福 fuku
1 geluk; voorspoed; rijkdom; welvaart
2 geschenken van de goden of Boeddha
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
福は内、鬼は外
(een vaak uitgeroepen wens) het geluk [de voorspoed] binnenhalen en de demonen (die onheil brengen) naar buiten verdrijven
(een vaak uitgeroepen wens) het geluk [de voorspoed] binnenhalen en de demonen (die onheil brengen) naar buiten verdrijven