Kruisverwijzing
es
| lemma | meaning |
|---|---|
| a-あ | uitroep (van verbazing, ontroering, etc.); ja (zich iets herinnerend, of bevestigend antwoord) |
| a-亜 | ondergeschikt; secondair |
| a-啞 | (in kanji combinaties) stom zijn; niet kunnen spreken |
| a-堊 | (in kanji combinaties) krijt; kalksteen |
| a-痾 | (in kanji combinaties) ziekte |
| a-蛙 | (in kanji combinaties) kikker |
| abanchūru-アバンチュール | liefdesrelatie; romantisch avontuurtje |
| abarekurū-暴れ狂う | razen; tieren; herrieschoppen |
| abaremono-暴れ者 | geweldadige schurk; herriemaker; herrieschopper |
| abarenbō-暴れん坊 | wild [druk] kind; agressieve [onbesuisde] jongen |
| abareru-暴れる | gewelddadig zijn; herrieschoppen; reltrappen |
| abekobe-あべこべ | omgekeerd; binnenstebuiten; tegenovergesteld |
| abikyōkan-阿鼻叫喚 | iets afschuwelijks; een vreselijke toestand [situatie; aanblik] |
| abuhajia-アブハジア | Abchazië (land in de Westelijke Kaukasus) |
| aburami-脂身 | vet; vet vlees |
| aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
| aburemono-あぶれ者 | rakker; deugniet; herrieschopper; misdadiger |
| aburidashi-炙り出し | geschreven [getekend] met onzichtbare inkt (wordt zichtbaar na verhitting) |
| aburimono-炙り物 | etenswaar (zoals vis, vlees) geroosterd boven een vuur |
| achību-アチーブ | (school)vorderingentest; prestatietest |
| achībumento-アチーブメント | prestatie; succes; vorderingen |
| achībumento・tesuto-アチーブメント・テスト | (school)vorderingentest; prestatietest |
| āchisuto-アーチスト | artiest; musicus; muzikant |
| adanasake-徒情け | een kortstondige (wispelturige) liefdesaffaire; een flirt |
| adauchi-仇討ち | wraak; vergelding; represaille |
| adazakura-徒桜 | de kortstondige bloei van kersenbloesems |
| ado-アド | adres |
| adobaisu-アドバイス | advies; raad |
| adobaisusuru-アドバイスする | adviseren; raad [advies] geven |
| adohokurashī-アドホクラシー | adhocratie (bestuursvorm); ad hoc beleid |
| adominisutādo・puraisu-アドミニスタード・プライス | (door de fabrikant of verkoper) vastgestelde prijs; vaste prijs |
| adoresu-アドレス | adres |
| adoresuchō-アドレス帳 | adresboek |
| aemono-和え物 | groenten, vis of zeevruchten met een dressing (van miso, azijn, sesam, e.d.) |
| aenai-敢え無い | triest; miserabel; tragisch; teleurstellend |
| aeru-和える | een dressing maken (van azijn, miso, sesam, etc., voor salades, groenten, e.d.) |
| afutāsābisu-アフターサービス | (after-sales service) service na verkoop; reparatiedienst |
| agaku-足掻く | het vechten om zijn bestaan; hard werken om te overleven |
| agari-上がり | groene thee (geserveerd in een kop) |
| agedama-揚げ玉 | stukjes gefrituurd beslag die in de olie achterblijven na het frituren van tempura |
| agemaki-揚巻 | dameskapsel uit de Meiji-periode |
| agete-挙げて | alles; allemaal; geheel |
| agezen-上げ膳 | een maaltijd geserveerd krijgen |
| agezoko-上げ底 | de ziel (welving naar binnen van de bodem) van een fles) |
| agitopunkuto-アギトプンクト | (Eng.: agitating point) schuilplaats; onderduikadres; geheim (commando)centrum |
| agorafobia-アゴラフォビア | agorafobie; pleinvrees |
| agumu-倦む | het moe [zat] worden; interesse verliezen; er genoeg van hebben; er geen zin meer in hebben |
| aguneru-倦ねる | iets moe worden [zat zijn]; interesse verliezen; teveel zijn voor (iemand); buiten iemands controle liggen; niet weten wat te doen |
| aguresshibu-アグレッシブ | agressief; strijdlustig |
| ai-合い | toestand; situatie; conditie |
| ai-合い | tesamen |
| ai-哀 | (in kanji combinaties) verdriet; leed; smart; medelijden |
| ai-埃 | (in kanji combinaties) (fijn) stof; stofwolk |
| ai-隘 | (in kanji combinaties) smal; moeilijk |
| aibiki-合い挽き | half-om-half (rundvlees en varkensvlees gemengd) |
| aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
| aibyō-愛猫 | lievelingskat; geliefde [favoriete] kat [poes] |
| aichaku-愛着 | het gehecht zijn aan [gesteld zijn op] iets of iem.; het voelen van een (speciale) affiniteit met iets of iem. |
| aichō-哀調 | een droevig lied; trieste melodie [noten; klanken] |
| aichō-愛重 | het van iets houden; iets koesteren |
| aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
| aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| aichōsuru-愛重する | houden van; koesteren |
| aideshi-相弟子 | medeleerling; medestudent; studiegenoot; jaargenoot |
| aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
| aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
| aigan-愛玩 | aai; knuffel; het dol zijn op; koesteren [knuffelen; liefkozen] |
| aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
| aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
| aiirenai-相容れない | tegengesteld; onverenigbaar [niet passend] |
| aijin-愛人 | minnaar; minnares; geliefde (partner) |
| aijitsu-愛日 | toegewijd [attent; respectvol] zijn (t.a.v. zijn of haar ouders) |
| aijō-愛嬢 | zijn [haar] geliefde dochter (wordt meestal gezegd over de dochter van iemand anders) |
| aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
| aikagi-合鍵 | reservesleutel |
| aikei-愛敬 | liefde en respect |
| aikuchi-合口 | conditie; toestand |
| aikyō-愛敬 | (boeddh.) liefde en respect |
| aikyōshōbai-愛敬商売 | beroepsmatige vriendelijkheid (b.v. in restaurant of winkel, e.d.) |
| aikyōsuru-愛敬する | liefhebben en respecteren [hoogachten] |
| aimaimoko-曖昧模糊 | obscuur [vaag; onduidelijk; onbestemd; wazig; dubbelzinnig] zijn |
| aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
| ainokesshō-愛の結晶 | een kind uit een liefdesrelatie; de vrucht der liefde |
| ainosu-愛の巣 | een liefdesnest |
| aipīadoresu-IPアドレス | IP-adres |
| aisai-愛妻 | de liefde [toewijding] (van een man) voor zijn echtgenote; zeer gesteld zijn op zijn echtgenote |
| aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
| aiseki-愛惜 | het missen (van iemand); triestheid |
| aiseki-相席 | het delen van een tafel met een onbekende (in een restaurant, e.d.) |
| aishi-哀史 | droevige geschiedenis |
| aishinkakura-愛新覚羅 | Aisin Gioro, de naam van een Chinese keizerlijke familie van de Qing dynastie |
| aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
| aisō-愛想 | de rekening (in een restaurant e.d.) |
| aisoku-愛息 | geliefde zoon (wordt meestal gezegd over de zoon van iem. anders) |
| aisotōpushōsha-アイソトープ照射 | bestraling (van tumoren) met isotopen |
| aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
| aisubokkusu-アイスボックス | koelbox; vriesvak |
| aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
| aitaizuku-相対ずく | wederzijdse toestemming |
| aiwa-哀話 | een droevig [triest] verhaal; een tragische episode [geschiedenis]; een zielig [deerniswekkend] verhaal |
| aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
| aizō-愛蔵 | meest geliefde bezit |
| aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
| aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
| ajari-阿闍梨 | de erenaam voor een hoge priester |
| ajari-阿闍梨 | een monnik die een opleiding heeft voltooid in het esoterisch boeddhisme |
| ajiataiheiyōkeizaishakaiiinkai-アジア太平洋経済社会委員会 | ESCAP (United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific) |
| ajikiri-鰺切り | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
| ajikiribōchō-鰺切り包丁 | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
| ajito-アジト | schuilplaats; onderduikadres |
| akahada-赤肌 | geschaafde (rode) huid |
| akahon-赤本 | sprookjesprentenboeken voor kinderen (met rode kaft) |
| akaiwashi-赤鰯 | gedroogde (of ingemaakte) sardines |
| akaiwashi-赤鰯 | (spottende term voor) een roestig, bot zwaard |
| akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
| akajimiru-垢染みる | vuil [vies] worden; bevuild raken |
| akajiso-赤紫蘇 | rode perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta) |
| akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
| akakippu-赤切符 | proces verbaal (bij zware verkeerovertredingen) met mogelijke strafvervolging |
| akamatsu-赤松 | de Japanese rode den (Pinus densiflora) |
| akami-赤身 | mager vlees of vis (met weinig vet) |
| akamuke-赤剥け | geschaafde, rode huid |
| akasabi-赤錆 | rode roest; roodbruine roestaanslag |
| akashichijimi-明石縮 | luxe zomerkimono-stof voor dames (gemaakt van ruwe zijde) |
| akasu-飽かす | tijd noch moeite sparen; veel tijd besteden aan |
| akazu-開かず | gesloten [nooit geopend] zijn |
| akibin-空き瓶 | een lege fles |
| akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
| akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
| akirekaeru-呆れ返る | verbijsterd [perplex] zijn; geschokt zijn |
| akireru-呆れる | verbaasd [geschokt; verbijsterd] zijn |
| akiresuken-アキレス腱 | achillespees |
| akiresuken-アキレス腱 | achilleshiel (kwetsbare plek) |
| akisu-空き巣 | een leeg (vogel)nest |
| akkan-圧巻 | het beste deel; het hoogtepunt (van een boek, voorstelling, voordracht, etc.) |
| akkan-圧巻 | meesterwerk |
| akke-呆気 | in staat van verbazing [verbijstering]; met stomheid geslagen zijn |
| akki-悪気 | boze geest; kwaadaardigheid; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
| akki-悪鬼 | duivel; boze geest |
| akki-悪鬼 | een kwade geest [godheid] die de mensen op het slechte pad brengt; de god van de onderwereld |
| ako-吾子 | een term om (op een vriendelijke manier) naar iemands kinderen of ondergeschikten te wijzen (in de tweede persoon) |
| akōdai-赤魚鯛 | rode rotsvis (Sebastes matsubarae); schorpioenvis |
| akōsutikku-アコースティック | akoestisch |
| akōsutikku・gitā-アコースティック・ギター | akoestische gitaar |
| akōsutikku・saundo-アコースティック・サウンド | akoestisch geluid |
| akoyagai-阿古屋貝 | pareloester (Pinctada martensii) |
| aku-悪 | lelijk; onooglijk; vuil [vies] |
| aku-悪 | afschuwelijk; vreselijk |
| aku-握 | (in kanji combinaties) grijpen; beetpakken |
| akubun-悪文 | een slechte (schrijf)stijl (dit woord wordt vaak gebruikt als uiting van bescheidenheid over een eigen brief, e.d.) |
| akubyō-悪病 | een besmettelijke ziekte; een epidemie; een kwaadaardige ziekte |
| akuchi-悪地 | slechte grond; land dat ongeschikt is voor landbouw e.d. |
| akueki-悪疫 | epidemie; plaag; pest |
| akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
| akuen-悪縁 | (boeddh.) slecht karma; lotsbestemming; noodlot |
| akujiki-悪食 | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
| akuki-悪鬼 | duivel; boze geest |
| akuma-悪魔 | een duivel; een boze geest |
| akumabarai-悪魔払い | exorcisme; het uitdrijven van een kwade geest |
| akumonogui-悪物食い | het eten van vlees, hetgeen volgens het Boeddhistische geloof verboden is |
| akurei-悪霊 | een boze geest |
| akuryō-悪霊 | een boze geest |
| akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
| akusesarī-アクセサリー | accessoire |
| akushon・shīn-アクション・シーン | actiescène (film) |
| akushotsuihō-悪書追放 | het verbieden van schadelijke publicaties |
| akushozukai-悪所遣い | geld verspillen aan pleziertjes |
| akusui-悪水 | water dat niet geschikt is voor consumptie; vuil water |
| akutaimatsuri-悪態祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
| amaboshi-甘干し | geschilde, gedroogde perzik(ken) |
| amaguri-甘栗 | (geroosterde) tamme kastanjes |
| amami-甘み | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
| amani-甘煮 | voedsel (vis, vlees, groenten, e.a.) gekookt met suiker of mirin |
| amanojaku-天の邪鬼 | Amanojaku (duivel of boze geest in Japanse sprookjes) |
| amari-余り | rest; restant; restwaarde |
| amarimono-余り物 | overschot; restjes |
| amaru-余る | overblijven; resteren; teveel [overbodig] zijn |
| amarugamu-アマルガム | mengsel; mengelmoes |
| amasutokoronaku-余すところなく | alles; geheel (zonder iets over te laten) |
| amedama-飴玉 | druppelvormige snoepjes; toffees; drop |
| amegashi-飴菓子 | (zoete) snoepjes (gemaakt van moutstroop) |
| amezaiku-飴細工 | van ame (snoep) gemaakte figuren (zoals poppetjes, dieren, en bloemen) |
| amu-編む | samenstellen; redigeren (publicaties e.d.) |
| amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
| an-安 | (in kanji combinaties) makkelijk; rustig; kalm; redelijk |
| an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
| an-暗 | triestheid; melancholie |
| an-案 | een bureau; lessenaar |
| an-行 | (in kanji combinaties) gaan; meedragen |
| an-諳 | (in kanji combinaties) uit het hoofd leren; onthouden |
| an-闇 | (in kanji combinaties) duisternis |
| anaguma-穴熊 | Japanse das (zoogdier, Meles anaguma) |
| anakashiko-あなかしこ | een respectvolle uitdrukking aan het eind van een brief |
| anapaisutosu-アナパイストス | anapest (drielettergrepige versvoet van 2 korte of onbeklemtoonde en 1 lange of beklemtoonde lettergrepen) |
| anaume-穴埋め | een tekort aanvullen; vacatures invullen; iets compenseren [goedmaken] |
| anba-鞍馬 | (turntoestel) paard |
| anbai-塩梅 | situatie; toestand; omstandigheden |
| anchimagunechikku-アンチマグネチック | anti-magnetisch (bestand zijn tegen magnetisme) |
| anchitēze-アンチテーゼ | antithese; tegenstelling; tegenstrijdigheid |
| andāguraundo-アンダーグラウンド | ondergronds; heimelijk; clandestien |
| ando-安堵 | opluchting; geruststelling; respijt |
| andon-行灯 | andon, een traditionele Japanse lamp (bestaande uit washi-papier over een frame van bamboe, hout of metaal gespannen) |
| andosuru-安堵する | opgelucht [gerustgesteld] zijn; opgelucht ademhalen |
| angōkagi-暗号鍵 | encryptiesleutel; versleutelingscode; coderingsleutel |
| angura-アングラ | onconventioneel; radicaal; clandestien |
| angurushi-アングル紙 | L-vormig hoekmateriaal van karton (ter ondersteuning en bescherming van producten, zoals glasplaten, pakketten, etc.) |
| aniki-兄貴 | (informeel) iemand die op natuurlijke wijze de baas is (bij jeugd(bendes), vaklui, yakuza e.d.) |
| animaru-アニマル | dier; beest |
| animaru-アニマル | beestachtig [woest] persoon |
| animētā-アニメーター | animator; animatiespecialist (film) |
| anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
| anji-暗示 | een hint; suggestie; verwijzing |
| anji-暗示 | een suggestieve [hypnotische] overbrenging van gedachten [ideeën] |
| anjisuru-暗示する | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; verwijzen (naar); impliceren; aanraden |
| ankā-アンカー | (televisie) vaste presentator; programmacoördinator |
| ankā-アンカー | laatste atleet van een estafetteploeg (zwemmen, hardlopen, etc.) |
| anka-案下 | een toevoeging aan de adressering op een brief bij wijze van beleefdheid [respect] |
| ankāman-アンカーマン | (televisie) vaste presentator; programmacoördinator |
| ankatto-アンカット | ongesneden [onopengesneden] (boek) |
| ankatto-アンカット | ongeslepen (diamand) |
| anken-案件 | een kwestie; de zaak in kwestie |
| ankensatsu-暗剣殺 | één van de richtingen [kompas-punten] in de Chinese astrologie; een noodlottige [ongeluk brengende] richting |
| anki-暗鬼 | een monster in de duisternis (d.w.z. die er lijkt te zijn, maar niet echt bestaat) |
| ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
| ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| anman-餡饅 | gestoomd (wit) broodje gevuld met bonenpasta |
| anmari-あんまり | restant; overblijfsel; rest;; overschot |
| anmonaito-アンモナイト | ammonieten (uitgestorven soort inktvissen) |
| anni-暗に | indirect; onuitgesproken; stilzwijgend; impliciet |
| annindōfu-杏仁豆腐 | amandeltofu (Chinees dessert, soort gelatinepudding gemaakt van abrikozenpitmelk, agar en suiker) |
| anpō-罨法 | een (warm of koud) kompres |
| ansatsudan-暗殺団 | doodseskader |
| anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | regeringsbestel in Frankrijk onder de Bourbons, voor de Franse revolutie |
| anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | oude gevestigde orde (van voordat er een omslag plaatsvond) |
| anshokyōfushō-暗所恐怖症 | nyctofobi (beklemmende vrees voor duisternis) |
| anshu-庵主 | het hoofd van een klooster; meester van de theeceremonie |
| anshū-暗愁 | zwaarmoedigheid; triestheid |
| antan-暗澹 | zwaarmoedig; mistroostig; droefgeestig |
| antō-案頭 | op het bureau; op de lessenaar [schrijftafel] |
| anzangan-安山岩 | andesiet (stollingsgesteente) |
| anzen-暗然 | verdrietig; triest; somber |
| anzenkamisori-安全剃刀 | veiligheidsscheermes |
| anzenkanri-安全管理 | veiligheidsbestuur; veiligheidscontrole |
| an'yaku-暗躍 | geheime manoeuvres |
| an・tsū・kā-アン・ツー・カー | all-weather wegdek [oppervlak]; (kunststof) baan die bestand is tegen alle weersinvloeden |
| aogai-青貝 | zeeslak |
| aogari-青刈り | het oogsten van gewassen terwijl ze nog groen [niet rijp] zijn (voor gebruik als veevoer of meststof) |
| aogiri-青桐 | Chinese parasol boom (Firmiana simplex) |
| aogu-仰ぐ | vereren; respecteren |
| aoi-葵 | (plant) malve; kaasjeskruid; stokroos |
| aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
| aojiru-青汁 | aojiru (Japanse groentesap gemaakt van groene groenten) |
| aojiso-青紫蘇 | groene perilla [shiso] (plant, Perilla frutescens var. acuta f. virilis) |
| aomi-青身 | het blauwachtige deel [vlees] van vissen |
| aosa-石蓴 | zeesla (een algensoort: Ulva pertusa) |
| aoshingō-青信号 | groen stoplicht; groen licht (ook fig.: toestemming) |
| aotagai-青田買い | studenten een baan aanbieden al voordat zij afgestudeerd zijn |
| aoyagi-青柳 | het vlees van een schelpdier, de stevige strandschelp bakagai (Mactra chinensis) |
| apīru-アピール | appel; beroep (rechtszaak); protest |
| aporia-アポリア | aporie; besluiteloosheid; radeloosheid; onoplosbaar probleem |
| appu-アップ | opgestoken haarstijl |
| appu-アップ | upload; geüpload bestand |
| appurōdo-アップロード | upload; geüpload bestand |
| apuriori-アプリオリ | a priori; vooraf beschouwd; van tevoren |
| ara-新 | (in kanji combinaties) nieuw; vers |
| araarakashiko-あらあらかしこ | (slotzin in brieven, van vrouwen) geschreven in haast; excuses voor de korte brief |
| arabesuku-アラベスク | arabesk; arabeske |
| aragyō-荒行 | ascese; ascetische oefeningen; strenge religieuze discipline |
| araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
| araizarai-洗い浚い | alles; geheel en al (zonder uitzondering) |
| arakabe-粗壁 | een muur die (na de eerste laag) nogmaals geschilderd moet worden |
| arakata-粗方 | voor het grootste deel; meestal; bijna [praktisch] alles |
| araki-粗木 | onbewerkt [nog niet geschaafd] blok hout; boomstam |
| aramusha-荒武者 | woeste [meedogenloze; onbevreesde; dappere] strijder [krijger] |
| aranami-荒波 | woeste golven; ruwe zee |
| arankagiri-あらん限り | alle macht; al het mogelijke; zijn uiterste best; alles bij elkaar |
| arano-荒野 | wildernis; woestenij |
| ararageru-荒らげる | zijn stem verheffen; agressief worden |
| araragi-蘭 | Japanese taxus (Taxus cuspidata) |
| arare-霰 | (gesneden) kleine blokjes [dobbelsteentjes] |
| arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
| araserareru-あらせられる | (erende vorm) zijn; bestaan |
| arashitaji-荒下地 | arriccio (pleisterlaag bij oude fresco schilderingen) |
| arasou-争う | bestrijden; betwisten |
| arasu-荒らす | verwoesten; vernielen; beschadigen\; breken |
| aratama-粗玉 | ruwe [ongeslepen] edelsteen |
| araumi-荒海 | ruige [woeste] zee |
| araware-表れ | uitdrukking; uiting; teken; uitkomst; resultaat |
| arayuru-凡ゆる | alles; elk(e); iedere |
| arazu-非ず | niet bestaan [zijn] |
| are-荒れ | verwoesting; verval (van een huis, e.d.) |
| arechi-荒れ地 | woestenij; wildernis; niemandsland |
| āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
| arigane-有り金 | beschikbaar geld; geld dat er voorhanden is |
| arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
| arikata-在り方 | stand van zaken; toestand; hoe iets ervoor staat |
| arimasu-あります | (er) zijn; bestaan |
| arimoshinai-有りもしない | onwaar; onecht; onwerkelijk; niet bestaand |
| arinsu-ありんす | bestaan; (er) zijn (een oude, beleefde vorm van arimasu, vooral gebruikt door prostituees en courtisanes in het Shin-Yoshiwara-dustrict in Edo) |
| arittake-有りっ丈 | alles wat als er is; zoveel als men heeft; alles bij elkaar |
| arizuka-蟻塚 | mierenhoop; mierennest |
| aru-有る | zijn; bestaan |
| aru-有る | beschikbaar zijn |
| āruetchiinshi-アールエッチいんし | resusfactor |
| arukadia-アルカディア | Arcadia; Arcadië (landschap op de Peloponnesus, Griekenland; in de literatuur voorgesteld als ideaal) |
| arukanakika-有るか無きか | bestaat het of bestaat het niet; ja of nee |
| arunashi-有る無し | aanwezigheid of afwezigheid; iets dat bestaat en iets dat niet bestaat; wanneer iets gebeurt of niet; hoe dan ook |
| aryū-亜流 | medestander; volgeling; aanhanger |
| asade-浅手 | klein wondje; vleeswond |
| asadora-朝ドラ | Japans televisieserie (drama) uitgezonden in ochtend |
| asagaeri-朝帰り | het 's ochtends vroeg thuiskomen (na de hele nacht te zijn weggeweest) |
| asagi-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
| asakaze-朝風 | ochtendbries; ochtendwind |
| asamashii-浅ましい | bespottelijk; meelijwekkend; zielig |
| asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
| asari-浅蜊 | Filipijnse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum) |
| asatsuki-浅葱 | bieslook (Allium schoenoprasum) |
| asebi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
| ashi-葦 | riet (Phragmites australis) |
| ashibi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
| ashidome-足止め | huisarrest |
| ashigata-足形 | (schoenmakers)leest |
| ashinagabachi-足長蜂 | papierwesp (wespensoort) |
| asobi-遊び | spel; amusement; vrijetijdsbesteding |
| asobigokoro-遊び心 | een speelse stemming [geest]; speelsheid |
| assaigan-圧砕岩 | een myloniet (een metamorfe steensoort, d.w.z. ontstaan uit een ander gesteente door metamorfose) |
| assaku-圧搾 | druk; pressie; het persen |
| assaku-圧搾 | compressie; samenpersing |
| assei-圧制 | tirannie; despotisme; onderdrukking |
| asshuku-圧縮 | compressie; samenpersing |
| asshukuhi-圧縮比 | de compressie-verhouding |
| asshukuki-圧縮機 | een compressor; perspomp |
| asshukuōryoku-圧縮応力 | persdruk-spanning; compressie-sterkte |
| asshukuritsu-圧縮率 | compressibiliteit; samendrukbaarheid |
| asubesuto-アスベスト | asbest |
| asuko-あすこ | daarginds (een plek bij de spreker en gesprekspartner verwijderd) |
| asunaro-翌檜 | Thujopsis dolabrata (boom uit de cipresfamilie) |
| asutorotāfingu-アストロターフィング | astroturfing (het door overheden of bedrijven in scène zetten van burgerinitiatieven om de indruk te wekken dat het spontane acties zijn) |
| atamadashi-頭出し | het vooraf een overzicht geven van de belangrijkste punten van een (zakelijke) presentatie |
| atarashigariya-新しがり屋 | trendsetter; nieuwtjesjager; iemand die dol is op nieuwigheden |
| atarihazure-当たり外れ | een kwestie van geluk; onvoorspelbaar; lukraak; met wisselend resultaat |
| atarimae-当たり前 | juist; geschikt; vanzelfsprekend; logisch; normaal |
| atariya-当たり屋 | iemand die succesvol is; iemand die veel geluk heeft (b.v. bij gokken) |
| atariyaku-当たり役 | (film of toneel) goede [succesvolle] rol |
| ataru-当たる | slagen; succes hebben; succesvol zijn; een prijs winnen |
| ataru-当たる | passend [geschikt] zijn; corresponderen (met) |
| atatakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
| ate--宛 | geadresseerd (aan) |
| ate-当て | dekkleed; bekleding; hoes; vulling |
| atebumi-宛文 | een officieel document (met daarin een persoonlijke opdracht of mandaat voor de geadresseerde) |
| atedo-当て所 | doel; bestemming |
| atedokoro-当て所 | adres |
| atedokoro-当て所 | doel; bestemming; bedoeling |
| atehamaru-当てはまる | passen; van toepassing zijn; overeenkomstig zijn [corresponderen] (met) |
| atekkosuru-当てっこする | (proberen te) zien wie er het beste kan raden [gissen] |
| atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
| atekomu-当て込む | rekenen op een goed resultaat; verwachten; uitzien naar |
| atemono-当て物 | een hoes; voering; vulling; vulsel; beschermlaag |
| atena-宛名 | adres; adressering |
| aterareru-当てられる | liefdesbetuigingen [in het openbaar] aanschouwen |
| ateru-充てる | toewijzen; toekennen; bestemmen (voor); reserveren |
| ateru-宛てる | adresseren [richten] aan |
| ateru-当てる | verdelen; uitdelen; toekennen; bestemmen; aanwijzen |
| ateru-当てる | slagen; succes hebben; winnen |
| atesaki-宛先 | adres; adressering |
| atetsuke-当て付け | een insinuatie [toespeling]; een hatelijke opmerking |
| atetsukeru-当て付ける | (demonstratieve) liefdesuitingen in het openbaar |
| ateumakōho-当て馬候補 | een proef [test] kandidaat |
| ātisuto-アーティスト | artiest; musicus; muzikant |
| ato-後 | restant; rest; overblijfsel |
| atobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
| atokin-後金 | de rest van de betaling; het resterende bedrag |
| atokusare-後腐れ | overblijvende [resterende; niet geheel opgeloste] problemen (voor later) |
| atsuraemuki-誂え向き | ideaal [heel geschikt] zijn (voor) |
| atsuraeru-誂える | een opdracht geven [verstrekken]; een bestelling plaatsen |
| atsuryokudantai-圧力団体 | pressiegroep; belangenvereniging |
| atsuryokuhenshitsu-圧力変質 | het verschijnsel dat gesteenten in aardlagen onder druk veranderen [metamorfoseren] |
| attakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
| au-合う | corresponderen; passen |
| au-合う | opbrengen wat werd verwacht; een goede investering blijken te zijn |
| autarukī-アウタルキー | autarkie; autarkische staat (met gesloten staatshuishouding) |
| autosōshingu-アウトソーシング | uitbesteding; outsourcing |
| awa-泡 | (lucht)belletjes; bubbel; schuim (van zeep, bier, etc.) |
| awaawashii-淡淡しい | ongeïnteresseerd; onverschillig; vaag |
| awabi-鮑 | zeeoor; abalone; zeeslak van de familie Haliotidae |
| awamori-泡盛 | awamori, gedestilleerde drank uit Okinawa op basis van rijst |
| awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
| awasete-合わせて | in totaal; alles bij elkaar [tezamen] |
| ayamaru-謝る | zich verontschuldigen; excuses aanbieden; zich excuseren (bij iemand voor iets) |
| azakeru-嘲る | spotten met; bespotten |
| azawarau-嘲笑う | uitlachen; bespotten; voor joker zetten |
| azekura-校倉 | pakhuis (op palen) met wanden gemaakt van horizontaal gestapelde boomstammen |
| azukarishiru-与り知る | op de hoogte zijn van; zich bewust zijn van; beseffen; betrokken zijn bij; te maken hebben met |
| azumageta-東下駄 | houten dames geta (soort sandalen) met tatami voering |
| azumakudari-東下り | historische term voor het vanuit Kyoto naar de oostelijke provincies (en Edo) reizen |
| azumaotoko-東男 | een man uit Edo, regio Kanto (werd beschouwd als sterk en mannelijk) |
| azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
| a・posuteriori-ア・ポステリオリ | a posteriori; achteraf (beschouwd); later; retrospectief |
| a・puriori-ア・プリオリ | a priori; vooraf beschouwd |
| ba-ば | (geeft de aanleiding van wat volgt, nl. een veronderstelling, betoog of beschouwing, etc. van iem.) gezien... |
| ba-ば | (in de combinaties naraba, iwaba, tatoeba, etc. gebruikt als bijwoord) namelijk; wat betreft; als het |
| ba-罵 | (in kanji-combinaties) beledigen; uitschelden |
| ba-羽 | (in kanji-combinaties) veer; vleugel |
| ba-馬 | (in kanji-combinaties) paard |
| bachirusu-バチルス | pest; plaag (fig.) |
| bachisukāfu-バチスカーフ | bathyscaaf (duiktoestel voor diepzeeonderzoek) |
| bādo・sankuchuari-バード・サンクチュアリ | vogelreservaat (beschermd gebied voor vogels) |
| bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| bagen-罵言 | gescheld; beledigingen; scheldwoord(en) |
| bai-培 | (in kanji combinaties) het kweken; laten groeien |
| bai-売 | (in kanji combinaties) verkoop; verkopen |
| bai-媒 | (in kanji combinaties) bemiddelen |
| bai-梅 | (Prunus mume) Japanse abrikoos; Chinese pruim |
| bai-貝 | (een soort zeeslak) Japanese Babylon; Japanese ivoren schelp |
| bai-貝 | draaitol (traditioneel gemaakt van de Japanese Babylon schelp) |
| bai-買 | (in kanji combinaties) kopen |
| bai-陪 | (in kanji combinaties) samenkomen; bijwonen; aanwezigheid |
| baibaisason-売買差損 | handelsverlies; verlies uit koop- en verkoop |
| baiben-買弁 | comprador; Chinese handelsagent |
| baidoku-梅毒 | syfilis; lues |
| baijū-陪従 | aanwezigheid; bijwoning; present zijn |
| baika-梅花 | pruimenbloesem(s) |
| baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
| baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
| bainiku-梅肉 | het vruchtvlees [de moes; de pulp] van umeboshi (ingemaakte pruimen) |
| bairitsu-倍率 | (kwaliteit; prestatie) graad; rangorde; klasse |
| baisupurejidento-バイスプレジデント | vicepresident |
| baito-バイト | byte (eenheid van informatie bestaande uit 8 bits) |
| bakabayashi-馬鹿囃子 | orkest [muziek] bij een festival |
| bakarashii-馬鹿らしい | dom; absurd; belachelijk; bespottelijk; ongerijmd; zinloos |
| bakemono-化け物 | monsters; (boze) geesten; spoken |
| baken-馬券 | weddenschapskaart voor paardenraces |
| bakka-幕下 | Chinese benaming van een shogun; erenaam van een shogun |
| bakka-幕下 | ondergeschikte; volgeling; dienaar; huisbediende |
| bakkan-麦稈 | tarwestro (gedorste tarwehalmen) |
| bakken-バッケン | skibinding (clip voor het bevestigen van de ski aan de schoen) |
| bakkuappu-バックアップ | reservekopie; backup (computerterm) |
| bakkuru-バックル | gesp (aan een riem) |
| bakkusutoretchi-バックストレッチ | het gedeelte van een ovale renbaan aan de andere kant van de tribune (parallel aan de homestretch) |
| bākōdo-バーコード | barcode; streepjescode |
| baku-瀑 | (in kanji combinaties) waterval |
| baku-爆 | uitbundig gelach [geschreeuw] |
| baku-縛 | het vastbinden; arresteren |
| baku-麦 | (in kanji combinaties) graan |
| bakubaku-漠漠 | uitgestrekt; grenzeloos; eindeloos |
| ban-バン | bestelwagen; bestelauto |
| ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
| ban-板 | (in kanji combinaties) plank; plaat |
| ban-磐 | (in kanji combinaties) grote steen |
| ban-蕃 | (in kanji combinaties) buitenland; (onbeschaafde) buitenlanders |
| ban-蛮 | (in kanji combinaties) onbeschaafde volkeren |
| banbanjī-バンバンジー | Bon bon kip (Chinees kipgerecht) |
| banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
| banbutsu-万物 | alles tussen hemel en aarde (alle levende wezens en dingen in de schepping) |
| banchi-番地 | (computer) adres |
| bandomasutā-バンドマスター | bandleider; orkestleider; dirigent |
| banguradeshu-バングラデシュ | Bangladesh |
| baniku-馬肉 | paardenvlees |
| banji-万事 | alle dingen [zaken; feiten]; alles |
| bankan-万感 | stortvloed van emoties |
| banketto-バンケット | banket; feestmaal |
| bankoku-万国 | alle landen [naties] (in de wereld); de hele wereld |
| bankonsakusetsu-盤根錯節 | complexe [ingewikkelde] zaken [kwesties] |
| banrei-万霊 | veelheid [myriade] aan zielen [geesten] |
| banrinochōjō-万里の長城 | De Chinese Muur |
| bansan-晩餐 | banket; feestelijk diner |
| banzai-万歳 | iets feestelijks; iets om te vieren |
| ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'yū-万有 | (alles in) het universum; de gehele schepping |
| ban・arentai-バン・アレン帯 | Van Allengordels (stralingsgordels of deeltjesgordels) |
| baraniku-肋肉 | ribstuk zonder bot (m.n. van varkens- of rundvlees); uitgebeend ribstuk |
| barazushi-ばらずし | kom sushirijst met verschillende ingrediënten erover gestrooid |
| baree・dansā-バレエ・ダンサー | balletdanser(es) |
| baren-馬簾 | lange stroken papier of leer bevestigd aan een matoi (standaard) |
| baren-馬簾 | kwastjes aan de zomen van Kabuki theaterkostuums |
| barerīna-バレリーナ | ballerina; balletdanseres |
| bareru-ばれる | een vis die aan de haak was geslagen laten ontsnappen |
| bāresuku-バーレスク | burleske; parodie; klucht |
| baryū・enjiniaringu-バリュー・エンジニアリング | waardeanalyse (een systematische methode om de waarde van projecten, processen of diensten te verbeteren) |
| bashin-馬身 | paardlengte; de lengte van een paard (bij paardenraces gebruikt om de afstand tussen paarden aan te geven) |
| bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
| basopuresshin-バソプレッシン | vasopressine; antidiuretisch hormoon (ADH) |
| bassari-ばっさり | resoluut; drastisch; doortastend; in één klap |
| basshi-抜歯 | tand [kies] extractie; het trekken van een tand of kies |
| batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
| batchiri-ばっちり | perfect; uitstekend; precies goed; voldoende; genoeg |
| bateren-バテレン | Portugese jezuïet priester |
| baton-バトン | estafettestokje |
| batoru・roiyaru-バトル・ロイヤル | battle royale (wedstrijdtype bij worstelen en computergames) |
| batsu-ばつ | toestand; situatie |
| batsu-伐 | (in kanji combinaties) hout hakken; (de vijand) verslaan |
| batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
| batsu-罰 | straf; boete; bestraffing |
| batsuichi-バツイチ | Iemand die 1 keer gescheiden is |
| bauhausu-バウハウス | Bauhaus (Hogeschool voor architectuur, opgericht in 1919 in Weimar) |
| baumukūhen-バウムクーヘン | Duitse laagjescake (lijkt op boomringen) |
| baute-場打て | je ergens terneergeslagen [ontmoedigd] voelen |
| bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
| bea-ベア | bassier; baissespeculant (effecten) |
| bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
| bēguru-ベーグル | (tennis) setwinst of -verlies met 6-0 |
| bei-米 | (in kanji combinaties) rijst |
| beien-米塩 | rijst en zout (essentieel voor het leven) |
| beiju-米寿 | 88ste verjaardag (die in Japan speciaal en feestelijk wordt gevierd) |
| beikokuzaimushōshōken-米国財務省証券 | Amerikaanse staatsobligaties (ook wel Treasuries, of Treasurys, genoemd) |
| beirenpōsōsakyoku-米連邦捜査局 | (Federal Bureau of Investigation) FBI, federale politie en inlichtingendienst van de VS |
| bēkāpuran-ベーカープラン | Baker Plan (door Amerika in de VN voorgesteld plan voor zelfbeschikkingsrecht voor Westelijke Sahara) |
| bekutā-ベクター | vector (med., drager van besmetting) |
| bekutoru-ベクトル | vector (med., drager van besmettingen) |
| benchi・wōmā-ベンチ・ウォーマー | (sport) bankzitter; vaste reserve |
| benishōga-紅生姜 | pickles van rode reepjes gember (ingemaakt in azijn) |
| benkei-弁慶 | een bundel stro die gebruikt kan worden om visspiesjes in te prikken |
| benri-便利 | gemak; handigheid; geschiktheid |
| bensai-弁才 | welsprekendheid; welbespraaktheid; eloquentie |
| benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
| bentōten-弁当店 | uitspanning of kleine winkel waar lunches worden verkocht (vaak in treinstations); snelbuffet |
| benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| benzetsu-弁舌 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| berudatchio-ベルダッチオ | verdaccio (een monochrome groene onderschildering in fresco's en schilderingen) |
| besshi-別紙 | bijlage; bijgevoegd [begeleidend; ingesloten] document [blad] |
| besuto-ベスト | beste; meest goede |
| besutoban-ベスト版 | beste editie; beste uitgave |
| besutoserā-ベストセラー | bestseller; succesboek; veel verkocht boek [artikel] |
| besuto・kondishon-ベスト・コンディション | beste conditie; topform |
| beta-ベタ | betta; Siamese kempvis |
| betomin-ベトミン | Vietminh (Vietnamese verzetsbeweging, opgericht in 1941 door Ho Tsi Minh) |
| betsu-蔑 | (in kanji combinaties) neerkijken op; minachten; verachten |
| betsugū-別宮 | ondergeschikte schrijn (binnen een shinto heiligdom) |
| betsuji-別辞 | afscheidsrede; afscheidstoespraak |
| betsumondai-別問題 | een andere kwestie; een ander geval; iets anders |
| bettari-べったり | geplakt; uitgesmeerd; gelijmd; gekleefd |
| bettotsumitatekin-別途積立金 | apart reservefonds |
| bian-ビアン | (afk. voor) lesbisch; lesbienne |
| bianbā-ビアンバー | lesbische bar |
| bibinba-ビビンバ | Koreaans gerecht van rundvlees, groenten en rijst |
| bichiku-備蓄 | reserve; opslag; voorraad; het in reserve [voorraad] houden [opslaan] |
| bichikusuru-備蓄する | opslaan; in reserve [voorraad] houden |
| bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
| bifizusukin-ビフィズス菌 | Bifidobacterium bifidum (bacteriesoort) |
| bīfu-ビーフ | rundvlees |
| bifū-微風 | lichte wind; zacht briesje |
| bīfun-ビーフン | mihoen, (Chinese) rijstvermicelli |
| bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
| biggu・bando-ビッグ・バンド | groot (jazz of dans) orkest |
| bihindaichō-備品台帳 | inventaris(lijst); boedelbeschrijving |
| biishiki-美意識 | gevoel voor schoonheid; esthetisch gevoel |
| bijin-美人 | Chinese hofdame (Han-periode) |
| bijinesu・kurasu-ビジネス・クラス | businessclass (in vliegtuig) |
| bijō-尾錠 | gesp |
| bijuaru・purezentēshon-ビジュアル・プレゼンテーション | visuele presentatie |
| bijutsushi-美術史 | kunstgeschiedenis; kunsthistorie |
| bikkuri-びっくり | (onomatopee) verbaasd; verbijsterd; geschrokken |
| bimi-美味 | delicatesse; lekkernij |
| bimokushūrei-眉目秀麗 | (meestal van mannen) knap uiterlijk; er goed uitzien |
| bin-瓶 | fles; kan; kruik |
| binbīru-瓶ビール | flessenbier; gebotteld bier |
| bindingu-ビンディング | binding (voor het bevestigen van ski aan schoen) |
| binsen-便船 | (reizen met) de (eerste) beschikbare boot |
| birō-檳榔 | Chinese schermpalm [waaierpalm] (Livistona chinensis) |
| birushanabutsu-毘盧遮那仏 | Vairocana (één van de vijf dhyani-Boeddha's en de centrale Boeddha van het esoterisch boeddhisme) |
| biryoku-微力 | (een bescheiden term voor) de eigen [mijn] bekwaamheden [kracht] |
| bisō-美装 | mooie kleding; het zich mooi [elegant] kleden presenteren]; iets mooi aankleden; verfraaien |
| biso-鼻疽 | kwade droes (ziekte van eenhoevige dieren, m.n. paarden) |
| bisōsuru-美装する | zich mooi [netjes; elegant] aankleden; iets [zich] mooi presenteren |
| bisuketto-ビスケット | beschuit |
| bisutoro-ビストロ | bistro; eetcafé; klein restaurant |
| bīto-ビート | rode biet; bietjes |
| biyaku-媚薬 | afrodisiacum; liefdesdrank |
| bō-冒 | (in kanjicombinaties) risico; gevaar; begin; opening |
| bo-募 | (in kanji combinaties) vragen; werven |
| bō-坊 | kamer [hut; woning] van een Boeddhistische priester |
| bō-忘 | (in kanji combinaties) vergeten |
| bo-慕 | (in kanji combinaties) verlangen; nostalgie; liefhebben; gehecht zijn aan; bewonderen |
| bo-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| bō-房 | kamer [zaal] een van de traditionele Chinese sterrenbeelden [asterismes] |
| bo-暮 | (in kanji combinaties) zonsondergang; schemering; avond; einde |
| bō-望 | (in kanji combinaties) vooruit [in de verte] kijken; hopen; verwachten; verlangen |
| bo-母 | (in kanji combinaties) moeder |
| bō-茅 | (in kanji combinaties) riet (zoals gebruikt voor dakbedekking) |
| bōatsu-暴圧 | grote druk [pressie] |
| bōbaku-茫漠 | uitgestrekt [onbegrensd; oneindig wijds; grenzeloos; vaag; onduidelijk] zijn |
| bōbō-茫茫 | weids; uitgestrekt; grenzeloos |
| bodaiji-菩提寺 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodaisho-菩提所 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodikon-ボディコン | bodycon, silhouet accentuerende modestijl |
| bodīsūtsu-ボディースーツ | bodysuit (kledingstuk dat nauw om het lichaam sluit); damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat |
| bodī・konshasu-ボディー・コンシャス | silhouet accentuerende modestijl |
| bōei-防衛 | bescherming; verdediging |
| bōekiseigen-貿易制限 | handelsrestrictie |
| bōenkyō-望遠鏡 | telescoop |
| bōfū-防風 | wind beschutting; windscherm; bescherming tegen de wind [tocht] |
| bōgo-防護 | bescherming; bewaring |
| bōgu-防具 | (bij kendo) beschermende uitrusting (helm, borstbeschermer, handschoenen, riem) |
| bōgyo-防御 | verdediging; bescherming |
| bōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
| boiki-墓域 | begraafplaats; kerkhof; stuk grond gereserveerd als begraafplaats |
| boirā-ボイラー | boiler; heetwaterketel; stoomketel; warmwaterreservoir |
| bōjakubujin-傍若無人 | arrogantie; onbeschoftheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
| bōkan-防寒 | winterbescherming; bescherming tegen de kou |
| bokkuri-木履 | traditionele gelakte houten sandalen (geta) voor meisjes |
| bokkusu-ボックス | afgesloten stalruimte (voor 1 dier) |
| bōkō-暴行 | aanval; bestorming |
| bōkoku-亡国 | verwoest land; nationale ondergang |
| bōkon-亡魂 | geest [ziel] van een dode [overledene] |
| boku-僕 | ik; mij (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
| bōkun-亡君 | (iemands) overleden meester [heer] |
| bōkun-暴君 | despoot; tiran |
| bokuseki-墨跡 | (vooral in Japan) het schrijfwerk van Zen-boeddhistische priesters |
| bokutachi-僕達 | wij; ons (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
| bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonbe-ボンベ | gascilinder; gasfles |
| bonbon-ボンボン | suiker- of chocoladesnoepje (met vulling) |
| bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
| bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonsai-梵妻 | vrouw [echtgenote] van een boeddhistisch priester |
| bontan-文旦 | pompelmoes |
| bonten-梵天 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
| bon'odori-盆踊り | de dans van het Bon festival |
| bōontairu-防音タイル | akoestische [geluidswerende] tegel |
| bōrei-亡霊 | de geest van een overledene |
| boroboro-ぼろぼろ | (onomatopee) het vallen van druppels [stukjes]; brokkelig (worden); vergaan [versleten] raken; gerafeld worden |
| boroboro-ぼろぼろ | in stukjes; een voor een; verspreid; de een na de ander |
| borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
| bōrui-防塁 | burcht; bolwerk; verdedigingswerk; vesting |
| bōsei-暴政 | tirannie; despotisme; onderdrukking door de overheid |
| bōsekiito-紡績糸 | gesponnen draad; spindraad |
| bōshisuru-防止する | voorkomen; preserveren; goedhouden |
| bōshitsu-亡失 | het verlies (van iets) |
| bōshō-傍証 | ondersteunend [indirect] bewijs; bevestiging |
| bōsho-防暑 | bescherming tegen hitte |
| bōsō-暴走 | het rijden zonder bestuurder (b.v. door handrem vergeten) |
| bosshū-没収 | verbeurdverklaring; inbeslagname; confiscatie; beslaglegging |
| bosshūsuru-没収する | in beslag nemen; confisqueren; beslag leggen op; verbeurdverklaren |
| bōsui-防水 | waterbestendig [waterproef; waterproof ] zijn |
| bōsuisei-防水性 | waterbestendigheid |
| botandaun-ボタンダウン | overhemd waarvan de kraag d,m,v, knoopjes vastgezet kan worden |
| botoru-ボトル | fles |
| botorunekku-ボトルネック | flessenhals; obstakel; knelpunt |
| botsunyūsuru-没入する | toegewijd zijn; volledig opgaan in iets; geheel in beslag genomen zijn (door; met) |
| bottō-没頭 | toewijding; het in-beslag-genomen zijn (door); verdiept zijn (in) |
| bottōsuru-没頭する | opgaan in; in-beslag-genomen zijn (door); toegewijd zijn (aan) |
| bōyomi-棒読み | monotone voordracht [oplezing] (zonder pauzes of intonatie) |
| bōyomi-棒読み | het Chinese teksten fonetisch lezen |
| bōzu-坊主 | boeddhistische priester [monnik]; hoofdpriester van een tempel |
| bōzu-坊主 | een kaalgeschoren hoofd |
| bu-侮 | (in kanji combinaties) verachten; neerkijken op; minachten; bespotten |
| bubunhin-部分品 | (reserve)onderdelen; componenten; bestanddelen |
| budan-武断 | militarisme; militaire macht [bestuur] |
| buerusaiyujōyaku-ヴェルサイユ条約 | Verdrag van Versailles |
| bugen-誣言 | smaad; valse beschuldiging |
| buhin-部品 | (reserve)onderdeel; component; bestanddeel |
| bui-武威 | militaire macht [kracht; prestige] |
| bui・chippu-ブイ・チップ | antigeweldchip (in tv-toestellen) |
| buka-部下 | volgeling; ondergeschikte |
| bukkaki-打っ欠き | geschaafd; versplinterd |
| bukke-仏家 | boeddhistische priester |
| bukkingu-ブッキング | reservering |
| bukko-物故 | (formele term in geschriften voor) het overlijden; sterven; de dood; |
| bukku・rebyū-ブック・レビュー | boekbespreking; boekrecensie |
| bukoku-誣告 | valse beschuldiging; smaad; laster |
| bun-文 | zin; zinsnede; tekst; geschrift |
| bun-聞 | (in kanji combinaties) horen; luisteren; vernemen; gerucht |
| bunan-無難 | veilig [redelijk; geschikt; aanvaardbaar; adequaat] zijn |
| bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
| bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
| bunchi-文治 | burgerlijke macht; civiel bestuur |
| bunchin-文鎮 | presse-papier |
| bundoru-分捕る | veroveren; in beslag nemen; plunderen |
| bungo-文語 | de geschreven taal; schrijftaal |
| bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
| bunji-文辞 | woorden [bewoording] in een (geschreven) tekst |
| bunka-文化 | cultuur; beschaving; civilisatie |
| bunka-文科 | de geesteswetenschappen; de sociale wetenschappen; vrije kunsten |
| bunkai-分解 | fatorisatie (wiskunde); resolutie (chemie) |
| bunkan-文官 | ambtenaar; (hof)functionaris belast met bestuurstaken |
| bunkanohi-文化の日 | Dag van de cultuur (nationale feestdag, 3 november) |
| bunkasai-文化祭 | cultureel festival (op scholen, universiteiten, gevangenisinstellingen e.d.) |
| bunkashi-文化史 | culturele geschiedenis; cultuurgeschiedenis |
| bunken-文献 | handgeschreven of gedrukte verslaggeving voor onderzoeksdoeleinden |
| bunkotsu-分骨 | de as [beenderen] van overledenen op verschillende locaties verstrooien [begraven] |
| bunmei-文明 | beschaving; civilisatie |
| bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
| bunmeishi-文明史 | beschavingsgeschiedenis; cultuurgeschiedenis |
| bunmyaku-文脈 | context (van geschreven zinnen) |
| bunretsu-分裂 | het uiteen vallen; desintegratie; opsplitsing; ontbinding |
| bunseki-文責 | verantwoording voor een geschreven tekst [artikel] |
| bunsho-分署 | vestiging; filiaal; bijkantoor |
| bunshō-文章 | een zin; tekst; essay; geschrift |
| bunshōgo-文章語 | woord dat voornamelijk in geschreven taal wordt gebruikt |
| buntsū-文通 | briefwisseling; correspondentie |
| buonfuresuko-ブオンフレスコ | Buon fresco is een fresco-schildertechniek (waarbij alkalibestendige pigmenten, vermalen in water, worden aangebracht op nat gips) |
| buraindo-ブラインド | zonnescherm; jaloezie |
| buraindo・tesuto-ブラインド・テスト | blindtest |
| burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
| buraunkan-ブラウン管 | kathodestraalbuis; beeldbuis |
| burausu-ブラウス | bloes; blouse |
| burei-無礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onbeschaafdheid |
| bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
| buri-振り | (gasten) die zonder reservering in een restaurant, hotel, etc. komen |
| burīchi-ブリーチ | breuk; bres |
| burōnī-ブローニー | Brownie (fototoestel) |
| burū-ブルー | neerslachtig; triest |
| burūberī-ブルーベリー | (Amerikaanse) bosbes (Vaccinium) |
| burumā-ブルマー | damesslip; damesonderbroek |
| burūmā-ブルーマー | damesslip; damesonderbroek |
| burūsu-ブルース | blues (muziek) |
| bushitsuke-不躾 | lomp; ongemanierd; onbeschaafd; onbeschaamd; brutaal |
| bushitsukemono-不躾者 | een lompe [ongemanierde; onbeschaafde; onbeschaamde; brutale; onbeschofte] persoon |
| busshin-物心 | het stoffelijke en het geestelijke |
| busshin-物神 | materie en geest [ziel] |
| bussho-仏書 | boeddhistische geschriften [teksten] |
| busshuman-ブッシュマン | Bosjesman (lid van een dwergstam in Afrika) |
| busso-仏祖 | een hogepriester die door het zenboeddhisme een religieuze staat heeft bereikt |
| busui-無粋 | onbeschaaftheid; tactloosheid; slechte smaak |
| buta-豚 | varkensvlees |
| butaniku-豚肉 | varkensvlees |
| butchigiru-打っ千切る | met een ruime marge winnen (m.n. bij paardenraces) |
| butsu-物 | (in politie jargon) gestolen goederen |
| butsudō-仏道 | de boeddhistische leer [doctrines] |
| butten-仏典 | boeddhistisch geschriften (zoals soetra's e.d.) |
| byō-病 | (in kanji combinaties) ziekte; aandoening; kwaal; zwakte; slechte gewoonte |
| byōbō-渺茫 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
| byōbyō-渺渺 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
| byōdō-廟堂 | mausoleum; een plaats waar de geesten van voorouders worden aanbeden |
| byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
| byōjō-病状 | ziekteverschijnsel; ziektebeeld; ziekteproces; ziekteverloop |
| byōsha-描与 | beschrijving (in woorden, muziek, e.d.) |
| byōsha-描写 | beschrijving; weergave; afbeelding; voorstelling |
| byuffe-ビュッフェ | restauratie in een trein |
| byuffe-ビュッフェ | buffet (tafel met uitgestalde gerechten) |
| cha-茶 | thee; groene thee (meestal in de vorm お茶) |
| chacha-茶茶 | onderbreking (van een gesprek, e.d.) |
| chadokoro-茶所 | theeplantage; regio met theeplantages |
| chadokoro-茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| chadokoro-茶所 | theewinkel; theehuis; theesalon |
| chāhan-チャーハン | (Chinees) gerecht van gebakken rijst |
| chaibu-チャイブ | bieslook (Allium schoenoprasum) |
| chainīzuhowaito-チャイニーズホワイト | Chinees wit (pigment, voornamelijk in waterverf) |
| chairotsubame-茶色燕 | bruine zwaluw; rotszwaluw (Ptyonoprogne rupestris) |
| chāji-チャージ | beschuldiging; telastlegging |
| chājingu-チャージング | beschuldigen; aanklagen; bevelen |
| chakkari-ちゃっかり | sluw; leep; geslepen |
| chakkā・būtsu-チャッカー・ブーツ | Chucker laarsjes (Chukka laarsjes) |
| chaku-嫡 | (in kanji combinaties) wettige echtgenote; kind van een wettige echtgenote |
| chaku-着 | (in kanji combinaties) het aankomen; arriveren |
| chakuryū-嫡流 | rechtstreekse afstammingslijn; de hoofdtak [hoofdlijn] van een geslacht [familie] |
| chakushin-着信 | ontvangst van een bericht [telefoontje; correspondentie] |
| chakushō-着床 | innesteling; nedatie; innidatie (van eicellen) |
| chama-ちゃま | (variant van sama; gehecht aan de naam van [of verwijzing naar] een persoon, drukt respect uit) meneer; mevrouw |
| chameshi-茶飯 | fijngehakte groene thee gemengd met gekookte rijst (Nara chameshi) |
| chameshi-茶飯 | rijst gekookt met sojasaus en sake (sakurameshi) |
| chāmu・sukūru-チャーム・スクール | etiquetteschool (voor meisjes) |
| chanoko-茶の子 | versnapering; cake; snoepjes (oorspronkelijk voor bij de thee) |
| chanto-ちゃんと | precies; netjes; behoorlijk |
| chantoshita-ちゃんとした | correct; passend; geschikt; netjes |
| chapusui-チャプスイ | chop suey; tjaptjoi (Chinees groentegerecht) |
| chārusuton-チャールストン | charleston (dans) |
| chashibu-茶渋 | theeaanslag; aanslag van thee in kopjes [kommetjes] |
| chāshū-チャーシュー | Char siu (Chinees gerecht van geroosterd varkensvlees) |
| chatto-チャット | gesprek; praatje; geklets |
| chawanmushi-茶碗蒸し | Japans eiercustard gerecht, dat traditioneel wordt gestoomd in een theekom |
| chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| chekkā・furaggu-チェッカー・フラッグ | zwart-wit geblokte finishvlag (autoraces) |
| chekku-チェック | controle; toets; test |
| chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
| cheresuta-チェレスタ | celesta (muziekinstrument) |
| chi-池 | (in kanji combinaties) vijver; put; reservoir |
| chibi-ちび | (in combinaties) versleten |
| chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
| chibu-恥部 | geslachtsdelen; edele delen |
| chichikuru-乳繰る | een geheime liefdesaffaire hebben (met) |
| chienetsu-知恵熱 | (lett. wijsheidskoorts) plotseling opkomende (en kortdurende) koorts bij baby's (vaak geassocieerd met het tandjes krijgen) |
| chifusu-チフス | tyfus (besmettelijke ziekte) |
| chīfu・eguzekutibu-チーフ・エグゼクティブ | hoofddirecteur; algemeen directeur; president |
| chigaidana-違い棚 | planken die niet precies boven (of naast) elkaar zijn gemonteerd maar verspringen (deels overlappend) |
| chihōbunken-地方分権 | decentralisatie van de macht (bestuurlijke bevoegdheden bij lokale overheden) |
| chijin-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
| chijōi-知情意 | verstand, emotie en wil (van de menselijke geest) |
| chijoku-恥辱 | schande; vernedering; belediging; beschaamd zijn |
| chikakakujikken-地下核実験 | ondergrondse kernproef [nucleaire test] |
| chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
| chikaramake-力負け | verlies door krachtsverschil (met sterkere tegenstander) |
| chikaramake-力負け | verlies door teveel verspilling van kracht (in het begin) |
| chikaramochi-力持ち | sterke [gespierde] man |
| chikarashiba-力芝 | lampenpoetsersgras (Pennisetum alopecuroides) |
| chikin-チキン | kippenvlees; kip |
| chikuhaku-竹帛 | boek; geschiedenis; geschiedenisboek; historisch verslag |
| chikuji-逐次 | de één na de ander; successievelijk; achtereenvolgens |
| chikusanbutsu-畜産物 | dierlijke producten (zoals melk, eieren, vlees; wol, etc.) |
| chikuzenni-筑前煮 | Japans gerecht (uit Kyushu) van gestoofde kip en groenten |
| chimimōryō-魑魅魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
| chin-朕 | (gebruikt als keizerlijke zelfaanduiding) ik (of pluralis majestatis) wij |
| chinchō-珍重 | het veel waarde hechten aan; iets koesteren; met zorg bewaren |
| chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
| chingaizai-鎮咳剤 | hoestdrank; antitussivum; hoeststillend middel |
| chinjutsusho-陳述書 | (geschreven) verklaring (van direct betrokkene, getuige, e.d.) |
| chinkon-鎮魂 | zielenrust (van een gestorvene) |
| chinpei-鎮兵 | (Nara-Heian periode) verdedigingsleger (voor de provincies Mutsu en Dewa in Japan) |
| chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
| chinshasuru-陳謝する | zich verontschuldigen; excuses maken [aanbieden] |
| chinshi-琛贄 | giften [geschenken] aan de vorst |
| chintei-鎮定 | onderdrukking; repressie |
| chintsū-鎮痛 | pijnbestrijding; pijnverlichting |
| chin'atsu-鎮圧 | onderdrukking; repressie; onderwerping |
| chin'utsu-沈鬱 | somberheid; zwaarmoedigheid; depressie; melancholie |
| chirarito-ちらりと | eventjes; vluchtig; toevallig |
| chirashi-散らし | chirashi-sushi (sushigerecht gereserveerd in een kom waarbij de ingrediënten los en gemengd bovenop de sushirijst liggen) |
| chirashizushi-散らし寿司 | een kom sushirijst met verschillende soorten ingrediënten erover gestrooid |
| chirimen-縮緬 | crêpe; krip (gekroesd, niet-glanzend weefsel) |
| chirimenjako-縮緬雑魚 | gedroogde kleine visjes |
| chirimenjiwa-縮緬皺 | fijne rimpeltjes |
| chirirenge-散り蓮華 | Chinese porseleinen lepel |
| chirori-銚釐 | een koperen of messing kan om sake in te verwarmen |
| chirudo・bīfu-チルド・ビーフ | gekoeld rundvlees |
| chishi-知歯 | verstandskies |
| chisō-馳走 | feestmaal; voortreffelijk gerecht |
| chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
| chitoseame-千歳飴 | een rood-witte snoepstok verkocht op festivals voor kinderen |
| chō-嘲 | (in kanji combinaties) bespotten; uitlachen; honen |
| chō-脹 | (in kanji combinaties) zwelling |
| chōaisuru-寵愛する | sympathie [genegenheid] hebben; liefhebben; beschermen; (iem.) protegeren |
| chōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
| chōchin-提灯 | lantaarn; lampion; Japanse [Chinese] papieren lantaarn |
| chōchō-町長 | burgemeester van een kleine stad |
| chōdo-丁度 | precies (goed); juist; exact |
| chōen-腸炎 | enteritis; darm(slijmvlies)ontsteking |
| chōjin-超人 | (in de filosofie van Nietzsche) übermensch (lichamelijk en geestelijk hoger type mens) |
| chōjūhogoku-鳥獣保護区 | wildreservaat; beschermd gebied voor vogels en wilde dieren |
| chōka-長歌 | langere vorm van waka-poëzie, met regels van 5 en 7 lettergrepen, die afwisselend minstens drie keer worden herhaald (meestal eindigend met 7) |
| chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
| chōkakinmuteate-超過勤務手当 | vergoeding [toeslag; premie] voor overwerk |
| chōkeshi-帳消し | het wegstrepen (winst of verlies); compenseren |
| chokki-チョッキ | jasje; colbert; vest |
| chokkura-ちょっくら | een beetje; kort; een momentje; eventjes |
| chokochoko-ちょこちょこ | lopend met kleine pasjes; waggelend |
| chōkokutō-彫刻刀 | beitel; mesje voor houtsnijwerk; graveernaald |
| chokozai-猪口才 | onbeschaamdheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
| chokudoku-直読 | het hardop voorlezen van Chinese teksten (in de originele Chinese volgorde) |
| chokuhitsu-直筆 | de zaken beschrijven zoals die feitelijk zijn (zonder uitweidingen) |
| chokuretsukairo-直列回路 | serieschakeling |
| chokusai-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
| chokusai-直裁 | een direct [onmiddellijk; regelrecht] besluit [oordeel] |
| chokusenshū-勅撰集 | poëziebloemlezing samengesteld in opdracht van de keizer |
| chokusetsu-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
| chokusha-直射 | gerichte (frontale) beschieting |
| chokushanikkō-直射日光 | direct zonlicht [zonnestralen] |
| chōkyoridenwa-長距離電話 | internationaal [interlokaal] telefoongesprek |
| chōme-丁目 | straatblok of woonwijk (aanduiding op Japanse adressen) |
| chōmon-聴聞 | het luisteren naar (een lezing, toespraak, preek, etc.) |
| choppu-チョップ | karbonade; kotelet (stuk vlees) |
| chōriba-調理場 | (professionele) keuken (zoals b.v. in restaurants) |
| chōrō-嘲弄 | minachting; bespotting; hoon |
| chōrō-長老 | een oudere; senior; nestor |
| chorogi-草石蚕 | Chinese [Japanese] artisjok (Stachys sieboldii.) |
| choroi-ちょろい | eenvoudig; gemakkelijk; simpel (van geest) |
| chōsa-調査 | onderzoek; research; inspectie |
| chōsakekka-調査結果 | bevindingen [uitslag] van een politieonderzoek; onderzoeksresultaat |
| chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
| chosakubutsu-著作物 | een geschreven [gecomponeerd] werk (boek, muziekstuk, e.d.) |
| chōsei-町制 | bestuurlijk systeem van een stad; stedelijke structuur; stadsorganisatie |
| chōsei-調製 | het vervaardigen op bestelling; het bereiden op recept (medicijnen; voedsel) |
| chōsen-挑戦 | moeilijke test [opdracht] |
| chōshi-銚子 | schenkkan [ketel; kruik] voor sake (rijstwijn); sakefles |
| chosho-著書 | boek; geschreven werk; tekst |
| chōsho-調書 | verslag van onderzoeksresultaten |
| chōshū-徴収 | incassering (van belastingen, leges e.d.) |
| chosuichi-貯水池 | (water) reservoir; spaarbekken |
| chōtokkyū-超特急 | hoge snelheidstrein; superexpress trein |
| chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
| chotto-ちょっと | eventjes; kort; een momentje; een beetje |
| chōyō-重陽 | Chrysanten Festival (9 sept. volgens de maankalender) |
| chōzaigijutsuryō-調剤技術料 | kosten voor uitgifte van voorgeschreven medicatie |
| chozōbutsu-貯蔵物 | voorraad; reserves; inventaris |
| chozōhin-貯蔵品 | voorraad; (opgeslagen) goederen |
| chūcho-躊躇 | aarzeling; besluiteloosheid |
| chūchosuru-躊躇する | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
| chūgen-中元 | de 15de dag van de 7de maand (van de maankalender), de laatste dag van het Obon festival |
| chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
| chūgen-忠言 | goed [eerlijk] advies; goede raad |
| chūgokugo-中国語 | het Chinees; de Chinese taal |
| chūgokujin-中国人 | een Chinees |
| chūi-注意 | waarschuwing; advies |
| chūikaki-注意書き | instructies [aanwijzingen] voor gebruik (van medicijnen, apparatuur, etc.) |
| chūjiku-中軸 | punt [persoon] waar alles om draait; centrale figuur |
| chūka-中華 | (afk. voor) Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
| chūkai-厨芥 | keukenafval; etensresten |
| chūkanshi-中間子 | meson (elementair deeltje) |
| chūkaryōri-中華料理 | Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
| chūkasoba-中華蕎麦 | Chinese soba-noedels |
| chūkō-中興 | restauratie; heropleving |
| chūkoku-忠告 | advies; raad; waarschuwing |
| chūkon-中根 | (boeddh.) iemand met een middelmatig spiritueel talent [vermogen] om het Boeddhisme optimaal te kunnen bestuderen [volgen] |
| chūkyō-中共 | Chinese Communistische Partij |
| chūmon-注文 | bestelling; order |
| chūmonnagare-注文流れ | een afgezegde [geannuleerde] bestelling [order] |
| chūmonsuru-注文する | bestellen; een bestelling plaatsen |
| chunijia-チュニジア | Tunesië |
| chūnikai-中二階 | tussenverdieping; entresol; mezzanine |
| chūniku-中肉 | vlees van middelmatige kwaliteit |
| chūsei-中性 | geslachtsloosheid; androgynie |
| chūseidai-中生代 | mesozoïcum (tijdperk) |
| chūsenkyoku-中選挙区 | een middelgroot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| chūsha-注射 | het vestigen van de aandacht [blik] op iets |
| chūshi-注視 | observatie; het observeren [gadeslaan] [staren]; gestaar |
| chūshisuru-注視する | iets observeren; iets gadeslaan; ergens naar staren |
| chūshōhyōgenshugi-抽象表現主義 | abstract expressionisme |
| chūtōkyōikugakkō-中等教育学校 | zesjarige middelbare school |
| chūzai-駐在 | het in het buitenland gestationeerd zijn; baan [verblijf] in het buitenland |
| daben-駄弁 | gezwets; onzin; praatjes; geklets |
| dabun-駄文 | (een term die ook wordt gebruikt als bescheiden aanduiding voor) mijn (eigen) schrijfwerk |
| daburupurei-ダブルプレー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| daburu・bukkingu-ダブル・ブッキング | dubbele boeking [reservering] |
| daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| dadappiroi-だだっ広い | buitengewoon ruim [uitgestrekt; wijd; groot] |
| daha-打破 | vernietiging; nederlaag; verlies; omverwerping |
| daho-拿捕 | inbeslagname; vastlegging (b.v. van een vissersboot) |
| daho-拿捕 | (in oorlogstijd) de tijdelijke inbeslagname van vijandelijke schepen of ladingen |
| dai-だい | prefix of suffix in samengestelde woorden |
| dai-題 | kwestie; vraag |
| daiaru-ダイアル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
| daiben-大便 | uitwerpselen; feces; ontlasting |
| daichōkin-大腸菌 | E. Coli (Escherichia coli); E. Coli bacterie |
| daidai-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
| daigakkō-大学校 | nationale academie; hogeschool |
| daigaku-大学 | universiteit; hogeschool; academie |
| daigakukyōju-大学教授 | professor (aan een universiteit) |
| daihen-代返 | (op school) bij het afroepen van namen van een presentielijst bevestigend antwoorden t.b.v een andere persoon (die zelf niet aanwezig is) |
| daihi-大悲 | andere naam voor Kanzeon (Guanyin, bodhisattva Avalokiteśvara) |
| daihyō-代表 | vertegenwoordiging; representatie |
| daihyō-代表 | vertegenwoordiger; agent; representant; afgevaardigde; (sport) selectie |
| daihyōsaku-代表作 | het beste werk van [het werk dat is kenmerkend voor] een kunstenaar (schilder, schrijver etc.); meesterwerk |
| daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
| daiikka-第一課 | de eerste les; les 1 |
| daiji-大字 | een groot (Chinees) karakter [kanji] |
| daijōsai-大嘗祭 | groot festival na de troonsbestijging van een keizer (waarbij de keizer het nieuwe graan van het jaar offert) |
| daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| daikyū-代休 | extra vrije dag (als compensatie voor werken op een feestdag) |
| daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| daimonji-大文字 | (andere naam voor) het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| dainashi-台無し | bedorven [verrot; verpest] zijn |
| dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
| dainingu・kā-ダイニング・カー | restauratiewagen |
| dainoji-大の字 | (de vorm van het kanji 大) met armen en benen gespreid |
| dairekuto・māketingu-ダイレクト・マーケティング | (agressieve) verkoop via telefoon, direct mail, etc. |
| dairekuto・mēru-ダイレクト・メール | postreclame; persoonlijk geadresseerde reclamepost |
| dairokkan-第六感 | intuïtie; zesde zintuig |
| daisaishi-大祭司 | hogepriester (Jodendom) |
| daisangoku-第三国 | een derde land (een land dat niet direct is betrokken bij een kwestie of conflict tussen andere landen) |
| daisenkyoku-大選挙区 | een groot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| daisensei-大先生 | geniale [grote] meester [leraar, docent] |
| daisensei-大先生 | humoristische aanduiding of beschrijving van iemand |
| daishirazu-題知らず | (waka-poëzie) de titel en de omstandigheden waaronder het gedicht is geschreven zijn onbekend |
| daisū-台数 | het aantal grote objecten (zoals auto's, machines, computers, e.d.) |
| daitaihin-代替品 | reserveonderdeel; vervanging; substituut; vervangstuk |
| daitai\'iryō-代替医療 | alternatieve geneeskunde |
| daitanfuteki-大胆不敵 | zonder vrees zijn; onverschrokkenheid |
| daitōryō-大統領 | president |
| daitōryōdaikō-大統領代行 | waarnemend president |
| daitōryōfujin-大統領夫人 | presidentsvrouw; first lady |
| daitōryōfujin-大統領夫人 | vrouw van een president |
| daitōryōfukoku-大統領布告 | presidentieel decreet |
| daitōryōkeigotai-大統領警護隊 | geheime dienst (secret service) ter bewaking van de president |
| daitōryōkōho-大統領候補 | presidentskandidaat |
| daitōryōrei-大統領令 | presidentieel decreet |
| daitōryōsenkyo-大統領選挙 | presidentsverkiezingen |
| daitōryōshūninenzetsu-大統領就任演説 | presidentiële inauguratierede |
| daiyaru-ダイヤル | wijzerplaat; kiesschijf; afstemknop |
| daiyaruin-ダイヤルイン | inkiessysteem; doorkiessysteem (direct bellen met doorkiesnummer) |
| daiza-台座 | sokkel; piëdestal; voetstuk |
| daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
| dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
| dakyō-妥協 | compromis; concessie; overeenstemming |
| dakyū-打球 | slag; geslagen bal; het slaan van een bal (met een knuppel, golfclub, racket, e.d.) |
| damēji-ダメージ | schade; beschadiging |
| damī-ダミー | proefpagina; proefmodel; nepartikel; (crashtest)pop |
| dan-壇 | podium; spreekgestoelte; verhoging; tribune |
| dan-弾 | woord gebruikt voor het tellen van kogels; plannen; werkstukken; projecten, series, e.d. |
| dan-断 | besluit; beslissing; oordeel |
| dan-談 | gesprek; verhaal; mondeling verslag |
| dancha-磚茶 | (Chinese) steenthee; tegelthee (tot tegeltjes geperste thee) |
| dangai-弾劾 | beschuldiging; verdachtmaking; aanklaging; terechtwijzing |
| dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
| danjo-男女 | man en vrouw; mannen en vrouwen; jongens en meisjes; beide geslachten |
| dankaitekishukushō-段階的縮小 | de-escalatie |
| danko-断固 | standvastig [vastberaden; resoluut; ferm] zijn |
| danryū-暖流 | warme zeestroming |
| dansā-ダンサー | danser; danseres |
| danseikyōfushō-男性恐怖症 | androfobie (vrees voor mannen) |
| danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
| dansukyōshi-ダンス教師 | dansleraar (m); danslerares (v) |
| dansukyōshitsu-ダンス教室 | dansklas; dansles (lokaal); dansstudio |
| dansupaatii-ダンスパーティー | dansfeest; dansparty; bal |
| dantei-断定 | duidelijke beoordeling [bevestiging; verklaring; conclusie] |
| danzuru-断ずる | besluiten; beslissen; bepalen |
| dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
| dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
| darani-陀羅尼 | dharani (boeddhistische gezangen, mantras, bezweringen of recitaties) |
| dashi-山車 | paradewagen; festivalwagen; praalwagen |
| dasshu-奪取 | verovering; vangst; beslaglegging; gevangenneming |
| dasshusuru-奪取する | veroveren; gevangennemen; beslag leggen; innemen; afpakken |
| dassō-脱走 | desertie; vlucht; ontsnapping |
| dassōsuru-脱走する | deserteren; ontsnappen; vluchten |
| datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
| dātī-ダーティー | vies; vuil |
| dātī・furōto-ダーティー・フロート | een systeem waarbij beleidsautoriteiten ingrijpen wanneer er ongewenste fluctuaties optreden op de wisselkoersen |
| datō-妥当 | juistheid; geschiktheid; toepasselijkheid; relevantie |
| dāto・kōsu-ダート・コース | (paardenrennen of motor races) onverharde baan |
| datsu-奪 | (in kanji-combinaties) beroving; plundering |
| datsumō-脱毛 | haaruitval; haarverlies; ontharing, epilatie |
| dauheikin-ダウ平均 | Dow Jones index |
| dauheikinshisū-ダウ平均指数 | Dow-Jonesindex |
| daun-ダウン | dons; veertjes |
| daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
| deba-出刃 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
| debabōchō-出刃包丁 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
| debaisu-デバイス | apparaat; toestel |
| debaisu・doraibā-デバイス・ドライバー | stuurprogramma (software voor verbinding tussen hardware en besturingssysteem) |
| deddo・hīto-デッド・ヒート | gelijkspel; onbesliste wedstrijd; gelijk gefinisht |
| deesukarēshon-デエスカレーション | de-escalatie |
| defure・gyappu-デフレ・ギャップ | deflatoire kloof; bestedingstekort |
| dei-泥 | (in kanji combinaties) modder; modderige substantie; gefixeerd; vasthoudend |
| dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
| deki-出来 | resultaat; score; cijfers |
| dekiagari-出来上がり | voltooiing; eindresultaat |
| dekimono-出来物 | tumor; gezwel; abces; steenpuist |
| dekki・gorufu-デッキ・ゴルフ | golfspel dat op het dek van een schip wordt gespeeld |
| dekuresshendo-デクレッシェンド | (muziekterm) decrescendo (zwakker wordende toon) |
| demae-出前 | bezorging aan huis van maaltijden bereid door restaurants, cateraars, e.d. |
| demo-デモ | demonstratie; protest |
| demo-デモ | demonstratie; presentatie |
| demodori-出戻り | gescheiden vrouw (die weer bij haar ouders woont) |
| dēmon-デーモン | demon; boze geest; duivel |
| demono-出物 | tumor; gezwel; abces; steenpuist |
| demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; protest |
| demonsutorēshon-デモンストレーション | demonstratie; presentatie |
| dengakuzashi-田楽刺し | het vastprikken; aan een spies steken |
| denjitekikiroku-電磁的記録 | electromagnetisch bestand [register] |
| denka-殿下 | (aanspreektitel) (Uwe; Hare; Zijne) Majesteit |
| denkieidō-電気泳動 | elektroforese |
| denkiteikō-電気抵抗 | elektrische weerstand; resistentie |
| denkōkeijiban-電光掲示板 | elektronisch informatiescherm; elektronisch prikbord |
| dennetsuki-電熱器 | elektrothermisch apparaat [toestel]; elektrische kachel; straalkachel; elektrische verwarmingseenheid |
| denpabōenkyō-電波望遠鏡 | radiotelescoop |
| denpō-伝法 | de overdracht [het doorgeven; onderwijzen] van de boeddhistische leer (van meester op discipel) |
| denpō-伝法 | slecht [onbeschoft; ruw] gedrag; een schurk |
| denpu-田夫 | boerenkinkel; boerenpummel; onbeschofte persoon |
| denpuyajin-田夫野人 | boerenkinkel; boerenpummel; onbeschofte persoon |
| densen-伝染 | besmetting; infectie |
| densenbyō-伝染病 | besmettelijke [overdraagbare] ziekte; epidemie |
| denwa-電話 | telefoon; telefoongesprek |
| denwachū-電話中 | tijdens [aan] het telefoneren; in gesprek (van telefoon) |
| derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
| derikatessen-デリカテッセン | een winkel die delicatessen verkoopt |
| desaki-出先 | bestemming; verblijfplaats |
| desakikikan-出先機関 | filiaal; locale vestiging; bijkantoor |
| deshijon・mēkingu-デシジョン・メーキング | besluitvorming |
| desukarēshon-デスカレーション | de-escalatie |
| desuku-デスク | bureau; (schrijf)tafel; lessenaar |
| desupotizumu-デスポティズム | despotisme |
| desupotto-デスポット | despoot; absoluut vorst; tiran; alleenheerser; autocraat; dictator |
| desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
| dētabēsu-データベース | database; gegevensbank; gegevensbestand |
| dezainā-デザイナー | ontwerper; designer |
| dezāto-デザート | dessert; toetje; nagerecht |
| dē・gēmu-デー・ゲーム | wedstrijd gespeeld overdag (bij daglicht) |
| diesukarēshon-ディエスカレーション | de-escalatie |
| dinā・pātī-ディナー・パーティー | etentje; (feestelijk) diner |
| dīpu・sausu-ディープ・サウス | het diepe Zuiden (de meest zuidelijke staten van Amerika: Georgia, Alabama, Louisiana en Mississippi) |
| dīpu・supēsu-ディープ・スペース | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
| direkutorī-ディレクトリー | (het bundelen van bestanden in) een map, folder (computer) |
| dīringu-ディーリング | effecten- en valutatransacties |
| dīringu・rūmu-ディーリング・ルーム | handelsruimte, een ruimte in een financiële instelling waar effecten- en valutatransacties worden uitgevoerd |
| disuinfurēshon-ディスインフレーション | desinflatie; vermindering van inflatie |
| disupōzā-ディスポーザー | afvalvernietiger; voedselrestenvermaler |
| dīzeru-ディーゼル | diesel |
| dīzerukikan-ディーゼル機関 | dieselmotor |
| dīzeru・enjin-ディーゼル・エンジン | dieselmotor |
| dī・bui-ディー・ブイ | huiselijk geweld (Engels DV: domestic violence) |
| dī・pī・ī-ディー・ピー・イー | (Development Printing Enlargement) het post-productieproces van fotografische films: ontwikkelen, printen en vergroten |
| dō-働 | (in kanji combinaties) werken; arbeid |
| do-土 | (in kanji combinaties) aarde; grond; bodem; land |
| do-土 | (één van de vijf elementen in de Chinese filosofie) aarde |
| doa・tsū・doa-ドア・ツー・ドア | (bezorging) direct van het ene adres naar het andere adres |
| dōbutsu-動物 | dieren; beesten; fauna |
| dōbutsuaigoshūkan-動物愛護週間 | een week waarin het beschermen van dieren wordt gepropageerd |
| dōbutsukyōfushō-動物恐怖症 | zoöfobie (vrees voor dieren) |
| dōbutsushōsetsu-動物小説 | literaire genre waarbij dieren de voornaamste personages zijn |
| dōchōatsuryoku-同調圧力 | groepsdwang; de druk om je te conformeren aan de rest [de anderen om je heen] |
| dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
| dōdō-ドードー | dodo; walgvogel (een uitgestorven vogel, Raphus cucullatus) |
| dōdō-堂堂 | waardig; ontzagwekkend; indrukwekkend; majestueus |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
| dōfū-同封 | iets dat bijgesloten is |
| dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
| dohyō-土俵 | forum voor discussies [onderhandelingen] |
| dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
| dōitsushi-同一視 | identificatie; de identiteit vaststellen; als hetzelfde beschouwen |
| dōitsushisuru-同一視する | identificeren; als hetzelfde [gelijk] beschouwen |
| dōjaku-瞠若 | (opperste) verbazing; verbijstering; als met stomheid geslagen |
| dōjime-胴締め | (judo) schaarklem (niet toegestane techniek) |
| dōjin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
| dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
| dōjiru-動じる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
| dojji・rain-ドッジ・ライン | Dodge Line, een financieel-economisch beleid opgesteld door Joseph Dodge (1890-1964) voor Japan na de Tweede Wereldoorlog |
| dojō-泥鰌 | Chinese weeraal (Aziatische modderkruiper; Misgurnus anguillicaudatus) |
| dōjōhyō-同情票 | sympathiestem; solidariteitsstem |
| dōkasayō-同化作用 | assimilatieproces; biosynthese |
| dokkai-読解 | begrijpend lezen; leesvaardigheid |
| dokkaika-読解力 | goede leesvaardigheid hebben; goed begrijpend kunnen lezen; |
| dokkaikatesuto-読解力テスト | leesvaardigheidstest; toets begrijpend lezen |
| dokkingu-ドッキング | (Eng.: docking) het aanmeren [koppelen] (van ruimteschepen, satellieten, e.d.) |
| dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
| dokoroka-どころか | verre van; allesbehalve; laat staan dat; om nog maar te zwijgen van |
| doku-独 | (in kanji-combinaties) Duitsland |
| doku-独 | (in kanji-combinaties) alleen; eenzaam |
| doku-読 | (de on-lezing, in kanji-combinaties) lezen |
| dokudan-独断 | eigen oordeel [besluit; beslissing; mening] |
| dokujiryoku-読字力 | leesvaardigheid |
| dokuritsujison-独立自尊 | onafhankelijkheid en zelfrespect |
| dokuritsukokkakyōdōtai-独立国家共同体 | Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) (ex-Sovjetstaten) |
| dokusai-独裁 | dictatuur; despotisme; alleenheerschappij; tirannie |
| dokusaisha-独裁者 | dictator; autocraat; despoot |
| dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
| dokusō-独走 | zelfstandige actie (zonder anderen in het werkproces) |
| dokusuru-毒する | kwetsen; vergiftigen; verpesten; corrumperen |
| dokutā・sutoppu-ドクター・ストップ | op advies van de dokter stoppen met roken, drinken, e.d. |
| dokyumento-ドキュメント | document; geschrift; akte |
| dōkyūsei-同級生 | klasgenoot; medestudent |
| doma-土間 | (in theater) parterre; stalles |
| domannaka-ど真ん中 | precies in het midden |
| don-曇 | (in kanji combinaties) wolk; bewolking; mist |
| donburibachi-丼鉢 | kom (middelgroot, geschikt voor donburi-gerechten) |
| dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
| dōnin-同人 | dezelfde persoon; de persoon in kwestie |
| dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
| donzumari-どん詰まり | einde; slot; uitkomst; laatste loodjes; doodlopende weg |
| doppuri-どっぷり | volledig opgaan in; geheel ondergedompeld [opgeslurpt] worden |
| doraggukuīn-ドラッグクイーン | travestiet; dragqueen |
| doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
| doraibuin-ドライブイン | wegrestaurants; cafetaria's en winkels langs autosnelwegen |
| doraibu・surū-ドライブ・スルー | drive-inwinkel; drive-inrestaurant, e.d. |
| dorai・karē-ドライ・カレー | droge curry (een gerecht van gebakken vlees en groenten met kerrie, zonder toevoeging van water) |
| doramā-ドラマー | drummer (bespeler van het drumstel) |
| doresshingu-ドレッシング | dressing (voor salades) |
| doresshingu・rūmu-ドレッシング・ルーム | (Eng.: dressing room) kleedkamer |
| doresu・appu-ドレス・アップ | (Eng.: dress up) mooie kleren aantrekken |
| dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
| dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
| doroppuin-ドロップイン | bezoek zonder reservering of afspraak |
| doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
| doroppu・shotto-ドロップ・ショット | (bij tennis of badminton) dropshot (zacht geslagen bal die vlak achter het net valt) |
| dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
| dōryū-道流 | (boeddhisme) monniken; priesters |
| dōsa-動作 | werking; besturing; bediening |
| dōsei-動静 | beweging; ontwikkeling; stroming; toestand; trend |
| dōsei-同性 | hetzelfde geslacht; dezelfde sekse |
| dōshi-同志 | kameraden; medestanders; gelijkgestemde mensen;; verwante zielen; mensen met dezelfde overtuiging |
| dōshi-同氏 | de (al eerder) genoemde [desbetreffende] persoon |
| dōshi-同視 | gelijke behandeling; als hetzelfde beschouwen |
| dōshi-導師 | dienstdoende priester [monnik] (m.n. tijdens een begrafenis) |
| dōshi-道士 | een integer [fatsoenlijk] iemand; een persoon met een sterk moreel besef |
| dōshi-道士 | boeddhistische priester [monnik] |
| dōshin-同心 | gelijkgestemdheid; dezelfde geest [mening, gedachte] |
| doshitsushiken-土質試験 | bodemtest |
| dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
| dotanba-土壇場 | (Edo periode) aarden platform waar executies [onthoofdingen) plaatsvonden |
| dote-土手 | het tandvlees nadat er tanden uitgevallen zijn |
| dōten-動転 | het van slag [verbijsterd; geshockeerd] zijn |
| dotō-怒濤 | woeste [onstuimige] golven |
| doyomeku-響めく | (na)galmen; weerklinken; resoneren |
| doyomeku-響めく | (meestal in kana) zijn stem verheffen; herrie maken |
| dōzuru-動ずる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
| eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
| eazōru-エアゾール | aerosol (een mengsel van stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas) |
| ea・chekku-エア・チェック | aircheck (een demonstratie-opname van een radio- of tv-presentator) |
| ea・konpuressā-エア・コンプレッサー | luchtcompressor |
| ebi-海老 | garnaal; langoest; rivierkreeft |
| ebigaraichigo-海老殻苺 | Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) |
| ebisu-恵比須 | Ebisu, god van visserij, scheepvaart en handel (meestal afgebeeld met hengel en vis), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| ebisukō-恵比須講 | het Ebisu festival, gewijd aan Ebisu, de god van de welvaart (meestal gehouden in oktober of november) |
| echiketto-エチケット | etiket; label (op een fles) |
| ee-ええ | een Japans partikel dat uitdrukt een bevestiging (ja) of aarzeling (hm,...) |
| efu・ē・kyū-エフ・エー・キュー | Veel gestelde vragen (Eng.: FAQ, frequently asked questions) |
| efu・ō・bī-エフ・オー・ビー | Vrij aan boord (Eng. FOB: Free On Board; term in het internationale handelsrecht voor bepaalde leveringscondities) |
| egokoro-絵心 | talent voor [bekwaamheid in] schilderen; verstand van [interesse in] schilderkunst [schilderijen] |
| ehōmaki-恵方巻 | een hele (ongesneden) sushi-rol (wordt gegeten als geluksbrenger tijdens het Setsubun festival) |
| ehon-絵本 | prentenboek; plaatjesboek |
| ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
| ei-永 | (afk. voor) eirakusen, oude Chinese geldmunt |
| eibun-英文 | in het Engels geschreven tekst |
| eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
| eidan-英断 | doorslaggevende beslissing; beslissend oordeel |
| eigyōson'eki-営業損益 | operationele winstmarge; winst en verlies in bedrijfsvoering [handel, e.d.] |
| eijishi-政治史 | politieke geschiedenis |
| eirakusen-永楽銭 | oude Chinese geldmunt |
| eirei-英霊 | geesten [zielen] van overleden strijders [soldaten] |
| eiten-栄典 | feestelijke ceremonie |
| eizu-エイズ | (acquired immunodeficiency syndrome) aids (immunodeficiëntiesyndroom) |
| ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
| ekibyō-疫病 | epidemie; pest |
| ekiden-駅伝 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
| ekidenkyōsō-駅伝競走 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
| ekidome-駅留め | bezorging [levering] van pakjes [vracht] via afhalen op het station |
| ekijō-液状 | vloeibare toestand (van een stof) |
| ekirei-疫癘 | epidemie; pest |
| ekisupāto-エキスパート | specialist; deskundige; expert |
| ekisutikkusu-エキスティックス | wetenschap van menselijke vestiging; planologie |
| ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
| ekonomī-エコノミー | zuinigheid; bezuiniging; besparing |
| ekurichūru-エクリチュール | schrift; het schrijven; (geschreven) tekst |
| ekusoshisumu-エクソシスム | exorcisme; het uitdrijven van de kwade geest |
| ekusupāto-エクスパート | specialist; deskundige; expert |
| ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
| emono-得物 | handwapen; iemands favoriete [beste] wapen |
| emono-獲物 | trofee; buit; gestolen goederen |
| emu-笑む | openbarsten (van de beschermhuls [vruchtwand] van een noot e.d.) |
| emu・ando・ē-エム・アンド・エー | (mergers and acquisitions) fusies en overnames |
| emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
| emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI-scan |
| en-宴 | feest; party; banket |
| en-煙 | (in kanji combinaties) rook; nevel; roet; tabak |
| en-縁 | het lot; noodlot; bestemming; karma |
| enbifuku-燕尾服 | jacquet; pandjesjas |
| endan-演壇 | rostrum; spreekgestoelte; podium |
| endō-円堂 | tempelgebouw in achthoekige of zeshoekige vorm |
| engawa-縁側 | het (lekkere) vlees van de aanhechting van de vinnen van platvissen |
| engi-縁起 | oorsprong, herkomst; voorgeschiedenis |
| enishi-縁 | het lot; noodlot; bestemming |
| enja-演者 | iemand die optreedt (tv of toneel); artiest; acteur |
| enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
| enkai-宴会 | (feestelijk) diner; banket |
| enkai-延会 | verdaging; opschorting; schorsing; reces |
| enkai-延会 | uitgestelde aandeelhoudersvergadering |
| enko-縁故 | persoonlijke connecties [relaties] |
| ennichi-縁日 | herdenkingsdienst of festival op de dag van de geboorte of manifestatie van een bepaalde god of Boeddha |
| enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
| enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
| enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
| enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
| enshutsu-演出 | regie; organisatie (van voorstellingen, evenementen, ceremonies, etc.) |
| ensōsha-演奏者 | musicus (m); musicienne (v); optredende artiest |
| enueichikēkōkyōgakudan-NHK交響楽団 | NHK-symfonieorkest |
| enukyō-N響 | NHK-symfonieorkest |
| enza-宴坐 | keizerlijk banket [feestmaal] (met feestelijkheden erna) |
| enzai-冤罪 | valse [ongegronde] beschuldiging [aanklacht] |
| enzetsu-演説 | toespraak; oratie; rede; lezing |
| enzetsusuru-演説する | een toespraak [speech; oratie] houden; een lezing geven |
| en'yūkai-園遊会 | tuinfeest |
| eonizumu-エオニズム | eonisme (travestie) |
| erisuguru-選りすぐる | selecteren (uit de beste opties) |
| erīto-エリート | lettertype (met 12 karakters per inch) op een westerse schrijfmachine |
| erizekyū-エリゼ宮 | het Élysée-paleis (de officiële residentie van de Franse president) |
| essei-エッセイ | essay |
| esseisuto-エッセイスト | essayist; schrijver van essays |
| essensharu-エッセンシャル | essentieel; noodzakelijk; van groot belang |
| essensu-エッセンス | essentie; kern; wezenlijk belang |
| ēsu-エース | uitblinker; de beste (speler, etc.) |
| esukarēshon-エスカレーション | escalatie; stapsgewijze verheviging |
| esukarugo-エスカルゴ | (eetbare) huisjesslak |
| esukēpu-エスケープ | een les overslaan op school (door de klas uit de sluipen) |
| esukēpu-エスケープ | escape (computertoets) |
| esukimō-エスキモー | eskimo |
| esukōto-エスコート | begeleiding; begeleider; escorte |
| esuperanto-エスペラント | Esperanto (internationale kunsttaal) |
| esupuresso-エスプレッソ | espresso (koffie) |
| esusetikusu-エスセティクス | esthetica; esthetiek |
| esutetikusu-エステティクス | esthetica; esthetiek |
| esutonia-エストニア | Estland |
| esutorogen-エストロゲン | oestrogeen |
| eto-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| etsuke-絵付け | het beschilderen |
| etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
| etsuran-閲覧 | raadpleging [inzage; bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
| etsuranshitsu-閲覧室 | leeszaal; studiezaal |
| ē・pī-エー・ピー | (Associated Press) Amerikaans persbureau |
| ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
| fado-ファド | fado (Portugees levenslied) |
| fainaru-ファイナル | laatste; beslissend; eind- |
| fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| fairu-ファイル | bestand; document; verzameling gegevens |
| fakku-ファック | jargon voor geslachtsgemeenschap (ook gebruikt als scheldwoord) |
| fandamentaru-ファンダメンタル | fundamenteel; essentieel; elementair; basis- |
| fandēshon-ファンデーション | lingerie; damesondergoed |
| fantomu-ファントム | fantoom; spook; geest; geestverschijning; spookverschijning |
| fasshon・shō-ファッション・ショー | modeshow |
| fāsuto・redi-ファースト・レディ | presidentsvrouw |
| fāsuto・redi-ファースト・レディ | vooraanstaande vrouw; de beste vrouw (in haar vakgebied) |
| faundēshon-ファウンデーション | lingerie; damesondergoed |
| fearī-フェアリー | (sprookjes) fee |
| fearīrando-フェアリーランド | sprookjesland; feeënland |
| fesutibaru-フェスティバル | festival |
| figyua-フィギュア | figuur; vorm; gestalte |
| fikushon-フィクション | fictie; verzinsel; hypothese |
| fīrudo・asurechikku-フィールド・アスレチック | een sport waarbij hindernissen en toestellen worden opgesteld op een parcours dat gebruik maakt van natuurlijke topografie, zoals bomen, e.d. |
| firuhāmonī-フィルハーモニー | filharmonisch orkest |
| firutā-フィルター | (elektrotechniek) filter voor het doorlaten van bepaalde frequenties |
| fitto-フィット | (precies) passen (van kleding) |
| fittonesu-フィットネス | fitness-training; oefeningen om fit te worden [blijven] |
| fittonesusutajio-フィットネススタジオ | fitnessstudio; sportschool |
| fizu-フィズ | gebruis; gesis |
| foa-フォア | Vrij! (bij golf een waarschuwing dat de bal geslagen wordt) |
| fōdo・shisutemu-フォード・システム | massaproductiesysteem in een autofabriek, geïntroduceerd door de Ford Motor Company in de jaren 1910 |
| forumu-フォルム | vorm; gestalte; conditie |
| fotorejisuto-フォトレジスト | fotoresist; fotolak |
| fu-膚 | (in kanji combinaties) huid |
| fu-膚 | (in kanji combinaties) oppervlakte; uiterlijk; buitenkant |
| fu-麩 | stukjes (vaak mooi gedecoreerd) voedsel gemaakt van tarwegluten (wordt b.v. toegevoegd aan soepen) |
| fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
| fūbagyū-風馬牛 | desinteresse; onverschilligheid |
| fūbō-風防 | windbescherming; windscherm |
| fubōgarasu-風防ガラス | beschermglas van een horloge |
| fubun-不文 | ongeschreven tekst |
| fubunhō-不文法 | ongeschreven wet |
| fubunritsu-不文律 | ongeschreven regel [voorschrift; wet] |
| fuchaku-付着 | aankleving; hechting; adhesie |
| fuchi-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
| fuchise-淵瀬 | onbestendigheid |
| fudai-譜代 | opeenvolgende generaties |
| fudan-不断 | besluiteloosheid |
| fudeato-筆跡 | handschrift; geschrift; geschreven woord; schrijftaal |
| fudegashira-筆頭 | (hist.) dorpshoofd belast met administratieve functies |
| fudepen -筆ペン | schrijfpenseel met inktreservoir (zoals een vulpen) |
| fudezuka-筆塚 | (graf)heuvel, waarin gebruikte schrijfpenselen (van geëerde meesters) begraven zijn |
| fūdo-フード | capuchon; hoes; beschermkap; motorkap |
| fudōmyōō-不動明王 | Fudō [Acala], de vernietiger van waanideeën en de beschermer van het boeddhisme. |
| fudōsanshōkenka-不動産証券化 | belegging [investering] in vastgoed |
| fueisei-不衛生 | slechte hygiëne; onhygiënische omstandigheden [toestand] |
| fuen-敷衍 | het verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fuensuru-敷衍する | verduidelijken; uitvoerig bespreken; ergens dieper [uitvoeriger] op ingaan; uitweiden; uiteenzetten |
| fugainai-腑甲斐無い | laf; slap; lusteloos; futloos; tam; bedeesd; nietswaardig |
| fūgetsu-風月 | (heldere) maan en (koele) wind [bries]; de schoonheid van de natuur |
| fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
| fugōsuru- 符合する | overeenkomen; samenvallen; corresponderen; overeenstemmen |
| fuirino-斑入りの | gevlekt; gestippeld |
| fuji-不治 | ongeneeslijkheid; ongeneeslijk zijn |
| fujin-不尽 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| fujinfuku-婦人服 | dameskleding |
| fujinsanseiken-婦人参政権 | vrouwenkiesrecht |
| fujo-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
| fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
| fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
| fūka-風化 | verwering; efflorescentie (chemie) |
| fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukaketsu-不可欠 | onontbeerlijkheid; onmisbaar [essentieel] zijn |
| fukashin-不可侵 | non-agressie; onschendbaarheid |
| fukashinjōyaku-不可侵条約 | niet-aanvalsverdrag; non-agressiepact |
| fukasseikitai-不活性気体 | inert gas (d.w.z. gas dat geen chemische reacties aangaat) |
| fukeiki-不景気 | financiële depressie; recessie; zakelijke inactiviteit; slappe markt |
| fukekka-不結果 | een slecht resultaat |
| fuketsu-不潔 | vies [smerig; vuil] zijn |
| fuki-蕗 | Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
| fukiarasu-吹き荒らす | voorbij stormen; verwoesten; kapot waaien |
| fukidokuritsu-不羈独立 | vrij en onafhankelijk zijn; een vrije en onafhankelijke geest hebben |
| fukihonbō-不羈奔放 | ongeremd [ongebonden] zijn; een vrije geest [vrijbuiter] zijn |
| fukikakeru-吹きかける | waaien op [over]; ademen over; besproeien |
| fukinotō-蕗の薹 | (eetbare) jonge bloemstengel van het Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
| fukinshin-不謹慎 | indiscretie; onvoorzichtigheid; onbescheidenheid; onbezonnenheid |
| fukisarashi-吹き曝し | blootgesteld aan [geteisterd door] de wind |
| fukkyū-復旧 | herstel; restauratie; reparatie |
| fuku-幅 | (in kanji combinaties) breedte |
| fuku-福 | geschenken van de goden of Boeddha |
| fuku-腹 | (in kanji combinaties) buik |
| fukube-瓠 | kalebasplant (variant van de fleskalebas) |
| fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
| fukubun-複文 | (taalkunde) een samengestelde zin |
| fukuchō-副長 | tweede officier [adjudant] (op een marineschip) |
| fukudaitōryō-副大統領 | vicepresident (van een land) |
| fukudokuhon-副読本 | aanvullend lesmateriaal [studieboek] |
| fukuen-復縁 | verzoening; herstel van onderlinge relaties |
| fukugaku-ふくがく | terugkeer naar school; hertoelating tot de universiteit [hogeschool] |
| fukugen-復元 | restauratie; wederopbouw; sanering |
| fukugō-複合 | samenstelling; mengsel; samengesteld geheel |
| fukugōgo-複合語 | een samengesteld woord; samenstelling |
| fukuiinchō-副委員長 | vicepresident (van een commissie) |
| fukujiteki-副次的 | secundair; ondergeschikt; bijkomend; bijkomstig |
| fukumaden-伏魔殿 | (fig.) broeinest; wespennest |
| fukumaden-伏魔殿 | verblijfplaats van demonen [boze geesten] |
| fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
| fukumakuen-腹膜炎 | buikvliesontsteking; peritonitis |
| fukunbon-付訓本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| fukuri-複利 | samengestelde rente |
| fukurihō-複利法 | samengestelde rentemethode |
| fukuroobi-袋帯 | dubbel geweven obi (waarvan één kant mooie motieven heeft), die wordt gedragen bij dameskimono |
| fukushachō-副社長 | vicepresident (van een bedrijf) |
| fukushoku-服飾 | kleding en accessoires |
| fukusō-服装 | kleding [kostuums] en accessoires |
| fukyō-不況 | depressie; recessie; inzinking (economie) |
| fukyofukusei-不許複製 | geen recht te kopiëren zonder schriftelijke toestemming |
| fukyoka-不許可 | verboden [niet toegestaan] zijn |
| fumeiyo-不名誉 | schande; oneer; beschaming; blamage |
| fumetsu-不滅 | onsterfelijkheid; onverwoestbaarheid |
| fumi-文 | geschreven tekst; document; boek; brief |
| fumi-文 | geschreven zin; woord; karakter; letter |
| fumie-踏み絵 | een christelijke afbeelding, waar men op moest lopen om te bewijzen geen aanhanger te zijn van het verboden christelijke geloof (Edo-periode) |
| fumie-踏み絵 | loyaliteitstest |
| fumikiri-踏み切り | (fig.) het een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
| fumikiru-踏み切る | (fig.) een sprong wagen; een moedige [gedurfde] beslissing nemen |
| fumuki-不向き | ongeschikt zijn |
| fun-墳 | (in kanji combinaties) grafheuvel; tumulus; (graf)terp |
| funabashi-船橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
| funadome-船止め | embargo (beslag op schepen; verhinderen dat een schip een haven verlaat) |
| fune-船 | vat; tank; houder; reservoir |
| fungiri-踏ん切り | besluit; bepaling; vaststelling; vastbeslotenheid |
| funiai-不似合い | onwaardig, ongeschikt; ongepast |
| funiku-腐肉 | bedorven vlees |
| funjin-粉塵 | fijnstof; stofdeeltjes |
| funjō-紛擾 | verwarring; commotie; conflict; geschil |
| funkotsu-粉骨 | (lett. botten tot poeder vermalen) je uiterste best (doen) |
| funkotsusaishin-粉骨砕身 | zijn uiterste best; uiterste inspanning(en) |
| funkotsusaishinsuru-粉骨砕身する | zijn uiterste best doen; een uiterste inspanning leveren; alles doen wat mogelijk is |
| funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
| funpatsusuru-奮発する | zich inspannen; zware inspanningen leveren; je uiterste best doen |
| funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
| funsō-紛争 | dispuut; conflict; strijd; geschil |
| fuonbunshi-不穏分子 | onruststoker; herrieschopper; opstandeling; dissident |
| fuontō-不穏当 | ongeschiktheid; ongepastheid; misplaatst zijn |
| furachi-不埒 | onwettigheid; onbeschaamdheid; onvergeeflijkheid; brutaliteit; onbeschoftheid |
| furaisuban-フライス盤 | freesmachine; freesbank |
| furaito・kontorōru-フライト・コントロール | vliegtuigbesturingssysteem |
| furappe-フラッペ | frappé (drankje met geschaafd ijs) |
| furasuko-フラスコ | (glazen) fles met een lange hals |
| furasuko-フラスコ | laboratorium fles [kolf] |
| furebumi-触れ文 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| furegaki-触れ書き | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
| furēmu・appu-フレーム・アップ | complot; valstrik; gearrangeerde beschuldiging |
| furenchi・doresshingu-フレンチ・ドレッシング | French dressing (slasaus met olie en azijn) |
| furesuko-フレスコ | fresco; muurschildering |
| furiagebashi-振り上げ箸 | eetstokjes die omhoog gehouden worden en waar gebaren mee worden gemaakt, of naar iets of iemand gewezen wordt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| furiai-振り合い | overweging; beschouwing; afweging |
| furidashinin-振出人 | degene die rekeningen en cheques uitschrijft |
| furījia-フリージア | fresia (bloem) |
| furikaekyūjitsu-振替休日 | een vervangende vrije dag (op maandag als er op de zondag ervoor een nationale feestdag valt) |
| furikake-振り掛け | gemengde specerij (bonitovlokken, zeewier, sesam, etc.) om over de rijst te strooien |
| furikazasu-振り翳す | (van eigen standpunt, zienswijze, e.d.) tonen [verkondigen] aan anderen; vasthouden aan (principes, e.d.) |
| furimaku-振り撒く | strooien; besprenkelen |
| furimukeru-振り向ける | (geld) uittrekken [bestemmen] voor |
| furippu-フリップ | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
| furippuchāto-フリップチャート | flipchart; flip-over (presentatiebord met kladbord) |
| furīsaizu-フリーサイズ | (Eng.: free size) één (beschikbare) maat voor iedereen (kleding) |
| furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
| furīsutairu-フリースタイル | freestyle (sportonderdeel, zoals bij skiën, worstelen, e.d.) |
| furītā-フリーター | freeter, Japanse uitdrukking voor mensen (meestal jongeren) die geen vaste baan hebben maar (wisselende) parttime baantjes |
| furittā-フリッター | (Eng.: fritter) beignet (ingrediënt, zoals groente of fruit, in een beslag gefrituurd) |
| furīzā-フリーザー | (Eng.: freezer) diepvriezer; vrieskast; vrieskist |
| furīzu-フリーズ | fries (bouwkunde) |
| furīzu・dorai-フリーズ・ドライ | (Eng.: freeze-dry) vriesdroog; het vriesdrogen |
| furō-フロー | (psychologie) flow, mentale toestand (waarin een persoon volledig opgaat in zijn [haar] bezigheden) |
| furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
| furokku-フロック | jurk; toga; pij (Engles: frock) |
| furontia・supiritto-フロンティア・スピリット | pioniersgeest |
| furu-フル | geheel; totaal; alles |
| furu-振る | (be)strooien; verstrooien; besprenkelen |
| furusato-古里 | geboortestreek |
| furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
| fusagaru-塞がる | (af)gesloten zijn [worden]; dichten (van een wond) |
| fusaginomushi-塞ぎの虫 | een gevoel van melancholie [somberheid]; trieste stemming |
| fusasuguri-フサスグリ | rode bes; aalbes |
| fusawashii-相応しい | geschikt; gepast; adequaat |
| fusegu-防ぐ | (zich) verdedigen; beschermen; weerstand bieden |
| fuseiseki-不成績 | slechte cijfers (voor een examen); slecht resultaat; slechte prestatie |
| fusenpai-不戦敗 | (judo) verlies door niet verschijnen [komen opdagen] bij een wedstrijd |
| fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
| fushi-五倍子 | de Chinese sumak of galnoot {galappel} boom (Rhus chinensis) |
| fūshi-夫子 | wijze man; geleerde; meester |
| fushi-節 | gewricht; knokkel; knop; knoest; node |
| fushiana-節穴 | kwastgat; knoestgat (in een plank hout) |
| fushime-伏し目 | teneergeslagen blik |
| fushime-節目 | kwast; knoest (in hout) |
| fushin-腐心 | uiterste best; uiterste poging |
| fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
| fushitsu-不悉 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| fushō-不肖 | onwaardig [onbekwaam; onervaren; ongeschoold] zijn |
| fushō-負傷 | wond; blessure; verwonding |
| fushōbushō-不承不承 | tegen zijn zin; met tegenzin; onder protest |
| fushōka-不消化 | indigestie; verstopping |
| fushoku-腐食 | corrosie; erosie; roest; bederf |
| fussho-仏書 | Franse boeken [teksten]; boeken geschreven in het Frans |
| fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
| futaba-二葉 | kiem; knop; spruit (met twee blaadjes); twee zaadlobben |
| futamoji-二文字 | Chinese bieslook (Allium tuberosum) |
| futebuteshii-ふてぶてしい | brutaal; schaamteloos; onbeschaamd |
| futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
| futeki-不適 | ongeschiktheid; het ongeschikt zijn |
| futekisetsu-不適切 | ongepast [ongeschikt; incorrect] zijn |
| futekitō-不適当 | ontoereikendheid; ongeschiktheid |
| futo-浮屠 | Boeddhistische priester [monnik] |
| futobashi-太箸 | dikke, ronde eetstokjes gebruikt bij feestelijke gelegenheden |
| futoi-太藺 | ruwe bies (plant, Schoenoplectus tabernaemontani) |
| futokoro-懐 | gebied omringd door bergen; een veilige [beschutte] plek |
| futokutei-不特定 | niet gespecificeerd zijn |
| futokuyōryō-不得要領 | vaag [onbestemd; dubbelzinnig] zijn |
| futsū-普通 | gewone [normale] toestand |
| fuwari-ふわり | zachtjes |
| fuyūsenkō-浮遊選鉱 | flotatie (chem. proces) |
| fuzakeru-ふざける | grappen [plezier] maken; ronddartelen; gek doen; geintjes uithalen |
| fūzen-風前 | een plek waar de wind heen waait; een plek die blootgesteld is aan de wind |
| fuzoku-付属 | (afk. voor) aangesloten scholengemeenschap |
| fuzokugakkō-付属学校 | aangesloten scholengemeenschap |
| ga-芽 | (in kanji combinaties) spruit; kiem; knop; scheut |
| gaburi-がぶり | (onomatopee) met grote happen eten; met grote slokken drinken; alles tegelijk doorslikken [naar binnen werken] |
| gadan-雅談 | stijlvol [beschaafd] gesprek |
| gāden・pātī-ガーデン・パーティー | tuinfeest |
| gagyō-画業 | (iemands) schilderkunst; schilderwerk; prestaties van een schilder |
| gahaku-画伯 | meester in de schilderkunst |
| gai-崖 | (in kanji combinaties) klif; steile rotswand |
| gai-涯 | (in kanji combinaties) waterkant; oever; rand; grens; begrenzing |
| gaibutsu-外物 | (filosofie) dingen die bestaan in de objectieve wereld, onafhankelijk van het bewustzijn |
| gaichi-外地 | overzeese gebiedsdelen (van Japan) |
| gaichū-外注 | outsourcing; uitbesteding; het van buiten het bedrijf betrekken |
| gaida-咳唾 | hoest en slijm [sputum]; het schrapen van de keel |
| gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
| gaijinkisha-外人記者 | buitenlandse correspondent |
| gaijinmuke-外人向け | (bestemd) voor buitenlanders |
| gaikōmondai-外交問題 | diplomatieke kwestie [ruzie]; diplomatiek probleem [geschil] |
| gaiseiki-外性器 | uitwendige geslachtsdelen |
| gaisen-凱旋 | feestelijke overwinningsparade; triomfantelijke thuiskomst (na een overwinning) |
| gaisuru-害する | beschadigen; aantasten; kwaad doen; pijnigen; kwetsen; schaden |
| gaiyōyaku-外用薬 | geneesmiddel voor uitwendig gebruik |
| gaizen-慨然 | vastbeslotenheid; standvastigheid |
| gaki-餓鬼 | preta (Sanskriet); hongerige geest(en) |
| gakidō-餓鬼道 | Het rijk van de hongerige geesten (een van de ongelukkige rijken van wedergeboorte in de boeddhistische cyclus van bestaan) |
| gakkai-学会 | wetenschappelijke bijeenkomst [conferentie; congres; vergadering]; wetenschappelijk instituut [genootschap]; academie |
| gakkari-がっかり | teleurgesteld; ontmoedigd; triest |
| gakkarisuru-がっかりする | teleurgesteld [ontmoedigd; triest] worden |
| gakki-学期 | (school; universiteit) lesblok; collegeperiode; semester |
| gakkōgyōji-学校行事 | schoolevenement; school manifestatie |
| gakkuri-がっくり | teleurgesteld; ontmoedigd |
| gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
| gakuchi-学地 | (boeddh.) proces van geestelijke verlichting |
| gakuchi-学知 | iets door bestudering begrijpen |
| gakuchō-学長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
| gakudan-楽団 | band; (klein) orkest |
| gakudō-学道 | studie [bestudering] en naleving van de boeddhistische leer |
| gakugyō-学業 | studie; lessen; colleges |
| gakuironbun-学位論文 | scriptie; thesis (voor een graad) |
| gakumenware-額面割れ | een lager geworden marktwaarde van obligaties en aandelen (t.o.v. de uitgegeven prijs) |
| gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; scholing] |
| gakurekihenchō-学歴偏重 | overdreven nadruk leggen op [belang hechten aan] (academische) kwalificaties |
| gakuryō-学寮 | seminarie voor boeddhistische priesters |
| gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
| gakuseki-学籍 | schoolregister; lijst van ingeschreven leerlingen |
| gamuran-ガムラン | (muziekinstrument Indonesië) gamelan |
| gan-岩 | (in kanji combinaties) rots |
| ganbatte-頑張って | (aanmoediging) doe je best; zet 'm op |
| ganchū-眼中 | overweging; interesse; aandacht |
| ganjigarame-雁字搦め | ingeperkt (door restricties, regels of verboden) |
| ganjō-頑丈 | sterk [gespierd; stevig gebouwd; stoer] zijn |
| gansekigaku-岩石学 | petrologie; leer der gesteenten |
| ganshō-岩床 | (plaat; laag) gesteente; lei; rotsblad |
| ganshō-岩漿 | magma (vloeibaar gesteente) |
| gappei・baishū-合併・買収 | fusies en overnames |
| gappon-合本 | bundeling (van losse publicaties) |
| gara-がら | kippenbotjes (b.v. voor de soep) |
| gara-がら | kliekjes; restjes |
| gara-ガラ | gala (kostuum; feest; voorstelling) |
| gara-柄 | vorm; gestalte |
| garaaki-がら空き | onbeschermd [weerloos] zijn |
| garasuki-がら空き | onbeschermd [zonder verdediging] zijn |
| gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
| gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
| gareki-瓦礫 | puin; los gesteente; kiezels; grind |
| gari-ガリ | dungesneden gemarineerde gemberplakjes |
| gasai-画才 | technische meesterschap [artistiek talent] in schilderkunst |
| gasō-画僧 | schilder-priester (m.n. van door Zen geïnspireerde inkt-schilderijen) |
| gasorinsutando-ガソリンスタンド | tankstation; pompstation; benzinestation (Engels: gasoline stand) |
| gassō-合奏 | een ensemblestuk (muziek); samenspel |
| gasugama-ガス窯 | gasoven; gasgestookte pottenbakkersoven |
| gasunuki-ガス抜き | (fig.) het stoom afblazen; afkoelen; (frustraties, e.d.) ventileren |
| gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
| gasuru-駕する | overtreffen; beter presteren (dan anderen) |
| gasu・bonbe-ガス・ボンベ | gascilinder; gasfles |
| gasu・tanku-ガス・タンク | gastank; gashouder; gasreservoir; gasmeter |
| gegoku-下獄 | een gevangenisstraf krijgen [uitzitten] (meestal politieke gevangenen) |
| gehin-下品 | ruwheid; onbeschaamdheid; platvloersheid |
| gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
| gei-鯨 | (in kanji combinaties) walvis |
| geidan-芸談 | gesprek(ken) over kunst |
| geiha-鯨波 | woeste golven |
| geimei-芸名 | artiestennaam |
| geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
| geki-撃 | (in kanji combinaties) (hard) slaan; (met kracht) aanvallen; schieten; hard raken (ook fig.) zien; voelen; tasten |
| geki-隙 | (in kanji combinaties) gat; kloof; opening |
| gekibun-檄文 | manifest; bekendmaking |
| gekiha-撃破 | destructie; vernietiging; verplettering; vermorzeling |
| gekika-激化 | verergering; escalatie |
| gekkei-月桂 | in een Chinese legende, een laurierboom op de maan |
| gekon-下根 | (boeddh.) iemand met heel weinig spiritueel talent [vermogen] om het Boeddhisme optimaal te kunnen bestuderen [volgen] |
| gen-言 | (on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
| genbahozon-現場保存 | het beschermen [bewaren; intact houden] van de plaats van een misdrijf of ongeluk |
| genbakatsudō-現場活動 | politie aanwezigheid en preventieve acties ter plaatse |
| genbatsu-厳罰 | zware straf [bestraffing] |
| genbun-言文 | gesproken en geschreven taal |
| gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
| gendansuru-厳談する | iemand streng toespreken; (bij iemand) protesteren; een antwoord eisen |
| gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
| gengakugassōdan-弦楽合奏団 | strijkorkest |
| genge-紫雲英 | astragalus sinicus (Chinese hokjespeul) |
| gengochōkakuryōhō-言語聴覚療法 | logopedie; spraaktherapie; spraakles |
| gengokōgaku-言語工学 | (language engineering) taaltechnologie (gericht op het efficiënter en effectiever laten verlopen van taalprocessen) |
| genin-下人 | iemand van lagere klasse [status; rang}; ondergeschikte; bediende; dienaar |
| genjiten-現時点 | op dit punt (in de geschiedenis) |
| genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
| genki-元気 | oerkracht (van alles in het universum [heelal]) |
| genkōyōshi-原稿用紙 | manuscript-papier (voor Japanse teksten); ruitjes-schrijfpapier |
| genkyō-現況 | huidige [bestaande] situatie |
| genkyū-言及 | toespeling; vermelding |
| genkyūsuru-言及する | vermelden; toespeling(en) maken; refereren aan |
| genmai-玄米 | (ongepelde) zilvervliesrijst |
| genpei-源平 | twee elkaar bestrijdende partijen |
| genpeishiai-源平試合 | (hist.) tweestrijd tussen de Minamoto (de witte vaandels) en de Taira (de rode vaandels) |
| genrō-元老 | oudere; nestor; senior; oudere staatsman; veteraan |
| genryōkeiei-減量経営 | lean management; het verminderen van niet-noodzakelijke activiteiten in het bedrijfsproces |
| genseki-原石 | ruwe [onbewerkte; ongeslepen] edelsteen |
| gensogōsei-元素合成 | nucleosynthese |
| gentei-限定 | beperking; restrictie; definitie |
| gerimandā-ゲリマンダー | kiesrechtgeografie (het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten) |
| gerō-下﨟 | een priester [monnik] met lage rang (en weinig ervaring) |
| gesho-外書 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
| geshuku-下宿 | het op kamers wonen; logies; huisvesting |
| geshutapo-ゲシュタポ | Gestapo (Geheime Staatspolitie in Nazi-Duitsland) |
| geshutaruto-ゲシュタルト | gestalt (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
| geshutarutoshinrigaku-ゲシュタルト心理学 | gestaltpsychologie (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
| gesu-げす | (arch. voor ある) zijn; bestaan |
| geten-外典 | (boeddh.) seculiere boeken [geschriften] (die buiten de boeddhistische canon liggen) |
| gettsū-ゲッツー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| gezerushafuto-ゲゼルシャフト | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
| gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
| gi-疑 | (in kanji combinaties) twijfel; verdenking; wantrouwen |
| gichō-議長 | voorzitter; voorzitster (van een vergadering, congres, e.d.) |
| gichōkessai-議長決裁 | een beslissende [doorslaggevende] stem van de voorzitter (bij gelijk aantal stemmen) |
| gifuto-ギフト | cadeau; geschenk |
| gifuto・kādo-ギフト・カード | cadeaubon; cadeaukaart; geschenkbon |
| gijidō-議事堂 | overheidsgebouw; congresgebouw |
| gijō-議場 | vergaderzaal; congreszaal; kamer (parlement) |
| giketsu-議決 | besluit; beslissing; resolutie |
| giku-疑懼 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
| gikushaku-ぎくしゃく | gespannen [gestrest] zijn |
| ginesu・bukku-ギネス・ブック | Guinness Book of Records |
| ginmaku-銀幕 | het witte doek; projectiescherm; bioscoopscherm; film(industrie) |
| ginrei-銀嶺 | een besneeuwde bergtop (die zilverwit glanst) |
| giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
| girigatai-義理堅い | beschikkend over een groot plichtbesef [plichtsgevoel] |
| gishi-義歯 | valse tand(en); kunsttand; tandprothese; gebitsprothese; kunstgebit |
| gishi-義肢 | prothese |
| giyaku-義訳 | betekenis-vertaling; vertaling naar de betekenis (b.v. delen van een samengesteld woord vertalen tot een nieuw samengesteld woord in de andere taal) |
| giyaman-ギヤマン | vroegere naam voor geslepen glas (dat met een diamant werd bewerkt) |
| giyō-ギヨー | een onderzeese tafelberg (vernoemd naar de geograaf Arnold H. Guyot, 1807-1884) |
| gō-業 | karma; lot; lotsbestemming |
| gobaishi-五倍子 | de Chinese sumak of galnoot {galappel} boom (Rhus chinensis) |
| goban-碁盤 | go-bord (het vierkante bord waarop go wordt gespeeld) |
| gobanjima-碁盤縞 | ruitjespatroon; rasterpatroon |
| gobarai-後払い | uitgestelde betaling; nabetaling; krediet |
| gōbengaisha-合弁会社 | joint venture; samenwerkingsverband (bedrijven, organisaties, etc.) |
| gobutsu-御物 | (respectvolle term voor) de eigendommen van een ander |
| goei-護衛 | bewaker; beschermer; escorte |
| goei-護衛 | bewaking; bescherming; verdediging |
| goeikan-護衛艦 | korvet; escorteschip (licht oorlogsschip ter begeleiding van konvooien) |
| goetsudōshū-呉越同舟 | vijanden die in het hetzelfde schuitje zitten; (spreekwoord:) het zijn vrienden als Herodes en Pilatus |
| gofun-胡粉 | wit pigment (met als hoofdbestanddeel calciumcarbonaat) |
| gogan-護岸 | dijkbekleding; dijkbescherming |
| gogatsubyō-五月病 | voorjaarsmoeheid; depressie in mei (m.n. na een nieuwe baan of opleiding, die in april is gestart) |
| gogatsuningyō-五月人形 | een (samoerai) pop die wordt uitgestald in mei ter gelegenheid van het kinderfestival van jongens |
| gogon-五言 | Chinees gedicht met vijf karakters per regel |
| gōguru-ゴーグル | beschermende bril (zoals skibril, zwembril, stofbril, etc.) |
| gogyō-五行 | de vijf elementen in de Chinese filosofie (hout, vuur, aarde, metaal, water) |
| gohō-護法 | het beschermen van het boeddhisme |
| gohō-護法 | een demonengod die het boeddhisme beschermt |
| goisshin-御一新 | (oude naam voor) de Meiji-restauratie |
| goji-護持 | behoud; bewaring; bescherming |
| gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
| gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
| gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
| gokigen-御機嫌 | (beleefde term voor) humeur; stemming; gemoedstoestand |
| gokigenyō-御機嫌よう | (begroeting bij een ontmoeting of afscheid) hallo; hoe gaat het?; tot ziens; tot kijk; groetjes; succes! |
| gokuchū-獄中 | in gevangenschap; achter de tralies |
| gokushi-獄死 | dood [overleden; gestorven] in gevangenschap |
| gokusō-獄窓 | gevangenisraam; (achter de) tralies; gevangenis |
| gokutsubushi-穀潰し | nietsnut; klaploper; luiwammes |
| goma-胡麻 | sesam; sesamzaad |
| gomaae-胡麻和え | Japans bijgerecht van groente met sesam-dressing |
| gomagi-護摩木 | (Boeddhisme) offerhoutje met gebed voor bescherming |
| gōmanburei-傲慢無礼 | onbeschaamdheid; hoogmoed; brutaliteit |
| gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
| gomasuri-胡麻擂り | gemalen sesamzaad |
| gomen-御免 | toestemming; permissie; ontheffing; ontslag |
| gomigomi-ごみごみ | vies; smerig; rommelig; slordig |
| gomotsu-御物 | (respectvolle term voor) de eigendommen van een ander |
| gon-言 | (de on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
| gongodōdan-言語道断 | onbeschrijflijk; onuitspreekbaar; niet in woorden uit te drukken |
| goninbayashi-五人囃子 | vijf hofmuzikantenpoppen, uitgestald tijdens het meisjesfestival (op 3 maart) |
| gōnomono-剛の者 | ware meester; vakman |
| goō-五黄 | het vijfde van de negen tekens van de Chinese dierenriem |
| goon-呉音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
| goran ni naru-御覧になる | (respectvolle uitdrukking voor) kijken; zien |
| goran ni naru-御覧になる | (respectvolle uitdrukking na de -te vorm van een werkwoord) (uit)proberen; (eens) doen (en kijken hoe het gaat) |
| gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
| gōseigo-合成語 | samengesteld woord; samenstelling |
| gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
| gosekku-五節句 | de vijf grote festivals (7 januari, 3 maart, 5 mei, 7 juli en 9 september) |
| goshi-語誌 | etymologisch woordenboek; thesaurus |
| goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
| goshintō-御神灯 | lantaarn als geluksbrenger opgehangen bij huizen van artiesten, geisha's e.d. |
| goshu-御酒 | (respectvolle term voor) alcohol; sake |
| goshujin-御主人 | (respectvolle de term voor de echtgenoot van iemand anders) uw echtgenoot |
| gosō-護送 | escorte (gewapende begeleiding) |
| gosōsha-護送車 | arrestantenwagen; gevangenwagen; celwagen |
| gossori-ごっそり | veel; grote aantallen [hoeveelheden]; volledig; alles; geheel |
| gōsuto-ゴースト | geest; spook |
| gotagota-ごたごた | ruzie; conflict; problemen; complicaties |
| gotamaze-ごたまぜ | mengelmoes; ratjetoe |
| goten-御殿 | (erend woord voor) een residentie [herenhuis] van een hooggeplaatst persoon |
| goten'i-御殿医 | (in de Edo-periode) de arts [geneesheer] van de shoguns en leenheren |
| gotō-梧桐 | (Firmiana simplex) Chinese parasolboom; Chinese hoedenboom |
| gotsugōshugi-御都合主義 | opportunisme (handelen naar omstandigheden, voor persoonlijk voordeel en zonder principes) |
| gotsugotsu-ごつごつ | (onomatopee) geluid van hoesten [bonken] |
| goun-五蘊 | (boeddhisme) de vijf khandhas (groepen van bestaan van de mens) |
| goyō-御用 | uw zaak; de kwestie die u aangaat |
| goyōhajime-御用始め | de hervatting [heropening] van de overheidsdiensten in het nieuwe jaar (meestal op 4 jan.) |
| goyōosame-御用納め | eindejaarsluiting van de overheidsdiensten (meestal 28 dec.) |
| gozaimasu-ございます | (beleefde vorm voor ある) zijn; bestaan |
| gozannookuribi-五山送火 | het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| gu-具 | echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler |
| gū-宮 | (in kanji combinaties) paleis; heiligdom; vorst (keizer; keizerin) |
| gū-寓 | (in kanji combinaties) tijdelijke verblijfplaats; (beleefde term voor de) woning (van iemand); fabel |
| guaba・jūsu-グアバ・ジュース | guavesap |
| guai-具合 | toestand; situatie; omstandigheden |
| guai-具合 | passend [geschikt] zijn; je goed uitkomen; netjes [fatsoenlijk] zijn |
| guano-グアノ | guano (meststof) |
| guddo・dezain・māku-グッド・デザイン・マーク | G- symbool van een Good Design Award winnaar |
| guddo・rakku-グッド・ラック | veel geluk [succes] |
| gūji-宮司 | hoofd priester van een shinto-heiligdom |
| gukei-愚兄 | (bescheiden term voor je eigen) oudere broer |
| gūkyo-寓居 | (bescheiden term voor je eigen) woonplaats |
| gun-郡 | district; gewest |
| gungun-ぐんぐん | snel; krachtig; gestaag |
| gunkoku-軍国 | leger en staat; strijdkrachten en landsbestuur |
| gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
| guraundo・sutorōku-グラウンド・ストローク | (tennis) groundstroke (een slag die wordt geslagen nadat de bal eenmaal is gestuiterd) |
| gureshamunohōsoku-グレシャムの法則 | wet van Gresham (economie: de stelling dat "slecht geld" "goed geld' verdringt) |
| gurimudōwa-グリム童話 | sprookjes van Grimm |
| gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
| guriru-グリル | (vlees)rooster |
| guriru-グリル | grillroom; grillrestaurant |
| guro-グロ | grotesk; belachelijk |
| gurō-愚弄 | bespotting; hoon; spot |
| gurōsuru-愚弄する | (iem.) bespotten; belachelijk maken |
| gurotesuku-グロテスク | grotesk; belachelijk |
| gurūmī-グルーミー | somber; mistroostig; naargeestig; zwaarmoedig; duister |
| gurūpu・dainamikkusu-グループ・ダイナミックス | groepsdynamica (de term voor het gedrag en de psychologische processen die plaatsvinden binnen een sociale groep) |
| gurūpu・disukasshon-グループ・ディスカッション | groepsgesprek; groepsdiscussie |
| gusagusa-ぐさぐさ | diep verwond [geraakt; gestoken] (ook fig.) |
| gusaku-愚策 | (bescheiden taalgebruik) mijn slechte plan [tactiek] |
| gusarito-ぐさりと | diep snijdend [een diepe wond veroorzakend] als van een messteek (ook fig.) |
| gusetsu-愚説 | (naar) mijn bescheiden mening |
| gūzuberī-グーズベリー | kruisbes; klapbes |
| gyakkōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
| gyaku-逆 | het omgekeerde; tegengestelde; tegendeel |
| gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
| gyakukōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
| gyakusei-虐政 | tirannie; despotisme; absolutisme; dictatuur |
| gyakuseisekken-逆性石鹼 | (medicinale) desinfecterende zeep |
| gyakusō-逆走 | het spookrijden; in tegengestelde richting gaan [rennen; rijden] |
| gyakutanchi-逆探知 | het traceren (van een telefoongesprek) |
| gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
| gyofunori-漁夫の利 | het profiteren [krijgen] van iets waar anderen hun best voor doen [waar anderen om vechten] |
| gyohi-魚肥 | meststof gemaakt van [gedroogde) vis |
| gyōji-行事 | evenement; ceremonie; festival |
| gyokuanka-玉案下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
| gyokuhaku-玉璞 | ruwe diamant; ongeslepen diamant |
| gyōmuchōseiteate-業務調整手当 | werkaanpassingstoeslag |
| gyoniku-魚肉 | vis(vlees) |
| gyoniku-魚肉 | vis en vlees |
| gyōretsu-行列 | rij; processie; parade; colonne |
| gyoryū-魚竜 | ichthyosaurus (een uitgestorven geslacht van zeereptielen) |
| gyosei-御製 | gedicht [tekst] geschreven door de Keizer |
| gyōsei-行政 | bestuur; beheer; administratie |
| gyōseikaikaku-行政改革 | bestuurlijke hervorming |
| gyōseishidō-行政指導 | bestuurlijke begeleiding |
| gyōseishobun-行政処分 | bestuurlijke [administratieve] regelgeving [maatregelen] |
| gyōseisoshō-行政訴訟 | bestuursrechtelijk beroep; administratieve strafprocedure |
| gyōseki-業績 | prestatie; resultaat |
| gyōshū-凝集 | cohesie; concentratie; agglutinatie; opeenhoping; samenklontering |
| gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
| gyosuru-御する | een paard berijden; een koets besturen |
| gyotto-ぎょっと | (onomatopee) geschrokken; geschokt |
| gyū-牛 | rundvlees |
| gyū-牛 | de os (1 van de 28 Chinese sterrenbeelden) |
| gyūdon-牛丼 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
| gyūeki-牛疫 | runderpest; veepest |
| gyūmeshi-牛飯 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
| gyūnabe-牛鍋 | (oude term voor sukiyaki) Japanse eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
| gyūniku-牛肉 | rundvlees |
| gyuō-ギュオー | een onderzeese tafelberg (vernoemd naar de geograaf Arnold H. Guyot, 1807-1884) |
| gyūsha-牛舎 | koeienstal; veestal |
| gyūtō-牛刀 | koksmes |
| ha-歯 | tand; kies |
| ha-歯 | de dwarsbalkjes onder de zool van een geta (Japanse traditionele houten sandalen) |
| ha-波 | (in kanji combinaties) golf |
| habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
| habakarinagara-憚りながら | met alle respect ...; neem me niet kwalijk, maar... |
| habō-破帽 | gescheurde [kapotte] hoed |
| habucha-波布茶 | sennathee (een soort thee die wordt gebruikt als laxeermiddel, voor ontgiften of gewichtsverlies) |
| hachi-蜂 | bij; wesp |
| hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
| hadajuban-肌襦袢 | een onderhemd met bindkoordjes dat onder de kimono wordt gedragen |
| hadō-覇道 | (in confucianisme) besturing van een natie via militaire macht en bedrog; regering met een alleenheerser aan het hoofd |
| hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
| hae-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind (met name in west-Japan) |
| hāfumeido-ハーフメイド | kleding die nog niet klaar is, op maat wordt gemaakt en pas na bestelling wordt afgewerkt |
| hagi-萩 | Hagi, Japanse klaverstruik (van de plantensoort Lespedeza) |
| hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
| haguki-歯茎 | tandvlees |
| hahachō-叭々鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hai-はい | ja (wordt gebruikt ter bevestiging en toestemming) |
| hai-はい | ja; jazeker; ja, hoor (wordt gezegd aan het einde van een zin als extra bevestiging) |
| hai-ハイ | roes; euforie; high (van drugs) |
| hai-杯 | (woord voor het tellen van glazen, kopjes, kommen, etc.) |
| hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
| haibanrōzeki-杯盤狼藉 | het over de tafel verspreid liggen van gebruikt serviesgoed (na een diner of banket) |
| haibijon-ハイビジョン | (high-definition television) hdtv (tv met hoge resolutie) |
| haifuki-灰吹き | een bamboebuis waarin as en sigarettenpeuken gescheiden worden (door blazen) |
| haigeki-排撃 | verwerping; afkeuring; afwijzing; aanval; bestrijding (in woord en geschrift) |
| haihanchiken-廃藩置県 | administratieve hervorming van het Japanse staatsbestuur in 1871 (overgang van feodaal clan-systeem naar prefecturen onder centraal overheidsgezag) |
| haika-廃家 | uitgestorven familie; familie zonder nakomelingen |
| haika-配下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
| haikan-廃館 | een gesloten museum, theater, biscoop, etc. |
| haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
| haikara-ハイカラ | (lett. hoge boord) (kleding) in westerse stijl [mode] |
| haikara-ハイカラ | haardracht in westerse stijl |
| haiken-拝見 | het zien; (be)kijken; beschouwing |
| haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
| hainekku-ハイネック | (bij de hals) hooggesloten (kleding) |
| hairegu-ハイレグ | dames bodysuit [badpak] (met hoge uitsnijdingen bij de dijbenen) |
| hairu-入る | in werking [aan] zijn (licht, machines, e.d.) |
| hairyō-拝領 | geschenk (van een vorst of edelman aan een onderdaan); geschenk ontvangen van een hogergeplaatste |
| haisen-廃線 | afschaffing van spoorlijn [transportlijn]; een buiten dienst gestelde spoorlijn [transportlijn] |
| haisen-廃船 | ontmanteling van een boot [schip]; een schip dat uit de vaart is genomen; een schip dat niet meer wordt gebruikt en is gesloopt |
| haisen-杯洗 (盃洗) | een kom voor het spoelen van sakazuki (sakekopjes) bij een drinkgelag |
| haita-歯痛 | kiespijn |
| haitai-敗退 | uitschakeling; nederlaag; verlies |
| haitatsu-配達 | bezorging; levering; bestelling |
| haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
| haitatsusuru-配達する | bezorgen; bestellen; leveren |
| haizen-配膳 | het (op)dienen (van gerechten in een restaurant, e.d.) |
| hai・arai-ハイ・アライ | jai alai, een balspel (soort squash, gespeeld met een rieten cesta) |
| haji-恥 | gezichtsverlies; schande; oneer; schaamte |
| hajiiru-恥じ入る | zich (diep) schamen; zich beschaamd voelen |
| hajikakureru-恥隠る | de schaamte bespaard [niet geopenbaard] worden |
| hajōshiage-波状仕上げ | (puntjes) structuurverf |
| hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
| hakaikōsaku-破壊工作 | ondermijnende [subversieve; ontwrichtende] acties [daden] |
| hakaiteki-破壊的 | vernietigend; destructief |
| hakaki-破瓜期 | pubertijd (van meisjes) |
| hakama-袴 | een houder voor een warme fles sake |
| hakase-博士 | expert; kenner; deskundige; geleerde; academicus |
| hakaze-羽風 | bries [wind] veroorzaakt door het flapperen van vleugels |
| hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
| hakkachō-八哥鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hakkai-発会 | de eerste vergadering [bijeenkomst] (van een jaar, semester, etc.) |
| hakkirishita-はっきりした | duidelijk; helder; uitgesproken |
| hakkuruberī-ハックルベリー | gewone [blauwe] bosbes (huckleberry) |
| hakobiya-運び屋 | vervoerder van gestolen goederen [drugs; verboden artikelen] |
| hakobore-刃毀れ | het afbrokkelen van een stukje van het lemmet van een mes |
| hakobore-刃毀れ | een afgebrokkeld stukje van het lemmet van een mes |
| hakoirimusume-箱入り娘 | lievelingsdochter; (naïef) meisje dat beschermd is opgevoed |
| hakoniwaryōhō-箱庭療法 | zandspeltherapie (vorm van speltherapie, met het plaatsen van allerlei figuurtjes in een doos met zand) |
| haku-箔 | prestige; aanzien |
| haku-魄 | (in kanji combinaties) ziel; geest; yin energie |
| hakubun-白文 | brontekst zonder leestekens (zoals in klassiek Latijn en Chinees) |
| hakubun-白文 | Chinese tekst zonder annotaties |
| hakuju-白寿 | (viering [feest] voor) de 99ste verjaardag |
| hakunaifu-箔ナイフ | mes gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
| hakushi-白紙 | wit [blanco; leeg; onbeschreven] papier |
| hakushijakkō-薄志弱行 | een zwak karakter; besluiteloosheid; gebrek aan wil [ondernemersgeest] |
| hakutō-白桃 | witte perzik (een perziksoort met wit vruchtvlees) |
| hakuwa-白話 | Baihuawen, schrijfvorm voor gesproken taal in China |
| hama-浜 | (in bordspel go) een geslagen [genomen] steen van de tegenspeler |
| hamaogi-浜荻 | (een andere naam voor 葦) riet (Phragmites australis) |
| hamariyaku-嵌まり役 | passende [geschikte] rol |
| hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
| hamono-刃物 | snijgerei; messen; eetgerei; bestek |
| han-帆 | (in kanji combinaties) zeil (van een schip) |
| hana-花 | bloem; kersenbloesem |
| hanaarashi-鼻嵐 | heftig gesnuif; hard briesen |
| hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hanafubuki-花吹雪 | bloemblaadjes die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
| hanagata-花形 | bloemendessin |
| hanagumori-花曇り | bewolkt [mistig] lenteweer (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hanahada-甚だ | (heel) erg; uiterst; extreem; bovenmatig; excessief |
| hanahadashii-甚だしい | extreem; overdadig; excessief; buitensporig; extravagant |
| hanajiromu-鼻白む | ontmoedigd [beschaamd] kijken; teleurgesteld zijn |
| hanamachi-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
| hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival ter viering van de verjaardag van Boeddha (8 april) |
| hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
| hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
| hanamoji-花文字 | hoofdletters; letters versierd met bloemdessins; bloemen geplant in de vorm van letters |
| hanamori-花守 | het beschermen [bewaken] van bloemen (m.n. kersenbloesems) |
| hanamori-花守 | iemand die bloemen beschermt [bewaakt] (m.n. kersenbloesems) |
| hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
| hanaochi-花落ち | jonge vruchten zoals aubergines en komkommers, die worden geoogst kort nadat de bloemen zijn afgevallen |
| hanappashi-鼻っぱし | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
| hanappashira-鼻っ柱 | strijdlustigheid; strijdvaardigheid, competitieve geest; vechtlust |
| hanarebanare-離れ離れ | apart; gescheiden; uit elkaar; verspreid |
| hanareru-離れる | gescheiden worden [weg zijn] (van) |
| hanarewaza-離れ業 | een gewaagde [verrassende] prestatie; een kunststukje; knap staaltje; stunt |
| hanashi-話 | het praten [zeggen; spreken]; gepraat; conversatie; gesprek |
| hanashi-話 | gespreksonderwerp [item] |
| hanashi-話 | lezing; praatje; rede(voering); voordracht; speech; toespraak |
| hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
| hanashichū-話中 | in gesprek; bezet (ook van een telefoonlijn) |
| hanashikomu-話し込む | een lang gesprek hebben (met iem.); een gesprek aangaan (met) |
| hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
| hanasu-話す | converseren; praten met; bespreken |
| hanatsu-放つ | een opgesloten dier vrijlaten |
| hanburu-ハンブル | bescheiden; nederig; gedwee |
| handan-判断 | vonnis; oordeel; besluit |
| handoauto-ハンドアウト | folder; stencil; pamflet (informatiemateriaal voorafgaand aan persconferenties, symposia, etc.) |
| handoringu-ハンドリング | bediening; besturing; hantering; afhandeling |
| hanetsuki-羽根突き | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| hangan-半眼 | halfgesloten ogen |
| hangā・disupurē-ハンガー・ディスプレー | hangend display; hangend rek met (reclame) folders [brochures] |
| hangurīseishin-ハングリー精神 | sterke [agressieve] ambitie [motivatie]; honger naar succes |
| hangurī・supiritto-ハングリー・スピリット | een hongerige geest; een hebzuchtige [extreem ambitieuze] persoon |
| haniku-歯肉 | tandvlees; gingiva |
| hankagai-繁華街 | (drukke) winkelstraat; drukke [levendige] wijk (met winkels, restaurants, bedrijven, etc.) |
| hankagai-繫華街 | uitgaanscentrum; uitgaansgebied; stadsdeel met veel winkels, restaurants, e.d. |
| hanketsu-判決 | vonnis; arrest; gerechtelijke beslissing |
| hanketsuhi-判決日 | de dag dat het vonnis wordt uitgesproken |
| hanketsurikon-判決離婚 | echtscheidingsvonnis; echtscheidingsbeschikking |
| hanki-半季 | een half jaar; semester |
| hanmi-半身 | een helft van een doormidden gesneden vis |
| hannen-半年 | een halfjaar; semester |
| hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
| hansetsu-半切 | stuk papier van halve maat [afmeting] (in de lengte doormidden gesneden) |
| hansetsu-反切 | spellingsysteem in de traditionele Chinese lexicografie (waarbij twee karakters worden gebruikt voor de uitspraak van een monosyllabisch karakter) |
| hanshakaitekiseiryoku-反社会的勢力 | anti-sociale krachten; georganiseerde misdaad; criminele organisaties |
| hantai-反対 | het tegenovergestelde; het tegendeel; andersom |
| hantei-判定 | beslissing; oordeel; vonnis; uitspraak |
| hanten-飯店 | Chinees restaurant |
| hantoki-半時 | een korte tijd; eventjes |
| hantoshi-半年 | een halfjaar; semester |
| hantsuki-半搗き | witte rijst half-om-half vermengd met zilvervliesrijst |
| hanukā-ハヌカ― | Chanoeka (joods feest) |
| hanzei-反噬 | het zich tegen de meester [weldoener] keren; een hond die zijn baasje bijt |
| han'i-犯意 | criminele bedoeling; voorbedachte raad; mens rea (Lat.: een schuldige geest) |
| han'in'yō-半陰陽 | tweeslachtigheid; hermafroditisme |
| happaku-八白 | de achtste van de 9 traditionele astrologische tekens (corresponderend met Saturnus en het Noordoosten) |
| happyō-発表 | aankondiging; presentatie; publicatie; communiqué; verklaring |
| happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
| happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
| hapuningu-ハプニング | geïmproviseerde manisfestatie; spontane kunstactiviteit |
| hara-腹 | gemoed; gevoel; inborst; geest |
| haragei-腹芸 | (op het toneel) emoties kunnen uitdrukken zonder woorden of gebaren |
| haraguai-腹具合 | de conditie [gesteldheid] van de ingewanden |
| harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
| harasumento-ハラスメント | intimidatie; pesterij |
| harau-払う | (aandacht e.d.) geven; schenken; (respect e.d.) tonen; betonen |
| harau-払う | (vaak in de combinatie: chi wo harau, dan meestal geschreven als 掃う) geheel verdwijnen |
| hārā・dābī-ハーラー・ダービー | (honkbal) de strijd om de werper met de meeste overwinningen in het seizoen te worden |
| hari-玻璃 | glasachtige substantie in vulkanisch gesteente |
| hariharinabe-はりはり鍋 | Japanse stoofschotel met (mizuna) groente en vlees (oorspronkelijk walvisvlees) (harihari is een onomatopee voor het geluid van kauwen) |
| harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
| harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
| haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
| harowīn-ハロウィーン | Halloween, feest op de avond voor Allerheiligen |
| haru-張る | (be)spannen; besnaren (b.v. gitaar); opspannen |
| haruhayate-春疾風 | zware lentestorm; krachtige lentewind |
| haruichiban-春一番 | de eerste lentestorm; krachtige zuidenwind in het begin van de lente |
| harukaze-春風 | lentewind; lentebries |
| hashi-箸 | eetstokjes |
| hashikire-端切れ | restjes stof; stofknipsels |
| hashioki-箸置き | eetstokjeslegger; eetstokjes houder |
| hashiri-走り | (Tohoku en West-Japanse dialecten) gootsteen |
| hashirigaki-走り書き | (iets dat snel opgeschreven is) kattebelletje; gekrabbel; hanenpootjes |
| hashisshu-ハシッシュ | hasjiesj; hasj |
| hashitanai-はしたない | onbeleefd; onbescheiden; ongepast; schaamteloos; lomp; onelegant; vulgair |
| hason-破損 | schade; beschadiging; breuk; blessure |
| hasonkasho-破損箇所 | beschadigd onderdeel; beschadigde sectie |
| hasonkurasuta-破損クラスタ | (computer) beschadigde cluster; verloren bestandsfragment |
| hassha-発射 | het afvuren; schieten; beschieting; lancering |
| hasshin-発疹 | huiduitslag; puistjes; exantheem |
| hasshin'on-発信音 | kiestoon (van telefoon) |
| hasshō-発祥 | een gunstig voorteken (tijdens de troonbestijging van een keizer) |
| hassu-法嗣 | (zen boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
| hasukī-ハスキー | (van stem) hees; schor |
| hasukī・boisu-ハスキー・ボイス | hese {schorre} stem; grogstem |
| hasurā-ハスラー | professionele gokker |
| hatabi-旗日 | vlaggendag; nationale feestdag |
| hatabiraki-旗開き | het nieuwjaarsfeest van een vakbond |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
| hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
| hatagyōretsu-旗行列 | vlaggenparade; vlaggenoptocht; vlaggenprocessie |
| hatajirushi-旗印 | devies; slogan; motto |
| hataki-叩き | fijngehakt vlees [vis] |
| hatame-傍目 | perspectief [blik; oogpunt] van een toeschouwer |
| hataraki-働き | prestatie; verdienste; inspanning |
| hatarakiari-働き蟻 | werkmier (onvruchtbare wijftjesmier) |
| hatarakizakari-働き盛り | op het hoogtepunt van zijn carrière [leven] zijn; (iem.'s) meest productieve jaren |
| hataraku-働く | werken; functioneren; resultaat [effect] hebben |
| hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
| hatchakukan-発着艦 | arriverende en vertrekkende marineschepen (in een zeegebied) |
| hatchū-発注 | bestelling; het plaatsen van een order |
| hatchūryō-発注量 | te bestellen hoeveelheid; bestelhoeveelheid |
| hātobureiku-ハートブレイク | liefdesverdriet; hartzeer |
| hatsu-ハツ | hart (van dieren, als ingrediënt in grillgerechten of spiesjes, zoals b.v. yakiniku en yakitori) |
| hatsuan-発案 | voorstel; suggestie |
| hatsubon-初盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
| hatsugen-発現 | openbaring; verschijning; manifestatie |
| hatsugi-発議 | voorstel; suggestie; motie |
| hatsugo-発語 | (een woord dat gebruikt wordt om een gesprek of een tekst te beginnen, zoals さて) nou; welnu |
| hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
| hatsukadango-二十日団子 | Hatsuka Dango, zoete bolletjes kleefrijst, die op 20 januari gegeten worden |
| hatsukaebisu-二十日戎 | Hatsuka Ebisu, een festival op 20 oktober (soms op 20 januari) ter ere van Ebisu, één van de 7 Geluksgoden van Japan |
| hatsukashōgatsu-二十日正月 | 20 januari (de laatste dag van de nieuwjaarsfeesten) |
| hatsuro-発露 | uitdrukking; manifestatie; uiting; verschijning |
| hatsutake-初茸 | hatsutake paddestoel (Lactarius hatsutake) |
| hatsuzekku-初節句 | (de viering van) het eerste jongens- [meisjes-] festival van een baby |
| haujingu-ハウジング | huisvesting; woonruimte |
| hayabune-早船 | (door galei-roeiers voortgestuwde) oorlogsboot |
| hayagatensuru-早合点する | voorbarige conclusies trekken; te snel een oordeel vormen |
| hayagawari-早変わり | eesnelle transformatie [grdaanteverandering]; metamorfose; snelle omkleding (van kostuum) |
| hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
| hayashiraisu-ハヤシライス | een Japans rijstgerecht in westerse stijl (met hachee van rundvlees) |
| hazakura-葉桜 | een kersenboom waar de bladeren zijn uitgekomen (nadat de bloesem is afgevallen) |
| hazukashii-恥ずかしい | verlegen; beschaamd; vernederd |
| hazumu-弾む | gestimuleerd [bemoedigd; aangespoord; opgevrolijkt] worden |
| hazusu-外す | nalaten te pakken; niet nemen; verliezen; express ontwijken; ontduiken |
| hazusu-外す | buiten de vastgestelde normen gaan; de grenzen overschrijden |
| hebiichigo-蛇苺 | sieraardbei (Duchesnea) |
| heddogia-ヘッドギア | (boksen, ijshockey, e.d.) hoofdbeschermer; helm |
| heddohantingu-ヘッドハンティング | headhunting, het werven van professionals voor bedrijven |
| hei-並 | (in kanji combinaties) parallel; op dezelfde rij; op hetzelfde niveau |
| hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
| heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
| heiji-平時 | vredestijd |
| heika-兵戈 | wapens; messen en zwaarden |
| heika-陛下 | Zijne [Hare; Uwe] Majesteit |
| heikai-閉会 | sluiting (van een vergadering, bijeenkomst, etc.); reces; schorsing |
| heikemonogatari-平家物語 | het verhaal [de geschiedenis] van de Heike clan |
| heikindai-平均台 | (turntoestel) evenwichtsbalk |
| heimon-閉門 | (Edo-periode) huisarrest |
| heionsetsu-閉音節 | een gesloten lettergreep (die eindigt op een medeklinker) |
| heisagatatōshishintaku-閉鎖型投資信託 | beleggingsfonds dat een vast aantal aandelen uitgeeft via een enkele openbare aanbieding (om kapitaal te verzamelen voor de eerste investeringen) |
| heisashijō-閉鎖市場 | gesloten markt |
| heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
| heisho-閉所 | krappe, afgesloten ruimte |
| heishokyōfushō-閉所恐怖症 | claustrofobie (vrees voor afgesloten ruimten) |
| heison-併存 | coëxistentie; het naast elkaar bestaan [samenleven] |
| heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
| heitei-閉廷 | reces [verdaging] van de rechtbank |
| heiwaijigun-平和維持軍 | vredesmacht |
| heiwakyūden-平和宮殿 | Vredespaleis (Den Haag) |
| heiwaundō-平和運動 | vredesbeweging |
| hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
| heki-壁 | (in kanji combinaties) muur |
| hekiga-壁画 | muurschildering; fresco; plafondschildering |
| hekomu-凹む | (in)deuken; ingedrukt [beschadigd] worden |
| hencho-編著 | geschreven en bewerkt [samengesteld] zijn (door) |
| henge-変化 | antropomorfische gedaantewisseling van goden, geesten, e.d.; incarnatie |
| henkeidōbutsu-扁形動物 | platworm (Platyhelminthes) |
| henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
| henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
| henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
| henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
| henpen-片片 | kleine stukjes; fragmenten |
| henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje; retourgeschenk (in waardering voor een gunst of schenking van iemand) |
| hensei-編製 | het opstellen [samenstellen] van een familieregister [kiesregister, schoolkinderen register, e.d.] |
| henseifū-偏西風 | de (heersende) westenwinden |
| henseigan-変成岩 | metamorf gesteente |
| hensetsu-変節 | afvallig worden; je principes verloochenen; ontrouw |
| henshinyōfūtō-返信用封筒 | retourenveloppe; gefrankeerde en geadresseerde enveloppe |
| herazukuchi-減らず口 | onbeschaamd [brutaal] geklets |
| herikudaru-謙る | bescheiden [nederig] zijn |
| herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
| herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
| herupesu-ヘルペス | herpes (huidaandoening) |
| herusu・kurabu-ヘルス・クラブ | fitnessclub; fitnesscentrum |
| herusu・sentā-ヘルス・センター | fitnesscentrum |
| heta-下手 | onbekwaamheid; onhandigheid; ondeskundigheid |
| heta-下手 | een onbekwaam [onhandig; ondeskundig] persoon |
| hettsui-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
| heyazumi-部屋住み | (bij gangsters) bendelid dat in de groepsruimte woont en klusjes doet voor de bendeleider |
| hi-彼 | (on-lezing, in kanji combinaties) daar(ginds); die |
| hi-日 | zon; zonlicht; zonneschijn |
| hi-肥 | (in kanji combinaties) mest; gier |
| hi-肥 | (in kanji combinaties) dik; vet; vol |
| hi-被 | (in kanji combinaties) bedekken; verbergen; dragen; aantrekken |
| hi-被 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) geeft aan dat iemand (of jezelf) object van een handeling is |
| hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
| hiashi-日脚 | de beweging van de zon (van oost naar west) |
| hibi-篊 | bamboe- of rijshoutstokken die, voor de kweek van oesters en zeewier, in de zee worden geplaatst om sporen en larven aan te hechten |
| hibiki-響き | resonantie; vibratie; akoestiek; kwaliteit van een geluid |
| hību-ヒーブ | (home economist in business) iemand die werkzaam is op de consumentenafdeling van een bedrijf |
| hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
| hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
| hidarimae-左前 | slechte financiële situatie; (economische) recessie |
| hidarimuki-左向き | de verkeerde kant (van een kimono overslag) ; slechte financiële situatie; (economische) recessie |
| hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| hidariuchiwa-左団扇 | welgesteldheid; in goede doen zijn |
| hidoi-酷い | verschrikkelijk; vreselijk |
| hidoku-酷く | verschrikkelijk; vreselijk; extreem |
| hidori-日取り | de [vastgestelde; afgesproken] datum [dag] |
| hie-稗 | Europese hanenpoot (soort gras, Echinochloa) |
| higai-被害 | beschadiging; schade; averij |
| higonokami-肥後守 | vouwmes (met een ijzeren handvat) |
| hihō-飛報 | expresse bericht; spoedboodschap |
| hijōjitai-非常事態 | noodtoestand |
| hijōjitaisengen-非常事態宣言 | afkondiging van de noodtoestand |
| hikagemono-日陰者 | uitgestotene (uit de maatschappij); paria; iemand met een duister verleden |
| hikameikoku-非加盟国 | niet-lid staat [natie; land] van de Verenigde Naties |
| hikanshugi-悲観主義 | pessimisme |
| hikanshugisha-悲観主義者 | pessimist |
| hikanteki-悲観的 | pessimistisch |
| hike-引け | sluiting van een zaak [sessie]; einde van een werkdag, [schoolperiode, etc] |
| hiken-披見 | doorlezing; bestudering |
| hikensuru-披見する | doorlezen; bestuderen; doornemen; nalezen |
| hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
| hikiniku-挽き肉 | gehakt (vlees) |
| hikite-引き手 | leider; leidinggevende; gids; degene die de touwtjes in handen heeft: |
| hikite-引き手 | (afk. voor) een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
| hikite-弾き手 | bespeler van een muziekinstrument |
| hikitechaya-引き手茶屋 | een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
| hikiwake-引き分け | gelijkspel; gelijke stand; onbeslist |
| hikizome-弾き初め | de eerste keer dat een instrument wordt bespeeld in het nieuwe jaar |
| hikizome-弾き初め | een instrument voor de eerste keer bespelen na aankoop ervan |
| hikkakaru-引っ掛かる | tegengehouden worden; gesnapt worden |
| hikkei-必携 | iets dat onmisbaar [essentieel] is; iets dat je moet hebben |
| hikō-飛行 | verlies van een gebied [huisgezin] |
| hikōkai-非公開 | niet open voor publiek; gesloten; geheim; privé |
| hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
| hikokunin-被告人 | beklaagde; verweerder; beschuldigde; verdachte |
| hiku-弾く | spelen (op een snaarinstrument of toetsinstrument); een muziekinstrument bespelen |
| hikyō-秘教 | esoterische religie [leer] |
| hikyoku-秘曲 | geheime [esoterische] muziek |
| himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
| himansaibō-肥満細胞 | mestcel; mastocyt |
| himanshō-肥満症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
| himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
| himatsuri-火祭り | vuurfestival |
| hime-姫 | prinses |
| himegimi-姫君 | eerbiedige term voor een prinses of de dochter van een hooggeplaatst persoon |
| himitsushugi-秘密主義 | geheimzinnigheid; geslotenheid |
| hin-賓 | iets dat ondergeschikt is |
| hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
| hinamatsuri-雛祭り | Japans poppenfeest [Meisjesdag] (op 3 maart, dan stallen meisjes hun traditionele poppen uit) |
| hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
| hinaningyō-雛人形 | hina-pop (traditionele Japanse pop die op 3 maart, de dag van het Japanse poppenfeest, wordt uitgestald) |
| hinata-日向 | zonneschijn; zonrnige plek |
| hinbutsu-品物 | alles tussen hemel en aarde |
| hinkonsen-貧困線 | armoedegrens; bestaansminimum |
| hinoeuma-丙午 | het vuurpaard, een teken van de Chinese dierenriem (de 43e combinatie van de sexagesimale cyclus) |
| hinoki-檜 | Japanse (dwerg) cipres (Chamaecyparis obtusa) |
| hinto-ヒント | hint; suggestie |
| hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
| hippugerō-匹夫下郎 | eenvoudige mannen en knechten; mannen met lage functies |
| hiraayamari-平謝り | het (nederig) aanbieden van (oprechte) excuses |
| hiraba-平場 | (de grote groep) ondergeschikten; lagergeplaatsten |
| hiraya-平屋 | woonhuis zonder bovenetages; huis van één verdieping; bungalow |
| hire-ヒレ | filet (vlees; vis) |
| hireidaihyōsei-比例代表制 | kiesstelsel van proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten (met meerdere zetels) |
| hirezake-鰭酒 | een kop warme sake met gegrilde visvinnen (meestal van fugu) |
| hirō-披露 | aankondiging; presentatie; voordracht; introductie |
| hirōen-披露宴 | huwelijksreceptie; bijeenkomst; feest |
| hiroi-広い | weids, ruim; breed; uitgestrekt |
| hiroibashi-拾い箸 | eetstokjes gebruikt om eten door te geven aan elkaar (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| hiroyaka-広やか | weidsheid; uitgestrektheid |
| hirune-昼寝 | middagdutje; middagslaapje; siësta |
| hiryō-肥料 | mest; kunstmest; meststof |
| hiseiki-非正規 | (afk. voor) losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hiseikikoyō-非正規雇用 | losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hisenkyoken-被選挙権 | gerechtigdheid om verkozen te worden (als volksvertegenwoordiger); verkiesbaarheid |
| hishaku-柄杓 | (diepe) opscheplepel (meestal van hout of bamboe) |
| hishimochi-菱餅 | (driekleurige) mochi in ruitvorm, voor Hinamatsuri, het poppenfestival op op 3 Maart) |
| hisho-秘書 | (privé) secretaris [secretaresse] |
| hisho -飛書 | brief met spoed verstuurd; urgente correspondentie |
| hisoka-密か | geheim; heimelijk; stiekem; clandestien; privé |
| hissageru-引っ提げる | (iets) presenteren; voorleggen; onder de aandacht brengen |
| hissei-筆勢 | levendige [krachtige] schrijfstijl [beschrijving] |
| hītā-ヒーター | verwarming; kachel; verwarmingstoestel |
| hitato-ひたと | dichtbij; direct; precies |
| hito-一 | (in kanji combinaties) één |
| hitobarai-人払い | een privé-gesprek |
| hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
| hitode-海星 | zeester |
| hitodenashi-人でなし | een bruut; beest; monster; onmenselijk wezen |
| hitoe-単衣 | ongevoerde kimono; kimono bestaande uit één laag stof |
| hitogokochi-人心地 | besef; bewustzijn; opluchting |
| hitohata-一旗 | succes |
| hitomawari-一回り | één cyclus (van de Chinese dierenriem) |
| hitomoji-一文字 | grove bieslook (Allium fistulosum) |
| hitoomoini-一思いに | resoluut; spontaan; zonder er al te veel over na te denken |
| hitoributai-一人舞台 | alleen de leiding [regie] hebben; veruit de beste zijn |
| hitorigime-独り決め | (eigen) aanname [beslissing] zelf beslissen |
| hitorigurashi-一人暮らし | alleen leven [wonen; een kluizenaarsbestaan; vrijgezellen bestaan; celibaat |
| hitoshio-一入 | nog meer; des te meer; in het bijzonder; vooral |
| hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
| hitsu-筆 | het schrijven; geschrift; schrijfwerk; kalligrafie; schrijfkunst |
| hitsuboku-筆墨 | wat geschreven is met penseel en inkt; kalligrafie |
| hitsujin-筆陣 | stellingname (in een polemiek; pennenstrijd; twistgeschrift) |
| hitsujun-筆順 | streepjesvolgorde van de Chinese karakters |
| hitsuryoku-筆力 | expressiviteit [expressieve kracht] van een penseelvoering [beschrijving] |
| hitsuzetsu-筆舌 | (lett. penseel en tong) het geschreven en gesproken woord |
| hitto-ヒット | een succes; hit; succesnummer |
| hiuo-氷魚 | jonge (nog doorschijnende) onvolgroeide Ayu (visjes) |
| hiwa-悲話 | triest [zielig] verhaal |
| hiwada-檜皮 | hinoki-bast; de bast [schors] van een Japanse cypres |
| hiya-冷や | koud drinkwater (met ijsblokjes) |
| hiyaku-秘薬 | geheim geneesmiddel; geneesmiddel waarvan het recept geheim gehouden wordt |
| hiyaku-飛躍 | sprong; gespring; snelle voortgang |
| hiyamugi-冷や麦 | koud geserveerde udon noedels |
| hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
| hiyodori-鵯 | bruinoorbuulbuul (een zangvogel: Hypsipetes amaurotis) |
| hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hiyoke-火除け | brandbeveiliging; bescherming tegen brand |
| hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
| hizaate-ひざ当て | kniebeschermer |
| hizagashira-膝頭 | knieschijf |
| hizakozō-膝小僧 | knieschijf |
| hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
| hizashi-日差し | zonlicht; zonnestralen |
| hizashi-陽射し | zonlicht; zonnestralen |
| hō-朋 | (in kanji combinaties) vriend metgezel; kameraad |
| hō-豊 | afkorting voor Buzen of Bungo provincies |
| hō-鳳 | een mythische Chinese vuurvogel [feniks] |
| hoanrin-保安林 | bosbescherming; bescherming van de bossen; boswachterij |
| hobaku-捕縛 | aanhouding; arrestatie |
| hōben-方便 | een handige manier; geschikt middel; hulpmiddel |
| hōchō-包丁 | keukenmes |
| hōdai-砲台 | een fort; batterij (geschut) |
| hōden-ホーデン | testikels; zaadballen |
| hodohodo-程程 | gematigd [matig; gemiddeld; precies genoeg] zijn |
| hodokoshimono-施し物 | aalmoes |
| hodoyoi-程好い | goed; gunstig; geschikt |
| hodoyoi-程好い | precies goed; op het juiste moment |
| hōe-法衣 | religieuze kleding; priestergewaad |
| hōen-砲煙 | de rook van een kanon [artilleriebeschieting] |
| hōfukusochi-報復措置 | represailles; vergeldingsacties; wraak |
| hōgakōshin-萌芽更新 | het proces om hakhout te verkrijgen |
| hōganshi-方眼紙 | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
| hōgeki-砲撃 | beschieting; bombardement (m.n. vanuit artillerie) |
| hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
| hogo-反故 | reeds beschreven [gebruikt] papier; papierafval |
| hōgo-法語 | uitleg van boeddhistische geschriften |
| hogosha-保護者 | voogd; beschermheer |
| hogosuru-保護する | beschermen; bewaren; behouden |
| hoiku-哺育 | verzorging, voeding en bescherming van jonge zoogdieren door de ouders |
| hoitsu-捕逸 | een doorgeschoten bal (honkbalterm voor een catcher die de bal mist) |
| hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
| hōjutsu-砲術 | geschut; artillerie |
| hōkai-抱懐 | het koesteren [hebben; erop na houden] van een gedachte, mening, etc |
| hokaku-捕獲 | in beslagname; confiscatie; vangst |
| hōkeishujutsu-包茎手術 | operatie van de voorhuid; besnijdenis |
| hokkyō-法橋 | (boeddh.) een van de rangen van priesters [monniken] |
| hōkō-咆哮 | schreeuw; gil; gebrul; geschreeuw; gejank |
| hōkō-放校 | van school gestuurd zijn |
| hōkō-方向 | doel; bestemming |
| hoko-矛 | lans; spies; speer |
| hoko-矛 | (met lantaarns) gedecoreerde paal (voor optochten en festivals) |
| hokō-補講 | aanvullende [extra] les [lezing; college] |
| hōkon-方今 | (op) deze tijd [dit moment]; precies nu |
| hokori-埃 | rest; overblijfsel |
| hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
| hoku-北 | (in kanji combinaties) noord |
| hokuga-北画 | (afk. van) (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
| hokuhokusei-北北西 | het noordnoordwesten |
| hokuriku-北陸 | Hokuriku gebied [streek] (bestaat uit de prefecturen Fukui, Ishikawa, Toyama en Niigata) |
| hokusei-北西 | het noordwesten |
| hokushuga-北宗画 | (landschap)schilderijen van de Noordelijke schildersschool (China), m.n. door professionele schilders met krachtige, scherpe lijnen |
| hokuso-火糞 | gesmolten kaarsvet |
| hokuyō-北洋 | een term die in China werd gebruikt om te verwijzen naar de drie provincies van de Qing-dynastie, Zhihlei (Hebei), Shandong en Mukden (Liaoning) |
| homaesen-帆前船 | (westers) zeilschip; zeilboot; jacht |
| hōmingu-ホーミング | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| hōmon-砲門 | geschutpoort; geschutsgat; schietgat (in een oorlogsschip of burcht) |
| homo・habirisu-ホモ・ハビリス | Homo habilis (uitgestorven menssoort, die 2,3 tot 1,5 miljoen jaar geleden leefde in Oost-Afrika)) |
| hōmuran・dābī-ホームラン・ダービー | (Major League Baseball) jaarlijkse wedstrijd om wie de meeste homeruns slaat |
| hōmurūmu-ホームルーム | schoollokaal waar een groep leerlingen extra begeleiding krijgt van een vaste leraar (vaak voordat de reguliere lessen beginnen) |
| hōmusupan-ホームスパン | dikke met de hand gesponnen garen |
| hōmusupan-ホームスパン | grove wollen stof (van met de hand gesponnen garen) |
| hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
| hon-本 | (woord voor het tellen van lange cilindervormige voorwerpen, zoals pennen, flessen, etc.) |
| hon-翻 | (in kanji combinaties) fladderen; wapperen; zwaaien; omdraaien; overzetten; van richting [mening; gedachten) veranderen |
| hondai-本題 | het hoofdonderwerp; de kwestie in behandeling; dit onderwerp; het eigenlijke onderwerp |
| honemi-骨身 | botten en vlees; het hele lichaam |
| hōnenmatsuri-豊年祭り | oogstfeest |
| honenuki-骨抜き | het uitbenen [fileren] (van vlees); ontgraten (van vis) |
| hongimari-本決まり | (formele) definitieve beslissing; vaststaand besluit |
| honken-本件 | deze kwestie [zaak] |
| honkō-本校 | hoofdgebouw [hoofdvestiging] van een school |
| honkyū-本給 | basissalaris (zonder toeslagen, e.d.) |
| honmō-本望 | lang gekoesterde wens; ultieme droom |
| honnin-本人 | de persoon in kwestie; betrokkene |
| hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
| honomekasu-仄めかす | zinspelen op; laten doorschemeren; een toespeling maken; een hint geven |
| honpō-本俸 | basisloon; vast salaris (exclusief extra toeslagen, etc.) |
| honrainara-本来なら | strikt genomen; normaal gesproken |
| honron-本論 | hoofdzaak; hoofdonderwerp; belangrijkste kwestie |
| honryū-奔流 | woeste stroom (water) |
| honsei-本姓 | oorspronkelijke achternaam [familienaam]; meisjesnaam |
| honseki-本籍 | (iemands) wettelijke [officiële] adres [woonplaats] |
| honshitsu-本質 | ware aard [natuur]; essentie (van iets); intrinsieke [wezenlijke] kwaliteit [waarde] |
| honshitsuteki-本質的 | essentieel; noodzakelijk; belangrijk |
| honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
| honten-本店 | hoofdkantoor; hoofdvestiging; hoofdfiliaal |
| honyūbin-哺乳瓶 | zuigfles |
| hōō-鳳凰 | een mythische Chinese vuurvogel [feniks] |
| hooba-朴歯 | steunbalkjes onder geta sandalen, gemaakt van magnolia hout |
| horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
| hōretsu-放列 | batterij (van kanonnen); geschut; in een rij opgestelde artillerie-eenheid |
| hori-捕吏 | (hist.) een ambtenaar die criminelen arresteert |
| horinukiido-掘り抜き井戸 | een diepe geboorde [geslagen] put |
| horishi-彫り師 | tatoeëerder; tattoo artiest |
| horo-幌 | dekzeil; wagenkap; autohoes; huif |
| horo-幌 | een geweven strook stof, bevestigd aan de achterkant van een (samoerai) harnas of helm (als versiering of bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| horo-母衣 | geweven doek aan de achterkant van het harnas van een samoerai (als decoratie en als bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| horo-母衣 | beschermhoes (voor auto's, e.d.) luifel |
| horobosu-滅ぼす | ruïneren; vernietigen; verwoesten; te gronde richten |
| horobu-滅ぶ | verwoest [geruïneerd] worden; te gronde gaan |
| hororito-ほろりと | (onomatopee) druppelend; stilletjes vallend (b.v. van tranen); uit elkaar vallend; tot tranen toe geroerd |
| horoyoi-ほろ酔い | aangeschoten; teut; tipsy |
| horoyoi-微酔い | aangeschoten zijn (van drank) |
| horumon-ホルモン | (in Kansai dialect) orgaanvlees, slachtafval van koeien of varkens |
| horunferusu-ホルンフェルス | (gesteente) hoornrots; hornfels |
| horusutain-ホルスタイン | koeienras Holstein-Friesian |
| horyū-保留 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| horyū-蒲柳 | zwakke gezondheid; zwak gestel; fragiele constitutie |
| horyū-蒲柳 | (andere naam voor) Japanse katjeswilg (Salix gilgiana) |
| hōshanōosen-放射能汚染 | radioactieve besmetting; radioactieve verontreiniging |
| hōshaseihōkai-放射性崩壊 | radioactief verval; radioactieve desintegratie |
| hōshi-法嗣 | (boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
| hōshi-法師 | Boeddhistische priester [monnik]; iemand in monniksgewaad |
| hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
| hoshika-干し鰯 | meststof op basis van gedroogde ontvette sardines en haring (werd gebruikt voor de katoen- en tabaksteelt van late Edo-periode tot de Meiji periode) |
| hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
| hoshin-保身 | zelfbescherming |
| hōshin-疱疹 | herpes (huidaandoening) |
| hōshin-芳信 | bericht over het bloeien van de bloemen [kersenbloesems] |
| hōshinbyōdoku-疱疹病毒 | herpes simplex (virus); koortsuitslag |
| hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
| hōsho-芳書 | (respectvol woord voor de brief van de ander) uw brief |
| hōshoyaki-奉書焼き | een gerecht waarbij vis [zeevruchten; paddenstoelen] in papier gewikkeld worden gestoomd op een open vuur |
| hōshu-法主 | hoofdpriester; hoofd van een boeddhistische sekte |
| hosogiri-細切り | het in dunne reepjes snijden; in reepjes gesneden voedsel |
| hosoku-捕捉 | gevangenneming; vangst; arrestatie |
| hosomi-細み | een van de fundamentele principes van de shōfū- of Bashō-stijl in de Japanse poëzie, n.l. het streven naar verfijning en oprechtheid |
| hosshi-法嗣 | (boeddh.) opvolger van de abt [priester] |
| hosshin-発心 | (boeddh.) bekering; religieuze ontwaking; priester worden |
| hosshin-発疹 | huiduitslag; puistjes; exantheem |
| hossu-法主 | hoofd(priester) van een boeddhistische groepering |
| hōsui-放水 | uitwatering; waterafvoer; besproeiing |
| hosutesu-ホステス | gastvrouw; hostess |
| hosuto-ホスト | (mannelijke) presentator (van tv-programma's, e.d.) |
| hotarubukuro-蛍袋 | klokjesbloem (Campanula punctata) |
| hoteiaoi-布袋葵 | waterhyacint (Eichhornia crassipes) |
| hōteidensenbyō-法定伝染病 | meldingsplichtige infectieziekte (besmettelijke ziekte die men wettelijk verplicht moet melden aan de autoriteiten) |
| hōteisokudo-法定速度 | wettelijk toegestane snelheid |
| hōten-宝典 | waardevol boek; thesaurus |
| hōtō-砲塔 | geschuttoren; geschutkoepel |
| hotoke-仏 | een dode [overledene]; geest |
| howaito・hausu-ホワイト・ハウス | het Witte Huis (residentie van de president van Amerika) |
| howaito・mīto-ホワイト・ミート | (Eng.: white meat) wit vlees (b.v. van kip of kalf) |
| hoya-火屋 | metalen deksel (met gaatjes) van wierookbrander |
| hoyahoya-ほやほや | pas; vers; nieuw (b.v. pas getrouwd of net afgestudeerd) |
| hozen-保全 | behoud; bescherming; instandhouding; conservering |
| hōzō-宝蔵 | het gebouw in een tempel waar de geschriften worden bewaard |
| hozonsuru-保存する | bewaren; behouden; in stand houden; preserveren |
| hyakkiyakō-百鬼夜行 | een nachtelijke optocht van monsters, spoken, geesten, etc. |
| hyakunichizeki-百日咳 | kinkhoest |
| hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
| hyōbyaku-表白 | (bij het begin van een boeddhistische dienst) de verkondiging van het doel van de dienst door de hoofdpriester voor het boeddhabeeld en de aanwezigen |
| hyōgenshugi-表現主義 | expressionisme |
| hyōji-表示 | indicatie; aanduiding; uitdrukking; manifestatie |
| hyōji-表示 | representatie |
| hyōjō-表情 | gevoelsuitdrukking; expressie; houding |
| hyōkason-評価損 | waardeverlies; boekwaardeverlies |
| hyōketsu-票決 | stemming; een besluit bij stemming |
| hyōketsu-表決 | resolutie (over een wetsvoorstel, b.v.); stemmingsbesluit (over het al dan niet goedkeuren van een in stemming gebracht voorstel, e.d.) |
| hyōmenchōryoku-表面張力 | oppervlaktespanning |
| hyōon-表音 | fonetische representatie |
| hyōshi-拍子 | (precies op het) moment |
| hyōshōdai-表彰台 | podium; verhoging; estrade |
| hyōtan-瓢簞 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
| hyūman・asesumento-ヒューマン・アセスメント | (Eng.: human assessment) beoordeling van mensen (b.v. personeel) |
| hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
| hyūzu-ヒューズ | Hughes (Engelse achternaam) |
| i-医 | geneeskunde; medicijnen |
| i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
| ibiridasu-いびり出す | (iem.) dwingen te vertrekken; naar buiten werken; wegpesten |
| ibotarō-水蠟蠟 | bomenwas; insectenwas; Chinese was |
| icharibachōdē-いちゃりばちょーでー | (Okinawa dialect) zodra we elkaar ontmoeten zijn we broers [zusters] (m.a.w. wees vriendelijk voor vreemden) |
| ichi-一 | eerste; beste |
| ichiban-一番 | de eerste [beste]; nummer 1; -ste (overtreffende trap) |
| ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
| ichigakki-一学期 | eerste semester (school) |
| ichigen-一見 | eerste bezoek (van een klant, b.v. in een restaurant) |
| ichiichi-一一 | elke; ieder(een); alles |
| ichiitaisui-一衣帯水 | smalle zeestraat [zee-engte] tussen twee landen; (twee landen) gescheiden door een smalle strook water |
| ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
| ichikabachika-一か八か | (gezegde) het erop wagen; alles of niets; erop of eronder; zwemmen [pompen] of verzuipen |
| ichimei-一命 | (China) heer; man van beschaving; overheidsdienaar; krijgsman; strijder |
| ichimōdajin-一網打尽 | grootschalige arrestaties |
| ichimon-一門 | leerlingen van dezelfde meester (van een school der kunsten, vechtsporten, e.d.) |
| ichinenhokki-一念発起 | besluit om Boeddhistische monnik te worden |
| ichinotori-一の酉 | de eerste Dag van de Haan in de elfde maand; het festival van de Ōtori-schrijn gehouden op die dag |
| ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
| ichiza-一座 | banket; feestelijk [officieel] diner |
| ichiza-一座 | de hele groep acteurs [artiesten] van een theatergezelschap |
| idaku-抱く | koesteren (gevoelens, gedachtes, meningen) |
| ido-イド | (in psychoanalyse, het onderbewuste) id; es; het |
| idō-異動 | verandering [wijziging] van een situatie [toestand] |
| idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
| idōsaki-異動先 | bestemming [plek] van overplaatsing |
| iebae-家蠅 | huisvlieg (Musca domestica) |
| ienken-以遠権 | landingsrecht dat een luchtvaartmaatschappij toestaat om na aankomst in het land dat het reisdoel is, door te vliegen en te landen in een ander land |
| ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
| iesu-イエス | Jesus |
| iesu-イエス | ja (Engels: yes) |
| ifū-遺風 | overgeleverde traditie; lessen en kennis doorgegeven door vorige generaties |
| igaku-医学 | geneeskunde; medicijnen (studie) |
| igakubu-医学部 | Medische Faculteit; Faculteit der Geneeskunde |
| igi-異議 | bezwaar; tegenwerping; protest; objectie |
| igon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
| igonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
| igonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
| iguzamu-イグザム | examen; test; tentamen |
| igyō-偉業 | grote prestatie; goed (behaald) resultaat |
| igyō-医業 | geneeskunde |
| ihitsu-遺筆 | nagelaten geschrift [kalligrafie] van een overledene; postuum werk |
| ii-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
| iiai-言い合い | ruzie; discussie; twistgesprek; woordenwisseling |
| iifukumeru-言い含める | (iets) goed uitleggen; goede instructies geven |
| iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
| iigakari-言いがかり | valse beschuldiging; aantijging |
| iigusa-言い草 | gespreksonderwerp |
| iigusa-言い草 | excuus; smoes |
| iikagen-いい加減 | precies goed [passend; geschikt]; zoals het hoort zijn; geschiktheid; de juiste maat [mate] |
| iikakeru-言いかける | (iem.) aanspreken; toespreken; spreken tot; zich richten tot |
| iikawasu-言い交わす | een gesprek hebben met; gedachten wisselen met; beloftes uitwisselen |
| iinkai-委員会 | commissie; comité; bestuur |
| iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
| iinuke-言い抜け | excuus; smoes; ontwijking |
| iitsukeru-言いつける | gewend zijn om te zeggen; meestal zeggen |
| iitsukusu-言い尽くす | alles [het hele verhaal] vertellen; niets ongezegd laten |
| iizama-好い様 | (ironisch spraakgebruik) netelige [moeilijke; lastige; beschamende] omstandigheid [situatie] |
| iji-遺児 | wees; weeskind |
| ijime-苛め | pesterij; het pesten; het kwellen |
| ījisukan-イージス艦 | Aegis kruiser (marineschip uitgerust met het Aegis-systeem) |
| ījī・kea-イージー・ケア | (ge)makkelijk te onderhouden (meestal gebruikt voor stoffen van kleding) |
| ijōfu-偉丈夫 | een robuuste [stevig gebouwde; gespierde] man |
| ijutsu-医術 | geneeskunde; medische technieken; medische vaardigheden |
| ikanokō-烏賊の甲 | inktvisschelp; zeeschuim |
| ikataru-胃カタル | maagcatarre; gastritis; ontsteking van het maagslijmvlies |
| ikazoku-遺家族 | nabestaanden |
| ike-池 | vijver; put; reservoir |
| ikei-畏敬 | eerbied; ontzag; respect |
| ikeuo-生け魚 | levende vissen (bestemd voor consumptie, in een aquarium of tank in een restaurant) |
| ikiba-行き場 | bestemming; plaats om naar toe te gaan |
| ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
| ikigomi-意気込み | enthousiasme; geestdrift; ijver |
| ikigomu-意気込む | enthousiast [geestdriftig] zijn; gesteld zijn (op); vastbesloten zijn (om te) |
| ikihaji-生き恥 | de schaamte die men tijdens zijn leven moet verduren; leven [voortbestaan] in schaamte [schande; oneer] |
| ikiji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
| ikimi-生き身 | verse vis; vers vlees |
| ikiru-生きる | leven; (blijven) bestaan |
| ikiryō-生き霊 | een levende (lichaamsloze) geest die zijn eigen lichaam heeft verlaten om wraak te nemen op iemand; een wraakzuchtige geest |
| ikisaki-行き先 | (eind)bestemming; verblijfplaats |
| ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
| ikishōchin-意気消沈 | ontmoedigd [depressief; down] zijn |
| ikishōten-意気衝天 | opperbeste stemming; stralend humeur; groot enthousiasme |
| ikisuji-粋筋 | liefdesaffaire |
| ikitsuku-行き着く | (de bestemming) bereiken; uitkomen op [bij]; tot de conclusie komen |
| ikiwakare-生き別れ | levenslang gescheiden zijn |
| ikizukuri-生き作り | (lett. levend klaargemaakt) sashimi gesneden van een levende vis (een controversiële methode) |
| ikkatsubarai-一括払い | het alles in één keer betalen; het hele bedrag ineens betalen |
| ikken-一件 | een zaak [kwestie; voorval] |
| ikkiichiyū-一喜一憂 | afwisselend blij [vrolijk] en verdrietig [angstig]; tussen hoop en vrees |
| ikkyo-一挙 | alles tegelijk [in één keer] doen |
| ikkyoni-一挙に | in één slag [klap]; in één keer; alles tegelijk |
| ikō-遺功 | nagelaten werken [prestaties]; nalatenschap |
| ikokusen-異国船 | buitenlandse schepen (in de Edo periode excl. de Nederlandse, Chinese en Koreaanse schepen) |
| ikotsu-遺骨 | beenderen van gesneuvelde soldaten [overledenen] |
| ikuji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
| ikun-遺訓 | goede raad advies; [instructies] door een overledene achtergelaten voor nabestaanden |
| imei-遺命 | laatste wilsbeschikking; testament |
| imējidaun-イメージダウン | het imago [de reputatie] van iemand schaden[verpesten] |
| imōtobun-妹分 | protegee; beschermelinge |
| in-イン | de tweede negen holes (van een golfbaan) |
| inakajiruko-田舎汁粉 | (plattelandse) zoete rode bonensoep met (gebakken) rijst cakes |
| inaoru-居直る | plotseling agressief [vijandig] worden |
| inari-稲荷 | god uit de Japanse mythologie, beschermer van de rijstoogst |
| inbesutomento-インベストメント | investering |
| inbesutomento・banku-インベストメント・バンク | investeringsbank |
| indoneshia-インドネシア | Indonesië |
| inenmaku-胃粘膜 | maagslijmvlies |
| infōmudo・konsento-インフォームド・コンセント | verklaring van vrijwillige toestemming (med.) |
| infure・hejji-インフレ・ヘッジ | (Eng.: inflation hedge) bescherming tegen inflatie |
| inginburei-慇懃無礼 | gespeelde [niet gemeende] beleefdheid; verborgen afkeer |
| ingō-院号 | naam van een tempel die door een edelman, shogun, e.d. is gesticht |
| inkikusai-陰気臭い | somber; mistroostig; donker; droefgeestig |
| inkubin-インク瓶 | inktfles |
| inkuburottokensa-インクブロット検査 | (psychologie) inkblot test; rorschachtest |
| inkuyōki-インク容器 | inkt reservoir |
| inkyokusen-陰極線 | kathodestraal |
| innen-因縁 | lot; lotsbestemming |
| inochi-命 | essentie; kern; het belangrijkste |
| inoko-亥の子 | (af, voor) een evenement [(oogst)feest] dat plaatsvindt (m.n. in West-Japan) op de eerste dag van de maand van het Zwijn |
| inokonoiwai-亥の子の祝 | een evenement [(oogst)feest] dat plaatsvindt (m.n. in West-Japan) op de eerste dag van de maand van het Zwijn |
| inpuresshon-インプレッション | impressie; indruk |
| insatsukōtei-印刷工程 | druk proces |
| inshō-印象 | impressie; indruk |
| inshokuten-飲食店 | restaurant; eethuis |
| inshōshugi-印象主義 | impressionisme |
| inshōshugisha-印象主義者 | impressionist |
| insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
| insutityūshonaru・ado-インスティテューショナル・アド | institutionele reclame (gericht op het vestigen van een naam van een instituut, i.p.v. een product) |
| insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
| intā-インター | interview; vraaggesprek |
| intābijon-インタービジョン | intervisie (een georganiseerd gesprek tussen een kleine groep vakgenoten) |
| intabyū-インタビュー | interview; vraaggesprek |
| intāpuritā-インタープリター | interpreter (software), computerprogramma dat herhaaldelijk instructies leest en vertaalt naar machinecode |
| intaresuto-インタレスト | interesse; belangstelling |
| intāseputā-インターセプター | onderschepper; radartoestel |
| interijento・biru-インテリジェント・ビル | intelligent gebouw (met computergestuurde functies) |
| intoranetto-イントラネット | (computer) intranet; (besloten informatieplatform binnen een organisatie) |
| inu-戌 | de Hond (elfde van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem) |
| inui-戌亥 | (arch.) het noordwesten |
| inuitto-イヌイット | Inuit (eskimo's in Groenland en Canada) |
| inukaki-犬搔き | op zijn hondjes zwemmen; zwemmen als een hond |
| inyō-遺尿 | het bedplassen; enuresis |
| inyōshō-遺尿症 | het bedplassen; enuresis |
| in'yō-陰陽 | yin en yang (twee tegengestelde principes of krachten) |
| in'yu-引喩 | allusie; toespeling; zinspeling |
| ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
| ippaku-一白 | wit landschap; iets dat [omgeving waar] alles wit is |
| ippantōshika-一般投資家 | particuliere investeerder |
| ippanzōbutsu-一般贓物 | gestolen goederen |
| ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
| ippin-逸品 | voortreffelijk voorwerp [object; product; artikel]; pronkjuweel; meesterstuk; meesterwerk |
| ippon'yari-一本槍 | een beslissende actie (b.v. met een speer) |
| iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
| irasshaimase-いらっしゃいませ | (ter verwelkoming van gasten of klanten, in winkels, e.d.) (wees) welkom |
| irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
| irejie-入れ知恵 | hint; suggestie; advies |
| irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
| iroha-伊呂波 | het ABC; de (eerste) beginselen; grondslagen; basis(principes) |
| iroke-色気 | kleuring; kleurnuances |
| iroonna-色女 | vriendin; minnares |
| iru-居る | (levende wezens) zijn; bestaan |
| iruminēshon-イルミネーション | (decoratieve) verlichting [lichtjes]; belichting |
| isamiashi-勇み足 | te ver gaan [teveel je best doen; overijverig zijn] (en daardoor falen) |
| isamitatsu-勇み立つ | gestimuleerd [bemoedigd; opgefleurd; geprikkeld] zijn [worden] |
| isao-勲 | (bijzondere) prestatie; verdienstelijke daad |
| iseebi-伊勢海老 | (hoorn)kreeft; langoest |
| isei-以西 | ten westen [westelijk] (van) |
| isei-異性 | het andere geslacht; de andere sekse |
| isha-医者 | arts; dokter; geneesheer; medicus |
| ishi-遺子 | wees; weeskind |
| ishi-遺志 | de wens van een overledene; laatste wil [wilsbeschikking] |
| ishibōchō-石包丁 | (oudheid) een stenen (oogst) mes |
| ishidatami-石畳 | stenen bestrating; stoeptegels; tuintegels |
| ishidatami-石畳 | de zeeslak Monodonta confusa |
| ishikettei-意思決定 | besluitvorming |
| ishiki-意識 | bewustzijn; besef |
| ishikisuru-意識する | zich bewust zijn van; beseffen |
| ishin-威信 | gezag; prestige; aanzien; waardigheid |
| ishin-維新 | restauratie; reformatie |
| ishin-維新 | (afk. voor) de Meiji-restauratie (1867) |
| ishindenshin-以心伝心 | [禅宗で、言葉では表せない仏法の神髄を無言のうちに弟子に伝えること] (in het Zen Boeddhisme) de non-verbale transmissie van de essentie van de Boeddhistische concepten |
| ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
| ishitsusha-遺失者 | eigenaar [eigenares] van een verloren voorwerp |
| ishō-意匠 | ontwerp; design |
| isho-遺書 | testament |
| ishoku-衣食 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| ishugaeshi-意趣返し | vergelding; wraak; represaille |
| issai-一切 | alles; allemaal |
| issei-一世 | de eerste van een koning of keizer waarbij de naam van de vorst tevens in de volgende generaties voorkomt (b.v.: Willem I der Nederlanden) |
| isseki-一席 | speech; toespraak |
| isseki-一席 | banket; feestmaal; feestelijk diner; etentje |
| isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
| isshitsurieki-逸失利益 | gederfde winst (vermogensschade die bestaat uit het gemis van winst) |
| isshō-一生 | een leven; hele leven; levensduur; een bestaan |
| isshokusokuhatsu-一触即発 | kritieke toestand; explosieve situatie |
| isshokuta-一緒くた | mengelmoes; warboel; ratjetoe |
| isso-いっそ | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
| issokutobi-一足飛び | een sprint [run] (naar de eindbestemming) |
| issonokoto-いっその事 | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
| isukumeru-射竦める | de tegenstander intimideren met een woeste [dreigende] blik |
| itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
| itabasami-板挟み | dilemma; tweestrijd |
| itachigokko-鼬ごっこ | ratrace; felle jacht op [streven naar] een positie [resultaat]; genadeloze concurrentie; kat-en-muisspel |
| itaibukuro-遺体袋 | lijkzak; lijkhoes; bodybag |
| itamashii-痛ましい | pijnlijk; schrijnend; treurig; triest |
| itami-痛み | (geestelijke) pijn; bezorgdheid; angst; verdriet |
| itami-痛み | beschadiging; schade; verwonding |
| itawasa-板山葵 | een gerecht van plakjes kamaboko (stammetjes van witvis-puree) met wasabi en sojasaus |
| itazura-悪戯 | tijdverdrijf; pleziertje; amusement; hobby (dit zegt men bescheiden over zijn eigen daden) |
| itchōisshi-一張一弛 | het laten werken, dan laten rusten; de boog kan niet altijd gespannen zijn |
| iten-移転 | verhuizing (naar een ander adres, etc.) |
| itonamu-営む | uitoefenen; runnen; uitvoeren; presteren |
| itosabaki-糸捌き | het bespelen van een snaarinstrument |
| itosugi-糸杉 | cipres (boom) |
| itoteki-意図的 | opzettelijk; met opzet; expres; bewust |
| ittai-一体 | (wat) in hemelsnaam; in vredesnaam; verdorie |
| ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
| ittō-一等 | eersteklas; eersterangs; de beste |
| ittōchi-一頭地 | de beste (van allemaal) |
| ittoki-一時 | een tijdje; korte tijd; even(tjes) |
| ittōryōdan-一刀両断 | resolute en snelle actie [maatregel; stap]; drastische maatregelen nemen |
| iwaibashi-祝い箸 | ronde eetstokjes met dunne uiteinden die men gebruikt bij feestelijke maaltijden |
| iwaigoto-祝い事 | een feestelijke gebeurtenis; viering |
| iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
| iwakutsuki-曰く付き | met een verhaal [geschiedenis] erachter |
| iyagaueni-弥が上に | hoe langer hoe meer; des te meer; steeds meer; nog eens erbovenop |
| iyaku-医薬 | geneesmiddel; medicijn |
| iyakuhin-医薬品 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
| iyāmafu-イヤーマフ | oorbeschermer (geluidisolerend) |
| iyani-嫌に | vreselijk; buitengewoon; onaangenaam; naar; vervelend |
| iyū-畏友 | gewaardeerde [gerespecteerde] vriend |
| izakaya-居酒屋 | Japanse bar waar hapjes en drankjes worden geserveerd |
| izakoza-いざこざ | complicaties; conflict(en); moeilijkheden; (geld) problemen |
| izoku-遺族 | nabestaanden; familie van de overledene |
| ī・ī・shī-イー・イー・シー | (European Economic Community) Europese Economische Gemeenschap |
| ī・pī-イー・ピー | (European Parlement) Europese parlement |
| ī・tī-イー・ティー | (extraterrestial) buitenaards |
| ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
| ī・tī・ē-イー・ティー・エー | (estimated time of arrival) verwachte aankomsttijd |
| ī・yū-イー・ユー | Europese Unie |
| jaketto-ジャケット | boekomslag; platenhoes |
| jaki-邪鬼 | duivel; boze geest |
| jakkunaifu-ジャックナイフ | (groot) knipmes |
| jako-雑魚 | kleine [jonge] visjes |
| jakumetsu-寂滅 | (boeddh.) de spirituele toestand van geestelijke rust en uitblussing van alle wereldse verlangens |
| jamu・sesshon-ジャム・セッション | jamsessie (improvisatie van (jazz)musici) |
| janen-邪念 | slechte bedoeling(en) [gedachten]; kwade geest |
| japonisumu-ジャポニスム | japonisme (de invloed van Japanse kunst op de westerse kunst) |
| jashin-邪神 | een kwade godheid; boze geest; duivel |
| jasudakkushijō-ジャスダック市場 | de JASDAC-markt (Japan Association of Securities Dealers Automated Quotations) |
| jasuto・mīto-ジャスト・ミート | goede timing; (honkbal) de bal precies op goede moment (met het midden van het slaghout) raken |
| jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
| jendā-ジェンダー | (taalkunde) genus; geslacht |
| jesuchā-ジェスチャー | gebaar; handgebaar; geste |
| ji-侍 | (in kanji combinaties) dienaar; dienen |
| ji-字 | schriftteken; (Chinees) karakter; handschrift |
| ji-字 | geschreven tekst |
| jiban-地盤 | territorium; kiesdistrict; machtsbasis |
| jibutsu-持仏 | een boeddhistisch beeld dat altijd wordt gedragen of in huis bewaard, als beschermgod |
| jichi-自治 | zelfbestuur; autonomie |
| jichiku-自治区 | autonoom [zelfbesturend] gebied; gebied [regio; wijk] met autonomie |
| jidaiseishin-時代精神 | tijdgeest |
| jidōhanbaiki-自動販売機 | (verkoop)automaat (blikjes, sigaretten, etc.) |
| jidōseigyo-自動制御 | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| jigami-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
| jigōjitoku-自業自得 | boeten voor zijn fouten; zijn verdiende loon krijgen; de gevolgen [consequenties] (van zijn daden) moeten aanvaarden |
| jih-十 | (in kanji combinaties) tien |
| jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
| jijin-自刃 | zelfdoding met een zwaard [mes] |
| jijō-事情 | omstandigheden; toestand; situatie |
| jijo-児女 | jongens en meisjes |
| jijo-次序 | volgorde; systeem; regeling; bestel |
| jijun-耳順 | het zestigste levensjaar |
| jikadanpan-直談判 | directe onderhandeling [bespreking]; persoonlijk gesprek [interview] |
| jikaku-自覚 | zelfbewustzijn; zelfbewustwording; zelfrealisatie; zelfbesef |
| jikakusuru-自覚する | zich (van iets) bewust worden; beseffen |
| jiken-事件 | gebeurtenis; zaak; kwestie |
| jiketsu-自決 | zelfbeschikking |
| jiki-時機 | (goede) gelegenheid; kans; goede [geschikte] tijd (om iets te doen) |
| jikiden-直伝 | directe overdracht van een kunstvorm [leer] van meester op student |
| jikideshi-直弟子 | directe [persoonlijke] leerling [volgeling] (van een meester) |
| jikisho-直書 | eigen handschrift [geschreven tekst]; handtekening |
| jikisho-直書 | zelf geschreven verklaring met ondertekening [handtekening] |
| jikkuri-じっくり | voorzichtig; zorgvuldig; netjes; rustig; langzaam |
| jikō-事項 | zaak; aangelegenheid; kwestie; item; categorie |
| jikō-時効 | (jur.) verjaring; prescriptie |
| jikoanji-自己暗示 | (psychologie) autosuggestie; zelfsuggestie |
| jikobōei-自己防衛 | zelfbescherming |
| jikohakai-自己破壊 | zelfdestructie |
| jikokenji-自己顕示 | het de aandacht trekken; aandacht op zichzelf vestigen; proberen op te vallen |
| jikun-字訓 | de Japanse lezing van een kanji [Chinees karakter] |
| jikyūhiryō-自給肥料 | mest van eigen bedrijf |
| jimejime-じめじめ | (onomatopee) terneergeslagen; somber; gedeprimeerd; melancholisch |
| jimen-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| jimichi-地道 | stabiel [gestaag; oprecht; eerlijk] zijn |
| jinbun-人文 | mensheid; beschaving; cultuur |
| jinbunchishiki-人文知識 | specialist in geesteswetenschappen (visumcategorie in Japan) |
| jinbunkagaku-人文科学 | geesteswetenschappen; alfawetenschappen |
| jinkenmondai-人権問題 | mensenrechtenkwestie |
| jinkōeiyō-人工栄養 | flesvoeding (bij baby's) |
| jinmenjūshin-人面獣心 | een monster [beest] in menselijke gedaante; een bruut; meedogenloos [wreed] mens |
| jinmon-人文 | mensheid; beschaving; cultuur |
| jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
| jinsei-人世 | de mensenwereld; deze wereld; het (menselijk) bestaan; de maatschappij |
| jintekishōko-人的証拠 | verklaringen van getuigen, deskundigen en betrokkenen |
| jintēze-ジンテーゼ | synthese; samenvoeging; integratie |
| jinzō-腎臓 | de nier(en); renes (orgaan) |
| jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
| jion-字音 | de Sino-Japanse lezing [uitspraak] van een kanji [Chinees karakter] |
| jippahitokarage-十把一絡げ | alles bij elkaar genomen; alles tegelijk; samenvattend geheel; generalisering |
| jireikenkyū-事例研究 | casestudy; casestudie |
| jireikenkyūhō-事例研究法 | casestudy methode |
| jirijiri-じりじり | geknetter; gesis; sissend [knetterend] geluid |
| jiritsu-自律 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
| jiryū-時流 | tijdgeest; de trend [mode; gang van zaken] van de tijd |
| jisei-時勢 | tijdgeest; trend |
| jisei-自生 | autogenese; abiogenese; zelfwording |
| jiseki-事績 | prestatie; wapenfeit; heldendaad |
| jisha-侍者 | dienaar (bij vooraanstaande [adellijke] families) |
| jisha-侍者 | monnik die de hoofdpriester van een tempel bijstaat bij allerlei zaken |
| jishō-字性 | schrijfwijze [vorm] van een geschreven letter [karakter] |
| jishō-自称 | zelfbenoemde; zelfverklaarde; zelf beschrevene |
| jishu-自主 | autonomie; onafhankelijkheid; zelfbeschikking |
| jison-自尊 | zelfrespect; eigenwaarde; zelfachting |
| jisonshin-自尊心 | (gevoel van) eigenwaarde; zelfrespect; trots |
| jisshitsuteki-実質的 | substantieel; inhoudelijk; essentieel; werkelijk; wezenlijk |
| jisshō-実正 | (vastgesteld) feit; zekerheid; waarheid |
| jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
| jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
| jisu-ジス | (Japanese Industrial Standard) Japanese industriële standaard |
| jitakukankin-自宅監禁 | huisarrest |
| jitennettokessai-時点ネット決済 | (Japans bankwezen jargon) Designated Time Net Settlement (DTNS) |
| jitsuen-実演 | demonstratie; presentatie |
| jitsujō-実状 | de feitelijke [actuele] situatie [toestand]; de huidige stand van zaken; de werkelijkheid |
| jitsuroku-実録 | feitelijke [waarheidsgetrouwe] beschrijving |
| jitsuzai-実在 | bestaande conditie [situatie; toestand]; realiteit |
| jitsuzon-実存 | het bestaan [leven; zijn]; existentie |
| jiyo-自余 | de anderen; de rest |
| jiyūshi-自由詩 | vrije verzen (poëziestijl zonder vormbeperking) |
| jīzeru-ジーゼル | diesel |
| jizura-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| jō-上 | de beste; hoogste; eerste (klasse, graad, rang, etc.); superieur [uitmuntend] zijn |
| jō-上 | (respectvolle term op een cadeau t.a.v. de ontvanger) aangeboden door; met de hartelijke groeten |
| jō-上 | Zijne Majesteit |
| jō-場 | (in kanji combinaties) plaats; plek; locatie |
| jō-定 | besluit; beslissing; vaststelling |
| jō-定 | versterkt pijlstuk op een (boog)pees |
| jō-情 | omstandigheden; toestand; situatie |
| jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
| jōdo-壌土 | leem [klei] grond (geschikt voor landbouw) |
| jōdō-情動 | emotie; affect; gemoedsaandoening; gemoedstoestand |
| jōdo-浄土 | (boeddh.) het pure [zuivere] land; het boeddhistisch paradijs; Sukhāvatī; het Westelijke paradijs (van Amida Boeddha) |
| joen-助演 | bijrol; medespeler |
| jogen-助言 | advies; raad; aanmoediging |
| jōho-譲歩 | concessie; compromis; stap terug (fig.) |
| jōhōkashakai-情報化社会 | informatiemaatschappij; kennismaatschappij; informatiesamenleving |
| jōhosuru-譲歩する | inbinden; concessie(s) doen; stap terug doen (fig.) |
| joi-叙位 | toekenning van een rang; bevestiging in een ambt |
| jōji-畳字 | herhaling van dezelfde kanji of kana (in combinaties) |
| jōjindaiho-常人逮捕 | burgerarrest; burgerarrestatie |
| jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
| jōjō-上上 | de beste; allerbeste; heel goed |
| jōju-成就 | verwezenlijking; prestatie; behaald succes; verworvenheid; hetgeen bereikt is |
| jōjusuru-成就する | verwezenlijken; bereiken; voltooien; succes behalen |
| jojutsu-叙述 | omschrijving; beschrijving |
| jōka-城下 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
| jōkamachi-城下町 | kasteelstad (stad onder de bescherming van een kasteel) |
| jōkon-上根 | (boeddh.) iemand met heel veel spiritueel talent [vermogen] om het Boeddhisme optimaal te kunnen bestuderen [volgen] |
| jokyōju-助教授 | universitair docent; assistent professor |
| jōmu-乗務 | het dienstdoen [werkzaam zijn] als bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
| jōmuin-乗務員 | bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
| jōmukai-常務会 | directiecomité (met als taak het uitvoeren van het door de Raad van Bestuur vastgestelde beleid) |
| jōmyō-定命 | (boeddh.) lot, lotsbestemming; (voorbestemde) levensduur |
| jonin-叙任 | ambtsbekleding; investituur; (plechtige) inhuldiging |
| jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
| joren-鋤簾 | soort schoffel met bamboesteel |
| jōrō-上﨟 | een priester met een hoge rang (en veel ervaring) |
| jorunāta-ジョルナータ | hoeveelheid fresco verf die in 1 dag kan worden opgebracht (van Italiaans: giornata, een dag werk) |
| joseishi-女性誌 | damesblad; vrouwenblad; tijdschrift voor vrouwen |
| jōsetsu-常設 | vast [bestendig; permanent] zijn |
| jōsha-浄写 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie (m.n. in schoonschrift) |
| jōshigun-娘子軍 | leger dat geheel bestond uit (of werd geleid door) vrouwen (tijdens de T'ang periode in de Chin. geschiedenis) |
| jōsho-浄書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie maken (in schoonschrift) |
| joshuseki-助手席 | (voertuigen) passagiersstoel; passagierplaats (naast de bestuurdersplaats) |
| josō-除霜 | vorstbescherming (voor planten) |
| josōshumi-女装趣味 | travestie |
| jōtatsu-上達 | (het doorgeven van de wensen [meningen]) van ondergeschikten naar superieuren (bottom-up beleidsstructuur, met inspraak) |
| jōwa-情話 | een emotioneel verhaal; liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
| joya-除夜 | oudejaarsavond; silvesteravond |
| jōzō-醸造 | destillatie; het brouwen |
| jōzōsuru-醸造する | (bier) brouwen; destilleren |
| jū-住 | residentie; verblijf(plaats); woning |
| ju-寿 | felicitaties; gelukwensen; kado ter felicitatie |
| ju-頌 | (boeddh.) dichtwerk om de boeddhistische kerngedachte [hoofdgedachte] te beschrijven |
| jūatsu-重圧 | zware druk; pressie |
| juchū-受注 | het in ontvangst nemen van een levering [bestelling] |
| jūdai-十代 | de tiende generatie; 10 generaties |
| jūgeki-銃撃 | beschieting (met een vuurwapen) |
| jūgunkisha-従軍記者 | oorlogscorrespondent |
| jugyo-入御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook iemand van adel) de binnenkomst; het binnengaan |
| jugyō-授業 | les; college |
| jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie (toegeschreven aan Kakuan) van de 10 stadia van verlichting (weergegeven als ossenhoeder-tekeningen van een herder en zijn os) |
| juhō-呪法 | (esoterisch boeddhisme) het zingen van spreuken |
| jūhō-重砲 | zwaar geschut; zware artillerie; groot kaliber wapen |
| jūigaku-獣医学 | diergeneeskunde |
| jūjishoku-住持職 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
| jukei-受刑 | bestraffing; het gestraft [veroordeeld] worden |
| jukeisuru-受刑する | bestraft [veroordeeld] worden; straf krijgen |
| juku-塾 | privéschool; stoomcursus (ter voorbereiding op toelatingsexamen voor middelbare scholen en universiteiten) |
| jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
| jukugisuru-熟議する | beraadslagen; overleggen; bespreken; te rade gaan |
| jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
| jukusei-塾生 | student aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
| jukutō-塾頭 | hoofdonderwijzer [docent; leraar] aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
| jukutō-塾頭 | directeur van privéschool-instelling |
| jumokui-樹木医 | boomverzorging; boomgeneeskunde |
| junangeki-受難劇 | passiespel |
| jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
| junbishisan-準備資産 | externe reserves (valuta) |
| jungyō-巡業 | tournee (van een theatergezelschap, sumo-groep, e.d., op verschillende locaties) |
| junia・bōdo-ジュニア・ボード | Junior Raad van Bestuur |
| junia・bōdo・shisutemu-ジュニア・ボード・システム | Junior Raad van Bestuur systeem, waarbij jonge medewerkers binnen het bedrijf oplossingen mogen bedenken voor verschillende managementvraagstukken |
| juniku-受肉 | de incarnatie van Christus (de Zoon van God als mens; geest en vlees) |
| jūnishi-十二支 | de twaalf tekens van de Chinese dierenriem |
| junkatsu-潤滑 | gesmeerd [soepel] zijn |
| junken-巡見 | inspectiereis; patrouille; rondgaan om inspecties [controles] uit te voeren |
| junkyohō-準拠法 | geldend recht; toepasselijke wetgeving (bij Internationale transacties, geschillen, e.d.) |
| junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
| junpūmanpan-順風満帆 | alles verloopt gladjes; alles loopt op rolletjes; het gaat voor de wind |
| junri-純利 | nettowinst; netto resultaat [opbrengst] |
| junrieki-純利益 | nettowinst; nettoresultaat |
| junshaku-巡錫 | rondreis van een priester [monnik] (om de leer uit te dragen [te prediken] |
| junsui-純水 | zuiver [gezuiverd; gedestilleerd] water |
| junyōkan-巡洋艦 | kruiser (marineschip) |
| junzen-純然 | beslist; uiteraard; volslagen |
| juppei-恤兵 | het sturen van hulpgoederen [geschenken] aan soldaten (in de oorlog) |
| juritsu-樹立 | stichting; oprichting; vestiging |
| juritsusuru-樹立する | stichten; oprichten; vestigen; opzetten |
| jūrui-獣類 | dieren; beesten |
| jusei-儒生 | een student die het Confucianisme bestudeert |
| jusei-授精 | bevruchting; bestuiving; inseminatie |
| jūsei-獣性 | dierlijkheid; bestialiteit; beestachtigheid |
| jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
| jushinnin-受信人 | geadresseerde; ontvanger |
| jūsho-住所 | (iemands) adres; verblijfplaats |
| jūshofumei-住所不明 | adres onbekend |
| jushofutei-住所不定 | zonder vaste woon- of verblijfplaats; zonder vast adres |
| jūshohenkō-住所変更 | adreswijziging |
| jūshoku-住職 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
| jūshoroku-住所録 | adresboek; adreslijst |
| jūsō-住僧 | hoofdpriester van een boeddhistische tempel |
| jūtai-重態 | kritieke [levensbedreigende] toestand (letsel, ziekte, e.d.) |
| jūtaizei-渋滞税 | congestieheffing; congestietaks (voor voertuigen e.d.) |
| jūtaku-住宅 | woning; residentie |
| jūtanbakugeki-絨緞爆撃 | tapijtbombardement (waarbij een groot aantal bommen over een heel gebied worden uitgestrooid, in plaats van bepaalde doelen te raken) |
| jūtenshugi-重点主義 | prioriteitssysteem; beleid [principe] van het zich richten op essentiële zaken |
| jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| jutsu-述 | (in kanji combinaties) verklaren; mededelen; vertellen |
| juwaki-受話器 | hoorn (v.e. telefoontoestel); telefoonhoorn |
| jūyaku-重役 | belangrijke bestuursfunctie |
| jūyō-充用 | het iets reserveren [toewijzen; aanwenden] (voor een bepaald doel) |
| jūyō-重要 | belangrijkheid; belang; essentie |
| jūyōanken-重要案件 | belangrijke [essentiële] items [punten op de agenda] |
| ka-火 | (in kanji combinaties) vuur; vlam; brand |
| ka-火 | (één van de vijf elementen in de Chinese filosofie) vuur |
| ka-菓 | (in kanji combinaties) vrucht; fruit |
| ka-課 | een les |
| kabā-カバー | kaft (boek, etc.); omslag; hoes; overtrek |
| kabanmochi-鞄持ち | (privé)secretaris; (privé)secretaresse |
| kabau-庇う | iemand beschermen; behoeden (voor); onder de hoede nemen; dekking geven |
| kabā・chāji-カバー・チャージ | couvertkosten (in een restaurant) |
| kābingunaifu-カービングナイフ | vleesmes |
| kabu-株 | handelsrechten; goodwill (zakenrelaties) |
| kabukijūhachiban-歌舞伎十八番 | het repertoire van de 18 beste kabukitheaterstukken |
| kabun-過分 | ongeschiktheid; onverdiend [niet goed genoeg] zijn |
| kabura-鏑 | (afk. voor) een pijl met een fluitje aan de pijlpunt, dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan |
| kaburaya-鏑矢 | een pijl waar aan de punt een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
| kaburo-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
| kachikan-価値観 | waardebegrip; normbesef |
| kachikōgaku-価値工学 | waardeanalyse (een systematische methode om de waarde van projecten, processen of diensten te verbeteren) |
| kachimake-勝ち負け | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
| kachōga-花鳥画 | vogel- en bloemschilderingen (m.n. in de Chinese en Japanse schilderkunst) |
| kachūsha-カチューシャ | Katjoesja, Russisch lied |
| kachūsha-カチューシャ | Katjoesja, Russische raket |
| kadai-課題 | onderwerp; thema; kwestie |
| kadai-過大 | te veel [excessief; buitensporig; extravagant] zijn |
| kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
| kādigan-カーディガン | gebreid vest |
| kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
| kadomatsu-門松 | decoraties met dennentakken (rond Nieuwjaar) |
| kae-替え | vervanging; substituut; reserve |
| kaeba-替え刃 | reservemesje (b.v. bij scheermes) |
| kaede-楓 | ahorn; esdoorn |
| kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
| kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaette-却って | des te meer [beter; slechter]; juist daarom; als reactie daarop |
| kafēpaurisuta-カフェーパウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
| kafū-下風 | (in) een ondergeschikte positie; onder iemand werken |
| kafu-家扶 | hofmeester |
| kafu-寡夫 | gescheiden (niet hertrouwde) man |
| kafu-寡婦 | gescheiden (niet hertrouwde) vrouw |
| kagai-加害 | mishandeling; geweld; agressie |
| kagai-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
| kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
| kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
| kagaminoma-鏡の間 | kleedkamer; artiestenfoyer |
| kagaminoma-鏡の間 | spiegelkamer; spiegelzaal (Versailles) |
| kage-陰 | schaduw; beschutting; onderdak |
| kagemusha-影武者 | iemand (het brein, de feitelijke leider) die achter de schermen werkt en anderen als marionetten bespeelt of gebruikt |
| kagiri-限り | grens; begrenzing; restrictie; beperking |
| kago-加護 | goddelijke bescherming; zegen |
| kahanshin-下半身 | geslachtsdelen; intieme delen; schaamstreek |
| kahen-花片 | elk van de bloemblaadjes; kroonblad |
| kahi-果皮 | schil; vlies; vruchtschil |
| kahō-加俸 | (aanvullende) toeslag; extra toeslag |
| kahō-家宝 | familiestuk (vaak van grote of historische waarde); familiebezit; erfstuk |
| kahō-家法 | familietradities (m.b.t kunst, ambacht, e.d.) |
| kahō-火砲 | zwaar geschut; artillerie; kanon |
| kahogo-過保護 | overbezorgdheid; overdreven bezorgdheid; te beschermend zijn |
| kai-魁 | (in kanji combinaties) groot; enorm |
| kaiasaru-買い漁る | alles opkopen |
| kaibun-灰分 | as; asresten |
| kaibutsu-怪物 | monster; gedrocht; woest dier |
| kaichō-会長 | voorzitter van de raad van bestuur (van een bedrijf) |
| kaichū-回虫 | spoelworm; rondworm (Ascaris lumbricoides) |
| kaichū-懐中 | in de zak (broekzak, vestzak, borstzak) |
| kaidoku-会読 | bijeenkomst om een gelezen boek te bespreken |
| kaifuku-回復 | herstel; beterschap; restoratie; rehabilitatie |
| kaifukusuru-回復する | herstellen; beter worden; restaureren; rehabiliteren |
| kaigai-海外 | het buitenland; overzeese gebieden [landen] |
| kaigen-戒厳 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger) |
| kaigen-改元 | verandering van de naam van een tijdperk in Japan (m.n. bij een nieuwe keizerlijke troonsbestijging) |
| kaigenrei-戒厳令 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger); staat van beleg |
| kaigi-会議 | vergadering; conferentie; congres; bijeenkomst |
| kaigui-買い食い | snoepjes [lekkers] kopen en meteen opeten |
| kaihatsutojōkoku-開発途上国 | ontwikkelingsland; de groeilanden; de opkomende naties |
| kaiji-開示 | onthulling; weergave; presentatie; verslaggeving |
| kaijin-灰燼 | as; verbrandingsresten |
| kaijū-怪獣 | beest; (gevaarlijk) dier; monster |
| kaikata-買い方 | (effectenbeurs) opkoper; haussier; haussespeculant |
| kaiki-会期 | zitting; sessie |
| kaikōichiban-開口一番 | eerste woorden; openingswoorden; begin van een toespraak |
| kaikoku-開国 | de openstelling van een land [van Japan] (voor de rest van de wereld) |
| kaikoroku-回顧録 | memoires; gedenkschrift |
| kaikyo-快挙 | een geweldige prestatie |
| kaimei-開明 | civilisatie; (menselijke) beschaving; culturele verlichting |
| kaimenjōshō-海面上昇 | zeespiegelstijging |
| kaimetsu-壊滅 | vernietiging; verwoesting; destructie |
| kairo-回路 | denkpatroon; gedachtestroom |
| kaisaku-快作 | meesterwerk |
| kaiseki-懐石 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
| kaisekiryōri-懐石料理 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
| kaisen-海戦 | zeeslag; zeegevecht; oorlogvoering op zee |
| kaisen-疥癬 | schurft; scabiës |
| kaisetsu-開設 | vestiging; stichting; oprichting |
| kaisetsusho-解説書 | handleiding; instructies |
| kaishō-会商 | onderhandeling; bespreking; vergadering |
| kaisho-会所 | ontmoetingsplek; plaats [locatie] voor een bijeenkomst [feest] |
| kaisho-楷書 | de (standaard) vierkante [blok] stijl van kanji (Chinese karakters); standaardschrift |
| kaishō-解消 | (m.b.t. probleem, moeilijkheid, stress e.d.) oplossing; opheffing |
| kaisō-回送 | het doorsturen [doorzenden] naar een ander adres |
| kaisōroku-回想録 | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
| kaitei-改訂 | (m.b.t. uitgaven, publicaties, etc.) herziening; wijziging |
| kaitenzushi-回転寿司 | restaurant waar sushi op kleine bordjes op een lopende band langs de klanten gaan (de klanten nemen dan de sushi die ze willen eten zelf van de band) |
| kaitouranma-快刀乱麻 | (vakkundige) besluitvaardigheid |
| kaitsuke-買い付け | (de locatie) waar je meestal de inkopen doet; artikelen die je gewoonlijk koopt |
| kaiwa-会話 | conversatie; gesprek; dialoog |
| kaizō-改造 | reconstructie; aanpassing (van voertuigen, machines e.d.) |
| kaizōdo-解像度 | resolutie (van beeldmateriaal, beeldscherm, etc.) |
| kajikitō-加持祈祷 | (Boeddhistische) incantaties [spreuken; gebeden] |
| kajiru-齧る | het tokkelen; een snaarinstrument bespelen |
| kajō-渦状 | spiraalvormig [kolkvormig] zijn; de vorm [toestand] van een draaikolk hebben |
| kakazuriau-拘り合う | kieskeurig zijn; een pietje precies zijn |
| kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
| kakezu-掛け図 | (lesmateriaal, op school, e.d.) wandkaart; wandplaat |
| kaki-牡蠣 | (Japanse) oester |
| kakiarawasu-書き表す | beschrijven; opschrijven; schriftelijk onder woorden brengen [uitdrukken] |
| kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
| kakidasu-書き出す | beginnen te schrijven; uitschrijven; exporteren (computerbestand) |
| kakigoori-欠き氷 | drankje van geschaafd ijs met siroop |
| kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kakikomibashi-かき込み箸 | eetstokjes gebruikt om (met de kom tegen de mond gedrukt) eten in de mond te schuiven [lepelen] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
| kakimochi-欠き餅 | dungesneden gedroogde mochi (om te bakken) |
| kakimono-書き物 | document; geschrift |
| kakin-課金 | het betalen voor virtuele goederen of premium functies (b.v. in een videogame) |
| kakinuki-書き抜き | een korte samenvatting; resumé |
| kakioki-書き置き | (achtergelaten) brief (bij zelfmoord); testament |
| kakitsukusu-書き尽くす | voluit schrijven; alles opschrijven [beschrijven] |
| kakko-括弧 | (leesteken) haakjes |
| kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
| kaku-各 | (in kanji combinaties) elk; ieder |
| kaku-拡 | (in kanji combinaties) vergroting; uitbreiding |
| kaku-書く | schrijven; opschrijven; beschrijven |
| kaku-獲 | het in beslag nemen; verkrijgen; opbrengen |
| kaku-確 | (in kanjicombinaties) vast; stevig; hard; (water)dicht |
| kakuchi-客地 | reisbestemming; buitenland |
| kakugen-確言 | bevestiging; instemming |
| kakunin-確認 | bevestiging; ratificatie; validatie |
| kakuninsuru-確認する | bevestigen; ratificeren; valideren |
| kakuritsu-確立 | vaststelling; bepaling; vestiging; instelling; opstelling |
| kakushi-客思 | gemoedstoestand van een reiziger (op weg naar een bestemming) |
| kakushō-確証 | doorslaggevend [onweerlegbaar] bewijs; bevestiging |
| kakutei-確定 | besluit; beslissing; bepaling; vastlegging; vaststelling |
| kakuteikyoshutsunenkin-確定拠出年金 | pensioenregeling met vastgestelde bijdragen |
| kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
| kakutō-確答 | precies [definitief] antwoord |
| kakutoshita-確とした | ferm; zeker; resoluut; onweerlegbaar; onbetwist |
| kakuzatō-角砂糖 | suikerklontje; klontjessuiker |
| kaku'igaku-核医学 | nucleaire geneeskunde |
| kakyō-華僑 | een Chinees die buiten China woont; een overzeese Chinees |
| kamado-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
| kamaeru-構える | bouwen; vestigen; maken; in elkaar zetten |
| kamakeru-かまける | druk bezig zijn met; verdiept in iets zijn; in beslag genomen zijn door; in iets opgaan |
| kamei-下命 | bevel; opdracht; bestelling |
| kamenokō-亀の甲 | (chemie) de structuurformule van benzeen (verticaal en horizontaal op elkaar geplaatste zeshoeken) |
| kamenokō-亀の甲 | het (schildpadschild-vormige) bovendek bij de boeg van een Japans schip (ter bescherming tegen opspattend water.) |
| kameo-カメオ | camee (iin reliëf uitgesneden steen) |
| kamigakari-神懸かり | goddelijke verschijning [bezetenheid]; goddelijke geest in het lichaam van een persoon |
| kamikaze-神風 | goddelijke wind [storm]; wind gestuurd door goddelijk ingrijpen |
| kamin-夏眠 | zomerslaap; estivatie |
| kamioroshi-神降ろし | formele beloftes in schrift met de naam van de god |
| kamisama-神様 | (figuurlijke stijlfiguur om een autoriteit op een bepaald gebied te noemen) expert; groot deskundige; meester |
| kamisan-上さん | (mijn) vrouw (gewoonlijk geschreven in kana) |
| kamisori-剃刀 | scheermes; scheerapparaat |
| kamitsuka-過密化 | het proces van overbevolking |
| kamiwaza-神業 | het werk van god; wonder; bovenmenselijke prestatie |
| kamiyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
| kamon-下問 | (het stellen van) een vraag aan een ondergeschikte [lager geplaatste persoon] |
| kamonanban-鴨南蛮 | een Japans gerecht van soep met soba of udon noedels, eendenvlees, en uien |
| kamuro-禿 | kortgeknipt meisjeskapsel |
| kan-柑 | (in kanji combinaties) citrusvrucht |
| kan-汗 | (in kanji combinaties) zweet; transpiratie |
| kan-汗 | (in kanji combinaties) Khan (hoofd van nomadische stam) |
| kan-漢 | Han-chinees |
| kan-漢 | (in kanji combinaties) China; Chinees |
| kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
| kanagu-金具 | metalen hulpstuk [montagestuk; onderdeel] |
| kanahebi-金蛇 | Japanse (gras)hagedis (Takydromus tachydromoides) |
| kanakuso-金屎 | (metaal)slak; sintel; onzuiverheden in gesmolten metaal |
| kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
| kaname-要 | (afk. voor) Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
| kanamemochi-要黐 | Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
| kanamono-金物 | metalen gebruiksvoorwerpen; ijzerwaren; metalen beslag |
| kanarazu-必ず | beslist; zeker; ongetwijfeld; altijd |
| kanarazuya-必ずや | zeker; beslist; absoluut |
| kanashii-悲しい | droevig; triest |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanban-看板 | het sluiten (van een winkel, restaurant, e.d.); sluitingstijd |
| kanben-冠冕 | kroon (hoofddeksel voorgeschreven en gedragen aan het hof) |
| kanbō-官房 | secretariaat (werkend) voor leidinggevende functionarissen van het kabinet [de ministeries] |
| kanboku-灌木 | struik; heester |
| kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
| kanbun-漢文 | Chinese klassieke literatuur |
| kanbyō-看病 | gebed (door een boeddhistische priester e.d.) voor genezing van een kwaal |
| kanchō-管長 | hoofdabt; hoofdpriester (boeddhisme of Shintoïsme) |
| kanchō-艦長 | scheepskapitein; gezagvoerder (m.n. op een marineschip) |
| kanchō-貫長 | (Tendai-boeddhisme) hoofdpriester [hoofdabt] van een tempel |
| kandan-款談 | vertrouwelijk [prettig] gesprek |
| kane-金 | geld (meestal お金) |
| kanebanare-金離れ | manier van geld besteden [met geld omgaan] |
| kanezukai-金遣い | manier van geld besteden |
| kangaemono-考え物 | kwestie; vraagstuk |
| kangai-感慨 | diepe emoties; sterke gevoelens; zeer geëmotioneerd zijn |
| kangan-汗顔 | beschaamd zijn |
| kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
| kangeikai-歓迎会 | welkomstfeest; welkomsbijeenkomst |
| kangen-甘言 | mooipraterij; gladde praatjes; vleierij |
| kangen-還元 | restoratie; herstel |
| kangengaku-管弦楽 | orkestmuziek |
| kangengaku-管弦楽 | orkest (groep musici) |
| kangengakudan-管弦楽団 | orkest (groep musici) |
| kangiten-歓喜天 | Kangiten, een van de Boeddhisme beschermgoden |
| kango-款語 | informeel [amicaal; intiem] gesprek |
| kango-漢語 | van oorsprong Chinees woord [Chinese uitdrukking] in het Japans |
| kango-漢語 | de Chinese taal |
| kango-閑語 | rustig [kalm] gesprek |
| kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
| kangoe-寒肥 | winterbemesting; bemesten in de winter |
| kangōshūraku-環濠集落 | nederzetting met een (vesting)gracht eromheen |
| kānibaru-カーニバル | carnaval; kermis; festival |
| kaniku-果肉 | vruchtvlees |
| kanitama-蟹玉 | een Chinees gerecht van ei (omelet) met krab en groenten |
| kanja-冠者 | (hist.) een persoon van de zesde rang, zonder enige officiële positie |
| kanji-漢字 | Chinese karakters in het Japans |
| kanjin-肝心 | belang; essentie |
| kanjiru-感じる | voelen; ervaren; beseffen |
| kanjo-漢書 | geschiedenis van de Chinese Han-dynastie |
| kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| kanka-換価 | (jur.) in beslag genomen eigendommen omrekenen in geld |
| kankan-漢奸 | een Chinese landverrader (iemand die collaboreerde met de Japanners) |
| kankan-閑閑 | een kalme, ontspannen gemoedstoestand |
| kankasuru-看過する | iets over het hoofd zien; toleren; door de vingers zien; oogluikend toestaan |
| kankeisha-関係者 | betrokkene(n); de persoon in kwestie |
| kankinōshōgai-肝機能障害 | leverfunctiestoornis; verslechterde leverfunctie |
| kankiwamaru-感極まる | zeer geëmotioneerd raken; overmand worden door emoties |
| kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
| kankōchō-官公庁 | overheidsinstanties; overheidsgebouwen; publieke instellingen; openbare instanties |
| kankoku-勧告 | advies; raad; aanbeveling |
| kankokugaku-韓国学 | Koreanistiek; Koreastudies |
| kankyaku-観客 | toeschouwer(s); publiek |
| kankyō-感興 | belangstelling; interesse |
| kankyō-環境 | (leef)omgeving; (leef)milieu; omstandigheid; toestand |
| kanmei-漢名 | Chinese benaming (van dieren, planten, etc.) |
| kanmi-甘味 | zoete lekkernij (zoals cake, snoep of dessert) |
| kannon-観音 | Kannon, de Japanse naam voor de bodhisattva Avalokitesvara |
| kannushi-神主 | een Shinto priester |
| kanō-嘉納 | het (met genoegen) aannemen [accepteren] van iets (een geschenk, suggestie, advies, etc.) |
| kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
| kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanpan-乾パン | scheepsbeschuit; scheepskaak |
| kanpō-艦砲 | scheepsartillerie; scheepsgeschut |
| kanpōi-漢方医 | kampo-arts (een dokter in de traditionele Chinese geneeskunde) |
| kanpōyaku-漢方薬 | Chinese kruidengeneeskunde |
| kanpu-完膚 | een onaangetaste [ongeschonden] huid |
| kanran-橄欖 | (Chinese) witte olijfboom (Canarium album) |
| kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
| kanrikakaku-管理価格 | (door de fabrikant of verkoper) vastgestelde prijs; vaste prijs |
| kanryū-寒流 | koude zeestroming |
| kansei-官制 | regelgeving voor nationale bestuursorganen |
| kansei-官製 | door de overheid [overheidsbedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
| kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanseki-漢籍 | Chinees boek; boek geschreven in het Chinees |
| kansen-感染 | infectie; ontsteking; besmetting |
| kansen-感染 | besmetting (fig.); aangestoken zijn (door slechte ideeën, etc.) |
| kansen-艦船 | oorlogsschepen; marineschepen; marinevloot |
| kansen-観戦 | toeschouwing van een wedstrijd [competitie] |
| kansengen-感染源 | besmettingshaard |
| kansenshō-感染症 | besmettelijke ziekte; infectieziekte |
| kansentaisaku-感染対策 | infectiebestrijding |
| kansentaisaku-感染対策 | infectiebestrijdingsmaatregelen |
| kansenyobō-感染予防 | infectiepreventie; infectiebestrijding |
| kansetsu-官設 | opgericht [gevestigd; ingesteld] door de regering [staat] |
| kanshi-干支 | de zestigjarige cyclus van de Chinese tijdrekening |
| kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
| kanshin-関心 | belangstelling; interesse |
| kansho-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
| kansho-漢書 | geschiedenis van de Chinese Han-dynastie |
| kanshu-看取 | bespeuring; gewaarwording; bemerking; waarneming; bevinding; besef |
| kanshū-観衆 | toeschouwer; kijker; publiek |
| kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
| kansonminpi-官尊民卑 | het plaatsen van bureaucraten en ambtenaren boven het volk; het aannemen dat de bestuurders [de staat] belangrijker zijn dan het volk |
| kansui-完遂 | voltooiing; afronding; (succesvolle) prestatie |
| kansui-灌水 | besprenkeling (bij de doop) |
| kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
| kantai-艦隊 | (marine) vloot; vlooteskader |
| kantaiji-簡体字 | vereenvoudigde (Chinese) karakters |
| kantei-官邸 | officiële residentie; ambtswoning (b.v. van de premier) |
| kantei-艦艇 | marineschip; oorlogsschip; marinevloot |
| kantei-鑑定 | taxatie; beoordeling; deskundig [expertise] rapport |
| kantongo-広東語 | het Kantonees (Chinees dialect) |
| kantorī・ando・uesutan-カントリー・アンド・ウエスタン | country-and-western (muziek); countrymuziek |
| kantorī・risuku-カントリー・リスク | land risico (vastgesteld voor internationale handelstransacties en investeringen) |
| kantorī・uea-カントリー・ウエア | kleding die geschikt is om op het platteland te dragen |
| kanto・pantsu-カイト・パンツ | kitepants (een broek voor kitesurfen) |
| kanwa-官話 | het mandarijn (Chinese taal) |
| kanwa-漢和 | (kanji) woordenboek van Chinese karakters in het Japans |
| kanwa-閑話 | rustig (informeel) gesprek; zacht gepraat |
| kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
| kanzeon-観世音 | Avalokitesvara; Kannon (bodhisattva van barmhartigheid en mededogen |
| kanzoku-漢族 | Han-Chinese bevolking; bevolkingsgroep van Han-China |
| kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
| kan'an-勘案 | overweging; beschouwing; overdenking |
| kan'on-漢音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
| kan'yō-肝要 | belangrijkheid; essentie |
| kan'yōon-慣用音 | ingeburgerde Sino-Japanse lezing, die niet tot een van de bestaande on-yomi behoort |
| kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kao-顔 | gezicht (fig.); representant; vertegenwoordiger |
| kao-顔 | prestige; gezag; roem; invloed |
| kaodashisuru-顔出しする | verschijnen; acte de présence geven; je gezicht laten zien |
| kaojashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
| kaomake-顔負け | in verlegenheid gebracht; beschaamd zijn |
| kaomakesuru-顔負けする | in verlegenheid gebracht zijn; overschaduwd [beschaamd] zijn |
| kaoshashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
| kappō-割烹 | Japans restaurant |
| kappōten-割烹店 | Japans restaurant |
| karaage-唐揚げ | (met sojasaus en mirin) gemarineerde, in tarwebloem gerolde en daarna gefrituurde stukjes kip of vis |
| karaaya-唐綾 | Chinees brokaat; satijn met een reliëfpatroon in Chinese stijl |
| karabitsu-唐櫃 | een Chinese kist (met 4 of 6 poten) |
| karabumi-漢書 | een boek in het Chinees; een Chinees boek |
| karageiki-空景気 | schijnbare [onechte] voorspoed [succes] |
| karagenki-空元気 | vals [onecht] vertoon van moed [lef]; net doen alsof alles goed gaat |
| karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karakaru-カラカル | caracal (woestijn- of steppelynx) |
| karakau-からかう | plagen; sarren; bespotten; belachelijk maken |
| karako-唐子 | een kind gekleed in traditioneel Chinees gewaad |
| karanishiki-唐錦 | Chinees brokaat; brokaat in Chinese stijl (gekenmerkt door patronen met rode tinten waardoor het vaak wordt vergeleken met herfstbladeren) |
| karaoke-カラオケ | karaoke (iemand zingt live mee met muziek die wordt afgespeeld) |
| karaseki-乾咳 | een droge hoest |
| karaza-カラザ | chalaza; hagelsnoer (band tussen dooier en binnenste vlies van een ei) |
| karei-家令 | hofmeester; majordomus |
| karejji-カレッジ | universiteit; hogeschool |
| kareobana-枯れ尾花 | verdord Chinees prachtriet [Japans pampasgras] (Miscanthus sinensis) |
| kareru-嗄れる | hees worden |
| karidasu-駆り出す | (iem.) pressen [pushen; aansporen] om iets te doen; ronselen; rekruteren |
| kariesu-カリエス | cariës |
| karigane-雁が音 | een familiewapen, een gestileerde versie van een gans |
| karikiru-借り切る | huren; reserveren |
| karikyuramu-カリキュラム | curriculum; leerplan; lespakket |
| karin-花梨 | Chinese kweepeer (Chaenomeles sinensis) |
| karisashiosae-仮差押え | conservatoire beslaglegging |
| karishobun-仮処分 | tijdelijke beschikking; tijdelijke beperking |
| karon-歌論 | een essay [verhandeling] over waka-poëzie |
| karubi-カルビ | kalbi [galbi} vleesgerecht met runderrib (uit de Koreaanse keuken in Japan) |
| karuhazumi-軽はずみ | onbesuisdheid; onvoorzichtigheid |
| karukaya-刈萱 | algemene term voor rieten en grassen die geschikt zijn voor dakbedekking |
| karupatcho-カルパッチョ | carpaccio (dunne plakjes rauwe ossehaas) |
| karyō-下僚 | lagere [ondergeschikte] ambtenaar |
| karyō-佳良 | vrij goed [behoorlijk goed; best goed] zijn |
| karyū-顆粒 | minuscule intracellulaire deeltjes |
| kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
| kasa-笠 | beschermhuls van een schrijfpenseel |
| kasan-加算 | toevoeging van een vastgesteld bedrag aan een ander bedrag |
| kasanaru-重なる | (zich) opstapelen; opgestapeld zijn; op elkaar liggen |
| kasanebashi-重ね箸 | eetstokjes waarmee men één gerecht achterelkaar opeet zonder af te wisselen met andere gerechten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| kasei-化成 | chemische synthese [samenstelling] |
| kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
| kaseigan-火成岩 | stollingsgesteente |
| kaseihin-化成品 | chemisch samengestelde producten [goederen] |
| kaseihiryō-化成肥料 | samengestelde kunstmest |
| kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
| kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
| kasetsu-仮設 | tijdelijke constructie [voorziening; vestiging] |
| kasetsu-仮設 | veronderstelling; aanname; hypothese |
| kasetsu-仮説 | hypothese; veronderstelling; aanname |
| kasetsu-佳節 | feestdag; jubileum |
| kasha-火車 | oude Chinese stoomtrein |
| kashaku-呵責 | beschuldiging; blaam; verwijt; kwelling |
| kashi-下賜 | een gift [geschenk] van iemand van een hogere rang aan iemand van een lagere rang; keizerlijk geschenk |
| kashidori-樫鳥 | (een bijnaam, vanwege het eikeltjes eten, voor カケス) Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kashikiri-貸し切り | reservering; boeking |
| kashikiru-貸し切る | reserveren; boeken; afhuren; charteren |
| kashikomaru-畏まる | zich respectvol [nederig; ondergeschikt] gedragen |
| kashisu-カシス | zwarte bes (struik, vrucht of likeur) |
| kashō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Tendai boeddhisme) |
| kashō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
| kashobunshotoku-可処分所得 | besteedbaar inkomen |
| kashu-歌手 | zanger (m); zangeres (v) |
| kasō-仮想 | veronderstelling; hypothese; verbeelding |
| kassha-活写 | een levendige beschrijving |
| kasu-仮す | toestaan; verlenen |
| kasu-滓 | droesem; drab; bezinksel; sediment |
| kasu-滓 | minderwaardig [waardeloos] overschot [restant]; rotzooi; uitschot; waardeloze mensen |
| kasukani-微かに | vaag(jes); ietwat; wazig; onduidelijk; subtiel |
| kasutamu-カスタム | klandizie; op bestelling gemaakt |
| kasutamu・kā-カスタム・カー | aangepaste auto; auto op maat (gebouwd aan de hand van specificaties van de koper) |
| kasutamu・meido-カスタム・メイド | op maat gemaakt; op bestelling gebouwd |
| katachi-形 | vorm (ook fig.); figuur; gedaante; gestalte |
| katagaki-肩書き | titel (b.v. doctor, professor, e.d.) |
| katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
| katakiuchi-敵討ち | wraak; vergelding; represaille |
| kataku-花托 | torus; bloembodem (de bovenkant van de bloemsteel waar bloemblaadjes, stampers, etc. aan vastzitten) |
| katakuchiiwashi-片口鰯 | Japanese ansjovis (Engraulis japonica) |
| katakurushii-堅苦しい | stijf; ongemakkelijk; formeel; gespannen; onbuigzaam; streng |
| katamari-塊 | kluit (aarde); brok; homp (vlees) |
| katame-固め | verdediging; bewaking; bescherming; stijf [vast] houden |
| katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
| katamukeru-傾ける | zich concentreren [richten] op, aandacht besteden aan |
| kataru-カタル | catarre (slijmvliesontsteking) |
| katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
| katatsu-下達 | (het doorgeven van instructies) van superieuren naar ondergeschikten (top-down beleidsstructuur, zonder inspraak) |
| katatsumuri-蝸牛 | (huisjes)slak |
| kataude-片腕 | iemands meest capabele en betrouwbare assistent |
| katchiri-かっちり | precies; exact; secuur |
| katchirisuru-かっちりする | iets heel precies [secuur] doen |
| katei-仮定 | hypothese; aanname; veronderstelling |
| katei-課程 | cursus; lesprogramma; curriculum |
| katei-過程 | proces; verloop; procedure |
| katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
| katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
| katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
| kāten・rēzā-カーテン・レーザー | (theater) voorprogramma; eerste artiest |
| kāten・wōru-カーテン・ウォール | gordijngevel; vliesgevel |
| katō-過当 | buitensporig [overdreven; onredelijk; excessief; exorbitant] zijn |
| kāton-カートン | een slof sigaretten of sigaren; kartonnen grootverpakking met een aantal doosjes of pakjes bij elkaar |
| katsubushi-鰹節 | bonitovlokken (geschaafde vlokken van de gedroogde, gefermenteerde en gerookte tonijnsoort Katsuwonus pelamis) |
| katsuo-鰹 | (echte) bonito; gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) |
| katsuobushi-鰹節 | bonitovlokken (geschaafde vlokken van de gedroogde, gefermenteerde en gerookte tonijnsoort Katsuwonus pelamis) |
| katsurei-割礼 | besnijdenis; circumcisie |
| katsuro-活路 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| katto-カット | afgesneden stuk; lap; bout |
| kattō-葛藤 | problemen [moeilijkheden; onenigheid; geschillen] tussen mensen |
| kattogurasu-カットグラス | geslepen glas; gegraveerd glas |
| katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
| kawabiraki-川開き | rivierfestival; rivierfeest |
| kawagoshi-川越し | door een rivier gescheiden zijn; de andere kant van de rivier |
| kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
| kawato-革砥 | aanzetriem (voor een scheermes) |
| kawayanagi-川柳 | Japanse katjeswilg (Salix gilgiana) |
| kayaku-加薬 | ingrediënten (groenten en vlees) voor rijst- en noedelgerechten |
| kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
| kazagoe-風邪声 | (door verkoudheid veroorzaakte) hese stem |
| kazamuki-風向き | stemming; gemoedstoestand; situatie |
| kazaritsukeru-飾り付ける | decoraties aanbrengen; decoreren; etaleren |
| kazayoke-風除け | windscherm; beschutting tegen de wind |
| kazemuki-風向き | stemming; gemoedstoestand; situatie |
| kazoeuta-数え歌 | zingend tellen; tel rijmpjes |
| kazokuawase-家族合わせ | kaartspel (Engels: Happy families) |
| kazokuteate-家族手当 | gezinstoeslag |
| kazunoko-数の子 | haringkuit; haring eitjes |
| kā・nabigēshon・shisutemu-カー・ナビゲーション・システム | autonavigatiesysteem |
| kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
| kedamono-獣 | een (viervoetig) dier [beest] met een vacht |
| kedamono-獣 | een bruut; beest; onmens; barbaar; schoft |
| kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
| kega-怪我 | wond; verwonding; blessure |
| kegasu-汚す | bevuilen; vies maken |
| kegasuru-怪我する | zich verwonden; zich blesseren; gewond raken |
| kei-卿 | heer; lord; meester |
| kei-啓 | (in kanji combinaties) openen; openbaren; bekendmaken; onthullen |
| keiai-敬愛 | respect en liefde; bewondering |
| keiba-競馬 | de paardenrennen; paardenraces |
| keibatsu-刑罰 | (volgens de wet vastgestelde) straf; bestraffing |
| keibiin-警備員 | wacht; bewaker (zonder politietaken zoals arrestaties, e.d.) |
| keibyaku-啓白 | (bij het begin van een boeddhistische dienst) de verkondiging van het doel van de dienst door de hoofdpriester voor het boeddhabeeld en de aanwezigen |
| keiei-経営 | bestuur; beheer; management |
| keieisaikōsekininsha-経営最高責任者 | bestuursvoorzitter; leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
| keieisuru-経営する | beheren; besturen; (een bedrijf) runnen; exploiteren |
| keien-敬遠 | respectvolle afstand (tussen personen); het iemand omzeilen; in een boog om iemand heen lopen |
| keigaku-経学 | studie van de Confucianistische geschriften |
| keigo-警護 | bescherming; beveiliging |
| keihatsu-啓発 | (geestelijke) verlichting; inspiratie; inzicht |
| keihō-軽砲 | licht geschut; lichte artillerie; klein kaliber wapen |
| keii-敬意 | (gevoel van) eerbied; hoogachting; respect |
| keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
| keijisaiban-刑事裁判 | strafrechtelijk proces; strafproces; strafzaak |
| keijisoshōhō-刑事訴訟法 | strafprocesrecht; Wetboek van Strafvordering |
| keijō-啓上 | het (iem.) respectvol toespreken [aanspreken]; het woord richten tot iemand |
| keijō-敬譲 | respect en nederigheid tonen t.o.v. een ander |
| keikihendō-景気変動 | economische fluctuaties [schommelingen] |
| keikikōtai-景気後退 | (financiële) recessie; laagconjunctuur |
| keikiyosoku-景気予測 | zakelijke [economische] prognoses |
| keikō-蛍光 | fluorescentie |
| keikoku-経国 | het regeren [besturen] van een land [staat] |
| keikōtō-蛍光灯 | fluorescerend licht [lamp]; fluorescentielamp |
| keikyō-景況 | (economische) situatie; toestand; gang van zaken |
| keikyomōdō-軽挙妄動 | overhaaste [onbesuisde; onbezonnen] actie |
| keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despoot |
| keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despotisme |
| keiniku-鶏肉 | kippenvlees |
| keiretsu-系列 | conglomeraat; samengestelde onderneming |
| keirō-敬老 | respect voor ouderen |
| keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
| keisei-傾城 | escortdame; prostitué |
| keishiki-形式 | (fil.) de structuur van de verschillende elementen tesamen; de essentiële vorm van iets; het essentiële kenm |
| keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| keishō-形勝 | voordelige positie; gunstige ligging; geschikt uitkijkpunt |
| keishō-敬称 | erenaam; betiteling; respectvolle benaming |
| keisho-経書 | confucianistische geschriften |
| keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
| keitai-形態 | vorm; verschijning; gestalte; gedaante |
| keitai-形態 | gestalt (psychologie) |
| keitai-敬体 | (taalkunde) beleefde [respectvolle; formele] stijl (desu-masu) |
| keiten-経典 | heilige geschriften in een religie (zoals de Bijbel, de Koran, e.d.) |
| keizaiseisai-経済制裁 | economische sancties |
| keizoku-係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
| keizoku-継続 | voortduring; bestendiging; voortzetting; continuering |
| kekka-結果 | gevolg; resultaat; uitkomst; uitslag |
| kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
| kekki-決起 | het vastbesloten [resoluut] in actie komen; daadkrachtig optreden; opspringen |
| kekkin-欠勤 | verzuim (van werk); absentie; afwezigheid (zonder toestemming) |
| kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
| kemono-獣 | een (viervoetig) dier [beest] met een vacht |
| ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
| ken-喧 | (in kanji combinaties) luidruchtig; lawaaierig; lawaaiig rumoerig |
| ken-嫌 | (in kanji combinaties) haten; verafschuwen |
| ken-犬 | (in kanji combinaties) hond |
| ken-研 | (in kanji combinaties) polijsten; slijpen; scherper maken; oppoetsen |
| ken-絹 | (in kanji combinaties) zijde (stof) |
| ken-腱 | pees |
| kēna-ケーナ | quena (de traditionele fluit van de Andes) |
| kenba-犬馬 | (bescheiden term om naar zichzelf te verwijzen) ik; (uw) dienaar |
| kenbaiki-券売機 | kaartjesautomaat; kaartverkoop automaat |
| kenbutsunin-見物人 | toeschouwer |
| kenchikuō-建築王 | grote bouwheer; koning der architectuur (bijnaam voor Ramses II) |
| kenchin-巻繊 | (arch.) zwarte sojascheuten gebakken in sesamolie, gewikkeld in gedroogde tofuvellen en gestoofd |
| kenen-懸念 | angst; zorg; bezorgdheid; vrees |
| kenen-縣念 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees; zorg |
| kengai-圏外 | buiten de vergunning [restricties; beperkingen] |
| kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
| kengakusen-見学船 | observatieschip; rondvaartboot |
| kengen-建言 | een petitie [voorstel; suggestie; mening] geven aan een hogere ambtenaar [overheidsinstantie] |
| kengen-献言 | het geven van een mening [voorstel; advies] (aan een meerdere) |
| kengen-献言 | het advies [voorstel] (gegeven aan een meerdere) |
| kengen-顕現 | manifestatie; verschijning; verschijningsvorm |
| kengensuru-献言する | een mening [voorstel; advies] geven (aan een meerdere) |
| kengō-剣豪 | een meester in het zwaardvechten |
| kenjō-堅城 | vesting; burcht; bolwerk; bastion |
| kenjō-謙譲 | nederigheid; bescheidenheid |
| kenjōmono-献上物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
| kenka-県下 | gebied dat onder het bestuur van een prefectuur valt |
| kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
| kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
| kenkinsuru-兼勤する | twee functies combineren; een tweede functie [positie] bekleden |
| kenkōjōtai-健康状態 | lichamelijke conditie; staat van gezondheid; gezondheidstoestand |
| kenkon-乾坤 | (windrichtingen) noordwesten en zuidwesten |
| kenkon-乾坤 | iets dat uit twee delen bestaat, m.n. boekwerken |
| kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
| kenkyo-謙虚 | bescheidenheid; nederigheid |
| kenkyū-研究 | onderzoek; research |
| kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
| kenkyūkaihatsu-研究開発 | Onderzoek en Ontwikkeling (Research and development, R&D) |
| kenkyūshitsu-研究室 | laboratorium; onderzoeksruimte; congreszaal; kantoor van een professor |
| kenkyūsuru-研究する | onderzoeken; onderzoek doen; bestuderen |
| kenmei-懸命 | ijver; toewijding; grote inspanning; je uiterste best |
| kenmotsu-献物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
| kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
| kennyō-検尿 | urineonderzoek; urinetest |
| kenpō-拳法 | Chinese vechtkunst |
| kenpoku-硯北 | en woord dat naast het adres van een brief wordt toegevoegd om respect te tonen |
| kenpon-献本 | presentexemplaar; gratis exemplaar van een boek |
| kenritsu-県立 | bestuur van de prefectuur |
| kenrui-堅塁 | bolwerk; bastion; vesting |
| kenryōkan-検量官 | waagmeester |
| kensa-検査 | test; controle |
| kensaku-献策 | suggestie; voorstel (aan een meerdere; hogere in rang) |
| kensei-県政 | prefectuur bestuur; provinciaal bestuur |
| kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
| kenshin-見神 | mystiek godsbesef (het voelen van de aanwezigheid van God) |
| kenshō-憲章 | handvest; pact; charter |
| kenshōen-腱鞘炎 | peesschedeontsteking (tendovaginitis) |
| kenson-謙遜 | bescheidenheid; ingetogenheid |
| kensui-建水 | een spoelbak waarin het water wordt opgevangen van het wassen van theekopjes na de theeceremonie |
| kensui-懸垂 | een fitnessoefening waarbij men zichzelf optrekt aan een stang |
| kensuru-験する | testen; toetsen; (uit)proberen; experimenteren |
| kentai-献体 | lichaamsdonatie; terbeschikkingstelling van het lichaam na de dood (voor medisch onderzoek) |
| kentō-検討 | onderzoek; bestudering |
| kentōsuru-検討する | onderzoeken; bestuderen |
| kenukiawase-毛抜き合わせ | het perfect [precies] in [aan] elkaar passend zijn (van stukken stof; patronen, e.d.) |
| kenzai-顕在 | duidelijke zichtbaarheid [aanwezigheid]; onmiskenbaarheid; gemanifesteerd [geopenbaard] zijn |
| ken'an-懸案 | lopende kwestie; onopgeloste [onbeantwoorde] vraag |
| ken'i-権威 | kenner van; expert [meester; autoriteit] in |
| ken'yoku-謙抑 | bescheidenheid; nederigheid |
| keppeki-潔癖 | nauwgezet; kieskeurig; kraakhelder |
| keppeki-潔癖 | mysofobie; infectievrees; smetvrees |
| keppekishō-潔癖症 | smetvrees; mysofobie |
| keruto-ケルト | Kelt (inwoner van Ierland, Wales, Cornwall, Schotland, Bretagne; ook van oude etnische groep in de geschiedenis) |
| kesa-袈裟 | brede lange sjaal, gedragen door Boeddhistische priesters |
| keshikibamu-気色ばむ | rood van woede [boos; woedend] worden; zijn woede [emoties] tonen |
| keshin-化身 | incarnatie; manifestatie; het verschijning van goden, Boeddha's, demonen, e.d, in menselijke vorm |
| kessaku-傑作 | meesterwerk (literatuur, kunst, etc.) |
| kesshin-決心 | beslissing; voornemen; besluit |
| kesshinsuru-決心する | beslissen; besluiten; zich voornemen |
| kesshō-結晶 | resultaat (van hard werken, inspanning, e.d.); uitkomst; vrucht |
| kessho-血書 | het schrijven met (eigen) bloed; een document geschreven met bloed |
| kesshōsen-決勝戦 | finale(s); beslissende wedstrijd |
| kesshotangan-血書嘆願 | een petitie geschreven met bloed |
| kesshōten-決勝点 | het winnende [beslissende] punt; de winnende goal |
| kessoku-結束 | het dragen [aandoen; aantrekken; aangespen] van kleding en wapenrusting |
| kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
| kēsu・sutadi-ケース・スタディ | casestudy; casestudie |
| ketōjin-毛唐人 | (denigrerende term) harige buitenlander [westerling] |
| ketsu-決 | beslissing |
| ketsu-決 | (in kanji combinaties) beslissend; resoluut; daadkrachtig |
| ketsuban-欠番 | ontbrekend [weggelaten; overgeslagen] nummer [getal] |
| ketsuekikyōfushō-血液恐怖症 | hematofobie (vrees voor bloed) |
| ketsugi-決議 | besluit; beslissing; resolutie |
| ketsugian-決議案 | resolutie; motie; voorstel |
| ketsugisho-決議書 | resolutie; verklaring (op schrift) |
| ketsugo-結語 | conclusie; afronding; eindresultaat; slotopmerkingen; epiloog |
| ketsui-決意 | besluit; (vast) voornemen; bedoeling; vastberadenheid |
| ketsumaku-結膜 | bindvlies; conjunctiva |
| ketsumakuen-結膜炎 | bindvliesontsteking; conjunctivitis |
| ketsumatsu-結末 | voltooiing; afwerking; totstandbrenging; realisering; eindresultaat; einde; afloop |
| ketsuniku-血肉 | vlees en bloed; het lichaam |
| ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
| kettei-決定 | beslissing; besluit; vaststelling |
| ketteisuru-決定する | beslissen; besluiten; vaststellen |
| ketteiteki-決定的 | definitief; beslissend |
| ki-亀 | (in kanji combinaties) schildpad |
| ki-亀 | (in kanji combinaties) het rugschild van een schildpad |
| ki-旗 | (in kanji combinaties) vlag; banier; vaandel |
| ki-机 | (in kanji combinaties) bureau; schrijftafel; lessenaar |
| ki-棄 | (in kanji combinaties) weggooien; wegwerpen; verwerpen; afdanken |
| ki-棋 | (in kanji combinaties) bordspel go of (Japans) schaken |
| ki-毀 | (in kanji combinaties) breken; vernieling; beschadiging; schade |
| ki-毅 | (in kanji combinaties) sterk; krachtig; eigenzinnig |
| ki-気 | geest; humeur; gevoel |
| ki-気 | neiging; voorkeur; interesse |
| ki-汽 | (in kanji combinaties) damp; stoom |
| ki-生 | (in kanji combinaties) natuurlijk; onbewerkt; zuiver |
| kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
| kibangan-基盤岩 | grondgesteente; moedergesteente; fundament |
| kibansofuto-基盤ソフト | infrastructurele software (bedrijfssoftware specifiek ontworpen voor het uitvoeren van basistaken, zoals interne diensten en processen) |
| kibi-機微 | fijne punten; subtiliteiten; nuances |
| kibidango-黍団子 | zoete deegballetjes gemaakt van gierstmeel |
| kibutsusongai-器物損害 | beschadiging van goederen |
| kibyō-奇病 | zeldzame ziekte (waarvan oorzaak en geneesbaarheid niet bekend zijn) |
| kichaku-帰着 | uitkomst; uitslag; resultaat |
| kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
| kichigaizata-気違い沙汰 | gestoord [idioot; krankzinnig] gedrag; waanzin |
| kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
| kichintoshita-きちんとした | schoon; opgeruimd; netjes |
| kidate-気立て | geestelijke instelling; aard; karakter |
| kiden-貴殿 | (respectvolle term voor de tweede persoon, m.n. in brieven) u; jij; jullie |
| kidentai-紀伝体 | Chinese biografische geschiedschrijving; Chinese historische legendes |
| kidoairaku-喜怒哀楽 | de 4 menselijke emoties: vreugde, woede, verdriet en plezier |
| kidōsha-気動車 | een dieseltrein; een trein met een verbrandingsmotor |
| kifuda-木札 | houten plaatje (m.n. voor het schrijven van naam en adres) |
| kigen-機嫌 | stemming; gemoedstoestand; humeur |
| kigen-記言 | woordelijke beschrijving |
| kigō-揮毫 | geschrift; kalligrafie (m.n. in opdracht gemaakt) |
| kigu-危惧 | angst; vrees; bezorgdheid |
| kigyōshin-企業心 | ondernemingsgeest; ondernemingszin |
| kigyōtōchi-企業統治 | corporate governance; behoorlijk ondernemingsbestuur |
| kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
| kihaku-気迫 | levenskracht; vitaliteit; geestelijke energie; moed; durf |
| kiji-生地 | deeg; beslag |
| kiji-記事 | (afk. voor) beschrijvende schrijfstijl |
| kijibun-記事文 | beschrijvende schrijfstijl |
| kijin-鬼神 | demon; boze geest; duivel |
| kijin-鬼神 | geest van een overledene; (dwalende) spook |
| kijitsu-期日 | vastgestelde datum (voor betaling, houdbaarheid, e.d.)\ |
| kijutsu-記述 | beschrijving; verslag |
| kijutsusuru-記述する | beschrijven |
| kika-机下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
| kikaitaisō-器械体操 | toestelturnen; het turnen [gymnastiek] met gebruik van toestellen |
| kikan-気管 | tracheae (ademhalingsorgaan van insecten, bestaande uit buisvormige structuren door het hele lichaam) |
| kikan-貴官 | respectvolle term voor het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon, wordt gebruikt voor overheidsfunctionarissen, militair personeel, e.d. |
| kikantōshika-機関投資家 | institutionele investeerder [belegger] |
| kiketsu-既決 | besloten [bepaald; vastgesteld] zijn |
| kiki-機器 | apparatuur; machines |
| kikigaki-聞き書き | woordelijk (opgeschreven) verslag; het opschrijven van wat je hoort |
| kikiireru-聞き入れる | goed luisteren naar; (iemand's advies) volgen; toestemmen; toegeven |
| kikitodokeru-聞き届ける | toestaan; toegeven; accepteren; aanhoren |
| kikkari-きっかり | precies; exact |
| kikkin-喫緊 | iets dat belangrijk [dringend; essentieel] is |
| kikkō-亀甲 | (een drukkerij term voor) (vierkante) haakjes |
| kikō-寄稿 | (geschreven) bijdrage (b.v. aan een krant, tijdschrift, etc.) |
| kikoku-鬼哭 | (arch.) het gejammer en geweeklaag van een rusteloze geest of dode ziel |
| kikoshimesu-聞こし召す | (een zeer respectvolle term voor) horen; luisteren; vragen |
| kikoshimesu-聞こし召す | (een zeer respectvolle term voor) nuttigen; drinken (m.n. alcohol); eten |
| kiku-危懼 | vrees; angst; bezorgdheid |
| kiku-起句 | de eerste regel van een Chinees gedicht |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kimarikitta-決まり切った | vastgesteld; definitief; overeengekomen |
| kimariwarui-決まり悪い | zich schamen; verlegen [beschaamd] zijn |
| kimaru-決まる | beslist [vastgesteld] worden |
| kimatsushiken-期末試験 | tentamen aan het eind van een semester |
| kimatte-決まって | altijd; gewoonlijk; meestal |
| kimawashi-着回し | het combineren van kleding en accessoires |
| kimayoi-気迷い | besluiteloosheid |
| kimeishikikogitte-記名式小切手 | op naam gestelde cheque |
| kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
| kimerashōhin-キメラ商品 | een product met meerdere functies (b.v. een radiowekker) |
| kimeru-決める | beslissen; vaststellen; besluiten |
| kimete-決め手 | doorslaggevende [beslissende] factor; doorslaggevend bewijs [feit] |
| kimete-決め手 | de persoon die de (definitieve) beslissing neemt |
| kimi-気味 | de geur en smaak van iets; sfeer; interesse |
| kimitsu-気密 | luchtdicht [hermetisch afgesloten] zijn |
| kimo-肝 | essentie; kern; wezen |
| kimochi-気持ち | gevoelens; gemoedstoestand; stemming |
| kimodameshi-肝試し | dapperheidstest; test van iemands moed |
| kimon-鬼門 | poort [ingang, uitgang] voor een boze geest (in ongunstige windrichting, het noordoosten) |
| kimukasetsu-帰無仮説 | nulhypothese |
| kimuzukashii-気難しい | kieskeurig; veeleisend; moeilijk (van karakter) |
| kin-勤 | (in kanji combinaties) dienen; in dienst treden; werken |
| kin-均 | (in kanji combinaties) gelijkwaardig; uniform |
| kin-均 | de eerste noot van de Chinese toonladder |
| kin-琴 | qin, antiek Chinees snaarinstrument |
| kin-謹 | respectvol; bescheiden |
| kin-金 | (één van de vijf elementen van de Chinese filosofie) metaal |
| kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
| kinba-金歯 | gouden tand [kies; kroon] |
| kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
| kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
| kindaishi-近代史 | moderne geschiedenis |
| kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
| kinesukōpu-キネスコープ | kinescoop |
| kinezuka-杵柄 | de houten hamer [stamper] waarmee rijstdeeg wordt gestampt |
| kinga-謹賀 | beste wensen; gelukwensen |
| kingashinnen-謹賀新年 | beste wensen voor het nieuwe jaar; Gelukkig Nieuwjaar (schrijftaal) |
| kininaru-気になる | geïnteresseerd zijn in; nieuwsgierig zijn naar |
| kinisuru-気にする | onnnodig veel aandacht aan iets besteden; ergens teveel mee bezig zijn |
| kinji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
| kinjichi-近似値 | geschatte waarde; waarde bij benadering; schatting |
| kinjunbi-金準備 | goudreserve |
| kinkanban-金看板 | motto; devies; slogan |
| kinkotsu-筋骨 | fysieke kracht; gespierd zijn |
| kinkyoku-琴曲 | muziek gespeeld op de koto (Japans snaarinstrument); kotomuziek |
| kinmuseiseki-勤務成績 | werkprestatie; (iemands) functioneren |
| kinō-機能 | werking; functie(s); applicaties (op mobiele telefoons e.d.) |
| kinomi-木の実 | vrucht (van een boom); noot; bes |
| kinori-気乗り | geïnteresseerd zijn (in); zin hebben om iets te doen; enthousiasme |
| kinpi-金肥 | kunstmest |
| kinpika-金ぴか | blingbling; glitterende decoraties |
| kinrō-勤労 | werkaanstelling voor een vastgestelde periode |
| kinsaku-近作 | iemands laatste [meest recente] werk; iemands allernieuwste werk |
| kinshin-謹慎 | (Edo-periode) huisarrest |
| kinsho-謹書 | met respect geschreven |
| kinshu-筋腫 | vleesboom; myoom |
| kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
| kinuta-砧 | vollersblok (houten of stenen blok waarmee op stoffen werd geslagen om ze zacht te maken) |
| kin'un-金運 | economische voorspoed; geluk [succes] met geld |
| kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
| kin'yū-金融 | financiën; financiering; geldtransacties |
| kin'yūchō-金融庁 | FSA (Eng. Financial Services Agency), Financieel Advies Bureau van Japan |
| kin'yūjiyūka-金融自由化 | financiële liberalisatie (de opheffing van voorschriften en beperkingen op financiële transacties) |
| kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
| kippari-きっぱり | resoluut; beslist; botweg; direct; eerlijk; duidelijk |
| kippunosōchi-キップの装置 | het toestel van Kipp (voor laboratorium) |
| kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
| kiraibashi-嫌い箸 | verboden volgens de etiquette van eetstokjes; onjuist gebruik van eetstokjes |
| kirau-嫌う | niet bestand tegen iets zijn; niet tegen iets kunnen |
| kiregire-切れ切れ | stukjes; snippers |
| kireigoto-奇麗事 | nette afwerking; de puntjes op de i zetten |
| kireigoto-奇麗事 | werk waar je niet vies van wordt |
| kiremono-切れ物 | snijwerktuig; mes |
| kirengeshōma-黄蓮華升麻 | Japanse wasbloem (Kirengeshoma palmata) |
| kireru-切れる | gesneden worden; gewond raken |
| kiriabura-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
| kiriboshi-切り干し | gedroogde reepjes daikon (rettich) |
| kiridashi-切り出し | een puntig mes |
| kiriha-切り羽 | (mijnbouw) pijler (een gestutte gang in een kolenlaag); ontginningsplaats |
| kirihanasu-切り放す | (in gedachten) scheiden [uit elkaar houden]; als twee aparte dingen beschouwen |
| kirikizamu-切り刻む | in stukjes hakken; fijnsnijden |
| kirikomu-切り込む | aanvallen; door de vijandelijke linies vechten |
| kirikorosu-切り殺す | (iem.) doodsteken; neersabelen; doden met een zwaard of mes |
| kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
| kirimi-切り身 | (afgesneden) stuk [plak] (vlees, vis, e.d.) |
| kirimori-切り盛り | beheer; bestuur; management |
| kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
| kiritsukeru-切りつける | steken [slaan] met een wapen (mes, zwaard, e.d.) |
| kiritsukeru-切り付ける | iemand steken [snijden; verwonden] (met een mes, zwaard, e.d.) |
| kiriyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
| kirizumi-切り炭 | in blokken [staafjes] gehakte steenkool |
| kiro-岐路 | tweesprong; wegsplitsing; kruising |
| kiruku-キルク | kurk (op een fles) |
| kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
| kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
| kisai-奇祭 | festival met bijzondere [unieke] onderdelen [gebruiken; rituelen] |
| kisai-記載 | vermelding; beschrijving; inschrijving; invoer |
| kisai-起債 | uitgifte van obligaties; obligatie-uitgifte |
| kisaki-后 | keizerin; koningin; prinses-gemalin |
| kisama-貴様 | (arch. respectvolle term voor de tweede persoon, voor hogergeplaatsten, b.v. in brieven) u |
| kisatsu-貴札 | (respectvolle term die verwijst naar de brief van een ander) uw brief |
| kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
| kiseru-着せる | iemand de schuld geven; iemand (vals) beschuldigen; aangeven |
| kisha-喜捨 | een (charitatieve) donatie (m.n. aan een tempel of heiligdom); aalmoes |
| kishin-鬼神 | demon; boze geest; duivel |
| kishin-鬼神 | geest van een overledene; (dwalende) spook |
| kishōshippeiyōiyakuhin-希少疾病用医薬品 | weesgeneesmiddel (een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte) |
| kishōtenketsu-起承転結 | structuur van klassieke (Chinese) poëzie met introductie (ki), ontwikkeling (shō), wending (ten) en ontknoping (ketsu) |
| kishuku-寄宿 | logies; onderdak; huisvesting; accommodatie; pension |
| kisōsei-帰巣性 | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| kissa-喫茶 | theehuis; theesalon; koffiebar |
| kissaten-喫茶店 | theehuis; theesalon; koffiehuis; koffiebar |
| kisū-帰趨 | uitkomst; gevolg; resultaat (van een gebeurtenis of situatie) |
| kisuru-帰する | resulteren in; leiden tot; aankomen bij; komen tot (een conclusie) |
| kisuru-帰する | (iets) toeschrijven [wijten] aan (omstandigheden, een ander, e.d.); de schuld afschuiven op |
| kisuru-期する | besluiten; (vooraf) beslissen; een besluit nemen |
| kitanai-汚い | vies; smerig; vuil; rommelig |
| kitchiri-きっちり | punctueel [stipt; precies] zijn |
| kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
| kitei-旗亭 | taverne; herberg; restaurant ( van origine in China gemarkeerd met een vlag) |
| kitei-既定 | iets dat standaard [vastgesteld; beslist] is |
| kitsu-詰 | (in kanji combinaties) kritisch [scherp] ondervragen; uitschelden; een standje geven |
| kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
| kitsugo-吃語 | gestotter; het stotteren |
| kitto-屹度 | zeker; beslist; ongetwijfeld; vastberaden |
| kiyū-杞憂 | ongegronde bezorgdheid; onnodige angst [vrees] |
| kizai-器材 | gereedschap [machines] en materiaal; materialen [onderdelen] voor het maken van machines |
| kizai-機材 | machines [apparatuur] en materiaal; machineonderdelen |
| kizamu-刻む | fijn snijden; in kleine stukjes snijden [hakken] |
| kizen-毅然 | resoluut [onverschrokken; standvastig; vastberaden] zijn |
| kizu-傷 | wond; verwonding; blessure |
| kizu-傷 | beschadiging; kras; mankement |
| kizukai-気遣い | angst; vrees; bezorgdheid; nervositeit |
| kizuku-気づく | opmerken; bemerken; beseffen; in de gaten hebben |
| kizumono-傷物 | een beschadigd [defect] artikel [product] |
| kī・kurabu-キー・クラブ | gesloten (privé) club |
| kō-侯 | markies; (krijgs)heer; leenheer |
| kō-公 | lord [heer, vorst, meester] (achter voornaam of eigennaam) |
| kō-口 | (in kanji combinaties) mond; opening; ingang; uitgang |
| kō-后 | (in kanji combinaties) vorstin; keizerin; vorst; keizer; lokale god |
| kō-弘 | (in kanji combinaties) uitgebreid; wijd; groot; uitgespreid |
| kō-校 | (in kanji combinaties) school |
| kō-校 | (in kanji combinaties) drukproef; revisie; gecorrigeerde proef (van een boek, document, etc.); telwoord voor het aantal revisies |
| kō-江 | (in kanji combinaties) grote rivier |
| ko-狐 | (in kanji combinaties) vos |
| ko-股 | (van een mens) onderbuik; kruis; lies |
| kō-航 | (in kanji combinaties) scheepvaart; luchtvaart |
| ko-虎 | (in kanji combinaties) tijger |
| koa-コア | wezen; essentie; hart; ziel |
| kōan-公案 | een officieel document (oorspronkelijk Chinees) |
| kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
| kōatsuteki-高圧的 | onderdrukkend; autoritair; bazig; agressief |
| koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
| kobai-故買 | heling van gestolen goederen |
| kōban-降板 | iemand, b.v. na arrestatie, vervangen door een ander |
| kōbasai-公募債 | publieke aandelen [obligaties; effecten] |
| kobi-媚 | gevlei; geslijm; flirt |
| kobin-小瓶 | kleine fles; flesje |
| koboru-コボル | (common business oriented language) COBOL, een computer programmeertaal |
| kobotsu-毀つ | breken; vernielen; beschadigen |
| kobu-瘤 | knoest (van een boom) |
| kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
| kobun-古文 | oud Chinees karakterschrift |
| kobun-子分 | volgeling; aanhanger; protegé; handlanger; ondergeschikte |
| kochiranohanashi-こちらの話 | het onderwerp van gesprek |
| kōchō-好調 | goede [gunstige; optimale] toestand [voortgang; situatie; conditie; trend] |
| kōdai-広大 | uitgestrektheid; grootsheid |
| kōdan-講壇 | spreekgestoelte; spreekstoel; katheder |
| kōdan-講談 | voordracht [het voordragen] van (oorlogs)verhalen [krijgsgeschiedenis] |
| kōdan-降壇 | het podium afstappen; het spreekgestoelte verlaten |
| kodawari-拘り | obsessie; fixatie; bezetenheid |
| kōden-香典 | geschenk bij condoleance op een begrafenis (meestal geld); begrafenisoffer |
| kōdinētosuru-コーディネートする | coördineren; rangschikken; in harmonie brengen [bij elkaar zoeken] (van kleding en accessoires |
| kōdō-高堂 | (een respectvolle term om te verwijzen naar de familie of familieleden van een ander) uw familie |
| kōdo-黄土 | Hades; de onderwereld |
| kodōgu-小道具 | accessoires voor het haar van vrouwen (zoals kam, haarspelden, e.d.) |
| kodōgu-小道具 | accessoires [decoraties] voor zwaarden (b.v. op de stootplaat, de greep, e.d.) |
| kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
| kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
| koe-肥 | mest; gier; drek |
| kōen-広遠 | iets dat groot [immens; enorm; omvangrijk; uitgestrekt; verstrekkend] is |
| kōen-講演 | lezing; toespraak; praatje |
| kōenkai-講演会 | (publieke) lezing (over een vastgesteld onderwerp, thema, e.d.) |
| koetago-肥担桶 | mestvat; gierton |
| kōetsu-校閲 | het corrigeren van drukproeven [documenten; overige geschriften] |
| kōfun-口吻 | manier van spreken; suggestie |
| koga-古画 | oud schilderij; schilderij van een oude meester |
| kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
| kōgan-睾丸 | testikel; zaadbal |
| kōgan'en-睾丸炎 | orchitis (ontsteking van de testikel) |
| kogara-小柄 | kleine gestalte; klein postuur |
| kogatana-小刀 | klein zwaard; mes; dolk |
| kogatana-小刀 | klein mes dat als onderdeel aan een zwaardschede is toegevoegd |
| kōgekiteki-攻撃的 | agressief; aanvallend; strijdlustig |
| kōgen-抗言 | protest; weerwoord; tegenspraak |
| kōgen-荒原 | wildernis; woestenij |
| kōgi-抗議 | protest; tegenwerping; bezwaar |
| kogitanai-小汚い | een beetje vies; groezelig |
| kōgo-口語 | spreektaal; gesproken taal |
| kōgōheika-皇后陛下 | Hare Majesteit de keizerin (van Japan) |
| kōgōsei-光合成 | fotosynthese |
| kōgotai-口語体 | informele schrijfstijl (geschreven als spreektaal) |
| koguchiari-木口蟻 | messing-en-groefverbinding (houtverbinding door inzagen van de uiteinden van de balken) |
| kōgyō-興行 | amusementsindustrie; showbusiness |
| kōgyōdaigaku-工業大学 | technische hogeschool [universiteit] |
| kōgyōtoshi-工業都市 | industriestad |
| kōhai-荒廃 | vernietiging; verwoesting; verval |
| kōhatsu'iyakuhin-後発医薬品 | generiek geneesmiddel |
| kohheru-コッヘル | klein draagbaar kooktoestel |
| kōhi-后妃 | vorstin; keizerin; koningin; prinses-gemalin |
| kohitsu-古筆 | oude handschriften; geschriften uit de oudheid |
| kohitsu-古筆 | (hoogstaande) geschriften uit de Nara en Heian periode |
| kōhochi-候補地 | geselecteerde [gekozen] landstreek [gebied; terrein] (om iets op te bouwen) |
| kohon-古本 | handgeschreven manuscript of drukwerk van voor de Edo-periode |
| kōhontadō-好本多同 | goed voorbeeld doet goed volgen (zowel geestelijk, gedragsmatig als ook in bekwaamheden) |
| koibana-恋ばな | gesprekjes (m.n. van meisjes) over elkaars liefdes(avonturen) |
| koibito-恋人 | minnaar; minnares; vrijer; liefje |
| koibumi-恋文 | liefdesbrief |
| koiguchi-鯉口 | kledingstuk (met lange mouwen) dat ter bescherming over de kimono gedragen wordt bij huishoudelijk werk |
| koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
| koika-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht; (bij dieren) paringsroep; lokroep |
| koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
| koinobori-鯉幟 | traditionele karpervormige wimpels [windzakken] (worden in Japan opgehangen tijdens het Jongensfestival op 5 mei) |
| kōitsu-後逸 | (honkbal) een gemiste vangbal; een doorgeschoten bal |
| koiuta-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
| koji-固辞 | resoluut afwijzing (van een aanbod) |
| koji-孤児 | wees; weeskind |
| kojiin-孤児院 | weeshuis |
| kōjikakaku-公示価格 | geregistreerde [officieel vastgestelde] prijs [waarde] |
| kojiki-古事記 | Kojiki; Kroniek van oude zaken (het oudste overgeleverde boek met mythen en sagen over de antieke geschiedenis van Japan) |
| kōjin-後人 | nageslacht; nakomeling(en) |
| kōjin-後陣 | achterhoede; reservetroepen |
| kojinshōhi-個人消費 | consumentenbestedingen |
| kōjitsu-口実 | excuus; voorwendsel; smoes |
| kojiwa-小皺 | fijne [kleine] rimpels; kraaienpootjes |
| kōjō-向上 | toename; stijging; progressie |
| kōjō-向上 | het allerbeste; allerhoogste; allermooiste |
| kojō-孤城 | een eenzaam [geïsoleerd gelegen] kasteel [vesting] |
| kōjo-皇女 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
| kojukei-小綬鶏 | Chinese bamboepatrijs (Bambusicola thoracicus) |
| kōka-効果 | effect; uitwerking; (goed) resultaat; effectiviteit; doeltreffendheid |
| kōka-考課 | evaluatie; prestatiebeoordeling |
| kokage-木陰 | de schaduw van een boom; een plek onder een boom (beschut tegen zonlicht en regen) |
| kōkai-航海 | zeereis; zeescheepvaart; zeevaart |
| kōkakuhō-高角砲 | krombaangeschut; luchtafweergeschut |
| kōkateki-効果的 | effectief; succesvol |
| kōkatsu-広闊 | weidsheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid |
| kōkatsu-狡猾 | sluw [listig; berekenend; geslepen] zijn |
| kokeienogu-固形絵具 | harde verfstof; verf in vaste vorm (b.v. in blokjes in een verfdoos) |
| kōkeisha-後継者 | opvolger; successor |
| kokeshi-こけし | kokeshi-pop (traditionele houten pop zonder ledematen) |
| kōki-後期 | latere periode; tweede semester; laatste semester |
| kokkei-滑稽 | geestigheid; grappigheid; klucht |
| kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
| kōkō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
| kokochi-心地 | gevoel; stemming; gemoedstoestand |
| kokochi-心地 | gedachte; beschouwing |
| kokoku-故国 | oude natie; land dat al heel lang bestaat |
| kokomai-古古米 | twee jaar geleden geproduceerde rijst (rijst die na de oogst meer dan twee jaar opgeslagen is geweest) |
| kokomu-ココム | (Coordinating Committee for Multilateral Export Controls) Coördinatiecomité voor multilaterale exportcontroles |
| kōkon-後昆 | nageslacht; nakomeling(en); afstammeling(en) |
| kokoro-心 | hart; ziel; geest; gevoelens; mentaliteit; karakter; aard; persoonlijkheid |
| kokorobosoi-心細い | onzekerheid; bevreesdheid; ongerustheid |
| kokoroeru-心得る | weten; begrijpen; beschouwen [opvatten] (als) |
| kokoroeru-心得る | toestemmen; instemmen; akkoord gaan; toestemming geven |
| kokorogake-心がけ | geesteshouding; denkwijze; zienswijze; standpunt; benadering; streven; doel |
| kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
| kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
| kokoroyasudate-心安だて | openheid; toegankelijkheid; ongereserveerdheid |
| kokorozoe-心添え | advies; raad; aanwijzing; voorstel |
| kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
| koku-刻 | (in kanji combinaties) graveren; snijden; hakken |
| kokubun-告文 | petitie; manifest |
| kokubunji-国分寺 | door de keizer gestichte boeddhistische tempels (Nara-periode) |
| kokufu-国父 | vader [leider] van het land; vader des vaderlands |
| kokufū-国風 | de gewoonten en tradities van een land |
| kokufuku-克復 | herstel; restauratie |
| kokufukusuru-克復する | herstellen; restaureren |
| kokugen-刻限 | de vaste [afgesproken] tijd |
| kokuhatsu-告発 | aanklacht; beschuldiging |
| kokuhatsusuru-告発する | aanklagen; beschuldigen |
| kokuheisha-国幣社 | een (door de overheden gesubsidieerde) regionale tempel |
| kokui-国威 | nationaal prestige [gezag]; nationale eer [waardigheid] |
| kokuin-刻印 | een gesneden [gegraveerd] zegel [stempel] |
| kokuji-刻字 | uitgesneden [gegraveerde] karakters [letters] |
| kokuminnoshukujitsu-国民の祝日 | nationale feestdagen in Japan |
| kokumintaiikutaikai-国民体育大会 | Nationaal Sport Festival |
| kokuren-国連 | Verenigde Naties (VN) |
| kokurenanzenhoshōjōninrijikoku-国連安全保障常任理事国 | permanent lid van de Veiligheidsraad (van de Verenigde Naties) |
| kokusaidenwa-国際電話 | internationaal gesprek; telefoongesprek uit het buitenland |
| kokusaijin-国際人 | internationaal ingestelde persoon; kosmopoliet; wereldburger |
| kokusaijōsei-国際情勢 | de internationale situatie; de toestand in de wereld |
| kokusaikaigi-国際会議 | internationale conferentie; internationaal congres |
| kokusairengō-国際連合 | Verenigde Naties |
| kokusaisakimono-国際先物 | internationale termijncontracten [futures] |
| kokusaiuchūsutēshon-国際宇宙ステーション | Internationaal ruimtestation (ISS, International Space Station) |
| kokusei-国勢 | de toestand [situatie] waarin een land [volk] zich bevindt |
| kokushi-国史 | de Japanse geschiedenis; de geschiedenis van Japan |
| kokushi-国史 | de nationale geschiedenis; de geschiedenis van een land |
| kokushibyō-黒死病 | de zwarte dood; de pest |
| kokushohōtei-国書奉呈 | presentatie van de diplomatieke brief van een staat [staatshoofd] |
| kokushu-国手 | beroemde arts [geneesheer; dokter] |
| kokushu-国手 | meester go-speler |
| kokuso-告訴 | beschuldiging; klacht; aanklacht |
| kōkusu-コークス | cokes (behandelde steenkool) |
| kokutai-国体 | staatsbestel; staatssysteem; regeringsvorm |
| kokutai-国体 | (afk. voor) Nationaal Sport Festival |
| kokutaiseiji-国対政治 | parlementaire beraadslagingen (via deals en compromissen); achterkamertjespolitiek |
| kokuten-国典 | staatsceremonies |
| kokuu-穀雨 | graan-regen, de zesde van de vierentwintig divisies van de vier seizoenen |
| kokuun-国運 | het lot [de lotsbestemming] van een natie [volk] |
| kōkyō-交響 | resonantie; weergalm; weerklank |
| kokyō-故郷 | geboortestreek |
| kōkyōgakudan-交響楽団 | symfonieorkest |
| kōkyōkangengaku-交響管弦楽 | symfonieorkest |
| kōkyū-公休 | officiële feestdag; nationale feestdag |
| kōkyū-後宮 | harem; binnenste paleis (gereserveerd voor vrouwen) |
| kōkyū-恒久 | permanentie; bestendigheid; duurzaamheid; eeuwigheid; eindeloosheid |
| kokyūfuzen-呼吸不全 | ademhalingsfalen; respiratore insufficiëntie |
| kōkyūryōtei-高級料亭 | eersteklas restaurant; kwaliteitsrestaurant; gourmet restaurant |
| komagiri-細切り | het fijnsnijden; fijngesneden voedsel [stukjes] |
| komakai-細かい | klein; minuscuul; fijn (uit kleine deeltjes bestaand) |
| komakai-細かい | gedetailleerd; precies |
| komakai-細かい | zuinig; gierig; op de kleintjes lettend |
| komaku-鼓膜 | trommelvlies |
| komakuen-鼓膜炎 | myringitis; trommelvliesontsteking |
| komame-小忠実 | ijver; inzet; noeste arbeid; het hard (door)werken |
| komāsharizumu-コマーシャリズム | commercialisme; handelsgeest; marktdenken |
| komāsharu-コマーシャル | reclameboodschap; reclamespot; tv-reclame |
| komemono-込め物 | holwit (zetmateriaal voor het maken van lege marges bij letterzetten) |
| komikaru-コミカル | komisch; grappig; geestig; humoristisch |
| komisshonā-コミッショナー | (bij sportorganisaties) hoofdbestuurslid |
| kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| kōmō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
| kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| komon-顧問 | advies; raad |
| komondan-顧問団 | adviesgroep; raad van advies |
| komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
| komonryō-顧問料 | advieskosten; adviesvergoeding |
| komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
| kōmyō-功名 | grote prestatie; wapenfeit; heldendaad |
| kon-困 | (in kanji combinaties) probleem; last; moeilijkheid |
| kon-昆 | (in kanji combinaties) oudere broer; afstammeling; later; na; veel |
| konagona-粉粉 | verpulverd; vergruisd; in kleine stukjes [scherven]; verkruimeld |
| kōnaien-口内炎 | stomatitis; mondslijmvliesontsteking; aft(e) |
| konashi-熟し | spijsvertering; digestie |
| konbanha-今晩は | (uitgesproken als: konban wa) goedenavond |
| konbenshon-コンベンション | bijeenkomst; congres; conferentie |
| konbenshon・sentā-コンベンション・センター | congrescentrum |
| konbo-コンボ | combo (term bij computerspellen, reeks acties die uitgevoerd moeten worden in een specifieke volgorde) |
| konboi-コンボイ | konvooi; (varende) escorte |
| konchinentaru-コンチネンタル | continentaal; Europees |
| kondan-懇談 | een informeel gesprek |
| koneko-子猫 | poesje; katje |
| kōnfurēku-コーンフレーク | cornflakes; ontbijtgranen |
| kōnfurēkusu-コーンフレークス | cornflakes; ontbijtgranen |
| kongōjō-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
| kongōzue-金剛杖 | pelgrimsstaf; houten staf van berg-priesters (yamabushi) of bergbeklimmers |
| kōnichi-抗日 | anti-Japanse opstand; verzet tegen Japanse agressie (m.n. gewapende verzetsbeweging van het Chinese volk) |
| kōninsha-後任者 | opvolger; successor |
| konjuhōshō-紺綬褒章 | medaille met donkerblauw lint (een prestigieuze Japanse eremedaille voor weldoeners die grote sommen geld hebben gedoneerd voor het algemeen welzijn) |
| konkan-根幹 | de kern (van een zaak); de basis; het fundament; de essentie |
| konmentāru-コンメンタール | notities; opmerkingen; commentaar |
| konmori-こんもり | (onomatopee) opgehoopt; opgestapeld |
| kōnō-後納 | uitgestelde [opgeschorte] betaling |
| konomi-木の実 | vrucht (van een boom); noot; bes |
| konouenai-此の上ない | de beste [grootste; perfecte]; er is geen betere dan dit |
| konpo-コンポ | (afk. voor component) stereo-installatie bestaande uit verschillende componenten |
| konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
| kontenarizēshon-コンテナリゼーション | containerisatie; technologie om softwareapplicaties en hun afhankelijkheden in een enkel, geïsoleerd pakket te verpakken |
| konto-コント | een (luchtig, geestig) kort verhaal; sketch; satire |
| konuka-小糠 | rijstzemelen; restprodukt bij het polijsten van rijst |
| konwa-懇話 | een informeel gesprek |
| konzai-混在 | het naast elkaar bestaan; samengaan; vermengen |
| koori-郡 | district; gewest |
| kooribukuro-氷袋 | ijszak; zak met ijs [ijsblokjes] |
| koorimizu-氷水 | drankje van geschaafd ijs met siroop |
| kōporatibu・hausu-コーポラティブ・ハウス | coöperatieve huisvesting |
| kōporēto・gabanansu-コーポレート・ガバナンス | deugdelijk [goed] ondernemingsbestuur |
| koppamijin-木っ端微塵 | het in kleine stukjes breken; aan diggelen slaan; iets aan gort slaan; verpulveren |
| koppidoi-こっ酷い | verschrikkelijk; vreselijk; heel slecht |
| koppō-骨法 | fundamenten; basisregels; principes |
| kora-コラ | kora, traditioneel West-Afrikaans strijkinstrument |
| koraeru-堪える | (emoties, e.d.) onderdrukken; bedwingen; onder controle houden |
| kōrai-光来 | (respectvolle term) uw bezoek; uw aanwezigheid |
| kōrakuchi-行楽地 | toeristenoord; vakantieoord; resort |
| koramunisuto-コラムニスト | columnist; rubriekschrijver; stukjesschrijver |
| korashimeru-懲らしめる | straffen; iemand een lesje leren; disciplineren; kastijden |
| kōrei-交霊 | spiritualisme; het communiceren met [aanroepen van] doden [geesten] |
| koresupondento-コレスポンデント | correspondent; verslaggever |
| koresuterōru-コレステロール | cholesterol |
| kōri-功利 | verdienste [prestatie] en profijt [voordeel] |
| kōrin-光臨 | (respectvolle term) uw bezoek; uw aanwezigheid; uw komst |
| koro-葫蘆 | fleskalebas; flespompen (Lagenaria siceraria) |
| korō-虎狼 | een genadeloze en wrede bruut [woesteling; onmens] |
| koroai-頃合い | geschikte [goede] tijd; juiste moment |
| koroai-頃合い | geschiktheid; juistheid; matigheid |
| korona-コロナ | kroon (van tand of kies) |
| korooi-頃おい | tijd; tijdsbestek |
| koroshimonku-殺し文句 | veelzeggende [beslissende] uitspraak; doorslaggevend argument |
| kōru-コール | telefoontje; telefoongesprek |
| kōru-コール | (scheidsrechterlijke) beslissing |
| koru-凝る | precies [secuur] zijn; op de details letten |
| kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
| kōrudo・gēmu-コールド・ゲーム | een honkbalwedstrijd die is gestaakt of beëindigd (om verschillende redenen) |
| kōrudo・mīto-コールド・ミート | koud vlees; vleeswaren |
| korui-孤塁 | geïsoleerde vesting; laatste bolwerk |
| koruku-コルク | kurk (op een fles) |
| korusetto-コルセット | korset (damesondergoed) |
| kōru・gāru-コール・ガール | callgirl; luxe prostituee die zich telefonisch of via het internet laat bestellen |
| kōryaku-攻略 | invasie; inval; verovering; bestorming; inname; onderwerping; bezetting |
| kōryo-考慮 | overweging; overdenking; beschouwing |
| kōryō-蛟竜 | Chinese mythische draak (die zich het water verbergt als een soort krokodil, en naar de hemel opstijgt bij regen) |
| koryo-顧慮 | overweging; beschouwing |
| kōryosuru-考慮する | overwegen; beschouwen; nadenken |
| kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
| kōryū-勾留 | inhechtenisneming; detentie (in afwachting van het proces) |
| kōryūsuru-交流する | beschouwen; nadenken; overdenken |
| kōsa-黄砂 | woestijn |
| kōsatsu-考察 | beschouwing; onderzoek; studie |
| kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
| kōsei-更生 | rehabilitatie; (levens)verbetering; restauratie; hergebruik |
| kōseitai-構成体 | component; bestanddeel |
| kōseki-功績 | prestatie; verdienste |
| koshahon-古写本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
| kōshaku-侯爵 | (adellijke titel) markies; markiezin |
| koshiita-腰板 | (bouwkunde) grondplaat; bodemplaat; beschot; lambrisering |
| kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| koshimaki-腰巻き | Japanse onderrok voor dames (onder kimono gedragen) |
| kōshimoyōno-格子模様の | (fijn) gegroefd [gestreept] |
| kōshin-孝心 | toewijding aan [respect voor] ouders [ouderen] van kinderen |
| kōshō-交渉 | onderhandeling(en); discussie; gesprekken |
| kōshō-公傷 | beroepsletsel; blessure opgelopen tijdens het werk |
| koshōgatsu-小正月 | Klein Nieuwjaar (festival) op 14, 15 of 16 januari |
| koshōhon-古抄本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
| kōshokyōfushō-高所恐怖症 | hoogtevrees, acrofobie |
| kōshu-公主 | keizerlijke prinses; dochter van een keizer |
| koso-こそ | (achtervoegsel, benadrukt het voorgaande) precies; juist; daarom |
| kōsoku-拘束 | (jur.) inrekening; arrestatie |
| kōsoku-高足 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
| kōsokubasu-高速バス | expresbus (tussen steden, meestal via snelwegen) |
| kosui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
| kosupure-コスプレ | het zich verkleden als fictieve personages |
| kosureru-擦れる | gewreven [geschuurd] worden; versleten zijn |
| kosuru-鼓する | een muziekinstrument bespelen; luiden; bellen |
| kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
| kōtaishihi-皇太子妃 | kroonprinses |
| kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
| kōtei-公定 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
| kōtei-公邸 | (officiële) residentie |
| kotei-固定 | fixatie; bevestiging; immobilisatie; verankering |
| kōtei-工程 | voortgang [stadium; proces] van werk [handelingen] |
| kōtei-肯定 | bevestiging; affirmatie; verzekering |
| kōteibunseki-工程分析 | procesanalyse; analyse van het werkproces [constructieproces] |
| kōteisuru-肯定する | bevestigen; ja zeggen |
| kōteiteki-肯定的 | bevestigend; affirmatief; positief |
| kōteki-好適 | iets dat precies goed [geschikt; passend] is |
| kotenkoten-こてんこてん | (onomatopee) volledig verslagen; verwoest; bont en blauw geslagen |
| kōtenteki-後天的 | a posteriori; achteraf (beschouwd); later; retrospectief |
| kōtingu-コーティング | coating; deklaag; beschermlaag |
| kotobuki-寿 | gelukwensen; felicitaties; beste wensen |
| kotogaaru-ことがある | (geeft een ervaring weer) het is gebeurd (dat); ik ben een keer geweest; ik heb een keer gedaan |
| kotogotoni-事毎に | in alles; altijd; iedere keer |
| kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| kotohogu-言祝ぐ | feliciteren; iemand succes wensen; de beste wensen doen |
| kotoni-殊に | vooral; in het bijzonder; boven alles |
| kotowaru-断る | vooraf iemand waarschuwen [(iets) doorgeven; toestemming vragen] |
| kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
| kotsukotsu-こつこつ | vlijtig; nijver; onvermoeibaar; gestaag |
| kotsuniku-骨肉 | bloedverwant; eigen vlees en bloed |
| kotsuzai-骨材 | aggregaat (toeslagstof bij betonbereiding) |
| koudaimuhen-広大無辺 | grenzeloosheid; oneindigheid; uitgestrektheid |
| kōun-幸運 | geluk; succes; mazzel |
| koushiniku-仔牛肉 | kalfsvlees |
| kōutsuyaku-抗鬱薬 | antidepressivum |
| kowameshi-強飯 | gestoomde kleefrijst met rode bonen (gegeten bij feestelijke gelegenheden) |
| kowamote-強持て | ontzag; respect; eerbiedige vrees |
| kōya-荒野 | wildernis; woestenij |
| kōyahijiri-高野聖 | monnik die vanuit de berg Koya wordt uitgezonden om de leer te verspreiden en donaties te verzamelen |
| koyashi-肥やし | bemesting; (kunst)mest |
| koyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
| kōza-講座 | serie colleges; cursus |
| kozakana-小魚 | kleine [jonge] visjes |
| kozakashii-小賢しい | brutaal; onbeschaamd; sluw; listig; geslepen |
| kozō-小僧 | jonge priester [monnik] |
| kōzōfukyō-構造不況 | structurele recessie (economie) |
| kōzōkaikakutokubetsukuikihō-構造改革特別区域法 | Wet op de nationale strategische speciale zones |
| kubi-首 | hals (van een fles, e.d.) |
| kubonda-凹んだ | hol (geworden); ingestort; ingedeukt; (in)gevallen |
| kuchidassha-口達者 | welbespraakt [praatgraag] zijn |
| kuchigatai-口堅い | discreet; gesloten; kies |
| kuchigōsha-口巧者 | welbespraaktheid |
| kuchihatchō-口八丁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
| kuchijōzu-口上手 | welbespraaktheid |
| kuchikura-クチクラ | beschermend laagje op plantenblad |
| kuchiomo-口重 | zwijgzaamheid; onmededeelzaamheid; geslotenheid |
| kuchisaganai-口さがない | praatziek; indiscreet; vol roddels; op sensatie [schandaaltjes] belust |
| kuchisugi-口過ぎ | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
| kuchiyose-口寄せ | een medium; (vrouwelijke) priester die boodschappen van de goden doorgeeft |
| kuchizoe-口添え | advies; aanbeveling; voorspraak; goed woordje |
| kuchizusamu-口遊む | neuriën; zachtjes zingen |
| Kuchō-区長 | districtsburgemeester; burgemeester van een van de 23 speciale wijken van Tokio |
| kūchūbenkai-空中分解 | het uiteenvallen (desintegreren) in de lucht |
| kūchūkyokugeishi-空中ブランコ曲芸師 | (vliegende) trapezeartiest |
| kudanno-件の | eerder [hierboven] genoemd [vermeld]; ... in kwestie |
| kudoku-功徳 | verdienste (als resultaat van goed gedrag) |
| kudoku-口説く | avances maken; versieren; vleien |
| kuesuchon・taimu-クエスチョン・タイム | vragenuur(tje) (tijd waarin vragen gesteld kunnen worden in het Parlement) |
| kugen-苦言 | aanmaning; aansporing; dringend advies; onaangename mededeling |
| kugyō-恭敬 | (boeddh.) eerbied; verering; respect |
| kuhō-句法 | de conventies [regels] voor het componeren van (Japanse) poëzie |
| kuiarasu-食い荒らす | voedsel [gerechten] verpesten door er happen uit te nemen; aanvreten |
| kuikiru-食い切る | (alles) opeten; zijn bord leegeten |
| kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
| kuikomu-食い込む | wegvreten; verteren; aantasten; verweren; roesten |
| kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuinokoshi-食い残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
| kujo-駆除 | verdelging; uitroeiing; bestrijding |
| kūkiasshokuki-空気圧縮機 | luchtcompressor |
| kukicha-茎茶 | soort van (Japanse) groene thee (gemaakt van de takjes van de theeplanten) |
| kūkūbakubaku-空空漠漠 | uitgestrekt en leeg [eindeloos] zijn |
| kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
| kumazasa-熊笹 | bamboesoort Sasa veitchii |
| kumijū-組み重 | een nest [set] van in elkaar passende dozen |
| kumisakazuki-組み杯 | een nest van (op elkaar passende) sake cups |
| kumishita-組下 | ondergeschikte (van een baas) |
| kumitsuku-組みつく | iemand te lijf gaan [bespringen; vastgrijpen] |
| kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
| kuni-国 | geboortestreek; eigen land (t.o. buitenland) |
| kuniburi-国風 | tradities en gewoonten van een land |
| kunihara-国原 | uitgestrekt gebied |
| kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
| kunpu-君父 | de vorst [heer; meester] en [of] de vader |
| kunpū-薫風 | zachte zomerwind; zomerbries |
| kunreishiki-訓令式 | het kunrei-systeem (ingesteld in 1937), de officiële richtlijnen voor de transcriptie van het Japans |
| kunsei-燻製 | het roken (van vlees en vis) |
| kunten-訓点 | markeringen in katakana of hiragana bij kanji (van een chinese tekst) |
| kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
| kurakuryūru-クラクリュール | craquelure (barstjes in verfoppervlak) |
| kuranberī-クランベリー | veenbes; cranberry |
| kurashi-暮らし | het leven; bestaan; levensomstandigheden |
| kurasu-クラス | klas (school, etc.); les |
| kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
| kurau-食らう | leven; bestaan; aan de kost komen |
| kurawankabune-食らわんか舟 | de benaming van de handelsscheepjes die etenswaren verkochten (in de Edo periode) |
| kurayamimatsuri-暗闇祭 | het festival waarbij men de lichten dooft om in het donker de geesten van overledenen te kunnen verwelkomen |
| kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
| kurējī-クレージー | gek; gestoord |
| kureperinkensa-クレぺリン検査 | (psychiatrie) de Kraepelin test |
| kuresshendo-クレッシェンド | (muziekterm) crescendo (sterker wordende toon) |
| kuretabunmei-クレタ文明 | Kretenzer beschaving (op Kreta, tussen ongeveer het derde millennium v.Chr. en 1200 v.Chr.) |
| kurezōru-クレゾール | cresol (bestaat uit 3 verschillende isomeren) |
| kūrī-クーリー | koelie (ongeschoolde arbeider uit Azië) |
| kurīn-クリーン | schoon; rein; proper; netjes |
| kurīn・hitto-クリーン・ヒット | een nieuw kassucces [hit] |
| kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
| kurofune-黒船 | zwart schip (schip varend naar Japan onder westerse vlag 16de-19de eeuw) |
| kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
| kuroji-黒字 | zwarte letters; in zwarte inkt geschreven letters |
| kurōku-クローク | garderobe; vestiaire |
| kurōku・rūmu-クローク・ルーム | garderobe; vestiaire |
| kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
| kuromi-黒身 | donkerrood vlees (van vis, zoals tonijn) |
| kuromizuhiki-黒水引 | zwarte en witte koordjes (op rouwenveloppen) |
| kuromoji-黒文字 | (heester) Lindera umbellata |
| kūron-クーロン | coulomb (elektrische eenheid, ampèreseconde) |
| kuroshio-黒潮 | Kuroshio, Japanse zeestroom in de Stille Oceaan |
| kurosufaia-クロスファイア | kruisvuur (beschietingen die elkaar kruisen) |
| kurosuguri-クロスグリ | zwarte bes |
| kurosuōbā-クロスオーバー | overlap; overeenkomst; twee genres combinerend |
| kuroten-黒貂 | sabelmarter (Martes zibellina) |
| kurōzudo・shisutemu-クローズド・システム | gesloten systeem |
| kurui-狂い | waanzin; krankzinnigheid; fanatisme; obsessie |
| kurushimeru-苦しめる | angst [stress] veroorzaken; kwellen; lastig vallen |
| kurūzā-クルーザー | kruiser (marineschip) |
| kurūzā-クルーザー | motorjacht; grote motorboot; cruiseschip |
| kurūzā-クルーザー | passagier op een cruiseschip |
| kusaba-草葉 | blaadjes gras; halmen; (gras)sprietjes |
| kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| kusai-臭い | stinkend; vies ruikend; onwelriekend |
| kusaichi-草市 | bloemenmarkt tijdens het Obon festival |
| kusame-嚏 | nies; genies |
| kusanone-草の根 | grassroots (Engelse term voor politieke processen die aan de basis worden ontwikkeld) |
| kusarigama-鎖鎌 | traditioneel Japans wapen bestaande uit een ketting met een sikkel (kama) eraan |
| kusaru-腐る | depressief [moedeloos; neerslachtig] zijn [worden] |
| kusazuri-草摺り | dij-harnasplaat (harnasstuk om de dijbenen te beschermen) |
| kuseni-癖に | (grammaticale constructie die een gevoel van ontevredenheid of beschuldiging insinueert) ondanks; hoewel |
| kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| kushami-嚏 | nies; genies; het niezen [niesen] |
| kushi-駆使 | vrije beschikking (hebben over); gebruik naar eigen goeddunken |
| kushinsantan-苦心惨憺 | onverdroten; ijverig; nijver; noest; met grote moeite |
| kushinsantansuru-苦心惨憺する | veel moeite [inspanningen] doen; zijn uiterste best doen |
| kusuri-薬 | medicijn; geneesmiddel |
| kusuriyu-薬湯 | geneeskrachtig bad |
| kutakuta-くたくた | (onomatopee) zacht; papperig; (tot) moes |
| kuten-句点 | punt (leesteken) |
| kutsu-窟 | (in kanji combinaties) grot; spelonk; hol |
| kutsugaesu-覆す | (een besluit, e.d.) overrulen; terzijde schuiven; verwerpen |
| kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
| kuwaire-鍬入れ | een nieuwjaarsceremonie waarbij voor het eerst een spade in de grond wordt gestoken |
| kuzumai-屑米 | gebroken [beschadigde] rijstkorrels |
| kyabu-キャブ | bestuurderscabine; cockpit |
| kyaku-客 | woord voor het tellen van spullen die gebruikt worden bij het ontvangen van gasten (b.v. serviesgoed voor recepties e.d.) |
| kyaku-客 | (informeel) menstruatie; ongesteldheid |
| kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
| kyakushitsu-脚質 | racestijl (paardenrennen, fietsen, e.d.) |
| kyakusō-客僧 | reizende [gast] priester [monnik] |
| kyakuzen-客膳 | laag serveertafeltje; dienblad met pootjes |
| kyanpasu-キャンパス | campus (bij universiteit of hogeschool behorend terrein en gebouwen) |
| kyappu-キャップ | dop; beschermkapje; sluiting |
| kyaputen・shisutemu-キャプテン・システム | (Character and Pattern Telephone Access Information Network) een VIDEOTEX-systeem |
| kyassaba-キャッサバ | cassave; maniok (eetbare wortelknol van Manihot esculenta) |
| kyasutingu・bōto-キャスティング・ボート | een beslissende [doorslaggevende] stem (bij gelijk aantal stemmen) |
| kyatchifon-キャッチフォン | wisselgesprek (signaal waarschuwt voor tweede binnenkomend gesprek) |
| kyatchi・sērusu-キャッチ・セールス | agressieve verkoopmethode (waarbij men mensen op straat aanspreekt om hen iets te verkopen) |
| kyō-享 | (in kanji-combinaties) ontvangen; ondergaan; aannemen; ondernemen |
| kyo-去 | (in kanji combinaties) het weggaan; voorbijgaan; wegnemen |
| kyo-居 | woning; adres; woonplaats; verblijfplaats |
| kyō-狂 | gekte; gestoordheid; krankzinnigheid |
| kyō-経 | sutra; boeddhistische geschrift |
| kyō-経 | heilig geschrift; bijbel |
| kyō-驕 | (in kanji combinaties) trots; arrogant |
| kyō-驚 | (in kanji combinaties) verrassing; verbazing |
| kyōan-教案 | lesplan; lesrooster |
| kyōbainin-競売人 | veilingmeester |
| kyōchi-境地 | gemoedstoestand |
| kyodan-巨弾 | (fig.) grote [zware] aanval; zwaar geschut |
| kyōdan-教壇 | podium of spreekgestoelte (in een klaslokaal) |
| kyōdōshusshi-共同出資 | gemeenschappelijke [gezamenlijke] investering |
| kyōdōsuponsā-共同スポンサー | medesponsor |
| kyōen-饗宴 | banket; feestmaal; smulpartij |
| kyōetsu-恐悦 | (bescheiden) genot; genoegen |
| kyōfu-恐怖 | angst; vrees |
| kyōga-恭賀 | respectvolle gelukwens |
| kyōgaku-共学 | co-educatie; gemeenschappelijke opleiding [opvoeding] voor jongens en meisjes |
| kyōgeki-京劇 | klassiek Chinese opera; Peking-opera |
| kyōgenmawashi-狂言回し | iemand die achter de schermen werkt [aan de touwtjes trekt] |
| kyōgi-経木 | een dun houten bord (van ca. 25 centimeter breed) waarop een soetra is geschreven |
| kyōgoin-教護院 | opvoedingsgesticht; instelling voor kinderen die ontspoord zijn |
| kyōhakukannen-強迫観念 | obsessie; dwangmatig idee; dwanggedachte |
| kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
| kyoho-巨歩 | grote stappen [passen; vorderingen]; grote prestatie |
| kyōhon-教本 | leerboek; lesboek; cursusboek; handboek; handleiding |
| kyōikujisshū-教育実習 | praktijkles |
| kyōikumama-教育ママ | (een moeder die haar kind(eren) streng opvoedt om ze zo goed mogelijk te laten presteren) tijgermoeder; tijgermama |
| kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
| kyōji-矜持 | zelfrespect; trots; waardigheid |
| kyojū-巨獣 | een enorm groot dier [beest]; een monsterlijk groot beest |
| kyōju-教授 | professor; hoogleraar |
| kyojūkanshi-居住監視 | huisarrest (ter observatie) |
| kyoka-許可 | toestemming; goedkeuring |
| kyōkan-郷関 | woonplaats; geboorteplaats; geboortestreek |
| kyokasuru-許可する | toestaan; toestemmen; goedkeuring |
| kyōkatabira-経帷子 | witte lijkwade (kimono, met soetra's erop geschreven) van een overledene (bij een boeddhistische begrafenis) |
| kyōkei-恭敬 | gedrag met zelfbeheersing en aandacht; respectvol gedrag |
| kyōken-恭謙 | nederigheid; bescheidenheid; eerbiedigheid (naar anderen toe) |
| kyōkenbyō-狂犬病 | hondsdolheid; rabiës |
| kyoku-局 | zaak; kwestie; situatie |
| kyōku-恐懼 | ontzag; vrees; angst; ontzetting |
| kyokubu-局部 | geslachtsdelen; schaamstreek |
| kyokuhidōbutsu-棘皮動物 | stekelhuidigen (Echinodermata, ongewervelde zeedieren, zoals zeesterren, zee-egels, zeekomkommers) |
| kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| kyōkun-教訓 | leer; les; instructie; onderwijzing |
| kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
| kyokyojitsujitsu-虚虚実実 | kracht, mogelijke strategieën, trucs, geheime kneepjes en listen |
| kyōmaku-胸膜 | pleura; borstvlies |
| kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| kyōmei-共鳴 | resonantie |
| kyōmi-興味 | interesse; belangstelling |
| kyōmibukai-興味深い | zeer [hoogst] interessant |
| kyōmishinshin-興味津々 | heel interessant [boeiend; fascinerend] |
| kyōryō-狭量 | kleingeestigheid; bekrompenheid; vooringenomenheid; intolerantie; onverdraagzaamheid |
| kyoryū-居留 | residentie; verblijf |
| kyoryūsuru-居留する | verblijven; resideren |
| kyōseishikkō-強制執行 | (jur.) gedwongen executie [beslaglegging] |
| kyōshin-共振 | resonantie |
| kyōshitsu-教室 | klaslokaal; collegezaal; leslokaal |
| kyoshō-巨匠 | meester; maestro; virtuoos |
| kyōshū-強襲 | bestorming; felle aanval |
| kyōshūsuru-強襲する | bestormen; iem. of iets fel aanvallen; stormenderhand veroveren |
| kyoshutsugatanenkinseido-拠出型年金制度 | op contributies gebaseerd pensioensysteem |
| kyōsuru-供する | aanbieden; opdienen; indienen; ter beschikking stellen |
| kyōtaku-教卓 | lessenaar; lerarenbureau |
| kyōten-経典 | heilige geschriften van een religie (zoals de bijbel, de koran, e.d.) |
| kyōten-経典 | boeddhistische geschriften (zoals soetra's) |
| kyōyō-強要 | dwang; eis; druk; pressie; afpersing |
| kyoyō-許容 | toestemming; tolerantie; vergeving |
| kyōyōgakubu-教養学部 | faculteit der geesteswetenschappen |
| kyoyōgosa-許容誤差 | de toegestane foutmarge |
| kyoyōsuru-許容する | toestaan; toelaten; tolereren; veroorloven; permitteren |
| kyōzai-教材 | lesmateriaal; onderwijsmateriaal |
| kyōzame-興醒め | een saai [oninteressant; vervelend] iets |
| kyōzon-共存 | co-existentie; het vreedzaam naast elkaar bestaan [leven] |
| kyū-仇 | (in kanji combinaties) vijand; rivaal; vijandschap; wrok |
| kyū-休 | (in kanji combinaties) rust; ontspanning |
| kyū-吸 | (in kanji combinaties) slikken; inhaleren; zuigen ademen; absorberen; innemen |
| kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
| kyū-救 | (in kanji combinaties) hulp; redding |
| kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
| kyū-朽 | (in kanji combinaties) rotten; vergaan; vervallen, |
| kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
| kyūjō-窮状 | slechte [benarde] toestand [situatie; omstandigheden] |
| kyūkai-休会 | reces (b.v. van het parlement) |
| kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
| kyūkan-旧館 | een oud gebouw; een reeds bestaand gebouw |
| kyūkanbi-休館日 | sluitingsdag; dag dat iets gesloten is (van een museum, etc.) |
| kyūkeijo-休憩所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
| kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
| kyūmei-旧名 | oorspronkelijke naam; oude naam; meisjesnaam |
| kyūmeidōi-救命胴衣 | reddingsvest |
| kyūmeigu-救命具 | reddingsboei; reddingsvest; reddingsgordel |
| kyūmin-休眠 | ruststadium; slaaptoestand |
| kyūmin-救民 | rampenbestrijding; hulp aan mensen in nood |
| kyūsei-急性 | acuut zijn; acute toestand [aandoening; ziekte] |
| kyūsei-旧姓 | oorspronkelijke familienaam (voor het huwelijk); meisjesnaam |
| kyūseigun-救世軍 | het Leger des Heils; heilsleger |
| kyūseishu-救世主 | de Verlosser; Messias |
| kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
| kyūsen-休戦 | wapenstilstand; bestand; staakt-het-vuren |
| kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
| kyūshi-旧氏 | vorige naam; oude naam; meisjesnaam |
| kyūshi-臼歯 | een kies (van gebit) |
| kyūshin-救心 | de merknaam van een (kruiden)geneesmiddel |
| kyūsho-急所 | vitaal [essentieel] punt; gevoelige [zwakke] plek |
| kyūshu-旧主 | iemands voormalige meester [heer] |
| kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
| kyūsō-急送 | het iets met spoed [per expresse] verzenden; spoedzending |
| kyūsokujo-休息所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
| kyūyakuseisho-旧約聖書 | het Oude Testament |
| kyūyō-急用 | urgente kwestie; spoedeisende zaak |
| ma-真 | precies; waar; echt; puur |
| mābōdōfu-マーボー豆腐 | Mapo tofu (Chinees pikant tahoe-gerecht uit de provincie Sichuan) |
| maboroshi-幻 | spook; geestverschijning; visioen |
| mabu-間夫 | liefdesaffaire buiten het huwelijk (van een getrouwde vrouw met een minnaar of van een getrouwde man met een minnares) |
| machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
| machiawaseru-待ち合わせる | wachten op iemand (op de afgesproken plek) |
| machibugyō-町奉行 | gemeenteambtenaar; stadsbestuurder |
| machigi-街着 | stadskleding; straatmode; kleding die geschikt is om in de stad te dragen |
| machinami-町並み | (in een straat) een rij huizen; huizenrij; rijtjeshuizen |
| machiyakuba-町役場 | gemeentehuis; gemeentesecretarie; stadhuis; stadsdeelkantoor |
| mada-まだ | nog steeds (in comb. met bevestigende werkwoorden) |
| madamu-マダム | vrouw (des huizes); echtgenote; getrouwde vrouw |
| madamu-マダム | eigenaresse; hospita; directrice; gastvrouw in een bar |
| madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
| maebike-前引け | sluiting van de ochtendsessie (handel) |
| maedaoshi-前倒し | het naar voren brengen [bewegen; gaan]; vooruitschuiven; bespoedigen |
| maeiwai-前祝い | viering vooraf; al van te voren toosten [drinken] op (komend) succes |
| maeukeshūeki-前受収益 | uitgesteld inkomen |
| maeuriken-前売券 | (vooraf) besproken [gereserveerde] (toegangs)kaartjes [tickets] |
| maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
| māgaretto-マーガレット | (Argyranthemum frutescens) struikmargriet, zomermargriet |
| magoko-孫子 | kinderen en kleinkinderen; nageslacht; afstammelingen |
| magonote-孫の手 | rugkrabber (meestal van bamboe, ca. 50 - 60 cm lang, met een handje op het uiteinde) |
| maguma-マグマ | magma (vloeibaar gesteente) |
| maguneshiumu-マグネシウム | magnesium (chem. element) |
| maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| mahōbin-魔法瓶 | thermosfles |
| mai-毎 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) elk; ieder; elke keer; ...per... |
| maihime-舞姫 | danseres |
| maikuropurosessā-マイクロプロセッサー | microprocessor |
| maindo-マインド | geest; gemoed; denkwijze |
| maindo・kontorōru-マインド・コントロール | zelfbeheersing; controle over de geest van iemand anders; hersenspoeling |
| maisō-埋葬 | begrafenis; teraardebestelling |
| maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
| maizō-埋蔵 | het ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| maizōsuru-埋蔵する | begraven; ingraven; ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| mājan-マージャン | mahjong (Chinees spel) |
| majin-魔神 | kwade geest; duivel |
| majo-魔女 | heks; duivelin; tovenares |
| makaroni・uesutan-マカロニ・ウエスタン | Italiaanse western; spaghetti western |
| makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| make-負け | verlies; nederlaag |
| makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
| makejidamashii-負けじ魂 | onverzettelijke [onbuigzame; onverschrokken] geest [ziel] |
| makenki-負けん気 | een onverzettelijke [vechtlustige] geest |
| māketingu・risāchi-マーケティング・リサーチ | marktonderzoek (Eng. market research) |
| makie-撒き餌 | rondgestrooid diervoeder |
| makie-蒔絵 | een techniek om lakwerk te decoreren met goud- en zilverstofdeeltjes |
| makigai-巻き貝 | huisjesslak; spiraalvormig schelpdier |
| makigama-薪窯 | houtoven; houtgestookte pottenbakkersoven |
| makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
| maku-撒く | (be)strooien; verspreiden; sproeien; besprenkelen |
| maku-膜 | membraan; vlies |
| mākushītohōshiki-マークシート方式 | examenformulier; testformulier |
| makuwauri-真桑瓜 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
| mamachari-ママチャリ | omafiets; (dames)fiets met mandje voorop |
| mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
| mame-豆 | nieren (van dieren, in vleesgerecht) |
| mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
| mamori-守り | bescherming; verdediging; beveiliging |
| mamori-守り | (beschermende) amulet; talisman |
| mamoru-守る | beschermen; verdedigen; bewaken; waken over |
| man-漫 | (in kanji combinaties) grap; humor; wijdverspreid; doelloos; zorgeloos; dwalend |
| man-真ん | (als prefix) precies; perfect |
| mana-愛 | (in kanji combinaties) geliefd; dierbaar |
| mana-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
| manabu-学ぶ | leren; studeren; lessen volgen |
| manadeshi-愛弟子 | lieveling van de juf [meester; docent]; favoriete leerling |
| manba-漫罵 | belediging; beschimping; minachting; hoon |
| mandan-漫談 | een soort podiumkunst met een humoristisch, warrig verhaal [gesprek] |
| mandara-曼荼羅 | mandala (geometrische afbeelding die metafysisch of symbolisch de kosmos uitbeeldt in Oosterse religies) |
| mandō-万灯 | (boeddh.) rijen hangende lantaarns rondom een heiligdom tijdens het lantaarnfestival |
| mandōe-万灯会 | (boeddh.) lantaarnfestival |
| manejimento-マネジメント | bestuur; directie; managers |
| manējimento-マネージメント | bestuur; directie; managers |
| mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
| maniau-間に合う | (precies) op tijd zijn |
| manifesuto-マニフェスト | manifest; openbare bekendmaking |
| manjū-饅頭 | gestoomd broodje met vulling |
| manjūgasa-饅頭笠 | een platte hoed dop met een afgeronde bovenkant (als de vorm van een gestoomd broodje) |
| manmae-真ん前 | vlak [pal; precies] ervoor; recht voor je neus |
| manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
| manmato-まんまと | succesvol; geslaagd; voorspoedig; volledig |
| manna-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
| mannaka-真ん中 | (precies) in het midden; centraal; centrum |
| mannaka-真ん中 | precies halverwege |
| mannentake-万年茸 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
| manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| manryō-万両 | kerstbes; Australische hulst; koraalstruik (Ardisia crenata) |
| manten-満点 | 100% correct resultaat; perfecte score |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
| maotaishu-マオタイ酒 | maotai, Chinese gedestilleerde drank, gemaakt van sorgo (Sorghum) |
| mappō-末法 | het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken; boeddhistische eschatologie |
| mappōshisō-末法思想 | pessimisme door het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken |
| maria-マリア | Maria (meisjesnaam) |
| marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
| marishiten-摩利支天 | Marīci, een boeddhistische godheid (m.n. de beschermgod van de samoerai) |
| maronie-マロニエ | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
| maron・gurasse-マロン・グラッセ | gekonfijte kastanjes |
| maru-丸 | (Japanse) punt (leesteken) |
| marubōzu-丸坊主 | een gladgeschoren hoofd |
| maruchipurukōkoku-マルチプル広告 | multi-advertising (adverteren voor meerdere vestigingen tegelijk) |
| marude-丸で | (precies) zoals; bijna hetzelfde als; zo goed als; bij wijze van spreken |
| marudori-丸取り | het nemen [opeisen] van alles (niets overlatend); totaal in beslag nemen |
| maruhadaka-丸裸 | geen bezittingen meer hebben; alles kwijtgeraakt zijn |
| marumero-マルメロ | (uit het Portugees: marmelo) kweepeer; kweeappel; kwee (Cydonia oblonga) |
| maruyake-丸焼け | totale verwoesting (door vuur); volledig verbrand zijn |
| maruyaki-丸焼き | vlees dat in z'n geheel gebraden [geroosterd] is (b.v. een hele varken of kalkoen) |
| maruzon-丸損 | een totaal fiasco; compleet verlies; totale nederlaag |
| masani-正に | precies; zeker; echt |
| masani-正に | precies op dat moment; op het punt staan (om) |
| masashiku-正しく | precies; zeker; ongetwijfeld |
| masatsusonshitsu-摩擦損失 | wrijvingsverlies |
| mashita-真下 | direct [precies] onder [beneden] |
| massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
| massha-末社 | artiest; komiek |
| masshiro-真っ白 | leeg; ongebruikt; onbeschreven |
| masshu-マッシュ | puree; moes |
| masui-麻酔 | anesthesie |
| masuigaku-麻酔学 | anesthesiologie |
| masuii-麻酔医 | anesthesist (m); anesthesiste (v) |
| masutā-マスター | baas; eigenaar; manager; leider; meester |
| masutodon-マストドン | mastodont (uitgestorven zoogdier) |
| masuzake-枡酒 | sake geschonken in een houten (vaak vierkante] maatbeker |
| mata-股 | onderbuik; lies; kruis |
| maton-マトン | schapenvlees (Eng.: mutton) |
| matsudai-末代 | alle [toekomstige] generaties |
| matsugaku-末学 | (bescheiden zelf-aanduiding van een) wetenschapper [geleerde] |
| matsukasaika-松毬烏賊 | inktvis ingesneden met vierkante inkepingen en dan geroosterd |
| matsuri-祭り | (Japans) festival; feest |
| mattadanaka-真っ直中 | precies in het midden; op het hoogtepunt |
| maue-真上 | er net boven; pal boven; precies [recht] erboven |
| mawaridōrō-回り灯籠 | een lantaarn waarvan de binnenste cilinder (met uitgesneden afbeeldingen) draait en schaduwen werpt op het buitenste scherm |
| mayoibashi-迷い箸 | eetstokjes die men besluiteloos van gerecht naar gerecht beweegt zonder iets te nemen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| mayoke-魔除け | talisman [amulet] (ter bescherming tegen het kwaad) |
| mazaringu・sandē-マザリング・サンデー | (Eng.: mothering sunday) Moeders Zondag (van oorsprong Christelijke feestdag op de vierde zondag van de vastentijd) |
| mazā・gūsunouta-マザー・グースの歌 | liedjes [versjes] van Moeder de Gans |
| mazegaki-交ぜ書き | het in kana schrijven van sommige kanji in samengestelde woorden |
| mazegohan-混ぜ御飯 | gekookte rijst vermengd met andere ingrediënten (b.v. groente en vlees) |
| mazekoze-まぜこぜ | wirwar; mengelmoes |
| mazui-不味い | vies; onsmakelijk |
| medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
| medorē-メドレー | estafette |
| medorē・rirē-メドレー・リレー | (Eng.: medley relay) wisselslag estafette (zwemmen) |
| meibo-名簿 | naamlijst [namenlijst] (van leden, inclusief adresgegevens e.d.) |
| meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
| meichi-明知 | (grote) wijsheid; allesomvattend inzicht; helder inzicht; scherpzinnigheid |
| meicho-名著 | een beroemd boek; meesterwerk |
| meido-冥土 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| meifu-冥府 | het dodenrijk; de onderwereld (Hades) |
| meiga-名画 | een meesterwerk (schilderij) |
| meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
| meihin-名品 | beroemd voorwerp; uitstekend artikel; meesterstuk |
| meihitsu-名筆 | meesterlijk [uitmuntend] kalligrafeerwerk |
| meijiishin-明治維新 | de Meiji-restauratie (1867) |
| meijin-名人 | meester; expert |
| meikai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| meiki-明記 | duidelijke omschrijving [beschrijving]; specificatie |
| meikyoku-名曲 | beroemd [voortreffelijk] muziekstuk; meesterwerk |
| meikyōshisui-明鏡止水 | serene [vredige] gemoedsgesteldheid (zonder slechte gedachten) |
| meisaku-名作 | beroemd kunstwerk; meesterwerk |
| meishō-名匠 | meester; grootmeester; groot vakman |
| meishu-名手 | meester; expert |
| meisō-名僧 | een eminente [bekende; geleerde] priester |
| meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
| meisū-命数 | lot; lotsbestemming; lotsbeschikking |
| meiyo-名誉 | eer; glorie; faam; reputatie; goede naam; prestige; waardigheid |
| meiyokyōju-名誉教授 | emeritus hoogleraar; emeritus professor |
| mekakushi-目隠し | zonnescherm |
| mekyabetsu-芽キャベツ | spruitjes (groente) |
| memowāru-メモワール | memoires (opgeschreven persoonlijke herinneringen) |
| men-面 | hoofdbeschermer |
| menboku-面目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; aanzien; eer; reputatie; prestige; waardigheid |
| menbokunai-面目ない | beschaamd; beschamend; schandalig |
| menchi-メンチ | gehakt; gemalen vlees |
| menchikatsu-メンチカツ | vleeskroket |
| mendan-面談 | interview; vraaggesprek |
| mengane-面金 | ijzeren tralies van een kendōmasker |
| mengo-面晤 | persoonlijk gesprek; persoonlijke ontmoeting |
| menkai-面会 | (vraag)gesprek; ontmoeting; bespreking |
| menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
| menrui-麺類 | (alle soorten) noodles (b.v. udon, soba, ramen) |
| menseki-面責 | beschuldiging in persoon; persoonlijke aantijging [verwijt] |
| mentaru-メンタル | mentaal; geestelijk; psychisch |
| menuki-目貫 | zwaard ornament (op het gevest) |
| menyū-メニュー | menu; spijskaart (in een restaurant) |
| menzei-免税 | belastingvrij; vrijgesteld van belastingen |
| mēringu・risuto-メーリング・リスト | adressenlijst; verzendlijst |
| meritto-メリット | verdienste; prestatie |
| merī・kurisumasu-メリー・クリスマス | Prettige Kerstdagen; Vrolijk Kerstfeest |
| meshia-メシア | Messias (Christus) |
| meshita-目下 | (iemand's) ondergeschikte; lagere in rang |
| meshitsukai-召し使い | bediende; dienaar; dienares |
| meshiyoseru-召し寄せる | iets bestellen [laten komen] |
| meson-メソン | meson (elementair deeltje) |
| mesotoron-メソトロン | meson (subatomair deeltje) |
| mesu-メス | mes; ontleedmes; chirurgische mes |
| mētā-メーター | meettoestel; meetinstrument; meter (b.v. taximeter) |
| metasekoia-メタセコイア | watercipres; Chinese mammoetboom (Metasequoia glyptostroboides) |
| metsugo-滅後 | na de vernietiging [verwoesting] |
| metsujin-滅尽 | volledige verwoesting; ruïnering |
| metsukeyaku-目付役 | waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
| mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
| mettani-滅多に | roekeloos; onbesuisd |
| meuchi-目打ち | perforatie; doorboring; het maken van gaatjes |
| meutsuri-目移り | afgeleid zijn; gebrek aan concentratie; besluiteloosheid |
| meutsuri-目移り | geïnteresseerd zijn in meerdere dingen |
| mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
| mezameru-目覚める | (fig.) wakker worden; zich bewust worden (van) ; beseffen |
| mezashi-目刺し | (een pin of snoer met) gedroogde sardientjes |
| mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
| mi-実 | vrucht; bes |
| mi-実 | resultaat |
| mi-巳 | de slang (het zesde dier in de twaalfjaarlijkse cyclus van de Chinese dierenriem) |
| mi-未 | (in kanji combinaties) nog niet (gedaan) |
| mi-身 | hoofdonderdeel (bv. vlees zonder de botten, vat zonder de deksel) |
| miai-見合い | een ontmoeting om een toekomstig huwelijk te bespreken |
| mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
| michibiku-導く | afleiden; concluderen; leiden tot; resulteren in |
| michibushin-道普請 | wegwerkzaamheden; reparaties aan de weg |
| michikake-満ち欠け | de maanfases; wassende en afnemende maan |
| michiyuki-道行き | reisbeschrijving |
| midai-御台 | hofbestek (artikelen in gebruik aan het keizerlijk hof en bij de adel) |
| midiamu・rea-ミディアム・レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken |
| midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
| migoro-見頃 | de beste tijd om te zien |
| mihakarau-見計らう | iets naar eigen inzicht doen; naar eigen goeddunken iets doen; zelf beslissen over iets |
| miiru-見入る | bekijken; kijken [staren; turen] naar; gadeslaan; observeren |
| mikai-未開 | onbeschaafdheid; wildheid; primitiviteit |
| mikata-味方 | vriend; bondgenoot; medestander; geallieerde |
| mike-三毛 | de 3 vachtkleuren van een lapjeskat (wit, zwart en bruin) |
| mike-三毛 | lapjeskat |
| mikeneko-三毛猫 | lapjeskat (met een 3 kleurenvacht) |
| miketsu-未決 | onbeslistheid; onzekerheid; het hangende [in behandeling; nog niet besloten] zijn |
| mikirihassha-見切り発車 | het voortijdig actie ondernemen (voordat er toestemming is) |
| mikiru-見切る | alles (kunnen) zien |
| mikkabōzu-三日坊主 | (lett. een boeddhistische priester voor drie dagen) een uitdrukking voor iemand die snel ergens mee ophoudt [het bijltje erbij neergooit] |
| mikkyō-密教 | esoterisch [tantrisch] boeddhisme |
| miko-巫女 | tempelmaagd, dienares (en medium) bij een Shinto-schrijn |
| mikudarihan-三下り半 | echtscheidingsbrief (in de Edo periode geschreven in drie en een halve regel) |
| mikuroneshia-ミクロネシア | Micronesia |
| mimekatachi-見目形 | (iemand's) voorkomen; verschijning; (gelaat en) gestalte |
| mimeshisu-ミメシス | mimesis (nabootsing, m.n. van de natuur) |
| mimono-見物 | bezoek; het bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
| mimonosuru-見物する | bezoeken; bekijken; toekijken; beschouwen; bijwonen |
| mina-皆 | alles |
| minaminasama-皆皆様 | (sterkere vorm van 皆様) iedereen; dames en heren; geachte aanwezigen |
| minasama-皆様 | (formeel) iedereen; dames en heren; geachte aanwezigen |
| minasu-見做す | overwegen; beschouwen; vergelijken |
| minasugen'yu-ミナス原油 | Minas-olieveld (in centraal Sumatra, Indonesië) |
| minawa-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
| minazuki-水無月 | zoete driehoekjes van rijst gelatine met een laagje adukibonen erop |
| minchi-ミンチ | gehakt; gemalen vlees |
| minchi・pai-ミンチ・パイ | vleespastei; pastei gevuld met gehakt |
| minikui-見難い | onduidelijk; onleesbaar |
| minjisoshō-民事訴訟 | civiel proces |
| minkanitaku-民間委託 | werk uitbesteden aan de particuliere sector |
| minkanryōhō-民間療法 | oude huismiddeltjes; geneesmiddeltjes uit grootmoeders tijd |
| minna-皆 | alles |
| minoabunmei-ミノア文明 | Minoïsche beschaving (op Kreta, tussen ongeveer het derde millennium v.Chr. en 1200 v.Chr.) |
| minomushi-蓑虫 | zakjesdrager; zakrupsvlinder (Psychidae) |
| minoue-身の上 | menselijk lot; lotsbestemming |
| minshuku-民宿 | voor toeristen bestemde (particuliere) kamerverhuur |
| minso-民訴 | civiel proces |
| mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
| mīru-ミール | Mir (Russisch ruimtestation) |
| miru-見る | bekijken; gadeslaan; nakijken |
| mirugai-海松貝 | paardenschelp; gaperschelp (Tresus keenae) |
| mirumiru-見る見る | in een oogwenk; heel snel; gestaag |
| mise-店 | winkel; zaak; restaurant |
| miseba-見せ場 | belangrijkste [beste] scène (van een toneelstuk of film) |
| miseshime-見せしめ | les; waarschuwing; voorbeeld |
| mishō-未詳 | onbekend; [niet vastgesteld; niet geïdentificeerd] zijn |
| misosazai-鷦鷯 | winterkoning; winterkoninkje (vogel: Troglodytes troglodytes) |
| missatsu-密殺 | clandestiene moord; (iem.) doden in het geheim |
| missō-密葬 | uitvaart in besloten kring |
| misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
| mitama-御霊 | de geest van een god of een overledene |
| mitamashiro-御霊代 | iets dat wordt aanbeden als symbool voor de geest van een overledene |
| mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| mitei-未定 | iets dat nog niet is vastgesteld [besloten; beslist] |
| mitetoru-見て取る | opmerken; bemerken; begrijpen; beseffen |
| mīto-ミート | vlees |
| mitomeru-認める | erkennen; bevestigen; toekennen; evalueren; waarderen |
| mitoru-見取る | bemerken; opmerken; beseffen; begrijpen |
| mītosōsu-ミート・ソース | vleessaus |
| mitsubai-密売 | een illegale [clandestiene] verkoop [handel]; smokkelarij |
| mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
| mittomonai-みっともない | schandelijk; beschamend; ongepast; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; onbetamelijk |
| miya-宮 | keizerlijke prins [prinses] |
| miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
| miyage-土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; cadeautje; presentje |
| miyai-宮居 | paleis; keizerlijke residentie |
| miyoi-見好い | fatsoenlijk; eerbaar; netjes |
| mizuasobi-水遊び | gespartel (in water); waterpret |
| mizugai-水貝 | plakjes abalone geserveerd in koud water |
| mizugoe-水肥 | vloeibare mest |
| mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
| mizukaki-水掻き | vin; zwemvlies |
| mizukiri-水切り | steentjes keilen [laten stuiteren] over een wateroppervlak |
| mizukusai-水臭い | afstandelijk; gereserveerd |
| mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
| mizumushi-水虫 | duikerwants (Hesperocorixa distanti) |
| mizunurumu-水温む | het (langzaam) warmer worden van het water (van vijvers, beekjes etc.) in de lente |
| mizuppana-水っ洟 | loopneus; gesnotter |
| mizutaki-水炊き | een gerecht van kip en groente gekookt in water, geserveerd met een dipsaus (meestal ponzu) |
| mō-妄 | (in kanji combinaties) roekeloos; wild; gedachteloos; excessief; vals; leugen; onzin |
| mō-孟 | (in kanji combinaties) begin; eerste |
| mō-孟 | (afk. voor) Mencius (Chinese filosoof, 372-289 v.Chr.) |
| mo-摸 | (in kanji combinaties) imitatie; kopie |
| mō-望 | (in kanji combinaties) wens; hoop; verwachting |
| mo-模 | (in kanji combinaties) voorbeeld; imitatoren; namaken; (uit)proberen; vorm |
| mō-猛 | (in kanji combinaties) hevig [intens; fel; eind; energiek; extreem] zijn |
| mo-茂 | (in kanji combinaties) dichtbegroeid; welige groei; overwoekerd |
| mobo-モボ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
| mōbo-孟母 | de moeder van Mencius (Chinese wijsgeer, 372 v.Chr. - 289 v.Chr.) |
| mochi-糯 | glutineuze rijst of graan waarvan men rijst cakes maakt |
| mochiami-餅網 | rooster voor het grillen van rijst cakes (mochi) |
| mochigoma-持ち駒 | (bij shogi) geslagen schaakstuk |
| mochigoma-持ち駒 | reserve personeel [mensen] |
| mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
| mochikiri-持ち切り | een veelbesproken kwestie |
| mochite-持手 | handvat (aan een koffer, mand, amfoor e.d.); greep [gevest] (van een zwaard e.d.) |
| mochitsuki-餅搗き | mochi slaan (het met een houten hamer tot kleverige massa slaan van rijstdeeg, voor het maken van rijst cakes) |
| mochiya-餅屋 | winkel waar men mochi (rijst cakes) verkoopt; verkoper van mochi |
| modan・boi-モダン・ボイ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
| modan・gāru-モダン・ガール | Japanse vrouwen die na de 1e Wereldoorlog de Westerse mode en leefstijl volgden |
| moderu・chenji-モデル・チェンジ | verandering [aanpassing] van een model; restyling; facelift |
| modesuto-モデスト | Modesto (naam van een plaats in Californië) |
| moenokori-燃え残り | verkoold stuk hout; as; verbrandingsresten; sintels; overgebleven stompje van een kaars |
| moesashi-燃え止し | verbrandingsrest; dat wat onverbrand blijft (zoals een laatste stukje van een kaars, de restanten van een lucifer) |
| moga-モガ | Japanse vrouw die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en leefstijl volgde |
| mogibashi-もぎ箸 | eetstokjes waarvan restjes eten afgelikt worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| mōguru-モーグル | mogul, een soort freestyle skiën (op bobbelige hellingen) |
| mogusa-艾 | moxa; bijvoetwol (brandmiddel gebruikt in geneeskunde) |
| mōhyō-妄評 | (bescheiden woord voor de eigen kritiek op anderen) mijn kritiek |
| mōi-猛威 | woestheid; woede; heftigheid; geweld; enorme kracht |
| mōja-亡者 | een dode; dood mens; een geest |
| mojika-文字化 | overzetting [registratie] van gesproken woord in geschreven woord |
| mojizura-文字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
| mojūru-モジュール | module (gestandariseerd bouwmateriaal) |
| mōka-猛火 | laaiend vuur; wilde [razende] vlammen; grote [verwoestende] brand |
| mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
| mokkō-黙考 | overdenking; overpeinzing; bespiegeling |
| mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
| mokkyo-黙許 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; medewerking] |
| mōko-猛虎 | wilde [woeste] tijger |
| mōko-猛虎 | schaakstuk in verschillende shogi versies |
| moku-木 | (in kanji combinaties) boom; hout |
| moku-木 | (één van de vijf elementen in de Chinese filosofie) hout |
| moku-黙 | (in kanji combinaties) zwijgen; niet spreken |
| mokuba-木馬 | paard (turntoestel) |
| mokudaku-黙諾 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; instemming] |
| mokuhiken-黙秘権 | zwijgrecht (in strafproces) |
| mokunin-黙認 | (stil)zwijgende toestemming [goedkeuring] |
| mokuninsuru-黙認する | (stil)zwijgend toestemmen [goedkeuren] |
| mokuroku-目録 | geschenkenlijst |
| mokusu-目す | beschouwen [zien; beoordelen] als |
| mokusuru-目する | beschouwen [zien; beoordelen] als |
| mōmaku-網膜 | netvlies; retina |
| mōmakushō-網膜症 | retinopathie (aantasting van het netvlies) |
| mōmantai-無問題 | (uit het Kantonees) geen probleem |
| momi-樅 | zilverspar (Abies firma) |
| momiji-紅葉 | Japanse esdoorn (Acer japonicum) |
| momohajimetesaku-桃始笑 | de eerste perzikbloesems |
| momonosekku-桃の節句 | Perzikbloesemfestival [Meisjesdag; Poppenfeest] (seizoenfeestdag voor meisjes op 3 maart) |
| monchaku-悶着 | problemen; moeilijkheden; sores; tegenspoed |
| mondai-問題 | probleem; vraagstuk; kwestie |
| mōningu-モーニング | (morning coat) jacquet; pandjesjas |
| mōningu・kōto-モーニング・コート | jacquet; pandjesjas |
| monitaringu・shisutemu-モニタリング・システム | controlesysteem; bewakingssysteem |
| monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
| monobi-物日 | feestdag |
| monogokoro-物心 | besef; begrip; inzicht |
| monogoto-物事 | ding(en); alles |
| monomi-物見 | sightseeing; excursies |
| monomōsu-物申す | spreken; protesteren; klagen |
| mononoke-物の怪 | een (kwade) geest; spook; bovennatuurlijk wezen |
| monooji-物怖じ | verlegenheid; bedeesdheid |
| monoojisuru-物怖じする | verlegen [bedeesd] zijn |
| monosugoi-物凄い | verschrikkelijk; vreselijk; afschuwelijk |
| monowarai-物笑い | voorwerp [mikpunt] van spot [bespotting] |
| monowasure-物忘れ | vergeetachtigheid; geheugenverlies |
| monpe-もんぺ | (wijde) werkbroek (met touwtjes om de enkels, m.n. gedragen door vrouwen op het platteland en in fabrieken) |
| monrōshugi-モンロー主義 | monroeleer (genoemd naar de Amerikaanse president James Monroe) |
| monshu-門主 | hoofdpriester van een boeddhistische sekte [tempel] |
| monshu-門主 | hoofdpriester van de Hoganji tempel |
| monsutā-モンスター | monster; gedrocht; woest dier |
| monzeki-門跡 | (boeddhistische) priester van aristocratische of keizerlijke afkomst |
| monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
| monzeki-門跡 | (informeel) hoofdpriester van de Hōganji tempel (van de Pure Land sekte) |
| monzenbarai-門前払い | afwijzing van aanvragen [verzoeken; klachten; deelnames] |
| morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | je uiterste best doen |
| moraimono-貰い物 | cadeau; presentje |
| morarisuto-モラリスト | moralist; zedenmeester; zedenpreker |
| moraru-モラル | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
| morarusensu-モラルセンス | moreel besef |
| moraru・hazādo-モラル・ハザード | moraal; normbesef; zeden; principes; ethiek |
| morāru・sābei-モラール・サーベイ | moreel onderzoek naar tevredenheid van werknemers over arbeidscondities |
| morigashi-盛り菓子 | een stapeltje [bakje] met snoep(jes) |
| morijio-盛り塩 | een hoopje zout bij de voordeur (van restaurants, etc.) als gelukaanbrenger |
| moritsukeru-盛りつける | gerechten (netjes; mooi) opdienen |
| moroha-諸刃 | tweesnijdend zijn |
| mōryō-魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
| mōshi-孟子 | Mencius (Chinese filosoof, 372-289 v.Chr.) |
| mōshideru-申し出る | voorstellen; suggereren; een suggestie doen; aanbieden; een aanbod doen; aanvragen; verzoeken |
| mōshikomu-申し込む | reserveren; boeken |
| mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
| mōshiwake-申し訳 | onbeduidend; klein; bescheiden; niet noemenswaard |
| mōshon-モーション | het maken van avances |
| mossō-物相 | keukengerei [kom] om het eten in gelijke porties te verdelen |
| mōsuto・baryuaburu・purēyā-モースト・バリュアブル・プレーヤー | meest waardevolle speler |
| mottainai-勿体ない | oneerbiedig; respectloos; goddeloos |
| mottō-モットー | motto; wapenspreuk; devies |
| mottomo-最も | meeste; buitengewoon; -ste (overtreffende trap) |
| mōze-モーゼ | Mozes (Bijbelse persoon) |
| mu-六 | (het cijfer) 6; zes |
| mu-霧 | (in kanji combinaties) mist; nevel |
| muchiutsu-鞭打つ | afranselen; ranselen; geselen; met de zweep slaan; een pak slaag geven |
| muchū-夢中 | verdiept in; in beslag genomen door; bezeten zijn van; toegewijd |
| mudan-無断 | zonder toestemming |
| muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
| muen-無縁 | zonder familie; zonder nabestaanden |
| muenbochi-無縁墓地 | een begraafplaats voor mensen zonder nabestaanden |
| muenboka-無縁墓 | een algemeen graf; een graf voor mensen zonder nabestaanden |
| muenbotoke-無縁仏 | iemand die is overleden zonder nabestaanden |
| muenshakai-無縁社会 | een samenleving waarin persoonlijke relaties vrijwel geen rol spelen |
| muenshi-無縁死 | een eenzame dood (zonder nabestaanden) |
| mugamuchū-無我夢中 | zichzelf verliezen [helemaal opgaan] in; totaal in beslag genomen door |
| mugifumi-麦踏み | het vertrappen van tarweplanten in de winter (om de koudebestendigheid te vergroten en de stengelvoeten van het gewas sterker te maken) |
| muhyōjō-無表情 | uiterlijke onbewogenheid; expressieloos [strak] gezicht; uitdrukkingsloosheid |
| muika-六日 | de zesde dag (van de maand); zes dagen |
| mujō-無上 | de beste; de hoogste; de grootste |
| mujū-無住 | boeddhistische tempel zonder priester |
| mukaibi-向かい火 | vuur dat wordt aangestoken om bosbranden te bestrijden |
| mukansa-無鑑査 | niet geselecteerd zijn |
| mukei-無形 | geest; spiritueel [abstract; vormloos; ontastbaar] zijn |
| mukiteki-無機的 | levenloos; geesteloos; futloos; saai |
| mukyū-無給 | onbetaald zijn; zonder salaris; niet gesalarieerd |
| mumei-無銘 | ongesigneerd zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.); niet ondertekend; anoniem |
| munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
| mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
| murisandan-無理算段 | het de eindjes aan elkaar knopen; het bij elkaar scharrelen (van geld) |
| murisandansuru-無理算段する | de eindjes aan elkaar knopen; geld bij elkaar scharrelen [schrapen] |
| musakurushii-むさくるしい | slordig; rommelig; niet netjes |
| musebu-噎ぶ | verstikken; gewurgd [gesmoord] worden |
| musei-無性 | geslachtsloosheid; aseksualiteit |
| museigen-無制限 | zonder limiet [restrictie; beperking] |
| musensōjū-無線操縦 | (van een vliegtuig) radiografisch bestuurd zijn; radiografische besturing |
| mushiba-虫歯 | cariës; tandbederf; gaatje |
| mushigashi-蒸し菓子 | Japanse gestoomde confiserie (snoepgoed, cake, e.d.) |
| mushimono-蒸し物 | gestoomd eten [voedsel] |
| mushinabe-蒸し鍋 | een gestoomd gerecht |
| mushirobata-筵旗 | vlag gemaakt van een mushiro (mat van stro) aan een bamboestok (gebruikt bij boerenopstanden in de Edo-periode) |
| mushumi-無趣味 | saai [vulgair; oninteressant; zonder hobby] zijn |
| musumegokoro-娘心 | meisjesachtige geest [hart; aard]; meisjesachtige onschuld |
| mūtairiku-ムー大陸 | het continent Mu, dat volgens een hypothese duizenden jaren geleden gezonken zou zijn in de Stille Oceaan) |
| mutsu-六つ | zes (stuks) |
| myō-明 | (in kanji combinaties( wijsheid; mantra; volgende; komende |
| myōdō-冥道 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| myōgo-冥護 | geheime hulp [bescherming] van de goden |
| myōkai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| myōkai-冥界 | 3 van de 6 boeddhistische paden, van de beesten, de hongerige geesten en de hel |
| n-ん | afkorting van un (tussenwerpsel, met de betekenis: bevestigend) |
| na-名 | een reputatie; naam; een goede naam; faam; beroemdheid; eer; glorie; een slechte reputatie; gerucht; roddel; kletspraatjes |
| nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
| nadokoro-名所 | beroemde [bekende; interessante] plaats; bezienswaardigheid |
| nagabanashi-長話 | het lang praten; een lang gesprek [verhaal] |
| nagabanashisuru-長話する | lang praten; een lang gesprek voeren [hebben] (met) |
| nagadangi-長談義 | langdradige [saaie] toespraak [speech; lezing] |
| nagaimo-長芋 | Chinese yam (Dioscorea batatas) |
| nagakōjō-長口上 | een lang verhaal; lange toespraak |
| nagamochi-長持 | een rechthoekige houten opbergkist (meestal gebruikt voor kleding) |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een zn. of bijw.) alles; allen; allebei (tegelijk); geheel; totaal; compleet |
| nagasaki-長崎 | Nagasaki, de naam van een prefectuur in het westen van Kyūshū |
| nagatachō-永田町 | de wijk Nagata in het Chiyoda district van Tokio (met o.a. het parlementsgebouw en de officiële residentie van de Minister-President) |
| nagaya-長屋 | een rijtjeshuis |
| nagaya-長屋 | Japans rijtjeshuis dat typisch was tijdens de Edo-periode |
| nage-無げ | onwaarschijnlijk; onbestaanbaar |
| nagekawashii-嘆かわしい | betreurenswaardig; triest; beklagenswaardig; ellendig |
| nageyari-投げ槍 | speer; werpspies |
| nagori-名残 | rest(en); overblijfsel(en); nasleep; wat over [achter] gebleven is; tastbare herinnering |
| nagusamimono-慰み者 | speelbal (een persoon); iemand waarmee gespeeld wordt (fig.) |
| nai-無い | niet bestaan; niet aanwezig zijn; er zijn [is] geen... |
| naifu-ナイフ | mes; scalpel |
| naifukuyaku-内服薬 | geneesmiddel voor inwendig gebruik |
| naika-内科 | interne geneeskunde |
| naikabyōin-内科病院 | ziekenhuis voor interne geneeskunde |
| naikagaku-内科学 | studie [afdeling] interne geneeskunde |
| naikai-内界 | de innerlijke wereld; binnenwereld; het innerlijk; het geestelijke |
| naikakusōridaijin-内閣総理大臣 | minister-president; premier; eerste minister |
| naiki・hākyurīzu-ナイキ・ハーキュリーズ | Nike Hercules, een Amerikaanse luchtdoelraket |
| naimu-内務 | binnenlandse (staats)zaken m.b.t. politie, publieke werken, algemene volksgezondheid (inclusief afvalverwerking en riolering) en lokaal bestuur |
| naimu-内務 | (bij militaire instellingen) de dagelijkse zaken in kazernes of kampementen |
| naisen-内線 | interne (telefoon)lijn; telefoontoestel(nummer) |
| naisenbangō-内線番号 | een (telefoon)toestelnummer |
| naishobanashi-内緒話 | een onderonsje; een privé [geheim] gesprek |
| naishūgen-内祝言 | bruiloft in besloten kring |
| naitei-内定 | informeel [inofficieel] [aanbod; besluit]; voorlopige beslissing |
| naiteisuru-内定する | informeel [inofficieel] beslissen |
| naiteki-内的 | geestelijk; mentaal |
| naiyōkyōka-内容教科 | vakken die worden bestudeerd om kennis op een bepaald gebied te verwerven; inhoudsvakken |
| nakai-仲居 | [料亭などで、料理を運んだりして客に応接する女性; (仲居)] een gastvrouw; hostess |
| nakanaka-中中 | jazeker; precies; inderdaad; (je hebt gelijk) dat is zo; Nee, toch? (bij ontkenning van iets dat niet gedacht of ver |
| naki-泣き | gehuil; ; gesnik; het huilen; snikken |
| nakidokoro-泣き所 | zwakke plek; zwakke eigenschap, achilleshiel |
| nakineiri-泣き寝入り | zich neerleggen bij; iets zonder protest accepteren; stilzwijgend verdragen; slikken (een belediging) |
| nakiri-菜切り | (breed) groentemes; keukenmes |
| nakiribōchō-菜切り包丁 | (breed) groentemes; keukenmes |
| naku-泣く | onwaardig [niet netjes; verkeerd] zijn |
| namagusa-生臭 | vislucht; de stank van vis of vlees |
| namagusabōzu-生臭坊主 | corrupte monnik [priester] |
| namagusai-生臭い | de geur [stank] van rauwe vis of vlees [bloed] |
| namaiki-生意気 | verwaandheid; vrijpostigheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
| namakabe-生壁 | een pas geschilderde muur die nog niet droog is |
| namanie-生煮え | vaag [besluiteloos; halfbakken] zijn |
| namasu-膾 | gerecht van dunne plakjes vis, zeevruchten, groenten of fruit in azijn met kruiden |
| namatēpu-生テープ | lege videobanden of cassettetapes |
| namayoi-生酔い | aangeschoten; een klein beetje dronken |
| namidabashi-涙箸 | eetstokjes waar druppels afvallen (b.v. soep of saus) tijdens het eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| namidanoiro-涙の色 | situatie [toestand] waarbij tranen vloeien |
| nan-南 | (in kanji combinaties) zuid; zuiden |
| nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
| nanatsuya-七つ屋 | pandjeshuis; lommerd |
| nanban-南蛮 | (afk. voor) Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten] |
| nanbanni-南蛮煮 | Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten]; een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
| nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
| nanbā・wan-ナンバー・ワン | nummer één, de eerste; de beste |
| nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
| nandemo-何でも | alles (wat dan ook); elk |
| nandemokademo-何でも彼でも | alles (zonder enig onderscheid); alles (wat dan ook) |
| nandemokademo-何でも彼でも | hoe dan ook; beslist |
| nandemokandemo-何でもかんでも | alles (zonder onderscheid) |
| nandemoya-何でも屋 | een alleskunner; een veelzijdig iemand; een allround persoon; een duizendpoot |
| nanga-南画 | nanga schilderstijl; monochrome Chinese landschapschilderkunst |
| nani-何 | wat [hoe] dan ook; alles; (+ ontkenning) niets |
| nanikarananimade-何から何まで | alles; van a tot z |
| nanikato-何彼と | alles en nog wat; het een en ander; verscheidene |
| nanimo-何も | (alles) wat dan ook |
| nanimokamo-何も彼も | alles; stuk voor stuk |
| naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
| nanjō-何じょう | (lit.) hoe dan ook; beslist; zeker |
| nanka-何か | iets; wat; alles |
| nankin-軟禁 | huisarrest |
| nankuse-難癖 | kritiek; beschuldiging; vitterij; muggenzifterij |
| nannanzai-南南西 | het zuidzuidwesten |
| nanori-名乗り | naam na het bereiken van volwassenheid bij adelijke en samoerai families |
| nanpa-軟派 | verslaggever die schrijft over sociale en culturele kwesties |
| nanpū-南風 | liedjes uit het zuiden |
| nansei-南西 | het zuidwesten |
| nanten-南天 | Nandina domestica (een plant, ook wel hemelse bamboe genoemd) |
| nan'yō-南洋 | de eilanden in de Stille Zuidzee (zoals de Filippijnen, Indonesië, e.a.) |
| narabu-並ぶ | netjes gerangschikt zijn; uitgestald staan |
| naraigoto-習い事 | les [onderricht; onderwijs; training] van een technische vaardigheid [kunstvorm, e.d] bij een meester [specialist] |
| narazuke-奈良漬け | in zout en droesem van sake ingemaakte groenten |
| narazumono-ならず者 | nietsnut; luiwammes; lanterfanter |
| nari-鳴り | het klinken; de klank; het gerinkel; geluid; resonantie |
| narihibiku-鳴り響く | weerklinken; weergalmen; resoneren |
| narimono-鳴り物 | het orkest in het Kabuki theater |
| naritatsu-成り立つ | bestaan uit; samengesteld zijn uit; gevormd worden door |
| narite-為り手 | iemand die een rol [functie] op zich wil nemen; (beschikbare) sollicitant (voor een functie) |
| nariyuki-成り行き | uitkomst; resultaat |
| naru-成る | bereikt [behaald; verkregen] worden; succesvol zijn |
| naru-成る | bestaan uit; opgebouwd zijn uit |
| naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
| naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
| nashonaru・pāku-ナショナル・パーク | nationaal park (beschermd natuurgebied) |
| nashonaru・torasuto-ナショナル・トラスト | (National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty) Britse organisatie voor monumentenzorg en landschapsbeheer |
| nasuriai-擦り合い | tegenbeschuldiging, recriminatie; wederzijdse beschuldigingen; het elkaar de schuld geven |
| nata-鉈 | bijl; hakmes; leidekkershamer |
| natori-名取り | erkend meester in de (uitvoerende) kunst |
| natsubate-夏ばて | het afnemen [verlies] van lichamelijke krachten door de zomerhitte |
| natsubiki-夏引き | draden die in de zomer gesponnen zijn |
| natsudonari-夏隣 | het gevoel [besef] van de naderende zomer; seizoenwoord voor de late lente |
| natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
| natsuhaze-夏櫨 | een bladverliezende struik van de het plantengeslacht Azalea |
| natsukan-夏柑 | de benaming van een vrucht, een soort Chinese citroen |
| natsumatsuri-夏祭り | een zomerfestival om de goden te verzoeken de oogsten te beschermen tegen insectenplagen, overstromingen, e.d. |
| natsumatsuri-夏祭り | festivals [plechtigheden] in Shintō tempels, die worden gehouden in de zomer |
| natsumikan-夏蜜柑 | de Chinese citroenboom, een groenblijvende fruitboom van de fam. Rutaceae |
| natsumuki-夏向き | (geschikt) voor gebruik in de zomer |
| natsushirogiku-夏白菊 | witte zomerchrysant, een meerjarige plant van het plantengeslacht Matricaria |
| natsutōdai-夏灯台 | een 2-jarige plant van het plantengeslacht Euphorbia |
| natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
| natsuyase-夏瘦せ | gewichtsverlies (en daarmee verzwakking van de lichaamskracht) door zomerse hitte |
| nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
| nawatobi-縄跳び | het touwtjespringen |
| nazumu-泥む | vasthouden aan (oude gewoonten, tradities, principes, e.d.) |
| ne-子 | de rat (Chinees sterrenbeeld) |
| ne-音 | (in kanji combinaties) geluid; toon; klank |
| neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| nedokoro-寝所 | nest |
| neesan-姉さん | (een woord waarmee men aanspreekt) een serveerster in een restaurant of hotel |
| negi-禰宜 | een shinto-priester |
| negibōzu-葱坊主 | de bloem [bloeiwijze] van planten van de Allium familie (prei, bosui, bieslook, etc.) (de bolvormige, witte bloemen lijken op een kaalgeschoren hoofd) |
| negura-塒 | vogelnest; nest |
| nehan-涅槃 | nirwana; verlichting; (geestelijke) bevrijding van slechte hartstochten en de kringloop van wedergeboortes |
| nejikomu-捩じ込む | zich beklagen; beklag doen; protesteren |
| nejireru-捩れる | (van relaties, e.d.) gespannen zijn [worden] |
| nejiro-根城 | vesting; fort; bolwerk; citadel |
| neko-猫 | kat; poes |
| neko-猫 | bijnaam van een geisha of musicus die een shamisen bespeelt |
| nekonadegoe-猫撫で声 | het spinnen [gespin] van een kat |
| nekonadegoe-猫撫で声 | zachte [zoete; vleiende; poeslieve] stem |
| nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
| nenga-年画 | Chinese nieuwjaarsschilderijen (schilderijen die op nieuwjaarsdag in China op poorten en muren worden gehangen) |
| nenmaku-粘膜 | slijmvlies |
| nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
| nenneko-ねんねこ | (kindertaal) kat; poes |
| nenshi-撚糸 | gesponnen garen |
| nentō-念頭 | gedachte; geest; aandacht |
| neoki-寝起き | het dagelijkse bestaan [leven] |
| neriaruku-練り歩く | lopen in een processie [stoet; optocht; parade]; paraderen; marcheren |
| nesoberu-寝そべる | uitgestrekt [languit] liggen (op buik of zij) |
| nessen-熱線 | warmtestraling; infraroodstraling |
| nesshabyō-熱射病 | zonnesteek |
| netchūshō-熱中症 | zonnesteek; hyperthermie; hitteberoerte |
| netsu-熱 | energie (uitgedrukt in joules of caloriëen) |
| netsuke-根付け | een traditionele Japanse (met de hand gesneden) gordelknoop |
| netsukigu-熱器具 | verwarmingstoestel (zoals kachel, fornuis, e.d.) |
| netsusamashi-熱冷まし | koortsverlagend geneesmiddel; koortswerend middel |
| nettetsu-熱鉄 | gloeiend ijzer; gesmolten ijzer |
| nettobōru-ネットボール | netbal, een soort (dames) korfbal |
| nezuyoi-根強い | diepgeworteld; bestendig |
| ni-に | (geeft aan het resultaat van een verandering) worden; veranderen in [tot] |
| ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
| ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
| niai-似合い | het geschikt zijn; (goed) passend zijn |
| niapinshō-ニアピン賞 | Nearest-to-the-Pin Award (prijs bij Golf) |
| niau-似合う | (goed) passen bij; geschikt zijn [worden] voor |
| niawashii-似合わしい | passend; geschikt |
| nibuta-煮豚 | gestoofd varkensvlees |
| nichibeichiikyōtei-日米地位協定 | Japans-Amerikaanse "Status-of-Forces" Overeenkomst (hierbij zijn in 1960 de condities vastgesteld voor het Amerikaanse leger gestationeerd in Japan) |
| nichibeikan-日米間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Amerika |
| nichijōsahan-日常茶飯 | dagelijkse gebeurtenissen [beslommeringen] |
| nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
| nigakki-二学期 | twee semesters van een (school)jaar; tweede semester |
| nigakkimatsushiken-二学期末試験 | (laatste) examen aan het einde van het tweede semester |
| nigaoe-似顔絵 | politieschets van een verdachte |
| nigeuma-逃げ馬 | koploper (paardenraces) |
| nigiri-握り | een rijstbal met een vulling van vis, e.a. (de afkorting van nigirimeshi) |
| nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
| nigiribashi-握り箸 | het stevig met de vuist omklemmen van eetstokjes (meestal bij kinderen) |
| nigirimeshi-握り飯 | een rijstbal (die kan gevuld zijn met vlees, vis, of groente); een onigiri |
| nigiru-握る | nigirimeshi en nigirizushi klaarmaken |
| nigiteki-二義的 | ondergeschikt; secundair; bijkomstig |
| nīhao-ニーハオ | (Chinese begroeting) hallo; goedendag; hoe gaat het? |
| nihonkairyū-日本海流 | Kuroshio zeestroom: Japan zeestroom |
| nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
| nihonsangyōkikaku-日本産業規格 | Japanese industriële standaard |
| nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| nihonzashi-二本差し | een benaming voor twee spiesjes gegrilde tofu of tofu dengaku |
| niibon-新盆 | het eerste Bon festival na iemand's overlijden |
| niisan-兄さん | oudere broer (familiaar en respectvol) |
| nijigen-二次元 | tweedimensionaal; twee dimensies |
| nijigen-二次元 | tweedimensionale media (m.n. anime, videogames en manga, en de personages die daarin voorkomen) |
| nijimu-滲む | vlekken; besmeuren |
| nikkō-日光 | zonneschijn; zonlicht; zonnestraal |
| niku-肉 | vlees |
| niku-肉 | vruchtvlees; moes |
| nikudango-肉団子 | gehaktbal; vleesballetje |
| nikugyū-肉牛 | vleesrund; slachtvee |
| nikuhaku-肉薄 | het aandringen; pressie uitoefenen; onder druk zetten |
| nikuhen-肉片 | stuk [lap] vlees |
| nikuiro-肉色 | huidkleur; vleeskleur |
| nikujaga-肉じゃが | Japans stoofgerecht (met vlees, aardappelen en soms ook groenten ) |
| nikujiki-肉食 | het eten van vlees; carnivoor |
| nikujū-肉汁 | (vlees)bouillon; vleessoep |
| nikujū-肉汁 | jus; vleessap |
| nikukoppun-肉骨粉 | diermeel (van vlees en botten) |
| nikukyū-肉球 | (bij katachtige dieren, e.d.) zoolkussentjes (onder de poten) |
| nikumanjū-肉饅頭 | gestoomd broodje met vleesvulling |
| nikunanban-肉南蛮 | een gerecht van soba of udon met dungesneden varkensvlees en lente-uitjes |
| nikurashii-憎らしい | hatelijk; verwerpelijk; verachtelijk; afschuwelijk; vreselijk |
| nikurui-肉類 | (soorten) vlees |
| nikuryōri-肉料理 | vleesgerecht |
| nikushitsu-肉質 | vleeskwaliteit |
| nikushoku-肉食 | het eten van vlees; carnivoor |
| nikushokudōbutsu-肉食動物 | carnivoor; vleeseter |
| nikushokujū-肉食獣 | carnivoor; vleeseter |
| nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
| nikuyoku-肉欲 | vleselijke [dierlijke] lusten; zinnelijke begeerte |
| nikuyōshu-肉用種 | slachtvee; dier gefokt voor het vlees |
| nikuzuki-肉付き | vlezig [vet] zijn; vlees aan het lichaam hebben |
| ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
| ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
| ninjōbon-人情本 | (Japans literaar genre uit het begin van de 19de eeuw)) sociale roman die het liefdes- en familieleven van de burgers van Edo beschrijft |
| ninjū-忍従 | onderwerping; overgave; ondergeschiktheid |
| ninka-認可 | goedkeuring; toestemming; autorisatie; vergunning |
| ninmenjūshin-人面獣心 | bruut; monster; wreed [harteloos; beestachtig] persoon |
| ninotsugi-二の次 | secundair; van ondergeschikt belang |
| ninshiki-認識 | begrip; besef; perceptie |
| ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
| nintei-認定 | erkenning; herkenning; permissie; toestemming |
| niō-仁王 | twee beelden van (boeddhistische) beschermgoden (links en rechts van een tempelpoort) |
| nira-韮 | (Chinese) bieslook |
| nise-二世 | (boeddhistische.) twee existenties: het heden en de toekomst |
| nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
| nishatakuitsu-二者択一 | keuze uit twee opties |
| nishi-西 | het westen |
| nishi-西 | (de landen in) het Westen |
| nishi-西 | de westenwind |
| nishi-西 | (boeddh.) het Westelijk Paradijs |
| nishibi-西日 | namiddagzon; ondergaande zon (in het westen) |
| nishihankyū-西半球 | het westelijk halfrond; het Westen |
| nishikaze-西風 | de westenwind |
| nishikita-西北 | het noordwesten |
| nishisahara-西サハラ | Westelijke Sahara |
| nissha-日射 | zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
| nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
| nissharyō-日射量 | hoeveelheid zonnestraling; insolatie; blootstellen aan zonnestralen |
| nisshingeppo-日進月歩 | snelle [gestage; dagelijkse] vooruitgang |
| nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
| nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
| nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
| nitchū-日中 | Japan-China; Japans-Chinees |
| nīto-ニート | netjes; keurig; precies |
| nitōdate-二頭立て | tweespan; rijtuig voor twee paarden |
| nitōryū-二刀流 | goed zijn in twee tegengestelde disciplines (b.v. in honkbal zowel goed kunnen slaan als werpen) |
| niue-ニウエ | Niue (eiland in Polynesië) |
| niyakeru-にやける | dandyachtig [verwijfd; meisjesachtig] zijn |
| no-の | (geeft aan de eigenschap(pen), plaats of toestand van iets) over; betreffende; door; van |
| no-の | als slotpartikel, drukt uit een conclusie [beslissing] of bevel (niet beleefd) |
| no-の | in de combinaties no da en no desu: het feit dat; het is zo dat |
| nō-納 | (in kanji combinaties) betaling |
| nō-納 | (in kanji combinaties) aflevering |
| nobebarai-延べ払い | uitgestelde betaling |
| nobebaraishin'yō-延べ払い信用 | krediet voor uitgestelde betaling |
| nōben-能弁 | welsprekendheid; welbespraaktheid |
| nobinobi-伸び伸び | uitgestrekt [gerekt; gegroeid] |
| nobinobi-延び延び | (herhaaldelijk) uitgesteld zijn |
| nobiru-延びる | uitgesteld worden |
| nobori-上り | klim; beklimming; bestijging; opstijgen; opgang; opkomst; het oprijzen; het omhooggaan; opvaart; opwaartse [oplopende] helling |
| noboribō-登り棒 | klimpaal (speeltoestel) |
| noborikatsuo-上り鰹 | bonito (gestreepte tonijn) die omhoog zwemt (langs de Japanse kust aan de Stille Oceaan) |
| noboriryū-昇り竜 | witte kluiszwam (de paddestoel Helvella crispa) |
| nobushi-野武士 | een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent; bergpriester; heremiet |
| nobushi-野武士 | helper van de topspeler (de mariashi) in de kemari balsport (gespeeld door hovelingen in het keizerlijk paleis) |
| nobutoi-野太い | onbevreesd; brutaal; onbeschaamd |
| nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
| nōgēmu-ノーゲーム | (honkbal) gestaakte wedstrijd (b.v. vanwege regen) |
| nōhau-ノーハウ | deskundigheid; (vak)kennis; expertise |
| nōhei-農兵 | boerenmilitie; georganiseerde militie bestaande uit boeren |
| nōhitsu-能筆 | meester-kalligraaf |
| nōhittonōran-ノーヒットノーラン | (honkbal) een wedstrijd waarin geen van beide teams een honkslag hebben geslagen |
| nōkai-納会 | laatste vergadering (van het jaar, semester, etc.); eindejaarsbijeenkomst |
| nokonno-残んの | overgebleven; resterend |
| nokorazu-残らず | alles; volledig; helemaal; compleet; totaal; zonder uitzondering |
| nokori-残り | overblijfsel; restant; rest(en) |
| nokoribi-残り火 | sintels; smeulende resten van een vuur |
| nokorimono-残り物 | rest; resten; restjes; wat er is overgebleven |
| nokoru-残る | overblijven; resteren |
| nōmaku-脳膜 | hersenvlies |
| nōmakuen-脳膜炎 | hersenvliesontsteking; meningitis |
| nomenome-のめのめ | schaamteloos; onbeschaamd |
| nomerikomu-のめり込む | voor iets gaan [vallen]; in beslag genomen worden door; bezeten worden van |
| nomikomu-飲み込む | begrijpen; bevatten; beseffen |
| nomu-飲む | opslokken; verzwelgen (vaak gebruikt in de passieve vorm: opgeslokt [verzwolgen] worden) |
| noni-のに | (drukt meestal een tegenstelling uit) hoewel; terwijl |
| nonpuro-ノンプロ | (nonprofessional) niet-professioneel; niet beroepsmatig |
| noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
| noriki-乗り気 | interesse; gretigheid; vurigheid; enthousiasme |
| norimaki-海苔巻き | rijst met andere ingrediënten gewikkeld in velletjes nori (gedroogde zeewier) |
| norokeru-惚気る | opscheppen over je liefdesrelatie; je relatie [partner] bewieroken |
| norudikku-ノルディック | Noord-Europees; Scandinavisch |
| norukasoruka-伸るか反るか | erop of eronder; alles of niets |
| noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
| nōsho-能書 | meester-kalligraaf |
| notamau-宣う | (een erend, zeer respectvol werkwoord voor) zeggen; spreken |
| nottoru-則る | nakomen; naleven; eerbiedigen; respecteren; navolgen; corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken met; zich conformeren aan |
| nouhau-ノウハウ | deskundigheid; (vak)kennis; expertise |
| nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
| nōyō-膿瘍 | een abces; ettergezwel; etterbuil |
| nukago-零余子 | broedknop (een vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten) |
| nukederu-抜け出る | stilletjes [heimelijk] weggaan [wegglippen] |
| nukegara-抜け殻 | schil; vlies; schors |
| nukege-抜け毛 | haarverlies; haaruitval; verharing; afgevallen haar |
| nukini-抜き荷 | gestolen waar [goed]; buit |
| nuku-貫く | (fig.) vasthouden (aan) (b.v. principes) |
| nukuhikiki-肉挽き機 | vleesmolen; gehaktmolen |
| nurakuraguchi-ぬらくら口 | een vlotte prater; iem. met een vlotte babbel; iem. die welbespraakt is |
| nureba-濡れ場 | (film of toneel) liefdesscène; seksscène |
| nureginu-濡れ衣 | valse [gearrangeerde] beschuldiging |
| nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
| nuregoto-濡れ事 | (toneel, film) lliefdesscène |
| nushi-主 | eigenaar; bezitter; meester; leider |
| nusumiashi-盗み足 | het zachtjes lopen [sluipen] |
| nyannyan-ニャンニャン | (kindertaal) kat; poes |
| nyōin-女院 | aan het keizerlijk hof de titel 'in' voor de moeder van de keizer, de keizerin of de prinses |
| nyoirinkannon-如意輪観音 | (Sanskriet: Cintāmaṇicakra) een bodhisattva, een van de manifestaties van Avalokiteśvara [Kannon] |
| nyūbōonzonshujutsu-乳房温存手術 | borstbesparende operatie |
| nyūdō-入道 | boeddhistische priester |
| nyūdōgumo-入道雲 | buienwolk; cumulonimbus (lett. priesterwolk) |
| nyūgyo-入御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook emand van adel) de binnenkomst; het binnegaan |
| nyūmon-入門 | toelating tot een speciale opleiding; een leerling [discipel] worden (van een meester) |
| nyūnan-柔軟 | (boeddh.) kalmte; zachtheid; mild [soepel; flexibel] zijn (in ontwikkeling als spirituele kwaliteit in het trainingsproces) |
| nyūsatsu-入札 | inzending offerte [bod] (bij een openbare aanbesteding) |
| nyūshitsu-入室 | (boeddh.) het betreden van de kamer van de leermeester om onderricht te ontvangen |
| nyūtei-入廷 | het binnentreden in de rechtszaal (van de betrokkenen bij het proces) |
| nyūtora-ニュートラ | nieuw traditioneel (modestijl jaren 70/80) |
| nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
| nyū・furontia-ニュー・フロンティア | New Frontier, de naam die John F. Kennedy gaf aan zijn regeringsprogramma tijdens de presidentsverkiezingen in 1960 |
| nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
| ō-王 | meester; magnaat |
| oapekku-オアペック | Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (Engels OAPEC: Organization of Arabian Petroleum Exporting Countries) |
| oazuke-お預け | voorlopig; in afwachting; in de wacht; uitstel; vast gereserveerd |
| ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
| ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
| obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
| obana-尾花 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
| ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
| ōbā・fensu-オーバー・フェンス | (honkbal) homerun, bal die over het hek [de omheining] is geslagen |
| obishin-帯芯 | een kledingstuk (m.n. van katoen) gedragen onder de obi (Japanse gordel) als opvulling bij een (dames)kimono |
| ōbō-横暴 | tirannie; despotisme; onderdrukking |
| ōbō-王法 | koninklijk besluit |
| ōbō-王法 | wetten vastgesteld door de koning |
| obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| ōbun-応分 | geschiktheid; gepastheid; draagkracht; vermogen |
| ocha-御茶 | thee (meestal groene thee) |
| ochasho-御茶所 | ruimte in tempels [heiligdommen] waar thee wordt geserveerd voor bezoekers |
| ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| ochiyuku-落ち行く | in een benarde toestand belanden |
| ochō-御帳 | register [lijst] van uitgeschreven personen (m.b.t. erfenis e.d.) |
| ōdā-オーダー | bestelling; reservering |
| ōdaku-応諾 | toestemming; instemming; acceptatie; inwilliging (van een verzoek) |
| ōdā・meido-オーダー・メイド | op bestelling gemaakt; op maat gemaakt |
| odemashi-御出座し | (respectvolle term voor) verschijning; komst; aanwezigheid |
| oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
| ōdō-王道 | regering [koning; vorst] (die de natie op een een menselijke en rechtvaardige wijze bestuurt volgens de confucianistische leer) |
| ōdō-黄銅 | messing; (geel)koper |
| odokeru-戯ける | zich dwaas gedragen; gek doen; grapjes maken |
| ōdoko-大床 | grote tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
| ōdōkō-黄銅鉱 | chalcopyriet; koperkies (CuFeS2) |
| odorasu-踊らす | manipuleren; (fig.) aan de touwtjes trekken; iemand laten doen wat je wilt; iemand naar je pijpen laten dansen |
| odoriko-踊り子 | danseres |
| odorite-踊り手 | danser; danseres |
| ofu-オフ | uit; uitgeschakeld; buiten dienst; buiten werking |
| ōfū-欧風 | Europese stijl |
| ofumi-御文 | (respectvol) brief van iemand anders |
| ofuregaki-御触書 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| ogasawararyū-小笠原流 | (traditioneel) een school die gespecialiseerd is in etiquette (en in de gedragsregels binnen de krijgselite van Japan) |
| ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
| ōgi-奥義 | essentie; hart; diepste niveau |
| oginau-補う | aanvullen; goedmaken; compenseren; dekken (een tekort, verlies, etc.); opvullen (b.v. een vacature) |
| ogoru-奢る | verwend [kieskeurig] zijn |
| ohakobi-御運び | (respectvolle term voor) gaan; komen |
| ohitsujiza-牡羊座 | (sterrenbeeld) Ram (Aries) |
| ohizamoto-お膝元 | de residentie van de keizer of de shogun |
| ohizamoto-お膝元 | de naaste omgeving [kringen] van een invloedrijke persoon (b.v. hoofdkwartier, kiesdistrict, hoogste staf, kader, e.d.) |
| oibane-追い羽根 | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| oibara-追い腹 | zelfmoord [seppuku] van een dienaar na de dood van zijn meester [heer] |
| oie-お家 | de familie van de heer [meester] |
| oiesōdō-お家騒動 | (Edo periode, bij feodale families) familievete; familietwist |
| oigoe-追い肥 | aanvullende [tweede] bemesting (van gewassen) |
| oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
| oiru・shēru-オイル・シェール | olieschalie; oliehoudende leisteen |
| oisutā-オイスター | oester |
| ōjī-オージー | oud-studente; afgestudeerde vrouw; alumna |
| ōjī-オージー | kantoormeisje; secretaresse |
| ōjiru-応じる | accepteren; toestemmen; instemmen |
| ōjo-王女 | prinses |
| okadochigai-お門違い | naar het verkeerde adres [huis; gebouw] gaan; het bij het verkeerde eind hebben |
| okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
| okame-お亀 | soep met sobanoedels (en vis, groenten, paddestoelen, etc.) |
| okamehachimoku-岡目八目 | het (gunstige) uitkijkpunt van omstanders; toeschouwers kunnen een wedstrijd beter overzien dan de spelers zelf |
| okamezasa-阿亀笹 | bamboesoort Shibataea kumasasa |
| okami-女将 | eigenares [bazin] van een Japans eethuis, theehuis, e.d. |
| okami-御上 | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
| okamisan-お上さん | (aanspreektitel voor) de eigenares [bazin; gastvrouw] van een traditioneel eethuis, theehuis, hotel, e.d. |
| ōkan-王冠 | kroonkurk; flessendop |
| okashii-可笑しい | niet netjes; niet gepast; ongeschikt |
| okashina-可笑しな | ongeschikt; niet passend; onjuist |
| okashiratsuki-尾頭付き | een hele vis (compleet met kop en staart, geserveerd tijdens religieuze ceremonies) |
| okata-御方 | (respectvol) die persoon; heer; dame |
| okayaki-岡焼き | jaloezie (met name t.o.v. een ander liefdespaar) |
| okazari-御飾り | alleen (voor) de vorm [het uiterlijk]; iets dat alleen in naam bestaat, maar (nog) geen inhoud heeft; boegbeeld |
| okera-朮 | Atractylodes japonica (een vaste plant uit de familie Asteraceae) |
| ōkesutora-オーケストラ | orkest |
| oketsu-悪血 | onzuiver [besmet] bloed |
| okiba-置き場 | (volkstaal) lommerd; pandjeshuis; bank van lening |
| okigasa-置き傘 | een extra [reserve] paraplu (die klaar ligt voor indien nodig, b.v. op kantoor) |
| okigo-置き碁 | go-spel gespeeld met een handicap |
| okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
| okimono-置物 | iets dat aan kleding wordt bevestigd ter versiering |
| okiya-置屋 | geisha-huis; woonhuis van geisha's (of prostituees), die hun klanten niet thuis ontvingen maar daarvoor naar theehuizen (of bordelen) gingen |
| okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
| okoru-起こる | beïnvloed worden door; ervaren; resulteren |
| okoshi-御腰 | (respectvolle term voor) taille; heup |
| okoshi-粔籹 | traditioneel Japans snoepgoed dat wordt gemaakt gemaakt van gestoomde rijst, gestold met moutzetmeel, suiker, pinda's, e.a. |
| okoshigome-粔籹米 | traditioneel Japans snoepgoed dat wordt gemaakt gemaakt van gestoomde rijst, gestold met moutzetmeel, suiker, pinda's, e.a. |
| okototen-乎古止点 | diakritische tekens, gebruikt bij het vertalen van klassiek Chinese teksten |
| okowa-お強 | gestoomde rijst met rode bonen, kastanjes, bamboescheuten, e.d. (traditioneel gegeten bij feestdagen, familiebijeenkomsten, e.d.) |
| okuba-奥歯 | achterste kies; molaar; ware kies |
| okugaki-奥書 | getuigschrift van meesterschap (m.n. bij traditionele kunstscholing e.d.) |
| okugaki-奥書 | naschrift; slottekst als bevestiging van de hoofdtekst |
| okumaru-奥まる | bescheiden [verlegen] zijn |
| okura-オクラ | okra (plant: Abelmoschus esculentus) |
| okurimono-贈り物 | cadeau; presentje |
| okusetsu-憶説 | hypothese; veronderstelling; speculatie; aanname |
| okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
| okyō-御経 | sutra; boeddhistische geschrift |
| omamori-お守り | (beschermende) amulet; talisman |
| omamori-御守り | een (beschermende) talisman [amulet] |
| omatsuri-御祭り | (Japans) festival; feest |
| omatsurisawagi-御祭り騒ぎ | feestvreugde; onstuimige vrolijkheid; knalfeest |
| omeome(to)-おめおめ(と) | schaamteloos; onbeschaamd |
| ometsukeyaku-お目付役 | (beleefd) waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
| omiyage-御土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; geschenk; cadeau; presentje |
| omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
| omohayui-面映ゆい | verlegen; beschaamd |
| omoi-重い | moe; somber; depressief; zwaar op de hand |
| omoiamaru-思い余る | niet meer weten wat te doen; besluiteloos zijn; iets niet meer kunnen volhouden |
| omoiataru-思い当たる | zich (plotseling) herinneren; in je opkomen; te binnen schieten; beseffen; zich voor de geest halen |
| omoiitaru-思い至る | zich beseffen; tot de conclusie komen |
| omoimono-思い者 | geliefde; minnares; bijvrouw |
| omoitatsu-思い立つ | bedenken; van plan zijn; besluiten; beslissen; een besluit [beslissing] nemen |
| omoiukaberu-思い浮かべる | herinneren; doen denken aan; voor de geest roepen |
| ōmonkin-横紋筋 | dwarsgestreept spierweefsel; skeletspierweefsel (textus muscularis striatus) |
| omono-御物 | (respectvolle term voor) etenswaar van een ander |
| omoshi-重し | zwaar voorwerp; presse-papier |
| omoshiroi-面白い | leuk; interessant; aardig |
| omotase-お持たせ | een klein geschenk dat een gastheer [gastvrouw] aan een gast geeft om mee naar huis te nemen |
| omotesenke-表千家 | Omotesenke, theeceremonie-school |
| on-オン | aan; ingeschakeld; in werking |
| ōnā-オーナー | eigenaar; eigenares; bezitter |
| oneji-雄螺子 | schroefbout (bout met schroefdraad waarop een moer geschroefd kan worden) |
| ongakusenmonten-音楽専門店 | (gespecialiseerde) muziekwinkel |
| ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
| oni-鬼 | duivel; boze geest; monster |
| oni-鬼 | geest van een overledene |
| oni-鬼 | aardse geest [god] (i.t.t hemelse god) |
| oniyarai-鬼遣らい | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
| onkyō-音響 | geluid; echo; weerklank; weergalm; resonantie; akoestiek |
| onna-女 | vrouw; vrouw des huizes; vriendin; maîtresse |
| onnarashii-女らしい | vrouwelijk; damesachtig |
| onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
| onshō-温床 | broeinest (lett. en fig.) |
| on・rain・riaru・taimu・shisutemu-オン・ライン・リアル・タイム・システム | OLRT, een software systeem met gecombineerde reactie- en uitvoertijd van een taak die korter is dan de maximale toegestane tijd |
| on・za・rokku-オン・ザ・ロック | met ijs(klontjes) (Eng.: on the rocks) |
| on・za・rokku-オン・ザ・ロック | (sterke) drank met ijsblokjes |
| ooana-大穴 | een groot tekort; zwaar verlies |
| ooare-大荒れ | een onverwachte resultaten [gebeurtenissen] |
| ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
| ooatari-大当たり | de grote prijs winnen; veel succes hebben; een klapper maken; een grote hit scoren |
| oobanburumai-大盤振る舞い | een uitbundig feest; een overvloedig banket |
| oogara-大柄 | zwaar postuur; grote gestalte |
| oogiri-大切り | een groot stuk (b.v. vlees) |
| ooguchichūmon-大口注文 | bulkbestelling; grote bestelling |
| ooguchitorihiki-大口取引 | grootschalige transacties; handel in grote hoeveelheden |
| ooguchitōshika-大口投資家 | grote [belangrijke] investeerder |
| ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
| oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) het keizerlijk paleis |
| oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) een tempel of schrijn |
| oomune-概ね | over [in] het algemeen; grotendeels; meestal |
| oomune-概ね | essentie; kern; hoofdgedachte |
| oonata-大鉈 | groot hakmes |
| oooku-大奥 | binnenruimte in (Edo-)kasteel waar vrouw en concubines van de Shogun verbleven |
| oosoto-大外 | (bij paardenraces) de buitenkant [buitenbocht] van het parcours |
| ootono-大殿 | paleis; residentie |
| ootori-大鳥 | peng, een grote vogel uit de Chinese mythologie |
| opekku-オペック | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organisation of Petroleum Exporting Countries, OPEC) |
| operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
| operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
| operētingu・shisutemu-オペレーティング・システム | besturingssysteem |
| ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
| ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
| ōpun・māketto・operēshon-オープン・マーケット・オペレーション | openmarkttransacties; openmarktactiviteiten |
| ōrai-往来 | correspondentie; briefwisseling |
| orientēringu-オリエンテーリング | oriëntatiesport; oriëntatielopen |
| origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
| orikara-折柄 | (precies) op dat moment; toen; op dat punt |
| orikasanaru-折り重なる | op elkaar liggen; op een hoop liggen; opgestapeld zijn |
| oriru-下りる | krijgen (toestemming; vergunning, pensioen, etc.) |
| ōro-往路 | heenreis; heenweg; de weg erheen [naar een bestemming] |
| orooro-おろおろ | geschokt; verbijsterd; onzeker; verward |
| oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
| ōru-オール | lees; allen; allemaal |
| ōrudo・gāru-オールド・ガール | oudje; beste meid |
| ōru・in・wan-オール・イン・ワン | alles-in-één (geïntegreerd) |
| ōru・in・wan-オール・イン・ワン | bodysuit (damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat, zoals korset) |
| ōru・oa・nasshingu-オール・オア・ナッシング | alles-of-niets |
| ōru・wēbu・reshībā-オール・ウェーブ・レシーバー | ontvanger die alle golflengtes kan ontvangen |
| ōru・wezā-オール・ウエザー | (geschikt voor) alle weersomstandigheden |
| ōru・wezā-オール・ウエザー | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
| ōru・wezā・torakku-オール・ウエザー・トラック | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
| osa-長 | de beste |
| osagari-お下がり | (etens)restjes; kliekjes (aangeboden aan bezoekers, klanten, e.d.) |
| osameru-治める | regeren; heersen; besturen |
| oshieru-教える | onderwijzen; leren; lesgeven |
| oshikakeru-押しかける | (van mensen) te hoop lopen; toestromen; met z'n allen tegelijk naar binnen gaan |
| oshikomibashi-押し込み箸 | eetstokjes die worden gebruikt om eten in de mond te duwen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| oshite-押し手 | de linkerhand bij het bespelen van snaarinstrumenten zoals luit, citer, e.d. |
| oshiuri-押し売り | agressieve verkoop (methoden) |
| oshiuri-押し売り | agressieve verkoper |
| oshiyoseru-押し寄せる | voortbewegen; oprukken; toestromen |
| oshō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Zen boeddhisme) |
| oshō-和尚 | (groot)meester in Japanse krijgskunsten |
| ōshū-押収 | confiscatie; (gerechtelijke) inbeslagneming; beslaglegging |
| ōshūgikai-欧州議会 | Europees Parlement |
| ōshūiinkai-欧州委員会 | Europese Commissie |
| ōshūkeizaikyōdōtai-欧州経済共同体 | Europese Economische Gemeenschap |
| ōshūkyōdōtai-欧州共同体 | Europese Gemeenschap |
| ōshūrengō-欧州連合 | Europese Unie |
| ōshūrijikai-欧州理事会 | Europese Raad |
| ōshūsuru-押収する | confisqueren; in beslag nemen; beslag leggen (op) |
| ōshūtokkyochō-欧州特許庁 | het Europese Octrooibureau (EPO) |
| ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
| ōso-応訴 | tegenaanklacht; wederbeschuldiging (van een aangeklaagde tegen de aanklager) |
| oso-悪阻 | Zwangerschapsmisselijkheid (Hyperemesis gravidarum) |
| ōsō-押送 | escorte (gewapende begeleiding); overplaatsing (v.e. gevangene) |
| oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
| osore-恐れ | angst; vrees |
| osoroshii-恐ろしい | vreselijk; verbijsterend; afschuwelijk; ontstellend; schrikwekkend |
| osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
| osozakura-遅桜 | late bloei [nabloei] van de kersenbloesems |
| osumitsuki-御墨付き | certificaat, toestemming, document met handtekening |
| otabisho-御旅所 | de plaats waar een draagbaar schrijn dat op de feestdagen wordt rondgedragen wordt bewaard |
| otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
| otedama-お手玉 | kinderspelletje met (stoffen) zakjes met bonen |
| otemori-お手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
| otogame-御咎 | bestraffing; uitbrander; standje; schrobbering |
| otogibanashi-御伽話 | sprookjesverhaal; sprookje |
| ōtomachikku・kontorōru-オートマチック・コントロール | automatische bediening [besturing] |
| otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
| oyaji-親父 | huisbaas; baas; eigenaar (van winkel, restaurant, e.d.) |
| oyakodenwa-親子電話 | extra telefoontoestel (op dezelfde lijn) |
| oyakodonburi-親子丼 | een kom rijst geserveerd met een soort dikke soep van kip, ei, ui en paddenstoelen erover |
| oyakōkō-親孝行 | respect voor [toewijding aan] je ouders |
| oyama-女形 | meisjespop |
| oyashirazu-親知らず | verstandskies |
| ozashiki-御座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| ozuozu-怖ず怖ず | verlegen; bedeesd; angstig; aarzelend |
| ō・bī-オー・ビー | alumnus; afgestudeerde; reünist; senioren lid |
| ō・esu-オー・エス | besturingssysteem |
| ō・ichigonana-オー・いちごなな | Escherichia coli (bacterie) |
| ō・ī・shī・dī-オー・イー・シー・ディー | (Organization for Economic Cooperation and Development) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) |
| pachinko-ぱちんこ | pachinko (een soort Japanse gokautomaat, waar een groot aantal kleine balletjes ingeworpen worden) |
| paddo-パッド | beschermlaag; stootkussen |
| pafe-パフェ | parfait (ijsdessert) |
| pafōmansu-パフォーマンス | prestatie; resultaat |
| pāforēshon-パーフォレーション | perforatie; doorboring; het maken van gaatjes |
| paichūkanshi-パイ中間子 | (natuurkunde) elementair deeltje pimeson |
| paiku-パイク | snoek (een vis, Esox Lucius) |
| pairekkusu・garasu-パイレックス・ガラス | pyrex glas (merknaam voor hittebestendig glas) |
| pajama・kōru-パジャマ・コール | nachtelijk telefoontje; een telefoongesprek 's avonds laat |
| pakuru-ぱくる | (politieterm) arresteren |
| pan-パン | brood (van het Portugese woord: pão) |
| panoramabōenkyō-パノラマ望遠鏡 | panorama telescoop |
| parareru-パラレル | (elektrotechniek) parallelgeschakeld |
| parasoru-パラソル | parasol; zonnescherm |
| parēdo-パレード | parade; stoet; processie |
| paresuchina-パレスチナ | Palestina |
| paresuchinajin-パレスチナ人 | Palestijn |
| paresuchinakaihōkikō-パレスチナ解放機構 | Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) |
| parettonaifu-パレットナイフ | paletmes |
| paripari-ぱりぱり | (onomatopee) knapperig; krokant; knisperend; ritselend; scheurend; fonkelnieuw [strak gesteven] (van kleding); levendig; energiek |
| parisai-パリサイ | farizeïsch; farizees |
| parisai-パリ祭 | de nationale feestdag van Frankrijk, 14 juli |
| paritto-ぱりっと | (onomatopee) stijlvol; zwierig; netjes gekleed; knapperig; krokant; krakend; gesteven; fonkelnieuw; scheurend |
| parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
| pashifikku-パシフィック | (afk. voor) Pacific League (Japanese honkbal competitie) |
| pāsonaritī-パーソナリティー | bekende persoon; presentator (op tv, e.d.) |
| pāsonaru・kōru-パーソナル・コール | een persoonlijk (internationaal) telefoongesprek |
| pasu-パス | geslaagd examen |
| pasu-パス | (voetbal) toegespeelde bal |
| pasu-パス | (computer) het pad naar de locatie van een bestand of map |
| pasu・bōru-パス・ボール | een doorgeschoten bal (honkbalterm voor een catcher die de bal mist) |
| pātī-パーティー | party; feest(je) |
| patisurī-パティスリー | patisserie (gebakjes) |
| pātonā-パートナー | (sport, spel, dans, e.d.) partner; medespeler |
| paurisuta-パウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
| pechanko-ぺちゃんこ | (onomatopee) plat geslagen [gedrukt; geperst] |
| pedanchikku-ペダンチック | pedant; betweterig; schoolmeesterachtig |
| peintingunaifu-ペインティングナイフ | verfmes |
| penarutī・gōru-ペナルティー・ゴール | (bij rugby) een succesvolle strafschop (levert 3 punten op) |
| penfurendo-ペンフレンド | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
| penisu-ペニス | penis; lid; mannelijk geslachtsdeel |
| penparu-ペンパル | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
| pēpā-ペーパー | (westers) papier |
| pēpā・puran-ペーパー・プラン | een plan dat alleen maar op papier bestaat, en waarvan de haalbaarheid of uitvoerbaarheid klein is |
| perapera-ぺらぺら | (onomatopee) vloeiend (een taal spreken); veel [snel] pratend; welbespraakt |
| peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
| peseta-ペセタ | peseta (vroegere Spaanse munteenheid) |
| peshimisuto-ペシミスト | pessimist |
| peshimizumu-ペシミズム | pessimisme |
| peso-ペソ | peso (munteenheid, tegenwoordig van diverse Zuid-Amerikaanse landen en de Filipijnen) |
| pessarī-ペッサリー | pessarium |
| pesuto-ペスト | pest (ziekte) |
| pesuto-ペスト | pesto (Italiaanse saus met basilicum) |
| petinaifu-ペティナイフ | (keukenmesje; fruitmesje |
| petto-ペット | polyethyleentereftalaat; polyetheentereftalaat (een thermoplastische polyester) |
| pettobotoru-ペットボトル | petfles |
| pettorosu-ペットロス | (het verdriet om) het verlies van een huisdier |
| piero-ピエロ | clown; pierrot (trieste clown, met witgeschminkt gezicht) |
| pieta-ピエタ | piëta (een voorstelling van Maria met het lichaam van de gestorven Jezus op haar schoot) |
| pikata-ピカタ | een Italiaans gerecht van plakjes kalfsvlees of kip (in een saus met citroensap, boter en kappertjes) |
| pikkuappu-ピックアップ | kleine vrachtauto [bestelauto] |
| pikotto-ピコット | picot (gekartelde band of gehandwerkte boogjes als versiering) |
| pin-ピン | eerste; beste |
| pinpointo-ピンポイント | (militair) precies omgeschreven doel |
| piriodo-ピリオド | punt (leesteken) |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| piroshiki-ピロシキ | pirozhki (Russische gefrituurde broodjes) |
| pītan-ピータン | duizendjarig ei (Chinese delicatesse) |
| pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
| pitto-ピット | orkestbak |
| pittseria-ピッツェリア | pizzeria (restaurant waar voornamelijk pizza's worden geserveerd) |
| pī・dī・efu-ピー・ディー・エフ | (portable document format) bestandsformaat voor elektronische documenten |
| pī・esu-ピー・エス | (Pferdestärke) paardenkracht |
| pī・esu・konkurīto-ピー・エス・コンクリート | (prestressed concrete) voorgespannen beton |
| pī・kē-ピー・ケー | psychokinese |
| pī・kēsen-ピー・ケー戦 | (penalty kick shoot-out) strafschoppenserie om een wedstrijd te beslissen |
| pī・kē・efu-ピー・ケー・エフ | (peacekeeping force) vredesmacht |
| pī・kē・ō-ピー・ケー・オー | (peacekeeping operations) vredesoperaties; vredesmissies |
| pī・ō・esushisutemu-POSシステム | (point of sale system) computergestuurd kasregister |
| pī・pī・emu-ピー・ピー・エム | (parts per million) deeltjes per miljoen (eenheid die een miljoenste aanduidt) |
| pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
| pī・tī・esu・dī-ピー・ティー・エス・ディー | (post-traumatic stress disorder) posttraumatische stressstoornis |
| pōku-ポーク | varkensvlees |
| pomeranian-ポメラニアン | pomeriaan; dwergkeeshond (hondenras, oorspronkelijk afkomstig uit Pommeren) |
| poriesuteru-ポリエステル | polyester |
| porineshia-ポリネシア | Polynesië |
| pōtā-ポーター | drager bij bergbeklimmingen [bergexpedities] |
| pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
| potto-ポット | thermosfles |
| puraibashī-プライバシー | privacy; privésfeer; persoonlijke levenssfeer |
| puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
| puraibēto・ofāringu-プライベート・オファーリング | privé [onderhands] aanbod, een investering aangeboden aan een kleine groep investeerders |
| puraimu・rēto-プライム・レート | meest preferentiële rentetarief |
| puramu-プラム | (Westerse) pruim |
| purattohōmu-プラットホーム | (computer) besturingssysteem |
| purēgaido-プレーガイド | ticketbureau; plaatsbesprekingsbureau; kaartverkoper |
| purejidento-プレジデント | president; voorzitter |
| purēofu-プレーオフ | beslissingswedstrijd |
| purērī-プレーリー | prairie; graswoestijn; grasvlakte |
| puresutīji・pēpā-プレスティージ・ペーパー | Prestige papier |
| puresuto-プレスト | presto (muziekterm); snel |
| puresutoresuto・konkurīto-プレストレスト・コンクリート | voorgespannen beton |
| puresu・rūmu-プレス・ルーム | perszaal; zaal waar persconferenties worden gehouden |
| purezentēshon-プレゼンテーション | presentatie; voordracht |
| purezento-プレゼント | geschenk; gift; cadeau |
| purima・donna-プリマ・ドンナ | prima donna, eerste zangeres aan een opera |
| purinsesu-プリンセス | prinses |
| puro-プロ | prof; professional; beroepsspeler |
| purofessā-プロフェッサー | professor |
| purofesshonaru-プロフェッショナル | prof; professional; beroepsspeler |
| purogesuteron-プロゲステロン | progesteron (hormoon) |
| puroguresshibu・rokku-プログレッシブ・ロック | progressieve rock (soort rockmuziek) |
| puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
| puroresu-プロレス | professioneel worstelen; showworstelen |
| purosessā-プロセッサー | processor; centrale verwerkingseenheid, CVE (computer) |
| purosesu-プロセス | proces; ontwikkeling; voortgang |
| purotekushon-プロテクション | bescherming; protectie |
| purotekutā-プロテクター | beschermer |
| purotesutanto-プロテスタント | protestant(s) |
| purotesutanto-プロテスタント | een protestant (m); protestante (v) |
| purotesuto-プロテスト | protest |
| purotesuto・songu-プロテスト・ソング | protestsong; protestlied |
| pūrunetsu-プール熱 | faryngo-conjunctieve koorts (lett. zwembadkoorts, vanwege vaak voorkomen van besmetting via zwembaden) |
| pusshuhon-プッシュホン | druktoestel (telefoon) |
| ra-等 | ...en anderen; ...en de rest (van de groep) |
| ra-裸 | (in kanji combinaties) naakt, bloot |
| raba-ラバ | lava (vulkanisch gesteente) |
| rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
| rabu・retā-ラブ・レター | (Eng.: love letter) liefdesbrief |
| rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
| rabu・shīn-ラブ・シーン | (Eng.: love scene) liefdesscène |
| rabu・sutōrī-ラブ・ストーリー | (Eng.: love story) liefdesverhaal; liefdesgeschiedenis |
| raguranjuten-ラグランジュ点 | lagrangepunt (een specifieke vorm van baanresonantie) |
| raifu・jaketto-ライフ・ジャケット | reddingsvest |
| raijōsha-来場者 | bezoekers; toeschouwers |
| raiō-来王 | (arch.) bezoek van een koning van een ander volk aan het Chinese keizerlijk hof |
| raiten-来店 | het komen naar [bezoeken van] een winkel [restaurant] |
| raitoban-ライトバン | lichte bestelwagen; bestelauto; bestelbusje |
| rakka-落花 | vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes] |
| rakkī・sebun-ラッキー・セブン | (honkbal) de zevende inning van een wedstrijd van negen innings (wordt als gelukkig beschouwd) |
| rakkyō-辣韮 | (Chinese) lente-ui [bosui] (Allium chinense) |
| raku-絡 | (in kanji combinaties) verbinding; verband; verstrengelen; bij elkaar blijven; aansluiten |
| rakubaku-落莫 | (gevoel van) eenzaamheid; verlatenheid; droefgeestigheid |
| rakuchū-洛中 | in de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
| rakugai-洛外 | buiten de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
| rakusatsu-落札 | succesvol bod; winnend bod |
| rakusei-洛西 | ten westen van de hoofdstad (Kyoto); de westelijke wijken van Kyoto |
| rakuseki-落石 | vallend gesteente; steenval |
| rakusen-落選 | (bij verkiezingen) verlies; verslagen [niet verkozen] zijn [worden] |
| rakusensuru-落選する | (verkiezingen) verliezen; geslagen worden |
| rakushoku-落飾 | tonsuur (van een monnik e.d.); geschoren kruin; kruinschering |
| rakuyō-洛陽 | Luoyang, een stad in de Chinese provincie Henan (voormalige hoofdstad van China, wordt beschouwd als bakermat van de Chinese cultuur) |
| rakuyōju-落葉樹 | een bladverliezende boom; boom die zijn blad verliest in de herfst |
| rama-ラマ | lama (priester) |
| rāmen-ラーメン (拉麺) | ramen (Chinese stijl noedels en noedelsoep) |
| ramu-ラム | lam; lamsvlees; lamswol |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| ran-濫 | (in kanji combinaties) overvloed; overstroming; overdaad; verspreiding |
| ran-爛 | (in kanji combinaties) rotten; ontsteken; etteren; glinsteren; fonkelen |
| ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
| ranbōmono-乱暴者 | een gewelddadig iemand; schurk; agressieveling; ruige kerel |
| ranbu-乱舞 | een wilde [woeste; onstuimige] dans |
| ranbun-蘭文 | In het Nederlands geschreven tekst |
| ranchō-乱調 | fluctuaties (bij toerentallen, etc.) |
| randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
| rangaku-蘭学 | (lett. Nederlandse studies) de studie van westerse technologie en geneeskunde via de Nederlandse taal (Edo periode) |
| rangiku-乱菊 | patroon van chrysanten met ongeordende bloemblaadjes (m.n. op familiewapens) |
| rangiri-乱切り | (groenten, e.d.) in stukjes snijden |
| rangoku-乱国 | een land in chaos [wanorde; wetteloze toestand] |
| rankaku-濫獲 | excessief [teveel] jagen [vissen]; overbevissing; overbejaging |
| rannāzu・hai-ランナーズ・ハイ | runner's high ( een toestand tijdens het hardlopen waarbij ademhaling en snelheid voor het gevoel perfect op elkaar zijn afgestemd) |
| ranpon-藍本 | oorspronkelijk geschrift |
| ranpu-ランプ | achterdeel (dieren); lende (vlees, b.v. biefstuk) |
| ransetto-ランセット | lancet; chirurgisch mes |
| ranshi-乱視 | astigmatisme (onscherp netvliesbeeld) |
| ransōhorumon-卵巣ホルモン | oestradiol; eierstokhormoon |
| raochū-ラオチュー | Chinese rijstwijn Shaoxing |
| rappanomi-喇叭飲み | het rechtstreeks uit een fles drinken |
| rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
| rashii-らしい | -achtig; zoals ...; lijkend op; typisch voor ...; geschikt voor ... |
| rasuku-ラスク | beschuit |
| ratekase-ラテカセ | ratecase is een samengesteld woord voor een audioapparaat dat de drie functies van radio, televisie en cassettedeck combineert |
| rea-レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken; saignant |
| refuto-レフト | (politiek) links; progressief |
| rei-礼 | beleefdheid; etiquette; respect; fatsoen |
| rei-隷 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
| reihai-零敗 | (sport) ongeslagen zijn |
| reihitsu-麗筆 | mooie bewoording [beschrijving] |
| reijū-霊獣 | heilig dier [beest] |
| reika-隷下 | volgeling; ondergeschikte; aanhanger |
| reika-零下 | onder nul; onder het vriespunt |
| reikai-霊界 | geestenwereld; geestenrijk |
| reiki-例規 | vastgestelde regel; conventie; statuut; precedentregel |
| reikon-霊魂 | ziel; geest |
| reiniku-霊肉 | lichaam en ziel [geest] |
| rein・shūzu-レイン・シューズ | regenschoenen; waterbestendig schoeisel; regenlaarzen |
| reishi-霊芝 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
| reishi-麗姿 | mooi [prachtig] figuur; mooie gestalte |
| reisho-隷書 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
| reiteki-霊的 | spiritueel; geestelijk; immaterieel |
| reiten-零点 | cijfer 0; nul; nulpunt; vriespunt |
| reitōko-冷凍庫 | vriezer; vrieskist; vrieskast |
| reitōshokuhin-冷凍食品 | ingevroren voedsel; diepvriesproducten; diepvriesmaaltijd |
| reiwa-令和 | Reiwa, naam van het Japanse tijdperk dat is begonnen met de troonsbestijging van Keizer Naruhito (op 1 mei 2019) |
| reizoku-隷属 | ondergeschiktheid; dienstbaarheid; slavernij |
| rejidensu-レジデンス | (Eng.: residence) residentie; woning; verblijfplaats; woonplaats |
| rejime-レジメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
| rejisutansu-レジスタンス | (Frans: résistance) weerstand; verzet |
| rejume-レジュメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
| reki-暦 | (in kanji combinaties) kalender; almanak |
| reki-歴 | (in kanji combinaties) historisch (overzicht); chronologisch |
| reki-礫 | (in kanji combinaties) kleine steen |
| reki-轢 | (in kanji combinaties) overreden zijn |
| rekidai-歴代 | opeenvolgende generaties; van vroeger tot nu; |
| rekidan-轢断 | in tweeën [doormidden] gesneden zijn (door overrijden van b.v. een trein) |
| rekishi-歴史 | geschiedenis |
| rekishigaku-歴史学 | de studie van geschiedenis |
| rekishika-歴史家 | historicus; geschiedkundige |
| rekishimonogatari-歴史物語 | een historisch verhaal; geschiedverhaal |
| rekishisho-歴史書 | geschiedenisboek |
| rekishiteki-歴史的 | historisch; geschiedkundig |
| rekishitetsugaku-歴史哲学 | geschiedenisfilosofie |
| rekisū-暦数 | levenslot; lotsbestemming |
| rekkitoshita-歴とした | gerespecteerd; respectabel |
| rekuriēshon-レクリエーション | recreatie; vrijetijdsbesteding |
| ren-憐 | (in kanji combinaties) medelijden; compassie |
| ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
| renge-蓮華 | een Chinese porseleinen lepel |
| rengōkoku-連合国 | geallieerde naties; de geallieerden; bondgenoten |
| rengyō-連翹 | hangend Chinees klokje (Forsythia suspense) |
| renji-レンジ | fornuis; kooktoestel; oven |
| renjō-蓮声 | doorlopende klank (in het japans en Chinees) |
| renka-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
| renko-連呼 | herhaaldelijk geroep [geschreeuw] |
| renkyū-連休 | opeenvolgende vakanties [feestdagen] |
| renpō-連邦 | unie; (con)federatie; gemenebest; statenbond |
| renpōjunbiginkō-連邦準備銀行 | (Amerikaanse) Federal Reserve Bank (afk. FRB) |
| renpōsōsakyoku-連邦捜査局 | federale veiligheidsdienst (FBI, Federal Bureau of Investigation) |
| rentaiishiki-連帯意識 | solidariteitsgevoel; solidariteitsbesef |
| ren'aikankei-恋愛関係 | liefdesrelatie |
| reppai-劣敗 | het verlies [verslagen worden] van een zwakkere (door een sterkere) |
| resoto-レソト | Lesotho |
| ressei-列世 | opvolgende generaties; generaties lang |
| ressei-劣性 | regressiviteit |
| ressun-レッスン | les |
| resu-レス | respons; antwoord; reactie |
| resubian-レスビアン | lesbisch |
| resuponsu-レスポンス | respons; antwoord; reactie |
| resutoa-レストア | restauratie; reconstructie |
| resutoran-レストラン | restaurant |
| resutoran・shiatā-レストラン・シアター | theaterrestaurant; een restaurant met een show [optreden] tijdens het diner |
| reten-レ点 | teken dat aangeeft dat de volgorde van karakters moet worden omgekeerd (bij het lezen van Chinese of klassiek Japanse teksten) |
| retsu-劣 | (in kanji-combinaties) inferieur; lager; sub- |
| retsui-劣位 | inferioriteit; ondergeschiktheid; ondergeschikte positie |
| retsuza-列座 | aanwezigheid; presentie |
| rezā-レザー | scheermes |
| rezā・katto-レザー・カット | haarstijl, waarbij het haar niet met een schaar maar met een scheermes wordt geknipt |
| rēzā・mesu-レーザー・メス | laser mes; laser scalpel (gebruikt in chirurgie) |
| rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
| rezu-レズ | (afk. voor) lesbisch; lesbienne; lesbo (kan als discriminerend of denigrerend ervaren worden) |
| rezubian-レズビアン | lesbisch; lesbienne |
| riaru・poritikkusu-リアル・ポリティックス | realpolitik; realistisch beleid (gebaseerd op feiten en concrete resultaten) |
| rībe-リーベ | (naar het Duits: Liebe) liefde; geliefde; minnaar [minnares] |
| riben-利便 | gemak; geschiktheid; bruikbaarheid |
| ribu・rōsu-リブ・ロース | vlees (rib-eye) aan een bot (Eng.: rib roast) |
| ribyō-罹病 | besmetting; het oplopen (van een ziekte) |
| rīdā-リーダー | leestoestel; leesapparaat |
| riekijunbikin-利益準備金 | kapitaalreserve (fonds) |
| riekishakai-利益社会 | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
| rigai-利害 | voordeel en nadeel; winst en verlies |
| riji-理事 | directeur; bestuurder; bewindvoerder; beheerder |
| rijichō-理事長 | voorzitter van de raad van bestuur |
| rijikai-理事会 | raad van bestuur; directie |
| rikken-立件 | rechtszaak; rechtsgeding; proces; gerechtelijke vervolging |
| rikkenseitai-立憲政体 | constitutionele regering; constitutioneel staatsbestel |
| rikufū-陸封 | het fenomeen dat zoutwatervissen door topografische veranderingen opgesloten worden in geheel door land omgeven water, en in zoet water verder leven |
| rikusho-六書 | de zes categorieën van de samenstelling en het gebruik van Chinese karakters [kanji] |
| rikusho-六書 | de zes historische schrijfstijlen van Chinese karakters [kanji] |
| rikutai-六体 | de zes historische schrijfstijlen van Chinese karakters [kanji] |
| rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
| rikyū-離宮 | keizerlijk paleis; keizerlijke residentie |
| rimawari-利回り | rendement (op een bestaand investeringsbedrag) |
| rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
| rin-林 | (in kanji combinaties) verzameling van gelijksoortige dingen of mensen |
| rinakkusu-リナックス | Linux, computer besturingssysteem |
| rinbyō-淋病 | gonorroe (geslachtsziekte) |
| rindoku-淋毒 | gonorroea; gonorroe (geslachtsziekte) |
| ringi-稟議 | besluitvorming via circulerende memo's binnen een bedrijf (i.p.v. vergaderen) |
| ringisho-稟議書 | een voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betrokken bestuurders |
| rinkaku-輪郭 | contour(en); gestalte; silhouet; profiel; omtrek; uiterlijk |
| rinkangakkō-林間学校 | school [lessen] in de open lucht; schoolkamp |
| rinseki-臨席 | aanwezigheid; bijwoning; presentie |
| rinsu-リンス | (haar) conditioner; crèmespoeling |
| rinto-凛と | plechtig; statig; gereserveerd |
| rinto-凛と | (geluid) resonerend; weerklinkend; helder |
| rinyō-利尿 | diurese; urineafscheiding |
| rippōtai-立方体 | kubus; regelmatig veelvlak [zesvlak] |
| rireki-履歴 | iemands voorgeschiedenis [achtergrond; verleden; carrière] |
| rireki-履歴 | (computer) geschiedenis; logboek |
| rireki-履歴 | (natuurkunde) hysteresis |
| rishi-利子 | rente (op leningen; obligaties, etc.) |
| risō-離相 | (boeddh.) nirvana (zonder toestanden en condities) |
| ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
| rizayakasegi-利鞘稼ぎ | speculatie; het speculeren (met winstmarges) |
| rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
| rizumu・ando・burūsu-リズム・アンド・ブルース | (muziek) rhythm-and-blues |
| rō-狼 | (in kanji combinaties) wolf; genadeloos; wreed; gemeen |
| rō-郎 | (gebruikt in kanji-combinaties) man; jongen; dienaar |
| rōdōkankeichōseihō-労働関係調整法 | wet voor Arbeidsverhouding en Geschillen |
| rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
| rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
| rōgankyō-老眼鏡 | leesbril; bril om ouderdomsverziendheid te corrigeren |
| rogu-ログ | log (toestel om de snelheid van een schip te bepalen) |
| rōho-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
| rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
| rōjō-籠城 | opsluiting [opgesloten zitten] in huis; binnenshuis blijven |
| rojō-路上 | op weg (naar een bestemming, levensdoel, e.d.) |
| rokehan-ロケハン | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
| rokēshon・hantingu-ロケーション・ハンティング | het zoeken naar de meest geschikte locaties voor film- of t.v. opnames |
| roku-六 | (het cijfer) 6; zes |
| roku-禄 | geschenk [geluk] uit de hemel |
| rokudan-六段 | zesde graad; zesde dan (judo, karate, etc.) |
| rokudōrinne-六道輪廻 | eindeloze transmigratie van de ziel door zes werelden [bestaansniveaus] (Boeddhistisch filosofie); cyclus van wedergeboorte; zielsverhuizing |
| rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| rokumentai-六面体 | (regelmatig) zesvlak; hexaëder |
| rokushaku-六尺 | zes voet (ca. 1,8 meter) |
| rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
| rōmaji-ローマ字 | romaji (Japans geschreven in Latijns schrift) |
| romen-路面 | wegdek; bestrating; plaveisel |
| rōnin-浪人 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
| ronjiru-論じる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
| ronpa-論破 | bestrijding van een theorie, opvatting e.d.; het met tegenargumenten komen |
| ronsaku-論策 | betoog [essay] om een bepaald eigentijds probleem op te lossen |
| ronten-論点 | de kern van een argument [betoog]; het onderwerp van een gesprek [discussie] |
| rōnyakunannyo-老若男女 | alle mensen ongeacht leeftijd of geslacht; mannen en vrouwen van alle leeftijden |
| ronzuru-論ずる | bespreken; discussiëren (over); ruzie maken (over) |
| rōrenka-老練家 | een expert; meester; oudgediende; iem. die ervaren [door de wol geverfd] is |
| rorikon-ロリコン | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
| rōringu・sutōnzu-ローリング・ストーンズ | de Rolling Stones (muziekband) |
| rorīta・konpurekkusu-ロリータ・コンプレックス | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
| rōrō-朗朗 | resonantie; helder [duidelijk; sonoor] zijn |
| rosen-路線 | route (voor autorit, treinrels, vliegbestemming e.d.) |
| rōshi-浪士 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
| rōshi-老師 | oude leermeester [priester] |
| rōshi-老師 | oude Zen-priester |
| rōsō-老僧 | oude monnik [priester] |
| rōsō-老荘 | de eerste karakters van de twee namen van de Chinese filosofen (in the Taoïstische traditie) Lao Zi (老子) en Zhuang Zi (荘子) |
| rosu-ロス | verlies; nadeel; schade |
| rōsu-ロース | (Eng. roast) braadstuk; een stuk geroosterd vlees; (mager) vlees dat geschikt is om te roosteren [grillen] |
| rōsuto-ロースト | braadstuk (vlees); brandsel (koffie) |
| rosu・taimu-ロス・タイム | blessuretijd (sport) |
| rōtaika-老大家 | ervaren [gerespecteerde] autoriteit (op een bepaald vakgebied) |
| ruigigojiten-類義語辞典 | thesaurus; synoniemen woordenboek |
| ruiheki-塁壁 | stadswal; vestingmuur; borstwering |
| ruiji-類字 | op elkaar lijkende kanji [Chinese karakters] |
| rūpu・tai-ループ・タイ | veterdas (stropdas van dun koord, aan de voorkant vastgemaakt met een siergesp) |
| rusanchiman-ルサンチマン | ressentiment; wrok; rancune |
| rutsubo-坩堝 | smeltkroes |
| ryakki-略記 | samenvatting; korte beschrijving [schets] |
| ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
| ryakuji-略字 | een vereenvoudigde [verkorte] vorm van een Chinees karakter (kanji) |
| ryakureki-略歴 | kort profieloverzicht; korte (beschrijving van de) persoonlijke geschiedenis (van iemand) |
| ryakushi-略史 | korte geschiedenis; (kort) historisch overzicht |
| ryōbu-両部 | de twee belangrijkste leerstellingen van het shingon (esoterische) boeddhisme |
| ryōchō-寮長 | conciërge; huismeester; slaapzaal opzichter [wacht] |
| ryōfū-涼風 | koele [verfrissende] wind [bries] |
| ryōhi-寮費 | vergoeding voor voeding en huisvesting [kost en inwoning] |
| ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
| ryōka-良家 | goede [respectabele] familie; goede afkomst |
| ryōke-両家 | beide families; beide huizen |
| ryōke-良家 | goede [respectabele] familie; goede afkomst |
| ryokuhi-緑肥 | groenbemesting; groene mest |
| ryōrikyōshitsu-料理教室 | kookles; kookschool (voor amateurs) |
| ryōseibai-両成敗 | beide partijen als schuldig aangewezen en gestraft |
| ryōshō-了承 | erkenning; begrip; besef |
| ryōtei-料亭 | traditioneel Japans restaurant |
| ryōyū-両雄 | twee bijzondere personen; twee helden [grootheden; meesters] |
| ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
| ryūchijō-留置場 | detentie cel; arrestantenlokaal; arrestantenkamer (in o.a. politie bureaus) |
| ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
| ryūho-留保 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| ryūjo-柳絮 | wilgenpluis(jes) |
| ryūnyū-流入 | toevloed; instroom; toestroom |
| ryūō-竜王 | (boeddh.) drakenkoning (de beschermer van de boeddhistische leer) |
| ryūsanmaguneshiumu-硫酸マグネシウム | magnesiumsulfaat |
| ryūsenkei-流線形 | aerodynamische [gestroomlijnde] vorm |
| ryūshitsu-流失 | weggespoeld [meegesleurd] worden |
| ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
| ryūtsūkikō-流通機構 | distributiesysteem (van producten naar consumenten) |
| sa-鎖 | (in kanji combinaties) ketting; slot; vergrendeling; sluiting |
| sabagumo-鯖雲 | cirrocumulus; schapenwolk(jes) |
| sabaibaru-サバイバル | overleven; voortbestaan |
| sabaku-捌く | (vlees, vis, etc.) fileren; in stukken snijden |
| sabaku-砂漠 | woestijn |
| sabakuka-砂漠化 | woestijnvorming |
| sābanto-サーバント | bediende; dienaar; dienares |
| sabi-錆 | roest |
| sabiru-錆びる | roesten; verroesten |
| sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
| sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
| sābisu・eria-サービス・エリア | wegrestauratie (met tankstation) |
| sabitsuku-錆びつく | verroesten; roestig worden; aangetast worden door de roest |
| sabu-サブ | plaatsvervanger; invaller; reserve; sub- |
| sabu-左武 | respect [waardering] voor vechtsporten |
| sadame-定め | oordeel; vonnis; uitspraak; beslissing |
| sadame-定め | lot; bestemming; beschikking; noodllot |
| sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
| sadameru-定める | tot rust laten komen; kalmeren; stabiliseren; gesetteld raken |
| sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
| sage-下げ | (afk. voor) (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
| sageo-下げ緒 | (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
| sagimai-鷺舞 | reigerdans (festivaldans met witte reigerkostuums) |
| saguribashi-探り箸 | eetstokjes die men gebruikt om iets in een gerecht te zoeken (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| sai-宰 | rentmeester, feodaal heer; minister |
| sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
| sai-最 | (voorvoegsel) beste; meeste; maximum; belangrijkste |
| saiban-裁判 | (gerechtelijk) proces; rechtszaak; terechtzitting |
| saibanchō-裁判長 | voorzittende rechter; president van de rechtbank |
| saibānēshon-サイバーネーション | geautomatiseerde besturing (procesbeheersing) |
| saibanzata-裁判沙汰 | rechtszaak; (juridisch) proces; geding |
| saibōbunkai-細胞分解 | putrefactie; celdesintegratie; ontbinding |
| saidai-最大 | het grootste; meeste; maximum |
| saidaitasū-最大多数 | grootste aantal mensen; de meeste mensen |
| saidoauto-サイドアウト | (volleybal) serviceverlies |
| saidobōdo-サイドボード | dressoir; buffet(kast) |
| saido・rīdā-サイド・リーダー | aanvullend lesmateriaal (voor buitenlandse talen) |
| saifon-サイフォン | sifon; hevelfles (voor spuitwater) |
| saihate-最果て | de verste [meest afgelegen] (plek) |
| saihitsu-細筆 | verfijnd handschrift; geschreven in klein handschrift |
| saihitsu-細筆 | gedetailleerde beschrijving |
| saihō-西方 | het westen; de westelijke richting |
| saihō-西方 | (boeddh.) (afk. voor) het westelijke pure land van Amitabha |
| saihōjōdo-西方浄土 | (boeddh.) het westelijke pure land van Amitabha |
| saihon-サイホン | sifon; hevelfles (voor spuitwater) |
| saiiki-西域 | westelijke gebieden van China |
| saiiki-西域 | gebieden van het Midden-Oosten aan de westelijke grenzen van China |
| saiji-催事 | bijzondere viering [plechtigheid; feestelijkheid] |
| saiji-細事 | kleinigheid; bagatel; onbeduidendheid; triviale kwestie |
| saijitsu-祭日 | (nationale) feestdag; festivaldag |
| saijō-最上 | de beste |
| saijōkyū-最上級 | de beste (kwaliteit, e.d.); hoogste (cijfer, rang, e.d.) |
| saikan-才幹 | vermogen; bekwaamheid; talent; geschiktheid |
| saikeikoku-最恵国 | meest begunstigde natie (voor handel) |
| saikeirei-最敬礼 | meest respectvolle [diepste] buiging |
| saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
| saikō-最高 | het hoogste; beste; maximum |
| saikokineshisu-サイコキネシス | psychokinese |
| saikuru・hitto-サイクル・ヒット | (hitting for the cycle) een cycle slaan (bij honkbal, het slaan van een honkslag, een dubbeslag, een driehonkslag en een homerun in één wedstrijd) |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| sairei-祭礼 | religieus feest [festival] |
| sairō-豺狼 | berghond en wolf (hebzuchtige en wrede beesten) |
| sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
| sairon-細論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| sairyō-最良 | de beste; perfecte |
| sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
| saishi-祭祀 | (religieuze) dienst [ceremonie]; festival |
| saisho-細書 | geschreven in klein handschrift |
| saisho-細書 | gedetailleerde beschrijving |
| saishokushahon-彩飾写本 | manuscript met illustraties of (hoofd)letters van bladgoud of bladzilver |
| saitansai-歳旦祭 | nieuwjaarsfeest (een Shinto ritueel om het nieuwe jaar in te wijden, gevolgd door een sake (rijstwijn) ceremonie en mochi (gestampte rijst) ceremonie |
| saitaru-最たる | (bnw) beste; eerste; belangrijkste |
| saitei-裁定 | beslissing; uitspraak; arbitrage |
| saiteki-最適 | uiterste geschiktheid; beste oplossing [voorwaarde] |
| saiten-祭典 | festival; evenement |
| saitō-彩陶 | plateel keramiek (beschilderd Chinees aardewerk) |
| saiuyoku-最右翼 | dominant persoon; sterkste mededinger [deelnemer]; degene met de meeste kans (om te winnen) |
| saiwai-幸い | succes; voorspoed |
| saiyūshūsenshu-最優秀選手 | meest waardevolle speler |
| sajesuchon-サジェスチョン | suggestie; hint; verwijzing; voorstel |
| sajesuto-サジェスト | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; impliceren; aanraden |
| sajutsu-詐術 | zwendel; bedrog; valsheid in geschrifte |
| sakadokkuri-酒徳利 | sakefles |
| sakaeru-栄える | voorspoed hebben; succes hebben; floreren |
| sakamuke-逆剝け | (de plaats waar de huid langs de nagel in ingescheurd) nijnagel; dwangnagel; stroopnagel |
| sakari-盛り | bloeitijd; bloeiperiode; beste tijd |
| sake-酒 | sake; rijstwijn (meestal in de vorm お酒) |
| sakekasu-酒粕 | wijnmoer; droesem van wijn |
| sakekuse-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
| saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
| sakimonogai-先物買い | het kopen van futures [termijncontracten] |
| sakimonoshijō-先物市場 | termijnmarkt; futuresmarkt |
| sakimonotorihiki-先物取引 | (beursterm) handel in futures |
| sakizaki-先先 | (plaats van) bestemming |
| sakkā-サッカー | gestreept of geruit dun weefsel met een bobbelige structuur |
| sakka-擦過 | schaafplek; geschaaf; geschuur; geschraap |
| sakkin-殺菌 | sterilisatie; desinfectie |
| sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
| sakubun-作文 | (het schrijven van) een opstel; essay; verhandeling |
| sakuchū-作中 | iets dat [iemand die] wordt beschreven in een verhaal |
| sakujo-削除 | doorhaling; wegstreping; geschrapt woord; geschrapte passage |
| sakura-桜 | kersenboom; kersenbloesem |
| sakurafubuki-桜吹雪 | kersebloesem die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
| sakuragai-桜貝 | (kleine) roze zeeschelp (Nitidotellina nitidula) |
| sakurei-作例 | praktisch voorbeeld voor het schrijven van poëzie, essays, etc. |
| sakusei-作製 | fabricage; product; productieproces; makelij |
| sakushisha-作詞者 | liedjesschrijver; tekstschrijver |
| sakuzen-索然 | saaiheid; ongeïnteresseerdheid |
| sameru-覚める | gedesillusioneerd worden [raken] |
| san-山 | (in kanji combinaties) berg |
| san-纂 | (in kanji combinaties) verzamelen; samenstellen |
| san-蚕 | (in kanji combinaties) zijderups |
| sanaeda-早苗田 | rijstveld met net ontkiemde rijstplantjes |
| sanagara-宛ら | net [precies] als; even als |
| sanbīmu-サンビーム | zonnestraal |
| sanbonshōbu-三本勝負 | 3 game [best of three] wedstrijd; wedstrijd om drie punten |
| sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
| sangaku-参学 | bestudering van het boeddhisme (door zen-meditatie) |
| sangedatsumon-三解脱門 | (lett. poort van de drie bevrijdingen) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken |
| sangoju-珊瑚樹 | sneeuwbal (de heester Viburnum odoratissimum) |
| sangyō-三業 | 3 soorten horeca gelegenheden (restaurants, geishahuizen en bordelen) |
| sangyōritchi-産業立地 | geschikte locatie voor industrie; goed industriegebied |
| sangyōyobigun-産業予備軍 | industrieel reserveleger (Marxistische term voor de grote groep werkelozen, die door kapitalisten gebruikt werden om werkenden onder druk te zetten) |
| sanjigen-三次元 | drie dimensies |
| sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
| sanka-傘下 | onder de bescherming [hoede; paraplu; vleugels] van |
| sanka-惨禍 | een verschrikkelijke [vreselijke] ramp [catastrofe] |
| sankai-散会 | schorsing; reces (van zitting vanhet parlement) |
| sankan-三冠 | (Eng.: Triple Crown) bij honkbal, de speler met het beste slaggemiddelde, de meeste homeruns en de meeste punten gescoord met een goede hit |
| sankan'ō-三冠王 | (Eng.: Triple Crown) bij honkbal, de speler met het beste slaggemiddelde, de meeste homeruns en de meeste punten gescoord met een goede hit |
| sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
| sankōbunken-参考文献 | bibliografie; referenties |
| sankuchuari-サンクチュアリ | natuurreservaat |
| sanmai-三枚 | keukenmes voor het schoonmaken van (vooral) vis in drie lagen (top, midden (graten e.d.), en onder) |
| sanminshugi-三民主義 | (Chinese politieke filosofie bedacht door Sun Yat-sen) san-min-doctrine, de drie principes van het volk |
| sanmon-三門 | hoofdpoort in het hart van een boeddhistisch (Zen) tempelcomplex (meestal tussen de buitenpoort en de Hal van Boeddha) |
| sanmon-三門 | (sangedatsumon) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken) |
| sanpiryōron-賛否両論 | uiteenlopende [wisselende] meningen; zowel goede als slechte recensies] |
| sanpitsu-算筆 | rekenkunde en kalligrafie [lees- en schrijfvaardigheid] |
| sanpu-散布 | verspreiding; verstrooiing; besprenkeling; besproeiing |
| sanpuzu-散布図 | verspreidingskaart; verstrooiingsdiagram; besprenkelingsschema |
| sansai-三才 | alles in het universum |
| sansaku-散策 | gewandel; gekuier; geslenter |
| sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
| sansaro-三差路 | driesprong; drievoudige wegkruising; kruising van 3 wegen |
| sansei-三聖 | de drie mensen die het beste zijn in hun vakgebied (b.v. kalligrafie) |
| sansei-散聖 | respectvolle term voor een monnik [priester]; intreding tot een religie |
| sansei-散聖 | erenaam voor de priester Hotei |
| sanseiken-参政権 | kiesrecht; stemrewcht |
| sansōkōryū-三相交流 | krachtstroom; draaistroom; driefasespanning |
| sansui-散水 | besproeiing [besprenkeling] met water |
| sansūkentei-算数検定 | rekenvaardigheid test |
| sansukumi-三竦み | trilemma (een keuze uit 3 opties) |
| santoku-三徳 | een gebruiksvoorwerp dat drie functies in één heeft |
| santōna-山東菜 | een soort Chinese kool (Brassicaceae-familie) |
| sanze-三世 | drie generaties (vader, zoon, kleinzoon) |
| sanze-三世 | (boedd.) 3 existenties: verleden, heden en toekomst |
| sanzen-参禅 | beoefening van zen-meditatie (onder begeleiding van een zen-meester) |
| sanzuru-参ずる | (bescheiden woord voor) gaan; komen; bezoeken |
| san'i-賛意 | goedkeuring; instemming; toestemming |
| san・shēdo-サン・シェード | zonnescherm |
| saodake-竿竹 | bamboepaal; bamboestok |
| sapparishita-さっぱりした | netjes; schoon; opgeruimd |
| sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
| sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
| sarau-復習う | herzien; opnieuw beoordelen [leren]; herhalen (van gestudeerde materialen) |
| saritote-然りとて | desalniettemin; en toch |
| sarome-サロメ | Salomé (in de Bijbel, de dochter van Herodias, Nieuwe Testament) |
| saron-サロン | sarong (Indonesisch kledingstuk) |
| sarumawashi-猿回し | een straatartiest die een aap allerlei kunstjes laat doen (vooral op Nieuwjaar) |
| saryūto-サリュート | Saljoetprogramma (een serie Russische ruimtestations) |
| sasadake-笹竹 | dwergbamboe; kleine bamboesoort |
| sasagaki-笹掻き | gesneden reepjes; schaafsel; slijpsel |
| sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
| sasaori-笹折り | een doosje gemaakt van dungesneden hout |
| sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
| sasayaka-細やか | pover; eenvoudig; bescheiden |
| sashiashi-差し足 | (bij paardenraces) de laatste spurt waarmee een paard de anderen inhaalt en net als eerste over de finish komt |
| sashibashi-刺し箸 | eetstokjes gebruikt om in eten te prikken en het daarna in de mond te stoppen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| sashichigaeru-刺し違える | elkaar steken (met een zwaard, mes, e.d.) |
| sashichigaeru-刺し違える | (bij sumo, verkeerde beslissing van de scheidsrechter) de verkeerde worstelaar als winnaar aanwijzen |
| sashigane-差し金 | aansporing; suggestie; instructie achter de schermen |
| sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
| sashimi-刺身 | sashimi (Japans gerecht); (in) dunne plakjes (gesneden) rauwe vis |
| sashiosae-差し押え | inbeslagname; beslaglegging; (financiële) executie |
| sassui-撒水 | besproeiing [besprenkeling] met water |
| sasu-注す | markeren (van correcties, etc.) |
| sasupendeddo・gēmu-サスペンデッド・ゲーム | gestaakte wedstrijd |
| sataia-サタイア | satire; bespotting; ironie; literair genre |
| satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| satoimo-里芋 | taro (plant, Colocasia esculenta) |
| satsumajiru-薩摩汁 | Satsuma soep (lokale variant van misosoep met kip of varkensvlees) |
| saundo・chekku-サウンド・チェック | geluidstest |
| sawagu-騒ぐ | stampij [drukte] maken (om iets); luid protesteren |
| sawara-椹 | dwergcipres (Chamaecyparis pisifera) |
| sawayaka-爽やか | het welbespraakt zijn |
| sayadō-鞘堂 | een hal die is gebouwd om de buitenkant van een ander gebouw volledig te bedekken (ter bescherming) |
| sayaendō-莢豌豆 | peultjes; peulen |
| sazae-栄螺 | Turbo cornutus, een zeeslak |
| sazare-細 | (in kanji combinaties) klein; smal |
| sazukarimono-授かり物 | zegen; (gods)geschenk; meevaller |
| sēbu-セーブ | besparen |
| sei-性 | sekse; geslacht; (grammatica) genus; gender(identiteit) |
| sei-棲 | (in kanji combinaties) leven; wonen |
| sei-正 | iets dat logisch is; thesis |
| sei-西 | het westen |
| sei-西 | landen van het Westen; Europa |
| seibai-成敗 | straf; bestraffing |
| seibetsu-性別 | geslacht; geslachtsonderscheid |
| seibetsu-生別 | bij leven gescheiden; apart [gescheiden] leven; niet meer samenwonen met iemand |
| seibetsuhyōgen-性別表現 | genderexpressie |
| seibu-西部 | het westelijk deel; het westen |
| seibunhō-成文法 | geschreven wet; staatswet |
| seibyō-性病 | geslachtsziekte |
| seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
| seichō-清聴 | het aandachtig beluisteren; respectvolle aandacht |
| seidan-聖断 | keizerlijk besluit |
| seido-精度 | precisie; nauwkeurigheid; accuratesse |
| seido-西土 | landen in het westen (vanuit het perspectief van Japan, b.v. China of India) |
| seiei-精鋭 | de beste; de elite; keur |
| seifū-清風 | verfrissende wind; aangename (koele) bries |
| seigen-制限 | beperking; restrictie; begrenzing |
| seigyo-制御 | bediening; besturing |
| seihai-成敗 | succes en mislukking; slagen en falen |
| seihangō-正反合 | (in filosofie, drie stadia van dialectische logica geformuleerd door Hegel) these, antithese, synthese |
| seihantai-正反対 | precies het tegenovergestelde [tegendeel; omgekeerde] |
| seihi-成否 | resultaat; uitkomst; succes of mislukking |
| seihō-西方 | het westen; de westelijke richting |
| seihoku-西北 | het noordwesten |
| seihokusei-西北西 | het westnoordwesten |
| seiiki-西域 | westelijke gebieden van China |
| seiiki-西域 | gebieden van het Midden-Oosten aan de westelijke grenzen van China |
| seiippai-精一杯 | uit alle macht; naar (iemand's) beste vermogen; zo goed mogelijk |
| seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
| seiji-盛事 | groots evenement; succesvolle zaak [onderneming] |
| seijinnohi-成人の日 | (nationale feestdag) dag van de volwassenwording (2de maandag in januari, als iemand 20 jaar wordt) |
| seijitsu-聖日 | heilige dag (Christelijke feestdag) |
| seijō-政情 | politieke situatie [toestand] |
| seijū-西戎 | Xirong, een term die in het oude China werd gebruikt voor verschillende etnische groepen in het westen, zoals Turken en Tibetanen |
| seika-成果 | resultaat; prestatie; uitkomst; vruchten (fig.) |
| seika-精華 | essentie; kern; hoofdzaak |
| seika-聖歌 | hymne; geestelijk [religieus] lied [gezang] |
| seikai-盛会 | een succesvolle bijeenkomst [vergadering] |
| seikansenshō-性感染症 | seksueel overdraagbare aandoening; geslachtsziekte |
| seikatsu-生活 | het (dagelijks) leven; bestaan |
| seikei-西経 | westerlengte |
| seikō-性交 | copulatie; geslachtsgemeenschap; paring (bij mensen) |
| seikō-成功 | succes; prestatie |
| seikōhō-製鋼法 | staalproductieproces |
| seikōikansenshō-性行為感染症 | seksueel overdraagbare aandoening (soa); geslachtsziekte |
| seikon-精魂 | ziel; geest |
| seikōsuru-成功する | succes boeken; slagen; succesvol zijn |
| seikōtōtei-西高東低 | hoge barometerdruk in het westen, lage druk in het oosten |
| seikyō-盛況 | voorspoed; welvaart; succes |
| seikyūsakijūsho-請求先住所 | factuuradres |
| seimei-生命 | het leven; het bestaan |
| seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
| seimitsukōgyō-精密工業 | precisie-industrie (machines) |
| seinan-西南 | het zuidwesten |
| seinansei-西南西 | het westzuidwesten |
| seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
| seiō-西欧 | West-Europa |
| seiran-清覧 | (respectvol woord in een brief voor) het kijken |
| seirei-政令 | regeringsverordening; kabinetsbesluit |
| seirei-精霊 | de geest van een dode [overleden] persoon |
| seireishiteitoshi-政令指定都市 | decretaal gedesigneerde stad (met meer dan 500.000 inwoners, en met fiscale en bestuurlijke bevoegdheden, die gelijk zijn aan die van prefecturen) |
| seireki-西暦 | Westerse (Christelijke) jaartelling |
| seiritsu-成立 | vestiging; formalisatie; verwezelijking; het onstaan |
| seiryūtō-青竜刀 | Chinees slagzwaard [kromzwaard] (met op het uiteinde van het handvat een blauwe draak als versiering) |
| seisa-性差 | geslachtsonderscheid; verschil in sekse (tussen man en vrouw) |
| seisai-制裁 | sanctie; straf; bestraffing |
| seisan-成算 | hoop op succes; kans van slagen |
| seisankōtei-生産工程 | productieproces |
| seisatsu-省察 | reflectie; overweging; beschouwing |
| seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
| seiseki-成績 | resultaat; prestatie |
| seishi-製紙 | (het proces van) het vervaardigen [maken] van papier |
| seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
| seishi-静思 | overdenking; meditatie; bespiegeling; beschouwing; contemplatie; reflectie |
| seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
| seishin-精神 | geest; karakter; ziel |
| seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
| seishineiseigaku-精神衛生学 | geestelijke gezondheidsleer |
| seishinhattatsu-精神発達 | psychogenese; geestelijke ontwikkeling |
| seishinhattatsuchitai-精神発達遅滞 | geestelijke [intellectuele] ontwikkelingsstoornis; geestelijk gehandicapt zijn |
| seishinkagaku-精神科学 | geesteswetenschappen; alfawetenschappen |
| seishinnenrei-精神年齢 | mentale [geestelijke] leeftijd |
| seishinseikatsu-精神生活 | spiritueel [geestelijk] leven |
| seishinshōgaisha-精神障害者 | geestelijk gehandicapte (persoon); persoon met geestelijke [verstandelijke] beperking |
| seishinshōkai-精神障害 | geestesstoornis; psychische aandoening; geestesziekte |
| seishinteki-精神的 | mentaal; geestelijk; psychisch |
| seishin'eisei-精神衛生 | geestelijke [psychische] gezondheid |
| seisho-清書 | het netjes overschrijven (van aantekeningen, e.d.); een goede [nette] kopie (m.n. in schoonschrift) |
| seisho-聖書 | Bijbel; Testament |
| seishōdō-性衝動 | geslachtsdrift; seksuele drang [impuls; behoefte] |
| seishoku-聖職 | de geestelijkheid; het ordinaat; de geestelijken |
| seishōnenhogo-青少年保護 | jeugdbescherming |
| seishuku-星宿 | sterrenbeeld (een van de 28 huizen van de Chinese sterrenbeelden) |
| seitai-政体 | bestuursvorm; overheidssysteem; staatsbestel |
| seitakaawadachisō-背高泡立草 | Canadese guldenroede (Solidago altissima) |
| seitake-背丈 | statuur; gestalte; lichaamslengte |
| seiten-聖典 | heilig geschrift [boek] (met woorden en daden van heiligen) |
| seitenkanshujutsu-性転換手術 | geslachtsveranderende operatie |
| seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
| seiun-青雲 | onthechting van de wereld [van het aardse bestaan] |
| seiyaku-制約 | beperking; restrictie; voorwaarde |
| seiyaku-製薬 | vervaardiging van geneesmiddelen [medicijnen] |
| seiyō-西洋 | het Westen; Occident |
| seiyōbuyō-西洋舞踊 | westerse {Europese] dans |
| seiyōsumomo-西洋李 | Westerse pruimenboom; pruim |
| seiyōtochinoki-西洋栃の木 | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
| seiyōtoneriko-西洋トネリコ | es; essenboom (Fraxinus excelsior) |
| seizei-せいぜい | hooguit; op zijn best [hoogst]; zoveel mogelijk |
| seizen-西漸 | westwaartse beweging; het naar het westen gaan [trekken] |
| seizōgyō-製造業 | fabrikant(en); productiesector; verwerkende industrie |
| seizōkōtei-製造工程 | productieproces |
| seizon-生存 | het leven; bestaan; overleving |
| seizonkyōsō-生存競争 | de strijd om het bestaan |
| seizui-精髄 | essentie; hoofdbestanddeel; kern van de zaak |
| sejin-世塵 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
| sejō-世情 | de toestand van de wereld [samenleving] |
| sekaiichi-世界一 | de beste [nummer één] van de wereld |
| sekaiisan-世界遺産 | werelderfgoed (UNESCO) |
| sekaikan-世界観 | iemands kijk op de wereld [maatschappij]; wereldbeeld; wereldbeschouwing; maatschappijbeeld |
| sekaishi-世界史 | wereldgeschiedenis |
| sekakkō-背格好 | (iemands) lichaamsbouw; grootte; gestalte; statuur |
| seken-世間 | de wereld; de toestand in de wereld; hoe het er in de wereld aan toegaat; de mensen (in de wereld) |
| sekenbanashi-世間話 | geklets; kletspraatjes; praten over koetjes en kalfjes |
| seki-咳 | hoest; kuch |
| seki-夕 | (in kanji combinaties) avond |
| seki-昔 | (in kanji combinaties) vroeger; in het verleden; lang geleden |
| sekiageru-咳き上げる | een hoestbui hebben; constant hoesten; ophoesten |
| sekibarai-咳払い | kuch; gehoest |
| sekibaraisuru-咳払いする | hoesten; kuchen; rochelen; de keel schrapen |
| sekidome-咳止め | hoestmiddel; hoestdrank |
| sekidomeshiroppu-咳止めシロップ | hoestsiroop |
| sekimonshingaku-石門心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| sekisaba-関鯖 | Seki makreel (vis die wordt gevangen in de Bungo zeestraat, tussen Shikoku en Kyushu)) |
| sekishō-石菖 | dwergkalmoes (Acorus gramineus) |
| sekiyuyushutsukokukikō-石油輸出国機構 | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) |
| sekkei-設計 | ontwerp; vormgeving; design |
| sekkei-雪渓 | sneeuwvallei; besneeuwde vallei; vallei waar zelfs in de zomer sneeuw ligt |
| sekken-接見 | een (vraag)gesprek van een verdachte die in hechtenis zit met zijn [haar] advocaat |
| sekken-節倹 | kostenbesparing; zuinigheid |
| sekko-セッコ | technieksymbool in de klassieke muziek (in muzieknotatie soms geschreven in de afkorting: sec) |
| sekkusu-セックス | seks; geslacht; geslachtsgemeenschap |
| sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
| sekuretarī-セクレタリー | secretaris (m); secretaresse (v) |
| sekushon・pēpā-セクション・ペーパー | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
| semeotosu-責め落とす | iem. beschuldigen en laten bekennen; een bekentenis afdwingen |
| semetateru-責め立てる | verwijten; beschuldigen; hevig bekritiseren |
| semidokyumentarī-セミドキュメンタリー | semidocumentaire; gespeelde documentaire |
| seminā-セミナー | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
| seminarī-セミナリー | seminarie; theologische hogeschool; priesteropleiding |
| semipuro-セミプロ | semi-professioneel |
| semipuro-セミプロ | een semiprof [semiprofessional] |
| sen-専 | onontbeerlijk; onmisbaar; essentieel; noodzakelijk; eerste |
| sen-煎 | (in kanji combinaties) roosteren; grillen |
| sen-賤 | (in kanji combinaties) lage stand [status; rang] |
| sen-践 | (in kanji combinaties) (op)stappen; staan (op); lopen |
| senge-遷化 | (boeddh.) dood van een hogepriester |
| sengi-詮議 | discussie; beraadslaging; overleg; bespreking; overweging |
| sengiri-千切り | (groenten) in fijne reepjes gesneden; gesneden à la julienne |
| sengyō-専業 | voltijdbaan; hoofdberoep; gespecialiseerd beroep |
| senjimon-千字文 | (Qianziwen) klassiek Chinees gedicht van duizend karakters (geschreven door Zhou Xingsi, 470─521) |
| senju-専修 | bestudering [beoefening] van de boeddhistische leer; het reciteren van de nenbutsu |
| senjukannon-千手観音 | duizend-armige kannon [Avalokiteshvara] |
| senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
| senka-専科 | gespecialiseerde vakstudie |
| senka-戦果 | opbrengsten [resultaat] van de oorlog; wapenfeiten |
| senka-泉下 | het hiernamaals; de onderwereld; Hades |
| senka-遷化 | (boeddh.) dood van een hogepriester |
| senka-選歌 | selectie gedichten; bloemlezing; een geselecteerd gedicht |
| senkō-遷幸 | verhuizing van een keizer (of ex-keizer) naar een andere residentie |
| senkōhanabi-線香花火 | (wierookstokjes vuurwerk) traditioneel Japans vuurwerk (een soort sterretje) |
| senkotsu-仙骨 | kluizenaarsbestaan; het uiterlijk van een kluizenaar |
| senkyoken-選挙権 | stemrecht; kiesrecht |
| senkyoku-戦局 | oorlogssituatie; oorlogstoestand |
| senkyoseido-選挙制度 | kiessysteem; kiesstelsel |
| senkyotaisaku-選挙対策 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| senkyotaisakuiinkai-選挙対策委員会 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| senmonka-専門家 | specialist; expert; deskundige |
| sennorikyū-千利休 | Sen no Rikyū (beroemde theeceremonie-meester 1522-1591) |
| sennuki- 栓抜き | flessenopener; flesopener; kurkentrekker |
| sensei-先生 | (aanspreektitel voor) een leraar; docent; professor; arts |
| sensei-専制 | despotisme |
| senseikunsha-専制君主 | absolute vorst [heerser]; despoot |
| senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
| senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
| senshuken-選手権 | voorselectie kwalificatie van een atleet [sportman/-vrouw] (voor internationale competities e.d.) |
| senso-践祚 | troonsbestijging (van een keizer) |
| sensōkoji-戦争孤児 | oorlogswees |
| sentai-戦隊 | (marine) eskader; smaldeel |
| sentai-選対 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| sentai-選対 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| sentakuken-選択権 | kiesrecht; (recht van) keuze [optie] |
| sentankyōfushō-先端恐怖症 | aichmofobie (vrees voor scherpe voorwerpen) |
| sentobinsento・gurenadīn-セントビンセント・グレナディーン | Saint Vincent en de Grenadines |
| sentoraru・fairu・shisutemu-セントラル・ファイル・システム | centraal bestandssysteem |
| senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
| separētā-セパレーター | iemand [iets] dat scheidt; afscheider; afscheidingstoestel; centrifugaal machine |
| separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
| seppitsu-拙筆 | (in bescheidenheid over) het eigen handschrift |
| serifugeki-台詞劇 | voorstelling [toneelstuk] met alleen gesproken tekst (zonder muziek, dans, etc.) |
| seriotosu-競り落とす | een succesvol [het winnende] bod uitbrengen (op een artikel) |
| serufu・kontorōru-セルフ・コントロール | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| sērusu・tōku-セールス・トーク | verkooppraatje; salestalk |
| seseribashi-せせり箸 | eetstokjes die worden gebruikt om een beetje te spelen met eten [in het eten zitten te zoeken of prikken] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| sesesshon-セセッション | afscheiding; secessie |
| seshiumu-セシウム | cesium (chem. element) |
| sesō-世相 | toestand in de wereld; wereldorde; sociale omstandigheden |
| sesshō-折衝 | onderhandeling(en); gesprekken |
| sesshon-セッション | zitting; vergadering; zittingsperiode; sessie |
| sesshū-接収 | confiscatie; inbeslagneming |
| sessō-節操 | bestendigheid; standvastigheid; trouw; integriteit |
| sessui-節水 | waterbesparing; zuinig [spaarzaam] zijn met water |
| sesuna-セスナ | Cessna, (Amerikaans) licht vliegtuig |
| setomono-瀬戸物 | Chinees of Japans aardewerk |
| setsu-設 | (in kanji combinaties) installeren; voorbereiden; inrichten; vestigen |
| setsubitōshi-設備投資 | kapitaalinvestering; investering in outillage [machinerie; apparatuur] |
| setsubun-節分 | Setsubun festival (laatste dag van de winter in de maankalender, 3 a 4 febr.; met het ritueel van bonen strooien om boze geesten weg te jagen) |
| setsuden-節電 | electriciteitsbesparing |
| setsujoku-雪辱 | eerwraak; eerherstel; wraakneming; represaille |
| setsumei-説明 | uitleg; beschrijving; verduidelijking |
| setsurei-雪嶺 | besneeuwde bergtop |
| setsurumento-セツルメント | vestigingswerk in wijken; sociaal werk om de levensomstandigheden in arme buurten te verbeteren |
| setsuyaku-節約 | bezuiniging; zuinigheid; besparing |
| setsuyakusuru-節約する | bezuinigen; besparen |
| setsuzan-雪山 | een besneeuwde berg |
| settei-設定 | oprichting; instelling; vestiging; configuratie |
| setteisuru-設定する | oprichten; vestigen; instellen; configureren |
| setto-セット | toestel; apparatuur |
| settoōru-セットオール | gelijke stand in sets bij tennis, tafeltennis, e.d. (waarna een afsluitende set wordt gespeeld om een winnaar aan te wijzen) |
| settopointo-セットポイント | setpoint (punt dat een set beslist (tennis, tafeltennis, e.d.) |
| seyo-施与 | liefdadigheid; het geven van een aalmoes; dispensatie; genade |
| seze-世世 | generaties lang; vele generaties; generatie na generatie |
| sha-車 | (in kanji combinaties) auto; wagen; voertuig; kar |
| shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
| shabushabu-しゃぶしゃぶ | Japans gerecht (aan tafel geserveerd waarbij plakjes vlees met eetstokjes door een pan met bouillon en groenten worden gehaald) |
| shafuto-シャフト | as; drijfas (in machines) |
| shageki-射撃 | (artillerie)beschieting (zoals vanaf marineschepen e.d.) |
| shagi-謝儀 | dankbetuiging; dankoffer; geschenk uit dankbaarheid |
| shagī・katto-シャギー・カット | kapsel dat in lagen van verschillende lengtes is geknipt |
| shahon-写本 | een (geschreven) manuscript; kopie van een boek |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shainshokudō-社員食堂 | bedrijfskantine; bedrijfsrestaurant |
| shakaihokenryo-社会保険料 | sociale verzekeringspremies |
| shakaimondai-社会問題 | maatschappelijk probleem [vraagstuk]; sociale kwestie |
| shakitto-しゃきっと | (onomatopee) verfrissend; zuiver; netjes; stijlvol |
| shakō-遮光 | bescherming tegen licht; verduistering |
| shakuhachi-尺八 | Japanse bamboefluit (met 5 gaatjes) |
| shakujō-錫杖 | staf van een boeddhistische priester [monnik; asceet] |
| shakuyaku-芍薬 | Chinese pioen (Paeonia lactiflora) |
| shakyō-写経 | overgeschreven soetra |
| shamen-赦免 | gratie; kwijtschelding; amnestie; absolutie |
| shamisen-三味線 | shamisen (driesnarig muziekinstrument) |
| shamuneko-シャム猫 | siamees; Siamese kat |
| shamusōseiji-シャム双生児 | een Siamese tweeling |
| sharakusai-洒落臭い | schaamteloos; onbeschaamd; brutaal |
| shāshī-シャーシー | een behuizing waarin het moederbord, geheugen, diskettes en andere onderdelen van een computer zijn gemonteerd |
| shashinseihan-写真製版 | lichtdruk proces; fotogravure |
| shattā・chansu-シャッター・チャンス | beste sluitertijd om een foto te nemen |
| shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| shi-姿 | (in kanji combinaties) vorm; figuur |
| shi-師 | docent; leraar; mentor; leermeester; expert |
| shi-紙 | (in kanji combinaties) papier |
| shi-視 | (in kanji combinaties) zien; beschouwen |
| shian-思案 | overdenking; overweging; reflectie; bespiegeling; beschouwing |
| shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
| shibashi-暫し | even; eventjes; voor een tijdje |
| shiben-思弁 | hypothese; speculatie; contemplatie |
| shiben-至便 | zeer handig [geschikt; gunstig] |
| shibetsu-死別 | door de dood gescheiden; iemand verliezen door de dood |
| shibireei-痺れ鱏 | sidderrog (Torpediniformes) |
| shibireei-痺れ鱝 | sidderrog (Torpediniformes) |
| shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
| shibirizēshon-シビリゼーション | (Eng.: civilization) beschaving |
| shibito-死人 | dode; overledene; gestorvene |
| shibo-私募 | verkoop van aandelen buiten de beurs om (aan klein aantal potentiële investeerders) |
| shibōkatashō-脂肪過多症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
| shibosai-私募債 | private (plaatsing van) obligaties |
| shibugami-渋紙 | Japans papier behandeld met gefermenteerd sap van onrijpe kaki's waardoor het bruin, waterbestendig en stevig wordt |
| shiburetto-シブレット | bieslook (Allium schoenoprasum) |
| shiburibara-渋り腹 | tenesmus; (pijnlijke) stoelaandrang |
| shichigon-七言 | Chinees gedicht waarbij elke regel uit 7 karakters bestaat |
| shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
| shichikaiki-七回忌 | zevende sterfdag; zevende herdenkingsdag (in het zesde jaar) van een overlijden |
| shichikaiki-七回忌 | boeddhistische herdenkingsdienst die wordt gehouden in het zesde jaar sinds het overlijden |
| shichiku-紫竹 | een stevige hoge (donkerpaarse) bamboesoort (wordt vaak rond huizen geplant als windbreker) |
| shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
| shichiya-質屋 | pandjeshuis; lommerd |
| shichiyō-七曜 | een familiewapen (bestaande uit zes kleine cirkels rond een centrale cirkel) |
| shichō-市長 | burgemeester van een grote stad |
| shichō-師長 | docent [meester] en superieur [leidinggevende] |
| shichōsha-視聴者 | toeschouwer; kijker; publiek |
| shichuēshon-シチュエーション | situatie; toestand; omstandigheden; positie |
| shidaigaki-次第書き | geschreven [gedrukt] programma |
| shidaku-拉く | verpletteren; verwoesten |
| shidan-指弾 | beschuldiging; berisping; terechtwijzing; vingerwijzing |
| shidashi-仕出し | catering (het leveren van gerechten op bestelling) |
| shiden-師伝 | het onderricht van de meester aan zijn leerlingen [volgelingen]; onderricht [les] krijgen van de meester zelf |
| shidō-師道 | het juiste pad [gedrag] van de meester [leraar] |
| shidō-指導 | advies; raad; instructie; begeleiding |
| shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shidokoro-為所 | geschikt moment [goede gelegenheid] om (iets) te doen |
| shidōkyōyu-指導教諭 | een leraar die niet alleen lesgeeft aan scholieren en studenten, maar ook andere leraren begeleidt |
| shidōryō-指導料 | advieskosten |
| shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shie-紫衣 | paars priestergewaad; paarse soutane |
| shifū-師風 | de (academische of artistieke) stijl van de meester |
| shifu-詩賦 | Chinese poëzie |
| shigaidenwa-市外電話 | interlokaal (telefoon)gesprek |
| shigaku-史学 | (de studie van) geschiedenis |
| shigaku-私学 | privéschool; privé opleiding; privé onderwijs |
| shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
| shigei-至芸 | volmaakte [perfecte; meesterlijke; onovertroffen] uitvoering [kunst] |
| shigeki-史劇 | historiestuk; historisch drama [toneelstuk] |
| shigen-至言 | een waar woord; goed gezegde; toepasselijke [juiste] beschrijving |
| shigin-歯齦 | tandvlees |
| shigo-私語 | privé [geheim] gesprek |
| shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
| shigyaku-弑逆 | het doden (door iemand) van zijn vader [meester; heer] |
| shihai-支配 | leiding; bestuur; beheer; controle |
| shihaisha-支配者 | heerser; bestuurder |
| shihaisō-支配層 | de heersende klasse; gevestigde orde |
| shihaisuru-支配する | leiden; besturen; beheren; controleren |
| shihan-師範 | (groot)meester; instructeur |
| shihonjunbikin-資本準備金 | kapitaalreserve(s) |
| shihonkin-資本金 | aandelenkapitaal; geïnvesteerd vermogen |
| shihontōshi-資本投資 | kapitaalinvestering |
| shiigyaku-弑逆 | het doden (door iemand) van zijn vader [meester; heer] |
| shiika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
| shiiru-誣いる | vals beschuldigen; belasteren |
| shiisosan-尸位素餐 | er de kantjes aflopen; niet alles doen waar men wel voor wordt betaald |
| shiitake-椎茸 | shiitake (paddenstoel: Lentinula edodes) |
| shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
| shijindaiho-私人逮捕 | burgerarrest; burgerarrestatie |
| shijisha-支持者 | aanhanger; voorstander; medestander |
| shijō-史上 | in de geschiedenis; (vanuit een) historisch [geschiedkundig] (perspectief) |
| shijō-紙上 | geschreven [gedrukt] op papier |
| shika-史家 | historicus; geschiedkundige |
| shika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
| shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
| shikaisha-司会者 | ceremoniemeester |
| shikakehin-仕掛品 | onderhanden werk (term in de financiële administratie voor producten die nog niet gereed zijn en waarvoor nog geen factuur gestuurd is) |
| shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
| shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| shikan-祠官 | een Shinto priester |
| shikaniku-鹿肉 | hertenvlees |
| shikarubeki-然るべき | geschikt; toepasselijk; juist |
| shikashinagara-然しながら | echter; desalniettemin; maar toch |
| shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
| shike-師家 | zenmeester; zazen-leraar |
| shike-師家 | Zazen-meester |
| shikei-師系 | kunststroming van een meester |
| shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
| shikekomu-しけ込む | stiekem naar de rosse buurt [een minnares, e.d.] gaan |
| shiken-試験 | examen; tentamen; test |
| shikenkikan-試験期間 | testperiode; proefperiode |
| shikensuru-試験する | examineren; testen |
| shikiji-式次 | programmering [programma; volgorde] van ceremonies [rituelen] |
| shikikin-敷金 | waarborgsom; zekerheidsreserve |
| shikiriita-仕切り板 | scheidingswand (in vrachtruimtes van schepen e.d.) |
| shikiriita-仕切り板 | tussenschot van glas (in bezoekersruimtes van gevangenissen e.d.) |
| shikisokuzekū-色即是空 | vorm [materie] is leegte (boeddhisme); alles is ijdelheid |
| shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
| shikkei-失敬 | pardon; sorry; groet van degene die weggaat (gebruikt meestal door mannen) |
| shikketsu-失血 | bloedverlies |
| shikkō-執行 | uitvoering; voltrekking (van een beslissing, vonnis, e.d.) |
| shikkō-失効 | ongeldigheid; verlies van effectiviteit [geldigheid]; het verlopen [vervallen] |
| shikkōyaku-執行役 | uitvoerend functionaris [bestuurder; manager] (belast met de bedrijfsvoering) |
| shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
| shikkyaku-失脚 | misstap; uitglijder; val; ondergang; verlies van positie |
| shikō-試航 | (bij schepen) proefvaart; (bij vliegtuigen) proefvlucht; testvlucht |
| shikona-醜名 | (四股名) ringnaam; de professionele naam van sumoworstelaars |
| shikōpurosesu-思考プロセス | denkproces |
| shikoro-錏 | nekbeschermende delen [platen] van een Japanse samoeraihelm |
| shikyō-詩境 | poëtische gemoedstoestand (bij het componeren, lezen of reciteren van een gedicht) |
| shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
| shimahebi-縞蛇 | Japanse (gestreepte) rattenslang (Elaphe quadrivirgata) |
| shimakage-島陰 | de luwte [beschutting] van een een eiland |
| shimaru- 閉まる | gesloten worden; vastgebonden worden |
| shimegane-締め金 | gesp |
| shimeitsūwa-指名通話 | een persoonlijk gesprek (telefoon) |
| shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
| shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
| shimeru-占める | in beslag nemen; omvatten; bevatten; vormen; beslaan; |
| shimogakoi-霜囲い | vorstbescherming; beschermlaag tegen de vorst (b.v. stro) |
| shimogoe-下肥 | mest (gemaakt van menselijke uitwerpselen) |
| shimon-諮問 | consultatie; navraag; (vraag om) advies |
| shimoyashiki-下屋敷 | (Edo periode) residentie van de daimyo in de buitenwijken van Edo |
| shimoyo-霜夜 | een vriesnacht; ijskoude nacht |
| shin-寝 | (in kanji combinaties) slaap; slapen |
| shin-新 | (in kanji combinaties) nieuw |
| shin-深 | (in kanji combinaties) diep; diepgaand; intens; sterk |
| shin-薪 | (in kanji combinaties) brandhout |
| shin-辛 | (in kanji combinaties) pittig; bitter; heet; scherp |
| shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| shinadama-品玉 | het jongleren (met ballen, messen, etc.) |
| shinagaki-品書き | inventarislijst; boedelbeschrijving; catalogus |
| shinagaki-品書き | (restaurant) menu |
| shinaidenwa-市内電話 | lokaal (telefoon)gesprek |
| shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
| shinasoba-支那蕎麦 | Chinese soba-noedels |
| shinbashira-心柱 | (Tenrikyō shintō) hoofdpriester; leider |
| shinbi-審美 | gevoel voor schoonheid; esthetisch gevoel voor het onderscheiden van schoonheid |
| shinboku-神木 | een boom bewoond door een god of geest |
| shinchō-身長 | lichaamslengte; gestalte; postuur |
| shinchū-心中 | je ware inborst; innerlijk; hart; geest |
| shinchū-真鍮 | messing; (geel)koper |
| shindenzukuri-寝殿造り | een stijl van aristocratische residenties in de Heian-periode, met het slaapzaalgebouw in het midden van het complex |
| shinderera-シンデレラ | Assepoester |
| shindoku-真読 | het reciteren van een volledige soetra (bij boeddhistische ceremonies e.d.) |
| shingā-シンガー | zanger (m); zangeres (v) |
| shingaku-心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| shingan-心眼 | geestesoog; innerlijke aanschouwing |
| shingeki-新劇 | nieuw [Westers] soort theater [toneel]; nieuwe manier van acteren |
| shingeki-進撃 | (leger) opmars; aanval; bestorming |
| shingekisuru-進撃する | (de vijand) aanvallen; bestormen; opmarcheren |
| shingonshū-真言宗 | shingon school (esoterische stroming binnen het boeddhisme) |
| shiniku-歯肉 | tandvlees; gingiva |
| shiniku-死肉 | vlees van een kadaver [karkas] |
| shinikuen-歯肉炎 | gingivitis; tandvleesontsteking |
| shinin-死人 | dode; overledene; gestorvene |
| shinise-老舗 | winkelonderneming met een lange geschiedenis, die van generatie op generatie wordt voortgezet |
| shinizokonai-死に損ない | zelfmoordpoging (zonder succes) |
| shinji-新字 | kanji die voor het eerst in lesboeken worden gegeven |
| shinjikēto・rōn-シンジケート・ローン | gesyndiceerde lening; syndicaatlening |
| shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
| shinkanshōkai-新刊紹介 | boekrecensie; boekbespreking |
| shinkeishitsu-神経質 | kieskeurigheid; pietluttigheid |
| shinkenshōbu-真剣勝負 | een gevecht met echte zwaarden; een spel dat serieus gespeeld wordt |
| shinki-心機 | mentale toestand [houding] |
| shinkon-身魂 | ziel; lichaam en geest |
| shinkōsei-進行性 | (van ziekte) progressiviteit; voortwoekering |
| shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
| shinkyō-心境 | gemoedstoestand; mentaliteit |
| shinkyō-新教 | protestantisme |
| shinmei-神明 | de menselijke ziel [geest] |
| shinmotsu-進物 | gift; cadeau; presentje |
| shinnenkai-新年会 | nieuwjaarsfeest |
| shinnyū-侵入 | betreding zonder toestemming (van prive terrein, of verboden terrein); wederrechtelijke betreding |
| shinobinaki-忍び泣き | het stilletjes [zacht; onderdrukt] snikken [huilen] |
| shinodake-篠竹 | kleine bamboesoort (met smalle bladeren) |
| shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
| shinopushisu-シノプシス | synopsis (korte beschrijving van de inhoud) |
| shinpai-心配 | bezorgdheid; ongerustheid; angst; vrees |
| shinpin-神品 | meesterwerk; kalligrafie [schilderij] van de hoogste kwaliteit |
| shinpin-神品 | (christelijk-orthodoxe kerk) het priesterschap |
| shinposhugi-進歩主義 | progressiviteit |
| shinpoteki-進歩的 | progressief; vooruitstrevend |
| shinpu-神父 | priester |
| shinpuku-臣服 | leenmanschap; ondergeschiktheid; onderworpenheid; vazal zijn |
| shinrabanshō-森羅万象 | de Natuur; alles in de natuur; de Schepping; het Universum |
| shinrei-心霊 | geest; ziel; spook |
| shinri-審理 | beraadslaging; proces; rechtszaak |
| shinri-心理 | geestestoestand; geestesgesteldheid |
| shinrō-心労 | angst; bezorgdheid; vrees |
| shinryaku-侵略 | invasie; inval; agressie |
| shinryakusensō-侵略戦争 | aanvalsoorlog; agressieoorlog |
| shinryakusha-侵略者 | agressor; aanvaller; indringer |
| shinsei-親政 | persoonlijke regering [heerschappij; bestuur] van een keizer of koning |
| shinsen-新選 | (op)nieuw samengesteld [geselecteerd; bewerkt] zijn |
| shinsesaizā-シンセサイザー | synthesizer (muziek) |
| shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
| shinsho-信書 | brief; correspondentie; epistel |
| shinsho-親書 | iets dat zelf (met de hand) geschreven is; een handgeschreven brief |
| shinshōhitsubatsu-信賞必罰 | het expliciet belonen of bestraffen van gedrag |
| shinshoku-神職 | Shinto priester |
| shinshoku-神職 | Shinto priesterschap |
| shinshutsukibotsu-神出鬼没 | onverwachte verschijning en verdwijning (zoals van goden en geesten, e.d. op een plaats) |
| shinsotsu-新卒 | een pas [recent] afgestudeerd iemand; iemand die net zijn (school, universiteit, etc.) opleiding heeft voltooid |
| shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shintakuginkō-信託銀行 | trust bank (die cliënten in staat stelt transacties met elkaar te verrichten door middel van contracten die trusts genoemd worden) |
| shintei-進呈 | het overhandigen [aanbieden] van iets (een gift, e.d.); presentatie |
| shintekigaishōgosutoresushōgai-心的外傷後ストレス障害 | (PTSS) posttraumatisch stresssyndroom; posttraumatische stressstoornis (PTSD, post-traumatic stress disorder) |
| shinuchū-深宇宙 | de verre ruimte (buiten ons zonnestelsel) |
| shin'etsu-信越 | regio aan de Japanse Zee (ten westen van Tokio; Nagano en Niigata) |
| shin'in-心因 | psychogenese |
| shin'inshōshugi-新印象主義 | neo-impressionisme |
| shin'yakuseisho-新約聖書 | het Nieuwe Testament |
| shiomushi-塩蒸し | het stomen met zout; voedsel dat is gestoomd met zout |
| shiorashii-しおらしい | bewonderenswaardig; aardig; lief; bescheiden |
| shioreru-萎れる | depressief [somber; neerslachtig] zijn |
| shiori-撓り | (één van de basisprincipes van haiku) het doordringen van de geest [ziel] bij het beschouwen van de natuur |
| shippe-竹篦 | (boeddh.) een bamboestok, gebruikt door Zenmeesters om leerlingen met een tik wakker te houden bij de meditatie |
| shippei-竹篦 | (boeddh.) een bamboestok, gebruikt door Zenmeesters om leerlingen met een tik wakker te houden bij de meditatie |
| shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
| shippu-湿布 | (vochtige) kompres |
| shiraberu-調べる | onderzoeken; uitzoeken; bestuderen |
| shīrakansu-シーラカンス | coelacant (grote beenvis: Coelacanthiformes) |
| shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
| shirakeru-白ける | (arch.) (alles) onthullen [openbaren] |
| shiranui-不知火 | bioluminescentie, het uitstralen van licht door organismen in zee |
| shirei-指令 | (dienst)bevel; order; instructies |
| shireifune-司令船 | (van een ruimteschip) commando module; bemanningscompartiment |
| shiremono-痴れ者 | idioot; dwaas; mafkees; domoor |
| shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
| shiriomo-尻重 | luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut |
| shirīzu-シリーズ | (honkbal) series; kampioenschap |
| shirokuban-四六判 | standaard Japans papierformaat (127 x 188 mm, het was oorspronkelijk papier van 788 x 1091 mm, dat in 1/32 werd gesneden) |
| shiru-汁 | soep; bouillon; vleesnat; jus |
| shiruko-汁粉 | zoete rode bonensoep met (gebakken) rijst cakes |
| shiryō-死霊 | de geest van een overleden persoon |
| shiryōhensan-史料編纂 | geschiedschrijving; historiografie |
| shiryoku-死力 | wanhopige poging; uiterste best |
| shiryokukensa-視力検査 | oogonderzoek; oogtest |
| shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
| shisa-示唆 | suggestie; hint; toespeling |
| shisai-司祭 | priester |
| shisei-四声 | de vier traditionele tonen [toonklassen] in het Chinees |
| shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
| shisei-四聖 | de Vier Wijzen [Heiligen] (Boeddha, Christus, Confucius en Socrates) |
| shisei-市政 | gemeentelijke overheid; lokale overheid; gemeentebestuur; stadsbestuur |
| shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
| shisei-詩聖 | grote dichter; meester-dichter [-dichteres] |
| shisei-詩聖 | eretitel voor de Chinese dichter Du Fu (712 - 770) |
| shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
| shiseki-史籍 | geschiedboek; kroniek |
| shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
| shisha-死者 | een dode; overledene; gestorvene |
| shisha-試射 | (vuurwapens) afschiet-test; (raketten e.d.) proeflancering |
| shīshī-シーシー | afschrift aan emailadres (cc) |
| shishi-師資 | meester; leraar |
| shishi-師資 | meester en leerling; leraar en student; de relatie tussen meester en leerling |
| shishikababu-シシカバブ | shish kebab, een Turks [Perzisch] gerecht (gegrild vlees op een spies) |
| shishin-私信 | vertrouwelijke [geheime] correspondentie |
| shishisonson-子子孫孫 | de nakomelingen; het nageslacht |
| shisho-史書 | geschiedenisboek; kroniek; jaarboek |
| shisho-司書 | bibliothecaris (m); bibliothecaresse (bibliothecaris (v) |
| shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
| shishō-師匠 | meester; leraar; instructeur |
| shisho-支所 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
| shishō-私傷 | persoonlijk letsel; blessure opgelopen buiten het werk |
| shisho-私書 | (persoonlijke) correspondentie [brief]; persoonlijk (geschreven) document |
| shisho-私書 | geheime correspondentie |
| shishūbyō-歯周病 | parodontitis (bacteriële infectie in tandvlees) |
| shishuku-止宿 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
| shīsō-シーソー | wip (speeltoestel) |
| shisō-志操 | beginselvastheid; integriteit; standvastigheid; het vasthouden aan je principes |
| shisō-死相 | de schaduw des doods (op iemand's gezicht); doodsblik |
| shiso-紫蘇 | shiso, eenjarige plant van de muntfamilie (Perilla frutescens) |
| shiso-試訴 | test case |
| shisō-試走 | testrit; proefrit |
| shisōrasu-シソーラス | thesaurus |
| shissei-執政 | (overheids-) administratie; bestuur |
| shissei-執政 | beheerder; bestuurder; regent; consul |
| shissei-失政 | verkeerd beleid; slecht bestuur; wanbestuur; wanbeheer |
| shisseishō-失声症 | afonie; stemverlies |
| shisso-質素 | eenvoud; soberheid; matigheid; bescheidenheid |
| shissoku-失速 | snelheidsverlies |
| shīsu-シース | (Eng. sheath) etui (voor potloden, pennen, messen, e.d.) |
| shisumasu-為済ます | voltooien; bereiken; (ergens in) slagen; succesvol afronden |
| shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
| shitabataraki-下働き | ondergeschikte (positie); werk als ondergeschikte |
| shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
| shitajita-下下 | mijn ondergeschikten |
| shitakirisuzume-舌切り雀 | de mus met de afgesneden tong (Japans sprookje) |
| shitaku-私宅 | woonhuis; privéadres |
| shitamawari-下回り | ondergeschikte; werk [dienst] als ondergeschikte |
| shitami-下見 | beschot; houten buitenbekleding (van een gebouw) |
| shitappa-下っ端 | ondergeschikt; van lagere rang [positie] |
| shitasaki-舌先 | mooie praatjes; welbespraaktheid |
| shitasōdan-下相談 | voorbereidende [inleidende] gesprekken |
| shitatameru-認める | besturen (landgoed, rijk, land, e.d.) |
| shitauchi-舌打ち | gesmak (tijdens het eten) |
| shitayaku-下役 | ondergeschikte rol [positie; rang] |
| shitayomi-下読み | doorlezing; oefening; voorbereiding (op lessen, etc.) |
| shitazaya-下鞘 | een hoes voor een zwaard |
| shitei-使丁 | concierge; klusjesman |
| shitei-師弟 | meester en leerling; leraar en student |
| shiten-支店 | filiaal; nevenvestiging; bijkantoor |
| shiten-至点 | solstitium; zonnewende; zonnestilstand |
| shiti・manējāseido-シティ・マネージャー制度 | (city-manager government) gemeenteraadsbestuur |
| shito-使途 | bestemming [besteding] van geld [goederen] |
| shītopairu-シートパイル | metalen beschoeiing [damwand] (voor grondwerkzaamheden) |
| shitoyaka-淑やか | beleefd; welgemanierd; verfijnd; elegant; damesachtig |
| shitsū-歯痛 | kiespijn |
| shitsu-湿 | schurft; scabiës |
| shitsu-疾 | (in kanji combinaties) ziekte; kwaal; aandoening |
| shitsu-疾 | (in kanji combinaties) hevig; intens; snel |
| shitsu-疾 | (in kanji combinaties) haten; jaloezie; hekel |
| shitsugaikenhansha-膝蓋腱反射 | kniereflex; kniepeesreflex |
| shitsugaikotsu-膝蓋骨 | knieschijf |
| shitsugyō-失業 | zonder [verlies van] levensonderhoud [broodwinning, bestaan] |
| shitsuji-執事 | (hist.) hofmeester; bediende; dienaar |
| shitsuji-執事 | respectvolle aanhef in een brief t.a.v. een hooggeplaatste |
| shitsumei-失明 | verlies [vermindering] van gezichtsvermogen |
| shittakaburi-知ったかぶり | het veinzen [voorwenden] (dat men alles weet of helemaal op de hoogte is) |
| shittsui-失墜 | verlies; neergang; val; het verliezen [verbeuren; verspelen] |
| shiunten-試運転 | testrit; proefrit |
| shiwa-皺 | (huid) rimpel; groef; kraaienpootjes |
| shiwabuki-咳 | hoest; kuch |
| shiwagareru-嗄れる | schor [hees] worden |
| shiyōshisan-使用資産 | geïnvesteerd vermogen |
| shiyū-雌雄 | de twee seksen [geslachten]; man en vrouw |
| shīzā・sarada-シーザー・サラダ | caesarsalade |
| shizoku-士族 | (in 1947 afgeschaft als stand of rang) samoerai-familie(lid); afstamming van een samoerai-familie |
| shizumu-沈む | zich depressief [down;miserabel] voelen |
| shizuru・sēru-シズル・セール | (Eng.: sizzle sales) verkooptechnieken om de kooplust van klanten te bevorderen |
| shī・ai-シー・アイ | samengestelde index (Composite Index) |
| shī・dī・āru-シー・ディー・アール | CD-R, compact disc recordable (kan slechts één keer worden beschreven, daarna meerdere keren worden gelezen) |
| shī・emu-シー・エム | (commercial message) commerciële reclameboodschap |
| shī・esu-シー・エス | (communications satellite) communicatiesatelliet |
| shī・ī・ō-シー・イー・オー | (chief executive officer) president-directeur; algemeen directeur |
| shī・pī・yū-シー・ピー・ユー | (central processing unit) centrale verwerkingseenheid (computerterm) |
| shī・tī・bī・tī-シー・ティー・ビー・ティー | (Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty) Het alomvattend kernstopverdrag |
| shō-少 | (in kanji combinaties) klein; weinig; schamel; luttel |
| sho-書 | (afk. voor) het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
| sho-書 | (in kanji combinaties) schrijven; schrijfwerk; kalligrafie; brief; boek; document |
| shō-省 | provincie (bestuurlijke indeling China) |
| shō-証 | (med.) de toestand van een patiënt |
| shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
| shoan-書案 | bureau; schrijftafel; (traditionele, Japanse) leestafel |
| shōatsuyaku-昇圧薬 | vasopressor (medicijn) |
| shōatsuzai-昇圧剤 | vasopressor (medicijn) |
| shōbainin-商売人 | expert; professional |
| shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shōbō-消防 | het blussen van branden; de brand bestrijden |
| shobokureru-しょぼくれる | de moed verliezen [opgeven]; terneergeslagen zijn; er neerslachtig uitzien |
| shoboshobo-しょぼしょぼ | zwak (van lichaam of geest) |
| shōbu-勝負 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| shōbu-尚武 | vechtersgeest; waarde hechten aan vechtkunsten en militaire zaken |
| shōbu-菖蒲 | kalmoes (Acorus calamus) |
| shobun-処分 | disciplinaire straf; bestraffing |
| shōbun-小文 | kort geschrift; korte tekst |
| shōchi-勝地 | geschikte plek [locatie] om iets te doen |
| shōchi-承知 | kennis; besef |
| shōchi-承知 | excuses; vergiffenis |
| shōchikubai-松竹梅 | den, bamboe en pruimenboom (in Japan symbolen van geluk, en gebruikt bij decoraties van feesten, e.d.) |
| shōchisuru-承知する | kennis [besef] hebben (van) |
| shōchō-省庁 | overheidskantoren; ministeries |
| shōdaku-承諾 | toestemming; akkoord; instemming; goedkeuring |
| shodan-書壇 | kalligrafie-wereld; kringen van kalligrafie-meesters |
| shōden-昇殿 | (met toestemming) de gebedshal van een heiligdom betreden |
| shōdoku-消毒 | desinfectie; ontsmetting |
| shōdokusuru-消毒する | desinfecteren; ontsmetten |
| shōgaisha-障害者 | gehandicapte persoon; persoon met een handicap; persoon met een geestelijke of lichamelijke beperking |
| shōgakutōshika-少額投資家 | kleine investeerder |
| shōgeki-衝撃 | (woeste) aanval |
| shogyōmujō-諸行無常 | (boeddh.) de vergankelijkheid van alles (in de schepping); alle wereldse [aardse] dingen zijn vergankelijk |
| shōhai-勝敗 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
| shohi-諸費 | diverse [niet-gespecificeerde] uitgaven |
| shōhinsakimonotorihiki-商品先物取引 | termijnhandel in grondstoffen; handel in grondstoffenfutures |
| shōhishanundō-消費者運動 | consumenten organisatie (ter bescherming van consumentenbelangen) |
| shōin-勝因 | de oorzaak van [sleutel tot] het succes [de overwinning] |
| shoin-書院 | studiezaal; studeerkamer; leeszaal |
| shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
| shojō-書状 | (afk. voor) (priester) functionaris in een Zen tempel belast met correspondentie; secretaris |
| shojōjisha-書状侍者 | (priester) functionaris in een Zen tempel belast met correspondentie; secretaris |
| shōjutsu-詳述 | gedetailleerde beschrijving |
| shōka-昇華 | sublimatie (een chemisch proces waarbij een stof van vaste fase direct overgaat naar gasvormige fase) |
| shōkafuryō-消化不良 | indigestie; slechte spijsvertering; dyspepsie |
| shokan-書簡 | correspondentie; brief |
| shokansen-初感染 | primaire besmetting [infectie] |
| shokei-書契 | iets dat opgeschreven is; document; brief |
| shokei-書契 | geschreven belofte; promesse |
| shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
| shoki -書几 | lees- en schrijftafel; bureau |
| shoki-書記 | secretaris (m); secretaresse (v); klerk |
| shōki-正気 | geestelijke gezondheid; gezond verstand |
| shōki-鍾馗 | Shoki, een Chinese god die demonen verjaagt (en daarom vaak als een beeld of afbeelding in de ingang van huizen staat) |
| shokki-食器 | eetgerei; tafelgerei (servies en bestek) |
| shokkidana-食器棚 | dressoir; servieskast; buffet |
| shokkihitosoroi- 食器一揃い | tafelgerei set (servies en bestek) |
| shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
| shokkirui-食器類 | servies; bestek |
| shokō-諸公 | (term voor het respectvol aanspreken van een aantal mensen) dames en heren; hooggeëerd publiek |
| shokoku-諸国 | verschillende landen [provincies] |
| shōku-承句 | tweede regel in een Chinees gedicht van vier versregels |
| shōku-承句 | derde of vierde regel in een Chinees gedicht van zeven of acht versregels |
| shokubutsujōtai-植物状態 | vegetatieve staat [toestand] |
| shokudō-食堂 | restaurant; cafetaria |
| shokudōen-食道炎 | slokdarmontsteking; esofagitis |
| shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
| shokuniku-食肉 | consumptievlees |
| shokuniku-食肉 | het eten van vlees |
| shokunikushokubutsu-食肉植物 | vleesetende plant |
| shokuten-食店 | (term uit de Meiji periode) eethuis; eetgelegenheid; restaurant |
| shokuyō-食用 | eetbaar [geschikt om te eten] zijn |
| shokuzen-食膳 | (gerecht op) een klein eettafeltje (of dienblad met pootjes) |
| shōkyakushikin-償却資金 | fonds [financiële reserve] die wordt aangelegd voor afschrijving van vaste activa |
| shōkyō-商況 | handelscondities; marktsituatie |
| shokyō-書経 | het Boek der Documenten (Chinees historisch werk) |
| shōkyo-消去 | verwijdering; uitwissing (van filmopnames, gegevens, e.d.) |
| shōkyohō-消去法 | de methode van eliminatie; eliminatieproces |
| shōmakyō-照魔鏡 | een magische spiegel (uit Chinese en Japanse volksverhalen) die de ware aard van de duivel onthult |
| shomen-書面 | document; geschrift; akte |
| shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
| shōmyō-小名 | (Kamakura- en Muromachi-periodes) een feodale leenheer (daimyo) van lagere rang |
| shōnen-正念 | mindfulness (vorm van boeddhistische meditatie) |
| shōnenba-正念場 | het moment van de waarheid; een keerpunt (in het leven); alles-of-niets [erop-of-eronder] situatie |
| shōnen'in-少年院 | justitiële Jeugdinrichting; opvoedingsgesticht |
| shōnetsujigoku-焦熱地獄 | inferno; brandende hel (de zesde hel van de acht in het Boeddhisme) |
| shōnika-小児科 | kindergeneeskunde; pediatrie |
| shōnin-上人 | hoge priester; heilige |
| shonyū-初乳 | colostrum; biest; voormelk (de eerste melk na een bevalling) |
| shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shōrei-省令 | ministrieel besluit; ministeriële verordening |
| shōro-松露 | shōro (eetbare paddenstoel, Rhizopogon rubescens) |
| shōron-小論 | kort essay [artikel; opstel] |
| shōron-小論 | mijn essay [artikel; opstel] |
| shōron-詳論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| shoruisōken-書類送検 | doorsturing [verwijzing; renvooiering] van een strafzaak met bewijstukken, geschriften, documenten e.d. |
| shōrūmu-ショールーム | showroom; toonzaal; presentatieruimte |
| shoryō-所領 | domein; (bestuurs)gebied |
| shōryōe-精霊会 | Bon festival |
| shōryoku-省力 | arbeidsbesparing, besparing op mankracht |
| shoryū-庶流 | zijtak [zijlijn] van een geslacht [familie] |
| shoryū-書流 | kalligrafieschool; kalligrafiestroming; kalligrafietraditie |
| shōsei-小成 | klein beetje succes; kleine prestatie; bescheiden resultaat |
| shōsei-小生 | (formeel, bescheiden, mannelijk taalgebruik) ik |
| shōsei-小生 | (Chinees theater) toneelrol van jongeman |
| shōsenkyoku-小選挙区 | een klein [enkelvoudig] kiesdistrict (met één zetel) in Japan |
| shōsenkyokuhireidaihyōheiritsusei-小選挙区比例代表並立制 | kiesstelsel bestaande uit kiesdistricten met één zetel en proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten met meerdere zetels |
| shōsenkyokusei-小選挙区制 | kiestselsel van kiesdistricten met één zetel |
| shōsetsu-章節 | (verdeling in) hoofdstukken en secties [paragrafen] |
| shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
| shōsha-照射 | bestraling; irradiatie; blootstelling (aan stralen) |
| shōshaku-小酌 | klein feestje [banket] |
| shōshasuru-照射する | bestralen |
| shōshi-小史 | een korte geschiedenis; kort historisch overzicht |
| shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
| shōshi-抄紙 | (het proces van) het maken van papier |
| shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
| shoshi-書誌 | bibliografie; boekbeschrijving; bibliologie |
| shoshi-諸姉 | een groot aantal vrouwen; (ook gebruikt als aanspreektitel of pers. vnw.) dames (u; jullie) |
| shōshikai-尚歯会 | bijeenkomst [feest] voor ouderen |
| shōshikōreika-少子高齢化 | een dalend geboortecijfer in combinatie met een vergrijzende bevolking (resulterend in demografische krimp) |
| shoshin-初審 | het eerste proces; de eerste hoorzitting |
| shōshin-小心 | lafheid; benepenheid; vreesachtigheid |
| shōshinmono-小心者 | timide [bedeesde] persoon; lafaard |
| shōshitsu-焼失 | verwoesting [vernietiging] door brand |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shōshō-少少 | (beleefder synoniem voor 少し) een beetje; eventjes |
| shōshoku-少食 | het weinig eten; kleien porties [hapjes] eten |
| shōso-勝訴 | het winnen van een rechtszaak [proces] |
| shōsō-聖僧 | een (boeddhistische) priester met een hoog niveau van geleerdheid en wijsheid |
| shōtai-正体 | (shinto) de geest van een god(heid) die in een voorwerp huist |
| shōtō-小刀 | klein keukenmes; zakmes |
| shōun-商運 | geluk [succes] in zaken [handel] |
| shōyaku-生薬 | natuurgeneesmiddel; natuurlijk medicijn (plantaardig of dierlijk) |
| shōyō-小用 | een onbeduidende zaak [kwestie]; een kleinigheid |
| shōyō-慫慂 | advies; aanbeveling; aansporing |
| shōyōbun-商用文 | zakelijke brief; zakelijke correspondentie |
| shōyōjurin-照葉樹林 | bos bestaand uit bladhoudende loofbomen; groenblijvend bos |
| shōzen-悚然 | ontzetting; schrik; vrees; angst |
| shōzen-蕭然 | eenzaamheid; desolaatheid; troosteloosheid |
| shōzōga-肖像画 | (geschilderd) portret; portrettekening |
| shū-収 | (in kanji combinaties) verzamelen; ophalen; binnenhalen |
| shū-愁 | (in kanji combinaties) verdriet |
| shu-手 | (in kanji combinaties) hand |
| shū-拾 | (in kanji combinaties) oppakken; oprapen; vinden; verzamelen; krijgen; kiezen |
| shu-殊 | (in kanji combinaties) buitengewoon; bijzonder; exceptioneel; prijzenswaardig |
| shu-狩 | (in kanji combinaties) de jacht; het jagen |
| shu-珠 | (in kanji combinaties) parel; ronde bal; kraal |
| shū-秋 | (in kanji combinaties) herfst; najaar |
| shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
| shu-首 | woord dat wordt gebruikt om Chinese en Japanse gedichten (zoals tanka, e.a.) te tellen |
| shubi-首尾 | ontwikkeling; loop van gebeurtenissen; afloop; uitkomst; resultaat |
| shubiikkan-首尾一貫 | samenhang; consistentie; cohesie |
| shubōsha-首謀者 | brein; mastermind; genie (in criminele ondernemingen [acties] |
| shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
| shūchaku-執着 | gehechtheid; fixatie; obsessie |
| shuen-酒宴 | feest; borrel; banket |
| shufu-首府 | hoofdstad (waar ook de overheid meestal zetelt) |
| shūfuku-修復 | restauratie; reparatie |
| shūfukusuru-修復する | restaureren; repareren |
| shūgakuryokōsaki-修学旅行先 | bestemming van een school [studie] reis; (studie)reisdoel |
| shugan-主眼 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shūgen-祝言 | viering; festiviteiten |
| shūgi-祝儀 | viering; feest; ceremonie; bruiloft |
| shūgi-祝儀 | felicitatie; geschenk (als felicitatie) |
| shūgi-祝儀 | gage; fooi; gift (b.v. bloemen voor een artiest) |
| shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
| shugo-守護 | bescherming; beveiliging; verdediging; bewaking |
| shugoseijin-守護聖人 | beschermheilige; patroonheilige; schutspatroon |
| shugosuru-守護する | beschermen; bewaken; verdedigen; beveiligen |
| shugotenshi-守護天使 | beschermengel |
| shugyō-執行 | (boeddh.) hoofdpriester die verantwoordelijk is voor administratie en tempelzaken |
| shūgyō-終業 | het einde van een semester [schooljaar] |
| shuheki-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
| shuhi-種皮 | zaadhuid; zaadvlies |
| shui-主位 | leidende [beste] positie; hoogste rang |
| shujin-主人 | gastheer; echtgenoot, man; de heer des huizes |
| shujinkō-主人公 | (erenaam) echtgenoot; familiehoofd; heer des huizes |
| shujō-主上 | zijne majesteit de keizer |
| shujō-拄杖 | staf van een zen-priester [monnik] |
| shujō-拄杖 | rekwisiet in het No theater (lange bamboestaf) |
| shūkaku-収穫 | (fig.) oogst; opbrengst; vruchten; goed resultaat; prestatie |
| shukan-主観 | subject; het (beschouwende) ik; ik-heid |
| shuki-手記 | (voor zichzelf opgeschreven) notities [aantekeningen]; herinneringen; memoires |
| shuki-酒器 | sake-serveerset (fles of kannetje + kopjes) |
| shukikensa-酒気検査 | blaastest |
| shukke-出家 | boeddhistische priester [monnik; non] |
| shukkin-出勤 | aanwezigheid [presentie] op het werk; het naar het werk gaan; op het werk komen; inklokken |
| shukkin-出金 | (uit)betaling; uitgave; financiering; investering |
| shukō-首肯 | (een knik met het hoofd als) toestemming; instemmend knikken |
| shuku-叔 | (in kanji combinaties) oom |
| shuku-宿 | onderdak; huisvesting; logies |
| shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
| shuku-祝 | (in kanji combinaties) feest; viering |
| shukubō-宿坊 | vertrekken [kamers] van priesters [monniken] in een tempel |
| shukubō-宿坊 | ruimte voor shinto-priesters voor religieuze reiniging [purificatie] e.d |
| shukubō-宿望 | (vurige) hoop [verlangen]; lang gekoesterde wens [ambitie] |
| shukuen-宿怨 | een oude, lang gekoesterde, wrok |
| shukuen-宿縁 | lotsbestemming |
| shukuen-祝宴 | feestelijk banket; feestmaal |
| shukuga-祝賀 | viering; festiviteit; gelukwens |
| shukugan-宿願 | een lang gekoesterde wens |
| shukugō-宿業 | karma (het resultaat van goede en slechte daden in een vorig leven) |
| shukuhai-祝杯 | feestdronk; toost |
| shukuhaku-宿泊 | verblijf; onderdak; onderkomen; logies |
| shukui-宿意 | langgekoesterde hoop [verlangen; ambitie] |
| shukumei-宿命 | (levens)lot; noodlot; bestemming |
| shūkurīmu-シュークリーム | (Frans: chou á la crème) roomsoesje |
| shukusaijitsu-祝祭日 | nationale feestdag |
| shukyō-酒興 | vermaak tijdens een drankfeest; vermakelijkheden |
| shūkyōkaikaku-宗教改革 | (protestantse) Reformatie |
| shūmai-シューマイ | Chinese gestoomde dumplings gevuld met vlees |
| shumei-主命 | bevel van de heerser [meester] |
| shūmei-襲名 | (bij een opvolging) de naam aannemen van een leermeester [ouder] |
| shumērubunmei-シュメール文明 | Soemerische beschaving |
| shumīzu-シュミーズ | (dames)hemd |
| shunbunnohi-春分の日 | lentenachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de lente (op 20 of 21 maart) |
| shundei-春泥 | modder door gesmolten sneeuw in de lente |
| shunga-春画 | Japanse erotische prent, meestal als blokdruk (ukiyo-e) |
| shunjun-逡巡 | aarzeling; besluiteloosheid |
| shunki-春季 | de lente; het voorjaar; het lenteseizoen |
| shunmin-春眠 | lenteslaap; diepe slaap (in de lange lentenacht) |
| shunō-主脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shunō-首脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shunpū-春風 | lentewind; lentebries |
| shunsetsu-春節 | Chinees Nieuwjaar; Lentefeest (Chūn Jié) |
| shunshū-春愁 | lente melancholie [depressie] |
| shunto-しゅんと | depressief; neerslachtig; terneergeslagen; somber |
| shuntō-春灯 | nachtlampjes in de lente |
| shuppanbutsu-出版物 | uitgave; uitgifte; publicaties |
| shuppinbutsu-出品物 | een geëxposeerd stuk [werk]; een expositiestuk |
| shuran-酒乱 | beschonken; bezopen |
| shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
| shuriken-手裏剣 | stervormig werpmes |
| shūsai-秀才 | (de meest) getalenteerde [briljante] persoon [student] |
| shuseki-酒席 | banket; feest; borrel |
| shushasentaku-取捨選択 | selectie; de beste uitkiezen |
| shūshi-秋思 | herfstdepressie; najaarsdepressie |
| shūshifu-終止符 | punt (leesteken) |
| shūshigae-宗旨替え | verandering (van ideologie, interesse, etc.) |
| shushō-手抄 | handgeschreven kopie; uittreksel; samenvatting |
| shushō-首相 | premier; minister-president; eerste minister |
| shūshokushiken-就職試験 | een test [examen] om te kunnen beoordelen of een kandidaat geschikt is voor baan |
| shussan'iwai-出産祝い | geboortefeest |
| shussan'iwai-出産祝い | felicitaties [cadeaus] bij een geboortefeest |
| shussatsu-出札 | kaartverkoop; het verkopen van toegangskaarten [kaartjes] |
| shussesaku-出世作 | (in de kunst of literatuur) een werk dat de maker roem [erkenning; aanzien] opleverde; meesterwerk; debuut(werkstuk) |
| shusshi-出資 | investering; kapitaalinbreng |
| shusshikin-出資金 | geldinvestering; geïnvesteerd geld |
| shusshin-出身 | afgestudeerd zijn |
| shusshinsha-出身者 | afgestudeerde; alumnus; vroegere inwoner |
| shūsui-秋水 | een goed [scherp] geslepen zwaard |
| shutchōkyōju-出張教授 | het lesgeven bij een leerling thuis |
| shutchōkyōju-出張教授 | docent die les geeft bij een leerling thuis |
| shutsugen-出現 | verschijning; opkomst; manifestatie |
| shutsugyo-出御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook shogun) de aankomst; het arriveren |
| shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | (psychologie) sturm-und-drang (onrustig overgangstijdperk in adolescentie) |
| shūyō-収容 | logies; onderdak; toelating |
| shūyōsuru-収容する | onderdak [huisvesting] geven; interneren |
| shūzen-修繕 | herstel; reparatie; restauratie; herbouw |
| sō-僧 | monnik; priester; sangha |
| sō-早 | (in kanji combinaties) vroeg; spoedig; snel |
| soba-蕎麦 | boekweit (plant: Fagopyrum esculentum) |
| sōbai-早梅 | vroege pruimenbloesems |
| sobame-側妻 | geliefde; minnares; maîtresse; concubine |
| sobame-側妻 | dienares(se) (van iemand met hoge status) |
| sōbetsu-総別 | over het algemeen; in het algemeen; meestal |
| sōbō-僧坊 | woonvertrekken van priester in een boeddhistische tempel; (boeddhistische) priesterwoning |
| sōchō-総長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
| sōda-そうだ | (bevestiging aan het einde van een zin) dat is zo; dat klopt; blijkbaar |
| sōdanninoru-相談に乗る | advies geven; adviseren |
| sōdansuru-相談する | raadplegen; bespreken; overleggen |
| sōdan'in-相談員 | gesprekspartner; adviseur; consulent |
| sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
| sodeyama-袖山 | mouwkop; mouwinzet (Westerse kleding) |
| sōdō-騒動 | vechtpartij; knokpartij; uit de hand gelopen feest |
| sōfuku-僧服 | kleding(stuk) [habijt] van een (boeddhistische) priester |
| sofutobōru-ソフトボール | softbal (de bal waarmee softbal wordt gespeeld) |
| sōga-爪牙 | een (trouwe) dienaar die zijn meester beschermt; iemands rechterhand (fig.) |
| sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
| sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
| sōgakari-総掛かり | totale kosten [besteding] |
| sogan-訴願 | petitie; rekest; verzoekschrift |
| sōgana-草仮名 | man'yōgana geschreven in cursieve (sōsho) stijl |
| sōgi-争議 | meningsverschil; geschil; ruzie; twist; conflict |
| sōgō-総合 | synthese; samenvoeging; integratie |
| sōgōgachi-総合勝ち | (judo) overwinning door samengestelde winst |
| sōgōgakka-総合学科 | een extra keuzevak dat op middelbare scholen wordt aangeboden naast de algemene en gespecialiseerde vakken |
| sogoshisu-総合指数 | samengestelde index (Composite Index) |
| sōgu-装具 | accessoires; (kleine) ornamenten; sieraden |
| sōi-僧衣 | habijt; priestergewaad; monnikspij |
| sōin-僧院 | woonruimte [woning] van priesters [monikken]; tempel |
| sōiten-相違点 | geschilpunt; punt van verschil; onderscheid |
| sōjū-操縦 | het hantering; bediening; controle; besturing (van vliegtuigen, machines, e.d.) |
| sōkenbutsu-総見物 | excursies [het bezoeken van bezienswaardigheden; sightseeing] |
| sōki-総記 | algemene beschrijving |
| sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
| sōkō-奏功 | succes; prestatie |
| sōkō-奏効 | effectiviteit; succes |
| sokō-粗肴 | een bescheiden [nederige] term voor gerechten die men een ander aanbiedt |
| sōkoban-倉庫番 | magazijnmeester |
| sōkōkai-壮行会 | een (groots) afscheidsfeest |
| sokonau-損なう | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
| sōkonbokuhi-草根木皮 | wortels van kruiden en schors van bomen (gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde) |
| sokoneru-損ねる | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
| sōkonmokuhi-草根木皮 | wortels van kruiden en schors van bomen (gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde) |
| soku-息 | (in kanji combinaties) adem; ademen; leven; rusten; rente |
| sokubai-即売 | verkoop ter plekke (verkoop van tentoongestelde voorwerpen direct in de tentoonstellingsruimte) |
| sokudatsubin-速達便 | expressepost; expresbrief |
| sokudokuka-速読家 | snellezer; iemand die snel leest |
| sokui-即位 | troonsbestijging; kroning |
| sokuisuru-即位する | de troon bestijgen |
| sokuseki-足跡 | prestatie; bereikt resultaat |
| sokusen-側線 | (bij vissen) zijdestreep; zijlijn |
| sokutatsu-速達 | expresse; expressebestelling |
| sōkyo-巣居 | (arch.) nestbouw en bewoning |
| sōkyokuseishōgai-双極性障害 | bipolaire stoornis; manisch-depressieve stoornis |
| sokyūken-遡及権 | vorderingsrecht om ontvangen wissels [cheques] te gelde te maken |
| somoji-其文字 | jij (aanspreekvorm gebruikt door hofdames) |
| somurie-ソムリエ | sommelier; wijnkelner; keldermeester |
| sōmushō-総務省 | Japanse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie (voor 2001: Ministerie van Openbaar Bestuur, Binnenlandse Zaken, Post en Telecommunicatie) |
| son-存 | (in kanji combinaties) bestaan; zijn |
| son-村 | (in kanji combinaties) dorp |
| sonbō-存亡 | leven of dood; bestaan; bestemming; lot |
| sonchō-尊重 | respect; waardering; achting |
| sonchō-村長 | burgemeester van een dorp |
| sōnen-壮年 | de bloei van het leven; de beste jaren van het leven |
| songan-尊顔 | (respectvol woord voor het gezicht van iemand anders) uw gezicht [gelaat; voorkomen] |
| songen-尊厳 | waardigheid; prestige; aanzien; respect |
| sonjiru-損じる | (iem. of iets) schade toebrengen; beschadigen; verwonden; krenken |
| sonka-尊家 | (respectvol woord voor het huis of de familie van iemand anders) uw huis; uw familie |
| sonkai-損壊 | schade; beschadiging; vernieling; vernietiging |
| sonkan-尊翰 | (respectvol woord voor een brief van een ander) uw brief |
| sonkei-尊兄 | (respectvol) uw oudere broer |
| sonkei-尊兄 | (respectvol gebruikt als aanspreektitel voor de tweede persoon tussen mannen met een gelijke status) u |
| sonkei-尊敬 | respect; achting |
| sonkeigo-尊敬語 | erend [respectvol] taalgebruik |
| sonkeisuru-尊敬する | respecteren; (hoog)achten |
| sonkin-損金 | (financieel) verlies |
| sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
| sonomama-其の儘 | in een onveranderlijke staat [toestand]; intact |
| sonota-其の他 | de anderen; de rest; en anderen; et cetera; enzovoort |
| sonshitsu-損失 | verlies (van geld, bezittingen, etc.) |
| sonsho-尊書 | (respectvol woord voor een brief van een ander) uw brief |
| sonshoku-遜色 | minderwaardigheid; ondergeschiktheid |
| sonzai-存在 | het bestaan; het leven; de aanwezigheid |
| sonzaisuru-存在する | bestaan |
| sonzoku-存続 | voortbestaan; voortzetting; vervolg |
| sonzuru-損ずる | (iem. of iets) schade toebrengen; beschadigen; verwonden; krenken |
| son'ekikeisansho-損益計算書 | winst- en verliesrekening; resultatenrekening |
| sōō-相応 | doelmatigheid; overeenkomstigheid; geschiktheid |
| sōō-相応 | (boeddh.) de verbinding tussen [vereniging van] lichaam en geest |
| sōon-宋音 | Song-lezing (de Japanse uitspraak van Chinese karakters uit de Song dynastie; vooral van woorden gerelateerd aan het Zen Boeddhisme) |
| sopurano-ソプラノ | sopraan (hoge zangstem); sopraanzangeres |
| soraosoroshii-空恐ろしい | onbestemd [vaag] onrustig [angstig] |
| sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
| sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | het zonnestelsel |
| sōrā・shisutemu-ソーラー・システム | zonne-energiesysteem |
| soredake-其れだけ | des te meer [minder]; zoveel als; in verhouding |
| soredake-其れだけ | dat is alles; alleen dat; niet meer dan dat |
| soredemo-それでも | toch; desalniettemin |
| sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
| sorenimokakawarazu-其れにも拘わらず | niettemin; desondanks; niettegenstaande; toch |
| sorewasateoki-それはさておき | los daarvan; behalve dat; afgezien van dat; dat buiten beschouwing gelaten |
| sorezore-其れ其れ | elk; ieder; respectievelijk |
| sōri-総理 | (afk. voor) minister-president; premier; eerste minister |
| sōridaijin-総理大臣 | minister-president; premier |
| sorosoro-そろそろ | langzaam; zachtjes; geleidelijk |
| sōryo-僧侶 | boeddhistische priester [monnik] |
| sōseki-僧籍 | (Boeddh.) het ambt van priester of monnik |
| sōsetsu-総説 | algemene discussie [bespreking]; overzicht |
| sōsha-奏者 | instrumentalist; speler; bespeler van een muziekinstrument |
| sōsha-掃射 | beschieting; geweervuur; spervuur; mitraillade |
| sōshiki-葬式 | begrafenis; teraardebestelling; uitvaart; begrafenisplechtigheid |
| soshina-粗品 | een klein cadeau [geschenk; presentje] |
| sōshingu-装身具 | sieraden; accessoires; snuisterijen |
| soshioguramu-ソシオグラム | sociogram (voorstelling van relaties in een sociale groep) |
| sōshitsu-喪失 | verlies; het kwijtraken |
| soshō-訴訟 | rechtszaak; (rechts)geding; proces |
| soshōhiyō-訴訟費用 | proceskosten |
| soshōkeizoku-訴訟係属 | het in behandeling [hangende; onbeslist] zijn |
| sōshoku-僧職 | (boeddh.) priesterschap |
| sōsuru-奏する | (muziekinstrument) bespelen; (muziek) spelen; laten horen |
| sōtai-僧体 | de gestalte [het uiterlijk] van een (boeddhistische) monnik |
| sōtai-総体 | het geheel; alles |
| sōtei-想定 | veronderstelling; hypothese; aanname; verwachting; inschatting |
| sōten-争点 | punt van discussie; probleem in kwestie |
| sotetsu-蘇鉄 | vredespalm; Japanse sagopalm |
| sōtō-総統 | alleen-heerser; opperbevelhebber; (machtige) president |
| sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| sotsugyōsei-卒業生 | afgestudeerde |
| sotsui-訴追 | vervolging; tenlastelegging; aanklacht; beschuldiging |
| sotto-そっと | stilletjes; zachtjes |
| souru-ソウル | ziel; geest |
| sōutsubyō-躁鬱病 | manisch-depressieve psychose |
| soware-ソワレ | (Frans: soirée) soiree; avondvoorstelling; avondfeest |
| soyokaze-微風 | lichte wind; zacht briesje |
| soyosoyo-そよそよ | zachtjes |
| sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
| sōzarai-総浚い | repeteren [herhalen; opnieuw bestuderen] (hetgeen men geleerd heeft) |
| sōzu-僧都 | op één na hoogste rang van een Boeddhistische priester |
| su-巣 | (vogel)nest |
| sū-数 | lot; noodlot; (voor)bestemming |
| sube-術 | (vastgestelde) methode; manier; werkwijze |
| subete-全て | alles; helemaal; volledig |
| subuta-酢豚 | zoetzuur varkensvlees; varkensvlees in zoetzure saus |
| sūchi-数値 | uitkomst [resultaat] van een berekening |
| suchuwādesu-スチュワーデス | stewardess |
| sudare-簾 | bamboejaloezie; scherm van horizontale bamboelatjes |
| sudatsu-巣立つ | het nest verlaten (ook fig.) |
| suenoyo-末の世 | latere generaties; latere jaren; in de toekomst |
| suezen-据え膳 | de avances van een vrouw |
| sugi-杉 | Japanese ceder (Cryptomeria japonica) |
| sugina-杉菜 | (paardenstaart) Heermoes (een plant, Equisetum arvense) |
| sugosu-過ごす | (tijd) doorbrengen [besteden] |
| sugosugo-すごすご | teneergeslagen; teleurgesteld; gedesillusioneerd; moedeloos |
| sui-水 | (in kanji combinaties) water |
| sui-水 | (één van de vijf elementen in de Chinese filosofie) water |
| sui-粋 | de essentie; het beste; het belangrijkste |
| sui-衰 | (in kanji combinaties) verzwakking; achteruitgang; verval |
| suihi-水肥 | vloeibare mest |
| suihō-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
| suimin'igaku-睡眠医学 | slaapgeneeskunde |
| suisentosho-推薦図書 | aanbevolen boek(en) [literatuur; leeslijst] |
| suishō-推奨 | aanbeveling; advies |
| suisō-吹奏 | het bespelen van een blaasinstrumenten |
| suisoku-推測 | schatting; hypothese; vermoeden; veronderstelling |
| suisui-すいすい | (onomatopee) licht; soepel; glijdend; gladjes; vlot |
| suitai-酔態 | dronkenschap; roes |
| suitō-水筒 | veldfles; waterfles |
| suiton-水団 | in soep gekookte (platte) meelballetjes [knoedels] |
| suīto・hāto-スイート・ハート | (Eng.: sweetheart) geliefde; lief(je); lieverd; minnaar; minnares |
| suitsuketabako-吸い付け煙草 | een al aangestoken sigaret (om aan iemand te geven) |
| suiyaku-水薬 | vloeibaar medicijn; geneesmiddel in drankvorm; medicinaal drankje |
| suiyo-酔余 | dronken [beschonken] zijn; onder invloed zijn (van alcohol) |
| suiyōeki-水様液 | waterig oogvocht (vloeistof in het oog die de ruimte tussen het hoornvlies en de lens (en rondom de lens) opvult) |
| suizō-膵臓 | pancreas; alvleesklier |
| suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
| suji-筋 | spier; pees |
| suji-筋 | een gerelateerde kwestie [zaak] |
| sujibaru-筋張る | gespierd zijn [worden] |
| sujibaru-筋張る | formeel [stijfjes] zijn [worden] |
| sujihiki-筋引 | keukenmes; fileermes; uitbeenmes |
| sukaidaibingu-スカイダイビング | (Eng.: sky diving) parachutespringen |
| sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
| sukīinsutorakutā-スキーインストラクター | ski-instructeur; skileraar; skilerares |
| sukījō-スキー場 | ski resort; skicentrum; skihelling |
| sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
| sukiyaki-鋤焼き | sukiyaki, een Japans eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
| sukoshi-少し | eventjes; korte tijd |
| suku-剝く | in dunne reepjes snijden |
| sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
| sukurēpā-スクレーパー | schraper; schraapmes; krabber |
| sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
| sumai-住まい | het wonen; leven; bestaan |
| sumashi-澄まし | netjes [stijfjes; preuts] zijn; iem. die netjes [stijfjes; preuts] is |
| sumashi-澄まし | (bakje) water om sake kopjes af te spoelen (tijdens een feest of banket) |
| sumi-隅 | (afk. voor) houten dienblad waarbij de scherpe hoeken zijn afgesneden |
| sumi-隅 | (afk. voor) (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| sumika-住み処 | woonplaats; residentie; woning |
| sumimaegami-角前髪 | (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| suminikui-住み難い | niet geschikt [onaangenaam] om in te wonen |
| suminooshiki-隅の折敷 | houten dienblad waarbij de scherpe hoeken zijn afgesneden |
| sumitsuki-墨付き | commentaar ingestoken in een klassiek boekwerk |
| sumitsuku-住み着く | zich (ergens) vestigen; gaan wonen |
| sumiyoi-住み良い | aangenaam [plezierig; geschikt] om te wonen |
| sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
| sumu-住む | (棲む) nesten; nestelen van vogels (in takken) |
| sunameno-砂目の | gestippeld; gepointilleerd |
| sunawachi-即ち | precies; niets anders dan; niet meer en niet minder |
| suneate-脛当て | scheenbeschermers |
| sungen-寸言 | kernachtige [korte en geestige] opmerking; kwinkslag; boutade |
| sunnari-すんなり | (onomatopee) probleemloos; gemakkelijk; vlot; gladjes |
| sunpyō-寸評 | een korte beoordeling [bespreking]; kort commentaar |
| sunzun-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
| supaiku-スパイク | (schoenen met) spikes (nagels of noppen) |
| supan・obu・kontorōru-スパン・オブ・コントロール | spanwijdte (een management-begrip dat aangeeft aan hoeveel ondergeschikten een manager moet leidinggeven) |
| sūpā・bouru-スーパー・ボウル | de Super Bowl (de kampioenswedstrijd tussen de twee winnende teams van resp. de American Football Conference en de National Football Conference) |
| supea-スペア | reserve; reserveonderdeel; vervanging |
| supearibu-スペアリブ | spareribs; krabbetjes |
| supea・kī-スペア・キー | reservesleutel |
| supēsu-スペース | spatie (leesteken) |
| supēsushatoru-スペース・シャトル | spaceshuttle; ruimteveer |
| supēsushippu-スペースシップ | ruimteschip; ruimtevaartuig |
| supēsu・shatoru-スペース・シャトル | ruimteveer; spaceshuttle |
| supīchi-スピーチ | spraak; toespraak; rede; voordracht |
| supīchi・serapī-スピーチ・セラピー | logopedie; spraaktherapie; spraakles |
| supirichuaru-スピリチュアル | spiritueel; geestelijk |
| supiritto-スピリット | geest; ziel |
| supiritto-スピリット | spook; geest |
| supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
| suponsā-スポンサー | investeerder; financier |
| supotto・ado-スポット・アド | reclamespot; televisiespot |
| supotto・komāsharu-スポット・コマーシャル | reclamespotje dat op bepaalde tijdstippen wordt uitgezonden |
| supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
| surabu-スラブ | stuk gesteente; steenplaat; betonplaat; staalplaat |
| suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
| surību-スリーブ | koker; huls; hoes |
| surī・banto-スリー・バント | (honkbal, a bunt with two strikes) een (opofferings)stootslag van de slagman bij twee slag |
| surī・dimenshon-スリー・ディメンション | drie dimensies; 3D |
| surotto・mashin-スロット・マシン | automaat (voor kaartjes, drank, sigaretten, etc.) |
| suru-する | beslissen |
| suru-する | oordelen; beschouwen (als); veronderstellen |
| surudoi-鋭い | scherp (van mes, naald, etc.) |
| surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
| sushizume-鮨詰め | bomvol; volgepropt (als sardientjes in een blikje) |
| susokukan-数息観 | (zen-meditatie) een trainingsmethode om de geest te concentreren door het tellen van de in- en uitademingen |
| susuki-薄 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
| sutādasuto-スターダスト | sterrenstof; sterrenwolk; kosmische stofdeeltjes |
| sutaddoresu・taiya-スタッドレス・タイヤ | (auto) winterbanden zonder spijkerbeslag |
| sutairu-スタイル | figuur; gestalte; vorm |
| sutanbai-スタンバイ | paraat [bereikbaar; klaar; reserve] zijn |
| sutandādo・tesuto-スタンダード・テスト | standaard test |
| sutandoin-スタンドイン | vervanger (iemand die bij filmopnames een acteur vervangt) |
| sutāringu・burokku-スターリング・ブロック | een groep landen (voornamelijk uit het Britse Gemenebest) die hun munteenheid aan het pond sterling koppelden |
| sutaru-廃る | beschadigd worden (eer, reputatie, e.d.) |
| sutearingu-ステアリング | besturing; stuurinrichting |
| sutedī-ステディー | stabiel; gestaag |
| sutēki-ステーキ | biefstuk; lap vlees |
| sutekki-ステッキ | zweep (paardenraces) |
| sutenresu-ステンレス | roestvrij (staal) |
| sutenresukō-ステンレス鋼 | roestvrij staal |
| sutenresu・suchīru-ステンレス・スチール | roestvrij staal |
| sutēshon・kōru-ステーション・コール | een internationaal gesprek waarbij de aanvrager niet een bepaalde persoon hoeft te spreken |
| sutēto・amachua-ステート・アマチュア | door de overheid gesubsidieerde amateursporter |
| sutorakuchādo・puroguramingu-ストラクチャード・プログラミング | gestructureerd programmeren |
| sutoreputomaishin-ストレプトマイシン | streptomycine (bacteriëndodend geneesmiddel) |
| sutoresu-ストレス | (geestelijke) spanning; stress; druk |
| sutorēto-ストレート | in één keer; winnen zonder verliespunt |
| sutoringusu-ストリングス | (in een orkest) de (bespelers van) snaarinstrumenten |
| sutorippā-ストリッパー | stripdanser (m); stripdanseres (v) |
| sutōru-ストール | stool (lange bandstrook door priesters gedragen) |
| suu-吸う | zuigen; met kleine slokjes drinken |
| suzukaze-涼風 | koele bries; verfrissend windje |
| suzumebachi-雀蜂 | wesp; horzel |
| suzumeodori-雀踊り | musjesdans, waarbij de bewegingen van mussen door de dansers worden geïmiteerd (traditionele dans uit de 19de eeuw, wordt nog opgevoerd op festivals) |
| suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van gegrilde mussenvlees |
| suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van kleine gegrilde visjes op een spies |
| suzutake-篠竹 | kleine bamboesoort (Sasamorpha) |
| ta-多 | (in kanji combinaties) veel; talrijk |
| tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
| tabenokoshi-食べ残し | kliekjes; restjes eten (op je bord) |
| tabi-足袋 | tabi, Japanese sok (met een split tussen de tenen voor het dragen van geta sandalen of teenslippers) |
| tabigeinin-旅芸人 | een rondtrekkende toneelspeler [artiest] |
| tabihōshi-旅法師 | reizende boeddhistische priester |
| tabirako-田平子 | Lapsanastrum apogonoides (een plant) |
| tabisaki-旅先 | (reis)bestemming; reisdoel |
| tabisho-旅所 | de plaats waar een draagbaar schrijn dat op de feestdagen wordt rondgedragen wordt bewaard |
| tabisō-旅僧 | reizende [rondtrekkende] priester |
| tābochājā-ターボチャージャー | turbolader; turbocompressor |
| tābojetto-ターボジェット | turbinestraalmotor |
| tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
| tachiiru-立ち入る | naar binnen gaan; ingaan; betreden (ook zonder toestemming) |
| tachisugata-立ち姿 | staande figuur [gestalte]; pose |
| tadanaka-直中 | precies in het midden |
| tadanaka-直中 | precies terwijl [tijdens; ten tijde van] |
| taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
| taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
| tagu・matchi-タグ・マッチ | professionele worstelwedstrijden van tagteams |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| tai-体 | (in kanji combinaties) lichaam |
| tai-体 | essentie; substantie |
| tai-対 | tegenover(gestelde); contra; versus; tegen |
| tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
| tai-耐 | (in kanji combinaties) bestendig; bestand (tegen); -proof |
| tai-貸 | (in kanji combinaties) lenen |
| tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
| taiatsu-耐圧 | drukbestendigheid |
| taidan-対談 | dialoog; tweespraak; samenspraak; onderhoud; conversatie |
| taidō-胎動 | tekenen [indicaties] van verandering |
| taieki-退役 | het op non-actief stellen van machines, vaartuigen, e.d. (na lang gebruik) |
| taigaku-退学 | het van school gestuurd zijn [worden] |
| taige-体解 | (boeddh.) totaal begrip [besef; bevatting] (door lichaam en geest verkregen) |
| taigyō-大業 | grote [enorme] klus [taak; onderneming; geweldige prestatie |
| taihen-大変 | ernstig [afschuwelijk; vreselijk] zijn |
| taihi-堆肥 | compost; mest |
| taihitsu-大筆 | meesterwerk in kalligrafie, dichtkunst, proza, e.d. |
| taihō-大砲 | geschut; artillerie; kanon |
| taiho-逮捕 | arrestatie; gevangenneming |
| taihojō-逮捕状 | arrestatiebevel |
| taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
| taihoreki-逮捕歴 | arrestatie verleden; arrestatie register |
| taihosuru-逮捕する | arresteren; gevangennemen |
| taii-体位 | gezondheidstoestand; fysieke conditie |
| taii-大意 | de kern; essentie; (hoofd)strekking; het algemene idee; een korte samenvatting |
| taijōhōshin-帯状疱疹 | herpes zoster; gordelroos |
| taika-大家 | meester; expert; eminent geleerde [vakman] |
| taika-大火 | een groot [verwoestend] vuur |
| taikai-大会 | congres; conferentie |
| taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
| taikatebukuro-耐火手袋 | hittebestendige [vuurvaste} handschoen |
| taikatsusuru-大喝する | met een harde stem de les lezen; uitschelden |
| taiken-帯剣 | een aangegespt zwaard |
| taikō-大功 | grote verdienste; prestatie; (helden)daad; wapenfeit |
| taikō-大綱 | hoofdlijnen; basisprincipes; algemene [fundamentele] regels [principes] |
| taikoban-太鼓判 | teken van toestemming [garantie] |
| taikomochi-太鼓持ち | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten en geisha tijdens een feest; stemmingmaker; animator |
| taikyoku-大局 | algemene [globale] situatie [omstandigheid]; algemene [globale] toestand; breder geheel; het grote beeld; het algehele overzicht |
| taikyokuken-太極拳 | Tai Chi (Chuan), traditionele Chinese vechtkunst |
| taima-大麻 | cannabis; marihuana; wiet; hasj; hasjiesj |
| taimei-待命 | in afwachting van orders [instructies; aanstelling] |
| taimen-体面 | eer, reputatie; waardigheid; prestige |
| taimuzu・sukuea-タイムズ・スクエア | Times Square (plein in Manhattan, New York) |
| tainaitōshi-対内投資 | inkomende investeringen; buitenlandse investeringen in Japan |
| tainetsu-耐熱 | hittebestendigheid |
| tainin-体認 | deskundigheid op basis van ervaring; door ervaring wijs geworden |
| tainōshobun-滞納処分 | beslaglegging naar aanleiding van een betalingsachterstand |
| taiō-対応 | geschiktheid; gepastheid; afstemming |
| taiōgenri-対応原理 | (natuurkunde) correspondentieprincipe |
| tairanto-タイラント | tiran; despoot |
| tairei-大礼 | staatsceremonie (b.v. de troonsbestijging van een koning) |
| tairitsukasetsu-対立仮説 | alternatieve hypothese |
| tairitsusuru-対立する | tegen [afkerig] zijn; tegengesteld zijn |
| tairyōkenkyo-大量検挙 | massa-arrestatie |
| tairyū-対流 | convectiestroom; convectiestroming |
| taisaku-大作 | (in kwaliteit) een meesterwerk |
| taisan-耐酸 | zuurbestendig zijn |
| taisei-体制 | de gevestigde orde; de autoriteiten; het regime; het bewind |
| taisei-耐性 | resistentie (b.v. tegen antibiotica); weerstand; tolerantie |
| taisekidanseiritsu-体積弾性率 | compressiemodulus; massa [volume] modulus |
| taisekigan-堆積岩 | sedimentair gesteente; afzettingsgesteente |
| taisekisayō-堆積作用 | sedimentatie; depositie proces |
| taisen-対戦 | strijd; gevecht; confrontatie; tweestrijd |
| taisenshahō-対戦車砲 | antitankgeschut; antitankgeweer |
| taisha-大赦 | amnestie; generaal pardon |
| taishakuten-帝釈天 | (boeddh.) een beschermgod, Sakra devānām Indra (Śakra, Heer van de Devas) |
| taishin-対審 | confrontatie in een proces (tussen verdachte en aanklager) |
| taishin-耐震 | aardbevingsbestendigheid |
| taishinkōzō-耐震構造 | aardbevingsbestendige constructie |
| taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
| taishōgoto-大正琴 | taishōgoto, Japanse tweesnarige harp (ook wel nagoyaharp genoemd; ontwikkeld in de Taishō-periode) |
| taishoku-耐食 | corrosie resistentie; roestbestendigheid |
| taishōteki-対照的 | tegenovergesteld; contrasterend |
| taisui-耐水 | waterbestendig [waterproef; waterproof ] zijn |
| taisuisei-耐水性 | waterbestendigheid |
| taisuiseibeniya-耐水性ベニヤ | (water -en weerbestendig) multiplex |
| taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
| taitō-帯刀 | een aangegespt zwaard |
| taiwanbōzu-台湾坊主 | atmosferische depressie [cycloon] in de Oost-Chinese Zee |
| taiyōkei-太陽系 | het zonnestelsel |
| taiyōkōsen-太陽光線 | zonnestralen |
| taizanhokuto-泰山北斗 | autoriteit; deskundige; beroemdheid |
| tai・burēku-タイ・ブレーク | (tennis) speciale game om set te beslissen (bij een stand van 6-6) |
| taji-他事 | andere zaak [kwestie]; iets anders |
| tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
| takaibiki-高鼾 | luid gesnurk |
| takanotsume-鷹の爪 | theesoort van hoge kwaliteit |
| take-丈 | hoogte; lichaamslengte; gestalte |
| take-丈 | alles; het hele [volledige; complete] |
| takebera-竹篦 | een bamboe spatel [mes] |
| takedakeshii-猛猛しい | wild; woest; vermetel; dapper; brutaal |
| takegushi-竹串 | bamboe spies [pin] (m.n. voor voedsel) |
| takekurabe-丈比べ | vergelijking van lengtes [hoogtes] |
| takekurabe-丈比べ | in Japanse renga (poëzie) het vergelijken van de lengtes van zinnen in verzen |
| takenawa-酣 | (op) het hoogtepunt (b.v. van een seizoen, feest, e.d.); in volle gang [bloei] |
| takenoko-竹の子 | bamboescheut; bamboespruit |
| takenokoisha-筍医者 | (lett. bamboescheuten-dokter) een jonge, onervaren dokter; een slechte dokter; een kwakzalver |
| takenokoseikatsu-筍生活 | het slechts in je levensonderhoud kunnen voorzien door steeds meer persoonlijke bezittingen te verkopen (gelijkend op het afpellen van een bamboescheu |
| takeyabu-竹藪 | bamboebos; bamboestruiken |
| takezao-竹竿 | bamboepaal; bamboestok |
| takku-タック | (gestikte) plooi (kleding) |
| takumashii-逞しい | krachtig; resoluut; wilskrachtig |
| tama-霊 | ziel; geest |
| tamamatsuri-霊祭り | vooroudersfestival; festival van de doden (om de geesten van de voorouders te verwelkomen, in de zevende maand van de maankalender) |
| tamamono-賜物 | cadeau; geschenk; gift |
| tamamono-賜物 | resultaat uitkomst; vrucht |
| tamaru-貯まる | gespaard worden; zich opstapelen |
| tamashii-魂 | ziel; geest |
| tamasudare-玉簾 | Witte westenwindbloem (Zephyranthes candida) |
| tameike-溜め池 | waterreservoir; spaarbekken; (irrigatie) vijver |
| tamerau-躊躇う | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
| tameshigiri-試し斬り | het testen van de scherpte van een zwaard (op mensen of dieren) |
| tamesu-試す | pogen; proberen; testen; experimenteren |
| tamokuteki-多目的 | multipurpose; voor meerdere doeleinden geschikt; multifunctioneel |
| tamurosuru-屯する | gestationeerd [gelegerd; ingekwartierd] zijn |
| tan-タン | tong (vleesgerecht, zoals ossentong) |
| tanabata-七夕 | Tanabata, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
| tanabatamatsuri-七夕祭り | Tanabata festival, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
| tanbishugi-耽美主義 | estheticisme |
| tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
| tanetsuke-種付け | het fokken [paren] met het beste mannetje en vrouwtje (bij dieren) |
| tangonosekku-端午の節句 | Japanse feestdag voor jongens (elk jaar op 5 mei) |
| tanimachi-谷町 | (sumo) beschermheer; mecenas; geldschieter (van een worstelaar of stal) |
| taningyōgi-他人行儀 | het zich afstandelijk [gereserveerd; formeel] gedragen; gereserveerdheid; afstandelijkheid |
| tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
| tanken-短剣 | kort zwaard; dolk; mes; ponjaard |
| tānkī-ターンキー | gebruiksklaar; kant-en-klaar; alles inbegrepen |
| tankidaigaku-短期大学 | (2-jarige) hogeschool [universiteit] (opleidend tot Bachelor diploma) |
| tanku-タンク | tank; reservoir |
| tanku-短躯 | klein postuur; kleine gestalte |
| tankyū-探求 | zoektocht; queeste |
| tanmen-タンメン | Chinese noedelsoep met roergebakken vlees en groenten |
| tanomu-頼む | vragen; verzoeken; bestellen |
| tanpatsuki-単発機 | eenmotorig toestel (vliegtuig) |
| tanpozukeshasaishintakuhō-担保付社債信託法 | Wet op gegarandeerde bedrijfsobligaties |
| tanraku-短絡 | verkorting (v.e. procedure); voorbarige conclusies |
| tanrakusuru-短絡する | voorbarige conclusies trekken; te snel handelen [oordelen] |
| tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
| tansei-端整 | fatsoenlijk [respectabel; netjes; rechtschapen; mooi] zijn |
| tanshō-丹霄 | (ambts)woning [residentie] van de keizer |
| tansu-箪笥 | (kleren)kast; ladekast; dressoir; commode |
| tanza-端座 | (bij Zen meditatie) de correcte [voorgeschreven] zitpositie |
| tarabagani-鱈場蟹 | rode koningskrab (Paralithodes camtschaticus) |
| tarako-鱈子 | kabeljauw eitjes [kuit] |
| tare-垂れ | lendebeschermer (kendō) |
| taremaku-垂れ幕 | een (hangende) langwerpige strook stof waarop (van boven naar beneden) iets geschreven staat |
| tarutaru・sōsu-タルタル・ソース | tartaarsaus (mayonaise met mosterd, kappertjes, augurk, e.d.) |
| taryōchūmon-多量注文 | grote bestelling; bestelling van grote hoeveelheden |
| tashinamu-嗜む | voorzichtig [bescheiden] zijn |
| tashisentakushikitesuto-多肢選択式テスト | multiplechoicetest; multiplechoicetoets; meerkeuzetoets |
| tassei-達成 | prestatie; resultaat; succes; verwezenlijking |
| tasseikan-達成感 | voldaan gevoel; gevoel van voldoening; gevoel succes [iets bereikt] te hebben |
| tasseisuru-達成する | presteren; (resultaat) bereiken; verwezenlijken |
| tassha-達者 | ervaring; vakmanschap; bekwaamheid; meesterschap |
| tassha-達者 | meester; expert; vakman |
| tataru-祟る | een slecht resultaat [slechte situatie] teweegbrengen [veroorzaken] |
| tategumi-縦組み | verticale typografie; verticale leesrichting |
| tateito-縦糸 | schering (op een weefgetouw gespannen draden) |
| tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
| tateshi-殺陣師 | choreograaf van scenes met zwaardgevechten (voor film, toneel, etc.) |
| tatetoosu-立て通す | (tot het einde) voortduren [blijven bestaan] |
| tatewari-縦割り | verticale [hiërarchische] organisatiestructuur |
| tateya-建屋 | gebouw (voor opslag en gebruik van (zware) machines, apparatuur, e.d.) |
| tatsuben-達弁 | welbespraaktheid |
| tatsubun-達文 | goed geschreven [duidelijke] tekst |
| tatsujin-達人 | expert; meester; deskundige; iemand die in een bepaalde vak, kunst of ambacht excelleert |
| tatsutaage-竜田揚げ | (met sojasaus en mirin) gemarineerde, in aardappelmeel gerolde, en daarna gefrituurde stukjes kip of vis |
| taun'uea-タウンウエア | stadskleding; (nette) kleding die geschikt is om in de stad te dragen |
| taun・hausu-タウン・ハウス | huis in de stad; rijtjeshuis; woningcomplex |
| taun・mītingu-タウン・ミーティング | gemeentevergadering (met inwoners en gemeentebestuurders) |
| tawakeru-戯ける | zich dwaas gedragen; gek doen; grapjes maken |
| tayū-大夫 | Shinto priester (van een lage rang) |
| tazai-多罪 | (een beleefde term om je te verontschuldigen voor onbeleefdheid, nalatigheid, e.d.) excuses (voor...) |
| tazuki-方便 | middelen van bestaan; levensonderhoud |
| tebikaeru-手控える | in reserve houden |
| tebiki-手引き | begeleiding; hulp; advies |
| tebiroi-手広い | ruim; wijd; uitgestrekt |
| tēburu・chāji-テーブル・チャージ | couvert-kosten (restaurant) |
| tēburu・supīchi-テーブル・スピーチ | korte toespraak aan tafel tijdens een diner |
| tēburu・tōku-テーブル・トーク | tafelgesprek |
| tedori-手取り | netto salaris; besteedbaar inkomen |
| tegakeru-手がける | hanteren; bedienen; beheren; besturen; behandelen |
| tegaki-手書き | handschrift; handgeschreven manuscript |
| tegakide-手書きで | handgeschreven |
| tegara-手柄 | (grote) prestatie; kunstukje; staaltje; knap werk |
| tegatakashitsuke-手形貸付け | voorschot op promesse; lening op rekening |
| tegire-手切れ | het verbreken van relaties [verbindingen] |
| tegirei-手奇麗 | mooi [netjes] (afgewerkt) handwerk |
| tegoma-手駒 | een geslagen stuk (bij shōgi, Japans schaken) |
| tegoma-手駒 | (na)volger; ondergeschikte |
| tegoro-手頃 | geschikt; passend |
| tegoto-手事 | listen [trucjes] van prostitués om klanten binnen te lokken |
| tei-低 | (in kanji combinaties) laag |
| tei-帝 | (in kanji combinaties) keizer (zoon van het hemelse rijk) |
| tei-帝 | (in kanji combinaties) hemelse god (i.t.t. aardse god) |
| tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van rechtspraak |
| tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van overheidsaangelegenheden |
| tei-貞 | (in combinaties) principieel zijn; kuisheid |
| teian-提案 | voorstel; suggestie |
| teiboku-低木 | heester; struik; kreupelhout |
| teichaku-定着 | bevestiging; vastzetting; vasthechting; vestiging |
| teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
| teigaku-停学 | (tijdelijke) schorsing voor het volgen van klassen [colleges] |
| teigaku-定額 | vastgesteld bedrag |
| teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
| teihon-底本 | manuscript; eerste (werk)versie van een geschrift |
| teiji-定時 | vastgesteld [vooraf bepaald] tijdstip; vaste tijd |
| teiji-提示 | vertoning; presentatie; het tonen; laten zien |
| teijisuru-提示する | tonen; laten zien; presenteren |
| teike-手生け | een geisha als vrouw of minnares nemen |
| teikeishi-定型詩 | verzen in vaste vorm (poëziestijl) |
| teiki-定期 | periodiek; vastgesteld tijdsbestek; vastgestelde termijn [periode] |
| teiki-定期 | (afk. voor) termijn contract; futures contract |
| teikitorihiki-定期取引 | termijn contract; futures contract |
| teikoku-定刻 | afgesproken [vastgestelde] tijd; tijdschema |
| teikyūbi-定休日 | vaste vrije dag; vaste dag dat iets gesloten is |
| teire-手入れ | politie-inval; arrestatie |
| teiritsu-定律 | vastgestelde wet [regelgeving] |
| teiritsuhō-定率法 | degressieve afschrijvingsmethode |
| teiron-定論 | gevestigde theorie; algemeen gangbare mening |
| teisatsu-偵察 | verkenning; bespieding; bespionering |
| teisei-帝政 | monarchistisch (keizer of koning) bewind [bestuur; heerschappij] |
| teishiki-定式 | vastgestelde norm [vorm]; voorgeschreven ritueel [gebruik] |
| teishutsu-提出 | presentatie; indiening; inlevering |
| teishutsusuru-提出する | indienen; inleveren; presenteren |
| teiso-提訴 | proces; (rechts)geding; (rechts)zaak; civiele procedure |
| teisuru-訂する | corrigeren; correcties aanbrengen; herzien; verbeteren |
| teitaku-邸宅 | villa; landhuis; paleis; residentie |
| teitaraku-体たらく | moeilijke toestand; lastige situatie |
| tejun-手順 | procedure; proces; stappen (fig.); maatregelen |
| tekake-手掛け | maitresse |
| teki-摘 | (in kanji combinaties) (op)pakken; vasthouden; plukken; knippen; snijden; knijpen |
| teki-笛 | (Chinese) fluit |
| tekihi-適否 | geschiktheid; gepastheid |
| tekiki-手利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
| tekimen-覿面 | onmiddellijk effect; direct resultaat |
| tekiroku-摘録 | samenvattting; résumé |
| tekirokusuru-摘録する | samenvatten; resumeren |
| tekisei-適性 | geschiktheid; bekwaamheid |
| tekiseikensa-適性検査 | onderzoek [test] naar geschiktheid; proeve van bekwaamheid |
| tekisetsu-適切 | passend [geschikt; correct] zijn |
| tekishisuru-敵視する | vijandig staan tegenover; iemand als vijand beschouwen [tegemoet treden] |
| tekisu-適す | passen; geschikt zijn (voor) |
| tekisuru-適する | passen; geschikt zijn (voor) |
| tekisuto・fairu-テキスト・ファイル | tekstbestand |
| tekitō-適当 | correctheid; geschiktheid |
| tekiyaku-適役 | een geschikte rol [functie; baan] |
| tekizai-適材 | de juiste [geschikte] persoon (voor een functie) |
| tekkaku-適格 | geschiktheid; bekwaamheid; competentie |
| tekketsu-鉄血 | (lett. ijzer en bloed) sterke krijgsmacht (verwijzing naar een toespraak van Bismarck van Pruisen) |
| tekki-適期 | juiste tijd; geschikte periode (b.v. om te planten of te oogsten) |
| tekkō-手甲 | handbescherming (van leer of katoen) |
| tekomai-手古舞 | festival dans (Edo periode) |
| tekunosutoresu-テクノストレス | technostress (de negatieve invloed die het gebruik van computers heeft op de mens) |
| temane-手真似 | (hand)gebaar; geste; teken; pantomime |
| temiyage-手土産 | een presentje [cadeau] van een bezoeker [bezoekster] |
| temizu-手水 | water om je handen te bevochtigen (bij het maken van mochi (Japanse rijstcakes)) |
| temochishikin-手持ち資金 | ter beschikking staande fondsen; geld [kapitaal] dat er beschikbaar is |
| temori-手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| ten-天 | de voorzienigheid; het lot; de lotsbestemming |
| ten-展 | (in kanji combinaties) het tentoonstellen; tentoonstelling |
| ten-殿 | (in kanji combinaties) paleis |
| ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| tendāroin-テンダーロイン | (rundvlees) ossenhaas; lendenbiefstuk |
| tenjihin-展示品 | tentoongesteld [geëxposeerd] voorwerp [kunstwerk] |
| tenjiku-天竺 | aanduiding bij (Chinese) gerechten: erg [te] pittig |
| tenjikurōnin-天竺浪人 | een persoon zonder vast adres; een zwerver |
| tenjō-殿上 | (afk. voor) ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenjōnoma-殿上の間 | ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenka-天下 | (afk. voor) keizer; zoon des hemels |
| tenka-天下 | (erenaam voor) keizerlijke prins [prinses]; prins-regent |
| tenkai-展開 | (wiskunde) desintegratie; uitwerking |
| tenkan-天冠 | hoofddeksel [kroon] van een jonge keizer (bij zijn troonsbestijging) |
| tenkeigenso-典型元素 | hoofdgroep-element; representatief element |
| tenki-天気 | het weer (weersgesteldheid) |
| tenki-転帰 | het resultaat [gevolg] van een ziekte; de laatste fase van een ziekteproces |
| tenkō-天功 | hemels werk; werk [prestatie; gave] van de hemel [de natuur; het universum] (of van de keizer als plaatsvervanger van de hemel) |
| tenkyo-転居 | verhuizing; verandering van (woon)adres |
| tenmei-天命 | (levens)lot; bestemming |
| tennenkinenbutsu-天然記念物 | een beschermde diersoort [plantensoort] |
| tennenkinenbutsu-天然記念物 | een beschermde habitat [leefgebied]; een beschermde geologische formatie |
| tennōheika-天皇陛下 | Zijne Majesteit de Keizer |
| tennōkōgōryōheika-天皇皇后両陛下 | Hunne Majesteiten de keizer en de keizerin |
| tennōtanjōbi-天皇誕生日 | de verjaardag van de keizer (nationale feestdag; 23 februari) |
| tennyo-天女 | nimf van het hemelrijk; engel; hemelgeest (v) |
| tenperaga-テンペラ画 | tempera schilderij; schilderij met tempera (verfsoort) geschilderd |
| tenpon-点本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| tenpura-天麩羅 | tempura (stukken vis of groente in een beslag gedoopt en gefrituurd) |
| tensaku-典策 | (klassiek) boekwerk (m.n. over geschiedenis) |
| tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tenshoku-転職 | carrièreswitch; verandering van beroep [(loop)baan] |
| tenshon-テンション | (emotionele) spanning; gespannenheid; zenuwachtigheid |
| tentaku-転宅 | verhuizing; verandering van (woon)adres |
| tentan-恬淡 | onverschilligheid; ongeïnteresseerdheid; onbekommerdheid |
| tentōmushi-天道虫 | lieveheersbeestje |
| teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
| teppeki-鉄壁 | een onneembare vesting; een solide [ijzersterke] verdediging |
| terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
| terasen-寺銭 | betaling van geleend geld (voor gok doeleinden) met vaste rentetoeslag |
| terasu-テラス | terras; bordes |
| terebijon-テレビジョン | televisie; tv-toestel |
| terebikyoku-テレビ局 | televisiestation |
| terekusai-照れくさい | gênant; pijnlijk; beschamend; vernederend; ongemakkelijk |
| tereya-照れ屋 | een verlegen [bedeesde; schuwe] persoon |
| teri-照り | zonneschijn; mooi [zonnig] weer |
| teriyaki-照り焼き | teriyaki: gegrilde vis of vlees in gezoete sojasaus |
| tēru-テール | tael (Chinese weeg-eenheid) |
| tesagebukuro-手提げ袋 | handtas; damestasje; boodschappentas |
| tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
| teshita-手下 | een ondergeschikte; volgeling; loopjongen |
| tessera-テッセラ | tesserae |
| tessō-鉄窓 | raam met (ijzeren) tralies ervoor |
| tesuki-手漉き | handgemaakt [handgeschept] papier |
| tesukigami-手漉き紙 | handgemaakt [handgeschept] papier |
| tesutamento-テスタメント | Testament (Bijbel) |
| tesuto-テスト | test; examen |
| tesutosuron-テストステロン | testosteron |
| tesutoxmassu-テストxマッサ | test met kerst |
| tesuto・doraibā-テスト・ドライバー | testrijder |
| tesuto・kēsu-テスト・ケース | test case; proefproces |
| tesuto・kyanpēn-テスト・キャンペーン | proefcampagne; testperiode |
| tesuto・māketto-テスト・マーケット | testmarkt |
| tesuto・patān-テスト・パターン | testbeeld (tv) |
| tēta・tēto-テータ・テート | onderonsje; vertrouwelijk gesprek; tête-à-tête |
| tete-てて | (kindertaal) handjes |
| tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
| tetori-手取り | een listige [geslepen; sluwe] persoon |
| tetoron-テトロン | Tetoron (de Japanse handelsnaam voor polyester) |
| tetsuan-鉄案 | een onherroepelijke [definitieve] beslissing; onwrikbaar besluit |
| tetsubō-鉄棒 | (turntoestel) rekstok |
| tetsumenpi-鉄面皮 | schaamteloosheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
| tetsuri-哲理 | filosofie; filosofische begrippen [principes] |
| tetsuzai-鉄剤 | ijzerpreparaat; een geneesmiddel dat ijzer bevat |
| tetsuzuki-手続き | procedure(s); proces; stappen; maatregelen |
| teuchi-手打ち | (Edo periode) dankbetuiging van een kabuki-acteur aan een beschermheer [patroon] |
| tēze-テーゼ | stelling; these; thesis |
| tezume-手詰め | sterke aandrang [pressie]; stevig doordrukken |
| tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
| tīchi・in-ティーチ・イン | een (politieke) discussiebijeenkomst op een universiteit tussen professoren en studenten |
| tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
| tīrūmu-ティールーム | tearoom; theesalon |
| tī・bakku-ティー・バック | een T-back; een kledingstuk (b.h., bikini, etc.) met bandjes in T vorm |
| tō-冬 | (de on-yomi, in kanji-combinaties) winter |
| tō-刀 | (in kanji combinaties) zwaard |
| tō-当 | (als voorvoegsel) deze; dit; de [het]... in kwestie |
| tō-東 | (in kanjicombinaties) oost |
| tō-桃 | (in kanji combinaties) perzik |
| tōbi-掉尾 | einde; slot; laatste stuk; laatste loodjes |
| tobinukeru-飛び抜ける | de beste zijn; boven iedereen uitsteken (fig.); uitmunten |
| tobirae-扉絵 | frontispies; fronton; versiering voorgevel |
| tobogan-トボガン | tobogan (Canadees-Indiaanse slee) |
| tōbuhogo-頭部保護 | hoofdbeschermer; kap [helm] om het hoofd te beschermen |
| tōchakuyoteijikoku-到着予定時刻 | geschatte [verwachte] aankomsttijd |
| tochinoki-栃の木 | Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata) |
| todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
| todokemono-届け物 | geschenk; cadeau |
| todokesaki-届け先 | bestemming; adres van de ontvanger (van een bezorging, bestelling, levering e.d.) |
| tōdori-頭取 | president; bankdirecteur |
| togameru-咎める | beschuldigen; berispen; verwijten; ter verantwoording roepen |
| togikai-都議会 | hoofdstedelijke vergadering (het besluitvormende orgaan van het stadsbestuur van Tokio) |
| tōgō-投合 | overeenstemming; overeenkomst; gelijkgestemdheid |
| togu-研ぐ | slijpen (mes, etc.) |
| togyo-渡御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook shogun) het vertrek; het weggaan; uitgaan |
| tōgyosuru-統御する | heersen; regeren; besturen; controle hebben (over) |
| tōhi-当否 | geschiktheid; gepastheid |
| tōhin-盗品 | gestolen goederen; buit |
| tōhinkobai-盗品故買 | handel in gestolen goederen; heling |
| tōji-当時 | op dat moment; destijds; toentertijd |
| tōjin-唐人 | een Chinees |
| tōjinmage-唐人髷 | een haarstijl voor dames (Edo- tot Meiji-periode) |
| tōjiru-投じる | investeren in; ergens geld in stoppen |
| tōjitsu-当日 | op die [deze] dag; op de dag dat...; op de afgesproken datum |
| tōkai-韜晦 | verberging; het verborgen houden; verzwijgen; bescheidenheid |
| tōkashihonriekiritsu-投下資本利益率 | rendement op geïnvesteerd kapitaal |
| tokinashi-時無し | geen vaste [vastgestelde] tijd; aldoor; de hele tijd |
| tokinashi-時無し | (afk. voor 時無し大根) een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
| tokinashidaikon-時無し大根 | een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
| tokinoujigami-時の氏神 | iemand die precies op het juiste moment komt om te helpen |
| tokiokosu-説き起こす | beginnen te bespreken [vertellen] |
| tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
| tokkuri-徳利 | een fles (met een smalle hals) voor sake [sojaolie; zijn, e.d.] |
| tokkyū-特急 | sneltrein; exprestrein |
| tokobashira-床柱 | steunbalk van een tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
| tokoiri-床入り | de consummatie {eerste geslachtsdaad) van een huwelijk |
| tokomise-床店 | marktkraam; bestelwagen (omgebouwd voor straatverkoop) |
| tokonoma-床の間 | alkoof [nis] in de muur (waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
| tokoro-所 | huis; adres |
| tokorobanchi-所番地 | (iemands) adres |
| tokorogaki-所書き | (geschreven; opgegeven) adres |
| tokubetsuku-特別区 | de 23 speciale wijken in Tokio, die autonome gemeenten zijn met een eigen bestuur |
| tokudō-得道 | toestemming; overeenkomst; erkenning |
| tokuhain-特派員 | correspondent (verslaggever ter plaatse) |
| tokuhitsu-禿筆 | (bescheiden term voor) het eigen schrijfwerk |
| tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
| tokuhon-読本 | leesboek (i.t.t. prentenboek) |
| tokui-得意 | voldoening; tevredenheid (over de eigen prestaties) |
| tokuren-得恋 | een succesvolle liefdesrelatie; een romantische relatie hebben |
| tokuri-徳利 | een fles (met smalle hals) voor sake [sojaolie, azijn, e.d.] |
| tokusen-特選 | het maken van een speciale selectie; speciaal geselecteerde zaken [goederen] |
| tokusenjōyu-特選醤油 | sojasaus van de beste sojabonen |
| tokusha-特赦 | amnestie; speciale pardonregeling |
| tokyō-都響 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
| tōkyoku-登極 | troonsbestijging |
| tōkyōtokōkyōgakudan-東京都交響楽団 | Tokyo Metropolitan Symfonieorkest |
| tōkyū-討究 | onderzoek; research |
| tomegane-留め金 | gesp; sluiting |
| tomegu-留め具 | sluiting; gesp; haak; knip; grendel; veerslot (van een deur) |
| tomeru-泊める | laten logeren; onderdak geven; huisvesten |
| tomoare-ともあれ | in elk geval; hoe dan ook; boven alles; ondanks alles |
| tomobiki-友引 | een dag (in de zesdaagse cyclus) waarop iemands geluk dat van zijn vrienden beïnvloedt (daarom gunstig voor bruiloften, maar niet voor begrafenissen) |
| tomomachi-供待ち | wachtruimte voor dienaren (die op hun meester wachten) |
| tomomachi-供待ち | (ook de benaming voor) dienaren (die op hun meester wachten) |
| tomonau-伴う | met zich meebrengen; resulteren; gepaard gaan met |
| ton-遁 | (in kanji combinaties) vluchten; ontsnappen; ontwijken; vermijden |
| ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
| toneriko-梣 | es; essenboom (Fraxinus japonica) |
| tonerikozai-トネリコ材 | essenhout; hout van de Japanse es (Fraxinus japonica) |
| tōnin-当人 | de persoon in kwestie; de betrokken persoon |
| tonkorera-豚コレラ | varkenspest |
| tonniku-豚肉 | varkensvlees |
| tono-殿 | heer; meester |
| tono-殿 | aanspreektitel voor iemands (leen)heer, meester of echtgenoot |
| tonosamagaeru-殿様蛙 | zwart-gespikkelde kikker (Pelophylax nigromaculatus) |
| tonsura-トンスラ | tonsuur; kruinschering (priester; monnik, e.d.) |
| tōnyōbyō-糖尿病 | diabetes; suikerziekte |
| tōnyū-投入 | het investeren |
| tōon-唐音 | de T'ang-lezing van een kanji (de Japanse uitspraak van Chinese karakters van na de Song-dynastie) |
| toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
| toppu-トップ | top; toppositie; topniveau; hoogste; beste; eerste |
| tora-虎 | (informeel) beschonkenheid; dronkenschap; dronkenlap; zuiplap |
| torafugu-虎河豚 | tijger kogelvis (Takifugu rubripes) |
| torai-渡来 | oversteek en aankomst (vanuit overzeese gebieden [landen]) |
| toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
| torakkuutenshu-トラック運転手 | vrachtwagenchauffeur; vrachtwagenbestuurder |
| torakōma-トラコーマ | trachoom (oogbindvliesontsteking) |
| toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
| torawareru-捕らわれる | gevangen [opgepakt; gearresteerd] worden |
| toriatsukaidaka-取り扱い高 | omzet; handelsvolume; omvang van de transacties |
| toribashi-取り箸 | serveer eetstokjes |
| torigai-鳥貝 | zeeschelp; kokkel (Fulvia mutica) |
| torihikidaka-取引高 | aantal transacties; omzet |
| toriinfuruenza-鳥インフルエンザ | vogelgriep; vogelpest |
| torikata-捕り方 | agent; diender; politieman (die iemand arresteert) |
| toriko-取り粉 | rijstmeel, dat (tegen het vastkleven) op het werkblad wordt gestrooid bij het maken van mochi (kleefrijstbolletjes) |
| torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
| torimagireru-取り紛れる | druk (bezig) [in beslag genomen] zijn |
| torimono-捕り物 | arrestatie; aanhouding; inhechtenisneming |
| torimotsu-取り持つ | gasten ontvangen; een etentje [feestje] geven |
| torimuneniku-鶏胸肉 | kippenborst (vlees) |
| toriniku-鶏肉 | kippenvlees |
| torinoichi-酉の市 | Tori-no-ichi festival (gehouden op de dag van de haan in november bij de Otori-schrijn) |
| torinokeru-取り除ける | opzij leggen; reserveren |
| torinokomochi-鳥の子餅 | witte en (roze)rode rijstcakes (in de vorm van een vogelei), uitgedeeld bij feestelijke gelegenheden |
| toriosaeru-取り押さえる | grijpen; vangen; arresteren |
| torishikiru-取り仕切る | een zaak runnen; alles zelf regelen; alles onder controle hebben |
| torishimariyaku-取締役 | directeur; bestuurder |
| torishimariyakukai-取締役会 | raad van bestuur |
| torite-捕り手 | diender; agent; politieman (die iemand arresteert) |
| toriyoseru-取り寄せる | sturen; zenden; bestellen |
| toro-とろ | het (halfvette) vlees van de blauwvintonijn |
| tōrui-盗塁 | (honkbal) een honk stelen; een gestolen honk |
| tōryūmon-登竜門 | de poort tot succes |
| tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
| tosatsu-屠殺 | het slachten van dieren (voor vlees) |
| tōsatsu-盗撮 | het heimelijk [stiekem; zonder toestemming] nemen van foto's; het fotograferen met een verborgen camera |
| tōsen-唐船 | Chinese boot; Chinese jonk; schip gebouwd in Chinese stijl |
| tōsen-当選 | verkiezing; succes; benoemd [verkozen] zijn |
| tōshaban-謄写版 | mimeograph; stencilmachine; gestencilde kopie |
| tōshi-唐紙 | Chinees (rijst)papier (m.n. voor kalligrafie en schilderkunst) |
| tōshi-投資 | investering |
| tōshi-透視 | (medisch) fluorescopie; röntgen; radioscopie |
| tōshigaisha-投資会社 | beleggingsmaatschappij; investeringsmaatschappij |
| tōshiginkō-投資銀行 | investeringsbank |
| tōshika-投資家 | investeerder; geldschieter; belegger |
| tōshikeikaku-投資計画 | investeringsplan; beleggingsplan |
| toshin-兎唇 | hazenlip; gespleten lip |
| tōshinmeigara-投信銘柄 | handelsnaam van een investeringsfonds |
| toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
| tōshishikin-投資資金 | investeringsgelden |
| tōshishintaku-投資信託 | beleggingsfonds; investeringsfonds |
| tōshisuru-投資する | investeren |
| tōshō-凍傷 | bevriezing (van lichaamsdeel); beschadiging [verwonding] als gevolg van bevriezing |
| tōsō-刀装 | zwaardonderdelen (zoals gevest, stootplaat, schede, e.d.) |
| tosu-トス | worp; opgooi (b.v. bij het serveren met tennis); onderhandse worp naar een medespeler (bij honkbal) |
| tōsu-刀子 | (lett.: kort zwaard) mes voor dagelijks gebruik in de oudheid |
| tōsuishiken-透水試験 | waterdoorlaatbaarheidstest |
| tōsuto-トースト | toost (heildronk; feestdronk) |
| tōtatsu-到達 | aankomst; het arriveren; aankomen; het bereiken van de bestemming |
| totchimeru-とっちめる | iemand berispen; terechtwijzen; de les lezen |
| tōtō-滔滔 | onstuimig [turbulent; woest; snelstromend] zijn |
| totsugu-嫁ぐ | (arch.) geslachtsgemeenschap hebben |
| tou-問う | beschuldigen; de schuld geven |
| towaie-とは言え | desalniettemin; toch |
| tōyhōken-投票権 | kiesrecht; stemrecht |
| tōyu-桐油 | tungolie; Chinese houtolie |
| tōyūshi-投融資 | investering en kredietverlening |
| tōzai-東西 | oost en west; het Oosten en het Westen |
| tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
| tsaratusutora-ツァラトゥストラ | (Iraanse profeet) Zarathoestra (Zarathustra of Zoroaster) |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsuba-鍔 | stootplaat [handbeschermer] van een zwaard [degen] |
| tsubamenosu-燕の巣 | zwaluwnest |
| tsubasa-翼 | (fig.) vleugel; bescherming; hulp; helper |
| tsuberukurinhannō-ツベルクリン反応 | tuberculinereactie; mantouxtest |
| tsūbīto-ツービート | tweeslag (ritme) |
| tsubone-局 | (arch.) een aparte kamer, afgescheiden van andere kamers (in een paleis, landhuis, tempel, e.d.) |
| tsubudatsu-粒立つ | korrelig worden (zoals bij het koken van rijst, die niet papperig is, waarbij afzonderlijke korreltjes goed zichtbaar zijn) |
| tsubureru-潰れる | platgeslagen [verpletterd] worden |
| tsubushinedan-潰し値段 | restwaarde; schrootwaarde |
| tsūchi-通知 | mededeling; kennisgeving; advies |
| tsuchinoe-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| tsugaru-津軽 | Tsugaru, de westelijke regio van de prefectuur Aomori |
| tsui-墜 | (in kanji combinaties) vallen; verdwijnen |
| tsui-追 | (in kanji combinaties) inhalen; achtervolgen; opjagen; (ver)volgen; verdrijven |
| tsuina-追儺 | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
| tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
| tsuiren-対聯 | een couplet in Chinese poëzie |
| tsūjōkokkai-通常国会 | normale [reguliere] sessie van het Parlement |
| tsūjōsonshitsu-通常損失 | algemeen [standaard] verlies |
| tsuka-柄 | heft; gevest (van zwaarden, messen of dolken); steel of greep (van b.v. borstels); handvat |
| tsukaeru-使える | geschikt [capabel] zijn |
| tsukaisaki-使い先 | datgene waar geld aan besteed wordt |
| tsukaisutechūshaki-使い捨て注射器 | wegwerp injectiespuit |
| tsukaite-使い手 | (schermen, speerwerpen, e.d.) meester |
| tsūkajunbikin-通貨準備金 | monetaire reserve; valuta-reserve |
| tsukamaeru-捕まえる | oppakken; arresteren; vangen |
| tsukamaru-捕まる | (op)gepakt [gearresteerd] worden |
| tsukamaru-掴まる | gepakt [gearresteerd; gevangen] worden |
| tsukasadoru-司る | besturen; beheren |
| tsukau-使う | gebruiken; verbruiken; toepassen; bedienen (machines, etc.) |
| tsukebumi-付け文 | liefdesbrief |
| tsukedai-付け台 | de toog [toonbank; eetbar] in een sushirestaurant |
| tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
| tsukeki-ツケ木 | houten balkjes gebruikt als kleppers (kabuki theater) |
| tsukepen-つけペン | schrijfpen; kroontjespen (pen die je in inkt moet dopen om te schrijven) |
| tsukeru-着ける | (een plek; bestemming) bereiken; aankomen [stoppen] bij |
| tsukesage-付け下げ | een Japanse kimono met tsukesage patronen |
| tsukikage-月影 | de gestalte [verschijning; vorm] van de maan |
| tsukishitagau-付き従う | dienen; ondergeschikt zijn |
| tsukkomu-突っ込む | insteken; induwen; inproppen; instampen; (niet netjes) inpakken |
| tsukkomu-突っ込む | (snel of hard) induiken; invliegen; inrammen; opbotsen; bestormen; aanvallen |
| tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
| tsuku-即く | (de troon) bestijgen |
| tsukudani-佃煮 | zeevruchten, vlees of zeewier gekookt in sojasaus en mirin |
| tsukue-机 | bureau; schrijftafel; lessenaar |
| tsukune-捏ね | Japanse gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukune-捏ね | (afk. voor) gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukune-捏ね | (afk. voor) gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukune-捏ね | (afk. voor) een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
| tsukuneage-捏ね揚げ | gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukuneimo-捏ね芋 | een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
| tsukuneyaki-捏ね焼き | gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukurigoto-作り事 | vervalsing; namaak; verzinsel; leugen; smoesje; onzin |
| tsukurimi-作り身 | plakjes rauwe vis (sashimi) |
| tsukurou-繕う | (uiterlijk, haar, kleding etc.) verzorgen ; netjes maken |
| tsukushi-土筆 | een nieuwe scheut [loot] van de heermoes (Equisetum arvense) |
| tsuma-妻 | (meestal geschreven in hiragana) garnering (van sashimi met groenten, zeewier, e.d.); versiering; opmaak; toevoeging |
| tsumadateru-爪立てる | op de (topjes van) zijn tenen staan |
| tsumagake-爪掛け | een hoesje over het uiteinde van geta (houten sandalen), om de tenen te beschermen tegen regen en sneeuw |
| tsumami-摘み | snuifje; korreltje; mespuntje |
| tsumamidasu-摘まみ出す | (iets) met je vingers [(eet)stokjes] weghalen [ergens uithalen] |
| tsumaranai-詰まらない | saai; vervelend; oninteressant |
| tsumaru-詰まる | [volgestopt; gevuld] worden |
| tsumarutokoro-詰まるところ | om kort te zijn; uiteindelijk; alles goed en wel; als puntje bij paaltje komt |
| tsumigoe-積み肥 | compost; mest |
| tsuminokoshi-積み残し | restant; achtergebleven bagage [vracht] |
| tsumisuru-罪する | beschuldigen; aanklagen; veroordelen; bestraffen |
| tsumitate-積み立て | het sparen; geld verzamelen [reserveren] |
| tsumitatekin-積立金 | reserve; spaargeld |
| tsumitatekin-積立金 | ingehouden winst; winstreserve |
| tsundoku-積ん読 | meer boeken kopen dan je leest; boeken kopen en ongelezen laten |
| tsurisugara-吊巣雀 | buidelmees (Remis pendulinus) |
| tsuriwa-吊り輪 | (turntoestel) ringen |
| tsurugi-剣 | tweesnijdend zwaard; zwaard met twee snijvlakken |
| tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
| tsūshin'eisei-通信衛星 | communicatiesatelliet |
| tsūshin'in-通信員 | correspondent; verslaggever |
| tsutomeru-努める | pogen; wagen; zich inzetten (voor); zijn best doen; zich toeleggen op |
| tsutsugiri-筒切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
| tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
| tsutsushimi-慎み | (Edo periode) strafmaatregel in de vorm van huisarrest bij de hofadel en krijgsadel |
| tsūwa-通話 | telefoongesprek |
| tsuyagoto-艶事 | liefdesaffaire; romance |
| tsuyokisuji-強気筋 | haussier; haussespeculant |
| tsuzumayaka-約やか | bescheiden |
| tsuzure-綴れ | lapjes; repen; snippers |
| tsuzurikata-綴り方 | het schrijven [de compositie] van een opstel [essay] |
| u-有 | (in kanji combinaties) zijn; bestaan; worden |
| u-雨 | (in kanji combinaties) regen |
| ubamegashi-姥目樫 | eik (Quercus phillyraeoides) |
| ube-宜 | (wordt gebruikt als bevestiging) waarlijk; waarachtig; inderdaad; echt |
| ubenau-諾う | toestemmen; instemmen; bevestigen; akkoord gaan; gehoorzamen |
| ubuge-産毛 | donshaar; nesthaar; lanugo |
| ubusunagami-産土神 | beschermgod van de geboorteplaats (van iemand) |
| uchi-打ち | als prefix in combinaties gebruikt om de betekenis te versterken |
| uchiakebanashi-打ち明け話 | bekentenis; open en eerlijk verhaal [gesprek] |
| uchiawase-打ち合わせ | voorbespreking; voorbereiding; inleidend gesprek |
| uchiawaseru-打ち合わせる | van te voren [vooraf] regelen [beslissen] |
| uchideshi-内弟子 | bij een leermeester inwonende student (die huistaken verricht als betaling voor onderwijs) |
| uchidome-打ち止め | einde van een wedstrijd [optreden; sessie] |
| uchiiwai-内祝い | familiefeest |
| uchiiwai-内祝い | geschenk [cadeau] bij een familiefeest |
| uchimono-打ち物 | smeedijzer; gesmeed ijzer |
| uchishizumu-打ち沈む | gedeprimeerd [ontmoedigd; neerslachtig; terneergeslagen] zijn |
| uchitsukeru-打ち付ける | (steentjes) gooien tegen |
| uchiwa-内輪 | bescheidenheid; gematigdheid; soberheid; kleine hoeveelheid |
| uchūkichi-宇宙基地 | ruimtestation |
| uchūrenrakusen-宇宙連絡船 | spaceshuttle; ruimteveer |
| uchūsen-宇宙船 | ruimteschip; ruimtevaartuig |
| uchūsutēshon-宇宙ステーション | ruimtestation |
| udedameshi-腕試し | het testen van iemands vaardigheid [kracht] |
| udekiki-腕利き | bekwaamheid; vakmanschap; een bekwaam [vakkundig; geschoold] persoon |
| uderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
| udonge-優曇華 | de eitjes van de gaasvlieg |
| uedingu・māchi-ウエディング・マーチ | bruiloftsmars (muziek die bij de huwelijksceremonie gespeeld wordt) |
| uerudan-ウエルダン | doorbakken (van vlees) |
| uesutan-ウエスタン | westers; westelijk |
| uesutan-ウエスタン | western (wildwestfilm) |
| uesutan・myūjikku-ウエスタン・ミュージック | westerse muziek; country muziek |
| uesutan・rīgu-ウエスタン・リーグ | (honkbal competitie) Westelijke divisie |
| uesuto-ウエスト | (Eng.: west) westen |
| ugatsu-穿つ | tot de kern van een zaal doordringen; de essentie van dingen begrijpen; menselijke emoties haarfijn aanvoelen |
| uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
| uhatsu-有髪 | een boeddhistische monnik of non die niet is kaalgeschoren; het niet kaalgeschoren zijn |
| uindō-ウインドー | Window (computer besturingssysteem) |
| uirō-外郎 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
| uirōmochi-外郎餠 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
| uitto-ウイット | scherpzinnigheid; geestigheid; gevatheid; vernuft; spitsvondigheid |
| ujiuji-うじうじ | (onomatopee) aarzelend; besluiteloos |
| ukabareru-浮かばれる | erkenning krijgen; succesvol zijn |
| ukaberu-浮かべる | zich herinneren; voor de geest halen |
| ukaseru-浮かせる | bezuinigen; besparen |
| ukasu-浮かす | bezuinigen; besparen |
| uke-受け | ontvanger; container; reservoir |
| ukein-受印 | stempel van waarborg; stempel van bevestiging |
| uketorinin-受取人 | ontvanger; geadresseerde |
| ukewatashi-受け渡し | bezorging; bestelling; transactie; overmaking; betaling |
| ukezara-受け皿 | schotel (servies) |
| ukibukuro-浮き袋 | zwemband; zwemvest; reddingsboei |
| ukihashi-浮き橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
| ukisu-浮き巣 | een drijvend (vogel)nest |
| uma-午 | paard (7de Chinese sterrenbeeld) |
| umaku-うまく | succesvol; fortuinlijk |
| umauma-うまうま | bekwaam; vakkundig; netjes |
| umibōzu-海坊主 | Umibōzu, een legendarisch zeemonster (met een geschoren hoofd zoals een Boeddhistische monnik) |
| umibōzu-海坊主 | groene zeeschildpad |
| umigame-海亀 | zeeschildpad |
| umihebi-海蛇 | zeeslang |
| uminohi-海の日 | Dag van de Zee (Japanse nationale feestdag, op de 3de maandag in juli) |
| umisen'yamasen-海千山千 | (fig.) een geslepen persoon; een oude rot; een sluwe vos |
| umiushi-海牛 | zeehaas (zeeslakkensoort Aplysia depilans) |
| un-運 | lot; lotsbestemming; geluk |
| unagasu-促す | aandringen; aansporen; bespoedigen; dringend verzoeken; op het hart drukken |
| unajū-鰻重 | gegrilde paling en rijst geserveerd in (op elkaar gestapelde) lakdozen |
| unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
| uneri-うねり | golfslag; deining; hoge golven (als gevolg van een depressie) |
| unki-運気 | lot; lotsbestemming; geluk |
| unmeiteki-運命的 | voorbestemd; noodlottig |
| untei-雲梯 | horizontale ladder; speel(klim)toestel |
| unten-運転 | het autorijden; (een auto) besturen |
| untensuru-運転する | autorijden; (een voertuig) besturen |
| un'ei-運営 | beheer; bestuur; besturing; management |
| un'eisuru-運営する | besturen; beheren; managen |
| un'yōshūeki-運用収益 | rendement op [inkomsten uit] vermogensbeheer; investeringsrendement; investeringsopbrengst |
| uonbin-ウ音便 | (taalkunde) klankverandering waarbij klanken als ku, gu, hi, bi, en mi worden uitgesproken als u |
| uoza-魚座 | (sterrenbeeld) Vissen (Pisces) |
| urabon-盂蘭盆 | Bon festival |
| uragaki-裏書き | endossement; bevestiging |
| uraganashii-心悲しい | weemoedig; verdrietig; triest |
| urahara-裏腹 | het tegendeel; tegen(over)gestelde; omgekeerde |
| urakaze-浦風 | zeewind; zeebries |
| uramachi-裏町 | achterafstraten; zijstraatjes; achterafsteegjes; achterbuurt |
| uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
| uramu-恨む | een wrok koesteren (tegen iemand); rancune voelen jegens iemand |
| uranagaya-裏長屋 | rijtjeshuis (in een steegje) |
| urikata-売り方 | (effectenbeurs) verkoper; baissier; baissespeculant |
| ūroncha-ウーロン茶 | oolong thee (Chinese theesoort) |
| urumeiwashi-潤目鰯 | ronde haring (vis, Etrumeus teres) |
| urushi-漆 | Japanse [Chinese] lak (gebruikt voor lakwerk) |
| usa-憂さ | somberheid; zwaarmoedigheid; droefgeestigheid; neerslachtigheid; melancholie; weemoed |
| ushigaeru-牛蛙 | (Amerikaanse) stierkikker (Rana catesbeiana) |
| ushirodate-後ろ盾 | steun; ondersteuning; bescherming |
| ushirodate-後ろ盾 | ondersteuner; beschermheer; helper achter de schermen |
| ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
| ushirokizu-後ろ傷 | beschadiging aan de achterzijde (b.v. van een auto) |
| ushirokizu-後ろ傷 | verborgen wond of beschadiging (uit het verleden) |
| ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
| usoji-嘘字 | niet correct geschreven kanji (Japans of Chinees karakter) |
| usu-臼 | usu, grote Japanse vijzel (o.a. gebruikt om het deeg te stampen voor mochi, Japanse balletjes van kleefrijst) |
| usuakinai-薄商い | weinig handel [transacties] |
| usuba-薄刃 | dun mes; mes met dun lemmet |
| usuba-薄刃 | snede; snijkant (van een mes, etc.) |
| usugiri-薄切り | dun gesneden plakje |
| usutā・sōsu-ウスター・ソース | worcestersaus (worcestershiresauce) |
| utaguchi-歌口 | (waka) poëziestijl |
| utaite-歌い手 | zanger (m); zangeres (v) |
| utayomi-歌詠み | dichter [dichteres] (van waka) |
| utsu-打つ | laten klinken; bespelen (muziekinstrument) |
| utsubyō-鬱病 | depressie; melancholie |
| utsuribashi-移り箸 | eetstokjes waarmee achter elkaar iets uit verschillende gerechten wordt aangeraakt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| utsuru-移る | aangestoken [geïnfecteerd] worden |
| utsushidasu-映し出す | afbeelden; beschrijven; uitbeelden; voorstellen; tonen |
| utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
| uttaeru-訴える | iemand aanklagen; voor de rechter dagen; een proces [zaak] aanspannen |
| uttetsuke-打って付け | ideaal [perfect; meest geschikt; meest passend; precies goed] zijn |
| uwa-上 | (in kanji combinaties) boven; op; hoog; daarbij; toegevoegd |
| uwae-上絵 | geschilderde [bedrukte] figuren [patronen] op doek |
| uwagaki-上書き | adressering van een brief aan de buitenzijde |
| uwagaki-上書き | adressering (en beschrijving van de inhoud) op een kist |
| uyamau-敬う | respecteren; respect tonen; eren; hoogachten |
| uyamuya-有耶無耶 | onduidelijk [vaag; onbestemd; onbepaald] zijn |
| uyauyashii-恭しい | respectvol; eerbiedig |
| uyokyokusetsu-紆余曲折 | wendingen; complicaties; wisselvalligheden |
| uyū-烏有 | niets; niet bestaand; helemaal niets |
| uzutakai-堆い | opgestapeld; op een hoop |
| wa-和 | (in kanji combinaties) Japan; Japans |
| wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
| wabi-詫び | verontschuldiging; excuses |
| wabigoto-詫び言 | verontschuldiging; excuses; boetedoening |
| wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
| wabisabi-侘寂 | wabisabi, een Japans esthetisch concept waarin de aanvaarding van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat |
| wabishii-侘しい | verdrietig; triest; troosteloos; somber; pijnlijk |
| wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
| wadai-話題 | onderwerp van gesprek; discussiepunt; thema |
| wagiri-輪切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
| wagon-和琴 | zessnarige Japanse citer |
| wagon・sābisu-ワゴン・サービス | bereiding van gerechten (op een etenskar) bij de tafel van de klanten in een restaurant |
| wagoto-和事 | een liefdesscène in Kabuki theater |
| wagyū-和牛 | Japans runderras (gefokt voor het vlees) |
| wagyū-和牛 | wagyu rundvlees |
| wahei-話柄 | onderwerp van gesprek |
| waipu-ワイプ | het wissen van gegevens van opnamebanden en hardeschijven |
| wairudokyatto・sutoraiki-ワイルドキャット・ストライキ | wilde stakingsactie; staking zonder toestemming van de vakbondsleiders |
| wai・daburyū・shī・ē-ワイ・ダブリュー・シー・エー | Young Women’s Christian Association, een beweging die zich inzet voor leiderschap en rechten van vrouwen en meisjes |
| wajō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Shingon boeddhisme) |
| wajō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
| wakachigaki-分かち書き | het scheiden van (Japanse) woorden door spaties |
| wakadanna-若旦那 | jongeheer; jonge meester; jonge echtgenoot |
| wakamuki-若向き | bestemd voor [gericht op] jonge mensen |
| wakan-和漢 | Japan en China; Japans en Chinees |
| wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
| wakarebanashi-別れ話 | gesprek over een scheiding [beëindiging van een relatie] |
| wakareme-分かれ目 | scheidslijn; tweesprong; splitsing; keerpunt |
| wakaremichi-分かれ道 | zijweg; kruising; splitsing; tweesprong |
| wakasagi-公魚 | Japanse spiering (Hypomesus nipponensis) |
| wakasama-若様 | jonge meester |
| wakatono-若殿 | jonge heer; jonge meester |
| wākēshon-ワーケーション | telewerken vanaf een vakantiebestemming |
| waki-和気 | een vredige [rustige] stemming [gemoedstoestand] |
| wakizashi-脇差 | (afk. voor) kort zwaard (in de obi gestoken naast het lange zwaard) |
| wako-和子 | (arch.) de zoon uit een welgestelde familie; de zoon van iemand met een hoge rang [status]; de zoon van een edelman |
| wakon-和魂 | Japanse geest [ziel] |
| wakonkansai-和魂漢才 | Japanse geest doordrenkt met Chinese kennis [wetenschap] |
| wakonyōsai-和魂洋才 | Japanse geest doordrenkt met Westerse kennis [wetenschap] |
| waku-惑 | (in kanji combinaties) verwarring; verbijstering; desoriëntatie; verdwalen |
| wakun-和訓 | Japanse lezing en uitspraak van een Chinees karakter |
| wan-腕 | (in kanji combinaties) arm; bekwaamheid |
| wanman・kā-ワンマン・カー | een trein, bus of tram met maar 1 personeelslid (de bestuurder die ook de functie van conducteur vervult) |
| wantan-ワンタン | wantan (Chinees gevuld deegballetje) |
| warabeuta-童歌 | traditionele Japanse kinderliedjes; liedjes gezongen door [voor] kinderen |
| warabī-ワラビー | wallaby (kleine kangoeroesoort) |
| warazuka-藁塚 | opgestapelde bundel stro; strobaal |
| wareru-割れる | gebroken [gespleten; gekraakt] worden |
| waribashi-割り箸 | wegwerp eetstokjes (die je zelf splijt) |
| waribikishōsha-割引商社 | makelaar in kortingsobligaties |
| warigaki-割り書き | (bijgeschreven) opmerkingen; aantekeningen; annotaties |
| warigo-破り子 | een (houten) lunchbox met vakjes |
| warikata-割り方 | wijze van delen [uit elkaar halen, b.v. van eetstokjes) |
| warikiru-割り切る | beslissend concluderen; tot een duidelijk besluit komen |
| warikiru-割り切る | precies verdelen; opdelen |
| waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
| wārudo・shirīzu-ワールド・シリーズ | Amerikaans kampioenschap honkbal (World Series) |
| warujie-悪知恵 | sluwheid; listigheid; geslepenheid; doortraptheid |
| warukuchimatsuri-悪口祭 | het festival waar de tempelbezoekers elkaar grove verwensingen toeroepen, en de winnaar van het woordengevecht geluk in de toekomst voorspeld wordt |
| warusawagi-悪騒ぎ | druk [lawaaiig] feestgedruis; pretmakerij |
| warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
| waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
| wasenjōyaku-和戦条約 | vredesverdrag |
| washi-和紙 | washi, (traditioneel handgeschept) Japans papier |
| washo-和書 | boek geschreven in het Japans |
| wasserumanhannō-ワッセルマン反応 | Wassermannreactie (medische test genoemd naar de bacterioloog August von Wassermann) |
| wasupu-ワスプ | (White Anglo-Saxon Protestant) WASP (blanke Amerikaanse protestant met Britse voorouders) |
| wataame-綿飴 | suikerspin; gesponnen suiker |
| watagashi-綿菓子 | suikerspin; gesponnen suiker |
| watagumo-綿雲 | schapenwolkjes; cumuluswolken |
| wataribashi-渡り箸 | eetstokjes waarmee iets uit het ene na het andere gerecht wordt gepakt zonder tussendoor wat rijst te eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| watashibashi-渡し箸 | eetstokjes die op de kom gelegd zijn (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| watō-話頭 | gespreksonderwerp; onderwerp van gesprek |
| wayō-和様 | (elegante) Japanse kalligrafiestijl |
| wayō-和洋 | Japan en het westen; Japanse stijl en westerse stijl |
| wazamono-業物 | een scherp zwaard (gemaakt door een meestervakman) |
| webuadoresu-ウェブアドレス | webadres; internetadres |
| webudezainā-ウェブデザイナー | webdesigner; websitebouwer |
| windouzu-ウィンドウズ | Windows (het computerbesturingssysteem van Microsoft) |
| ya-夜 | (in kanji combinaties) nacht; avond |
| yabai-やばい | (bij jongeren) geweldig; het beste; te gek |
| yaban-野蛮 | barbaarsheid; wreedheid; onbeschaafdheid |
| yabankoku-野蛮国 | onbeschaafd [barbaars; primitief] land |
| yaboyō-野暮用 | een saaie klus; oninteressant karwei |
| yabudatami-藪畳 | (Kabuki) toneel decorstuk, dat een bamboestruikgewas voorstelt |
| yabuka-藪蚊 | gestreepte steekmug [muskiet] (Aedes) |
| yaburekabure-破れかぶれ | wanhoop; verlies aan zelfbeheersing |
| yachōhogoku-野鳥保護区 | vogelreservaat; beschermd gebied voor vogels |
| yachōkansatsu-野鳥観察 | het vogelen; vogels observeren [bestuderen] |
| yado-宿 | huis(vesting); verblijf(plaats); onderdak; logies; accommodatie; herberg; hotel |
| yadosu-宿す | bevatten; omvatten; huisvesten; in zich hebben |
| yaiba-刃 | lemmet (van een mes); kling (van een zwaard) |
| yaiba-刃 | generieke naam voor zwaarden, messen, etc. |
| yajiru-野次る | joelen; uitjouwen; beschimpen; belachelijk maken\ |
| yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
| yajū-野獣 | beest; wild dier |
| yakai-夜会 | feestavond; soiree |
| yakamashiya-喧し屋 | een kieskeurig [veeleisend] persoon |
| yakata-屋形 | paleis; herenhuis; residentie (van de adel) |
| yakazu-矢数 | het aantal raakgeschoten pijlen |
| yakazu-矢数 | een krijgskunst waarbij zoveel mogelijk pijlen achter elkaar geschoten worden |
| yakibuta-焼き豚 | gegrild [geroosterd] varkensvlees |
| yakigushi-焼き串 | vleespin; spies; spit |
| yakimono-焼き物 | gegrild gerecht (vis, vlees, etc.) |
| yakiniku-焼き肉 | (op houtskool) gegrild vlees |
| yakisoba-焼き蕎麦 | roerbak gerecht met boekweitnoedels; (Chinees) cho mein |
| yakitori-焼き鳥 | spiesjes met geroosterde kipblokjes |
| yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
| yakubutsu-薬物 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
| yakubyō-疫病 | epidemie; pest |
| yakubyōgami-疫病神 | Yakubyōgami, een boze god die mensen ziek maakt en rampen veroorzaakt; god van de pest |
| yakuharai-厄払い | exorcisme; ritueel om boze geesten uit te drijven; ceremoniële reiniging van het kwaad |
| yakuhin-薬品 | medicijn; geneesmiddel; chemisch produkt |
| yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
| yakuinhoken-役員保険 | bestuursverzekering |
| yakurigaku-薬理学 | farmacologie; geneesmiddelenleer |
| yakurisayō-薬理作用 | medicinale werking; de werking van geneesmiddelen |
| yakushoku-役職 | beleidsfunctie; bestuursfunctie |
| yakushu-薬種 | ingrediënten voor geneesmiddelen; Chinese kruiden |
| yakushu-薬酒 | medicijndrank; geneeskrachtige [medicinale] drank |
| yakusō-薬草 | geneeskruiden; geneeskrachtige kruiden |
| yakusokutegata-約束手形 | promesse; schuldverklaring |
| yakute-約手 | promesse; schuldverklaring |
| yakutō-薬湯 | geneeskrachtig bad |
| yamaboko-山鉾 | decoratief praalstuk dat wordt rondgedragen tijdens een festival |
| yamabushi-山伏 | bergpriester; heremiet; een monnik die in de bergen woont en ascetische praktijken beoefent |
| yamagara-山雀 | (bonte) mees (Parus varius) |
| yamajiro-山城 | kasteel op een bergtop [berghelling]; bergvesting |
| yamakujira-山鯨 | wild zwijnenvlees |
| yamaotoko-山男 | een man die afkomstig is uit de bergen; houtvester |
| yamatodamashii-大和魂 | de Japanse geest [ziel] |
| yamatogokoro-大和心 | de Japanse geest [ziel] |
| yamibusshi-闇物資 | artikelen [goederen] van de zwarte markt; illegaal geïmporteerde [gesmokkelde] goederen; geheime voorraden |
| yamiji-闇路 | in een toestand zijn waar men geen onderscheidingsvermogen meer heeft; van de goede weg afgedwaald zijn |
| yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
| yamine-闇値 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
| yaminonishiki-闇の錦 | iets dat geen effect [succes] heeft |
| yaminooku-闇の奥 | The Heart of Darkness, de titel van een roman uit 1902 van Joseph Conrad (1857-1924) |
| yaminoyo-闇の夜 | iets dat geen effect [succes] heeft |
| yaminoyononishiki-闇の夜の錦 | iets dat geen effect [succes] heeft; (lett.: in het donker valt zelfs het schitterendste brokaat niet op) |
| yamisōba-闇相場 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
| yamitorihiki-闇取引 | illegale transacties |
| yamucha-ヤムチャ | yum cha (Kantonese brunch met Chinese thee en dim sum) |
| yanagiba-柳刃 | smal keukenmes met toelopende punt voor het snijden van m.n. sashimi, e.d. |
| yangu・adaruto-ヤング・アダルト | jongvolwassene; adolescent |
| yannurukana-已んぬるかな | alles is afgelopen; dit is het einde; er is niets meer aan te doen |
| yaoya-八百屋 | iemand met een wijde belangstelling [interesse] (lett. voor 800 onderwerpen) in wetenschap, kunst, e.d.; homo universalis |
| yappī-ヤッピー | (young urban professional) yuppie |
| yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
| yarikomeru-遣り込める | iem. neerbuigend toespreken; iem. tot zwijgen brengen |
| yaru-遣る | geven; aanbieden; toestaan |
| yasagata-優形 | een slanke, verfijnde figuur [gestalte] |
| yasakebi-矢叫び | het geschreeuw van twee legers die op elkaar schieten |
| yasatsu-野冊 | plantenpers (twee bamboe plankjes waartussen bladeren en bloemen geperst worden om ze te drogen) |
| yashi-野史 | onofficiële [particuliere] geschiedschrijving (term binnen de Chinese geschiedschrijving) |
| yashi-野師 | straatventer [straathandelaar]; straatartiest (tijdens festiviteiten) |
| yasume-安め | nederigheid; bescheidenheid |
| yasuryōriya-安料理屋 | een goedkoop restaurant |
| yasuurihi-安売り日 | een koopjesdag |
| yatai-屋台 | (verkoop)stalletje; kraam (op een markt, festival, bij een tempel, etc.) |
| yatsumeunagi-八つ目鰻 | prik (vissoort, Petromyzontiformes) |
| yatto-やっと | eindelijk (met veel moeite); ten langen leste; uiteindelijk; tenslotte |
| yawara-柔ら | een stootkussen van stro dat ter bescherming aan de zijkant van schepen werd gehangen |
| yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
| yō-洋 | oost en west |
| yō-洋 | (afk. voor) het Westen; Occident |
| yobawari-呼ばわり | het bestempelen; noemen |
| yobawarisuru-呼ばわりする | bestempelen (als); noemen |
| yobi-予備 | reserve |
| yobimono-呼び物 | bezienswaardigheid; manifestatie; evenement; attractie; hoogtepunt |
| yobō-予防 | bescherming; preventie; profylaxe |
| yobōsuru-予防する | beschermen; voorkomen |
| yōbu-洋舞 | westerse [Europese] dans |
| yōchi-用地 | plaats [locatie; perceel] (met een bestemmingsdoel) |
| yōdai-容態 | (medische) aandoening [kwaal]; lichamelijke gesteldheid [conditie] |
| yōfū-洋風 | westerse stijl |
| yōfuku-洋服 | westerse kleding (kostuum; jurk) |
| yōga-洋画 | Westers schilderij; Westerse schilderkunst |
| yōga-洋画 | Westerse film |
| yōgaku-洋学 | studie van westerse taal en cultuur |
| yōgashi-洋菓子 | (westerse) patisserie; gebak |
| yōgi-容疑 | verdenking; aanklacht; beschuldiging |
| yōgo-擁護 | bescherming; verdediging; bijstand; steun |
| yōgo-洋語 | westerse taal; talen van westerse landen |
| yōgo-洋語 | Japans leenwoord uit een westerse taal |
| yōgo-養護 | bescherming; verpleging; verzorging |
| yōgogakkō-養護学校 | speciale school; school voor speciaal onderwijs (voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking) |
| yogoreru-汚れる | vies worden; bevuild [besmet] raken |
| yogoreta-汚れた | vies (geworden); besmet geraakt |
| yogosu-汚す | vuil maken; besmeuren; bevuilen |
| yōgukyōka-用具教科 | de instrumentvakken, vakken zoals taal en wiskunde, waarvan de kennis als instrument kan dienen bij het bestuderen van de inhoudsvakken |
| yohaku-余白 | witruimte; negatieve ruimte (in kunst en design) |
| yōhatsu-洋髪 | haarkapsel in westerse stijl |
| yōhin-洋品 | westerse artikelen (veelal kleding, accessoires, cosmetica, etc.) |
| yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
| yōhon-洋本 | een boek gebonden in de westerse stijl |
| yoi-良い | goed; prima; uitstekend; geschikt |
| yoigokochi-酔い心地 | aangeschoten [in een roes] zijn; een vrolijke dronk (hebben) |
| yoin-余韻 | weergalm; resonantie; echo; nagalm |
| yoin-余韻 | suggestief [veelbetekenend] zijn |
| yojijukugo-四字熟語 | vierkarakterwoord; woord bestaande uit vier karakters [kanji] |
| yojitsu-余日 | resterende tijd (tot); aantal dagen (tot) |
| yojō-余剰 | rest; restant; overschot; hetgeen overblijft |
| yojō-余情 | implicaties; suggesties; suggestief zijn; emoties oproepen; blijvende indruk achterlaten |
| yōjo-妖女 | verleidster; vamp; heks; tovenares |
| yōkai-妖怪 | geest; spook; verschijning; monster |
| yōkan-洋館 | een huis [gebouw] in Westerse [Europese] stijl |
| yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
| yokaze-夜風 | nachtwind; avondbries |
| yōken-用件 | zaak; kwestie; aangelegenheid; dingen die gedaan moeten worden |
| yōken-要件 | belangrijke zaak [kwestie] |
| yōki-妖姫 | een sprookjesachtig mooie vrouw; een betoverende schoonheid |
| yoki-斧 | kleine bijl; hakmes |
| yōkin-洋琴 | yangqin, Chinees snaarinstrument (hakkebord) |
| yokka-翼下 | (fig.) bescherming; onder zijn vleugels [hoede] (nemen) |
| yōkō-洋行 | (studie)reis (vanuit Japan) naar het buitenland [het Westen] |
| yokogumi-横組み | horizontale typografie; horizontale leesrichting |
| yokomoji-横文字 | Europese [Westerse] talen |
| yokomono-横物 | horizontaal geschreven tekst; horizontaal opgehangen kunstwerk |
| yokowari-横割り | horizontale [platte] organisatiestructuur |
| yoku-良く | goed; grondig; precies; zorgvuldig |
| yokuatsu-抑圧 | onderdrukking; repressie |
| yōkun-幼君 | een jonge heer [meester; prins] |
| yokuutsushō-抑鬱症 | depressie |
| yōkyū-洋弓 | het (westers) boogschieten |
| yōma-洋間 | kamer [ruimte] in westerse stijl; westerse kamer |
| yōmaku-羊膜 | vruchtvlies (in baarmoeder bij zwangerschap) |
| yomatsuri-夜祭り | nachtfestival; nachtfeest |
| yomei-余命 | de laatste levensjaren; de rest van je leven |
| yomikata-読み方 | leeswijze; uitspraak (v.e. karakter) |
| yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
| yomikomu-読み込む | nauwkeurig lezen; grondig bestuderen |
| yomikudasu-読み下す | Chinese tekst in het Japans overzetten |
| yomikyō-読響 | Yomiuri Nippon Symfonieorkest |
| yomimono-読み物 | lectuur; leesstof; leesvoer |
| yomiurikōkyōgakudan-読売日本交響楽団 | Yomiuri Nippon Symfonieorkest |
| yondai-四大 | universiteiten of hogescholen met vierjarige opleidingen |
| yonetsu-余熱 | restwarmte; aanhoudende hitte |
| yonige-夜逃げ | het in de nacht (alles in de steek laten en) op de vlucht slaan |
| yoō-餘殃 | tegenspoed; rampspoed (als bestraffing voor wandaden) |
| yori-より | (bijwoord) meer; des te meer |
| yorisou-寄り添う | dicht tegen elkaar aan zitten [kruipen; blijven]; zich tegen elkaar aan nestelen |
| yorisuguru-選りすぐる | selecteren (uit de beste opties) |
| yoroke-蹌踉 | wankeling; struikeling; gestrompel |
| yorozuya-万屋 | een alleskunner; manusje-van-alles |
| yōryō-要領 | het hoofdpunt; de essentie; de kern (van de zaak) |
| yōryō-要領 | leerpunt; leerproces; manier [truc; tips] om dingen goed te doen |
| yōsai-要塞 | fort; burcht; vesting |
| yosebashi-寄せ箸 | eetstokjes waarmee men (kom met) een gerecht naar zich toe trekt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
| yosen-予選 | eliminatie van mogelijke opties (om de beste te selecteren) |
| yosenkai-予餞会 | een afscheidsfeest |
| yōshi-容姿 | (iemand's) verschijning; voorkomen; uiterlijk; gestalte |
| yōshi-洋紙 | westers papier |
| yoshi-葦 | riet (Phragmites) |
| yōshi-養子 | geadopteerd kind; pleegkind (meestal mannelijk) |
| yōshiki-洋式 | westerse stijl [manier] |
| yōshikibi-様式美 | schoonheid van vorm; esthetiek van stijl |
| yoshimi-好 | (nood)lot; bestemming |
| yōsho-洋書 | buitenlandse boeken; boeken in vreemde [Westerse] talen |
| yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
| yōshoku-洋食 | westers eten [koken]; westerse gerechten [keuken] |
| yoshū-予習 | (voor de les) voorbereiding; oefening |
| yōshu-洋酒 | Westerse (niet Japanse) wijn en sterke drank |
| yoshūsuru-予習する | (studie, les, etc.) voorbereiden |
| yosōrieki-予想利益 | geschatte [verwachte] winst |
| yōsu-要す | inkorten; samenvatten; resumeren |
| yōsuru-要する | inkorten; samenvatten; resumeren |
| yōten-要点 | hoofdpunt; kernpunt; het essentiële [voornaamste; cruciale] punt; de essentie |
| yōtoji-洋綴じ | westerse manier boekbinden |
| yotsu-四つ | (afk. voor) in vieren gesneden; kwarto; papierafmeting (b.v. van fotopapier, 25,5cm x 30,5cm) |
| yotsude-四つ手 | (afk. voor) een vierarmig visnet (een net hangend aan vier gebogen bamboestokken) |
| yotsudeami-四つ手網 | een vierarmig visnet (een net hangend aan vier gebogen bamboestokken) |
| yotsugiri-四つ切り | in vieren gesneden |
| yowaki-弱気 | zwakheid; bedeesdheid; lafheid |
| yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
| yowarime-弱り目 | [moment] tijd van zwakte; verzwakte toestand |
| yoyaku-予約 | reservering; boeking; afspraak; belofte |
| yōyaku-漸く | uiteindelijk; tenslotte; ten langen leste |
| yoyakusuru-予約する | reserveren; boeken |
| yoyo-代代 | vele [opeenvolgende] generaties |
| yozai-余財 | financiële reserve(s); beschikbaar [overtollig] geld |
| yozakura-夜桜 | (het kijken naar) kersenbloesems in de nacht |
| yu-湯 | gesmolten metaal |
| yūben-雄弁 | welbespraaktheid; welsprekendheid |
| yubi-hanashiken-指-鼻試験 | vinger-neus-test (medisch) |
| yubikiri-指切り | elkaar een belofte [eed] doen met in elkaar gehaakte [gestrengelde] pinken |
| yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
| yūbun-右文 | respect [waardering] voor het geschreven woord [geschriften; literatuur] |
| yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
| yuderu-茹でる | een zwelling [pijnlijke plek] behandelen (met stoom, warme kompressen, e.d.) |
| yūdōjinmon-誘導尋問 | suggestieve [gerichte] vraag |
| yūgao-夕顔 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
| yūgengaisha-有限会社 | een besloten vennootschap; een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid |
| yūgigu-遊戯具 | speeltoestel (zoals glijbaan, etc., b.v. in speeltuinen) |
| yūgu-遊具 | speeltoestel |
| yūgun-遊軍 | reservetroepen; mobiele eenheid; vliegende brigade |
| yūgun-遊軍 | reserve; vervanger; iemand die stand-by staat om in te vallen |
| yūhen-雄編 | meesterwerk |
| yūhitsu-右筆 | (bij de krijgsadel) iemand die belast is met het schrijven van documenten in adelijke families |
| yuibishugi-唯美主義 | estheticisme |
| yuibutsushikan-唯物史観 | materialistische opvatting [interpretatie] van de geschiedenis |
| yuigon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
| yuigonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
| yuigonsha-遺言者 | erflater (m); erflaatster (v); testateur |
| yuigonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
| yuinō-結納 | (ceremoniële) uitwisseling van verlovingsgeschenken |
| yuinōhin-結納品 | verlovingsgeschenk |
| yuishiki-唯識 | boeddhistische filosofie dat alle objecten worden gemanifesteerd door bewustzijn |
| yuishin-唯心 | (boeddh.) alle verschijnselen zijn een manifestatie van de geest; de geest als de enige echte realiteit |
| yuisho-由緒 | geschiedenis; afkomst |
| yuiwata-結い綿 | een geknoopte strik (van katoen of zijde), als versiering op presentjes |
| yūjūfudan-優柔不断 | besluiteloosheid |
| yūkaku-遊客 | toerist; toeschouwer; reiziger |
| yūkaku-遊郭 | rosse buurt met vergunning (afgeschaft in Japan in 1957) |
| yūkensha-有権者 | stemgerechtigde; kiesgerechtigde |
| yūki-結城 | (afk. van Yūki-momen) een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi) |
| yukiba-行き場 | bestemming; plaats om naar toe te gaan |
| yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
| yukimi-雪見 | het kijken naar de sneeuw; het genieten van een besneeuwd landschap |
| yūkimomen-結城木綿 | een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi |
| yukishiro-雪代 | gesmolten sneeuw; smeltwater |
| yukitsuku-行き着く | (de bestemming) bereiken; uitkomen op [bij]; tot de conclusie komen |
| yukiyama-雪山 | een besneeuwde berg |
| yukke-ユッケ | Koreaans rauw vleesgerecht (tartaar) |
| yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
| yūkon-幽魂 | geest [ziel] van een dode [overledene] |
| yukue-行方 | richting; bestemming; waar men heengaat |
| yukue-行方 | plaats van bestemming; verblijfplaats; waar men zich bevindt |
| yukue-行方 | toekomst; waar het heengaat; resultaat |
| yumichi-湯道 | gietloop (voor gesmolten metaal); gietkanaal; glijgoot |
| yūmorasu-ユーモラス | humoristisch; grappig; geestig |
| yūmoresuku-ユーモレスク | humoreske (humoristisch toneel- of muziekstuk) |
| yunaiteddo・nēshonzu-ユナイテッド・ネーションズ | Verenigde Naties |
| yunesuko-ユネスコ | UNESCO, de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) |
| yunikkusu-ユニックス | UNIX (besturingssysteem computer) |
| yunisefu-ユニセフ | UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations International Children's Emergency Fund, nu genoemd: United Nations Children's Fund) |
| yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
| yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
| yunitto・shisutemu-ユニット・システム | eenheden systeem; internationaal meetsysteem (bij fabricage volgens bepaalde vastgestelde normen) |
| yunyūkachōkin-輸入課徴金 | (heffing van) speciale tarieven en toeslagen op geïmporteerde goederen |
| yūranchi-遊覧地 | een recreatie [vakantie] verblijf; resort |
| yūrankyaku-遊覧客 | toerist(en); dagjesmens(en) |
| yūrei-幽霊 | spook(beeld); geestesverschijning; schim |
| yūro-ユーロ | euro; Europese munteenheid |
| yūrobijon-ユーロビジョン | Eurovisie (Organisatie van Europese tv-stations) |
| yūrotsūka-ユーロ通貨 | Europese valuta; Euro |
| yurui-緩い | los(jes); zacht; mild; vrijgevig |
| yurushi-許し | toestemming |
| yurusu-許す | toestaan; toelaten |
| yuruyuru-緩緩 | langzaam (aan); rustig; losjes |
| yūryo-憂慮 | angst; bezorgdheid; zorg; vrees |
| yūsei-有性 | sekse; kunne; geslacht |
| yūseigachi-優勢勝ち | (judo) overwinning door overmacht [bij scheidsrechter's besluit] |
| yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
| yūsetsu-融雪 | dooi; smeltende sneeuw; gesmolten sneeuw |
| yūshi-有志 | geïnteresseerde; voorstander; medestander; vrijwilliger |
| yūshiki-有識 | geleerdheid; goede algemene ontwikkeling; deskundigheid |
| yūshikisha-有識者 | deskundige; autoriteit (in een vakgebied); expert |
| yushimenshoku-諭旨免職 | ontslagname na een officieel advies; gedwongen ontslagname |
| yushitaigaku-諭旨退学 | de school verlaten na een officieel advies |
| yūshōreppai-優勝劣敗 | het recht van de sterkste; natuurlijke selectie (overleving van degenen die het best aan de omgeving aangepast zijn) |
| yutōyomi-湯桶読み | gemengde leeswijze binnen één woord, waarbij het eerste karakter de kun'yomi (Japanse lezing) heeft en het tweede de on'yomi (Chinese lezing) |
| yuttari-ゆったり | losjes; ruim |
| yūutsu-憂鬱 | melancholie; depressie; droefgeestigheid; zwaarmoedigheid |
| yūwa-宥和 | verzoening; vredestichting |
| yūwaronsha-宥和論者 | vredestichter |
| yūwaseisaku-宥和政策 | vredespolitiek |
| yūyūjiteki-悠悠自適 | een rustig, teruggetrokken leven leiden; eervolle rust na een welbesteed leven |
| yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
| yū・āru・eru-ユー・アール・エル | wegpagina-adres (uniform resource locator) |
| yū・enu-ユー・エヌ | VN (Verenigde Naties) |
| yū・etchi・efu-ユー・エッチ・エフ | ultra-hoge frequenties (tussen 300 en 3000 MHz in het radiospectrum) |
| za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
| za-挫 | (in kanji combinaties) tegenslag ontmoeten |
| zabon-ザボン | pompelmoes (Citrus maxima) |
| zagaku-座学 | studie [les; onderricht e.d.] in de collegebanken (i.t.t. praktijkles) |
| zai-在 | (in kanjicombinaties) ergens zijn [wonen; verblijven] |
| zaigaku-在学 | (op een school) ingeschreven zijn (als leerling of student) |
| zaike-在家 | leek; niet-geestelijke |
| zaimei-在銘 | gesigneerd ondertekend] zijn (van kunstwerken, zoals kalligrafieën, schilderijen, zwaarden, etc.) |
| zain-ザイン | bestaan; wat is |
| zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
| zairyō-材料 | feiten; bewijsvoering; basis (voor een besluit); motivering |
| zairyūshikaku-在留資格 | verblijfsstatus; immigratiestatus |
| zaisanka-財産家 | een rijke [welgestelde; gefortuneerde] persoon |
| zaisei-財政 | openbare financiën [financiële toestand]; overheidsfinanciën |
| zaiseki-在籍 | ingeschreven staan; aangemeld zijn (bij een school, vereniging, sportclub, etc.) |
| zaiten-在天 | in de hemel zijn (van een god of geest) |
| zako-雑魚 | kleine [jonge] visjes |
| zakuzaku-ざくざく | (in) veel stukken (zoals klein gesneden groenten of een stapel munten) |
| zandaka-残高 | (bank)saldo; resterend saldo |
| zange-懺悔 | berouw; schuldbesef; spijt; wroeging |
| zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
| zangensuru-讒言する | belasteren; kwaadspreken; valse beschuldigingen uiten |
| zanketsu-残欠 | restant; fragment; overgebleven deel |
| zankin-残金 | resterend bedrag (na een betaling); restsom; resterend saldo |
| zankinshōgō-残金照合 | controle [verificatie] van het resterende saldo |
| zanmu-残務 | werkachterstand; werk dat is blijven liggen; resterende [ongedane] werkzaamheden; dingen die nog gedaan moeten worden |
| zannin-残忍 | wreedheid; beestachtigheid |
| zannyo-残尿 | urine residu (in de blaas) |
| zanpan-残飯 | overgebleven voedsel; restjes; kliekjes |
| zanryū-残留 | het resteren; overblijven; achterblijven |
| zanryūsuru-残留する | resteren; overblijven; achterblijven |
| zansa-残渣 | residu |
| zansai-残滓 | overblijfsel; restant |
| zansai-残滓 | bezinksel; residu |
| zanshi-残滓 | overblijfsel; restant |
| zanshi-残滓 | bezinksel; residu |
| zanson-残存 | overleving; voortbestaan |
| zanteki-残敵 | de overgebleven vijand; het resterende vijandelijke leger |
| zappi-雑費 | (diverse) kleine uitgaven [bestedingen] |
| zaraba-ザラ場 | (op de handelsbeurs) continue handel; doorlopende sessie (van de eerste transactie tot de sluiting) |
| zarusoba-笊蕎麦 | soba (boekweit) noedels met gedroogd zeewier (meestal geserveerd op een bamboerekje) |
| zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
| zashiki-座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
| zasshoku-雑食 | omnivoor; alleseter |
| zatsu-雑 | mengeling; varia; ongesorteerde artikelen |
| zatsuboku-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
| zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
| zatsueki-雑役 | klusje(s); (losse) karweitjes; corvee |
| zatsuon-雑音 | geruis; geluid; ruis (van harttonen, frequenties, e.d.) |
| zatsuroku-雑録 | miscellanea; aantekeningen [geschriften] van allerlei aard (en zonder een vastgestelde indeling) |
| zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |
| zatsuyō-雑用 | allerlei klussen [karweitjes; werkzaamheden] |
| zatta-雑多 | divers [ongeordend; ongeorganiseerd; ongesorteerd] zijn |
| zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
| zehitomo-是非とも | in ieder geval; wat er ook gebeurt; ten koste van alles |
| zeichiku-筮竹 | (50) bamboestokjes, die worden gebruikt om de toekomst te voorspellen |
| zeiniku-贅肉 | overtollig [teveel] vlees [vet] |
| zekkashinkei-舌下神経 | nerves hypoglossus (12de hersenzenuw) |
| zekke-絶家 | uitgestorven familie; familie waarvan alle leden zijn overleden |
| zekkōchō-絶好調 | (perfecte) topvorm; beste vorm |
| zekku-絶句 | een Chinese dichtvorm (kwatrijn) |
| zemi-ゼミ | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
| zemināru-ゼミナール | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
| zen-全 | alles; geheel; compleet |
| zen-漸 | (in kanji combinaties) geleidelijk; stap voor stap |
| zen-然 | (in kanji combinaties) natuurlijk; toevallig; onvoorzien; vastberaden |
| zen-然 | (als achtervoegsel) -achtig; in de toestand van...; zoals... |
| zenbu-全部 | helemaal; alles; allemaal |
| zenchizennō-全知全能 | alwetendheid en almacht; alles weten en alles kunnen |
| zenerarisuto-ゼネラリスト | generalist; algemeen deskundige |
| zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
| zengaku-全学 | de gehele universiteit [hogeschool] |
| zengaku-禅学 | de leer [doctrines] en training van het zenboeddhisme |
| zengakuren-全学連 | (afk. voor) Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
| zenigame-銭亀 | jonge Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| zenji-禅師 | zenmeester; zen-monnik die grote ervaring heeft in zen-meditatie |
| zenji-禅師 | (in China en Japan) erenaam door het keizerlijk hof toegekend aan een zenpriester met een hoog niveau van geleerdheid, wijsheid en deugdzaamheid |
| zenji-禅師 | een boeddhistische priester [monnik] |
| zenka-全科 | het hele curriculum; de hele cursus; alle lessen |
| zenkamono-前科者 | bajesklant; iemand die in de gevangenis heeft gezeten; persoon met een strafblad |
| zenkan-善管 | goed management; goed bestuur |
| zenke-禅家 | zen priester [monnik] |
| zenki-前期 | eerste semester; vorige semester; vorige periode |
| zenko-全戸 | de gehele familie; iedereen in de familie; alle families [huizen] (in de buurt; stad) |
| zenkokunōgyōkyōdōkumiairengōkai-全国農業協同組合連合会 | Nationale federatie van landbouwcoöperaties |
| zenkokutaikai-全国大会 | nationale conventie; nationaal (partij)congres; nationale competitie; nationaal toernooi |
| zenkyoku-全局 | de algemene [hele] situatie [toestand]; een brede kijk (op) |
| zenmetsu-全滅 | complete verwoesting; vernietiging |
| zenmon-禅門 | iemand die formeel boeddhist wordt (inclusief scheren van het hoofdhaar en voorgeschreven kleding) |
| zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
| zennihongakuseijichikaisōrenkō-全日本学生自治会総連合 | Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
| zennō-全農 | (afk. voor) Nationale federatie van landbouwcoöperaties |
| zense-前世 | een vorig leven [bestaan] |
| zensei-善政 | een goede regering; goed bestuur [beleid] |
| zensen-全線 | (van trein, tram, bus) de hele lijn (van begin tot eind); alle lijnen [routes] |
| zensen-全線 | alle verkeersroutes; alle wegen |
| zensen-全線 | (tijdens een oorlog); het hele front; alle frontlinies |
| zenshi-前史 | voorgeschiedenis; prehistorie |
| zenshin-善心 | moreel besef; geweten; rechtschapenheid |
| zenshitsu-禅室 | hoofdpriester van een tempel |
| zenshō-全勝 | alle wedstrijden gewonnen hebben; het behalen van een volledige overwinning zonder verliespunten |
| zensho-全書 | een verzamelbundel; verzameld werk; compleet boek (met alle theorieën en geschriften van een bepaalde persoon of op een bepaald vakgebied) |
| zenshō-全焼 | volledige verwoesting door vuur; volledig verbrand [afgebrand] zijn |
| zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
| zenshō-前生 | een vorige leven [bestaan] |
| zensho-善処 | passende maatregelen; het beste (doen); de beste manier |
| zensho-善書 | meester-kalligraaf |
| zensho-善書 | een goed boek; moreel recht [morele wet] volgens de geschriften |
| zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
| zensō-禅僧 | monnik die zenboeddhisme bestudeert, en zenmeditatie (zazen) beoefent |
| zenson-全損 | totaal verlies; totale schade |
| zentei-前庭 | vestibulum; voorhof (medisch, b.v. van het oor) |
| zentōnyōbyō-前糖尿病 | prediabetes |
| zentoryōen-前途遼遠 | een lange weg (te gaan); het doel [de bestemming] is ver weg |
| zenwa-禅話 | dialoog [gesprek; verhandeling] in het Zen Boeddhisme |
| zen'eitanka-前衛短歌 | avant-garde tanka (van een revolutionaire beweging in tanka-poëzie o.l.v Kunio Tsukamoto, in de vijftiger en zestiger jaren) |
| zen'yasai-前夜祭 | de vooravond van een festival [gebeurtenis; ceremonie] |
| zesuchā-ゼスチャー | gebaar; handgebaar; geste |
| zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
| zettō-絶倒 | het overmand worden door hevige emoties |
| zō-憎 | (in kanji combinaties) haten; hekel; afkeer |
| zō-臓 | (in kanji combinaties) ingewanden |
| zō-贈 | (in kanji combinaties) geven; schenken; doneren |
| zō-造 | (in kanji combinaties) maken; bouwen; samenstellen |
| zōbutsu-贓物 | gestolen goederen |
| zōbutsukobai-贓物故買 | heling van gestolen goederen |
| zōchi-増置 | het vestigen van meer bedrijven [kantoren; organisaties] |
| zōgoseibun-造語成分 | de componenten van een samengesteld woord |
| zōhatsu-増発 | vergroting van de uitgifte van bankbiljetten, obligaties, e.d. |
| zōhin-贓品 | gestolen goederen [waar] |
| zōketsu-造血 | bloedvorming; hematopoëse; hemopoëse |
| zōki-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
| zokkan-属官 | lagere bestuursambtenaren bij een overheidsinstantie |
| zokkasuru-俗化する | populariseren; vulgariseren; verpesten; vercommercialiseren; verlagen |
| zokkibon-ぞっき本 | boekrestanten; boeken voor goedkope prijzen |
| zokkō-続稿 | een doorlopend manuscript; voortzetting [uitbreiding] van een bestaand manuscript |
| zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
| zokudan-俗談 | alledaagse conversatie; gesprek over over alledaagse dingen |
| zokuen-俗縁 | seculiere connecties [relaties]; familieleden van monniken en priesters |
| zokuen-続演 | heropvoering [continuering] van een toneelstuk of voorstelling (vanwege succes) |
| zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
| zokuji-俗事 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
| zokujin-俗人 | een onbeschaafd [smakeloos; stijlloos] persoon |
| zokujin-俗塵 | alledaagse [gewone; wereldse] zaken [dingen; karweitjes] |
| zokuraku-続落 | gestage daling |
| zokuri-属吏 | een ondergeschikte [lage] ambtenaar [functionaris] |
| zokuryō-属僚 | een ondergeschikte (ambtenaar) |
| zokuseken-俗世間 | het dagelijkse bestaan |
| zokutai-俗体 | de gestalte [het uiterlijk] van een leek [niet-geestelijke] |
| zomeku-騒く | feestvieren; plezier maken |
| zōmotsu-臓物 | (voor consumptie) orgaanvlees [ingewanden] (van dieren) |
| zōni-雑煮 | soep met rijstcakes en groenten (traditioneel gerecht voor Nieuwjaarsdag) |
| zonjiru-存じる | (nederig werkwoord voor) weten; beseffen; denken |
| zonzuru-存ずる | (nederig werkwoord voor) weten; beseffen; denken |
| zoroasutā-ゾロアスター | (Iraanse profeet) Zoroaster (Zarathoestra of Zarathustra) |
| zoroasutākyō-ゾロアスター教 | zoroastrianisme (leer van Zarathoestra) |
| zororito-ぞろりと | slordig [losjes] gekleed; te opzichtig [formeel] gekleed |
| zuanka-図案家 | ontwerper; designer |
| zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zubazuba-ずばずば | (onomatopee) uitgesproken; eerlijk; recht op de man af |
| zui-随 | (in kanji combinaties) het volgen; navolgen; begeleiden |
| zuiheishikō-水平思考 | het lateraal denken (het anders ordenen van bestaande informatie om zo tot nieuwe informatie te komen) |
| zuihitsu-随筆 | essay |
| zuihitsuka-随筆家 | essayist; schrijver van essays |
| zuiichi-随一 | de beste; grootste; belangrijkste |
| zuijū-随従 | navolging; ondergeschiktheid |
| zuiki-芋茎 | stengels van de taro plant (Colocasia esculenta) |
| zuimaku-髄膜 | hersenvlies; meninges |
| zuimakuen-髄膜炎 | meningitis; hersenvliesontsteking |
| zuisō-随想 | vrije [losse] bespiegelingen [gedachten; herinneringen] |
| zukan-図鑑 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek |
| zukezuke-ずけずけ | (onomatopee) openhartig; (onaangenaam) oprecht; onverbloemd; er geen doekjes om winden |
| zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zunzun-ずんずん | snel ; vlug; gestaag; met grote stappen |
| zurekomu-ずれ込む | uitgesteld [vertraagd; verplaatst; verzet] worden |
| zuroku-図録 | prentenboek; plaatjesboek; geïllustreerd boek [verslag] |
| zuru-狡 | sluwe [geslepen] persoon |
| zurui-狡い | slim; sluw; geslepen; uitgekookt |
| zurukeru-ずるける | niet veel doen; de kantjes eraf lopen; spijbelen; lui zijn |
| zutazuta-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |