Kruisverwijzing
EK
| lemma | meaning |
|---|---|
| a-啞 | (in kanji combinaties) stom zijn; niet kunnen spreken |
| a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
| abaredasu-暴れ出す | onrustig [wild] (beginnen te) worden; beginnen tekeer te gaan |
| abata-痘痕 | pok; pokput (litteken van de pokziekte); pokdalig zijn |
| abekobe-あべこべ | omgekeerd; binnenstebuiten; tegenovergesteld |
| abemaria-アベ・マリア | Ave Maria (katholiek gebed) |
| abiriti-アビリティ | bekwaamheid; vermogen |
| abunagenai-危なげない | veilig; zeker |
| abunai-危ない | ernstig; kritiek; bedreigend |
| abunai-危ない | onzeker; wankel |
| aburajimiru-油染みる | vettig worden; olievlekken krijgen |
| aburakasu-油粕 | lijnkoek; oliekoek |
| aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
| aburatsubo-油壺 | oliekan; oliebusje; smeerbus |
| aburidashi-炙り出し | geschreven [getekend] met onzichtbare inkt (wordt zichtbaar na verhitting) |
| abusutorakuto-アブストラクト | uittreksel; samenvatting |
| achira-あちら | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
| adajio-アダジオ | adagio (muziekterm) |
| adājo-アダージョ | adagio (muziekterm) |
| adesugata-艶姿 | bevallige [bekoorlijke; charmante] verschijning |
| adeyaka-艶やか | aantrekkelijk; bekoorlijk; glamoureus |
| adobento-アドベント | advent (de vier weken voor Kerstmis) |
| adohokku-アドホック | ad hoc; in dit (specifieke) geval; in deze zaak |
| adoman-アドマン | reclameman; reclametekstschrijver |
| adoresuchō-アドレス帳 | adresboek |
| aete-敢えて | helemaal niet; zeker niet |
| afurodite-アフロディテ | Afrodite (Griekse godin) |
| afutā・dāku-アフター・ダーク | boektitel van Haruki Murakami |
| agari-上がり | beklimming |
| age-上げ | (muziek) verhogen van de toon |
| agechō-揚げ超 | een overschot aan schatkist inkomsten door betalingen uit de publieke sector; netto ontvangsten |
| agemaki-揚巻 | een geknoopt koord aan de achterkant van een harnas of helm |
| agemaki-揚巻 | (afk. voor) een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
| agemakigai-揚巻貝 | een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
| ageoroshi-上げ下ろし | prijzen en bekritiseren |
| agetsurau-論う | redetwisten; discussiëren; bekritiseren |
| agohimo-顎紐 | kinriem; kinband (aan een hoofddeksel) |
| agora-アゴラ | agora (centraal stadsplein in het oude Griekenland) |
| agura-胡坐 | kleermakerszit; lotushouding; met gekruiste benen (zitten) |
| ahō-阿呆 | dwaasheid; een dwaas; een idioot; een zot; een gek |
| ahō-阿呆 | (als scheldwoord) idioot; gek |
| ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
| ahodarakyō-阿呆陀羅経 | een satirische parodie op Boeddhistische teksten |
| ahōguchi-阿呆口 | dom geklets; alleen maar onzin praten |
| ahokusai-阿呆臭い | belachelijk; lachwekkend; dwaas; idioot; gek |
| ahorashii-阿呆らしい | belachelijk; dwaas; gek |
| aiaishii-愛愛しい | schattig; lief; charmant; aantrekkelijk |
| aibeya-相部屋 | een kamer delen (hotel; ziekenhuis, e.d.) |
| aichōban-愛聴盤 | lievelingsplaat (muziek) |
| aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| aidagara-間柄 | relatie; betrekking(en); band |
| aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
| aidokusho-愛読書 | het favoriete boek (van iemand); lievelingsboek |
| aienkien-合縁奇縁 | een ongewone relatie, tot stand gekomen door een speling van het lot |
| aigan-哀願 | smeekbede; verzoek |
| aigyō-愛楽 | (boeddh.) de zoektocht naar; wens [verlangen] |
| aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
| aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
| aijirushi-合印 | merkteken; identificatieteken |
| aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
| aikata-合方 | muzikale begeleiding (Japanse traditionele muziek, zoals bij Kabuki en No theater) |
| aiki-愛器 | favoriete [lievelings-] (muziek)instrument [gereedschap] |
| aikokukōtō-愛国公党 | Nationalistische (politieke) partij |
| aikurushii-愛くるしい | zeer lieftallig; mooi; aantrekkelijk; lief(lijk); schattig |
| aikyō-愛敬 | aantrekkelijkheid; charme |
| aikyō-愛敬 | het afprijzen; het geven van een extraatje door een winkelier om klanten of bezoekers te trekken |
| aikyōbokuro-愛敬黒子 | schoonheidsvlekje [tache de beauté] |
| aikyōzuku-愛嬌付く | aantrekkelijk [schattig; lieflijk] worden |
| aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
| aimochi-相持ち | de rekening opsplitsen waarbij ieder voor zichzelf betaalt |
| ainogakkō-愛の学校 | (lett. de school van de liefde) de Japanse titel van het boek |
| airisu-アイリス | Iris (Griekse godin) |
| aisatsu-挨拶 | wraak; afrekening (jargon van de yakuza, Japanse gangsters) |
| aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
| aiseki-相席 | het delen van een tafel met een onbekende (in een restaurant, e.d.) |
| aishēdo-アイシェード | oogscherm; zonneklep |
| aishiau-愛し合う | vrijen; seks hebben; de liefde bedrijven |
| aisho-愛書 | van boeken houden |
| aisho-愛書 | lievelingsboek; favoriete boek |
| aishoka-愛書家 | iem. die van boeken houdt; een bibliofiel |
| aiso-哀訴 | verzoek; smeekbede; petitie |
| aisō-愛想 | de rekening (in een restaurant e.d.) |
| aisotōpugensa-アイソトープ検査 | isotopenonderzoek |
| aisufōru-アイスフォール | ijswaterval; ijswand; met ijs bedekte (rots)wand; ijslawine |
| aisu・rinku-アイス・リンク | (overdekte) ijsbaan |
| aitemu-アイテム | item; post (op rekening of begroting); punt; artikel; artikel; ding; voorwerp |
| aitō-哀悼 | medeleven; condoléance(s); rouwbeklag |
| aitōsuru-哀悼する | rouwen; treuren; weeklagen |
| aiwa-哀話 | een droevig [triest] verhaal; een tragische episode [geschiedenis]; een zielig [deerniswekkend] verhaal |
| aizu-合図 | teken; aanwijzing; signaal; sein |
| aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
| aizukawashi-愛ずかわし | aantrekkelijk; boeiend |
| aizusuru-合図する | signaleren; een teken [aanwijzing; sein] geven; gebaren |
| ai・esu・bī・enu-アイ・エス・ビー・エヌ | ISBN (internationaal standaardboeknummer) |
| ajitāto-アジタート | agitato (muziekterm) |
| ajitsuke-味付け | gekruid; met toevoeging van smaakmakers |
| ajiwai-味わい | charme; aantrekkelijkheid |
| akabikari-垢光り | glimmende plek op kleding (door aangekoekt vuil) |
| akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
| akahada-赤肌 | lege (onbegroeide) plekken in het landschap; kale berghelling |
| akahon-赤本 | (kusasōshi) prentenboekje uit Edo periode |
| akahon-赤本 | sprookjesprentenboeken voor kinderen (met rode kaft) |
| akahon-赤本 | triviaalliteratuur; goedkoop boek (qua inhoud of uitgave) |
| akaieka-赤家蚊 | gewone steekmug (Culex pipiens) |
| akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
| akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
| akane-茜 | Aziatische meekrap (plant, Rubia akane); meekrapwortel |
| akane-茜 | meekraprood (kleur (die van de wortel van de plant gemaakt wordt) |
| akaragao-赤ら顔 | een rood gezicht (rode vlekken op gezicht) |
| akarisaki-明かり先 | de richting waar het licht heen schijnt; de plek waar het licht op schijnt |
| akarumi-明るみ | een verlichte plek; in het licht |
| akarumi-明るみ | openbaar; aan het licht gekomen |
| akashi-証し | bewijs; blijk; teken |
| akasu-証す | bewijzen; getuigen; onthullen; verzekeren |
| akaunto-アカウント | rekening (bij een bank, etc.) |
| akiaji-秋味 | gezouten zalm (uit noordelijke streken van Japan) |
| akiresuken-アキレス腱 | achilleshiel (kwetsbare plek) |
| akisu-空き巣 | een inbreker; insluiper |
| akkan-圧巻 | het beste deel; het hoogtepunt (van een boek, voorstelling, voordracht, etc.) |
| akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
| akkigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
| akkō-悪口 | één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
| akkōzōgon-悪口雑言 | gevloek; schelden; verbaal geweld; afgeven op; schadelijke roddels |
| akku-悪口 | (boeddh.) één van de 10 slechte daden [zonden], nl. het kwaadspreken |
| aku-悪 | het kwaad [de slechtheid] (van natuur, zoals ziekte, natuurrampen, etc.); ondeugd |
| aku-悪 | slecht; onbekwaam |
| aku-悪 | afkeer; hekel; haat |
| aku-悪 | kwaadspreken; laster |
| aku-飽く | ergens genoeg van hebben; het zat worden; er moe [ziek] van worden |
| akuachinto-アクアチント | aquatint (etstechniek) |
| akubi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
| akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
| akuchi-悪血 | slecht bloed (bloed dat door ziekte een verkeerde samenstelling heeft) |
| akudoi-あくどい | opzichtig; felgekleurd |
| akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
| akuen-悪縁 | een noodlottige relatie die men niet kan verbreken |
| akugi-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
| akugyaku-悪逆 | ondeugendheid; kattenkwaad; schelmenstreek |
| akuhyō-悪評 | slechte [negatieve] recensie [kritieken]; beledigende opmerking(en) |
| akukigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
| akume-悪目 | gebrek(en); een fout; een vergissing |
| akunichi-悪日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
| akunuki-灰汁抜き | het wegnemen van een bittere [wrange] smaak van iets (b.v. groente) (door het eerst te weken of koken) |
| akurobatto-アクロバット | acrobaat; acrobatiek |
| akusei-悪性 | (med.) maligniteit; kwaadaardigheid (van een ziekte) |
| akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
| akuseiinfuru-悪性インフレ | een ernstige ontsteking |
| akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
| akusho-悪所 | een gevaarlijke plek |
| akusho-悪所 | een slechte plek; rosse buurt; bordeel |
| akusho-悪書 | een slecht [verdorven] boek (qua inhoud) |
| akushogayoi-悪所通い | regelmatige bezoeken aan een bordeel |
| akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
| akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
| akushon・risāchi-アクション・リサーチ | actieonderzoek |
| akushoochi-悪所落ち | een bordeel bezoeken |
| akusō-悪相 | een slecht [kwaad] voorteken [voorgevoel] |
| akutaimatsuri-悪態祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
| akutare-悪たれ | met opzet kattenkwaad uithalen; een schelmenstreek uithalen; zich slecht [wild] gedragen |
| akuten-悪点 | een slechte beoordeling [recensie]; kwade kritiek |
| akyumurētā-アキュムレーター | accumulator; accu (elektrische batterij) |
| ama-尼 | katholieke non |
| amadare-雨垂れ | uitroepteken |
| amadokoro-甘野老 | welriekende salomonszegel (plant: Polygonatum odoratum) |
| amae-甘え | gebrek aan zelfredzaamheid; (emotionele) afhankelijkheid van anderen |
| amakuchi-甘口 | van zoet houden; een zoetekauw zijn |
| amami-甘み | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
| amamori-雨漏り | het lekken van regenwater; doorregenen |
| amani-甘煮 | voedsel (vis, vlees, groenten, e.a.) gekookt met suiker of mirin |
| amaochi-雨落ち | plek waar regendruppels van de dakrand vallen |
| amaooi-雨覆い | dekzeil; tarpaulin |
| amatō-甘党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
| ameni-飴煮 | een gerecht waarin vis, etc. is gekookt met suiker |
| ameyu-飴湯 | zoete moutstroop gekookt met kaneel en andere kruiden tot een drank (medicijn of zomerdrankje) |
| amihan-網版 | (boekdrukken) halftoon; autotypie |
| amime-編み目 | breisteek |
| āmin-アーミン | hermelijn embleem [patroon] (in de heraldiek) |
| amiten-網点 | halftoon druktechniek |
| amiuchi-網打ち | een werptechniek bij sumo (lijkend op een net werpen) |
| an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
| an-暗 | geheimzinnigheid; verborgenheid; stiekem zijn |
| ana-穴 | tekort |
| ana-穴 | open plek; schuilplaats |
| anaba-穴場 | een hele goede plek (voor duiken, vissen, kamperen, e.d.), die niet bekend is bij het grote publiek |
| anaguma-穴熊 | (het omsingelen van de koning in de hoek van zijn eigen kamp) een tactiek bij shogi (Japans schaken) |
| anapaisutosu-アナパイストス | anapest (drielettergrepige versvoet van 2 korte of onbeklemtoonde en 1 lange of beklemtoonde lettergrepen) |
| anata-彼方 | daarginds; daarheen (weg van spreker en toehoorder) |
| anaume-穴埋め | een tekort aanvullen; vacatures invullen; iets compenseren [goedmaken] |
| anaunsu-アナウンス | aankondiging; bekendmaking |
| anaunsumento-アナウンスメント | aankondiging; bekendmaking |
| anaunsusuru-アナウンスする | aankondigen; bekendmaken |
| anchikku-アンチック | antiek |
| anchoko-あんちょこ | spiekbriefje |
| andante-アンダンテ | andante (muziekterm: rustig) |
| anesamaningyō-姉様人形 | een papieren pop gekleed in traditionele Japanse kimono |
| anesan-姉さん | zus(ter); mevrouw; juffrouw (een woord waarmee men beleefd een vrouw aanspreekt) |
| anesankaburi-姉さん被り | handdoek om het hoofd gewikkeld |
| anfora-アンフォラ | amfoor; amfora (Griekse vaas) |
| angājuman-アンガージュマン | engagement (politieke en maatschappelijke betrokkenheid) |
| angō-暗号 | geheimtaal; geheime code [tekens] (letters of cijfers); wachtwoord |
| angōkagijutsu-暗号化技術 | coderingstechniek(en) |
| angōkaidoku-暗号解読 | het breken [ontsleutelen; ontcijferen] van een geheime code; decodering |
| angū-行宮 | tijdelijk verblijf gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
| anguru-アングル | hoek; perspectief |
| anguru-アングル | gezichtspunt; oogpunt; optiek |
| angurushi-アングル紙 | L-vormig hoekmateriaal van karton (ter ondersteuning en bescherming van producten, zoals glasplaten, pakketten, etc.) |
| anihakaran'ya-豈図らんや | onverwacht; tegen de verwachting; verbazingwekkend |
| anime-アニメ | animatie; animatiefilm; tekenfilm |
| animēshon-アニメーション | animatie; animatiefilm; tekenfilm |
| anisakisushō-アニサキス症 | haringwormziekte (anisakiasis) |
| anjerasu-アンジェラス | angelus (gebed in rooms-katholieke kerk) |
| anjiru-按じる | onderzoeken |
| anjō-あんじょう | goed; bekwaam (Osaka-dialect) |
| ankatto-アンカット | ongesneden [onopengesneden] (boek) |
| ankētochōsa-アンケート調査 | enquête onderzoek [vragenlijst] |
| anketsu-暗穴 | een scheldwoord als dwaas, gek, e.d. |
| anki-暗鬼 | angst uit onzekerheid [twijfel; illusie] |
| ankokutairiku-暗黒大陸 | het zwarte [onbekende] continent (Afrika) |
| ankōru-アンコール | encore; toegift (muziek) |
| ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| anmitsu-餡蜜 | een kommetje met verschillende zoete ingrediënten (vruchten, zoete bonen, e.a.), bedekt met suikerstroop |
| anna-あんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
| annai-案内 | een gids (boek); een toelichting |
| annaiki-案内記 | een reisgids; reisboek |
| annaisho-案内書 | een handleiding; handboek; een (reis)gids; reisboek |
| annenonikki-アンネの日記 | het dagboek van Anne Frank |
| ano-あの | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
| anpea-アンペア | ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte) |
| anpontan-安本丹 | een dwaas; idoot; gek |
| anpu-暗譜 | het uit het hoofd leren van muzieknoten |
| anpuku-按腹 | buikmassage; massagetechniek waarbij over de buik wordt gewreven |
| anpusuru-暗譜する | muzieknoten uit het hoofd leren |
| anrakuisu-安楽椅子 | gemakkelijke [comfortabele; lekker zittende] stoel; luie stoel |
| ansatsu-暗殺 | een (politieke) moordaanslag |
| ansatsusuru-暗殺する | een (politieke) moord begaan; iem. vermoorden |
| ansho-暗所 | een donkere plek; een onopvallende plek |
| anshokyōfushō-暗所恐怖症 | nyctofobi (beklemmende vrees voor duisternis) |
| antatchaburu-アンタッチャブル | outcast; onaanraakbare (Hindoeklasse) |
| anten-暗点 | een gedeeltelijke uitval van het gezichtsveld; blinde vlek; scotoom |
| anten-暗転 | een verduistering op het toneel bij een scène- [decor] wisseling zonder het doek neer te laten |
| antena-アンテナ | antenne (voor ontvangst elektromagnetische golven) |
| antīku-アンティーク | antiek; een antiquiteit |
| antō-暗闘 | een geheime vete; verborgen [bedekte] vijandigheid |
| anza-安座 | kleermakerszit; met gekruide benen [de benen over elkaar] zitten |
| anzaisho-行在所 | een tijdelijke accommodatie gebouwd voor een keizerlijk bezoek |
| anzan-暗算 | hoofdrekenen |
| anzansuru-暗算する | (iets) uit het hoofd berekenen [uitrekenen] |
| an'ei-暗影 | een slecht voorteken |
| an・tsū・kā-アン・ツー・カー | all-weather wegdek [oppervlak]; (kunststof) baan die bestand is tegen alle weersinvloeden |
| aoaza-青痣 | blauwe plek |
| aobukure-青膨れ | een blauwe (opgezwollen) plek (op de huid) |
| aodake-青竹 | groene bamboe (net afgeknipt) |
| aoiroshinkoku-青色申告 | blauwe aangifte (soort aangifte inkomstenbelasting waarbij speciale inkomstenaftrek mogelijk is) |
| aoitori-青い鳥 | ook gebruikt in de betekenis van: geluk (dat men niet bemerkt ook al is het dichtbij) |
| aojiroi-青白い | blauw-wit; bleek |
| aokimarikogenshō-青木まりこ現象 | het Mariko Aoki-fenomeen (het verschijnsel dat men een aandrang voelt om te poepen na het betreden van een boekwinkel) |
| aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
| aomuke-仰向け | het naar boven gekeerd zijn; rugligging |
| aori-煽り | lage gezichtshoek (fotografie) |
| aoyagi-青柳 | de naam van een bekend volksliedje |
| aozameru-蒼褪める | bleek worden |
| apetaito-アペタイト | eetlust; trek |
| apīru-アピール | aantrekkingskracht |
| aposutiiyu-アポスティーユ | apostille; legalisatie handtekening |
| aradateru-荒立てる | verheffen; boos worden; opvoeren; opsteken |
| araiageru-洗い上げる | grondig onderzoeken [inspecteren] |
| araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
| arainaosu-洗い直す | (van voren af aan) opnieuw onderzoeken |
| araitateru-洗い立てる | goed onderzoeken [inspecteren]; onder de loep nemen |
| araizarashi-洗い晒し(の) | verwassen; (door vaak wassen) vaal; verkleurd; verbleekt |
| arakasegi-荒稼ぎ | het veel geld binnenharken; woekeren; speculeren; profiteren |
| arani-粗煮 | gerecht van visafval (kop, staart, graten, etc.), gekookt in sojasaus met suiker |
| arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
| arasu-荒らす | verwoesten; vernielen; beschadigen\; breken |
| arasu-荒らす | binnenvallen; binnendringen; inbreken |
| aratameru-改める | nakijken; onderzoeken; inspecteren; tellen |
| arau-洗う | informeren (naar); onderzoeken; openbare; blootleggen (fig.) |
| arawa-露 | openbaar [openlijk; publiek] zijn |
| araware-表れ | uitdrukking; uiting; teken; uitkomst; resultaat |
| arawaza-荒技 | een gedurfde, krachtige techniek (in vechtsporten) |
| are-あれ | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
| areguretto-アレグレット | allegretto (muziekterm) |
| areguro-アレグロ | allegro (muziekterm) |
| arekuruu-荒れ狂う | woedend zijn; razen; tekeer gaan |
| arenji-アレンジ | bewerking (muziek, toneel, etc.) |
| arenjimento-アレンジメント | bewerking (muziek, toneel, etc.) |
| aria-アリア | (muziekterm) aria |
| ariadone-アリアドネ | Ariadne (figuur uit de Griekse mythologie) |
| āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
| arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
| arīna-アリーナ | arena; (klassiek) amfitheater; ring; piste |
| aru-或る | een zekere; een bepaalde; één of ander; ene; sommige |
| arubamu-アルバム | album (foto, muziek) |
| arukadia-アルカディア | Arcadia; Arcadië (landschap op de Peloponnesus, Griekenland; in de literatuur voorgesteld als ideaal) |
| arupejio-アルペジオ | arpeggio (muziekterm) |
| arupinisuto-アルピニスト | alpinist; bergbeklimmer |
| arurukan-アルルカン | harlekijn; nar; clown |
| aruto-アルト | alto (muziekterm) |
| arutsafu-アルツァフ共和国 | de republiek Artsach (Nagorno-Karabach) |
| arutsuhaimābyō-アルツハイマー病 | de ziekte van Alzheimer |
| arutsuhaimāgatachihō-アルツハイマー型痴呆 | de ziekte van Alzheimer |
| asadachi-朝立ち | het vertrekken in de vroege ochtend |
| asaguroi-浅黒い | donker(gekleurd); donkere huidkleur; gebruind (door de zon) |
| asai-浅い | bleek |
| asaji-浅茅 | (afk. van) de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asajiu-浅茅生 | de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asamadaki-朝まだき | vroeg in de ochtend; vlak voor zonsopgang; bij het krieken van de dag |
| asamashii-浅ましい | bespottelijk; meelijwekkend; zielig |
| asaru-漁る | zoeken naar [in]; op zoek gaan naar; doorzoeken |
| asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
| asejimiru-汗染みる | zweetvlekken [zweetplekken] (in kleding) krijgen |
| asemidoro-汗みどろ | doorweekt [kletsnat] van het zweet |
| aseru-焦る | opgewonden [in paniek] raken; angstig worden |
| aseru-褪せる | vervagen; verkleuren; verbleken; verschieten |
| ashi-悪し | (klassieke vorm van warui) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
| ashibayani-足早に | met snelle pas; met flinke [kwieke] tred |
| ashigakari-足掛かり | steunpunt; voetsteun; houvast; plek om je voet neer te zetten |
| ashinuke-足抜け | het in stilte weglopen [ontsnappen; vertrekken] (uit een benarde positie) |
| ashioto-足音 | een teken dat iets nadert [dichterbij komt] |
| ashita-明日 | ochtend (in klassiek Japans) |
| ashiwaza-足技 | (judo) been [voet] techniek |
| asobigokoro-遊び心 | liefde voor muziek; het houden van muziek |
| asoko-あそこ | daar; die plaats (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
| assai-アッサイ | assai (muziekterm) |
| asshukukichō-圧縮記帳 | een aantekening [notering] van verminderde waarde (bij een financiële transactie) |
| āsu-アース | aarde (elektrotechniek) |
| asu-明日 | in de nabije toekomst |
| asuko-あすこ | daarginds (een plek bij de spreker en gesprekspartner verwijderd) |
| asurechikku-アスレチック | atletiek |
| asutorodōmu-アストロドーム | Astrodome (overdekt sportstadion met doorzichtige koepel) |
| asutorotāfingu-アストロターフィング | astroturfing (het door overheden of bedrijven in scène zetten van burgerinitiatieven om de indruk te wekken dat het spontane acties zijn) |
| atamadekkachi-頭でっかち | boekenwijsheid; boekengeleerde; intellectueel; theoreticus |
| atamakazu-頭数 | aantal personen [mensen]; quorum; numerieke sterkte |
| atamauchi-頭打ち | het bereiken van een limiet [piek; plafond; bovengrens] |
| atarazusawarazu-当たらず障らず | zich op de vlakte houden; zich niet blootgeven; zich diplomatiek gedragen |
| atarimae-当たり前 | juist; geschikt; vanzelfsprekend; logisch; normaal |
| ataru-当たる | aangedaan [ziek] worden (door) |
| atasshe・kēsu-アタッシェ・ケース | diplomatenkoffer; attachécase; attachékoffer |
| atchi-あっち | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
| ate-当て | dekkleed; bekleding; hoes; vulling |
| ateburi-当て振り | (bij het dansen) de gebaren maken die passen bij de (inhoud van de) tekst van het zangstuk |
| ategau-宛てがう | (juist) verdelen; distribueren; uitdelen; toewijzen; toekennen |
| ateji-当て字 | het gebruik van karakters naar klank en niet naar betekenis; een fonetisch equivalent van een kanji |
| atekomi-当て込み | ergens op rekenen [hopen]; iets ergens van verwachten; verwachting; hoop |
| atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
| atekomu-当て込む | rekenen op een goed resultaat; verwachten; uitzien naar |
| atekosuru-当て擦る | insinueren (dat); op een bedekte manier een aantijging maken tegen iem.; onder de dekmantel van een heel ander verhaal tegen iem. een ironische opmerk |
| atekoto-当て事 | verwachting(en); hoop; berekening |
| atekoto-当て言 | een insinuatie; sarcastische opmerking; steek onder water |
| atenpo-アテンポ | a tempo (muziekterm) |
| atenuno-当て布 | een strijkdoek |
| aterareru-当てられる | geraakt [getroffen] worden; schade oplopen; geraakt [gekwetst; beledigd] worden |
| ateru-充てる | toewijzen; toekennen; bestemmen (voor); reserveren |
| ateru-当てる | toekennen; toewijzen; benoemen |
| ateru-当てる | verdelen; uitdelen; toekennen; bestemmen; aanwijzen |
| atetsukeru-当て付ける | toekennen; benoemen |
| atezuppō-当てずっぽう | een ruwe schatting; een wilde gok; willekeurig [in 't wilde weg] iets doen [zeggen] |
| ātisutikku-アーティスティック | artistiek; kunstzinnig |
| atoato-後後 | hierna; toekomstig; in de (verre) toekomst |
| atoiresakidashihō-後入れ先出し法 | (voor berekenen van voorraadomzet) de LIFO methode (last-in, first-out) |
| atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atorakutibu-アトラクティブ | aantrekkelijk |
| atorandamu-アトランダム | ad random; willekeurig |
| atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
| atsui-厚い | dik (boek, muur, etc.) |
| atsuraeru-誂える | een opdracht geven [verstrekken]; een bestelling plaatsen |
| attorandamu-アットランダム | at random; willekeurig |
| autokōnā-アウトコーナー | buitenste hoek; buitenhoek (sportterm) |
| autorain-アウトライン | omtrek; contour |
| awabigaeshi-鮑返し | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| awabimusubi-鮑結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| awai-淡い | licht; zwak; bleek; vaag; flauw; flets |
| awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
| awajimusubi-淡路結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| aware-哀れ | het zielig [armzalig] zijn; in een meelijwekkende situatie verkeren |
| awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
| awatefutameku-慌てふためく | in paniek [verward; geagiteerd] raken |
| awateru-慌てる | in de war zijn; in paniek zijn |
| aza-痣 | geboortevlek; moedervlek; blauwe plek |
| azatoi-あざとい | slim; sluw; berekenend; gewetenloos |
| ba-ば | (na de izenkei van een ww. in modern Japans en achter de mizenkei in klassiek Japans wordt er een voorwaarde [conditie] uitgedrukt) als; indien |
| ba-ば | (in klassiek Japans drukt het uit: reden, oorzaak) omdat; doordat |
| ba-場 | plaats; plek; situatie; (vak)gebied; scène |
| bachi-罰 | vloek |
| bachiatari-罰当たり | zondig [vervloekt; ondankbaar] zijn |
| bachisukāfu-バチスカーフ | bathyscaaf (duiktoestel voor diepzeeonderzoek) |
| bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| bagupaipu-バグパイプ | doedelzak (muziekinstrument) |
| bai-バイ | bi; biseksueel |
| bai-培 | (in kanji combinaties) het kweken; laten groeien |
| baiasu-バイアス | voorspanning (elektriciteit) |
| baiboku-売卜 | waarzeggerij; toekomstvoorspelling |
| baiburēshon-バイブレーション | vibrato (muziek) |
| baichi-培地 | (biologie) voedingsbodem (voor het kweken van micro-organismen en cellen) |
| baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
| baiden-買電 | het kopen van elektriciteit door elektriciteitsbedrijven van andere ondernemingen |
| baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
| baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
| baimei-売名 | reclame maken voor jezelf; iets doen omwille van de publiciteit; publiciteit zoeken |
| baindingu-バインディング | verband; lint; (boek)band |
| baioeshikkusu-バイオエシックス | bio-ethiek |
| baiorin-バイオリン | viool (muziekinstrument) |
| baisekusharu-バイセクシャル | biseksueel |
| baisekusharu-バイセクシャル | een biseksueel (iem. die bisexueel is) |
| baisekushuariti-バイセクシュアリティ | biseksualiteit |
| baisekushuaru-バイセクシュアル | biseksueel |
| baisekushuaru-バイセクシュアル | een biseksueel (iem. die bisexueel is) |
| baishōsekininhoken-賠償責任保険 | aansprakelijkheidsverzekering |
| baishun-買春 | (klandizie van) prostitutie; betaalde seks |
| baita-売女 | prostituée; hoer; lichtekooi |
| baiyō-培養 | kweek; teelt |
| baka-馬鹿 | een dwaas; idioot; gek |
| baka-馬鹿 | dwaasheid; gekheid |
| bakaatari-馬鹿当たり | een grote hit (muziek; honkbal, e.a.) |
| bakabanashi-馬鹿話 | dom gepraat [geklets] |
| bakabayashi-馬鹿囃子 | orkest [muziek] bij een festival |
| bakasu-化かす | betoveren; beheksen; misleiden; bedriegen |
| bakkaku-麦角 | moederkoren (ziekte in granen) |
| bakken-抜剣 | het trekken van het zwaard |
| bakkin-罰金 | geldboete; bekeuring; bon |
| bakkuappu-バックアップ | reservekopie; backup (computerterm) |
| bakkuguraundo・myūjikku-バックグラウンド・ミュージック | achtergrondmuziek |
| bākōdo・hea-バーコード・ヘア | (comb-over) haarstijl van lange plukken haar over kale plekken gekamd |
| bakubaku-漠漠 | uitgestrekt; grenzeloos; eindeloos |
| bakuchiku-爆竹 | voetzoeker; rotje |
| bakuryūshu-麦粒腫 | gerstekorrel; strontje in het ooglid (hordeolum) |
| bakusho-曝書 | het (buiten) luchten [drogen] van boeken (tegen schimmel en insecten) |
| bakusuru-駁する | weerleggen; tegenspreken |
| bamen-場面 | plaats; plek; scène |
| bamu-ばむ | (achtervoegsel achter zelfs.n.w., met de betekenis zoals, lijkend) -ig; -achtig |
| bamyūda-バミューダ | bermudashort; korte broek |
| bāmyūda・shōtsu-バミューダ・ショーツ | bermudashort; korte broek |
| bāmyūda・toraianguru-バミューダ・トライアングル | Bermudadriehoek (zeegebied bij de Bermuda-eilanden) |
| banba-輓馬 | trekpaard |
| banbi-バンビ | Bambi (reekalfje in het boek van Felix Salten; later in de Disney film) |
| bandana-バンダナ | kleurige (katoenen) halsdoek |
| bando-バンド | band (muziek) |
| bandoneon-バンドネオン | bandoneon (muziekinstrument) |
| bango-蛮語 | streektaal van Hokkaidō |
| bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
| banishingu・kurīmu-バニシング・クリーム | cosmetische crème (met een laag vetgehalte, die goed in de huid intrekt) |
| banjī・janpu-バンジー・ジャンプ | bungeejumpen (elastiekspringen) |
| banjō-バンジョー | banjo (muziekinstrument) |
| banryoku-蛮力 | fysieke [lichamelijke] kracht |
| bansan-晩産 | laatgeboorte; bevalling na de 43ste week van de zwangerschap |
| bansō-伴奏 | muziek begeleiding; accompagnement |
| ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'yū-蛮勇 | roekeloosheid; onverschrokkenheid; overmoed |
| ban'yūinryoku-万有引力 | universele zwaartekracht |
| barādo-バラード | ballade (gedicht; muziek) |
| baramaku-散蒔く | verspreiden; rondstrooien; onbezonnen [roekeloos] geld uitgeven |
| bararaika-バラライカ | balalaika (muziekinstrument) |
| bareru-ばれる | uitlekken (van iets, b.v. een geheim); openbaren; onthullen; aan het licht brengen |
| bari-罵詈 | het kwaadspreken; schelden; beledigende taal; scheldpartij |
| bāru-バール | koevoet; breekijzer |
| basabasa-ばさばさ | vastberaden; krachtig; energiek |
| bāsaru-バーサル | versal (typografie: versierde hoofdletter als begin van een gedicht of tekst) |
| basedōbyō-バセドー病 | ziekte van Basedow |
| basedōshibyō-バセドー氏病 | ziekte van Basedow |
| bashauma-馬車馬 | rijtuigpaard; koetspaard; trekpaard |
| basho-場所 | plaats; plek; ruimte |
| basshi-抜歯 | tand [kies] extractie; het trekken van een tand of kies |
| basshingu-バッシング | hard afkraken; fel bekritiseren |
| bassui-抜粋 | abstract; uittreksel; samenvatting |
| basu-バス | bas (muziekinstrument) |
| basūn-バスーン | fagot (muziekinstrument) |
| batchiri-ばっちり | perfect; uitstekend; precies goed; voldoende; genoeg |
| batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
| batsu-閥 | kliek; factie; clan |
| batsugun-抜群 | weergaloos [uitstekend; subliem; ongeëvenaard] zijn |
| battō-抜刀 | het trekken van een zwaard; een getrokken zwaard |
| baya-ばや | (drukt een wens [plan] van de spreker uit om iets te doen) wil; zou willen |
| bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
| bēchettobyō-ベーチェット病 | ziekte van Behçet |
| bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
| benjiru-弁じる | spreken; praten |
| benkeijima-弁慶縞 | (tweekleurig) geruit patroon (van stof) |
| benki-便器 | toiletpot; urinoir; po; ondersteek |
| benron-弁論 | discussion; debat; redevoering; spreken in het openbaar |
| bensai-弁才 | welsprekendheid; welbespraaktheid; eloquentie |
| bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
| benshi-弁士 | (goede) spreker; redenaar; verteller |
| benshōhō-弁証法 | dialectiek |
| benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
| benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| benzetsu-弁舌 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| berē-ベレー | baret (hoofddeksel) |
| bēru-ベール | sluier; dekmantel |
| berubotomu-ベルボトム | (strakke) broek met wijd uitlopende pijpen |
| berubotomu・pantsu-ベルボトム・パンツ | (strakke) broek met wijd uitlopende pijpen |
| besshitsu-別室 | aparte kamer; apart vertrek |
| besutoban-ベスト盤 | een muziekalbum met de grootste hits |
| besutoserā-ベストセラー | bestseller; succesboek; veel verkocht boek [artikel] |
| besuto・doressā-ベスト・ドレッサー | een goed gekleed persoon |
| beta-べた | (helemaal) bedekt [opgevuld; afgedekt] zijn |
| betabome-べた褒め | zeer lovende [lyrische] kritiek; jubelrecensie |
| betabore-ベタ惚れ | stapeldol [stapelgek] op iemand; waanzinnig verliefd |
| bētatoron-ベータトロン | bètatron (elektronenversneller) |
| betsugi-別儀 | een andere betekenis |
| betsukanjō-別勘定 | een aparte rekening |
| betsukuchi-別口 | een aparte (bank)rekening |
| betsuzuri-別刷り | het apart afdrukken van een gedeelte van een tekst [boek; tijdschrift] |
| bettari-べったり | geplakt; uitgesmeerd; gelijmd; gekleefd |
| bettori-べっとり | kleverig; plakkerig; bedekt met |
| bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
| bibishii-美美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
| bibō-美貌 | knap uiterlijk; schoonheid; bekoorlijkheid; charme |
| biburafon-ビブラフォン | vibrafoon (muziekinstrument) |
| biburāto-ビブラート | vibrato (muziekterm) |
| biburiomania-ビブリオマニア | bibliomanie (verzotheid op boeken) |
| bidan-美談 | een indrukwekkend [ontroerend] verhaal |
| bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
| bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
| bihon-美本 | een mooi [prachtig] gebonden [uitgegeven] boek; een gaaf exemplaar (van een boek) |
| biji-美辞 | bloemrijke taal [retoriek] |
| bijitā-ビジター | bezoeker |
| bijutsugan-美術眼 | kunstenaarsblik; artistiek inzicht |
| bijutsusho-美術書 | kunstboek |
| bijutsuteki-美術的 | kunstzinnig; artistiek |
| bīkā-ビーカー | bekerglas (in laboratorium) |
| bikō-尾行 | (m.n. bij politieonderzoek) het schaduwen; (heimelijk) volgen; in het oog houden |
| bimi-美味 | goede [lekkere; heerlijke] smaak |
| bimi-美味 | delicatesse; lekkernij |
| bingata-紅型 | traditionele verftechniek voor textiel op Okinawa |
| binran-便覧 | handboek; gids; vademecum; compendium |
| bintēji-ビンテージ | oud; antiek; ouderwets; gedateerd |
| biora-ビオラ | altviool (muziekinstrument) |
| bioron-ビオロン | viool (muziekinstrument) |
| biribiri-びりびり | geprikkeld [elektrisch] gevoel |
| biru-ビル | rekening; certificaat; wet |
| biryoku-微力 | geringe kracht; beperkte bekwaamheid [vaardigheden]; weinig invloed; lage sociale status |
| biryoku-微力 | (een bescheiden term voor) de eigen [mijn] bekwaamheden [kracht] |
| bishitsu-美質 | goede karaktertrek [eigenschap; kwaliteiten]; deugd |
| bishobisho-びしょびしょ | kletsnat; doorweekt |
| bishoku-美食 | lekker eten |
| bishokuka-美食家 | fijnproever, gourmet; lekkerbek |
| bishōnen-美少年 | mooie [aantrekkelijke; goed uitziende] jongeling [jongen] |
| bishonure-びしょ濡れ | kletsnat; drijfnat; kleddernat; zeiknat; doorweekt |
| biso-鼻疽 | kwade droes (ziekte van eenhoevige dieren, m.n. paarden) |
| bisshori-びっしょり | (onomatopee) doorweekt |
| bisuketto-ビスケット | biscuitje; koekje; kaakje |
| bīto-ビート | beat; ritme (muziek) |
| bī・esu・ī-ビー・エス・イー | gekkekoeienziekte (BSE) |
| bī・jī・emu-ビー・ジー・エム | achtergrondmuziek |
| bō-坊 | aanspreektitel van een jongen |
| bo-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| bō-某 | een zekere; een bepaalde |
| bō-茅 | (in kanji combinaties) riet (zoals gebruikt voor dakbedekking) |
| bōbaku-茫漠 | uitgestrekt [onbegrensd; oneindig wijds; grenzeloos; vaag; onduidelijk] zijn |
| bōbō-茫茫 | weids; uitgestrekt; grenzeloos |
| bōchōseisaku-防諜政策 | contraspionage beleid [politiek] |
| bodaiji-菩提寺 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodaisho-菩提所 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bōekiakaji-貿易赤字 | handelstekort |
| bogowasha-母語話者 | moedertaalspreker; native speaker |
| bōgyoritsu-防御率 | (honkbal) Earned Run Average (ERA) (statistiek voor de effectiviteit van een werper) |
| bohan-母斑 | moedervlek; geboortevlek |
| bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
| bōhyō-妄評 | onterechte [ongepaste] kritiek [opmerkingen] |
| bōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
| bōhyō-暴評 | felle kritiek |
| bōihanto-ボーイハント | het op zoek [jacht] gaan naar een jongen [man; vrijer]; het oppikken [versieren] van een jongen [man; vrijer] |
| boirudo・eggu-ボイルド・エッグ | een gekookt ei |
| bōjutsu-棒術 | de techniek van het vechten met een stok |
| bōkaru-ボーカル | vocaal; gezongen (muziek) |
| bokasu-暈かす | vlekken |
| boki-簿記 | boekhouding |
| bokkonrinri-墨痕淋漓 | handschrift met mooie, krachtige (penseel) streken |
| bōkōen-膀胱炎 | blaasontsteking; cystitis |
| bōkohyōga-暴虎馮河 | een hachelijke [roekeloze] onderneming; waagstuk |
| bokuseki-墨跡 | handschrift [schrijfwerk] in zwarte inkt (op papier, laken, doek, e.d.) |
| bōmeisha-亡命者 | (politieke) vluchteling; asielzoeker |
| bōmeisuru-亡命する | zijn land ontvluchten; asiel zoeken; in ballingschap gaan; een (politieke) vluchteling worden; emigreren (om politieke redenen) |
| bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonan-ボナン | bonang (Javaans muziekinstrument) |
| bonchi-盆地 | stroomgebied; waterbekken; (ronde) vallei |
| bongan-凡眼 | (door) de ogen van een leek [amateur]; lekenoog; lekenoordeel |
| bonge-凡下 | gewone mensen; het gewone volk; het grote publiek |
| bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonsai-凡才 | middelmatigheid; matige vaardigheid [bekwaamheid] |
| bonsai-凡才 | een persoon met matige vaardigheid [bekwaamheid] |
| bonsai-盆栽 | kweekkunst om miniatuurbomen in een pot te houden |
| borero-ボレロ | bolero (muziek en dans) |
| borē・kikku-ボレー・キック | omhaal (traptechniek in het voetbal) |
| borisheviki-ボリシェヴィキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
| bōro-ボーロ | klein rond koekje |
| boro-襤褸 | oude lappen [doeken] |
| borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
| borushebiki-ボルシェビキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
| borutēji-ボルテージ | voltage (elektrospanning) |
| boryūmu-ボリューム | boekdeel; bundel |
| bosan-墓参 | bezoek aan een (familie)graf |
| bosanoba-ボサノバ | bossanova (Zuid-Amerikaanse muziek en dans) |
| bōsen-傍線 | onderstreping (in horizontale tekst); verticale streep (naast verticale tekst) |
| bōshi-帽子 | hoofddeksel; hoed; pet |
| bōshi-帽子 | deksel (op een pan, etc.) |
| bōshi-帽子 | (afk. van) eboshi (traditioneel hoofddeksel aan het hof) |
| bōshō-帽章 | baretembleem; embleem op (militair) hoofddeksel [baret] |
| bōsho-某所 | een zekere [bepaalde] plek [plaats]; ergens |
| bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
| bōsō-暴走 | het wild [doelloos] rondrennen; (bij honkbal) het roekeloos rennen naar de honken door een speler |
| bōsō-暴走 | het iets doen zonder aandacht voor de omgeving; iets doen zonder rekening te houden met de gevolgen |
| bōsōsha-暴走車 | een op hol geslagen voertuig; een auto waar roekeloos mee gereden wordt |
| bosuton・baggu-ボストン・バッグ | weekendtas; (grote) reistas |
| bōto・dekki-ボート・デッキ | sloependek (dek waar de reddingsboten zich bevinden) |
| botsushumi-没趣味 | smakeloosheid; gebrek aan smaak [manieren]; vulgair [alledaags] zijn |
| botsuwana-ボツワナ | Botswana (republiek in Afrika) |
| bōyō-茫洋 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; eindeloosheid |
| bōyomi-棒読み | het Chinese teksten fonetisch lezen |
| bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
| bu-部 | woord gebruikt bij het tellen van boeken, boekdelen, afdrukken, kopieën, etc. |
| buatsui-分厚い | dik [zwaar] (van een boek, e.d.) |
| būbū-ぶうぶう | gemopper; geklaag |
| buchōhō-不調法 | achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
| bufūryū-無風流 | onbevalligheid; gebrek aan elegantie [verfijning] |
| bugiugi-ブギウギ | boogiewoogie (muziek) |
| bui・sain-ブイ・サイン | V-teken; victorieteken |
| buji-無事 | veiligheid; zekerheid; rust |
| būke-ブーケ | boeket (bloemen) |
| bukiryō-不器量 | lelijkheid; onaantrekkelijkheid |
| bukiryō-不器量 | onbekwaamheid; incompetentie |
| bukitcho-不器用 | onhandigheid; onbekwaamheid; stunteligheid; tactloosheid |
| bukiyō-不器用 | onbekwaamheid; onhandigheid |
| bukku-ブック | boek |
| bukkuendo-ブックエンド | boekensteun |
| bukkuretto-ブックレット | boekje; brochure; folder |
| bukku・rebyū-ブック・レビュー | boekbespreking; boekrecensie |
| bukyoku-舞曲 | dansmuziek |
| bun-文 | zin; zinsnede; tekst; geschrift |
| bunan-無難 | onberispelijkheid; foutloos [zonder gebreken] zijn |
| bunbo-分母 | noemer (rekenkunde) |
| bundai-文題 | hoofdthema [onderwerp] (van een boek, gedicht, opstel, e.d.) |
| bundai-文題 | boektitel |
| bungen-文言 | (in China) schrijftaal t.o. spreektaal |
| bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
| bungotai-文語体 | literaire [klassieke] schrijfstijl |
| bunin-夫人 | (beleefde aanspreektitel) mevrouw |
| bunji-文辞 | woorden [bewoording] in een (geschreven) tekst |
| bunken-文献 | handgeschreven of gedrukte verslaggeving voor onderzoeksdoeleinden |
| bunko-文庫 | bibliotheek; boekenverzameling |
| bunko-文庫 | paperback in klein formaat; pocketboek |
| bunkobon-文庫本 | pocketboek (paperback in klein formaat) |
| bunkozō-文庫蔵 | opslagplaats [opbergplaats; opbergruimte] voor waardevolle boeken |
| bunmen-文面 | de inhoud [tekst] van een brief |
| bunpa-分派 | sekte; factie; tak |
| bunpan-文範 | voorbeeldtekst; voorbeeldzin |
| bunpu-分布 | verspreiding; distributie; verdeling; verstrekking |
| bunri-分離 | scheiding; afscheiding; verbreking; ontkoppeling |
| bunsatsu-分冊 | apart boekdeel (van een reeks) |
| bunseki-文責 | verantwoording voor een geschreven tekst [artikel] |
| bunshō-文章 | een zin; tekst; essay; geschrift |
| buntō-文頭 | begin van een zin [tekst] |
| bun'i-文意 | de betekenis van een tekst [passage; regel; zin] |
| bun'in-分院 | dependance van een ziekenhuis |
| buonfuresuko-ブオンフレスコ | Buon fresco is een fresco-schildertechniek (waarbij alkalibestendige pigmenten, vermalen in water, worden aangebracht op nat gips) |
| buotoko-醜男 | een lelijke [onaantrekkelijke] man |
| burakku・chenbā-ブラック・チェンバー | Black Chamber (1919–1929); ook bekend als het Cipher Bureau, de voorloper van de geheime dienst van de VS, National Security Agency (NSA) |
| burakku・jānarizumu-ブラック・ジャーナリズム | zwarte journalistiek (met onthullende geheime informatie) |
| burakku・pansā-ブラック・パンサー | Zwarte Panter(s) (militante Afro-Amerikaanse politieke organisatie) |
| burakku・pawā-ブラック・パワー | Black Power (politieke beweging onder zwarte Amerikanen) |
| buranketto-ブランケット | deken; plaid |
| buranku-ブランク | leemte; hiaat; lege plek; interval |
| burasu・bando-ブラス・バンド | fanfarekorps; brassband |
| buraun・pawā-ブラウン・パワー | Brown Power (Mexicaans-Amerikaanse politieke beweging) |
| bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| burēkā-ブレーカー | stroomonderbreker; zekering |
| burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| burendingugihō-ブレンディング技法 | meng-techniek |
| burīchi-ブリーチ | bleekmiddel; bleken |
| burīchi-ブリーチ | branding; golfbreking |
| burīfu-ブリーフ | herenslip; herenonderbroek |
| burijji-ブリッジ | steunbalk; dekstijl |
| burōkun・ingurisshu-ブロークン・イングリッシュ | gebroken [gebrekkig] Engels |
| burōnī-ブローニー | brownie (koekje met chocolade) |
| burūgurasu-ブルーグラス | bluegrass (countrymuziek) |
| burumā-ブルマー | damesslip; damesonderbroek |
| burūmā-ブルーマー | damesslip; damesonderbroek |
| burunji-ブルンジ | Burundi (republiek in Afrika) |
| burūsu-ブルース | blues (muziek) |
| burū・chippu-ブルー・チップ | aandeel van grote, bekende bedrijven |
| burū・karā-ブルー・カラー | arbeider; iemand die in een fabriek of werkplaats werkt |
| burū・nōto-ブルー・ノート | blue note (muziekterm) |
| busaiku-不細工 | alledaagsheid; eenvoudigheid; onaantrekkelijkheid |
| busho-部署 | (iemands) baan; betrekking; afdeling; post |
| bussan-仏参 | een bezoek aan een boeddhistische tempel of een graf (van voorouders) |
| bussansuru-仏参する | een boeddhistische tempel [een graf] bezoeken |
| bussho-仏書 | boeddhistische geschriften [teksten] |
| busshoku-物色 | het zoeken; doorzoeken; uitzoeken; op zoek gaan naar |
| busshokugai-物色買い | optionele aankoop van aandelen (waarvan verwacht wordt dat ze in de toekomst zullen stijgen) |
| bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
| butikku-ブティック | boetiek (winkel) |
| butikku・hoteru-ブティック・ホテル | boetiekhotel |
| butoku-武徳 | rechtschapenheid [ethiek] in budo-kunsten en vechtsporten |
| butsuryū-物流 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| butsutekiryūtsū-物的流通 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| buttai-仏体 | Boeddha's fysieke lichaam |
| buttekishōko-物的証拠 | fysiek [tastbaar] bewijsmateriaal |
| buzei-無勢 | een klein aantal; numerieke minderheid |
| byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
| byōbō-渺茫 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
| byōbotsu-病没 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
| byōbyō-渺渺 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
| byōchū-病中 | het ziek zijn; tijdens het ziekbed |
| byōchūgai-病虫害 | gewasschade door ziekte of ongedierte [insecten] |
| byōga-描画 | tekening; schilderij; lithografie |
| byōgai-病害 | schade aan (landbouw) gewassen door plantenziekten |
| byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
| byōgenkin-病原菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
| byōhō-描法 | schildertechniek |
| byōin-病院 | ziekenhuis |
| byōjō-病状 | ziekteverschijnsel; ziektebeeld; ziekteproces; ziekteverloop |
| byōketsu-病欠 | ziekteverzuim; afwezigheid wegens ziekte |
| byōki-病気 | ziekte; kwaal |
| byōkin-病菌 | ziektekiem (bacterie, virus, e.d.) |
| byōnan-病難 | (lijden aan) een ziekte |
| byōnin-病人 | patiënt; zieke |
| byōsha-描与 | beschrijving (in woorden, muziek, e.d.) |
| byōsha-病者 | patiënt; zieke |
| byōshi-病死 | dood door ziekte; een natuurlijke dood |
| byōshin-病身 | een slechte [zwakke; kwetsbare] gezondheid; ziekelijke [zwakke] constitutie |
| byōshitsu-病室 | ziekenkamer; ziekenhuiskamer; ziekenzaal; ziekenboeg |
| byōshō-病床 | ziekbed; ziekenhuisbed |
| byōteki-病的 | pathologisch; ziekelijk; morbide; ongezond |
| byūā-ビューアー | viewer (voor het bekijken van dia's) |
| byūguru-ビューグル | bugel (muziekinstrument) |
| byūtī・supotto-ビューティー・スポット | schoonheidsvlekje |
| byūtī・supotto-ビューティー・スポット | mooie plek |
| chacha-茶茶 | onderbreking (van een gesprek, e.d.) |
| chado-チャド | Tsjaad (republiek in Afrika) |
| chadokoro-茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| chagama-茶釜 | theeketel (van ijzer, koper, e.d.; m.n. gebruikt bij de Japanse theeceremonie) |
| chagashi-茶菓子 | Japanse zoetigheid [cake; lekkernij] bij de thee |
| chaimu-チャイム | bel; klokkenspel; carillon; geklingel |
| chāji-チャージ | (elektrische) lading; het opladen |
| chājingu-チャージング | in rekening brengen; factureren |
| chaka-茶菓 | thee en cake [lekkers; snoep] |
| chakasu-茶化す | de spot drijven (met); de draak steken (met); belachelijk maken |
| chakue-着衣 | (arch.) het aantrekken [dragen] van kleding |
| chakufuku-着服 | het aankleden; zich kleden; kleren aantrekken |
| chakui-着衣 | het aantrekken [dragen] van kleding |
| chakuryū-嫡流 | rechtstreekse afstammingslijn; de hoofdtak [hoofdlijn] van een geslacht [familie] |
| chakusai-着彩 | mooie schildertechniek in kleur |
| chameshi-茶飯 | rijst gekookt in bouillon met thee en zout |
| chameshi-茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst (Nara chameshi) |
| chameshi-茶飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake (sakurameshi) |
| chāmingu-チャーミング | charmant; bekoorlijk; aantrekkelijk |
| chāmu-チャーム | charme; bekoring; aantrekkelijkheid |
| chashitsu-茶室 | theehuis; theekamer (ruimte waar de theeceremonie wordt gehouden) |
| chataku-茶托 | schoteltje; onderzetter (voor theekopje) |
| chāto-チャート | kaart; plattegrond; grafiek |
| chatto-チャット | gesprek; praatje; geklets |
| chauke-茶請け | iets lekkers (een klein hapje; cake; snoepje) bij de thee voor gast |
| chawan-茶碗 | theekom; rijstkom |
| chawanmushi-茶碗蒸し | Japans eiercustard gerecht, dat traditioneel wordt gestoomd in een theekom |
| chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| chekku-チェック | rekening; reçu; bonnetje |
| chekku-チェック | teken(tje); vinkje (dat iets gecontroleerd is) |
| chekkuofu-チェックオフ | aftrek van vakbondsbijdrage (van loon) |
| chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
| chēn-チェーン | reeks; serie; groep |
| chenbaro-チェンバロ | klavecimbel (muziekinstrument) |
| cherenkofukōka-チェレンコフ効果 | Tsjerenkov-effect (elektromagnetische straling) |
| cheresuta-チェレスタ | celesta (muziekinstrument) |
| chero-チェロ | cello (muziekinstrument) |
| chi-値 | numerieke maat |
| chiban-地番 | nummer dat aan elk stuk grond (perceel) wordt toegekend voor registratie in het kadaster |
| chichinashigo-父無し子 | bastaardkind (vader onbekend) |
| chidorigake-千鳥掛け | kruissteek (borduren) |
| chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
| chigainai-違いない | zeker; zonder twijfel |
| chigatana-血刀 | met bloed bevlekt [bloederig] zwaard |
| chigiru-契る | een contract tekenen; een verbintenis aangaan |
| chihō-地方 | (vaak als achtervoegsel) landstreek; gebied; regio; streek |
| chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
| chiiki-地域 | gebied; streek; regio; district; buurt |
| chijin-知人 | kennis; bekende |
| chijireru-縮れる | krullend [kroezig; golvend] zijn; gekrompen zijn |
| chijōe-地上絵 | geoglief; aardtekening |
| chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
| chikarazuyoi-力強い | sterk; krachtig; energiek; vitaal |
| chikku-チック | tic; zenuwtrek |
| chikuchiku-ちくちく | prikkelend; stekend |
| chikudenki-蓄電器 | (elektriciteit) condensator |
| chikuhaku-竹帛 | boek; geschiedenis; geschiedenisboek; historisch verslag |
| chīku・dansu-チーク・ダンス | dansen cheek to cheek (met de wangen tegen elkaar); schuifelen |
| chimamire-血塗れ | met bloed bevlekt; bloederig |
| chimayou-血迷う | de controle over zichzelf verliezen; in razernij ontsteken; door het lint gaan; gek worden |
| chimei-知名 | bekendheid |
| chimeido-知名度 | (naams)bekendheid; reputatie |
| chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
| chindan-珍談 | vreemd nieuws; anekdote; grappig verhaal |
| chinjō-陳情 | petitie; verzoekschrift (m.n. bij een overheidsinstantie) |
| chinko-沈痼 | langdurige ziekte [kwaal; aandoening] zonder genezing |
| chinkonkyoku-鎮魂曲 | requiem (muziek) |
| chinkyaku-珍客 | een welkome (onverwachte) bezoeker [gast] |
| chinopantsu-チノパンツ | broek van katoenen (uniform) stof |
| chinpanī-チンパニー | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
| chinpon-珍本 | zeldzaam (oud) boek |
| chinsho-珍書 | een zeldzaam [vreemd] boek |
| chirigami-塵紙 | tissue; papieren zakdoek; wc-papier; toiletpapier |
| chirimen-縮緬 | crêpe; krip (gekroesd, niet-glanzend weefsel) |
| chirinabe-ちり鍋 | een stoofpotje met vis en groenten (vaak afgekort tot: chiri) |
| chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
| chirudo・bīfu-チルド・ビーフ | gekoeld rundvlees |
| chisetsu-稚拙 | ongekunsteldheid; naïviteit; kinderachtigheid |
| chishitsukōzō-地質構造 | tektoniek; (leer van) geologische structuren |
| chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
| chitā-チター | citer (muziekinstrument) |
| chitai-地帯 | gebied; streek; zone; regio |
| chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
| chitsuen-膣炎 | vaginitis (ontsteking van de vagina) |
| chōbo-帳簿 | rekeningboek; grootboek; boek van administratie; register |
| chobo-点 | muziekbegeleiding [recital] van Gidayū (Kabuki theater) |
| chōeki-懲役 | (onbeleefd taalgebruik) aanspreektitel van gedetineerden |
| chōen-腸炎 | enteritis; darm(slijmvlies)ontsteking |
| chōhōkei-長方形 | rechthoek |
| chōi-弔意 | rouwbeklag; condoleantie; blijk van medeleven [deelneming] |
| chōjin-鳥人 | (lett. vogelmens) een woord dat gebruikt wordt voor piloten, skiërs, atletiekspringers, e.d. |
| chōjō-頂上 | bergtop; piek |
| chojutsu-著述 | een (literair) boek schrijven |
| chōkeshi-帳消し | afschrijven (van een schuld); salderen; vereffening van de rekeningen; afsluiting van de boeken |
| chokkaku-直角 | rechte hoek; hoek van 90 graden |
| chōkō-兆候 | voorteken; omen; voorbode; indicatie; verwachting |
| choko-猪口 | klein kommetje; sakekopje |
| chokudoku-直読 | het hardop voorlezen van Chinese teksten (in de originele Chinese volgorde) |
| chokugen-直言 | het openhartig [ronduit; ongezouten] spreken |
| chokusen-勅撰 | het op keizerlijk bevel verzamelen [bundelen] van gedichten en teksten |
| chokusetsusenkyo-直接選挙 | rechtstreekse verkiezing |
| chokusō-直送 | rechtstreekse verzending; directe levering |
| chokutō-直答 | rechtstreeks [persoonlijk] antwoord |
| chokutōsuru-直答する | direct [onmiddellijk; rechtstreeks] antwoorden |
| chokutsū-直通 | een directe lijn; rechtstreekse communicatie; directe verbinding |
| chokuyuhō-直喩法 | retoriek |
| chōkyoridenwa-長距離電話 | internationaal [interlokaal] telefoongesprek |
| chomei-著名 | faam; bekendheid; beroemdheid |
| chōmon-聴聞 | het luisteren naar (een lezing, toespraak, preek, etc.) |
| chōritsu-調律 | het stemmen (van muziekinstrumenten) |
| chōritsusuru-調律する | stemmen (van muziekinstrumenten) |
| chōrō-長老 | (chr. kerk) een deken |
| chōryō-跳梁 | het woekeren; hoogtij vieren; overheersen |
| chōryokuhatsuden-潮力発電 | opwekking van getijdenenergie |
| chōsa-調査 | onderzoek; research; inspectie |
| chōsahōdō-調査報道 | onderzoeksjournalistiek |
| chōsahōdōkisha-調査報道記者 | onderzoeksjournalist |
| chōsakekka-調査結果 | bevindingen [uitslag] van een politieonderzoek; onderzoeksresultaat |
| chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
| chosakubutsu-著作物 | een geschreven [gecomponeerd] werk (boek, muziekstuk, e.d.) |
| chōsasuru-調査する | onderzoeken; inspecteren |
| chōsei-調製 | het opstellen van registers; grootboeken |
| chōsenminshushugijinminkyōwakoku-朝鮮民主主義人民共和国 | de Democratische Volksrepubliek Korea (Noord-Korea) |
| chōshimono-調子者 | roekeloos [wispelturig; arrogant; opportunistisch] persoon |
| chosho-著書 | boek; geschreven werk; tekst |
| chōsho-調書 | verslag van onderzoeksresultaten |
| chosuichi-貯水池 | (water) reservoir; spaarbekken |
| chōtantankaku-長短短格 | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
| chōten-頂点 | top (van een berg); piek |
| chōtōha-超党派 | niet-partijgebonden; onafhankelijk van partijlijn [partijpolitiek] |
| chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
| chōza-長座 | lang verblijf [bezoek]; ergens lang blijven |
| chōzuba-手水場 | (in toiletruimte) wasbak; plek om handen te wassen |
| chū-注 | annotatie; aantekening; noot; notitie; opmerking |
| chūba-チューバ | tuba (muziekinstrument) |
| chūdan-中断 | onderbreking; opschorting |
| chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
| chūhen-中編 | middelste deel; tweede deel (van een boek in drie delen) |
| chūjien-中耳炎 | middenoorontsteking (otitis media) |
| chūjiten-中辞典 | middelgroot woordenboek |
| chūkai-注解 | annotatie; commentaar; aantekening |
| chūkajinminkyōwakoku-中華人民共和国 | de Volksrepubliek China |
| chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
| chūki-注記 | annotatie; commentaar; aantekening |
| chūningu-チューニング | het stemmen van een muziekinstrument |
| chūōafurikakyōwakoku-中央アフリカ共和国 | Centraal-Afrikaanse Republiek |
| chūon-中音 | (muziek) mediant (derde trap van de toonladder); middenregister |
| chūōsen-中央線 | middenlijn (op een sportveld, wegdek e.d.) |
| chūsei-中性 | neutraliteit (incl. chemie, elektrisch, etc.) |
| chūsen-抽籤 | loting; trekking (van een loterij) |
| chūshaku-注釈 | annotatie; commentaar; verklarende aantekening |
| chūshi-中止 | onderbreking; uitstel; schorsing; afstel |
| chūshinchi-中心地 | centrum (waar een specifieke activiteit vooral om bekend staat) |
| chūshisuru-中止する | stoppen; afgelasten; uitstellen; onderbreken |
| chūshō-中傷 | laster; belastering; kwaadsprekerij; zwartmakerij |
| chūsuien-虫垂炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
| chūsuru-注する | annoteren; commentaar [aantekeningen] toevoegen |
| chūzai-駐在 | (afk. voor) politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
| chūzaisho-駐在所 | politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
| chūzetsu-中絶 | stopzetting; onderbreking; opschorting |
| daben-駄弁 | gezwets; onzin; praatjes; geklets |
| daboku-打撲 | blauwe plek op het lichaam (door stoten) |
| daburu・bāsu-ダブル・ベース | (muziekinstrument) contrabas |
| daburu・bukkingu-ダブル・ブッキング | dubbele boeking [reservering] |
| daburyūhai-ダブリュー杯 | wereldbeker; wereldkampioenschap |
| dadappiroi-だだっ広い | buitengewoon ruim [uitgestrekt; wijd; groot] |
| daeki-唾液 | speeksel; spuug |
| daekibunpikata-唾液分泌過多 | speekselvloed; salivatie |
| daekisen-唾液腺 | speekselklier |
| daekisensenshokutai-唾液腺染色体 | speekselklierchromosoom |
| daekisenshuyō-唾液腺腫瘍 | speekselkliertumor |
| dahon-駄本 | een slecht [waardeloos] boek |
| daiaguramu-ダイアグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
| daiarī-ダイアリー | dagboek; agenda |
| daiben-代弁 | woordvoerder; spreker (bij volmacht, namens iemand anders) |
| daichō-台帳 | grootboek (boekhouden) |
| daichō-台帳 | (kabuki) draaiboek |
| daida-代打 | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
| daidasha-代打者 | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
| daidōgei-大道芸 | straattheater (muziekopvoering, jongleren, acrobatiek e.d.) |
| daidōshōi-大同小異 | vrijwel hetzelfde; bijna identiek |
| daigen-題言 | inleidende woorden in een boek of tijdschrift |
| daigen-題言 | (korte) tekst op een schilderij, grafsteen of monument |
| daigō-題号 | titel; boektitel; opschrift |
| daihon-台本 | script; draaiboek; scenario |
| daiichigi-第一義 | eerste [originele] betekenis [principe; overweging]; basisprincipe |
| daiikkyū-第一級 | eersteklas; eersterangs; topniveau |
| daijesuto-ダイジェスト | samenvatting; uittreksel |
| daijiten-大辞典 | groot woordenboek |
| daikanminkoku-大韓民国 | de Republiek Korea (Zuid-Korea) |
| daikin-代金 | rekening; kosten; aankoopsom; verschuldigd bedrag |
| daikirai-大嫌い | een sterke afkeer [hekel] hebben; verafschuwen; haten |
| daikōkaijidai-大航海時代 | (hist.) tijdperk van de grote ontdekkingen |
| daikotsuban-大骨盤 | het grote bekken (pelvis major) |
| daimonji-大文字 | de kanji 大 (betekenis: groot) |
| dainagon-大納言 | (een specifieke grote soort) azuki [aduki] bonen |
| dainamizumu-ダイナミズム | dynamiek; gedrevenheid |
| dainiminamatabyō-第二水俣病 | Niigata Minamataziekte (de tweede minimataziekte) |
| daino-大の | een zelfstandig iemand die zowel fysiek als mentaal volwassen is |
| dainotsuki-大の月 | een lange maand (die 31 dagen telt volgens de zonnekalender, en 30 volgens de maankalender) |
| dairekuto-ダイレクト | direct; rechtstreeks |
| daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
| daisha-台車 | steekwagen; karretje; rolwagentje; winkelwagen |
| daishikyō-大司教 | aartsbisschop (katholiek) |
| daishirazu-題知らず | (waka-poëzie) de titel en de omstandigheden waaronder het gedicht is geschreven zijn onbekend |
| daishu-大衆 | het grote publiek; de massa |
| daisō-代走 | (honkbal) pitch runner, (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
| daiyaguramu-ダイヤグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
| dakai-打開 | doorbraak; het doorbreken van een impasse |
| dakuon-濁音 | stemhebbende medeklinker in het Japans |
| dakuonpu-濁音符 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
| dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
| dakuten-濁点 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
| dakutyurosu-ダクテュロス | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
| dāku・hōsu-ダーク・ホース | onbekende mededinger [kandidaat] |
| damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
| damashie-騙し絵 | een schildertechniek, die zo natuurgetrouw is dat er een optische illusie wordt gecreëerd |
| dameoshi-駄目押し | voor de zekerheid; voor alle zekerheid |
| dameoshi-駄目押し | (in sport) nog een extra punt scoren (voor de zekerheid) in al gewonnen positie |
| dan-壇 | podium; spreekgestoelte; verhoging; tribune |
| dan-談 | gesprek; verhaal; mondeling verslag |
| danbatake-段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
| danchi-暖地 | warme streek [regio]; gebied met een mild klimaat |
| danchō-断腸 | hartzeer; innig leed; smart; ziek van verdriet |
| dandanbatake-段段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
| dandī-ダンディー | fat; modegek |
| dangi-談義 | verhandeling; preek; prediking |
| dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
| dani-壁蝨 | teek |
| danjite-断じて | zeker; absoluut; in elk geval |
| danka-檀家 | parochiaan [aanhanger; volgeling] van een boeddhistische gemeenschap [school; sekte] |
| dankō-断交 | breuk [beëindiging] van (sociale; diplomatieke) betrekkingen |
| danpatsu-断髪 | kortgeknipt kapsel; pagekopje; boblijn (kapsel) |
| dansensuru-断線する | (af)breken; (af)knappen; het begeven; losraken |
| danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
| danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
| danshoku-男色 | (mannelijke) homoseksualiteit; seks tussen mannen |
| dansui-断水 | storing in de watervoorziening; onderbreking van de watertoevoer |
| danzoku-断続 | onderbreking; tussenpozen |
| dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
| darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
| daruma-達磨 | darumapop (afbeelding van Daruma, waarbij vaak de ogen nog niet zijn ingekleurd, hetgeen men pas doet als een wens uitkomt) |
| dasanteki-打算的 | berekenend; uitgekookt; zelfzuchtig |
| dasshoku-脱色 | ontkleuring; het bleken |
| dasshokusuru-脱色する | bleken; ontkleuren |
| dasu-出す | eruit halen; tevoorschijn halen; buitenzetten; uitsteken (van lichaamsdeel); uitlaten |
| dasu-出す | naar buiten brengen (fig.); verklaren; bekend maken; publiceren; uitgeven |
| dasutā-ダスター | stofdoek |
| date-伊達 | gekunsteldheid; gemaaktheid; uiterlijk vertoon |
| dattai-脱退 | terugtrekking; terugtreding; afscheiding |
| dattō-脱党 | het verlaten van [zich terugtrekken uit] een politieke partij |
| daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
| da・kāpo-ダ・カーポ | (muziekterm) da capo (d.c.); nog eens van het begin af aan |
| deashi-出足 | opkomst (van mensen, publiek) |
| deba-出歯 | vooruitstekende (boven)tand |
| debana-出鼻 | stuk land dat uitsteekt; bergkam |
| debaru-出張る | uitsteken; naar buiten steken; uitpuilen |
| debune-出船 | vertrek (van schepen); uitvaart (uit een haven) |
| defure・gyappu-デフレ・ギャップ | deflatoire kloof; bestedingstekort |
| degake-出がけ | het moment van vertrek |
| deha-出端 | uitweg; kans [gelegenheid] om te vertrekken [eruit te komen] |
| dehana-出鼻 | startpunt; begin; moment van vertrek |
| dehōdai-出放題 | onzin; willekeur |
| dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
| dekameron-デカメロン | Decamerone (titel van een boek van Boccaccio)) |
| deki-出来 | vakmanschap; bekwaamheid; goede uitvoering [afwerking] |
| dekiai-出来合い | kant-en-klaar product [artikel]; confectiekleding |
| dekibutsu-出来物 | een bekwame [kundige] persoon |
| dekisokonai-出来損ない | mislukking; een flop; slecht [afgekeurd; onvolledig] product [artikel] |
| dekki-デッキ | dek (op een schip) |
| dekki・gorufu-デッキ・ゴルフ | golfspel dat op het dek van een schip wordt gespeeld |
| dekuresshendo-デクレッシェンド | (muziekterm) decrescendo (zwakker wordende toon) |
| demeritto-デメリット | tekortkoming; nadeel; minpunt |
| demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
| demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
| denba-電場 | elektrisch veld |
| denchū-電柱 | elektriciteitspaal; telefoonpaal |
| dendō-電動 | elektrische aandrijving |
| dendōjitensha-電動自転車 | elektrische fiets |
| dendōki-電動機 | elektrische motor; elektrisch aangedreven motor |
| dendōmishin-電動ミシン | elektrische naaimachine |
| dendōrokuro-電動ろくろ | elektrische draaischijf; elektrische pottenbakkersschijf |
| dendōtaipuraitā-電動タイプライター | elektrische typemachine |
| dendōtokei-電動時計 | elektrische klok |
| dengakuzashi-田楽刺し | het vastprikken; aan een spies steken |
| dengeki-電撃 | elektrische schok; elektroshock |
| dengen-電源 | elektriciteitsbron; stroombron; elektrische voeding; aan-uitknop |
| denji-電磁 | elektromagnetisch zijn |
| denjiba-電磁場 | elektromagnetisch veld |
| denjiha-電磁波 | elektromagnetische golf |
| denjiki-電磁気 | elektromagnetisme |
| denjishaku-電磁石 | elektromagneet |
| denjiyūdō-電磁誘導 | ekektromachnetische inductie |
| denjō-電場 | elektrisch veld |
| denka-殿下 | (aanspreektitel) (Uwe; Hare; Zijne) Majesteit |
| denka-電荷 | elektrische lading |
| denkai-電界 | elektrisch veld |
| denkaishitsu-電解質 | elektrolyt |
| denki-電気 | elektriciteit; stroom |
| denki-電気 | (elektrisch) licht |
| denkibunkai-電気分解 | elektrolyse |
| denkidai-電気代 | elektriciteitsrekening |
| denkidendōtai-電気伝導体 | elektrische geleider |
| denkieidō-電気泳動 | elektroforese |
| denkiinseido-電気陰性度 | elektronegativiteit |
| denkijidōsha-電気自動車 | elektrische auto; electrisch voertuig (EV) |
| denkikamisori-電気剃刀 | elektrisch scheerapparaat |
| denkikeirenryōhō-電気痙攣療法 | elektroconvulsietherapie (ECT); elektroshocktherapie |
| denkikōgaku-電気工学 | elektrotechniek |
| denkiryōkin-電気料金 | elektriciteitstarief; elektriciteitskosten |
| denkiseihin-電気製品 | elektrische [elektronische] producten [apparaten] |
| denkishiyōryō-電気使用量 | elektriciteitsverbruik |
| denkisutōfu-電気ストーブ | elektrisch kacheltje |
| denkiteikō-電気抵抗 | elektrische weerstand; resistentie |
| denkiyōsetsu-電気溶接 | het elektrisch lassen; booglassen |
| denkōkeijiban-電光掲示板 | elektronisch informatiescherm; elektronisch prikbord |
| denkyoku-電極 | elektrode |
| dennetsu-電熱 | elektrowarmte; elektrische warmte |
| dennetsuki-電熱器 | elektrothermisch apparaat [toestel]; elektrische kachel; straalkachel; elektrische verwarmingseenheid |
| dennetsukoiru-電熱コイル | elektrische (waterkoker) spiraal |
| dennetsushori-電熱処理 | elektrothermische behandeling |
| denpa-電波 | radiogolf; elektromagnetische golf; signaal; ontvangst (van telefoon of internet verbinding) |
| denran-電纜 | elektrisch snoer; stroomkabel |
| denryoku-電力 | elektrisch vermogen |
| denryū-電流 | elektrische stroom |
| densen-電線 | elektriciteitskabel; snoer |
| densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
| denshi-電子 | elektron |
| denshibaitai-電子媒体 | digitale [elektronische] media |
| denshijisho-電子辞書 | elektronisch woordenboek; wordtank |
| denshikeijiban-電子掲示板 | elektronisch [digitaal] informatiebord; bulletinboard |
| denshikenbikyō-電子顕微鏡 | elektronenmicroscoop |
| denshikōgaku-電子工学 | elektronica; elektronentechniek |
| denshimanē-電子マネー | elektronisch [digitaal] geld |
| denshinsōkin-電信送金 | elektronische overboeking; bankoverschrijving |
| denshiongaku-電子音楽 | elektronische muziek |
| denshiorugan-電子オルガン | elektronisch orgel |
| denshipiano-電子ピアノ | elektronische [digitale] piano |
| denshishōtorihiki-電子商取引 | elektronische handel; webhandel |
| denshitechō-電子手帳 | elektronische agenda |
| denshizunō-電子頭脳 | computer (lett. elektronisch brein) |
| dentetsu-電鉄 | elektrische spoorweg [spoorbaan] |
| denwa-電話 | telefoon; telefoongesprek |
| denwachō-電話帳 | telefoonboek |
| denwachū-電話中 | tijdens [aan] het telefoneren; in gesprek (van telefoon) |
| den'atsu-電圧 | elektrische spanning; voltage |
| deokureru-出遅れる | laat vertrekken; laat ergens aan beginnen; een late start maken |
| deppa-出っ歯 | vooruitstekende (boven)tanden |
| derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
| derishasu-デリシャス | heerlijk; lekker |
| deru-出る | op pad gaan; vertrekken |
| deru-出る | ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
| deruta-デルタ | (de vierde letter van het Griekse alfabet) delta (Δ, δ) |
| deruta-デルタ | driehoek |
| desugiru-出過ぎる | te veel uitsteken; te ver uitsteken; te sterk zijn (b.v. van thee) |
| detanto-デタント | detente; politieke ontspanning |
| detarame-でたらめ | onzin; nonsens; flauwekul; geklets |
| detarame-出鱈目 | onzin; flauwekul; (slap) geklets |
| dibaidā-ディバイダー | passer (tekenhulp) |
| dibaideddo・sukāto-ディバイデッド・スカート | broekrok |
| diberutimento-ディベルティメント | (muziek) divertimento |
| difyūjon・indekkusu-ディフュージョン・インデックス | diffusie-index (statistiek, econometrie) |
| dikishīrando・jazu-ディキシーランド・ジャズ | Dixieland jazzmuziek |
| dikutēshon-ディクテーション | het dicteren van tekst |
| diminuendo-ディミヌエンド | (muziekterm) diminuendo (eleidelijk afnemend in toonsterkte) |
| dīrā-ディーラー | verkoper; handelaar; officiële vertegenwoordiger van een specifiek merk producten van een fabrikant |
| dīrā-ディーラー | financiële instellingen die voor eigen rekening effecten verhandelen |
| dirēdo・suchīru-ディレード・スチール | verlate steel-poging (bij honkbal, een verrassingstechniek waarbij de loper een honk steelt op een onverwacht moment) |
| disukabā-ディスカバー | ontdekken |
| disukotēku-ディスコテーク | discotheek |
| disukurōjā-ディスクロージャー | bekendmaking; openbaarmaking; vrijgave (van informatie); onthulling |
| do-度 | graad (hoek); lengte [breedte] graad |
| doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
| dōbachi-銅鈸 | (muziekinstrument) bekken; cimbaal |
| dobashi-土橋 | met aarde bedekte brug; aarden brug |
| dobin-土瓶 | (aardewerk) theepot; theekan |
| doboku-土木 | openbare [publieke] werken |
| doboku-土木 | (afk. voor) civiele techniek |
| dobokukōgaku-土木工学 | civiele techniek; weg- en waterbouwkunde |
| dōbutsuaigoshūkan-動物愛護週間 | een week waarin het beschermen van dieren wordt gepropageerd |
| dōbutsubyōin-動物病院 | dierenkliniek |
| dōbyō-同病 | dezelfde ziekte |
| dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
| dodekafonī-ドデカフォニー | dodecafonie; twaalftoonsmuziek |
| dōdō-堂堂 | waardig; ontzagwekkend; indrukwekkend; majestueus |
| dōdō-堂堂 | publiekelijk; openbaar; openlijk |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
| dōga-童画 | kinderportret; tekening [schilderij] van kinderen |
| dōga-童画 | kindertekening; tekening [schilderij] gemaakt door kinderen |
| dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
| dōgaku-道学 | ethiek; moraalfilosofie; morele filosofie; moraalwetenschap |
| dogeza-土下座 | knielen (voor iemand, om eerbied te tonen, een verzoek te doen, iets af te dwingen, of ter verontschuldiging) |
| doggu・iyā-ドッグ・イヤー | (Eng.: dog's ear) oor van een hond; ezelsoor (in een bladzij van een boek) |
| dōgi-同義 | dezelfde betekenis; synoniem |
| dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
| dōi-同意 | dezelfde betekenis |
| dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
| dōitsu-同一 | identiek; (één en) dezelfde |
| dōjime-胴締め | (judo) schaarklem (niet toegestane techniek) |
| dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
| dōjiru-動じる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
| dōjō-道場 | tempel [plek] om de boeddhistische leer te doorgronden |
| dōjō-道場 | plek van de bodhiboom waar Boeddha de verlichting bereikte |
| dōjutsu-道術 | (mystieke) techniek [magie; bovenaardse (tover)kracht] van een taoïst [bergkluizenaar; heremiet] |
| dōke-道化 | grappenmakerij; zotternij; gek [dwaas] gedrag |
| dōkeru-道化る | gekscheren; schertsen |
| dōketsugaku-洞穴学 | speleologie; grotonderzoek |
| dokindokin-どきんどきん | heftig geklop [gebons] |
| dōkō-同工 | dezelfde vakmanschap [bekwaamheid] |
| dokō-土工 | publieke werken in de afhandeling van grond en zand (voor de aanleg van dijken, wegen, e.d.) |
| dokō-土工 | werknemer voor publieke werken |
| dōkoku-慟哭 | gejammer; geweeklaag |
| dōkokusuru-慟哭する | weeklagen; jammeren |
| dokomademo-何処までも | tot op zekere hoogte; tot het einde [uiterste]; in alle opzichten |
| dokomademo-何処までも | hardnekkig; koppig |
| dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
| dokugo-読後 | (indruk) na het lezen van (een boek) |
| dokuha-読破 | het doorlezen [uitlezen] (van een boek) |
| dokuhasuru- 読破する | doorlezen; (een boek) uitlezen |
| dokuji-独自 | het uniek [eigen; individueel; onafhankelijk; origineel] zijn |
| dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
| dokusho-読書 | het boeken lezen (van boeken) |
| dokushosuru-読書する | (boeken) lezen |
| dokusō-独奏 | een (muziek) solo (instrumentaal) |
| dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
| dokutoku-独特 | eigenaardigheid; bijzonderheid; uniekheid |
| dōkutsugakusha-洞窟学者 | speleoloog; grotonderzoeker |
| dokuwajiten-独和辞典 | Duits-Japans woordenboek |
| dokuzetsu-毒舌 | een giftige [scherpe] tong; krasse [beledigende] taal; kwaadsprekerij |
| dokuzuku-毒突く | (ver)vloeken; (uit)schelden |
| dominikakyōwakoku-ドミニカ共和国 | Dominicaanse Republiek |
| dōnatsugenshō-ドーナツ現象 | het wegtrekken [verhuizen] van bewoners uit het centrum van een stad (naar buitenwijken) |
| donburikanjō-丼勘定 | ruwe schatting; slordige boekhouding |
| donchō-緞帳 | gordijn [doek] (van theater, e.d.) |
| donichi-土日 | zaterdag en zondag; het weekend |
| dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
| donkō-鈍行 | (spreektaal) stoptrein; lokale (langzame) trein |
| doraggusutoa-ドラッグストア | (Eng.: drugstore) drogisterij; apotheek |
| doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
| doraipointo-ドライポイント | droge naald (techniek bij kopergravure) |
| doressā-ドレッサー | een goedgeklede persoon; iemand die zich goed kleedt |
| doresshī-ドレッシー | chic [elegant] gekleed |
| doresu・appu-ドレス・アップ | (Eng.: dress up) mooie kleren aantrekken |
| dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
| dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
| doriru-ドリル | het oefenen; oefenboek (met invuloefeningen) |
| dorō-ドロー | het tekenen; schetsen |
| dorō-ドロー | het trekken; slepen |
| dorō-ドロー | (bij loterij) trekking; getrokken lot |
| dorobō-泥棒 | dief; inbreker; overvaller; rover |
| doroppu-ドロップ | (bij golf) een bal (die in een vijver was gevallen) op een plek aan de kant laten vallen om van daaruit verder te spelen |
| doroppuauto-ドロップアウト | drop-out; voortijdige schoolverlater; iem. die de samenleving de rug toekeert |
| doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
| doryō-度量 | (arch.) maatstok en maatbeker |
| dōsei-同性 | hetzelfde geslacht; dezelfde sekse |
| dōseiai-同性愛 | homoseksualiteit |
| dōseiaisha-同性愛者 | homoseksueel persoon |
| dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
| dōsen-導線 | (elektra) een geleider; geleidraad |
| doshitsukensa-土質検査 | bodemonderzoek |
| doshitsukōgaku-土質工学 | bodemtechniek |
| dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
| dōtai-導体 | (elektrische) geleider |
| dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
| dōzoku-道俗 | (boeddhistische) monniken en leken |
| dōzuru-動ずる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
| e-絵 | schilderij; tekening; prent |
| ea・tāminaru-エア・ターミナル | luchthaven terminal (aankomsthal of vertrekhal) |
| ebigatame-海老固め | worsteltechniek (de tegenstander (als een garnaal) ten val te brengen door een handgreep om zijn nek en om een knie) |
| eboshi-烏帽子 | traditioneel hoofddeksel aan het hof |
| echūdo-エチュード | (Frans: étude) etude (muziek); studie; voorstudie (schilderkunst); geïmproviseerd theater |
| edishon-エディション | editie (van publicatie van tijdschrift, boek, etc.) |
| editā-エディター | (computer) tekstverwerker |
| edokko-江戸っ子 | (huidige betekenis) iemand die in Tokio is geboren en opgegroeid |
| efu・ē-エフ・エー | fabrieksautomatisering |
| efu・ēka-エフ・エー化 | fabrieksautomatisering |
| egaku-描く | tekenen; schilderen; schetsen |
| eginu-絵絹 | een doek van zijde gebruikt voor een Japanse schildering |
| egokoro-絵心 | talent voor [bekwaamheid in] schilderen; verstand van [interesse in] schilderkunst [schilderijen] |
| egui-蘞い | ruw; scherp; stekend; bitter |
| ehon-絵本 | prentenboek; plaatjesboek |
| ei-纓 | slip [reep stof] aan de achterkant van een traditioneel Japans hoofddeksel |
| ei-纓 | kinband van een hoofddeksel |
| eibun-英文 | in het Engels geschreven tekst |
| eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
| eidatsu-穎脱 | het uitblinken; excelleren; uitsteken boven (iemand) |
| eigaongaku-映画音楽 | filmmuziek |
| eijihappō-永字八法 | (kalligrafie) de acht basis penseelstreken van kanji (die allen in het karakter 永 voorkomen.) |
| eijishi-政治史 | politieke geschiedenis |
| eisakubun-英作文 | een tekst [opstel; verhandeling] in het Engels |
| eisen-曳船 | het slepen [vlot trekken] van een schip |
| eitatsu-栄達 | stijging [vooruitgang] in sociale status [positie]; het beklimmen van de maatschappelijke ladder |
| eiten-栄典 | eer; ereteken; onderscheiding |
| eito・bīto-エイト・ビート | (muziek) 8-maat (8-beat) |
| eiwajiten-英和辞典 | Engels-Japans woordenboek |
| ekimae-駅前 | (de plek) voor het station |
| ekisentorikku-エキセントリック | excentriek; buitensporig; zonderling |
| ekisentorikku-エキセントリック | een zonderling; excentriek persoon |
| ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
| ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
| ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
| ekurichūru-エクリチュール | schrift; het schrijven; (geschreven) tekst |
| ekusukuramēshon・māku-エクスクラメーション・マーク | uitroepteken |
| ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
| ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
| emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emono-得物 | bijzondere techniek [kundigheid; vaardigheid] |
| emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
| en-演 | (in kanji combinaties) uitleggen; preken; overtuigen; verklaren; verspreiden; propageren; vertolken; uitvoeren; opvoeren |
| enban-鉛版 | stereotype (drukkerij techniek) |
| enchokukaku-鉛直角 | verticale (rechte) hoek |
| endan-演壇 | rostrum; spreekgestoelte; podium |
| endō-円堂 | tempelgebouw in achthoekige of zeshoekige vorm |
| endoniesutoru-沿ドニエストル共和国 | de Republiek Transnistrië |
| engan-沿岸 | zeekust; kustgebied; aan [voor] de kust |
| engawa-縁側 | het (lekkere) vlees van de aanhechting van de vinnen van platvissen |
| engi-縁起 | voorteken; voorbode |
| engoku-遠国 | een gebied [streek] ver van de hoofdstad |
| engoshageki-援護射撃 | ondersteuningsvuur; vuurdekking |
| enikki-絵日記 | geïllustreerd dagboek |
| enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
| enji-衍字 | een overbodig [overtollig] karakter; een karakter dat per abuis in een tekst staat. |
| enjin-遠人 | mensen uit een verre streek [een ver land]; buitenlander |
| enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
| enmachō-閻魔帳 | cijferlijst; notitieboek met cijfers van leerlingen |
| enpō-遠方 | een afgelegen plek; een ver land |
| enpu-怨府 | een plek [oord] waar de wrok van mensen zich verzamelt |
| enrei-艶麗 | grote schoonheid; bekoring |
| enshō-炎症 | (med.) ontsteking; huidirritatie |
| ensō-演奏 | (muziek) optreden; opvoering |
| ensōkai-演奏会 | concert; recital; muziekuitvoering |
| ensuidai-円錐台 | afgeknotte kegel |
| entaku-円タク | een taxi die door de stad rijdt op zoek naar passagiers |
| entāpuraizu-エンタープライズ | USS Enterprise (Amerikaans vliegdekschip) |
| enzan-演算 | berekening; calculatie |
| enzetsuka-演説家 | spreker; redenaar |
| enzō-塩蔵 | het pekelen; in zout conserveren |
| enzōsuru-塩蔵する | pekelen; in zout conserveren |
| en'yō-艶容 | een aantrekkelijke [charmante; oogverblindende] verschijning (van een vrouw) |
| epikku-エピック | epiek; verhalende poëzie |
| erabutsu-偉物 | een groot man; een getalenteerd [bekwaam; begaafd] persoon |
| erekiteru-エレキテル | elektriciteit |
| ereki・gitā-エレキ・ギター | elektrische gitaar |
| erekutōn-エレクトーン | elektronisch orgel |
| erekutoron-エレクトロン | elektron |
| erekutoronikusu-エレクトロニクス | elektronica |
| eriashi-襟足 | de haarlijn bij de nek; halslijn; de vorm van de nek [hals] |
| erigami-襟髪 | nekhaar (in de nek groeiend haar) |
| erikubi-襟首 | nek; nekvel; kraag |
| erinokeru-選り除ける | sorteren; uitzoeken; selecteren |
| eriwakeru-選り分ける | classificeren; sorteren; uitzoeken |
| ero-エロ | erotiek |
| erochishizumu-エロチシズム | erotiek |
| erokyūshon-エロキューション | spreekkunst; welsprekendheid; voordrachtskunst; redekunst |
| erosu-エロス | Eros (de god van de liefde in de Griekse mythologie) |
| erosu-エロス | (romantische of seksuele) liefde |
| erotomania-エロトマニア | erotomanie; hyperseksualiteit; abnormaal seksueel verlangen |
| esagashi-絵探し | een spel waarbij men in een afbeelding [tekening; zoekplaatje] voorwerpen moet zoeken |
| essensu-エッセンス | aftreksel; extract |
| esukurō-エスクロー | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
| esusetikusu-エスセティクス | esthetica; esthetiek |
| esutetikku-エステティック | esthetiek; esthetica; schoonheidsleer |
| esutetikku・saron-エステティック・サロン | schoonheidssalon; schoonheidskliniek |
| esutetikusu-エステティクス | esthetica; esthetiek |
| etchūfundoshi-越中褌 | smalle lendendoek; g-string (soort tangaslip) |
| eto-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| etoki-絵解き | uitleg van de betekenis van een schilderij |
| etsu-閲 | het inspecteren; nakijken; onderzoeken |
| etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
| etsuran-閲覧 | raadpleging [inzage; bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
| ē・kurasu-エー・クラス | eersteklas |
| fa-ファ | fa (muzieknoot) |
| faindā-ファインダー | zoeker (camera) |
| fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| fāmu・bankingu-ファーム・バンキング | een systeem van bedrijven en banken om online financiële diensten en bedrijfsinformatie te verstrekken |
| fanatikku-ファナティック | fanatiek |
| fanatikku-ファナティック | fanatiekeling |
| fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
| fankī-ファンキー | (jazzmuziek) funky; gevoelsmatig |
| fankī-ファンキー | excentriek; buitenissig (kleding, e.d.) |
| fanku-ファンク | funk (jazzmuziek) |
| fanshī-ファンシー | excentriek; chic; luxe |
| fantasutikku-ファンタスティック | fantastisch; fantasierijk; excentriek |
| fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; topniveau |
| fāsuto・kurasu-ファースト・クラス | eersteklas; eersterangs |
| feiku-フェイク | (jazz muziek) improvisatie |
| fēku-フェーク | (jazz muziek) improvisatie |
| fensu-フェンス | hek; afrastering; omheining (b.v. bij een honkbalveld) |
| ferumāta-フェルマータ | fermate (muziekterm) |
| fezaringugihō-フェザリング技法 | veervormige techniek (tekenen; schilderen) |
| fijikaru-フィジカル | fysiek; lichamelijk |
| fikisachīfu-フィキサチーフ | fixatief; fixeermiddel (tekenen; schilderen) |
| fināre-フィナーレ | laatste muziekstuk |
| fingaringu-フィンガリング | vingerzetting (muziekinstrumenten) |
| fīrudowāku-フィールドワーク | veldwerk; veldonderzoek |
| firutā-フィルター | (elektrotechniek) filter voor het doorlaten van bepaalde frequenties |
| fōdo・shisutemu-フォード・システム | massaproductiesysteem in een autofabriek, geïntroduceerd door de Ford Motor Company in de jaren 1910 |
| fōkuongaku-フォーク音楽 | volksmuziek |
| fōku・myūjikku-フォーク・ミュージック | volksmuziek |
| fonetikku・sain-フォネティック・サイン | fonetisch teken |
| forukurōre-フォルクローレ | volksmuziek |
| forute-フォルテ | (muziekterm) forte (krachtig) |
| forutishimo-フォルティシモ | fortissimo; zeer luid (muziekterm) |
| fotojenikku-フォトジェニック | fotogeniek |
| fu-譜 | bladmuziek; muzieknoot |
| fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
| fuangaru-不安がる | zich ergens ongemakkelijk [onzeker; angstig] over voelen |
| fuannai-不案内 | onwetendheid; onervarenheid; onbekendheid (met) |
| fuantei-不安定 | instabiliteit; onzekerheid |
| fubenkyō-不勉強 | het niet genoeg studeren; luiheid; gebrek aan inzet |
| fubi-不備 | tekortkoming; onvolkomenheid; onvolmaaktheid; gebrekkigheid |
| fubin-不敏 | traagheid; onvermogen; gebrek aan talent [vaardigheid] |
| fubun-不文 | ongeschreven tekst |
| fūbutsu-風物 | lokale [seizoensgebonden] gebruiken [karakteristieken] |
| fuchaku-不着 | niet aangekomen [bezorgd; geleverd] zijn |
| fuchi-不知 | onbekend zijn met; niet weten |
| fuchō-不調 | (afk. voor) achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
| fuchō-符丁 | teken; symbool |
| fuchū-付注 | annotatie; commentaar; verklarende aantekening |
| fude-筆 | (manier van) schrijven [tekenen; schilderen] |
| fudebuto-筆太 | (kalligrafie) dikke penseelstreken |
| fudekake-筆掛け | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
| fudeki-不出来 | slecht vakmanschap; geklungel |
| fudetate-筆立て | houder [glas; beker] om schrijfpenseel rechtop te zetten (zonder reiniging, voor hergebruik later) |
| fudōsanhoken-不動産保険 | vastgoed verzekering; onroerendgoed verzekering |
| fudōshōsūtensū-浮動小数点数 | zwevendekommagetal; drijvendekommagetal; vlottendekommagetal |
| fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fūga-フーガ | fuga (een meerstemmig muziekstuk waarin verschillende stemmen elkaar imiteren) |
| fugen-不言 | zonder woorden; zonder te spreken |
| fugō-符号 | teken; markering; code; symbool |
| fugō-負号 | minus; het min (−) symbool (bij rekenen) |
| fuguchiri-河豚ちり | gerecht met gekookte fugu (kogelvis) |
| fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
| fuirino-斑入りの | gevlekt; gestippeld |
| fūjime-封じ目 | verzegeling; de plek waar het zegel is aangebracht (b.v. op een envelop) |
| fujin-夫人 | (beleefde aanspreektitel) mevrouw |
| fuka-負荷 | (elektrisch) lading; weerstand |
| fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
| fukakujitsu-不確実 | onzekerheid; onbetrouwbaarheid |
| fukakujitsu-不覚実 | onzekerheid, onbetrouwbaarheid |
| fukakuteiseigenri-不確定性原理 | onzekerheidsrelatie [onzekerheidsprincipe] van Heisenberg |
| fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
| fukanshō-不感症 | gevoelloosheid; zinloosheid; frigiditeit; (seksuele) ongevoeligheid |
| fukansuru-俯瞰する | overzien; van bovenaf bekijken |
| fukasetsufukasetsuten-不可説不可説転 | een buitengewoon [onuitsprekelijk] groot getal; het grootste getal dat voorkomt in de Bloemenkrans soetra (10 tot de macht 7 keer 2 tot de macht 112) |
| fukikakeru-吹きかける | ruzie zoeken; (iem.) dwingen |
| fukikakeru-吹きかける | overdrijven; teveel rekenen [laten betalen] |
| fukikomu-吹き込む | (muziek) opnemen |
| fukiritsu-不規律 | wanorde; gebrek aan discipline; ongedisciplineerdheid |
| fukitsu-不吉 | ongeluk; pech; slecht voorteken |
| fukiyose-吹き寄せ | mengeling; medley (muziek) |
| fukku-フック | (boksen) hoekstoot |
| fukokoroe-不心得 | indiscretie; wangedrag; roekeloosheid |
| fuku-覆 | bedekken; verhullen |
| fukubiki-福引き | lotterij; verloting; trekking; loting |
| fukubikōen-副鼻腔炎 | (neus)bijholteontsteking |
| fukubu-腹部 | buik; buikstreek |
| fukudokuhon-副読本 | aanvullend lesmateriaal [studieboek] |
| fukumakuen-腹膜炎 | buikvliesontsteking; peritonitis |
| fukunbon-付訓本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| fukuro-復路 | terugreis; terugweg; de weg terug naar het vertrekpunt |
| fukusa-袱紗 | zijden doek om bij de theeceremonie gebruikte voorwerpen in te wikkelen of schoon te vegen |
| fukutō-復党 | terugkeren bij [weer toetreden tot] een politieke partij |
| fukuwajutsu-腹話術 | het buikspreken |
| fukuwajutsushi-腹話術師 | buikspreker |
| fumajime-不真面目 | onstandvastigheid; gebrek aan eerlijkheid [ernst] |
| fumei-不明 | onwetendheid; gebrek aan inzicht |
| fumen-譜面 | bladmuziek; partituur |
| fumendai-譜面台 | muziekstandaard |
| fumi-不味 | niet lekker (van smaak) |
| fumi-文 | geschreven tekst; document; boek; brief |
| fumishimeru-踏み締める | met zekere stappen [voorzichtig; met vaste tred] lopen |
| fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
| fumiwaru-踏み割る | ergens opstappen en dat breken |
| funachin-船賃 | tarief voor een overtocht per boot; veerprijs; passagekosten [verzendkosten] (per boot) |
| funare-不慣れ | gebrek aan ervaring; onervarenheid |
| funaya-船屋 | woongedeelte op het dek van een boot |
| funayoi-船酔い | zeeziekte |
| funayoisuru-船酔いする | zeeziek worden |
| fundarikettari-踏んだり蹴ったり | een reeks van tegenslagen en rampen; de ene tegenslag na het andere (hebben) |
| fundoshi-褌 | lendendoek |
| fundoshi-褌 | het schild dat de buik van de krab bedekt |
| funesshin-不熱心 | gebrek aan enthousiasme; onverschilligheid |
| funinjō-不人情 | onvriendelijkheid; gebrek aan medeleven; harteloosheid |
| funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
| funsho-焚書 | boekverbranding |
| furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
| furaipan-フライパン | koekenpan; braadpan |
| furaito・dekki-フライト・デッキ | vliegdek |
| furakushon-フラクション | factie (binnen een politieke partij) |
| furanchaizu・chēn-フランチャイズ・チェーン | franchiseketen; een keten van franchise filialen |
| furasshubarubu-フラッシュバルブ | hendel voor doortrekken [doorspoelen] van toilet |
| furattā-フラッター | geklapper; gefladder |
| furatto-フラット | (muzieknotatie) mol |
| furea-フレア | (fotografie) lichtvlek |
| furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
| furekomi-触れ込み | aankondiging; bekendmaking; mededeling |
| furekomu-触れ込む | aankondigen; bekendmaken |
| furēmenhannō-フレーメン反応 | flemen reactie (bij dieren, een manier van ruiken waarbij het dier zijn bovenlip omkrult, en vaak ook zijn nek uitstrekt) |
| furenchi・surību-フレンチ・スリーブ | wijde rechthoekige mouw (gelijkend op de mouw van een Japanse kimono) |
| fureru-狂れる | gek [krankzinnig] worden |
| furēzu-フレーズ | (muziek) frase |
| furidashinin-振出人 | degene die rekeningen en cheques uitschrijft |
| furikomi-振り込み | bankoverschrijving; storting van geld op een bankrekening |
| furikomu-振り込む | geld overmaken [overboeken; overschrijven] |
| furīku-フリーク | (Eng.: freak) iemand die gek is op [enthousiast; geobsedeerd door] iets (b.v. film, computer, snelheid, etc.) |
| furimukeru-振り向ける | (geld) uittrekken [bestemmen] voor |
| furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
| furokyan-風呂キャン | het niet in bad gaan (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| furokyan-風呂キャン | iemand die niet in bad gaat (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| furoshiki-風呂敷 | doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen |
| furu-振る | toewijzen; toekennen; casten (voor een rol) |
| furugao-古顔 | een (oude) bekende; bekend gezicht; oudgediende |
| furuhon-古本 | tweedehands boek; oud boek |
| furuhon'ya-古本屋 | tweedehandsboekhandel; antiquariaat; |
| furui-古い | oud; antiek; ouderwets |
| furukizu-古傷 | een oude wond; litteken |
| furusato-古里 | geboortestreek |
| furutte-奮って | energiek; moedig; ijverig; gewillig; van harte |
| fūryokuhatsuden-風力発電 | opwekking van windenergie |
| fusagikomu-塞ぎ込む | piekeren; mokken; kniezen; tobben |
| fusagu-塞ぐ | vullen; bedekken; bezetten |
| fusai-不才 | onbekwaamheid; incompetentie; gebrek aan talent |
| fuseji-伏せ字 | een teken (spatie, cirkel, X, asterisk, e.a.) in plaats van een gecensureerd woord |
| fuseki-布石 | voorbereidingen voor de toekomst |
| fushido-臥所 | slaapplek; slaapkamer |
| fushiito-節糸 | geknoopte zijde |
| fushime-節目 | keerpunt; kritiek moment |
| fushinshi-不審死 | dood met onbekende oorzaak; verdacht sterfgeval |
| fushizuke-節付け | (muziek) compositie; het componeren |
| fushō-不祥 | pech; slecht voorteken |
| fushō-不肖 | onwaardig [onbekwaam; onervaren; ongeschoold] zijn |
| fushō-不詳 | onbekend [onbepaald] zijn |
| fusoku-不足 | tekort; gebrek; ontoereikendheid |
| fusokukin-不足金 | negatief saldo op een rekening; onvoldoende tegoed |
| fusokusuru-不足する | tekort [gebrek] hebben [krijgen] (aan iets) |
| fussho-仏書 | Franse boeken [teksten]; boeken geschreven in het Frans |
| fusuburu-燻る | zwart worden van roet; beroet [met roet bedekt] worden |
| fusuma-衾 | gewatteerde deken; dekbed |
| fusuru-賦する | uitdelen; toekennen; toewijzen |
| futa-蓋 | deksel; dop(je) |
| futaku-付託 | verzoek |
| futashika-不確か | onzeker; vaag; wisselvallig |
| futegiwa-不手際 | onhandigheid; geklungel; knoeiwerk; onkunde; wanbeleid |
| futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
| futeishūso-不定愁訴 | psychosomatische symptomen; fysieke klachten (zonder aanwijsbare medisch-wetenschappelijke diagnose) |
| futōfukutsu-不撓不屈 | eigenzinnigheid; onverzettelijkheid; hardnekkigheid |
| futōgō-不等号 | (wiskunde) ongelijkheidsteken (<, kleiner-dan-teken, of >, groter-dan-teken) |
| futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
| futoku-不徳 | zedeloosheid; verdorvenheid; gebrek aan deugdzaamheid |
| futōmeishoku-不透明色 | dekverf; ondoorschijnende verf [kleur] |
| futomono-太物 | (katoenen of linnen) lap [stof; doek] |
| futsūbun-普通文 | (tekst in) normale [moderne] schrijfstijl |
| futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
| futsuwajiten-仏和辞典 | Frans-Japans wooordenboek |
| futsūyokin-普通預金 | een gewone [algemene] storting; reguliere spaarrekening |
| futtsuri-ふっつり | het (geluid van het) breken van een draad, snaar, etc. |
| futtsuri-ふっつり | het plotseling stoppen [afbreken] |
| futtsurisuru-ふっつりする | plotseling afbreken [stoppen; opgeven] |
| fuwataritegata-不渡り手形 | onbetaalde rekening |
| fuwataritegata-不渡り手形 | niet nagekomen belofte |
| fuyo-付与 | toelage; schenking; toekenning |
| fuyōi-不用意 | niet [slecht] voorbereid zijn; gebrek aan voorbereiding; onzorgvuldigheid |
| fuyudori-冬鳥 | wintervogel; trekvogel, die in de herfst en winter verschijnt en in de lente wegtrekt naar noordelijke streken |
| fuyuyama-冬山 | een berg die wordt beklommen in de winter |
| fuzakeru-ふざける | grappen [plezier] maken; ronddartelen; gek doen; geintjes uithalen |
| fūzen-風前 | een plek waar de wind heen waait; een plek die blootgesteld is aan de wind |
| fūzu・fū-フーズ・フー | wie is dat; wie is wie (biografisch woordenboek van bekende mensen) |
| fyūjon-フュージョン | fusion (mix tussen pop en jazz muziek) |
| gaban-画板 | tekenbord; tekentafel |
| gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
| gachagacha-がちゃがちゃ | (onomatopee) gekletter; gerammel; geratel |
| gachō-画帳 | schetsboek; tekenschrift |
| gadan-雅談 | stijlvol [beschaafd] gesprek |
| gafu-画布 | schilderdoek; schilderlinnen |
| gagaku-雅楽 | gagaku, traditionele Japanse (hof)muziek en dans |
| gahō-画報 | rijk geïllustreerd tijdschrift of boek |
| gahō-画法 | de kunst van het tekenen [schilderen] |
| gaichū-外注 | outsourcing; uitbesteding; het van buiten het bedrijf betrekken |
| gaida-咳唾 | de woorden die een meerdere spreekt |
| gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
| gaikai-外界 | de buitenwereld; het uiterlijke; het fysieke |
| gaikōkankei-外交関係 | diplomatieke betrekkingen |
| gaikokushōkenhō-外国証券法 | wetgeving met betrekking tot buitenlandse effecten |
| gaikōmondai-外交問題 | diplomatieke kwestie [ruzie]; diplomatiek probleem [geschil] |
| gairyakuzu-概略図 | schematische tekening |
| gaisen-外線 | buitenlijn; buiten bedrading (elektrisch of elektronisch) |
| gaiteki-外的 | lichamelijk; fysiek |
| gajō-画帖 | een album met prenten; prentenboek |
| gajō-画帖 | schetsboek |
| gajō-賀状 | felicitatiebrief; felicitatiekaart (m.n. nieuwjaarskaart) |
| gakkai-楽界 | muziekwereld |
| gakki-楽器 | muziekinstrument |
| gakkōtaiiku-学校体育 | school gymnastiek |
| gakkōtoshokan-学校図書館 | schoolbibliotheek |
| gakku-楽句 | (muziek) frase |
| gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
| gaku-楽 | muziek |
| gakubatsu-学閥 | (hechte) groep [kliek] van (oud)klasgenoten (van school of universiteit) |
| gakudan-楽壇 | kring van musici en muziekkenners |
| gakufu-楽譜 | partituur; bladmuziek |
| gakugeikai-学芸会 | schoolevenement waarbij kinderen van de lagere school en van (de eerste jaren van) de middelbare school hun muziek- en theaterkunsten vertonen |
| gakugeki-楽劇 | opera; muziekdrama |
| gakuha-学派 | (academische; filosofische) (leer)school; sekte; stroming |
| gakuji-学事 | schoolzaken; onderwijszaken (zaken die betrekking hebben op academische studies of schoolonderwijs) |
| gakujin-岳人 | bergbeklimmer; alpinist |
| gakuon-楽音 | muzieknoot |
| gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
| gakusetsu-楽節 | passage [gedeelte] in de muziek |
| gakushō-楽章 | deel van een muziekstuk (sonate, symfonie, e.d.) |
| gakuto-学徒 | student; wetenschappelijk onderzoeker |
| gamen-画面 | doek (van een schilderij) |
| gamuran-ガムラン | (muziekinstrument Indonesië) gamelan |
| gamushara-がむしゃら | roekeloosheid; onbezonnenheid |
| ganbyō-眼病 | oogziekte |
| gankabyōin-眼科病院 | oogkliniek; oogziekenhuis |
| gankake-願掛け | gebed; (smeek)bede; verzoek aan Shinto goden of Boeddha's |
| ganko-頑固 | hardnekkigheid; koppigheid; halsstarrigheid; eigenwijsheid |
| ganko-頑固 | hardnekkigheid; langdurigheid |
| ganma-ガンマ | gamma (Griekse letter ϒ) |
| ganmon-願文 | schriftelijk gebed; verzoekschrift (gericht aan een Boeddha, shinto-god, e.d.) |
| ganrōsuru-玩弄する | spelen [dollen] met; plagen; spotten; voor de gek houden |
| gansekiinkoku-岩石陰刻 | rotstekening |
| ganshitsu-眼疾 | oogziekte; oogkwaal; oogaandoening |
| gansho-願書 | inschrijfformulier; schriftelijk verzoek; petitie |
| ganteikensa-眼底検査 | (oog) fundusonderzoek; oftalmoscopie; oogspiegelen |
| gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
| gappeishō-合併症 | complicatie (bij een ziekte) |
| gappō-合邦 | (politieke) unie; confederatie |
| gappuri-がっぷり | stevig (vastgegrepen); vastgeklemd |
| gappyō-合評 | gezamenlijke kritiek [beoordeling; evaluatie] |
| gara-がら | kliekjes; restjes |
| gāruhanto-ガールハント | meisjesjacht; een man die op zoek is naar een vriendin |
| garyō-画竜 | geschilderde [getekende] draak |
| garyū-画竜 | geschilderde [getekende] draak |
| gasa-がさ | (in eigen jargon van de politie) huiszoeking |
| gasai-画才 | technische meesterschap [artistiek talent] in schilderkunst |
| gashū-画集 | album met foto's, schilderijen, tekeningen, e.d. |
| gasshu-ガッシュ | gouache; plakkaatverf; dekkende waterverf. |
| gassō-合奏 | een ensemblestuk (muziek); samenspel |
| gasutorokamera-ガストロカメラ | gastrocamera (medisch gebruikt bij maagonderzoek) |
| gatanto-がたんと | (onomatopee) met een klap [knal; dreun]; gekletter; gebonk |
| gatten-合点 | een markering (doorgaans een punt of een cirkeltje) in een tekst om aan te geven dat iets goed is) |
| gawa-側 | omhulsel; verpakking; behuizing; kast (van een horloge); dek; cover |
| gayagaya-がやがや | (onomatopee) luidruchtig; rumoerig; geroezemoes; geklets; gelach |
| gayōshi-画用紙 | tekenpapier |
| gedai-外題 | titel van een boek [toneelstuk] |
| gegoku-下獄 | een gevangenisstraf krijgen [uitzitten] (meestal politieke gevangenen) |
| gei-ゲイ | (mannelijke) homo(seksueel) |
| gei-芸 | kundigheid; vaardigheid; artistiek talent |
| gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
| geibōi-ゲイボーイ | homoseksuele man; vrouwelijke man |
| geidan-芸談 | gesprek(ken) over kunst |
| geijutsukahada-芸術家肌 | een artistieke aard [aanleg] hebben; er schuilt een kunstenaar in (hem; haar) |
| geijutsuteki-芸術的 | artistiek; kunstzinnig |
| gein-ゲイン | (elektriciteit) versterkingsfactor |
| gejō-下城 | het verlaten van [vertrek uit] een kasteel |
| gejo-下女 | (arch.) vrouw van lage stand; publieke vrouw; vrouw van lichte zeden |
| gekibun-檄文 | manifest; bekendmaking |
| gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
| gekihyō-劇評 | toneelrecensie; toneelkritiek |
| gekitsū-激痛 | intense [scherpe; stekende] pijn |
| gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
| gen-弦 | snaar (van muziekinstrumenten) |
| gen-減 | (wiskunde) aftrekking |
| genbakenshō-現場検証 | (politie)onderzoek ter plaatse (van een misdrijf of ongeluk) |
| genbo-原簿 | origineel boek [manuscript] |
| genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
| genbu-減歩 | overheveling van grond in privébezit naar gebruik voor collectieve of publieke doeleinden |
| genbun-原文 | oorspronkelijke tekst; tekst in de brontaal |
| genchi-現地 | de precieze locatie; de plek waar het daadwerkelijk gebeurt |
| gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
| gendansuru-厳談する | iemand streng toespreken; (bij iemand) protesteren; een antwoord eisen |
| gendōki-原動機 | motor [machine] (voor het aandrijven en opwekken van bewegingsenergie) |
| gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
| gengi-原義 | oorspronkelijke betekenis (van een woord) |
| gengogaku-言語学 | taalkunde; linguïstiek; taalwetenschap |
| genkairieki-限界利益 | dekkingsbijdrage; marginale winst |
| genkakeisan-原価計算 | kostenberekening |
| genkinkanjō-現金勘定 | kasrekening |
| genkōyōshi-原稿用紙 | manuscript-papier (voor Japanse teksten); ruitjes-schrijfpapier |
| genpō-減法 | aftrekking (wiskunde) |
| genpon-原本 | het origineel (tekst, document, boek) |
| genpu-玄符 | gunstig voorteken (in de hemel) |
| genshiryokuhatsuden-原子力発電 | opwekking van kernenergie |
| genshiryokukōgaku-原子力工学 | nucleaire techniek |
| gensho-原書 | het originele werk; de oorspronkelijke versie (van een boek, ed.) |
| genshoku-現職 | huidige functie [werkbetrekking] |
| genshū-現収 | het huidige inkomen (samentrekking van: genzai no shūnyū, 現在の収入) |
| gensōkyoku-幻想曲 | fantasie; een instrumentaal muziekstuk met een ongedefinieerde [vrije] vorm |
| gensoshūkihyō-元素周期表 | de periodieke tabel (der elementen) |
| gensuiki-減衰器 | elektrische [elektronische] attenuator [verzwakker] (apparaat dat het vermogen van een signaal vermindert) |
| genten-原典 | het origineel; de oorspronkelijke tekst |
| genten-原点 | referentiepunt; beginpunt; uitgangspunt; vertrekpunt |
| genzan-減算 | aftrekking; vermindering |
| genzu-原図 | de oorspronkelijke afbeelding [tekening; schildering] waarvan een kopie, reproductie, of facsimile is gemaakt |
| geomanshī-ゲオマンシー | geomantiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
| gerimandā-ゲリマンダー | kiesrechtgeografie (het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten) |
| gerupin-ゲルピン | gebrek aan geld (hebben) |
| gesho-外書 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
| gesuto-ゲスト | gast; bezoeker; logé |
| geten-外典 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
| getsuyōbyō-月曜病 | maandagziekte (moeite om na het vrije weekend weer aan het werk te gaan) |
| gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
| gibun-戯文 | humoristische [komische] tekst; nonsensliteratuur |
| gigaku-伎楽 | Gigaku, een klassiek Japans theater genre in pantomime |
| gigi-疑義 | twijfel; onzekerheid |
| gigoku-疑獄 | (politiek) schandaal vanwege smeergeld [omkoping] |
| gigu-ギグ | giek (een lichte snelle sloep; roei- of zeilboot) |
| gihō-技法 | techniek; werkwijze |
| gijutsu-技術 | vakmanschap; een kunst; techniek; bekwaamheid; vaardigheid; kundigheid |
| gikō-技巧 | vakmanschap; (technische) vaardigheid [kunde]; techniek |
| giko-擬古 | klassiek voorbeeld [traditionele stijlvorm] gebruiken [imiteren] |
| gimikku-ギミック | speciale filmtechnieken en effecten |
| gimon-疑問 | twijfel; onzekerheid |
| gimonfu-疑問符 | vraagteken |
| ginban-銀盤 | een (overdekte) ijsbaan |
| ginkōfurikomi-銀行振り込み | bank overschrijving [overboeking; overmaking] |
| ginkōkanjō-銀行勘定 | bankrekening |
| ginkōkōza-銀行口座 | bankrekening |
| ginkōtōzakanjō-銀行当座勘定 | rekening-courant; zichtrekening; lopende bankrekening |
| ginmaku-銀幕 | het witte doek; projectiescherm; bioscoopscherm; film(industrie) |
| ginmi-吟味 | grondig onderzoek; inspectie |
| ginpai-銀杯 | zilveren beker [kop] |
| girisha-ギリシャ | Griekenland |
| girishashinwa-ギリシャ神話 | de Griekse mythologie |
| girishiashinwa-ギリシア神話 | de Griekse mythologie |
| giryō-技量 | vaardigheid; bekwaamheid; vermogen |
| gishi-義子 | geadopteerd kind; adoptiekind; adoptiefkind |
| gitārifu-ギターリフ | gitaarriff (terugkerende reeks gitaarakkoorden]) |
| giyaku-義訳 | betekenis-vertaling; vertaling naar de betekenis (b.v. delen van een samengesteld woord vertalen tot een nieuw samengesteld woord in de andere taal) |
| gobōnuki-牛蒡抜き | (lett. een kliswortel uit de grond trekken) het rekruteren van personeelsleden uit andere organisaties |
| gobōsei-五芒星 | pentagram; vijfhoekige ster |
| gobusata-御無沙汰 | langdurige afwezigheid van communicatie; iemand lange tijd niet bezoeken of schrijven |
| godatsu-誤脱 | fouten of weglatingen (in een tekst) |
| goetsudōshū-呉越同舟 | vijanden die in het hetzelfde schuitje zitten; (spreekwoord:) het zijn vrienden als Herodes en Pilatus |
| gogaku-語学 | linguïstiek; taalkunde |
| gogan-護岸 | dijkbekleding; dijkbescherming |
| gogi-語義 | de betekenis van een woord |
| gogimishō-語義未詳 | onbekende betekenis van een woord |
| gohan-御飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
| gohasan-御破算 | de soroban terugzetten om opnieuw te gaan rekenen |
| goi-語意 | betekenis van een woord; vocabulaire; woordenschat |
| gojitsu-後日 | later; een andere keer [dag]; in de toekomst |
| gojūsō-五重奏 | (muziek) kwintet |
| gokaisan-御開山 | stichter van een boeddhistische school (sekte) |
| gokakkei-五角形 | vijfhoek; pentagoon |
| gokakukei-五角形 | vijfhoek; pentagoon |
| gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
| gokakusui-五角錐 | vijfhoekige piramide |
| gōkeisuru-合計する | (bij elkaar) optellen; het totaal berekenen |
| gōketsu-豪傑 | een excentriek [gedurfd] persoon (die zich niets aantrekt van wat anderen denken) |
| goki-語気 | spreektoon |
| gokoku-五穀 | generieke naam voor granen |
| gokyō-五経 | de vijf klassieke soetra's van het Confucianisme |
| gōkyū-号泣 | luide klaagzang; geweeklaag; gejammer |
| gōkyū-強弓 | sterke boog (met een zwaar trekgewicht) |
| gōkyūsuru-号泣する | weeklagen; jammeren |
| gomakasu-ごまかす | (geld) verduisteren [in eigen zak steken] |
| gomotsu-御物 | (afk. voor) opbergzak voor theebus en theekop |
| gomotsubukuro-御物袋 | opbergzak voor theebus en theekop |
| gomuami-ゴム編み | (breiwerk) ribbelsteek; patentsteek |
| gomutēpu-ゴムテープ | rubber band; elastiek |
| gongenzukuri-権現造り | een shinto heiligdom waarbij het hoofdgebouw en de hal voor erediensten verbonden zijn door een overdekte gang |
| gongodōdan-言語道断 | onbeschrijflijk; onuitspreekbaar; niet in woorden uit te drukken |
| gonichi-後日 | later; een andere keer [dag]; in de toekomst |
| goō-五黄 | het vijfde van de negen tekens van de Chinese dierenriem |
| goorudorasshu-ゴールドラッシュ | trek naar de goudvelden in de VS in de 19e eeuw |
| gōriki-強力 | grote (fysieke) kracht |
| goro-ゴロ | (afk. voor) grofgrein, een soort gekamde, grove stof |
| gorofukuren-ゴロフクレン | grofgrein, een soort gekamde, grove stof |
| gōruden・wīku-ゴールデン・ウィーク | Golden Week, jaarlijkse vakantieperiode in Japan in mei |
| gōrudo・rasshu-ゴールド・ラッシュ | goldrush (massale zoektocht naar goud(velden)) |
| gorugota-ゴルゴタ | Golgotha (de heuvel waar Jezus werd gekruisigd) |
| gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
| gosen-五線 | notenbalk (muziek) |
| goshi-語誌 | etymologisch woordenboek; thesaurus |
| goshōnō-ご笑納 | (nederig) verzoek een gift te accepteren |
| gotsugotsu-ごつごつ | (onomatopee) ruw; oneffen; ruig; verweerd; hoekig; stijf |
| goyōron-語用論 | pragmatiek |
| gū-隅 | hoek |
| gūi-寓意 | verborgen betekenis |
| guinomi-ぐい吞み | sakekom |
| gūkan-偶感 | een willekeurige gedachte; een vluchtige indruk; toevallig idee |
| gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
| gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| gungaku-軍楽 | militaire kapel; militaire muziek |
| gurafu-グラフ | grafiek; diagram |
| gurando・piano-グランド・ピアノ | vleugel (muziekinstrument) |
| gureidittowosshu-グレイディットウォッシュ | waterverftechniek |
| gurekorōman-グレコローマン | Grieks-Romeins worstelen |
| gureko・rōman・sutairu-グレコ・ローマン・スタイル | Griek-Romeinse stijl (worstelen) |
| gurosu-グロス | (golf) score zonder handicap-aftrek |
| gurūpu・disukasshon-グループ・ディスカッション | groepsgesprek; groepsdiscussie |
| gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
| gusaku-愚策 | stom [dwaas] plan; slechte tactiek |
| gusaku-愚策 | (bescheiden taalgebruik) mijn slechte plan [tactiek] |
| gusarito-ぐさりと | diep snijdend [een diepe wond veroorzakend] als van een messteek (ook fig.) |
| guwasshu-グワッシュ | gouache; plakkaatverf; dekkende waterverf |
| gyaku-逆 | het omgekeerde; tegengestelde; tegendeel |
| gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
| gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
| gyakusankakkei-逆三角形 | omgekeerde driehoek |
| gyakusansuru-逆算する | terugrekenen; terugtellen |
| gyakusū-逆数 | het reciproque [omgekeerd evenredige] getal |
| gyakutanchi-逆探知 | het traceren (van een telefoongesprek) |
| gyarappuyoronchōsa-ギャラップ世論調査 | galuppoll (methode voor het peilen van de publieke opinie, bedacht door George Horace Gallup in 1935) |
| gyō-行 | regel (tekst) |
| gyoba-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
| gyoganrenzu-魚眼レンズ | visooglens; visoogobjectief; fisheye (een lens met een zeer grote beeldhoek van boven de 180º en een heel korte brandpuntsafstand) |
| gyojō-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
| gyōkan-行間 | regelafstand; (wit)ruimte tussen tekstregels |
| gyōkō-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
| gyōretsu-行列 | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| gyosei-御製 | gedicht [tekst] geschreven door de Keizer |
| gyōshisuru-凝視する | staren; turen; nauwkeurig bekijken |
| gyoyū-御遊 | muziekopvoering voor het keizerlijk hof |
| gyūgyū-ぎゅうぎゅう | het stevig [strak; hard] trekken [draaien] |
| ha-派 | groep; partij; factie; school; sekte; stroming |
| habataku-羽撃く | flapperen met vleugels; de vleugels uitslaan; de wereld intrekken |
| habatobi-幅跳び | (atletiek) het verspringen |
| habatsu-派閥 | factie; kring; kliek |
| habikoru-蔓延る | overwoekerd [begroeid] raken |
| habikoru-蔓延る | (over)woekeren; zich verspreiden; overheersen |
| hachibungi-八分儀 | octant (hoek-graden-meter) |
| hachijūsō-八重奏 | (muziek) octet |
| hachimaki-鉢巻き | hoofdband; voorhoofdsband (een reep stof om het voorhoofd geknoopt, vaak als symbool van inspanning en moed) |
| hachimonji-八文字 | (de vorm van) het Japanse karakterteken (kanji) voor het getal acht |
| hadakamushi-裸虫 | een schaars geklede persoon |
| hadan-破談 | intrekking; annulering; afzegging; opzegging |
| hadareyuki-斑雪 | plekken waar sneeuw (nog) is blijven liggen |
| hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
| hādokabā-ハードカバー | (boek met) harde kaft; ingebonden (boek) |
| hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
| hādo・rokku-ハード・ロック | hardrock (muziek genre) |
| hāfutōn-ハーフトーン | (muziek) halve toon |
| hagaki-葉書 | een aantekening [notitie]; een memo(randum) |
| haginomochi-萩の餅 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| hahon-端本 | onvolledige reeks [serie] boeken; los [enkel] deel |
| hai-はい | hé! (een uitroep om de aandacht van iem. te trekken of iem. te waarschuwen) |
| hai-はい | ja; jazeker; ja, hoor (wordt gezegd aan het einde van een zin als extra bevestiging) |
| hai-杯 | trofee; beker |
| haiban-杯盤 | glas [beker; mok] en bord [schotel; schaal] |
| haiden-配電 | elektrische (energie)voorziening; elektrische stroomverdeling |
| haien-肺炎 | longontsteking; pneumonie |
| haifun-ハイフン | koppelteken; verbindingsstreepje |
| haiiro-灰色 | donker; somber; treurig; melancholiek |
| haikā-ハイカー | wandelaar; trekker; iemand die trektochten maakt |
| haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
| haikei-背景 | rugdekking; steun in de rug |
| haikeiongaku-背景音楽 | achtergrondmuziek |
| haikensuru-拝見する | zien; kijken naar; bekijken |
| haiki-廃棄 | nietigverklaring; intrekking |
| haikingu-ハイキング | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
| haiku-ハイク | lange wandeling; trektocht |
| haiku-ハイク | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
| haikurasu-ハイクラス | hoogwaardig; eersteklas; vooraanstaand |
| haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
| hairu-入る | geïnstalleerd worden; (ergens) in zitten [ingekomen zijn]; een inhoud hebben (van); bevatten |
| hairu-入る | onderbreken |
| hairu-入る | behoren (bij); gerekend worden (tot); (op)tellen; meetellen; meerekenen; (bij een verkiezing) stemmen krijgen [binnenhalen] |
| haisen-杯洗 (盃洗) | een kom voor het spoelen van sakazuki (sakekopjes) bij een drinkgelag |
| haisū-拝趨 | (beleefd woord voor) het bezoeken; bezoek [visite] (aan een ander) |
| haitōochi-配当落ち | (notering) ex dividend (zonder bijrekening van de waarde) |
| hai・sokkusu-ハイ・ソックス | kniekousen |
| hajiki-土師器 | Japans Haji aardewerk [keramiek] (werd geproduceerd in de Kofun-, Nara- en Heian-perioden) |
| hajikidasu-弾き出す | berekenen; becijferen |
| hakadoru-捗る | vooruitgang boeken; vooruitgaan; vorderingen maken |
| hakaisuru-破壊する | afbreken; vernielen; vernietigen; ruïneren |
| hakama-袴 | een hakama, traditioneel Japans kledingstuk voor mannen (wijde broek) |
| hakamairi-墓参り | bezoek aan een (familie)graf |
| hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
| haki-破棄 | nietigverklaring; annulering; schenden (van een belofte); intrekking (van een verdrag) |
| hakidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
| hakkaku-発覚 | ontdekking; onthulling; openbaring |
| hakkan-発刊 | uitgave; publicatie (van boeken, e.d.) |
| hakkan-発刊 | periodieke uitgave (van tijdschriften, e.d.) |
| hakken-発見 | ontdekking; vondst |
| hakkensuru-発見する | ontdekken; vinden |
| hakkōbyō-発酵病 | zymotische ziekte [waarbij een organisme of virus in het lichaam als een ferment optreedt] |
| hakkōryoku-発酵力 | fermentatiekracht |
| hakkotsu-白骨 | gebleekt [wit geworden] geraamte [skelet] |
| hakkutsu-発掘 | (fig.) blootlegging; vondst; ontdekking |
| hakobune-箱船 | schip [boot] (rechthoekig qua vorm) |
| hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
| hakohibachi-箱火鉢 | houten [met hout beklede] vuurpot [komfoor] |
| haku-履く | (schoenen, kousen, broek, e.d.) aandoen; aantrekken; dragen |
| hakuboku-白墨 | krijt om te schrijven [tekenen] (op schoolborden, e.d.); bordkrijt |
| hakubun-白文 | brontekst zonder leestekens (zoals in klassiek Latijn en Chinees) |
| hakubun-白文 | Chinese tekst zonder annotaties |
| hakubun-白文 | tekst in witte letters [karakters] |
| hakuchi-白痴 | idioterie; volstrekte dwaasheid |
| hakuchizu-白地図 | een blanco kaart [basiskaart] (een kaart die alleen de omtrek van landen, eilanden, etc. weergeeft, zonder plaatsnamen, e.d.) |
| hakugei-白鯨 | Moby-Dick, titel van een boek uit 1851 van Herman Melville, over een witte walvis) |
| hakuhan-白斑 | witte vlek |
| hakuhan-白斑 | facula; vlek op de oppervlakte van de zon |
| hakujō-白状 | bekentenis; biecht |
| hakujōsuru-白状する | bekennen; (op)biechten; toegeven |
| hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
| hakuran-博覧 | iets verspreiden [toegankelijk maken voor een groter publiek] |
| hakuryoku-迫力 | kracht; indrukwekkendheid |
| hakushijakkō-薄志弱行 | een zwak karakter; besluiteloosheid; gebrek aan wil [ondernemersgeest] |
| hakusho-白書 | een witboek (door een regering uitgegeven verklaringen) |
| hama-浜 | venerida (tweekleppige schelpensoort) |
| hamayumi-破魔弓 | (oorspronkelijk) de boog om een hamaya af te schieten (nu met een meer symbolische betekenis) |
| hameru-嵌める | aantrekken; inzetten; plaatsen |
| hami-馬銜 | bit (metalen mondstuk voor een paard of ander trek- of lastdier) |
| hamidasu-食み出す | (ergens) uitsteken, (ergens) uitpuilen; tevoorschijn komen |
| hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
| hamondo・orugan-ハモンド・オルガン | hammondorgel (muziekinstrument) |
| hāmonī-ハーモニー | (muziek) harmonie; overeenstemming van klanken |
| hamono-刃物 | snijgerei; messen; eetgerei; bestek |
| hanagami-鼻紙 | papieren (zak)doekje |
| hanakotoba-花言葉 | de taal der bloemen; (symbolische) betekenis van bloemen |
| hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
| hanamochinaranai-鼻持ちならない | stinkend; walgelijk; weerzinwekkend |
| hanao-鼻緒 | het koord van een sandaal (geta) dat tussen de tenen geklemd zit |
| hanashi-話 | het praten [zeggen; spreken]; gepraat; conversatie; gesprek |
| hanashi-話 | gespreksonderwerp [item] |
| hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
| hanashibeta-話下手 | een slechte spreker |
| hanashichū-話中 | in gesprek; bezet (ook van een telefoonlijn) |
| hanashigoe-話し声 | spreekstem; sprekende stem |
| hanashijōzu-話し上手 | een goede spreker |
| hanashikakeru-話しかける | (iem.) aanspreken; spreken (met) |
| hanashikata-話し方 | manier van praten [spreken]; spreektrant |
| hanashikomu-話し込む | een lang gesprek hebben (met iem.); een gesprek aangaan (met) |
| hanashite-話し手 | spreker; verteller; causeur |
| hanashizuki-話し好き | geroddel; geklets |
| hanasu-話す | spreken; praten; zeggen; (in een bepaalde taal) spreken |
| hanasu-話す | converseren; praten met; bespreken |
| hanataba-花束 | boeket (bloemen); bloemstuk |
| hanatsu-放つ | vuur aansteken; brandstichten |
| hanazukuri-花作り | bloemkwekerij; bloementeelt |
| hanazukuri-花作り | bloemkweker |
| hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
| hangā・disupurē-ハンガー・ディスプレー | hangend display; hangend rek met (reclame) folders [brochures] |
| hanjie-判じ絵 | rebus; zoekplaatje |
| hankachi-ハンカチ | zakdoek |
| hankachīfu-ハンカチーフ | zakdoek |
| hankechi-ハンケチ | zakdoek |
| hankon-瘢痕 | (med.) litteken |
| hanmā-ハンマー | (atletiek) slingerkogel |
| hanmei-判明 | vaststelling; verduidelijking; bekendwording; openbaring; identificatie |
| hanmo-繁茂 | weelderige (planten)groei; woekering (van onkruid) |
| hanpo-半帆 | zeil dat maar voor de helft is opgetrokken vanaf het dek |
| hanpon-版本 | boekproductie via (hout)blokdruk |
| hanpu-帆布 | canvas; zeildoek |
| hanpukukigō-反復記号 | herhalingsteken (in de muziek) |
| hanron-反論 | tegenargument; weerlegging; repliek |
| hansamu-ハンサム | knap; elegant; aantrekkelijk |
| hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
| hanseisuru-反省する | heroverwegen; zelfonderzoek [gewetensonderzoek] doen |
| hansenbyō-ハンセン病 | (ziekte van Hansen) lepra; melaatsheid |
| hanshō-汎称 | algemene [generieke] naam [term; benaming] |
| hansōha-搬送波 | (elektromagnetische) draaggolf |
| hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
| hanukā-ハヌカ― | Chanoeka (joods feest) |
| han'on-半音 | halve noot (muziek) |
| han'onkai-半音階 | (muziek) chromatische toonladder |
| haonkigō-ハ音記号 | c-sleutel (muziek) |
| haoru-羽織る | aantrekken; aandoen; (aan)kleden |
| happaku-八白 | de achtste van de 9 traditionele astrologische tekens (corresponderend met Saturnus en het Noordoosten) |
| happō-八方 | alle (wind)richtingen; alle kanten [hoeken] |
| happyōkai-発表会 | een school concert [recital]; een gelegenheid waarbij een reeks uitvoeringen of bevindingen openbaar wordt gemaakt |
| happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
| happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
| hāpushikōdo-ハープシコード | klavecimbel (muziekinstrument) |
| harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| harau-払う | betalen; uitbetalen; afbetalen; (de rekening) voldoen |
| harau-払う | (een plek, gebouw e.d.) verlaten; vertrekken [wegtrekken] (uit) |
| hare-晴れ | publiek; openbaar; formeel; officieel |
| harema-晴れ間 | opklaring (van het weer); open [blauwe] plek in het wolkendek |
| haresugata-晴れ姿 | gekleed in zijn [haar] mooiste [formele] kleding |
| harete-晴れて | openlijk; publiekelijk; openbaar |
| hari-針 | naaisteek; hechting |
| haridashi-張り出し | uitsteeksel; overhang (van gebouw) |
| haridasu-張り出す | (vooruit) uitsteken |
| harikaeru-張り替える | opnieuw behangen [bekleden; pleisteren] |
| harikiru-張り切る | opgewekt; vrolijk; enthousiast zijn |
| harime-針目 | een (naai)steek; stiksel |
| harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
| haritsuke-磔 | executie door een veroordeelde aan een paal vast te binden en met speren te steken |
| haritsumeru-張り詰める | volledig bedekken |
| haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
| haru-張る | uitrekken; (uit)spreiden; uitsteken (arm, etc.) |
| haru-張る | strak trekken; afzetten (met touwen) |
| haru-貼る | aanbrengen; plaatsen; opbrengen; bekleden; opplakken |
| haruasashi-春浅し | het allereerste [nog nauwelijks waarneembare] begin van de lente; de eerste vage tekenen van de lente |
| harugi-春着 | lentekleding; Nieuwjaars kimono |
| hasamaru-挟まる | klem raken; geklemd [gevangen] worden (tussen) |
| hasamu-挟む | vastklemmen; klemzetten; geklemd worden |
| hashibirokō-ハシビロコウ | schoenbekooievaar (Balaeniceps rex) |
| hashigonori-梯子乗り | het uitvoeren van acrobatiek op een rechtopstaande ladder (traditioneel performance kunst bij brandweer) |
| hashigonori-梯子乗り | de persoon die acrobatiek op een rechtopstaande ladder uitvoert |
| hashirigaki-走り書き | (iets dat snel opgeschreven is) kattebelletje; gekrabbel; hanenpootjes |
| hassei-発声 | de eerste spreker; voorzanger |
| hassei-発生 | het ontstaan; voortkomen; uitbraak (van een natuurramp, ziekte etc.) |
| hassei-発生 | opwekking (van energie) |
| hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
| hassha-発車 | het vertrek (van een trein, etc.) |
| hasshin-発進 | start; vertrek; (raket) lancering |
| hasshinchifusu-発疹チフス | tyfus; vlektyfus |
| hasshō-発症 | de aanvang [het begin; de eerste symptomen] van een ziekte |
| hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
| hassōhyōgo-発想標語 | stilistische notatie in bladmuziek (b.v. animato, dolce, e.d.) |
| hassuru-発する | vertrekken; weggaan |
| hasui-破水 | (med.) het breken van de vliezen (voor de bevalling); vruchtwaterstroom |
| hatahata-はたはた | (geluid van) geklapper [geflapper] (in de wind) |
| hatake-疥 | (huidziekte) schurft; psoriasis |
| hataki-叩き | (als achtervoegsel) het fel bekritiseren; afkraken |
| hatakikomi-叩き込み | sumo techniek (de tegenstander vellen met meerdere snelle slagen) |
| hatarakiguchi-働き口 | baan(tje); betrekking; werkkring; positie |
| hatarakite-働き手 | een goede [bekwame] medewerker |
| hatasu-果たす | bezoeken van een tempel of heiligdom ter dankbetuiging |
| hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
| hatchaku-発着 | aankomst en vertrek; het opstijgen en landen |
| hatchakukan-発着艦 | arriverende en vertrekkende marineschepen (in een zeegebied) |
| hatodokei-鳩時計 | koekoeksklok |
| hatoninaru-ハトになる | in vrijheid stellen; vrijspreken; ontslaan van rechtsvervolging |
| hatsuden-発電 | het opwekken van energie; energieopwekking |
| hatsudensho-発電所 | elektriciteitscentrale |
| hatsudensuru-発電する | energie opwekken |
| hatsueki-発駅 | vertrekstation (van spoorlijn) |
| hatsugen-発言 | spreken, zeggen; zich uiten |
| hatsugensha-発言者 | de spreker |
| hatsugo-発語 | (een woord dat gebruikt wordt om een gesprek of een tekst te beginnen, zoals さて) nou; welnu |
| hatsumeisuru-発明する | uitvinden; ontdekken |
| hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
| hatsumonogui-初物食い | iemand die altijd op zoek is naar nieuwe dingen |
| hatsuon-発音 | articulatie; uitspraak (manier van uitspreken) |
| hatsuonkigō-発音記号 | fonetische symbolen [tekens] |
| hatsuonsuru-発音する | articuleren; uitspreken |
| hatsurei-発令 | proclamatie; (officiële) bekendmaking |
| hattensei-発展性 | (toekomstige) uitbreidingsmogelijkheid |
| hatto-ハット | hoed; hoofddeksel |
| haujingu-ハウジング | (techniek) behuizing; kast; omhulsel; ombouw |
| hausu-ハウス | house (muziek) |
| hawaian-ハワイアン | Hawaïmuziek; Hawaïaans |
| hayadachi-早立ち | vroeg vertrek; vroege start; vertrek 's morgens vroeg |
| hayagatensuru-早合点する | voorbarige conclusies trekken; te snel een oordeel vormen |
| hayaku-破約 | contractbreuk; het verbreken van een overeenkomst |
| hayakuchi-早口 | het snel praten; snel geklets |
| hayakuchikotoba-早口言葉 | moeilijk uit te spreken woord [zin] |
| hayami-早見 | (kort) overzicht; schema; tabel; grafiek |
| hayamihyō-早見表 | kaart; grafiek; tabel |
| hayarime-流行り目 | oogontsteking (conjunctivitis) |
| hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
| hayasu-生やす | laten groeien; kweken; cultiveren |
| hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
| hazu-筈 | ik neem aan [veronderstel; weet zeker] (dat).... |
| hazureru-外れる | fout zijn; falen; vals zijn (van muziek). |
| hebī・dyūtī-ヘビー・デューティー | berekend op zwaar [intensief] gebruik |
| hebī・metaru-ヘビー・メタル | heavy metal (hardrockmuziek) |
| hebo-へぼ | geklungel, onhandigheid; gepruts; geknoei |
| heddingu-ヘッディング | koptekst; titel |
| heddo-ヘッド | kop(tekst); titel (van een artikel, e.d.) |
| hei-塀 | hek; schutting; muur; omheining |
| heichara-へいちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
| heidoku-併読 | het twee (of meer) boeken, kranten, of tijdschriften tegelijk lezen |
| heiga-平臥 | het ziek zijn; bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
| heihō-兵法 | tactiek; strategie |
| heihōkon-平方根 | (vierkants)wortel (rekenkunde) |
| heiin-閉院 | sluiting van een ziekenhuis of andere medische instelling |
| heijitsu-平日 | weekdag; doordeweekse dag; (gewone) werkdag |
| heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
| heikin-平均 | het gemiddelde (berekenen) |
| heikinsuru-平均する | het gemiddelde berekenen [halen; bereiken] |
| heionsetsu-閉音節 | een gesloten lettergreep (die eindigt op een medeklinker) |
| heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
| heisoku-閉塞 | maatschappelijke stagnatie, onzekerheid |
| heitan-兵站 | bevoorrading; aanvoer; logistiek |
| heiten-閉店 | sluiting [opdoeking; opheffing)] van een winkel |
| hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
| hekichi-僻地 | een afgelegen plek [plaats; gebied] |
| hekisū-僻陬 | een afgelegen plek [plaats; gebied] |
| hendensho-変電所 | onderstation (van elektriciteit) |
| hengakuhoken-変額保険 | verzekering met variabele bedragen |
| henjin-変人 | excentriekeling; zonderling; vreemd persoon |
| henkawaza-変化技 | (judo) variatie van de basistechnieken |
| henkigō-変記号 | (muziek) mol; molteken (notatie:♭) |
| henkōrikuesuto-変更リクエスト | wijzigingsverzoek |
| henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
| henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
| henkyō-辺境 | grensgebied; afgelegen streek |
| henkyoku-編曲 | muziek arrangement |
| henmoku-編目 | titel van een hoofdstuk [boek] |
| hennenshi-編年史 | kroniek |
| henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
| henpō-返報 | vergelding; wraak; repliek |
| henshoku-変色 | verkleuring; verbleking |
| henshokushita-変色した | verkleurd; vervaagd; verbleekt |
| henshokusuru-変色する | verkleuren; verbleken; vervagen |
| hensōkyoku-変奏曲 | variatie (verandering van een muzikaal thema binnen een muziekstuk) |
| heonkigō-ヘ音記号 | (muziek) f-sleutel; bassleutel |
| herazukuchi-減らず口 | onbeschaamd [brutaal] geklets |
| herikutsu-屁理屈 | gebekvecht; haarkloverij; drogreden; verkeerde redenering; slecht argument |
| heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
| heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
| herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
| heta-下手 | onbekwaamheid; onhandigheid; ondeskundigheid |
| heta-下手 | een onbekwaam [onhandig; ondeskundig] persoon |
| hetakuso-下手糞 | onbekwaam [onhandig, slecht; slordig; waardeloos] zijn |
| hetchara-へっちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
| heterosekushuaru-へテロセクシュアル | heteroseksueel |
| heya-部屋 | kamer; vertrek |
| hi-被 | (in kanji combinaties) bedekken; verbergen; dragen; aantrekken |
| hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
| hiatari-日当たり | blootstelling aan de zon; plek in de zon |
| hibachi-火鉢 | een hibachi (een stoof [brandertje; pot] van keramiek of ijzer met daarin een houtskoolvuurtje) |
| hibi-篊 | bamboe- of rijshoutstokken die, voor de kweek van oesters en zeewier, in de zee worden geplaatst om sporen en larven aan te hechten |
| hibiki-響き | resonantie; vibratie; akoestiek; kwaliteit van een geluid |
| hibōchūshō-誹謗中傷 | laster; kwaadspreken; smaad; zwartmakerij |
| hibutsu-秘仏 | een verborgen boeddhabeeld; een boeddhabeeld dat slechts bij uitzondering (bijzondere gelegenheden, diensten, e.d.) aan het publiek wordt getoond |
| hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
| hichiriki-篳篥 | hichiriki, een Japans blaasinstrument (gemaakt van bamboe) gebruikt voor traditionele gagaku muziek |
| hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
| hidamari-日溜まり | een zonnige plek |
| hidari-左 | links (politieke richting) |
| hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| hidora-ヒドラ | Hydra (9-koppige slang uit de Griekse mythologie) |
| hifubyō-皮膚病 | huidziekte; dermatose |
| hifuen-皮膚炎 | dermatitis; huidontsteking |
| higyō-罷業 | werkpauze; werkonderbreking |
| hih-引っ | (conjunctieve vorm van 引く) wordt gebruikt als voorvoegsel voor werkwoorden, om de betekenis te versterken |
| hihaku-飛白 | decoratieve penseeltechniek bij het kalligraferen (met vervaagde lijnen) |
| hihaku-飛白 | (kasuri) weeftechniek waarbij de draden speciaal voor het weefpatroon worden geverfd |
| hihan-批判 | kritiek |
| hihansuru-批判する | bekritiseren |
| hihokenbutsu-被保険物 | verzekerd object [artikel; eigendom] |
| hihokensha-被保険者 | iemand die verzekerd is; iemand die een verzekering(polis) heeft |
| hihon-秘本 | dierbaar boek (waar men zuinig op is en zelden aan anderen laat zien); geheim boek |
| hihon-秘本 | pornografisch boek |
| hihyō-批評 | kritiek; commentaar; recensie |
| hijura-ヒジュラ | (Arab. hijrah) hidjra (de migratie van de islamitische profeet Mohammed en zijn volgelingen van Mekka naar Medina in 622) |
| hikaeshitsu-控え室 | wachtkamer (in een stationsgebouw, ziekenhuis, e.d.) |
| hikage-日陰 | onbekendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
| hikage-日陰 | onbekendheid; onopvallendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
| hikegiwa-引け際 | sluitingstijd; vertrektijd (van kantoor naar huis) |
| hiken-比肩 | het gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
| hiken-秘鍵 | geheime betekenis |
| hikensuru-比肩する | gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
| hikiage-引き上げ | terugtrekking; evacuatie |
| hikiate-引き当て | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
| hikidashi-引き出し | opname (van een bankrekening) |
| hikidasu-引き出す | (ergens iets) uit halen [nemen; trekken]; naar buiten brengen [trekken] |
| hikide-引き手 | bij boogschieten de rechterhand (die trekt) |
| hikigane-引き金 | trekker [pal] (van een pistool, e.d.) |
| hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
| hikihanasu-引き離す | wegtrekken; uit elkaar halen; scheiden |
| hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hikimayu-引眉 | de natuurlijke wenkbrauwen verwijderen, en dan wenkbrauwen op het voorhoofd tekenen (Pre-modern Japan, m.n. in de Heian periode, 794-1185) |
| hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
| hikinaosu-引き直す | (een lijn) opnieuw trekken; herzien; weer veranderen |
| hikinaosu-引き直す | verhuizen; verder trekken |
| hikinobasu-引き伸ばす | uittrekken; verlengen; uitbreiden |
| hikinuku-引き抜く | (iets ergens) uittrekken [uithalen] |
| hikiotoshi-引き落とし | (sumo-techniek) een tegenstander naar beneden trekken |
| hikishimeru-引き締める | strakker maken; insnoeren; aantrekken (riem, touw, teugels, etc.) |
| hikite-引き手 | iemand die trekt |
| hikite-弾き手 | bespeler van een muziekinstrument |
| hikitsukeru-引き付ける | fascineren; boeien; aantrekken; bekoren |
| hikitsuru-引き攣る | krampen [zenuwtrekkingen] hebben |
| hikizan-引き算 | aftrekking; vermindering |
| hikizuriorosu-引き摺り下ろす | naar beneden trekken [halen; brengen] |
| hikka-筆架 | rek [standaard] voor schrijfpenselen |
| hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
| hikkei-必携 | handboek; handleiding |
| hikkonuku-引っこ抜く | rukken; uitrukken; met kracht uittrekken; met kracht uitplukken ; met kracht eruit trekken |
| hikkonuku-引っこ抜く | aantrekken; overhalen; (van de concurrentie) weglokken; wegkopen; afpakken; afsnoepen; wegkapen; headhunten |
| hikkoshisoba-引っ越し蕎麦 | (lett. verhuisnoedels) boekweitnoedels (soba), traditioneel uitgedeeld aan de buren na een verhuizing; soba kan in het Japans ook betekenen: naast) |
| hikōkai-非公開 | niet open voor publiek; gesloten; geheim; privé |
| hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
| hikoku-被告 | gedaagde; verdachte; beklaagde |
| hikokunin-被告人 | beklaagde; verweerder; beschuldigde; verdachte |
| hikokuseki-被告席 | (jur.) beklaagenbank |
| hiku-引く | trekken (aan); slepen; leiden (een paard, e.d.) |
| hiku-引く | trekken (streep; kaart; lot; kabels) |
| hiku-引く | trekken (fig.: aandacht, etc.) |
| hiku-弾く | spelen (op een snaarinstrument of toetsinstrument); een muziekinstrument bespelen |
| hikuhiku-ひくひく | krampachtig; stuiptrekkend |
| hikute-引く手 | iemand die de aandacht trekt; iemand die bewonderd wordt; iemand die populair [in trek] is |
| hikuteamata-引く手数多 | heel populair [in trek; gewild] zijn |
| hikutsu-卑屈 | gemeen [stiekem; onderdanig; kruiperig] zijn |
| hikyō-秘境 | onontgonnen [onontwikkeld; onbekend; afgelegen] gebied; buiten de geijkte paden |
| hikyoku-秘曲 | geheime [esoterische] muziek |
| hima-隙 | opening; spleet; ruimte; plek |
| himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
| hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
| hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
| hinata-日向 | zonneschijn; zonrnige plek |
| hinoeuma-丙午 | het vuurpaard, een teken van de Chinese dierenriem (de 43e combinatie van de sexagesimale cyclus) |
| hinoshi-火熨斗 | (klassiek) strijkijzer (zonder elektra) |
| hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hipparu-引っ張る | trekken |
| hippō-筆法 | compositieleer van teksten |
| hippubōn-ヒップボーン | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
| hippuhoppu-ヒップホップ | hiphop (muziekgenre) |
| hippu・hangā-ヒップ・ハンガー | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
| hirihiri-ひりひり | prikkelend [stekend; brandend] gevoel (van pijn) |
| hīrō-ヒーロー | een ster (film; tv; sport); hoofdpersoon (van een boek) |
| hiroba-広場 | plein; grote open publieke ruimte; forum |
| hiroi-広い | weids, ruim; breed; uitgestrekt |
| hirono-広野 | open veld; uitgestrekte vlakte |
| hiroyaka-広やか | weidsheid; uitgestrektheid |
| hishimochi-菱餅 | (driekleurige) mochi in ruitvorm, voor Hinamatsuri, het poppenfestival op op 3 Maart) |
| hisho-避暑 | de zomerse hitte ontvluchten (door naar een koelere plek te gaan) |
| hishokuminchika-非植民地化 | dekolonisatie |
| hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
| hisokani-密かに | in het geheim, stiekem |
| hissaku-筆削 | (schriftelijke) correctie; verbetering; het bijwerken van een tekst |
| hissan-筆算 | papieren berekening |
| hissei-筆生 | kopiist; iemand die teksten kopieert (als beroep) |
| hissen-筆戦 | pennenstrijd; polemiek |
| hissen-筆線 | penseellijn; penseelstreek (in schilderkunst, kalligrafie, e.d.) |
| hisshō-必勝 | een zekere overwinning |
| hisshoku-筆触 | penseelstreek; penseelvoering |
| hitasu-浸す | onderdompelen; doordrenken; weken; bevochtigen |
| hitchi-筆致 | penstreek; schrijfstijl |
| hitchū-筆誅 | polemiek; pennenstrijd |
| hiteisuru-否定する | ontkennen; tegenspreken |
| hitō-秘湯 | (afgelegen) weinig bekende warme bron |
| hitobarai-人払い | een privé-gesprek |
| hitodama-人魂 | een (kleding)rekwisiet bij Kabuki om de illusie te wekken dat men door de lucht vliegt |
| hitodanomi-人頼み | afhankelijk zijn van iemand anders; rekenen [vertrouwen] op iemand anders |
| hitode-人出 | grote opkomst; menigte; publiek |
| hitodebusoku-人手不足 | tekort aan personeel; tekort aan arbeiders |
| hitofude-一筆 | een penseelstreek [pennenstreek] |
| hitoiki-一息 | een pauze; onderbreking |
| hitokuchibanashi-一口話 | een kort komisch verhaal; een korte anekdote |
| hitokudari-一行 | een deel [sectie] van een tekst |
| hitomae-人前 | publiek; openbaar; (in) aanwezigheid van (andere) mensen |
| hitome-人目 | publiek; openbaar; in de ogen van de wereld |
| hitosagashi-人探し | zoekactie (om vermiste personen e.d. te vinden) |
| hitosagashi-人探し | rekrutering; werving |
| hitosawagase-人騒がせ | het (onnodig) ergernis [paniek] veroorzaken |
| hitoshii-等しい | eender; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
| hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
| hitouchi-一打ち | één klap [haal; streek; slag] |
| hitoyose-人寄せ | het publiek trekken; publiekstrekker; attractie |
| hitozuki-人好き | charme; aantrekkelijkheid |
| hitsu-櫃 | grote kist; bak met deksel (vaak zonder scharnierverbindingen) |
| hitsujin-筆陣 | stellingname (in een polemiek; pennenstrijd; twistgeschrift) |
| hitto-ヒット | (computer) hit (iets vinden dat aan de opgegeven zoekcriteria voldoet; het aantal keren dat een website wordt bezocht) |
| hittsume-引っ詰め | het haar achterover gekamd in een knot gebonden |
| hiwa-秘話 | een geheim [onbekend] verhaal |
| hiya-冷や | koude [gekoelde] sake |
| hiya-冷や | koude gekookte rijst |
| hiyakasu-冷やかす | plagen; de draak steken met; voor de gek houden |
| hiyakasu-冷やかす | weken [afkoelen] in koud water |
| hiyameshi-冷や飯 | koude gekookte rijst |
| hiyamizu-冷や水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
| hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hiyosu-菲沃斯 | bilzekruid; dolkruid (Hyoscyamus niger) |
| hiyowai-ひ弱い | zwak; broos; teer; ziekelijk |
| hizakake-膝掛け | schootdeken |
| hizara-火皿 | kruitpan (onderdeel antiek vuurwapen) |
| hizazume-膝詰め | face to face; vis-à-vis; direct [recht] tegenover elkaar; rechtstreeks [persoonlijk] contact |
| hizuke-日付 | datering; dagtekening |
| hizumi-歪み | vervorming; verdraaiing; kromtrekking; afwijking |
| hō-法 | manier; methode; techniek; etiquette |
| hōbun-法文 | juridische tekst |
| hōdai-邦題 | Japanse titel (van buitenlandse films of muziekstukken) |
| hōdan-法談 | boeddhistische preek [verhandeling; dialoog] |
| hōden-放電 | elektrische ontlading |
| hofumanhōshiki-ホフマン方式 | de Hoffmann methode (soort financiële berekeningsmethode) |
| hōfutsu-訪仏 | bezoek aan Frankrijk; het bezoeken van Frankrijk |
| hōga-萌芽 | een vroeg teken; het begin (van) |
| hōgaku-邦楽 | (traditionele) Japanse muziek |
| hogaraka-朗らか | vrolijk; opgewekt; stralend; schitterend |
| hōgen-方言 | dialect; streektaal |
| hogeta-帆桁 | (scheepv.) ra; giek |
| hōgo-法語 | boeddhistische preek |
| hogobyō-保護猫 | (uit een dierenasiel) pleegkat; adoptiekat |
| hōhatsu-蓬髪 | onverzorgd [slonzig; ongekamd; warrig] haar |
| hōhitsu-方筆 | hoekig schrift in kalligrafie |
| hojikuru-穿る | onderzoeken; onder de loep nemen |
| hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
| hōjutsu-方術 | middel; manier; methode; wijze; techniek |
| hokahoka-ほかほか | (onomatopee) stomend; (lekker) warm |
| hōkei-方形 | vierkant; vierhoek |
| hoken-保険 | verzekering; assurantie |
| hokengaisha-保険会社 | verzekeringsmaatschappij |
| hokengyōhō-保険業法 | Wet op het verzekeringsbedrijf |
| hokenkakekin-保険掛金 | verzekeringspremie |
| hokennendo-保険年度 | verzekeringsjaar |
| hokenryō-保険料 | verzekeringspremie |
| hokenshōken-保険証券 | verzekeringspolis |
| hokenshōsho-保険証書 | verzekeringspolis |
| hōki-芳紀 | (een formele term voor vrouwen) huwbare [mooie; jeugdige; aantrekkelijke] leeftijd |
| hokidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
| hokinsha-保菌者 | een drager van een bacterie [ziekte] |
| hokkeshū-法華宗 | de Hokke-sekte binnen de Nichiren school |
| hōkō-彷徨 | het (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
| hōkōsuru-彷徨する | (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
| hōkōtanchiki-方向探知器 | radar; radiopeiler; richtingzoeker (radiosignalen) |
| hōkōtenkan-方向転換 | verandering van richting [koers] (ook fig.); ommekeer; radicale verandering |
| hokuriku-北陸 | Hokuriku gebied [streek] (bestaat uit de prefecturen Fukui, Ishikawa, Toyama en Niigata) |
| hokuro-黒子 | moedervlek; wrat; naevus [nevus] |
| hōkyō-豊頬 | volle, aantrekkelijke wangen |
| hōmon-法文 | boeddhistische tekst (zoals soetra's, e.d.) |
| hōmon-訪問 | bezoek; visite |
| hōmongi-訪問着 | traditionele Japanse kimono (voor formele bezoeken) |
| hōmonsuru-訪問する | bezoeken; langs gaan (bij); op visite gaan |
| homosekushuaru-ホモセクシュアル | homoseksueel |
| hōn-ホーン | hoorn (muziekinstrument) |
| hon-本 | boek; boekdeel; script |
| honbako-本箱 | boekenkist; boekenkast |
| honban-本番 | (live) optreden (voor een publiek); tijdstip van handeling [actie e.d.]; filmopname |
| honbun-本文 | originele tekst; brontekst (in boek, document; brief, etc.) |
| honbun-本文 | hoofdtekst |
| hondana-本棚 | boekenkast; boekenplank |
| honenashi-骨無し | rachitis; Engelse ziekte; iem. die lijdt aan rachitis |
| hongi-本義 | grondbetekenis; fundamentele [ware; oorspronkelijke] betekenis |
| hōnichi-訪日 | een bezoek aan Japan; het bezoeken van Japan |
| honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
| honkī・tonku-ホンキー・トンク | Amerikaanse pianomuziek-stijl |
| honmō-本望 | lang gekoesterde wens; ultieme droom |
| honmon-本文 | originele tekst; brontekst (in boek, document; brief, etc.) |
| honmon-本文 | hoofdtekst |
| honnomushi-本の虫 | boekenwurm; boekenworm (iemand die veel van lezen houdt) |
| honpō-本法 | (in juridische teksten een term die wordt gebruikt om naar de wet zelf te verwijzen) deze wet |
| honrai-本来 | oorspronkelijk [intrinsiek; op zich zelf staand] zijn |
| honran-本欄 | hoofdrubriek (in een krant, tijdschrift, e.d.) |
| honran-本欄 | deze rubriek (in een krant, tijdschrift, e.d.) |
| honryō-本領 | kenmerk; karakteristiek; (speciale) eigenschap; specialiteit |
| honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
| honsho-本書 | hoofdtekst; hoofddocument |
| honsho-本書 | het origineel; de brontekst |
| honsho-本書 | officieel document; officiële tekst |
| honsho-本書 | dit boek; deze boeken |
| honuno-帆布 | canvas; zeildoek |
| honzu-本図 | de originele tekening [schildering; kaart; grafiek] |
| honzu-本図 | deze tekening [schildering; kaart; grafiek] |
| honzuki-本好き | boekenwurm; boekenworm (iemand die veel van lezen houdt) |
| hon'in-本院 | hoofdgebouw van een ziekenhuis |
| hon'ya-本屋 | boekenwinkel; uitgeverij |
| hon'yomi-本読み | het voorlezen van een draaiboek [scenario; script] voor of door acteurs |
| hōō-法王 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
| hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
| hookaburi-頬被り | een hoofddoek; doek om je hoofd (geknoopt) |
| hookaburi-頬被り | het je kop in het zand steken [doen alsof je iets niet weet] |
| hookaburisuru-頬被りする | een doek om je hoofd knopen |
| hookaburisuru-頬被りする | je kop in het zand steken; doen alsof je iets niet weet |
| hoozuki-酸漿 | Lampionplant (Physalis alkekengi var. francheti) |
| hora-ほら | (uitroep om iemands aandacht te trekken) hé; hallo |
| hōrinageru-放り投げる | het tussentijds eindigen; onderbreken |
| horisageru-掘り下げる | grondig onderzoeken; tot op de bodem uitzoeken |
| horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
| horo-幌 | dekzeil; wagenkap; autohoes; huif |
| horo-母衣 | geweven doek aan de achterkant van het harnas van een samoerai (als decoratie en als bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| hōrudoappu-ホールドアップ | handen omhoog (als teken van overgave, of het bevel daartoe) |
| horun-ホルン | hoorn (muziekinstrument) |
| hōsai-報賽 | bezoek aan een tempel voor een (dank)gebed |
| hōshareikyaku-放射冷却 | radiatiekoeling; stralingskoeling |
| hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| hoshiba-干し場 | plek om dingen te laten drogen; droogruimte; droogplaats |
| hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
| hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
| hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
| hoshō-保障 | garantie; zekerheid |
| hoshōsuru-保証する | garanderen; verzekeren; instaan (voor); garant [borg] staan |
| hoshōsuru-保障する | zekeren; veilig stellen |
| hōshu-法主 | hoofdpriester; hoofd van een boeddhistische sekte |
| hosoji-細字 | klein [fijn] schrift; kleine [dunne] schrifttekens [karakters] |
| hosonagai-細長い | langwerpig; uitgerekt; lang en smal |
| hossa-発作 | aanval (v.e. ziekte); attaque; toeval |
| hosshin-発心 | (boeddh.) bekering; religieuze ontwaking; priester worden |
| hosshinchifusu-発疹チフス | tyfus; vlektyfus |
| hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
| hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
| hōten-宝典 | waardevol boek; thesaurus |
| hōten-法典 | wetboek |
| hōtō-朋党 | groepering; groep; kliek; aanhang |
| hōtō-朋党 | (Chin.) politieke partij |
| hototogisu-杜鵑 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
| hottokēki-ホットケーキ | soort Amerikaanse pannenkoek |
| hotto・pantsu-ホット・パンツ | hotpants (strakke korte broek) |
| hotto・rain-ホット・ライン | hotline (rechtstreekse [directe] communicatie- [telefoon] verbinding |
| hotto・roddo-ホット・ロッド | hot rod (opgevoerde klassieke auto) |
| hōwa-法話 | religieuze verhandeling; preek |
| howaitoningu-ホワイトニング | het wit maken; bleken |
| hoya-火屋 | metalen deksel (met gaatjes) van wierookbrander |
| hyakkiyakō-百鬼夜行 | een hels spektakel; ware hel; verschrikkelijke chaos |
| hyakudomairi-百度参り | het 100 keer bezoeken van een schrijn of tempel (om te bidden) |
| hyōhakuzai-漂白剤 | bleekmiddel; bleek |
| hyōhonchōsa-標本調査 | steekproefonderzoek |
| hyōimoji-表意文字 | ideogram; begripteken |
| hyōjunhensa-標準偏差 | (statistiek) standaardafwijking; standaarddeviatie |
| hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
| hyōki-標記 | markering; merkteken |
| hyōmei-表明 | verklaring; uiting; bekendmaking |
| hyōonmoji-表音文字 | fonetisch teken [symbool]; fonetisch schrift |
| hyōrōzeme-兵糧攻め | uithongeringspolitiek; oorlogstactiek van uithongeren |
| hyōshi-拍子 | muziekmaat; ritme; tempo |
| hyōshi-表紙 | cover; omslag (van een boek of tijdschrift) |
| hyōshiki-標識 | verkeersbord; verkeersteken; markering; baken |
| hyōshō-表彰 | eerbewijs; eervolle vermelding; publieke erkenning |
| hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
| hyūzu-ヒューズ | (elektriciteit) zekering; stop |
| i-依 | (in kanji combinaties) vertrouwen [rekenen] op; basis; steunpunt; uitgangspunt |
| i-偉 | (in kanji combinaties) groots; uitmuntend; indrukwekkend |
| i-囲 | (in kanji combinaties) insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten; belegeren; omgeving; omtrek |
| iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| ibasho-居場所 | de plek [locatie] waar men zich bevindt |
| ibasho-居場所 | de eigen plek [plaats] van iemand; de plek waar men zich thuisvoelt |
| ibiridasu-いびり出す | (iem.) dwingen te vertrekken; naar buiten werken; wegpesten |
| ibun-異文 | variant van een tekst; ander [afwijkend] document |
| ichamon-いちゃもん | klacht; geklaag; geruzie |
| ichi-一 | een; een bepaalde; een zekere; één of andere |
| ichibu-一部 | exemplaar (van een boek, document, etc.) |
| ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
| ichigoichie-一期一会 | een unieke belangrijke ontmoeting |
| ichigū-一隅 | een hoek |
| ichijiikku-一字一句 | één letter [kanji; schriftteken] en één woord |
| ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
| ichijō-一場 | één plaats [plek; moment]; de plek |
| ichijō-一定 | zeker; werkelijk; wis en waarachtig |
| ichijō-一条 | één clausule [passage] (in een boek) |
| ichimaikanban-一枚看板 | de enige attractie; de enige trekpleister; iemands enige trots |
| ichimi-一味 | bende; groepering; samenzwering; kliek; kartel |
| ichimon-一門 | (behorend tot) dezelfde boeddhistische orde [school; sekte] |
| ichimon'oshimi-一文惜しみ | een gierigaard; vrek |
| ichimyaku-一脈 | connectie; verbinding; keten; reeks |
| ichionichigisetsu-一音一義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
| ichiren-一聯 | een reeks; serie (vragen); een opeenvolging van (gebeurtenissen) |
| ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
| ichiro-一路 | rechte weg; rechtstreeks |
| ichiryū-一流 | top; eerste [hoogste] klas [niveau]; unieke kwaliteit |
| ichiryūkigyō-一流企業 | toponderneming; eersteklas bedrijf |
| ichiyazuke-一夜漬け | in één nacht ingemaakt [ingelegd; gepekeld] |
| idōkibō-異動希望 | verzoek tot overplaatsing |
| idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
| idōsaki-異動先 | bestemming [plek] van overplaatsing |
| idōtoshokan-移動図書館 | (stedelijke) bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek |
| iemoto-家元 | hoofd van een school (muziek; dans, theatergroep, etc.) |
| ien-胃炎 | gastritis (ontsteking in de maag) |
| ierō・jānarizumu-イエロー・ジャーナリズム | riooljournalistiek; boulevardjournalistiek |
| ierō・pēpā-イエロー・ペーパー | sensatiekrant |
| ierō・puresu-イエロー・プレス | sensatiepers; riooljournalistiek |
| ietsuki-家付き | een eigen huis hebben; aan een huis verbonden zijn; bij een huis behorend; bij een familie intrekken |
| ifū-威風 | indrukwekkende aanwezigheid; autoriteit [gezag] afdwingende verschijning; waardigheid |
| igi-意義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
| igi-異義 | een andere betekenis |
| igo-以後 | van nu af aan; hierna; voortaan; in de toekomst |
| igunisshon-イグニッション | ontsteking; ontbranding |
| igunisshon-イグニッション | (in een auto) ontsteking; contactknop |
| iguzaminēshon-イグザミネーション | onderzoek; keuring |
| ihen-韋編 | leren boekbindkoord; een boek ingebonden met leren koord |
| ihichiōru-イヒチオール | ichtyol (of ichthammol of ammoniumbituminosulfonaat, ontstekingremmend middel in zalf) |
| ii-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
| iiai-言い合い | ruzie; discussie; twistgesprek; woordenwisseling |
| iiawaseru-言い合わせる | (van te voren) afspreken [overeenkomen] |
| iiayamaru-言い誤る | zich verspreken; (iets) verkeerd [fout] zeggen |
| iichigai-言い違い | verspreking |
| iidasu-言い出す | beginnen met praten; als eerste spreken |
| iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
| iigusa-言い草 | gespreksonderwerp |
| iikagen-いい加減 | willekeur; onverantwoordelijkheid |
| iikakeru-言いかける | (iem.) aanspreken; toespreken; spreken tot; zich richten tot |
| iikata-言い方 | spreekwijze; zegswijze; manier van praten |
| iikawasu-言い交わす | een gesprek hebben met; gedachten wisselen met; beloftes uitwisselen |
| iikurumeru-言い包める | iem. voor de gek houden; iem. iets wijs maken; iem. ompraten; iem. overhalen iets te doen |
| iimorasu-言い漏らす | zich verspreken; een geheim verraden [verklappen] |
| iinasu-言い做す | iets laten klinken alsof; (iets zeggen en daarbij) de indruk wekken dat |
| iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
| iiowaru-言い終わる | stoppen [klaar zijn] met spreken; afronden |
| iishiburu-言い渋る | aarzelen om te zeggen; met tegenzin spreken |
| iisokonau-言い損なう | zich verspreken |
| iiwatasu-言い渡す | (een vonnis) uitspreken; bekendmaken |
| iiyō-言い様 | manier van spreken |
| iizama-言い様 | manier van spreken |
| ījī・risuningu-イージー・リスニング | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
| ījī・risuningu・myūjikku-イージー・リスニング・ミュージック | gemakkelijk in het gehoor liggende muziek |
| ijō-以上 | Het einde. (tekst in boeken, catalogi, etc.) |
| ijō-移乗 | verplaatsing [overbrenging] van de ene (zit- of lig)plaats [plek] naar een andere |
| ijōseiyoku-異常性欲 | hyperseksualiteit; abnormale seksuele drang |
| ijutsu-医術 | geneeskunde; medische technieken; medische vaardigheden |
| ikareru-いかれる | gek worden; de kluts kwijtraken |
| ikarosu-イカロス | Icarus (figuur uit de Griekse mythologie) |
| ikaru-斑鳩 | maskerdikbek (zangvogel, Eophona personata) |
| ikataru-胃カタル | maagcatarre; gastritis; ontsteking van het maagslijmvlies |
| ikatsui-厳つい | streng; onbuigzaam; grof; hoekig |
| iken-遺賢 | een bekwaam persoon die niet door de overheid in dienst wordt genomen (maar in de private sector werkt) |
| ikenai-いけない | fysiek niet tegen alcohol kunnen |
| ikeru-埋ける | een (houtskool)vuur met as bedekken om het te laten smeulen |
| ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
| ikigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
| ikiiki-生き生き | levendig; energiek |
| ikiikishita-生き生きした | levendig; energiek; actief |
| ikijibiki-生き字引 | wandelend woordenboek; wandelende encyclopedie |
| ikikenkō-意気軒昂 | opgetogen [opgewekt] zijn |
| ikiutsushi-生き写し | evenbeeld; sprekende gelijkenis |
| ikken-一件 | actueel onderwerp; het bekende geval |
| ikō-衣桁 | kledingrek (specifiek voor kimono's) |
| ikokujin-異国人 | exentriekeling; zonderling |
| ikōru-イコール | isgelijkteken (=) |
| iku-行く | gaan; vertrekken |
| iku-行く | bezoeken; bijwonen |
| ikuraka-幾らか | tot op zekere hoogte; in zekere mate; deels |
| ikusei-育成 | het fokken (van dieren); het kweken (van planten) |
| ikutamōru-イクタモール | ichthammol (of ammoniumbituminosulfonaat of ichthyic, ontstekingremmend middel in zalf) |
| imagawayaki-今川焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| imējingu・tekunorojī-イメージング・テクノロジー | beeldvormingstechnieken |
| imēji・sābei-イメージ・サーベイ | beeldonderzoek; imago onderzoek |
| imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
| imibukai-意味深い | (heel) betekenisvol |
| imiron-意味論 | semantiek; betekenisleer |
| imishinchō-意味深長 | met diepe [geheime] betekenis |
| imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
| imon-慰問 | bezoek (uit medeleven) aan een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft |
| imonsuru-慰問する | (uit medeleven) een ongelukkig persoon of iemand die het moeilijk heeft bezoeken |
| inaorigōtō-居直り強盗 | een inbreker die als hij betrapt wordt gewelddadig wordt |
| inase-鯔背 | energieke [knappe; goedgeklede] jongeman |
| inbaundo-インバウンド | bezoek aan Japan door buitenlandse toeristen |
| inbenshon-インベンション | inventie (contrapuntische muziekvorm) |
| inboisu-インボイス | factuur; rekening |
| inbu-陰部 | schaamstreek; genitaliën |
| inchō-院長 | directeur (v.e. ziekenhuis); abt (van een klooster) |
| indakushon-インダクション | (elektrotechniek) inductie |
| indasutoriaru・dainamikkusu-インダストリアル・ダイナミックス | industriële dynamiek (het gebruik van computers om de economische activiteiten van een onderneming te simuleren) |
| indīzu-インディーズ | (independent film, music) onafhankelijk muzieklabel, film, etc. |
| indoa-インドア | binnen; binnenshuis; overdekt; (sport) indoor |
| infōmanto-インフォーマント | informant; informatieverstrekker; informatiebron |
| infomēshon・gyappu-インフォメーション・ギャップ | informatiekloof |
| infurēshon・gyappu-インフレーション・ギャップ | inflatiekloof |
| infure・gyappu-インフレ・ギャップ | inflatiekloof |
| ingai-院外 | buiten het parlement [ziekenhuis] |
| ingaidan-院外団 | leden van een politieke partij die geen zetel hebben in het parlement |
| ingin-慇懃 | vriendschap; (seksuele) intimiteit |
| inji-印字 | drukletter; het (af)drukken van tekens [letters] |
| inkamu・akaunto-インカム・アカウント | (Eng.: income account) inkomensrekening |
| inkōnā-インコーナー | binnenhoek; binnenste hoek |
| inkuwaiarī-インクワイアリー | (Eng.: inquiry) onderzoek |
| innai-院内 | In [binnen] het ziekenhuis |
| inochishirazu-命知らず | roekeloosheid; onstuimigheid |
| inoichiban-いの一番 | de allereerste (vanwege het eerste teken (い) van de Japanse kana-tabel, iroha) |
| inoshishimusha-猪武者 | waaghals; durfal; roekeloze persoon |
| inpon-院本 | (Edo-periode) een gedrukt boek met alle songteksten van Joruri toneel |
| inrē-インレー | inlegwerk; mozaïek |
| inryoku-引力 | aantrekkingskracht; zwaartekracht |
| inshibunseki-困子分析 | factoranalyse (statistiek) |
| inshōhihyō-印象批評 | subjectieve [op indrukken gebaseerde] kritiek |
| inshōteki-印象的 | veelzeggend [indrukwekkend] zijn |
| inshuransu-インシュランス | verzekering; assurantie |
| insō-印相 | mudra (symbolische handsymboliek bij beelden in verschillende godsdiensten, o.a. Boeddhisme) |
| insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
| intā-インター | interview; vraaggesprek |
| intābaru-インターバル | (muziek) interval |
| intābijon-インタービジョン | intervisie (een georganiseerd gesprek tussen een kleine groep vakgenoten) |
| intabyū-インタビュー | interview; vraaggesprek |
| intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
| intākūrā・enjin-インタークーラー・エンジン | luchtgekoelde motor |
| intarogēshon・māku-インタロゲーション・マーク | vraagteken |
| intārūdo-インタールード | (muziek) intermezzo |
| intārūdo-インタールード | onderbreking, interval; pauze |
| interu-インテル | interlinie (bij boekdrukkerij, metalen plaatje om regels te scheiden) |
| intoro-イントロ | (muziekterm) introductie; intro (een inleidend gedeelte van een muziekstuk) |
| intorodakushon-イントロダクション | (muziekterm) introductie; intro (een inleidend gedeelte van een muziekstuk) |
| inu-往ぬ | vertrekken; weggaan |
| inu-戌 | de Hond (elfde van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem) |
| inukuguri-犬潜り | een gat in hek of heg, waardoor hond in en uit kan lopen |
| inzei-印税 | royalty (percentage van de opbrengsten van een boek) |
| in'yōfu-引用符 | aanhalingsteken(s) |
| in'yoku-淫欲 | lust; seksueel verlangen; begeerte |
| in・hai-イン・ハイ | afk. voor Inter-high, nationaal atletiektoernooi voor middelbare scholen dat twee keer per jaar wordt gehouden |
| ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
| ippa-一波 | de eerste golf (van een reeks) |
| ippa-一派 | een school; partij; factie; sekte |
| ippaku-一白 | witte vlekken op de benen van een paard; een paard met witte vlekken op zijn benen |
| ippan-一斑 | een vlek; spikkel |
| ippankaikei-一般会計 | boekhouding van algemene inkomsten en uitgaven bij nationale en lokale overheden |
| ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
| ippon-一本 | één boek |
| irai-以来 | van nu af aan; in de toekomst |
| irai-依頼 | verzoek; opdracht; aanvraag |
| iraisuru-依頼する | vragen; verzoeken |
| irasshaimase-いらっしゃいませ | (bevel of dringend verzoek) kom [ga] alstublieft |
| irasuto-イラスト | illustratie; tekening; plaat(je) |
| irasutorētā-イラストレーター | illustrator; illustratietekenaar |
| irechigau-入れ違う | op de verkeerde plek zijn; verwisseld [omgekeerd] zijn |
| irei-異例 | uitzondering; uniek geval |
| ireihi-慰霊碑 | cenotaaf (leeg grafmonument); gedenkteken |
| iribitaru-入り浸る | regelmatig [vaak] bezoeken (een bar, etc.) |
| irie-入り江 | inham; kreek; baai |
| iriha-入端 | (in dans-gerelateerde podiumkunsten) het deel waar dans, zang, muziek, etc. worden uitgevoerd bij het verlaten van het podium |
| irishio-入り潮 | eb; laagtij; laagwater; terugtrekkend tij [water] |
| irizake-煎り酒 | een saus van bonito vlokken en zure pruimen, gekookt in sake |
| iroaseru-色褪せる | (van kleur) vervagen; verbleken; verschieten |
| irogami-色紙 | gekleurd papier |
| irogarasu-色ガラス | gekleurd glas |
| irogurui-色狂い | seksmaniak |
| irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond; bleek |
| iroke-色気 | sexappeal; seksuele aantrekkelijkheid |
| irokichigai-色気違い | erotomanie; hyperseksualiteit; nymfomanie |
| irokichigai-色気違い | seksmaniak |
| iromegane-色眼鏡 | gekleurde bril; zonnebril |
| iromeku-色めく | wankelen; weifelen; onzeker worden |
| iromono-色物 | gekleurde stoffen [kleding] |
| irotsukino-色つきの | gekleurd |
| iroyoi-色好い | helder [fel] gekleurd |
| irusu-居留守 | het doen alsof je niet thuis bent (voor bezoekers) |
| iryūhin-遺留品 | (bij politieonderzoek) voorwerpen die zijn achtergelaten door de dader; eigendommen van het slachtoffer; gevonden voorwerpen |
| isamu-勇む | opgewekt [vrolijk; levendig; in een goed humeur] zijn |
| isan-違算 | rekenfout; misrekening; miscalculatie |
| isei-威勢 | kracht; sterkte; energie; opgewektheid |
| isei-異性 | het andere geslacht; de andere sekse |
| iseiai-異性愛 | heteroseksualiteit |
| iseru-いせる | techniek om twee stukken stof van ongelijke grootte aan elkaar te naaien (met een krimpnaad, b.v. bij mouwinzetten) |
| ishikeri-石蹴り | hinkelen; hinkelspel (waarbij kinderen een steentje schoppen op vlakken die op de grond zijn getekend) |
| ishō-衣装 | kleding; broek; rok; kimono |
| isho-遺書 | nagelaten werken [boeken; manuscripten] |
| isoiso-いそいそ | (onomatopee) opgewekt; vrolijk; blij; luchthartig; opgewonden [huppelend] van blijdschap |
| isseichidai-一世一代 | één keer in je leven; uniek; eenmalig |
| issekinichō-一石二鳥 | (spreekwoord) twee vliegen in één klap slaan |
| isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
| isshitsu-一室 | een zekere [een of andere] kamer |
| issho-一書 | één boek [document; brief] |
| issho-一書 | een boekwerk; boekdeel |
| issho-一書 | een bepaald boek |
| isshokusokuhatsu-一触即発 | kritieke toestand; explosieve situatie |
| isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
| isshū-一週 | een week |
| isshūkan-一週間 | een (1) week |
| isuka-交喙 | kruisbek (soort vink: Loxia curvirostra) |
| itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
| itabari-板張り | beplanking; lambrisering; met panelen bekleed |
| itabuki-板葺き | houten dakbedekking [dakspanen]; dak met houten betimmering |
| itadakimasu-頂きます | bedankt voor dit lekkere eten [deze maaltijd] |
| itai-異体 | ander [niet-identiek] lichaam |
| itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
| itaitashii-痛痛しい | meelijwekkend; zielig |
| itamae-板前 | de plek in de keuken waar de snijplank gebruikt wordt |
| itamegawa-撓め革 | leer dat is gebrand of geweekt in water met lijm, en dan gehamerd (om het stevig te maken) |
| itamu-悼む | rouwen; treuren; weeklagen |
| itaranaiten-至らない点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| itaranuten-至らぬ点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| itatsuki-労 | ziekte; aandoening |
| itawaru-労る | rekening houden (met); begrip tonen; meevoelen |
| itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
| itazuki-労き | ziekte; aandoening |
| itazura-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
| itazuragoto-徒言 | onzin; wartaal; holle frasen; geklets |
| itchōisseki-一朝一夕 | in korte tijd; in een vloek en een zucht; in één dag |
| itokiriba-糸切り歯 | hoektand; oogtand |
| itonami-営み | (eufemisme voor) seks |
| itoshii-愛しい | zielig; meelijwekkend |
| itsurakuseikatsu-逸楽生活 | levensstijl waarbij men vooral op zoek is naar vermaak en plezier |
| itsuwa-逸話 | anekdote |
| ittai-一帯 | gebied; zone; landstreek; stuk land |
| ittai-一帯 | keten; reeks; serie |
| ittei-一定 | constant [vast; zeker; bepaald; gebruikelijk; uniform] zijn |
| itteiji-一丁字 | een (enkele) letter; een (enkel) teken [karakter] |
| itten-一点 | een punt; vlek; plek; stuk; beetje |
| ittō-一等 | eersteklas; eersterangs; de beste |
| ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
| iu-言う | zeggen; praten; spreken |
| iunareba-言うなれば | zogezegd; bij wijze van spreken; om zo te zeggen |
| iutokorono-言うところの | wat men noemt; zoals het genoemd wordt; de zogenaamde; bekend (staand) als; bij wijze van spreken |
| iwaba-岩場 | rotsachtig terrein [gebied]; plek met steile rotswand(en) |
| iwaba-言わば | zo gezegd; als het ware; bij wijze van spreken; in zekere zin |
| iwan'ya-況んや | nog (veel) meer; laat staan dat, om maar niet te spreken van; om nog maar te zwijgen over |
| iwataobi-岩田帯 | een band [doek] die door zwangere vrouwen gedragen wordt rond de buik (vanaf de vijfde maand van de zwangerschap) |
| iwazumogana-言わずもがな | het spreekt vanzelf [hoeft niet gezegd te worden] |
| iyagaru-嫌がる | een hekel [afkeer; tegenzin] hebben (om iets te doen) |
| iyaki-嫌気 | hekel; afkeer |
| iyōgazō-医用画像 | beeldvormend medisch onderzoek; medische beeldvorming |
| izaisoku-居催促 | weigering om te vertrekken [weg te gaan] (tot men zijn zin [betaling] heeft gekregen |
| izanau-誘う | uitnodigen; verzoeken; aanbevelen |
| izu-出ず | (arch.) naar buiten gaan [komen]; weggaan; vertrekken, etc. |
| izu-出づ | op pad gaan; vertrekken |
| izu-出づ | (opnieuw) verschijnen; opkomen; ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
| izuminetsu-泉熱 | Izumi koorts (infectieziekte vergelijkbaar met roodvonk) |
| ī・komāsu-イー・コマース | elektronische handel; webhandel |
| ī・mēru-イー・メール | e-mail; elektronische post |
| ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
| jabara-蛇腹 | blaasbalg; trekbalg van een accordeon; geplooide balg van een oude camera |
| jaken-邪見 | slechte [verkeerde] manier van bekijken [denken] |
| jaketto-ジャケット | boekomslag; platenhoes |
| jako-雑魚 | een onbetekenend [onbelangrijk] persoon |
| jakuden-弱電 | zwakstroom (elektrische stroom met lage spanning) |
| jakuten-弱点 | zwak punt; zwakke plek; tekortkoming |
| jamon-蛇紋 | gevlekt patroon (lijkend op een slangenvel) |
| jānarisutikku-ジャーナリスティック | journalistiek; journalistisch |
| jānarizumu-ジャーナリズム | de journalistiek |
| janguru・jimu-ジャングル・ジム | klimrek (Engels: jungle gym) |
| japan・basshingu-ジャパン・バッシング | zware kritiek op Japan; het afkraken van Japan (vooral op economisch gebied) |
| jazu-ジャズ | jazz (muziek) |
| ji-字 | schriftteken; (Chinees) karakter; handschrift |
| ji-字 | geschreven tekst |
| jibiki-字引 | woordenboek |
| jibu・kurēn-ジブ・クレーン | topkraan; armkraan; giekkraan |
| jibyō-持病 | een chronische ziekte; oude [terugkerende] aandoening [klacht; kwaal] |
| jibyō-持病 | (fig.) een slechte gewoonte (die moeilijk te doorbreken is) |
| jicho-自著 | het eigen (literaire) werk [boek] |
| jidaikōshō-時代考証 | historisch onderzoek (b.v. voor een waarheidsgetrouwe weergave van historische items in films, series, kunst, e.d.); achtergrondonderzoek |
| jidaimono-時代物 | een antiek [historisch] voorwerp [object] |
| jidōbungaku-児童文学 | (vanaf 1920) kinderliteratuur; boeken voor kinderen |
| jidōfurikomi-自動振込 | automatische incasso [overschrijving] door de bank (met machtiging van de rekeninghouder) |
| jidorisōsa-地取り捜査 | politieonderzoek in de directe omgeving van de plaats delict |
| jidōshakensa-自動車検査 | autokeuring; keuring specifiek van auto's |
| jidōshasongaibaishōsekininhoken-自動車損害賠償責任保険 | wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor voertuigen |
| jidōsho-児童書 | kinderboek |
| jifu-自負 | trots; zelfverzekerdheid |
| jigen-字源 | het Chinese karakter [de kanji] waar een kana-teken van is afgeleid |
| jigen-次元 | perspectief; invalshoek; oogpunt; niveau |
| jigi-字義 | woordbetekenis |
| jigyōsai-事業債 | bedrijfsobligaties voor een specifiek project (uitgegeven door algemene ondernemingen die geen financiële instellingen zijn) |
| jihaku-自白 | bekentenis |
| jihitsu-自筆 | eigen schrijfwerk; (eigen) handtekening |
| jihyō-辞表 | ontslagbrief (ingediend door een werknemer); verzoekschrift (voor ontslagneming) |
| jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
| jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
| jika-自火 | een brand in eigen huis; een vuur [brand] die in iemands eigen huis uitbreekt |
| jikadanpan-直談判 | directe onderhandeling [bespreking]; persoonlijk gesprek [interview] |
| jikahatsuden-自家発電 | eigen (thuis) energieopwekking |
| jikaku-字画 | (het aantal) penseelstreken van een kanji |
| jikani-直に | direct; rechtsreeks; persoonlijk |
| jikeiretsu-時系列 | (stat.) tijdreeksanalyse |
| jikidō-直堂 | (zen-boedddh.) de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de gewaden en hoofddeksels van de monniken |
| jikihitsu-直筆 | handtekening; handschrift |
| jikisho-直書 | eigen handschrift [geschreven tekst]; handtekening |
| jikisho-直書 | zelf geschreven verklaring met ondertekening [handtekening] |
| jikkyōkenbun-実況見分 | politieonderzoek op de plaats van een misdrijf met instemming van de betrokkenen (zonder een gerechtelijke of wettige machtiging) |
| jikohihan-自己批判 | zelfkritiek |
| jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
| jikokenji-自己顕示 | het de aandacht trekken; aandacht op zichzelf vestigen; proberen op te vallen |
| jikomen'ekishikkan-自己免疫疾患 | auto-immuunziekte |
| jikyō-自供 | (vrijwillige) bekentenis |
| jikyo-辞去 | het vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jikyosuru-辞去する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jimei-自明 | vanzelfsprekendheid; duidelijkheid |
| jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| jimono-地物 | lokaal product; streekproduct |
| jimoto-地元 | nabije plaats [buurt; wijk; streek] |
| jimu-ジム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
| jimunajiumu-ジムナジウム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
| jin-壬 | het negende zodiac teken |
| jinaoshi-地直し | het voorbehandelen van stoffen om krimp of rek te voorkomen |
| jinbutsu-人物 | personage; karakter (in boeken, film, theater) |
| jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan soldaten aan het front |
| jinchūmimai-陣中見舞い | een helpend [aanmoedigend] bezoek aan mensen die hard moeten werken |
| jindoru-陣取る | plaatsnemen; gaan zitten (op een goede plek) |
| jingai-人外 | een plek buiten de door mensen bewoonde wereld |
| jingai-塵外 | (de gemoedstoestand van) een plek ver weg van de problemen van de alledaagse [stoffelijke; seculiere] wereld |
| jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
| jingasaren-陣笠連 | gewone leden [het kader] van een politieke partij |
| jinin-自認 | erkenning; bekentenis |
| jinjin-じんじん | tintelend [pijnlijk; verdoofd; stekend] gevoel |
| jinkōchūzetsu-人工中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
| jinkōeiyō-人工栄養 | kunstmatige voeding (bij zieken) |
| jinkōninshinchūzetsu-人工妊娠中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
| jinkusu-ジンクス | vloek; ongeluksbode |
| jinoshi-地伸し | het voorbehandelen van stoffen om krimp of rek te voorkomen |
| jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
| jinshō-腎症 | (symptomen van) nierziekte; nefropathie |
| jintaijikken-人体実験 | experimenteren op mensen; onderzoek met menselijke proefpersonen |
| jinzai-人材 | een bekwaam [kundig; getalenteerd] persoon |
| jīnzu-ジーンズ | spijkerbroek; jeans |
| jiomanshī-ジオマンシー | geomatiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
| jirijiri-じりじり | beetje bij beetje; stap voor stap; langzaam maar zeker; langzamerhand; geleidelijk |
| jirijiri-じりじり | geknetter; gesis; sissend [knetterend] geluid |
| jirin-辞林 | woordenboek |
| jirojiro-じろじろ | (onomatopee) starend; nauwkeurig bekijkend |
| jiruba-ジルバ | jitterbug (dans; muziek) |
| jiryoku-磁力 | magnetische kracht; magnetische aantrekkingskracht |
| jishaku-字釈 | verklaring [uitleg] van de betekenis van kanji |
| jisho-字書 | kanji woordenboek (met schrijfvolgorde, lezing, betekenis, e.d.) |
| jisho-字書 | (algemeen) woordenboek |
| jisho-自書 | eigen schrijfwerk; (eigen) handtekening |
| jisho-自署 | (eigen) handtekening [ondertekening] |
| jisho-辞書 | woordenboek |
| jisho-辞書 | woordenboek voor kanji [of woorden] met schrijfvolgorde, lezing en betekenis |
| jishohenshū-辞書編集 | lexicografie; het samenstellen van een woordenboek |
| jishohenshūsha-辞書編集者 | lexicograaf; samensteller van een woordenboek |
| jishoku-辞色 | iemands taalgebruik en uiterlijke verschijning [gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking] |
| jisshō-実正 | (vastgesteld) feit; zekerheid; waarheid |
| jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
| jisshukyōgi-十種競技 | (atletiek) tienkamp; decatlon |
| jissō-実相 | (boeddh.) de echte werkelijkheid (van alle fysieke verschijnselen) |
| jisuru-辞する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jiten-辞典 | (vanaf de Meiji periode en in titels) woordenboek |
| jitsuen-実演 | opvoering; optreden (voor publiek) |
| jitsugi-実技 | praktische bekwaamheid [vaardigheid] |
| jitsuni-実に | werkelijk; echt; feitelijk; zeker |
| jiyūkenkyū-自由研究 | onafhankelijk onderzoek (in de vrije keuzeruimte) |
| jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| jō-上 | vanuit het standpunt; met betrekking tot; vanwege |
| jō-場 | (in kanji combinaties) plaats; plek; locatie |
| jō-定 | waarheid; echtheid; zekerheid |
| jō-譲 | (in samenstellingen) geven; overhandigen; toekennen; doorgeven; verkopen |
| jōdan-上段 | bovendek; podium; loge |
| jōgi-定規 | liniaal; tekenhaak; tekendriehoek |
| jōha-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
| johō-除法 | deling (rekenkunde) |
| jōhōkōgaku-情報工学 | informatica; computer techniek; information engineering |
| joi-叙位 | toekenning van een rang; bevestiging in een ambt |
| jōji-畳字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
| jōjin-常人 | een gewone [middelmatige] persoon; iemand met middelmatige talenten of bekwaamheden |
| jojishi-叙事詩 | epiek; epische poëzie |
| jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
| jōkenzukenatsuinshōsho-条件付捺印証書 | borg [zekerheidstelling] in handen van derden (tot de voorwaarde is voldaan) |
| jōkigen-上機嫌 | goed humeur; vrolijkheid; opgewektheid |
| jōko-上古 | verre [klassieke] oudheid; ver verleden |
| jokō-女工 | fabrieksarbeidster |
| jōkū-上空 | lucht; luchtstreek; hemel; firmament |
| jonin-叙任 | ambtsbekleding; investituur; (plechtige) inhuldiging |
| jōnin-常任 | vaste positie [betrekking; baan] |
| jōraku-上洛 | naar Kyoto gaan; Kyoto bezoeken |
| jōruri-浄瑠璃 | (m.n. bij bunraku poppentheater) traditionele Japanse verhalende muziek (waarbij de verteller (tayū) zingt o.b.v. een shamisen) |
| josanjo-助産所 | kraamkliniek |
| joseisabetsu-女性差別 | vrouwendiscriminatie; seksisme |
| jōseki-定席 | vaste [reguliere] plek [stoel; plaats; ruimte] |
| jōseki-定石 | een vaste zet [reeks zetten] bij go of Japans schaken; een standaard tactiek [methode; formule] |
| jōsha-浄写 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie (m.n. in schoonschrift) |
| joshō-叙唱 | recitatief (verhalend deel in opera, oratorium, e.d.); het zingend spreken |
| jōsho-浄書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
| josō-助奏 | (muziekterm) obbligato |
| josō-序奏 | (muziekterm) introductie; intro (een inleidend gedeelte van een muziekstuk) |
| josūshi-助数詞 | counter: een woord of suffix dat wordt gekoppeld aan een telwoord (de verschillende counters geven de soorten van het getelde object aan) |
| jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
| jōtō-上等 | hoge [uitstekende] kwaliteit; excellentie |
| jōtoteitō-譲渡抵当 | overdrachtshypotheek; overdraagbare hypotheekvordering |
| jōyoku-情欲 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
| jōzu-上手 | bekwaamheid; expertise |
| jōzu-上手 | een bekwaam persoon; expert; vakman |
| jū-柔 | zachtheid; breekbaarheid; teerheid |
| jubaku-呪縛 | bezwering; betovering; vervloeking |
| jūbyō-重病 | ernstige ziekte [aandoening] |
| jūbyō-重病 | (afk. voor) ernstig zieke patiënt |
| jūbyōkansha-重病患者 | ernstig zieke patiënt |
| judai-入内 | het betreden van het keizerlijk hof door de bruiloftsstoet van de toekomstige keizerin |
| jūden-充電 | het (elektrisch) opladen |
| jūdensuru-充電する | (elektrisch) opladen |
| jūgen-重言 | kanji-combinatie waarin hetzelfde teken wordt herhaald |
| jugon-ジュゴン | doejong (Indische zeekoe) |
| jūgyōinhoken-従業員保険 | werknemersverzekering |
| jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie (toegeschreven aan Kakuan) van de 10 stadia van verlichting (weergegeven als ossenhoeder-tekeningen van een herder en zijn os) |
| jūhan-重版 | herdruk [nieuwe editie] (van een boek) |
| juhyō-樹氷 | een boom bedekt met rijp [rijm] |
| jūichi-じゅういち | Maleise sperwerkoekoek (Cuculus fugax) |
| jūin-充員 | rekrutering; rekruut |
| jūji-十字 | het kruis (-teken) |
| jūkan-重患 | ernstige ziekte [aandoening] |
| juken-受検 | onderworpen worden aan een onderzoek [inspectie] |
| jukuchi-熟地 | een bekende [vertrouwde] plek |
| jukuchi-熟知 | grondige kennis (van); goede bekendheid (met) |
| jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
| jukugisuru-熟議する | beraadslagen; overleggen; bespreken; te rade gaan |
| jukuren-熟練 | vakkundigheid; bekwaamheid |
| jukurensha-熟練者 | specialist; expert; bekwaam [ervaren] persoon |
| jukurensuru-熟練する | zich bekwamen (in); vakkundig [ervaren] worden |
| jukusu-熟す | goed gekookt [gaar] zijn |
| jukusuru-熟する | goed gekookt [gaar] zijn |
| jukutatsu-熟達 | hoog ontwikkelde vakkundigheid; bekwaamheid |
| jūmintōhyō-住民投票 | plaatselijk referendum (d.w.z. een politiek referendum onder de inwoners van een lokale overheid) |
| junankyoku-受難曲 | passiemuziek (over het lijden van Christus) |
| junanshū-受難週 | passieweek |
| jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
| jūnen'ichijitsu-十年一日 | jarenlang hetzelfde; zonder verandering [onderbreking] |
| jungyaku-順逆 | goed en fout; correcte volgorde en omgekeerde volgorde |
| jūnintoiro-十人十色 | (spreekwoord) zoveel hoofden zoveel zinnen; smaken verschillen; over smaak valt niet te twisten |
| jūnishi-十二支 | de twaalf tekens van de Chinese dierenriem |
| junjo-順序 | volgorde; reeks |
| junkaibunko-巡回文庫 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (gedateerd, tevens ver-afgelegen plaatsen) |
| junkaitoshokan-巡回図書館 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (m.n. voor ver-afgelegen plaatsen) |
| junken-巡見 | rondreizen en verschillende plaatsen bezoeken |
| junpitsu-潤筆 | het kalligraferen of tekenen |
| junpitsu-潤筆 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
| junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
| junpitsuryō-潤筆料 | de vergoeding [beloning] voor het maken van een kalligrafie of tekening |
| junran-巡覧 | bezichtiging; excursie; het bezoeken van bezienswaardigheden |
| junreki-巡歴 | het rondtrekken; het rondreizen; (rond)reis |
| jūretsu-縦列 | rij; reeks |
| jūryoku-重力 | zwaartekracht; gravitatie |
| jūryokuba-重力場 | gravitatieveld; zwaartekrachtveld; zwaarteveld |
| jūryokuhōkai-重力崩壊 | zwaartekracht(s)implosie; gravitatie-instorting |
| jūryokukei-重力計 | gravimeter; zwaartekrachtmeter |
| jūryokusenkō-重力選鉱 | zwaartekrachtscheiding (een industriële methode om twee componenten te scheiden) |
| jūryōsei-従量制 | betaling naar gebruik (een methode waarbij diensten en voorzieningen in rekening worden gebracht gebaseerd op werkelijk gebruikte gegevens en tijd) |
| jūshi-重視 | belang; benadrukking; beklemtoning; accentuering |
| jushin-受診 | het ondergaan van een [medisch] onderzoek; (dokters)consult |
| jushō-授賞 | het toekennen van een prijs |
| jūshō-重症 | ernstige ziekte [aandoening] |
| jūshofumei-住所不明 | adres onbekend |
| jūshoroku-住所録 | adresboek; adreslijst |
| jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
| jussaku-述作 | de auteur van een boek |
| jūtai-重態 | kritieke [levensbedreigende] toestand (letsel, ziekte, e.d.) |
| jūtō-充当 | toewijzing; toekenning |
| jutsu-術 | een kunst; een techniek; operatie; een bekwaamheid; een vaardigheid; een kundigheid |
| jutsu-術 | een mysterische kunst; een wonderlijke techniek |
| juyo-授与 | uitreiking; toekenning |
| kabā-カバー | kaft (boek, etc.); omslag; hoes; overtrek |
| kabau-庇う | iemand beschermen; behoeden (voor); onder de hoede nemen; dekking geven |
| kaburo-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
| kaburu-被る | over zich heen krijgen; bedekt worden (met water; stof, etc.); onder water komen; baden |
| kabutoni-兜煮 | stoofpot van gekookte vissenkop (b.v. van zeebrasem) |
| kachikoshi-勝ち越し | een overwinning (in een reeks) |
| kachikosu-勝ち越す | de leiding nemen; overwinning(en) boeken |
| kachikubyōin-家畜病院 | dierenkliniek |
| kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
| kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
| kaden-家電 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kaden-荷電 | elektrische lading |
| kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kadenshi-価電子 | valentie-elektron |
| kadentsa-カデンツァ | cadens (muziekterm) |
| kado-角 | hoek; rand; punt |
| kado-角 | straathoek; afslag |
| kadobaru-角張る | vierkant [hoekig] zijn |
| kadomise-角店 | hoekwinkel; buurtwinkel; winkel op de hoek van de straat |
| kadorīru-カドリール | quadrille (authentieke dans, uit 18de eeuw) |
| kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaeshiwaza-返し技 | (judo, e.d.) tegenaanval; overname-techniek |
| kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
| kafu-下付 | uitgifte; toelage; verstrekking |
| kafu-下付 | toekenning; goedkeuring |
| kafu-花譜 | een boek met afbeeldingen van bloemen (gerangschikt naar bloeiseizoen) |
| kagakusōsakenkyū-科学捜査研究 | forensisch onderzoek |
| kagami-鏡 | deksel van een sake-vat |
| kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
| kagekiha-過激派 | extreme groep (van politiek e.d.) |
| kagen-加減 | (wiskunde) optellen en aftrekken |
| kagyō-家業 | binnen een familie (van generatie op generatie) doorgegeven beroepen en technieken |
| kahaku-科白 | script [tekst] (van een acteur) |
| kahanshin-下半身 | geslachtsdelen; intieme delen; schaamstreek |
| kaheigaku-貨幣学 | numismatiek (munt- of penningkunde) |
| kahen-佳編 | uitmuntend [uitstekend] werk(stuk) (literatuur e.d.) |
| kai-魁 | het vooruit lopen op anderen; initiatiefneming; baanbrekend werk |
| kaichō-開帳 | het openen (op bepaalde dagen) van de gordijnen of deuren van een heiligdom, zodat het publiek het verborgen Boeddhabeeld kan zien |
| kaichū-懐中 | in de zak (broekzak, vestzak, borstzak) |
| kaidoku-会読 | bijeenkomst om een gelezen boek te bespreken |
| kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
| kaigui-買い食い | snoepjes [lekkers] kopen en meteen opeten |
| kaigyū-海牛 | zeekoe; lamantijn; doejong |
| kaihō-開放 | opening; openstellen (voor publiek) |
| kaihōsuru-開放する | openen; openstellen (voor publiek) |
| kaii-魁偉 | enorm [imposant; indrukwekkend; imponerend] zijn |
| kaijo-解除 | annulering; herroeping; intrekking; opheffing; beëindiging |
| kaijōhoken-海上保険 | zeeverzekering; zeeassurantie |
| kaikan-開館 | het opengaan (van een bibliotheek, bioscoop, etc.) |
| kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
| kaikei-会計 | boekhouding; financiële administratie |
| kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
| kaikeikansa-会計監査 | accountantsonderzoek; jaarrekeningcontrole; audit |
| kaiki-回帰 | terugkeer; ommekeer; comeback; herstel; revival (weer in de mode komen) |
| kaikō-開口 | de mond opendoen; beginnen met spreken |
| kaikō-開講 | de eerste lezing [cursus] van een reeks |
| kaikomu-掻い込む | iets onder de arm geklemd houden [dragen] |
| kaimaki-掻い巻き | een gewatteerde kimono; een (gewatteerde) deken met mouwen |
| kaimaku-開幕 | het opgaan van het doek (van toneel) |
| kaion-快音 | een specifiek [herkenbaar] geluid (zoals van een honkbakslag of een brullende motor) |
| kaionsetsu-開音節 | een open lettergreep (die eindigt op een klinker of tweeklank) |
| kairo-回路 | stroomcircuit; stroombaan (elektriciteit) |
| kairo-開炉 | (in Zen tempels, op de eerste dag van de 10de maand van de maankalender) het aansteken van de vuurhaard [open haard] |
| kaisan-解散 | ontbinding; het opbreken; afbreken; uiteengaan; ontbinden (van een vergadering etc.) |
| kaisan-開山 | de stichter van een boeddhistische school (sekte) |
| kaisei-回生 | (elektriciteit) regeneratie (versterking door terugkoppeling) |
| kaisha-膾炙 | iets dat algemeen bekend [geliefd; gewaardeerd] is |
| kaishin-回診 | doktersronde (in een ziekenhuis) |
| kaishō-会商 | onderhandeling; bespreking; vergadering |
| kaisho-会所 | ontmoetingsplek; plaats [locatie] voor een bijeenkomst [feest] |
| kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
| kaisō-改装 | het bewerken [moderniseren] van de verpakking [vormgeving] (van b.v. boeken, e.d.) |
| kaisuigi-海水着 | zwemkleding; badpak; zwembroek |
| kaisūken-回数券 | couponboekje; rittenkaart |
| kaitaisuru-解体する | slopen; afbreken |
| kaitō-回答 | antwoord; repliek |
| kaitōsuru-回答する | antwoorden; antwoord [repliek] geven |
| kaiwa-会話 | conversatie; gesprek; dialoog |
| kaiyōkikō-海洋気候 | zeeklimaat |
| kaiyōseikikō-海洋性気候 | zeeklimaat |
| kaiyu-快癒 | volledig herstel (van ziekte) |
| kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
| kaizen-快然 | herstel na een ziekte |
| kaizeruhige-カイゼル髭 | een snor met omhoog gekrulde punten zoals die van de Duitse Keizer Wilhelm II |
| kaizu-海図 | zeekaart |
| kajōsahan-家常茶飯 | alledaagse dingen (lett. alledaags eten); alledaagse koek |
| kakakutenkai-価格転嫁 | het doorberekenen van prijsstijgingen, zoals van grondstofkosten en arbeidskosten |
| kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
| kakaru-掛かる | omwikkelen; inpakken; bedekken |
| kakebarai-掛け払い | het betalen [voldoen] van de rekening(en) |
| kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
| kakehiki-駆け引き | tactiek; strategie; diplomatie |
| kakehiki-駆け引き | de opmars of terugtrekking van troepen (op het slagveld) |
| kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
| kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
| kakeru-欠ける | afbreken; afbrokkelen |
| kakeru-欠ける | missen; ontbreken; vermist [verloren] raken |
| kaketori-掛け取り | het innen van (openstaande) rekeningen |
| kaki-垣 | hek; schutting; omheining |
| kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
| kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
| kakimawasu-掻き回す | roeren; karnen (melk); doorzoeken |
| kakin-課金 | het in rekening brengen [factureren] |
| kakine-垣根 | heg; haag; omheining; hek |
| kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
| kakioki-書き置き | notitie; memo; aantekeningen (b.v. een boodschappenlijstje) |
| kakitateru-掻き立てる | opkloppen; opwekken; aanwakkeren |
| kakite-書き手 | schrijver; tekenaar; kalligraaf |
| kakitome-書留 | aangetekende post [brief] |
| kakitomeyūbin-書留郵便 | aangetekende post |
| kakke-脚気 | beriberi (een ziekte veroorzaakt door een tekort aan thiamine (vitamine B1)) |
| kakkiteki-画期的 | baanbrekend; revolutionair; ongekend; van grote betekenis |
| kakko-括弧 | (leesteken) haakjes |
| kakkō-郭公 | koekoek (Cuculus canorus) |
| kakkōtokei -カッコウ時計 | koekoeksklok |
| kakkowarui-かっこ悪い | onaantrekkelijk; er slecht uitzien; onelegant; niet modieus; niet cool; sullig |
| kakoi-囲い | omheining; hek |
| kaku-書く | tekenen; schilderen |
| kaku-角 | hoek |
| kakubaru-角張る | vierkant [hoekig] zijn |
| kakudo-確度 | (mate van) zekerheid; waarschijnlijkheid; betrouwbaarheid; nauwkeurigheid |
| kakudo-角度 | hoek |
| kakudochōsetsuneji-角度調節ねじ | hoek afstelsleutel |
| kakudosokutei-角度測定 | goniometrie; hoekmeetkunde (deel van de trigonometrie) |
| kakugen-格言 | spreekwoord; gezegde; spreuk; aforisme |
| kakuho-確保 | het zekeren (bij bergbeklimmen) |
| kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
| kakujū-拡充 | uitbreiding [expansie; vergroting] (van een werkplek, productielijn, e.d.) |
| kakurega-隠れ家 | verborgen plek; schaduwplek |
| kakuseiki-拡声器 | megafoon; luidspreker |
| kakushidokoro-隠し所 | geheime bergplaats; schuilplaats; verstopplek |
| kakushū-隔週 | om de twee weken; tweewekelijks |
| kakusode-角袖 | vierkante [rechthoekige] mouwen (van een herenkimono); herenkimono met zulke mouwen |
| kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
| kakutaru-確たる | eker; vaststaand; duidelijk; overtuigend |
| kakutoshita-確とした | ferm; zeker; resoluut; onweerlegbaar; onbetwist |
| kakuyaku-確約 | expliciete [zekere; definitieve] toezegging [belofte] |
| kakyō-佳境 | een prachtige plek (met een mooi uitzicht) |
| kama-窯 | oven (voor pottenbakken, keramiek, glas, etc.) |
| kamakubi-鎌首 | lange (kromme) hals [nek] (dit woord wordt vaak gebruikt als metafoor van een slang die zijn kop opsteekt, d.w.z. als teken dat er iets gaat gebeuren) |
| kamameshi-釜飯 | gerecht van rijst gekookt met verschillende ingrediënten in een kookpot |
| kamataki-罐焚き | het stoken; aansteken; verwarmen |
| kamau-構う | rekening houden met; aandacht hebben voor; (iets kunnen) schelen |
| kamayude-釜茹で | (arch,; straf) levend gekookt worden in een ketel [pot] |
| kamenokō-亀の甲 | (chemie) de structuurformule van benzeen (verticaal en horizontaal op elkaar geplaatste zeshoeken) |
| kamenokō-亀の甲 | het (schildpadschild-vormige) bovendek bij de boeg van een Japans schip (ter bescherming tegen opspattend water.) |
| kamigakari-神懸かり | excentriek gedrag; onzinnige theorie; fanatisme |
| kamikaze-神風 | roekeloosheid; waaghalzerij |
| kamisabiru-神さびる | indrukwekkend [eerbiedwaardig; prachtig] zijn [eruit zien] |
| kamisabiru-神さびる | oud [antiek] worden; er oud uitzien |
| kamisama-神様 | (erende aanspreekvorm van een) god |
| kamu-噛む | zich verspreken; stamelen |
| kamuro-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
| kan-款 | een post [item] op een begroting of berekening (accountants) |
| kan-款 | bekentenis |
| kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
| kanadarai-金盥 | metalen kom [bekken; wasbak] |
| kanakin-カナキン | ongebleekte katoen; calicot |
| kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
| kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
| kanarazuya-必ずや | zeker; beslist; absoluut |
| kanban-看板 | woordvoerder; aanspreekpunt; boegbeeld (fig.) |
| kanbanmusume-看板娘 | aantrekkelijke (jonge) vrouw die voor een winkel staat om klanten te trekken |
| kanbase-顔 | gezicht; gelaatstrekken |
| kanbashii-芳しい | smaakvol; lekker |
| kanbashii-芳しい | goed; uitstekend |
| kanbasu-カンバス | schilderdoek; schilderlinnen |
| kanbasu-カンバス | canvas (zeildoek) |
| kanbatsu-旱魃 | (lange) periode van droogte [gebrek aan regen]; droge periode |
| kanbatsu-簡抜 | selectie; uittreksel; fragment |
| kanben-冠冕 | kroon (hoofddeksel voorgeschreven en gedragen aan het hof) |
| kanbi-甘美 | zoet [lieflijk; aangenaam] zijn (van muziek, e.a.) |
| kanbu-患部 | het aangetaste deel (van een wond); ziektehaard |
| kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
| kanbun-漢文 | Chinese klassieke literatuur |
| kanbuna-寒鮒 | een karper die is gevangen midden in de winter (dan is de smaak het lekkerst) |
| kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
| kanchi-完治 | volledig herstel (van een ziekte of blessure) |
| kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
| kanchō-貫長 | hoofd van de keizerlijke kroniekschrijvers |
| kanchō-館長 | directeur (van instellingen zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
| kandan-款談 | vertrouwelijk [prettig] gesprek |
| kandan-間断 | onderbreking |
| kanden-感電 | het een elektrische schok krijgen; geëlektrocuteerd worden |
| kanetataki-鉦叩き | een soort krekel (Ornebius kanetataki, zo genoemd omdat het geluid ervan lijkt op het tikken op een metalen bel) |
| kanezumari-金詰まり | geldgebrek; (te) weinig geld hebben |
| kangaekomu-考え込む | in gedachte verzonken zijn; piekeren; peinzen; tobben; diep nadenken (over) |
| kangaenaosu-考え直す | heroverwegen; opnieuw bekijken; van gedachten veranderen |
| kangaku-管楽 | muziek voor blaasinstrumenten |
| kangamiru-鑑みる | rekening houden met; in gedachten houden; overwegen |
| kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
| kangeki-観劇 | theaterbezoek; het naar een theater(voorstelling) gaan |
| kangen-管弦 | (de muziek van) blaasinstrumenten en strijkinstrumenten |
| kangengaku-管弦楽 | orkestmuziek |
| kango-款語 | informeel [amicaal; intiem] gesprek |
| kango-看護 | verpleging; ziekenverzorging |
| kango-閑語 | rustig [kalm] gesprek |
| kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
| kangyūjūtō-汗牛充棟 | een groot aantal boeken; een grote collectie boeken |
| kanja-患者 | patiënt; zieke |
| kanjiku-巻軸 | (boek)rol |
| kanjiku-巻軸 | slotstuk van een (boek)rol |
| kanjiku-巻軸 | gedicht [haiku] in een (boek)rol |
| kanjiku-巻軸 | gedeelte met de handtekeningen in een verdrag, e.d. |
| kanjō-勘定 | berekening; calculatie |
| kanjō-勘定 | betaling; rekening |
| kanjo-緩徐 | langzaam; kalm [rustig]; adagio (muziek) |
| kanjōdakai-勘定高い | berekenend; uitgerekend; uitgekookt; geldbelust |
| kanjōgaki-勘定書き | nota; rekening |
| kanjōkamokuhyō-勘定科目表 | rekeningenoverzicht |
| kanjōsho-勘定書 | nota; rekening |
| kanjōzuku-勘定ずく | berekenend zijn |
| kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| kanjuku-慣熟 | meesterschap; vaardigheid; bekwaamheid |
| kanka-換価 | (jur.) in beslag genomen eigendommen omrekenen in geld |
| kankaku-間隔 | tussenruimte; interval; spatie (in tekst) |
| kankei-関係 | relatie(s); betrekkingen |
| kankeisuru-関係する | gerelateerd zijn aan; betrekkingen hebben; verwant zijn |
| kanken-管見 | bekrompen visie; tunnelvisie |
| kankō-敢行 | zelfverzekerde [vastberaden] actie |
| kankōba-勧工場 | In de Meiji- en Taisho-periode een plek (markt, bazaar) waar vele winkels onder één dak allerlei goederen verkochten |
| kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
| kankōchō-官公庁 | overheidsinstanties; overheidsgebouwen; publieke instellingen; openbare instanties |
| kankodori-閑古鳥 | koekoek (Cuculus canorus) |
| kankokugaku-韓国学 | Koreanistiek; Koreastudies |
| kankyaku-観客 | toeschouwer(s); publiek |
| kanma-カンマ | decimaalteken |
| kanmatsu-巻末 | het slot [einde] van een boek |
| kanmei-簡明 | beknoptheid; bondigheid |
| kanmi-甘味 | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
| kanmin-官民 | ambtenaar en burger; overheid en burgerij; publieke en particuliere sector |
| kanningu-カンニング | bedrog [spieken] bij een examen |
| kannō-感応 | goddelijke inspiratie; goddelijk teken [antwoord] |
| kannō-感応 | (elektromagnetische) inductie |
| kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanoko-鹿の子 | reekalf; jong hert |
| kanokomadara-鹿の子斑 | witgevlekt patroon (witte vlekken op een bruine achtergrond, zoals bij een hert) |
| kanokoshibori-鹿の子絞り | knoopverven, een tie-dyetechniek (waarmee men op textiel een gevlekt patroon aanbrengt) |
| kanon-カノン | (muziekterm) canon; beurtzang |
| kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanpa-カンパ | campagne (publieke actie); geldinzamelingsactie |
| kanpan-甲板 | dek (op een schip) |
| kanpon-刊本 | een gedrukt en gepubliceerd boek |
| kanpon-完本 | volledig werk (van een auteur, e.d.); oeuvre; complete set van boekdelen |
| kanpu-乾布 | een droge (hand)doek |
| kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
| kanrihi-管理費 | adminstratiekosten |
| kanrikeizai-管理経済 | management boekhouding |
| kanroni-甘露煮 | (met mirin, suiker of honing) gezoete gekookte vis |
| kansa-監査 | accountantsonderzoek; boekhoudingcontrole |
| kansaiheri-艦載ヘリ | marinehelikopter; vliegdek(schip) helikopter |
| kansaiki-艦載機 | marinevliegtuig; vliegdek(schip) vliegtuig |
| kansan-換算 | omrekening |
| kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
| kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanseki-漢籍 | Chinees boek; boek geschreven in het Chinees |
| kansen-感染 | infectie; ontsteking; besmetting |
| kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
| kansensuru-感染する | geïnfecteerd worden; ontstoken raken; een ziekte oplopen |
| kansetsuteki-間接的 | indirect; niet rechtstreeks |
| kanshi-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
| kanshin-感心 | bewonderenswaardig [indrukwekkend] zijn |
| kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
| kansho-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
| kanshu-巻首 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kanshū-観衆 | toeschouwer; kijker; publiek |
| kansuru-冠する | kronen; bekronen |
| kantābire-カンタービレ | cantabile (muziek) |
| kantanfu-感嘆符 | uitroepteken |
| kantāta-カンタータ | cantate (muziek) |
| kantō-巻頭 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kantorī・ando・uesutan-カントリー・アンド・ウエスタン | country-and-western (muziek); countrymuziek |
| kanto・pantsu-カイト・パンツ | kitepants (een broek voor kitesurfen) |
| kantsōne-カンツォーネ | canzone (muziekterm) |
| kanwa-漢和 | (kanji) woordenboek van Chinese karakters in het Japans |
| kanwa-閑話 | rustig (informeel) gesprek; zacht gepraat |
| kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
| kanzen-間然 | het bekritiseren; kritiek [aanmerkingen; berisping; afkeuring] oproepen |
| kanzenshitsugyōritsu-完全失業率 | het volledige werkloosheidspercentage (gebaseerd op het aantal mensen dat actief op zoek is naar werk) |
| kanzetsu-冠絶 | uniekheid; eigenheid; ongeëvenaardheid; suprematie; onovertroffenheid |
| kanzōgaku-肝臓学 | hematologie (wetenschap van leverziekten) |
| kan'yō-涵養 | het cultiveren [kweken; verzorgen] |
| kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kao-顔 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking |
| kaodachi-顔立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
| kaokatachi-顔形 | uiterlijk; gezichtskenmerken; gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking |
| kaonajimi-顔馴染み | een bekende; bekend [vertrouwd] gezicht |
| kaotsuki-顔つき | gelaatstrekken; gezicht; gezichtsuitdrukking; uiterlijk |
| kāpetto-カーペット | tapijt; vloerbedekking; (vloer)kleed |
| kappu-カップ | kop; mok; beker; kopje |
| kappu-カップ | bokaal; beker; cup; trofee |
| kappuku-割腹 | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| kapuritchio-カプリッチオ | capriccio (muziekstuk) |
| karabumi-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
| karādo-カラード | gekleurd |
| karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karakau-からかう | redetwisten; debatteren; tegenspreken; ruzie maken |
| karako-唐子 | een kind gekleed in traditioneel Chinees gewaad |
| karameru-絡める | verwikkelen; verbinden; betrekken; vermengen; in verband brengen met |
| karameru-絡める | wikkelen in [om]; bedekken met; glaceren |
| karanishiki-唐錦 | Chinees brokaat; brokaat in Chinese stijl (gekenmerkt door patronen met rode tinten waardoor het vaak wordt vergeleken met herfstbladeren) |
| karaoke-カラオケ | karaoke (iemand zingt live mee met muziek die wordt afgespeeld) |
| karaseki-乾咳 | het kuchen om aandacht te trekken |
| karasuguchi-烏口 | (lett. kraaienbek) tekenpen; trekpen (voor tekenen met inkt) |
| karegashi-彼某 | die persoon (iem. waarvan de naam onbekend is) |
| karen-可憐 | zieligheid; beklagenswaardigheid |
| karidasu-駆り出す | (iem.) pressen [pushen; aansporen] om iets te doen; ronselen; rekruteren |
| karinui-仮縫い | het met rijgsteken vastnaaien |
| karipuso-カリプソ | calypso (muziek) |
| karisuma-カリスマ | charisma; charme; aantrekkingskracht |
| karitoji-仮綴じ | tijdelijke inbinding (van boek, e.d.) |
| karukaya-刈萱 | algemene term voor rieten en grassen die geschikt zijn voor dakbedekking |
| karukyureitā-カルキュレーター | calculator; rekenmachine |
| karusan-カルサン | soort pofbroek (uit de Edoperiode) |
| karuto-カルト | cultus; sekte |
| karyokuhatsuden-火力発電 | opwekking van thermische energie |
| karyokuhatsudensho-火力発電所 | kolencentrale; elektriciteitscentrale met stoomturbine |
| kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
| kasa-笠 | deksel van een (houten) rijstkom |
| kasaihoken-火災保険 | brandverzekering |
| kasaku-佳作 | goed [uitmuntend; uitstekend] werk [stuk; werkstuk] |
| kasasagi-鵲 | ekster (vogel) |
| kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
| kasen-架線 | bovengrondse bedrading; (elektrische) bovenleiding; stroomleiding |
| kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
| kasha-仮借 | een fonetisch leenteken (gebruikt om een ander woord te maken, zonder rekening te houden met het semantische aspect ervan) |
| kashi-かし | eindpartikel, benadrukt en versterkt de betekenis |
| kashi-歌詞 | songtekst; libretto |
| kashi-瑕疵 | defect; fout; tekortkoming |
| kashi-瑕疵 | (jur.) gebrek; nalatigheid |
| kashi-貸し | lening; huur; rekening; schuld |
| kashihon-貸本 | uitleen boeken of tijdschriften |
| kashikiri-貸し切り | reservering; boeking |
| kashikiru-貸し切る | reserveren; boeken; afhuren; charteren |
| kashikomarimashita-畏まりました | (beleefd antwoord op een verzoek) jazeker; heel goed; begrepen; graag gedaan; met plezier |
| kashikoshi-貸し越し | openstaande rekening; het rood staan |
| kasho-佳所 | plaats [plek] met goed uitzicht |
| kashō-火傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
| kasho-箇所 | plaats; plek; punt; onderdeel |
| kasho-箇所 | passage (in een tekst) |
| kashoku-火食 | (het eten van) gekookt [gebakken] voedsel |
| kashū-歌集 | liedboek; verzameling liederen |
| kasōken-科捜研 | forensisch onderzoeker |
| kasokeshi-幽けし | (arch.) vaag; zwak; bleek; onduidelijk |
| kasorikku-カソリック | katholiek |
| kassui-渇水 | watertekort; watergebrek; droogte |
| kasumeru-掠める | misleiden; bedriegen; om de tuin leiden; (iets) stiekem doen |
| kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
| kasuri-絣 | weeftechniek waarbij de draden speciaal voor het weefpatroon worden geverfd |
| kata-潟 | inlaat; kreek |
| katainaka-片田舎 | een afgelegen plek; in de binnenlanden; in de rimboe [bushbush] |
| katakage-片陰 | schaduwplek; schaduwkant |
| katakata-かたかた | (onomatopee) gekletter; geratel; ratelend |
| katakata-片方 | zijkant; hoek; afgelegen plek |
| katakori-肩凝り | stijve schouder(s); stijve nek |
| katakusōsaku-家宅捜索 | (officiële term voor) huiszoeking door de politie |
| katamewaza-固め技 | worstel [controle] techniek |
| katarogu・shoppingu-カタログ・ショッピング | producten uitzoeken en kopen via een catalogus |
| kataru-カタル | catarre (slijmvliesontsteking) |
| katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
| katasumi-片隅 | hoek(je); afgelegen locatie |
| katawa-片端 | (iemand met) een lichaamsgebrek |
| katayaburi-型破り | niet conform aan [afwijkend van] de conventie (van vorm, stijl, e.d.); ongewoon; ongebruikelijk; excentriek |
| kateidenkiseihin-家庭電気製品 | elektrisch huishoudapparaat; elektrisch apparaat voor in huis |
| katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
| katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
| kāten・rekuchā-カーテン・レクチャー | bedsermoen; gordijnpreek (terechtwijzing van een vrouw aan haar man in de slaapkamer) |
| katorikku-カトリック | katholiek |
| katsuji-活字 | drukwerk; gedrukte tekst |
| kattingu-カッティング | cutting (gitaartechniek) |
| kattoin-カットイン | aanvalstechniek (rugby, voetbal) |
| katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
| kauntā-カウンター | telmachine; rekenmachine |
| kawa-側 | omhulsel; verpakking; behuizing; kast (van een horloge); dek; cover |
| kawago-皮籠 | een mand bekleed met leer (of met papier) |
| kawagoshi-川越し | de rivier oversteken |
| kawaisō-かわいそう | zielig [meelijwekkend] zijn |
| kawaoto-川音 | het geruis [gekabbel] van een rivier; geluid van stromend (rivier) water |
| kawarimono-変わり者 | zonderling; excentriek persoon |
| kawasekessai-為替決済 | deviezenverrekening |
| kawasō-革装 | leren kaft [boekband] |
| kawazan'yō-皮算用 | te optimistische [irrealistische] berekeningen |
| kaya-茅 | riet; schildgras; Miscanthusgras (zoals gebruikt voor dakbedekking) |
| kayoi-通い | (afk. voor) bankboekje |
| kayoichō-通い帳 | bankboekje |
| kazaihoken-家財保険 | inboedelverzekering |
| kazarike-飾り気 | aanstellerij; vertoon; gekunsteldheid |
| kazasu-挿頭す | een versiering (b.v. een bloem) in het haar steken |
| kazeatari-風当たり | scherpe [harde] kritiek |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoechigaeru-数え違える | zich verrekenen [vertellen]; verkeerd berekenen |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoeru-数える | tellen; optellen; berekenen |
| kebyō-仮病 | het simuleren [veinzen] van een ziekte |
| kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
| kegare-汚れ | vlek; smet; vervuiling |
| kegare-汚れ | (schand)vlek; bezoedeling; blaam |
| kēgeru-ケーゲル | pubococcygeale spier (spier van het bekkenbodem) |
| kegirai-毛嫌い | een (instinctive) hekel [afkeer] hebben; bevooroordeeld zijn |
| kehai-気配 | indicatie; aanwijzing; teken |
| kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
| kei-啓 | (in kanji combinaties) openen; openbaren; bekendmaken; onthullen |
| keibō-閨房 | slaapkamer; vrouwenvertrek; boudoir |
| keidenki-継電器 | (elektriciteit) relais |
| keigan-鶏眼 | likdoorn; eksteroog |
| keihō-刑法 | wetboek van strafrecht |
| keijika-形而下 | het fysische; het fysieke (overeenkomend met de natuur) |
| keijisoshōhō-刑事訴訟法 | strafprocesrecht; Wetboek van Strafvordering |
| keijō-啓上 | het (iem.) respectvol toespreken [aanspreken]; het woord richten tot iemand |
| keijō-計上 | het opnemen van alle kosten [bedragen] in een totale berekening |
| keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
| keijōshūshi-経常収支 | saldo op lopende rekening |
| keikai-軽快 | licht [lichtvoetig, kwiek; levendig; veerkrachtig; dartel; vrolijk] zijn |
| keikai-軽快 | (van ziekte, pijn, e.d.) verlichting; verbetering; herstel |
| keikaisen-警戒線 | politiekordon; politieafzetting |
| keikaku-圭角 | hoek; scherpe rand (b.v. van een edelsteen) |
| keikan-景観 | mooi landschap [uitzicht]; schilderachtige plek |
| keikotsu-頸骨 | nekwervels |
| keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
| keiongaku-軽音楽 | lichte muziek |
| keiren-痙攣 | stuiptrekking; spasme; kramp |
| keiri-経理 | boekhouding; financiële administratie |
| keiribu-経理部 | boekhoudafdeling |
| keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
| keiryaku-計略 | tactiek; (krijgs)list; plan; strategie |
| keisai-掲載 | publicatie (m.n. in een krant, tijdschrift e.d., van een tekst, illustratie, foto etc.) |
| keisan-計算 | berekening; telling |
| keisandakai-計算高い | berekenend; sluw; listig |
| keisanki-計算機 | rekenmachine; calculator |
| keisanshaku-計算尺 | rekenliniaal; schuifmaat |
| keisansuru-計算する | berekenen |
| keisanzuku-計算尽く | berekenend; met voorbedachten rade; overwogen |
| keisatsuchō-警察庁 | korps landelijke politiediensten; rijkspolitiekorps |
| keisatsusōsa-警察捜査 | politieonderzoek |
| keisatsutechō-警察手帳 | politiepenning; politie ID-bewijs; politiekaart; legitimatiekaart van een politieambtenaar |
| keishichō-警視庁 | hoofdstedelijke politie; politiekorps van Tokio (MPD, Metropolitan Police Department) |
| keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| keishitsuen-憩室炎 | diverticulitis (divertikel-ontsteking) |
| keishō-軽症 | milde ziekte; licht geval; milde aandoening |
| keisuiro-軽水炉 | lichtwaterreactor (lichtwatergekoelde kernreactor) |
| keitsui-頸椎 | halswervel; nekwervel |
| keizaika-経済家 | een spaarzame [zuinige; gierige] persoon; krent; vrek |
| kekkan-欠陥 | nalatigheid; tekortkoming; gebrek; onvolkomenheid; defect; tekort; ontoereikendheid |
| kekkanshikkan-血管疾患 | vaatziekte; vasculaire ziekte |
| kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
| kekkon-血痕 | bloedvlek |
| kekkonaite-結婚相手 | toekomstige man [vrouw] |
| kenasu-貶す | afkraken; afbrekende kritiek hebben op; kleineren |
| kenben-検便 | ontlastingonderzoek |
| kenbikyōkensa-顕微鏡検査 | microscopisch onderzoek |
| kenbutsu-見物 | het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing |
| kenbutsusuru-見物する | bezienswaardigheden bezoeken; sightseeën |
| kenchi-検知 | het via apparatuur de oorzaak van een defect [storing; gebrek] achterhalen |
| kenchikusuru-建築する | bouwen; optrekken |
| kendon-慳貪 | gebrek aan mededogen; wreedheid; onvriendelijkheid; kwaadaardigheid |
| kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
| kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
| kengan-検眼 | oogonderzoek; oogmeting; optometrie |
| kengi-建議 | voorstel; petitie; verzoekschrift; memorandum |
| kengifujūbun-嫌疑不十分 | gebrek aan bewijs, onvoldoende aanknopingspunten [verdenking] |
| kenji-検字 | index in kanji woordenboeken gebaseerd op het totale aantal penseelstreken |
| kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
| kenki-嫌忌 | hevige afkeer; aversie; hekel |
| kenkinsuru-兼勤する | twee functies combineren; een tweede functie [positie] bekleden |
| kenkō-軒昂 | vrolijkheid; opgewektheid; levendigheid |
| kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
| kenkōhokenhō-健康保険法 | zorgverzekeringswet |
| kenkon-乾坤 | iets dat uit twee delen bestaat, m.n. boekwerken |
| kenkōshindan-健康診断 | medisch onderzoek; medische controle |
| kenkyō-検鏡 | microscopisch onderzoek |
| kenkyū-研究 | onderzoek; research |
| kenkyūbunya-研究分野 | onderzoeksgebied; onderzoekgebied |
| kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
| kenkyūkaihatsu-研究開発 | Onderzoek en Ontwikkeling (Research and development, R&D) |
| kenkyūsekininsha-研究責任者 | hoofdonderzoeker |
| kenkyūsha-研究者 | onderzoeker |
| kenkyūshitsu-研究室 | laboratorium; onderzoeksruimte; congreszaal; kantoor van een professor |
| kenkyūsuru-研究する | onderzoeken; onderzoek doen; bestuderen |
| kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
| kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
| kennon-剣吞 | risico; onzekerheid; gevaar |
| kennyō-検尿 | urineonderzoek; urinetest |
| kenpa-検波 | (elektro)golf detectie |
| kenpaku-建白 | petitie; verzoekschrift; memorandum |
| kenpakusho-建白書 | petitie; verzoekschrift; memorandum |
| kenpitsu-健筆 | het vaardig [goed] schrijven van een tekst |
| kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
| kenpon-献本 | presentexemplaar; gratis exemplaar van een boek |
| kenpon-絹本 | zijdedoek (voor kalligraferen of schilderen) |
| kensaku-検索 | het opzoeken (b.v. in een woordenboek); het zoeken naar bepaalde informatie [gegevens] (in documenten, op internet, etc.) |
| kensakuenjin-検索エンジン | zoekmachine (computer) |
| kensetsusuru-建設する | bouwen; vervaardigen; opzetten; optrekken; oprichten |
| kenshi-犬歯 | hoektand; oogtand |
| kenshin-健診 | medisch onderzoek; medische controle |
| kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
| kenshin-検針 | opname van de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand |
| kenshin-見神 | mystiek godsbesef (het voelen van de aanwezigheid van God) |
| kenshinsuru-検針する | de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand opnemen |
| kenshō-検証 | inspectie; onderzoek |
| kensho-険所 | een gevaarlijke plek |
| kenshō-顕彰 | (publieke) bekendmaking; publieke eerbewijzen |
| kenshōen-腱鞘炎 | peesschedeontsteking (tendovaginitis) |
| kenshun-険峻 | een steile, ruige plek |
| kenshutsu-検出 | waarneming; speurwerk (iets zoeken en vinden) |
| kensui-建水 | een spoelbak waarin het water wordt opgevangen van het wassen van theekopjes na de theeceremonie |
| kensui-懸垂 | een fitnessoefening waarbij men zichzelf optrekt aan een stang |
| kensuru-検する | onderzoeken; inspecteren |
| kentai-検体 | exemplaar; monster; proeve; onderzoeksobject |
| kentai-献体 | lichaamsdonatie; terbeschikkingstelling van het lichaam na de dood (voor medisch onderzoek) |
| kentan-検痰 | sputumonderzoek |
| kentei-賢弟 | beleefde uitdrukking om een jonger iemand aan te spreken in (bijv. een brief) |
| kentō-検討 | onderzoek; bestudering |
| kentōsuru-検討する | onderzoeken; bestuderen |
| kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
| kenzan-検算 | het controleren [nakijken] van een berekening |
| ken'aku-険悪 | gevaarlijk [hard; zwaar; ernstig; hachelijk; kritiek; dreigend] zijn |
| ken'an-検案 | verkenning; oriënterend onderzoek (ter plaatse, van fysiek bewijsmateriaal, zoals (voet)sporen, e.d.) |
| ken'an-検案 | (jur.) onderzoek naar de doodsoorzaak; lijkschouwing; autopsie |
| ken'in-牽引 | tractie; het trekken; slepen |
| ken'insha-牽引車 | sleepwagen; trekker; truck |
| ken'insha-牽引車 | pionier; voortrekker |
| keppai-欠配 | gebrek [tekort] aan rantsoenen; niet-levering van rantsoenen; het niet uitbetalen van salarissen; het opschorten van lonen |
| kera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
| keroido-ケロイド | keloïd (verdikking op de huid door overmatige groei van littekenweefsel) |
| kerun-ケルン | kegelvormige steen; pre-Keltisch gedenkteken |
| keshiki-気色 | teken; voorteken |
| kessan-決算 | afsluiting (in de boekhouding van het kasboek) |
| kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
| kesshite-決して | nooit; in geen geval; geenszins; zeker niet |
| kesshū-結集 | samentrekking; bijeenbrenging; mobilisatie; verbinding |
| kessoku-結束 | het dragen [aandoen; aantrekken; aangespen] van kleding en wapenrusting |
| kētaringu-ケータリング | catering; proviandering; maaltijdverstrekking |
| ketsuban-欠番 | ontbrekend [weggelaten; overgeslagen] nummer [getal] |
| ketsugiron-決疑論 | casuïstiek |
| ketsuin-欠員 | vacature; openstaande betrekking [positie; post] |
| ketsuji-欠字 | weggelaten woord; omissie (in tekst); leemte |
| ketsujo-欠如 | gebrek; tekort; afwezigheid (van iets); ontbering |
| ketsumakuen-結膜炎 | bindvliesontsteking; conjunctivitis |
| ketsuraku-欠落 | gebrek (aan); het ontbreken (van); gemis |
| ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
| ketten-欠点 | tekortkoming; defect; mislukking |
| ketto-ケット | deken; plaid |
| kī-キー | toon; toonaard (muziek) |
| ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
| kibakuzai-起爆剤 | ontstekingsmiddel; ontstekingslading |
| kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
| kibansofuto-基盤ソフト | infrastructurele software (bedrijfssoftware specifiek ontworpen voor het uitvoeren van basistaken, zoals interne diensten en processen) |
| kībōdo-キーボード | keyboard (muziekinstrument); toetsenbord |
| kiboku-亀卜 | waarzeggerij met behulp van het schild van een schildpad (door dat te verbranden en daarna het patroon van de scheuren die waren ontstaan te bekijken) |
| kibutsu-帰仏 | bekering tot het Boeddhisme |
| kibyō-奇病 | zeldzame ziekte (waarvan oorzaak en geneesbaarheid niet bekend zijn) |
| kichi-危地 | gevaarlijke plek; kritieke situatie; gevaar |
| kichi-既知 | bekendheid; (algemeen) bekend zijn |
| kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
| kichigai-気違い | een gek [idioot] |
| kichinichi-吉日 | een geluksdag; een goede dag; een dag met goede voortekenen |
| kido-木戸 | poort; tuinhekje; ingang |
| kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
| kifutsu-帰仏 | bekering tot het Boeddhisme |
| kigae-着替え | het omkleden; andere kleren aantrekken |
| kigaeru-着替える | zich omkleden; andere kleren aantrekken |
| kigō-記号 | symbool; karakter; teken; merkteken |
| kigō-記号 | (semiotiek) taalteken; woord |
| kigōron-記号論 | semiotiek; tekenleer |
| kigyōhimitsu-企業秘密 | bedrijfsgeheim; handelsgeheim; fabrieksgeheim |
| kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
| kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
| kihitsu-起筆 | beginpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
| kijiku-基軸 | basis; fundament; hoeksteen |
| kijin-奇人 | een excentriek [vreemd] persoon, excentriekeling |
| kijunwaku-基準枠 | referentiekader |
| kikaitaisō-器械体操 | toestelturnen; het turnen [gymnastiek] met gebruik van toestellen |
| kikanshitsu-機関室 | machinekamer |
| kikazaru-着飾る | zich mooi aankleden; zich opdoffen [uitdossen]; mooie [sjieke] kleren aantrekken |
| kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
| kikidasu-聞き出す | informatie krijgen; (iets) uitzoeken [horen] |
| kikihoreru-聞き惚れる | in vervoering gebracht worden (door muziek); met overgave luisteren |
| kikikomi-聞き込み | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
| kikikomisōsa-聞き込み捜査 | buurtonderzoek door politie voor informatie bij bewoners of getuigen op locatie |
| kikin-飢饉 | droogte; mislukte oogst; voedseltekort; watertekort |
| kikitogameru-聞き咎める | terechtwijzen; berispen; aanmerkingen hebben (op); in twijfel trekken (wat iemand zegt) |
| kikitoru-聞き取る | informatie zoeken; navraag doen |
| kikkake-切っ掛け | signaal [teken; aanwijzing; gelegenheid] om iets te beginnen; oorzaak; motief |
| kikoeru-聞こえる | bekend [beroemd; populair] worden |
| kikoku-鬼哭 | (arch.) het gejammer en geweeklaag van een rusteloze geest of dode ziel |
| kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
| kikotsu-奇骨 | excentriek zijn; excentrieke persoonlijkheid |
| kikyō-奇矯 | excentriek zijn; excentriek gedrag; onvoorspelbaarheid; onberekenbaarheid |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kimama-気儘 | zorgeloosheid; onbekommerdheid |
| kimarikitta-決まり切った | vastgesteld; definitief; overeengekomen |
| kimarimonku-決まり文句 | een vaste [bekende] uitdrukking; cliché |
| kimarite-決まり手 | (sumo) de winnende techniek |
| kimei-記名 | ondertekening; signatuur; handtekening |
| kimeisuru-記名する | ondertekenen; je handtekening zetten |
| kimekomi-木目込み | techniek om traditionele Japanse houten poppen te maken (waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
| kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
| kimekominingyō-木目込み人形 | traditionele Japanse houten pop (gemaakt met een techniek waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
| kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
| kimerashōhin-キメラ商品 | een product met meerdere functies (b.v. een radiowekker) |
| kimon-鬼門 | zwakheid; zwak punt; gebrek |
| kimonosurību-着物スリーブ | wijde rechthoekige mouw (als van een Japanse kimono) |
| kin-琴 | qin, antiek Chinees snaarinstrument |
| kinari-生成り | ongebleekt |
| kinbyōbu-金屏風 | een kamerscherm bedekt met bladgoud |
| kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
| kindenkei-筋電計 | elektromyograaf (instrument voor spierkrachtmetingen) |
| kindenzu-筋電図 | elektromyogram (weergave van de elektrische stromen in spieren door een elektromyograaf) |
| kingyosō-金魚草 | leeuwenbek (plant, Antirrhinum) |
| kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
| kinkan-近刊 | publicatie in de nabije toekomst; boek dat binnenkort gepubliceerd zal worden |
| kinkan-近刊 | recente publicatie; boek dat onlangs gepubliceerd is |
| kinketsu-金欠 | geldgebrek |
| kinkin-近近 | in de nabije toekomst; binnenkort; spoedig |
| kinko-金海鼠 | zeekomkommer (bêche-de-mer) |
| kinkon-緊褌 | lendendoek |
| kinkotsu-筋骨 | fysieke kracht; gespierd zijn |
| kinkyoku-琴曲 | muziek gespeeld op de koto (Japans snaarinstrument); kotomuziek |
| kinnō-金納 | contant betaling; afrekening in contant geld |
| kinoe-甲 | de eerste van de tien kalendertekens |
| kīnōto-キーノート | grondtoon; hoofdtoon (muziek) |
| kinsho-禁書 | boekverbod; een verbod op publicatie en bezit van een boek |
| kinsho-禁書 | verboden boek |
| kinshuku-緊縮 | samentrekking; inkrimping |
| kinzoku-勤続 | lange termijn dienstverlening; lang op dezelfde werkplek werken |
| kin'en-禁厭 | spreuken voor het voorkomen van ziekten en rampen |
| kin'en-筋炎 | myositis (spierontsteking) |
| kin'yūkanjō-金融勘定 | financiële rekening(en) |
| kin'yūkyōkō-金融恐慌 | financiële paniek [crisis] |
| kin'yūshūshi-金融収支 | financieel saldo; het saldo van een financiële rekening |
| kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
| kiokure-気後れ | verlegenheid; gêne; schroom; gebrek aan zelfvertrouwen |
| kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
| kippu-切符 | kaartje; entreebiljet; toegangsbewijs; bon; coupon; bekeuring |
| kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
| kirau-嫌う | iemand [iets] haten; een hekel hebben aan iemand [iets] |
| kirema-切れ間 | onderbreking; pauze |
| kireme-切れ目 | pauze; onderbreking |
| kiremono-切れ者 | een kundig [bekwaam; scherpzinnig] persoon |
| kireru-切れる | breken; splijten; barsten |
| kireru-切れる | doorsnijden; afbreken; verbreken |
| kirie-切り絵 | papierknipkunst; geknipte afbeelding van papier |
| kirihitoha-桐一葉 | één (vallend) blad van de Anna Paulownaboom (als teken van het begin van de herfst) |
| kirikami-切り紙 | een afgeknipt stuk papier |
| kirikōjō-切り口上 | stijf [formeel] taalgebruik [spreken] |
| kirikorosu-切り殺す | (iem.) doodsteken; neersabelen; doden met een zwaard of mes |
| kirikumu-切り組む | stukken aan elkaar maken; (twee delen) verbinden (met verstek, zwaluwstaartje, e.d.) |
| kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
| kiritsukeru-切りつける | steken [slaan] met een wapen (mes, zwaard, e.d.) |
| kiritsukeru-切り付ける | iemand steken [snijden; verwonden] (met een mes, zwaard, e.d.) |
| kiroku-記録 | verslag; document; notulen; aantekeningen; document |
| kirokusuru-記録する | registreren; optekenen; notuleren |
| kirowatto-キロワット | kilowatt (kW, eenheid van elektrisch arbeidsvermogen) |
| kiru-切る | ophouden; beëindigen; ophangen; verbreken; afbreken; uitdoen; uitzetten; (iem.) ontslaan |
| kiru-着る | aantrekken [dragen] (van kleding, vanaf de schouders) |
| kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
| kiryō-器量 | iemands uiterlijk [gelaatstrekken] |
| kisai-奇祭 | festival met bijzondere [unieke] onderdelen [gebruiken; rituelen] |
| kisaku-奇策 | een bizar plan; een vreemde tactiek |
| kisama-貴様 | (denigrerende, vaak uitscheldende, term gebruikt door mannen, om iemand aan te spreken die zijn mindere of gelijke is) jij; jij schoft [klootzak] |
| kisan-起算 | het tellen [(be)rekenen] vanaf een datum |
| kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
| kisekiteki-奇跡的 | miraculeus; verbazingwekkend; wonderbaarlijk |
| kiseru-着せる | bekleden (met); fineren; lakken; pantseren |
| kishagurabu-記者グラブ | Japanse pers-club; groep verslaggevers van specifieke nieuwsorganisaties (met bronnen bij de overheid en bedrijven) |
| kisho-奇書 | zeldzaam [waardevol] boek [document]; zeldzame [waardevolle] brief [uitgave] |
| kishōshippeiyōiyakuhin-希少疾病用医薬品 | weesgeneesmiddel (een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte) |
| kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
| kishōtenketsu-起承転結 | compositie en ontwikkeling van een tekst |
| kisōkyoku-奇想曲 | capriccio (muziekstuk) |
| kisuringu-キスリング | soort canvas rugzak voor bergbeklimmen |
| kisuru-期する | verwachten; hopen; uitkijken naar; rekenen op; voorzien; een voorgevoel hebben; aan zien komen |
| kisuru-記する | opschrijven; neerschrijven; noteren; optekenen; aantekenen |
| kīsutōn-キーストーン | hoeksteen; sluitsteen |
| kitchō-吉兆 | goed [gunstig] voorteken |
| kiton-キトン | chiton (onderkleed bij de oude Grieken) |
| kitsuke-着付け | het correct aantrekken en dragen van een kimono |
| kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
| kiwadatsu-際立つ | opvallen; er bovenuit steken; opvallend zijn |
| kīwādo-キーワード | sleutelwoord; trefwoord; zoekterm |
| kiwametsuki-極めつき | erkend; uitmuntende; met een uitstekende reputatie |
| kiyō-器用 | bekwaamheid; handigheid |
| kiyō-紀要 | door universiteiten of onderzoeksinstellingen gepubliceerde uitgave (met artikelen, onderzoeksverslagen, etc.) |
| kiyomasaninjin-清正人参 | bleekselderij; bladselderie (Apium graveolens) |
| kiyūkyoku-嬉遊曲 | (muziek) divertimento |
| kizashi-兆し | teken; aanwijzing; symptoom |
| kizoku-帰属 | jurisdictie; toerekening; toekenning |
| kizu-傷 | (emotionele) verwonding; gekwetste gevoelens |
| kizu-傷 | vlek (op iem.'s reputatie); schande; oneer |
| kizuato-傷跡 | litteken |
| kizui-奇瑞 | een gunstig voorteken |
| kizuku-築く | bouwen; oprichten; optrekken; opzetten; aanleggen; in elkaar zetten |
| kizutsuku-傷つく | (emotioneel) gekrenkt worden |
| kizuyoi-気強い | wilskrachtig; vastberaden; standvastig; volhardend; zelfverzekerd; koppig |
| kō-公 | publiek; openbaar |
| kō-校 | (in kanji combinaties) drukproef; revisie; gecorrigeerde proef (van een boek, document, etc.); telwoord voor het aantal revisies |
| kōan-公安 | nationale [publieke, openbare] veiligheid [vrede] |
| kōanchōsachō-公安調査庁 | (Public Security Intelligence Agency; PSIA) Agentschap voor onderzoek openbare veiligheid |
| kōatsu-光圧 | lichtdruk (druk die door licht of elektromagnetische golven wordt uitgeoefend op objecten die deze absorberen of reflecteren) |
| kōatsu-高圧 | (elektriciteit) hoogspanning |
| koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
| kōba-工場 | (kleine) fabriek; werkplaats |
| kōbai-勾配 | hellingspercentage; hellingshoek; gradiënt |
| kōbaisankakujōgi-勾配三角定規 | verstelbare tekendriehoek |
| kobaka-小馬鹿 | een zekere dwaasheid; domheid |
| kōbaku-広漠 | onmetelijke uitgestrektheid |
| kobanashi-小話 | kort verhaal; anekdote |
| kōbasai-公募債 | publieke aandelen [obligaties; effecten] |
| kōbashī-香ばしい | aromatisch; prettig ruikend; geurend; welriekend |
| kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
| kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
| kobotsu-毀つ | breken; vernielen; beschadigen |
| kobu-瘤 | bult; knobbel; uitsteeksel; zwelling; bobbel |
| kōbugattai-公武合体 | kōbu-gattai; verzoening [politieke eenheid] tussen het keizerlijke hof en het shogunaat |
| kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
| kōchaku-膠着 | het vastkleven; vastplakken; samenkleven; aankoeken |
| kōchi-公知 | algemene bekendheid |
| kōchi-巧遅 | uitgebreide maar trage uitvoering; langzaam maar zeker te werk gaan |
| kochira-此方 | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
| kochiranohanashi-こちらの話 | het onderwerp van gesprek |
| kōchisho-拘置所 | huis van bewaring (voor gedaagden in hechtenis; en veroordeelden in afwachting van de hoogste strafvoltrekking in Japan) |
| kōcho-高著 | (term die verwijst naar) een literair werk van een ander; uw [jouw] boek |
| kōchōryoku-抗張力 | trekkracht |
| kodai-古代 | de oudheid; klassieke periode; het verre verleden |
| kōdai-広大 | uitgestrektheid; grootsheid |
| kōdai-高大 | verheven [nobel; edel; indrukwekkend] zijn |
| kōdan-講壇 | spreekgestoelte; spreekstoel; katheder |
| kōdan-降壇 | het podium afstappen; het spreekgestoelte verlaten |
| kōden-光電 | foto-elektriciteit |
| kōdenkan-光電管 | fotocel (elektronenbuis voor stralingsdetectie) |
| kōdenshi-光電子 | foto-elektron |
| kōdinētosuru-コーディネートする | coördineren; rangschikken; in harmonie brengen [bij elkaar zoeken] (van kleding en accessoires |
| kōdo-コード | snaar; akkord (muziek) |
| kodōgu-小道具 | (theater) rekwisieten; meubels, gereedschap, etc. gebruikt op het podium |
| kodōgu-小道具 | (afk. voor) rekwisiteur; toneelknecht |
| kodōgukata-小道具方 | rekwisiteur; toneelknecht |
| kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
| kōdoku-購読 | het kopen en lezen van boeken, kranten, tijdschriften e.d.; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
| kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
| kōdokusuru-購読する | boeken, kranten, tijdschriften e.d. kopen en lezen; een abonnement hebben (op een krant of tijdschrift) |
| koe-肥 | mest; gier; drek |
| kōeki-公益 | algemeen (publiek) belang |
| kōekijigyō-公益事業 | maatschappelijk nuttige activiteit; non-profitactiviteit; publieke dienstverlening |
| kōen-広遠 | iets dat groot [immens; enorm; omvangrijk; uitgestrekt; verstrekkend] is |
| kōenkai-講演会 | (publieke) lezing (over een vastgesteld onderwerp, thema, e.d.) |
| kōfu-交付 | overhandiging; uitvaardiging; verlening; toekenning; uitgifte |
| kōfu-公布 | proclamatie; openbare afkondiging [bekendmaking] |
| kōfun-公憤 | publieke verontwaardiging |
| kōfun-口吻 | manier van spreken; suggestie |
| kōfuseikyūsho-交付請求書 | aanvraagformulier; verzoek tot afgifte |
| kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
| kōgaisuion-口蓋垂音 | (taalkunde) uvulaar; uvulaire medeklinker |
| kogaki-小書き | annotatie (in de hoofdtekst in een kleiner lettergrootte) |
| kōgakumojiyomitori-光学文字読み取り | optische tekenherkenning (OCR: optical character recognition) |
| kōgan'en-睾丸炎 | orchitis (ontsteking van de testikel) |
| kōgeki-攻撃 | aanval; inval; aanslag; kritiek |
| kōgekisuru-攻撃する | aanvallen; een aanval [inval] doen; bekritiseren |
| kōgen-公言 | publieke [officiële] aankondiging [proclamatie; verklaring; bekendmaking] |
| kogen-古諺 | een oud spreekwoord [gezegde] |
| kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
| kōgo-口語 | spreektaal; gesproken taal |
| kogo-古語 | oude [klassieke; archaïsche] taal |
| kogo-古語 | oud gezegde; spreekwoord; spreuk |
| kōgotai-口語体 | informele schrijfstijl (geschreven als spreektaal) |
| koguchi-小口 | rand; de snijkant van de bladzijden van een boek |
| kohan-古版 | oude druk [uitgave] (van een boek) |
| kōhan-甲板 | scheepsdek |
| kōhatsu-後発 | het later vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; volgen |
| kōhatsu'iyakuhin-後発医薬品 | generiek geneesmiddel |
| kōhi-公費 | publieke uitgaven [middelen]; overheidsgelden [uitgaven] |
| kōhi-高批 | (beleefd ontvangen) kritiek van anderen; uw gewaardeerde kritiek |
| kōhinkyoku-行進曲 | mars (muziek; tempo) |
| kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
| kōhō-公法 | publiekrecht |
| kōhō-広報 | publiciteit; publieksinformatie |
| kōhō-高峰 | bergtop; piek |
| kōhochi-候補地 | geselecteerde [gekozen] landstreek [gebied; terrein] (om iets op te bouwen) |
| kohon-古本 | oud boek; tweedehands boek |
| kōhontadō-好本多同 | goed voorbeeld doet goed volgen (zowel geestelijk, gedragsmatig als ook in bekwaamheden) |
| kōhōto-コーホート | cohort (een groep mensen met een gemeenschappelijk kenmerk, in een demografisch onderzoek) |
| kōhyō-公表 | (openbare) aankondiging; bekendmaking; proclamatie |
| kōhyō-好評 | gunstige kritiek; goede reputatie; populariteit |
| kōhyō-講評 | recensie; review; kritiek; commentaar |
| kōhyōsuru-講評する | bekritiseren; commentaar leveren op; recenseren |
| koi-古意 | oude (klassieke) betekenis |
| koibana-恋ばな | gesprekjes (m.n. van meisjes) over elkaars liefdes(avonturen) |
| koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
| koikaze-恋風 | Koi kaze, titel van een bekende Japanse manga serie |
| koikoku-鯉こく | karper gekookt in misosoep |
| koinegau-希う | (hartstochtelijk) verlangen; wensen; hopen; smeken; verzoeken |
| kōji-公事 | publieke zaak; overheidsaangelegenheid |
| kōji-公示 | publieke [officiële] bekendmaking [aankondiging] |
| kōji-麹 | gemoute rijst, een schimmel die gekweekt wordt op rijst en bonen (en gebruikt wordt als starter-cultuur voor het maken van sake, miso, sojasaus e.d.) |
| kojiki-古事記 | Kojiki; Kroniek van oude zaken (het oudste overgeleverde boek met mythen en sagen over de antieke geschiedenis van Japan) |
| kōjin-公人 | een publiek persoon [figuur] |
| kōjin-行人 | de titel van een roman van Natsume Soseki |
| kojinsa-個人差 | individuele verschillen; verschillen tussen individuen op basis van hun mentale en fysieke kenmerken |
| kojin'yokin-個人預金 | particuliere rekening; persoonlijke storting |
| kojiraseru-拗らせる | verergeren [erger maken] (van een ziekte) |
| kojirasu-拗らす | verergeren [erger worden] (van een ziekte) |
| kojireru-拗れる | erger worden; verergeren (van ziekte, e.d.) |
| kōjisuru-公示する | publiekelijk [officieel] bekendmaken [aankondigen] |
| kōjō-工場 | fabriek; werkplaats |
| kōjo-控除 | aftrek; korting |
| kōjōsho-口上書 | een niet-ondertekend diplomatiek memorandum (dat dient als informele herinnering aan een onbeantwoorde vraag of verzoek) |
| kōjōwatashikakaku-工場渡し価格 | fabriekprijs; prijs af fabriek |
| kōjutsuchōsho-供述調書 | verklaring (van een aangeklaagde, verdachte, getuige, e.d.) |
| kōka-公課 | (publieksrechtelijke) heffingen |
| kokage-木陰 | de schaduw van een boom; een plek onder een boom (beschut tegen zonlicht en regen) |
| kōkai-公開 | opening (voor het publiek); het openbaar maken; tentoonstelling |
| kōkaidō-公会堂 | hal voor publieke bijeenkomsten; gemeenschapszaal; stadsgehoorzaal |
| kōkaisuru-公開する | openstellen voor publiek; tentoonstellen; openbaar maken |
| kōkaku-口角 | mondhoek |
| kōkaku-高角 | hoge [grote] (verticale) hoek |
| kōkan-後患 | toekomstige problemen; onaangename gevolgen |
| kōkatsu-広闊 | weidsheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid |
| kōkatsu-狡猾 | sluw [listig; berekenend; geslepen] zijn |
| koke-虚仮 | dwaas; domkop; gek; idioot |
| kōkechi-纐纈 | (tie-and-dyemethode) knoopverven (verftechniek uit de Nara-periode, waarbij de stof eerst werd samengeknoopt en dan geverfd) |
| kokekokkō-コケコッコー | (onomatopee) kukeleku (het kraaien van een haan) |
| koketisshu-コケティッシュ | koket; behaagziek |
| kōki-公器 | openbare [publieke] instelling; overheidsinstelling |
| kōki-口気 | spreekstijl; stemvolume |
| kōkikōreishairyōhoken-後期高齢者医療保険 | zorgverzekering voor bejaarden |
| kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
| koko-ここ | hier; deze plaats (dichtbij de spreker) |
| kōko-公庫 | gemeentelijke kas; gemeentekas; financieringsmaatschappij |
| kōko-後顧 | bezorgdheid (voor de toekomst) |
| kōkō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
| kokō-虎口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
| kokochi-心地 | zich ziek voelen; ziekte |
| kōkokubun'anka-広告文案家 | (reclame)tekstschrijver |
| kōkokubun'ansakuseisha-広告文案作成者 | copywriter; tekstschrijver; tekstschrijfster |
| kokorobosoi-心細い | onzekerheid; bevreesdheid; ongerustheid |
| kokoroe-心得 | kennis; begrip; bekwaamheid |
| kokoroe-心得 | (tijdelijk} een positie bekleden [als plaatsvervanger optreden] |
| kokoroegao-心得顔 | een veelbetekenende blik |
| kokorojōbu-心丈夫 | gevoel van veiligheid [zekerheid; gerustheid] |
| kokoronikui-心憎い | bewonderenswaardig; prachtig; uitstekend; perfect |
| koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
| kōkūbokan-航空母艦 | vliegdekschip; vliegkampschip |
| kokubun-告文 | verzoekschrift aan de goden |
| kokugaku-国学 | de studie van de (klassieke) Japanse cultuur en literatuur |
| kokugogaku-国語学 | (Japanse) taalwetenschap [linguïstiek] |
| kokuhaku-告白 | bekentenis, erkenning; biecht |
| kokuhakusuru-告白する | bekennen; erkennen; toegeven; (op)biechten |
| kokuhanbyō-黒斑病 | sterroetdauw (een schimmelziekte op planten) |
| kokuhyō-酷評 | scherpe [vernietigende] kritiek |
| kokuhyōsuru-酷評する | scherp [streng] bekritiseren; afkraken |
| kokujihan-国事犯 | landverraad; (politiek) misdrijf tegen de staat |
| kōkūkōgaku-航空工学 | luchtvaarttechniek; vliegtuigbouwkunde |
| kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
| kokuminnenkintechō-国民年金手帳 | Nationaal Pensioenboekje |
| kokuragari-小暗がり | een halfdonkere [schemerige] plek |
| kokuron-国論 | publieke opinie; mening van het volk |
| kokuru-こくる | (gekoppeld aan andere werkwoorden) blijven doen; doorgaan met |
| kokuru-告る | zijn liefde bekennen [toegeven] |
| kokusaidenwa-国際電話 | internationaal gesprek; telefoongesprek uit het buitenland |
| kokusaikankei-国際関係 | internationale betrekkingen |
| kokusan-国産 | iets dat in eigen land [lokaal] is geproduceerd [gekweekt] |
| kokusei-国政 | nationale politiek; nationaal beleid [beheer] |
| kokusei-国政 | de politieke organisatie van een staat |
| kokusho-国書 | diplomatieke brief [brieven] in naam van een staat [van een staatshoofd] (aan een andere staat) |
| kokushohōtei-国書奉呈 | presentatie van de diplomatieke brief van een staat [staatshoofd] |
| kokusui-国粋 | bepaalde kenmerken [karakteristieken] van een land |
| kōkusukuryū-コークスクリュー | kurkentrekker |
| kokutaiseiji-国対政治 | parlementaire beraadslagingen (via deals en compromissen); achterkamertjespolitiek |
| kokuten-国典 | nationale wetgeving; nationaal wetboek |
| kokuten-国典 | (klassiekers in) de Japanse literatuur |
| kokuten-黒点 | zonnevlek (donkere vlek op het oppervlak van de zon) |
| kōkyō-公共 | openbare [publieke] status; openbaar [publiek; gemeenschappelijk] belang |
| kokyō-故郷 | geboortestreek |
| kōkyōgaku-交響楽 | symfonische muziek |
| kōkyōjigyō-公共事業 | openbare [publieke] werken |
| kōkyōkumiai-公共組合 | openbare (publieke) organisatie [unie; genootschap] |
| kōkyōtatemono-公共建物 | rijksgebouw; publiek gebouw |
| kokyū-故旧 | oude bekende; oude vriend |
| kōkyū-考究 | onderzoek; studie; overweging |
| kōkyū-講究 | onderzoek(sgebied) |
| kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
| komaami-細編み | vaste [enkele] haaksteek |
| komakuen-鼓膜炎 | myringitis; trommelvliesontsteking |
| komāsharu・pēpā-コマーシャル・ペーパー | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
| komāsharu・songu-コマーシャル・ソング | reclametune; reclameliedje; commercieel muzieknummer |
| kome-米 | (ongekookte) rijst |
| komedian-コメディアン | komiek; grappenmaker; komediant |
| komento-コメント | commentaar; toelichting; kanttekening; verklaring |
| komeru-込める | (zich) concentreren op; betrekken (bij); invoegen; bijvoegen; bijtellen; meetellen |
| komike-コミケ | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| komiketto-コミケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| komikku-コミック | stripverhaal; stripboek; stripalbum |
| komikkumāketto-コミックマーケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| kōmō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
| kōmoku-項目 | (in woordenboeken, e.d.) lemma [trefwoord] met uitleg [woordverklaring] |
| kōmon-告文 | verzoekschrift aan de goden |
| komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
| komyunike-コミュニケ | (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin; declaratie |
| kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
| kōnāsutōn-コーナーストーン | hoeksteen |
| kōnā・kikku-コーナー・キック | hoekschop |
| kōnā・wāku-コーナー・ワーク | (honkbal) werptechniek van de pitcher gericht op de hoeken van de plaat |
| konbājon-コンバージョン | bekering (kerk) |
| konbāto-コンバート | omzetten; omschakelen; ombouwen; bekeren |
| konbāto-コンバート | bekeerling |
| konbo-コンボ | combo (klein muziekgezelschap) |
| konbo-コンボ | combo (term bij computerspellen, reeks acties die uitgevoerd moeten worden in een specifieke volgorde) |
| konbō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
| koncheruto-コンチェルト | (muziek) concert |
| kondan-懇談 | een informeel gesprek |
| kondatehyō-献立表 | menukaart; week [maand] overzicht van maaltijden |
| kondensā-コンデンサー | (elektriciteit) condensator |
| konga-コンガ | langwerpige trommel (gebruikt in Cubaanse volksmuziek) |
| kongan-懇願 | smeekbede; het smeken |
| kongōjō-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
| kongōzue-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
| konji-根治 | volledige genezing (van een ziekte) |
| konma-コンマ | decimaalteken |
| konmō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
| konmōsuru-懇望する | smeken; dringend verzoeken |
| konna-こんな | zulke; zo'n; zoals dit [deze] (dichtbij de spreker) |
| kono-この | dit; deze (dichtbij de spreker) |
| konpakuto-コンパクト | beknopt |
| konpō-梱包 | het inpakken [verpakken]; emballage; bekisting |
| konpōsuru-梱包する | verpakken; inpakken; bekisten; in kratten doen |
| konsāto-コンサート | concert; muziekoptreden |
| konsei-懇請 | dringend (maar beleefd) verzoek |
| konseikyōgi-混成競技 | (atletiek) meerkamp |
| konshū-今週 | deze week |
| kontentsu-コンテンツ | inhoudsopgave (van een boek) |
| kontinyuitī-コンティニュイティー | draaiboek; script (van een film, e.d.) |
| kontorabasu-コントラバス | (muziekinstrument) contrabas |
| kontseruto-コンツェルト | (muziek) concert |
| konwa-懇話 | een informeel gesprek |
| konzetsusuru-根絶する | uitroeien; ontwortelen; met wortel en al uittrekken; verdelgen |
| koorogi-蟋蟀 | krekel |
| kopī-コピー | kopij; (reclame)tekst |
| kopīraitā-コピーライター | copywriter; tekstschrijver; tekstschrijfster |
| koppamijin-木っ端微塵 | het in kleine stukjes breken; aan diggelen slaan; iets aan gort slaan; verpulveren |
| koppō-骨法 | speciale [geheime] technieken [trucs] in de kunst (m.n. podiumkunst) of ambachten |
| kōrai-光来 | (respectvolle term) uw bezoek; uw aanwezigheid |
| koramu-コラム | column; kolom; artikel; rubriek (in krant) |
| koramunisuto-コラムニスト | columnist; rubriekschrijver; stukjesschrijver |
| kōrasu-コーラス | (zang)koor; koormuziek |
| kore-此れ | dit; deze (dichtbij de spreker) |
| korekutā-コレクター | (elektriciteit) collector; stroomafnemer |
| kōri-行李 | reiskoffer [mand met deksel] (van gevlochten bamboe of wilgenhout); reisbagage |
| kōrin-光臨 | (respectvolle term) uw bezoek; uw aanwezigheid; uw komst |
| kōritsu-公立 | publiekelijke sector |
| korona-コロナ | (elektriciteit) corona (wit licht bij wisselstroomspanning) |
| korooi-頃おい | tijd; tijdsbestek |
| kōru-コール | telefoontje; telefoongesprek |
| kōru-コール | kort bezoek |
| koru-凝る | opgaan in; bezeten zijn van; toegewijd zijn aan; gek zijn van, zich helemaal storten op |
| kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
| kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
| kōrushijō-コール市場 | call (money) markt (waar kortlopende, direct opzegbare, leningen worden verstrekt tussen banken en andere financiële instellingen) |
| kōryō-稿料 | auteur's honorarium; een betaling voor een stuk tekst |
| kōryō-蛟竜 | een nog niet ontdekt genie; een verborgen talent |
| koryosuru-顧慮する | in overweging nemen; overwegen; rekening houden met |
| kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
| kosatsu-古刹 | oude [antieke; klassieke] tempel |
| kōsatsu-考察 | beschouwing; onderzoek; studie |
| kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
| kōseinenkinhoken-厚生年金保険 | (een door de overheid beheerde) pensioenverzekering voor werknemers |
| kōseinenkinhokenhō-厚生年金保険法 | wet op pensioenverzekering voor werknemers |
| kosekishōhon-戸籍抄本 | uittreksel van het familieregister (m.b.t. gegevens van één familielid daarin) |
| kōsen-高専 | technische school; middelbare school met een focus op techniek die gemiddeld vijf jaar duurt |
| kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
| kōsha-巧者 | vakkundigheid; vaardigheid; bekwaamheid; slimheid |
| kōsha-巧者 | een vakkundig [bekwaam; ervaren; slim] persoon |
| kōshi-講師 | docent (hoger onderwijs); spreker; iemand die een lezing geeft |
| koshihimo-腰紐 | koord van een kimono dat rond de taille wordt gebonden voordat een obi eromheen wordt geknoopt |
| kōshikihappyō-公式発表 | een officiële bekendmaking; communiqué |
| kōshikihōmon-公式訪問 | een officieel (staats)bezoek |
| kōshikiseimei-公式声明 | communiqué; (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin |
| kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| kōshinjo-興信所 | onderzoeksbureau |
| koshio-小潮 | doodtij (getijdekrachten heffen elkaar op, zodat de getijdenverschillen minimaal zijn) |
| koshirae-拵え | (toneel) zich aankleden; kostuum aantrekken; make-up aanbrengen, e.d. |
| koshitsu-痼疾 | een chronische aandoening [ziekte] |
| koshiwaza-腰技 | (judo) heupworptechnieken |
| kōshō-交渉 | onderhandeling(en); discussie; gesprekken |
| kōshō-公称 | publieke bekendmaking |
| kosho-古書 | antiquarisch boek; oud [antiek] boekwerk |
| kōsho-高所 | hoge [verhoogde] plek; hoogte; verhoging |
| kōsho-高所 | hoog perspectief; uitzicht van bovenaf [vanaf een hoge plek] |
| koshokusōzen-古色蒼然 | er antiek [oud] uitziend |
| koshoten-古書店 | antiquariaat (handel in oude boeken) |
| kōshū-公衆 | openbaar [publiek] zijn |
| kōshūdenwa-公衆電話 | publieke telefoon; telefooncel |
| kosoguru-擽る | prikkelen (iemands nieuwsgierigheid, ijdelheid, etc.); opwekken |
| kosokoso-こそこそ | (onomatopee) stiekem; fluisterend; steels |
| kōsoku-拘束 | (jur.) inrekening; arrestatie |
| kossori-こっそり | (onomatopee) in het geheim; heimelijk; stiekem; verborgen; sluipend |
| kōsu-コース | rij; reeks; serie; opeenvolging |
| kosui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
| kosui-狡い | gierig; vrekkig |
| kōsui-香水 | parfum; reukwater; welriekend water |
| kosuru-鼓する | een muziekinstrument bespelen; luiden; bellen |
| kosuto・infure-コスト・インフレ | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
| kosuto・infurēshon-コスト・インフレーション | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
| kotai-古体 | ouderwets; klassieke stijl |
| kotai-古体 | poëzie in klassieke stijl |
| kōtai-後退 | terugtocht; aftocht; terugtrekking |
| kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
| kotatsu-炬燵 | Japanse tafelkachel (een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden, vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
| kotchi-こっち | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
| kōtei-校定 | correctie(s) (van fouten) in een tekst; revisie |
| kōtei-肯定 | bevestiging; affirmatie; verzekering |
| kōteki-公的 | openbaar; publiekelijk; officieel |
| kōtekishikin-公的資金 | publieke middelen; publiek geld |
| koten-古典 | klassiek |
| kōten-後天 | na de geboorte verworven [gekregen] zijn |
| kotenongaku-古典音楽 | klassieke muziek |
| kotenteki-古典的 | klassiek |
| kōtingu-コーティング | coating; deklaag; beschermlaag |
| kotō-古刀 | een oud [antiek] zwaard |
| kotoatarashii-事新しい | gekunsteld; onnatuurlijk |
| kotobajiri-言葉尻 | verspreking |
| kotobatsuki-言葉つき | taalgebruik; woordkeus; manier van spreken |
| kotobure-事触れ | aankondiging; bekendmaking |
| kotoji-琴柱 | koto-pilaar; brug van een koto (muziekinstrument) |
| kotokaku-事欠く | tekort komen, gebrek hebben aan; missen; ontberen |
| kōtōsenmongakkō-高等専門学校 | technische school; middelbare school met een focus op techniek die gemiddeld vijf jaar duurt |
| kotowaza-諺 | spreekwoord; gezegde |
| kotozuke-言付け | gerucht; roddel; kwaadsprekerij |
| kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kotsuban-骨盤 | (anatomie) bekken; pelvis |
| kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
| kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kōtsūkippu-交通切符 | bekeuring voor een verkeersovertreding |
| kottōhin-骨董品 | antiek; antieke voorwerpen |
| kou-請う | smeken; dringend verzoeken |
| koudaimuhen-広大無辺 | grenzeloosheid; oneindigheid; uitgestrektheid |
| kowaremono-壊れ物 | breekbare goederen [waar] |
| kowareru-壊れる | kapotgaan; (af)breken; gebroken worden |
| kowasu-壊す | kapotmaken; stukmaken; vernielen; breken |
| kōyaku-公約 | publieke [openbare] belofte (b.v. verkiezingsbelofte) |
| kōyōgo-公用語 | officiële taal van een land [natie]; formeel erkende taal van een land [natie] (om verordeningen, e.d. bekend te maken) |
| kōza-口座 | een (bank)rekening |
| kōzanbyō-高山病 | hoogteziekte; bergziekte |
| kōzen-昂然 | opgewekte stemming; uitgelatenheid; triomfantelijkheid; trots |
| kozō-小僧 | jong ventje; manneke |
| kubi-首 | nek (ook fig.) |
| kubihiki-首引き | het voortdurend zinspelen (op) [verwijzen (naar); naslaan; opzoeken] |
| kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubinekko-首根っこ | nekvel |
| kubippiki-首っ引き | het voortdurend zinspelen (op) [verwijzen (naar); naslaan; opzoeken] |
| kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubisuji-首筋 | achterkant van de nek; nekvel |
| kubittama-首っ玉 | (achterkant van) de nek; nekvel |
| kubō-公方 | publieke zaak; overheidszaak |
| kubukurin-九分九厘 | tien tegen een; negen van de tien keer; bijna altijd; zo goed als zeker |
| kuchi-口 | mond; bek |
| kuchibaya-口早 | het snel spreken [kletsen]; ratelen |
| kuchibeta-口下手 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
| kuchibeta-口下手 | een slechte spreker; iemand die slecht uit zijn woorden kan komen |
| kuchibuchōhō-口不調法 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
| kuchibuchōhō-口不調法 | slechte spreker; iemand die slecht uit zijn woorden kan komen |
| kuchidome-口止め | spreekverbod |
| kuchidomesuru-口止めする | iemand het zwijgen opleggen; iemand verbieden te spreken |
| kuchie-口絵 | titelplaat; titelprent (illustratie voorin een boek, tijdschrift, e.d.) |
| kuchifusagi-口塞ぎ | spreekverbod |
| kuchigaru-口軽 | loslippigheid; babbelziek [praatgraag] zijn |
| kuchigatame-口固め | spreekverbod |
| kuchigitanai-口汚い | (van spreken) vulgair; schunnig; grof; scherp; bijtend |
| kuchigōsha-口巧者 | goede spreker |
| kuchigotaesuru-口答えする | tegenspreken; weerwoord geven |
| kuchiguse-口癖 | manier van praten [spreken] |
| kuchihatchō-口八丁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| kuchijōzu-口上手 | goede spreker; vlotte prater |
| kuchikazu-口数 | aantal woorden (dat iemand spreekt) |
| kuchimae-口前 | manier van spreken; wat er gezegd is [wordt] |
| kuchinamezuri-口舐めずり | (na het eten van iets lekkers) je mond [lippen] aflikken |
| kuchisaganai-口さがない | praatziek; indiscreet; vol roddels; op sensatie [schandaaltjes] belust |
| kuchisaki-口先 | woorden; gepraat; geklets |
| kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
| kuchiutsushi-口移し | het mond-op-mond [bek-op-bek] voeden |
| kuchizamishii-口寂しい | (lett. eenzame mond) hongerig zijn; trek [zin] hebben (in eten, een sigaret, etc.) |
| kuchō-句帳 | notitieboekje om haiku (gedichten) in te schrijven |
| kuda-管 | (afk. voor) (muziekinstrument) pijpfluit (kleine buisvormige fluit die op het slagveld wordt gebruikt) |
| kudakeru-砕ける | breken; verbrijzelen; gebroken [verbrijzeld] worden |
| kudaku-砕く | breken (in stukken); verbrijzelen; verpletteren; fijnstampen; verpulveren |
| kudanofue-管の笛 | (muziekinstrument) pijpfluit (kleine buisvormige fluit die op het slagveld wordt gebruikt) |
| kuesuchon・māku-クエスチョン・マーク | vraagteken |
| kugiri-区切り | (in een tekst) pauze; tussenstop; interpunctie; einde (van een hoofdstuk e.d.) |
| kui-句意 | de betekenis van een zin [frase; uitdrukking] |
| kuike-食い気 | eetlust; trek |
| kuiki-区域 | zone; streek; (begrensd) gebied |
| kuikku-クイック | Key Word In Context (techniek voor het automatisch genereren van indexen) |
| kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
| kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuinokoshi-食い残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
| kuintetto-クインテット | (muziek) quintet |
| kuitaosu-食い倒す | opsouperen (van een erfenis, spaarrekening, e.d.) |
| kuji-公事 | (arch.) publieke [politieke] ceremonie [aangelegenheid] |
| kūkan-空間 | ruimte; open [lege] plek |
| kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
| kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
| kukeru-絎ける | met een blindsteek [onzichtbare steek] naaien |
| kukkī-クッキー | koekje; biscuitje |
| kūkūbakubaku-空空漠漠 | uitgestrekt en leeg [eindeloos] zijn |
| kumadori-隈取り | In Kabuki, theater unieke make-up patronen voor de verschillende karakterrollen |
| kumanaku-隈無く | overal; in alle hoeken en gaten |
| kumiageru-汲み上げる | rekening houden met; in aanmerking [overweging] nemen |
| kumikyoku-組曲 | een suite (muziek) |
| kumitatekōjō-組立工場 | montagefabriek; assemblagefabriek; montagebedrijf |
| kumonoue-雲の上 | een onbereikbare plek; buiten bereik |
| kumoyuki-雲行き | bewegen [voorbijtrekken; overdrijven; naderbijkomen] van wolken |
| kun-君 | de heer; meneer (aanspreektitel, achtervoegsel achter persoonsnamen) |
| kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
| kungi-訓義 | lezing en betekenis van een kanji |
| kuni-国 | territorium; streek; provincie (in het oude Japan) |
| kuni-国 | geboortestreek; eigen land (t.o. buitenland) |
| kuniburi-国風 | waka (klassieke Japanse poëzie) |
| kunihara-国原 | uitgestrekt gebied |
| kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
| kunten-訓点 | markeringen in katakana of hiragana bij kanji (van een chinese tekst) |
| kuōtēshon・māku-クオーテーション・マーク | aanhalingsteken(s) |
| kuragari-暗がり | een donkere plek; duisternis |
| kurai-位 | een berekeningsgraad |
| kurai-暗い | somber; treurig; melancholiek |
| kurai-暗い | onwetend; onervaren; niet bekend met |
| kuraidori-位取り | nummer (4) bij het rekenen met de abacus |
| kuraimā-クライマー | klimmer; bergbeklimmer |
| kuraimake-位負け | het onwaardig zijn aan [niet de kwaliteiten hebben voor] zijn titel [positie]; tekort schieten |
| kuraimakesuru-位負けする | niet de kwaliteiten hebben voor zijn titel [positie]; tekort schieten |
| kuraishisu-クライシス | crisis; kritiek stadium |
| kuraizuke-位付け | het toekennen van een rang(orde) [positie; klasse] |
| kuraizuke-位付け | nummer 4 bij het rekenen met de abacus |
| kuraizuke-位付け | in de Edo-periode een indeling van de landerijen [velden] en het toekennen van een klasse daaraan |
| kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
| kurakkā-クラッカー | voetzoeker; rotje |
| kūran-空欄 | lege [nog niet ingevulde] regel (in een tekst of op een formulier) |
| kuranke-クランケ | zieke; patiënt |
| kurashikku-クラシック | klassiek; klassieke muziek; klassiek werk; klassieker |
| kurashikku・kā-クラシック・カー | klassieke auto; oldtimer |
| kurashikku・rēsu-クラシック・レース | klassieker (race; wedstrijd) |
| kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
| kuratchi-クラッチ | kruis (van mens of broek) |
| kurauchingu・sutāto-クラウチング・スタート | (atletiek) geknielde start; (zwemmen) gehurkte start |
| kurayami-暗闇 | hopeloosheid; somber [wanhopig; moedeloos] zijn over de toekomst |
| kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
| kūreienjin-空冷エンジン | luchtgekoelde motor |
| kurējī-クレージー | gek; gestoord |
| kurēpu-クレープ | crêpe; (dunne Franse pannenkoek); flensje |
| kuresshendo-クレッシェンド | (muziekterm) crescendo (sterker wordende toon) |
| kureyon-クレヨン | kleurkrijt; tekenkrijt |
| kuri-庫裏 | de woonvertrekken van (boeddhistische) monniken in een tempel |
| kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
| kurigoto-繰り言 | klacht; (herhaaldelijk) geklaag [gemopper] |
| kuriiro-栗色 | kastanjekleur; kastanjebruin |
| kurikosu-繰り越す | vooruit boeken; naar voren halen; overbrengen; overplaatsen |
| kurīku-クリーク | kreek; beek |
| kurinikku-クリニック | kliniek |
| kuritishizumu-クリティシズム | kritiek |
| kuriyoseru-繰り寄せる | naar je toe trekken; binnenhalen |
| kuroboshi-黒星 | zwarte vlek; roos (van schietschijf) |
| kuroitsuferuto・yakobubyō-クロイツフェルト・ヤコブ病 | Ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
| kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
| kuroko-黒子 | toneelassistent die helemaal in het zwart is gekleed (om niet op te vallen) |
| kurōku-クローク | mantel; jas; dekmantel |
| kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
| kūron-クーロン | coulomb (elektrische eenheid, ampèreseconde) |
| kurōnbyō-クローン病 | ziekte van Crohn |
| kuronikuru-クロニクル | kroniek |
| kurōnningen-クローン人間 | een menselijke kloon; gekloonde mens |
| kurosoido-クロソイド | clothoïde; spiraal van Cornu (term uit de civiele techniek) |
| kurosoidokyokusen-クロソイド曲線 | clothoïde; spiraal van Cornu (term uit de civiele techniek) |
| kurōsu-クロース | stof; textiel; doek; (tafel)kleed |
| kurosuōbā-クロスオーバー | kruising; oversteekplaats;, overstap; dwarslijn; baanwisseling |
| kurosu・bankā-クロス・バンカー | (golf) lang uitgerekte bunker die zich dwars over de breedte van de baan uitstrekt |
| kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
| kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
| kurōzudo・mōgēji-クローズド・モーゲージ | hypotheek met vast kapitaal [onderpand] |
| kuru-来る | bezoeken; langsgaan (bij iem.) |
| kuru-繰る | omslaan (bladzijde); (naslagwerk) raadplegen; opzoeken (in een boek, e.d.) |
| kurumaru-包まる | bedekt zijn met; gewikkeld zijn in (b.v. een deken) |
| kurumayoi-車酔い | wagenziekte |
| kurushimu-苦しむ | lijden; gebukt gaan onder; doorstaan; verduren; gekweld worden door |
| kurusu-クルス | kruis; kruisteken |
| kurutta-狂った | gek; dwaas; waanzinnig |
| kūru・jazu-クール・ジャズ | (muziekstijl) cooljazz |
| kusabukai-草深い | met gras begroeid [overwoekerd] |
| kusabuki-草葺き | dakriet; rieten dakbedekking |
| kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| kusahibari-草雲雀 | soort (veld)krekel (Paratrigonidium bifasciatum) |
| kusai-臭い | stinkend; vies ruikend; onwelriekend |
| kusamochi-草餅 | rijstcake gekruid met bijvoet (Artemisia) |
| kusanone-草の根 | de gewone mensen; het algemene publiek |
| kusanone-草の根 | grassroots (Engelse term voor politieke processen die aan de basis worden ontwikkeld) |
| kusasu-腐す | kwaad spreken (over) |
| kusawake-草分け | pionier; baanbreker; voorloper; kolonist |
| kusaya-くさや | gedroogde en gezouten [gepekelde] vis |
| kusazōshi-草双紙 | prentenboek |
| kusazōshi-草双紙 | kusazōshi (houtsnede prentenboeken in de Edo periode) |
| kuse-曲 | centraal muziekgedeelte van een Nō-voorstelling |
| kūseki-空席 | lege [onbezette] stoel [plek]; vacature; vrije positie |
| kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| kusodokyō-糞度胸 | roekeloosheid; waaghalzerij; overmoed |
| kussetsuritsu-屈折率 | brekingsindex (licht) |
| kusuburu-燻る | roetig zijn; met roet bedekt zijn |
| kusuriya-薬屋 | apotheek; drogisterij |
| kuten-句点 | punt (leesteken) |
| kutō-句読 | leeswijze (van een tekst, e.d.) |
| kutō-句読 | (afk. voor) leesteken |
| kutōten-句読点 | interpunctie; leesteken |
| kutsunugi-靴脱ぎ | pplek (in huis) om je schoenen uit te trekken (en neer te zetten) |
| kuwaire-鍬入れ | baanbrekende handeling (oorspronkelijk de eerste keer in het nieuwe jaar dat de boeren een spade in de grond staken) |
| kuyami-悔やみ | condoleance; deelneming; rouwbeklag |
| kuyokuyo-くよくよ | (onomatopee) zich druk makend; bezorgd; piekerend (over) |
| kuzukiri-葛切り | een traditionele Japanse zoete lekkernij (gemaakt van het zetmeel uit de wortels van de kudzu plant, geserveerd in repen, bedekt met suikerstroop) |
| kuzusu-崩す | slopen; afbreken; breken (ook fig.) |
| kū・kurakkusu・kuran-クー・クラックス・クラン | Ku Klux Klan (geheime blanke organisatie in de Verenigde Staten vooral bekend vanwege hun racistisch geweld) |
| kyakka-却下 | (spreektaal) afgekeurd! |
| kyakkō-脚光 | voetlicht; zoeklicht; schijnwerper |
| kyaku-客 | gast (m); gaste (v); bezoeker (m); bezoekster (v) |
| kyakuashi-客足 | aantal klanten; bezoekersaantal |
| kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
| kyakuhon-脚本 | draaiboek; scenario; script; (opera) libretto |
| kyakujin-客人 | bezoek; gast |
| kyakuseki-客席 | het publiek |
| kyakuuke-客受け | ontvangst [waardering] van het publiek; populariteit |
| kyakuyose-客寄せ | attractie [actie] om klanten [publiek] te trekken |
| kyakuyosepanda-客寄せパンダ | attractie; trekpleister; publiekstrekker |
| kyakuzashiki-客座敷 | salon; ontvangkamer; bezoekerskamer |
| kyanbasu-キャンバス | canvas (doek); schildersdoek; schilderslinnen |
| kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
| kyapashitī-キャパシティー | capaciteit; hoeveelheid; bekwaamheid; vaardigheid; vermogen |
| kyapushon-キャプション | titel; hoofd; koptekst; onderschrift (bij een foto, e.d.) |
| kyatchifon-キャッチフォン | wisselgesprek (signaal waarschuwt voor tweede binnenkomend gesprek) |
| kyatchiwādo-キャッチワード | trefwoord; steekwoord; motto |
| kyatchi・furēzu-キャッチ・フレーズ | bekende zin [frase; uitspraak] (vaak geassocieerd met een beroemde persoon) |
| kyatchi・sērusu-キャッチ・セールス | agressieve verkoopmethode (waarbij men mensen op straat aanspreekt om hen iets te verkopen) |
| kyattsuai-キャッツアイ | kattenoog; katoog (reflector in wegdek om rijstroken te markeren) |
| kyō-狂 | gekte; gestoordheid; krankzinnigheid |
| kyōai-狭隘 | (fig.) bekrompenheid |
| kyōchō-凶兆 | een slecht voorteken |
| kyōchōsuru-強調する | benadrukken; accentueren; beklemtonen |
| kyōdan-教団 | religieuze orde [organisatie; sekte] |
| kyōdan-教壇 | podium of spreekgestoelte (in een klaslokaal) |
| kyōdō-経堂 | opslagplaats [zaal; bibliotheek] in een tempelcomplex waar boeddhistische soetra's worden bewaard |
| kyōdo-郷土 | deze regio [plek]; dit gebied |
| kyōekihi-共益費 | servicekosten |
| kyōen-共演 | (film, toneelstuk, muziek) samenspelen; samen de hoofdrol delen |
| kyōfushō-恐怖症 | fobie; beklemmende angst |
| kyōge-教化 | bekering; (iemand) bekeren tot (het Boeddhisme) |
| kyōgeki-京劇 | klassiek Chinese opera; Peking-opera |
| kyōgeki-矯激 | radicaal [extreem; buitengewoon gewelddadig; excentriek] zijn |
| kyōgenmawashi-狂言回し | iemand die achter de schermen werkt [aan de touwtjes trekt] |
| kyōgigaku-教義学 | dogmatiek |
| kyōgyūbyō-狂牛病 | gekkekoeienziekte; BSE |
| kyōha-教派 | een (religieuze) sekte; denominatie |
| kyōhon-教本 | leerboek; lesboek; cursusboek; handboek; handleiding |
| kyōikugaku-教育学 | (studie) pedagogiek; onderwijskunde |
| kyōjaku-強弱 | hard [luid] en zacht; beklemtoning |
| kyōjakuhō-強弱法 | dynamiek (muziek, leer der sterktegraden) |
| kyōjakuhyōgo-強弱標語 | (muziek) dynamiektekens; dynamische markeringen [notatie] |
| kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
| kyōjakukigō-強弱記号 | (muziek) dynamiektekens; dynamische markeringen [notatie] |
| kyōjin-狂人 | een gek; idioot; waanzinnige; dwaas |
| kyōjitsu-凶日 | een ongeluksdag; een kwade [slechte] dag; een dag met slechte voortekenen |
| kyōjutsu-供述 | bekentenis; (getuigen)verklaring; getuigenis |
| kyōkan-胸間 | de borststreek; borst |
| kyōkan-郷関 | woonplaats; geboorteplaats; geboortestreek |
| kyōkan-郷関 | de grens [overgang] tussen je woonplaats [geboorteplaats] en een andere plek |
| kyōkasho-教科書 | tekstboek; schoolboek; studieboek |
| kyōke-教化 | bekering; (iemand) bekeren tot (het Boeddhisme) |
| kyōki-狂気 | waanzin; krankzinnigheid; ontoerekeningsvatbaarheid |
| kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
| kyōkō-恐慌 | paniek; consternatie |
| kyōkō-教皇 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
| kyoku-曲 | muziek; muziekstuk; muzieknummer; lied |
| kyokubu-局部 | geslachtsdelen; schaamstreek |
| kyokuhidōbutsu-棘皮動物 | stekelhuidigen (Echinodermata, ongewervelde zeedieren, zoals zeesterren, zee-egels, zeekomkommers) |
| kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| kyōryō-狭量 | kleingeestigheid; bekrompenheid; vooringenomenheid; intolerantie; onverdraagzaamheid |
| kyōseishūyōjo-強制収容所 | concentratiekamp |
| kyōseisōsa-強制捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek onder wettige dwang |
| kyōshikyoku-狂詩曲 | (muziek) rapsodie |
| kyōsōkyoku-狂想曲 | capriccio (muziekstuk) |
| kyōsōzai-強壮剤 | stimulans; opwekkend [versterkend] middel |
| kyōteki-狂的 | gek; krankzinnig; waanzinnig |
| kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
| kyōwa-共和 | (politieke) samenwerking |
| kyōwakoku-共和国 | republiek |
| kyōzō-経蔵 | opslagplaats [zaal; bibliotheek] in een tempelcomplex waar boeddhistische soetra's worden bewaard |
| kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
| kyūbyō-急病 | plotseling ziek worden; plotselinge ziekte-aanval |
| kyūchi-旧知 | oude bekende; oude vriend |
| kyūcho-旧著 | klassiek (literair) werk |
| kyūden-強電 | sterkstroom (de (normale) elektrische stroom met hoge spanning) |
| kyūden-給電 | lichtnet; stroomvoorziening; voeding [toevoer] van elektriciteit |
| kyūgeki-旧劇 | klassiek [historisch] drama [toneelstuk] (Kabuki, Noh e.d.) |
| kyūjin-求人 | rekrutering; werving (voor een baan); vacature; het zoeken naar personeel |
| kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
| kyūkei-休憩 | pauze; rust; interval; onderbreking |
| kyūkei-求刑 | strafverzoek (door de openbare aanklager, het O.M.); strafvordering |
| kyūki-旧記 | kroniek; archiefstuk |
| kyūkon-求婚 | huwelijksaanzoek |
| kyūkonsuru-求婚する | een huwelijksaanzoek doen |
| kyūkyūsha-救急車 | ambulance; ziekenauto |
| kyūmei-究明 | onderzoek; het verzamelen van feiten; ontdekken; uitzoeken; aan het licht brengen |
| kyūmensankakuhō-球面三角法 | boldriehoeksmeting; sferische goniometrie; sferische trigonometrie |
| kyūmon-糾問 | (gerechtelijk) onderzoek; ondervraging |
| kyūri-窮理 | het onderzoeken (en begrijpen) van de natuurwetten; natuurwetenschap |
| kyurotto-キュロット | korte broek; short |
| kyurotto・sukāto-キュロット・スカート | korte broekrok |
| kyūsai-休載 | tijdelijke onderbreking van de publicatie van een artikelenreeks (in een krant of tijdschrift) |
| kyūsei-九星 | de 9 traditionele astrologische tekens (worden gebruikt bij het maken van horoscopen) |
| kyūsei-急性 | acuut zijn; acute toestand [aandoening; ziekte] |
| kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
| kyūshi-休止 | rust; pauze; onderbreking |
| kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
| kyūshin-求心 | centripetaal [middelpuntzoekend] zijn |
| kyūshinryoku-求心力 | middelpuntzoekende [centripetale] kracht |
| kyūsho-急所 | vitaal [essentieel] punt; gevoelige [zwakke] plek |
| kyūshoku-求職 | het zoeken naar werk [een baan]; werkzoekend zijn |
| kyūso-泣訴 | smeekbede; het smeken (met tranen in de ogen) |
| kyūso-窮鼠 | een rat in het nauw [in een hoek] gedreven |
| kyūsū-級数 | (wiskundige) reeks; getallenreeks |
| kyūsuru-窮する | arm worden; tot armoede vervallen; geldgebrek hebben |
| kyūsuru-給する | verstrekken; leveren; geven |
| kyūyū-旧友 | oude bekende; oude vriend |
| mabisashi-目庇 | zonneklep; klep van een pet |
| māchandaijingu-マーチャンダイジング | merchandising; marktonderzoek; productstrategie |
| māchi-マーチ | mars (muziek; tempo) |
| machiai-待合 | de plek waar men elkaar ontmoet [op elkaar wacht]; wachtkamer |
| machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
| machiaishitsu-待合室 | wachtkamer [wachtruimte] (in een stationsgebouw, ziekenhuis, e.d.) |
| machiawaseru-待ち合わせる | wachten op iemand (op de afgesproken plek) |
| machigaisagashi-間違い探し | (puzzel) zoek de verschillen (tussen twee afbeeldingen) |
| machikado-街角 | de hoek van de straat |
| machikōba-町工場 | kleine fabriek in de stad |
| madara-斑 | spikkel; stip; vlek |
| madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
| maebure-前触れ | voorteken; omen; voorbode |
| maejirase-前知らせ | voorkennis; voorteken(en) |
| maeushiro-前後ろ | achterstevoren; (voor- en achterkant omgekeerd (van kleding) |
| maeyaku-前厄 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| maezuke-前付け | voorwerk (van een boekuitgave) |
| magajin・rakku-マガジン・ラック | tijdschriftenrek; lectuurbak |
| magarikado-曲がり角 | hoek [bocht] in een gang; straathoek; bocht in de weg; keerpunt |
| maguchi-間口 | rijkwijdte van werkzaamheden, onderzoek, e.d. |
| maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| mahō-魔法 | magie; toverij; toverkunst; tovenarij; hekserij |
| maigo-迷子 | een bepaalde variant van begeleidende kabuki muziek [geluidseffecten] |
| maikurorīdā-マイクロリーダー | microreader (projectieapparaat voor het bekijken van microfilms of microkaarten) |
| mainā-マイナー | mineur (muziek) |
| mainasu-マイナス | minus; het min (−) teken |
| maishū-毎週 | iedere [elke] week; wekenlang; week in, week uit |
| majikku-マジック | magie; toverij; toverkunst; tovenarij; hekserij |
| majinai-呪い | bezwering; vloek |
| majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
| majogari-魔女狩り | heksenjacht |
| majutsu-魔術 | magie; hekserij |
| mākā-マーカー | teller; optekenaar; iemand die de stand [score] bijhoudt |
| mākā-マーカー | teken; merk; label |
| makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| makegirai-負け嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
| makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
| māketingu・mappu-マーケティング・マップ | marketing grafiek [kaart] |
| māketingu・risāchā-マーケティング・リサーチャー | marktonderzoeker |
| māketingu・risāchi-マーケティング・リサーチ | marktonderzoek (Eng. market research) |
| māketingu・sābei-マーケティング・サーベイ | marketingonderzoek |
| māketto・anarishisu-マーケット・アナリシス | marktanalyse; marktonderzoek |
| māketto・risāchi-マーケット・リサーチ | marktonderzoek |
| makezugirai-負けず嫌い | een hekel hebben aan verliezen; altijd willen winnen; competitief zijn |
| maki-巻き | boekdeel |
| makie-蒔絵 | een techniek om lakwerk te decoreren met goud- en zilverstofdeeltjes |
| makikomiwaza-巻き込み技 | (judo) inroltechnieken |
| makishimu-マキシム | gezegde; uitdrukking; spreekwoord |
| makkikanja-末期患者 | terminaal zieke patiënt |
| makkishōjō-末期症状 | een teken van het naderende einde |
| makkishōjō-末期症状 | terminale ziekte |
| māku-マーク | (merk)teken; merk; etiket; label; embleem |
| maku-幕 | gordijn; doek (toneel) |
| makuai-幕間 | pauze; onderbreking; rust |
| makuake-幕開け | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
| makuaki-幕開き | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
| makugire-幕切れ | het einde van een opvoering [optreden]; het vallen van het doek |
| makurazōshi-枕草紙 | privé dagboek |
| makurazōshi-枕草紙 | boek met erotische prenten |
| makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
| mamehon-豆本 | miniatuurboek |
| mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
| manajiri-眦 | ooghoek |
| manbo-マンボ | mambo (Cubaanse dans en muziekvorm) |
| manbyō-万病 | allerlei ziekten [kwalen; aandoeningen] |
| mandan-漫談 | warrig [onsamenhangend] geklets [praatje] |
| mandan-漫談 | een soort podiumkunst met een humoristisch, warrig verhaal [gesprek] |
| manetarī・sābei-マネタリー・サーベイ | monetair onderzoek |
| manga-漫画 | manga; stripboek |
| mangaka-漫画家 | manga-tekenaar; striptekenaar |
| mangaka-漫画家 | cartoonist; cartoontekenaar; karikaturist |
| mangakissa-漫画喫茶 | theehuis [lunchroom] met een boekenkast met stripboeken, die klanten kunnen lezen tijdens de maaltijd |
| mangan-万巻 | een groot aantal [veel] boeken |
| manifesuto-マニフェスト | manifest; openbare bekendmaking |
| manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
| mannerizumu-マンネリズム | maniërisme; gekunstelde stijlfiguur |
| manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| mansei-慢性 | chronisch zijn (aandoening; ziekte) |
| manseibyō-慢性病 | een chronische ziekte [aandoening] |
| manseika-慢性化 | het chronisch worden (van een ziekte, een tekort (aan), probleem, etc.) |
| manseishikkan-慢性疾患 | chronische ziekte |
| manseki-満席 | vol(geboekt) zijn; alle stoelen bezet (in theater, trein, vliegtuig, e.d.) |
| manshitsu-満室 | volgeboekt zijn (hotel, pension, e.d.) |
| mantoru-マントル | (techniek) gaskousje |
| mantsūman・difensu-マンツーマン・ディフェンス | mandekking (in de verdediging) |
| manzen-漫然 | doelloos [willekeurig; lukraak; achteloos; gedachteloos] zijn |
| marinba-マリンバ | (muziekinstrument) marimba |
| marōdo-客人 | bezoeker; gast; klant |
| maron・gurasse-マロン・グラッセ | gekonfijte kastanjes |
| maru-丸 | (Japanse) punt (leesteken) |
| maruanki-丸暗記 | het domweg [zonder nadenken] uit het hoofd leren; (tekst) in je hoofd stampen |
| marude-丸で | (precies) zoals; bijna hetzelfde als; zo goed als; bij wijze van spreken |
| marugari-丸刈り | kort geknipt kapsel [haar] |
| marumōke-丸儲け | een duidelijke [afgetekende] winst |
| masani-正に | precies; zeker; echt |
| masashiku-正しく | precies; zeker; ongetwijfeld |
| masatsukuratchi-摩擦クラッチ | frictiekoppeling; wrijvingskoppeling |
| masatsuon-摩擦音 | een fricatief (medeklinker met wrijvend of sissend geluid, zoals f, s, ch) |
| massao-真っ青 | lijkbleek |
| massha-末社 | artiest; komiek |
| masu-マス | de massa; het grote publiek |
| masu-升 | maatbeker (soms ook als drinkbeker gebruikt) |
| masutā-マスター | zich bekwamen; beheersen |
| masutemiwaza-真捨て身技 | (judo) offerworptechnieken op de rug |
| masuzake-枡酒 | sake geschonken in een houten (vaak vierkante] maatbeker |
| masu・sukurīningu-マス・スクリーニング | grootschalig (medisch) onderzoek |
| matagami-股上 | bandhoogte [heuphoogte] van een broek (gemeten vanaf het kruis) |
| matazure-股擦れ | schuurplekken op de (binnenkant van de) dijen |
| matorikkusu-マトリックス | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| matou-纏う | dragen; aanhebben; aantrekken; ingepakt zijn; gehuld zijn (in) |
| matsudai-末代 | alle [toekomstige] generaties |
| matsumushi-松虫 | een (den)krekel (Xenogryllus marmoratus) |
| mattakumotte-全くもって | ontzettend; compleet; volledig; volstrekt; uiterst |
| mawari-回り | ronde; omgeving; omtrek; buurt |
| mazegohan-混ぜ御飯 | gekookte rijst vermengd met andere ingrediënten (b.v. groente en vlees) |
| mazekaesu-混ぜ返す | interrumperen; iemand onderbreken; spottende opmerkingen maken |
| mazui-不味い | lelijk; onaantrekkelijk |
| mazuru-マズル | snuit; bek (van een dier) |
| me-目 | korrel; textuur (weefsel); (brei)steek |
| mecha-滅茶 | het absurd [onredelijk; roekeloos; onmatig; buitensporig] zijn |
| medatsu-目立つ | opvallen; in het oog vallen; de aandacht trekken |
| medikaru・enjiniaringu-メディカル・エンジニアリング | medische techiek |
| medorē-メドレー | (muziek) medley; potpourri |
| megafon-メガフォン | megafoon; luidspreker |
| megahon-メガホン | megafoon; luidspreker |
| megashira-目頭 | binnenste ooghoek |
| meguōmu-メグオーム | megohm, 1 miljoen ohm (eenheid van elektrische weerstand) |
| meguru-巡る | omgeven; omringen; om (iets) heen trekken |
| meguru-巡る | rondtrekken; bezoeken; her en der rondlopen |
| mehana-目鼻 | ogen en neus; gelaatstrekken |
| mehanadachi-目鼻立ち | gelaatstrekken |
| meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
| meibutsu-名物 | beroemd lokaal product; specialiteit van een bepaalde streek |
| meicho-名著 | een beroemd boek; meesterwerk |
| meiga-名画 | filmklassieker; een beroemde film |
| meigen-明言 | verklaring; bekendmaking; verkondiging; bewering |
| meigensuru-明言する | verklaren; beweren; bekendmaken; verkondigen |
| meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
| meihin-名品 | beroemd voorwerp; uitstekend artikel; meesterstuk |
| meii-名医 | goede [bekende; bekwame] dokter |
| meikan-名鑑 | naamlijst; namenlijst; adresboek |
| meikyoku-名曲 | beroemd [voortreffelijk] muziekstuk; meesterwerk |
| meirō-明朗 | helder [duidelijk; vrolijk; opgewekt; opgeruimd] zijn |
| meiseki-名跡 | beroemde plaats [plek; bezienswaardigheid] (met historische waarde) |
| meishi-名刺 | vissitekaartje; naamlkaartje (ook met beroep-, contactgegevens e.d.) |
| meishi-名士 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
| meisō-名僧 | een eminente [bekende; geleerde] priester |
| meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
| meiten-名店 | een bekende [beroemde] winkel [handelszaak] |
| meiyū-名優 | een beroemde [uitstekende] acteur |
| mejiri-目尻 | buitenste ooghoek |
| mekado-目角 | ooghoek |
| mekakushi-目隠し | blinddoek; oogklep; ooglap |
| mekanizumu-メカニズム | mechanisme (werking; techniek) |
| mekanizumu-メカニズム | mechaniek (apparaat) |
| mekatoronikusu-メカトロニクス | mechatronica (combinatie van mechanica, elektrotechniek en informatica) |
| mekka-メッカ | Mekka (Arabische bedevaartsplaats) |
| mekka-メッカ | (fig.) mekka; paradijs; eldorado |
| meku-めく | (als achtervoegsel) tekenen vertonen van; eruit zien als |
| mekujira-目くじら | ooghoek |
| mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
| mekurameppō-盲滅法 | roekeloosheid |
| memagurushii-目まぐるしい | duizelingwekkend; wervelend; draaierig; duizelig |
| memoriaru-メモリアル | gedenkteken; herdenkingsplek |
| mendan-面談 | interview; vraaggesprek |
| mengo-面晤 | persoonlijk gesprek; persoonlijke ontmoeting |
| meniērubyō-メニエール病 | de ziekte van Ménière |
| menjūfukuhai-面従腹背 | stiekem verraad; een judaskus; een dolksteek in de rug |
| menkai-面会 | (vraag)gesprek; ontmoeting; bespreking |
| menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| menokokanjō-目の子勘定 | hoofdrekenen; het uit het hoofd berekenen |
| menokozan-目の子算 | hoofdrekenen; het uit het hoofd berekenen |
| menseihanpu-綿製帆布 | katoenen canvas (stof; doek) |
| mensetsukōshoken-面接交渉権 | omgangsrecht; bezoekrecht |
| menshebiki-メンシェビキ | mensjewiek |
| menshiki-面識 | bekende; kennis |
| mensō-面相 | gelaatstrekken; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
| mentori-面取り | het facetteren (van keramiek) |
| menuetto-メヌエット | (muziekterm) menuet |
| meriyasuami-メリヤス編み | tricotsteek; koussteek (breisteek) |
| merukumāru-メルクマール | merkteken; kenmerk; indicator |
| mēru・magajin-メール・マガジン | elektronisch tijdschrift; email tijdschrift; e-magazine |
| mesaifuku-迷彩服 | camouflagekleding; camouflagepak |
| mesaki-目先 | verschijning; nabije toekomst |
| meshiudo-囚人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
| meshūdo-召人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
| messō-滅相 | onzin; waanzin; gekheid; buitensporigheid |
| mētoruhō-メートル法 | metriek stelsel (meetmethode) |
| mētorusei-メートル制 | systeem gebaseerd op het metrieke stelsel |
| mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
| mettani-滅多に | roekeloos; onbesuisd |
| mettayatara-滅多矢鱈 | op een extreme manier; als een gek |
| meutsuri-目移り | afgeleid zijn; gebrek aan concentratie; besluiteloosheid |
| mezamashi-目覚し | (afk. voor) wekker |
| mezamashidokē-目覚し時計 | wekker |
| mezochinto-メゾチント | (diepdruktechniek) mezzotint; zwarte kunst |
| mezoforute-メゾフォルテ | mezzo forte (muziekterm: matig sterk) |
| mezopiano-メゾピアノ | mezzo piano (muziekterm: matig zacht) |
| mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
| miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
| mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
| michaku-未着 | nog niet aangekomen [gearriveerd] zijn |
| michi-未知 | onbekendheid; onbekend zijn |
| michisū-未知数 | onbekend aantal; onbekende hoeveelheid [kwantiteit; kwaliteit]; onbekend gegeven |
| midai-御台 | hofbestek (artikelen in gebruik aan het keizerlijk hof en bij de adel) |
| midana-網棚 | bagagerek (in treinen, bussen, e.d.) |
| midaregami-乱れ髪 | slordig [ongekamd; warrig] haar; verwilderde haren |
| midi-ミディ | musical instrument digital interface, een digitaal systeem voor elektronische muziekinstrumenten |
| midokoro-見所 | goed teken [vooruitzicht] |
| midoku-味読 | het met veel plezier [waardering] lezen (van een boek) |
| midokusuru-味読する | (een boek) met veel plezier [waardering] lezen |
| midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
| migi-右 | rechts (politieke richting) |
| migitō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| migotae-見応え | de moeite waard om te zien; indrukwekkend |
| mihakken-未発見 | iets dat nog niet bekendgemaakt [ontdekt; uitgevonden] is |
| mihatsu-未発 | iets dat nog niet is bekendgemaakt [ontdekt; uitgevonden] |
| mihiraki-見開き | verspreid over twee pagina's (van een boek of tijdschrift) |
| miidasu-見出す | ontdekken; uitvinden; uitzoeken |
| miiru-見入る | bekijken; kijken [staren; turen] naar; gadeslaan; observeren |
| mijika-身近 | dichtbij; nabij; vertrouwd; bekend |
| mikagiru-見限る | opgeven; loslaten; in de steek laten |
| miketsu-未決 | onbeslistheid; onzekerheid; het hangende [in behandeling; nog niet besloten] zijn |
| mikiri-見切り | opgave; verzaking; in de steek laten; genoeg hebben van |
| mikirihassha-見切り発車 | voortijdig vertrek van een trein (voordat alle passagiers aan boord zijn) |
| mikiwameru-見極める | controleren; onderzoeken; iets tot op de bodem uitzoeken |
| mikomi-見込み | voorspelling; verwachting; berekening; (in)schatting |
| mikomu-見込む | verwachten; voorspellen; berekenen; (in)schatten |
| mikuraberu-見比べる | (dingen bekijken en) met elkaar vergelijken; |
| mimai-見舞い | ziekenbezoek; condoleancebezoek |
| mimau-見舞う | een ziekenbezoek [condoleancebezoek] afleggen |
| mime-見目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; gelaatstrekken |
| mimidooi-耳遠い | onbekend; niet vertrouwd |
| mimikakushi-耳隠し | haarstijl [haarcoupe] die de oren bedekt |
| mimikku-ミミック | mimiek |
| miminareru-耳慣れる | wennen (aan); bekend worden (met) |
| mimitchii-みみっちい | gierig; vrekkig |
| mimono-見物 | bezoek; het bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
| mimonosuru-見物する | bezoeken; bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
| minamatabyō-水俣病 | Minamataziekte, een neurologisch syndroom (veroorzaakt door een zware kwikvergiftiging) |
| minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
| minazuki-水無月 | zoete driehoekjes van rijst gelatine met een laagje adukibonen erop |
| mine-峰 | piek; top; bergkam |
| minikui-醜い | lelijk; onooglijk; onaantrekkelijk; afzichtelijk |
| minion-ミニオン | (drukkerij) mignon (7-punts letterteken) |
| minkan-民間 | privé; burgerlijk; civiel; niet openbaar; niet publiek |
| minofurikata-身の振り方 | (je eigen) (toekomstige) handelwijze [gedrag]; hoe je je zal (gaan) gedragen |
| minpō-民法 | burgelijk wetboek |
| minsen-民選 | gekozen zijn door het volk |
| minzokuongaku-民俗音楽 | volksmuziek |
| mīnzutesuto-ミーンズ・テスト | inkomensonderzoek |
| mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
| mirai-未来 | de (verre) toekomst |
| mirai-未来 | (grammatica) de toekomende tijd; futurum |
| miru-見る | bekijken; gadeslaan; nakijken |
| miru-見る | ontmoeten; bezoeken |
| miru-診る | medisch onderzoeken |
| miryoku-魅力 | charme; aantrekkingskracht; bekoring |
| miryokuteki-魅力的 | charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk |
| misa-ミサ | mis (rooms-katholieke kerkdienst) |
| misadameru-見定める | nagaan; zich verzekeren [vergewissen] van; verifiëren |
| misanga-ミサンガ | een geluksarmbandje (van geknoopt koord) |
| misedokoro-見せ所 | plek [gelegenheid] waar je laat zien wat je kunt |
| mishiranu-見知らぬ | vreemd; eigenaardig; onbekend |
| mishirigoshi-見知り越し | bekendheid |
| mishō-未詳 | onbekend; [niet vastgesteld; niet geïdentificeerd] zijn |
| mishūnyūkin-未収入金 | openstaande rekening |
| misshingu・rinku-ミッシング・リンク | ontbrekende schakel (in de evolutietheorie, een fossiele overgangsvorm) |
| misumasu-見澄ます | zich vergewissen [verzekeren] (dat) |
| misuteru-見捨てる | (het) opgeven; verlaten; in de steek laten; afstaan |
| misutishizumu-ミスティシズム | mystiek |
| mitarashi-御手洗 | een plaats waar pelgrims voorafgaand aan het bezoek van een heiligdom hun handen en mond reinigen. |
| mitō-未到 | onbetreden; ongekend; onbereikt |
| mitodokeru-見届ける | zich verzekeren (dat); verifiëren; zich ervan gewassen (dat) |
| mitogameru-見咎める | betwijfelen; in twijfel trekken; iets aan te merken hebben |
| mitōhō-未踏峰 | een berg die nog nooit beklommen is |
| mitomeru-認める | erkennen; bevestigen; toekennen; evalueren; waarderen |
| mitorizan-見取り算 | een berekening maken op een abacus (houten telraam) |
| mitorizu-見取り図 | een (ruwe) schets [tekening] |
| mitsuga-密画 | gedetailleerde tekening [afbeelding] |
| mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
| mitsukaru-見つかる | gevonden [ontdekt] worden; tevoorschijn komen |
| mitsukeru-見つける | vinden; ontdekken |
| mitsukeru-見つける | zoeken; opsporen |
| mitsumori-見積もり | schatting; beraming; berekening; citaat |
| mitsumorisho-見積り書 | schriftelijke schatting [berekening; citaat] |
| mitsumoru-見積もる | schatten; berekenen |
| mitsunyūkoku-密入国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land binnenkomen |
| mitsushukkoku-密出国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land verlaten |
| mitsuun-密雲 | dichte bewolking; dicht wolkendek |
| miyakoochi-都落ち | de hoofdstad (Tokio) verlaten [ontvluchten]; overgeplaatst worden van Tokio naar de provincie [naar een plek buiten de hoofdstad] |
| miyama-深山 | een plek diep in de bergen |
| miyamagarasu-深山烏 | roek (vogel, Corvus frugilegus) |
| miyamairi-宮参り | bezoek aan een Shinto-schrijn [heiligdom] (met baby's, binnen 30 dagen na hun geboorte) |
| miyuki-行幸 | keizerlijk bezoek; keizerlijke aanwezigheid (bij) |
| mizarukikazaruiwazaru-見猿聞か猿言わ猿 | (spreekwoord) Horen, zien en zwijgen. |
| mizou-未曾有 | ongekend [ongehoord; uniek; zonder weerga] zijn; iets dat nooit eerder voorgekomen is |
| mizuaka-水垢 | aanslag; aankoeking; kalkafzetting |
| mizubusoku-水不足 | watertekort; watergebrek |
| mizuguki-水茎 | schrijfpenseel; penseelstreek |
| mizuhiki-水引 | decoratief koord gemaakt van gevlochten [geknoopt] Japans papier |
| mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
| mizukikin-水飢饉 | droogte; watertekort |
| mizukoboshi-水翻し | spoelkom (voor omspoelen van theekommen b.v. bij theeceremonie) |
| mizuku-水漬く | doorweekt [ondergedompeld; doordrenkt] worden (in water) |
| mizumizushii-瑞瑞しい | fris; jong; jeugdig; vitaal; energiek |
| mizumochi-水餅 | mocht (rijstcake) geweekt in water |
| mizunoe-壬 | het negende zodiac teken |
| mizunurumu-水温む | het (langzaam) warmer worden van het water (van vijvers, beekjes etc.) in de lente |
| mizushirazu-見ず知らず | vreemd; onbekend |
| mizushōbai-水商売 | onzekere [risicovolle] handel [zaken]; het werken in het uitgaansleven |
| mizutaki-水炊き | een gerecht van kip en groente gekookt in water, geserveerd met een dipsaus (meestal ponzu) |
| mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) inundatie; het onder water zetten (van een kasteel bij een belegering) |
| mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) het afsnijden van de watertoevoer (van een kasteel bij een belegering) |
| mō-妄 | (in kanji combinaties) roekeloos; wild; gedachteloos; excessief; vals; leugen; onzin |
| mō-猛 | (in kanji combinaties) hevig [intens; fel; eind; energiek; extreem] zijn |
| mo-茂 | (in kanji combinaties) dichtbegroeid; welige groei; overwoekerd |
| mochiaji-持ち味 | karakteristieke [natuurlijke; bijzondere] smaak |
| mochiba-持ち場 | iemand's werkplek [wachtpost; standplaats] |
| mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
| mochikomu-持ち込む | voorstellen; iem. benaderen; aanspreken |
| mochiron-勿論 | natuurlijk; zeker; vanzelfsprekend |
| mōchōen-盲腸炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
| modaeru-悶える | gekweld [angstig; ongerust] zijn [worden] |
| mōdo-モード | modus (muziek) |
| mōdō-妄動 | onbezonnen [roekeloze] daad |
| moetsuku-燃え付く | in de brand vliegen; ontsteken; ontbranden; vuur [vlam] vatten |
| mōfu-毛布 | deken; plaid |
| mogaribue-虎落笛 | het fluitende geluid van een winterse wind die door een bamboe hek waait |
| mōgēji-モーゲージ | hypotheek |
| mohō-模倣 | navolging; imitatie (in kunst, muziek, e.d.) |
| mōhyō-妄評 | onterechte [ongepaste] kritiek [opmerkingen] |
| mōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
| moji-文字 | letter; letterteken; karakter |
| mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| mōkeru-儲ける | een kind verwekken; een kind krijgen [hebben] |
| mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
| mokkori-もっこり | het uitpuilen [opbollen] van een broek door een erectie |
| mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
| mōkohan-蒙古斑 | mongolenvlek; archipelvlek (aangeboren blauw-grijze pigmentvlek) |
| moku-黙 | (in kanji combinaties) zwijgen; niet spreken |
| mokudoku-黙読 | het stillezen (het lezen van een tekst zonder deze uit te spreken) |
| mokuhi-黙秘 | zonder bekentenis (van schuld) |
| mokusaku-木柵 | houten hek |
| mokushi-黙示 | onthulling; revelatie; bekendmaking; openbaarmaking |
| mokutanga-木炭画 | houtskooltekening |
| mokutanshi-木炭紙 | houtskool papier; courantdruk (papier gebruikt voor houtskooltekeningen) |
| momiai-揉み合い | schermutseling; worsteling; geduw en getrek |
| momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
| momu-揉む | hardnekkig aanvallen; duwen |
| monchō-紋帳 | een boek [register] met familiewapens |
| mondo-モンド | Mondo (wereld), een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
| mondoeiga-モンド映画 | Mondo, een filmgenre met een sensationele weergave van vreemde culturen, vaak over taboeonderwerpen zoals seks en dood |
| mongaifushutsu-門外不出 | verbod op het meenemen van waardevolle boeken of artikelen uit een collectie |
| mongaikan-門外漢 | leek; amateur |
| mongi-文義 | betekenis van een woord [frase; zin] |
| mōningu・kōru-モーニング・コール | wake-upcall; telefoontje om iemand (b.v. een hotelgast) op verzoek te wekken 's morgens |
| monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
| monji-文字 | letter; letterteken; karakter |
| monjin-問訊 | bezoek |
| monkī・bijinesu-モンキー・ビジネス | apenstreken; kattenkwaad |
| monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monofonī-モノフォニー | (muziek) monofonie |
| monogurafu-モノグラフ | monografie (verhandeling, artikel of onderzoeksrapport over één onderwerp) |
| monoguruoshii-物狂おしい | wild; gek; waanzinnig; wanhopig |
| monohoshi-物干し | wasrek; droogrek |
| monoii-物言い | manier van spreken; taal |
| monokage-物陰 | een plek uit het zicht; verborgen plek |
| monokōdo-モノコード | monochord (eensnarig muziekinstrument) |
| monomane-物真似 | mimiek; nabootsing; na-aperij |
| monomonoshii-物物しい | opvallend; opzichtig; de aandacht trekkend; pretentieus |
| monomōsu-物申す | spreken; protesteren; klagen |
| mononomigotoni-物の見事に | duidelijk; vanzelfsprekend; levendig |
| monosekkusu-モノセックス | uniseks |
| monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
| monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
| monotori-物取り | dief; rover; inbreker |
| monpe-もんぺ | (wijde) werkbroek (met touwtjes om de enkels, m.n. gedragen door vrouwen op het platteland en in fabrieken) |
| monshu-門主 | hoofdpriester van een boeddhistische sekte [tempel] |
| monyumento-モニュメント | monument; gedenkteken |
| monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
| monzeki-門跡 | (informeel) hoofdpriester van de Hōganji tempel (van de Pure Land sekte) |
| monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
| monzenbarai-門前払い | afwijzing van aanvragen [verzoeken; klachten; deelnames] |
| morarisuto-モラリスト | moralist; zedenmeester; zedenpreker |
| moraru-モラル | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
| moraru・hazādo-モラル・ハザード | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
| morāru・sābei-モラール・サーベイ | moreel onderzoek naar tevredenheid van werknemers over arbeidscondities |
| morasu-漏らす | iets laten lekken (lett.) |
| morasu-漏らす | lekken (fig.); verraden; een geheim verklappen; onthullen |
| morau-貰う | verzoeken; nemen; willen hebben |
| moreru-漏れる | lekken; doorsijpelen; doorschijnen; doorkomen |
| moriagezaishiki-盛り上げ彩色 | schildertechniek met dik opgebrachte verf |
| morisoba-盛り蕎麦 | soba (boekweitnoedels) op een rieten schaal |
| moru-漏る | lekken; wegvloeien; ontsnappen (gas, b.v.) |
| mosaku-模索 | het rondtasten [zoeken] (naar) |
| mosakusuru-模索する | rondtasten; zoeken (naar) |
| moshi-もし | (om iemand aan te spreken) hallo; pardon |
| mōshiageru-申し上げる | (nederige vorm voor 言う) zeggen; spreken |
| mōshide-申し出 | voorstel; aanbieding; aanbod; verzoek; aanvraag |
| mōshideru-申し出る | voorstellen; suggereren; een suggestie doen; aanbieden; een aanbod doen; aanvragen; verzoeken |
| mōshiide-申し出で | voorstel; aanbieding; aanbod; verzoek; aanvraag |
| mōshikomi-申し込み | aanbod; offerte; voorstel; verzoek; aanvraag |
| mōshikomu-申し込む | verzoeken; aanvragen; een aanzoek doen (van huwelijk); uitdagen |
| mōshikomu-申し込む | reserveren; boeken |
| moshimoshi-もしもし | pardon (bij het aanspreken van iemand die je niet kent) |
| mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
| mōsu-申す | (een nederig werkwoord voor) zeggen; spreken |
| motageru-擡げる | (het hoofd) opheffen; optillen; oprichten; de kop opsteken; doen ontstaan |
| mōten-盲点 | (med.) een blinde vlek (in het gezichtsveld); een scotoom |
| mōten-盲点 | (fig.) een blinde vlek; iets dat men vaak over het hoofd ziet |
| motochō-元帳 | grootboek (in boekhouding) |
| motomeru-求める | zoeken (naar) |
| motomeru-求める | vragen; verzoeken |
| moyamoya-もやもや | (van gevoelens) somber; onzeker; wazig; opgekropt |
| moyō-模様 | patroon; ontwerp; markering; tekening |
| moyō-模様 | lijken op; ernaar uitzien dat; uiterlijk; omstandigheden; situatie; symptoom; teken (van) |
| mozaiku-モザイク | mozaïek; mozaïekwerk |
| mozaikukanazuchi-モザイク金槌 | mozaïek hamer |
| mubō-無謀 | roekeloosheid; ondoordachtheid; onvoorzichtigheid |
| mubōunten-無謀運転 | het onvoorzichtig [roekeloos] autorijden |
| muchi-無知 | onwetendheid; gebrek aan kennis |
| mudabanashi-無駄話 | (dom) geklets; geroddel |
| mudaguchi-無駄口 | geklets; kletspraatje; gebabbel |
| mudan-無断 | zonder waarschuwing; zonder (voor)aankondiging; onaangekondigd |
| mūdo・myūjikku-ムード・ミュージック | sfeermuziek |
| mugikō-無技巧 | ongekunsteld [natuurlijk; niet kunstmatig] zijn |
| mugura-葎 | bodembedekker(s); kruipplant(en); woekerende plant(en) |
| muigi-無意義 | zinloos [onbetekenend; onbelangrijk] zijn |
| muimi-無意味 | zonder betekenis zijn; betekenisloosheid; zinloosheid; onzin |
| muji-無字 | in een zen-koan gebruikt (met de betekenis: geen woord) als ontkenning op een vraag |
| mujirushishōhin-無印商品 | merkloze [generieke] artikelen [goederen] |
| mujō-無常 | veranderlijkheid; onzekerheid; vergankelijkheid |
| muka-無価 | onbetaalbaar; van ongekende waarde |
| mukabaki-行縢 | (his.) een van herten- of berenbont gemaakte beenbekleding (voor krijgers bij het paardrijden of de valkenjacht) |
| mukangae-無考え | ondoordachtheid; achteloosheid; onbezonnenheid; roekeloosheid |
| mukatsuku-むかつく | zich ziek [misselijk] voelen |
| muketsu-無欠 | zonder gebreken |
| mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
| mukōhachimaki-向こう鉢巻き | opgevouwen of opgerolde doek rond het hoofd geknoopt |
| mukōmizu-向こう見ず | onbezonnen; halsoverkop; roekeloos; overhaast |
| mumei-無名 | naamloos; zonder naam; niet ondertekend |
| mumei-無名 | onbekend; niet beroemd |
| mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
| munagurushii-胸苦しい | beklemd [benauwd] gevoel op de borst |
| mune-旨 | betekenis; strekking; bedoeling; instructie; bevel |
| munimusan-無二無三 | uniek |
| munō-無能 | onbekwaamheid; incompetentie |
| munōryoku-無能力 | incompetentie; onbekwaamheid; onvermogen |
| mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
| mūnwōku-ムーンウォーク | moon walk (danstechniek) |
| murashigure-村時雨 | (voorbijtrekkende) hevige herfstregen (van korte duur) |
| muron-無論 | zeker; natuurlijk; ongetwijfeld; vanzelfsprekend |
| murozaki-室咲き | de teelt [het kweken] van bloemen in de kas |
| musai-無才 | onbekwaamheid; gebrek aan talent [kennis] |
| musakuichūshutsuhō-無作為抽出法 | (statistiek) aselecte steekproef methode; methode van willekeurige selectie |
| musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
| musei-無性 | geslachtsloosheid; aseksualiteit |
| mushashugyō-武者修行 | naar andere delen van het land reizen om bijzondere vaardigheden te leren (b.v. in de muziek of de krijgskunst) |
| mushi-虫 | insect; krekel; mot; worm; rups |
| mushibamu-蝕む | wormstekig zijn; aangevreten door wormen [motten] |
| mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
| mushin-無心 | dringend [vrijpostig] verzoek |
| mushiru-毟る | plukken; (af)trekken; scheuren |
| mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
| mushisasare-虫刺され | insectenbeet; insectensteek |
| mushozoku-無所属 | onafhankelijk [onpartijdig; ongebonden] zijn (niet behorend tot een bepaalde geloofsrichting of politieke partij) |
| musō-無双 | (sumo) werptechniek door het dijbeen van de tegenstander beet te pakken |
| musubi-結び | (van een tekst) het einde [conclusie] |
| mutanpo-無担保 | zonder onderpand; ongedekt (lening) |
| mutanpokashidashi-無担保貸出 | ongedekte lening |
| mutanposhasai-無担保社債 | ongedekte (bedrijfs)obligatie |
| muyami-無闇 | gedachteloos; zonder na te denken; roekeloos |
| muyamiyatara-無闇矢鱈 | roekeloos [onbezonnen] zijn |
| myōan-妙案 | een uitstekend [ingenieus] idee [plan] |
| myūjikku-ミュージック | muziek |
| n-ん | afkorting van un (tussenwerpsel, met de betekenis: bevestigend) |
| nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
| nadataru-名だたる | beroemd; bekend |
| nadokoro-名所 | beroemde [bekende; interessante] plaats; bezienswaardigheid |
| nagaami-長編み | stokje (dubbele haaksteek) |
| nagabanashi-長話 | het lang praten; een lang gesprek [verhaal] |
| nagabanashisuru-長話する | lang praten; een lang gesprek voeren [hebben] (met) |
| nagaburo-長風呂 | het lang baden; lange weektijd in een badkuip |
| nagai-長居 | (op bezoek) blijven plakken; (te) lang blijven |
| nagamochi-長持 | een rechthoekige houten opbergkist (meestal gebruikt voor kleding) |
| nagarazoku-ながら族 | mensen (leeringen; studenten) die de gewoonte hebben tijdens het studeren te luisteren naar muziek, radio enz. |
| nagarearuku-流れ歩く | ronddwalen; rondzwerven; rondtrekken |
| nagarebotoke-流れ仏 | verdronken lijk dat in de zee drijft (vissers behandelen dit met grote zorg als een teken voor een grote vangst) |
| nagaredasu-流れ出す | uitstromen; uitschenken; uitgieten; (weg)lekken |
| nagaremono-流れ者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| nagashiba-流し場 | douchehoek of wasgelegenheid (zoals in Japan voorafgaand aan het baden) |
| nagashiita-流し板 | afdruipplaat; afdruiprek |
| nagasu-流す | stromen; golven (geluid; elektriciteit) |
| nagatachō-永田町 | het politieke hart van Japan |
| nagauta-長歌 | klassiek shamisen-lied |
| nagawazurai-長患い | landurige ziekte |
| nage-投げ | (werp)techniek bij sumoworstelen |
| nage-無げ | achteloos; willekeurig; zomaar |
| nagekawashii-嘆かわしい | betreurenswaardig; triest; beklagenswaardig; ellendig |
| nageku-嘆く | treuren; verdriet hebben; weeklagen; rouwen; wenen |
| nagetsukeru-投げつける | tekeergaan; razen; tieren; (iem. verwijten) naar het hoofd slingeren |
| nagewaza-投げ技 | (judo) werptechnieken |
| nagurigaki-殴り書き | gekrabbel; kattebelletje |
| nahen-那辺 | (daar)ginds; op die plek |
| nai-無い | niet hebben; niet bezitten; ontbreken |
| nai-無い | uniek [enig in zijn soort] zijn; eenmalig zijn |
| naikabyōin-内科病院 | ziekenhuis voor interne geneeskunde |
| naikaku-内角 | binnenhoek; binnenste hoek |
| naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
| naisen-内線 | binnenlijn; binnenbedrading (elektra of elektronica) |
| naishin-内診 | inwendig [gynaecologisch] onderzoek |
| naishin-内診 | spreekuur; (dokter) consult |
| naishinsuru-内診する | inwendig [gynaecologisch] onderzoek doen |
| naishinsuru-内診する | spreekuur houden (dokter) |
| naisho-内緒 | een privé plek (niet openbaar, maar thuis); de keuken |
| naishobanashi-内緒話 | een onderonsje; een privé [geheim] gesprek |
| naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
| naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
| naitei-内偵 | geheim onderzoek; verkenning |
| naiteisōsa-内偵捜査 | geheim onderzoek; verkenning |
| naiteki-内的 | innerlijk; intern; intrinsiek |
| naito・hosupitaru-ナイト・ホスピタル | een ziekenhuis waar 's nachts medische hulp en onderdak wordt geboden aan patiënten die overdag in de gemeenschap kunnen werken |
| naiyō-内容 | inhoud; tekst |
| naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
| naiyōgo-内容語 | (taalkunde) woorden, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, die de semantische betekenis in een zin aanduiden |
| naiyōseki-内容積 | inhoud; capaciteit; kubiek [inwendig] volume [afmeting]; massa |
| naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| najiru-詰る | uitschelden; een standje geven; kritisch aanspreken [ondervragen] |
| najji-ナッジ | nudging, een gedragspsychologische motivatietechniek |
| nakanaka-中中 | jazeker; precies; inderdaad; (je hebt gelijk) dat is zo; Nee, toch? (bij ontkenning van iets dat niet gedacht of ver |
| nakanuri-中塗り | een tweede [midden) laag [deklaag] van een muur of pleisterlaag |
| nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
| nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
| nakidokoro-泣き所 | zwakke plek; zwakke eigenschap, achilleshiel |
| nakigoe-鳴き声 | dierengeluiden (geblaf, gehinnik, gekwaak, gefluit, gemiauw, etc.) |
| nakigoto-泣き言 | geklaag; gejammer; gedrein; gejengel |
| nakikomu-泣き込む | huilend smeken |
| naku-泣く | zich beklagen; klagen; (be)treuren; rouwen |
| nakumushi-鳴く虫 | een krekel; sprinkhaan |
| nakunaru-無くなる | op raken; tekort [te weinig] worden |
| nakunaru-無くなる | niet meer zijn; ontbreken; weg zijn; niet meer doen |
| nama-生 | rauw [ongekookt; onbewerkt; natuurlijk; ruw] zijn |
| namabyōhō-生兵法 | oppervlakkige kennis van [ervaring met] (militaire tactieken) |
| namaji-なまじ | onnadenkendheid; roekeloosheid; onbedachtzaamheid |
| namako-海鼠 | zeekomkommer (Holothuroidea) |
| namamono-生物 | rauw [ongekookt] voedsel |
| namanie-生煮え | niet goed gaar [halfgaar; niet lang genoeg gekookt] zijn |
| namaribushi-なまり節 | gekookte en half-gedroogde bonito |
| namaru-訛る | met een accent spreken [praten]; verbasteren; iets verkeerd uitspreken |
| namatsuba-生唾 | speeksel; spuug |
| namayude-生茹で | onvoldoende gekookt; halfgekookt |
| nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
| namidagumashii-涙ぐましい | (lit.) pathetisch; aandoenlijk; ontroerend; deerniswekkend; erbarmelijk |
| namiyoke-波除け | golfbreker |
| nan-難 | onvolkomenheid; fout; gebrek; nadeel |
| nanako-魚子 | een metaalgraveertechniek (met korrels die op viseieren lijken) |
| nanako-魚子 | (afk. voor) keperbinding (weeftechniek, waarbij het oppervlak van de stof korrelig als een visei wordt) |
| nanakoori-魚子織り | keperbinding (weeftechniek, waarbij het oppervlak van de stof korrelig als een visei wordt) |
| nanakorobiyaoki-七転び八起き | (spreekwoord) met vallen en opstaan (leren); al doende leert men (lett. 7 keer vallen, 8 keer opstaan) |
| nanakusagayu-七草粥 | rijstepap, traditioneel gekookt met 7 kruiden (op de zevende dag van het nieuwe jaar) |
| nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
| nanashukyōgi-七種競技 | (atletiek) zevenkamp; heptatlon |
| nanbanni-南蛮煮 | Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten]; een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
| nanbā・purēto-ナンバー・プレート | nummerplaat; nummerbord; kentekenplaat (auto) |
| nanbun-難文 | een moeilijke [lastige] zin [passage; tekst] |
| nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
| nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
| nandoku-難読 | moeilijk te lezen (tekst) |
| nanigashi-某 | een zekere; ene |
| nanjō-何じょう | (lit.) hoe dan ook; beslist; zeker |
| nankō-難航 | moeilijke vaart [oversteek] |
| nankuse-難癖 | fout; gebrek; defect; zwakke plek |
| nankuse-難癖 | kritiek; beschuldiging; vitterij; muggenzifterij |
| nanminshinseisha-難民申請者 | asielzoeker(s) |
| nanori-名乗り | (publieke) aankondiging van de koopwaar [handelswaar)]met de naam van het product of de producent, e.d. |
| nanoru-名乗る | zichzelf introduceren [voorstellen] (met naam); zichzelf identificeren [aankondigen; bekendmaken] als (met titel, beroep, etc.) |
| nanoru-名乗る | in de derde persoon (met naam) spreken over zichzelf |
| nanpa-軟派 | (politiek) de gematigden; gematigde partij |
| nansensu-ナンセンス | onzin; nonsens; flauwekul |
| nanshoku-男色 | (mannelijke) homoseksualiteit; seks tussen mannen |
| nanshūkan-何週間 | hoeveel weken |
| nantaidōbutsu-軟体動物 | weekdier(en) |
| nantetsu-軟鉄 | zacht staal; zacht ijzer; weekijzer, |
| naoru-直る | op de juiste plek komen; op de goede plaats geordend zijn |
| napukin-ナプキン | servet; vingerdoekje |
| narabi-並び | rij; lijn; reeks |
| narachameshi-奈良茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst |
| naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
| narihibiku-鳴り響く | een goede reputatie hebben; algemeen bekend zijn |
| narimono-鳴り物 | muziekinstrument |
| narimono-鳴り物 | de muziekinstrumenten in het Kabuki theater, behalve de samisen |
| naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
| naru-鳴る | weerklinken; bekend worden [zijn] (om) |
| narubeku-成るべく | zo mogelijk; indien mogelijk (dit woord is de klassiek Japanse shūshikei-vorm van het ww. naru) |
| naruhodo-成る程 | inderdaad; werkelijk; zeker |
| naruhodo-成る程 | (een uitroep ter instemming van wat een ander zegt) jazeker; inderdaad; vanzelfsprekend; natuurlijk |
| naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
| nasakebukai-情け深い | meelevend; sympathiek; welwillend; goedhartig |
| nasakenai-情けない | erbarmelijk; miserabel; armzalig; zielig; meelijwekkend |
| nata-鉈 | bijl; hakmes; leidekkershamer |
| natsuba-夏場 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
| natsubasho-夏場所 | een goede plek om de zomer door te brengen; een zomerverblijf |
| natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
| natsugake-夏掛け | dunne dekbedden die in de zomer gebruikt worden |
| natsugo-夏蚕 | een zijderups, die vanaf de vroege zomer wordt gekweekt |
| natsumake-夏負け | lichaamszwakte [ziek] door zomerhitte |
| natsumatsuri-夏祭り | een zomerfestival om de goden te verzoeken de oogsten te beschermen tegen insectenplagen, overstromingen, e.d. |
| natsuyama-夏山 | berg die wordt beklommen in de zomer |
| natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
| naute-名うて | beroemd [bekend; berucht] zijn |
| nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
| nebakkoi-粘っこい | hardnekkig; volhardend |
| nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
| nebusoku-寝不足 | slaapgebrek |
| nechigaeru-寝違える | kramp in de nek krijgen [een stijve nek krijgen] (tijdens het slapen) |
| nechikkoi-ねちっこい | hardnekkig; koppig; eigenwijs |
| nedaru-強請る | smeken; afdwingen; pleiten; overreden |
| neesan-姉さん | (een woord waarmee men beleefd een oudere zus aanspreekt:) zus(ter) |
| neesan-姉さん | (een woord waarmee men een jonge vrouw aanspreekt:) juffrouw |
| neesan-姉さん | (een woord waarmee men aanspreekt) een serveerster in een restaurant of hotel |
| neesan-姉さん | een woord waarmee een geisha een meer ervaren geisha boven zich aanspreekt |
| neesankaburi-姉さん被り | handdoek om het hoofd gewikkeld |
| neeya-姉や | (aanspreekvorm voor) kinderoppas; dienstmeisje |
| nefurōze-ネフローゼ | nefrose (nierziekte) |
| negatibu-ネガティブ | negatief (elektrische polariteit) |
| negau-願う | verzoeken; smeken |
| negau-願う | een verzoek [aanvraag] indienen (voor) |
| negoto-寝言 | geklets; onzin |
| neitibu-ネイティブ | (afkorting voor) native speaker; moedertaalspreker |
| neitibu・supīkā-ネイティブ・スピーカー | moedertaalspreker; native speaker |
| nejikomu-捩じ込む | iets ergens induwen [insteken] |
| nejikomu-捩じ込む | zich beklagen; beklag doen; protesteren |
| neko-猫 | bijnaam van een shamisen (een muziekinstrument, zo genoemd omdat het vaak met kattenhuid is bekleed) |
| neko-猫 | een klein brandertje (een afkorting voor neko-hibachi) |
| neko-猫 | kruiwagen (een afkorting voor neko-kuruma) |
| nekonekobanten-ねんねこ半纏 | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
| nekosogi-根刮ぎ | ontworteling; het met wortel en al uit de grond trekken |
| nekubi-寝首 | nek [hoofd] van een slapende persoon |
| nema-寝間 | slaapkamer; slaapvertrek |
| nenbutsushū-念仏宗 | Nembutsu sekte (van het boeddhisme) |
| nendaiki-年代記 | kroniek |
| nendaimono-年代物 | antiek; antiek voorwerp |
| nendo-年度 | fiscaal jaar; belastingjaar; boekjaar |
| nenga-年賀 | nieuwjaarsviering; nieuwjaarswens; nieuwjaarsbezoek |
| nengan-念願 | diep verlangen; lang gekoesterde wens |
| nenkinhoken-年金保険 | lijfrenteverzekering |
| nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
| nenneko-ねんねこ | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| nennotame-念のため | voor de zekerheid |
| nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
| nentei-拈提 | (zen boedddhisme) publieke uitleg [commentaar] over een voorval en de koan |
| neru-寝る | ziek in bed liggen; op het ziekbed liggen |
| neru-練る | kennis [bekwaamheid] verbeteren door oefenen [trainen] |
| nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
| nesshabyō-熱射病 | zonnesteek |
| nesshō-熱傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
| netabare-ネタバレ | spoiler; bederver; informatie die (een deel van) de plot van een film of boek verklapt |
| netakiri-寝たきり | bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| netchiri-ねっちり | kleverig; plakkerig; taai; hardnekkig; volhoudend; opdringerig |
| netchūshō-熱中症 | zonnesteek; hyperthermie; hitteberoerte |
| netsu-熱 | een ziekte die gepaard gaat met) hoge koorts |
| netsubyō-熱病 | ziekte met hoge koorts |
| netsuku-寝つく | ziek in bed liggen |
| newaza-寝技 | (judo) grond (klem) technieken |
| neya-閨 | slaapkamer; slaapvertrek (m.n. van echtparen) |
| neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
| nezumizan-鼠算 | geometrische [meetkundige] reeks; |
| ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
| nibunonpu-二分音符 | een halve noot (muziek) |
| nichibeikankei-日米関係 | de Japans-Amerikaanse betrekkingen |
| nichibu-日舞 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
| nichigintankan-日銀短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| nichirankankei- 日蘭関係 | de Japans-Nederlandse betrekkingen |
| nichiranshakaihoshōkyōtei-日蘭社会保障協定 | Japans-Nederlandse Overeenkomst aangaande Sociale Zekerheid |
| nichiyōdaiku-日曜大工 | doe-het-zelver; (weekend) klusser |
| nigaoe-似顔絵 | (ukiyo-e) portrettekening van acteurs en beroemde schoonheden |
| nigemadou-逃げ惑う | (in paniek) proberen te ontsnappen; ongecoördineerd rondrennen om te ontsnappen |
| nigiriya-握り屋 | een zuinig [gierig] iemand; een vrek [krent; gierigaard] |
| nigirizushi-握り鮨 | een soort sushi waarbij een reepje vis (omelet, e.d.) op een samengeknepen blokje sushirijst wordt gelegd |
| nigorie-濁り江 | modderige baai [inham; kreek] |
| nihon-二本 | twee stuks (本 wordt gebruikt voor het tellen van lange dingen, boeken, etc.) |
| nihonbuyō-日本舞踊 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
| nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
| nijimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
| nijimu-滲む | doorsijpelen; lekken; uitstromen; opwellen |
| nijimu-滲む | vlekken; besmeuren |
| nijūboin-二重母音 | tweeklank; diftong |
| nijūsō-二重奏 | (muziek) duet |
| nikkābokkā-ニッカーボッカー | knickerbocker; kniebroek |
| nikki-日記 | dagboek |
| nikochingamu-ニコチンガム | nicotinekauwgum |
| niku-肉 | direct; rechtstreeks; puur |
| nikukan-肉感 | lichamelijk genot; seksuele passie |
| nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
| nikutairōdō-肉体労働 | fysieke [lichamelijke] arbeid |
| nikutaiteki-肉体的 | fysiek; lichamelijk |
| nikyokuka-二極化 | polarisatie; tweedeling; wij-zij denken (politiek) |
| nimaigai-二枚貝 | tweekleppigen; bivalvia (een klasse van in water levende weekdieren) |
| nimame-煮豆 | gekookte bonen |
| nimono-煮物 | het koken van voedsel; gekookt voedsel |
| ningendokku-人間ドック | algeheel [uitgebreid] medisch (lichamelijk) onderzoek |
| ningengaku-人間学 | menswetenschappen; humanistiek; filosofische antropologie |
| ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
| ningenkokuhō-人間国宝 | levend nationale kunstschat (titel gegeven aan kunstenaars of traditionele ambachtslieden met een zeer hoge technische bekwaamheid) |
| ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
| ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
| ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
| ninsō-人相 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking; fysionomie |
| nin'isōsa-任意捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek op vrijwillige basis |
| nīrusenchōsa-ニールセン調査 | kijkcijferonderzoek uitgevoerd door de Nielsen Company (waarvan de Japanse tak werd opgericht in 1961) |
| nise-二世 | (boeddhistische.) twee existenties: het heden en de toekomst |
| nishasannyū-二捨三入 | een rekenmethode waarbij decimalen van 2 of lager naar beneden worden afgerond, en van drie of hoger naar boven) |
| nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
| nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een instelling, e.d. (voor praktische doeleinden) |
| nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
| nisshi-日誌 | dagboek; journaal; logboek |
| nitsukeru-煮付ける | (groente en vis) goed (laten) doorkoken (in bouillon of sojasaus, zodat de smaak er goed intrekt) |
| nitsumaru-煮詰まる | tot een oplossing [conclusie] komen (van een discussie, onderzoek, enz.) |
| niwa-庭 | een vertrouwde [bekende] plek |
| niwa-庭 | een plaats [plek] waar iets specifieks wordt gedaan (zoals studeren, vissen, jagen, etc.) |
| nizakana-煮魚 | gekookte vis |
| nī・sokkusu-ニー・ソックス | kniehoge sok; kniekous |
| nō-能 | talent; vaardigheid; bekwaamheid; gave |
| nobasu-伸ばす | langer maken; (uit)rekken; uitstrekken; laten groeien (van haar) |
| nobeita-延べ板 | brede plank die wordt gebruikt om dingen op uit te rekken (b.v. voor het uitrollen van noedels) |
| nōben-能弁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| noberu-延べる | (uit)strekken; (uit)spreiden; openvouwen |
| nobinayamu-伸び悩む | stagneren; achterblijven (in groei); weinig vooruitgang boeken |
| nobinobi-伸び伸び | uitgestrekt [gerekt; gegroeid] |
| nobiru-伸びる | groeien; langer worden; zich uitstrekken |
| nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
| nobori-上り | perron waar de treinen naar de stad vertrekken; een weg richting de stad |
| noboribune-上り船 | een schip dat stroomopwaarts vaart; de boot die vaart van het platteland richting de streek van Kyoto-Osaka |
| noboriguchi-上り口 | de plek waar de beklimming begint (van een trap, berg, etc.) |
| noboseru-逆上せる | gek [dol] zijn op |
| nochi-後 | na, nadat; later; toekomstig |
| nochinochi-後後 | toekomstig; hierna; in de (verre) toekomst |
| nodo-喉 | de rugmarge van een (gebonden) boek |
| nodoka-長閑 | rustig; gerust; onbezorgd; onbekommerd |
| nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
| nodomotojian-喉元思案 | oppervlakkige [bekrompen] gedachten [denkwijze] |
| nōfu-納付 | betaling (van belastingen, bekeuringen, e.d. aan overheidsinstellingen) |
| nōgaku-能楽 | Nōgaku is klassiek Japans theater, omvat twee vormen: Nō en Kyōgen |
| nōha-脳波 | elektro-encefalografie (eeg) |
| nōhakei-脳波計 | elektro-encefalografie (eeg) |
| nōhi-能否 | competentie en incompetentie; bekwaamheid en onbekwaamheid |
| nōhitsu-能筆 | mooi handschrift; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
| nōhonshugi-農本主義 | agrarisme (een politieke stroming die de landbouw en het platteland voorop stellen) |
| nōki-納期 | overeengekomen leverdatum; leveringstermijn |
| nōki-能記 | (taalkunde) de betekenaar; het betekenende; het concept (signifier) |
| nōkōgirei-農耕儀礼 | ritueel verzoek (of dankbetuiging) voor een goede oogst |
| nōkyō-納経 | het offeren in een tempel van een handmatig gekopieerde soetra |
| nōkyō-納経 | het aanbieden van geld of rijst in een tempel in ruil voor soetra teksten |
| nōmāku-ノーマーク | (sport) speler die niet gedekt wordt [waar niet op gelet wordt] |
| nōmakuen-脳膜炎 | hersenvliesontsteking; meningitis |
| nomi-ノミ | platte beitel; hoekbeitel |
| nonpori-ノンポリ | (nonpolitical) niet-politiek |
| nonsekuto-ノンセクト | niet-sektarisch; niet gebonden aan een bepaalde religie of politieke partij |
| norakura-のらくら | (onomatopee) langzaam en ontspannen; lekker rustig; nietsdoend |
| nōran-悩乱 | angst; ongerustheid; angstig [van streek] zijn |
| nōri-能吏 | een bekwame ambtenaar |
| noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
| norimonoyoi-乗り物酔い | bewegingsziekte; reisziekte |
| noroi-呪い | vloek; verwensing; vervloeking |
| nōryoku-能力 | vaardigheid; bekwaamheid; competentie; vermogen; capaciteit |
| nōsai-能才 | vermogen; bekwaamheid; vakkundigheid |
| nōsai-能才 | een bekwaam [kundig] persoon |
| nōsatsu-悩殺 | bekoring |
| nōsei-農政 | landbouwbeleid; landbouwpolitiek |
| noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
| nōsho-能書 | het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
| notamau-宣う | (een erend, zeer respectvol werkwoord voor) zeggen; spreken |
| nōto-ノート | memo; notitie; aantekenboekje; notitieboekje; notitieblok |
| nōto-ノート | (verklarende) aantekening; noot |
| nōto-ノート | (muziek)noot |
| nōtobukku-ノートブック | aantekenboekje; notitieboekje; notitieblok |
| nōtosuru-ノートする | een notitie [aantekening] maken |
| nozokikarakuri-覗き機関 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
| nozokimegane-覗き眼鏡 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
| nozoku-覗く | een glimp opvangen (van); vluchtig bekijken |
| nozue-野末 | uithoeken van het platteland; verafgelegen velden |
| nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
| nukeru-抜ける | verliezen; missen; ontbreken |
| nukeru-抜ける | verbleken; verkleuren; vervagen |
| nukeru-抜ける | verlaten; opgeven; terugtrekken; ontvluchten |
| nukidasu-抜き出す | selecteren; uitzoeken |
| nukidasu-抜き出す | ergens iets uittrekken; eruit halen |
| nuku-抜く | verwijderen; uittrekken |
| nuku-抜く | selecteren; een uittreksel maken |
| nuku-抜く | doorboren; doorbreken |
| numeri-滑り | (afk. voor) korte lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
| numeriuta-滑り唄 | kort lied uit de Edo-periode; muziek in Kabuki |
| nuno-布 | doek; lap stof |
| nunobiki-布引き | het uitrekken van stof |
| nunoji-布地 | stof; doek; lap |
| nurakura-ぬらくら | glad; glibberig; week; slijmerig |
| nureba-濡れ場 | (film of toneel) liefdesscène; seksscène |
| nurenezumi-濡れ鼠 | (lett. een natte muis of rat) kletsnat zijn; doorweekt tot op de huid zijn |
| nuresobotsu-濡れそぼつ | drijfnat worden; doorweekt raken |
| nuri-塗り | deklaag; verflaag; laklaag |
| nurie-塗り絵 | kleurplaat; tekening om in te kleuren |
| nuritsubusu-塗り潰す | overschilderen; (ergens) overheen schilderen; volledig met verf bedekken |
| nusubito-盗人 | dief; inbreker |
| nusumigui-盗み食い | het eten stelen; stiekem een hap nemen |
| nusutto-盗人 | dief; inbreker |
| nyōki-尿器 | po; ondersteek; urinaal |
| nyūbōen-乳房炎 | mastitis; borstontsteking; melkklierontsteking; uierontsteking |
| nyūin-入院 | ziekenhuisopname |
| nyūinkanja-入院患者 | een ziekenhuispatiënt (iemand die in het ziekenhuis ligt) |
| nyūinsuru-入院する | in een ziekenhuis opgenomen worden |
| nyūkan-入館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
| nyūkin-入金 | het (geld) storten op eigen rekening |
| nyūmon-入門 | handleiding; handboek; introductie; inleiding |
| nyūrai-入来 | bezoek (aan een huis); (aan)komst (in een huis) |
| nyūryoku-入力 | (elektr.) ingangsvermogen |
| nyūshin-入信 | het zich bij een geloof aansluiten; zich bekeren; bekeerd worden |
| nyūtō-入党 | het zich aansluiten bij [toetreden tot] een politieke partij |
| nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
| nyū・myūjikku-ニュー・ミュージック | nieuwe muziek, benaming voor Japanse popmuziek |
| nyū・raito-ニュー・ライト | (politiek) Nieuw Rechts; neoconservatisme |
| nyū・refuto-ニュー・レフト | (politiek) Nieuw Links |
| nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| ōbābukkingu-オーバーブッキング | overboeking (te vol boeken, b.v. vliegtuig) |
| ōbādorafuto-オーバードラフト | bankschuld; debet(saldo); voorschot op een lopende bankrekening |
| ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
| obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
| obasan-小母さん | (aanspreektitel voor vrouw van middelbare leeftijd) mevrouw |
| ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
| ōbā・fensu-オーバー・フェンス | (honkbal) homerun, bal die over het hek [de omheining] is geslagen |
| obibangumi-帯番組 | radio- of tv-programma dat op meerdere dagen per week op hetzelfde tijdstip wordt uitgezonden |
| ōboe-オーボエ | hobo (muziekinstrument) |
| oboe-覚え | zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid |
| oboegaki-覚え書き | memorandum; notitie; aantekening |
| oboezu-覚えず | onbewust; onwillekeurig; spontaan; instinctief; zonder (erbij) na te denken |
| obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| oburigāto-オブリガート | (muziekterm) obbligato |
| ōchaku-横着 | lui [een lijntrekker] zijn; slordig zijn |
| ochanoko-お茶の子 | iets lekkers (cake, snoep, e.d.) bij de thee |
| ochasho-御茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| ochimusha-落ち武者 | (spreektaal) student, kandidaat, of sollicitant die heeft gefaald in zijn [haar] ondernemingen |
| ochitsuita-落着いた | rustig; kalm; zelfverzekerd; beheerst |
| ochōshimono-お調子者 | roekeloos [wispelturig; arrogant; opportunistisch] persoon |
| ōdā-オーダー | ordeteken; onderscheidingsteken |
| odaimoku-御題目 | loze kreten; holle frasen; dom geklets |
| ōdaku-応諾 | toestemming; instemming; acceptatie; inwilliging (van een verzoek) |
| ōdanmaku-横断幕 | spandoek |
| ōdansuru-横断する | oversteken; kruisen |
| oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
| ōdiensu-オーディエンス | publiek; gehoor; toehoorders |
| odokeru-戯ける | zich dwaas gedragen; gek doen; grapjes maken |
| odorasu-踊らす | manipuleren; (fig.) aan de touwtjes trekken; iemand laten doen wat je wilt; iemand naar je pijpen laten dansen |
| odoriba-踊り場 | plek om te dansen |
| odoriji-踊り字 | herhaalsymbool; herhalingsteken voor kanji of kana (々; ゝ) |
| odorokubeki-驚くべき | verbluffend; verbazingwekkend |
| ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
| ofusetto-オフセット | offset; offsetdruk; offsetdruktechniek |
| ofusettoinsatsu-オフセット印刷 | offsetdruk; offsetdruktechniek |
| ōga-枉駕 | uw bezoek (formele stijl) |
| ogawa-小川 | smalle [kleine] rivier; beek |
| oginau-補う | aanvullen; goedmaken; compenseren; dekken (een tekort, verlies, etc.); opvullen (b.v. een vacature) |
| ogosoka-厳か | plechtig [eerbiedwaardig; deftig; indrukwekkend] zijn |
| oh-押っ | voorvoegsel ter versterking van de betekenis van het aangevoegde woord |
| ōha-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
| ohagi-お萩 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| ōhan-凹版 | diepdruk (grafische druktechniek) |
| ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
| ōhan'insatsu-凹版印刷 | diepdruk (grafische druktechniek) |
| ohirome-お披露目 | officiële aankondiging [bekendmaking] (b.v. van een huwelijk) |
| ohitashi-お浸し | gekookte (blad)groenten met sojasaus |
| ohiya-お冷や | koude gekookte rijst |
| ōhō-往訪 | een bezoek (aan iemand); op bezoek gaan |
| ohon-おほん | ahum (uitroep om aandacht te trekken) |
| oikomu-追い込む | tekst door laten lopen |
| ōinjiten-押韻辞典 | rijmwoordenboek |
| oirukurosu-オイルクロス | wasdoek; zeildoek |
| oirusukin-オイルスキン | oliejas; geolied doek; wasdoek |
| oiru・fensu-オイル・フェンス | oliegiek (drijvende barrière om olielekkage op te vangen) |
| oishii-美味しい | lekker; smakelijk; heerlijk |
| okaasan-お母さん | moeder (beleefd, ook aanspreektitel) |
| okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
| okami-御上 | aanspreektitel voor iemand van adel |
| okami-御上 | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
| okamisan-お上さん | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
| okarina-オカリナ | (muziekinstrument) ocarina |
| okasu-侵す | binnenvallen; binnendringen; inbreken |
| okasu-犯す | regels [verordeningen] overtreden [schenden]; doorbreken |
| okera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
| okiagaru-起き上がる | weer op [hersteld] zijn (na een ziekte) |
| okidokoro-置き所 | plek [plaats; ruimte] om iets neer te zetten |
| okidokoro-置き所 | plek waar men kan verblijven; plek waar men zich veilig voelt |
| okiji-置き字 | hulptekens in kanbun teksten (b.v. 矣 (い) ; 乎 (こ)) |
| okiru-熾きる | opvlammen [ontstaan] van vuur; uitbreken van brand |
| okizari-置き去り | het achterlaten (van iemand, iets, e.d.); in de steek laten; verlaten |
| okizari-置き去り | het vertrekken van een echtgenoot die zijn vrouw verlaat |
| okkabuseru-押っ被せる | (iets) bedekken; toedekken; op elkaar leggen |
| ōkō-横行 | het woekeren; hoogtij vieren; wijdverspreid [veelvoorkomend] zijn |
| oko-痴 | dwaasheid; absurditeit; lachwekkende [absurde; komische] situatie |
| okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
| okoru-起こる | onstaan [opkomen] van een ziekte, e.d.; ziek worden; een aanval krijgen van; het slachtoffer worden van |
| okoshi-御腰 | lindedoek; tailledoek |
| okosozukin-御高祖頭巾 | een (warme) vierkante doek, om hoofd en schouders gewikkeld (gebruikt door vrouwen als sjaal-hoofddoek [kap] in de Edo- tot de Meiji-periode) |
| okosu-起こす | wekken; wakker maken |
| okototen-乎古止点 | diakritische tekens, gebruikt bij het vertalen van klassiek Chinese teksten |
| okubyōkaze-臆病風 | paniekaanval |
| okuden-奥伝 | initiatie; inwijding (in geheime kennis of technieken) |
| okugaki-奥書 | naschrift; slottekst als bevestiging van de hoofdtekst |
| okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
| okunai-屋内 | binnenshuis; indoor; overdekt |
| okunote-奥の手 | geheim; geheime vaardigheden [techniek] |
| okuribi-送り火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun vertrek uit te zwaaien |
| okuru-贈る | verlenen (van een academische graad, titel, e.d.); toekennen |
| okuyami-お悔やみ | condoleantie; deelneming; rouwbeklag |
| okuyurushi-奥許し | initiatie; inwijding (in geheime kennis of technieken) |
| omairi-御参り | het bezoeken van een heiligdom [tempel; graf] |
| omanma-お飯 | (gekookte) rijst; maaltijd |
| omega-オメガ | omega, de laatste letter van het Griekse alfabet (Ω, ω) |
| omodachi-面立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
| omoeru-思える | lijken; schijnen; de indruk wekken |
| omoni-重荷 | berekening van vrachtkosten via vrachtgewicht |
| omoomoshii-重重しい | zeer plechtig; (plecht)statig; gedragen (b.v. ceremonie, stem, treurige muziek) |
| omotedatsu-表立つ | (publiekelijk) bekend worden; openbaar (gemaakt) worden |
| omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
| omotezata-表沙汰 | openbaarmaking; bekendmaking; onthulling |
| omowa-面輪 | gezicht; gelaatstrekken |
| omowazu-思わず | onbewust; onbedoeld; onwillekeurig; spontaan |
| omozashi-面差し | uiterlijk; gezicht; gelaatstrekken |
| ōmu-オーム | Ohm (eenheid van elektrische weerstand) |
| ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
| omunibasu-オムニバス | (boek) omnibus; verzameluitgave |
| onaga-尾長 | Aziatische blauwe ekster |
| onagare-お流れ | beleefde zegswijze waarbij de gastheer aan de eregast om diens sakekopje vraagt (om zelf uit te drinken) |
| onaji-同じ | hetzelfde; identiek; gelijk; gelijkwaardig |
| onamidachōdai-お涙頂戴 | tranentrekker; smartlap; melodrama; sentimenteel verhaal [liedje; programma] |
| onbukigō-音部記号 | muzieksleutel |
| oneesan-お姉さん | (iemand aanspreken met) zus; mevrouw; juffrouw |
| onegai-御願い | verzoek; het vragen om een gunst |
| ongaku-音楽 | muziek |
| ongakugakkō-音楽学校 | muziekschool; conservatorium |
| ongakugaku-音楽学 | musicologie; muziekwetenschap |
| ongakugakusha-音楽学者 | musicoloog; muziekwetenschapper |
| ongakuhyōronka-音楽評論家 | muziekcriticus |
| ongakukyōshi-音楽教師 | muziekleraar; muziekdocent |
| ongakusenmonten-音楽専門店 | (gespecialiseerde) muziekwinkel |
| ongakutai-音楽隊 | (muziek)band |
| ongi-音義 | de lezing [uitspraak] en betekenis van kanji |
| ongisetsu-音義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
| ongoku-遠国 | een gebied [streek] ver van de hoofdstad |
| ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
| oniba-鬼歯 | vooruitstekende (hoek)tand |
| onibaba-鬼婆 | een monster [duivel] in de gedaante van een oude vrouw; toverkol; heks |
| onigiri-お握り | onigiri, een rijstbal (rond of driehoekig), vaak gevuld en met een stuk nori (geroosterde zeewier) eromheen gevouwen |
| onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
| onkun-音訓 | lezing en betekenis van een kanji |
| onkyō-音響 | geluid; echo; weerklank; weergalm; resonantie; akoestiek |
| onnazuki-女好き | rokkenjager; vrouwengek |
| onpu-音符 | muzieknoot |
| onpu-音譜 | muziek; bladmuziek; partituur |
| onseigaku-音声学 | fonetiek; fonetica |
| onseikigō-音声記号 | fonetisch teken |
| ontei-音程 | (muziek) interval; toon; toonhoogte |
| onten-温点 | warme plek; het warme (sensorische) punt |
| ooana-大穴 | een groot tekort; zwaar verlies |
| ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
| ooban-大判 | grote maat (boek, papier), etc. |
| oobanyaki-大判焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| ooburoshiki-大風呂敷 | een grote furoshiki (doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen) |
| ooiri-大入り | grote opkomst; veel publiek |
| oomukō-大向こう | het publiek; de mensenmassa |
| oonyūdō-大入道 | mytisch monster uit Japan in de vorm van een kaalhoofdige man met een lange nek |
| ooyoso-大凡 | basis; grondslag; (bij) benadering; in grote trekken; in het algemeen; ruwweg |
| operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
| operetta-オペレッタ | (muziek) operette |
| ōpungāden-オープンガーデン | open tuin (particuliere tuin die open is voor publiek) |
| ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
| ōpun・pojishon-オープン・ポジション | vacante positie [functie; betrekking]; vacature |
| ōpun・porishī-オープン・ポリシー | open (contract) polis (met name bij transportverzekeringen) |
| opushonaru・tsuā-オプショナル・ツアー | optionele excursie; facultatieve rondleiding (bij een geboekte reis) |
| oratorio-オラトリオ | (muziek) oratorium |
| oreimairi-御礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
| oreru-折れる | gebroken [gevouwen] worden; afbreken |
| oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
| origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
| orihon-折り本 | vouwboek; harmonicaboek |
| oriitte-折り入って | smekend; (dringend) verzoekend |
| orijinaru-オリジナル | origineel; oorspronkelijk; authentiek |
| orikomizumi-織り込み済み | voorzien; ergens (van te voren) rekening mee houden; in aanmerking nemen; incalculeren (bij de planning) |
| orikomu-織り込む | in aanmerking nemen; rekening houden met |
| oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
| oroka-疎か | uiteraard; vanzelfsprekend |
| orooro-おろおろ | geschokt; verbijsterd; onzeker; verward |
| oru-折る | breken; afbreken; plukken |
| ōrubakku-オールバック | (helemaal) naar achteren gekamd haar (zonder scheiding) |
| ōrudo-オールド | oud; bejaard; antiek |
| orugōru-オルゴール | muziekdoos (van Duits [Nederlands]: Orgel) |
| ōru・risukusu-オール・リスクス | allrisk (verzekering) |
| ōru・wezā-オール・ウエザー | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
| ōru・wezā・torakku-オール・ウエザー・トラック | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
| osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
| osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
| osagari-お下がり | verplaatsing (vanuit een stad) naar een rustieke [landelijke] omgeving [locatie] |
| ōsenkogitte-横線小切手 | een ongekruiste cheque |
| ōsetsusuru-応接する | (bezoekers) ontvangen |
| oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
| oshare-お洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| oshi-啞 | stom zijn; niet kunnen spreken |
| oshigami-押し紙 | notitie [stuk papier] bij een document (met aantekeningen en vragen) |
| oshiiru-押し入る | binnendringen; inbreken (b.v. in een huis) |
| oshikomu-押し込む | inproppen; insteken; instoppen; binnenduwen; opsluiten |
| oshikomu-押し込む | binnenvallen; inbreken |
| ōshin-往診 | doktersvisite; doktersbezoek (aan huis van een patiënt) |
| oshite-押して | gedwongen; dwingend; aandringend; hardnekkig |
| oshitsumeru-押し詰める | proppen [stouwen; klemmen] in; in het nauw [een hoek] drijven |
| ōso-応訴 | tegenaanklacht; wederbeschuldiging (van een aangeklaagde tegen de aanklager) |
| oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
| osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
| osoroshii-恐ろしい | verrassend; geweldig; verbazingwekkend |
| ossharu-仰る | (beleefd werkwoord voor) zeggen; spreken |
| osumitsuki-御墨付き | certificaat, toestemming, document met handtekening |
| otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
| otafukukaze-お多福風邪 | de bof (ziekte) |
| otaku-お宅 | (vaak in katakana schrift) zonderling; excentriekeling; fanaat; (fervent) aanhanger |
| otemae-お手前 | bekwaamheid; talent; vakmanschap |
| otokogurui-男狂い | mannengek [gek op mannen; losbandig] zijn |
| otokomusubi-男結び | mannenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop evenwijdig lopen (is niet makkelijk los te trekken) |
| otokozuki-男好き | aantrekkelijk voor mannen |
| otōsan-お父さん | vader (beleefd; ook aanspreektitel) |
| otoshi-落とし | een val; een apparaat [mechaniek] om dieren te vangen |
| otozure-訪れ | bezoek; visite; komst; aankomst |
| otozureru-訪れる | bezoeken; een bezoek brengen [afleggen] |
| oyabaka-親馬鹿 | iemand die (overdreven) dol is op zijn kind(eren) (en blind is voor de tekortkomingen) |
| oyaji-親字 | het eerste karakter [de basis kanji] van een lemma in een kanji woordenboek |
| oyamoji-親文字 | eerste (opzoek) kanji in een kanji woordenboek |
| oyasumi-お休み | (beleefd) rustpunt; schoolpauze; werkpauze; werkonderbreking |
| paburikku-パブリック | publiek; openbaar |
| paburikku・kōporēshon-パブリック・コーポレーション | openbaar bedrijf; publieke instantie; overheidsbedrijf |
| paburikku・rirēshonzu-パブリック・リレーションズ | public relations; zakelijke betrekkingen |
| pachipachi-ぱちぱち | (hard) geklap |
| pachipachi-ぱちぱち | geknetter; knappend geluid |
| pachipachi-ぱちぱち | geklik (het repeterende geluid van achter elkaar foto schieten) |
| pafōmansu-パフォーマンス | optreden; voorstelling; artistieke uitvoering |
| paiku-パイク | snoek (een vis, Esox Lucius) |
| paionia-パイオニア | pionier; baanbreker; wegbereider |
| paipu・orugan-パイプ・オルガン | pijporgel (muziekinstrument) |
| pairotto・puranto-パイロット・プラント | proeffabriek |
| pajama・kōru-パジャマ・コール | nachtelijk telefoontje; een telefoongesprek 's avonds laat |
| pan-パン | pan (koekenpan; kookpan; braadpan) |
| pan-パン | Pan (Griekse mythologie) |
| pan-パン | pan; panseksueel |
| paneru・sābei-パネル・サーベイ | panelonderzoek (doelgroep onderzoek) |
| panikku-パニック | paniek |
| panjī-パンジー | driekleurig viooltje (Viola tricolor) |
| pankēki-パンケーキ | pannenkoek |
| panku-パンク | lekke band |
| panku・rokku-パンク・ロック | punkrock (muziek) |
| panorama-パノラマ | een panorama (schilderij op doek van halve of hele cirkel met realistische voorgrond, een uitvinding van Robert Barker |
| panpan-ぱんぱん | (onomatopee) pang pang; geluid van geknal [schoten; vuurwerk, etc.) |
| pansekushuaru-パンセクシュアル | panseksueel |
| panteon-パンテオン | Pantheon, antieke tempel in Rome |
| panteon-パンテオン | pantheon (Grieke of Romeinse tempel gewijd aan alle goden) |
| pantorī-パントリー | voorraadkast; provisiekamer; provisiekast (Eng. pantry) |
| pantsu-パンツ | broek |
| pantsu-パンツ | onderbroek; slip |
| papa-パパ | een woord gebruikt door een vrouw om haar man of minnaar aan te spreken |
| papa-パパ | in de katholieke kerk de bijnaam van de paus |
| parapara-ぱらぱら | (onomatopee) in kleine hoeveelheden (druppels, e.d.) naar beneden vallend (het geluid daarbij): gedruppel; gekletter |
| parapara-ぱらぱら | (onomatopee) schaars; verspreid; (van iemands haar) piekerig; in losse plukken geknipt |
| parareru-パラレル | (elektrotechniek) parallelgeschakeld |
| paripari-ぱりぱり | (onomatopee) knapperig; krokant; knisperend; ritselend; scheurend; fonkelnieuw [strak gesteven] (van kleding); levendig; energiek |
| paritīkeisan-パリティー計算 | pariteitsberekening |
| paritto-ぱりっと | (onomatopee) stijlvol; zwierig; netjes gekleed; knapperig; krokant; krakend; gesteven; fonkelnieuw; scheurend |
| parusu-パルス | ritme (muziek) |
| pasetikku-パセティック | pathetisch; aandoenlijk; meelijwekkend; ontroerend |
| pāsonaritī-パーソナリティー | bekende persoon; presentator (op tv, e.d.) |
| pāsonaru・chekku-パーソナル・チェック | persoonlijke cheque (van persoonlijke betaalrekening) |
| pāsonaru・dipuromashī-パーソナル・ディプロマシー | persoonlijke [particuliere] diplomatie [diplomatieke activiteiten] |
| pāsonaru・kōru-パーソナル・コール | een persoonlijk (internationaal) telefoongesprek |
| patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
| patchi-パッチ | strakke [nauwsluitende] broek |
| patchiwāku-パッチワーク | patchwork; lappendeken; quilt |
| pechakucha-ぺちゃくちゃ | geklets; gekwebbel; gebabbel |
| pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
| pekingenjin-北京原人 | pekingmens (Homo erectus pekinensis) |
| penga-ペン画 | pentekening |
| pēpābakku-ペーパーバック | paperback (boekuitgave met zachte kaft) |
| perapera-ぺらぺら | (onomatopee) vloeiend (een taal spreken); veel [snel] pratend; welbespraakt |
| peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
| pesuto-ペスト | pest (ziekte) |
| pianishimo-ピアニシモ | pianissimo; zeer zacht (muziekterm) |
| pichikāto-ピチカート | pizzicato; (snaren) tokkelend (muziekterm) |
| piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
| pikkingu-ピッキング | het opensteken [forceren] van een slot |
| pikkoro-ピッコロ | piccolo (muziekinstrument) |
| pikotto-ピコット | picot (gekartelde band of gehandwerkte boogjes als versiering) |
| pīku-ピーク | bergtop; piek |
| pinchirannā-ピンチランナー | (honkbal) (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
| pinchi・hittā-ピンチ・ヒッター | (honkbal) pinchhitter; (sterke) vervangende slagman in de kritieke fase van de wedstrijd |
| pinpin-ぴんぴん | (onomatopee) levendig; bruisend; energiek; krachtig; springerig |
| piriodo-ピリオド | punt (leesteken) |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) prikkelend; stekend; brandend; scherp |
| pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
| pitchi-ピッチ | bij het bergbeklimmen de periode tussen het ene gezekerde punt en het volgende |
| pitchi-ピッチ | pek; pik; asfaltbitumen |
| pitto-ピット | zandbak voor verspringen (atletiek) |
| pī・āru-ピー・アール | (public relations) pr; zakelijke betrekkingen |
| pī・dī・ē-ピー・ディー・エー | (personal digit assistent) draagbare elektronische organiser met display (uit de jaren 1990) |
| pī・dī・efu-ピー・ディー・エフ | (portable document format) bestandsformaat voor elektronische documenten |
| pī・eruhō-ピー・エル法 | (Product Liability Law) productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
| pī・kē・efu-ピー・ケー・エフ | (peacekeeping force) vredesmacht |
| pī・kē・ō-ピー・ケー・オー | (peacekeeping operations) vredesoperaties; vredesmissies |
| pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
| pōchi-ポーチ | portaal; portiek; veranda |
| pojitibu-ポジティブ | positief (elektrische polariteit) |
| poketto-ポケット | zak; broekzak; jaszak |
| pokkuri-ぽっくり | erg breekbaar zijn; breekbaarheid |
| poppoya-鉄道員 | (in dialect, onomatopee: tjoeketjoeke, voor) spoorwegman |
| popuri-ポプリ | (muziek) potpourri; medley |
| popyurāongaku-ポピュラー音楽 | popmuziek; populaire muziek |
| popyurā・myūjikku-ポピュラー・ミュージック | popmuziek; populaire muziek |
| porishī-ポリシー | beleid; politieke maatregelen |
| poritikusu-ポリティクス | politiek |
| poronēzu-ポロネーズ | (Poolse dans en muziek) polonaise |
| porutamento-ポルタメント | portamento (een muziekterm die aangeeft dat een toon zonder onderbreking moet overlopen in een andere toon) |
| pōtā-ポーター | drager bij bergbeklimmingen [bergexpedities] |
| potensharu-ポテンシャル | potentiaal; elektrisch vermogen (natuurkunde) |
| pōzu-ポーズ | pauze; onderbreking |
| puragu-プラグ | plug; stekker; aansluiting |
| puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
| puranto-プラント | fabriek |
| purasu-プラス | plus; plus (+) teken; anode; positiviteit |
| purazuma-プラズマ | (natuurkunde) plasma (elektrisch neutrale gasmassa) |
| pure-プレ | pre- (voorvoegsel aan z.n.w, met de toegevoegde betekenis: voor) |
| purēgaido-プレーガイド | ticketbureau; plaatsbesprekingsbureau; kaartverkoper |
| purehabu-プレハブ | (afk. van prefabricated building) bouw-constructiemethode waarbij componenten vooraf in een fabriek worden gemaakt en op locatie in elkaar gezet |
| pureparāto-プレパラート | preparaat (voor microscopisch onderzoek) |
| puresuto-プレスト | presto (muziekterm); snel |
| pureta・porute-プレタ・ポルテ | confectiekleding |
| purēto-プレート | plaat (zoals in naamplaat, nummerplaat, tektonische plaat, etc.) |
| purēto・tekutonikusu-プレート・テクトニクス | platentektoniek |
| purēyā-プレーヤー | speler (sport; muziek) |
| purofinterun-プロフィンテルン | ProfIntern, internationaal syndicaat (ook bekend als de Rode Internationale van Vakbonden, of Rode Vakbondsinternationale, RVI) |
| puroguramu-プログラム | programma (televisie, theater, e.d.); programmaboekje |
| puroguresshibu・rokku-プログレッシブ・ロック | progressieve rock (soort rockmuziek) |
| purometeusu-プロメテウス | Prometheus (figuur uit de Griekse mythologie) |
| puropā-プロパー | origineel; uniek; karakteristiek; inheems; eigen |
| puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
| purotto-プロット | het in een grafiek uitdrukken van data |
| rabu・hanto-ラブ・ハント | (Eng.: love hunt) zoektocht naar liefde |
| rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
| raden-螺鈿 | raden, de techniek van het inleggen van dunne lagen parelmoer (b.v. in lakwerk) |
| raguranjuten-ラグランジュ点 | lagrangepunt (een specifieke vorm van baanresonantie) |
| raichō-来朝 | (hist. China, Japan) bezoek aan het hof van een buitenlandse delegatie |
| raichō-来朝 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
| raichō-来聴 | het bijwonen van (een lezing, muziek, etc.); aanwezigheid |
| raichōsha-来聴者 | publiek; aanwezigen |
| raien-来園 | bezoek aan een tuin [park; dierentuin] |
| raigō-来迎 | aanschouwing van een zonsopgang op een bergtop (wordt vergeleken met Amitabha Boeddha die op bezoek komt met een aureool) |
| raigyo-雷魚 | gevlekte slangenkopvis (Channa maculata) |
| raihin-来賓 | gast; bezoeker |
| raihō-来報 | bezoek om iemand iets mede te delen; persoonlijk overgebracht bericht; boodschap; tijding |
| raihō-来報 | (boeddh.) straf; (toekomstige) vergelding |
| raihō-来訪 | een bezoek (van iemand); bezoek ontvangen |
| raii-来意 | het doel van het bezoek |
| raijō-来場 | aanwezigheid; bezoek; opkomst |
| raijōsha-来場者 | bezoekers; toeschouwers |
| raikaku-来客 | bezoeker; gast |
| raikan-来館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
| raikan-雷管 | ontsteker |
| raikyaku-来客 | bezoeker; gast |
| rainichi-来日 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
| raiō-来王 | bezoek aan de koning; hofbezoek |
| raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
| rairā-ライアー | lier (muziekinstrument) |
| rairan-来蘭 | aankomst in Nederland; Nederland bezoeken |
| rairan-来蘭 | aakomst in de stad Muroran; Muroran bezoeken |
| raishin-来信 | ingekomen [ontvangen] brief [bericht] |
| raishin-来診 | huisbezoek door een arts; doktersvisite |
| raisho-来書 | binnenkomende post; binnengekomen [ontvangen] brief |
| raishū-来週 | volgende week |
| raitā-ライター | aansteker |
| raitaku-来宅 | bezoek [visite] (aan huis) |
| raiten-来店 | het komen naar [bezoeken van] een winkel [restaurant] |
| raito-ライト | (politiek) rechts; conservatief |
| raitō-来島 | het komen naar [bezoeken van] een eiland |
| raitonoberu-ライトノベル | light novel (een specifiek soort romans in Japan) |
| rajian-ラジアン | radiaal (hoekmaat) |
| rajikaru-ラジカル | extreem (gedrag); radicaal (politiek) |
| rajiotaisō-ラジオ体操 | radio-gymnastiek (in Japan vanaf 1928 verzorgd door de NHK omroeporganisatie) |
| rakkan-落款 | signatuur; ondertekening; handtekening |
| rakkī・zōn-ラッキー・ゾーン | (honkbal) de gelukszone (tussen het gewone hek rond het veld en een hek dat daarbinnen is geplaatst om het slaan van homeruns makkelijker te maken) |
| rakugaki-落書き | graffiti; gekrabbel (op muren, deuren, omheiningen, schuttingen, e.d.) |
| rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
| rakusenundō-落選運動 | het campagne voeren met het doel een of meer specifieke kandidaten te laten verliezen |
| rakusho-落書 | schotschrift; hekeldicht |
| rakushu-落首 | satirisch gedicht; hekeldicht |
| ramāzuhō-ラマーズ法 | de Lamaze-techniek (bij bevallingen) |
| rame-ラメ | lamé, weeftechniek bij stoffen |
| ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
| ramuda-ラムダ | de 11de letter van het Griekse alfabet, lambda (Λ of λ) |
| ramusārujōyaku-ラムサール条約 | de Ramsar Conventie; Verdrag [Overeenkomst] van Ramsar (inzake watergebieden van internationale betekenis) |
| ran-らん | een hulpwerkwoord, met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
| ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
| ranbada-ランバダ | lambada (Braziliaanse dans(muziek)) |
| ranbatsu-濫伐 | roekeloze [overmatige] ontbossing |
| ranbun-蘭文 | In het Nederlands geschreven tekst |
| ranchō-乱丁 | (bij boekbinden) onjuiste volgorde van de pagina's |
| randamu-ランダム | willekeurig; lukraak |
| randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
| randamu・sanpuringu-ランダム・サンプリング | aselecte steekproef; willekeurige selectie |
| randoku-濫読 | het lezen van willekeurig gekozen [lectuur] boeken |
| ranningu・akaunto-ランニング・アカウント | rekening-courant |
| ranobe-ラノベ | (afk. voor) light novel (een specifiek soort romans in Japan) |
| ransho-蘭書 | een Nederlands boek; een boek in het Nederlands |
| ransōen-卵巣炎 | eierstokontsteking; ovaritis |
| ransōun-乱層雲 | nimbostratus (laaghangend donker wolkendek) |
| rappanomi-喇叭飲み | het rechtstreeks uit een fles drinken |
| rappu-ラップ | rap (muziek) |
| rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
| rapusodī-ラプソディー | (muziek) rapsodie |
| rarugetto-ラルゲット | larghetto (muziekterm) |
| rarugo-ラルゴ | largo (muziekterm) |
| rasseru-ラッセル | (te voet) de route vrijmaken bij een bergbeklimming; een bergbeklimming leiden |
| ratenkei-ラテン系 | behorend tot Latijns (of Romaans) sprekende etnische groepen |
| ratenminzoku-ラテン民族 | Latijns (of Romaans) sprekende etnische groepen |
| raudosupīkā-ラウドスピーカー | luidspreker |
| refarensu・bukku-レファレンス・ブック | naslagwerk; naslagboek |
| refuto-レフト | (politiek) links; progressief |
| regee-レゲエ | reggae (muziek) |
| reibōbyō-冷房病 | airconditioning ziekte; ziekte door airconditioners |
| reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
| reimairi-礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
| reimawari-礼回り | een bedank-bezoek; het bij iemand langsgaan om te bedanken |
| reimei-令名 | goede naam [reputatie]; roem; bekendheid; faam |
| reisui-冷水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
| reiten-冷点 | koude plek; het koude (sensorische) punt |
| reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
| rejisutā-レジスター | (muziek) register |
| rekihō-歴訪 | rondgang; het bezoeken van verschillende locaties (landen, e.d.) na elkaar |
| rekijitsu-暦日 | kalenderdag gerekend van middernacht tot de volgende middernacht |
| rekimon-歴問 | rondgang; het bezoeken van verschillende locaties (landen, e.d.) na elkaar |
| rekinin-歴任 | het opeenvolgend bekleden van verschillende ambten |
| rekiran-歴覧 | het (dingen) een voor een (de een na de ander) bekijken [onderzoeken] |
| rekisei-瀝青 | asfalt; bitumen; pek; (kool)teer |
| rekishisho-歴史書 | geschiedenisboek |
| rekuiemu-レクイエム | requiem, muziek bij een requiemmis |
| ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
| renchū-連中 | groep; (vrienden)kring; gezelschap; vereniging; kliek; (boeven)bende |
| rendō-連動 | aaneenkoppeling; verbonden [gekoppeld] zijn; gekoppelde functionering |
| renjuku-練熟 | bekwaamheid; vaardigheid; vakkundigheid; behendigheid; ervaring |
| renketsukessan-連結決算 | geconsolideerde jaarrekening [balans] |
| renpai-連敗 | een reeks nederlagen |
| renrakuwaza-連絡技 | (judo) combinatietechnieken (in een andere richting) |
| renritsunaikaku-連立内閣 | een coalitiekabinet |
| rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
| renshō-連勝 | opeenvolgende reeks overwinningen |
| renshūchō-練習帳 | oefenboek; werkboek |
| rentaihoshōnin-連帯保証人 | een gezamenlijke borgsteller [garantsteller]; borgsteller die hoofdelijk aansprakelijk is; medeondertekenaar |
| rentaikei-連体形 | (taalkunde) rentaikei (attributieve vorm; woordenboekvorm) |
| rento-レント | (muziekterm) lento |
| renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| renzokuhōka-連続放火 | een reeks brandstichtingen |
| renzokutai-連続体 | continuüm; doorlopende reeks |
| renzokuwaza-連続技 | (judo) combinatietechnieken (in dezelfde richting) |
| ren'on-連音 | trilling (rollende medeklinker) |
| rēpukūhen-レープクーヘン | Lebkuchen (traditionele Duitse kerstkoeken) |
| reten-レ点 | teken dat aangeeft dat de volgorde van karakters moet worden omgekeerd (bij het lezen van Chinese of klassiek Japanse teksten) |
| reten-レ点 | vinkje (voor het aanmerken tekstregels) |
| retorikku-レトリック | retoriek; redekunst |
| rettō-列島 | archipel; eilandengroep; reeks eilanden |
| rezākurosu-レザークロス | leerdoek; imitatieleer |
| rezā・katto-レザー・カット | haarstijl, waarbij het haar niet met een schaar maar met een scheermes wordt geknipt |
| ribaibaru-リバイバル | (religie) reveil; opwekking |
| ribaibaru-リバイバル | (theater) heropvoering; hervertoning; (boek) heruitgave |
| ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
| ribēto-リベート | rabat; korting; aftrek |
| ribyō-罹病 | besmetting; het oplopen (van een ziekte) |
| rīdā-リーダー | tekstboek |
| ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
| rigen-俚言 | spreektaal; omgangstaal; dialect |
| rijin-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
| rikan-罹患 | het oplopen [krijgen] van een ziekte; het ziek worden |
| rikansuru-罹患する | een ziekte oplopen [krijgen]; ziek worden |
| rikkōho-立候補 | bekendmaking van kandidatuur [kandidaatstelling] |
| rīku-リーク | (Eng.: leak) lek (van informatie, geheim etc.) |
| rīku-リーク | lekkage (van electriciteit); stroomlekkage; kortsluiting |
| rīkudenryū-リーク電流 | lekstroom |
| rikuesuto-リクエスト | verzoek |
| rikuesuto-リクエスト | verzoekje; verzoeknummer (van muziek) |
| rikujōkyōgi-陸上競技 | atletiek (sport) |
| rikurūto-リクルート | rekruut (soldaat); nieuwkomer |
| rikurūto-リクルート | (aan)werven; rekruteren |
| rīkusuru-リークする | lekken; weglekken; doorlekken; (laten) uitlekken |
| rikutsuppoi-理屈っぽい | twistziek; twistgraag; ruzieachtig |
| rikyō-離京 | het vertrek uit [het verlaten van] de hoofdstad [Kyoto; Tokio] |
| rikyōsuru-離京する | vertrekken uit de hoofdstad [Kyoto; Tokio]; de hoofdstad verlaten |
| rinbyō-淋病 | gonorroe (geslachtsziekte) |
| rindoku-淋毒 | gonorroea; gonorroe (geslachtsziekte) |
| rindoku-輪読 | het om beurten lezen (verschillende mensen lezen om de beurt hetzelfde boek) |
| rinin-離任 | beëindiging van functie [positie; werkplek] |
| rinin-離任 | overplaatsing naar een andere werkplek [afdeling, bijkantoor] (binnen een bedrijf of instelling) |
| rinjō-臨場 | bezoek; aanwezigheid; deelname; bijwoning |
| rinkaku-輪郭 | contour(en); gestalte; silhouet; profiel; omtrek; uiterlijk |
| rinkakusen -輪郭線 | omlijning; omtreklijn; contour |
| rinko-凛乎 | imponerendheid; indrukwekkendheid |
| rinpasen-リンパ腺 | lymfeklier |
| rinpasetsu-リンパ節 | lymfeklier; lymfeknoop |
| rinri-倫理 | ethiek; moraal; gedragscode |
| rinri-淋漓 | het stromen; druipen; vloeien; doorweekt raken |
| rinrigaku-倫理学 | ethica; studie van de ethiek; zedenleer |
| rinrin-凛凛 | energiek; moedig; heldhaftig |
| rinrin-凛凛 | imposant; waardig; indrukwekkend |
| rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
| rinsei-稟請 | formeel verzoek; (aan een hogergeplaatste); petitie |
| rinsen-林泉 | een rustige plek om je te kunnen afzonderen; toevluchtsoord |
| rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| rinshō-輪唱 | (muziek) canon; kettingzang; beurtgezang |
| rinzen-凛然 | imponerend; waardig en moedig; statig; indrukwekkend; ontzagwekkend |
| ripaburikku-リパブリック | republiek |
| rippōkon-立方根 | (wiskunde) derdemachtswortel; kubiekwortel |
| rireki-履歴 | (computer) geschiedenis; logboek |
| risu-栗鼠 | eekhoorn |
| ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
| ritarudando-リタルダンド | ritardando (Italiaanse muziekterm met de betekenis: steeds langzamer) |
| ritchi-立地 | locatie(keuze); plek; ligging |
| ritō-離党 | het zich afsplitsen van een politieke partij |
| ritsuryōsei-律令制 | Ritsuryō-systeem, rechtssysteem van gecentraliseerde overheid gebaseerd op de ritsuryō-wetboeken |
| rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
| rizumu・ando・burūsu-リズム・アンド・ブルース | (muziek) rhythm-and-blues |
| rōbai-狼狽 | verbijstering; verwarring; consternatie; paniek; ontsteltenis |
| roban-路盤 | wegverharding (basislaag en onderste oppervlaktelaag, onder het wegdek) |
| rōei-朗詠 | voordracht [het voordragen] van een (klassiek) gedicht |
| rōei-漏洩 | het uitlekken (van informatie); lek; openbaring |
| rogu-ログ | logboek; scheepsjournaal |
| rohō-露鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel plat op het papier wordt gezet) |
| roji-露地 | (open) veld; kweekgrond in de openlucht; onoverdekte binnentuin; tuin bij theehuis |
| rōjinbyō-老人病 | ouderdomsziekte; ouderdomskwaal |
| rōjinbyōin-老人病院 | geriatrisch ziekenhuis; geriatrische kliniek |
| rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
| rojisaibai-露地栽培 | het kweken [cultiveren] van gewassen buiten op het land [in de openlucht] |
| rojisutikkusu-ロジスティックス | logistiek |
| rojō-路上 | wegdek; op straat |
| rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
| rokehan-ロケハン | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
| rokēshon・hantingu-ロケーション・ハンティング | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
| rokkunrōru-ロックンロール | rock-'n-roll (muziek) |
| rokujūsō-六重奏 | (muziek) sextet |
| rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
| rokushaku-六尺 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rokushakufundoshi-六尺褌 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rōkyū-老朽 | aftakeling; gebrekkigheid; seniliteit |
| romanchikku-ロマンチック | romantiek; romantisch |
| romanchishizumu-ロマンチシズム | romantiek |
| romanshugi-ロマン主義 | romantiek |
| rōmanshugi-浪漫主義 | romantiek |
| romansugurē-ロマンスグレー | romantisch grijs, een uitdrukking voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd (met hier en daar wat grijs haar) |
| rōma・katorikkukyō-ローマ・カトリック教 | het Rooms-katholieke geloof |
| rōma・katorikkukyōkai-ローマ・カトリック教会 | de Rooms-katholieke kerk |
| romen-路面 | wegdek; bestrating; plaveisel |
| romentōketsu-路面凍結 | het bevriezen van het wegdek |
| rōmusaigai-労務災害 | arbeidsongeval; beroepsongeval; ongeval op de werkplek |
| ronjiru-論じる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
| ronkō-論考 | studie; onderzoek; wetenschappelijke discussie |
| ronkō-論考 | onderzoeksartikel; academisch artikel |
| ronkōkōshō-論功行賞 | beloning naar [overeenkomstig] verdienste; het toekennen van beloningen op basis van de verdiensten |
| ronten-論点 | de kern van een argument [betoog]; het onderwerp van een gesprek [discussie] |
| ronzuru-論ずる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
| roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
| rōren-老練 | het ervaren [geroutineerd; bekwaam] zijn |
| rōringu・sutōnzu-ローリング・ストーンズ | de Rolling Stones (muziekband) |
| rōshutsu-漏出 | lekkage |
| rōsui-漏水 | (water)lekkage |
| rosu・rīdā-ロス・リーダー | lokartikel; lokkertje (product dat goedkoop wordt verkocht om klanten te trekken) |
| rōzome-蠟染め | batik (verftechniek op stoffen) |
| rō・anguru-ロー・アングル | (fotografie) lage hoek; kikvorsperspectief |
| ruigainen-類概念 | (logica) een generiek begrip [concept] |
| ruigigojiten-類義語辞典 | thesaurus; synoniemen woordenboek |
| ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
| ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
| runba-ルンバ | rumba (dans; muziek) |
| runge・kuttahō-ルンゲ・クッタ法 | de Runge-Kuttamethode (een numerieke methode om differentiaalvergelijkingen op te lossen, van de Duitse wiskundigen Carl Runge en Martin Kutta) |
| rūpu-ループ | elektrisch circuit |
| rūzurīfu-ルーズリーフ | losbladig notitieboek; losbladig (papier) |
| ryakā-リャカー | trekkar; handkar (die getrokken wordt door een persoon) |
| ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
| ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
| ryōki-猟奇 | op zoek naar het vreemde [curieuze; bizarre; onwerkelijke] |
| ryōkō-良好 | goed [toereikend; voldoende; optimaal; uitstekend] zijn |
| ryokōhoken-旅行保険 | reisverzekering |
| ryoryoku-膂力 | spierkracht; fysieke kracht |
| ryōsai-良才 | talent; een bekwaam persoon |
| ryōsho-猟書 | het zoeken naar boeken van uitzonderlijke waarde en beperkte oplage |
| ryōsho-良書 | een goed [waardevol] boek |
| ryōshū-領袖 | leider [baas; hoofd] (van een politieke fractie) |
| ryōtō-両刀 | vaardig [bekwaam] zijn in twee vakgebieden; twee beroepen uitoefenen |
| ryōtōzukai-両刀遣い | vaardig [bekwaam] zijn in twee verschillende vakgebieden [takken van kunst]; twee verschillende beroepen uitoefenen |
| ryōtōzukai-両刀遣い | biseksualiteit; een biseksueel |
| ryōzai-良材 | groot talent; bekwaam persoon |
| ryūchō-流暢 | spreekvaardigheid |
| ryūdōteki-流動的 | instabiel; onzeker |
| ryūjin-流人 | iemand die rondzwerft [rondtrekt] buiten het geboorteland; zwerver |
| ryūki-隆起 | iets dat uitpuilt [uitsteekt]; uitsteeksel; bobbel; verhoging |
| ryūkōseikakuketsumakuen-流行性角結膜炎 | oogontsteking (Adenovirale keratoconjunctivitis) |
| ryūshutsu-流出 | uitstroom; afvoer; uitloop; lekkage; lozing |
| ryūzan-流産 | miskraam (tot 22 weken) |
| sabaku-裁く | rechtspreken; een oordeel [vonnis] vellen |
| sabannakikō-サバンナ気候 | savanneklimaat |
| sabi-寂 | een patina; een antieke uitstraling |
| sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
| sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
| sābisuryō-サービス料 | servicekosten |
| sābisu・kosuto-サービス・コスト | servicekosten |
| sabure-サブレ | sablé (Frans koekje) |
| sāchi・enjin-サーチ・エンジン | zoekmachine (computer) |
| sadaka-定か | zeker(heid); zonder twijfel |
| saetsu-査閲 | inspectie; onderzoek |
| sagashimono-探し物 | iets waarnaar men op zoek is; ontbrekend [zoekgeraakt] voorwerp [artikel] |
| sagasu-探す | zoeken; op zoek gaan (naar) |
| sage-下げ | (muziek) een passage met dalende toon |
| saguribashi-探り箸 | eetstokjes die men gebruikt om iets in een gerecht te zoeken (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| saguru-探る | (rond)tasten; zoeken [voelen] naar |
| saguru-探る | onderzoeken; polsen; proberen (uit) te vinden; spioneren |
| sagyōiki-作業域 | werkplek |
| saha-左派 | (politiek) links zijn; linkervleugel |
| sahara・arabuminshukyōwakoku-サハラ・アラブ民主共和国 | Arabische Democratische Republiek Sahara |
| saidokumoji-再読文字 | kanji met toegevoegde [tweede] lezing (m.n. in Kanbun teksten) |
| saifu-採譜 | muziektranscriptie; muzieknotatie |
| saigaihoken-災害保険 | ongevallenverzekering |
| saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
| saihai-采配 | een staf [scepter] als teken van rang (zoals van die van de samoerai-commandanten in het feodale Japan) |
| saihate-最果て | de verste [meest afgelegen] (plek) |
| saihitsu-載筆 | het opschrijven van aantekeningen, verslagen, e.d. |
| saiji-細字 | klein [fijn] schrift; kleine [dunne] schrifttekens [karakters] |
| saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
| saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
| saikan-才幹 | vermogen; bekwaamheid; talent; geschiktheid |
| saikei-歳計 | jaarrekening; begroting |
| saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
| saikentōsuru-再検討する | herzien; heroverwegen; opnieuw onderzoeken |
| saikesshō-再結晶 | rekristallisatie; herkristallisatie |
| saikin-細謹 | kleine onvolkomenheid; klein gebrek |
| saikuroido-サイクロイド | cycloïde; radlijn; roltrek |
| saikuru-サイクル | (elektriciteit) trilling (per seconde); Herz |
| sain-サイン | teken; sein |
| sain-サイン | ondertekenen; ondertekening; handtekening |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| sairen-サイレン | sirene (demonisch wezen uit Griekse mythologie); verleidster |
| sairoku-採録 | transciptie; registratie; optekening |
| sairoku-載録 | transcriptie; registratie; optekening |
| sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
| sairon-細論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
| sairyū-細流 | beekje; kleine stroom; smalle rivier |
| saisaki-幸先 | voorteken; omen; voorbode |
| saisankakaku-採算価格 | kostendekkende [winstgevende] prijs |
| saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
| saisenbako-賽銭箱 | donatiekist voor geldoffers (aan tempels, heiligdommen, e.d.) |
| saitō-彩陶 | plateel keramiek (beschilderd Chinees aardewerk) |
| saiwan-才腕 | vaardigheid; bekwaamheid; talent |
| saizuchiatama-才槌頭 | een op een hamer lijkend hoofd (voorhoofd en achterhoofd steken uit) |
| saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
| sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
| saka-坂 | hellingshoek; stijgingspercentage |
| saka-茶菓 | thee en cake [lekkers; snoep] |
| saka-逆 | omgekeerd; omgedraaid; ondersteboven |
| sakan-盛ん | wijdverbreid [populair; in trek] zijn |
| sakasa-逆さ | omkering; inversie; omgekeerd zijn |
| sakasama-逆様 | omgekeerd; ondersteboven; achterstevoren |
| saki-先 | de (nabije) toekomst |
| saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
| sakinsaishu-砂金採取 | goudwinning door goudwassen in beken en rivieren |
| sākitto-サーキット | (elektrisch) circuit; stroomkring |
| sākitto-サーキット | omtrek |
| sakiyuki-先行き | toekomst; toekomstperspectief; vooruitzicht |
| sakizaki-先先 | de toekomst |
| sakka-擦過 | schaafplek; geschaaf; geschuur; geschraap |
| sakkō-作興 | bevordering; verbetering aanmoediging; opwekking |
| sakkyoku- 作曲する | (muziek) componeren |
| sakkyoku-作曲 | muziekcompositie |
| sakkyokuka-作曲家 | (muziek) componist |
| saku-柵 | hek; railing |
| sakurameshi-桜飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake |
| sakurei-作例 | (lexicografie) voorbeeld in een woordenboek om het woordgebruik te tonen |
| sakuryaku-策略 | strategie; tactiek; list |
| sakusen-作戦 | strategie; tactiek; strijdplan |
| sakushi-作詞 | het schrijven van songteksten |
| sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
| sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
| sakuzu-作図 | figuurtekening; tekening van een diagram [grafiek] |
| sameru-冷める | bekoelen (enthousiasme, etc.) |
| sāmisutā-サーミスター | thermistor (een elektrische weerstand component) |
| samon-査問 | onderzoek (in een zaak); verhoor; hoorzitting |
| samonsuru-査問する | onderzoeken; verhoren; ondervragen |
| samon'iinkai-査問委員会 | onderzoekscommissie |
| san-算 | het tellen; rekenen |
| san-讃 | inscriptie [tekst] (op een schilderij) |
| sanaedori-早苗鳥 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
| sanba-サンバ | samba (dansmuziek) |
| sanchi-産地 | gebied [streek] waar een lokaal product (wijn, vruchten, kunstnijverheid, e.d.) wordt geproduceerd |
| sanchūru-サンチュール | ceintuur; riem; broekriem |
| sandai-参内 | bezoek aan het keizerlijk paleis |
| sandawara-桟俵 | ronde deksel van stro (werd gebruikt voor het afdichten van een baal rijst) |
| sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
| sanden-参殿 | bezoek aan een paleis |
| sandō-参堂 | bezoek aan een tempel of heiligdom |
| sandō-参堂 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
| sandogasa-三度笠 | tradioneel Japanse hoofddeksel (van bamboe) |
| sange-山家 | (boeddh.) school die in directe lijn is verbonden aan de Tendai-sekte (in China) |
| sangokuichi-三国一 | ongeëvenaard [uniek] in Japan, China en India |
| sanjō-参上 | bezoek aan een hoger geplaatst persoon |
| sanjo-産所 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
| sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
| sanjūsō-三重奏 | (muziek) trio |
| sanjutsusūretsu-算術数列 | rekenkundige rij [reeks] |
| sankahi-参加費 | deelnamekosten |
| sankakkei-三角形 | driehoek |
| sankaku-三角 | driehoek |
| sankakuhō-三角法 | trigonometrie; driehoeksmeetkunde |
| sankakujōgi-三角定規 | geodriehoek; tekendriehoek |
| sankakukankei-三角関係 | driehoeksrelatie; driehoeksverhouding (in de relationele sfeer) |
| sankakukantei-三角関係 | driehoeksverhouding |
| sankakunami-三角波 | driehoeksgolf (wiskunde) |
| sankakunami-三角波 | een korte [driehoekige] golfslag (op zee) |
| sankakuten-三角点 | driehoeksmeting station; trigonometrisch punt |
| sankakuwaza-三角技 | (judo) driehoekstechnieken |
| sankan-参観 | het bezoeken; inspecteren; rondkijken |
| sankeisha-参詣者 | bezoeker (pelgrim, bedevaartganger, gelovige, etc.) van een tempel [heiligdom] |
| sanken-三権 | de Trias Politica; de drie machten van de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
| sankenbunritsu-三権分立 | de scheiding der drie machten (Trias politica) in de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
| sanketsu-酸欠 | zuurstofgebrek |
| sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
| sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
| sankushon-サンクション | erkenning; goedkeuring; bekrachtiging |
| sanmaime-三枚目 | komediant; acteur die een komische rol speelt; komiek; grappenmaker |
| sanminshugi-三民主義 | (Chinese politieke filosofie bedacht door Sun Yat-sen) san-min-doctrine, de drie principes van het volk |
| sanpai-参拝 | bezoek aan een heiligdom of tempel |
| sanpaikyaku-参拝客 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
| sanpaisha-参拝者 | bezoeker van een tempel [heiligdom] |
| sanpatsudattōrei -散髪脱刀令 | (Meiji) proclamatie in 1871, ter afschaffing van de klassieke haardracht van de samoerai en een verbod op het publiekelijk dragen van zwaarden |
| sanpitsu-算筆 | rekenkunde en kalligrafie [lees- en schrijfvaardigheid] |
| sanpō-算法 | rekenkunde; getallenleer; algoritme |
| sanrei-山嶺 | bergtop; bergpiek; bergkam; bergrug |
| sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
| sansai-三彩 | aardewerk gemaakt met drie (maar soms ook twee of vier) soorten gekleurd glazuur, op lage temperatuur gebakken |
| sansaku-散策 | gewandel; gekuier; geslenter |
| sansei-参政 | participatie [deelname] aan de politiek |
| sansen-参戦 | deelname aan een oorlog; het ten strijde gaan [trekken] |
| sansen-山泉 | waterbron in een bergland [bergstreek] |
| sansensuru-参戦する | ten strijde trekken; deelnemen aan een oorlog |
| sanshitsu-産室 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
| sanshōwaku-参照枠 | referentiekader |
| sanshutsu-算出 | berekening; calculatie |
| sansū-算数 | rekenkunde; rekenen |
| sansū-算数 | berekening |
| sansūkentei-算数検定 | rekenvaardigheid test |
| sansuru-算する | tellen; calculeren; berekenen |
| santan-三嘆 | herhaald geklaag |
| santa・maria-サンタ・マリア | Santa María (het schip van Christoffel Columbus, die in 1492 Amerika ontdekte) |
| santei-算定 | berekening; calculatie; beraming |
| sanwaon-三和音 | (muziek) drieklank |
| sanze-三世 | (boedd.) 3 existenties: verleden, heden en toekomst |
| sanzunokawa-三途の川 | Sanzu, in de Japanse boeddhistische mythologie een rivier die overledenen na hun dood moeten oversteken om in het hiernamaals te komen |
| sanzuru-参ずる | (bescheiden woord voor) gaan; komen; bezoeken |
| san'in-山陰 | berggrot; bergholte; (een plek in) de schaduw van de berg |
| san'in-産院 | kraamkliniek; verloskundig centrum |
| san'itsu-散逸 | verspreid [en uiteindelijk zoek] raken |
| san'yaku-三役 | (in sumo) de drie rangen: ozeki, sekiwake en komusubi |
| san'yaku-三役 | de drie belangrijkste [hooggeplaatste] functionarissen (in bedrijven, organisaties of politieke partijen) |
| san'yō-算用 | berekening; calculatie; beraming; begroting |
| san・baizā-サン・バイザー | zonneklep (in auto); zonneklep (met band om het hoofd, b.v. tijdens het sporten) |
| san・dekki-サン・デッキ | bovendek; zonnedek (van een schip) |
| san・shīrudo-サン・シールド | (hoofddeksel) (pet met) zonneklep |
| sappiku-差っ引く | aftrekken; in mindering brengen; eraf halen |
| sarabureddo-サラブレッド | raspaard; volbloed; stamboekdier; rasdier |
| sarakin-サラ金 | woekeraar; verstrekker van consumentenkredieten |
| sarashi-晒し | het weken; bleken |
| sarashi-晒し | gebleekt katoen |
| sarashiko-晒し粉 | bleekpoeder |
| sarasu-晒す | bleken; weken; spoelen |
| saron・myūjikku-サロン・ミュージック | salonmuziek |
| saropetto-サロペット | overall; werkpak; werkbroek; tuinbroek |
| saru-去る | vertrekken; (ver) weggaan |
| sarumata-猿股 | (ouderwetse) herenonderbroek |
| sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
| sasaru-刺さる | doorsteken; doorboren; vastgeprikt zijn |
| sashichigaeru-刺し違える | elkaar steken (met een zwaard, mes, e.d.) |
| sashidasu-差し出す | voor zich uithouden; (zijn handen) uitsteken |
| sashideru-差し出る | opdringerig zijn; zijn neus ergens in steken (fig.); zich ergens mee bemoeien |
| sashideru-差し出る | uitsteken; overhangen |
| sashihiku-差し引く | aftrekken; in mindering brengen; eraf halen |
| sashikizu-刺し傷 | steekwond; insectenbeet |
| sashikomi-差し込み | stekker; contactdoos (electra) |
| sashikorosu-刺し殺す | doodsteken |
| sashitaru-然したる | bijzonder; bepaald; specifiek; aanzienlijk |
| sashizuninbaraitegata-指図人払い手形 | rekening [nota] (betaalbaar) aan order [toonder]; toonderpapier |
| sasou-誘う | uitnodigen; verzoeken; aanbevelen |
| sasshi-冊子 | brochure; folder; informatieboekje |
| sasu-刺す | steken; prikken; bijten (mug) |
| sasu-差す | insteken (sleutel); opsteken (paraplu); uitsteken; omhoog steken (arm) |
| sasu-注す | (arch.) aansteken (vuur); branden |
| satan-嗟嘆 | klaagzang; treurzang; weeklacht |
| satchi-察知 | gevolgtrekking; (logische) conclusie; afleiding; deductie |
| satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| satobito-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
| satsu-冊 | (boek)deel [band, blad, etc.] (woord voor het tellen van boeken, tijdschriften) |
| satsujingenba-殺人現場 | plaats [plek] van de moord |
| saundo・torakku-サウンド・トラック | soundtrack; geluidsspoor; filmmuziek |
| sawagasu-騒がす | irriteren; tot last zijn; hinderen; van streek maken |
| sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
| sayadō-鞘堂 | een hal die is gebouwd om de buitenkant van een ander gebouw volledig te bedekken (ter bescherming) |
| sayokutō-左翼党 | linkse (politieke) partij |
| sayori-細魚 | een straalvinnige vis, halfsnavelbek (Hyporhamphus sajori) |
| sayu-さ湯 | heet water; gekookt water |
| sefure-セフレ | seksvriend; knuffelmaatje |
| segamu-せがむ | smeken; bedelen |
| sei-性 | sekse; geslacht; (grammatica) genus; gender(identiteit) |
| sei-性 | seks |
| seibetsu-性別 | sekse |
| seibyō-性病 | geslachtsziekte |
| seichi-生地 | een veilige plek |
| seichi-生地 | onbekende plek; plaats waar iemand voor het eerst komt |
| seichō-整調 | het stemmen van een muziekinstrument |
| seidaikenjidai-聖体顕示台 | (katholieke liturgie) monstrans; ostensorium |
| seidenki-静電気 | statische elektriciteit |
| seidenyūdō-静電誘導 | elektrostatische inductie; influentie |
| seigaku-声楽 | vocale muziek |
| seigaku-聖楽 | sacrale [gewijde; religieuze] muziek; kerkmuziek |
| seigan-請願 | petitie; verzoekschrift (m.n. bij een overheidsinstantie) |
| seigō-正号 | plus; het plus (+) symbool (bij rekenen) |
| seihantai-正反対 | precies het tegenovergestelde [tegendeel; omgekeerde] |
| seihei-精兵 | elite-eenheid; elitekorps; elitetroepen |
| seihen-政変 | regeringswisseling; politieke omwenteling; omverwerping van een regering; staatsgreep |
| seihen-正編 | het belangrijkste deel van een boek ; hoofdverhaal |
| seihen-正編 | het eerste boekdeel van een serie |
| seihin'yunyū-製品輸入 | import van fabrieksgoederen |
| seihon-正本 | gewaarmerkte kopie (van een originele tekst) |
| seihon-製本 | het boekbinden |
| seiiki-聖域 | gewijde grond; heilige plek [plaats] |
| seiin-正員 | volwaardig lid; formeel gekwalificeerd lid |
| seiji-政治 | politiek |
| seiji-青磁 | Celadon (keramiek met een blauw-groene glazuur) |
| seijibōmei-政治亡命 | politiek asiel |
| seijikessha-政治結社 | een politieke organisatie |
| seijisei-政治性 | politiek karakter; politieke aard |
| seijō-政情 | politieke situatie [toestand] |
| seika-声価 | reputatie; faam; bekendheid; populariteit |
| seikagaku-性科学 | seksuologie |
| seikai-政界 | de wereld van de politiek; politieke kringen |
| seikakumei-性革命 | seksuele revolutie |
| seikansenshō-性感染症 | seksueel overdraagbare aandoening; geslachtsziekte |
| seikansuru-静観する | rustig afwachten [toekijken] |
| seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
| seikatsushūkanbyō-生活習慣病 | levensstijl gerelateerde ziekte |
| seiken-政権 | politieke macht; bewind; regering; kabinet; regime |
| seikensōdatsu-政権争奪 | strijd om de (politieke) macht |
| seikōhō-正攻法 | frontale [openlijke] aanval; eerlijke tactiek |
| seikōikansenshō-性行為感染症 | seksueel overdraagbare aandoening (soa); geslachtsziekte |
| seikōjo-製鋼所 | staalfabriek |
| seikōkōjō-製鋼工場 | staalfabriek |
| seikōsuru-成功する | succes boeken; slagen; succesvol zijn |
| seikōudoku-晴耕雨読 | op het land werken als de zon schijnt en thuis een boek lezen als het regent (verwijst naar het stille [geïsoleerde] leven op het platteland) |
| seikyō-政教 | kerk en staat; politiek en religie |
| seikyōiku-性教育 | seksuele voorlichting |
| seikyōkai-正教会 | de oosters-orthodoxe kerk; de orthodoxe katholieke kerk |
| seikyūsho-請求書 | rekening; factuur; debetnota |
| seikyūsuru-請求する | eisen; verzoeken; vorderen; aanmanen |
| seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
| seimei-盛名 | goede [uitstekende] reputatie [naam] |
| seimeihoken-生命保険 | levensverzekering |
| seimeihokengaisha-生命保険会社 | levensverzekeringsmaatschappij |
| seimeirinri-生命倫理 | bio-ethiek |
| seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
| seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
| seinokakumei-性の革命 | seksuele revolutie |
| seion-清音 | (binnen de fonetiek) stemloos |
| seiriteki-生理的 | lichamelijk; fysiek; fysiologisch; instinctief |
| seiron-政論 | politieke discussie |
| seiryokuteki-精力的 | energiek; krachtig; vitaal |
| seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
| seisa-性差 | geslachtsonderscheid; verschil in sekse (tussen man en vrouw) |
| seisabetsu-性差別 | seksuele discriminatie; seksisme |
| seisaku-政策 | beleid; politieke maatregelen |
| seisan-清算 | schikking; vereffening van een rekening [schuld] |
| seisan-精算 | aanpassing; verrekening |
| seisangaku-精算額 | aangepast [verrekend] bedrag |
| seisangyō-性産業 | seksindustrie |
| seisanki-精算機 | automaat waarmee je het te weinig of teveel betaalde bedrag van je treinkaartje kunt verrekenen |
| seisankōgaku-生産工学 | vormgevingstechniek; industriële techniek; technische bedrijfskunde |
| seisansho-精算書 | rekeningoverzicht; bankafschrift |
| seisansuru-精算する | aanpassen; verrekenen |
| seisatsu-精察 | grondig [zorgvuldig] onderzoek |
| seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
| seisei-凄清 | treurig en beklagenwaardige situatie |
| seiseikatsu-性生活 | seksleven |
| seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
| seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
| seishinshōkai-精神障害 | geestesstoornis; psychische aandoening; geestesziekte |
| seishō-政商 | een zakenman met politieke contacten [invloed] |
| seisho-清書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie (m.n. in schoonschrift) |
| seishō-清祥 | tekst in een brief om de andere persoon te feliciteren met zijn [haar] gezond en gelukkig leven |
| seisho-聖書 | boek met een verzameling van uitspraken en daden van een wijsgeer uit de oudheid |
| seishōbungaku-青少年文学 | jeugdliteratuur; jeugdboeken |
| seishōdō-性衝動 | geslachtsdrift; seksuele drang [impuls; behoefte] |
| seishoku-声色 | het genieten van muziek en vrouwelijk gezelschap; van wijntje en trijntje houden |
| seishu-清酒 | Japanse (rijst) sake met een uniek aroma |
| seitaimosha-声帯模写 | vocale mimiek; nabootsing van een stem |
| seitankyoku-聖譚曲 | (muziek) oratorium |
| seitekimazohizumu-性的マゾヒズム | seksueel masochisme |
| seitekishikō-性的指向 | seksuele oriëntatie; seksuele geaardheid |
| seiten-聖典 | heilig geschrift [boek] (met woorden en daden van heiligen) |
| seiten-聖典 | en boek waarin de basisleerstellingen van een religie zijn vastgelegd (zoals de Bijbel, de Koran. e.d.) |
| seitō-政党 | politieke partij |
| seitōha-正統派 | orthodoxe school [sekte] |
| seitōkōfukin-政党交付金 | (politieke) partij subsidie |
| seitōseiji-政党政治 | partijpolitiek |
| seitsū-精通 | het goed bekend [geïnformeerd] zijn; diepgaande kennis hebben (van) |
| seiwajiten-西和辞典 | Spaans-Japans woordenboek |
| seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
| seizen-西漸 | westwaartse beweging; het naar het westen gaan [trekken] |
| seizōbutsusekininhō-製造物責任法 | productaansprakelijkheidswet (aansprakelijkheid van fabrikanten voor schade veroorzaakt door een product met gebreken) |
| seizōsho-製造所 | fabriek; werkplaats |
| seizuban-製図板 | tekentafel; tekenbord |
| sekando・ran-セカンド・ラン | tweede reeks van een filmvoorstelling (in een andere bioscoopzaal) |
| sekenbanashi-世間話 | geklets; kletspraatjes; praten over koetjes en kalfjes |
| seki-席 | plaats [plek] waar een ontmoeting [gebeurtenis; gelegenheid] zal plaatsvinden; kamer; zaal |
| sekibun-積分 | integraal berekening |
| sekihan-赤飯 | sekihan (lett. rode rijst), kleefrijst met rode bonen |
| sekihi-石碑 | stenen monument [gedenkteken]; grafsteen |
| sekininhoken-責任保険 | W.A. verzekering; aansprakelijkheidsverzekering |
| sekisaba-関鯖 | Seki makreel (vis die wordt gevangen in de Bungo zeestraat, tussen Shikoku en Kyushu)) |
| sekisetsu-積雪 | sneeuwdek; laag sneeuw; gevallen sneeuw |
| sekkeizu-設計図 | bouwtekening; ontwerp; blauwdruk |
| sekken-接見 | een (vraag)gesprek van een verdachte die in hechtenis zit met zijn [haar] advocaat |
| sekki-石器 | steengoed (zwaar, hard aardewerk of keramiek) |
| sekko-セッコ | technieksymbool in de klassieke muziek (in muzieknotatie soms geschreven in de afkorting: sec) |
| sekkusu-セックス | seks; geslacht; geslachtsgemeenschap |
| sekkusu・apīru-セックス・アピール | (seksuele) aantrekkingskracht |
| sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
| sekkusu・furendo-セックス・フレンド | seksvriend; knuffelmaatje |
| sekkusu・kaunseringu-セックス・カウンセリング | counseling [hulpverlening] op het gebied van seks |
| sekkyō-説教 | preek; prediking |
| sekkyōdan-説教壇 | kansel; preekstoel |
| sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
| sekkyōsha-説教者 | preker; prediker |
| sekuhara-セクハラ | ongewenste intimiteiten; seksuele intimidatie |
| sekushī-セクシー | sexy; seksueel aantrekkelijk |
| sekushizumu-セクシズム | seksisme; seksuele discriminatie |
| sekushon-セクション | sectie; paragraaf; katern; rubriek |
| sekushuaru-セクシュアル | seksueel |
| sekushuaru・harasumento-セクシュアル・ハラスメント | ongewenste intimiteiten; seksuele intimidatie |
| sekusorojī-セクソロジー | seksuologie; seksologie |
| sekusutashī-セクスタシー | (seks + ecstacy) een combinatie van de woorden seks en extase |
| sekuto-セクト | sekte (groep aanhangers van een bepaalde leer of overtuiging) |
| semantikkusu-セマンティックス | semantiek; betekenisleer |
| semeotosu-責め落とす | iem. beschuldigen en laten bekennen; een bekentenis afdwingen |
| semetateru-責め立てる | verwijten; beschuldigen; hevig bekritiseren |
| semi-蝉 | cicade; krekel |
| semiotikusu-セミオティクス | semiotiek; tekenleer |
| sen-撰 | het redigeren [selecteren; compileren] van poëzie [teksten] |
| senbiki-線引き | het tekenen van een lijn |
| senbiki-線引き | het trekken van een draad (van metaal) |
| senbiki-線引き | (fig.) het trekken van een lijn [grens] |
| senbikikogitte-線引小切手 | gekruiste cheque |
| senbyōshi-戦病死 | aan het front overlijden door ziekte |
| senbyōshisha-戦病死者 | iemand die door ziekte aan het front overlijdt |
| sendenkā-宣伝カー | reclamewagen; luidsprekerwagen |
| senga-線画 | lijntekening |
| sengaki-線画 | lijntekening |
| sengi-詮議 | discussie; beraadslaging; overleg; bespreking; overweging |
| seninshitsu-船員室 | scheepsruimte [scheepsvertrek] voor de bemanning |
| senjimon-千字文 | (Qianziwen) klassiek Chinees gedicht van duizend karakters (geschreven door Zhou Xingsi, 470─521) |
| senjin-先人 | voorouder(s); voorloper; iemand uit de (klassieke) oudheid |
| senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
| senjutsu-戦術 | tactiek; strategie; krijgskunst |
| senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
| senkai-仙界 | plek waar kluizenaars wonen; afgelegen retraite |
| senkai-旋回 | rotatie; ommekeer; draaiing |
| senkakusha-先覚者 | pionier; baanbreker; voortrekker; ziener |
| senkō-専行 | eigengereidheid; het handelen op eigen gezag [naar eigen goeddunken]; het willekeurig handelen |
| senkoku-宣告 | (van een ziekte door een dokter) bekendmaking; afkondiging; verklaring |
| senkusha-先駆者 | pionier; baanbreker; wegbereider |
| senkyaku-先客 | een voorgaande [eerdere] gast [bezoeker] |
| senkyō-仙境 | een plek bewoond door asceten |
| senkyoku-選曲 | muziek [een lied] selecteren |
| sennin-仙人 | kluizenaar; iemand die de wereld van bekommeringen e.d. achter zich heeft gelaten |
| sennuki- 栓抜き | flessenopener; flesopener; kurkentrekker |
| senpatsu-先発 | het als eerste vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; voor(af)gaan |
| senpō-戦法 | tactiek; strategie; plan de campagne |
| senpō-旋法 | (muziek) modus |
| senpūki-扇風機 | een (elektrische) ventilator |
| senryaku-戦略 | aanpak; strategie; tactiek |
| sensā-センサー | sensor; (elektronische) voeler; aftaster |
| sensaku-詮索 | doorzoeking; onderzoeking; navorsing; verkenning |
| sensasu-センサス | statistisch onderzoek |
| sensei-先生 | (aanspreektitel voor) een leraar; docent; professor; arts |
| sensei-先生 | (tot febr. 2024 gevangenis jargon, aanspreektitel voor) cipier; gevangenbewaarder |
| senshafuda-千社札 | votief kaart [strook; aanplakbiljet] in klein formaat (achtergelaten na een bezoek aan een heiligdom) |
| senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
| sensho-選書 | boekselectie (van één auteur, of thematisch gekozen) |
| senshū-先週 | vorige week |
| sensōhōki-戦争放棄 | verwerping van de oorlog (als politiek instrument) |
| sensuru-撰する | samenstellen (van woordenboeken e.d.) |
| sentaringu-センタリング | tekst in een document uitlijnen vanaf het midden |
| sentā・pōru-センター・ポール | elektriciteitspaal tussen twee spoorwegen |
| sentorarukitchin-セントラル・キッチン | centrale keuken (voor instellingen, ziekenhuizen, scholen, etc.) |
| sentsū-疝痛 | koliek; buikkramp |
| sen'inhoken-船員保険 | zeevarenden verzekering; verzekering voor zeevarenden |
| sen'un-戦雲 | onheilspellende [donkere] wolken als teken van de naderende oorlog |
| sen'yaku-煎薬 | extract; aftreksel; infusie |
| sen'yō-専用 | alleen te gebruiken voor specifieke doeleinden |
| sen'yō-専用 | alleen te gebruiken door specifieke personen |
| separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
| seppitsu-拙筆 | matig [slecht; onbekwaam] handschrift |
| seppō-説法 | preek; leerrede; prediking |
| seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| seramikkusu-セラミックス | keramiek; aardewerk |
| serifu-台詞 | script [tekst] (van een acteur) |
| serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
| serifumawashi-台詞回し | spreektrant; wijze van voordragen |
| serifuzuke-台詞付け | draaiboek |
| sero-セロ | cello (muziekinstrument) |
| seron-世論 | publieke opinie |
| serori-セロリ | bleekselderij; bladselderie (Apium graveolens) |
| seseribashi-せせり箸 | eetstokjes die worden gebruikt om een beetje te spelen met eten [in het eten zitten te zoeken of prikken] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| sessen-接線 | raaklijn; tangent; tangens; invalshoek |
| sesshō-折衝 | onderhandeling(en); gesprekken |
| setogiwa-瀬戸際 | breekpunt; kritiek moment |
| setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
| setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| settō-石頭 | moker; breekhamer |
| settokukōsaku-説得工作 | overredingstactiek |
| seyaku-施薬 | (verstrekking van) gratis medicijnen |
| shaba-車馬 | trekpaard; werkpaard |
| shaden-社殿 | muziekinstrument in Kabuki theater |
| shafu-車夫 | de man die een riksja trekt |
| shagī・katto-シャギー・カット | kapsel dat in lagen van verschillende lengtes is geknipt |
| shahon-写本 | een (geschreven) manuscript; kopie van een boek |
| shajishitsu-写字室 | scriptorium; schrijfvertrek in kloosters |
| shakaihoken-社会保険 | sociale verzekering |
| shakaihokenchō-社会保険庁 | Instituut [Bureau] sociale verzekeringen |
| shakaihokenryo-社会保険料 | sociale verzekeringspremies |
| shakaihoshō-社会保障 | sociale zekerheid |
| shakaihoshōhō-社会保障法 | socialezekerheidswet; sociale verzekeringswet |
| shakaihoshōkyōtei-社会保障協定 | Sociale Zekerheidsverdrag; overeenkomst Sociale Zekerheid |
| shakaihoshōseido-社会保障制度 | stelsel van sociale zekerheid |
| shakaikyōiku-社会教育 | sociaal [maatschappelijk] onderwijs; educatieve activiteiten buiten de school (b.v. in musea, bibliotheken, e.d.) |
| shako-硨磲 | groot (tweekleppig) schelpdier (Tridacninae) |
| shakō-社交 | sociaal leven; sociale omgang [betrekkingen] |
| shakōjirei-社交辞令 | diplomatiek [vleiend] taalgebruik |
| shakonnu-シャコンヌ | chaconne (Spaanse muziek 16e eeuw) |
| shaku-社区 | woongemeenschap; samenleving (m.n. in de Volksrepubliek China) |
| shakuru-しゃくる | (uitdagend; arrogant) je kin omhoog steken |
| shakuryō-酌量 | afweging; overweging; het rekening houden met |
| shamisen-三味線 | shamisen (driesnarig muziekinstrument) |
| shappo-シャッポ | hoed; hoofddeksel |
| shāpu-シャープ | (muzieknotatie) kruis |
| share-洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| sharuman-シャルマン | bekoorlijk; charmant; aardig |
| shasei-写生 | het tekenen [schilderen] naar de natuur; natuurgetrouw schilderen |
| shashinmuki no-写真向きの | fotogeniek |
| shashin'utsuri-写真写り | hoe men overkomt op een foto; fotogeniek zijn |
| shēbā-シェーバー | (elektrisch) scheerapparaat |
| shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
| shibaguri-柴栗 | een Japanse kastanjeboom (met kleine, maar lekkere, vruchten) |
| shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
| shibireru-痺れる | gevoelloos worden; het slapen van ledematen (tintelend gevoel door beknelling) |
| shibō-脂肪 | vet; reuzel; olie; spek |
| shiboridashino-絞り出しの | geperst; uitgeknepen |
| shiborizome-絞り染め | tie-dye (techniek waarmee men textiel van een patroon voorziet, door de stof te knopen voor het verven) |
| shiboru-絞る | een uitbrander [berisping] geven; tekeergaan tegen iemand |
| shibuchin-渋ちん | een vrek; gierigaard; gierig [vrekkig] persoon |
| shibun-斯文 | deze studie; dit onderzoeksgebied (met name van het Confucianisme) |
| shibun'onpu-四分音符 | (muziek) kwartnoot |
| shibuonpu-四分音符 | (muziek) kwartnoot |
| shibyō-死病 | een fatale [dodelijke] ziekte |
| shichi-死地 | (levens)gevaarlijke plek [situatie]; de klauwen van de dood; op de rand van de afgrond |
| shichi-死地 | plek om te sterven |
| shichibutake-七分丈 | 3/4; driekwart (lengte) |
| shichijūsō-七重奏 | (muziek) septet |
| shichiku-紫竹 | een stevige hoge (donkerpaarse) bamboesoort (wordt vaak rond huizen geplant als windbreker) |
| shichikudoi-しちくどい | erg hardnekkig; doordringend; scherp |
| shīchingu-シーチング | plaatwerk; metalen bekleding |
| shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
| shichiyō-七曜 | de zeven dagen van de week |
| shichō-市庁 | stadskantoor; gemeentekantoor |
| shichō-思潮 | gedachtengang in de samenleving; hoe er in het algemeen (over iets) gedacht wordt; de trend in de publieke opinie |
| shichō-視聴 | het beluisteren en bekijken (film, video, e.d.) |
| shichō-試聴 | het beluisteren van muziek (b.v. cd's) voor het te kopen |
| shichōsha-視聴者 | toeschouwer; kijker; publiek |
| shidaigenso-四大元素 | de vier klassieke elementen (water, aarde, lucht en vuur) |
| shidō-祠堂 | in huis de plek waar de zielen van voorouders worden geëerd; in (boeddh.) tempels de plek met gedenkplaten voor familieleden van de locale bevolking |
| shifū-師風 | de (academische of artistieke) stijl van de meester |
| shigaidenwa-市外電話 | interlokaal (telefoon)gesprek |
| shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
| shigeru-茂る | welig tieren; dichtbegroeid zijn [worden]; overwoekeren |
| shigo-私語 | privé [geheim] gesprek |
| shigō-諡号 | postuum toegekende naam [titel] |
| shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
| shihai-紙背 | extra betekenis in tekst die niet expliciet genoemd is |
| shihan-死斑 | lijkvlek; livor mortis |
| shihasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shihatsu-始発 | de eerste trein [bus] die vertrekt (van het station; de halte) |
| shihōken-司法権 | de rechterlijke [rechtsprekende] macht (één van de drie machten van de staat) |
| shihon-紙本 | tekst, afbeelding of kalligrafie op papier |
| shihyakushibyō-四百四病 | elk soort ziekte; alle verschillende ziekten |
| shii-恣意 | willekeurigheid; eigenmachtigheid; eigenzinnigheid |
| shiiku-飼育 | het houden (van dieren); fokken; kweken |
| shiikubako-飼育箱 | kweekbak (voor insecten, e.d.) |
| shiikusuru-飼育する | houden (van dieren); fokken; kweken |
| shiin-子音 | medeklinker (letter) |
| shiisei-恣意性 | willekeur; willekeurigheid; arbitrariteit |
| shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
| shijikiban-支持基盤 | iemands achterban [politieke machtsbasis] |
| shijimi-蜆 | corbicula, tweekleppig schelpdier |
| shijiritsu-支持率 | (publiek; openbaar) waarderingscijfer |
| shijōchōsa-市場調査 | marktonderzoek |
| shijōkinrirendōgatayokin-市場金利連動型預金 | aan de marktrente gekoppelde deposito; deposito tegen marktrente |
| shijūsō-四重奏 | (muziek) kwartet |
| shikake-仕掛け | mechanisme; mechaniek; apparaat |
| shikake-仕掛け | truc; tactiek; manipulatie; openingszet |
| shikaku-死角 | dode hoek; blinde hoek (m.n. bij voertuigen) |
| shikakui-四角い | vierhoekig; vierkant |
| shikakukei-四角形 | vierkant; vierhoek |
| shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
| shikekomu-しけ込む | stiekem naar de rosse buurt [een minnares, e.d.] gaan |
| shikekomu-しけ込む | zich ergens terugtrekken; zichzelf opsluiten [afzonderen] |
| shikenkōjō-試験工場 | proeffabriek |
| shikijōkyō-色情狂 | erotomanie; hyperseksualiteit; abnormaal seksueel verlangen |
| shikikin-敷金 | waarborgsom; zekerheidsreserve |
| shikimono-敷物 | vloerbedekking; tapijt |
| shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
| shikiriita-仕切り板 | tussenschot van glas (in bezoekersruimtes van gevangenissen e.d.) |
| shikiru-仕切る | rekeningen vereffenen |
| shikisha-指揮者 | dirigent (muziek) |
| shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
| shikkan-疾患 | ziekte; aandoening; kwaal; stoornis |
| shikkō-執行 | uitvoering; voltrekking (van een beslissing, vonnis, e.d.) |
| shikku-シック | ziek |
| shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
| shikoro-錏 | nekbeschermende delen [platen] van een Japanse samoeraihelm |
| shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
| shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
| shikyō-司教 | (katholieke) bisschop |
| shimaru-絞まる | smoren; verstikken; afgekneld worden |
| shimau-仕舞う | (arch.) het afbetalen van rekeningen aan het eind van het jaar |
| shime-締め | (judo) wurgtechniek |
| shimeitsūwa-指名通話 | een persoonlijk gesprek (telefoon) |
| shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
| shimensoka-四面楚歌 | (van alle kanten) omringd [omgeven] zijn door vijanden; verraden [in de steek gelaten] zijn |
| shimewaza-締め技 | (judo) wurgtechnieken |
| shimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| shinaidenwa-市内電話 | lokaal (telefoon)gesprek |
| shinantoropusu・pekinenshisu-シナントロプス・ペキネンシス | pekingmens (Homo erectus pekinensis) |
| shinasadame-品定め | beoordeling; inschatting; oordeel; commentaar; kritiek |
| shinausu-品薄 | gebrek [tekort] aan goederen [voorraad] |
| shinausukabu-品薄株 | schaarste [tekort] aan aandelen |
| shinbaru-シンバル | cimbaal (muziekinstrument) |
| shinchō-伸張 | uitbreiding (van macht, invloed; handel, etc.); uittrekking; verlenging |
| shindangaku-診断学 | diagnostiek |
| shinden-寝殿 | woonhuis (van een paleis); slaapvertrek (van de keizer) |
| shindenzu-心電図 | elektrocardiogram; ECG; hartfilmpje |
| shinfonī-シンフォニー | (muziek) symfonie |
| shingan-心願 | smeekbede; gebed; oprechte wens; vurig verlangen |
| shingurusu-シングルス | enkele muzieknummers (oude 45 toeren platen) |
| shinhoshushugi-新保守主義 | (politiek) neoconservatisme; Nieuw Rechts |
| shinibasho-死に場所 | plaats van overlijden; plek om te sterven; plaats waar men zou willen sterven |
| shinidokoro-死に所 | plaats van overlijden; plek om te sterven |
| shinifian-シニフィアン | (taalkunde) de betekenaar; het betekenende; het concept (signifier) |
| shinifie-シニフィエ | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
| shinikuen-歯肉炎 | gingivitis; tandvleesontsteking |
| shinji-新字 | kanji die voor het eerst in lesboeken worden gegeven |
| shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
| shinkanshōkai-新刊紹介 | boekrecensie; boekbespreking |
| shinkekkanshikkan-心血管疾患 | cardiovasculaire aandoeningen; hart- en vaatziekten |
| shinkopēshon-シンコペーション | (muziek) syncope |
| shinkōsei-進行性 | (van ziekte) progressiviteit; voortwoekering |
| shinkōshūkyō-新興宗教 | een (nieuwe) religieuze sekte |
| shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
| shinkūkan-真空管 | vacuümbuis; elektronenbuis (ook wel radiobuis of radiolamp) |
| shinkyoku-新曲 | nieuwe compositie [muziekstuk] |
| shinmakuen-心膜炎 | pericarditis (ontsteking van het hartzakje)) |
| shinnaimaku-心内膜 | endocardium; endocarp (binnenbekleding van het hart) |
| shinnyo-信女 | Boeddhistische lekennon |
| shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
| shinpatsusuru-進発する | starten; vertrekken; op weg gaan; opmarcheren |
| shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
| shinpen-新編 | nieuwe editie (van een boek) |
| shinpishugi-神秘主義 | mystiek |
| shinpitsu-宸筆 | handtekening van de keizer; het eigen handschrift van de keizer; keizerlijke handtekening; keizerlijke brief [keizerlijk schrijven] |
| shinpitsu-真筆 | authentiek handschrift |
| shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
| shinposuru-進歩する | vooruitgang [voortgang] boeken; vooruitgaan |
| shinrai-新来 | iets nieuws; iets dat zojuist aangekomen [net gearriveerd] is |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinrin-親臨 | aanwezigheid [bezoek] van een keizer |
| shinro-進路 | (fig.) koers; richting; keuze (voor de toekomst) |
| shinryō-診療 | medisch onderzoek; medische behandeling |
| shinsa-審査 | streng [volledig] onderzoek; inspectie; controle; screening |
| shinsaku-新作 | nieuw werk (boek, film, schilderij, muziek, e.d.) |
| shinsatsu-診察 | medisch onderzoek |
| shinsatsuken-診察券 | patiënt-registratiekaart (bij huisarts, tandarts, ziekenhuis, e.d.) |
| shinsayoku-新左翼 | (politiek) Nieuw Links |
| shinsei-申請 | aanvraag; verzoekschrift |
| shinseki-親戚 | familierelatie; familiekring; familielid |
| shinsesaizā-シンセサイザー | synthesizer (muziek) |
| shinshinsōshitsu-心神喪失 | ontoerekeningsvatbaarheid |
| shinshitsu-寝室 | slaapkamer; slaapvertrek |
| shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
| shinsho-新書 | paperback uitgave van een (m.n. non-fiction) boek (in het B6 shinsho-formaat) |
| shinshutsu-新出 | het voor het eerst voorkomen [verschijnen] (b.v. van een woord of kanji in een studieboek) |
| shinsō-深窓 | een afgezonderd [stil] plekje in huis |
| shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
| shintaikatsudō-身体活動 | lichamelijke [fysieke] activiteit |
| shintaikensa-身体検査 | lichamelijk [medisch] onderzoek |
| shintaisō-新体操 | ritmische gymnastiek |
| shintakukanjō-信託勘定 | trust rekening; trust boekhouding |
| shinwaryoku-親和力 | affiniteit; (chemische) aantrekkingskracht |
| shinzōbyō-心臓病 | hartziekte; hartaandoening |
| shin'yaku-新訳 | vertalingen van boeddhistische teksten in de periode na Xuanzang (602 - 664) |
| shin'yōchōsa-信用調査 | kredietonderzoek' kredietcontrole; onderzoek naar kredietwaardigheid |
| shiohigari-潮干狩り | het schelpdieren zoeken [vangen] bij eb [laag water] |
| shiori-栞 | boekenlegger |
| shiorido-枝折り戸 | een tuinpoortje [hekje] gemaakt van (in elkaar gevlochten) takken of bamboe |
| shippaisuru-失敗する | mislukken; zakken (voor een examen, etc.); tekortschieten; iets verknallen [verknoeien]; een flater slaan; een domme fout begaan |
| shippei-疾病 | ziekte; aandoening; kwaal |
| shiraberu-調べる | onderzoeken; uitzoeken; bestuderen |
| shirachakeru-白茶ける | verbleken; verkleuren |
| shirafu-白斑 | witte vlek |
| shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
| shirashimeru-知らしめる | bekendmaken |
| shirayaki-白焼き | het keramiek bakken zonder glazuur; biscuitaardewerk |
| shiren-試練 | beproeving; bezoeking |
| shirewataru-知れ渡る | wijd verbreid [bekend] worden |
| shiriai-知り合い | bekende; kennis |
| shiriate-尻当て | voering [versteviging] van een broek |
| shirikakushi-尻隠し | achterzak; heupzak (van een broek) |
| shirime-尻目 | vanuit de ooghoeken kijken; schuine [zijwaartse] blik |
| shiritsubyōin-市立病院 | stadsziekenhuis; gemeenteziekenhuis |
| shirizoku-退く | ontslag nemen; zich terugtrekken (uit een positie) |
| shirizoku-退く | weggaan; zich terugtrekken (uit een ruimte) |
| shirīzu-シリーズ | serie; reeks (van boeken, afleveringen etc.) |
| shirobuchi-白斑 | witte vlekken |
| shiromadara-白斑 | witte vlekken; vlekken (van andere kleuren) op een witte ondergrond |
| shironanbā-白ナンバー | witte kentekenplaat (gebruikt voor personenauto's, in particulier bezit) |
| shirotaku-白タク | een personenauto met witte kentekenplaat, gebruikt als taxi |
| shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
| shirubā・wīku-シルバー・ウィーク | Silver Week, in Japan een aantal officiële vakantiedagen achter elkaar |
| shiryokukensa-視力検査 | oogonderzoek; oogtest |
| shisan-試算 | proefberekening; voorlopige [eerste] berekening |
| shisankanjō-資産勘定 | een activarekening; boekhoudrekening van activa |
| shisatsu-刺殺 | steekmoord; doodsteek |
| shisatsusuru-刺殺する | (iem.) doodsteken |
| shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
| shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
| shiseki-史籍 | geschiedboek; kroniek |
| shīshī-シーシー | kubieke centimeter (cc) |
| shishitsu-私室 | privékamer; privé ruimte; eigen kamer |
| shishō-刺傷 | steekwond |
| shisho-史書 | geschiedenisboek; kroniek; jaarboek |
| shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
| shisho-私署 | persoonlijke handtekening [ondertekening] |
| shisō-刺創 | steekwond |
| shiso-緇素 | een monnik en een leek |
| shisō-詞藻 | poëtisch [bloemrijk] taalgebruik; stijlfiguur; poëtische uitdrukking [retoriek] |
| shīsō・gēmu-シーソー・ゲーム | een heen-en-weer gaande strijd; getouwtrek om de overwinning; strijd waarbij dan weer de ene partij de overhand heeft, dan weer de andere |
| shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
| shitabaki-下穿き | onderbroek |
| shitakenbun-下検分 | vooronderzoek; voorinspectie; verkenning |
| shitakusa-下草 | bodembedekker (planten) |
| shitami-下見 | een eerste inspectie [onderzoek]; vooronderzoek |
| shitami-下見 | beschot; houten buitenbekleding (van een gebouw) |
| shitamotsure-舌縺れ | een spraakgebrek; lispelen; niet duidelijk kunnen spreken |
| shitamu-湑む | vocht opnemen met een doek |
| shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
| shitaobi-下帯 | lendendoek |
| shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
| shitāru-シタール | (Hindi.: sitār) sitar (muziekinstrument) |
| shitashirabe-下調べ | vooronderzoek; voorbereiding(en) |
| shitasōdan-下相談 | voorbereidende [inleidende] gesprekken |
| shitatameru-認める | schrijven; opschrijven; optekenen; opstellen |
| shitatarazu-舌足らず | onduidelijke uitspraak door spraakgebrek; slissen; lispelen |
| shitei-指定 | afspraak; benoeming; vaststelling; aanstelling; toekenning |
| shiten-始点 | startpunt; uitgangspunt; vertrekpunt; startplaats |
| shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
| shitsu-疾 | (in kanji combinaties) haten; jaloezie; hekel |
| shitsugen-失言 | verspreking; ongepaste opmerking |
| shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
| shitsumujikan-執務時間 | werktijd; kantooruren; spreekuren |
| shitsunaigaku-室内楽 | kamermuziek |
| shitsuyō-執拗 | impertinentie; opdringerigheid; hardnekkigheid |
| shiwai-吝い | gierig; zuinig; vrekkig; krenterig |
| shiwake-仕分け | (boekhouden) notering |
| shiwakucha-皺くちゃ | gekreukeld [gerimpeld] zijn |
| shiwanbō-吝ん坊 | gierigaard; vrek |
| shiwasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shiyū-雌雄 | de twee seksen [geslachten]; man en vrouw |
| shizuru・sēru-シズル・セール | (Eng.: sizzle sales) verkooptechnieken om de kooplust van klanten te bevorderen |
| shī・ō・ī-シー・オー・イー | (centre of excellence) een excellent onderzoekscentrum (zoals, o.a. Massachusetts Institute of Technology, het Max Planck Instituut in Duitsland) |
| shī・yū・ai-シー・ユー・アイ | (character user interface) gebruikersinterface die gebruik maakt van tekst om opdrachten en informatie weer te geven bij computerbewerkingen |
| sho-書 | (in kanji combinaties) schrijven; schrijfwerk; kalligrafie; brief; boek; document |
| sho-書 | (afk. voor) het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
| shō-章 | hoofdstuk (van een boek, e.d.) |
| shō-笙 | blaasinstrument dat wordt gebruikt voor traditionele Japanse gagaku muziek |
| shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
| shoan-書案 | kladversie van een tekst [document, brief, e.d.] |
| shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shobō-書房 | boekhandel; boekenwinkel |
| shōbun-小文 | kort geschrift; korte tekst |
| shōbyō-傷病 | verwondingen en ziekten |
| shōbyōhei-傷病兵 | gewonde en zieke soldaten; de gewonden en zieken |
| shōchi-勝地 | plaats met goed uitzicht; schilderachtige plek; plaats van historisch belang |
| shōchi-勝地 | geschikte plek [locatie] om iets te doen |
| shochō-所長 | hoofd [leider; chef, e.d.] (van een bijkantoor, onderzoeksinstelling, gevangenis, e.d.) |
| shochō-所長 | sterke zijde; uitstekend zijn |
| shōchō-象徴 | symbool; zinnebeeld; embleem; teken |
| shodana-書棚 | boekenplank; boekenkast |
| shodōsōsa-初動捜査 | het eerste onderzoek; initieel onderzoek (door de politie); vooronderzoek |
| shōgaku-奨学 | aanmoediging te studeren [onderzoek te doen] |
| shōgyōtegata-商業手形 | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
| shohan-初版 | de eerste druk [uitgave] (van een boek) |
| shōhon-抄本 | uittreksel; excerpt |
| shōhon-正本 | manuscript; originele tekst |
| shoin-書院 | boekwinkel; uitgeverij |
| shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
| shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
| shōjiru-生じる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
| shōjiten-小辞典 | klein woordenboek; zakwoordenboek |
| shojō-書状 | klaagbrief; petitie; verzoekschrift |
| shoka-書架 | boekenkast; boekenplank; boekdepot (in een bibliotheek) |
| shōkai-照会 | onderzoek; navraag; raadpleging |
| shokan-初巻 | eerste (boek)deel van een serie; deel één; eerste hoofdstuk (van een boek) |
| shokan-書函 | boekenkast |
| shokan-書卷 | boek(werk); boekrol |
| shokei-処刑 | strafuitvoering; voltrekking van een vonnis |
| shōkeisuru-小計する | het subtotaal berekenen |
| shoken-初見 | muziek (voor het eerst) spelen direct van bladmuziek |
| shōken-小見 | kortzichtigheid; bekrompen blik [mening] |
| shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
| shoken-書見 | het lezen (van boeken) |
| shoki-所記 | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
| shokikyoku-書記局 | secretariaat (van een beroepsvereniging, politieke partij, etc.) |
| shokki-食器 | eetgerei; tafelgerei (servies en bestek) |
| shokkihitosoroi- 食器一揃い | tafelgerei set (servies en bestek) |
| shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
| shokkirui-食器類 | servies; bestek |
| shokku-ショック | (elektrische) schok |
| shokku・abusōbā-ショック・アブソーバー | schokdemper; schokbreker |
| shōkō-小康 | een (tijdelijke) verbetering in het ziekteverloop |
| shoko-書庫 | boekenopslagruimte; magazijn (b.v. in een bibliotheek); archief |
| shokō-諸公 | (term voor het respectvol aanspreken van een aantal mensen) dames en heren; hooggeëerd publiek |
| shōkotsuban-小骨盤 | het kleine bekken (pelvis minor) |
| shokuba-職場 | werkplek; werkplaats; kantoor |
| shokudōen-食道炎 | slokdarmontsteking; esofagitis |
| shokugen-食言 | leugen; verbreking van een belofte |
| shokugyōbyō-職業病 | beroepsziekte |
| shokun-諸君 | (term voor het beleefd aanspreken van een aantal mensen, vaak m.b.t. een geheel mannelijk gezelschap) geachte aanwezigen |
| shokunō-職能 | beroepsbekwaamheid; functie; functionering; het goed functioneren |
| shokuryōfusoku-食糧不足 | voedseltekort; voedselschaarste; voedselgebrek |
| shokutaku-嘱託 | onder volmacht; op verzoek; in opdracht |
| shōkūtō-照空灯 | zoeklicht |
| shokuyoku-食欲 | eetlust; trek |
| shokyō-書経 | het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
| shōkyoku-小曲 | een kort [klein] liedje [muziekstukje] |
| shōkyūshi-小休止 | korte vakantie [onderbreking; rustpauze; rustperiode] |
| shōman-ショーマン | publiekstrekker; publieksspeler; entertainer |
| shōman-小満 | (één van de 24 zonnetermen van de maankalender) de 8ste term (rond 21 mei van de zonnekalender) |
| shōmanshippu-ショーマンシップ | propagandistisch talent; gave voor het publiekstrekken |
| shomei-書名 | boektitel |
| shomei-署名 | handtekening |
| shomei-署名 | ondertekening; signatuur |
| shōmeigan-証明願 | verzoek om een certificatie (b.v. van een vergunning); certificeringsverzoek |
| shōmeisuru-証明する | bewijzen; getuigen; verzekeren |
| shomeiundō-署名運動 | handtekeningenactie |
| shomoku-書目 | boekencatalogus |
| shomotsu-書物 | boek; boekwerk; boekdeel |
| shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
| shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
| shōnibyō-小児病 | kinderziekte |
| shōnō-笑納 | (nederig) verzoek een gift te accepteren |
| shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shōrai-将来 | de (nabije) toekomst; de komende tijd |
| shōrai-松籟 | het geluid van een kokende theeketel |
| shōraisei-将来性 | toekomstperspectief; mogelijkheid; belofte (voor de toekomst) |
| shorō-所労 | ziekte |
| shōroku-抄録 | abstract; uittreksel; samenvatting |
| shōron-詳論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| shōru-ショール | sjaal; omslagdoek |
| shosai-書斎 | studeerkamer, annex privé bibliotheek |
| shoseki-書籍 | boek(en); publicatie(s) |
| shosen-所詮 | uiteindelijk; ten slotte; immers; per slot van rekening |
| shōsetsu-小節 | (muziek) maat; maatstreep |
| shōsetsu-小雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca.. 22 nov.) |
| shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
| shōshi-小子 | aanspreektitel van een leraar voor zijn leerling |
| shoshi-書肆 | boekhandelaar; boekhandel; boekenwinkel; uitgever |
| shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
| shoshi-書誌 | bibliografie; literatuurlijst; titellijst; boekenlijst |
| shoshi-書誌 | bibliografie; boekbeschrijving; bibliologie |
| shōshi-笑止 | belachelijk[ lachwekkend; absurd] zijn |
| shoshi-諸姉 | een groot aantal vrouwen; (ook gebruikt als aanspreektitel of pers. vnw.) dames (u; jullie) |
| shoshi-諸子 | (aanspreektitel tegen een groep) u; jullie |
| shoshin-初診 | het eerste medisch onderzoek |
| shōshinshōmei-正真正銘 | echt [zuiver; authentiek; onvervalst] zijn |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shoshū-所収 | publicatie binnen een serie of boek |
| shōshutsu-抄出 | uittreksel; selectie |
| shōsūten-小数点 | decimaalteken (punt of komma) |
| shotaiken-初体験 | de eerste seksuele ervaring |
| shoten-書店 | boekenwinkel; boekhandel; boekhandelaar |
| shōtō-小党 | een kleine politieke partij |
| shōto・katto-ショート・カット | kortgeknipt kapsel (voor vrouwen) |
| shōtsu-ショーツ | korte broek; short |
| shōtsu-ショーツ | onderbroek; slipje |
| shōwa-小話 | kort verhaal; anekdote |
| shōyaku-抄訳 | een beknopte [verkorte] vertaling; een vertaling van een gedeelte van een tekst |
| shōyū-小勇 | fysieke [brute] moed |
| shōzen-承前 | vervolg (vermelding boven een tekst) |
| shōzōga-肖像画 | (geschilderd) portret; portrettekening |
| shōzōgaka-肖像画家 | portretschilder; portrettekenaar |
| shōzuru-生ずる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
| shū-週 | week (7 dagen) |
| shubi-首尾 | nek en staart |
| shūbō-衆望 | publiek vertrouwen; publieke verwachtingen; publieke steun |
| shubun-主文 | hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een tekst |
| shūchi-周知 | algemene bekendheid |
| shudai-首題 | titel van een document [brief; boekdeel] |
| shūdōjo-修道女 | (katholieke) non; kloosterzuster |
| shugainen-種概念 | (logica) een specifiek begrip [concept] |
| shūgi-宗義 | fundamentele doctrine van een geloofsgemeenschap [sekte] |
| shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
| shūgyōbasho-就業場所 | standplaats; werkplek; arbeidslocatie |
| shūha-宗派 | religieuze sekte [gezindte]; kerkgenootschap |
| shūhitsu-収筆 | eindpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
| shuhitsu-朱筆 | correctie; verbetering; verandering (in een tekst, met rode pen (of penseel) |
| shuhō-主峰 | voornaamste top [bergpiek] in een bergketen |
| shuhō-手法 | methode; manier; techniek |
| shūhō-週報 | weekrapport |
| shūhyō-衆評 | publieke opinie |
| shui-主意 | belangrijkste betekenis [idee; mening] |
| shūi-周囲 | omtrek; omvang; omgeving |
| shūi-衆意 | publieke opinie |
| shui-首位 | eerste plek; koppositie; leidende positie |
| shūji-修辞 | spreekwijze; retorisch middel; stijlfiguur |
| shūjigihō-修辞技法 | bij wijze van spreken |
| shūjitsu-週日 | weekdag |
| shujō-拄杖 | rekwisiet in het No theater (lange bamboestaf) |
| shūkai-周回 | de omtrek; omvang; omgeving |
| shūkan-週間 | week |
| shūkanshi-週刊誌 | weekblad (tijdschrift dat wekelijks verschijnt) |
| shūkei-集計 | totaal berekening [optelling] |
| shūketsu-集結 | het (op één plek) samenkomen [verzamelen; bijeenkomen] |
| shuki-手記 | (voor zichzelf opgeschreven) notities [aantekeningen]; herinneringen; memoires |
| shukin-手巾 | handdoekje; zakdoek |
| shūkin-集金 | het ophalen van geld; het innen van een rekening; incasso |
| shūkinsuru-集金する | geld ophalen; rekening(en) innen |
| shukka-出火 | het begin [uitbreken] van een brand; branduitbraak |
| shukkasuru-出火する | brand uitbreken; vlam vatten; in brand vliegen; ontbranden |
| shukkin-出金 | het opnemen [afhalen] van geld van eigen rekening |
| shukkō-出港 | vertrek uit een haven (van boten en schepen); (het) uitvaren |
| shūkō-衆口 | publieke opinie; algemeen oordeel |
| shūku-秀句 | een uitstekend gedicht; prachtige haiku |
| shukua-宿痾 | chronische ziekte |
| shukubō-宿坊 | vertrekken [kamers] van priesters [monniken] in een tempel |
| shukubō-宿望 | (vurige) hoop [verlangen]; lang gekoesterde wens [ambitie] |
| shukuen-宿怨 | een oude, lang gekoesterde, wrok |
| shukugan-宿願 | een lang gekoesterde wens |
| shukuhakuryō-宿泊料 | hotelrekening |
| shukui-宿意 | langgekoesterde hoop [verlangen; ambitie] |
| shukuryō-宿料 | hotelrekening |
| shukushō-縮小 | vermindering; korting; aftrek; afname |
| shukushōsuru-縮小する | verminderen; korten; aftrekken |
| shukuzu-縮図 | een verkleinde tekening [kopie]; miniatuur |
| shūkyūfutsukasei-週休二日制 | (systeem van) 5-daagse werkweek [schoolweek] (en 2 dagen vrij) |
| shūmatsu-週末 | weekeinde; weekend |
| shūnen-周年 | jubileum; aantal jaren dat verstreken is (sinds een bepaalde gebeurtenis) |
| shūnen-執念 | vastberadenheid; hardnekkingheid; volharding; doorzettingsvermogen |
| shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
| shungiku-春菊 | gekroonde ganzenbloem (Chrysanthemum coronarium) |
| shuninkenkyūin-主任研究員 | hoofdonderzoeker |
| shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
| shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
| shuppanhi-出版費 | publicatiekosten |
| shuppatsu-出発 | vertrek |
| shuppatsubi-出発日 | vertrekdatum |
| shuppatsujikan-出発時間 | vertrektijd |
| shuppatsujikoku-出発時刻 | vertrektijd |
| shuppatsurobī-出発ロビー | vertrekhal; vertreklounge |
| shuppatsusuru-出発する | vertrekken; op weg gaan; weggaan (uit); afreizen |
| shuppatsuten-出発点 | vertrekpunt |
| shupurehikōru-シュプレヒコール | spreekkoor |
| shuren-手練 | vaardigheid; bekwaamheid |
| shūroku-収録 | het opnemen (muziek); vastleggen; filmen |
| shusa-主査 | hoofdonderzoeker; leider van een onderzoeksteam |
| shūsaku-習作 | een voorstudie [oefenstuk] (voor een kunstwerk of muziekstuk); compositie |
| shushi-趣旨 | betekenis; punt; kern |
| shūshifu-終止符 | punt (leesteken) |
| shūshifu-終止符 | (muziek) rustpunt; rustteken |
| shūshigae-宗旨替え | bekering (tot een godsdienst) |
| shūshikei-終止形 | (taalkunde) shūshikei (in klassiek Japans, eindvorm; woordenboekvorm) |
| shushō-手抄 | handgeschreven kopie; uittreksel; samenvatting |
| shūshokuguchi-就職口 | werkplek; werkgelegenheid; vacature |
| shūshokukatsudō-就職活動 | het zoeken naar een baan |
| shūshokukibōsha-就職希望者 | werkzoekende; sollicitant |
| shūshokunan-就職難 | moeilijk werk kunnen vinden (door een tekort aan werkgelegenheid) |
| shūshuku-収縮 | krimp; samentrekking; contractie |
| shussen-出船 | vertrek (van schepen); uitvaart (uit een haven) |
| shusshōchi-出生地 | geboorteplaats; de plek waar men geboren is |
| shūtei-修訂 | verbetering; correctie (in tekst) |
| shūtoku-習得 | scholing; het verkrijgen van kennis [bekwaamheid] |
| shūtokusuru-習得する | onder de knie krijgen; aanleren; kennis [bekwaamheid] verwerven |
| shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
| shutsuba-出馬 | (te paard) eropuit gaan [vertrekken] (b.v. naar het slagveld) |
| shutsujin-出陣 | vertrek naar het slagveld [oorlogsgebied; front]; het ten strijde trekken |
| shutsujin-出陣 | (boeddh.) vertrek naar de plaats van discussie [dispuut; betoog] |
| shutsujinshiki-出陣式 | ceremonie voorafgaand aan het vertrek naar een slagveld [oorlogsfront] |
| shutsujō-出場 | vertrekplaats |
| shutsumon-出門 | vertrek; afreis |
| shutsunyū-出入 | komen en gaan; aankomst en vertrek; storting en opname (van monetaire middelen) |
| shuttatsu-出立 | vertrek; afreis; afvaart |
| shuwā-シュワー | sjwa (reductieklinker, de toonloze e, symbool ǝ) |
| shūwai-収賄 | omkoping; omgekocht worden |
| shuwan-手腕 | talent; gave; bekwaamheid; vaardigheid |
| shūyōjo-収容所 | concentratiekamp; gevangenis |
| shūzenhi-修繕費 | reparatiekosten; herstelkosten |
| so-ソ | muzieknoot G |
| sō-壮 | kracht; dapperheid; moed; heldhaftigheid; iets magnifieks [groots] |
| sō-然う | jazeker; juist |
| sō-相 | uiterlijk; voorkomen; verschijning; gelaatsuitdrukking; gelaatstrekken |
| sōba-相場 | maatschappelijke [publieke] waardering [reputatie]; aanzien |
| soba-蕎麦 | boekweit noedels |
| soba-蕎麦 | boekweit (plant: Fagopyrum esculentum) |
| sobietoshakaishugikyōwakokurenpō-ソビエト社会主義共和国連邦 | de Sovjet-Unie; de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) |
| sōbō-僧坊 | woonvertrekken van priester in een boeddhistische tempel; (boeddhistische) priesterwoning |
| sochira-そちら | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
| sōdai-壮大 | iets magnifieks [groots] |
| sōdansuru-相談する | raadplegen; bespreken; overleggen |
| sōdan'in-相談員 | gesprekspartner; adviseur; consulent |
| sodateru-育てる | grootbrengen; opvoeden; kweken |
| sode-袖 | een kant van een poort, hek, etc.; vleugel (van een gebouw); coulissen (toneel) |
| sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
| sōden-送電 | elektriciteitstransmissie |
| sodoku-素読 | het hardop lezen van een tekst (zonder na te denken over de betekenis van de woorden) |
| sōfu-総譜 | (muziek) volledige partituur |
| sofuto・fōkasu-ソフト・フォーカス | softfocus (techniek uit de fotografie waarbij het beeld opzettelijk enigszins onscherp wordt gemaakt) |
| sofuto・poruno-ソフト・ポルノ | softporno (seks films) |
| sōga-装画 | een prent [foto] op de omslag van een boek |
| sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
| sōgaku-奏楽 | muziekoptreden; muziekuitvoering |
| sōgaku-奏楽 | een van de muziekinstrumenten in Kabuki |
| sogan-訴願 | petitie; rekest; verzoekschrift |
| sōgankyō-双眼鏡 | verrekijker |
| sōhaku-蒼白 | bleekheid; lijkbleek zijn |
| sōhitsu-送筆 | penseelstreek interim beginpunt en eindpunt (bij het kalligraferen) |
| soin-素因 | aanleg; vatbaarheid (voor ziekten) |
| sōkankankei-相関関係 | wederzijdse [onderlinge] betrekkingen; correlatie |
| sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
| sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
| sōkensuru-総見する | met een grote groep een wedstrijd [voorstelling] bezoeken |
| soketto-ソケット | (elektriciteit) fitting; contactdoos |
| sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
| soko-そこ | daar; die plaats (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
| sokonau-損なう | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
| sokoneru-損ねる | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
| sokonuke-底抜け | roekeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
| sokubai-即売 | verkoop ter plekke (verkoop van tentoongestelde voorwerpen direct in de tentoonstellingsruimte) |
| sokudohyōgo-速度標語 | (muziek) tempo-instructie (b.v. allegro, アレグロ) |
| sokusen-側線 | zijlijn (van sportveld of atletiekbaan) |
| sokusha-速写 | snapshot; momentopname; kiekje |
| sokushi-即死 | onmiddellijke dood; dood ter plekke |
| sōmō-草莽 | plek waar gras groeit; grasgrond; grasland |
| somoji-其文字 | jij (aanspreekvorm gebruikt door hofdames) |
| somosomo-抑 | eigenlijk; per slot van rekening |
| sonachine-ソナチネ | sonatine (muziek) |
| sondō-尊堂 | (schrijftaal, m.n. in brieven, om een ander aan te spreken) u |
| songaihoken-損害保険 | schadeverzekering |
| songaihokengaisha-損害保険会社 | schadeverzekeringskantoor |
| songaihoshōseikyū-損害補償請求 | verzoek [vordering] tot schadevergoeding |
| songu-ソング | string (soort onderbroek) |
| sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
| sonna-そんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
| sono-その | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
| sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
| sonosetsu-其の節 | dan; op het moment (toekomst) |
| sontaku-尊宅 | (respectvolle aanspreektitel voor een ander) u |
| son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
| soppa-反っ歯 | vooruitstekende (boven)tanden |
| sopurano-ソプラノ | een muziekinstrument met het hoogste toonbereik (b.v. sopraansaxofoon) |
| sōran-総覧 | uitgebreid overzicht; compendium; bronnenboek; complete gids |
| sorarizēshon-ソラリゼーション | solarisatie (fotografische inversie, waarbij zwart-wit in fotografisch werk wordt omgekeerd door tijdens het ontwikkelen enigszins te overbelichten) |
| sore-それ | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
| sōrei-壮麗 | indrukwekkend en prachtig [schitterend] zijn |
| soriddo・gitā-ソリッド・ギター | gitaar zonder klankkast en met een elektromagnetisch opneemsysteem) |
| soriddo・sutēto-ソリッド・ステート | (elektronica) vaste stof (gebruikmakend van het elektronisch fenomeen van de stof zelf) |
| sorikaeru-反り返る | kromtrekken; vervormd raken |
| sorikaeru-反り返る | opscheppen; de borst vooruit steken |
| soro-ソロ | solo (muziek) |
| soro-候 | gebruikt als hulpwerkwoord, voegt het beleefdheid toe van de spreker voor de toehoorder |
| sorō-疎漏 | nalatigheid; onzorgvuldigheid; roekeloosheid |
| sorobandakai-算盤高い | berekenend; gierig |
| sōsa-捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek |
| sōsai-相殺 | verrekening; compensatie |
| sōsaku-捜索 | doorzoeking; huiszoeking; fouillering; aftasting |
| sōsakujō-捜索状 | bevel(schrift) tot huiszoeking |
| sōsasuru-捜査する | onderzoeken; een (straf)onderzoek instellen |
| soseki-礎石 | hoeksteen; eerste steen; basis |
| sōsetsu-総説 | algemene discussie [bespreking]; overzicht |
| sōsha-奏者 | instrumentalist; speler; bespeler van een muziekinstrument |
| sōsharu-ソーシャル | maatschappelijk; publiekelijk; openbaar; sociaal |
| sōsharu・adobataijingu-ソーシャル・アドバタイジング | publieksreclame |
| sōsharu・danpingu-ソーシャル・ダンピング | lagere productiekosten door het werken met zeer goedkope arbeidskrachten |
| sōsharu・sekyuritī-ソーシャル・セキュリティー | sociale zekerheid |
| sōsharu・uea-ソーシャル・ウエア | kleding die gedragen wordt buiten het kantoor indien men persoonlijk met het publiek moet communiceren (Engels: social wear) |
| sōshiki-相識 | een kennis; een bekende; iem. die men goed kent |
| soshikikōgaku-組織工学 | weefselkweek (techniek) |
| sōshō-総称 | algemene [generieke] naam [term; benaming] |
| sōsō-草草 | korte slotzin (als afsluiting in een brief, voorafgaande aan de ondertekening) |
| sōsuru-奏する | (muziekinstrument) bespelen; (muziek) spelen; laten horen |
| sōtaiteki-相対的 | relatief; betrekkelijk |
| sotchi-そっち | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
| sōtei-装丁 | het boekbinden; boeken inbinden |
| soto-外 | ergens anders; op een andere plaats [plek]; in een ander land |
| sotogakoi-外囲い | omheining; buitenhek |
| sotomawari-外回り | omgeving; omtrek |
| sotto-そっと | stiekem; heimelijk |
| souru-ソウル | (afk. van) soulmuziek |
| souru・myūjikku-ソウル・ミュージック | soulmuziek |
| sōwa-挿話 | episode; anekdote |
| sōyū-曾遊 | eerder bezoek |
| sōzetsu-壮絶 | iets heroïsch [magnifieks] |
| sū-数 | (op)tellen; berekenen |
| sūchi-数値 | numerieke waarde |
| sūchi-数値 | uitkomst [resultaat] van een berekening |
| sūchikaiseki-数値解析 | numerieke analyse |
| sudareatama-簾頭 | (comb-over) haarstijl van lange plukken haar over kale plekken gekamd |
| sue-末 | toekomst; wat hierna komt |
| suenoyo-末の世 | latere generaties; latere jaren; in de toekomst |
| sueosoroshii-末恐ろしい | verbazingwekkend; geweldig; veelbelovend |
| sufumāto-スフマート | sfumato (lett.: verdampt; schildertechniek) |
| sugoi-凄い | geweldig; enorm; fantastisch; verbazingwekkend |
| sugoude-凄腕 | expertise; virtuositeit; uitstekende techniek |
| suiban-推輓 | aanbeveling, aanprijzing (oorspronkelijke betekenis: een wagen vanaf de achterkant duwen, of vanaf de voorkant trekken) |
| suihanki-炊飯器 | (elektrische) rijstkoker |
| suikō-水耕 | hydrocultuur; watercultuur (planten kweken in water) |
| suingu-スイング | swing (muziek) |
| suinomi-吸い飲み | tuitbeker |
| suiri-推理 | gevolgtrekking; deductie; afleiding; redenering |
| suiryokuhatsuden-水力発電 | opwekking van elektriciteit uit waterkracht |
| suisentosho-推薦図書 | aanbevolen boek(en) [literatuur; leeslijst] |
| suisōgaku-吹奏楽 | blaasmuziek; muziek van blaasinstrumenten |
| suitchihittā-スイッチヒッター | (straattaal) een biseksueel; een veelzijdig persoon |
| suiton-水団 | in soep gekookte (platte) meelballetjes [knoedels] |
| suitsukeru-吸い付ける | zuigen; trekken; aantrekken (magneet); aansteken (sigaret) |
| suiyoseru-吸い寄せる | (aan)trekken |
| suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
| sujibone-筋骨 | fysieke kracht |
| sujichigai-筋違い | kramp; verkramping; verrekking; verstuiking |
| sujihiki-筋引 | het trekken van een lijn |
| sujihiki-筋引 | werktuig [gereedschap] om een lijn te trekken |
| sujiko-筋子 | gepekelde zalmkuit |
| sukanburingugihō-スカンブリング技法 | scumbling, een techniek in de schilderkunst waarbij de verf wordt gedempt [verdoezeld] om een vager [glazig] effect te krijgen |
| sukēru-スケール | toonladder (muziek) |
| sukerutso-スケルツォ | (muziekterm) scherzo |
| suketchi-スケッチ | kort toneelstuk [verhaal; muziekstuk] |
| suketchibukku-スケッチブック | schetsboek |
| suketchifon-スケッチフォン | telefoon voor doven en slechthorenden (met een display en tekstinformatie-invoer) |
| sukētorinku-スケートリンク | (overdekte) ijsbaan |
| sukījī-スキージー | (Eng.: squeegee) een (rubber) ruitenwisser [vloerenwisser]; (water) trekker |
| sūkikei-枢機卿 | (katholieke) kardinaal |
| sukinī-スキニー | mager; dun; smalle pijpen (van een broek) |
| sukiru-スキル | vaardigheid; bekwaamheid |
| sukkiri-すっきり | opgeknapt; opgefrist; verfrissend |
| sukkirisuru-すっきりする | zich opgeknapt [opgefrist] voelen |
| sukoa-スコア | (muziek) partituur |
| sukoabukku-スコアブック | (sport) scoreboek |
| sukōkā-スコーカー | luidsprekersysteem voor middentonen |
| sukoratetsugaku-スコラ哲学 | scholastiek |
| sukoyaka-健やか | gezond; energiek; krachtig zijn |
| sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
| sukuranburudo・māchandaijingu-スクランブルド・マーチャンダイジング | tactiek in de detailhandel waarbij een handelaar artikelen verkoopt die doorgaans buiten zijn assortiment vallen |
| sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
| sukurīn・purosesu-スクリーン・プロセス | schermtechniek (film en tv) |
| sukuryūbōru-スクリューボール | (werptechniek bij honkbal) een bal geworpen met omgekeerde curve |
| sukyaningu-スキャニング | het scannen; onderzoeken |
| sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
| sumaki-簀巻き | een hek in het ondiepe water van een meer of rivier om vis te vangen |
| sumaruto-スマルト | (smalti) glasmozaïek; glas-email |
| sumi-隅 | hoek; nis |
| sumi-隅 | een afgelegen plek; uithoek |
| sumi-隅 | (afk. voor) houten dienblad waarbij de scherpe hoeken zijn afgesneden |
| sumi-隅 | (afk. voor) (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| sumikko-隅っこ | hoek; nis; uitsparing |
| sumimaegami-角前髪 | (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| suminooshiki-隅の折敷 | houten dienblad waarbij de scherpe hoeken zijn afgesneden |
| sumitsuki-墨付き | (historisch) formele brief met handtekening van een daimyo |
| sumitsuki-墨付き | commentaar ingestoken in een klassiek boekwerk |
| sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
| sunatchi-スナッチ | (gewichtheffen) het trekken |
| sunēkuuddo-スネークウッド | letterhout of slangenhout (hout met een natuurlijke tekening lijkend lettersschrift of op slangenhuid, van de tropische boom Brosimum guianense) |
| sunpyō-寸評 | een korte beoordeling [bespreking]; kort commentaar |
| sūpākonpyūtā-スーパーコンピューター | supercomputer (computer met een buitengewoon grote bewerkingscapaciteit of rekenvermogen) |
| supattsu-スパッツ | strakke elastische broek; legging; maillot |
| supēsu-スペース | spatie (leesteken) |
| supīkā-スピーカー | luidspreker; speaker |
| supin-スピン | (natuurkunde) spin van een elektron |
| supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
| supotto-スポット | stip; stippel; vlek; puistje |
| supotto-スポット | plaats; plek |
| supottogai-スポット買い | een eenmalige aankoop (i.t.t. een periodieke aankoop) |
| surā-スラー | (muziek) legato uitgevoerd fragment |
| surakkusu-スラックス | broek; pantalon |
| sūretsu-数列 | reeks; serie |
| surīkuōtā-スリークオーター | (honkbal) driekwart worp |
| surīkuōtā-スリークオーター | (rugby) driekwart (een van de drie spelers achter de halfback) |
| surippu-スリップ | onderbroek (zonder pijpen) |
| sūryōwariate-数量割当 | toewijzing [toekenning] van quota; quotaverdeling |
| susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
| susugu-濯ぐ | (雪ぐ) zich ontdoen van een smet [schandvlek; vernedering] |
| sutairubukku-スタイルブック | stijlboek; stijlgids |
| sutakkāto-スタッカート | (muziekterm) staccato |
| sutandādo・nanbā-スタンダード・ナンバー | standaard (muziek) nummer |
| sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
| sutando・purē-スタンド・プレー | (theater) het op het publiek spelen |
| sutātā-スターター | starter; ontsteking (motor) |
| sutā・wōzukeikaku-スター・ウォーズ計画 | Star Wars Initiative, beter bekend als Strategisch Defensie-initiatief (SDI) |
| sutegana-捨て仮名 | kleine kana die naast de kanji staan (bij een kanbun tekst) |
| sutego-捨て子 | vondeling; een in de steek gelaten kind |
| sutemiwaza-捨て身技 | (judo) offerworptechnieken |
| suterusu-ステルス | (Eng. stealth) heimelijkheid; stiekem; in het geheim |
| sutēshon・kōru-ステーション・コール | een internationaal gesprek waarbij de aanvrager niet een bepaalde persoon hoeft te spreken |
| sutetchi-ステッチ | steek (naaien, breien, borduren) |
| sutoppu-ストップ | stop; beëindiging; onderbreking |
| sutoretchi-ストレッチ | stretch; elasticiteit; rekmateriaal |
| sutoretchingu-ストレッチング | rekoefeningen; het rekken van spieren |
| sutorēto-ストレート | direct; rechtstreeks |
| sutoringu-ストリング | snaar (van muziekinstrument) |
| sutoringu-ストリング | reeks; serie |
| sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
| sutoyaburi-スト破り | stakingsbreker |
| suwappukyōtei-スワップ協定 | een ruilovereenkomst, waarbij de centrale banken van landen hun valuta tijdelijk aan elkaar verstrekken (om de wisselkoers te stabiliseren) |
| suyaki-素焼き | het keramiek bakken zonder glazuur; biscuitaardewerk |
| suzumushi-鈴虫 | belkrekel (Meloimorpha japonicus) |
| tāban-ターバン | tulband (hoofddeksel) |
| tabasamu-手挟む | onder de arm (geklemd) houden [dragen] |
| tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
| tabenokoshi-食べ残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
| tabezugirai-食べず嫌い | een (instinctieve) hekel hebben aan een bepaald soort voedsel; iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben |
| tabidatsu-旅立つ | op reis gaan; vertrekken |
| tabidori-旅鳥 | trekvogel(s) |
| tabigarasu-旅烏 | zwerver; landloper; bereisd persoon; rondtrekkende reiziger |
| tabigeinin-旅芸人 | een rondtrekkende toneelspeler [artiest] |
| tabinikki-旅日記 | reisdagboek |
| tabisō-旅僧 | reizende [rondtrekkende] priester |
| tabō-多望 | grote belofte; goede hoop voor toekomst; goede vooruitzichten |
| taburetto-タブレット | tekentablet (bij computer) |
| tabyō-多病 | ziekelijkheid; zwakke [kwetsbare] gezondheid |
| tachi-立ち | vertrek; start |
| tachiaienzetsu-立ち会い演説 | campagne speech; publiek debat |
| tachiirikensa-立ち入り検査 | inspectie [onderzoek] ter plaatse [ter plekke] |
| tachikiru-断ち切る | verbreken (b.v. van een relatie of banden) |
| tachikomeru-立ち込める | hangen in [over]; versluieren; bedekken; (om)hullen; maskeren; afschermen |
| tachisaki-太刀先 | scherpe kritiek [tong] |
| tachisaru-立ち去る | vertrekken; weggaan |
| tachiwaza-立ち技 | (judo) staande (worp) technieken |
| tachiyomi-立ち読み | het staande lezen (b.v. in een boekenwinkel of bibliotheek) |
| tachiyoru-立ち寄る | langsgaan; op bezoek gaan |
| tadachini-直ちに | rechtstreeks; direct |
| tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
| tadasu-糾す | onderzoeken; een onderzoek doen naar; controleren (van feiten, b.v.) |
| tadoritsuku-辿り着く | (na inspanningen of moeite) iets bereiken; iets voor elkaar krijgen; ergens toekomen |
| tadoru-辿る | een spoor [aanwijzing] nagaan [volgen; controleren; nalopen; zoeken] |
| tadotadoshii-たどたどしい | onzeker; wankelend; onvast |
| tadotadoshii-たどたどしい | onhandig; stamelend; niet vloeiend (spreken, e.d.) |
| tae-妙 | uitmuntend [uitstekend; wonderbaarlijk; mysterieus] zijn |
| taeru-耐える | bekwaam zijn |
| tāfu・kōsu-ターフ・コース | grasbaan; renbaan bedekt met gras |
| tagi-多義 | een woord [uitdrukking] met meerdere betekenissen; polysemie; meerduidigheid |
| taguru-手繰る | trekken; inhalen; ophalen; binnenhalen |
| tahatsuseikotsuzuishu-多発性骨髄腫 | multipel myeloom (ziekte van Kahler) |
| tai-タイ | (muziek) boogje dat noten met dezelfde toonhoogte verbindt |
| tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
| taibutsu-対物 | betreffende [betrekking hebbende op] dingen [voorwerpen] |
| taibyō-大病 | een ernstige [levensbedreigende] ziekte |
| taiden-帯電 | elektrificatie; elektrisering; het onder spanning [stroom] zetten |
| taidō-胎動 | tekenen [indicaties] van verandering |
| taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
| taiheiraku-太平楽 | zorgeloosheid; onbekommerdheid |
| taiheiraku-太平楽 | een lied in Gagaku's Tang-muziek |
| taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
| taii-体位 | gezondheidstoestand; fysieke conditie |
| taii-大意 | de kern; essentie; (hoofd)strekking; het algemene idee; een korte samenvatting |
| taiihō-対位法 | contrapunt (muziek) |
| taiiku-体育 | lichamelijke opvoeding; gymnastiek |
| taiin-退院 | het ontslag [vertrek] van een patiēnt uit het ziekenhuis |
| taiinsuru-退院する | ontslagen worden uit het ziekenhuis |
| taijin-対人 | betreffende [betrekking hebbend op] mensen |
| taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
| taijin-退陣 | terugtrekking; ontslagname; aftreden |
| taijinsuru-退陣する | terugtreden; aftreden; terugtrekken |
| taijō-退城 | het verlaten van [vertrek uit] het kasteel |
| taijō-退場 | (uit een locatie) vertrek; terugtreding |
| taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
| taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
| taikan-大患 | zware [ernstige] ziekte |
| taikendan-体験談 | ervaringsverslag (een vaak fictieve of overdreven getuigenis als verkooptechniek) |
| taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| taikoban-太鼓判 | teken van toestemming [garantie] |
| taikōsetsu-待降節 | advent (de vier weken voor Kerstmis) |
| taikyaku-退却 | terugtrekking; overgave |
| taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
| taikyo-退去 | vertrek; deportatie; evacuatie |
| taikyoku-大曲 | groot [lang] muziekstuk; magnum opus |
| taimu・auto-タイム・アウト | time-out; (spel)onderbreking; adempauze |
| taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
| tainichi-対日 | ten opzichte van [met betrekking tot] Japan; wat Japan betreft; met Japan |
| tainō-怠納 | (het hebben van) een betalingsachterstand; achterstallige betaling; het in gebreke blijven |
| tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
| taiseki-体積 | volume; hoeveelheid; massa; kubieke inhoud |
| taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
| taisetsu-大雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca. 7 dec.) |
| taishakutaishōhyō-貸借対照表 | (bedrijfs) balans; eindrekening |
| taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
| taishitsu-退室 | het verlaten van een vertrek [kamer] |
| taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
| taishoku-退色 | verkleuring; kleurvervaging; verbleking |
| taishoku-退色 | vervaagde [verbleekte] kleur |
| taishokukin-退職金 | ontslagvergoeding; vertrekpremie |
| taishū-大衆 | de massa; het grote publiek |
| taishutsu-帯出 | het meenemen; het lenen (van een bibliotheekboek, e.d.) |
| taishutsu-退出 | vertrek; terugtrekking |
| taisō-体操 | turnen; gymnastiek |
| taisōgi-体操着 | gymkleding; gymnastiekkleding |
| taiten-大典 | canon van wetboeken |
| taiten-大典 | groot klassiek boekwerk |
| taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
| taitoru-タイトル | titel; naam (van een boek, verhaal, gedicht, film, muziekstuk etc.) |
| taiyōkōhatsuden-太陽光発電 | [opwekken van] zonne-energie; [opwekken van] energie met zonnepanelen |
| taiyōkokuten-太陽黒点 | zonnevlek (donkere vlek op het oppervlak van de zon) |
| taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
| taiyōnetsuhatsuden-太陽熱発電 | het produceren [opwekken] van zonnewarmte |
| taiyōreki-太陽暦 | zonnekalender |
| taizaikyaku-滞在客 | gast; bezoeker |
| tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
| tajitsu-他日 | eens; op een dag; een dezer dagen; in de toekomst; ooit |
| takane-高嶺 | hoge bergtop [piek] |
| takasachōsetsuneji-高さ調節ねじ | steeksleutel om de hoogte van een frame, e.d. te verstellen |
| takegaki-竹垣 | bamboe hek [omheining; afrastering; afscheiding] |
| takeru-炊ける | =gekookt [gaar] worden |
| takeru-長ける | uitblinken; zeer goed [getalenteerd; bekwaam] zijn |
| takidashi-炊き出し | distributie van noodvoedsel (met name gekookte rijst) |
| takikomigohan-炊き込みご飯 | Takikomi gohan (rijst met verschillende meegekookte ingrediënten) |
| takitsukeru-焚き付ける | aansteken; in brand steken; een vuurtje (op)stoken |
| takkuru-タックル | techniek in het worstelen |
| tako-胼胝 | eelt(plek); eeltknobbel |
| takoashi-蛸足 | octopuspoot (een voorwerp met meerdere takken die op één plek ontspringen, b.v. in elektra) |
| taku-啄 | de zevende penseelstreek (diagonaal van rechtsboven naar linksonder) van de 永字八法 (de acht basis penseelstreken van kanji) |
| takuboku-啄木 | de titel van een muziekstuk voor de biwa (Japans snaarinstrument) |
| takumi-匠 | handvaardigheid; (vak)bekwaamheid |
| takushiageru-たくし上げる | oprollen; opstropen; ophalen; optrekken |
| takutikusu-タクティクス | tactiek(en) |
| takuto-タクト | (muziek, literatuur) maat; ritme |
| takuwan-沢庵 | ingelegde [gepekelde] daikon (radijs) |
| tamagoyaki-卵焼き | (zoete of gekruide) omelet |
| tamburan-タンブラン | (muziekinstrument) tamboerijn |
| tameike-溜め池 | waterreservoir; spaarbekken; (irrigatie) vijver |
| tāminaru-ターミナル | (vliegveld) vertrekhal; aankomsthal |
| tāminaru-ターミナル | (techniek) aansluitklem; contactklem |
| tamon-他門 | andere religieuze sekte; ander kerkgenootschap |
| tamurosuru-屯する | gestationeerd [gelegerd; ingekwartierd] zijn |
| tanatosu-タナトス | god van de dood uit de Griekse mythologie |
| tanbarin-タンバリン | (muziekinstrument) tamboerijn |
| tanbō-探訪 | veldwerk; (journalistiek) onderzoek [navraag] doen (ter plaatse) |
| tanborin-タンボリン | (muziekinstrument) tamborim (Braziliaanse handtrommel) |
| tanbun-短文 | een korte zin; een korte tekst |
| tanburā-タンブラー | bekerglas |
| taneushi-種牛 | dekstier; fokstier |
| tangan-嘆願 | smeekbede; petitie; pleidooi; (officieel) verzoek\ |
| tango-タンゴ | tango (muziek, dans) |
| tanigawa-谷川 | bergbeek; rivier die door het dal stroomt |
| tankan-短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
| tankyū-探求 | zoektocht; queeste |
| tankyū-探究 | onderzoek; enquête; studie |
| tanomu-頼む | vragen; verzoeken; bestellen |
| tanpan-短パン | korte broek |
| tanpoken-担保権 | zekerheidsrecht; zekerheidsstelling; recht van hypotheek |
| tanpotsuki-担保付き | met (gegarandeerde) zekerheid |
| tanpotsukishasai-担保付社債 | bedrijfsobligatie met zekerheid |
| tanrakusuru-短絡する | voorbarige conclusies trekken; te snel handelen [oordelen] |
| tanrei-端麗 | schoonheid; bekoorlijkheid; elegantie |
| tansa-探査 | onderzoek; exploratie |
| tansaku-探索 | zoektocht; jacht; speurtocht; verkenning |
| tansakusuru-探索する | onderzoeken; verkennen |
| tanshiki-単式 | (afk. voor) enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| tanshikiboki-単式簿記 | enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| tanshō-探勝 | sightseeing; het bezoeken van bezienswaardigheden (mooie landstreken, e.d.) |
| tansho-短所 | zwakheid; tekortkoming; gebrek; zwak punt; nadeel |
| tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
| tantei-探偵 | detective werk; geheim onderzoek |
| tanzaku-短冊 | een smalle rechthoek |
| taoru-タオル | (Eng.: towel) handdoek |
| tāpu-タープ | tarpaulin; dekzeil |
| taremaku-垂れ幕 | banier; vaandel; spandoek |
| tareme-垂れ目 | ogen met neergaande [hangende] ooghoeken |
| tareru-垂れる | druppelen; lekken; stromen |
| tashika-確か | zeker; waar; ongetwijfeld; duidelijk |
| tashinameru-窘める | (iem.) fysiek of mentaal pijnigen |
| tashinamu-嗜む | genieten van; houden van; dol [gek] zijn op |
| tasho-他書 | een ander boek; andere boeken |
| tassha-達者 | ervaring; vakmanschap; bekwaamheid; meesterschap |
| tataru-祟る | vervloeken; een vloek [magische spreuk] uitspreken |
| tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
| tatemae-建て前 | officieel [publiek; diplomatiek] standpunt; façade |
| tatenami-縦波 | longitudinale (elektromagnetische) golf |
| tatoeru-例える | vergelijken; figuurlijk spreken; bij wijze van spreken |
| tatsu- 絶つ | afhakken; afsnijden; afbreken; verbreken; onderbreken; stopzetten; opgeven; afzweren |
| tatsu-立つ | vertrekken (van treinen, etc.) |
| tatsubun-達文 | goed geschreven [duidelijke] tekst |
| tawake-戯け | grappenmakerij; dwaasheid; gekheid |
| tawake-戯け | een gek; idioot; grappenmaker |
| tawakeru-戯ける | zich dwaas gedragen; gek doen; grapjes maken |
| tayori-頼り | het vertrouwen [steunen; rekenen; zich verlaten op]; betrouwbaarheid; steunpilaar |
| tayoru-頼る | vertrouwen; steunen; rekenen; zich verlaten op |
| tazei-多勢 | groot aantal (mensen); numerieke overmacht |
| tazunemono-尋ね物 | iets waarnaar men op zoek is; ontbrekend [zoekgeraakt] voorwerp [artikel] |
| tazuneru-尋ねる | zoeken (naar); uitzoeken |
| tazuneru-訪ねる | bezoeken; een bezoek brengen (aan); langsgaan (bij) |
| tazusawaru-携わる | verwikkelen; (erbij) betrekken; zich bezighouden met; meedoen |
| teai-手合い | man; vent; kerel; gezelschap; kring; kliek |
| teba-てば | achter een zelfst.naamwoord of zin gebruikt om een oproep [bewering; verzoek; eis] te benadrukken |
| tebikaeru-手控える | aantekeningen maken |
| tebikisho-手引書 | handleiding; inleiding; handboek voor beginners |
| tebiroi-手広い | ruim; wijd; uitgestrekt |
| tēburu・tōku-テーブル・トーク | tafelgesprek |
| tebusoku-手不足 | een tekort aan handen; tekort aan personeel |
| techō-手帳 | notitieboekje; aantekenboekje |
| tefuda-手札 | naamkaartje; visitekaartje |
| tefuki-手拭き | kleine handdoek; gastendoekje; zakdoek |
| tefūkin-手風琴 | accordeon; trekharmonica; concertina |
| tegakari-手がかり | handgreep; houvast (bij bergbeklimmen) |
| tegata-手形 | rekening; factuur; nota |
| tegatakashitsuke-手形貸付け | voorschot op promesse; lening op rekening |
| tegatakōkan-手形交換 | vereffening van rekening(en) |
| tegatawaribiki-手形割引 | verdiscontering van een rekening |
| tegire-手切れ | het verbreken van relaties [verbindingen] |
| tegiwa-手際 | (goede) uitvoering; vakmanschap; bekwaamheid |
| tegokoro-手心 | discretie; consideratie; rekening houden met anderen |
| tegoto-手事 | (lang) tussenspel [intermezzo] bij traditionele Japanse volksmuziek |
| teguruma-手車 | handkar; steekkar; bagagewagentje; winkelwagentje; kruiwagen |
| tehai-手配 | opsporingsbevel; huiszoekingsbevel |
| tehon-手本 | voorbeeld (handschrift, tekening, etc.) |
| teiatsu-低圧 | (elektriciteit) laagspanning |
| teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
| teiden-停電 | stroomuitval; stroomstoring; stroomonderbreking |
| teihon-底本 | notitieboekje; transcript; kopie |
| teiichi-定位置 | vaste plaats [plek] (waar iets is) |
| teijisei-定時制 | systeem van parttime onderwijs (m.n. in avonden en weekends); deeltijdopleiding |
| teiki-定期 | periodiek; vastgesteld tijdsbestek; vastgestelde termijn [periode] |
| teikikankōbutsu-定期刊行物 | periodiek tijdschrift |
| teikishōkyū-定期昇給 | periodieke loonsverhoging [salarisverhoging] |
| teikōki-抵抗器 | (elektrische component) weerstand |
| teishi-停止 | stopzetting; staking; schorsing; onderbreking |
| teishisuru-停止する | opschorten; onderbreken; staken |
| teitō-抵当 | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| teitōkariirekin-抵当借入金 | hypotheeklening |
| teitōken-抵当権 | hypotheek; hypothecair recht |
| teiza-鼎座 | drie mensen die in een driehoek zitten |
| tejimai-手仕舞い | vereffening van rekeningen |
| tejime-手締め | traditioneel handgeklap [applaus} |
| tekagen-手加減 | op basis van ervaring dingen (kunnen) doen; bekwaamheid |
| tekikakutegata-適格手形 | een bankaccept (gekwalificeerd door de Bank van Japan) |
| tekiki-手利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
| tekisei-適性 | geschiktheid; bekwaamheid |
| tekiseikensa-適性検査 | onderzoek [test] naar geschiktheid; proeve van bekwaamheid |
| tekisho-適所 | de juiste plek [plaats] |
| tekishutsu-摘出 | verwijdering; extractie; uittrekking; onttrekking; eruit halen |
| tekishutsu-摘出 | openbaring; onthulling; bekendmaking |
| tekisuto-テキスト | tekst |
| tekisuto-テキスト | tekstboek; leerboek; schoolboek |
| tekisuto・fairu-テキスト・ファイル | tekstbestand |
| tekiyaku-適薬 | het juiste [specifieke] medicijn; passende remedie (voor een bepaalde ziekte) |
| tekiyōsho-摘要書 | samenvatting; abstract; korte inhoud (van een tekst) |
| tekizaitekisho-適材適所 | de juiste persoon op de juiste plek |
| tekka-鉄火 | (afk. voor tekkadonburi) een Japans rijstgerecht met daarop rauwe tonijn sashimi |
| tekka-鉄火 | (afk. voor tekkamaki) in nori (gedroogde zeewier) gerolde sushi met een vulling van rauwe tonijn |
| tekkai-撤回 | terugtrekking; terugneming; herroeping; intrekking |
| tekkaku-適格 | geschiktheid; bekwaamheid; competentie |
| tekkamiso-鉄火味噌 | Tekka-miso (rode miso van aantal gekruide en gefrituurde wortelgroenten) |
| tekki-適帰 | ergens heengaan en daar verblijven; ergens onderdak gaan zoeken |
| tekkotsu-鉄骨 | schildertechniek om een oude abrikozenboom af te beelden |
| tekku-テック | (afk. voor) technologie; techniek |
| tekondō-テコンドー | taekwondo (Koreaanse vechtsport) |
| teku-テク | techniek |
| tekunikku-テクニック | techniek; methode |
| tekunorojī・asesumento-テクノロジー・アセスメント | aspectenonderzoek; evaluatie van technologie |
| tekunorojī・gyappu-テクノロジー・ギャップ | technologiekloof |
| tekunosutorakuchā-テクノストラクチャー | (van het Engelse technostructure) een netwerk van vakbekame personen die grip houden; controle houden over de economie binnen de eigen organisatie |
| tekuragari-手暗がり | (een donkere plek door) de schaduw van je hand (b.v. bij het schrijven) |
| tekusuto-テクスト | tekst |
| temame-手忠実 | bekwaam zijn |
| temane-手真似 | (hand)gebaar; geste; teken; pantomime |
| tēma・myūjikku-テーマ・ミュージック | herkenningsmuziek; titelmuziek |
| temijika-手短 | kortheid; beknoptheid |
| temiyage-手土産 | een presentje [cadeau] van een bezoeker [bezoekster] |
| ten-天 | de bovenkant (van iets, b.v. een boek) |
| tenami-手並み | optreden; bekwaamheid; kundigheid |
| tenareru-手慣れる | zich bekwamen (in); zich eigen maken; gewend raken (aan) |
| tenbiki-天引き | automatische inhouding; aftrek vooraf |
| tenbo-展墓 | bezoek aan een graf |
| tenbyō-点描 | de schildertechniek van het pointillisme |
| tenbyōshugi-点描主義 | pointillisme (schildertechniek) |
| tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
| tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| tenjiku-天竺 | (gekoppeld aan zelfstandig naamwoord met de betekenis:) ver weg; ingevoerd; geïmporteerd |
| tenjikurōnin-天竺浪人 | Tenjuku Ronin, een Japanse striptekenaar (m.n. van manga voor volwassenen |
| tenjō-殿上 | (afk. voor) ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenjōnoma-殿上の間 | ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenka-点火 | ontsteking; ontbranding; aansteking |
| tenkai-転回 | ommekeer; wending; omkering (180°) |
| tenkai-転回 | (gymnastiek) handstand-overslag |
| tenkai-転回 | (muziek) inversie |
| tenkaippin-天下一品 | uniek [bijzonder, weergaloos; ongeëvenaard] zijn |
| tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van een jonge keizer (bij zijn troonsbestijging) |
| tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van boeddha [goden] (op beelden) |
| tenkan-天冠 | traditioneel hoofddeksel gedragen tijdens boogschieten te paard, kagura-dans, e.d. |
| tenkan-転換 | omkering; verandering; omzetting; bekering |
| tenkeiteki-典型的 | kenmerkend; karakteristiek; typerend; stereotiep |
| tenki-転帰 | het resultaat [gevolg] van een ziekte; de laatste fase van een ziekteproces |
| tenko-典故 | authentiek precedent; authentieke feiten |
| tenkō-転向 | omslag; verschuiving; omschakeling; bekering (geloof, e.d.) |
| tenmado-天窓 | een gerecht waarbij er op gebakken noedels (soba of udon) een (zacht) gekookt of gebakken ei wordt gelegd |
| tennyū-転入 | verhuizing [overplaatsing] (naar); intrekneming |
| tenōrukigō-テノール記号 | tenorsleutel (muziek, c-sleutel op de vierde lijn van de (vijflijnige) notenbalk) |
| tenouchi-手の内 | bekwaamheid; kundigheid |
| tenpo-テンポ | (muziekterm) tempo |
| tenpon-点本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| tensaku-典策 | (klassiek) boekwerk (m.n. over geschiedenis) |
| tensaku-添削 | correctie; verbetering; het bijwerken van tekst |
| tenseki-典籍 | boek; publicatie |
| tenshon-テンション | (stroom)spanning; trekspanning |
| tenshukyō-天主教 | het Rooms-katholieke geloof |
| tentan-恬淡 | onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; onbekommerdheid |
| tentō-転倒 | omgekeerd [ondersteboven] liggen |
| tenugui-手拭い | handdoekje |
| tenūto-テヌート | (muziekterm) tenuto |
| teodori-手踊り | ritmische dans (zonder toneelrekwisieten) in het Kabuki theater |
| teppeki-鉄壁 | een (kasteel)muur van ijzer [met ijzer bekleed] |
| terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
| teramairi-寺参り | (ritueel) tempelbezoek |
| teremāku-テレマーク | telemark (ski-techniek) |
| tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
| tesshū-撤収 | verwijdering; terugtrekking; evacuatie; het opbreken [afbreken] (van een kamp, tent) |
| tesutimoniarukōkoku-テスティモニアル広告 | reclameboodschap waarin een (bekend) persoon vertelt over positieve ervaringen met een product of bedrijf |
| tēta・tēto-テータ・テート | onderonsje; vertrouwelijk gesprek; tête-à-tête |
| tetchiri-てっちり | gerecht van gekookte fugu (kogelvis) |
| tetenashigo-父無し子 | bastaardkind (vader onbekend) |
| tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
| tetsubō-鉄棒 | (turntoestel) rekstok |
| tetsumuji-鉄無地 | staalgrijze effen stof [doek] |
| tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |
| tettai-撤退 | terugtrekking; terugtocht; aftocht; evacuatie |
| tewaza-手技 | (judo) arm-, hand- of schoudertechnieken |
| tēze-テーゼ | partijprogramma (politiek) |
| tīchi・in-ティーチ・イン | een (politieke) discussiebijeenkomst op een universiteit tussen professoren en studenten |
| tīkappu-ティーカップ | theekopje |
| tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
| tinpani-ティンパニ | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
| tī・pātī-ティー・パーティー | theekransje |
| tō-党 | een (politieke) partij; factie; kring; kliek |
| tōbatsu-党閥 | factie (binnen een politieke partij) |
| tobibako-跳び箱 | (spring)kast; bok (gymnastiek) |
| tobideru-飛び出る | (er) uitsteken; uitpuilen; uitspringen |
| tobinukeru-飛び抜ける | de beste zijn; boven iedereen uitsteken (fig.); uitmunten |
| tobira-扉 | titelpagina (van een boek) |
| tobokeru-惚ける | dwaas [gek; grappig] doen |
| tobu-飛ぶ | overslaan; weglaten; ontbreken |
| tobu-飛ぶ | afbreken; (ergens af) vallen |
| toburau-弔う | (samen) rouwen; condoleren; een condoleancebezoek afleggen |
| tōbyō-闘病 | de strijd tegen een ziekte |
| tōbyōsuru-闘病する | strijden [vechten] tegen een ziekte |
| tochikan-土地鑑 | kennis van [bekend zijn met] een bepaalde plaats [omgeving; buurt] |
| tōchō-登頂 | beklimming tot aan de bergtop; het bereiken van de top |
| tōchō-盗聴 | het elektronisch afluisteren; aftappen; telefoontap |
| tōgei-陶芸 | keramiek; pottenbakkerskunst |
| togetogeshii-刺刺しい | scherp; prikkend; stekend; vinnig; netelig; stekelig |
| tōgo-倒語 | (fonetisch) omgekeerd woord; een woord waarbij de volgorde van de lettergrepen van het oorspronkelijke woord is omgekeerd |
| tōgō-等号 | (wiskunde) gelijkteken ( = ) |
| togyo-渡御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook shogun) het vertrek; het weggaan; uitgaan |
| toh-取っ | voorvoegsel (afgeleid van 取り), gebruikt om de betekenis van werkwoorden te intensiveren [versterken] |
| tōha-党派 | factie; partij; kliek |
| tōhan-登坂 | het beklimmen van een heuvel |
| tōhan-登攀 | beklimming; het klimmen [klauteren; stijgen] |
| tōhaseiji-党派政治 | partijpolitiek |
| tōhō-投法 | werptechniek (in balsporten) |
| tōisokumyō-当意即妙 | snedige repliek; gevat antwoord |
| toiuto-と言うと | als het gaat om; wanneer met spreekt van; als je het hebt over; als je ... zegt, bedoel je ... |
| tōji-湯治 | een warmwaterbehandeling; ziektebehandeling met warmwaterbron |
| tojibuta-綴じ蓋 | een kapotte deksel die is gerepareerd |
| tojihon-綴じ本 | (in)gebonden boek |
| tōjiki-陶磁器 | keramiek en porselein |
| tōjin-党人 | partijlid; lid van een politieke partij |
| tojiru-綴じる | het binden van (voedings)ingrediënten (o.a. met geklopte eieren) |
| tojō-登城 | het betreden [bezoeken] van een kasteel |
| tōkei-統計 | statistiek(en); statistische gegevens |
| tōkeigaku-統計学 | statistiek (studie) |
| tōkeizuhyō-統計図表 | statistische grafiek [kaart] |
| tōki-陶器 | (zacht) porselein (aardewerk); keramiek |
| tokiokosu-説き起こす | beginnen te bespreken [vertellen] |
| tokkaku-突角 | een uitstekende [uitspringende] hoek |
| tokki-突起 | uitsteeksel; uitgroeisel; aanhangsel; vooruitstekend deel |
| tokkō-特効 | (met) specifieke (uit)werking [werkzaamheid] |
| tokkotsu-突兀 | het verheven zijn; uitsteken boven |
| tokkyū-特級 | hoogwaaridig [eersteklas; van goede kwaliteit] zijn |
| tokō-渡航 | (zee)reis; overtocht; oversteek |
| tokoage-床上げ | herstel van een ziekte |
| tokobanare-床離れ | het weer beter [hersteld] zijn (van een ziekte) |
| tokobarai-床払い | genezing; herstel (van een ziekte) |
| tōkon-刀痕 | snede [litteken] veroorzaakt door een zwaard |
| tokoro-所 | plaats; plek; regio; gebied; ruimte |
| tokozure-床擦れ | doorligplek; doorliggend; decubitus |
| tokubai-特売 | speciale verkoop aan een specifieke persoon (via een vrijwillig contract zonder concurrerende biedingen) |
| tokubetsuhikidashiken-特別引き出し権 | speciale trekkingsrechten (certificaten in valutasysteem) |
| tokubetsukaikei-特別会計 | speciale rekening (staat los van de algemene rekening en wordt beheerd door de nationale of lokale overheid in Japan) |
| tokubetsukyōshitsu-特別教室 | speciaal uitgeruste klaslokalen (voor vakken als muziek, handvaardigheid, huishoudkunde, e.a., ook gebruikt als audio-visuele ruimte) |
| tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
| tokuhon-読本 | leesboek (i.t.t. prentenboek) |
| tokuibi-特異日 | (meteorologie) singulariteit: een specifieke dag waarop een bepaald weertype zich met grote waarschijnlijkheid voordoet |
| tokuiwaza-得意技 | de favoriete [karakteristieke] techniek (van iemand in een vechtsport) |
| tokusei-特性 | karakteristiek; kenmerk; eigenschap |
| tokuteinokyōfushō-特定の恐怖症 | specifieke fobie |
| tokuyū-特有 | specifiek kenmerk; specifieke eigenschap |
| tōkyū-討究 | onderzoek; research |
| tomo-艫 | (van een schip) achtersteven; hek; spiegel |
| tomurau-弔う | (samen) rouwen; condoleren; een condoleancebezoek afleggen |
| ton-トン | tonnage; ton (eenheid van massa en gewicht in het metrieke stelsel) |
| tonaeru-唱える | reciteren; (een gebed of spreuk) opzeggen [uitspreken] |
| tōnanhoken-盗難保険 | diefstalverzekering |
| tondemonai-とんでもない | ongelooflijk; verbazingwekkend; verbluffend; ondenkbaar |
| tono-殿 | aanspreektitel voor iemands (leen)heer, meester of echtgenoot |
| tonogata-殿方 | (term die door vrouwen wordt gebruikt om mannen aan te spreken) heren |
| tōnyōbyō-糖尿病 | diabetes; suikerziekte |
| tōnyū-投入 | het (iets ergens) indoen; insteken; ingooien; inbrengen |
| tooboe-遠吠え | achterklap; kwaadsprekerij; geroddel |
| toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
| toonoku-遠退く | vervreemden (van elkaar); (elkaar) minder vaak zien [bezoeken] |
| toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
| toorinukeru-通り抜ける | door iets (bijvoorbeeld een tunnel) heengaan; doorsteken (een kortere weg nemen) |
| toppa-突破 | doorbraak; doorbreking |
| toppan-凸版 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
| toppan'insatsu-凸版印刷 | hoogdruk; reliëfdruk (grafische druktechniek) |
| toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| torai-渡来 | oversteek en aankomst (vanuit overzeese gebieden [landen]) |
| toraianguru-トライアングル | triangel (muziekinstrument) |
| toraianguru-トライアングル | driehoek |
| toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
| torakōma-トラコーマ | trachoom (oogbindvliesontsteking) |
| toranokuchi-虎の口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
| toranomaki-虎の巻 | boek met geheimen [strategieën] |
| toranomaki-虎の巻 | spiekbriefje |
| toransusekushuarizumu-トランスセクシュアリズム | (arch.) transseksualiteit; transseksisme |
| toremoro-トレモロ | tremolo (muziekterm) |
| torēningu・pantsu-トレーニング・パンツ | trainingsbroek; joggingbroek |
| torepan-トレパン | trainingsbroek; joggingbroek |
| tori-取り | (judo) degene die de aanvalstechniek gebruikt |
| toriau-取り合う | betreffen; betrekking hebben (op); samenhangen (met) |
| torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
| torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
| torikimeru-取り決める | regelen; overeenkomen; afspreken; vaststellen |
| torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
| torikoshigurō-取り越し苦労 | overbezorgdheid; teveel [onnodig] gepieker over de toekomst |
| torikowasu-取り壊す | neerslaan; neerhalen; vernielen; afbreken; slopen |
| torikuchi-取り口 | een techniek bij sumo worstelen |
| torikuzusu-取り崩す | afbreken; slopen |
| torinokosu-取り残す | in de steek laten |
| toripuru・kuraun-トリプル・クラウン | driekroon; tiara |
| toriru-トリル | triller (muziekterm) |
| torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
| torishirabe-取り調べ | onderzoek; ondervraging; verhoor |
| torishiraberu-取り調べる | onderzoeken; uitzoeken; ondervragen; verhoren |
| torisugaru-取り縋る | dringend verzoeken; smeken |
| torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
| tōritōryaku-党利党略 | partijbelang; partijpolitiek |
| toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
| toritsuku-取り付く | bezeten [geobsedeerd] zijn; ten prooi vallen aan; het slachtoffer worden van (een ziekte, etc.) |
| toriyameru-取り止める | annuleren; afzeggen; intrekken |
| torizata-取り沙汰 | gerucht; roddel; geklets |
| toronpu・ruiyu-トロンプ・ルイユ | een schildertechniek, die zo natuurgetrouw is dat er een optische illusie wordt gecreëerd |
| toru-取る | opnemen (muziek, etc.) |
| tōryaku-党略 | partijpolitiek |
| tōsa-踏査 | onderzoek; exploratie; inspectie |
| tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
| tōsasūretsu-等差数列 | rekenkundige rij [reeks] |
| tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
| tōsei-陶製 | keramiek; aardewerk; porselein |
| tōsensuru-当選する | gekozen worden |
| tōshigahō-透視画法 | perspectief (schildertechniek) |
| tōshizu-透視図 | perspectief tekening |
| toshokan-図書館 | bibliotheek |
| toshoken-図書券 | boekenbon (met geldwaarde) |
| toshoshitsu-図書室 | bibliotheekzaal (bijv. in een school) |
| tosshutsu-突出 | uitsteeksel; uitstekend deel |
| tosshutsu-突出 | iets dat ergens bovenuit steekt (fig.); opvallend (beter) zijn |
| tosshutsusuru-突出する | uitsteken; uitpuilen |
| tosshutsusuru-突出する | ergens bovenuit steken (fig.); opvallend (goed; beter) zijn |
| tōtekikyōgi-投擲競技 | een werpnummer (bij atletiek, nl. discus, hamer, kogel of speerwerpen) |
| tōtenkō-東天紅 | hanengekraai |
| tōtō-滔滔 | welsprekend zijn |
| totsujōno-凸状の | uitstekend; uitstulpend |
| tozan-登山 | het bergbeklimmen; alpinisme; bergsport |
| tozangutsu-登山靴 | bergschoen(en); klimschoen(en) voor bergbeklimming |
| tozanka-登山家 | klimmer; bergbeklimmer |
| tozansha-登山者 | klimmer; bergbeklimmer |
| tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
| tōzen-当然 | vanzelfsprekend; natuurlijk |
| to'onkigō-ト音記号 | (muziek) g-sleutel; solsleutel; vioolsleutel |
| tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsuba-唾 | speeksel; spuug |
| tsuba-鍔 | (van een hoofddeksel) rand; klep |
| tsūbō-痛棒 | scherpe aanval; bittere [harde] kritiek |
| tsubogari-坪刈り | de totale opbrengst van een rijstveld berekend via één deel van een tsubo (ca. 3,3 m²) |
| tsubomu-窄む | smaller worden; samentrekken; krimpen; zich sluiten |
| tsubozara-壺皿 | dobbelbeker; pokerbeker |
| tsuchiiro-土色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
| tsuchikau-培う | kweken; opvoeden; verplegen; verzorgen |
| tsuchikeiro-土気色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
| tsuchinoe-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| tsūchō-通帳 | bankboekje |
| tsuifukukyoku-追復曲 | (muziek) canon; beurtzang; kettingzang |
| tsuigō-追号 | postume titel [naam]; titel [naam] die na iemands dood wordt toegekend (b.v. aan een overleden keizer) |
| tsuikyū-追究 | een grondig [diepgaand] onderzoek |
| tsuikyūsuru-追究する | grondig [diepgaand] onderzoeken |
| tsūin-通院 | regelmatig naar het ziekenhuis gaan (voor een behandeling) |
| tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
| tsuishi-墜死 | dood door een val (van een hoge plek) |
| tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| tsuishisuru-墜死する | doodvallen; sterven door een val (van een hoge plek) |
| tsuizō-追贈 | toekenning van een postume onderscheiding [rang] |
| tsūji-通事 | vertaler, tolk (meer specifiek voor het Nederlands in Nagasaki tijdens de Edo periode) |
| tsukaisaki-使い先 | de plek waar de boodschap heen moet |
| tsukamaseru-摑ませる | iemand iets laten gebruiken; iemand iets laten aannemen] (b.v. steekpenningen); omkopen |
| tsukamasu-摑ます | iemand iets laten gebruiken; iemand iets laten aannemen] (b.v. steekpenningen); omkopen |
| tsūkan-通巻 | nummer van een deel van een reeks [serie] (boeken, tijdschriften, etc.) |
| tsukaru-漬かる | ondergedompeld [doorweekt] zijn [worden]; onder water staan |
| tsukaru-漬かる | (van voedsel) goed gekruid zijn; met kruiden ingelegd (in vloeistof) zijn |
| tsukedashi-付け出し | factuur; rekening |
| tsukedasu-付け出す | in rekening brengen; factureren |
| tsukedasu-付け出す | (in het grootboek) boeken; invoeren in de boekhouding |
| tsukeru-点ける | aandoen; inschakelen; aansteken |
| tsukeru-着ける | aantrekken; dragen (kleding, e.d.) |
| tsukeru-着ける | (een plek; bestemming) bereiken; aankomen [stoppen] bij |
| tsuki-突き | (schermen) uitval; steek; (kendō) stekende aanval naar de keel |
| tsukikiru-突き切る | steken en doorsnijden; doorboren |
| tsukikiru-突き切る | oversteken (een weg, een veld e.d.) |
| tsukikorosu-突き殺す | doodsteken |
| tsukimairi-月参り | een bezoek aan een heiligdom of tempel één keer per maand op een vaste dag |
| tsukisasu-突き刺す | (lett.) steken; prikken; doorboren |
| tsukisasu-突き刺す | (fig.) steken; prikken; priemen |
| tsukiwaza-突き技 | (judo) stoottechnieken |
| tsukiyubi-突き指 | distorsie [verrekking; verstuiking] van een vinger [teen] |
| tsukkomu-突っ込む | insteken; induwen; inproppen; instampen; (niet netjes) inpakken |
| tsukkomu-突っ込む | je neus ergens insteken; zich bemoeien met |
| tsukkomu-突っ込む | zich verdiepen in; grondig onderzoeken; een scherpe [kritische] vraag stellen; (in een komisch stuk) schertsen |
| tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
| tsūkoku-通告 | aankondiging; bekendmaking |
| tsuku-漬く | gekruid [op smaak gebracht] zijn |
| tsukudani-佃煮 | zeevruchten, vlees of zeewier gekookt in sojasaus en mirin |
| tsukurou-繕う | het behandelen van een wond [ziekte] |
| tsuma-端 | een driehoekige muur aan de zijkant van een gevel of een zadeldak |
| tsumabiki-爪弾き | het tokkelen (op een muziekinstrument) |
| tsumabikisuru-爪弾きする | tokkelen (op een muziekinstrument) |
| tsumamu-摘む | betoveren; beheksen; fascineren |
| tsumitateyokin-積立預金 | het periodiek sparen |
| tsumu-詰む | in het nauw [klem] zitten; geen vooruitgang boeken; vastzitten (b.v. in de sneeuw) |
| tsunahiki-綱引き | het touwtrekken |
| tsundoku-積ん読 | meer boeken kopen dan je leest; boeken kopen en ongelezen laten |
| tsundoku-積ん読 | een stapel ongelezen boeken |
| tsuno-角 | pin; speld (in het haar of op een hoofddeksel) |
| tsuno-角 | (klassiek Japans theater) ondertitel; tweede titel |
| tsunobue-角笛 | hoorn (muziekinstrument) |
| tsunokakushi-角隠し | hoofdtooi van een traditioneel geklede Japanse bruid |
| tsuridana-吊り棚 | een hangend schap [rek] (met één of meerdere planken) |
| tsurikomu-釣り込む | binnenhalen; ophalen; optillen; naar zich toe trekken |
| tsurime-つり目 | ogen met naar boven gerichte ooghoeken |
| tsūro-通路 | verbinding; relatie; betrekking |
| tsuru-弦 | snaar (van een boog, muziekinstrument, etc.) |
| tsūsōteion-通奏低音 | (muziekterm) basso continuo |
| tsūtatsu-通達 | vakkundigheid; bekwaamheid; veel kennis [begrip] hebben |
| tsutawaru-伝わる | doorgegeven [bekend] worden |
| tsūten-痛点 | pijnpunt; pijnlijke plek |
| tsutomesaki-勤め先 | werkplek; kantoor |
| tsūton・karā-ツートン・カラー | tweekleurig |
| tsutsudori-筒鳥 | himalayakoekoek; Oosterse koekoek (Cuculus saturatus) |
| tsūwa-通話 | telefoongesprek |
| tsuyabukin-艶布巾 | poetsdoek |
| tsuyoi-強い | sterk; stevig; intens; bekwaam |
| tsūzokushōsetsu-通俗小説 | lichte roman; stuiversroman; sensatieroman; roman voor het grote publiek |
| tsuzukigara-続き柄 | familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
| tsuzukimono-続き物 | verhaal [roman] in afleveringen; artikelenreeks; serie |
| tsuzuru-綴る | schrijven; op papier zetten; optekenen |
| tteba-ってば | achter een zelfst.naamwoord of zin gebruikt om een oproep [bewering; verzoek; eis] te benadrukken |
| ubazakura-姥桜 | een rijpe schoonheid; charmante [aantrekkelijke] oudere vrouw |
| uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
| uchiageru-打ち上げる | lanceren (van raketten, e.d.); afsteken van vuurwerk |
| uchiakebanashi-打ち明け話 | bekentenis; open en eerlijk verhaal [gesprek] |
| uchiawase-打ち合わせ | voorbespreking; voorbereiding; inleidend gesprek |
| uchigake-内掛け | (sumo-techniek) binnen-beenworp (een been aan de binnenkant van een been van de tegenstander zetten om hem omver te werpen) |
| uchikaesu-打ち返す | het herhaaldelijk breken (van golven op het strand) |
| uchikesu-打ち消す | ontkennen; tegenspreken |
| uchikiru-打ち切る | stoppen [ophouden] met; iets staken [afbreken; stopzetten] |
| uchikizu-打ち傷 | kneuzing; blauwe plek |
| uchimata-内股 | judoworp (het omverwerpen van je tegenstander door je been tussen zijn benen te steken) |
| uchimi-打ち身 | kneuzing; blauwe plek |
| uchiwa-内輪 | (voet met) naar binnen gekeerde tenen |
| uchiwata-打ち綿 | gebeukte [geklopte] katoen [wol] |
| uchiyaburu-打ち破る | breken; kapotslaan; verbrijzelen |
| uchiyoseru-打ち寄せる | slaan [rollen] tegen; overspoelen; breken (golven) |
| uchuukaihatsu-宇宙開発 | ruimteonderzoek |
| uddoburokku-ウッドブロック | woodblock (muziekinstrument) |
| ude-腕 | bekwaamheid; vaardigheid |
| udedate-腕立て | pronken met je fysieke kracht; vertrouwen op je fysieke kracht (in een gevecht, b.v.) |
| udekiki-腕利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
| udemae-腕前 | bekwaamheid; vaardigheid |
| uderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
| uēbu-ウエーブ | golf (elektriciteit, geluid, radio, etc.) |
| uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
| uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
| ueki-植木 | gekweekte boom (in een tuin) |
| uesutan・myūjikku-ウエスタン・ミュージック | westerse muziek; country muziek |
| ūfā-ウーファー | woofer (luidsprekersysteem voor lage tonen) |
| uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
| uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
| uībingu-ウイービング | weaving (techniek bij boksen) |
| uīku-ウイーク | week (7 dagen) |
| uīkudē-ウイークデー | weekdag; doordeweekse dag (ma. t/m zat.) |
| uīkuendo-ウイークエンド | weekeinde; weekend |
| uīkupointo-ウイークポイント | zwak punt; zwakke plek; tekortkoming |
| uīkurī-ウイークリー | wekelijks; elke week |
| uīkurī-ウイークリー | weekblad; tijdschrift dat wekelijks verschijnt |
| uingu・karā-ウイング・カラー | vleugelkraag (stijve overhemdkraag waarvan de bovenhoeken naar beneden zijn gekeerd, voor formele gelegenheden) |
| ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) bezoeken |
| ukeai-請け合い | garantie; zekerheid; borg |
| ukeguchi-受け口 | iemand met een (naar voren) uitstekende onderkaak |
| ukemi-受身 | breakfall; de val breken (verdedigende judotechniek) |
| ukemiwaza-受け身技 | (judo) valtechnieken |
| ukeou-請け負う | op zich [voor zijn rekening] nemen; (werk) aannemen |
| ukesho-受書 | brief van aanvaarding (bevel, verzoek, e.d.) |
| ukewaza-受け技 | afweertechnieken |
| ukiagaru-浮き上がる | opvallen; afsteken tegen |
| ukidasu-浮き出す | opvallen; afsteken tegen (b.v. een achtergrond) |
| ukideru-浮き出る | uitsteken; afsteken; opvallen |
| ukitatsu-浮き立つ | opgewekt zijn; opgebeurd [bemoedigd; opgevrolijkt] worden |
| ukiuki-うきうき | vrolijk; opgewekt; luchthartig |
| ukiuki-浮き浮き | luchtig; opgewekt; vrolijk |
| ukuraina-ウクライナ | Oekraïne |
| ukurere-ウクレレ | ukelele (muziekinstrument) |
| umadashi-馬出し | een aarden wal voor een kasteel (om vertrek en aankomst van ruiters niet aan de vijand te laten zien) |
| umai-旨い | lekker; smakelijk; heerlijk |
| umai-旨い | bekwaam; knap; slim |
| umaku-うまく | goed; bekwaam; handig |
| umami-旨み | goede [heerlijke; lekkere] smaak (van voedsel) |
| umami-旨み | kennis; bekwaamheid; smaak (van kunst, etc.); winst |
| umanohone-馬の骨 | persoon van onbekende, twijfelachtige afkomst; iemand van twijfelachtig [bedenkelijk] allooi |
| umauma-うまうま | bekwaam; vakkundig; netjes |
| umauma-うまうま | mmm (tussenwerpsel voor: lekker) |
| umekigoe-呻き声 | kreun; gekreun; gekerm |
| umoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| umurauto-ウムラウト | (taalkunde) umlaut (teken voor klankwijziging van klinkers) |
| unagasu-促す | aandringen; aansporen; bespoedigen; dringend verzoeken; op het hart drukken |
| unaji-項 | (de achterkant van) de nek |
| unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
| undō-運動 | lobby; verzoek; oproep |
| undōjō-運動場 | gymnastiekzaal; sportveld; speelplaats; schoolplein |
| undōkyōgi-運動競技 | atletiek |
| unkyū-運休 | staking [onderbreking] (b.v. van treinverkeer, e.d.) |
| unomi-鵜呑み | iets zomaar (voor zoete koek) aannemen [slikken] |
| unpitsu-運筆 | penseelvoering; penseelbehandeling; penseelstreken |
| unshi-運指 | vingerzetting (muziekinstrumenten) |
| unsui-雲水 | een rondtrekkende monnik; bedelmonnik |
| untengijutsu-運転技術 | rijvaardigheid; rijtechniek |
| unzan-運算 | wiskundige berekening; calculatie |
| unzarisuru-うんざりする | (onomatopee) ziek [moe] worden van; het zat zijn; tegenstaan; een aversie hebben tegen; tegen de borst stuiten; vervelen |
| uonome-魚の目 | likdoorn; eksteroog |
| uragane-裏金 | smeergeld; steekpenning; omkoopsom |
| uraguchi-裏口 | bergbeklimming via de achterzijde van een berghelling |
| urahara-裏腹 | het tegendeel; tegen(over)gestelde; omgekeerde |
| uraji-裏地 | voering(stof); (binnen)bekleding |
| uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
| uranari-末生り | metafoor voor (een zwak) iemand met een bleek gezicht |
| uranau-占う | waarzeggen; de toekomst voorspellen |
| uraraka-麗らか | een opgewekt gevoel |
| ureeru-憂える | rouwen; treuren; weeklagen; verdriet hebben |
| ureu-憂う | zich zorgen maken over; treuren; overstuur [angstig; van streek; bedroefd] zijn |
| urikakesaiken-売掛債権 | vordering; openstaande rekening |
| urikuchi-売り口 | verkooptechniek; verkooptruc |
| urusagata-煩型 | iemand die spijkers op laag water zoekt; muggenzifter; mierenneuker; kommaneuker; pietlut |
| urusai-煩い | hardnekkig; koppig; halsstarrig |
| urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
| urutora・shī-ウルトラ・シー | gymnastiekoefening die qua uitvoering moeilijker is dan de norm voor de hoogste van de drie lagere moeilijkheidsgraden |
| ushinotokimairi-丑の時参り | bezoek aan een heiligdom (om ca. 2 uur in de ochtend) om een vervloeking te doen door een effigie (strooien pop) van iemand aan een boom te spijkeren |
| ushioni-潮煮 | vis, schelpdieren, etc., gekookt in zout water |
| ushirodate-後ろ盾 | achterhoede; rugdekking |
| usuaji-薄味 | licht gekruid; milde smaak |
| utagau-疑う | wantrouwen; betwijfelen; in twijfel trekken |
| utagawashii-疑わしい | twijfelachtig; verdacht; onzeker; betwistbaar; onbetrouwbaar |
| utō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| utō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| utoi-疎い | (vrij) onwetend [onbekend] (zijn met) |
| utsu-打つ | laten klinken; bespelen (muziekinstrument) |
| utsukushii-美しい | mooi; aantrekkelijk; lieflijk |
| utsushi-写し | het natrekken [overtrekken] (vanaf een model) |
| utsusu-移す | aansteken; infecteren |
| utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
| uttaeru-訴える | klagen; een klacht indienen; zich beklagen |
| uwabari-上張り | bekleding; behang; bedekking (van schuifdeuren, plafonds, muren, e.d.) |
| uwae-上絵 | geschilderde [bedrukte] figuren [patronen] op doek |
| uwae-上絵 | (keramiek) overglazuurschildering |
| uwagaki-上書き | (het bewaren van) een nieuwe tekstversie na herschrijving (op een computer) |
| uwagami-上紙 | omslag(papier) van een boek |
| uwazumi-上積み | extra vracht bovenop de lading (van een schip, auto, etc); bovenste lading; deklading (van een schip) |
| uzubekisutan-ウズベキスタン | Oezbekistan |
| uzumoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| vuiburafon-ヴィブラフォン | vibrafoon (muziekinstrument) |
| wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
| wabun-和文 | Japanse tekst [zinnen] |
| wadai-話題 | onderwerp van gesprek; discussiepunt; thema |
| wadokujiten-和独辞典 | Japans-Duits woordenboek |
| wādo・purosessā-ワード・プロセッサー | tekstverwerker (computer) |
| waeijiten-和英辞典 | Japans-Engels woordenboek |
| wafutsujiten-和仏辞典 | Japans-Frans woordenboek |
| wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |
| wagomu-輪ゴム | elastiekje |
| wahei-話柄 | onderwerp van gesprek |
| wahō-話法 | verteltrant; wijze van spreken |
| wahon-和本 | boek gebonden in Japanse stijl |
| wāhori-ワーホリ | (afk. voor) werkvakantie; vakantiereis met werkvergunning [visum] (waarbij reizigers mogen werken in het land dat ze bezoeken) |
| waidan-猥談 | boek [verhaal] met aanstootgevende [obscene; choquerende] inhoud |
| waimārukenpō-ワイマール憲法 | Grondwet van Weimar (van de Weimarrepubliek, 1919-1933) |
| wairubyō-ワイル病 | ziekte van Weil (vorm van leptospirose) |
| waiya-ワイヤ | elektriciteitskabel; snoer |
| waiya-ワイヤ | snaar (van een muziekinstrument) |
| waiyaresukyūden-ワイヤレス給電 | draadloze voeding [elektriciteitsaansluiting] |
| waka-和歌 | waka (klassieke Japanse dichtvorm) |
| wakarebanashi-別れ話 | gesprek over een scheiding [beëindiging van een relatie] |
| wakimaeru-弁える | bekend zijn met; (goed) weten |
| wākingu・horidē-ワーキング・ホリデー | werkvakantie; vakantiereis met werkvergunning [visum] (waarbij reizigers mogen werken in het land dat ze bezoeken) |
| wakiokoru-沸き起こる | oprijzen; losbarsten; uitbreken; aanzwellen |
| wākubukku-ワークブック | werkboek; oefenschrift |
| wakuraba-病葉 | zieke [aangetaste] bladeren |
| wan-腕 | (in kanji combinaties) arm; bekwaamheid |
| waniguchi-鰐口 | een gevaarlijke plek (lett. de bek van een krokodil) |
| wanman-ワンマン | één man die de leiding heeft [die alle macht naar zich toetrekt]; tiran; dictator |
| waon-和音 | (muziek) akkoord |
| wāpuro-ワープロ | tekstverwerker (computer) |
| warabuki-藁葺き | met (gevlochten) stro bedekt; strodak; rieten dak |
| waraku-和楽 | (traditionele) Japanse muziek |
| waremono-割れ物 | breekbare dingen [artikelen] |
| waremonochūi-割れ物注意 | (op bagage, pakketten, etc.) voorzichtig [pas op], breekbaar! |
| warenimonaku-我にも無く | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
| wareru-割れる | gebroken [gespleten; gekraakt] worden |
| wareshirazu-我知らず | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
| wareyasui-割れ易い | breekbaar; fragiel |
| wariateru-割り当てる | toewijzen; toekennen; verdelen; uitdelen; distribueren |
| waribikitegata-割引手形 | een rekening met korting; een gereduceerde rekening |
| warichū-割り注 | ingevoegde aantekeningen |
| waridasu-割り出す | berekenen; uitrekenen; begroten; afleiden (uit) |
| warifu-割り符 | rekening |
| warifuri-割り振り | toewijzing; toekenning; verdeling |
| warifuru-割り振る | uitdelen; verdelen; toekennen |
| warigaki-割り書き | (bijgeschreven) opmerkingen; aantekeningen; annotaties |
| warikan-割り勘 | het splitsen [delen] van een rekening |
| warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
| waru-割る | splijten; delen door (rekenen) |
| waru-割る | breken; kraken |
| waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
| waruba-悪場 | (een term uit het bergbeklimmen) een gevaarlijke plek (die moeilijk te beklimmen is) in de bergen |
| warudakumi-悪巧み | een slimme [sluwe; gemene] streek; duister plan; complot |
| warudassha-悪達者 | iets dat zeer bekwaam is uitgevoerd, maar stijl of verfijning mist |
| wārudo・kappu-ワールド・カップ | wereldbeker (World Cup) |
| wārudo・kappu-ワールド・カップ | wereldbeker; wereldkampioenschap |
| warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
| warui-悪い | zich slecht [ziek] voelen |
| warukuchi-悪口 | belediging; scheldwoord(en); laster; roddel; kwaadsprekerij |
| warukuchimatsuri-悪口祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
| warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
| warushi-悪し | (klassieke vorm van warui) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
| warutsu-ワルツ | wals (muziek, dans) |
| washa-話者 | spreker; verteller |
| washo-和書 | boek geschreven in het Japans |
| washo-和書 | boek gebonden in Japanse stijl |
| wasō-和装 | Japanse stijl van boekbinden |
| wasshoi-わっしょい | (tussenwerpsel; uitroep) hup, hup!; allemaal tegelijk! (trekken; tillen); (scheepvaart) anker op! |
| wataridori-渡り鳥 | trekvogel |
| watarimono-渡り者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| wataru-渡る | oversteken |
| watashi-渡し | oversteek (rivier); veerboot; (veer)pont |
| watō-話頭 | gespreksonderwerp; onderwerp van gesprek |
| watto-ワット | watt (elektrische eenheid van vermogen) |
| waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
| wazaari-技有り | (judo) bijna techniek; half punt |
| wazashi-業師 | gewiekste [slimme; sluwe] kerel |
| wazatogamashii-態とがましい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
| wazatorashii-態とらしい | onnatuurlijk; geforceerd; gekunsteld; kunstmatig; gemaakt |
| wazurai-患い | ziekte |
| wazuraitsuku-患いつく | ziek worden |
| wazurau-患う | ziek worden; last hebben van; lijden aan |
| wōkingu・dikushonarī-ウォーキング・ディクショナリー | een wandelend woordenboek (iemand met een zeer grote woordenschat) |
| wosshu-ウォッシュ | de gewassen teken [schilder] techniek |
| wosshufude-ウォッシュ筆 | penseel voor de gewassen teken [schilder] techniek |
| wosshu・ōbā・doraiburashi-ウォッシュ・オーバー・ドライブラシ (wash over dry brush) | penseel voor de was-over-droog schildertechniek |
| wotchi-ウオッチ | uitkijken; bekijken |
| wotchingu-ウオッチング | het bekijken; toekijken; de wacht houden |
| yabai-やばい | (bij jongeren) geweldig; het beste; te gek |
| yabudatami-藪畳 | plek waar een struikgewas het hele gebied bedekt |
| yabuisha-藪医者 | kwakzalver; slechte [onbekwame] dokter |
| yabuka-藪蚊 | gestreepte steekmug [muskiet] (Aedes) |
| yabukeru-破ける | scheuren; breken; barsten |
| yaburu-破る | (open)breken |
| yaburu-破る | verbreken (stilte, etc.) |
| yagu-夜具 | beddengoed (futons, lakens, dekens, nachtkleding, e.d.) |
| yagura-櫓 | (afk. voor) een beenworp techniek bij sumo worstelen |
| yaguranage-櫓投げ | (lett. torenworp) een beenworp techniek bij sumo worstelen |
| yaiba-刃 | generieke naam voor zwaarden, messen, etc. |
| yaji-野次 | boegeroep; hoongelach; gejoel; luide kritiek |
| yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
| yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
| yaka-やか | gekoppeld aan een zelfstandige naamwoord vormt het een bijvoeglijk naamwoord (met な) |
| yakata-屋形 | tijdelijke woonplek [behuizing] |
| yakedo-火傷 | brandwond; brandplek (op de huid) |
| yakekoge-焼け焦げ | brandgat (in kleding, door sigaret); schroeiplek |
| yakeru-焼ける | verbleken; vervagen; verkleuren (in de zon) |
| yakifude-焼き筆 | houtskool staafje (om te tekenen) |
| yakimono-焼き物 | keramiek; aardewerk; porselein |
| yakisoba-焼き蕎麦 | roerbak gerecht met boekweitnoedels; (Chinees) cho mein |
| yakkyoku-薬局 | apotheek |
| yakubi-厄日 | (voor boeren) een kritieke dag voor de oogst |
| yakubyōgami-疫病神 | Yakubyōgami, een boze god die mensen ziek maakt en rampen veroorzaakt; god van de pest |
| yakuhon-訳本 | vertaling; vertaald werk [boek] |
| yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
| yakuinhoken-役員保険 | bestuursverzekering |
| yakumae-厄前 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
| yakuon-約音 | (taalkunde) samentrekking (van lettergrepen) |
| yakushi-訳詞 | vertaald lied; vertaling van een lied [songtekst] |
| yakusho-訳書 | vertaling; vertaald werk [boek] |
| yakusokusuru-約束する | afspreken; beloven; overeenkomen |
| yakusu-約す | beloven; afspreken |
| yakusuru-約する | beloven; afspreken |
| yakusuru-約する | (wiskunde) aftrekken |
| yakutō-薬湯 | extract; kruidenthee; aftreksel |
| yakuzaishi-薬剤師 | apotheker |
| yakyoku-夜曲 | (muziekstuk) nocturne |
| yamaarashi-山荒らし | stekelvarken |
| yamabito-山人 | bergbeklimmer |
| yamadome-山止め | verbod om de bergen in te gaan [trekken] |
| yamagoe-山越え | de oversteek [het oversteken] van een berg |
| yamaguni-山国 | bergland; bergstreek |
| yamahototogisu-山時鳥 | bergkoekoek |
| yamai-病 | ziekte; aandoening; kwaal |
| yamakage-山陰 | berggrot; bergholte; (een plek in) de schaduw van de berg |
| yamanari-山形 | de vorm van een berg; een chevron (een omgekeerde V als onderscheidingsteken, b.v. op de mouw van een officier) |
| yamanobori-山登り | bergbeklimmen; bergbeklimming |
| yamaotoko-山男 | bergbeklimmer; alpinist |
| yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
| yamate-山手 | een plek bij de berg(en) |
| yamauba-山姥 | bergheks |
| yameru-病める | ziek zijn |
| yamiagari-病み上がり | genezing; herstel (van ziekte) |
| yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
| yamijiru-闇汁 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
| yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
| yamikumo-闇雲 | vaag; doelloos; willekeurig; onnadenkend; roekeloos |
| yaminabe-闇鍋 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
| yaminoutsutsu-闇の現 | de werkelijkheid in het duister; onduidelijkheid; iets waarvan je niet zeker bent of het werkelijkheid is of niet |
| yamitsuki-病み付き | het ziek worden |
| yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
| yanari-家鳴り | het (geluid van) gerommel [gekraak] (van een huis b.v. door het krimpen van houten bouwmaterialen door temperatuurverschillen) |
| yani-やに | zodat (is een streekgebonden uitspraak van yōni (Tajima-ben en Tottori-ben)) |
| yani-やに | Zeg...?; ..., zeg! (is een uitdrukking die alleen wordt gebruikt indien de spreker de luisteraar iets vertelt wat hij/zij nog niet wist en is dialect |
| yaomote-矢面 | mikpunt; doelwit (van kritiek, spot, etc.) |
| yarikomeru-遣り込める | iem. neerbuigend toespreken; iem. tot zwijgen brengen |
| yarimizu-遣り水 | (in een Japanse tuin) stroom; beekje |
| yarisokonau-遣り損なう | tekortschieten; falen; mislukken; slecht werk leveren; een blunder begaan |
| yarite-遣り手 | een bekwaam [competent; kundig; slim] persoon |
| yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
| yashu-野趣 | rustieke [landelijke] schoonheid |
| yasurau-休らう | (lit.) (tijdelijk) verblijven; bezoeken |
| yatara-矢鱈 | roekeloosheid; willekeur; lukraak [ongenuanceerd] zijn |
| yatō-夜盗 | een nachtelijke inbraak [inbreker; indringer] |
| yatōkōho-野党候補 | oppositiekandidaat |
| yattsukeru-やっつける | aanvallen (fig.); bekritiseren |
| yō-よう | (vervoeging van klassiek Japanse hulpwerkwoorden) om het vermoeden of de wil van de spreker uit te drukken) laten we; ik denk; zou het zo zijn |
| yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
| yōbi-曜日 | dag van de week |
| yobikata-呼び方 | aanspreekvorm |
| yobimodosu-呼び戻す | terugroepen; herroepen; intrekken |
| yobiokosu-呼び起こす | wakker maken (door te roepen); wakker worden (door); opwekken |
| yobisute-呼び捨て | alleen de naam (zonder aanspreektitel) |
| yōbō-容貌 | gelaatstrekken; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
| yōbō-要望 | verzoek |
| yochi-余地 | ruimt; plaats; plek; grond |
| yogiru-過る | oversteken; doortrekken; (door)kruisen |
| yogo-予後 | herstel (van ziekte) |
| yogore-汚れ | vuil; vlek |
| yōgyō-窯業 | keramiek; keramiekindustrie |
| yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
| yōhon-洋本 | een boek gebonden in de westerse stijl |
| yoi-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
| yoin-余韻 | suggestief [veelbetekenend] zijn |
| yojinoboru-攀じ登る | klimmen [klauteren] (op); beklimmen; opklauteren |
| yōjo-妖女 | verleidster; vamp; heks; tovenares |
| yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
| yokkaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
| yokkyaku-浴客 | badhuis bezoeker [gast] |
| yokkyū-欲求 | wens; verlangen; wil; zin; zucht; verzoek |
| yokochō-横帳 | oblong [liggend] formaat notitieboek (van vellen papier horizontaal doormidden gevouwen en gebonden) |
| yokogiru-横切る | kruisen; oversteken; overvaren |
| yokoguruma-横車 | een worp [werptechniek] bij judo |
| yokomono-横物 | horizontaal geschreven tekst; horizontaal opgehangen kunstwerk |
| yokonami-横波 | transversale (elektromagnetische) golf |
| yokotawaru-横たわる | zich uitstrekken (over) |
| yoku-良く | bekwaam; kundig; juist; correct |
| yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
| yokujō-欲情 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
| yokuryūsho-抑留所 | interneringskamp; concentratiekamp |
| yokushū-翌週 | de volgende week |
| yokusuru-善くする | goed [bekwaam] zijn in; iets goed kunnen |
| yokutokuzuku-欲得ずく | dingen te doen uit eigenbelang; berekenend zijn |
| yōkyūbarai-要求払い | te betalen op verzoek [vertoon] |
| yōkyūbaraiyokin-要求払い預金 | aanbetaling [deposito] op verzoek |
| yomiawase-読み合わせ | tekstvergelijking; (gezamenlijke) tekstlezing |
| yomibitoshirazu-詠み人知らず | (van poëzie) auteur [dichter] onbekend |
| yomifuda-読み札 | (speel)kaarten met tekst erop |
| yomihon-読本 | handleiding; handboek |
| yomikakisoroban-読み書き算盤 | lezen, schrijven en rekenen |
| yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
| yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |
| yomikudasu-読み下す | (Japanse tekst) van boven naar beneden lezen |
| yomikudasu-読み下す | Chinese tekst in het Japans overzetten |
| yominagasu-読み流す | (een boek, tekst) doorbladeren; vlug doorlezen; vluchtig inkijken |
| yomoya-よもや | waarschijnlijk; zeker |
| yōni-陽に | zichtbaar; openlijk; openbaar; publiekelijk |
| yonige-夜逃げ | het in de nacht (alles in de steek laten en) op de vlucht slaan |
| yonkyokuko-四極子 | quadrupool; vierpool (elektrotechniek, schakeling met vier klemmen) |
| yōreki-陽暦 | zonnekalender |
| yorisugaru-寄り縋る | vertrouwen [rekenen] op |
| yoru-寄る | langs gaan bij; bezoeken |
| yosebashi-寄せ箸 | eetstokjes waarmee men (kom met) een gerecht naar zich toe trekt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
| yosegi-寄木 | mozaïek van hout; inlegwerk van hout |
| yōsei-要請 | eis; vereiste; verzoek; claim |
| yōsei-陽性 | opgewektheid; vrolijkheid |
| yōseisuru-要請する | eisen; vereisen; verzoeken |
| yōshi-要旨 | de kern; hoofdpunten; essentie; samenvatting; uittreksel |
| yōshikibi-様式美 | schoonheid van vorm; esthetiek van stijl |
| yōsho-洋書 | buitenlandse boeken; boeken in vreemde [Westerse] talen |
| yosoou-装う | (zich) (aan)kleden; aantrekken; gekleed zijn (in) |
| yosoou-装う | bekleden; versieren; decoreren |
| yōsuiro-用水路 | irrigatiekanaal; watergang |
| yota-与太 | dom [dwaas] geklets; nonsens; flauwekul |
| yōtashi-用足し | toiletbezoek; zijn behoefte doen |
| yōtoji-洋綴じ | westerse manier boekbinden |
| yotsu-四つ | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
| yotsukado-四つ角 | vierhoek |
| yotsumegaki-四つ目垣 | een hekwerk [trellis] van bamboe (met vierkante openingen) |
| yotsumi-四つ身 | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
| you-良う | goed; voldoende; bekwaam |
| you-酔う | ziek [misselijk] worden |
| yowami-弱み | zwakte; zwakke plek; tekortkoming |
| yowane-弱音 | zacht [zwak] geklaag; gejammer |
| yoyaku-予約 | reservering; boeking; afspraak; belofte |
| yōyaku-要約 | samenvatting; uittreksel; overzicht |
| yoyakusuru-予約する | reserveren; boeken |
| yoyo-代代 | (boeddh.) levenstijd [tijdperk; wereld] in het verleden, heden en toekomst |
| yūben-雄弁 | welbespraaktheid; welsprekendheid |
| yūbenka-雄弁家 | een begaafd redenaar; een goede [vlotte] spreker |
| yūchi-誘致 | aantrekking; verlokking; verleiding |
| yūchisuru-誘致する | lokken; verleiden; aantrekken |
| yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
| yuderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
| yūdō-誘導 | inductie (elektrisch) |
| yūdōenboku-遊動円木 | soort lange schommel (gemaakt van een boomstam hangend aan kettingen in een rek) |
| yudōfu-湯豆腐 | gekookte tahoe [tofoe] |
| yudooshi-湯通し | het weken van stof [kleding] in lauw water (om zacht te maken) |
| yugamu-歪む | kromtrekken; vervormd zijn; buigen; verbogen zijn |
| yūgei-遊芸 | optredens als entertainment [amusement] (zoals muziek, zang en dans) |
| yūhisuru-雄飛する | (energiek; voortvarend) van start gaan; beginnen |
| yūi-有意 | betekenis hebben; betekenisvol [veelbetekenend; significant] zijn |
| yuiitsu-唯一 | uniek [de enige] zijn |
| yuiitsumuni-唯一無二 | de enige echte; ongeëvenaard [onovertroffen; uniek] zijn |
| yūin-誘引 | aantrekkingskracht; verleiding; bekoring |
| yuiwata-結い綿 | een geknoopte strik (van katoen of zijde), als versiering op presentjes |
| yukai-愉快 | prettig [plezierig; aangenaam; vrolijk; fijn; opgewekt; vrolijk] zijn |
| yūkaku-遊客 | bordeelbezoeker |
| yukari-縁 | betrekking; relatie; verbinding; affiniteit |
| yukigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
| yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
| yukikau-行き交う | regelmatig bezoeken |
| yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
| yukinoshita-雪の下 | steenbreek; moederplant (Saxifraga stolonifera) |
| yukionna-雪女 | Yuki Onna [sneeuwvrouw] (figuur in de Japanse mythologie gekleed in een witte kimono) |
| yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yūkizukeru-勇気づける | aanmoedigen; moed inspreken |
| yukue-行方 | toekomst; waar het heengaat; resultaat |
| yukuyuku-行く行く | in de toekomst; eens; ooit; uiteindelijk |
| yūmei-有名 | faam; roem; bekendheid; (goede) reputatie |
| yūmeijin-有名人 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
| yumi-弓 | strijkstok (muziekinstrumenten) |
| yūmoresuku-ユーモレスク | humoreske (humoristisch toneel- of muziekstuk) |
| yūmorisuto-ユーモリスト | komiek, grappenmaker |
| yumoto-湯元 | oorsprong van een warmwaterbron; de plek waar de warmwaterbron ontspringt |
| yunīku-ユニーク | uniek; origineel |
| yunisekkusu-ユニセックス | uniseks |
| yūnō-有能 | competentie; bekwaamheid |
| yunomi-湯飲み | theekom |
| yūran-遊覧 | (toeristische) excursie; pleziertochtje; uitstapje; het bezoeken van bezienswaardigheden |
| yūrekisuru-遊歴する | (rond)reizen; rondtrekken; een trip maken |
| yurusu-許す | toegeven; bekennen |
| yūryōkigyō-優良企業 | een groot [bekend] bedrijf; topbedrijf |
| yūsei-有性 | sekse; kunne; geslacht |
| yūsen-有線 | bekabelde verbinding |
| yūsen-有線 | (afk. voor) bekabelde communicatie |
| yūsendenshin-有線電信 | bekabelde communicatie |
| yūshi-雄姿 | een heldhaftige [indrukwekkende; imponerende] verschijning |
| yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
| yūshōhai-優勝杯 | wedstrijdbeker; trofee |
| yūshoku-有色 | gekleurd [kleurig] zijn |
| yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
| yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
| yutan-油単 | geoliede stof (om het waterdicht te maken); wasdoek; zeildoek |
| yuwakashi-湯沸かし | waterketel; theeketel |
| yūwaseisaku-宥和政策 | vredespolitiek |
| yuya-湯屋 | openbaar [publiek] badhuis; gebouw (bij een tempel of heiligdom) met badhuis |
| yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
| yū・esu・esu・āru-ユー・エス・エス・アール | Unie van Socialistische Sovjet Republieken |
| yū・tān-ユー・ターン | omkeer; u-bocht; ommekeer |
| za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
| zaike-在家 | leek; niet-geestelijke |
| zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
| zaiseiakaji-財政赤字 | begrotingstekort |
| zajiki-ザジキ | tzatziki (Grieks gerecht van komkommer met yoghurt) |
| zako-雑魚 | een onbetekenend [onbelangrijk] persoon |
| zangaku-残額 | (van een rekening) saldo; tegoed |
| zange-懺悔 | (schuld)bekentenis |
| zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
| zangensuru-讒言する | belasteren; kwaadspreken; valse beschuldigingen uiten |
| zangetsu-残月 | de bleke ochtendmaan; de man bij zonsopkomst |
| zangiri-散切り | kortgeknipt (haar) |
| zannyū-竄入 | het vluchten; een toevlucht zoeken |
| zanpan-残飯 | overgebleven voedsel; restjes; kliekjes |
| zanson-残存 | reliek; overblijfsel |
| zarusoba-笊蕎麦 | soba (boekweit) noedels met gedroogd zeewier (meestal geserveerd op een bamboerekje) |
| zashi-座視 | het onbezorgd [lui; onverschillig; werkeloos] toekijken (zonder iets te doen) |
| zashikirō-座敷牢 | (hist.) een cel [kamer] (bedekt met tatami matten) voor het opsluiten van een krankzinnige persoon |
| zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
| zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
| zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
| zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |
| zau-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |
| zayū-座右 | (beleefde aanspreektitel in brieven, e.d.) u |
| zāzā-ざーざー | (onomatopee) (het geluid van) gekletter van harde regen |
| zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
| zeibiki-税引き | exclusief belasting; (netto) bedrag na aftrek van belastingen |
| zeichiku-筮竹 | (50) bamboestokjes, die worden gebruikt om de toekomst te voorspellen |
| zeijaku-脆弱 | zwakheid; breekbaarheid; broosheid |
| zeikan-税関 | douane; douanekantoor |
| zekka-舌禍 | verspreking; slip of the tongue |
| zekkasen-舌下腺 | glandula sublingualis; ondertong speekselklier |
| zenchi-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
| zenchisuru-全治する | volledig herstellen (van een ziekte) |
| zenchō-前兆 | voorteken; voorbode; omen |
| zendaimimon-前代未聞 | ongekend [buitengewoon] zijn; nooit eerder voorgekomen |
| zendō-蠕動 | peristaltiek |
| zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
| zengi-前戯 | (seksueel) voorspel |
| zengo-禅語 | zen term (woorden en terminologie die uniek zijn voor het Zenboeddhisme) |
| zenigame-銭亀 | jonge Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| zenji-全治 | volledig herstel (van een ziekte) |
| zenji-禅師 | (in China en Japan) erenaam door het keizerlijk hof toegekend aan een zenpriester met een hoog niveau van geleerdheid, wijsheid en deugdzaamheid |
| zenjinmitō-前人未到 | onontdekt [ongekend; ongeëvenaard; onontgonnen; onbetreden] zijn |
| zenjō-禅定 | (shugendo) ascetisme door heilige bergen te beklimmen |
| zenkaiiwai-全快祝い | viering van beterschap [van volledig herstel van ziekte] |
| zenkakumoji-全角文字 | teken [letter; lettertype] op volle breedte; dubbelbyte lettertype (computer) |
| zenkan-全巻 | het hele boek(deel); de volledige set [serie]; alle delen |
| zenke-禅家 | zen school [sekte] |
| zenken-前件 | voorgenoemde [bovengenoemde] alinea [pagina; tekst; document] |
| zenkokukigyōtankikeizaikansokuchōsa-全国企業短期経済観測調査 | Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| zenkushōjō-前駆症状 | vroege [voorafgaande] symptomen (voordat de ziekte zich openbaart) |
| zenkyoku-全曲 | de gehele compositie [voorstelling; muziekopname] |
| zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
| zennichisei-全日制 | systeem van regulier dagonderwijs (op weekdagen); voltijd opleiding |
| zenpyō-前表 | voorteken; voorgevoel; voorbode |
| zenrin-全臨 | het overschrijven van een gehele originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| zenritsusenen-前立腺炎 | prostatitis; prostaatontsteking |
| zensho-全書 | een verzamelbundel; verzameld werk; compleet boek (met alle theorieën en geschriften van een bepaalde persoon of op een bepaald vakgebied) |
| zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
| zensho-善書 | mooi handschrift; het vakkundig schrijven; bekwame schrijfkunst [kalligrafie] |
| zensho-善書 | een goed boek; moreel recht [morele wet] volgens de geschriften |
| zensōkyoku-前奏曲 | (muziek) prelude; ouverture |
| zento-前途 | toekomstperspectief; vooruitzicht |
| zentotanan-前途多難 | sombere vooruitzichten; problemen in de toekomst |
| zentoyōyō-前途洋洋 | veelbelovende toekomst; goede vooruitzichten |
| zentoyūbō-前途有望 | veelbelovende toekomst |
| zenwa-禅話 | dialoog [gesprek; verhandeling] in het Zen Boeddhisme |
| zen'on-全音 | hele toon (muziek) |
| zen'onpu-全音符 | (muziek) hele noot; semibrevis |
| zeppan-絶版 | (van boeken) niet meer gedrukt worden; niet meer in de handel zijn |
| zessan-絶賛 | veel waardering; grote bewondering; lovende kritiek |
| zetsuen-舌炎 | glossitis; tongontsteking |
| zetsugi-絶技 | uitblinkend kunststuk; stunt; voortreffelijk optreden [acteerwerk]; goede techniek |
| zetsugo-絶後 | (iemand of iets) zonder weerga; iets ongekends [unieks] |
| zettaizetsumei-絶体絶命 | uitzichtloze situatie; situatie waaruit geen ontsnapping mogelijk is; in een hoek gedreven zijn |
| zettō-舌頭 | spraak; taal; spreekwijze |
| zeusu-ゼウス | Zeus (de oppergod van de Griekse mythologie) |
| zō-憎 | (in kanji combinaties) haten; hekel; afkeer |
| zōaku-増悪 | verergering; verslechtering (van een ziekte) |
| zōfuku-増幅 | versterking (elektriciteit, geluid) |
| zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
| zōhon-造本 | boeken maken |
| zōkan-増刊 | speciale uitgave van een tijdschrift of boek |
| zōkin-雑巾 | dweil; zwabber; stofdoek; vod |
| zokkan-俗間 | de wereld; het (grote) publiek; het volk |
| zokkan-続刊 | voortzetting van de publicatie; een reeds gepubliceerd boek of tijdschrift blijven uitgeven |
| zokkibon-ぞっき本 | boekrestanten; boeken voor goedkope prijzen |
| zokkiya-ぞっき屋 | modern antiquariaat; een winkel die afgeprijsde artikelen verkoopt (m.n. boeken of tijdschriften) |
| zoku-賊 | dief; inbreker; rover |
| zokudan-俗談 | alledaagse conversatie; gesprek over over alledaagse dingen |
| zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
| zokugan-俗眼 | lekenoog; lekenmening |
| zokugara-続柄 | (spreektaal) familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
| zokugen-俗言 | alledaagse taal [uitdrukking]; spreektaal |
| zokugen-俗諺 | spreekwoord; populair gezegde |
| zokugo-俗語 | spreektaal; populair jargon |
| zokuhen-続編 | vervolg; volgend deel (van boek, film, etc.); volgende aflevering |
| zokuji-俗耳 | de aandacht [het gehoor] van het grote publiek |
| zokujin-俗人 | een leek; seculier persoon; gewone mensen; het gewone volk |
| zokumyō-俗名 | lekennaam; naam voordat men intreedt in het boeddhisme |
| zokusai-続載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| zokutai-俗体 | de gestalte [het uiterlijk] van een leek [niet-geestelijke] |
| zokutō-続投 | het aanblijven in een openbare functie (ondanks verkiezingsnederlaag, kritiek etc.) |
| zororito-ぞろりと | slordig [losjes] gekleed; te opzichtig [formeel] gekleed |
| zorozoro-ぞろぞろ | (onomatopee) in grote hoeveelheden; drommen; stroom; menigte; gekrioel (van insecten) |
| zōshitsu-蔵室 | magazijn (in een bibliotheek voor boeken e.d.) |
| zōsho-蔵書 | boekenverzameling; (privé)bibliotheek; de boekenvoorraad (van een bibliotheek) |
| zōshoka-蔵書家 | boekenverzamelaar |
| zōshoku-増殖 | proliferatie; woekering (van cellen of weefsel) |
| zōshokuro-増殖炉 | kweekreactor |
| zōtei-贈呈 | het aanbieden (van een gift, etc.); toekenning |
| zōteisuru-贈呈する | aanbieden; toekennen; doneren |
| zu-図 | diagram; figuur; illustratie; tekening; kaart; grafiek |
| zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zubon-ズボン | (lange) broek; pantalon |
| zubonshita-ズボン下 | lang ondergoed; lange onderbroek |
| zubunure-ずぶ濡れ | kletsnat [druipnat; doorweekt] zijn |
| zuda-頭陀 | (afk. voor) pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode; stoffen boodschappentas |
| zudabukuro-頭陀袋 | pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode |
| zudai-図題 | het onderwerp van een schilderij [tekening] |
| zudori-図取り | een schets; tekening; het schetsen; tekenen |
| zue-図絵 | tekening; afbeelding |
| zufu-図譜 | geïllustreerd boek [naslagwerk]; prentenboek |
| zuga-図画 | tekening; schets |
| zugayōshi-図画用紙 | tekenpapier |
| zuhō-図法 | tekening; diagram |
| zuhyō-図表 | grafiek; diagram; tabel |
| zuichō-瑞兆 | een goed voorteken |
| zuii-随意 | willekeurig zijn |
| zuiikin-随意筋 | willekeurige spier |
| zuikan-随感 | incidentele indrukken; willekeurige gedachten |
| zuiki-瑞気 | een goed voorteken |
| zuimakuen-髄膜炎 | meningitis; hersenvliesontsteking |
| zuishitsu-髄質 | pulp (weke massa bij tandheelkunde) |
| zuishō-瑞祥 | een goed voorteken |
| zuisō-瑞相 | een goed (gunstig) voorteken [omen] |
| zuitokuji-随徳寺 | (fonetisch klinkt dit woord als de naam voor een tempel en qua betekenis: de dingen laten zoals ze zijn) vlucht |
| zukai-図解 | schema; illustratie; schematische voorstelling; grafiek; diagram |
| zukan-図鑑 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek |
| zuke-漬け | gepekeld; ingemaakt; geconserveerd |
| zukei-図形 | diagram; grafiek; tekening; figuur |
| zukezuke-ずけずけ | (onomatopee) openhartig; (onaangenaam) oprecht; onverbloemd; er geen doekjes om winden |
| zukin-頭巾 | hoofddeksel; kap; hoofddoek; monnikskap; nonnenkap; keppel |
| zukī・zukiri・zukin-ずきっ・ずきり・ずきん | (onomatopee) scherpe [heftige; stekende; kloppende] pijn |
| zukku-ズック | doek; canvas |
| zukō-図工 | tekenen (als schoolvak) |
| zumen-図面 | blauwdruk; cyanotypie; plattegrond; (bouw)tekening |
| zunba-ずんば | (achtervoegsel om de betekenis te versterken) als het niet zo is dat...; ware het niet dat... |
| zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zurarito-ずらりと | een rij [reeks; serie] |
| zuroku-図録 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek [verslag] |
| zurōsu-ズロース | (lange) onderbroek |
| zuruchin-ズルチン | dulcine (ook bekend als sucrol, een kunstmatige zoetstof veel zoeter dan suiker) |
| zurui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
| zushi-図示 | het illustreren; grafisch weergeven; diagram [grafiek; tekening; schema] maken |
| zushiki-図式 | grafiek |
| zushisuru-図示する | illustreren; grafisch weergeven; tonen in een grafiek |