甘い amai
1 zoet (van smaak)
2 ongezouten; (bijna) zonder zout
3 zachtaardig; mild; vleiend; (al te) toegeeflijk; meegaand
お父さんは娘には甘い。
De vader verwent zijn dochter.
De vader verwent zijn dochter.
彼をあまり甘く見てはいけない。
Je moet hem niet onderschatten.
Je moet hem niet onderschatten.
甘く見る
niet ernstig nemen; onderschatten; licht opvatten
niet ernstig nemen; onderschatten; licht opvatten