(亡い) nai
1 niet bestaan; niet aanwezig zijn; er zijn [is] geen...
地獄は本当にあるか無いか。
Is [bestaat] er echt geen hel?
ほめられて喜ばない人は無い。
Mensen die niet blij zijn wanneer zij geprezen worden bestaan niet.
ここに置いておいた消しゴムが無い。
Het vlakgummetje dat ik hier had neergelegd, is weg [is er niet meer].
そういうことは無きにしも非ず。
Dat soort dingen kun je niet geheel ontkennen [kun je niet als niet bestaand beschouwen].
2 niet gebeuren; niet doen
今日は授業が無い。
Er zijn geen lessen vandaag.
3 niet hebben; niet bezitten; ontbreken
今日は金が無い。
Ik heb vandaag geen geld.
風格が無い。
Hij heeft geen persoonlijkheid [geen sterk karakter; geen uitstraling].
意味の無い行為
een zinloze daad
迫力の無い時代劇
een weinig indrukwekkend historisch toneelstuk [kostuum stuk]
無い物食おう
egoïstisch [zelfzuchtig; eigenwijs] zijn; zeuren omdat je iets persé hebben wilt
4 niet genoeg zijn; minder zijn
駅まで一キロも無い。
Tot het station is minder dan 1 kilometer.
試験まで一週間と無い。
Het examen is binnen een week.
5 niet leven; dood zijn
今は無い人
degene die er nu niet meer is; hij [zij] die nu overleden is
無きものにする
iem. vermoorden
6 uniek [enig in zijn soort] zijn; eenmalig zijn
彼のその時の情けなさそうな顔といったらなかった。
Zijn meelijwekkende gelaatsuitdrukking had ik tot dan toe nooit gezien.
7 in combinatie met koto: (lett.: het feit is er niet dat...) het is niet zo dat...; niet nodig zijn; niet hoeven; niet mogelijk zijn
こんなみじめな思いをしたことは無い。
Zo beroerd heb ik mij nog nooit gevoeld.
まだ食べたことが無い。
Ik heb het nog nooit gegeten.
何も急ぐことは無い。
Je hoeft je niet te haasten.
8 (achter een ww., zn. of adj., als ontkenning) niet...; geen...; on...
それほど寒く無い。
Het is niet zo koud als toen.
顔を見たくも無い。
Ik wil (zelfs) zijn gezicht niet meer zien.
学生らしく無い。
Hij [zij] ziet er niet uit als een student(e).
電車が全然動いて無い。
De trein staat helemaal stil (er zit geen beweging meer in).
彼は死んで無い。
Hij is nog niet overleden.
まだ夕食を食べて無い。
Ik heb nog niet gegeten vanavond.
頼り無い
onbetrouwbaar
情け無い
onsympathiek; zielig; meelijwekkend

Spreekwoord(en)/gezegde(s)
家も無いし、妻子も無い。
Helemaal alleen zijn (zonder familie); Kind noch kraai hebben.
無いが意見の総仕舞。
Slechte gewoonten verdwijnen vanzelf wanneer het geld op is.
無いが極楽知らぬが仏。
Door niets te bezitten en niets te weten [begeren] is men zorgeloos en gelukkig.
無い子では泣かれぬ [無い子に泣かないが有る子に泣く]。
Als je geen kinderen hebt, heb je ook geen zorgen.
無い知恵を絞る。
Als je niet slim bent, moet je harder werken [meer moeite doen].
無い時の辛抱ある時の倹約。
Wees geduldig als je geen geld hebt, en zuinig als je het wel hebt.
無い袖は振られぬ [無いものは無い]。
Wat je niet hebt kun je ook niet uitgeven (ook al zou je dat graag willen).
無い名は呼ばれず [火の無い所に煙は立たぬ]。
Waar rook is, is vuur.
無い物は金。
Wat ontbreekt is het geld.
無いより(は) 増し。
Beter iets dan niets; Beter een half ei dan een lege dop.
無くてぞ人は恋しかりける。
Men betreurt [verlangt] pas naar iets [iem.] als het [die] er niet meer is.