loper / lo-per ( de (m) | znw | lopers )
1歩く人; 歩行者 [iemand die loopt]
2ビショップ [schaakstuk]
3合い鍵 [sleutel]
Kruisverwijzing
loper
| lemma | meaning |
|---|---|
| bagabondo-バガボンド | vagebond; landloper; zwerver |
| bishoppu-ビショップ | loper (schaakspel) |
| burakku・chenbā-ブラック・チェンバー | Black Chamber (1919–1929); ook bekend als het Cipher Bureau, de voorloper van de geheime dienst van de VS, National Security Agency (NSA) |
| buyūden-武勇伝 | levensverhaal van een held; ridderverhaal; (ironisch) heldenepos van kroegloper |
| chikuonki-蓄音機 | fonograaf (voorloper van de grammofoon) |
| chōkyorirannā-長距離ランナー | langeafstandsloper |
| daburupurei-ダブルプレー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| daisō-代走 | (honkbal) pitch runner, (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
| dirēdo・suchīru-ディレード・スチール | verlate steel-poging (bij honkbal, een verrassingstechniek waarbij de loper een honk steelt op een onverwacht moment) |
| dokusō-独走 | koploper zijn; het alleen (voorop) rennen |
| firudāzu・choisu-フィルダーズ・チョイス | (honkbal) de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| fūraibō-風来坊 | zwerver; vagebond; landloper |
| gettsū-ゲッツー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| gokutsubushi-穀潰し | nietsnut; klaploper; luiwammes |
| gorotsuki-ごろつき | uitvreter; parasiet; klaploper; vandaal; crimineel; schurk; afperser |
| hamachidori-浜千鳥 | strandplevier; strandloper; zandloper |
| herarudo-ヘラルド | voorbode; voorloper |
| hōmu・in-ホーム・イン | (honkbal) honkloper die de thuisplaat bereikt |
| hōmu・suchīru-ホーム・スチール | (honkbal) het stelen van het thuishonk (d.w.z. dat de honkloper begint te rennen naar de thuisplaat al voordat de pitcher heeft gegooid) |
| hōrō-放浪 | omzwerving; ronddwaling; landloperij |
| jūtan-絨毯 | tapijt; vloerkleed; loper |
| jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| kenkyaku-健脚 | sterke [goede; gezonde] loper [wandelaar] |
| kishokusha-寄食者 | klaploper; profiteur |
| kokabu-子株 | (plantkunde) nieuwe scheut; uitloper; zijscheut |
| kusawake-草分け | pionier; baanbreker; voorloper; kolonist |
| masutā・kī-マスター・キー | loper; passe-partout |
| nagaremono-流れ者 | zwerver; landloper; vagebond |
| nigeuma-逃げ馬 | koploper (paardenraces) |
| nūdisuto-ヌーディスト | nudist; naaktloper |
| oyakagi-親鍵 | loper; passe-partout |
| pēsumēkā-ペースメーカー | gangmaker; tempoloper |
| pinchirannā-ピンチランナー | (honkbal) (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
| poketto-ポケット | bij langeafstandslopers een situatie waarin iemand omringd is door andere lopers (en niet de mogelijkheid heeft om zelf het pad te kiezen) |
| rannā-ランナー | (hard)loper; honkloper (honkbal) |
| rataishugisha-裸体主義者 | nudist; naaktloper |
| runpen-ルンペン | zwerver; landloper; vagebond; clochard |
| sakigake-先駆け | pionier; wegbereider; initiatiefnemer; voorloper; voorbode; leider |
| sanjūsatsu-三重殺 | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
| senjin-先人 | voorouder(s); voorloper; iemand uit de (klassieke) oudheid |
| senkaku-先覚 | voorloper; voorbode |
| senku-先駆 | voorloper; voorganger; voorhoede; pionier |
| sentan-先端 | voorhoede; spits; voorloper; pionier |
| shigi-鴫 | snip; zandloper (vogel, Scolopacidae) |
| shōkinrui-渉禽類 | waadvogels; steltlopers |
| shūto-シュート | loot; spruit; scheut; uitloper |
| sukīyā-スキーヤー | skiër (skiloper) |
| sukoaringu・pojishon-スコアリング・ポジション | (honkbal) scoringspositie (d.w.z. een loper op het tweede of derde honk) |
| sukuizu-スクイズ | (honkbal) een opofferingsslag met een loper op het derde honk |
| sukuizu・purē-スクイズ・プレー | (honkbal) een opofferingsslag met een loper op het derde honk |
| sunadokei-砂時計 | zandloper |
| sunekajiri-脛齧り | klaploper; iemand die profiteert van een ander |
| tabigarasu-旅烏 | zwerver; landloper; bereisd persoon; rondtrekkende reiziger |
| taimurī-タイムリー | (honkbal) een slag waardoor een honkloper kan scoren (timely hit) |
| taimurī・hitto-タイムリー・ヒット | (honkbal) een slag waardoor een honkloper kan scoren (run-scoring hit) |
| tokutenken-得点圏 | (honkbal) scoringspositie (d.w.z. een loper op het tweede of derde honk) |
| torimaki-取り巻き | aanhanger; (slaafse) volgeling; klaploper |
| toripuru・purē-トリプル・プレー | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
| watarimono-渡り者 | zwerver; landloper; vagebond |
| yasen-野選 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| yashusentaku-野手選択 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| zanrui-残塁 | (honkbal) honklopers die nog op een honk staan (zonder te scoren) aan het einde van een inning |