角 tsuno
1 hoorn; gewei
鹿が角を落とした。
Het hert heeft zijn gewei afgeworpen.
Het hert heeft zijn gewei afgeworpen.
角のないやぎ
een geit zonder hoorns
een geit zonder hoorns
角を突き合わせる
met elkaar vechten; elkaar in de haren vliegen
met elkaar vechten; elkaar in de haren vliegen
2 voelspriet; antenne; voelhoorn
3 pin; speld (in het haar of op een hoofddeksel)
4 jaloersheid; wrok; woede
5 (klassiek Japans theater) ondertitel; tweede titel
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
角を矯めて牛を殺す。
Het middel is erger dan de kwaal. (lett. de stier doden door de hoorns eraf te snijden.)
Het middel is erger dan de kwaal. (lett. de stier doden door de hoorns eraf te snijden.)