となえる tonaeru
1 reciteren; (een gebed of spreuk) opzeggen [uitspreken]
僧侶が仏の名を唱えた。
De monnik reciteerde de naam van Boeddha.
2 (luid) roepen; schreeuwen
万歳を唱える
hoera roepen
3 beweren; naar voren brengen; verkondigen; bepleiten
彼は新しい教育方針を唱えた。
Hij bepleitte een nieuw onderwijsbeleid.
4 noemen; een benaming geven