新日蘭辞典・新蘭日辞典 | Japans-Nederlands Nederlands-Japans Woordenboek: Zoeken傷

傷きず（瑕、疵、創） kizu

1 wond; verwonding; blessure

2 (emotionele) verwonding; gekwetste gevoelens

3 beschadiging; kras; mankement

4 vlek (op iem.'s reputatie); schande; oneer

傷

lemma	meaning
beet	噛み傷; 咬創; 咬傷
beschadigd	損傷した; 傷んだ; ダメージを受けた
blessure	怪我; 負傷
brandwond	熱傷; 火傷
contusie	打ち身; 挫傷
hamstringblessure	ハムストリング損傷
hersenletsel	脳損傷
hersenschade	脳損傷
hondenbeet	犬の噛み傷
insectenbeet	刺し傷
kankerwond	がんの傷
kneuzing	打ち身; 挫傷
krenken	害する; 傷つける
kwetsbaar	脆弱な; 傷つきやすい; 弱い
kwetsbaarheid	脆弱性; 傷つきやすさ
laster	名誉毀損; 中傷; 誹毀
letsel	傷害; 怪我
litteken	傷跡(傷痕; 疵痕); 瘢痕
mankement	傷害
posttraumatisch stresssyndroom	心的外傷後ストレス障害; ピー・ティー・エス・ディー
schaafwond	擦過傷; 擦りむき傷
slangenbeet	蛇に噛まれた傷; 蛇咬傷
smaad	名誉毀損; 中傷; 誹毀
smartlap	感傷的な歌
snijwond	切り傷
steekwond	刺し傷
steekwonde	刺し傷
tearjerker	感傷的な歌
tetanus	破傷風
trauma	外傷; トラウマ
trauma	心的外傷; 精神的外傷
traumahelikopter	外傷患者搬送用ヘリコプター
traumatisch	外傷性(の)
verbranding	火傷
wond	傷
wondinfectie	傷咎め
wondzalf	傷薬
zwaargewonde	重傷者