Kruisverwijzing
rijk
| lemma | meaning |
|---|---|
| adagoto-徒事 | een onbelangrijke iets; zaak [geval] van weinig belang |
| aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
| aijitsu-愛日 | tijd belangrijk [kostbaar] vinden |
| airon-アイロン | strijkijzer |
| airondai-アイロン台 | strijkplank |
| aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
| aizen-愛染 | (de afkorting van aizenhō) de verering van Myōō; Myōō als belangrijkste Boeddhabeeld in een tempel zetten |
| amata-数多 | veel; talrijk; een groot aantal |
| anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | regeringsbestel in Frankrijk onder de Bourbons, voor de Franse revolutie |
| anshutsu-案出 | een vinding; uitvinding; vindingrijkheid |
| areshiki-あれしき | onbeduidend; onbelangrijk |
| aruheitō-有平糖 | decoratief (vaak kleurrijk) snoepgoed gemaakt van suiker en zetmeelsiroop (ook vaak als zuurstok of lolly) |
| arumanyakku-アルマニャック | Armagnac (provincie in Frankrijk) |
| āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
| atamadashi-頭出し | het vooraf een overzicht geven van de belangrijkste punten van een (zakelijke) presentatie |
| atataka-暖か | rijkdom; schatrijk zijn |
| atatakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
| atemi-当て身 | een knock-out slag; slag op een belangrijk deel van de tegenstander |
| atenuno-当て布 | een strijkdoek |
| attakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
| bajutsu-馬術 | paardrijderskunst; rijkunst |
| banshoku-伴食 | eten met een belangrijke [hooggeplaatste] persoon; eten aan dezelfde tafel als de eregast |
| bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
| bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
| bibun-美文 | mooi [bloemrijk] proza |
| biji-美辞 | bloemrijke taal [retoriek] |
| bippu-ビップ | een vooraanstaand [belangrijk] persoon |
| bishamonten-毘沙門天 | Bishamonten (Vaishravana), god van rijkdom en overwinning, (afgebeeld in harnas,met schatkamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| bōgen-ボーゲン | strijkstok |
| borudō-ボルドー | Bordeaux (stad in Frankrijk) |
| bui・ai・pī-ブイ・アイ・ピー | VIP; vooraanstaand [belangrijk] persoon |
| bukkai-仏界 | één van de 10 werelden in de Boeddhistische leer (van de hel oplopend tot rijk van de Boeddha's) |
| chibō-知謀 | vindingrijkheid; inventiviteit; vernuft |
| chigaku-地学 | aardwetenschap(pen); geowetenschap(pen); natuurkundige aardrijkskunde |
| chiri-地理 | aardrijkskunde; geografie; topografie |
| chirigaku-地理学 | geografie; aardrijkskunde |
| chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
| chōja-長者 | een rijke persoon; miljonair |
| chūshinten-中心点 | belangrijkste deel [punt] |
| chūsū-中枢 | centrum; hoofdpunt; centrale en belangrijke plaats |
| daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
| daiittō-第一党 | de leidende [belangrijkste; grootste] partij |
| daiji-大事 | een belangrijk [ernstig] iets; een serieuze zaak |
| daijin-大尽 | miljonair; rijkaard; magnaat |
| daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| daizentei-大前提 | belangrijkste uitgangspunt [veronderstelling; principe; aanname] |
| diguriokurashī-ディグリオクラシー | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
| dosshiri-どっしり | zwaar; omvangrijk; massief; solide |
| doyagai-どや街 | stadsdeel met talrijke logementen [luizige hotels] (vooral voor dagwerkers) |
| eikoku-英国 | Engeland; Groot-Brittannië; het Verenigd Koninkrijk |
| eiri-営利 | geldbejag; het vergaren van geld [rijkdom] |
| enritchi-エンリッチ | verrijken; rijk(er) maken |
| essuru-閲する | voorbijgaan; verstrijken (van de tijd) |
| etsu-閲 | het verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
| fantasutikku-ファンタスティック | fantastisch; fantasierijk; excentriek |
| fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
| fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
| fuku-福 | geluk; voorspoed; rijkdom; welvaart |
| fukurokuju-福禄寿 | Fukurokuju, god van geluk, rijkdom en een lang leven (vaak afgebeeld met een lang hoofd), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
| furansu-フランス | Frankrijk |
| furansukoku-仏蘭西国 | Frankrijk |
| furyoku-富力 | rijkdom; vermogen; fortuin |
| fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
| futsu-仏 | Frankrijk |
| futsukoku-仏国 | Frankrijk |
| fuyū-富裕 | weelde; rijkdom; welvaart |
| gahō-画報 | rijk geïllustreerd tijdschrift of boek |
| gakidō-餓鬼道 | Het rijk van de hongerige geesten (een van de ongelukkige rijken van wedergeboorte in de boeddhistische cyclus van bestaan) |
| gakurekishakai-学歴社会 | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| gasshō-合従 | alliantie; alliantievorming (hist. in China van 6 koninkrijken, tegen de Qing dynastie) |
| gasshōrenkō-合従連衡 | alliantie; alliantievorming; het bundelen van krachten (hist. alliantie in China van 6 koninkrijken tegen, en met de Qing dynastie) |
| gengakki-弦楽器 | snaarinstrument(en); strijkinstrument(en) |
| gengakugassōdan-弦楽合奏団 | strijkorkest |
| gengakugojūsō-弦楽五重奏 | strijkkwintet |
| gengakushijūsō-弦楽四重奏 | strijkkwartet |
| gokoku-五穀 | de vijf belangrijkste granen (rijst, gerst, gierst, tarwe en bonen) |
| gokokuhōsaku-五穀豊作 | rijke oogst (van de vijf granen) |
| gōnō-豪農 | een rijke boer; heerboer |
| gōzoku-豪族 | machtige [invloedrijke] familie [clan] |
| gu-具 | (belangrijkste) ingrediënt (bij het koken van een gerecht) |
| gunkō-郡公 | (Jin [Chin] periode, China) koning van een klein koninkrijk |
| gurando-グランド | groot(s); belangrijk |
| guran・puri-グラン・プリ | Grand Prix; Grote Prijs (belangrijke sportwedstrijd) |
| habakiki-幅利き | invloedrijk persoon |
| haikinshugisha-拝金主義者 | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
| harōwāku-ハローワーク | Hello Work, Japans-Engelse bijnaam van het Japanse Rijksarbeidsbureau |
| heso-臍 | kern; middelpunt; belangrijkste punt |
| hinoshi-火熨斗 | (klassiek) strijkijzer (zonder elektra) |
| hinpu-貧富 | armoede en rijkdom; arm en rijk |
| hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
| hitoribotchi-独りぼっち | alleenlevend [solitair] zijn; het rijk alleen hebben; |
| hō-豊 | vruchtbaar; rijk (van oogst, etc.) |
| hōfu-豊富 | rijkdom; weelde; overvloed |
| hōfutsu-訪仏 | bezoek aan Frankrijk; het bezoeken van Frankrijk |
| hōjō-豊穣 | vruchtbaarheid; rijke [overvloedige] oogst [groei] |
| hōken-宝剣 | een kostbaar [belangrijk; eervol] zwaard. |
| hōmotsu-宝物 | schat (kunst, cultuur); belangrijk [dierbaar] bezit; juweel |
| hon-本 | echte; belangrijke; hoofd- |
| honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
| honpō-本法 | de belangrijkste wet; hoofdwet |
| honron-本論 | hoofdzaak; hoofdonderwerp; belangrijkste kwestie |
| honsha-本社 | belangrijkste heiligdom [schrijn; tempel] |
| honshi-本紙 | hoofdsectie [belangrijkste deel] (van een krant of document) |
| honshitsuteki-本質的 | essentieel; noodzakelijk; belangrijk |
| honzon-本尊 | belangrijkste god [Boeddha; godenbeeld; Boeddhabeeld] in een tempel |
| hoozuri-頬擦り | (uit affectie) de wangen tegen elkaar drukken [strijken] |
| hōsaku-豊作 | een goede [rijke; overvloedige] oogst |
| ichiban'yari-一番槍 | de initiatiefnemer; degene die als eerste (een belangrijke) actie onderneemt; (lett. degene die de eerste speer gooit) |
| ichidai-一大 | (als voorvoegsel) belangrijk; enorm; reusachtig |
| ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
| ichigoichie-一期一会 | een unieke belangrijke ontmoeting |
| ichijisenkin-一字千金 | woorden van waarde; belangrijke woorden |
| igirisu-イギリス | Engeland; het Verenigd Koninkrijk (VK) |
| ijin-偉人 | een groot man; vooraanstaand [invloedrijk] persoon |
| ikkakusenkin-一攫千金 | in één klap rijk worden; in één keer enorme winst behalen |
| ikkokusenkin-一刻千金 | elk moment is belangrijk [kostbaar;dierbaar]; tijd is geld |
| innā・kyabinetto-インナー・キャビネット | kernkabinet (belangrijkste ministers en de premier) |
| inochi-命 | essentie; kern; het belangrijkste |
| inu-往ぬ | verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
| iyamasaru-弥増さる | alsmaar meer [groter; talrijker] worden |
| jako-雑魚 | een onbetekenend [onbelangrijk] persoon |
| jikonōshuku-自己濃縮 | zelfverrijking |
| jinkokki-人国記 | een register met biografieën van belangrijke mensen (gerangschikt per geboorteplaats) |
| jitsuryokusha-実力者 | invloedrijk persoon |
| jōfu-丈夫 | talentrijke [begaafde] man |
| jūdai-重大 | belangrijk [serieus; aanzienlijk; ernstig] zijn |
| jūtenseisaku-重点政策 | belangrijkste beleidslijn; voorrangsbeleid |
| jūyaku-重役 | belangrijke rol; hoofdrol |
| jūyaku-重役 | belangrijke bestuursfunctie |
| jūyō-重要 | belangrijkheid; belang; essentie |
| jūyōanken-重要案件 | belangrijke [essentiële] items [punten op de agenda] |
| jūyōbunkazai-重要文化財 | belangrijk cultureel bezit [erfgoed] |
| kai-界 | rijk; wereld; kring(en) |
| kakinaderu-掻き撫でる | gladstrijken; (glad) kammen |
| kaminokuni-神の国 | (Christendom) het Koninkrijk van God; het Koninkrijk Gods; Hemel |
| kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
| kanemochi-金持ち | een rijk iemand; rijkaard |
| kangaku-官学 | rijksonderwijs; staatsonderwijs |
| kangen-管弦 | (de muziek van) blaasinstrumenten en strijkinstrumenten |
| kankonsōsai-冠婚葬祭 | belangrijke ceremoniële gelegenheden in het leven (zoals bruiloften, begrafenissen en andere rituelen) |
| kansonminpi-官尊民卑 | het plaatsen van bureaucraten en ambtenaren boven het volk; het aannemen dat de bestuurders [de staat] belangrijker zijn dan het volk |
| kan'yō-肝要 | belangrijkheid; essentie |
| kan'yū-官有 | staatseigendom; rijkseigendom; regeringseigendom |
| kan'yūchi-官有地 | rijksgrond(gebied) |
| kan'yūzaisan-官有財産 | rijkseigendommen; rijksgebouwen |
| kaoyaku-顔役 | een invloedrijk man; kopstuk |
| karafuru-カラフル | kleurrijk |
| kasabaru-嵩張る | omvangrijk [lijvig; volumineus] zijn [worden] |
| kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
| kaun-家運 | fortuin [bezit; rijkdom; lot] van een familie |
| kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
| keinen-経年 | het verstrijken [voorbijgaan] van jaren; verloop der jaren |
| keisatsuchō-警察庁 | korps landelijke politiediensten; rijkspolitiekorps |
| kemisuru-閲する | voorbijgaan [verstrijken] (van de tijd) |
| kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
| kenran-絢爛 | pracht; bloemrijkheid; oogverblindendheid |
| kenryokusha-権力者 | een machtige [invloedrijke; gezaghebbende] persoon |
| kenshikibaru-見識張る | zich wijs [belangrijk; waardig] voordoen; doen alsof je wijs [slim] bent |
| kibutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kifuda-木札 | vrijbiljet; vrijkaart |
| kifutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kijikutsūka-基軸通貨 | sleutelvaluta; belangrijke valuta; basisvaluta |
| kikidokoro-聞き所 | (van een speech) een belangrijk punt; het belangrijkste deel; de belangrijkste passage |
| kikimono-聞き物 | iets dat de moeite waard [belangrijk] is om te horen |
| kikkin-喫緊 | iets dat belangrijk [dringend; essentieel] is |
| kīkyoku-キー局 | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
| kimedokoro-決め所 | het belangrijkste [cruciale] punt, het punt dat de doorslag kan geven; de perfecte gelegenheid [kans] |
| kinguzu・ingurisshu-キングズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
| kinkagyokujō-金科玉条 | gouden regel; belangrijkste voorschrift |
| kinmanka-金満家 | rijkaard; rijke stinkerd |
| kireru-切れる | (tijd) verlopen; verstrijken; vervallen |
| kishin-貴紳 | een edelman; een hooggeplaatste [rijke] persoon; iemand met een hoge status |
| kizamu-刻む | verstrijken [wegtikken] van tijd; de maat slaan |
| kī・kantorīzu・shisutemu-キー・カントリーズ・システム | systeem van de belangrijkste landen |
| kī・karenshī-キー・カレンシー | sleutelvaluta; belangrijke valuta; basisvaluta |
| kī・pointo-キー・ポイント | belangrijkste punt; sleutelstelling |
| kī・sutēshon-キー・ステーション | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
| kōboku-公僕 | (arch.) overheidsfunctionaris; rijksambtenaar |
| kōen-広遠 | iets dat groot [immens; enorm; omvangrijk; uitgestrekt; verstrekkend] is |
| kōgen-巧言 | vleierij; pluimstrijkerij |
| koiiroai-濃い色合い | rijke kleurschakering |
| kokkakeisatsu-国家警察 | rijkspolitie (met landelijke jurisdictie) |
| kōkoku-皇国 | het Japanse keizerrijk (onder de heerschappij van de keizer) |
| kokoroe-心得 | een belangrijk punt; regel; richtlijn |
| kokudo-国土 | domein; grondgebied; land; aardrijk |
| kokudō-国道 | rijksweg |
| kokufu-国富 | nationale rijkdom; nationaal vermogen |
| kokuikkoku-刻一刻 | met het verstrijken van de tijd; van uur tot uur; van minuut tot minuut |
| kokunoaru-酷のある | rijke [volle; robuuste] smaak (van wijn, e.d.) |
| kokuritsu-国立 | natie; staat; regering; rijk |
| kokuritsubijutsukan-国立美術館 | rijksmuseum; Nationaal museum |
| kokuritsukōbunshokan-国立公文書館 | rijksarchief; nationaal archief |
| kokushi-国士 | patriot; belangrijke [patriottische] staatsman [staatsburger] |
| kōkyōshokugyōanteijo-公共職業安定所 | het Japanse Rijksarbeidsbureau (Japans-Engelse bijnaam: Hello Work) |
| kōkyōtatemono-公共建物 | rijksgebouw; publiek gebouw |
| komakai-細かい | onbelangrijk; onbeduidend |
| kōmuin-公務員 | rijksambtenaar; overheidsfunctionaris |
| koppa-木っ端 | Iets onbelangrijks [triviaals] |
| kora-コラ | kora, traditioneel West-Afrikaans strijkinstrument |
| koreshiki-此れしき | kleinigheid; onbelangrijk iets |
| kotekote-こてこて | (onomatopee) zwaar; vet; dik; machtig (van eten); rijk (versierd); opzichtig |
| kuchikiki-口利き | bemiddelaar; invloedrijk persoon |
| kuīnzu・ingurisshu-クイーンズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
| kumen-工面 | vindingrijkheid; het handig voor elkaar krijgen; het op een creative manier verzamelen van geld [goederen] |
| kunshu-君主 | koning; keizer; heerser; vorst (die in familielijn heerst over een rijk) |
| kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
| kyofu-巨富 | groot fortuin; enorme rijkdom |
| kyōgenmawashi-狂言回し | (Kabuki theater) belangrijke bijrol |
| kyōkashokuhin-強化食品 | verrijkt voedsel (met mineralen, vitaminen, etc.) |
| kyozai-巨財 | fortuin; rijkdom; grote hoeveelheid geld |
| kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
| maguchi-間口 | rijkwijdte van werkzaamheden, onderzoek, e.d. |
| mainā-マイナー | klein; onbelangrijk; onbeduidend |
| makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| manekineko-招き猫 | gelukskatje (beeldje van een kat die met een bewegende voorpoot klanten binnen wenkt (li-poot) of voorspoed en rijkdom binnenhaalt (re-poot)) |
| manmon-マンモン | (Bijbel) Mammon (geldgod; god van de rijkdom) |
| manmon-マンモン | rijkdom (als bron van het kwaad) |
| manmonisuto-マンモニスト | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
| manryōbi-満了日 | einddatum; datum van verstrijken |
| mansaku-満作 | een goede [rijke] oogst |
| massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
| masshō-末梢 | kleine details; onbelangrijke dingen [zaken] |
| matsugaku-末学 | bijvak; studie van onbelangrijke vakken (van een lager niveau) |
| mattari-まったり | (van smaak) vol; rijk |
| meboshii-めぼしい | opvallend; opmerkelijk; belangrijk |
| medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
| medokku-メドック | Médoc (regio in Frankrijk) |
| megaton-メガトン | megaton (1 miljoen ton TNT, de energie die vrijkomt bij het ontploffen van waterstofbommen) |
| meguru-巡る | verstrijken (van tijd) |
| meido-冥土 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| meifu-冥府 | het dodenrijk; de onderwereld (Hades) |
| meikai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| mein-メイン | hoofd-; voornaamste; belangrijkste |
| mein・ibento-メイン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
| mejā-メジャー | voornaamste; belangrijkste |
| mēn-メーン | hoofd-; voornaamste; belangrijkste |
| menuki-目抜き | wat het belangrijkste is; hoofd- |
| mēn・ibento-メーン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
| mēn・tēburu-メーン・テーブル | hoofdtafel; tafel met de belangrijkste gasten en/of gastheer [gastvrouw] |
| miseba-見せ場 | belangrijkste [beste] scène (van een toneelstuk of film) |
| miso-味噌 | een belangrijk punt; goede eigenschap |
| monomochi-物持ち | een rijke (persoon); iemand met veel geld |
| mononokazu-物の数 | iets belangrijks; iets dat de moeite waard is |
| muigi-無意義 | zinloos [onbetekenend; onbelangrijk] zijn |
| mune-旨 | principe; kern; het belangrijkste |
| myōdō-冥道 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| myōkai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
| myōkan-冥官 | (boeddh.) opperrechter in het dodenrijk [in de hel] |
| nadeorosu-撫で下ろす | gladstrijken |
| naderu-撫でる | aaien; strelen; strijken (over); gladstrijken |
| nanisama-何様 | een belangrijk iemand; een persoon van belang |
| narasu-均す | effenen; glad maken; egaliseren; glad strijken |
| nashonaru-ナショナル | nationaal; binnenlands; staats-; rijks- |
| nigiru-握る | belangrijke zaken goed bewaren [stevig in handen houden] |
| nigiwasu-賑わす | opluisteren; verlevendigen; verrijken; populair maken |
| ningai-人界 | (boeddh.) (een van de tien rijken) de wereld waarin mensen leven; de menselijke wereld |
| nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
| nōshuku-濃縮 | concentratie; condensatie; verrijking |
| nōshuku'uran-濃縮ウラン | verrijkt uranium |
| obekka-おべっか | vleierij; pluimstrijkerij |
| oeraisan-お偉いさん | belangrijk persoon; vip |
| ogurai-小暗い | schemerig; duister; schaduwrijk |
| ohizamoto-お膝元 | de naaste omgeving [kringen] van een invloedrijke persoon (b.v. hoofdkwartier, kiesdistrict, hoogste staf, kader, e.d.) |
| ōkoku-王国 | koninkrijk |
| okumanchōja-億万長者 | een miljardair; multimiljonair; zeer rijk persoon |
| omo-主 | belangrijkste zijn |
| omoi-重い | ernstig; belangrijk |
| omosa-重さ | belang; belangrijkheid |
| omotesaku-表作 | ((op het akker) hoofdgewas; belangrijkste gewas |
| ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
| oogosho-大御所 | leidende [invloedrijke; machtige] persoon |
| oogoto-大事 | ernstige [belangrijke; rampzalige] zaak |
| ooguchitōshika-大口投資家 | grote [belangrijke] investeerder |
| ooi-多い | veel; talrijk |
| ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
| oomono-大物 | een belangrijk [gewichtig; machtig] persoon; een zwaargewicht |
| oomono-大物 | een belangrijk [kostbaar] iets |
| oote-大手 | groot [belangrijk; invloedrijk] bedrijf |
| oshii-惜しい | kostbaar; belangrijk; waardevol |
| ōsutoria-オーストリア | Oostenrijk |
| otaiko-お太鼓 | vleier; pluimstrijker; strooplikker; slijmbal |
| parisai-パリ祭 | de nationale feestdag van Frankrijk, 14 juli |
| pasha-パシャ | pasja (titel van een officier in het Ottomaanse Rijk) |
| pinto-ピント | kernpunt; (belangrijk) punt van discussie |
| puresu-プレス | drukken, duwen, persen; strijken |
| rakugan-落雁 | een wilde gans die komt aanvliegen en neerstrijkt op een veld |
| reikai-霊界 | geestenwereld; geestenrijk |
| rekinen-歴年 | de voortgang van jaren; het verstrijken van de tijd |
| renkō-連衡 | alliantie; alliantievorming (hist. in China van 6 koninkrijken, met de Qing dynastie) |
| rikiten-力点 | belangrijk(ste) punt; nadruk |
| rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
| rishoku-利殖 | vermogensopbouw; rijkdom vergaren (d.m.v. aandelen etc.) |
| ritchi-リッチ | rijk |
| ruminōru-ルミノール | luminol (een organische verbinding met als bijzondere eigenschap dat bij oxidatie ervan energie vrijkomt in de vorm van zichtbaar licht) |
| ryōbu-両部 | de twee belangrijkste leerstellingen van het shingon (esoterische) boeddhisme |
| ryūkyūōkoku-琉球王国 | het koninkrijk Riukiu; het Riukiu-koninkrijk |
| sahanji-茶飯事 | gewone [alledaagse; onbelangrijke; onbeduidende] dingen [zaken; gebeurtenis] |
| sai-最 | (voorvoegsel) beste; meeste; maximum; belangrijkste |
| saiku-細工 | handigheid; listigheid; vindingrijkheid |
| sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
| saitaru-最たる | (bnw) beste; eerste; belangrijkste |
| saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
| sankan-三冠 | (Eng.: Triple Crown) het paard dat de drie belangrijkste paardenrennen in Japan wint |
| sankanba-三冠馬 | (Eng.: Triple Crown) het paard dat de drie belangrijkste paardenrennen in Japan wint |
| sanran-燦爛 | schitterend [glansrijk; luisterrijk; helder schijnend] zijn |
| sanshunojingi-三種の神器 | drie belangrijke [noodzakelijke] dingen |
| santōseiji-三頭政治 | driemanschap; triumviraat (ten tijde van het Romeinse Rijk) |
| sanzon-三尊 | drie belangrijke [te respecteren] personen: heerser, vader en leraar |
| san'yaku-三役 | de drie belangrijkste [hooggeplaatste] functionarissen (in bedrijven, organisaties of politieke partijen) |
| sasai-些細 | triviaal [onbeduidend; onbelangrijk] zijn |
| sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
| seichō-政庁 | regeringszetel; rijksbureau |
| seihen-正編 | het belangrijkste deel van een boek ; hoofdverhaal |
| sekkaku-折角 | zeldzaam; kostbaar; belangrijk |
| sentoraru-セントラル | centraal; midden-; belangrijkste |
| shiba-シバ | Sheba (oud koninkrijk in Arabië); Sheba (asteroïde) |
| shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
| shimaguni-島国 | eilandstaat; eilandenrijk; een land omringd door zee |
| shindai-身代 | geluk; rijkdom; voorspoed; bezit |
| shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
| shiriasu-シリアス | ernstig; serieus; belangrijk |
| shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
| shisō-詞藻 | poëtisch [bloemrijk] taalgebruik; stijlfiguur; poëtische uitdrukking [retoriek] |
| shitatameru-認める | besturen (landgoed, rijk, land, e.d.) |
| shitsukoi-しつこい | zwaar (van voedsel); schreeuwerig (van kleur); rijk (van smaak) |
| shiyō-枝葉 | bijzaken; onbelangrijke [onbeduidende] dingen |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| shōji-小事 | kleine [onbelangrijke] dingen; trivialiteiten |
| shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
| shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
| shokubutsukai-植物界 | hert plantenrijk |
| shōza-正座 | de ereplaats (voor de (belangrijke) gast) |
| shubu-主部 | het hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een zin |
| shubun-主文 | hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een tekst |
| shuchū-主柱 | belangrijkste (steun)pilaar [pijler] (van een gebouw) |
| shugan-主眼 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shui-主意 | belangrijkste betekenis [idee; mening] |
| shuin-主因 | hoofdoorzaak; belangrijkste factor; drijfveer |
| shunō-主脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shunō-首脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
| shushin-主神 | oppergod; belangrijkste god van een heiligdom; koning der goden |
| shushoku-主食 | hoogvoedsel; belangrijkste voedsel |
| shuso-主訴 | belangrijkste klacht [symptoom] (van een patiënt) |
| shuten-主点 | hoofdpunt; belangrijkste punt |
| shuyaku-主薬 | (bij medicijnen) de basis; hoofdingrediënt; belangrijkste component |
| sōikufū-創意工夫 | vindingrijkheid; originaliteit |
| soreppotchi-それっぽっち | zo weinig; zo gering; zo klein; zo'n klein beetje; slechts [alleen maar] dit [dat]; onbelangrijk; onbeduidend; futiel |
| soreshiki-其れしき | iets dat klein [gering; onbeduidend; onbelangrijk] is |
| sugiyuku-過ぎ行く | voorbijgaan; passeren; verstrijken |
| sui-粋 | de essentie; het beste; het belangrijkste |
| sūki-枢機 | belangrijkste (staats)zaken |
| sukījī-スキージー | afstrijker; afstrijktang |
| suru-擦る | wrijven; schuren; schrobben; afstrijken (lucifer); vijlen; polijsten; afdrukken |
| sūyō-枢要 | belang; belangrijkheid |
| ta-多 | (in kanji combinaties) veel; talrijk |
| tachiyuku-立ち行く | voorbijgaan; verstrijken |
| tadagoto-只事 | iets alledaags [onbelangrijks]; een kleinigheid |
| tadai-多大 | groot in aantal [talrijk; enorm; zeer omvangrijk] zijn |
| taihō-大法 | de belangrijke wet- en regelgeving |
| taika-大家 | rijke [voorname] familie |
| taike-大家 | rijke [voorname] familie |
| tainin-大任 | belangrijke missie [opdracht]; zware taak [verantwoording] |
| tairei-大礼 | een belangrijke ceremonie (zoals huwelijk, begrafenis, etc.) |
| taisaku-大作 | (in omvang) een groot [omvangrijk] werk(stuk) |
| taisetsu-大切 | belang; belangrijkheid |
| taisha-大社 | grote [belangrijke] shinto tempel [schrijn] |
| taishita-大した | groot; enorm; geweldig; belangrijk |
| taiten-大典 | belangrijk ritueel; grote ceremonie |
| takara-宝 | schat; kostbaarheid; rijkdom |
| takaramono-宝物 | schat; juweel; belangrijk [dierbaar] bezit |
| tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
| tasai-多彩 | kleurrijk [veelkleurig] zijn |
| tata-多多 | veel [talrijk] zijn |
| tate-立て | belangrijkste; hoofd-; leidende |
| tatsu-経つ | verstrijken; voorbijgaan (van de tijd) |
| teatsui-手厚い | rijkelijk; royaal |
| tei-帝 | (in kanji combinaties) keizer (zoon van het hemelse rijk) |
| teikoku-帝国 | keizerrijk; wereldrijk; imperium |
| ten-天 | God; de Hemel; het hemelrijk |
| tenjōkai-天上界 | hemel; hemelrijk |
| tenkai-天界 | hemel; hemelrijk |
| tennyo-天女 | nimf van het hemelrijk; engel; hemelgeest (v) |
| tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
| tokoyonokuni-常世の国 | het dodenrijk |
| tomi-富 | rijkdom; fortuin |
| tomu-富む | rijk zijn aan; in overvloed zijn; overvloedig aanwezig zijn; vruchtbaar zijn (fig.) |
| tomu-富む | rijk [welvarend] zijn [worden] |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| toraedokoro-捕らえ所 | het belangrijkste punt [argument]; de kern (van een discussie, theorie, e.d.) |
| tori-取り | de laatste (en belangrijkste) persoon die opkomt op het toneel |
| toritsukurou-取り繕う | gladstrijken; effenen; verbloemen |
| tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
| tsukihi-月日 | (het verstrijken van) de tijd |
| urimono-売物 | (belangrijkste) pluspunt; voordeel; hoofdattractie; pronkstuk |
| wan・pointo-ワン・ポイント | het belangrijkste punt |
| yakebutori-焼け太り | rijker [welvarender] worden na een brand |
| yamatoshimane-大和島根 | het eilandenrijk Japan (arch.) |
| yangu・ritchi-ヤング・リッチ | de jonge rijken; koopkrachtige jongeren |
| yasudaiji-易大事 | iets dat er eenvoudig uitziet, maar in werkelijkheid zeer belangrijk is |
| yōgo-要語 | sleutelwoord; belangrijke woorden |
| yōjin-要人 | VIP; belangrijke [vooraanstaande] persoon |
| yōken-要件 | belangrijke zaak [kwestie] |
| yōketsu-要訣 | (belangrijk) geheim; geheime sleutel |
| yokkai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
| yōkō-要港 | belangrijke haven |
| yokukai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
| yōmu-要務 | belangrijke taak |
| yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
| yubiori-指折り | belangrijk; eminent; uitmuntend; prominent |
| yūfuku-裕福 | rijk [vermogend; kapitaalkrachtig] zijn |
| yūfuku-裕福 | rijkdom; overvloed; schat |
| yūigi-有意義 | zinvol [belangrijk; de moeite waard] zijn |
| yumi-弓 | strijkstok (muziekinstrumenten) |
| yunion・jakku-ユニオン・ジャック | (de naam van) de vlag van het Verenigd Koninkrijk; de Engelse vlag |
| yūryokukigyō-有力企業 | invloedrijk [vooraanstaand; groot] bedrijf |
| yutaka-豊か | rijk, welvarend; overvloedig; volop |
| yū・kē-ユー・ケー | VK, het Verenigd Koninkrijk (Engeland) |
| zaihō-財宝 | rijkdom; schatten; kostbaarheden |
| zaisanka-財産家 | een rijke [welgestelde; gefortuneerde] persoon |
| zako-雑魚 | een onbetekenend [onbelangrijk] persoon |
| zeikin-税金 | (rijks- of gemeente) belasting(en) |
| zerosamushakai-ゼロサム社会 | nulsommaatschappij (waar economische groei stopt, de totale rijkdom constant blijft en één persoon voordeel heeft, en een ander een even groot nadeel) |
| zōhyō-雑兵 | een onbeduidende [onbelangrijke] persoon binnenin een organisatie; een werkmier |
| zokuri-俗吏 | (denigrerende term) een kleine [onbeduidende; onbelangrijke] ambtenaar [klerk] |
| zuiichi-随一 | de beste; grootste; belangrijkste |