新日蘭辞典・新蘭日辞典 | Japans-Nederlands Nederlands-Japans Woordenboek: Zoeken合い

合あい ai

1 toestand; situatie; conditie

2 tesamen

3 tussenseizoen (lente- of herfst) kleding

合い

lemma	meaning
arbeidsongeschiktheidspercentage	就業不能の度合い(パーセンテージで表す)
balans	釣り合い; バランス
belangenverstrengeling	利益相反; 利害関係のもつれ; 利害関係の絡み合い
clubcompetitie	クラブ競り合い; クラブコンペ
collusie	野合; 馴れ合い; 共謀
evenwichtig	均衡のとれた; 釣り合いのよい
gedrang	押し合いへし合い
gezelligheidsdrinker	付き合い程度に飲む人
gezelschapsdrinker	付き合い程度に飲む人
half-om-half	合い挽き肉
handgemeen	取っ組み合い
herfsttint	秋の色合い
implicatie	意味合い; 含み
kennis	知り合い; 知人; 知己
loper	合い鍵
najaarstint	秋の色合い
nuance	ニュアンス; 色合い
nuance	ニュアンス; 微妙な意味合い
nuanceren	色合いをつける
nuanceren	ニュアンスを持たせる; 微妙な意味合いを含める
omstrengeling	抱き合い; 抱擁
onbehoorlijk	不似合い; 不適切な; はしたない
onevenwicht	不釣合い; 不均衡; 不平衡
onoorbaar	不似合い; 不適切な; はしたない
reservesleutel	合鍵(合い鍵); スペア・キー
vechtpartij	殴り合い; 乱闘
verzekering	保証; 請合い
voetbalduel	サッカーでの競り合い
voetbalgevecht	サッカーの競り合い
vuistgevecht	殴り合い
wederhelft	連れ合い; 伴侶