喉頸のどくび nodokubi
1 hals
喉頸を締める
wurgen; de nek omdraaien
2 een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel
敵の喉頸を押さえる
de vijand bij de keel hebben [in bedwang houden]
喉頸を扼する
iemand de baas zijn, omdat je zijn zwakke plek [achilleshiel] kent