmoeting; interview |
taimō-体毛 | lichaamshaar |
taimu・rimitto-タイム・リミット | tijd(s)limiet; deadline |
taimu・sābisu-タイム・サービス | beperkte verkooptijd; tijdelijke aanbieding |
taimu・sēru-タイム・セール | beperkte verkooptijd; tijdelijke aanbieding |
taimu・sukejūru-タイム・スケジュール | tijdschema; rooster; dienstregeling |
taimu・tēburu-タイム・テーブル | dienstregeling; tijdschema |
tainai-体内 | binnen [in] het lichaam |
tainichi-滞日 | verblijf [verblijven] in Japan |
tainō-怠納 | (het hebben van) een betalingsachterstand; achterstallige betaling; het in gebreke blijven |
tainō-滞納 | achterstallige betaling; betalingsachterstand |
tainōkin-滞納金 | achterstallige betalingen |
tainōshobun-滞納処分 | beslaglegging naar aanleiding van een betalingsachterstand |
taiō-対応 | overeenstemming (met); gelijkwaardigheid |
taiō-対応 | verenigbaarheid; compatibiliteit; toepasbaarheid |
taiō-対応 | behandeling; onderhandeling; afhandeling |
taion-体温 | lichaamstemperatuur |
taionkei-体温計 | thermometer; temperatuurmeter (lichaam) |
taira-平ら | gelijkmatigheid; effenheid |
tairan-大乱 | rebellie; opstand; burgeroorlog |
tairei-大礼 | een belangrijke ceremonie (zoals huwelijk, begrafenis, etc.) |
tairetsu-隊列 | gelid; rij; linie; colonne |
tairikukikō-大陸気候 | landklimaat |
tairikuseikikō-大陸性気候 | landklimaat |
tairitsu-対立 | tegenstand; confrontatie; tegenstelling |
tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
tairyū-滞留 | opeenhoping; opeenstapeling |
tairyū-滞留 | verblijf |
taisabaki-体捌き | (judo) draaiende beweging van het lichaam |
taisaku-大作 | (in kwaliteit) een meesterwerk |
taisei-体勢 | (lichaams)houding; stand; postuur |
taisei-大勢 | de ontwikkeling (van iets); de loop van een gebeurtenis |
taisei-大聖 | vooraanstande wijsgeer; verheven heilige (met een deugdzaam leven) |
taisha-代謝 | stofwisseling; metabolisme |
taisha-大社 | (oorspronkelijk) nationale hoofdtempel [schrijn] |
taisha-大社 | Izumo heiligdom [schrijn] (Shimane prefectuur) |
taishibōritsu-体脂肪率 | lichaamsvetpercentage |
taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
taisho-対処 | actie; handeling; behandeling |
taishō-対照 | contrast; tegenstelling; vergelijking |
taishōryōhō-対症療法 | symptomatische therapie [behandeling] |
taishū-体臭 | lichaamsgeur |
taishū-大衆 | de massa; het grote publiek |
taishūka-大衆化 | popularisatie; het populair [algemeen begrijpelijk] maken (van wetenschap b.v.) |
taisō-大葬 | keizerlijke begrafenis(dienst) |
taitō-対当 | equivalentie; gelijkwaardigheid; overeenkomstigheid |
taitō-対等 | gelijkheid; equivalent; gelijk niveau |
taitoru-タイトル | rang; maatschappelijke positie; academische titel |
taiyō-太陽 | bron van geluk [vreugde; hoop]; licht (fig.) |
taiyōgi-太陽儀 | heliometer; zonnemeter |
taiyōkō-太陽光 | zonlicht |
taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
taiyōtō-太陽灯 | hoogtezon; zonlichtlamp |
taiyū-大勇 | ware [innerlijke] moed [durf] |
taiza-胎座 | placenta bij planten; zaadlijst; zaaddrager |
taizai-滞在 | verblijf |
taizaichi-滞在地 | verblijfplaats |
taizaichū-滞在中 | tijdens het verblijf |
taizaihi-滞在費 | verblijfkosten |
taizaikikan-滞在期間 | verblijfsduur; duur [lengte] van het verblijf |
taizaikyokashō-滞在許可証 | verblijfsvergunning |
tai・burēku-タイ・ブレーク | (tennis) speciale game om set te beslissen (bij een stand van 6-6) |
tajitanan-多事多難 | onrust; beroering; zware [moeilijke] tijden; problemen |
tajō-多情 | wispelturigheid; wisselvalligheid; onbetrouwbaarheid |
tajōtakon-多情多恨 | veel verdriet [zorgen] en teleurstellingen |
tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
takaha-鷹派 | haviken; hardliners; radicale groep [factie] |
takahiku-高低 | fluctuatie; hoog en laag; opkomst en ondergang; stijging en daling |
takamakie-高蒔絵 | reliëf lakwerk |
takana-高菜 | Japanse grote rode mosterdplant (Brassica juncea var. integrifolia) |
takashio-高潮 | climax; toppunt |
taketonbo-竹蜻蛉 | (traditioneel Japans speelgoed) bamboe libelle, een propellor die gaat draaien door een pin snel in beide handpalmen te wrijven |
tako-凧 | vlieger (aan een touw) |
takokukanshugi-多国間主義 | multilateralisme |
takokumono-他国者 | buitenlander; vreemdeling |
taku-啄 | de zevende penseelstreek (diagonaal van rechtsboven naar linksonder) van de 永字八法 (de acht basis penseelstreken van kanji) |
takuhon-拓本 | (archeologie) rubbing; wrijfsel (door wrijving verkregen kopieën op papier van reliëfversieringen) |
takusen-託宣 | (goddelijk) orakel; openbaring |
takuto-タクト | (muziek, literatuur) maat; ritme |
tamarikaneru-堪り兼ねる | onverdraaglijk zijn; (iets) niet langer kunnen verdragen; er niet meer tegen kunnen |
tamaru-溜まる | zich opstapelen [verzamelen]; aangroeien; oplopen; blijven liggen |
tamasaka-偶さか | toevallig; onverwacht; zelden; ongewoon |
tamatama-偶 | toevallig; af en toe; onverwacht |
tamaya-霊屋 | ruimte waar een overledene tijdelijk ligt opgebaard tot de begrafenis |
tāminaru-ターミナル | (vliegveld) vertrekhal; aankomsthal |
tāminaru・biru-ターミナル・ビル | (vliegveld) terminalgebouw |
tamon-他門 | andere familie [traditie; school] |
tamon-他門 | andere religieuze sekte; ander kerkgenootschap |
tān-ターン | draai; wending; omwenteling; kentering; bocht; afslag |
tan-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
tanaage-棚上げ | het op de plank houden [tijdelijk niet verkopen] (van producten) |
tanabata-七夕 | Tanabata, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
tanabatamatsuri-七夕祭り | Tanabata festival, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
tanazarae-棚浚え | uitverkoop van (overtollige) winkelvoorraad |
tanazarashi-棚晒し | onverkoopbare [niet verkochte] winkelvoorraad; producten die op de planken zijn blijven liggen |
tanbi-耽美 | voorliefde [gevoeligheid] voor kunst en schoonheid |
tanbō-探訪 | veldwerk; (journalistiek) onderzoek [navraag] doen (ter plaatse) |
tanborin-タンボリン | (muziekinstrument) tamborim (Braziliaanse handtrommel) |
tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
tangei-端倪 | speculatie; veronderstelling; gissing |
tanhon'i-単本位 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanhon'iseido-単本位制度 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanjento-タンジェント | (wiskunde) tangens; raaklijn |
tanka-炭化 | verkoling; carbonisatie |
tanka-譚歌 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
tankan-短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
tankei-短径 | korte [kleine] as (van een ellips) |
tankei-端渓 | inktsteen van hoge kwaliteit (uit de provincie Guangdong in China) |
tanki-短気 | opvliegend [driftig; ongeduldig] karakter [humeur] |
tankitaizai-短期滞在 | kort verblijf |
tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
tanmari-たんまり | heel wat; nogal wat; behoorlijk veel |
tanoshii-楽しい | gezellig; leuk; prettig; aangenaam |
tanpatsu-単発 | eenmotorig (vliegtuig) |
tanpatsuki-単発機 | eenmotorig toestel (vliegtuig) |
tanpoken-担保権 | zekerheidsrecht; zekerheidsstelling; recht van hypotheek |
tanpotsukishasai-担保付社債 | bedrijfsobligatie met zekerheid |
tanrei-端麗 | schoonheid; bekoorlijkheid; elegantie |
tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
tansei-端整 | fatsoenlijk [respectabel; netjes; rechtschapen; mooi] zijn |
tanseki-旦夕 | dreiging; urgente situatie; (gevaarlijke) rand |
tanshi-譚詩 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
tanshikyoku-譚詩曲 | ballade; verhalend lied |
tanshin-丹心 | oprechtheid, eerlijkheid; trouw |
tantai-単胎 | eenlingzwangerschap; enkelvoudige zwangerschap |
tantan-淡淡 | licht; eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; onverschillig |
tantan-眈眈 | (b.v. van een tijger, e.d.) een scherpe en doordringende blik; waakzaam zijn; klaar om actie te ondernemen |
tantō-担当 | het de leiding hebben; verantwoordelijk zijn |
tantōsha-担当者 | leidinggevende; de verantwoordelijke persoon; coördinator; contactpersoon |
tantōsuru-担当する | de leiding hebben; verantwoordelijk zijn |
tanzaku-短冊 | een strook papier voor het maken van lijsten |
tanzeisha-担税者 | belastingplichtige; belastingbetaler |
tan'i-単位 | studiepunt (bij onderwijs instellingen) |
tan'i-単位 | kleine eenheid (van een instelling, familie, e.d.); groep; sectie |
tan'on-短音 | (taalkunde) korte klank; korte klinker |
taoyaka-たおやか | elegant; sierlijk; gracieus |
tāpu-タープ | tarpaulin; dekzeil |
tarabagani-鱈場蟹 | rode koningskrab (Paralithodes camtschaticus) |
taranoki-楤の木 | (Aralia elata) duivelswandelstok; engelenboom; engelwortelboom |
tarantera-タランテラ | tarantella (Italiaanse volksdans) |
taratara-たらたら | onophoudelijk; overvloedig; voortdurend |
tarayō-多羅葉 | hulst (Ilex latifolia) |
tare-垂れ | kanji-radicaal links-boven |
tarekomu-垂れ込む | klikken; verklikken; verraden; doorgeven (aan de politie) |
taryōchūmon-多量注文 | grote bestelling; bestelling van grote hoeveelheden |
tasan-多産 | vruchtbaarheid; fertiliteit |
tashika-確か | zeker; waar; ongetwijfeld; duidelijk |
tashō-多少 | enigszins; ietwat; lichtelijk; tamelijk |
tassei-達成 | prestatie; resultaat; succes; verwezenlijking |
tasseisuru-達成する | presteren; (resultaat) bereiken; verwezenlijken |
tataeru-称える | loven; prijzen; verheerlijken; lofprijzen; bewonderen |
tatai-多胎 | meerlingzwangerschap; meervoudige zwangerschap |
tataiji-多胎児 | meerling |
tatakidasu-叩き出す | uitslaan; uitdeuken; uitsmeden (in reliëf) |
tatakinaosu-叩き直す | door discipline corrigeren |
tatazumu-佇む | stilstaan; blijven rondhangen |
tatchirain-タッチライン | (sport) zijlijn |
tatemae-建て前 | officieel [publiek; diplomatiek] standpunt; façade |
tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
tatetoosu-立て通す | (tot het einde) voortduren [blijven bestaan] |
tatoe-例え | vergelijking; metafoor; allegorie |
tatoeru-例える | vergelijken; figuurlijk spreken; bij wijze van spreken |
tatsubun-達文 | goed geschreven [duidelijke] tekst |
tatsui-達意 | begrijpelijkheid; duidelijkheid; klaarheid |
tattoi-尊い | verheven; hoog; nobel; goddelijk |
tawamureru-戯れる | flirten; uit vrijen gaan |
tayasui-容易い | eenvoudig; simpel; makkelijk |
tayōka-多様化 | diversificatie; afwisseling |
tazuna-手綱 | (fig.) teugels; toom; controle; beteugeling; bedwang |
tazuna-手綱 | band als opvulling van een helm van een Japans harnas |
teai-手合い | man; vent; kerel; gezelschap; kring; kliek |
teate-手当て | medische behandeling; medische zorg [hulp] |
teatsui-手厚い | hartelijk; warm; gastvrij; attent |
teatsui-手厚い | rijkelijk; royaal |
tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
tebentō-手弁当 | vrijwilligerswerk doen; werken zonder betaling |
tēburu-テーブル | tabel; lijst |
tegakari-手がかり | handgreep; houvast (bij bergbeklimmen) |
tegaru-手軽 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
tegatai-手堅い | solide; betrouwbaar; veilig |
tegoro-手頃 | handformaat; handig; praktisch; makkelijk te hanteren |
tegoto-手事 | listen [trucjes] van prostitués om klanten binnen te lokken |
tei-底 | (wiskunde) basis; grondvlak; grondlijn |
teichaku-定着 | vaststelling; algemene erkenning; totstandkoming |
teigaku-停学 | (tijdelijke) schorsing voor het volgen van klassen [colleges] |
teigakuhō-定額法 | lineaire afschrijvingsmethode |
teigen-低減 | afname; vermindering; daling; reductie |
teiji-綴字 | spelling |
teijiro-丁字路 | T-splitsing; T-kruising |
teiketsu-貞潔 | eerlijk en zuiver [rein] zijn |
teikettō-低血糖 | hypoglykemie; sterke daling van de bloedsuikerspiegel |
teikettōshō-低血糖症 | hypoglykemie; sterke daling van de bloedsuikerspiegel |
teikibin-定期便 | (vaste) lijndienst (boot, vlucht, etc.) |
teikisen-定期船 | lijnboot; lijnschip (schip dat een vaste route vaart) |
teikokushugi-帝国主義 | imperialisme |
teikuofu-テイクオフ | het opstijgen (vliegtuig) |
teikyū-低級 | lage [slechte] kwaliteit; inferieur [vulgair] zijn |
teinei-丁寧 | beleefdheid; hoffelijkheid |
teinen-定年 | (wettelijke) pensioenleeftijd; pensioengerechtigde leeftijd |
teippai-手一杯 | de handen vol; aan de limiet |
teirazu-手入らず | makkelijk; zonder problemen [mankementen] |
teirazu-手入らず | ongebruikt; onaangeroerd; maagdelijk |
teire-手入れ | politie-inval; arrestatie |
teisai-体裁 | uiterlijk; uiterlijke verschijning |
teisei-貞正 | trouw [loyaliteit] en oprechtheid |
teisenkaidan-停戦会談 | onderhandelingen voor een wapenstilstand |
teisenrain-停戦ライン | een staakt-het-vuren linie |
teisensuru-停戦する | stoppen met vechten [schieten]; de wapens neerleggen; de vijandelijkheden staken |
teisetsu-貞節 | kuisheid; [echtelijke] trouw |
teisha-停車 | het (tijdelijk) stoppen van een voertuig (voor een stoplicht, halte, station, etc.) |
teishi-底止 | het tot een einde komen; de bodem [het laatste punt; de grens; de limiet] bereiken |
teishin-廷臣 | hoveling(e) |
teishin-挺身 | vrijwilliger; het zich als vrijwilliger aanbieden |
teishinsuru-挺身する | zich als vrijwilliger aanbieden; het voortouw nemen |
teishisuru-底止する | tot een einde komen; de bodem [het laatste punt; de grens; de limiet] bereiken |
teishoku-停職 | schorsing van de dienstverband; tijdelijke verwijdering uit het ambt |
teishoku-定職 | vaste baan; vaste aanstelling |
teishuku-貞淑 | zuiverheid; reinheid (als vrouwelijke deugd) |
teishutsubi-提出日 | inleverdatum; vervaldag; deadline |
teitaraku-体たらく | moeilijke toestand; lastige situatie |
teito-帝都 | keizerlijke hoofdstad; een stad met een keizerlijk paleis |
teizō-逓増 | geleidelijke groei [toename] |
tekagami-手鑑 | verzameling oude handschriften |
tekaki-手書き | iemand die goed [mooi] kan schrijven; iemand met een mooi handschrift; een kalligraaf |
tekateka-てかてか | (onomatopee) glimmend; glinsterend; glanzend |
tekichi-敵地 | vijandelijk (grond)gebied; vijandelijk terrein |
tekihatsu-摘発 | ontmaskering; blootlegging; onthulling |
tekii-敵意 | vijandigheid; vijandelijkheid; vijandschap; haat; wrok; rancune |
tekikakutegata-適格手形 | een bankaccept (gekwalificeerd door de Bank van Japan) |
tekīra-テキーラ | tequila (Mexicaanse alcoholische drank) |
tekirei-適例 | een goed [toepasselijk] voorbeeld |
tekisei-敵勢 | gevechtskracht van de vijand; vijandelijke strijdkrachten |
tekisei-適正 | redelijk [passend; juist; eerlijk] zijn |
tekiseikakaku-適正価格 | een redelijke prijs |
tekishaseizon-適者生存 | natuurlijke selectie; overleving van de sterksten |
tekishu-敵手 | vijandelijke handen |
tekishutsu-摘出 | openbaring; onthulling; bekendmaking |
tekisuru-敵する | gewaagd zijn aan elkaar; een partij zijn voor; gelijke [vergelijkbaar] zijn |
tekiya-的屋 | straatventer; sjacheraar; oplichter; bedrieger |
tekiyaku-適訳 | een goede [juiste] vertaling; een juiste weergave |
tekka-鉄火 | (afk. voor tekkamaki) in nori (gedroogde zeewier) gerolde sushi met een vulling van rauwe tonijn |
tekkamaki-鉄火巻 | in nori (gedroogde zeewier) gerolde sushi met een vulling van rauwe tonijn |
tekketsu-剔抉 | een fraudegeval [schandaal] aan het licht brengen. |
tekki-敵機 | vijandelijk vliegtuig |
tekki-適帰 | ergens heengaan en daar verblijven; ergens onderdak gaan zoeken |
tekkōgyō-鉄鋼業 | Ijzer- en staalindustrie |
tekkusu-テックス | tex (eenheid voor lineaire massa, voor het meten van de fijnheid van garen of vezels) |
tekozuru-手子摺る | het moeilijk hebben; in de problemen zitten; niet weten hoe te doen |
tekuda-手管 | truc; list; handigheid |
tekunoporisu-テクノポリス | technopolis (een technologisch geavanceerde stad) |
tekusutairuinku-テクスタイルインク | textielinkt |
temaemiso-手前味噌 | zelfverheerlijking; zelfingenomenheid; opschepperij |
temawari-手回り | om je heen; onder handbereik; persoonlijke spullen (die je bij je hebt) |
temonaku-手もなく | makkelijk; zonder problemen; moeiteloos |
ten-展 | (in kanji combinaties) het tentoonstellen; tentoonstelling |
tenarai-手習い | leren lezen en schrijven; kalligrafie |
tenbatsu-天罰 | goddelijke straf; God's toorn |
tenbin-天秤 | (afk. voor) (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
tenbin-天秤 | (vistuig) metalen fitting die wordt gebruikt om te voorkomen dat een vislijn verstrikt raakt (onder het wateroppervlak) |
tenbinkyū-天秤宮 | (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
tenbinza-天秤座 | (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
tenbun-天分 | (natuurlijk; aangeboren) talent; gave; aanleg |
tenbyō-点描 | de schildertechniek van het pointillisme |
tenbyōshugi-点描主義 | pointillisme (schildertechniek) |
tenchō-天朝 | het keizerlijk hof |
tengoku-天国 | de hemel (religie) |
tengusa-天草 | rode algen (Gelidiaceae) |
tenjikai-展示会 | tentoonstelling; expositie |
tenjikubotan-天竺牡丹 | dahlia |
tenjo-天助 | goddelijke hulp [bijstand]; hulp uit de Hemel |
tenjō-殿上 | het keizerlijk hof |
tenjōura-天井裏 | een (lege) vliering (zonder vloerdelen, enkel met constructie-balken) |
tenju-天寿 | natuurlijke levensduur |
tenju-天授 | natuurlijke gave; aangeboren eigenschappen |
tenka-天下 | (erenaam voor) keizerlijke prins [prinses]; prins-regent |
tenka-添加 | toevoeging (aan een substantie, ter verbetering van kwaliteit of smaak) |
tenkai-展開 | ontwikkeling; verloop; uitwerking |
tenkai-展開 | uitspreiding; uitrolling; openvouwen |
tenkai-転回 | omwenteling; rotatie; het ronddraaien |
tenkaisuru-展開する | ontwikkelen; uitspreiden; uitrollen; openvouwen; uitlichten; uitwerken |
tenkaku-点画 | de punten en lijnen die een kanji vormen |
tenkan-展観 | tentoonstelling; uitstalling |
tenkanshasai-転換社債 | converteerbare obligatie (obligatie die kan worden omgezet in aandelen) |
tenken-天険 | ruig [moeilijk begaanbaar] terrein (als natuurlijke verdediging) |
tenki-天機 | aanleg; karakter; aard; aangeboren kwaliteiten; natuurtalent |
tenkiyohō-天気予報 | weerbericht; weersvoorspelling; weersverwachting |
tenkō-転向 | omslag; verschuiving; omschakeling; bekering (geloof, e.d.) |
tenma-伝馬 | lichter; platbodem (vaartuig) |
tenmabune-伝馬船 | lichter; bladbodem (vaartuig) |
tenmado-天窓 | dakraam; een opening in het dak of het plafond (om bijv. licht binnen te laten of rook te laten ontsnappen) |
tenmasen-伝馬船 | lichter; bladbodem (vaartuig) |
tenmetsu-点滅 | het knipperen; aan en uit gaan (van licht) |
tennen-天然 | natuurlijkheid; spontaniteit |
tennenkaimen-天然海綿 | natuurlijke spons (uit de zee) |
tennenshigen-天然資源 | natuurlijke bron(nen) |
tenōrukigō-テノール記号 | tenorsleutel (muziek, c-sleutel op de vierde lijn van de (vijflijnige) notenbalk) |
tenouchi-手の内 | (werkelijke) bedoeling; intentie |
tenpen-転変 | verandering; wijziging; afwisseling |
tenpo-店舗 | (schrijftaal, veelal in politie-verslagen) winkelpand; zaak |
tenpuku-転覆 | kanteling; omverwerping; het kapseizen (van een schip) |
tenrai-天来 | hemels [door de hemel gezonden; goddelijk] zijn |
tenrai-天籟 | prachtige [voortreffelijke] poëzie |
tenraku-転落 | val; ondergang; struikeling; duik |
tenran-展覧 | tentoonstelling; uitstalling |
tenrankai-展覧会 | tentoonstelling; expositie |
tenryō-天領 | grondgebied onder directe controle van de keizer en het keizerlijk hof |
tensai-天才 | aangeboren talent; natuurlijke gave |
tensaku-転作 | gewassen-afwisseling (een rotatie van de productie van verschillende soorten gewassen om de paar jaar) |
tensan-天産 | natuurlijke producten |
tensanbutsu-天産物 | natuurlijke producten |
tensei-天成 | een product van de natuur; een natuurlijk iets |
tenseki-典籍 | boek; publicatie |
tenshi-天資 | aard; ongeboren aanleg, natuurlijke gave(n) |
tenshu-店主 | winkelier (m); winkelierster (V) |
tenshuku-転宿 | verhuizing; verandering van verblijfplaats |
tenshukyō-天主教 | het Rooms-katholieke geloof |
tenshutsu-点出 | omlijning; schets; afbeelding |
tentai-天体 | hemellichaam |
tentan-恬淡 | onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; onbekommerdheid |
tenteki-天敵 | natuurlijke vijand |
tentō-点灯 | het aandoen [inschakelen] van licht [lampen] (b.v. van autolampen) |
tentō-転倒 | val; tuimeling; het vallen |
tentō-転倒 | omgekeerd [ondersteboven] liggen |
tentōmushi-天道虫 | lieveheersbeestje |
tenurui-手緩い | laks; nonchalant; mild; toegeeflijk; meegaand |
ten'yaku-典薬 | hofarts; lijfarts van een vorst |
ten'yaku-点訳 | vertaling in braille |
ten'yōsuru-転用する | converteren; omzetten; iets voor een ander doel gebruiken dan oorspronkelijk bedoeld |
teodori-手踊り | een dans waarbij een aantal mensen tegelijk dezelfde bewegingen maken |
teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
teppeki-鉄壁 | een onneembare vesting; een solide [ijzersterke] verdediging |
teppōyuri-鉄砲百合 | graflelie (Lilium longiflorum) |
tēpu-テープ | tape; lint; plakband |
terasen-寺銭 | betaling van geleend geld (voor gok doeleinden) met vaste rentetoeslag |
tērā・shisutemu-テーラー・システム | systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering (van Frederick Taylor) |
terebin'yu-テレビン油 | terpentijnolie |
terekusai-照れくさい | gênant; pijnlijk; beschamend; vernederend; ongemakkelijk |
teren-手練 | handigheid; sluwheid; slinksheid |
tēruraito-テールライト | achterlicht |
tēruranpu-テールランプ | achterlicht |
teshio-手塩 | liefdevolle zorg (voor een kind) |
teshita-手下 | een ondergeschikte; volgeling; loopjongen |
tesō-手相 | handlijn; lijnen [groeven] in de handpalm; handlezen |
tesshō-徹宵 | de hele nacht (opblijven) |
tessō-鉄窓 | raam met (ijzeren) tralies ervoor |
tesuji-手筋 | handlijn; lijnen in de handpalm |
tesuri-手摺り | leuning; reling; balustrade |
tesūryō-手数料 | provisie(kosten); courtage; afhandelingskosten |
tēta・tēto-テータ・テート | onderonsje; vertrouwelijk gesprek; tête-à-tête |
tetori-手取り | een listige [geslepen; sluwe] persoon |
tetsuan-鉄案 | een onherroepelijke [definitieve] beslissing; onwrikbaar besluit |
tetsudō-鉄道 | spoorweg; spoorbaan; spoorlijn |
tetsuide-手序で | tegelijkertijd; ... terwijl je toch bezig bent |
tetsuji-綴字 | spelling |
tetsumenpi-鉄面皮 | schaamteloosheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
tetsuro-鉄路 | spoorweg; spoorbaan; spoorlijn |
tetsuya-徹夜 | het een hele nacht opblijven [wakker blijven; waken; doorhalen; doorwerken] |
tetsuyasuru-徹夜する | de hele nacht doorwerken [doorhalen; waken; wakker blijven] |
tettei-徹底 | grondigheid; volledigheid; rechtlijnigheid |
teue-手植え | zelf [persoonlijk; handmatig] planten (van bomen en planten) |
tewake-手分け | taakverdeling; verdeling van werk |
tewatashi-手渡し | persoonlijke bezorging [aflevering] |
tēze-テーゼ | stelling; these; thesis |
tēze-テーゼ | partijprogramma (politiek) |
tezukara-手ずから | met je eigen handen; persoonlijk |
tezuma-手妻 | volgeling; hielenlikker; loopjongen |
tezumari-手詰まり | impasse; patstelling; dood punt |
tezuri-手釣り | (vissen met een) handlijn; vislijn |
tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
tīchi・in-ティーチ・イン | een (politieke) discussiebijeenkomst op een universiteit tussen professoren en studenten |
tījiro-T字路 | T-splitsing; T-kruising |
tiramisu-ティラミス | tiramisu (Italiaans nagerecht) |
tō-党 | een (politieke) partij; factie; kring; kliek |
to-斗 | to (inhoudsmaat van ca. 18, 04 liter) |
tō-灯 | lamp; licht |
tōatsusen-等圧線 | isobaar (lijn op een kaart die punten met dezelfde luchtdruk verbindt) |
tōbatsu-党閥 | factie (binnen een politieke partij) |
tōbatsu-討伐 | onderwerping; onderdrukking; bedwinging (door militair ingrijpen) |
tobiagari-飛び上がり | sprong; het opspringen; opstijgen; opvliegen; start (van vliegtuig) |
tobiagaru-飛び上がる | springen; opspringen; opschrikken; opstijgen; opvliegen; starten (van vliegtuig) |
tobichigau-飛び違う | rondvliegen; rondfladderen |
tobichiru-飛び散る | wegvliegen; rondvliegen; alle kanten opvliegen |
tobidasu-飛び出す | wegvliegen; uitvliegen |
tobihi-飛び火 | rondvliegende vonken [vlammen]; zich verspreidend [overspringend] vuur |
tobikau-飛び交う | rondvliegen; rondfladderen |
tobiko-飛子 | vliegviskuit; vliegviskaviaar |
tobikomi-飛び込み | plotselinge [onverwachte] binnenkomst [verschijning] |
tobimawaru-飛び回る | rondvliegen; rondcirkelen (in de lucht) |
tobitatsu-飛び立つ | wegvliegen; opvliegen; de lucht invliegen |
tobitatsu-飛び立つ | opgetogen zijn; een gat in de lucht springen (van blijdschap) |
tobiuo-飛び魚 | vliegende vis |
tōbu-東部 | het oostelijk deel; het oosten |
tōbun-当分 | voorlopig; op het ogenblik |
tōbun-等分 | (het verdelen in) gelijke delen [stukken; mate]; gelijke verdeling |
tōbyō-投錨 | het voor anker gaan [liggen]; het ankeren |
tōbyōsuru-投錨する | ankeren; voor anker gaan [liggen] |
tōchō-登頂 | beklimming tot aan de bergtop; het bereiken van de top |
tochō-都庁 | (afk. voor) het overheidskantoor van grootstedelijk Tokio |
tōdai-灯台 | ouderwetse olielamp op een standaard |
todokedenin-届出人 | degeen die aangifte doet (van geboorte, huwelijk, etc.) |
todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
todokesaki-届け先 | bestemming; adres van de ontvanger (van een bezorging, bestelling, levering e.d.) |
tōei-灯影 | licht; lamp; toorts; lichtschijnsel [flikkering] (van lamp of vuur) |
tōfū-東風 | oostelijke wind; oostenwind |
tōga-冬芽 | bloem- of (blad)knoppen die gedurende de late zomer tot aan de herfst onstaan, de winter in dormante staat doorbrengen, om uiteindelijk in de lente op |
toganin-咎人 | misdadiger; dader, schuldige; crimineel; delinquent |
tōgarashi-唐辛子 | (rode) peper; chilipeper, chilipoeder |
tōge-峠 | crisis; hoogtepunt; climax |
togetogeshii-刺刺しい | scherp; prikkend; stekend; vinnig; netelig; stekelig |
togikai-都議会 | hoofdstedelijke vergadering (het besluitvormende orgaan van het stadsbestuur van Tokio) |
tōgō-投合 | overeenstemming; overeenkomst; gelijkgestemdheid |
tōgō-等号 | (wiskunde) gelijkteken ( = ) |
tōgoku-東国 | oostelijk land; oostelijke provincie [regio] |
tōgōsanbōhonbu-統合参謀本部 | de gezamenlijke stafchefs (van de Amerikaanse strijdkrachten) |
togu-研ぐ | slijpen (mes, etc.) |
togu-研ぐ | polijsten; poetsen |
tōha-党派 | factie; partij; kliek |
tōhan-登坂 | het beklimmen van een heuvel |
tōhan-登攀 | beklimming; het klimmen [klauteren; stijgen] |
tōhaseiji-党派政治 | partijpolitiek |
tohi-徒費 | verspilling; verkwisting; spilzucht |
tōhinkobai-盗品故買 | handel in gestolen goederen; heling |
tōhō-東方 | het oosten; oostelijke richting |
tōhoku-東北 | de noordoostelijke regio van (het hoofdeiland) Honshu in Japan |
tōhon-謄本 | officiële kopie van een familie-register |
tōhyō-投票 | stemming; peiling; referendum |
tōhyō-灯標 | lichtbaken; lichtboei |
toiawaseru-問い合わせる | informeren (naar); navraag doen; inlichtingen inwinnen |
tōin-党員 | partijlid; lid van een partij; partijgenoot |
tōin-頭韻 | alliteratie; stafrijm (poëzie) |
toishi-砥石 | wetsteen; slijpsteen |
tōisokumyō-当意即妙 | snedige repliek; gevat antwoord |
tōitsusuru-統一する | herenigen; verenigen; consolideren; standaardiseren |
tōitsuteki-統一的 | gelijkvormig; verenigd |
tōji-湯治 | een warmwaterbehandeling; ziektebehandeling met warmwaterbron |
tōji-蕩児 | losbol; libertijn; lichtmis |
tojimari-戸締まり | (af)sluiting; vergrendeling; het sluiten; op slot doen |
tōjin-党人 | partijlid; lid van een politieke partij |
tojishiro-綴じ代 | marge; kantlijn (van een bladzijde) |
tōjō-搭乗 | boarding (instappen in vliegtuig) |
tōjō-筒状 | cilindervorm; buisvorm |
tōjōguchi-搭乗口 | (vliegveld) boarding gate; instapbalie |
tōjōken-搭乗券 | instapkaart (vliegtuig); boardingpass |
tojōkoku-途上国 | ontwikkelingsland |
tōjōsuru-搭乗する | baarden (instappen in vliegtuig) |
toka-とか | ... of iets dergelijks |
tōka-等価 | gelijkwaardigheid; equivalentie (aan) |
tokaijin-都会人 | stad(s)bewoner; stedeling |
tōkan-盗汗 | (med.) nachtelijk zweten |
tōke-当家 | onze [deze] familie; wij |
tōkeitekihinshitsukanri-統計的品質管理 | statistische kwaliteitscontrole |
tokiakasu-説き明かす | duidelijk maken; ophelderen; uitleggen |
tokihogusu-解きほぐす | ontspannen; verlichten (van pijn, e.d.) |
tokkenteki-特権的 | bevoorrecht; gepriviligieerd |
tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
tokkō-特高 | (afk. voor) Bijzondere Hogere Politie (ontbonden in 1945 na WOII) |
tokkumiai-取っ組み合い | handgemeen; schermutseling; knokpartij |
tokkuri-徳利 | een fles (met een smalle hals) voor sake [sojaolie; zijn, e.d.] |
tokkyū-特級 | hoogwaaridig [eersteklas; van goede kwaliteit] zijn |
tōkō-投稿 | bijdrage (aan een publicatie) |
tokoiri-床入り | de consummatie {eerste geslachtsdaad) van een huwelijk |
tōkon-刀痕 | snede [litteken] veroorzaakt door een zwaard |
tōkōsen-等高線 | contour; contourlijn |
tokozure-床擦れ | doorligplek; doorliggend; decubitus |
tokubai-特売 | speciale verkoop aan een specifieke persoon (via een vrijwillig contract zonder concurrerende biedingen) |
tokubetsukōtōkeisatsu-特別高等警察 | Bijzondere Hogere Politie (ontbonden in 1945 na WOII) |
tokudan-特段 | bijzonderheid; uitzonderlijk [buitengewoon] zijn |
tokuhai-特配 | bijzondere verdeling [uitdeling; distributie; rantsoen] |
tokuhitsutaisho-特筆大書 | groot [duidelijk] schrift (dat goed in het oog valt) |
tokui-得意 | (iemands) specialiteit; sterke punt; vaardigheid |
tokui-得意 | (vaste) klant; clientèle |
tokuibi-特異日 | (meteorologie) singulariteit: een specifieke dag waarop een bepaald weertype zich met grote waarschijnlijkheid voordoet |
tokumei-匿名 | alias; pseudoniem |
tokumeiryūdōtekihanzaigurūpu-匿名流動的犯罪グループ | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
tokuni-特に | met name; in het bijzonder; speciaal; vooral; voornamelijk |
tokuren-得恋 | een succesvolle liefdesrelatie; een romantische relatie hebben |
tokuri-徳利 | een fles (met smalle hals) voor sake [sojaolie, azijn, e.d.] |
tokuryuū-匿流 | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
tokusa-木賊 | schaafstro (een plant, Equisetum hyemale; paardenstaartenfamilie) |
tokusan-特産 | lokale specialiteit; lokaal product (dat m.n. in een bepaalde regio wordt geproduceerd) |
tokusenhin-特選品 | uitzonderlijke producten [goederen] |
tokusha-特赦 | amnestie; speciale pardonregeling |
tokushi-篤志 | welwillendheid; liefdadigheid |
tokushitsu-特質 | kenmerk; bijzondere kwaliteit; eigenschap |
tokushutsu-特出 | uitmuntendheid; onderscheidende kwaliteit(en) |
tokusoku-督促 | vordering tot terugbetaling; aanmaning |
tokutei-特定 | vaststelling; specificering; identificatie |
tokyō-都響 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
tōkyōtochō-東京都庁 | het overheidskantoor van grootstedelijk Tokio |
tōkyōtokōkyōgakudan-東京都交響楽団 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
tomaru-泊まる | logeren; overnachten; verblijven |
tomodaore-共倒れ | gezamenlijke [gelijktijdige] ondergang; wederzijdse vernietiging |
tomoe-巴 | een (familie)wapen met komma-achtige figuren binnen een cirkel |
tomoni-共に | samen; gezamenlijk; beiden |
ton-頓 | plotseling; snel en onverwacht |
ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
tonai-都内 | in groot-Tokio; in Tokio-metropolis (m.n. binnen de 23 wijken van Tokio) |
tonbo-蜻蛉 | libel; libelle |
tondemonai-とんでもない | ongelooflijk; verbazingwekkend; verbluffend; ondenkbaar |
tondemonai-とんでもない | buitengewoon; onverwacht; uitzonderlijk |
tondemonai-とんでもない | verschrikkelijk; schandalig; belachelijk; absurd; dwaas |
tongarakasu-尖んがらかす | puntig worden [maken]; slijpen; taps toelopen |
tongaru-尖んがる | puntig worden [maken]; slijpen; taps toelopen |
tono-殿 | huis [behuizing] van een adellijk persoon |
tonzasuru-頓挫する | plotseling tot stilstand komen; gefrustreerd worden (van plannen); niet doorgaan |
toomaki-遠巻き | omsingeling op afstand; een ruime [grote] omcirkeling |
toorima-通り魔 | een crimineel die in het wilde weg [blindelings] passanten aanvalt en vernielingen aanricht |
toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
toorina-通り名 | familienaam |
toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
toppan-凸版 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
toppan'insatsu-凸版印刷 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
toppatsu-突発 | plotselinge gebeurtenis; plotseling optredend voorval; uitbarsting |
toppu-トップ | hoogste versnelling (voertuig) |
torabako-トラ箱 | (informeel) dronkenmanscel (in een politiebureau) |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
toraiaru・ando・erā-トライアル・アンド・エラー | met vallen en opstaan; proefondervindelijk |
torakōma-トラコーマ | trachoom (oogbindvliesontsteking) |
tōraku-騰落 | toename en afname; (prijs)schommeling(en) |
toranokuchi-虎の口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
toranporin-トランポリン | trampoline |
toransufā-トランスファー | transfer; overstap (bij vliegreis) |
toratsugumi-虎鶫 | oostelijke goudlijster (Zoothera dauma) |
toriaezu-取り敢えず | voorlopig; tijdelijk |
toriatsukai-取り扱い | behandeling; bejegening; dienstverlening |
toriatsukaihinmoku-取扱品目 | productlijn; assortiment |
torii-鳥居 | toegangspoort tot een Shintō heiligdom |
toriiru-取り入る | bij iemand in de gratie [in het gevlij] proberen te komen; zich aan iemand opdringen |
torikaji-取り舵 | (van schip) bakboord; linkerzijde |
torikata-捕り方 | agent; diender; politieman (die iemand arresteert) |
torikime-取り決め | regeling; overeenkomst; afspraak; belofte |
torikkusutā-トリックスター | bedrieger; oplichter; zwendelaar; goochelaar |
torikobosu-取り零す | (onverwacht) verliezen (van een makkelijke tegenstander) |
torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
torimaki-取り巻き | aanhanger; (slaafse) volgeling; klaploper |
torime-鳥目 | nachtblindheid |
torimochi-鳥黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
torimonaosazu-取りも直さず | namelijk; anders gezegd; met andere woorden |
torinigasu-取り逃がす | missen; misgrijpen; laten vallen; door de vingers laten slippen |
torinokomochi-鳥の子餅 | witte en (roze)rode rijstcakes (in de vorm van een vogelei), uitgedeeld bij feestelijke gelegenheden |
toriotosu-取り落とす | (uit je handen) laten vallen [glippen] |
toripuru・purē-トリプル・プレー | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
torirenma-トリレンマ | trilemma (keuze tussen 3 mogelijkheden) |
torishimari-取り締まり | discipline; handhaving; supervisie; (strenge) controle |
torite-捕り手 | diender; agent; politieman (die iemand arresteert) |
tōritōryaku-党利党略 | partijbelang; partijpolitiek |
toritsu-都立 | onder beheer van de hoofdstad Tokio; hoofdstedelijk |
toritsugi-取り次ぎ | agentschap; bemiddeling; tussenpersoon |
torizara-取り皿 | een apart bordje [schaaltje] per persoon (om te eten uit gemeenschappelijke schalen met gerechten) |
tōrō-灯籠 | (Japanse) tuinlantaarn; tuinverlichting |
torukobō-トルコ帽 | een fez (cilindervormige Turkse hoed zonder rand) |
tōryaku-党略 | partijpolitiek |
tōryū-逗留 | lang verblijf (tijdens een reis) |
tōryū-逗留 | korte verblijf; oponthoud |
tōryū-逗留 | vrije tijd; verblijftijd |
tōsa-等差 | gelijk verschil |
tōsan-倒産 | faillissement |
tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
tōsha-当社 | dit [mijn; ons] bedrijf; dit heiligdom |
tōsha-投射 | (licht) projectie; reflectie |
tōsha-投射 | (psych.) projectie; voorstelling |
tōshi-凍死 | dood door onderkoeling; het doodvriezen |
tōshi-唐紙 | Chinees (rijst)papier (m.n. voor kalligrafie en schilderkunst) |
tōshi-闘士 | vechter; strijder (b.v. in een oorlog of een maatschappelijke beweging) |
toshigoto-年毎 | jaarlijks; elk jaar |
toshin-兎唇 | hazenlip; gespleten lip |
tōshin-刀心 | het onscherpe gedeelte van de kling in de handgreep (van een zwaard) |
tōshin-刀身 | kling (plat snijgedeelte van een zwaard) |
tōshin-頭身 | hoofd en lichaam |
tōshin-頭身 | de verhouding tussen hoofdlengte en lichaamslengte |
tōshitsu-等質 | gelijke kwaliteit |
tōshō-凍傷 | bevriezing (van lichaamsdeel); beschadiging [verwonding] als gevolg van bevriezing |
toshokan-図書館 | bibliotheek |
toshoshitsu-図書室 | bibliotheekzaal (bijv. in een school) |
tōshu-当主 | de huidige eigenaar; het huidige hoofd (van een familie, stam, e.d.) |
toshu-斗酒 | een 'to' sake (= ca. 18 liter) |
tōshuku-投宿 | hotelinschrijving; registratie [het inchecken] in een hotel |
tōsō-闘争 | gevecht; conflict; oorlog; strijd |
tossa-咄嗟 | moment; ogenblik |
tōsu-刀子 | (lett.: kort zwaard) mes voor dagelijks gebruik in de oudheid |
tōsuikan-陶酔感 | euforie; welbehagen; grote blijdschap |
tōtai-灯体 | verlichting in theater; toneellicht(en); podiumverlichting |
totan-途端 | het juiste [precieze] moment [ogenblik] |
totemo-とても | (met ontkenning) onmogelijk; in geen geval; geenszins |
tōtetsu-透徹 | helderheid (fig.); duidelijkheid |
totetsusuru-透徹する | duidelijk zijn; doorzichtig zijn; helder [transparant] zijn |
tōtō-到頭 | uiteindelijk; tenslotte |
tōto-東都 | oostelijke hoofdstad (Edo; Tokio) |
tōtoi-尊い | verheven; hoog; nobel; goddelijk |
totsugu-嫁ぐ | (in een familie) trouwen; bruid worden |
totsujo-突如 | plotseling; onverwachts |
totsuzen-突然 | plotseling [onverwacht] zijn |
totsuzenshi-突然死 | plotselinge dood; onverwacht overlijden |
tou-問う | uitgeven; publiceren; openbaren |
tōyō-盗用 | plagiaat; toe-eigening; fraude; oneigenlijk [ongeoorloofd] gebruik |
toyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
tōyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
tōyu-灯油 | lampolie; paraffine; petroleum |
tōza-当座 | huidig; voorlopig; tijdelijk |
tozan-登山 | het bergbeklimmen; alpinisme; bergsport |
tozangutsu-登山靴 | bergschoen(en); klimschoen(en) voor bergbeklimming |
tozanka-登山家 | klimmer; bergbeklimmer |
tozansha-登山者 | klimmer; bergbeklimmer |
tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
tōzen-当然 | vanzelfsprekend; natuurlijk |
tsepperin-ツェッペリン | zeppelin; luchtschip |
tserutozakku-ツェルトザック | een lichtgewicht tent (Duits: Zeltsack) |
tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
tsubaki-椿 | camelia; Camellia japonica |
tsuberukurinhannō-ツベルクリン反応 | tuberculinereactie; mantouxtest |
tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
tsūchi-通知 | mededeling; kennisgeving; advies |
tsugaru-津軽 | Tsugaru, de westelijke regio van de prefectuur Aomori |
tsugikuchi-注ぎ口 | lip; tuit |
tsugumi-鶇 | bruine lijster (Turdus naumanni) |
tsūgyō-通暁 | de hele nacht opblijven |
tsūhan-通販 | (afk. voor) postorder; internethandel; online winkelen |
tsūhō-通報 | melding; aangifte (b.v. bij de politie of brandweer) |
tsuideni-序でに | terloops; bij gelegenheid; terwijl; tegelijk; tegelijkertijd; en passant |
tsuin-ツイン | (één van een) tweeling |
tsūin-通院 | regelmatig naar het ziekenhuis gaan (voor een behandeling) |
tsuini-遂に | uiteindelijk; tenslotte |
tsuinō-追納 | (het doen van) een extra betaling [storting] |
tsuioku-追憶 | herinnering; terugblik |
tsuiraku-墜落 | val; tuimeling; neerstorting |
tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
tsuito-ついと | plotseling; abrupt; ineens |
tsuizui-追随 | het in de voetsporen volgen (van); inhalen; op gelijke hoogte komen (met) |
tsuizuisuru-追随する | in de voetsporen volgen (van); inhalen; op gelijke hoogte komen (met) |
tsūjōdoori-通常通り | zoals gewoonlijk |
tsūjōkokkai-通常国会 | normale [reguliere] sessie van het Parlement |
tsūjōsonshitsu-通常損失 | algemeen [standaard] verlies |
tsūjōyūbin-通常郵便 | normale [reguliere] post |
tsukae-痞え | ongemakkelijke omstandigheden; belemmering |
tsukaide-使いで | goede kwaliteit; langdurig te gebruiken; niet gauw verslijten |
tsukaigatte-使い勝手 | gebruikersvriendelijkheid; gebruikersgemak |
tsukaisute-使い捨て | het eenmalig gebruiken van iets (en dan weggooien); wegwerp product |
tsukatsuka-つかつか | (onomatopee) gedecideerd; zonder aarzeling |
tsukebumi-付け文 | liefdesbrief |
tsukegi-付け木 | aanmaakhoutje; brandhout; splinter; lucifer |
tsuketari-付けたり | toevoeging; aanvulling; aanhangsel; appendix |
tsukikage-月影 | maanlicht |
tsukikage-月影 | de weerspiegeling van het maanlicht |
tsukimairi-月参り | een bezoek aan een heiligdom of tempel één keer per maand op een vaste dag |
tsukinami-月次 | maandelijks; elke maand |
tsukiyo-月夜 | door de maan verlichte nacht; maannacht |
tsukkomu-突っ込む | (snel of hard) induiken; invliegen; inrammen; opbotsen; bestormen; aanvallen |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsukune-捏ね | (afk. voor) een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuneimo-捏ね芋 | een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuri-作り | uiterlijk; lichaamsbouw |
tsukuriwarai-作り笑い | vreemde [gemaakte; onechte] glimlach |
tsukurou-繕う | (uiterlijk, haar, kleding etc.) verzorgen ; netjes maken |
tsukutsukubōshi-つくつく法師 | Walker's cicade (Meimuna opalifera) |
tsuma-妻 | (arch.) liefkozende naam bij een echtpaar: mijn lief; schat; wederhelft; echtgenoot [echtgenote] |
tsumabiraka-詳らか | gedetailleerd; duidelijk |
tsumadoikon-妻問婚 | een (matrilokaal) huwelijk waarbij het echtpaar bij de familie van de vrouw woont |
tsumagoi-妻恋 | de liefde voor de echtgenoot [echtgenote; partner] |
tsumari-詰まり | kortom; namelijk; met andere woorden (m.a.w.); dat wil zeggen (d.w.z.) |
tsumarutokoro-詰まるところ | om kort te zijn; uiteindelijk; alles goed en wel; als puntje bij paaltje komt |
tsumasakiagari-爪先上がり | een opgaand [omhooglopend] pad; geleidelijk steiler wordende helling |
tsumeshōgi-詰め将棋 | een shogi-probleem (een gegeven schaakstelling waarbij het doel is de koning van de tegenstander schaakmat te zetten) |
tsumetai-冷たい | (zowel letterlijk als figuurlijk) koud; kil; ijzig; koel |
tsumi-罪 | (religie) zonde |
tsumitsukuri-罪作り | handelingen die in strijd zijn met de boeddhistische leer (zoals het doden of verwonden van levende wezens) |
tsumori-積もり | bedoeling (om iets te doen); doel; motivatie; plan |
tsumori-積もり | stellige overtuiging |
tsuna-ツナ | tonijn (in blik) |
tsuna-綱 | touw; lijn; koord; snaar; kabel |
tsuna-綱 | levenslijn |
tsunade-綱手 | een aanmeerlijn; een touw om boot af te meren |
tsunagari-繋がり | band; relatie; binding; connectie; link |
tsunagaru-繋がる | een band hebben met; gelinkt zijn aan; verbonden [verwant] zijn met |
tsunagibune-繋ぎ船 | lijnboot (tussen havens) |
tsune-常 | de normale [gebruikelijke] omstandigheden [gang van zaken]; constantheid; onveranderlijkheid |
tsuneni-常に | altijd; onophoudelijk; voortdurend; constant |
tsuneni-常に | gewoonlijk; gebruikelijk |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) trots; hooghartig; afstandelijk; onaangenaam; onvriendelijk |
tsūpīsu-ツーピース | tweedelig kostuum |
tsurai-辛い | pijnlijk; moeilijk; zwaar; hartverscheurend; wreed |
tsuranikui-面憎い | lelijk; walgelijk; hatelijk; verfoeilijk; verachtelijk; ergerlijk |
tsurasa-辛さ | pijn; leed; kwelling; narigheid; ongemak |
tsureko-連れ子 | stiefkind; kind uit een eerder huwelijk |
tsuriito-釣り糸 | vislijn; vissnoer; visdraad |
tsurime-つり目 | (in vertaling beledigend taalgebruik) spleetoog |
tsurisugara-吊巣雀 | buidelmees (Remis pendulinus) |
tsuritaitoru-釣りタイトル | klik-aas (lokkertje op een website om gebruikers te laten klikken op een link) |
tsurutsuru-つるつる | (onomatopee) glad; zacht; glibberig; vettig; slurpend |
tsūsanshō-通産省 | (afk. voor) het voormalige Ministerie van Internationale Handel en Industrie (MITI) (tot 2001) |
tsūsetsu-通説 | logische en wetenschappelijk onderbouwde theorie |
tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
tsūshinhanbai-通信販売 | postorder; internethandel; online winkelen |
tsūshinkyōiku-通信教育 | open onderwijs; schriftelijk onderwijs; afstandsonderwijs (via internet, radio, post, etc.) |
tsūshin'eisei-通信衛星 | communicatiesatelliet |
tsūshōsangyōshō-通商産業省 | het voormalige Ministerie van Internationale Handel en Industrie (MITI) (tot 2001) |
tsūtatsu-通達 | (schriftelijke) instructie |
tsūtei-通底 | zaken [dingen; ideeën] die aan de oppervlakte verschillend lijken, maar in de basis overeenkomen |
tsūten-痛点 | pijnpunt; pijnlijke plek |
tsūtoiebakā-つうと言えばかあ | elkaar snel begrijpen; op één lijn [op dezelfde golflengte] zitten |
tsutome-勤め | plicht; verplichting; taak; opdracht; werk; dienst |
tsutomemuki-勤め向き | iemand's zaken [plichten; taken] |
tsuya-通夜 | wake (bij overlijden) |
tsuyagoto-艶事 | liefdesaffaire; romance |
tsūyaku-通訳 | (mondelinge) vertaling; het tolken |
tsūyakusuru-通訳する | tolken; (mondeling) vertalen |
tsuyameku-艶めく | glanzen; glimmen |
tsuyameku-艶めく | verleidelijk [sexy; elegant; charmant] zijn; er betoverend uitzien |
tsuyuharai-露払い | openingsact; iemand die als eerste optreedt bij een evenement [voorstelling] |
tsuyukusa-露草 | Aziatische dagbloem (Commelina communis) |
tsūzokushōsetsu-通俗小説 | lichte roman; stuiversroman; sensatieroman; roman voor het grote publiek |
tsuzukigara-続き柄 | familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
tsuzuku-続く | voortduren; doorgaan; voortzetten; blijven |
tsuzura-葛 | klimplant; liaan |
tsuzura-葛 | kudzu (een klimplant, Pueraria lobata) |
tsuzura-葛 | Sinomenium acutum (klimplant) |
tsuzurafuji-葛藤 | Sinomenium acutum (klimplant) |
tsuzurafuji-葛藤 | ingewikkelde [complexe] onderlinge relatie |
tsuzuri-綴り | spelling |
tsuzuriji-綴り字 | spelling |
tsuzurikata-綴り方 | spelling; orthografie |
ubagai-姥貝 | surfmossel (Spisula sachalinensis) |
ubaiau-奪い合う | onderling strijden [vechten; worstelen] om iets te veroveren [grijpen] (b.v. de vlag van een ander team) |
ubasuteyama-姥捨山 | een afdeling [functie] waar oudere mensen die niet meer van nut zijn, naar worden overgeplaatst |
ubazakura-姥桜 | een rijpe schoonheid; charmante [aantrekkelijke] oudere vrouw |
ube-宜 | (wordt gebruikt als bevestiging) waarlijk; waarachtig; inderdaad; echt |
uchiakebanashi-打ち明け話 | bekentenis; open en eerlijk verhaal [gesprek] |
uchiawaseru-打ち合わせる | van te voren [vooraf] regelen [beslissen] |
uchibarai-内払い | gedeeltelijke betaling [vooruitbetaling; borg] |
uchibenkei-内弁慶 | iemand die thuis bazig is [de flinke held uithangt], maar daarbuiten verlegen is |
uchiberi-内耗 | de verhouding tussen de hoeveelheid graan die overblijft na vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
uchiberi-内耗 | interne slijtage; slijtage aan de binnenkant van een autoband |
uchibutokoro-内懐 | binnenste gedachten; innerlijke gevoelens |
uchidashi-打ち出し | het einde (van een optreden, voorstelling, etc.) |
uchidashi-打ち出し | (in papier of metaal) reliëfwerk; drijfwerk |
uchidasu-打ち出す | bosseleren; in reliëf maken [slaan] |
uchideshi-内弟子 | bij een leermeester inwonende student (die huistaken verricht als betaling voor onderwijs) |
uchiiwai-内祝い | familiefeest |
uchiiwai-内祝い | geschenk [cadeau] bij een familiefeest |
uchijūde-家中で | met het hele gezin; met de hele familie |
uchikaesu-打ち返す | terugslaan (letterlijk en figuurlijk) |
uchikaesu-打ち返す | het herhaaldelijk breken (van golven op het strand) |
uchikin-内金 | aanbetaling; gedeeltelijke betaling |
uchitokeru-打ち解ける | openhartig [eerlijk] zijn |
uchiwa-内輪 | (binnen) de familie(kring) |
uchiwa-内輪 | geheim [privé; persoonlijk] zijn |
ude-腕 | arm (lichaamsdeel) |
uderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
udo-独活 | udo (plant: Aralia cordata) |
udonge-優曇華 | de eitjes van de gaasvlieg |
ue-筌 | cylindrische bamboe mand voor het vangen van vis |
uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
uedingu-ウエディング | huwelijk; bruiloft; trouwerij |
uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
ueru-飢える | hongerig zijn; honger hebben; honger lijden |
uerunesu-ウエルネス | gezondheid; lichamelijk welbevinden |
uesutan-ウエスタン | westers; westelijk |
uesutan・rīgu-ウエスタン・リーグ | (honkbal competitie) Westelijke divisie |
uesuto-ウエスト | (Eng.: waste) verspilling |
uesutorain-ウエストライン | (Eng.: waistline) tailleomvang; taillewijdte |
ugai-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
ugai-嗽 | gegorgel; mondspoeling |
ugaigusuri-嗽薬 | mondwater; mondspoeling; spoeldrank |
ugoki-動き | trend; verschuiving; ontwikkeling |
ugui-石斑魚 | Tribolodon hakonensis (straalvinnige vissensoort uit de familie van karpers) |
uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
uhen-右辺 | (wiskunde) de rechterkant van een vergelijking |
ui-初 | (in samenstellingen) begin; eerste |
uīkurī-ウイークリー | wekelijks; elke week |
uīkurī-ウイークリー | weekblad; tijdschrift dat wekelijks verschijnt |
uinchi-ウインチ | lier; haspel; windas |
uindō・disupurē-ウインドー・ディスプレー | etalage; vitrine; uitstalling |
uindō・doresshingu-ウインドー・ドレッシング | lokkertje; misleidende voorstelling van zaken |
uingu-ウイング | (vogel; vliegtuig) vleugel |
uinkā-ウインカー | richtingaanwijzer; knipperlicht |
uji-氏 | familie; familielijn; afstamming; achternaam |
ujiko-氏子 | parochiaan [gemeentelid] van een shinto heiligdom |
ujō-有情 | menselijkheid; medeleven |
ukai-鵜飼い | het vissen met aalscholvers (ze worden gebruikt om vissen te vangen, met een ring om hun hals zodat ze alleen kleine vissen zelf kunnen doorslikken) |
uke-筌 | cylindrische bamboe mand voor het vangen van vis |
ukeau-請け合う | beloven; garanderen; verantwoordelijkheid nemen voor |
ukemi-受け身 | (grammatica) de passieve [lijdende] vorm |
uketsuke-受付 | receptie (b.v. van een hotel); informatiebalie |
ukewatashi-受け渡し | bezorging; bestelling; transactie; overmaking; betaling |
ukiagaru-浮き上がる | het contact verliezen; uit het oog verliezen; vervreemden |
ukibori-浮き彫り | snijwerk in reliëfvorm |
ukikusa-浮き草 | veelworteling kroos (Spirodela polyrhiza) |
ukimi-浮き身 | gezelschapsdame voor handelsreizigers (tijdens hun verblijf) |
ukishima-浮き島 | drijvend eiland; drijftil; kragge; eiland dat lijkt te zweven in de lucht |
ukitatsu-浮き立つ | opgewekt zijn; opgebeurd [bemoedigd; opgevrolijkt] worden |
ukiuki-うきうき | vrolijk; opgewekt; luchthartig |
ukiuki-浮き浮き | luchtig; opgewekt; vrolijk |
ukiyo-浮き世 | deze vergankelijke wereld (waarin wij leven); het vergankelijke [voorbijgaande; mondaine] leven |
ukiyobanare-浮き世離れ | wereldvreemdheid; het los van [onverschillig voor] de werkelijkheid [realiteit] zijn |
umai-旨い | lekker; smakelijk; heerlijk |
umai-旨い | bekwaam; knap; slim |
umaku-うまく | succesvol; fortuinlijk |
umami-旨み | goede [heerlijke; lekkere] smaak (van voedsel) |
umanohone-馬の骨 | persoon van onbekende, twijfelachtige afkomst; iemand van twijfelachtig [bedenkelijk] allooi |
umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
ūman・ribu-ウーマン・リブ | vrouwenbevrijdingsbeweging |(woman's liberation movement) |
umarekawaru-生まれ変わる | (fig.) herboren zijn; totaal veranderd zijn; een nieuwe start maken; zich rehabiliteren |
uminohi-海の日 | Dag van de Zee (Japanse nationale feestdag, op de 3de maandag in juli) |
umiunagi-海鰻 | zeepaling; aal |
umurauto-ウムラウト | (taalkunde) umlaut (teken voor klankwijziging van klinkers) |
unadon-鰻丼 | (Japans traditioneel gerecht) een (donburi-stijl) kom rijst met gegrilde paling erop |
unagi-鰻 | paling; aal |
unaginobori-鰻登り | (lett. een paling die verticaal omhoog (in het water) klimt) het snel stijgen [omhoogklimmen]; omhoogschieten (van prijzen, populariteit, e.d.) |
unajū-鰻重 | gegrilde paling en rijst geserveerd in (op elkaar gestapelde) lakdozen |
unbo-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
undō-運動 | lichaamsbeweging; (conditie)training; oefening(en) |
undōkōen-運動公園 | sportpark; park met sportfasciliteiten |
uneri-うねり | het golven; heen en weer bewegen; slingeren; omwentelen (ook figuurlijk) |
uneri-うねり | een golving; welving; kronkeling |
uneru-うねる | golven; kronkelen; slingeren |
unkō-運航 | verbinding; (lijn)dienst (vliegtuigen, schepen, bussen, etc.) |
unkō-運行 | omloop; omwenteling (van satellieten, planeten etc.) |
unmeiron-運命論 | fatalisme |
unmeironja-運命論者 | fatalist |
unmo-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
unnun-云云 | enzovoort; enz.; etc.; zo en zo; en dergelijke; e.d. |
unomi-鵜呑み | het iets in zijn geheel doorslikken [inslikken] |
unomi-鵜呑み | iets zomaar (voor zoete koek) aannemen [slikken] |
unpitsu-運筆 | penseelvoering; penseelbehandeling; penseelstreken |
unsōchingin-運送賃銀 | gage [betaling, loon] voor het vervoer van passagiers, goederen, e.d. |
untei-雲梯 | horizontale ladder; speel(klim)toestel |
unten-運転 | rotatie; omwenteling (planeet om de zon); wisseling (van seizoenen) |
unto-うんと | enorm; verschrikkelijk veel; grote hoeveelheid |
unzari-うんざり | (onomatopee) vervelend; walgelijk; afschuwelijk |
uonome-魚の目 | likdoorn; eksteroog |
urā-ウラー | hoera (uitroep van blijdschap) |
uraguchi-裏口 | bergbeklimming via de achterzijde van een berghelling |
urameshii-恨めしい | verwijtend; hatelijk; bitter; frustrerend |
uramichi-裏道 | slechte [oneerlijke] handelswijze [methode; levenswijze] |
urashimatarō-浦島太郎 | (informeel) gevangene die na een lang verblijf in de gevangenis wordt vrijgelaten |
ureshii-嬉しい | blij; verheugd; verrukt; opgetogen |
ureshinaki-嬉し泣き | het huilen van blijdschap [geluk]; tranen van vreugde [geluk] |
ureshinakisuru-嬉し泣きする | huilen van geluk [blijdschap; vreugde] |
uriba-売り場 | verkoopafdeling; verkooppunt; winkel; marktplaats |
urifutatsu-瓜二つ | (op elkaar lijkend) als twee druppels water |
ūrī・nairon-ウーリー・ナイロン | wollige [wolachtige] nylon (draad) |
uruguai・raundo-ウルグアイ・ラウンド | Uruguay-ronde (Internationale onderhandelingen van 1986 tot 1994, die uiteindelijk leidden tot de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) |
uruka-鱁鮧 | gezouten ingewanden en kuit van Ayu (vis: Plecoglossus altivelis) |
urusai-煩い | vervelend; hinderlijk; storend; irritant |
urutoramarin・rapisurazuri-ウルトラマリン・ラピスラズリ | ultramarijn lapislazuli |
urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
urutoranashonarizumu-ウルトラナショナリズム | ultranationalisme |
urutora・shī-ウルトラ・シー | gymnastiekoefening die qua uitvoering moeilijker is dan de norm voor de hoogste van de drie lagere moeilijkheidsgraden |
usa-憂さ | somberheid; zwaarmoedigheid; droefgeestigheid; neerslachtigheid; melancholie; weemoed |
ushinau-失う | verliezen; missen |
ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
usohappyaku-嘘八百 | een aaneenschakeling van leugens |
usu-薄 | (als prefix) licht; vaag; dun; weinig; schaars |
usuaji-薄味 | licht gekruid; milde smaak |
usuakari-薄明かり | zwak licht; schemering |
usuao-薄青 | lichtblauw |
usubi-薄日 | zwak (zon)licht; een waterig zonnetje |
usucha-薄茶 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
usucha-薄茶 | lichtbruine kleur |
usude-薄手 | lichte verwonding; een klein sneetje |
usugumori-薄曇り | licht bewolkt |
usui-薄い | licht; vaag (van kleur) |
usukuchi-薄口 | zachte smaak; licht op smaak gebracht |
usukuchi-薄口 | dun [fijn; delicaat] voorwerp (b.v. aardewerk, porselein) |
usumurasaki-薄紫 | lichtpaars |
usumurasakiiro-薄紫色 | lichtpaarse kleur |
usuppera-薄っぺら | dun; flinterdun (van stof, papier, e.d.) |
usuwarai-薄笑い | een vage [lichte] glimlach |
usuzumi-薄墨 | dunne [lichte] zwarte inkt |
uta-歌 | lied; melodie |
utau-謳う | lof zingen; prijzen; ophemelen; verheerlijken |
utō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
utoi-疎い | afstandelijk; niet intiem |
utoutoshii-疎疎しい | koel; afstandelijk; ongenaakbaar |
utsu-打つ | laten klinken; bespelen (muziekinstrument) |
utsubyō-鬱病 | depressie; melancholie |
utsukushii-美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
utsuri-移り | verplaatsing; wisseling; transitie; overgang |
utsurigi-移り気 | wispelturig [veranderlijk] zijn |
uwabaki-上履き | schoenen [slippers; sloffen] voor binnenshuis |
uwabe-上辺 | uiterlijke verschijning; voorkomen |
uwagutsu-上靴 | schoenen [slippers] voor binnenshuis |
uwaki-浮気 | overspel; buitenechtelijke verhouding; ontrouw |
uwakimono-浮気者 | overspelige persoon [man; vrouw]; bedrieger; schuinsmarcheerder |
uwakuchibiru-上唇 | bovenlip |
uwatsuku-浮つく | wispelturig [lichtzinnig; rusteloos] zijn [worden] |
uwattsura-上っ面 | uiterlijk; oppervlak |
uyamuya-有耶無耶 | onduidelijk [vaag; onbestemd; onbepaald] zijn |
uyokyokusetsu-紆余曲折 | wendingen; complicaties; wisselvalligheden |
uzai-うざい | vervelend; irritant; lastig; hinderlijk |
uzu-渦 | draaikolk; werveling; maalstroom |
uzumaki-渦巻き | draaikolk; werveling; maalstroom |
wabiru-侘びる | armoedig [armzalig] zijn |
wabisabi-侘寂 | wabisabi, een Japans esthetisch concept waarin de aanvaarding van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat |
wabishii-侘しい | verdrietig; triest; troosteloos; somber; pijnlijk |
wabishii-侘しい | armzalig; armoedig; sjofel |
wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon enkelvoud, tegenwoordig met een nogal arrogante duiding) ik |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon meervoud) wij |
wago-和語 | oorspronkelijk Japans woord |
wagoto-和事 | een liefdesscène in Kabuki theater |
waimārukenpō-ワイマール憲法 | Grondwet van Weimar (van de Weimarrepubliek, 1919-1933) |
waisetsu-猥褻 | onzedelijkheid; obsceniteit |
waizatsu-猥雑 | vulgariteit; grofheid; onfatsoenlijkheid |
wai・emu・shī・ē-ワイ・エム・シー・エー | Young Men's Christian Association, een oecumenisch-christelijke jongerenorganisatie |
wakaayu-若鮎 | jonge ayu (vis: Plecoglossus altivelis) (in Japanse poëzie symbool voor de lente) |
wakagashira-若頭 | jonge onderbaas bij gangsters (soms de opvolger en [of] familielid van de capo) |
wākahorikku-ワーカホリック | workaholic. iemand die verslaafd is aan zijn werk; iemand die veel werkt |
wakajinisuru-若死にする | jong [vroeg] overlijden [sterven] |
wakamiya-若宮 | heiligdom voor de zoon van de god van de hoofdtempel |
wakamurasaki-若紫 | licht paars |
wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
wakare-別れ | scheiding; afsplitsing; afscheid |
wakareji-別れ路 | wegsplitsing; kruising; aftakking |
wakareme-分かれ目 | scheidslijn; tweesprong; splitsing; keerpunt |
wakaremichi-分かれ道 | zijweg; kruising; splitsing; tweesprong |
wakaru-分かる | duidelijk zijn; begrijpen; zich realiseren |
wakatō-若党 | (Edo periode) jonge volgeling van een samoerai |
wakawakashii-若若しい | jong; jeugdig; kinderlijk |
wake-分け | (in samenstellingen) verdelen; indelen; scheiden; sorteren |
wakeru-分ける | verdelen; splitsen |
wakibara-脇腹 | een buitenechtelijk kind |
wakōdōjin-和光同塵 | (boeddh.) de Boeddha en Bodhisattva versluieren hun wijsheid om op toegankelijke wijze de lijdende mensheid te kunnen redden |
wakokutairan-倭国大乱 | Wakoku rebellie (de grote opstand van Wa) |
waku-枠 | kader; omlijsting |
wakugai-枠外 | extra; overschrijding van de grens [het kader; de limiet] |
wamei-和名 | Japanse naam [benaming] (i.t.t. de wetenschappelijke naam, b.v. van planten en dieren) |
wamyō-和名 | (oorspronkelijke) Japanse benaming [naam] |
wandāfōgeru-ワンダーフォーゲル | bergwandeling; bergtocht |
wangeru-ワンゲル | bergwandeling; bergtocht |
wanman・kā-ワンマン・カー | een trein, bus of tram met maar 1 personeelslid (de bestuurder die ook de functie van conducteur vervult) |
wanman・shō-ワンマン・ショー | onemanshow; solovoorstelling |
wanraitingu・shisutemu-ワンライティング・システム | één standaard [basis] formulier voor verschillende administratieve toepassingen |
wansutoppu・shoppingu-ワンストップ・ショッピング | koopgedrag waarbij consumenten tegelijkertijd boodschappen en andere diensten doen op één locatie |
wantsū・panchi-ワンツー・パンチ | (boksen) een snelle combinatie van slagen afwisselend met de linker- en rechtervuist |
wan・pīsu-ワン・ピース | eendelig kledingstuk (jurk) |
warabi-蕨 | adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) |
warai-笑い | lach; gelach; glimlach |
waraigao-笑い顔 | (glim)lachend gezicht |
waraijōgo-笑い上戸 | een vrolijke drinker; iemand die vrolijk wordt als hij alcohol drinkt; iem. die een goede dronk heeft |
waraimono-笑い物 | iem. die uitgelachen wordt [belachelijk gemaakt wordt]; onderwerp van spot |
waraisazameku-笑いさざめく | vrolijk lachen; vrolijk lachend iets doen |
waraitobasu-笑い飛ばす | iets weglachen; zich er met een (glim)lach vanaf maken |
warantosai-ワラント債 | een obligatie met warrant |
warau-笑う | (glim)lachen |
warenimonaku-我にも無く | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
wareshirazu-我知らず | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
waribashi-割り箸 | wegwerp eetstokjes (die je zelf splijt) |
waribikikin'yūsai-割引金融債 | obligatie van een discount bank |
waribikisai-割引債 | kortingsobligatie |
waribikishōsha-割引商社 | makelaar in kortingsobligaties |
waridaka-割高 | in verhouding (met de kwaliteit) duur zijn |
warifuri-割り振り | toewijzing; toekenning; verdeling |
warikan-割り勘 | het splitsen [delen] van een rekening |
warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
warini-割に | verhoudingsgewijs; in vergelijking; relatief |
wariyasu-割安 | in vergelijking; relativiteit |
warizan-割り算 | verdeling |
warizerifu-割り台詞 | in Kabuki, twee acteurs die (in een monoloog) dezelfde gedachten uiten onafhankelijk [onbewust] van elkaar |
waru-割る | splijten; delen door (rekenen) |
waruagaki-悪足掻き | nutteloos [vergeefs] verzet [tegenstribbeling] |
waruba-悪場 | (een term uit het bergbeklimmen) een gevaarlijke plek (die moeilijk te beklimmen is) in de bergen |
warudakumi-悪巧み | een slimme [sluwe; gemene] streek; duister plan; complot |
warugashikoi-悪賢い | sluw; listig; leep |
warugi-悪気 | kwade bedoelingen [opzet]; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
warui-悪い | van slechte kwaliteit; niet goed; inferieur |
warui-悪い | armzalig; spijtig |
warujie-悪知恵 | sluwheid; listigheid; geslepenheid; doortraptheid |
waruzure-悪擦れ | te veel wereldwijsheid; iem. die (door ervaring) heel sluw [listig] is geworden |
wasei-和製 | van Japanse makelij; gemaakt in Japan |
waserin-ワセリン | vaseline |
wasshoi-わっしょい | (tussenwerpsel; uitroep) hup, hup!; allemaal tegelijk! (trekken; tillen); (scheepvaart) anker op! |
wasuru-和する | goed met elkaar kunnen opschieten; op één lijn zitten met elkaar |
wataire-綿入れ | kledingstuk met katoenen vulling; gewatteerde kleding |
watakuri-綿繰り | egrenering [ontkorreling] van katoen; katoenzuivering |
watakushiritsu-私立 | particulier; privé (instelling) |
watari-渡り | onderhandeling; overeenkomst |
wayaku-和訳 | Japanse vertaling; vertaling in het Japans |
wayō-和様 | (elegante) Japanse kalligrafiestijl |
waza-業 | daad; handeling; gedrag |
wazashi-業師 | gewiekste [slimme; sluwe] kerel |
wazato-態と | bewust; opzettelijk; uitdrukkelijk |
wazatogamashii-態とがましい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
wazatorashii-態とらしい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
wazawaza-態々 | uitdrukkelijk; nadrukkelijk; speciaal; de moeite nemen (om te) |
wazurau-患う | ziek worden; last hebben van; lijden aan |
wazurawashii-煩わしい | lastig; ergerlijk; vervelend |
wazurawashii-煩わしい | ingewikkeld; moeilijk |
weahausu・sutoa-ウェアハウス・ストア | magazijnwinkel (winkel die grote hoeveelheden producten goedkoop verkoopt in magazijn opstellingen) |
webuapuri-ウェブアプリ | webapplicatie |
webuhōsō-ウェブ放送 | (live) uitzending via het web |
webukyasuto-ウェブキャスト | webcast; (live) uitzending via het web |
weburinku-ウェブリンク | weblink; link op internet |
web・apurikēshon-ウェブ・アプリケーション | webapplicatie |
wiruowisupu-ウィルオウィスプ | dwaallicht |
wisshurisuto-ウィッシュリスト | wensenlijst; verlanglijst |
wo-を | o is het partikel dat een lijdend voorwerp aanduidt |
wonteddo-ウォンテッド | gevraagd; gezocht (vooral door de politie); gezochte persoon |
wōtā・shūto-ウォーター・シュート | waterglijbaan |
wōtā・shūto-ウォーター・シュート | waterglijbaan |
yabai-やばい | riskant; gevaarlijk |
yabo-野暮 | domheid; dwaasheid; onwetendheid; domme daad [handeling; opmerking] |
yabuhebi-藪蛇 | (lett. slang in het struikgewas) lastige [netelige] situatie; onverwachte problemen |
yabuiri-藪入り | (arch.) een dag verlof voor bedienden op 16 juli en op nieuwjaarsdag |
yaburan-藪蘭 | leliegras (Liriope muscari) |
yaburekabure-破れかぶれ | wanhoop; verlies aan zelfbeheersing |
yabureru-敗れる | verliezen; verslagen worden |
yado-宿 | huis(vesting); verblijf(plaats); onderdak; logies; accommodatie; herberg; hotel |
yadochin-宿賃 | verblijfskosten; hotelprijs |
yadogae-宿替え | verhuizing; verandering van verblijfplaats |
yadomoto-宿元 | iem.'s verblijfplaats [hotel; huis] |
yadonashi-宿無し | dakloos; zonder woon- of verblijfplaats |
yadori-宿り | verblijf; huis; tehuis; toevluchtsoord |
yadoroku-宿六 | mijn lieve mannetje [echtgenoot] |
yadoru-宿る | verblijven; zich ophouden; zich bevinden (in) |
yadosagari-宿下がり | een kort verblijf; een korte vakantie |
yagate-軈て | na een tijdje; spoedig; binnenkort; gauw; uiteindelijk |
yahari-矢張り | evenwel; uiteindelijk; hoe dan ook; toch; niettemin |
yaiba-刃 | lemmet (van een mes); kling (van een zwaard) |
yain-夜陰 | nachtelijke duisternis |
yajikita-弥次喜多 | (afk. voor) een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yajikitadōchū-弥次喜多道中 | een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
yajiru-野次る | joelen; uitjouwen; beschimpen; belachelijk maken\ |
yaka-やか | gekoppeld aan een zelfstandige naamwoord vormt het een bijvoeglijk naamwoord (met な) |
yakamashii-喧しい | streng; meedogenloos; onverbiddelijk; veeleisend |
yakara-族 | familie; clan; groep mensen |
yakata-屋形 | tijdelijke woonplek [behuizing] |
yakazu-矢数 | een krijgskunst waarbij zoveel mogelijk pijlen achter elkaar geschoten worden |
yakazuhaikai-矢数俳諧 | een vorm van haikai waarbij de deelnemers proberen zoveel mogelijk haiku te componeren in 24 uur (in navolging van het pijl-en-boogschieten) |
yakeato-焼け跡 | afgebrand pand; overblijfselen na een brand |
yakedasareru-焼け出される | door brand zijn huis (moeten) verlaten [verliezen] |
yakei-夜景 | aanzicht [uitzicht] bij nacht; nachtelijk aanzicht [uitzicht] |
yakenokoru-焼け残る | ontsnappen aan de vlammen [het vuur]; onverbrand blijven |
yakeru-焼ける | heet [droog; branderig; pijnlijk] worden; verdorren |
yaketsuku-焼けつく | vastbranden (branden en blijven plakken) |
yakkai-厄介 | hulp; steun; afhankelijkheid; verblijf (bij iem.) |
yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
yakō-夜行 | nachtreis; nachtelijke reis |
yakō-夜行 | nachtleven; nachtelijk uitgaansleven |
yakubutsu-薬物 | (politieterm) drugs; narcotica |
yakudoku-訳読 | mondelinge vertaling; lezen en vertalen tegelijk |
yakudokusuru-訳読する | mondeling vertalen; lezen en vertalen tegelijk |
yakuhon-訳本 | vertaling; vertaald werk [boek] |
yakujutsu-訳述 | vertaling |
yakusai-訳載 | vertaling van een artikel [publicatie] |
yakusatsukei-薬殺刑 | dodelijke injectie |
yakushi-訳詞 | vertaald lied; vertaling van een lied [songtekst] |
yakushi-訳詩 | vertaald gedicht; vertaling van een gedicht |
yakusho-訳書 | vertaling; vertaald werk [boek] |
yakushutsu-訳出 | vertaling; vertaald werk |
yakuwaribuntan-役割分担 | rolverdeling |
yakuza-やくざ | gangster; bendelid |
yama-山 | climax; hoogtepunt |
yama-山 | (politie jargon) (politie)zaak |
yamaba-山場 | hoogtepunt; climax; toppunt |
yamabato-山鳩 | Oosterse tortel(duif) (Streptopelia orientalis) |
yamabiraki-山開き | het begin [de opening] van het klimseizoen (in de bergen) |
yamabito-山人 | bergbeklimmer |
yamabito-山人 | (in de bergen wonende) heremiet; kluizenaar; onsterfelijke |
yamahida-山襞 | plooien [groeven] op de berghelling |
yamahototogisu-山時鳥 | paddenlelie (Tricyrtis macropoda) |
yamajiro-山城 | kasteel op een bergtop [berghelling]; bergvesting |
yamamayu-山繭 | een nachtpauwoog vlinder (Antheraea yamamai) |
yamanobori-山登り | bergbeklimmen; bergbeklimming |
yamaotoko-山男 | bergbeklimmer; alpinist |
yamasaka-山坂 | berghelling |
yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
yamatokotoba-大和言葉 | de oude, oorspronkelijke Japanse taal [woorden] |
yamatoshimane-大和島根 | Yamato-shima; Yamato no Kuni; Gebied rondom Yamato (een voormalige provincie van Japan, gelegen in de huidige prefectuur Nara) (arch.) |
yamatouta-大和歌 | volkslied uit de Yamato-regio |
yamawake-山分け | gelijke verdeling; in twee gelijke delen verdelen |
yamayaki-山焼き | het verbranden van (dor) gras op de berghellingen (in de lente) |
yamayuri-山百合 | goudbandlelie; goudlelie (Lilium auratum) |
yamazaru-山猿 | lomperik; ongelikte beer |
yamigome-闇米 | de rijst die heimelijk wordt verhandeld buiten de reguliere kanalen; rijst van de zwarte markt |
yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
yaminoutsutsu-闇の現 | de werkelijkheid in het duister; onduidelijkheid; iets waarvan je niet zeker bent of het werkelijkheid is of niet |
yamōshō-夜盲症 | nachtblindheid |
yamunaku-已むなく | onvrijwillig; tegen wil en dank; met tegenzin; ongaarne |
yamuoenai-已むを得ない | onvermijdelijk; onweerstaanbaar |
yamuoezu-已むを得ず | onvermijdelijk; noodzakelijkerwijs |
yanagawa-柳川 | (afk. voor) stoofpot van modderkruiper en klis(wortel) |
yanagawanabe-柳川鍋 | stoofpot van modderkruiper en klis(wortel) |
yanagi-柳 | wilg (Salix) |
yaniwani-矢庭に | plotseling, abrupt; opeens; plotsklaps |
yaniwani-矢庭に | direct; onmiddellijk; meteen |
yankī-ヤンキー | yankee (Amerikaan; m.n. noorderling) |
yanma-やんま | een grote libel [waterjuffer] |
yaoya-八百屋 | iemand met een wijde belangstelling [interesse] (lett. voor 800 onderwerpen) in wetenschap, kunst, e.d.; homo universalis |
yarikirenai-遣り切れない | on(ver)draaglijk; onuitstaanbaar; onduldbaar |
yarite-遣り手 | een bekwaam [competent; kundig; slim] persoon |
yarō-野郎 | een Kabuki-acteur met een mannelijke hoofdrol |
yāru-ヤール | yard (oorspronkelijk maat voor stof) |
yasaotoko-優男 | een vriendelijke [zachtaardige] man |
yasashii-優しい | lief; vriendelijk; aardig; elegant |
yasashii-易しい | gemakkelijk; eenvoudig |
yasashikusuru-優しくする | aardig [vriendelijk] zijn tegen iemand |
yasen-夜戦 | nachtelijke gevechten [oorlog] |
yaseru-痩せる | afvallen; gewicht verliezen |
yashi-野史 | onofficiële [particuliere] geschiedschrijving (term binnen de Chinese geschiedschrijving) |
yashiki-屋敷 | (afk. voor bukeyashiki) behuizing van de krijgselite (in feodaal Japan) |
yashiro-社 | een shinto heiligdom [schrijn] |
yashiyu-椰子油 | kokosolie |
yashoku-夜色 | avondscène; nachtelijk tafereel; de kleurschakeringen van de nacht |
yashu-野趣 | rustieke [landelijke] schoonheid |
yaso-ヤソ | het Christelijk geloof; Christendom; christenen |
yasudaiji-易大事 | iets dat er eenvoudig uitziet, maar in werkelijkheid zeer belangrijk is |
yasuge(na)-安げ(な) | (lit.) iets dat er vreedzaam [rustig] uitziet; vredig; rustig |
yasuge(na)-安げ(な) | (lit.) iets dat er zo gemakkelijk en eenvoudig uitziet |
yasugekkyū-安月給 | een klein [laag] (maand)salaris; een mager (maandelijks) inkomen |
yasui-安寝 | (lit.) een rustige [vredige] slaap; vast in slaap zijn |
yasui-易い | makkelijk; eenvoudig |
yasukeku-安けく | (arch.; lit.) vrede; rust; kalmte |
yasume-安め | een verliezende worp bij het dobbelspel |
yasumono-安物 | een goedkoop artikel [produkt] (van slechte kwaliteit) |
yasunjiru-安んじる | gerust [veilig; op zijn gemak; vredig] zijn; tevreden zijn; geruststellen |
yasunzuru-安んずる | gerust [veilig; op zijn gemak; vredig] zijn |
yasurai-休らい | (lit.) het uitrusten; rust; ontspanning; pauze |
yasurai-休らい | (lit.) aarzeling; twijfeling |
yasurakeshi-安らけし | (lit.) vredig; kalm |
yasurau-休らう | (lit.) stoppen; stilstaan |
yasurau-休らう | (lit.) (tijdelijk) verblijven; bezoeken |
yasurau-休らう | (lit.) aarzelen; twijfelen |
yasushi-安し | makkelijk; zacht; licht |
yasuukeai-安請け合い | een ondoordachte [lichtvaardige] belofte |
yasuukeaisuru-安請け合いする | lichtvaardig [overhaast] een belofte doen (die men niet kan nakomen) |
yasuuri-安売り | op lichtvaardige wijze bereidwillig zijn |
yasuyasu-易易 | (vaak gebruikt in combinatie met to) heel gemakkelijk, eenvoudig, simpel; met groot gemak; erg toegankelijk (fig.) |
yatchaba-やっちゃ場 | markt voor groente en fruit in Tokio (zo genoemd vanwege de uitroepen tijdens de veiling: yatcha, yatcha) |
yatō-夜灯 | nachtlamp; nachtlantaarn (als straatverlichting e.d.) |
yatō-夜盗 | een nachtelijke inbraak [inbreker; indringer] |
yatto-やっと | eindelijk (met veel moeite); ten langen leste; uiteindelijk; tenslotte |
yattokosa-やっとこさ | eindelijk; uiteindelijk; tenslotte |
yawarageru-和らげる | verzachten; matigen; verlichten |
yayakoshii-ややこしい | ingewikkeld; complex; gecompliceerd; onoverzichtelijk; verwarrend |
yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
yō-様 | uiterlijk; verschijning; voorkomen; manier; situatie |
yō-陽 | yang; het licht; de zon; het positieve; de positieve [lichte] kant |
yobōsen-予防線 | verdedigingslinie |
yōchi-幼稚 | kinderachtigheid; kinderlijkheid |
yōdai-容態 | (medische) aandoening [kwaal]; lichamelijke gesteldheid [conditie] |
yōdai-容態 | (iemand's) uiterlijk; uiterlijke verschijning |
yogake-夜駆け | nachtelijke aanval [inbraak] |
yoginai-余儀ない | onvermijdelijk; onontkoombaar; onafwendbaar; gedwongen; niet anders kunnen |
yogiri-夜霧 | avondmist; avondnevel; nachtelijke mist |
yōgisha-容疑者 | verdachte; vermoedelijke dader |
yōgogakkō-養護学校 | speciale school; school voor speciaal onderwijs (voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking) |
yogoreyaku-汚れ役 | (film, theater, e.d.) de rol van schurk [sociale verschoppeling] |
yogoto-夜毎 | elke nacht; nachtelijk |
yohaku-余白 | blanco; lege ruimte; marge; kantlijn |
yohō-予報 | voorspelling; verwachting |
yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
yoigokochi-酔い心地 | aangeschoten [in een roes] zijn; een vrolijke dronk (hebben) |
yōikuhi-養育費 | kinderalimentatie |
yōin-要員 | noodzakelijk personeel (om iets te kunnen doen of te volbrengen) |
yōjinbō-用心棒 | lijfwacht; bodyguard; bewaker; uitsmijter |
yojinoboru-攀じ登る | klimmen [klauteren] (op); beklimmen; opklauteren |
yojiru-攀じる | (omhoog) klimmen; klauteren; rotsklimmen |
yojō-余剰 | rest; restant; overschot; hetgeen overblijft |
yojō-余情 | implicaties; suggesties; suggestief zijn; emoties oproepen; blijvende indruk achterlaten |
yōka-沃化 | behandeling met jodium; het joderen |
yōka-養家 | adoptiefamilie; adoptiegezin; familie waarin men geadopteerd is |
yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
yokei-余慶 | geluk dat nakomelingen ontvangen vanwege de goede daden van hun voorouders |
yoken-予見 | verwachting; voorspelling; prognose; voorkennis |
yōki-妖気 | angstaanjagende [griezelige; spookachtige] sfeer |
yōki-陽気 | vrolijke stemming |
yokka-翼下 | onderzijde van vleugels (van een vogel of vliegtuig) |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
yokō-余香 | een geur die blijft hangen |
yoko-横 | breedte; wijdte; horizontaal; van links naar rechts; zijwaarts; zijdelings |
yokochō-横帳 | oblong [liggend] formaat notitieboek (van vellen papier horizontaal doormidden gevouwen en gebonden) |
yokodori-横取り | het (zijdelings) weggrijpen; wegpakken van iemands goederen of kennis (en die als eigen bevindingen doen voorkomen, b.v. in een werksituatie) |
yokogaki-横書き | horizontaal schrift (m.n. van links naar rechts) |
yokoguruma-横車 | onredelijkheid; dwarsheid |
yokome-横目 | zijwaartse [schuine] blik |
yokomichi-横道 | de verkeerde kant; het verkeerde pad; afdwaling; uitweiding |
yokomuki-横向き | zijwaarts; (op de zij) liggend; landscape formaat (van een foto) |
yokonami-横波 | zijdelingse golf (bij een schip) |
yokorenbo-横恋慕 | geheime [ongeoorloofde; onbeantwoorde] liefde |
yōkoso-ようこそ | welkom; blij je te zien |
yokosuberi-横滑り | zijwaartse beweging [slip; schuiver]; zijslip (van auto, skiër, etc.) |
yokosuji-横筋 | dwarslijn; zijlijn |
yokotawaru-横たわる | gaan liggen |
yokotcho-横っちょ | zijwaarts; zijdelings; opzij |
yokoyure-横揺れ | het slingeren [rollen] (van een schip, vliegtuig, e.d.) |
yoku-良く | veel; vaak; frequent; gewoonlijk |
yokubaru-欲張る | hebzuchtig [inhalig] zijn |
yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
yokuke-欲気 | grote hebzucht; inhaligheid; begeerte |
yokumo-善くも | hoe kan het dat ...; hoe is het mogelijk dat ... |
yokun-余薫 | een geur die blijft hangen |
yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
yokuseki-よくせき | uitzonderlijk; extreem; buitengewoon; onvermijdelijk |
yokushi-抑止 | bedwinging; beteugeling |
yokusō-浴槽 | badkuip; ligbad |
yokuyoku-善く善く | uitzonderlijk; buitengewoon; extreem |
yōkyūbaraiyokin-要求払い預金 | aanbetaling [deposito] op verzoek |
yōmaku-羊膜 | vruchtvlies (in baarmoeder bij zwangerschap) |
yōmei-溶明 | (beeld) het invloeien; verschijnen; lichter [helderder] worden |
yomeiri-嫁入り | trouwerij; huwelijk |
yometoome-夜目遠目 | (gezegde) Bij duisternis kan men geen onderscheid maken tussen mooi en lelijk. (lett. een vrouw in het donker, in de verte) |
yomiawase-読み合わせ | tekstvergelijking; (gezamenlijke) tekstlezing |
yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
yomoya-よもや | (met negatie) haast ondenkbaar; onwaarschijnlijk |
yomoya-よもや | waarschijnlijk; zeker |
yōni-陽に | zichtbaar; openlijk; openbaar; publiekelijk |
yonkyokuko-四極子 | quadrupool; vierpool (elektrotechniek, schakeling met vier klemmen) |
yonmaruichi・kē-よんまるいち・ケー | een pensioenregeling op basis van vaste bijdragen in de Verenigde Staten |
yonō-予納 | vooruitbetaling |
yoō-余殃 | onheil dat nakomelingen overkomt vanwege slechte daden van hun voorouders |
yori-より | (in een vergelijking) dan |
yoriki-与力 | politieofficier (Edo periode) |
yoriki-与力 | een samoerai van lagere rang (assistent van een militaire aanvoerder) (Muromachi periode) |
yorisou-寄り添う | dicht tegen elkaar aan zitten [kruipen; blijven]; zich tegen elkaar aan nestelen |
yoroke-蹌踉 | wankeling; struikeling; gestrompel |
yorokobashii-喜ばしい | blij; vrolijk; prettig |
yorokobasu-喜ばす | behagen; verrukken; (iemand) blij maken; verblijden; plezier geven; vreugde brengen |
yorokobi-喜び | blijdschap; vreugde, genoegen; plezier; voldoening; vervoering; extase |
yorokobi-喜び | felicitatie |
yorokobu-喜ぶ | blij [verrukt; opgetogen] zijn; zich verheugen |
yorokobu-喜ぶ | (iem.) feliciteren; (iets) met blijdschap [dank] ontvangen |
yorokonde-喜んで | met plezier; bereidwillig; blijmoedig; graag |
yoronchōsa-世論調査 | opiniepeiling |
yoroshikuonegaishimasu-よろしくお願いします | (helpt u mij; doet u) alstublieft |
yosamu-夜寒 | avondkou; nachtelijke kou |
yosei-余勢 | energie-overschot; overtollige energie; overcapaciteit |
yōsei-陽性 | opgewektheid; vrolijkheid |
yōsei-養成 | training; opleiding; scholing; opvoeding |
yosen-予選 | eliminatie van mogelijke opties (om de beste te selecteren) |
yosen-予選 | voorronde; kwalificatiewedstrijd; selectiewedstrijd |
yōshi-容姿 | (iemand's) verschijning; voorkomen; uiterlijk; gestalte |
yōshi-用紙 | (invul)formulier; een vel papier; (voorgedrukt) briefpapier |
yōshi-養子 | geadopteerd kind; pleegkind (meestal mannelijk) |
yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
yosō-予想 | verwachting; vooruitzicht; voorspelling; veronderstelling |
yosoeru-寄える | vergelijken; contrasteren |
yosoeru-寄える | wedijveren; rivaliseren; mededingen |
yosoku-予測 | voorspelling; verwachting; (in)schatting |
yosomono-余所者 | (geen standaard term, soms onbeleefd) buitenlander; vreemdeling; buitenstaander; outsider |
yosoyososhii-余所余所しい | afstandelijk; formeel |
yōsu-様子 | verschijning; uiterlijk; voorkomen |
yōsu-要す | in een hinderlaag liggen |
yōsuru-要する | in een hinderlaag liggen |
yotamono-与太者 | deugniet; nietsnut; gangster; schurk; schavuit; vandaal (Eng.hooligan) |
yōtashi-用足し | zakelijke transactie; uitvoering van werkzaamheden |
yotōgiin-与党議員 | lid van de regeringspartij |
yotsu-四つ | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
yotsude-四つ手 | (sumo) kruislingse handgreep |
yotsumegaki-四つ目垣 | een hekwerk [trellis] van bamboe (met vierkante openingen) |
yotsumi-四つ身 | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
you-酔う | ziek [misselijk] worden |
youchi-夜討ち | nachtelijke aanval [inbraak] |
yowamushi-弱虫 | lafaard; bangerik; zwakkeling; slappeling; watje |
yōyaku-漸く | uiteindelijk; tenslotte; ten langen leste |
yōyaku-漸く | geleidelijk |
yōyaku-漸く | maar net; nauwelijks; ternauwernood |
yoyatō-与野党 | regeringspartijen [coalitiepartijen] en oppositiepartijen |
yōyou-漸う | beetje bij beetje; stap voor stap; geleidelijk |
yōyou-漸う | (uit)eindelijk; tenslotte |
yozai-余財 | financiële reserve(s); beschikbaar [overtollig] geld |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
yūbinuke-郵便受け | persoonlijke brievenbus; postbus (aan huis) |
yūbun-右文 | respect [waardering] voor het geschreven woord [geschriften; literatuur] |
yūchō-悠長 | rustig [langzaam; weloverwogen; gemoedelijk] zijn |
yūdachi-夕立 | avondregen; plotselinge regenbui (in de avond) |
yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
yuden-油田 | olieveld |
yuderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
yūeki-有益 | voordelig [nuttig; winstgevend; leerzaam] zijn |
yūfō-ユーフォー | ongeïdentificeerd vliegend voorwerp (unidentified flying object) |
yūgai-有害 | schadelijk zijn |
yūgeki-遊撃 | (militaire) aanval door een mobiele eenheid |
yūgengaisha-有限会社 | een besloten vennootschap; een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid |
yūgensekinin-有限責任 | beperkte aansprakelijkheid |
yūgigu-遊戯具 | speeltoestel (zoals glijbaan, etc., b.v. in speeltuinen) |
yūgun-友軍 | geallieerd leger; bevriende [vriendschappelijke] troepen |
yūgun-遊軍 | reservetroepen; mobiele eenheid; vliegende brigade |
yūhitsu-右筆 | (bij de krijgsadel) iemand die belast is met het schrijven van documenten in adelijke families |
yūi-有意 | opzettelijk [doelbewust] zijn; met (bij)bedoelingen |
yuibutsu-唯物 | materialisme |
yuibutsubenshōhō-唯物弁証法 | dialectisch materialisme (een natuur- en wetenschapsfilosofie) |
yuibutsuron-唯物論 | materialisme |
yuibutsushikan-唯物史観 | materialistische opvatting [interpretatie] van de geschiedenis |
yuinō-結納 | (ceremoniële) uitwisseling van verlovingsgeschenken |
yuinōkin-結納金 | gift van de familie van de a.s. bruidegom aan de familie van de a.s. bruid bij een verloving |
yuishin-唯心 | (boeddh.) alle verschijnselen zijn een manifestatie van de geest; de geest als de enige echte realiteit |
yuishinron-唯心論 | spiritualisme (filosofie) |
yuiwata-結い綿 | een familiewapen in de vorm van een brede knoop |
yūjō-優諚 | goedgunstige keizerlijke boodschap |
yujō-油状 | olieachtige substantie |
yūka-雄花 | mannelijke bloem; bloem met alleen meeldraden |
yūkage-夕影 | het licht van de ondergaande zon |
yūkage-夕影 | een figuur [vorm] verlicht door de avondzon |
yukai-愉快 | prettig [plezierig; aangenaam; vrolijk; fijn; opgewekt; vrolijk] zijn |
yukan-湯灌 | lijkwassing; het wassen van het lichaam van een overledene (voor de begrafenis) |
yūkara-ユーカラ | (Ainu: Yukar) yukar, mondeling overgedragen Ainu-legenden |
yūki-結城 | (afk. van Yūki-momen) een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi) |
yukiau-行き合う | iemand (toevallig) tegenkomen [tegen het lijf lopen; ontmoeten] |
yukidaore-行き倒れ | op straat in elkaar zakken; bewusteloos [dood] op straat liggen |
yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
yukigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
yukime-雪眼 | sneeuwblindheid |
yukimochi-雪持ち | dwarsbalk [net; gaas] ter voorkoming van plotselinge val van sneeuw van daken |
yūkimomen-結城木綿 | een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi |
yukinohate-雪の果て | sneeuw die aan het einde van de winter valt; sneeuw die is blijven liggen |
yukiyake-雪焼け | zonnebrand in de sneeuw (door weerkaatsing van zonlicht op sneeuw of ijs) |
yūkō-有功 | verdienste; verdienstelijkheid; verdienstelijk [werkzaam] zijn |
yūkōjōchū-有鉤条虫 | varkenslintworm (Taenia solium) |
yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
yūkōteki-友好的 | vriendschappelijk; amicaal |
yukue-行方 | plaats van bestemming; verblijfplaats; waar men zich bevindt |
yukuyuku-行く行く | in de toekomst; eens; ooit; uiteindelijk |
yūkyū-有給 | met betaling |
yumanite-ユマニテ | menselijkheid |
yumegatari-夢語り | verslag [vertelling] van een droom |
yumegatari-夢語り | fantastisch [wild; onrealistisch] verhaal |
yūmeijin-有名人 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
yūmeimujitsu-有名無実 | slechts in naam (en niet in werkelijkheid) |
yumemonogatari-夢物語 | verslag [vertelling] van een droom |
yumemonogatari-夢物語 | fantastisch [wild; onrealistisch] verhaal |
yumeutsutsu-夢現 | half in slaap [ tussen slapen en wakker] zijn; tussen droom en werkelijkheid |
yumichi-湯道 | gietloop (voor gesmolten metaal); gietkanaal; glijgoot |
yūnagi-夕凪 | (tijdelijke) windstilte 's avonds aan zee (bij de wisseling van zeewind en landwind)) |
yunion・shoppu-ユニオン・ショップ | vakbondswinkel, een vorm van een vakbondsveiligheidsclausule met afspraken tussen werkgevers en vakbond |
yunitto-ユニット | eenheid; zelfstandig onderdeel; afdeling |
yunyūizondo-輸入依存度 | de mate van (economische) afhankelijkheid van import (verhouding tussen invoerwaarde en nationale productie) |
yūranchi-遊覧地 | een recreatie [vakantie] verblijf; resort |
yurasu-揺らす | (iets) heen-en-weer schommelen [zwaaien; slingeren] |
yurayura-ゆらゆら | (onomatopee) schommelend; slingerend; zwaaiend; wankelend |
yureru-揺れる | trillen; vibreren; flikkeren; heen-en-weer gaan |
yūri-有利 | winstgevend [lucratief; nuttig; voordelig; gunstig] zijn |
yuri-百合 | een lelie (plant, Lillium) |
yurine-百合根 | leliewortel; lelie bloembol |
yūrodarāsai-ユーロダラー債 | eurodollar-obligatie |
yūroensai-ユーロ円債 | euroyen-obligatie |
yūrosai-ユーロ債 | euro- obligatie |
yurui-緩い | zacht [langzaam] hellend (dakvlak, helling, e.d.) |
yuruyaka-緩やか | los [vrij; ongedwongen; laks; toegeeflijk] zijn |
yuruyaka-緩やか | licht [flauw; geleidelijk; kalm] zijn |
yūryō-有料 | tegen betaling; niet gratis |
yusai-油彩 | olieverfschilderij |
yusei-油井 | oliebron; olieput |
yusei-油性 | op oliebasis; olieachtig zijn |
yusei-油性 | goed oplosbaar in olie zijn |
yūsei-雄性 | mannelijkheid |
yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
yuseino-油性の | op olie basis (verf, inkt, e.d.) |
yūsen-有線 | (afk. voor) vaste telefoonlijn |
yūsendenwa-有線電話 | vaste telefoonlijn |
yūshi-有志 | geïnteresseerde; voorstander; medestander; vrijwilliger |
yushi-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
yūshibunretsu-有糸分裂 | mitose; kerndeling (biologie) |
yūshiki-有識 | geleerdheid; goede algemene ontwikkeling; deskundigheid |
yushin-油浸 | olie-immersie (opvulling met olie) |
yūshō-有償 | compensatie; schadeloosstelling |
yūshōreppai-優勝劣敗 | het recht van de sterkste; natuurlijke selectie (overleving van degenen die het best aan de omgeving aangepast zijn) |
yūshun-優駿 | voortreffelijkheid; iemand [iets] met bijzondere kwaliteiten |
yusō-油層 | aardolielaag (geologische laag waarin olie wordt aangetroffen) |
yūtai-優待 | voorkeursbehandeling; gastvrijheid |
yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
yūtaibutsu-有体物 | tastbare [concrete; materiële; stoffelijke] dingen |
yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
yutan-油単 | geoliede stof (om het waterdicht te maken); wasdoek; zeildoek |
yutan-油単 | geolied papier |
yūtiritarianizumu-ユーティリタリアニズム | utilitarisme; utilisme; nuttigheidssysteem; utiliteitsbeginsel |
yūtō-遊蕩 | losbandigheid; onmatigheid; lichtzinnigheid; van losse zeden |
yūtopian-ユートピアン | utopist; idealist; dagdromer |
yūtsūsei-有痛性 | pijnlijk zijn |
yuttari-ゆったり | comfortabel; gemakkelijk; kalm; ontspannen |
yūutsu-憂鬱 | melancholie; depressie; droefgeestigheid; zwaarmoedigheid |
yūwaseisaku-宥和政策 | vredespolitiek |
yuya-湯屋 | openbaar [publiek] badhuis; gebouw (bij een tempel of heiligdom) met badhuis |
yūyaku-勇躍 | goedgehumeurdheid; vrolijke stemming |
yūzai-有罪 | schuld; aansprakelijkheid |
yūzansu-ユーザンス | reguliere betalingstermijn |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
yū・bui-ユー・ブイ | UV (Ultra Violet straling) |
yū・esu・esu・āru-ユー・エス・エス・アール | Unie van Socialistische Sovjet Republieken |
zai-在 | (in kanjicombinaties) ergens zijn [wonen; verblijven] |
zaibatsu-財閥 | financieel en zakelijk conglomeraat |
zaieki-在役 | in militaire dienst zijn |
zaifu-在府 | (Edo-periode) het verplichte verblijf in de hoofdstad van een leenheer en zijn vazallen |
zaigaku-在学 | (op een school) ingeschreven zijn (als leerling of student) |
zaigō-在郷 | het verblijven [wonen] in je geboorteplaats |
zaigyō-在郷 | het verblijven [wonen] in je geboorteplaats |
zaijō-罪状 | strafrechtelijke aanklacht |
zaike-在家 | leek; niet-geestelijke |
zaikyō-在京 | verblijf in de hoofdstad [Tokio] |
zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
zainichi-在日 | het verblijven [wonen] (van buitenlanders) in Japan |
zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
zairu-ザイル | klimtouw |
zaisei-財政 | (particuliere) financiën; geldzaken; geldmiddelen |
zaishitsu-材質 | de kwaliteit van een materiaal (zoals hout, e.d.) |
zaitai-罪体 | corpus delicti (concreet bewijs van een misdaad) |
zaitakusuru-在宅する | thuis zijn; thuis blijven |
zametsu-挫滅 | (med.) verbrijzeling |
zangai-残骸 | wrak; wrakstuk; brokstuk; puin; overblijfselen |
zanmu-残務 | werkachterstand; werk dat is blijven liggen; resterende [ongedane] werkzaamheden; dingen die nog gedaan moeten worden |
zanpan-残飯 | overgebleven voedsel; restjes; kliekjes |
zanpen-残片 | overblijfsel; overgebleven stuk [fragment] |
zanryū-残留 | het resteren; overblijven; achterblijven |
zanryūsuru-残留する | resteren; overblijven; achterblijven |
zansai-残滓 | overblijfsel; restant |
zansetsu-残雪 | overgebleven sneeuw; sneeuw die lang is blijven liggen |
zanshi-残滓 | overblijfsel; restant |
zanshin-残心 | (in vechtsporten) de mentale houding van het blijven opletten (ook na de actie) |
zanshitai-惨死体 | het (verminkte) lichaam van iemand die op brute wijze is vermoord |
zanson-残存 | reliek; overblijfsel |
zanteki-残敵 | de overgebleven vijand; het resterende vijandelijke leger |
zantō-残党 | de overlevenden; overgeblevenen; achterblijvers |
zanzen-嶄然 | prominent [in 't oog lopend; opzienbarend; uitblinkend; uitmuntend; ongeëvenaard] zijn |
zarazara-ざらざら | (onomatopee) ruw; korrelig |
zarazarashita-ざらざらした | (onomatopee) grof; ruw; korrelig; scherp |
zashi-座視 | het onbezorgd [lui; onverschillig; werkeloos] toekijken (zonder iets te doen) |
zatsu-雑 | mengeling; varia; ongesorteerde artikelen |
zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
zeimushinkokusho-税務申告書 | belastingaangifteformulier |
zeiniku-贅肉 | overtollig [teveel] vlees [vet] |
zekka-舌禍 | verspreking; slip of the tongue |
zekkasen-舌下腺 | glandula sublingualis; ondertong speekselklier |
zekke-絶家 | uitgestorven familie; familie waarvan alle leden zijn overleden |
zen-前 | (als voorvoegsel) vorige; voormalige; ex-; oud- |
zen-漸 | geleidelijke vooruitgang |
zen-漸 | (in kanji combinaties) geleidelijk; stap voor stap |
zen-然 | (in kanji combinaties) natuurlijk; toevallig; onvoorzien; vastberaden |
zenbō-全貌 | het geheel; totaal beeld (van iets); (fig.) voorstelling |
zenerarisuto-ゼネラリスト | generalist; algemeen deskundige |
zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
zeneraru・raisensu-ゼネラル・ライセンス | algemene licentie [vergunning] |
zengakufutan-全額負担 | verplichting tot het betalen van het volledige bedrag |
zengen-漸減 | geleidelijke afname |
zengensuru-漸減する | geleidelijk afnemen |
zenigataazarashi-銭形海豹 | (gewone) zeehond (Phoca vitulina) |
zenji-漸次 | geleidelijk [langzaamaan] zijn |
zenjō-禅定 | (shugendo) ascetisme door heilige bergen te beklimmen |
zenkai-全壊 | totale ineenstorting [vernieling; vernietiging] |
zenkashiki-漸化式 | (wiskunde) differentievergelijking |
zenken-前件 | voorgenoemde [bovengenoemde] alinea [pagina; tekst; document] |
zenki-前期 | eerste termijn [beginperiode] (van een wisseltentoonstelling) |
zenkin-前金 | voorschot; vooruitbetaling |
zenko-全戸 | de gehele familie; iedereen in de familie; alle families [huizen] (in de buurt; stad) |
zenkokukigyōtankikeizaikansokuchōsa-全国企業短期経済観測調査 | Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
zenkyoku-全曲 | de gehele compositie [voorstelling; muziekopname] |
zenmei-喘鳴 | stridor; hoorbare [piepende] ademhaling |
zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
zennichisei-全日制 | systeem van regulier dagonderwijs (op weekdagen); voltijd opleiding |
zennin-善人 | een rechtschapen [deugdzaam; eerlijk] mens |
zennō-全納 | volledige betaling |
zennō-全能 | totipotentie (van dierlijke cellen) |
zennōshinkyōkai-全能神教会 | de Kerk van de Almachtige God (christelijke religieuze beweging, ontstaan in China, 1991) |
zenpu-前夫 | ex-man; ex-echtgenoot; voormalige echtgenoot |
zenpu-前婦 | ex-vrouw; ex-echtgenote; voormalige echtgenote |
zenrin-全臨 | het overschrijven van een gehele originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
zenrin-禅林 | zentempel; plaats (b.v. in een bos) waar volgelingen van het zenboeddhisme bijeenkomen |
zenritsusen-前立腺 | prostaat (klier) |
zenryoku-全力 | totale kracht [energie; macht]; alle mogelijke inspanningen |
zenryōsei-全寮制 | een systeem waarin alle stafleden en studenten verplicht op het universiteitsterrein wonen |
zensen-全線 | (van trein, tram, bus) de hele lijn (van begin tot eind); alle lijnen [routes] |
zensen-全線 | (tijdens een oorlog); het hele front; alle frontlinies |
zensen-前線 | front; gevechtslinie |
zensha-前者 | de eerstgenoemde; voormalige; vroegere |
zenshatekihinshitsukanri-全社的品質管理 | (ENG.: TQC, Total Quality Control) totale kwaliteitscontrole |
zenshikimō-全色盲 | achromatopsie; volledig kleurenblindheid |
zenshin-全身 | het hele lichaam; ten voeten uit |
zenshin-漸進 | geleidelijke vooruitgang [ontwikkeling] |
zenshō-全勝 | alle wedstrijden gewonnen hebben; het behalen van een volledige overwinning zonder verliespunten |
zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
zensho-善書 | mooi handschrift; het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
zensho-善書 | meester-kalligraaf |
zenshōsen-前哨戦 | voorpostengevecht; schermutseling |
zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
zensōhō-漸層法 | climax (een retorische methode waarbij men een opeenvolging van steeds sterkere uitdrukkingen gebruikt) |
zensokukanja-喘息患者 | astmapatiënt; astmalijder; astmaticus |
zentai-全体 | het geheel; totaliteit; van begin tot eind |
zentaishugi-全体主義 | totalitarisme |
zentei-前提 | veronderstelling; aanname; uitgangspunt |
zentō-漸騰 | het geleidelijk oplopen van de (markt)prijs |
zentōyō-前頭葉 | voorhoofdskwab (lobus frontalis) |
zentsū-全通 | (her)opening van het volledige traject (spoorlijn) |
zenwa-禅話 | dialoog [gesprek; verhandeling] in het Zen Boeddhisme |
zenzai-善哉 | (archaïsch) geweldig!, subliem! |
zenzō-漸増 | geleidelijke toename |
zenzōsuru-漸増する | geleidelijk toenemen |
zen'i-善意 | goede [nobele] inborst; goede bedoelingen |
zen'yaku-全訳 | volledige vertaling |
zen'yaku-前約 | eerdere verplichting [afspraak] |
zeppeki-絶壁 | een steile klif [rotswand]; afgrond |
zeppitsu-絶筆 | laatste werk van een auteur (vlak voor overlijden) |
zessen-舌戦 | woordenwisseling; verbale strijd |
zesshō-絶唱 | prachtig [uitmuntend; mooi] gedicht of lied |
zetsudai-舌代 | bericht; mededeling |
zetsugi-絶技 | uitblinkend kunststuk; stunt; voortreffelijk optreden [acteerwerk]; goede techniek |
zettai-絶対 | absoluut [onvoorwaardelijk] zijn |
zettaizetsumei-絶体絶命 | uitzichtloze situatie; situatie waaruit geen ontsnapping mogelijk is; in een hoek gedreven zijn |
zezehihi-是是非非 | onbevooroordeeld [eerlijk en rechtvaardig] zijn |
zō-増 | één van de vrouwelijke No-maskers |
zō-象 | olifant |
zōbin-増便 | toename van openbaar vervoer (bus, trein, vliegtuig) |
zōbutsukobai-贓物故買 | heling van gestolen goederen |
zōgen-増減 | vermeerdering en vermindering; opkomst en ondergang; schommeling; fluctuatie |
zōhan-造反 | opstand; afvalligheid |
zōhatsu-増発 | vergroting van de uitgifte van bankbiljetten, obligaties, e.d. |
zōho-増補 | aanvulling; uitbreiding |
zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
zōki-臓器 | (inwendig) orgaan (in lichaam) |
zokka-俗歌 | volkszang; (volks)liedje; deuntje; ballade |
zokkai-俗界 | de seculiere maatschappij [samenleving]; de wereld van alledag; de wereld om ons heen; het leven van alledag |
zokkan-俗間 | de wereld; het (grote) publiek; het volk |
zokkan-続刊 | voortzetting van de publicatie; een reeds gepubliceerd boek of tijdschrift blijven uitgeven |
zokkasuru-俗化する | populariseren; vulgariseren; verpesten; vercommercialiseren; verlagen |
zokkoku-属国 | vazalstaat; satellietstaat; een land onder controle van een ander land |
zokkon-ぞっこん | heel erg [tot over de oren] verliefd |
zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
zoku-賊 | verrader; rebel; opstandeling; muiter |
zokubutsu-俗物 | snob; materialist; cultuurbarbaar; vulgair persoon |
zokuchishugi-属地主義 | territorialiteitsbeginsel |
zokuchō-族長 | patriarch; hoofd van een familie [clan] |
zokuen-俗縁 | seculiere connecties [relaties]; familieleden van monniken en priesters |
zokuen-続演 | heropvoering [continuering] van een toneelstuk of voorstelling (vanwege succes) |
zokugaku-俗学 | studie op populairwetenschappelijk niveau |
zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
zokugara-続柄 | (spreektaal) familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
zokuhatsu-続発 | (herhaaldelijk) opeenvolgende gebeurtenissen; opeenvolging van gebeurtenissen |
zokuji-俗耳 | de aandacht [het gehoor] van het grote publiek |
zokujin-俗人 | een leek; seculier persoon; gewone mensen; het gewone volk |
zokuke-俗気 | wereldlijke gerichtheid; platvloersheid; uit zijn op roem of geld |
zokumu-俗務 | wereldlijke zaken [belangen; aangelegenheden] |
zokunen-俗念 | wereldlijkheid; wereldse verlangens |
zokuni-俗に | in het algemeen; gewoonlijk |
zokuraku-続落 | gestage daling |
zokuron-俗論 | vulgaire [populistische; primitieve] visie [mening] |
zokusai-続載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
zokusei-俗姓 | seculiere [wereldse] achternaam van een monnik |
zokuseken-俗世間 | de (aardse; seculiere) wereld [maatschappij] |
zokuseken-俗世間 | het dagelijkse bestaan |
zokushin-賊臣 | rebel; opstandeling; verrader; samenzweerder |
zokushutsu-続出 | een opeenvolging [opeenstapeling] (van) |
zokutai-俗体 | de gestalte [het uiterlijk] van een leek [niet-geestelijke] |
zokutō-続投 | honkbal) het blijven pitchen [werpen] (van dezelfde pitcher, zonder wisseling van werper) |
zokutō-続投 | het blijven doorwerken (zonder eindtijd of aflossing) |
zokuyō-俗謡 | volksliedje |
zōsanai-造作ない | makkelijk; eenvoudig |
zōshitsu-蔵室 | magazijn (in een bibliotheek voor boeken e.d.) |
zōsho-蔵書 | boekenverzameling; (privé)bibliotheek; de boekenvoorraad (van een bibliotheek) |
zōshoku-増殖 | proliferatie; woekering (van cellen of weefsel) |
zubari-ずばり | (onomatopee) ferm; flink; vastberaden |
zubazuba-ずばずば | (onomatopee) uitgesproken; eerlijk; recht op de man af |
zubekō-ずべ公 | een vrouwelijke delinquent |
zue-図会 | een verzameling afbeeldingen |
zuibun-随分 | behoorlijk; tamelijk; aanzienlijk |
zuieki-髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
zuiin-随員 | lid van een entourage [gevolg; staf]; begeleidend personeel |
zuimaku-髄膜 | hersenvlies; meninges |
zuimakuen-髄膜炎 | meningitis; hersenvliesontsteking |
zuisō-随想 | vrije [losse] bespiegelingen [gedachten; herinneringen] |
zuitokuji-随徳寺 | (fonetisch klinkt dit woord als de naam voor een tempel en qua betekenis: de dingen laten zoals ze zijn) vlucht |
zukai-図解 | schema; illustratie; schematische voorstelling; grafiek; diagram |
zukazuka-ずかずか | (onomatopee) direct (zonder plichtplegingen); bot; grof |
zukkokeru-ずっこける | naar beneden glijden [slippen; vallen]; loslaten; loskomen |
zukkokeru-ずっこける | zichzelf belachelijk maken; domme dingen doen |
zukyō-誦経 | gift ter betaling voor het reciteren van een soetra |
zukyōmono-誦経物 | gift ter betaling voor het reciteren van een soetra |
zume-詰め | (achtervoegsel bij werkwoord) geeft aan dat de actie [handeling; situatie] doorgaat |
zundō-寸胴 | cilindervorm; (menselijke figuur) zonder taille; (kleding) zonder mouwen |
zundō-寸胴 | cilindervaas |
zunguri-ずんぐり | (onomatopee) (kort en) dik; gedrongen; gezet; mollig |
zurai-づらい | (achtervoegsel) moeilijk om te ... |
zure-ずれ | vertraging; discrepantie; kloof; verschuiving; afglijding |
zureru-ずれる | wegglijden; naar beneden glijden; verschuiven |
zuriagaru-ずり上がる | omhoog glijden; opkruipen (van kleding) |
zuriochiru-ずり落ちる | wegglijden; naar beneden glijden |
zuru-ずる | (weg)glijden |
zurui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
zuruzuru-ずるずる | (onomatopee) slepend; glijdend; glibberend; slurpend |
zūtai-図体 | (groot; dik; zwaar) lichaam [postuur] |