ヒット hitto
1 (Eng.: hit) slaan; slag; klap; dreun
2 (Eng.: hit) (honkbal) een honkslag
3 (Eng.: hit) een succes; hit; succesnummer
4 (Eng.: hit) beet hebben (bij het vissen)
5 (computer) hit (iets vinden dat aan de opgegeven zoekcriteria voldoet; het aantal keren dat een website wordt bezocht)