着ける tsukeru
1 aantrekken; dragen (kleding, e.d.)
イヤリングを着ける
oorbellen dragen
oorbellen dragen
肌着を着ける
ondergoed aantrekken
ondergoed aantrekken
2 (een plek; bestemming) bereiken; aankomen [stoppen] bij
ボートを岸に着ける
een boot aan wal brengen [aanmeren]
een boot aan wal brengen [aanmeren]
車を門前に着ける
de auto stoppen [parkeren] voor de ingang.
de auto stoppen [parkeren] voor de ingang.
3 verkrijgen (van kennis, opleiding, e.d.)
教養を身に着ける
kennis opdoen
kennis opdoen
4 op een positie zetten; laten plaatsnemen