na
1 de naam van iets; benaming
国の名
landsnaam
名も知れぬ遠き島
een ver eiland waarvan zelfs de naam onbekend is
名正しからざれば則ち言順わず
slechts in naam zo zijn (niet in werkelijkheid)
名無しの権兵衛
zomaar iemand; een (onbelangrijke) onbekende; (lett. een boer zonder naam)
名のある人
een bekend [beroemd] persoon
名を埋(うず)む
geen naam achterlaten
2 de naam van iem.; roepnaam; voornaam; voornaam- en achternaam
私の名は田中花子です。
Mijn naam is Hanako Tanaka.
生まれた子に名を付ける
een pasgeboren kind een naam geven
3 een reputatie; naam; een goede naam; faam; beroemdheid; eer; glorie; een slechte reputatie; gerucht; roddel; kletspraatjes
名有り
bekend; beroemd
名の有る
een reputatie; naam; beroemdheid
名有りて実なし
roem zonder inhoud
名残の霜
de eerste nacht zonder vorst in de 5de maand (v.d.maankalender) na 818 nachten vorst
名残の月
de maan in de 13de nacht van de 9de maand van de maankalender; de ochtendmaan
名残を惜しむ
niet graag weggaan (met tegenzin afscheid nemen); het afscheid betreuren
名も無い
naamloos [onbekend] zijn; waardeloos zijn
名が売れる
bekend [beroemd; populair] worden
名が傷つく
in zijn eer aangetast worden
名が立つ
bekend [populair] worden
名が通る
bekend [beroemd] zijn
名が泣く
zijn faam [roem; titel] onwaardig [niet waard] zijn; zijn reputatie geen goed doen; zijn naam geen eer aandoen
名に負う
zijn naam eer aandoen
名に聞く
ter ore komen; vernemen
名にし負う
(shi versterkt de betekenis) zijn naam eer aandoen
名にそむく
in tegenstelling tot [anders dan] zijn reputatie
名に立つ
bekendheid krijgen; van zich doen spreken
名に恥じない
zich [zijn goede naam] niet te schande maken
名を揚げる(あげる)
bekendheid verkrijgen; eer behalen
名を得る
bekend [beroemd] worden
名を惜しむ
de naam respecteren
名を借りる
in naam van iem. anders; onder valse voorwendsels optreden
名を汚す
zijn eer [goede naam] bezoedelen
名を雪ぐ
zijn naam (van een smet) zuiveren
名を保つ
zijn (goede) naam beschermen
名を遂げる
naam maken; bekend worden
名を留める
een naam behouden
名を取る
beroemd worden
名を流す
in opspraak raken
名を成さしめる
beroemd maken
名を成す
beroemd worden
名を盗む
onterecht [onverdiend] beroemd worden
名を残す
een naam achterlaten
名を辱しめる
schande aandoen aan; schande brengen over
名を馳せる
(algemeen) bekend worden
4 (slechts) in naam ; uiterlijk; uiterlijke schijn; voorwendsel; excuus; (in) naam (van); op titel van; namens
開発の有のもとに自然を破壊する。
In naam van de ontwikkeling verwoest men de natuur.
会社の有で申し込む。
Ik doe het voorstel namens het bedrijf.
ホテルとは有ばかりの安宿
een eenvoudige herberg die de naam hotel onwaardig is

Spreekwoord(en)/gezegde(s)
有の勝つは恥なり。
Het is een schande om iets gedaan te krijgen vanwege je naam i.p.v. je verdiensten [daden].
有を捨てて実を取る。
Liever geld dan roem; Van de eer alleen kan men niet leven.
有は体を表す。
Het is vaak zo dat de naam de kern [inhoud] van de zaak goed weergeeft.
有を竹帛に垂(た)る。
Geschiedenis maken; Zijn naam in de geschiedenis schrijven.
有を取るより徳を取れ [名を捨てて実を取る]。
Het is wijzer om een praktische profijt te behalen dan eer of reputatie na te jagen.