離れる hanareru
1 zich verwijderen; uit elkaar gaan
車輪が地面を離れた。
Het wiel kwam los van de grond.
Het wiel kwam los van de grond.
船が岸から離れる。
De boot verwijdert zich van de kust.
De boot verwijdert zich van de kust.
2 (ver) weg [verwijderd] zijn van
彼の家は駅から二キロほど離れている。
Zijn huis is ongeveer 2 kilometer (verwijderd) van het station.
Zijn huis is ongeveer 2 kilometer (verwijderd) van het station.
町の中心部を離れた静かな所
een rustige plek ver weg van het drukke stadscentrum
een rustige plek ver weg van het drukke stadscentrum
3 wegvallen; verdwijnen
気持ちが離れる。
Het gevoel verdwijnt.
Het gevoel verdwijnt.
このことがいつも頭を離れないのです。
Dit is me altijd bijgebleven.
Dit is me altijd bijgebleven.
人心が政権から離れる。
De politiek verliest aan populariteit.
De politiek verliest aan populariteit.
4 verschillen (in leeftijd)
あの夫婦は年が一〇歳も離れている。
Dit echtpaar verschilt wel 10 jaar in leeftijd.
Dit echtpaar verschilt wel 10 jaar in leeftijd.
5 gescheiden worden [weg zijn] (van)
いつも母親のそばを離れられない子
een kind dat niet van zijn moeder gescheiden kan zijn (en altijd bij haar in de buurt wil blijven)
een kind dat niet van zijn moeder gescheiden kan zijn (en altijd bij haar in de buurt wil blijven)
しばらく東京を離れる
tijdelijk uit Tokio weggaan; voor een tijdje Tokio verlaten
tijdelijk uit Tokio weggaan; voor een tijdje Tokio verlaten
席を離れる
zijn zitplaats [stoel] verlaten
zijn zitplaats [stoel] verlaten
6 afstand doen van zijn baan [positie]
職を離れる
afstand doen van zijn positie
afstand doen van zijn positie
戦列を離れる
het slagveld moeten verlaten (door een wond of ziekte)
het slagveld moeten verlaten (door een wond of ziekte)