yukikau
1 komen en gaan; heen en weer gaan
駅のテラスに座り、行き交う人々を眺めた。
Ik zat op een terras bij het station en keek naar de komende en gaande mensen.
行き交う人々
komende en gaande mensen
2 regelmatig bezoeken
私は真理子と親しく行き交う。
Ik bezoek Mariko regelmatig.
3 elkaar passeren
バスと車が交差点で行き交う。
Een bus en een auto passeren elkaar op het kruispunt.