Kruisverwijzing
eg
| lemma | meaning |
|---|---|
| abaredasu-暴れ出す | onrustig [wild] (beginnen te) worden; beginnen tekeer te gaan |
| abekobe-あべこべ | omgekeerd; binnenstebuiten; tegenovergesteld |
| abisetaoshi-浴びせ倒し | (sumo) de tegenstander naar beneden duwen door op hem te leunen |
| abu-虻 | daas; paardenvlieg; horzel |
| abuhachitorazu-虻蜂取らず | tussen de wal en het schip vallen [geraken]; noch het een nog het ander (twee dingen tegelijkertijd proberen te doen, maar in geen van beide slagen) |
| acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
| ada-仇 | vijand; tegenstander |
| adenoido-アデノイド | (medisch) adenoïde (vegetatie) |
| adomisshon-アドミッション | toelating; toegangsverlening |
| adomisshon-アドミッション | toegangsprijs |
| aenteppan-亜鉛鉄板 | gegalvaniseerd [verzinkt] plaatijzer |
| agaki-足掻き | het bewegen [kronkelen] met armen en benen |
| agari-上がり | (als achtervoegsel) geworden tot; veranderd in |
| agariguchi-上がり口 | ingang [toegang] (via een opstap) van (de kamer; gang; trap; van) een huis |
| agaru-上がる | ophouden; stoppen (met regenen, b.v.) |
| agehibari-揚げ雲雀 | een leeuwerik die hoog in de lucht vliegt |
| agekaji-上げ舵 | een ruk naar achteren aan de stuurknuppel van een vliegtuig (om het omhoog te laten vliegen) |
| ageku-挙げ句 | de laatste regel van een Japanse renga (poëzie) |
| agensuto-アゲンスト | tegenwind |
| agesage-上げ下げ | het op en neer gaan [halen; bewegen]; verhogen en verlagen |
| agesage-上げ下げ | opzetten en wegruimen; buitenzetten en binnenhalen |
| ago-飛魚 | vliegende vis |
| agumu-倦む | het moe [zat] worden; interesse verliezen; er genoeg van hebben; er geen zin meer in hebben |
| aguriami-揚繰網 | ringzegen (net); cirkel sleepnet; zegenvisserij |
| ahodara-阿呆陀羅 | idioot; leeghoofd; sul; oen |
| ai-愛 | liefde; genegenheid; affectie |
| ai-愛 | (boeddh.) begeerte; lust; gehechtheid aan wereldse dingen |
| ai-間 | leegte; tussen (in de ruimte) |
| aibī・karejji-アイビー・カレッジ | Ivy College (universiteit in Amerika) |
| aibo-愛慕 | liefde; genegenheid; verbondenheid |
| aibō-相棒 | goede vriend; kameraad; makker; partner; collega |
| aichi-愛知 | Aichi is de naam van een prefectuur in de regio Chūbu (midden Japan) |
| aichō-愛寵 | liefde; genegenheid; (speciale) voorkeur; gunst |
| aidea-アイデア | idee; denkbeeld; begrip |
| aidentitī・kādo-アイデンティティー・カード | identiteitskaart; legitimatiebewijs |
| aideshi-相弟子 | medeleerling; medestudent; studiegenoot; jaargenoot |
| aidia-アイディア | idee; denkbeeld; begrip |
| aidīkādo-アイ・ディー・カード | identiteitskaart; legitimatiebewijs |
| aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
| aigo-愛語 | (boeddh.) vriendelijke woorden (één van de 4 methoden die bodhisattvas gebruiken om levende wezens te leiden naar de Weg van de Boeddha) |
| aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
| aihansuru-相反する | contrasteren; conflicteren; in tegenspraak zijn; elkaar wederzijds uitsluiten |
| aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
| aiinka-愛飲家 | een (gewoonte)drinker; iem. die regelmatig alcohol drinkt |
| aiirenai-相容れない | tegengesteld; onverenigbaar [niet passend] |
| aijaku-愛着 | (boeddh.) in de ban van [het niet kunnen loslaten van] begeerte [lust; verlangens] |
| aijitsu-愛日 | toegewijd [attent; respectvol] zijn (t.a.v. zijn of haar ouders) |
| aijō-愛嬢 | zijn [haar] geliefde dochter (wordt meestal gezegd over de dochter van iemand anders) |
| aijō-愛情 | liefde; genegenheid; affectie; tederheid |
| aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
| aikata-合方 | muzikale begeleiding (Japanse traditionele muziek, zoals bij Kabuki en No theater) |
| aiki-愛機 | eigen apparatuur (camera, computer, vliegtuig, enz.) die iemand altijd graag gebruikt |
| aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
| aikyōshin-愛郷心 | gevoel van liefde voor de geboorteplaats [geboortegrond] |
| aimamieru-相見える | oog in oog staan met; (recht) tegenover staan; tegemoet treden |
| aimitagai-相身互い | wederzijds vertrouwen [begrip] |
| ainakabasuru-相半ばする | in evenwicht zijn; salderen; sluitend zijn (balans); tegen elkaar afstrepen |
| ainen-愛念 | sterke liefde [genegenheid] |
| airen-愛憐 | liefde; affectie; genegenheid; tederheid; mededogen; medelijden |
| airo-隘路 | een smal pad; smalle weg |
| aisaika-愛妻家 | een liefhebbende [toegewijde] echtgenoot |
| aisatsu-挨拶 | begroeting; introductie; welkoms- [afscheids-] groet |
| aiseki-愛惜 | tegenzin; afkerigheid |
| aishū-愛執 | (boeddh.) het te sterk gehecht zijn aan iets of iem.; begeerte |
| aisoku-愛息 | geliefde zoon (wordt meestal gezegd over de zoon van iem. anders) |
| aisubān-アイスバーン | bevroren oppervlak [skibaan; weg] |
| aite-相手 | partner; metgezel; begeleider |
| aite-相手 | tegenstander; rivaal |
| aitekata-相手方 | de andere partij; de tegenstander |
| aitemu-アイテム | item; post (op rekening of begroting); punt; artikel; artikel; ding; voorwerp |
| aitesenshu-相手選手 | tegenspeler; tegenstander |
| aitōka-哀悼歌 | klaaglied; elegie |
| aiyoku-愛欲 | passie; lust; (sexuele) begeerte; lichamelijke liefde |
| aizen-愛染 | (de afkorting van aizenmyōō) Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textiel |
| aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
| aizenmyōō-愛染明王 | Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textielververs |
| ai・dī・kādo-アイ・ディー・カード | identiteitsbewijs; legitimatiebewijs |
| ai・shī-アイ・シー | (computerterm) IC, geïntegreerde schakeling (Integrated circuit) |
| ajiru-アジる | ageren [actie voeren] (voor; tegen) |
| ajitsuke-味付け | gekruid; met toevoeging van smaakmakers |
| akachōchin-赤提灯 | goedkope eet- en drinkgelegenheid (vaak herkenbaar aan een rode lantaarn als uithangbord) |
| akadensha-赤電車 | de laatste trein (aangegeven met een rood licht) |
| akahada-赤肌 | lege (onbegroeide) plekken in het landschap; kale berghelling |
| akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
| akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
| akazu-飽かず | onvermoeibaar; nooit genoeg van krijgen; nooit vervelen |
| ake-明け | begin van een nieuw jaar, een nieuwe maand of een nieuwe dag |
| akeharau-開け払う | ontruimen; leegruimen |
| akeru-明ける | (nieuw) beginnen |
| akeru-空ける | open laten; leeg maken; ruimte maken; ontruimen |
| akete-明けて | het begin van het jaar; januari |
| akiaki-飽き飽き | ergens genoeg van hebben; het zat worden |
| akibin-空き瓶 | een lege fles |
| akichi-空き地 | een onbebouwd perceel; leeg stuk grond; braak liggend terrein |
| akiguchi-秋口 | het begin van de herfst |
| akikan-空き缶 | een leeg blikje |
| akimekura-明き盲 | iemand die ziet zonder te begrijpen |
| akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
| akiru-飽きる | genoeg hebben [krijgen] van; iets beu worden |
| akisame-秋雨 | herfstregen; najaarsregenbui |
| akisamezensen-秋雨前線 | herfst [najaars] regenfront |
| akisu-空き巣 | een leeg (vogel)nest |
| akisu-空き巣 | een leeg [verlaten] huis |
| akiya-空き家 | een leeg [onbewoond; leegstaand] huis |
| akka-悪化 | achteruitgang; verslechtering; degeneratie; neergang |
| akkanjō-悪感情 | negatieve gevoelens t.o.v. iem.; wrok; bitterheid; vete |
| aku-開く | opengaan; geopend worden; beginnen |
| aku-開く | leeg [geleegd] worden; ontruimd worden |
| aku-飽く | ergens genoeg van hebben; het zat worden; er moe [ziek] van worden |
| akudō-悪道 | een slechte weg; een slecht [onbegaanbaar] pad |
| akufu-悪婦 | een vrouw met een slecht [opvliegend] karakter [humeur; temperament] |
| akuhyō-悪評 | slechte [negatieve] recensie [kritieken]; beledigende opmerking(en) |
| akuji-悪事 | een tegenvaller; tegenslag; ongeluk(je) |
| akukanjō-悪感情 | negatieve gevoelens t.o.v. iem.; wrok; bitterheid; vete |
| akumade-飽くまで | genoeg; veel; overal |
| akunuki-灰汁抜き | het wegnemen van een bittere [wrange] smaak van iets (b.v. groente) (door het eerst te weken of koken) |
| akuro-悪路 | een slechte weg; een moeilijk begaanbare weg |
| akuroporisu-アクロポリス | akropolis (hooggelegen burcht of citadel) |
| akusai-悪妻 | een slechte echtgenote; een kenau [helleveeg] |
| akusatsu-悪札 | slecht [lelijk] schrijfwerk (zegt men van eigen handschrift) |
| akusen-悪銭 | kwaad geld, d.w.z. geld dat op een verkeerde [misdadige; illegale] manier is verkregen [verdiend] |
| akusenkutō-悪戦苦闘 | een verwoed [wanhopig] gevecht met de rug tegen de muur (tegen een sterke tegenstander); een zware strijd onder moeilijke omstandigheden |
| akusesu-アクセス | toegang; toelating; bereikbaarheid |
| akusesu-アクセス | toegangsweg |
| akusesujikan-アクセス時間 | toegangstijd (tijd die nodig is om verbinding te maken of gegevens te lezen) |
| akusesuken-アクセス権 | recht op toegang (tot informatie) |
| akusesu・taimu-アクセス・タイム | toegangstijd (tijd die nodig is om verbinding te maken of gegevens te lezen) |
| akushidento-アクシデント | onregelmatigheid; storing (van apparatuur) |
| akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
| akushōgane-悪性金 | geld dat in een rosse buurt wordt uitgegeven |
| akushogane-悪所金 | geld dat wordt uitgegeven in een rosse buurt |
| akushogayoi-悪所通い | regelmatige bezoeken aan een bordeel |
| akushootoshi-悪所落し | (op een paard) over een steile weg naar beneden rijden |
| akutō-悪党 | de naam van een groep gewapende opstandelingen tegen de [幕府] bakufu regering in de Kamakura periode |
| akuun-悪運 | het geluk van de duivel hebben; er goed vanaf [mee weg] komen; zwijnen |
| akuzairyō-悪材料 | een ongunstige omstandigheid [voorwaarde] die de beurs negatief beïnvloedt; een negatieve factor |
| amaai-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
| amaashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| amaashi-雨脚 | overdrijvende regen(bui); de snelheid van een passerende regenbui |
| amadai-甘鯛 | tegelvis (Branchiostegus spp) |
| amadare-雨垂れ | (vallende) regendruppels |
| amadoi-雨樋 | goot; regenpijp |
| amadokoro-甘野老 | welriekende salomonszegel (plant: Polygonatum odoratum) |
| amagakeru-天翔る | hoog vliegen; zweven |
| amagappa-雨合羽 | regenjas |
| amagi-雨着 | regenjas; regenkleding |
| amagoi-雨乞い | ceremonie om te bidden [dansen] voor regen |
| amagu-雨具 | regenuitrusting; watervaste uitrusting (bv. paraplu, regenjas, laarzen, etc.) |
| amagumo-雨雲 | regenwolk; nimbus |
| amagumori-雨曇り | een bewolkte [regenachtige; dreigende] lucht |
| amagutsu-雨靴 | regenlaars; rubberlaars; waterdicht schoeisel |
| amai-甘い | zachtaardig; mild; vleiend; (al te) toegeeflijk; meegaand |
| amama-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
| amamizu-雨水 | regenwater |
| amamori-雨漏り | het lekken van regenwater; doorregenen |
| amamoyō-雨模様 | een dreigende lucht; lucht die eruit ziet of het gaat regenen; regenachtig weer |
| amamoyoi-雨催い | lucht die eruit ziet of het gaat regenen; regenachtig weer |
| amanjiru-甘んじる | tevreden zijn met; genoegen nemen met; berusten in |
| amanogawa-天の川 | de Melkweg; het Melkwegstelsel |
| amanojaku-天の邪鬼 | slechterik; verdorven persoon; tegendraads [koppig] persoon; dwarsligger |
| amanzuru-甘んずる | tevreden zijn met; genoegen nemen met; berusten in |
| amaochi-雨落ち | plek waar regendruppels van de dakrand vallen |
| amarugamu-アマルガム | amalgaam (kwik-metaallegering) |
| amatsubu-雨粒 | regendruppel |
| amayadori-雨宿り | het schuilen voor de regen |
| amayami-雨止み | het ophouden [stoppen] van de regen |
| amayo-雨夜 | avond met regen; regenachtige avond |
| amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
| amazarashi-雨曝し | verweerd; aangetast [kaal geworden] door de regen |
| amazora-雨空 | regenlucht (donkergrijze lucht die regen voorspelt) |
| ame-雨 | regen |
| ameagari-雨上がり | na de regen |
| amearare-雨霰 | regen en hagel |
| ameashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| amefuri-雨降り | regen; neerslag; regenachtig weer; regenweer |
| amegachi-雨勝ち | regenachtig |
| amekaze-雨風 | slagregen; striemende regen; regen en wind |
| amemoyō-雨模様 | een dreigende lucht; lucht die eruit ziet of het gaat regenen; regenachtig weer |
| amemoyoi-雨催い | lucht die eruit ziet of het gaat regenen; regenachtig weer |
| amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
| ameonna-雨女 | de regenvrouw (een vrouw van wie wordt gezegd dat zij regen brengt [dat het altijd regent als zij komt]) |
| ameotoko-雨男 | de regenman (een man van wie wordt gezegd dat hij regen brengt [dat het altijd regent als hij komt]) |
| ametsubu-雨粒 | regendruppel |
| ametsuyu-雨露 | regen en dauw |
| ametsuzuki-雨続き | aanhoudende [voortdurende] regen |
| āmī-アーミー | leger |
| amidasu-編み出す | beginnen te breien [haken; vlechten] |
| āmī・rukku-アーミー・ルック | legerstijl; militaire stijl |
| anaboko-穴ぼこ | gat; kuil (in de weg) |
| anagama-穴窯 | anagama-oven (voor aardewerk; tunnelvormig, oorspronkelijk in een helling gegraven) |
| anata-彼方 | daarginds; daarheen (weg van spreker en toehoorder) |
| anata-彼方 | eerder; vroeger; voorheen |
| anbai-案配 | het regelen; verdelen; aanpassen |
| anbibarensu-アンビバレンス | ambivalentie; tegenstrijdigheid |
| anbibarento-アンビバレント | ambivalent; tegenstrijdig |
| anchimagunechikku-アンチマグネチック | anti-magnetisch (bestand zijn tegen magnetisme) |
| anchinokkuzai-アンチノック剤 | antiklopmiddel (middel dat het kloppen van explosiemotoren tegengaat) |
| anchinomī-アンチノミー | antinomie; tegenstrijdigheid; tegenspraak |
| anchitēze-アンチテーゼ | antithese; tegenstelling; tegenstrijdigheid |
| anchūmosakusuru-暗中模索する | in het duister tasten (fig.); in het wilde weg iets doen |
| ani-豈 | (met een negatie) in geen geval; niet in het minst; niet op welke manier dan ook |
| anihakaran'ya-豈図らんや | onverwacht; tegen de verwachting; verbazingwekkend |
| ankā-アンカー | laatste atleet van een estafetteploeg (zwemmen, hardlopen, etc.) |
| anka-案下 | een toevoeging aan de adressering op een brief bij wijze van beleefdheid [respect] |
| ankoku-暗黒 | (fig.) duisternis [het donker zijn] (vanwege het morele verval) |
| ankōru-アンコール | encore; toegift (muziek) |
| annai-案内 | iem. de weg wijzen [wegwijs maken]; iem. rondleiden; rondleiding |
| annaisha-案内者 | gids; degene die voorgaat [leidt; de weg wijst]; iem. die goed geïnformeerd is |
| annaisuru-案内する | (iem.) de weg wijzen; rondleiden; uitnodigen; te zien vragen (voor iem. anders); bemiddelen voor een ontmoeting; mededelen; laten weten |
| annaizu-案内図 | een plattegrond |
| ano-あの | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) hallo; zeg; pardon; eh; nou ja; welnu |
| anō-あのう | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) hallo; zeg; pardon; eh; nou ja; welnu |
| anone-あのね | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) kijk; nou; trouwens; ik zal je eens wat vertellen; wacht even; luister; let op |
| anpera-アンペラ | (Maleis) ampela, een vaste plant van de zeggefamilie |
| anperasō-アンペラ草 | een vaste plant van de zegefamilie (Lepironia) |
| anro-暗路 | een donkere weg [straat]; een donker pad |
| anryū-暗流 | een onderstroom (fig.); een onzichtbare tendens (vaak in negatieve zin) |
| ansatsusuru-暗殺する | een (politieke) moord begaan; iem. vermoorden |
| anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | regeringsbestel in Frankrijk onder de Bourbons, voor de Franse revolutie |
| anshō-暗証 | een geheime letter- [cijfer] combinatie voor toegang tot bepaalde gegevens, of voor identificatie van een persoon |
| antaido・rōn-アンタイド・ローン | een lening waarbij niet vastgelegd is waarvoor die gebruikt mag worden |
| antōsuru-暗闘する | een geheime [verborgen] strijd voeren (tegen) |
| anzenzaiko-安全在庫 | veiligheidsvoorraad (genoeg voorraad om wisselingen in vraag en aanbod aan te kunnen) |
| an・tsū・kā-アン・ツー・カー | all-weather wegdek [oppervlak]; (kunststof) baan die bestand is tegen alle weersinvloeden |
| aobae-青蠅 | bromvlieg; aasvlieg (Calliphora) |
| aodensha-青電車 | de één na laatste trein (aangegeven met een blauw licht) |
| aogu-仰ぐ | opkijken (naar); opzien tegen |
| aomi-青み | groentegarnering (bij maaltijden) |
| aonokeru-仰のける | naar boven draaien; omdraaien [openleggen] (van een kaart b.v.) |
| aozorachūsha-青空駐車 | het (buiten) op straat [aan de kant van de weg] parkeren |
| aparutoheito-アパルトヘイト | (Zuid-Afrikaans) apartheid; segregatie; rassenscheiding |
| aposutiiyu-アポスティーユ | apostille; legalisatie handtekening |
| appakusuru-圧迫する | drukken; onderdrukken; dwingen; een zware druk leggen (op); onder druk zetten |
| appuappu-あっぷあっぷ | naar adem snakkend; worstelend; zwoegend |
| appurike-アップリケ | appliqué (opgelegd versiersel) |
| araara-粗粗 | ongeveer; ruwweg; over het algemeen; min of meer |
| arabuki-粗拭き | het grofweg [oppervlakkig] schoonvegen |
| aragau-抗う | vechten tegen; weerstand [het hoofd] bieden aan; trotseren |
| aranami-荒波 | (fig.) tegenslagen; zwaar weer |
| aranu-有らぬ | verkeerd; fout; ongegrond; irrelevant |
| araryōji-荒療治 | drastische maatregel [behandeling] |
| arashigumo-嵐雲 | onweerswolk; regenwolk; donderwolk |
| aratamano-新玉の | (uitdrukking voor) de verwelkoming [begroeting] van een nieuw begin (het nieuwe jaar, de nieuwe lente, etc.) |
| arau-洗う | wassen; schoonmaken; afspoelen; wegspoelen (door regen, etc.) (goed) wasbaar zijn |
| arau-洗う | informeren (naar); onderzoeken; openbare; blootleggen (fig.) |
| aregorī-アレゴリー | allegorie |
| areguretto-アレグレット | allegretto (muziekterm) |
| areguro-アレグロ | allegro (muziekterm) |
| ariamaru-有り余る | voldoende [overvloedig; meer dan genoeg] zijn |
| arigatami-有り難味 | waarde; zegen; verdienste |
| arupejio-アルペジオ | arpeggio (muziekterm) |
| āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
| aryūsangasu-亜硫酸ガス | zwavelzuurgas; zwaveldioxidegas |
| asadachi-朝立ち | het vertrekken in de vroege ochtend |
| asagaeri-朝帰り | het 's ochtends vroeg thuiskomen (na de hele nacht te zijn weggeweest) |
| asagake-朝駆け | het paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagake-朝駆け | een verrassingsaanval op de vijand vroeg in de ochtend |
| asagake-朝駆け | iem. vroeg in de morgen thuis lastig vallen voor een interview |
| asagakesuru-朝駆けする | paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagakesuru-朝駆けする | vroeg in de ochtend een verrassingsaanval op de vijand uitvoeren |
| asagakesuru-朝駆けする | iem. vroeg in de ochtend thuis lastig vallen voor een interview |
| asagata-朝方 | vroeg in de ochtend |
| asahi-朝日 | vroegrijpe appelsoort |
| asai-浅い | kortstondig; vroeg |
| asaji-浅茅 | (afk. van) de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asajiu-浅茅生 | de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asakai-朝会 | theeceremonie op een vroege zomerochtend |
| asama-朝間 | (vroeg) in de ochtend |
| asamadaki-朝まだき | vroeg in de ochtend; vlak voor zonsopgang; bij het krieken van de dag |
| asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
| asaoki-朝起き | het vroeg opstaan |
| asaoki-朝起き | iemand die vroeg opstaat |
| asappara-朝っぱら | heel vroeg in de ochtend; voor dag en dauw; in alle vroegte |
| asaren-朝練 | oefeningen (voor speciale schoolactiviteiten) in de vroege ochtend voordat de school begint |
| asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
| ashibarai-足払い | (judo) beenveeg |
| ashigakari-足掛かり | aanzet; afzet; begin; sleutel (tot iets) |
| ashinuke-足抜け | het in stilte weglopen [ontsnappen; vertrekken] (uit een benarde positie) |
| ashinuki-足抜き | het weglopen zonder de schuld te betalen |
| ashishigeku-足繁く | vaak; regelmatig; frequent |
| ashizukai-足使い | (bunraku) de assistent poppenspeler die de benen van een pop beweegt |
| assei-圧政 | tirannie; dwingelandij; onderdrukkend regime |
| asshō-圧勝 | overweldigende [verpletterende] overwinning [zege] |
| asshuku-圧縮 | comprimeren [verdichten; inpakken] van gegevens op de computer |
| asuka-飛鳥 | Asuka, plaats in de prefectuur Nara (vroegere keizerlijke hoofdstad, 538-710 n.Chr.) |
| ataisuru-値する | waard zijn; een bepaalde waarde vertegenwoordigen |
| atamakara-頭から | vanaf het (allereerste) begin |
| atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
| ataru-当たる | confronteren; het hoofd bieden (aan); tegemoet treden |
| ategai-宛てがい | het uitdelen [toewijzen]; een (toegewezen) (aan)deel [portie; quotum] |
| ategai-宛てがい | een toelage [salaris] (krijgen); toegewezen land [grond] |
| ategai-宛てがい | een goede regeling [maatregel; voorziening] |
| ategaibuchi-宛行扶持 | het loon voor een werknemer dat eenzijdig door de werkgever (naar zijn eigen goeddunken) wordt gegeven |
| ategau-宛てがう | (stevig) vasthouden; houden [drukken] (tegen) |
| atehazure-当て外れ | iets dat tegenvalt; een (grote) teleurstelling |
| atekosuru-当て擦る | insinueren (dat); op een bedekte manier een aantijging maken tegen iem.; onder de dekmantel van een heel ander verhaal tegen iem. een ironische opmerk |
| atekoto-当て言 | iets op een genuanceerde manier zeggen (zonder kwade bedoelingen) |
| atemi-当て身 | een knock-out slag; slag op een belangrijk deel van de tegenstander |
| atenashi-当て無し | doelloos zijn; in 't wilde weg |
| atenige-当て逃げ | het doorrijden [wegvluchten] na een aanrijding te hebben veroorzaakt |
| ateru-当てる | dicht tegen [op] elkaar drukken [plakken] |
| ateru-当てる | (iets) blootstellen aan (zon, regen, wind, e.d.) |
| atezuppō-当てずっぽう | een ruwe schatting; een wilde gok; willekeurig [in 't wilde weg] iets doen [zeggen] |
| atooishinjū-後追い心中 | zelfmoord gepleegd na de dood van de geliefde partner |
| atozeme-後攻め | (honkbalterm) eerst als veldploeg spelen en als tweede slagploeg |
| atsuryokuchōseineji-圧力調整ネジ | druk regulator schroef |
| atsuryokudantai-圧力団体 | pressiegroep; belangenvereniging |
| au-会う | iem. onverwachts tegenkomen; tegen het lijf lopen [toevallig treffen] |
| au-会う | een onaangename [onwelkome] ontmoeting hebben; iets onaangenaams tegenkomen |
| au-会う | de confrontatie aangaan; tegenstand bieden |
| auē-アウエー | weg; afwezig (Eng.: away) |
| autobān-アウトバーン | autosnelweg |
| autokābu-アウトカーブ | (honkbal) een curveball (effectbal) met een draaibeweging naar buiten |
| aware-哀れ | (arch.) schoonheid; elegantie; pracht |
| awaremu-哀れむ | goedhartig [vriendelijk; welwillend] zijn (jegens iem.) |
| awasekagami-合わせ鏡 | Infinity spiegel; oneindige spiegel (twee of meerdere spiegels die steeds hetzelfde beeld weerkaatsen) |
| awaseru-合わせる | combineren; samenbrengen; samenvoegen; mengen |
| awasete-合わせて | bovendien; daarbij; tegelijkertijd |
| ayamaru-誤る | zich (in iets) vergissen; een fout [fouten] maken; een misstap begaan |
| ayani-奇に | eigenaardig; vreemd (genoeg] |
| ayasu-あやす | (een baby of kind) knuffelen; liefkozen; sussen; in de armen wiegen |
| ayatori-綾取り | afneemspel (het vormen van figuren met een touwtje om de vingers, waarvan de lussen telkens worden doorgegeven aan anderen) |
| ayumiyoru-歩み寄る | een compromis sluiten; halfweg tegemoet komen |
| ayumu-歩む | doormaken; ervaren; (het levenspad) belopen [begaan; volgen]; verrichten (studie, e.d.) |
| azamuku-欺く | bedriegen; misleiden |
| azamuku-欺く | de illusie geven van; bedrieglijk veel lijken op |
| azumaotoko-東男 | een man uit Edo, Kanto regio (werd beschouwd als sterk en mannelijk) |
| azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
| a・kapera-ア・カペラ | a capella (zingen zonder instrumentale begeleiding) |
| baai-場合 | gelegenheid; zaak; (voor) het geval (dat); ingeval; als; indien |
| bābarī-バーバリー | (kledingmerk) Burberry regenjas |
| bachigai-場違い | het misplaatst [niet op zijn plaats; ongepast; ongelegen] zijn |
| badai-場代 | zitplaatsprijs; toegangsprijs |
| baiasu-バイアス | neiging; tendens; aanleg |
| baiboku-売卜 | waarzeggerij; toekomstvoorspelling |
| baihin-陪賓 | gasten begeleider; begeleider van de eregast |
| bainburakku-バインブラック | het zwarte pigment dat wordt verkregen door wijnstokken te verbranden |
| baipasudōro-バイパス道路 | omleidingsweg |
| baiu-梅雨 | regentijd (in Japan in begin juni) |
| baiyā-バイヤー | koper (degene die iets koopt) |
| baizai-媒材 | kunstmedium; (een van de) gebruikte [toegepaste] materialen in de kunst |
| bai・rain-バイ・ライン | naamregel (bij een artikel waar de naam van de auteur wordt vermeld) |
| bajetto-バジェット | begroting; budget |
| bakari-ばかり | (in de uitdrukking: bakari ni): (het kwam) alleen maar door(dat)...; slechts vanwege; eenvoudigweg omdat |
| bakari-ばかり | (achter een ww.) drukt een handeling uit die op het punt staat [stond] te beginnen |
| bakasu-化かす | betoveren; beheksen; misleiden; bedriegen |
| bakayarō-馬鹿野郎 | een dwaas; idioot; simpele ziel; halvegare |
| bakka-幕下 | legerkamp (van de shogun) |
| bakku・mirā-バック・ミラー | achteruitkijkspiegel (auto) |
| bakoso-ばこそ | achtervoegsel gebruikt voor nadruk |
| bakuron-駁論 | weerlegging; tegenbewijs; tegenspraak |
| bakuryō-幕僚 | staf; stafofficier (in het hoofdkwartier van de legerleiding) |
| bakusho-曝書 | het (buiten) luchten [drogen] van boeken (tegen schimmel en insecten) |
| bakusuru-縛する | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
| bakusuru-駁する | weerleggen; tegenspreken |
| bakyūmu-バキューム | vacuüm; leegte; luchtledigheid |
| bamu-ばむ | (achtervoegsel achter zelfs.n.w., met de betekenis zoals, lijkend) -ig; -achtig |
| bāmyūda・toraianguru-バミューダ・トライアングル | Bermudadriehoek (zeegebied bij de Bermuda-eilanden) |
| ban-バン | (value-added network) netwerkdienst met toegevoegde waarde (een gehost serviceaanbod met aanvullende diensten) |
| ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
| banchō-番長 | (vroeger) (staats)dienaar met militaire of politie taken |
| bandai-番台 | degene die op de op wacht zit in die uitkijkpost |
| bandō-坂東 | oude naam van de Kantō regio |
| bangaku-晩学 | studie laat in je leven; studie [opleiding] (beginnen) op oudere [hoge] leeftijd |
| bangata-晩方 | tegen de avond |
| banka-挽歌 | dodenlied; klaagzang; elegie |
| banri-万里 | een lange afstand (tienduizend ri); ver weg |
| banshoku-伴食 | eten met een belangrijke [hooggeplaatste] persoon; eten aan dezelfde tafel als de eregast |
| banshoku-伴食 | iemand die wel de titel [naam] heeft maar niet de daarbij behorende bevoegdheden |
| bansō-伴奏 | muziek begeleiding; accompagnement |
| baransu-バランス | weegschaal; balans |
| baria・furī-バリア・フリー | (gebouwen, openbaar vervoer, etc.) toegankelijk voor gehandicapten |
| baria・furī-バリア・フリー | toegankelijkheid (voor ouderen en mensen met een beperking) |
| bāsaru-バーサル | versal (typografie: versierde hoofdletter als begin van een gedicht of tekst) |
| basei-罵声 | boegeroep; (afkeurend) gejoel |
| basseki-末席 | zitplaats aan het eind van de tafel (het verst verwijderd van de eregast) |
| bassoku-罰則 | straf; strafbepaling; strafmaatregel |
| batchiri-ばっちり | perfect; uitstekend; precies goed; voldoende; genoeg |
| beato-ベアト | heilige; gezegende |
| begonia-ベゴニア | begonia (plant) |
| beigun-米軍 | het Amerikaanse leger; de Amerikaanse krijgsmacht [troepen] |
| bejitarian-ベジタリアン | vegetariër |
| benkai-弁解 | verklaring; rechtvaardiging; uitleg; excuus |
| benkyōkai-勉強会 | studiebijeenkomst; studiegroep |
| benpō-便法 | een handige manier [methode]; snelle oplossing; uitweg |
| bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
| beppyō-別表 | (statistische) bijlagetabel; bijgevoegde tabel |
| besshi-別紙 | bijlage; bijgevoegd [begeleidend; ingesloten] document [blad] |
| betā・hāfu-ベター・ハーフ | (betere) wederhelft; echtgenote; (vrouwelijke) partner; eega |
| betomin-ベトミン | Vietminh (Vietnamese verzetsbeweging, opgericht in 1941 door Ho Tsi Minh) |
| betsudōtai-別働隊 | afzonderlijke [aparte] legereenheid (los van de hoofdmacht opererend) |
| betsugi-別儀 | een andere zaak [aangelegenheid] |
| betsujō-別条 | tegenslag; tegenvaller; ongeluk(je) |
| betto-別途 | een andere weg [richting]; een andere manier; extra- |
| bibiru-びびる | verlegen [schuchter] zijn; zich schamen [generen] |
| bidō-微動 | lichte beweging [trilling; schok] |
| biginā-ビギナー | beginner; nieuweling |
| bihon-美本 | een mooi [prachtig] gebonden [uitgegeven] boek; een gaaf exemplaar (van een boek) |
| bijin-美人 | (bijnaam voor) regenboog |
| bijinesu・kurasu-ビジネス・クラス | businessclass (in vliegtuig) |
| bijitā・fī-ビジター・フィー | toegangsprijs [entreeprijs] voor gasten [niet-leden] |
| bikō-備荒 | voorzorgsmaatregelingen (voor rampen en calamiteiten) |
| binbōyusuri-貧乏揺すり | het (tijdens het zitten) zenuwachtig [nerveus] trillen [bibberen; bewegen] met de benen |
| bisō-美装 | mooie kleding; het zich mooi [elegant] kleden presenteren]; iets mooi aankleden; verfraaien |
| bisōsuru-美装する | zich mooi [netjes; elegant] aankleden; iets [zich] mooi presenteren |
| biu-微雨 | lichte regen; motregen |
| bō-冒 | (in kanjicombinaties) risico; gevaar; begin; opening |
| bōbaku-茫漠 | uitgestrekt [onbegrensd; oneindig wijds; grenzeloos; vaag; onduidelijk] zijn |
| bochi-墓地 | kerkhof; begraafplaats |
| bodaiji-菩提寺 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodaisho-菩提所 | een familietempel (de tempel waar een familie (vaak al generaties lang) altijd heengaat voor diensten, begrafenissen, familiegrafbezoek, e.d.) |
| bodībōdo-ボディーボード | kleine surfplank (waarop je liggend voortbeweegt) |
| bodī・chekku-ボディー・チェック | (in sport) een forse duw tegen het lichaam van een tegenstander |
| bōfū-防風 | wind beschutting; windscherm; bescherming tegen de wind [tocht] |
| bōfūu-暴風雨 | storm; regenbuien |
| bōgi-謀議 | samenzwering; beraming; komplot; geheim overleg |
| bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
| boiki-墓域 | begraafplaats; kerkhof; stuk grond gereserveerd als begraafplaats |
| boisu・rēkōdā-ボイス・レコーダー | cockpit voice recorder (in vliegtuigen) |
| bojō-慕情 | het verlangen [de liefde; genegenheid] |
| bōkan-防寒 | winterbescherming; bescherming tegen de kou |
| bōkei-謀計 | (krijgs)list; strategie; plan; kunstgreep |
| bokkyaku-没却 | het negeren; niet zien; vergeten |
| bokkyakusuru-没却する | negeren; niet zien; vergeten |
| boku-僕 | ik; mij (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
| boku-僕 | jij (gebruikt door volwassenen tegen kinderen) |
| bōkun-傍訓 | furigana (uitspraak toegevoegd aan de zijkant van een kanji) |
| bokutachi-僕達 | wij; ons (alleen gebruikt door mannen, tegen gelijken of ondergeschikten) |
| bokuzei-卜筮 | waarzeggerij |
| bōkyō-防共 | verdediging tegen (verspreiding van) het communisme |
| bonnuzuhō-ボンヌ図法 | projectie van Bonne (kegelprojectie) |
| bōontairu-防音タイル | akoestische [geluidswerende] tegel |
| bōringu-ボーリング | bowling; kegelen |
| bosho-墓所 | begraafplaats; kerkhof |
| bōsho-防暑 | bescherming tegen hitte |
| bōshokuzai-防蝕剤 | (grond)verf om corrosie van metaal tegen te gaan |
| boshū-募集 | werving; selectie; uitnodiging; registratie |
| bosshū-没収 | verbeurdverklaring; inbeslagname; confiscatie; beslaglegging |
| bosshūsuru-没収する | in beslag nemen; confisqueren; beslag leggen op; verbeurdverklaren |
| bosunia・herutsegobina-ボスニア・ヘルツェゴビナ | Bosnië en Herzegovina |
| bōtaoshi-棒倒し | spel waarbij het de bedoeling is om de paal van de tegenstander omver te werpen |
| bōtō-冒頭 | begin; opening |
| botsunyūsuru-没入する | toegewijd zijn; volledig opgaan in iets; geheel in beslag genomen zijn (door; met) |
| bottōsuru-没頭する | opgaan in; in-beslag-genomen zijn (door); toegewijd zijn (aan) |
| bouringu-ボウリング | bowling; kegelen |
| bu-武 | legermacht |
| buchiageru-打ち上げる | aannemen; (op)pakken; wegnemen |
| bufūryū-無風流 | onbevalligheid; gebrek aan elegantie [verfijning] |
| būingu-ブーイング | boegeroep |
| bunkajin-文化人 | een hoogopgeleid [cultureel onderlegd] persoon |
| bunkintakashimada-文金高島田 | kapsel van ongehuwde vrouwen in de Edo-periode (tegenwoordig nog gebruikt bij bruiloften) |
| bunkotsu-分骨 | de as [beenderen] van overledenen op verschillende locaties verstrooien [begraven] |
| bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
| bunretsu-分裂 | het uiteen vallen; desintegratie; opsplitsing; ontbinding |
| bunsetsu-分節 | segment; segmentatie |
| bunshin-分身 | tak; loot; afsplitsing; alter ego; ander ik |
| buntō-文頭 | begin van een zin [tekst] |
| bunzentō-ブンゼン灯 | Bunsenbrander (regelbare gasvlam die wordt gebruikt in het laboratorium) |
| bunzen・bānā-ブンゼン・バーナー | Bunsenbrander (regelbare gasvlam die wordt gebruikt in het laboratorium) |
| bun'i-文意 | de betekenis van een tekst [passage; regel; zin] |
| burakku・pawā-ブラック・パワー | Black Power (politieke beweging onder zwarte Amerikanen) |
| buraku-部落 | regio waar burakumin wonen (sociale minderheden in Japan) |
| buranku-ブランク | leemte; hiaat; lege plek; interval |
| buraun・pawā-ブラウン・パワー | Brown Power (Mexicaans-Amerikaanse politieke beweging) |
| bure-ぶれ | kleine (vaak onbedoelde) beweging met de camera, waardoor een bewogen [onscherpe] foto [opname; video] wordt gemaakt |
| burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
| bureru-ぶれる | verschuiven; (heen-en-weer) bewegen; afwijken; schommelen |
| bureru-ぶれる | onscherp worden (van een foto, door het bewegen van de camera) |
| buri-振り | een zwaai; slinger(beweging) |
| burūgurasu-ブルーグラス | bluegrass (countrymuziek) |
| buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
| busso-仏祖 | de grondlegger van het boeddhisme (Shakyamuni) |
| busubusu-ぶすぶす | (onomatopee) mopperend; tegensputterend; klagend; smeulend |
| butai-部隊 | (leger)eenheid; brigade |
| butteki-仏敵 | vijand [tegenstander] van de boeddhistische leer |
| buyūden-武勇伝 | levensverhaal van een held; ridderverhaal; (ironisch) heldenepos van kroegloper |
| byōketsu-病欠 | ziekteverzuim; afwezigheid wegens ziekte |
| byōshitsu-病室 | ziekenkamer; ziekenhuiskamer; ziekenzaal; ziekenboeg |
| chadana-茶棚 | plank om theegerei op te bergen |
| chadokoro-茶所 | theeplantage; regio met theeplantages |
| chāji-チャージ | beschuldiging; telastlegging |
| chakuchi-着地 | (vliegtuig) landing |
| chakui-着意 | bedachtzaamheid; begrip; zorg; aandacht; overweging |
| chakuriku-着陸 | landing (van vliegtuig, etc.) |
| chakushu-着手 | begin; start; aanvang |
| chakushutsu-嫡出 | legitimiteit van geboorte; geboorte uit een wettig huwelijk |
| chakusui-着水 | landing op [in] water; waterlanding (van een watervliegtuig, e.d.) |
| chakusui-着水 | noodlanding op [in] het water (van een vliegtuig); landing in zee (van een ruimtevaartuig) |
| chami-茶味 | elegante stijl [kleding] |
| chan-ちゃん | klankverandering van het achtervoegsel -san, gebruikt voor meer vertrouwelijkheid of voor kinderen |
| channeru-チャンネル | kanaal; waterweg; vaarwater; zee-engte |
| chansu-チャンス | kans; gelegenheid |
| chapusui-チャプスイ | chop suey; tjaptjoi (Chinees groentegerecht) |
| chāto-チャート | kaart; plattegrond; grafiek |
| chiban-地番 | nummer dat aan elk stuk grond (perceel) wordt toegekend voor registratie in het kadaster |
| chibu-恥部 | schande; (bron van) verlegenheid; schaamte |
| chibutsu-地物 | alle natuurlijke en door de mens gemaakte elementen in een landschap (zoals bossen, rivieren, (spoor)wegen, huizen, e.d.) |
| chigiru-契る | (plechtig) beloven; een gelofte doen; een eed afleggen; zweren |
| chihō-地方 | (vaak als achtervoegsel) landstreek; gebied; regio; streek |
| chihōbunken-地方分権 | decentralisatie van de macht (bestuurlijke bevoegdheden bij lokale overheden) |
| chihōsai-地方債 | obligatie(s) uitgegeven door een lokale overheid (provincie; gemeente) |
| chiiki-地域 | gebied; streek; regio; district; buurt |
| chiikishinkō-地域振興 | promotie [bevordering] van regionale welvaart |
| chijin-痴人 | domkop; ezel; uilskuiken; sukkel; idioot; halvegare; dwaas |
| chikadō-地下道 | ondergrondse passage (weg, fiets- of voetgangerstunnel) |
| chikakatsudō-地下活動 | ondergrondse beweging; ondergrondse activiteiten |
| chikama-近間 | in de buurt; niet ver weg; in de nabijheid |
| chikamichi-近道 | korte(re) weg |
| chikaramake-力負け | verlies door krachtsverschil (met sterkere tegenstander) |
| chikaramake-力負け | verlies door teveel verspilling van kracht (in het begin) |
| chikau-誓う | zweren; plechtig beloven; een eed afleggen |
| chikaundō-地下運動 | ondergrondse beweging; ondergrondse activiteiten; verzetsbeweging |
| chikketo-チケット | kaartje; ticket; toegangsbewijs |
| chiku-地区 | district; regio; gebied |
| chīku・dansu-チーク・ダンス | dansen cheek to cheek (met de wangen tegen elkaar); schuifelen |
| chikyōōdantetsudō-地峡横断鉄道 | spoorweg over een landengte |
| chīmu-チーム | team; (sport)ploeg; club |
| chīmumēto-チームメート | teamgenoot; ploeggenoot |
| chinamu-因む | verbinden; samenvoegen |
| chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
| chinchō-珍重 | gunstige gelegenheid; vreugdevolle gebeurtenis; iets veelbelovends |
| chinkin-沈金 | lakwerk met goud ingelegd |
| chinpei-鎮兵 | (Nara-Heian periode) verdedigingsleger (voor de provincies Mutsu en Dewa in Japan) |
| chinpunkanpun-ちんぷんかんぷん | wartaal; nonsens; onbegrijpelijk gebrabbel |
| chinudai-茅渟鯛 | zwarte (Japanse) zeebrasem (Acanthopagrus schlegelii) |
| chiseki-地籍 | land register; kadaster |
| chisha-知者 | een boeddha; degene die de verlichting heeft bereikt |
| chishiki-知識 | kennis; informatie; begrip; wetenschap |
| chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
| chisōjikan-遅早時間 | gemiste werkuren door te laat komen of vroeger weggaan |
| chitai-地帯 | gebied; streek; zone; regio |
| chitekishōgai-知的障害 | zwakbegaafdheid; geestelijk gebrek |
| chizu-地図 | plattegrond; landkaart |
| chōai-寵愛 | gunst; steun; sympathie; genegenheid; liefde |
| chōaisuru-寵愛する | sympathie [genegenheid] hebben; liefhebben; beschermen; (iem.) protegeren |
| chōbo-帳簿 | rekeningboek; grootboek; boek van administratie; register |
| chobo-点 | muziekbegeleiding [recital] van Gidayū (Kabuki theater) |
| chōden-弔電 | condoleancetelegram |
| chōka-長歌 | langere vorm van waka-poëzie, met regels van 5 en 7 lettergrepen, die afwisselend minstens drie keer worden herhaald (meestal eindigend met 7) |
| chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
| chōkaku-弔客 | iemand die een begrafenis bijwoont; iemand die komt condoleren |
| chōkeshi-帳消し | het wegstrepen (winst of verlies); compenseren |
| chōkō-聴講 | het bijwonen van een lezing; een college volgen |
| chokuchoku-ちょくちょく | vaak; dikwijls; regelmatig; frequent; geregeld |
| chokumen-直面 | confrontatie; treffen; tegemoet treden; onder ogen zien |
| chokusai-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
| chokusai-直裁 | een direct [onmiddellijk; regelrecht] besluit [oordeel] |
| chokusetsu-直截 | direct [regelrecht; eerlijk; resoluut; besluitvaardig] zijn |
| chokushin-直進 | (voorwaartse) beweging rechtdoor [in een rechte lijn] |
| chōnaikai-町内会 | buurtvereniging (om buurtzaken te regelen) |
| chonbo-ちょんぼ | (Mahjong) een mogelijk winnende steen verkeerd leggen |
| chōnōryoku-超能力 | paragnosie; paranormale begaafdheid; buitenzintuiglijke waarneming |
| chōreibokai-朝令暮改 | inconsequent [inconsistent; onsamenhangend; veranderlijk] gedrag [beleid]; onlogische maatregelen |
| choritsu-佇立 | onbeweeglijk [stilstaand] zijn |
| choritsusuru-佇立する | stilstaan; bewegingloos staan |
| chorochoro-ちょろちょろ | (onomatopee) druppelend; flikkerend; dartelend; snel [licht] bewegend |
| chōsei-調整 | regeling; afstemming; controle |
| chōsei-調製 | het opstellen van registers; grootboeken |
| chōseisuru-調整する | reguleren; afstemmen; controleren |
| chōsetsu-調節 | verordening; aanpassing; controle; regulering |
| chōshokutsuki-朝食付き | inclusief ontbijt; ontbijt inbegrepen |
| chōshū-徴収 | incassering (van belastingen, leges e.d.) |
| chōsuru-寵する | verwennen; begunstigen; bevoordelen |
| chōtei-朝廷 | het hof waar de keizer [keizerin; koning; koningin] regeert |
| chōteki-朝敵 | een vijand van het hof; iemand die tegen de keizer keert |
| chōto-長途 | een lange weg; een lange reis |
| chūbu-中部 | (afk. voor) Chūbu regio (midden Japan) |
| chūbuchihō-中部地方 | Chūbu regio (midden Japan) |
| chūdō-中道 | (gulden) middenweg; halfweg; halverwege; gematigdheid |
| chūfuku-中腹 | (halverwege op de) berghelling |
| chūgen-中間 | midden; halverwege; middelste positie; centrum |
| chūgen-中間 | tussentijds; halverwege |
| chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| chūkan-中間 | halverwege; tussenliggend; tussenin; tussentijds |
| chūken-中堅 | deel van leger onder directe leiding van de opperbevelhebber |
| chūmonnagare-注文流れ | een afgezegde [geannuleerde] bestelling [order] |
| chūōbunritai-中央分離帯 | middenberm (op hoofdwegen en snelwegen) |
| chūon-中音 | (muziek) mediant (derde trap van de toonladder); middenregister |
| chūōsen-中央線 | middenlijn (op een sportveld, wegdek e.d.) |
| chūryaku-中略 | inkorting van een citaat in het midden; een uitdrukking in een brief, om aan te geven dat er zinnen in het middengedeelte weggelaten worden |
| chūshihō-中止法 | het gebruik van de Japanse renyōkei werkwoordsvorm als voegwoord |
| chūshōgainen-抽象概念 | een abstract begrip |
| chūsuru-注する | annoteren; commentaar [aantekeningen] toevoegen |
| chūtā-チューター | studiebegeleider; privéleraar; docent |
| chūtai-中隊 | compagnie (legeronderdeel) |
| chūto-中途 | halverwege |
| chūton-駐屯 | het (tijdelijk) verblijf van een leger in een bepaald gebied; stationering; legerkamp; bivak |
| chūzai-駐在 | (benaming voor) regionale politieagent |
| daburuheddā-ダブルヘッダー | (honkbal) twee wedstrijden na elkaar tegen dezelfde tegenstander |
| daburupurei-ダブルプレー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| daburu・panchi-ダブル・パンチ | (boksen) dubbele slag (met twee vuisten tegelijk) |
| daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| daburu・sukūru-ダブル・スクール | studeren op twee scholen tegelijk |
| dada-ダダ | Dada (Dadaïsme, culturele beweging van kunstenaars) |
| daden-打電 | het telegraferen; het versturen van een telegram |
| daho-拿捕 | inbeslagname; vastlegging (b.v. van een vissersboot) |
| dai-代 | generatie; tijdperk; dynastie; regeringsperiode; heerschappij |
| dai-代 | vertegenwoordiging; vertegenwoordiger |
| dai-第 | voorvoegsel gebruikt voor rangtelwoorden |
| daiaguramu-ダイアグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
| daibakari-台秤 | balans; weegbrug |
| daibensha-代弁者 | woordvoerder (m); woordvoerster (v); zegsman |
| daichō-台帳 | origineel register |
| daidakusha-代諾者 | wettelijk vertegenwoordiger; wettelijke voogd |
| daidō-大道 | grote en brede weg; hoofdweg |
| daiga-題画 | een gedicht dat wordt toegevoegd aan een prent of schilderij; een afbeelding die de inhoud van een bijgevoegd gedicht weergeeft |
| daigo-醍醐 | het ultime [oprechte] genoegen [plezier] |
| daigomi-醍醐味 | het ultime [oprechte] genoegen [plezier] |
| daihyō-代表 | vertegenwoordiging; representatie |
| daihyō-代表 | vertegenwoordiger; agent; representant; afgevaardigde; (sport) selectie |
| daihyōdan-代表団 | delegatie; afvaardiging |
| daihyōshain-代表社員 | senior partner; senior werknemer die bevoegd is om een bedrijf te vertegenwoordigen |
| daihyōsuru-代表する | vertegenwoordigen |
| daiichigi-第一義 | eerste [originele] betekenis [principe; overweging]; basisprincipe |
| daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
| daiippo-第一歩 | de eerste stap; het begin |
| daikyō-大凶 | grote pech [tegenslag; tegenspoed]; veel ongeluk |
| dainamikku-ダイナミック | dynamisch; bewegend |
| dairinin-代理人 | afgevaardigde; vertegenwoordiger; (plaats)vervanger |
| daishō-代将 | (mil.) brigadegeneraal; commodore (marine; luchtmacht) |
| daiya-ダイヤ | (diagram) dienstregeling (trein, e.d.) |
| daiyaguramu-ダイヤグラム | diagram; grafiek; schema; dienstregeling (trein, e.d.) |
| dai・in-ダイ・イン | demonstratie (tegen wapens) waarbij de demonstranten simuleren dat ze doodliggen |
| dakkingu-ダッキング | (bij boksen) wegduiken, met het hoofd omlaag een slag ontwijken |
| damakasu-騙かす | bedriegen; vals spelen |
| damakurakasu-騙くらかす | bedriegen; misleiden |
| damarikokuru-黙りこくる | in stilzwijgen verzinken; stilvallen; niets meer zeggen |
| damarikomu-黙り込む | zwijgen; de mond houden; niets (meer) zeggen |
| damaru-黙る | zwijgen; niets zeggen; stil zijn [worden]; je mond houden |
| damashiai-騙し合い | wederzijdse misleiding [bedriegerij] |
| damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
| damasu-騙す | bedriegen; oplichten; vals spelen; misleiden |
| dame-駄目 | (in het theater) de aanwijzing [waarschuwing] van een regisseur aan een acteur [actrice] |
| dan-段 | sectie [gedeelte, deel, hoofdstuk] van een vertelling [verhaal] b.v. (in de Ise Monogatari of de Tsurezuregusa) |
| dancha-磚茶 | (Chinese) steenthee; tegelthee (tot tegeltjes geperste thee) |
| danchi-暖地 | warme streek [regio]; gebied met een mild klimaat |
| danchigaiheikōbō-段違い平行棒 | brug met ongelijke leggers (turnen) |
| danchō-団長 | groepsleider; hoofd van een delegatie |
| dandī-ダンディー | fat; modegek |
| dandori-段取り | planning; voorbereiding; regeling |
| dandorisuru-段取りする | plannen; voorbereiden; regelen |
| dangi-談義 | discussie; consultatie; raadpleging |
| dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
| danjite-断じて | (met negatie) helemaal [absoluut] niet; in geen geval |
| dannen-断念 | het opgeven [prijsgeven; afzien; toegeven] |
| dannensuru-断念する | opgeven; prijsgeven; afzien; toegeven |
| dansa-段差 | hoogteverschil; niveauverschil (b.v. op een weg, terrein, etc.) |
| dansensuru-断線する | (af)breken; (af)knappen; het begeven; losraken |
| danshari-断捨離 | het grote opruimen, met als doel harmonie te bereiken (gebaseerd op 3 concepten van yoga: weigeren, weggooien, en loslaten van onnodige dingen) |
| darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
| dashiire-出し入れ | (geld) storting en opname; het inleggen en uithalen |
| dasshu-奪取 | verovering; vangst; beslaglegging; gevangenneming |
| dasshusuru-奪取する | veroveren; gevangennemen; beslag leggen; innemen; afpakken |
| dasu-出す | op de post doen; (op)sturen; versturen; wegbrengen; afvaardigen |
| dasu-出す | (in combinatie met andere werkwoorden) beginnen te; naar buiten doen [gaan; bewegen] |
| datchi・rōru-ダッチ・ロール | Dutch roll (een vliegtuigbeweging) |
| date-伊達 | (goede) stijl; raffinement; elegantie |
| datsu-立つ | (achtervoegsel) in staat zijn om...; worden; krijgen |
| datsusara-脱サラ | het zich bevrijden uit de tredmolen van een kantoorbaan, en voor zichzelf beginnen om leuk en zinvol werk te gaan doen |
| datte-だって | (voegw.) omdat; tenslotte; maar |
| datte-だって | (partikel) zelfs; ook; blijkbaar; men zegt; ik denk; jij bedoelt |
| daun-ダウン | neergegaan bij het boksen |
| daun-ダウン | onderuitgegaan [ingestort] (door uitputting, zwakte of ziekte) |
| dauntaun-ダウンタウン | het lagergelegen deel van de stad; de binnenstad; het zakencentrum |
| da・kāpo-ダ・カーポ | (muziekterm) da capo (d.c.); nog eens van het begin af aan |
| deashi-出足 | start; begin |
| deau-出会う | (iemand; elkaar) tegenkomen; ontmoeten; treffen |
| dedashi-出だし | start; begin |
| deddo・bōru-デッド・ボール | (honkbal) een dode bal (het stilleggen van de wedstrijd door de scheidsrechter (b.v. als de slagman wordt geraakt door de worp van de pitcher) |
| deddo・endo-デッド・エンド | doodlopende weg [straat; steeg] |
| deguchi-出口 | uitgang; uitweg |
| deha-出端 | uitweg; kans [gelegenheid] om te vertrekken [eruit te komen] |
| deha-出端 | (muzikale begeleiding bij) de opkomst van een acteur op het podium (theater) |
| dehana-出鼻 | startpunt; begin; moment van vertrek |
| deirekutā-デイレクター | regisseur |
| deiriguchi-出入口 | ingang en uitgang; deuropening; (toegangs)poort |
| dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
| dekigokoro-出来心 | een plotselinge opwelling; gril; bevlieging |
| dekoboko-でこぼこ | hobbelig [oneffen] zijn (van de weg, etc.) |
| dekuwasu-出くわす | (iemand; elkaar) tegenkomen; ontmoeten; treffen |
| demakase-出任せ | gedachteloze opmerking; het iets zeggen zonder nadenken |
| demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
| demukae-出迎え | ontmoeting; ontvangst; begroeting |
| demukaeru-出迎える | ontmoeten; (gaan) begroeten; (iem.) afhalen; verwelkomen |
| demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
| den-殿 | achterhoede (bij legers) |
| denbun-伝聞 | gerucht; informatie van horen zeggen [uit de tweede hand] |
| denbun-電文 | zin(nen) gebruikt bij telegrammen; zinnen in telegramstijl |
| dendenkōsha-電電公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
| dengonsuru-伝言する | een boodschap meegeven [doorgeven] |
| denjitekikiroku-電磁的記録 | electromagnetisch bestand [register] |
| denkiinseido-電気陰性度 | elektronegativiteit |
| denpa-伝播 | voortgaande golfbeweging |
| denpō-電報 | telegram |
| densetsu-伝説 | legende; fabel; overlevering |
| denshin-電信 | telegraaf; telegram |
| dentetsu-電鉄 | elektrische spoorweg [spoorbaan] |
| deokureru-出遅れる | laat vertrekken; laat ergens aan beginnen; een late start maken |
| depojitto-デポジット | aanbetaling; borg; onderpand; statiegeld |
| depojittoseido-デポジット制度 | statiegeldsysteem |
| deregēshon-デレゲーション | delegatie; afvaardiging |
| derigēshon-デリゲーション | delegatie; afvaardiging |
| deru-出る | naar buiten gaan [komen]; weggaan |
| deru-出る | beginnen; ontstaan; voortkomen uit |
| deshō-でしょう | misschien; waarschijnlijk; vermoedelijk; het ziet er naar uit dat; het lijkt wel of; naar men zegt |
| dēta-データ | data; gegevens; informatie |
| dētabēsu-データベース | database; gegevensbank; gegevensbestand |
| detarameni-でたらめに | lukraak; in het wilde weg |
| dēta・banku-データ・バンク | databank; database; gegevensbank |
| dēta・puroseshingu-データ・プロセシング | gegevensverwerking; informatieverwerking |
| dinā・jīnzu-ディナー・ジーンズ | nette jeans voor formelere gelegenheden |
| dīrā-ディーラー | verkoper; handelaar; officiële vertegenwoordiger van een specifiek merk producten van een fabrikant |
| direkutā-ディレクター | regisseur |
| dō-道 | weg; pad |
| dō-道 | (fig.) weg; pad; leer; doctrine |
| dobokukōgaku-土木工学 | civiele techniek; weg- en waterbouwkunde |
| dōchaku-同着 | het op hetzelfde moment aankomen; tegelijk arriveren, |
| dōfūsuru-同封する | bijsluiten; insluiten; bijvoegen |
| dogaishi-度外視 | veronachtzaming; onverschilligheid; het negeren |
| dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
| doggu・reggu-ドッグ・レッグ | (Engelse golfterm) dogleg, een golfbaan in de vorm van een hondenpoot |
| dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
| dōhyō-道標 | wegwijzer; richtingbord |
| dohyōiri-土俵入り | de ceremonie uitgevoerd door de sumo-worstelaars bij het betreden van de ring voordat het toernooi gaat beginnen |
| dōin-動因 | motief; beweegreden |
| dōitashimashite-どう致しまして | graag gedaan; geen dank; het was mij een genoegen; het genoegen is mijnerzijds [van mijn kant] |
| dōjime-胴締め | (judo) schaarklem (niet toegestane techniek) |
| dojin-土人 | oorspronkelijke bewoner; inboorling; inlander; autochtoon (vaak denigrerend gebruikt, vooral vroeger) |
| dōjini-同時に | tegelijkertijd; gelijktijdig; tegelijk |
| dōkan-動感 | levendigheid; beweeglijkheid |
| dōki-動機 | motief; beweeggrond, beweegreden (voor een misdrijf) |
| dokkai-読解 | begrijpend lezen; leesvaardigheid |
| dokkaika-読解力 | goede leesvaardigheid hebben; goed begrijpend kunnen lezen; |
| dokkaikatesuto-読解力テスト | leesvaardigheidstest; toets begrijpend lezen |
| dokkeshi-毒消し | tegengif |
| dokō-土工 | publieke werken in de afhandeling van grond en zand (voor de aanleg van dijken, wegen, e.d.) |
| doku-退く | een stap terug [opzij] doen; uit de weg gaan; ruimte maken (voor) |
| dokugo-独語 | alleenspraak; monoloog; het tegen zichzelf praten |
| dokuhaku-独白 | monoloog; alleenspraak; het tegen zichzelf praten |
| dokukeshi-毒消し | tegengif |
| dokuō-独往 | zelfstandig te werk gaan; je eigen weg gaan; op eigen houtje handelen |
| dokusaishihai-独裁支配 | autocratisch regime [bewind] |
| dokuzen-独善 | zelfingenomenheid; zelfgenoegzaamheid |
| doma-土間 | een ruimte in een huis waar geen vloer is gelegd (dus de grond onder het huis als vloer dient) |
| donaritsukeru-怒鳴りつける | schreeuwen [schelden] (tegen); (iem.) uitschelden [uitfoeteren] |
| donātōroku-ドナー登録 | donorregistratie |
| dōnatsugenshō-ドーナツ現象 | het wegtrekken [verhuizen] van bewoners uit het centrum van een stad (naar buitenwijken) |
| donto・nō・gurūpu-ドント・ノー・グループ | (Eng.: don't-know-group) mensen die b.v. bij een enquête iets niet weten of begrijpen |
| donzumari-どん詰まり | einde; slot; uitkomst; laatste loodjes; doodlopende weg |
| don・fan-ドン・ファン | Don Juan (legendarische figuur) |
| dorafuto-ドラフト | ploegen-samenstelling (honkbal) |
| doraibuin-ドライブイン | wegrestaurants; cafetaria's en winkels langs autosnelwegen |
| doraibuuē-ドライブウエー | autoweg (vooral toeristische route) |
| dorai・karē-ドライ・カレー | droge curry (een gerecht van gebakken vlees en groenten met kerrie, zonder toevoeging van water) |
| doresshī-ドレッシー | chic [elegant] gekleed |
| dōretsu-同列 | dezelfde rang [niveau; categorie] |
| dorifuto-ドリフト | driften, rijtechniek waarbij de bestuurder de auto in een zijdelingse beweging door een bocht stuurt |
| dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
| dōro-道路 | weg; straat |
| dōrobangō-道路番号 | wegnummer |
| dōrofūsa-道路封鎖 | wegversperring |
| dōrokōtsū-道路交通 | wegverkeer |
| dōrokōtsūhō-道路交通法 | wegenverkeerswet |
| doroppukikku-ドロップキック | (rugby) trap tegen opstuitende bal |
| dorufin・kikku-ドルフィン・キック | dolfijntrap (zwembeweging met beide voeten tegelijk in een trappende beweging in het water, bij vlinderslag en rugslag) |
| dōrui-同類 | dezelfde soort [categorie; klasse] |
| dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
| dōryō-同僚 | collega |
| dōsa-動作 | actie; beweging, gedrag; houding |
| dōsei-動静 | beweging; ontwikkeling; stroming; toestand; trend |
| dosha-土砂 | zand gezegend met speciale spirituele kracht |
| doshaburi-土砂降り | zware regenval [neerslag]; plensbui; stortbui |
| dōshi-導師 | dienstdoende priester [monnik] (m.n. tijdens een begrafenis) |
| dōshi-道士 | een integer [fatsoenlijk] iemand; een persoon met een sterk moreel besef |
| dōtai-胴体 | romp (van een lichaam, boot vliegtuig, etc.) |
| dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
| dōzen-同然 | bijna hetzelfde zijn; praktisch [nagenoeg; vrijwel; zo goed als] zijn |
| eabasu-エアバス | airbus (vliegtuig) |
| eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
| eapōto-エアポート | vliegveld; luchthaven |
| ea・pējento-エア・ページェント | het optreden van een vliegtuig tijdens een vliegshow |
| ea・poketto-エア・ポケット | luchtzak (bij snelle daling van een vliegtuig) |
| ebigatame-海老固め | worsteltechniek (de tegenstander (als een garnaal) ten val te brengen door een handgreep om zijn nek en om een knie) |
| edamichi-枝道 | zijweg |
| edokko-江戸っ子 | (vroeger) iemand die in Edo was geboren en opgegroeid |
| edokko-江戸っ子 | (huidige betekenis) iemand die in Tokio is geboren en opgegroeid |
| ego-エゴ | (in psychoanalyse, de persoonlijkheid) ego |
| egoisuto-エゴイスト | egoist |
| egoizumu-エゴイズム | egoisme |
| ehō-恵方 | gunstige [geluksbrengende] richting (vroeger de richting van waaruit de nieuwjaarsgoden kwamen) |
| ehōmaki-恵方巻 | een hele (ongesneden) sushi-rol (wordt gegeten als geluksbrenger tijdens het Setsubun festival) |
| eigakantoku-映画監督 | filmregisseur |
| eizō-映像 | spiegelbeeld; reflectie |
| ējento-エージェント | agent; vertegenwoordiger; gevolmachtigde; zaakwaarnemer |
| ejiputo-エジプト | Egypte |
| ēji・gurūpu-エージ・グループ | leeftijdsgroep; leeftijdscategorie; leeftijdsklasse |
| ekimei-駅名 | de naam van een spoorwegstation; de naam van een poststation [pleisterplaats] |
| ekimeihyō-駅名標 | naambord van een (spoorweg)station |
| ekisha-駅舎 | (vroeger) de halteplaats voor postkoetsen, paarden, koeriers en reizigers (diende tevens als herberg) |
| ekisutora-エキストラ | extra; bijgevoegd; toegevoegd |
| ekiteikyoku-駅逓局 | bagagetransport bureau (het bureau dat het bagagevervoer tussen de stations regelde in het begin van de Meiji periode) |
| ekonomī・kurasu-エコノミー・クラス | economyclass (goedkoopste klasse in vliegverkeer) |
| ekonomī・kurasushōkōgun-エコノミー・クラス症候群 | economyclass-syndroom; vliegtuigtrombose (door te krappe beenruimte) |
| ekusasaizu-エクササイズ | oefenen; oefening; lichaamsbeweging; training |
| en-演 | (in kanji combinaties) uitleggen; preken; overtuigen; verklaren; verspreiden; propageren; vertolken; uitvoeren; opvoeren |
| en-縁 | kans; gelegenheid |
| endō-沿道 | de kant van de weg; berm; stoep(rand) |
| engoku-遠国 | een verafgelegen land [gebied] |
| engurēbingusareta-エングレービングされた | ingegraveerd |
| enkaku-遠隔 | veraf [ver weg; afgelegen; op afstand] zijn |
| enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
| ennogyōja-役行者 | En no Gyōja, de grondlegger van het Shugendo |
| enpō-遠方 | een afgelegen plek; een ver land |
| enro-遠路 | een lange weg; een verre [grote] reisafstand |
| ensen-沿線 | gebied [plaats] langs [naast] een spoorlijn, busroute, hoofdweg, etc. |
| enshū-演習 | werkcollege; werkgroep; praktijkles |
| enshūshitsu-演習室 | lokaal waar een werkcollege wordt gegeven |
| enshutsu-演出 | regie; organisatie (van voorstellingen, evenementen, ceremonies, etc.) |
| enshutsuka-演出家 | regisseur; producent |
| ensui-円錐 | conus; kegel (vorm) |
| ensuidai-円錐台 | afgeknotte kegel |
| ensuikyokusen-円錐曲線 | kegelsnede |
| ensuimen-円錐面 | kegelvormig oppervlak; cirkelkegel |
| ensuitai-円錐体 | kegel; conus |
| ensuizuhō-円錐図法 | kegelprojectie |
| entāpuraizu-エンタープライズ | USS Enterprise (Amerikaans vliegdekschip) |
| enten-宛転 | soepel (van bewegingen); waardig; vloeiend; zoetgevooisd (van stem) |
| entō-遠島 | afgelegen eiland |
| entō-遠島 | verbanning naar een afgelegen eiland (Edo periode) |
| enu・jī・ō-エヌ・ジー・オー | (non-governmental organization) niet-gouvernementele [niet regeringsgebonden] organisatie |
| enzai-冤罪 | valse [ongegronde] beschuldiging [aanklacht] |
| enzen-婉然 | elegantie; gratie; sierlijkheid |
| en'u-煙雨 | motregen |
| epe-エペ | (scherm)degen |
| epuron-エプロン | (luchthaven) platform voor vliegtuigen |
| erabutsu-偉物 | een groot man; een getalenteerd [bekwaam; begaafd] persoon |
| erejī-エレジー | elegie; treurdicht; klaagzang |
| eru・esu・ai-エル・エス・アイ | de implementatie van tienduizenden transistors per chip (LSI: large-scale integrated circuit) |
| ese-似非 | (voorvoegsel) nep-; pseudo-; quasi-; namaak-; schijn-; inferieur [minderwaardig] zijn |
| eshaku-会釈 | knikje; begroeting; lichte buiging |
| eshaku-会釈 | begrip; meeleven; voorkomendheid |
| esukēpu-エスケープ | ontsnapping; vlucht; uitweg |
| esukōto-エスコート | begeleiding; begeleider; escorte |
| esukōto・gaido-エスコート・ガイド | begeleidende gids; rondleider |
| etekatte-得手勝手 | egoïsme; zelfzucht; eigenbelang |
| etoki-絵解き | uitleg van de betekenis van een schilderij |
| etoki-絵解き | iets uitleggen aan de hand van [met behulp van] een illustratie |
| etoku-会得 | het volledig begrijpen; het zich eigen te maken |
| etsuran-閲覧 | raadpleging [inzage; bestudering] van boeken en documenten (in een bibliotheek, e.d.) |
| ē・bī・shī-エー・ビー・シー | basis; grondbeginselen |
| faiasutōmu-ファイアストーム | vuurstorm (hevige luchtbeweging ontstaan door grote brand) |
| fairu-ファイル | bestand; document; verzameling gegevens |
| faitā-ファイター | gevechtsvliegtuig |
| fando-ファンド | fonds; beleggingsfonds |
| fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
| fea・kyatchi-フェア・キャッチ | (rugby en American Football) het afvangen de bal van een tegenstander |
| federaru-フェデラル | federaal; regerings-; bonds- |
| fēdoauto-フェードアウト | (beeld) het vervagen [uitvloeien]; (geluid) het wegsterven |
| feiku-フェイク | (sport) schijnbeweging |
| feinto-フェイント | schijnbeweging |
| fēku-フェーク | (sport) schijnbeweging |
| feroaroi-フェロアロイ | ijzerlegering |
| feromon-フェロモン | feromoon (door dieren geproduceerde (geur)stof, afgegeven aan de omgeving) |
| fezā・purēn-フェザー・プレーン | ultralichtgewicht modelvliegtuig |
| fikusā-フィクサー | bemiddelaar; iemand die (achter de schermen) dingen regelt [voor elkaar krijgt] |
| fiyorudo-フィヨルド | (Noorwegen) fjord |
| fōmyura・puran-フォーミュラ・プラン | beleggingsstrategie voor het kopen en verkopen van effecten volgens een vaste formule |
| fōru-フォール | (worstelen) touché; schouderlegging |
| fū-封 | zegel; sluiting |
| fu-負 | negatief; min; minus; een getal kleiner dan nul |
| fu-麩 | stukjes (vaak mooi gedecoreerd) voedsel gemaakt van tarwegluten (wordt b.v. toegevoegd aan soepen) |
| fubenkyō-不勉強 | het niet genoeg studeren; luiheid; gebrek aan inzet |
| fubin-不敏 | traag van begrip zijn |
| fubunritsu-不文律 | ongeschreven regel [voorschrift; wet] |
| fucha-普茶 | (afk. voor) vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
| fuchaku-付着 | samenvoeging; aanhechting; bijvoeging |
| fuchakusuru-付着する | vastplakken; kleven; aanhechten; bijvoegen |
| fucharyōri-普茶料理 | vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
| fuchō-婦長 | hoofdzuster; hoofdverpleegster |
| fudetate-筆立て | begin [openingszinnen] van een brief, e.d. |
| fudezuka-筆塚 | (graf)heuvel, waarin gebruikte schrijfpenselen (van geëerde meesters) begraven zijn |
| fudōsanshōkenka-不動産証券化 | belegging [investering] in vastgoed |
| fufufu-ふふふ | (onomatopee) gelach; gegrinnik; hahaha |
| fūga-風雅 | elegantie; gratie; verfijning |
| fugenfugo-不言不語 | stilte; stilzwijgen; zonder iets te zeggen |
| fuhei-不平 | ontevredenheid; ongenoegen; onvrede |
| fuhen-普遍 | universaliteit; algemeenheid; alomtegenwoordigheid |
| fuhō-不法 | onwettig; illegaal |
| fuhōkyojū-不法居住 | onwettig verblijf; kraakactie (van leegstaand huis) |
| fuhōtaizai-不法滞在 | illegaal verblijf |
| fuhōtaizaisha-不法滞在者 | een illegaal; illegale vreemdeling |
| fuhyō-付表 | bijlage; bijgevoegde lijst [tabel] |
| fūin-封印 | cachet; zegel; stempel; verzegeling |
| fūin-風韻 | verfijning; elegantie |
| fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
| fuji-藤 | blauweregen; wisteria |
| fūjikomeru-封じ込める | insluiten; opsluiten; iets ergen indoen en afsluiten [verzegelen] |
| fūjikomeru-封じ込める | onderdrukken; tegenhouden |
| fūjime-封じ目 | verzegeling; de plek waar het zegel is aangebracht (b.v. op een envelop) |
| fujin-不尽 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| fujinami-藤波 | de golfbeweging van de wisteria bloemtrossen (in de wind) |
| fujinami-藤波 | bloemen van de wisteria [Blauweregen] |
| fūjiru-封じる | verzegelen (v.e. brief, e.d.); afsluiten; vastzetten |
| fujitsu-不実 | onoprechtheid; bedrog; bedriegerij; misleiding |
| fujūbun-不十分 | ontoereikend [onvoldoende; niet genoeg] zijn |
| fujun-不順 | irregulariteit; wisselvalligheid; instabiliteit |
| fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
| fuka-付加 | toevoeging; aanhangsel; bijlage |
| fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
| fukachi-不可知 | ondoorgrondelijkheid; raadselachtigheid; onkenbaar [niet te begrijpen] zijn |
| fukai-不快 | ongenoegen; ongemak |
| fukakachi-付加価値 | meerwaarde; toegevoegde waarde |
| fukakai-不可解 | onbegrip; geheimzinnigheid; ondoorgrondelijkheid |
| fukanzenshūgyō-不完全就業 | onderbezetting; niet voldoende werkgelegenheid |
| fukatoku-不可得 | (boeddh.) onbereikbaarheid; ongrijpbaarheid van de absolute waarheid (vanwege menselijke beperkingen) |
| fuki-付記 | appendix; toevoeging; supplement |
| fukiburi-吹き降り | regenstorm; slagregen; striemende regen |
| fukichirasu-吹き散らす | uiteen waaien [blazen]; wegblazen; verstrooien |
| fukidasu-吹き出す | beginnen te waaien [blazen; ademen] |
| fukigen-不機嫌 | slecht humeur; ongenoegen; norsheid |
| fukiharau-吹き払う | wegblazen |
| fukikomu-吹き込む | binnen waaien; inregenen |
| fukinagashi-吹き流し | wimpel; vaantje; windzak (bij vliegveld) |
| fukisoku-不規則 | onregelmatigheid; onstandvastigheid |
| fukisokudōshi-不規則動詞 | onregelmatig werkwoord |
| fukisokuhenka-不規則変化 | (grammatica) onregelmatige vervoeging |
| fukitaosu-吹き倒す | overweldigen (van een tegenstander) |
| fukitobasu-吹き飛ばす | wegblazen; de lucht inblazen; (iets ergens) afblazen |
| fukitobu-吹き飛ぶ | weggeblazen worden |
| fukitsukeru-吹きつける | tegen(aan) waaien [blazen] |
| fukiyose-吹き寄せ | een vlaag (sneeuw, regen, stof, etc,) |
| fukō-不幸 | ongeluk; ellende; tegenslag; pech; ongelukkigheid |
| fukokukyōhei-富国強兵 | de natie welvarender maken door het leger te versterken |
| fukōtsuzuki-不幸続き | opeenvolging van tegenslagen; het voortdurend pech hebben |
| fuku-副 | begeleidend [secundair; aanvullend; assistent] zijn |
| fuku-復 | (afk. voor) het reciteren; het herhalen van iets dat gezegd is |
| fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
| fukugōseikyokushotōtsūshōkōgun-複合性局所疼痛症候群 | (CRPS) complex regionaal pijn syndroom |
| fukuhei-伏兵 | leger in een hinderlaag |
| fukuhei-伏兵 | onverwachte tegenstand [hindernis]; onverwacht obstakel |
| fukuin-幅員 | breedte (van een weg, brug, boot, e.d.) |
| fukumiwarai-含み笑い | onderdrukt gelach; gegrinnik; gegiechel |
| fukuro-復路 | terugreis; terugweg; de weg terug naar het vertrekpunt |
| fukurokōji-袋小路 | doodlopende weg [straat; steeg] |
| fukusa-袱紗 | zijden doek om bij de theeceremonie gebruikte voorwerpen in te wikkelen of schoon te vegen |
| fukushō-復唱 | het reciteren; het (voor zichzelf) herhalen wat er gezegd is |
| fukusuru-服する | dienen (in het leger); uitzitten (van een gevangenisstraf); in rouw zijn |
| fukyō-不興 | afkeuring; ongenoegen; misnoegen |
| fukyoka-不許可 | verboden [niet toegestaan] zijn |
| fumaeru-踏まえる | overwegen; goed nadenken (over) |
| fuman-不満 | ontevredenheid; onvoldaanheid; ongenoegen |
| fumanzoku-不満足 | ontevredenheid; ongenoegen |
| fumei-不明 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; dubbelzinnigheid |
| fumeiryō-不明瞭 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; duisternis |
| fumidasu-踏み出す | vooruitgaan; vooruitlopen; een stap naar voren doen; uitstappen; (fig.) een eerste stap zetten; beginnen; van start gaan |
| fumikiri-踏み切り | spoorweg overgang; gelijkvloerse kruising van weg en spoorlijn |
| fumikiru-踏み切る | (weg)springen; afzetten (voor een sprong) |
| fumikotaeru-踏み堪える | standhouden (tegen); voet bij stuk houden; standvastig zijn |
| fumimayō-踏み迷う | verdwalen; de weg kwijtraken |
| funade-船出 | het inschepen [aan boord gaan; wegvaren; uitvaren] (van schepen) |
| funade-船出 | (iets nieuws) beginnen [starten]; een nieuw begin maken |
| fundarikettari-踏んだり蹴ったり | een reeks van tegenslagen en rampen; de ene tegenslag na het andere (hebben) |
| funinsuru-赴任する | beginnen met een nieuwe baan; voor het eerst naar het werk gaan |
| funkyū-紛糾 | complicatie; verwarring; verstoring; ontregeling; wanorde; chaos |
| furai-フライ | vlieg |
| furaihoīru-フライホイール | vliegwiel |
| furaikyū-フライ級 | (boksen) vlieggewicht |
| furaingu-フライング | vliegen; vlucht |
| furaingu-フライング | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
| furaingu-フライング | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
| furaingu・stāto-フライング・スタート | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
| furaingu・stāto-フライング・スタート | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
| furaito-フライト | vlucht; vliegreis |
| furaito・dekki-フライト・デッキ | vliegdek |
| furaito・kontorōru-フライト・コントロール | vliegtuigbesturingssysteem |
| furakushon-フラクション | cel (groep binnen een organisatie of beweging) |
| furappu-フラップ | vleugelklep (vliegtuig) |
| furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
| furatto-フラット | plat; vlak; horizontaal; effen; eentonig; leeg (van band); plat, zonder koolzuur [zonder prik] (van drank) |
| furebumi-触れ文 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| furegaki-触れ書き | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| furekishiburu-フレキシブル | flexibel; soepel; buigzaam; elastisch; meegaand |
| fureru-触れる | (wet of regel) overtreden |
| furiai-振り合い | overweging; beschouwing; afweging |
| furidashi-振り出し | start; begin(punt) |
| furidashinin-振出人 | degene die rekeningen en cheques uitschrijft |
| furieki-不利益 | nadeel; bezwaar; tegenslag |
| furigētokan-フリゲート艦 | fregat (oorlogsschip) |
| furikaekyūjitsu-振替休日 | een toegewezen vrije dag (als men op de standaard vrije dag naar school of werk moet) |
| furikomerareru-降り籠められる | binnen moeten blijven omdat het regent [sneeuwt] |
| furikomeru-降り籠める | regenen [sneeuwen] waardoor mensen binnen blijven |
| furikomu-振り込む | (bij mahjong) een steen weggooien die een tegenstander goed kan gebruiken [waarmee een tegenstander kan winnen] |
| furikomu-降り込む | naar binnen regenen [sneeuwen]; inregenen |
| furinsuru-不倫する | overspel [echtbreuk; ontucht] plegen |
| furippu-フリップ | omslaan; omdraaien; wegtikken; boos worden |
| furishikiru-降り頻る | stortregenen; hard [voortdurend] regenen [sneeuwen] |
| furisosogu-降り注ぐ | stortregenen; voortdurend (hard) regenen |
| furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
| furī・pasu-フリー・パス | gratis entree [toegang]; gratis ticket [toegangskaart] |
| furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
| furokyan-風呂キャン | het niet in bad gaan (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| furokyan-風呂キャン | iemand die niet in bad gaat (vanwege vermoeidheid, tijdgebrek, e.d.) |
| furōto-フロート | boei; drijvend vlot; drijver (o.a. van een watervliegtuig) |
| furu-振る | weigeren; afwijzen; wegdoen |
| furu-振る | een kana lezing toevoegen aan een kanji |
| furu-降る | vallen (van regen, sneeuw, etc.) |
| furūre-フルーレ | floret (schermdegen) |
| fūryū-風流 | elegantie; gratie; verfijning |
| fusagu-塞ぐ | verstoppen; blokkeren; in de weg staan; vastlopen |
| fusegite-防ぎ手 | verdediger; verdedigende maatregel |
| fusei-不正 | onrechtvaardigheid; onrecht; oneerlijkheid; wangedrag; onregelmatigheid; fraude |
| fuseimyaku-不整脈 | onregelmatige polsslag [hartslag] |
| fusen-不戦 | (vechtsport) niet doorgaan van het gevecht wegens afwezigheid van een deelnemer |
| fusengachi-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| fusenshō-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| fuseru-伏せる | ondersteboven leggen; omdraaien |
| fusetsu-付説 | aanvullende [extra] uitleg |
| fusetsu-敷設 | aanleg; bouw; constructie (van een weg, e.d.) |
| fusetsu-浮説 | ongegronde bewering; wilde geruchten |
| fūsetsu-風説 | gerucht; roddel; iets van horen zeggen |
| fūsetsu-風雪 | ontbering; beproeving; tegenspoed |
| fusetsusuru-付説する | aanvullende [extra] uitleg geven |
| fusetsusuru-敷設する | (een weg, e.d.) aanleggen; bouwen |
| fushiawase-不幸せ | ongeluk; ellende; tegenslag; pech; ongelukkigheid |
| fushin-普請 | bouw; aanleg; vervaardiging; constructie |
| fushinsuru-普請する | bouwen; aanleggen; vervaardigen |
| fushitsu-不悉 | (afsluitende uitdrukking aan het einde van een brief, aangevend dat nog niet alles is gezegd) wordt vervolgd; ik schrijf u weer; hoogachtend |
| fūsho-封書 | verzegelde brief; verzegeld document |
| fushōbushō-不承不承 | tegen zijn zin; met tegenzin; onder protest |
| fusoku-付則 | supplement; toevoegsel; bijvoegsel |
| fusokukin-不足金 | negatief saldo op een rekening; onvoldoende tegoed |
| fusū-負数 | een negatief getal; een getal kleiner dan nul |
| futaba-二葉 | eerste begin; vroeg stadium |
| futeiki-不定期 | onregelmatigheid |
| futobashi-太箸 | dikke, ronde eetstokjes gebruikt bij feestelijke gelegenheden |
| futōitsu-不統一 | disharmonie; wanorde; ongeregeldheid; verdeeldheid |
| futsūyokin-普通預金 | een gewone [algemene] storting; reguliere spaarrekening |
| futtobu-吹っ飛ぶ | weggeblazen worden |
| futtosaru-フットサル | een soort zaalvoetbal (5 tegen 5 spelers) |
| fūu-風雨 | wind en regen |
| fūu-風雨 | een hevige regenbui met veel wind; regenstorm |
| fuun-不運 | tegenslag; pech; tegenspoed; ongeluk |
| fuyajō-不夜城 | de naam van een stad in (wat nu nu de provincie Shandong is) in China (tijdens de Han dynastie, waarvan werd gezegd dat de zon ook 's nachts scheen) |
| fuyasu-増やす | vermeerderen; toevoegen; laten toenemen |
| fuyudori-冬鳥 | wintervogel; trekvogel, die in de herfst en winter verschijnt en in de lente wegtrekt naar noordelijke streken |
| fuzei-風情 | elegantie; (verfijnde) smaak |
| fuzoku-付属 | toevoeging; aansluiting (bij) |
| fuzoroi-不揃い | onregelmatigheid; ongelijkheid; oneffenheid |
| fuzu-付図 | bijgevoegde plattegrond [schets; ontwerp] |
| fu'itchi-不一致 | onenigheid; verschil; inconsistentie; tegenstrijdigheid |
| fyūjon-フュージョン | samenvoeging; samensmelting, |
| ga-我 | ego; het zelf; het eigen wezen |
| ga-雅 | elegantie; goede smaak; verfijndheid |
| gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
| gaburi-がぶり | (onomatopee) met grote happen eten; met grote slokken drinken; alles tegelijk doorslikken [naar binnen werken] |
| gachi-雅致 | kunstvaardigheid; goede smaak; elegantie; verfijning |
| gādorēru-ガードレール | vangrail (op autowegen) |
| gādorēru-ガードレール | contrarail (spoorwegen) |
| gagen-雅言 | verfijnd [elegant] en correct taalgebruik |
| gago-雅語 | elegante [poëtische] woorden |
| gai-涯 | (in kanji combinaties) waterkant; oever; rand; grens; begrenzing |
| gaidansu-ガイダンス | begeleiding |
| gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
| gaiden-外電 | een telegram [bericht] uit het buitenland |
| gaihanboshi-外反母趾 | hallux valgus (een grote teen die scheefgegroeid is) |
| gaijinbutai-外人部隊 | het vreemdelingenlegioen |
| gaimu-外務 | overleg met externe afdelingen |
| gainen-概念 | concept; begrip; idee |
| gairoju-街路樹 | straatboom; bomen langs de kant van de weg [straat] |
| gaishutsu-外出 | het uitgaan; het naar buiten gaan; weggaan; afwezig zijn (van kantoor, e.d.) |
| gakki-学期 | (school; universiteit) lesblok; collegeperiode; semester |
| gakkō-学校 | school; college |
| gakkyū-学級 | (privaatonderwijs) studiegroep; leergroep |
| gakuchi-学知 | iets door bestudering begrijpen |
| gakugyō-学業 | studie; lessen; colleges |
| gakumenware-額面割れ | een lager geworden marktwaarde van obligaties en aandelen (t.o.v. de uitgegeven prijs) |
| gakumu-学務 | school [onderwijs] zaken [aangelegenheden] |
| gakurekihenchō-学歴偏重 | overdreven nadruk leggen op [belang hechten aan] (academische) kwalificaties |
| gakuseiundō-学生運動 | studentenbeweging; studenten activisme |
| gakuseki-学籍 | schoolregister; lijst van ingeschreven leerlingen |
| ganchū-眼中 | overweging; interesse; aandacht |
| ganjigarame-雁字搦め | ingeperkt (door restricties, regels of verboden) |
| ganpeki-岸壁 | kade; wal; pier; aanlegplaats |
| ganrai-元来 | in de eerste plaats; om te beginnen |
| gansekiku-岩石区 | petrografische regio |
| ganshū-含羞 | verlegenheid; schroom |
| gansō-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| ganteikensa-眼底検査 | (oog) fundusonderzoek; oftalmoscopie; oogspiegelen |
| gappei-合併 | combinatie; samenvoeging; samensmelting; fusie |
| gappuri-がっぷり | stevig (vastgegrepen); vastgeklemd |
| gara-柄 | karakter; aard; aanleg |
| garaaki-がら空き | vrijwel [bijna] leeg zijn |
| garandō-がらんどう | leegte |
| garasuki-がら空き | bijna [zo goed als] leeg zijn |
| garigarimōja-我利我利亡者 | een zeer egoïstische [hebzuchtige] persoon. |
| garyōtensei-画竜点睛 | de laatste hand leggen aan iets; laatste afwerking; finishing touch |
| garyūtensei-画竜点睛 | de laatste hand leggen aan iets; laatste afwerking; finishing touch |
| gasshō-合従 | alliantie; alliantievorming (hist. in China van 6 koninkrijken, tegen de Qing dynastie) |
| gasshō-合掌 | (in gebed) de handen samenvoegen [vouwen] |
| gasshōrenkō-合従連衡 | alliantie; alliantievorming; het bundelen van krachten (hist. alliantie in China van 6 koninkrijken tegen, en met de Qing dynastie) |
| gassuru-合する | samenvoegen; samenkomen; samenbrengen; verenigen; combineren; het eens zijn met |
| gasuketsu-ガス欠 | een (bijna) lege (benzine)tank |
| gaten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
| gatten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
| gayoku-我欲 | egoïsme; zelfzucht |
| gedokuyaku-解毒薬 | tegengif |
| gedokuzai-解毒剤 | tegengif |
| geigekiki-迎撃機 | jachtvliegtuig (dat vijandelijke projectielen moet onderscheppen) |
| geihin-迎賓 | een eregast verwelkomen |
| geijutsukahada-芸術家肌 | een artistieke aard [aanleg] hebben; er schuilt een kunstenaar in (hem; haar) |
| geisha-迎車 | taxi die bezet [niet vrij] is (want op weg is naar een klant) |
| gei・pawā-ゲイ・パワー | homobeweging; homorechtenbeweging |
| gekkei-月桂 | in een Chinese legende, een laurierboom op de maan |
| gekkō-激昂 | opvliegendheid; razernij; grote opwinding |
| gekkōsuru-激昂する | opvliegend [heetgebakerd] zijn; een kort lontje hebben; snel aangebrand zijn |
| gekō-下向 | het van de hoofdstad naar het platteland gaan; van een hooggelegen plaats naar een lagere plaats gaan |
| gen-厳 | het wordt als beleefde toevoeging gebruikt voor de vader van iemand anders |
| gen-言 | (on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
| genban-原板 | een negatief (fotografie) |
| genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
| gendo-限度 | limiet; grens; begrenzing; (fig.) plafond |
| gendōki-原動機 | motor [machine] (voor het aandrijven en opwekken van bewegingsenergie) |
| gengō-元号 | (keizerlijke) regeringsperiode [tijdperk] |
| genjibotaru-源氏蛍 | Japans vuurvliegje [glimworm] (Luciola cruciata) |
| genkaku-幻覚 | hallucinatie; zinsbegoocheling |
| genkan-玄関 | entree; toegang; ingang |
| genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
| genkanguchi-玄関口 | toegangspoort tot een land (b.v. een zeehaven, vliegveld, e.d.) |
| genkō-言行 | woorden en daden; hetgeen gezegd en gedaan wordt |
| genkouicchi-言行一致 | consistentie tussen woorden en daden; de daad bij het woord voegen |
| genpū-厳封 | het verzegelen; afsluiten |
| genpūsuru-厳封する | verzegelen; (compleet; stevig) afsluiten |
| genri-原理 | principe; grondbeginsel |
| genshi-元始 | oorsprong; begin; bron |
| gensoku-原則 | beginsel; principe; regel |
| gentai-原隊 | (oorspronkelijke) legereenheid; legeronderdeel waartoe men eerder behoorde |
| gentei-舷梯 | tijdelijke trap of plank (voor het in- en uitstappen van vliegtuigen en schepen); vliegtuigtrap; loopplank, valreep |
| genteisuru-限定する | beperken; begrenzen; definiëren |
| genten-原点 | referentiepunt; beginpunt; uitgangspunt; vertrekpunt |
| genzai-現在 | thans; tegenwoordig; nu; vanaf vandaag |
| genzaikei-現在形 | de tegenwoordige tijd (van een werkwoord) |
| geomanshī-ゲオマンシー | geomantiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
| geseru-解せる | (goed) begrijpen; bevatten |
| gesewa-下世話 | algemeen gezegde; algemene uitdrukking |
| geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
| gettsū-ゲッツー | (honkbal) dubbelspel (twee honklopers tegelijk uitgeschakeld) |
| gi-議 | discussie; mening; opinie; raadpleging |
| gibo-義母 | pleegmoeder; stiefmoeder; adoptiemoeder |
| gichōshokken-議長職権 | bevoegdheden [gezag] van de voorzitter (van het Parlement, ed.) |
| gigoku-疑獄 | (politiek) schandaal vanwege smeergeld [omkoping] |
| gigun-義軍 | (leger voor) een goede, rechtvaardige strijd [oorlog] |
| gikaiseiji-議会政治 | parlementarisme; regering met een volksvertegenwoordiging |
| gikushaku-ぎくしゃく | schokkerig [stug; stram] zijn [bewegen] |
| gimi-気味 | (achtervoegsel) een beetje; neigend naar; lijkend op; -achrig |
| ginga-銀河 | de Melkweg |
| gingakei-銀河系 | de Melkweg; het Melkwegstelsel |
| ginkōken-銀行券 | bankbiljet (papiergeld door een centrale bank als betaalmiddel uitgegeven) |
| gin'yoku-銀翼 | zilveren vleugels [vliegtuig] |
| giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
| giyaman-ギヤマン | vroegere naam voor geslepen glas (dat met een diamant werd bewerkt) |
| gō-号 | (als achtervoegsel) naam (voor voertuigen, schepen, vliegtuigen, dieren, etc.) |
| go-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
| goaku-五悪 | de vijf hoofdzonden van het boeddhisme (doodslag, diefstal, overspel, liegen, teveel drinken) |
| gobun-誤聞 | misverstand, verkeerd horen [begrijpen]; verkeerde informatie |
| gobutsu-御物 | (thee ceremonie) theegerei dat de Tokugawa familie in bezit heeft |
| godai-五大 | de vijf elementen in de Japanse filosofie (aarde, water, vuur, wind en leegte) |
| godan-五段 | godan, werkwoordvervoeging |
| godankatsuyō-五段活用 | (Japanse) godan-werkwoordvervoeging |
| godatsu-誤脱 | fouten of weglatingen (in een tekst) |
| goeikan-護衛艦 | korvet; escorteschip (licht oorlogsschip ter begeleiding van konvooien) |
| gogataki-碁敵 | tegenspeler (in het go-spel); iemand die regelmatig go speelt |
| gogatsuningyō-五月人形 | een (samoerai) pop die wordt uitgestald in mei ter gelegenheid van het kinderfestival van jongens |
| gogon-五言 | Chinees gedicht met vijf karakters per regel |
| gohasan-御破算 | het helemaal opnieuw beginnen; beginnen met een schone lei; teruggaan naar af |
| gōhō-合法 | wettigheid; legitimiteit; rechtmatigheid; conform de wet |
| gokai-五戒 | de vijf geboden van het Boeddhisme (gij zult niet: doden, stelen, overspel plegen, liegen, of teveel drinken) |
| gokai-誤解 | misverstand; onbegrip; misvatting |
| gokaisuru-誤解する | verkeerd begrijpen; misverstaan |
| gokigenyō-御機嫌よう | (begroeting bij een ontmoeting of afscheid) hallo; hoe gaat het?; tot ziens; tot kijk; groetjes; succes! |
| gōkin-合金 | (metaal) legering |
| gōkinkō-合金鋼 | gelegeerd staal |
| gōkintetsu-合金鉄 | ijzerlegering |
| gokko-ごっこ | (achtervoegsel) spel van doen alsof; spel van nabootsing |
| gokudō-極道 | slechtheid; verdorvenheid; zondigheid; kwade levensweg; het slechte pad |
| gokusoku-獄則 | gevangenis regels [voorschriften] |
| gomakasu-ごまかす | bedriegen; vervalsen; misleiden; oplichten |
| gomatsu-語末 | woordeinde; woorduitgang; (woord)vervoeging |
| gomenkudasai-御免下さい | (begroeting bij het binnenkomen van iemand's huis) Hallo, is daar iemand?; Mag ik binnenkomen? |
| gomotsu-御物 | (thee ceremonie) theegerei dat de Tokugawa familie in bezit heeft |
| gon-言 | (de on-lezing in kanji combinaties) woord; zeggen; praten |
| gonen-御念 | zorg; aandacht; oplettendheid; overweging |
| goō-五黄 | het vijfde van de negen tekens van de Chinese dierenriem |
| goriyaku-御利益 | zegening; godsgave; antwoord op je gebeden |
| gōryū-合流 | samenvoeging (van autowegen, of rijstroken) |
| gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
| gosekke-五摂家 | de vijf regentenhuizen (voornaamste families van de Fujiwara-clan, vanaf het midden van de Kamakura-periode) |
| goshaku-語釈 | uitleg [verklaring; interpretatie] van een woord [term] |
| goshuin-御朱印 | brief met het (scharlaken)rode zegel van de shogun |
| goshuinsen-御朱印船 | (Edo-periode) een door de shogun (met een rode zegelbrief) geautoriseerd (buitenlands) handelsschip |
| gosō-護送 | escorte (gewapende begeleiding) |
| gote-後手 | (bij bordspellen, zoals go en shōgi) degene die de tweede zet doet |
| gōu-豪雨 | slagregen; wolkbreuk; zware [hevige] regen |
| gu-具 | middel; methode; maatregel |
| gu-具 | echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler |
| guchi-愚痴 | (ongegronde) klacht; gezeur; gemopper; gemor |
| gun-軍 | leger; krijgsmacht; strijdmacht; troepen |
| gunba-軍馬 | legerpaard; strijdros; oorlogspaard |
| gunbō-軍帽 | militaire pet; legerpet |
| gunbu-郡部 | plattelandsdistrict; provinciegebieden |
| gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| gunjikichi-軍事基地 | legerbasis; militaire basis |
| gunju-軍需 | behoeften van het leger; materiaal of diensten die het leger nodig heeft; leger goederen [bevoorrading; munitie; proviand] |
| gunkoku-軍国 | leger en staat; strijdkrachten en landsbestuur |
| gunkoku-軍国 | militaristisch land; land waar het leger veel invloed heeft |
| gunpuku-軍服 | militair uniform; legeruniform |
| gunpyō-軍票 | oorlogsgeld; militaire valuta (uitgegeven door het leger) |
| gunryo-軍旅 | leger; strijdkrachten |
| guntai-軍隊 | strijdkracht; leger; troepen |
| gunte-軍手 | witte, katoenen werkhandschoen (oorspronkelijk gebruikt in het leger) |
| gun'yōki-軍用機 | gevechtsvliegtuig; militair vliegtuig |
| guraidā-グライダー | zweefvliegtuig |
| guramā・sutokku-グラマー・ストック | glamour stock, een aandeel dat in de belangstelling staat van beleggers, media en analisten |
| guratan-グラタン | gratin; gegratineerd gerecht |
| gurauto-グラウト | pleisterkalk; voegspecie; mortel |
| guregorioreki-グレゴリオ暦 | Gregoriaanse kalender |
| gutaisaku-具体策 | concrete maatregelen |
| gūwa-寓話 | fabel; legende |
| guyū-具有 | voorzien van; voorbereid op; met aanleg voor |
| guzuguzu-ぐずぐず | aarzelend; dralend; treuzelend; tegensputterend |
| gyabajin-ギャバジン | (waterdichte) gabardine, keperstof (m.n. gebruikt voor regenjassen |
| gyakkōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
| gyaku-逆 | het omgekeerde; tegengestelde; tegendeel |
| gyakuen-逆縁 | een oudere die begrafenisdienst voor een jong familielid leidt |
| gyakufū-逆風 | tegenwind (ook fig.); ongunstige wind |
| gyakugire-逆切れ | tegenaanval; tegenstoot; terugslaan (ook fig.) |
| gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
| gyakukōka-逆効果 | tegengesteld effect [resultaat]; averechts effect |
| gyakurō-逆浪 | ruwe zee [golfslag]; kopzee; tegengolf |
| gyakusenden-逆宣伝 | antipropaganda; negatieve propaganda |
| gyakusetsu-逆説 | paradox; schijnbare tegenstelling |
| gyakushū-逆襲 | tegenaanval |
| gyakusō-逆走 | het spookrijden; in tegengestelde richting gaan [rennen; rijden] |
| gyakusō-逆走 | het tegen de wind ingaan; (fig.) tegen de trend [verwachting] ingaan |
| gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
| gyakuten-逆転 | omkering (in bewegingsrichting, situatie, e.d.) |
| gyō-業 | studieveld; studiegebied |
| gyō-行 | regel (tekst) |
| gyodō-魚道 | (aangelegde) vispassage (bij een dam b.v.); vistrap |
| gyōgi-凝議 | overleg; beraadslaging; raadpleging; consultatie |
| gyōja-行者 | (afk. voor) En no Gyōja, de grondlegger van het Shugendo |
| gyōkan-行間 | regelafstand; (wit)ruimte tussen tekstregels |
| gyokuan-玉案 | prachtig bureau; bureau [werktafel] belegd met edelstenen |
| gyōretsu-行列 | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| gyōseishidō-行政指導 | bestuurlijke begeleiding |
| gyōseishobun-行政処分 | bestuurlijke [administratieve] regelgeving [maatregelen] |
| gyōshuku-凝縮 | bundeling; samenvoeging |
| gyōshukusuru-凝縮する | samenvoegen; bundelen |
| gyoyu-魚油 | visolie (verkregen van sardine, haring, e.d.) |
| gyōzen-凝然 | onbeweeglijkheid |
| haaku-把握 | grip; begrip; bevatting |
| haari-羽蟻 | vliegende [gevleugelde] mier(en) |
| haba-幅 | bewegingsvrijheid; bereik |
| habikoru-蔓延る | overwoekerd [begroeid] raken |
| habukūkō-ハブ空港 | hub luchthaven (centraal vliegveld waar men overstapt op andere vluchten) |
| hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
| hadan-破談 | intrekking; annulering; afzegging; opzegging |
| hadō-波動 | golfbeweging; fluctuatie |
| hadō-覇道 | (in confucianisme) besturing van een natie via militaire macht en bedrog; regering met een alleenheerser aan het hoofd |
| hae-蠅 | vlieg |
| hāfu・mirā-ハーフ・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
| hagasu-剥がす | weghalen; wegvijlen; verwijderen; (af)pellen |
| hagi-萩 | Hagi, een stad gelegen aan de Japanse Zee, in het Noorden van de prefectuur Yamaguchi |
| hai-はい | ja; jazeker; ja, hoor (wordt gezegd aan het einde van een zin als extra bevestiging) |
| hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
| haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
| haigō-配合 | combinatie; vermenging; samenvoeging |
| haigun-敗軍 | verslagen leger(macht) [generaal] |
| haihan-背反 | tegenstrijdigheid |
| haiiromuzai-灰色無罪 | (lett. grijze onschuld) onschuldig ondanks verdenking (vanwege onvoldoende bewijs) |
| haijakku-ハイジャック | (vliegtuig) kaping |
| haikara-ハイカラ | modieus; stijlvol; elegant |
| haiken-佩剣 | omgegord [aangegord] zwaard; het dragen van een zwaard |
| haiki-廃棄 | het (iets) wegdoen [verwijderen; weggooien; afdanken] |
| haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
| hainoboru-這い登る | (op)klimmen tegen; omhoog klauteren [kruipen] |
| hairu-ハイル | geluk; voorspoed; zegen |
| hairu-入る | lid worden (van); zich aansluiten bij; zich in een bepaalde wereld [kring] begeven |
| hairu-入る | (aan iets) beginnen; overgaan tot; een bepaalde tijd [situatie] (beginnen te) worden |
| hairu-入る | (beginnen te) scheuren; barsten |
| hairu-入る | (in combinatie met ogen, oren, hoofd, etc.) zien; horen; vernemen; begrijpen; zich concentreren |
| hairyo-配慮 | overweging; zorg; aandacht; bezorgdheid; toewijding |
| haisen-廃線 | afschaffing van een communicatiemiddel (b.v. telegrafie) |
| haishakukin-拝借金 | de geldlening in de Edo periode van de bakufu regering aan daimyo, leenheren, tempels, e.d. |
| haishutsuryō-排出量 | hoeveelheid uitstoot; emissiegehalte |
| haiuē-ハイウェー | snelweg; autoweg; autosnelweg |
| hajikidasu-弾き出す | (iem.) verdrijven; wegjagen; eruit zetten |
| hajikidasu-弾き出す | afstoten; uitstoten; leegstromen |
| hajimaru-始まる | beginnen; starten |
| hajimaru-始まる | (steeds weer) opnieuw beginnen; van voren af aan beginnen |
| hajime-初め | het begin; de oorsprong; het ontstaan |
| hajimeni-初めに | (aller)eerst; in eerste instantie; om te beginnen |
| hajimeru-始める | beginnen (met); starten; openen (een winkel, e.d.) |
| hajimeru-始める | weer [opnieuw] beginnen (met); herstarten |
| hajimeru-始める | (gevoegd achter de renyōkei van een ander ww.) beginnen te...; gaan... |
| hajirau-恥じらう | verlegen [timide] zijn; blozen |
| hakaba-墓場 | begraafplaats; kerkhof |
| hakari-秤 | weegschaal |
| hakari-計り | meting; weging |
| hakarigoto-謀 | plan; strategie; list |
| hakaru-計る | meten; wegen; peilen |
| haken-覇権 | hegemonie; suprematie |
| hakidasu-吐き出す | uitblazen; wegblazen; uitstoten (rook, e.d.) |
| hakisōji-掃き掃除 | vegen; vegen en schoonmaken |
| hakitate-掃きたて | net geveegd [schoongemaakt] |
| hakkutsu-発掘 | (fig.) blootlegging; vondst; ontdekking |
| hakō-跛行 | (fig.) iets dat uit balans is [niet soepel gaat]; onregelmatig verloop; onstabiele voortgang |
| hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
| hakudō-白銅 | kopernikkel; koper-nikkel legering |
| hakuheisen-白兵戦 | gevecht op korte afstand van elkaar; man tegen man gevecht; lijf om lijf gevecht |
| hakujin-白人 | beginneling; amateur |
| hakujōsuru-白状する | bekennen; (op)biechten; toegeven |
| hakumei-薄命 | tegenslag; tegenspoed; ongeluk; droevig lot |
| hakuraku-剥落 | loslating (van tegels, dakpannen, e.d.) |
| hakuran-博覧 | iets verspreiden [toegankelijk maken voor een groter publiek] |
| hakusen-白線 | (wegmarkering) witte lijn [streep] |
| hakushi-白紙 | wit [blanco; leeg; onbeschreven] papier |
| hakusho-白書 | een witboek (door een regering uitgegeven verklaringen) |
| hama-浜 | (in bordspel go) een geslagen [genomen] steen van de tegenspeler |
| hamaji-浜路 | strandweg; weg [pad] langs het strand |
| han-判 | zegel; stempel |
| hanahazukashii-花恥ずかしい | uitzonderlijk mooi (lett. zo mooi dat bloemen erdoor in verlegenheid gebracht worden) |
| hanamuko-花婿 | bruidegom |
| hanarejima-離れ島 | een afgelegen eiland |
| hanareru-離れる | (ver) weg [verwijderd] zijn van |
| hanareru-離れる | wegvallen; verdwijnen |
| hanareru-離れる | gescheiden worden [weg zijn] (van) |
| hanashi-話 | het praten [zeggen; spreken]; gepraat; conversatie; gesprek |
| hanashi-話 | reden(en); feit(en); begrip |
| hanashiai-話し合い | overleg; discussie; consultatie; onderhandelingen; overeenkomst [akkoord] |
| hanashiau-話し合う | overleggen; discussiëren |
| hanashiau-話し合う | (nadat iedereen zijn mening heeft gegeven) tot een conclusie komen |
| hanasu-放す | (bij het koken) stukjes [plakjes] (groente, aardappel, etc.) toevoegen aan water of bouillon |
| hanasu-話す | spreken; praten; zeggen; (in een bepaalde taal) spreken |
| hanasu-話す | (iem. overreden door) het uitleggen |
| hanbaisenryaku-販売戦略 | verkoopsstrategie |
| hanbunjokurei-繁文縟礼 | bureaucratische formaliteiten [regels]; administratieve rompslomp |
| hanchū-範疇 | categorie; onderdeel van een classificatie |
| haneari-羽蟻 | vliegende mier |
| hanekaeri-跳ね返り | terugslag; tegenreactie; terugkaatsing; terugvering; repercussie |
| hanekaesu-跳ね返す | terugslaan; terugduwen; zich verzetten (tegen) |
| haneru-撥ねる | opvegen; wegvegen |
| hanetobasu-撥ね飛ばす | wegdrijven; wegvegen; omvergooien; omknikkeren; tegen de grond kwakken |
| hangā-ハンガー | hangaar; vliegtuigloods |
| hangeki-反撃 | tegenaanval |
| hangonkō-反魂香 | een legendarische wierook, waarmee bij het branden het beeld van een dode in de rook verschijnt |
| hangu・guraidā-ハング・グライダー | deltavlieger |
| hanikami-はにかみ | verlegenheid |
| hanikamu-はにかむ | verlegen [schuchter] zijn; er verlegen uitzien; zich schamen |
| hanji-判事 | rechtelijk college |
| hankai-半解 | slechts half [gedeeltelijk] begrepen |
| hanko-判子 | zegel; naamstempel |
| hankō-反攻 | tegenaanval |
| hankō-版行 | zegel; naamstempel |
| hanmi-半身 | (bij vechtsporten) de starthouding (diagonaal) tegenover de tegenstander |
| hannichi-反日 | antipathie tegen Japan [Japanners] |
| hanpatsu-反発 | terugslag; tegenreactie |
| hanron-反論 | tegenargument; weerlegging; repliek |
| hansamu-ハンサム | knap; elegant; aantrekkelijk |
| hansayō-反作用 | (mechanica) reactie; tegenbeweging |
| hansei-反省 | zelfonderzoek; zelfbeschouwing; bespiegeling; (her)overweging |
| hanseisuru-反省する | heroverwegen; zelfonderzoek [gewetensonderzoek] doen |
| hanseki-版籍 | (Edo periode) register van een grondgebied en de bewoners |
| hansen-反戦 | verzet tegen de oorlog |
| hanshakyō-反射鏡 | reflector; reflectie scherm [spiegel] |
| hanshō-反照 | reflectie; weerspiegeling |
| hanshō-反証 | weerlegging; tegenbewijs |
| hansō-帆走 | het vliegen (via de luchtstroom) |
| hansoku-反則 | overtreding van de regels; vals spel |
| hansokugachi-反則勝ち | overwinning door een overtreding van de tegenstander |
| hansokumake-反則負け | verliezen vanwege een overtreding van de regels (diskwalificatie) |
| hantai-反対 | het tegenovergestelde; het tegendeel; andersom |
| hantai-反対 | oppositie; verzet; tegenstand |
| hantaijinmon-反対尋問 | kruisverhoor; wederverhoor; ondervraging door tegenpartij |
| hantaisuru-反対する | (er) tegen zijn; zich verzetten (tegen); weerstand bieden (aan) |
| hanten-反転 | (in) tegenstellende richting (gaan) |
| hanten-反転 | (fotografie) omzetting van een negatief beeld in een positief beeld (of vice versa) |
| hantokeimawari-反時計回り | draaien tegen (de wijzers van) de klok in (linksom) |
| hantoki-半時 | (vroeger, in oude eenheid van tijd, een half uur) nu ca. een uur |
| hanzaireki-犯罪歴 | strafblad; strafregister |
| hanzaisha-犯罪者 | dader; misdadiger; pleger van een misdaad; crimineel |
| hanzaiteguchi-犯罪手口 | modus operandi; de wijze waarop een misdrijf wordt begaan |
| hanzei-反噬 | het zich tegen de meester [weldoener] keren; een hond die zijn baasje bijt |
| han'ei-反映 | reflectie; weerspiegeling |
| han'eisuru-反映する | reflecteren; weerspiegelen |
| han'i-範囲 | gebied; domein; begrenzing; bereik; invloedssfeer |
| happyōkai-発表会 | een school concert [recital]; een gelegenheid waarbij een reeks uitvoeringen of bevindingen openbaar wordt gemaakt |
| haragonashi-腹熟し | beweging [oefeningen] na het eten ter verbetering van de spijsvertering |
| harai-払い | veeg; vegende beweging; wegvegen |
| harau-払う | verwijderen; wegvegen; schoonvegen; wegknippen |
| harau-払う | wegsturen; wegjagen; verjagen; opjagen; verbannen |
| harau-払う | overweldigen; wegvagen; iem. helemaal van zijn stuk brengen |
| harau-払う | (een plek, gebouw e.d.) verlaten; vertrekken [wegtrekken] (uit) |
| hare-晴れ | gala (kostuum); een prachtig uitziende verschijning (bij een formele gelegenheid) |
| haresugata-晴れ姿 | het verschijnen tijdens een bijzondere [formele] gelegenheid |
| hariā-ハリアー | Harrier gevechtsvliegtuig (dat zowel horizontaal als verticaal kan opstijgen) |
| harinezumi-針鼠 | egel |
| haro-ハロ | eg (landbouwwerktuig) |
| haro-ハロ | hallo (begroeting) |
| harō-ハロー | eg (landbouwwerktuig) |
| harō-ハロー | hallo (begroeting) |
| haru-張る | (tegels, pleister, lak, etc.) aanbrengen |
| haruasashi-春浅し | het allereerste [nog nauwelijks waarneembare] begin van de lente; de eerste vage tekenen van de lente |
| harubaru-遥遥 | ver weg zijn |
| haruichiban-春一番 | de eerste lentestorm; krachtige zuidenwind in het begin van de lente |
| harukana-遥かな | ver; veraf; ver weg; verreweg |
| harusaki-春先 | het begin van de lente; het vroege voorjaar |
| harusame-春雨 | zachte [milde] lenteregen |
| hasamiuchi-挟み撃ち | een aanval van twee kanten [op twee flanken]; tangbeweging |
| hasamu-挟む | invoegen; sandwichen; (iets) ergens tussen plaatsen |
| hasamu-挟む | tegen over elkaar zijn; aan weerszijden zijn (van) |
| hashigo-梯子 | (afk. voor) kroegentocht |
| hashigozake-梯子酒 | kroegentocht |
| hashioki-箸置き | eetstokjeslegger; eetstokjes houder |
| hashiru-走る | (samen) ervandoor gaan; wegvluchten; de benen nemen; van huis weglopen |
| hashiru-走る | snel bewegen; flitsen |
| hashiru-走る | soepel [vrijelijk] bewegen; glijden |
| hashiru-走る | (van een weg, e.d.) lopen (door) |
| hashitanai-はしたない | onbeleefd; onbescheiden; ongepast; schaamteloos; lomp; onelegant; vulgair |
| hassei-発声 | uiting; vocalisatie; hardop zeggen |
| hasshin-発信 | het versturen van berichten (via post, telegram, e-mail, radio, etc.) |
| hasshō-発症 | de aanvang [het begin; de eerste symptomen] van een ziekte |
| hassō-発想 | idee; begrip; denkbeeld |
| hassō-発走 | het starten; van start gaan; beginnen |
| hassuru-発する | beginnen; ontstaan |
| hassuru-発する | vertrekken; weggaan |
| hasumukai-斜向かい | schuin tegenover |
| hataage-旗揚げ | een leger op de been brengen; troepen te verzamelen |
| hataki-叩き | (als achtervoegsel) het fel bekritiseren; afkraken |
| hatakikomi-叩き込み | sumo techniek (de tegenstander vellen met meerdere snelle slagen) |
| hataku-叩く | opmaken (geld); leegmaken (portemonnee) |
| hatarakaseru-働かせる | gebruiken; toepassen; in beweging zetten |
| hataraku-働く | werken; een baan hebben; zwoegen; ploeteren |
| hataraku-働く | vervoegen (van woorden) |
| hataraku-働く | plegen; begaan; (iets slechts) doen |
| hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
| hatauchi-畑打ち | het (om)ploegen van grond |
| hatchakukan-発着艦 | arriverende en vertrekkende marineschepen (in een zeegebied) |
| hatchi-ハッチ | vliegtuigdeur |
| hatsu-初 | de eerste; het begin |
| hatsuaki-初秋 | vroege herfst; het begin van de herfst |
| hatsuarashi-初嵐 | eerste storm (in de vroege herfst) |
| hatsudō-発動 | beweging; tenuitvoeringbrenging; uitoefening; activiteit |
| hatsufuyu-初冬 | de vroege winter; het begin van de winter |
| hatsugen-発言 | spreken, zeggen; zich uiten |
| hatsugo-発語 | (een woord dat gebruikt wordt om een gesprek of een tekst te beginnen, zoals さて) nou; welnu |
| hatsugo-発語 | als voorvoegsel geeft versterking van wat volgt |
| hatsuharu-初春 | de vroege lente; het begin van de lente |
| hatsuharu-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
| hatsuhikō-初飛行 | de eerste vlucht (van een bepaald vliegtuig); luchtdoop |
| hatsukadango-二十日団子 | Hatsuka Dango, zoete bolletjes kleefrijst, die op 20 januari gegeten worden |
| hatsunatsu-初夏 | vroege zomer; vroeg in de zomer; in het begin van de zomer |
| hatsushigure-初時雨 | de eerste regen na de overgang van herfst naar winter |
| haya-早 | vroeg; al; reeds; snel |
| hayabamai-早場米 | vroege rijst(oogst) |
| hayaban-早番 | vroege werktijd; vroege (ploegen)dienst; ochtenddienst |
| hayabaya-早早 | vroeg; eerder; snel; spoedig |
| hayadachi-早立ち | vroeg vertrek; vroege start; vertrek 's morgens vroeg |
| hayade-早出 | vroeger (dan normaal) gaan werken [op kantoor komen] |
| hayahiru-早昼 | een vroege lunch |
| hayai-早い | vroeg |
| hayajimai-早仕舞い | vroege (winkel)sluiting; vroeg stoppen met werken |
| hayajimo-早霜 | vroege vorst; vorst vroeg in de herfst |
| hayajini-早死に | vroegtijdige dood; te vroege dood |
| hayajinisuru-早死にする | vroegtijdig [te vroeg] sterven |
| hayaku-早く | vroeg; bijtijds |
| hayamaki-早蒔き | vroeg (in het seizoen) zaaien |
| hayamaru-早まる | vervroegd [versneld] worden |
| hayame-早め | het vroeger [eerder] zijn (dan de vastgestelde of gebruikelijke tijd) |
| hayameru-早める | vervroegen; versnellen |
| hayamichi-早道 | korter(e) weg [route] |
| hayane-早寝 | het vroeg naar bed gaan |
| hayanesuru-早寝する | vroeg naar bed gaan |
| hayaoki-早起き | het vroeg opstaan |
| hayaokisuru-早起きする | vroeg opstaan |
| hayashi-囃子 | muzikale begeleiding bij een toneelstuk (zoals Nō en Kabuki) |
| hayatemawashi-早手回し | vroege voorbereiding(en) |
| hayato-隼人 | (hist.) volkstam in Zuid Kyushu (die verzet pleegde tegen de Yamato regering van de keizer) |
| hayaumare-早生まれ | geboren tussen 1 januari en 1 april ( de datum van schoolbegin); vroege leerling |
| hayazaki-早咲き | vroege bloei |
| hayazaki-早咲き | vroegbloeier |
| hazukashigari-恥ずかしがり | een verlegen persoon |
| hazukashigariya-恥ずかしがり屋 | een verlegen persoon |
| hazukashigaru-恥ずかしがる | verlegen zijn |
| hazukashii-恥ずかしい | verlegen; beschaamd; vernederd |
| hazumiguruma-弾み車 | vliegwiel |
| hazureru-外れる | (gericht) zijn tegen |
| hazureru-外れる | weggelaten [verwijderd] worden (uit) |
| hazusu-外す | verlaten; weggaan; zich verwijderen |
| hazusu-外す | weghalen; verwijderen; passeren; wegsturen |
| hegemonī-ヘゲモニー | hegemonie |
| heichi-併置 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
| heichō-兵長 | voormalige rang in het Japanse leger en de marine (de hoogste rang van soldaten) |
| heidan-兵団 | legerkorps |
| heidoku-併読 | het twee (of meer) boeken, kranten, of tijdschriften tegelijk lezen |
| heiga-平臥 | het ziek zijn; bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| heihō-兵法 | tactiek; strategie |
| heihōka-兵法家 | (militair) strateeg |
| heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
| heika-兵家 | (militair) strateeg |
| heika-兵科 | onderdeel [dienstvak] van het leger |
| heikōbō-平行棒 | (bij turnen) brug met gelijke leggers |
| heimenzu-平面図 | plattegrond |
| heisagatatōshishintaku-閉鎖型投資信託 | beleggingsfonds dat een vast aantal aandelen uitgeeft via een enkele openbare aanbieding (om kapitaal te verzamelen voor de eerste investeringen) |
| heisei-平成 | Heisei, naam van de regeringsperiode (1989-2019) van keizer Akihito (1933-) |
| heisetsu-併設 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
| heishisuru-斃死する | sterven; overlijden; doodgaan; doodvallen; het loodje leggen |
| heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
| heiwaundō-平和運動 | vredesbeweging |
| hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
| heki-僻 | afgelegen; afgezonderd |
| hekichi-僻地 | een afgelegen plek [plaats; gebied] |
| hekien-僻遠 | afgelegen [ver weg; op afstand] zijn |
| hekisū-僻陬 | een afgelegen plek [plaats; gebied] |
| hekomu-凹む | bezwijken; toegeven; de moed verliezen; gedeprimeerd worden |
| henchō-変調 | afwijking; onregelmatigheid |
| henka-変化 | vervoeging (grammatica) |
| henkakukatsuyō-変格活用 | (taalkunde) onregelmatige vervoeging |
| henkeirōdōjikansei-変形労働時間制 | systeem van variabele [onregelmatige] werktijden |
| henkyō-辺境 | grensgebied; afgelegen streek |
| henmoku-編目 | item vermeld in een opsomming; artikel; clausule; regel; wet |
| hennyū-編入 | toelating; opneming (in een groep, e.d.); inschrijving; integratie |
| henpai-返杯 | het (leeg) teruggeven van een (aangeboden) kopje sake; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpaisuru-返杯する | een (aangeboden) kopje sake (leeg) teruggeven; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpi-辺鄙 | een afgelegen [moeilijk bereikbare] plaats |
| hensei-変性 | degeneratie; denaturatie (biochemie) |
| hensei-編製 | het opstellen [samenstellen] van een familieregister [kiesregister, schoolkinderen register, e.d.] |
| hensoku-変則 | onregelmatigheid; afwijkend [abnormaal; incorrect; onjuist] zijn |
| hentai-編隊 | formatie (van vliegtuigen, e.d.) |
| hentaihikō-編隊飛行 | het in formatie vliegen; formatievlucht |
| hen'ai-偏愛 | partijdigheid; vooringenomenheid; begunstiging |
| heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
| herusu・mētā-ヘルス・メーター | personenweegschaal voor thuisgebruik |
| hesaki-舳先 | (van een schip) boeg ; voorsteven |
| hesomagari-臍曲がり | dwars [tegendraads; moeilijk in de omgang] zijn |
| heto-へと | (geeft de bewegingsrichting aan) naar; in de richting (van) |
| hi-被 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) geeft aan dat iemand (of jezelf) object van een handeling is |
| hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
| hiashi-日脚 | de beweging van de zon (van oost naar west) |
| hibutsu-秘仏 | een verborgen boeddhabeeld; een boeddhabeeld dat slechts bij uitzondering (bijzondere gelegenheden, diensten, e.d.) aan het publiek wordt getoond |
| hichō-飛鳥 | een vliegende vogel; vogel in vlucht |
| hidan-飛弾 | projectiel; rondvliegende kogels |
| hidarimaki-左巻き | linksdraaien (tegen de klok in) |
| hidarimawari-左回り | linksomdraaiend (tegen de wijzers van de klok in) |
| hidariyotsu-左四つ | (van sumoworstelaars) greep met de linkerhand onder de rechterarm van de tegenstander |
| hidarizukai-左使い | (bunraku) de assistent poppenspeler die de linker arm van de pop beweegt |
| hiden-飛電 | spoedtelegram; ijltelegram; dringend telegram |
| hien-飛燕 | een zwaluw tijdens de vlucht; vliegende zwaluw |
| hien-飛燕 | een eenpersoons jachtvliegtuig van het voormalige Japanse leger |
| hieshō-冷え性 | gevoeligheid voor kou; slecht tegen kou kunnen |
| higōhō-非合法 | illegaal [onwettig; onrechtmatig] zijn |
| hih-引っ | (conjunctieve vorm van 引く) wordt gebruikt als voorvoegsel voor werkwoorden, om de betekenis te versterken |
| hiiki-贔屓 | voorkeur; favoriet; lievelingetje; begunstiging |
| hijōjitaiseifu-非常事態政府 | noodregering |
| hika-悲歌 | elegie; treurdicht; klaagzang |
| hikage-日陰 | onbekendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
| hikage-日陰 | onbekendheid; onopvallendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
| hiketsusuru-否決する | afwijzen; verwerpen; wegstemmen |
| hikidoki-引き時 | de (juiste) tijd om op te stappen [om weg te gaan] |
| hikihanasu-引き離す | wegtrekken; uit elkaar halen; scheiden |
| hikin-飛禽 | vliegende vogel; vogel die kan vliegen |
| hikiokosu-引き起こす | veroorzaken; teweegbrengen |
| hikiotoshi-引き落とし | (sumo-techniek) een tegenstander naar beneden trekken |
| hikishimeru-引き締める | strenger [strikter] maken (regels, etc.) |
| hikite-引き手 | leider; leidinggevende; gids; degene die de touwtjes in handen heeft: |
| hikitomeru-引き止める | tegenhouden; ophouden |
| hikizuriorosu-引き摺り下ろす | iemand met een hoge positie afzetten [degraderen] |
| hikkakaru-引っ掛かる | tegengehouden worden; gesnapt worden |
| hikkonuku-引っこ抜く | aantrekken; overhalen; (van de concurrentie) weglokken; wegkopen; afpakken; afsnoepen; wegkapen; headhunten |
| hikōjikan-飛行時間 | vliegtijd; vlieguur |
| hikōjō-飛行場 | vliegveld; luchthaven |
| hikōki-飛行機 | vliegtuig |
| hikōkigumo-飛行機雲 | condensspoor (vliegtuigstrepen) |
| hikōkikyōfushō-飛行機恐怖症 | aviofobie; vliegangst |
| hikōkinshikūiki-飛行禁止空域 | no-fly zone; vliegverbod in bepaald gebied |
| hikōshi-飛行士 | piloot; vlieger; vliegenier |
| hikōtei-飛行艇 | vliegboot; vliegende boot |
| hikyō-悲境 | tegenslag; slechte omstandigheden |
| hikyō-秘境 | onontgonnen [onontwikkeld; onbekend; afgelegen] gebied; buiten de geijkte paden |
| hima-隙 | kans; gelegenheid |
| hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
| hinji-賓辞 | het predicaat; gezegde (grammatica) |
| hinkaku-品格 | waardigheid; goede smaak; elegantie |
| hinkaku-賓客 | eregast; vip |
| hinkonsen-貧困線 | armoedegrens; bestaansminimum |
| hinpan-頻繁 | voortdurend [onophoudelijk; herhaald; regelmatig] zijn |
| hirakinaoru-開き直る | zich afzetten tegen; een verdedigende houding aannemen; uitdagend [opstandig] zijn |
| hiratai-平たい | simpel; eenvoudig; makkelijk (te begrijpen) |
| hireidaihyōsei-比例代表制 | kiesstelsel van proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten (met meerdere zetels) |
| hirezake-鰭酒 | een kop warme sake met gegrilde visvinnen (meestal van fugu) |
| hīringu-ヒーリング | healing (genezing langs paranormale weg of door alternatieve therapieën) |
| hisaku-秘策 | geheim plan; geheime strategie |
| hiseiki-非正規 | (afk. voor) losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hiseikikoyō-非正規雇用 | losse baantjes; tijdelijk [onregelmatig] werk |
| hisenkyoken-被選挙権 | gerechtigdheid om verkozen te worden (als volksvertegenwoordiger); verkiesbaarheid |
| hissageru-引っ提げる | (iets) presenteren; voorleggen; onder de aandacht brengen |
| hitaburu-一向 | vastberaden [doelbewust; standvastig; toegewijd] zijn |
| hitasura-只管 | vastberaden [doelbewust; standvastig; toegewijd] zijn |
| hitei-否定 | ontkenning; tegenspraak |
| hiteisuru-否定する | ontkennen; tegenspreken |
| hiteiteki-否定的 | negativiteit; tegenstrijdigheid |
| hitō-秘湯 | (afgelegen) weinig bekende warme bron |
| hitoame-一雨 | een regenbui |
| hitobarai-人払い | alle mensen wegsturen (uit een kamer, zaal, etc,) |
| hitodama-人魂 | een (kleding)rekwisiet bij Kabuki om de illusie te wekken dat men door de lucht vliegt |
| hitojichi-人質 | gijzelaar; gegijzelde |
| hitokotosuru-一言する | wat [een paar woorden] zeggen; een korte opmerking maken |
| hitokudari-一行 | een zin [regel] |
| hitomishiri-人見知り | verlegenheid; schuw [bang] zijn voor vreemden; eenkennig zijn |
| hitomukashimae-一昔前 | lange tijd geleden; vroeger |
| hitooji-人怖じ | verlegenheid; schichtigheid (bij vreemden) |
| hitoributai-一人舞台 | alleen de leiding [regie] hebben; veruit de beste zijn |
| hitorizumō-一人相撲 | (zinloos) gevecht zonder tegenstander; gevecht tegen windmolens |
| hitorizumō-一人相撲 | alleen bewegingen uitvoeren van een sumoworstelaar (als Shinto ritueel of als straatoptreden) |
| hitosuji-一筋 | geconcentreerd zijn (op); toegewijd zijn; het zich toeleggen [richten] (op) |
| hitozukiai-人付き合い | het sociaal zijn; goed met mensen overweg kunnen |
| hitozute-人伝 | informatie uit de tweede hand; van horen zeggen |
| hitteki-匹敵 | gelijkwaardige tegenstander |
| hittekisuru-匹敵する | gelijkwaardig zijn aan; zich kunnen meten met; niet onderdoen voor; opgewassen zijn tegen |
| hitto-ヒット | (computer) hit (iets vinden dat aan de opgegeven zoekcriteria voldoet; het aantal keren dat een website wordt bezocht) |
| hittō-筆頭 | beginfase van opschrijving |
| hiun-非運 | pech; tegenslag; ongeluk |
| hiyō-飛揚 | het hoog in de lucht (vliegen); vlucht |
| hiyoke-火除け | brandbeveiliging; bescherming tegen brand |
| hizazume-膝詰め | face to face; vis-à-vis; direct [recht] tegenover elkaar; rechtstreeks [persoonlijk] contact |
| hō-方 | manier; soort; categorie; klasse |
| hō-法 | wet; recht; grondbeginsel; principe; (boeddhistische) doctrine; religie; rede; code |
| hoanshobun- 保安処分 | maatregelen om de openbare orde te handhaven |
| hōbai-朋輩 | kameraad; metgezel; collega |
| hodō-補導 | begeleiding; supervisie; raadgeving |
| hodohodo-程程 | gematigd [matig; gemiddeld; precies genoeg] zijn |
| hodōkyō-歩道橋 | hoge loopbrug voor voetgangers (over de weg heen) |
| hodotooi-程遠い | ver (verwijderd) van; ver weg |
| hodotooi-程遠い | te kort schietend; niet goed genoeg; niet voldoend aan |
| hōga-萌芽 | een vroeg teken; het begin (van) |
| hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
| hōgo-法語 | uitleg van boeddhistische geschriften |
| hogobyō-保護猫 | (uit een dierenasiel) pleegkat; adoptiekat |
| hogoken-保護犬 | (uit een dierenasiel) pleeghond; adoptiehond |
| hohoemu-微笑む | (beginnen te) glimlachen |
| hohoemu-微笑む | (van bloemen) beginnen te bloeien; opengaan |
| hōi-包囲 | (mil.) omsingeling; belegering; insluiting |
| hojō-捕縄 | bindtouw om bewegingsvrijheid van verdachten, criminelen, e.d., te beperken tijdens het vervoer van een locatie naar een andere (vgl. een hondenlijn) |
| hojonin-補助人 | (jur.) beperkt bevoegde voogd; assistent voogd |
| hokan-補完 | aanvulling; toevoegsel; supplement |
| hokenfu-保健婦 | verpleegkundige [verpleegster] (volks)gezondheidszorg |
| hokenshi-保健士 | verpleegkundige [verpleger] (volks)gezondheidszorg |
| hokenshi-保健師 | verpleegkundige (volks)gezondheidszorg |
| hokidasu-吐き出す | uitblazen; wegblazen; uitstoten (rook, e.d.) |
| hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
| hokkyō-法橋 | (in de middeleeuwen) titel gegeven aan kunstenaars |
| hōkō-方向 | weg; pad; koers |
| hokō-補講 | aanvullende [extra] les [lezing; college] |
| hōkōda-方向舵 | verticaal roer (in de staart van een vliegtuig) |
| hokora-祠 | een kleine Shinto-schrijn (langs de kant van de weg) |
| hokosaki-矛先 | (fig.) speerpunt; voorste legerspits |
| hokujō-北上 | het (zich) richting het noorden begeven; naar het noorden gaan |
| hokujōsuru-北上する | (zich) richting het noorden begeven; naar het noorden gaan |
| hokurikudō-北陸道 | Hokurikudō-snelweg die door die regio loopt |
| hokuteki-北狄 | noordelijke barbaren, naam die werd gegeven aan nomadische volkeren in het oude China |
| hokyū-補給 | aanvulling; bijvulling; bijvoegsel; supplement |
| homāte-ホマーテ | pyroclastische kegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
| hōmen-方面 | richting; regio; district |
| homeosutashisu-ホメオスタシス | (fysiologie) homeostase; zelfregulering (van organismen) |
| homo・ekonomikusu-ホモ・エコノミクス | homo economicus (de mens die zich laat leiden door economische en rationele overwegingen) |
| hōmurūmu-ホームルーム | schoollokaal waar een groep leerlingen extra begeleiding krijgt van een vaste leraar (vaak voordat de reguliere lessen beginnen) |
| hōmu・suchīru-ホーム・スチール | (honkbal) het stelen van het thuishonk (d.w.z. dat de honkloper begint te rennen naar de thuisplaat al voordat de pitcher heeft gegooid) |
| honchi-本地 | geboortegrond; thuisland |
| hondō-本道 | hoofdweg; snelweg |
| hondō-本道 | de juiste weg; het goede pad; de juiste manier |
| honjin-本陣 | (leger) hoofdkwartier; bolwerk |
| honkaku-本格 | traditionele [formele] methode [regels] |
| honkakuteki-本格的 | volwaardig; volledig; totaal; volslagen; regelrecht; serieus |
| honke-本家 | herkomst; oorsprong; grondlegger; bedenker |
| honkī・tonku-ホンキー・トンク | ordinaire [goedkope] kroeg [bar] |
| honmatsu-本末 | oorzaak en gevolg; begin en einde; de middelen en het doel; wortel en tak; hoofd- en bijzaak |
| honsekichi-本籍地 | wettige [geregistreerde] woonplaats |
| honsen-本線 | hoofdlijn (van spoorweg; waterweg) |
| honsenwatashi-本船渡し | (free on board) f.o.b. (met inbegrip van vervoerkosten tot in het schip) |
| honsō-奔走 | het rondrennen; voortdurend in beweging zijn |
| honsō-本葬 | officiële begrafenis- of crematieplechtigheid |
| hoozuri-頬擦り | (uit affectie) de wangen tegen elkaar drukken [strijken] |
| hoppu-ホップ | hop (plant: Humulus lupus); vruchtkegels van de hop-plant |
| hōrei-法例 | wettelijke reglementen; regels voor de toepassing van wetten |
| hori-堀 | kanaal; gracht; waterweg; sloot |
| hōridasu-放り出す | weggooien |
| hōridasu-放り出す | wegsturen; ontslaan |
| horie-堀江 | kanaal; waterweg; watergang |
| horikaesu-掘り返す | opgraven; (de grond) omspitten; omwoelen; omploegen |
| hōrinageru-放り投げる | (ver) wegwerpen; gooien; smijten |
| horiwari-掘り割り | kanaal; waterweg; watergang |
| horo-幌 | een geweven strook stof, bevestigd aan de achterkant van een (samoerai) harnas of helm (als versiering of bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| horo-母衣 | geweven doek aan de achterkant van het harnas van een samoerai (als decoratie en als bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| hōroku-焙烙 | een ondiepe, ongeglazuurde aardewerken pot |
| hōru-放る | weggooien; afstand doen van |
| hōru-放る | nalaten; halverwege stoppen; op zijn beloop laten; opgeven |
| hōrudingu-ホールディング | (basketbal, voetbal, boksen, e.d.) een tegenstander hinderen [vasthouden] met arm of hand |
| horusutain-ホルスタイン | Holstein (regio in Duitsland) |
| hōryaku-方略 | plan; strategie; krijgslist |
| horyūsuru-保留する | voorbehoud maken; bewaren (voor later); uitstellen (tot later); achterwege laten; achterhouden |
| hosa-補佐 | (`Edo periode) regent [raadgever] van een minderjarige shogun |
| hōsaku-方策 | plan; schema; maatregel; beleid |
| hosen-保線 | onderhoud en herstel van spoorwegen (inclusief aanverwante bouwwerken) |
| hoshaku-保釈 | vrijlating tegen [onder] borgstelling; vrijstelling onder borgtocht |
| hōshaseihōkai-放射性崩壊 | radioactief verval; radioactieve desintegratie |
| hōshiki-法式 | reglement; voorschrift; regel(s) |
| hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| hōshōseido-報奨制度 | bonussysteem; systeem van bonusregelingen |
| hosoku-捕捉 | begrip |
| hosoku-補足 | toevoeging; aanvulling |
| hossuru-欲する | willen; begeren; verlangen |
| hosu-干す | (water) aftappen; afvloeien; leeg laten lopen; vasten (de maag legen) |
| hosu-干す | leegdrinken; (helemaal) opdrinken |
| hōsuiki-豊水期 | regenseizoen |
| hosupisu-ホスピス | hospice; verpleeghuis voor terminale patiënten |
| hotaru-蛍 | vuurvlieg(je); glimworm |
| hotarubi-蛍火 | het licht van een vuurvliegje |
| hotaruika-蛍烏賊 | (vuurvlieg-) pijlinktvis (Watasenia scintillans) |
| hotaruzoku-蛍族 | (een informele term voor) mensen die niet binnen mogen roken en daarom buiten gaan roken (en op vuurvliegjes lijken) |
| hōtei-法定 | legaliteit; wettelijkheid |
| hōteisokudo-法定速度 | wettelijk toegestane snelheid |
| hōteisōzokunin-法定相続人 | wettige erfgenaam; legitimaris |
| hōteki-法的 | legaal; wettelijk |
| hottan-発端 | de oorsprong, het ontstaan; het begin |
| hottarakasu-ほったらかす | laten liggen; verwaarlozen; terzijde leggen; niet afmaken |
| hottoku-放っとく | met rust laten; laten zoals het is; negeren; verwaarlozen |
| hotto・furasshu-ホット・フラッシュ | opvlieger(s) |
| howaitoanken-ホワイト案件 | regulier werk (d.w.z. geen criminele activiteiten) |
| howaito・gōrudo-ホワイト・ゴールド | (Eng.: white gold) witgoud (een legering van goud met tenminste één wit metaal (b.v. nikkel, zilver of palladium) |
| hyōbyaku-表白 | (bij het begin van een boeddhistische dienst) de verkondiging van het doel van de dienst door de hoofdpriester voor het boeddhabeeld en de aanwezigen |
| hyōchū-氷柱 | ijspegel |
| hyōimoji-表意文字 | ideogram; begripteken |
| hyōkishōgun-驃騎将軍 | (Chin.) cavalerie generaal; legeraanvoerder; veldheer |
| hyōryō-秤量 | de weging; het wegen met een weegschaal |
| hyōryō-秤量 | het maximumgewicht dat een weegschaal kan meten |
| hyōshinuke-拍子抜け | anticlimax; tegenvaller; teleurstelling |
| hyōshō-氷晶 | ijskristal; ijspegel |
| hyōtan-氷炭 | contradictie; tegenstelling; onverenigbaarheid; strijdigheid |
| i-以 | (in kanji combinaties) tijds- of plaatsaanduiding; vanaf; sinds; t.o.v.; volgens; vanwege; door middel van |
| i-囲 | (in kanji combinaties) insluiten; omringen; omcirkelen; omheinen; omvatten; belegeren; omgeving; omtrek |
| i-緯 | geografische breedte; breedtegraad |
| iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| ibarakidasshu-茨城ダッシュ | rijgedrag van automobilisten die zodra het stoplicht op groen springt, snel rechtsaf slaan voor het tegemoetkomend verkeer (genoemd naar Ibaraki Pref) |
| ibiridasu-いびり出す | (iem.) dwingen te vertrekken; naar buiten werken; wegpesten |
| ichiban'yari-一番槍 | de initiatiefnemer; degene die als eerste (een belangrijke) actie onderneemt; (lett. degene die de eerste speer gooit) |
| ichibushijū-一部始終 | het hele verhaal, van begin tot eind; alle details [bijzonderheden] |
| ichidai-一代 | heerschappij; regeringsperiode (van een vorst) |
| ichidai-一大 | (als voorvoegsel) belangrijk; enorm; reusachtig |
| ichidokini-一時に | tegelijkertijd; in een keer |
| ichidoni-一度に | alles tegelijk; in één keer; tegelijkertijd |
| ichigō-一合 | 1 tiende van de weg (van de voet) naar de top van de berg Fuji |
| ichiisenshin-一意専心 | volmondig; toegewijd; van ganser harte |
| ichijishinogi-一時凌ぎ | noodoplossing; tijdelijke maatregel |
| ichijō-一条 | één regel [lijn; streep; straal] |
| ichikabachika-一か八か | (gezegde) het erop wagen; alles of niets; erop of eronder; zwemmen [pompen] of verzuipen |
| ichimaikanban-一枚看板 | coryfee; uitblinker; prima-donna; ster; het boegbeeld |
| ichirei-一礼 | buiging (voor begroeting); korte begroeting |
| ichiro-一路 | rechte weg; rechtstreeks |
| ichiyazuke-一夜漬け | in één nacht ingemaakt [ingelegd; gepekeld] |
| idatsu-遺脱 | omissie; weglating; nalating; verzuim |
| idea-イデア | (filosofie) denkbeeld; begrip |
| idō-移動 | verplaatsing; beweging; kentering; migratie (vogels, e.d.) |
| ido-緯度 | breedtegraad |
| idōsuru-移動する | bewegen; (zich) verplaatsen; migreren |
| iebae-家蠅 | huisvlieg (Musca domestica) |
| iede-家出 | het (voorgoed) het huis verlaten [van huis weglopen] |
| iedesuru-家出する | van huis weglopen; voorgoed uit huis gaan; er met iemand vandoor gaan |
| ieji-家路 | de weg naar huis |
| ienken-以遠権 | landingsrecht dat een luchtvaartmaatschappij toestaat om na aankomst in het land dat het reisdoel is, door te vliegen en te landen in een ander land |
| ienoko-家の子 | kind geboren in een voorname [gegoede; oude] familie |
| ierō・zōn-イエロー・ゾーン | zonemet verkeersverbod, aangegeven met een gele streep |
| ieru-言える | (iets) kunnen (mogen) zeggen |
| iesu・man-イエス・マン | jaknikker; jabroer (een man die altijd doet wat hem gezegd wordt) |
| ifū-遺風 | overgeleverde traditie; lessen en kennis doorgegeven door vorige generaties |
| igi-異議 | bezwaar; tegenwerping; protest; objectie |
| iguana-イグアナ | leguaan |
| ihan-違反 | schending; overtreding; (contract)breuk; afwijking (van de regels) |
| ihintōki-遺品登記 | boedelregister |
| iiayamaru-言い誤る | zich verspreken; (iets) verkeerd [fout] zeggen |
| iibun-言い分 | bewering; stelling; verklaring; wat je te zeggen hebt |
| iidasu-言い出す | beginnen met praten; als eerste spreken |
| iifukumeru-言い含める | (iets) goed uitleggen; goede instructies geven |
| iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
| iigakari-言いがかり | het zich verplichten (tot); iets toezeggen |
| iigusa-言い草 | opmerking(en); commentaar; wat iemand zegt |
| iiharu-言い張る | (stug) volhouden; beweren; blijven zeggen [herhalen] |
| iijō-言い条 | argument; wat iemand zegt; het punt dat men maakt |
| iikaeru-言い換える | iets anders [met andere woorden] zeggen |
| iikaesu-言い返す | antwoorden; terugzeggen; een weerwoord hebben |
| iikaesu-言い返す | herhalen (wat er gezegd is) |
| iikaneru-言い兼ねる | (iets) niet kunnen zeggen; (iets) niet durven te zeggen; aarzelen [twijfelen] om te zeggen |
| iikata-言い方 | spreekwijze; zegswijze; manier van praten |
| iikikaseru-言い聞かせる | iem. iets laten doen [voorschrijven; opleggen]; iem. ergens op attenderen; waarschuwen |
| iikomeru-言い籠める | de boventoon voeren (in een discussie); iem. het zwijgen opleggen |
| iimawashi-言い回し | een uitdrukking; zegswijze |
| iimorasu-言い漏らす | vergeten te vermelden; niet zeggen; iets verzwijgen |
| iinagara-言いながら | met deze woorden; dit gezegd hebbende |
| iinasu-言い做す | iets laten klinken alsof; (iets zeggen en daarbij) de indruk wekken dat |
| iinayamu-言い悩む | aarzelen [het moeilijk vinden] om te zeggen |
| iinikui-言い難い | moeilijk om te zeggen; pijnlijk; delicaat; gênant |
| iiotosu-言い落とす | vergeten [nalaten] te vertellen [vermelden; zeggen] |
| iishiburu-言い渋る | aarzelen om te zeggen; met tegenzin spreken |
| iisugiru-言い過ぎる | teveel zeggen; overdrijven |
| iisuteru-言い捨てる | bij het weggaan nog (over je schouder) iets zeggen; een laatste opmerking maken (zonder op antwoord te wachten) |
| iitsukeru-言いつける | gewend zijn om te zeggen; meestal zeggen |
| iitsukusu-言い尽くす | alles [het hele verhaal] vertellen; niets ongezegd laten |
| iitsutae-言い伝え | legende; overlevering |
| iiwake-言い訳 | excuus; verantwoording; rechtvaardiging; uitleg |
| iiwakesuru-言い訳する | zich excuseren [verdedigen; rechtvaardigen]; verantwoording afleggen |
| iiwasureru-言い忘れる | vergeten te zeggen [vermelden] |
| ījisukan-イージス艦 | Aegis kruiser (marineschip uitgerust met het Aegis-systeem) |
| ijō-委譲 | overdracht (van bevoegdheid, gezag, etc.) |
| ijōsekkin-異常接近 | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| ika-以下 | al degenen onder de leiding van iem.; inclusief; vanaf.. en lager |
| ikanobori-凧 | vlieger (aan een touw) |
| ike-いけ | een voorvoegsel dat een (denigrerend) bijvoeglijk naamwoord versterkt |
| ikegaki-生け垣 | heg; haag |
| ikenai-いけない | fysiek niet tegen alcohol kunnen |
| ikerukuchi-いける口 | drinker; iemand die veel drinkt; iemand die goed tegen alcohol kan |
| ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| ikigai-域外 | buiten de gebiedsgrens; buiten de regio |
| ikigake-行きがけ | onderweg; en route; op weg; in het voorbijgaan |
| ikijigoku-生き地獄 | helse lijdensweg |
| ikinai-域内 | binnen de gebiedsgrens; binnen de regio |
| ikisatsu-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
| ikishina-行きしな | onderweg; en route; op weg; in het voorbijgaan |
| ikitōgō-意気投合 | wederzijds begrip; op één lijn zitten; eensgezind zijn |
| ikitōgōsuru-意気投合する | goed met elkaar overweg kunnen; op dezelfde golflengte zitten |
| ikiume-生き埋め | levend begraven |
| ikizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| ikkai-一階 | begane grond; parterre (Japan: eerste verdieping) |
| ikkatsushingi-一括審議 | gezamenlijk overleg |
| ikke-いっけ | een voorvoegsel dat een (denigrerend) bijvoeglijk naamwoord versterkt |
| ikkiuchi-一騎討ち | tweegevecht; duel; man-tegen-man gevecht |
| ikkō-一行 | een groep (mensen); gevolg; begeleiders |
| ikkokumono-一刻者 | heethoofd; koppig [opvliegend] persoon |
| ikkyo-一挙 | alles tegelijk [in één keer] doen |
| ikkyo-一挙 | het zenden van troepen [een leger] |
| ikkyoni-一挙に | in één slag [klap]; in één keer; alles tegelijk |
| ikkyoryōtoku-一挙両得 | twee vliegen in één klap |
| ikoraizā-イコライザー | (voorversterker voor geluidsweergave) equalizer; toonregelaar |
| ikyō-異郷 | het buitenland; een vreemd land; een vreemde natie; een land ver weg; in den vreemde |
| imadoki-今時 | deze dagen; heden; tegenwoordig |
| imajibun-今時分 | tegenwoordig; de huidige tijd |
| imanotokoro-今の所 | op dit ogenblik; tegenwoordig; momenteel; vandaag de dag |
| imēji・ado-イメージ・アド | reclame, die meer nadruk legt op het imago van het aangeprezen product dan op de voordelen of kenmerken ervan |
| imogai-芋貝 | kegelslak (Conidae) |
| imōtobun-妹分 | protegee; beschermelinge |
| in-イン | de tweede negen holes (van een golfbaan) |
| in-院 | (achtervoegsel achter de naam van) een boeddhistische tempel |
| in-院 | (achtervoegsel achter de naam van een teruggetreden keizer) ex-keizer |
| in-院 | achtervoegsel achter postume boeddhistische namen |
| in-陰 | yin; de schaduw; het negatieve; de negatieve [donkere] kant |
| inaka-田舎 | afgelegen gebied |
| inaka-田舎 | geboortegrond; geboorteplaats |
| inasu-往なす | (bij sumo) opzij stappen om een tegenstander uit balans te brengen |
| inban-印判 | zegel; stempel |
| inbesutomento・anarisuto-インベストメント・アナリスト | beleggingsanalist |
| inbun-韻文 | vers; versregel; dichtregel |
| indō-引導 | boeddhistisch dodengebed; woorden bij boeddhistisch begrafenis ritueel |
| indō-引導 | begeleiding (m.n. in de boeddhistische leer) |
| infaito-インファイト | het binnen een armlengte van de tegenstander boksen |
| infīrudo・furai-インフィールド・フライ | (regel bij honkbal) de scheidsrechter kan bepalen dat de slagman uit is, ook al is er geen vangbal |
| infure・hejji-インフレ・ヘッジ | (Eng.: inflation hedge) bescherming tegen inflatie |
| inga-因果 | pech; tegenspoed |
| inga-陰画 | negatief (van een foto) |
| ingō-院号 | erenaam van een keizer (tijdens het leven of postuum gegeven) |
| ingotto-インゴット | gegoten staaf [baar] |
| ingyō-印形 | zegel (in reliëf); zegelafdruk |
| ingyōyubiwa-印形指輪 | zegelring |
| ininsuru-委任する | toevertrouwen (aan); machtigen; delegeren |
| inisharu・fī-イニシャル・フィー | (Eng.: initial fee) instapkosten; entreegeld |
| inisharu・kosuto-イニシャル・コスト | aanvangskosten; beginkosten; startkosten |
| inji-印璽 | keizerlijk zegel; staatszegel |
| inkasuru-引火する | ontbranden; vlamvatten; in brand vliegen |
| inken-陰険 | bedrieglijkheid; sluwheid |
| inkoku-印刻 | zegelsnijding; het uitsnijden van een zegelreliëf |
| inoichiban-いの一番 | de allereerste (vanwege het eerste teken (い) van de Japanse kana-tabel, iroha) |
| inpōto-インポート | invoeren; importeren (van gegevens) |
| inrē-インレー | inlegwerk; mozaïek |
| inretto-インレット | inlaat; toegang (voor vloeistoffen) |
| insāto-インサート | invoeging; invoeren |
| insei-陰性 | negativiteit; het negatief zijn |
| inshi-印紙 | fiscale zegel; fiscaalzegel; belastingzegel |
| inshijōrei-印紙条例 | (Stamp Act) zegelwet; zegelrecht |
| inshō-印章 | stempel; zegel; waarmerk |
| inshōteki-印象的 | veelzeggend [indrukwekkend] zijn |
| insō-印相 | toekomstvoorspelling via de bestudering van iemand's persoonlijke zegel |
| intā-インター | (interchange) knooppunt (van wegen); overstapstation |
| intāchenji-インターチェンジ | knooppunt (van wegen); overstapstation |
| intāfea-インターフェア | hinderen; in de weg staan; belemmeren |
| intāfea-インターフェア | (sport) obstructie plegen |
| intākatto-インターカット | (film, televisie) een andere scène invoegen |
| intario-インタリオ | intaglio (gegraveerde edelsteen) |
| intāseputā-インターセプター | jachtvliegtuig (dat vijandelijke projectielen moet onderscheppen) |
| interu-インテル | interlinie (bij boekdrukkerij, metalen plaatje om regels te scheiden) |
| inu-往ぬ | vertrekken; weggaan |
| inukuguri-犬潜り | een gat in hek of heg, waardoor hond in en uit kan lopen |
| inyū-移入 | invoering; introductie; import (van goederen, maatregelen, ideeën, etc.) |
| inzai-印材 | materiaal voor het maken van zegels |
| in'ei-印影 | stempelafdruk; afdruk van een zegel |
| in'ion-陰イオン | anion (negatief geladen ion) |
| in'u-淫雨 | lange periode van zware regenval |
| in'u-陰雨 | aanhoudende regen |
| in'u-陰雨 | bewolkte, regenachtige lucht |
| in'yō-陰陽 | yin en yang (twee tegengestelde principes of krachten) |
| in'yoku-淫欲 | lust; seksueel verlangen; begeerte |
| ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
| ippaku-一白 | één van de negen sterren in de astrologie (van de weg van Yin en Yang) |
| ippandō-一般道 | algemene weg; openbare [plaatselijke] weg |
| ippandōro-一般道路 | algemene weg; openbare [plaatselijke] weg |
| ippanni-一般に | in het algemeen; doorgaans; gewoonlijk; in de regel |
| ippon'yari-一本槍 | het doorzetten [volharden] met slechts één methode van begin tot eind |
| iran-違乱 | tegenwerking |
| irebun・nain-イレブン・ナイン | elf-negen, verwijst naar een stof-zuiverheid van 99,999999999% |
| irechigai-入れ違い | het elkaar tegenkomen; elkaar tegen het lijf lopen |
| iregyurā-イレギュラー | ongewoon; abnormaal; onregelmatig |
| ireihi-慰霊碑 | cenotaaf (leeg grafmonument); gedenkteken |
| ireru-入れる | tussenvoegen; invoegen; toevoegen |
| iribitaru-入り浸る | regelmatig [vaak] bezoeken (een bar, etc.) |
| irīgaru-イリーガル | illegaal; onwettig; wederrechtelijk |
| iriguchi-入り口 | ingang; toegang; monding (van een rivier) |
| irimidareru-入り乱れる | door elkaar gehaald [gegooid] worden |
| iroha-伊呂波 | het ABC; de (eerste) beginselen; grondslagen; basis(principes) |
| iron-異論 | bezwaar; tegenwerping |
| ironaoshi-色直し | het wisselen van kleding [kostuum] tijdens gelegenheden zoals een huwelijk |
| iru-入る | ingaan; beginnen; instellen |
| iryūjon-イリュージョン | illusie; hallucinatie; hersenschim; waandenkbeeld; droombeeld; fantasie; zinsbegoocheling |
| isamiashi-勇み足 | bij sumo(worstelen) een tegenstander naar de rand van de ring brengen maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen |
| isan-遺産 | erfenis; nalatenschap; legaat |
| isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
| isen-緯線 | parallel van de breedtegraad |
| ishidai-石鯛 | vis (Oplegnathus fasciatus) |
| ishidatami-石畳 | stenen bestrating; stoeptegels; tuintegels |
| ishindenshin-以心伝心 | [考えていることが、言葉を使わないでも互いにわかること] een stilzwijgende gedachtenoverbrenging; stilzwijgend begrip; telepathie |
| issekinichō-一石二鳥 | (spreekwoord) twee vliegen in één klap slaan |
| isshin'ittai-一進一退 | eb en vloed; voorspoed en tegenspoed; vooruitgaan en achteruitgaan; goede tijden, slechte tijden |
| issho-一緒 | één (passend) geheel; bij elkaar; dezelfde categorie |
| isshokenmei-一所懸命 | in de middeleeuwen de plaats die samoerai kregen als thuishaven om te leven en te werken |
| issō-一掃 | her in een keer wegvegen [afschaffen; uitroeien] |
| issuru-逸する | over het hoofd zien; vergeten; weglaten |
| isukumeru-射竦める | de vijand immobiliseren [op zijn positie vastpinnen] met een regen aan pijlen |
| isukumeru-射竦める | de tegenstander intimideren met een woeste [dreigende] blik |
| itamiwake-痛み分け | gelijkspel in een sumo wedstrijd, omdat de tegenstander een verwonding heeft opgelopen |
| itaranaiten-至らない点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| itaranuten-至らぬ点 | zwak punt; tekortkoming; gebrek; onvolmaaktheid (als uitdrukking ook gebruikt bij begroeting of verontschuldiging) |
| itawaru-労る | rekening houden (met); begrip tonen; meevoelen |
| itawaru-労る | verzorgen; verplegen |
| itazura-悪戯 | tijdverdrijf; pleziertje; amusement; hobby (dit zegt men bescheiden over zijn eigen daden) |
| itazura-悪戯 | ontucht plegen |
| itchihankai-一知半解 | oppervlakkige [beperkte] kennis [begrip] |
| itchōittan-一長一短 | voor- en nadelen; sterke en zwakke punten; de voors en tegens van iets |
| itsuwaru-偽る | liegen; bedriegen; doen alsof; veinzen; vervalsen |
| ittaigata-一体型 | gecombineerde unit; geïntegreerd model |
| ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
| ittaika-一体化 | integratie; opneming; inpassing; samenvoeging |
| ittaikasuru-一体化する | integreren; samenvoegen |
| ittemairimasu-行って参ります | ik ga; tot ziens; tot straks (gezegd door degene die weggaat tegen degene die thuis blijft) |
| itterasshai-行ってらっしゃい | tot ziens; tot straks (gezegd door degene die thuis blijft tegen degene die weggaat) |
| itto-一途 | (één) pad [weg; richting; middel]; de enige weg |
| ittōryōdan-一刀両断 | resolute en snelle actie [maatregel; stap]; drastische maatregelen nemen |
| ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
| iu-言う | zeggen; praten; spreken |
| iunareba-言うなれば | zogezegd; bij wijze van spreken; om zo te zeggen |
| iwaba-言わば | zo gezegd; als het ware; bij wijze van spreken; in zekere zin |
| iwazumogana-言わずもがな | het spreekt vanzelf [hoeft niet gezegd te worden] |
| iwazumogana-言わずもがな | het is beter er niets over te zeggen |
| iya-否 | nee; oftewel; in tegendeel; sterker nog |
| iyagaru-嫌がる | een hekel [afkeer; tegenzin] hebben (om iets te doen) |
| iyaiya-嫌嫌 | onwillig; met tegenzin |
| izaisoku-居催促 | weigering om te vertrekken [weg te gaan] (tot men zijn zin [betaling] heeft gekregen |
| izake-居酒 | sterke drank [alcohol] drinken in een kroeg [bar] |
| izake-居酒 | de sterke drank die men drinkt in een kroeg [bar] |
| izen-以前 | vroeger; voorheen |
| izō-遺贈 | nalatenschap; legaat; erfenis |
| izon-異存 | bezwaar; tegenwerping |
| izu-出ず | (arch.) naar buiten gaan [komen]; weggaan; vertrekken, etc. |
| izu-出づ | naar buiten gaan [komen]; weggaan |
| izu-出づ | beginnen; ontstaan; voortkomen uit |
| izure-何れ | hoe dan ook, wat er ook van zijn mag; uiteindelijk; vroeg of laat |
| jairokoputā-ジャイロコプター | gyrokopter; autogiro; molenvliegtuig |
| jairopairotto-ジャイロパイロット | (op vliegtuigen en schepen) automatische piloot (een instrument dat automatisch een bepaalde koers aanhoudt) |
| jakuhai-若輩 | beginneling; onervaren persoon |
| jakunen-若年 | (vroege) jeugd; jonge jaren |
| jakuteki-弱敵 | een zwakke vijand [tegenstander; opponent] |
| jamadate-邪魔だて | (moedwillige) obstructie; hindering; tegenwerking; belemmering |
| jiai-自愛 | egoïsme; eigenbelang |
| jibunkatte-自分勝手 | zelfzuchtigheid; egoïsme; egocentrisch zijn |
| jichiku-自治区 | autonoom [zelfbesturend] gebied; gebied [regio; wijk] met autonomie |
| jidaikankaku-時代感覚 | een gevoel voor de tijdgeest; begrip voor de kenmerken [trends] van de tijdsperiode |
| jidaraku-自堕落 | genotzuchtigheid; aan al zijn verlangens toegevend [verloederd] gedrag |
| jieitai-自衛隊 | het Japanse Zelfverdedigingsleger; zelfverdedigingstroepen |
| jifun-自刎 | het zelfmoord plegen door zichzelf de keel door te snijden; zelfonthoofding |
| jiga-自我 | het ego; (zich)zelf |
| jigatame-地固め | het egaliseren van grond; grondnivellering |
| jigatame-地固め | (fig.) fundering; basis (leggen) |
| jigatamesuru-地固めする | de basis leggen; de weg effenen; plaveien |
| jigen-字源 | de regels voor het samenstellen van Chinees karakter [kanji] |
| jigi-時宜 | geschikt moment; juiste [passende] gelegenheid |
| jigusō・pazuru-ジグソー・パズル | legpuzzel |
| jigyōsai-事業債 | bedrijfsobligaties voor een specifiek project (uitgegeven door algemene ondernemingen die geen financiële instellingen zijn) |
| jijitsumukon-事実無根 | ongegrond [ongefundeerd] zijn; in strijd zijn met de feiten |
| jijo-次序 | volgorde; systeem; regeling; bestel |
| jijū-自重 | leeggewicht; het eigen gewicht van een voertuig of machine (zonder lading) |
| jikanwari-時間割 | rooster; tijdschema; dienstregeling |
| jikei-自剄 | het zelfmoord plegen door zichzelf de keel door te snijden; zelfonthoofding |
| jiki-時機 | (goede) gelegenheid; kans; goede [geschikte] tijd (om iets te doen) |
| jikō-事項 | zaak; aangelegenheid; kwestie; item; categorie |
| jiko-自己 | (zich)zelf; ego |
| jikochūshinteki-自己中心的 | egoïstisch |
| jikohon'i-自己本位 | egoïsme; egocentrisme |
| jikoku-時刻 | goed tijdstip; gelegenheid; kans |
| jikokuhyō-時刻表 | dienstregeling; tijdschema |
| jikomanzoku-自己満足 | zelfgenoegzaamheid; eigendunk; zelfbehagen; zelfingenomenheid |
| jikomujun-自己矛盾 | een innerlijke tegenspraak; tegenstrijdigheid |
| jikoshugi-自己主義 | egoïsme |
| jikuro-舳艫 | (van een schip) voorsteven [boeg] en achtersteven [spiegel] |
| jikyo-辞去 | het vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jikyosuru-辞去する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jimichi-地道 | ondergrondse weg |
| jimono-地物 | traditioneel zangstuk met shamisen begeleiding |
| jin-壬 | het negende zodiac teken |
| jin-陣 | legerplaats; (leger)kamp |
| jinbunchishiki-人文知識 | specialist in geesteswetenschappen (visumcategorie in Japan) |
| jinchi-陣地 | (militair) kamp(ement); veldverblijf; legerplaats; stelling |
| jindoru-陣取る | een (strategische) positie innemen; (troepen) stationeren; een kamp opzetten |
| jingai-塵外 | (de gemoedstoestand van) een plek ver weg van de problemen van de alledaagse [stoffelijke; seculiere] wereld |
| jingasa-陣笠 | strohoeden die vroeger door gewone voetsoldaten werden gedragen i.p.v. helmen |
| jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
| jingi-神器 | heilige schat (m.n. de drie heilige schatten van de keizerlijke troon, het zwaard, het juweel, de spiegel) |
| jinkei-陣形 | slagorde; legeropstelling; gevechtsformatie |
| jinkokki-人国記 | een register met biografieën van belangrijke mensen (gerangschikt per geboorteplaats) |
| jinmeiyōkanji-人名用漢字 | lijst van officieel toegelaten karakters om eigennamen weer te geven in de familieregisters |
| jintēze-ジンテーゼ | synthese; samenvoeging; integratie |
| jin'ei-陣営 | (militair) kamp; kampement; legerkamp; bivak |
| jin'ei-陣営 | opstelling (van legers) |
| jin'ya-陣屋 | legerplaats; legerkamp; kazerne |
| jiomanshī-ジオマンシー | geomatiek (waarzegkunst uitgaande van verschijnselen op aarde) |
| jippahitokarage-十把一絡げ | alles bij elkaar genomen; alles tegelijk; samenvattend geheel; generalisering |
| jiritsushinkeishitchōshō-自律神経失調症 | vegetatieve stoornis |
| jisatsusuru-自殺する | zelfmoord plegen |
| jishaku-字釈 | verklaring [uitleg] van de betekenis van kanji |
| jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
| jisuru-辞する | vertrekken; weggaan; afscheid nemen |
| jisuru-辞する | weigeren; afzeggen |
| jisuru-辞する | begroeten |
| jitchūhakku-十中八九 | met grote waarschijnlijkheid; negen van de tien keer; in negen van de tien gevallen |
| jitsugaku-実学 | praktische wetenschap; toegepaste wetenschap |
| jitsuwa-実は | in feite; feitelijk; trouwens; om de waarheid te zeggen |
| jitto-じっと | stil; stijf; onbeweeglijk |
| jiyūka-自由化 | liberalisering; liberalisatie; versoepeling; deregulering; vrijmaking |
| jiyūkasuru-自由化する | liberaliseren; dereguleren; vrijmaken |
| jiyūkyōsō-自由競争 | (economie) vrije mededinging; vrije concurrentie (zonder inmenging of regulering door de staat) |
| jiyūsairyōken-自由裁量権 | discretionaire bevoegdheid (naar eigen inzicht) |
| jō-上 | vanuit het standpunt; met betrekking tot; vanwege |
| jō-定 | gebied; reikwijdte; begrenzing |
| jōai-情愛 | affectie; genegenheid; liefde |
| jōbako-状箱 | doos met brieven die vroeger werd meegegeven aan een bode |
| joban-序盤 | beginfase (van een campagne, oorlog, etc.) |
| jobiraki-序開き | begin; oorsprong |
| jōbitaki-尉鶲 | spiegelroodstaart (zangvogel, Phoenicurus auroreus) |
| jochō-助長 | bevordering; het bevorderen [begunstigen] |
| jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
| jōfu-丈夫 | talentrijke [begaafde] man |
| jōha-縦波 | lengtegolf (bij schip) |
| jōhin-上品 | elegantie |
| jōjun-上旬 | de eerste tien dagen van de maand; het begin van de maand |
| jōki-乗機 | aan boord gaan [instappen] in een vliegtuig |
| jōki-乗機 | bemand vliegtuig; vliegtuig met mensen aan boord |
| jōkyaku-上客 | eregast |
| jōkyaku-乗客 | passagier (in boot, trein, vliegtuig, auto, e.d.) |
| jomaku-序幕 | het begin (van iets) |
| jōmu-乗務 | het dienstdoen [werkzaam zijn] als bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
| jōmuin-乗務員 | bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
| jonokuchi-序の口 | begin; start; opening |
| jōrei-条令 | regelgeving; statuten; verordening |
| jōrei-条例 | voorschrift; reglement; verorderning |
| jōsei-醸成 | het veroorzaken; teweegbrengen |
| jōseki-定席 | vaste [reguliere] plek [stoel; plaats; ruimte] |
| joseki-除籍 | verwijdering van een naam uit een register (bevolkingsregister, scheepsregister, schoolregister, etc.) |
| jōshigun-娘子軍 | leger dat geheel bestond uit (of werd geleid door) vrouwen (tijdens de T'ang periode in de Chin. geschiedenis) |
| jōshūhan-常習犯 | veelpleger; recidivist; iemand die steeds dezelfde fouten maakt |
| jotei-女帝 | (regerend) keizerin |
| jōyokachi-剰余価値 | overwaarde; meerwaarde; toegevoegde waarde |
| jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
| jūbun-十分 | voldoende; genoeg; toereikend |
| juekisha-受益者 | begunstigde |
| jugyō-授業 | les; college |
| jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie (toegeschreven aan Kakuan) van de 10 stadia van verlichting (weergegeven als ossenhoeder-tekeningen van een herder en zijn os) |
| jūjiro-十字路 | (weg)kruising; kruispunt |
| jūjū-重重 | genoeg; erg goed; heel veel; volledig |
| juken-受験 | het afleggen [maken] van een examen |
| jukkei-術計 | list; strategie; intrige |
| jukō-受講 | het volgen van een cursus of college |
| jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
| jukugisuru-熟議する | beraadslagen; overleggen; bespreken; te rade gaan |
| jukushi-熟思 | zorgvuldige overweging; weloverwogen gedachte |
| jukusu-熟す | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
| jukusuru-熟する | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
| jukyūsha-受給者 | begunstigde; ontvanger |
| jūminhyō-住民票 | registratiebewijs als stadsbewoner; burgerschapsbewijs |
| jumokui-樹木医 | boomverzorger (vroeger aanduiding voor boomchirurgie en boomchirurg, heden voor boomkwakzalverij) |
| junjiru-準じる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
| junkaibunko-巡回文庫 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (gedateerd, tevens ver-afgelegen plaatsen) |
| junkaitoshokan-巡回図書館 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (m.n. voor ver-afgelegen plaatsen) |
| junkyū-準急 | semi-sneltrein; regionale sneltrein |
| junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
| junpō-遵奉 | gehoorzaamheid; inachtneming [naleving] van voorschriften [regels] |
| junsai-蓴菜 | de waterplant Brasenia schreier (waarvan de jonge loten en bladeren in Japan gegeten worden) |
| junsoku-準則 | regel; voorschrift; reglement |
| junzuru-準ずる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
| jun'yō-準用 | het toepassen van (bepalingen van) regelgeving [wetgeving] |
| jūrai-従来 | voorheen; vroeger; tot nu toe; conventioneel; traditioneel |
| jurarumin-ジュラルミン | duraluminium (aluminium legering) |
| jūryōsei-従量制 | betaling naar gebruik (een methode waarbij diensten en voorzieningen in rekening worden gebracht gebaseerd op werkelijk gebruikte gegevens en tijd) |
| jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| jutsu-術 | een plan; een strategie |
| jutsubu-述部 | (grammatica) predikaat; gezegde |
| jutsugo-述語 | (grammatica) predicaat; gezegde |
| jūzen-十善 | (boeddh.) de tien deugden (het vermijden [niet begaan] van de tien kwaden [de tien slechte daden]) |
| jūzen-従前 | voorheen; vroeger; eerder; tot nu toe |
| kabadi-カバディ | (Hindi: kabaḍḍī) kabaddi, een nationale sport in India (waarbij 2 teams van 7 spelers tegen elkaar strijden) |
| kabun-過分 | ongeschiktheid; onverdiend [niet goed genoeg] zijn |
| kabushikimeigara-株式銘柄 | naamregister van aandeelhouders |
| kachi-勝ち | overwinning; zege; winst |
| kachihokoru-勝ち誇る | triomferen; zegevieren; overwinnen |
| kachikan-価値観 | waardebegrip; normbesef |
| kadō-可動 | beweeglijkheid; beweegbaarheid |
| kadobi-門火 | vuur dat brand bij de ingang van huizen tijdens het Bon festival, bij begrafenissen of huwelijken |
| kadode-門出 | een nieuw leven beginnen |
| kadoguchi-門口 | beginpunt van iets (een gebeurtenis, e.d.) |
| kādo・shisutemu-カード・システム | kaartsysteem (bij informatie- en gegevensverwerking) |
| kaerigake-帰りがけ | (op) weg naar huis; terugweg |
| kaerimichi-帰り道 | terugweg; weg naar huis |
| kaeshiwaza-返し技 | (judo, e.d.) tegenaanval; overname-techniek |
| kaette-却って | integendeel; veeleer; in plaats (daar)van |
| kafuku-禍福 | geluk en ongeluk; voor- en tegenspoed; goed en kwaad; wel en wee |
| kagaisha-加害者 | dader; pleger van een misdaad; misdadiger; crimineel |
| kagaku-家学 | studiegebied binnen een familie (en als (familie)traditie voortgezet) |
| kagami-鏡 | spiegel |
| kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
| kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
| kagamimoji-鏡文字 | spiegelschrift |
| kagaminoma-鏡の間 | spiegelkamer; spiegelzaal (Versailles) |
| kagemusha-影武者 | (hist. bij legerleiders) dubbelganger; plaatsvervanger (om de vijand te verwarren) |
| kagiri-限り | grens; begrenzing; restrictie; beperking |
| kago-加護 | goddelijke bescherming; zegen |
| kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
| kagyō-家業 | binnen een familie (van generatie op generatie) doorgegeven beroepen en technieken |
| kahei-寡兵 | klein leger; kleine militaire eenheid |
| kahi-可否 | goedkeuring of afkeuring; voor- of tegenstemmen |
| kahō-家法 | huisregels; regels die binnen een familie gelden |
| kaibyaku-開白 | (boeddh.) het begin [de eerste dag] van de rituelen van bidden tot [het doen van geloften aan] Boeddha |
| kaibyaku-開闢 | de schepping; het begin van de wereld |
| kaidō-街道 | hoofdweg; verbindingsweg (tussen steden) |
| kaieki-改易 | (hist.) het wegnemen van grondgebied, ambt of positie (op basis van strafrechtelijke vervolging, e.d.) |
| kaien-開演 | het begin van een voorstelling [optreden] |
| kaigen-戒厳 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger) |
| kaigenrei-戒厳令 | krijgswet (in tijden van oorlog worden bestuurlijke en gerechtelijke bevoegdheden overgedragen aan het leger); staat van beleg |
| kaigo-介護 | verpleging; zorg; verpleegkundige zorg |
| kaigo-悔悟 | berouw; wroeging |
| kaigobijinesu-介護ビジネス | verpleegkundig bedrijf; zorgdienst |
| kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
| kaigoiryōin-介護医療院 | verpleeghuis; verzorgingshuis |
| kaigosābisu-介護サービス | verpleegkundige dienst; verpleegkundige thuiszorg |
| kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de aspirant piloot of leerling vlieger op die opleiding |
| kaigyō-改行 | een nieuwe regel [paragraaf] |
| kaigyōsuru-改行する | met een nieuwe regel [paragraaf] beginnen |
| kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
| kaiiki-海域 | zeegebied; territoriale wateren |
| kaijin-海神 | zeegod; god van de zee |
| kaijo-海女 | dochter van de zeegod |
| kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
| kaikeikansanin-会計監査人 | auditor; registeraccountant |
| kaikeishi-会計士 | (register)accountant |
| kaiki-会規 | sociale [maatschappelijke] regels [voorschriften] |
| kaiko-解雇 | ontslag; opzegging van een arbeidsovereenkomst door een werkgever |
| kaikō-開口 | de mond opendoen; beginnen met spreken |
| kaikō-開講 | het begin [de openingswoorden] van een lezing |
| kaikōichiban-開口一番 | eerste woorden; openingswoorden; begin van een toespraak |
| kaikon-悔恨 | spijt; berouw; wroeging |
| kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
| kaimei-解明 | verduidelijking; opheldering; uitleg |
| kaimeisuru-解明する | ophelderen; verduidelijken; uitleggen |
| kaimenjōshō-海面上昇 | zeespiegelstijging |
| kainishikusu-カイニシクス | bewegingsleer; bewegingswetenschap |
| kairitsu-戒律 | Boeddhistisch voorschrift [gebod]; Boeddhistische regel [richtlijn] |
| kairo-海路 | zeeweg; zeeroute |
| kaisei-回生 | (elektriciteit) regeneratie (versterking door terugkoppeling) |
| kaiseizōfuku-回生増幅 | regeneratieve versterking (bij lasers) |
| kaisen-回線 | netwerklijn; netwerkverbinding (telefoon, telegraaf, e.d.) |
| kaisen-海戦 | zeeslag; zeegevecht; oorlogvoering op zee |
| kaisetsu-解説 | commentaar; uitleg; verklaring |
| kaisetsusha-解説者 | commentator; uitlegger |
| kaishakusuru-解釈する | interpreteren; verklaren; uitleggen |
| kaishi-開始 | begin; start; aanvang; opening; introductie |
| kaishiki-開式 | het begin [de opening] van een ceremonie [plechtigheid] |
| kaishisuru- 開始する | beginnen; starten; aanvangen; openen |
| kaisō-会葬 | het bijwonen van een begrafenis |
| kaisō-改葬 | herbegrafenis |
| kaiso-開祖 | oprichter; stichter; grondlegger; initiatiefnemer |
| kaisoku-会則 | voorschriften; reglementen (van een club, vereniging, etc.) |
| kaisōsuru-会葬する | een begrafenis bijwonen |
| kaisuru-会する | ontmoeten; onverwacht tegenkomen; elkaar treffen |
| kaiyaku-解約 | opzegging [ontbinding] van een contract [overeenkomst] |
| kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
| kaizokuban-海賊版 | illegale [geplagieerde] uitgave [kopie]; piratenuitgave |
| kaizokuhansofutowea-海賊版ソフトウェア | illegale software |
| kakawarazu-拘わらず | ongeacht; hoewel; ondanks; maar toch; niettegenstaande |
| kakedashi-駆け出し | beginneling; nieuweling; groentje |
| kakedasu-駆け出す | wegrennen; beginnen te rennen |
| kakehiki-駆け引き | tactiek; strategie; diplomatie |
| kakejaya-掛け茶屋 | (eenvoudig) theehuis [café] langs de weg of in een park |
| kakeochi-駆け落ち | het weglopen (met); ervandoor gaan |
| kakeru-欠ける | niet voldoen aan; te kort schieten; niet genoeg zijn |
| kakidashi-書き出し | de eerste zin [alinea]; het begin van een (geschreven) tekst; openingswoord(en) |
| kakidasu-書き出す | beginnen te schrijven; uitschrijven; exporteren (computerbestand) |
| kakihan-書き判 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kakikesu-掻き消す | uitvegen; uitwissen; overstemmen (geluid) |
| kakikomibashi-かき込み箸 | eetstokjes gebruikt om (met de kom tegen de mond gedrukt) eten in de mond te schuiven [lepelen] (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| kakinarasu-掻き均す | glad harken; egaliseren |
| kakine-垣根 | heg; haag; omheining; hek |
| kakiokoshi-書き起こし | (begin van) de eerste zin; openingswoord(en) |
| kakiokosu-書き起こす | beginnen te schrijven [opschrijven; noteren] |
| kakiotosu-書き落とす | bij het schrijven iets (per abuis) weglaten [overslaan] |
| kakisoeru-書き添える | iets erbij schrijven [toevoegen] |
| kakki-画期 | overgang van het ene tijdperk naar het andere; verandering van tijdperk; begin van een nieuw tijdperk |
| kakkoii-かっこ好い | stijlvol; elegant; modieus |
| kakkowarui-かっこ悪い | onaantrekkelijk; er slecht uitzien; onelegant; niet modieus; niet cool; sullig |
| kakkūki-滑空機 | zweefvliegtuig |
| kakochō-過去帳 | (familie) overlijdensregister |
| kakomi-囲み | belegering; omsingeling |
| kakomu-囲む | belegeren; omsingelen |
| kakon-禍根 | wortel [bron; oorsprong] van het kwaad [van rampspoed; onheil; tegenspoed] |
| kaku-隔 | (voorvoegsel) afwisselend; om de [het] |
| kakugen-格言 | spreekwoord; gezegde; spreuk; aforisme |
| kakugo-覚悟 | (boeddh.) de verlichting; staat van totaal begrip |
| kakugo-覚悟 | het weten en begrijpen (van iets) |
| kakuhitsu-擱筆 | de pen [het penseel] neerleggen en stoppen met schrijven |
| kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
| kakunōko-格納庫 | hangaar; vliegtuigloods |
| kakusage-格下げ | degradatie; verlaging in rang |
| kakuseiki-拡声器 | megafoon; luidspreker |
| kakushi-客思 | gemoedstoestand van een reiziger (op weg naar een bestemming) |
| kakushiki-格式 | formaliteit; (persoonlijke, familie, etc.) gedragsregels; gedragscode |
| kakushō-確証 | doorslaggevend [onweerlegbaar] bewijs; bevestiging |
| kakushu-鶴首 | het uitkijken naar (iets leuks); tegemoet zien; verlangend afwachten |
| kakutei-確定 | besluit; beslissing; bepaling; vastlegging; vaststelling |
| kakuteikyoshutsunenkin-確定拠出年金 | pensioenregeling met vastgestelde bijdragen |
| kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
| kakutoshita-確とした | ferm; zeker; resoluut; onweerlegbaar; onbetwist |
| kakuyaku-確約 | expliciete [zekere; definitieve] toezegging [belofte] |
| kamenokō-亀の甲 | het (schildpadschild-vormige) bovendek bij de boeg van een Japans schip (ter bescherming tegen opspattend water.) |
| kamibana-紙花 | papieren bloemen (vaak gebruikt bij begrafenissen) |
| kamigata-上方 | Kyoto en het omringende gebied; de Kansai regio |
| kaminidankatsuyō-上二段活用 | vervoeging [verbuiging] van de tweede groep (nidan) werkwoorden |
| kaminoku-上の句 | de eerste drie versregels van een waka [tanka; renga] gedicht |
| kamitsuku-噛み付く | iem. afsnauwen [aanvallen]; uitvaren tegen iemand |
| kamiwakeru-噛み分ける | onderscheid maken; begrijpen |
| kamoru-鴨る | een tegenstander makkelijk [listig] verslaan |
| kamoshidasu-醸し出す | een bepaalde stemming [sfeer] creëren [teweegbrengen]; een bepaald gevoel geven |
| kamosu-醸す | veroorzaken; tot stand brengen; aanleiding geven tot; teweegbrengen |
| kamu-カム | nok (een mechanisch element dat de richting van de beweging verandert) |
| kan-款 | een post [item] op een begroting of berekening (accountants) |
| kan-款 | letters [karakters] in reliëf graveren; gegraveerde letters [karakters] |
| kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
| kanagurisuteru-かなぐり捨てる | van zich afwerpen; weggooien; opzij schuiven; achterlaten; afdanken |
| kanashibari-金縛り | als verlamd zijn; niet kunnen bewegen (door schrik of angst) |
| kanata-彼方 | ver weg; de verte; de overkant |
| kanau-適う | vergelijkbaar zijn; tegen elkaar op kunnen; tegen elkaar opgewassen zijn |
| kanawanai-敵わない | niet opgewassen zijn tegen; geen partij zijn voor |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanbai-寒梅 | vroegbloeiende pruimenboom |
| kanban-看板 | woordvoerder; aanspreekpunt; boegbeeld (fig.) |
| kanbatsu-旱魃 | (lange) periode van droogte [gebrek aan regen]; droge periode |
| kanben-勘弁 | zorgvuldige overweging |
| kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
| kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
| kandō-間道 | zijweg; zijstraat |
| kānegī・hōru-カーネギー・ホール | Carnegie Hall (theater in America) |
| kangaedasu-考え出す | beginnen (na) te denken |
| kangaekata-考え方 | denkwijze; denkpatroon; denktrant; manier van denken; gedachtegang; opvatting |
| kangaenaosu-考え直す | heroverwegen; opnieuw bekijken; van gedachten veranderen |
| kangaeru-考える | nadenken; vermoeden; overwegen |
| kangamiru-鑑みる | rekening houden met; in gedachten houden; overwegen |
| kangen-換言 | met ander woorden (zeggen); anders uitgedrukt |
| kango-看護 | verpleging; ziekenverzorging |
| kangofu-看護婦 | (tot 2001 de term voor) verpleegster; zuster; verpleegkundige |
| kangoshi-看護師 | verpleegster; zuster |
| kangoshi-看護師 | verpleger; broeder |
| kangun-官軍 | regeringsleger; keizerlijk leger; strijdkrachten [troepen] van de regering [keizer] |
| kanjin-閑人 | iemand die alleen ver weg [teruggetrokken van de wereld] leeft |
| kanjitoru-感じ取る | (fig.) iets aanvoelen; opvangen; intuïtief begrijpen |
| kanjō-灌頂 | ceremonie waarbij een bodhisattva die de verlichting bereikt water over zijn hoofd gegoten krijgt |
| kanjōdōro-環状道路 | ringweg; randweg |
| kanju-甘受 | berusting; het zich neerleggen bij; accepteren |
| kanka-看過 | veronachtzaming; toegevendheid; oogluiking |
| kankai-勧戒 | aanmoediging [vermaning] om het goede te doen en waarschuwing tegen het kwade |
| kankan-看貫 | weging; het wegen van iets |
| kankan-看貫 | (afk. voor) platformweegschaal |
| kankanbakari-看貫秤 | platformweegschaal |
| kankatsu-寛闊 | verdraagzaamheid; meegaandheid; mildheid |
| kankatsu-管轄 | jurisdictie; (rechts)bevoegdheid; controle |
| kanki-勘気 | wrevel; ergernis; wrok; ongenade; ongenoegen |
| kanki-官紀 | ambtelijke discipline; regels die ambtenaren moeten volgen |
| kankōmokusetsu-款項目節 | begrotingsposten van de oude Japanse belastingwet |
| kankonsōsai-冠婚葬祭 | belangrijke ceremoniële gelegenheden in het leven (zoals bruiloften, begrafenissen en andere rituelen) |
| kanmei-官命 | overheidsbevel; opdracht [verordening] van de regering |
| kannen-観念 | idee; begrip; notie |
| kannoiri-寒の入り | het begin van de midwinter periode (6 januari) |
| kannyūsō-陥入爪 | ingegroeide nagel |
| kanō-嘉納 | het (met genoegen) aannemen [accepteren] van iets (een geschenk, suggestie, advies, etc.) |
| kano-彼の | degene; die persoon [plaats] |
| kanpa-寒波 | koudegolf |
| kanpeki-癇癖 | heetgebakerdheid; opvliegendheid; een kort lontje; prikkelbaarheid |
| kanpō-官報 | Staatsblad; Staatscourant; officieel telegram |
| kanraku-陥落 | degradatie; verlaging (rang, positie, e.d.) |
| kanranryō-観覧料 | toegangsprijs; entreegeld (museum e.d.) |
| kanryōseiji-官僚政治 | bureaucratie; bureaucratische regering |
| kansai-関西 | de regio rond Kyoto, Osaka en Kobe |
| kansaiheri-艦載ヘリ | marinehelikopter; vliegdek(schip) helikopter |
| kansaiki-艦載機 | marinevliegtuig; vliegdek(schip) vliegtuig |
| kansatsuka-監察課 | afdeling inspectie politieambtenaren (politiegedrag) |
| kansayaku-監査役 | registeraccountant; bedrijfsrevisor |
| kansei-官制 | regelgeving voor nationale bestuursorganen |
| kanseitō-管制塔 | verkeerstoren (vliegveld) |
| kansendōro-幹線道路 | hoofdweg; verkeersader; verbindingsweg; snelweg |
| kansendōrobangō-幹線道路番号 | snelwegnummer; nummer van een snelweg |
| kansentaisaku-感染対策 | infectiebestrijdingsmaatregelen |
| kansetsu-官設 | opgericht [gevestigd; ingesteld] door de regering [staat] |
| kansetsu-環節 | segment van het lichaam van een ringworm of geleedpotige |
| kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
| kanshu-巻首 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kansō-完走 | (bij een hardlooprace) het afleggen van de gehele afstand (van startplaats tot finish); een race helemaal uitlopen |
| kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
| kansuge-寒菅 | zegge (Carex morrowii) |
| kansui-灌水 | het begieten van [water geven aan] planten [gewassen] |
| kansuru-冠する | benoemen; een naam [titel] toevoegen aan |
| kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
| kantai-款待 | vriendelijke bejegening; gastvrijheid; hartelijkheid |
| kantaku-干拓 | landwinning door drooglegging |
| kanten-干天 | droog weer; droogte (lange droge periode zonder regen) |
| kantō-巻頭 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kantō-関東 | de regio rond Tokio |
| kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
| kanzenkoyō-完全雇用 | volledige werkgelegenheid [tewerkstelling] |
| kan'an-勘案 | overweging; beschouwing; overdenking |
| kan'ansuru-勘案する | overwegen, in overweging [aanmerking] nemen |
| kan'yōshokubutsu-観葉植物 | bladplant; sierplant (decoratief vanwege mooie bladeren) |
| kan'yū-官有 | staatseigendom; rijkseigendom; regeringseigendom |
| kaō-花押 | geschreven zegel; monogram; handtekening |
| kao-顔 | gezicht (fig.); representant; vertegenwoordiger |
| kaomake-顔負け | in verlegenheid gebracht; beschaamd zijn |
| kaomakesuru-顔負けする | in verlegenheid gebracht zijn; overschaduwd [beschaamd] zijn |
| kaotsunagi-顔繋ぎ | het (regelmatig) contact houden [bij elkaar komen] |
| kara-から | omdat; daarom; vanwege |
| kara-空 | leegte |
| karabori-空堀 | een lege [droge] gracht |
| karaguruma-空車 | lege [onbezette] taxi; vrije zitplaatsen (in voertuig) |
| karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| karakau-からかう | redetwisten; debatteren; tegenspreken; ruzie maken |
| karanenbutsu-空念仏 | (alleen voor de vorm) een boeddhistisch gebed opzeggen zonder oprecht gevoel |
| karanenbutsu-空念仏 | holle frase; lege woorden; bluf; opschepperij |
| karappo-空っぽ | zonder inhoud; leegte |
| karappo-空っぽ | een leeghoofd |
| karasuki-唐鋤 | ploeg (getrokken door een os of paard) |
| karate-空手 | (met) lege handen; zonder iets in handen (te hebben) |
| karatsuyu-空梅雨 | een droog regenseizoen; regenseizoen met bijna geen regen |
| karazao-殻竿 | dorsvlegel |
| karioya-仮親 | pleegouder |
| karisashiosae-仮差押え | conservatoire beslaglegging |
| karoyaka-軽やか | luchtigheid; elegantie; lichtheid |
| karubunkeru-カルブンケル | karbonkel; steenpuist; negenoog |
| karukaya-刈萱 | de fictionele hoofdpersoon Karukaya Dōshin van de Buddhistische legende Karukaya. |
| karuyaka-軽やか | luchtigheid; elegantie; lichtheid |
| kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
| kasaikyū-火砕丘 | pyroclastische kegel' scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
| kasan-加算 | toevoeging van een vastgesteld bedrag aan een ander bedrag |
| kasanaru-重なる | tegelijkertijd gebeuren; elkaar overlappen |
| kasanegasane-重ね重ね | herhaaldelijk; vaak; regelmatig; steeds weer |
| kasha-火車 | (boeddh.) vuurwagen (vervoert dode mensen die tijdens hun leven slechte daden hebben begaan naar de hel) |
| kashidori-樫鳥 | (een bijnaam, vanwege het eikeltjes eten, voor カケス) Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kashikomarimashita-畏まりました | (beleefd antwoord op een verzoek) jazeker; heel goed; begrepen; graag gedaan; met plezier |
| kashiramoji-頭文字 | beginletter; hoofdletter |
| kashoku-家職 | een beroep dat (van generatie op generatie) is doorgegeven in de familie; familiebedrijf |
| kasō-仮葬 | provisorische begrafenis- of crematieplechtigheid |
| kasō-家相 | de (gunstige of ongunstige) ligging, windrichting, plattegrond, etc. van een huis (in verband gebracht met geluk of pech) |
| kasshōsuru-滑翔する | (door de lucht) zweven; zweefvliegen |
| kassō-滑走 | het taxiën (van een vliegtuig |
| kasumeru-掠める | stelen; wegnemen; roven; plunderen |
| kasumeru-掠める | misleiden; bedriegen; om de tuin leiden; (iets) stiekem doen |
| kasuru-嫁する | iemand anders de schuld geven; de verantwoording leggen bij iemand anders |
| kata-方 | achtervoegsel achter persoonsnamen (erend) |
| katae-片方 | regio; platteland |
| katagata-旁 | af en toe; tegelijkertijd; voordien; voordat; en |
| katainaka-片田舎 | een afgelegen plek; in de binnenlanden; in de rimboe [bushbush] |
| katakata-片方 | zijkant; hoek; afgelegen plek |
| kataki-敵 | vijand; tegenstander |
| katakuriko-片栗粉 | zetmeel; verdikkingsmiddel (tegenwoordig aardappelmeel, oorspronkelijk gemaakt van katakuriwortel: Erythronium japonicum, hondstand lelie) |
| kataru-語る | voordragen; opzeggen; reciteren |
| kataru-騙る | misleiden; bedriegen |
| katasaki-肩先 | topje [punt; uiteinde] van de schouder (begin van de bovenarm) |
| katashiki-型式 | type; model (vliegtuig, auto, machine, e.d.) |
| katasumi-片隅 | hoek(je); afgelegen locatie |
| katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
| katatataki-肩叩き | in een bedrijf iemand met een schouderklopje aansporen om vervroegd met pensioen te gaan [ ontslag te nemen] |
| kategorī-カテゴリー | categorie; soort; klasse |
| katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
| katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
| kāton-カートン | een schaal [schaaltje; dienblad] (waar geld op wordt gelegd bij betaling) |
| katsu-且つ | tegelijkertijd; bovendien |
| katsudō-活動 | activiteit; actie; beweging; inspanning; bedrijvigheid |
| katsudō-活動 | bewegende beelden [film] |
| katsudōshashin-活動写真 | bewegende beelden [flim] |
| katsuro-活路 | overlevingsstrategie; ontsnappingswijze; uitweg (uit moeilijkheden, impasse, e.d.) |
| katsute-嘗て | eens; eerder; vroeger; voorheen; ooit |
| katsuyō-活用 | (grammatica) vervoeging; conjugatie |
| katsuyōgo-活用語 | een vervoegd [verbogen] woord |
| katsuyōgobi-活用語尾 | (grammatica) verbuigingsuitgang; vervoegingsuitgang |
| katsuyōkei-活用形 | vervoegingsvorm; conjugatie vorm |
| kattobakku-カットバック | kapbeweging (voetbal, rugby, e.d.) |
| kattogurasu-カットグラス | geslepen glas; gegraveerd glas |
| kattoin-カットイン | (basketbal) door de verdedigingslinie van de tegenstander snijden |
| kattoin-カットイン | het invoegen van een korte scène in een bij film of televisie |
| katto・gurasu-カット・グラス | geslepen [gegraveerd] glas; techniek van het glas slijpen [graveren] |
| kaunseringu-カウンセリング | counseling; advisering; hulpverlening; begeleiding |
| kauntā-カウンター | aanval; tegenaanval |
| kauntāburō-カウンターブロー | tegenstoot; terugslag |
| kauntāpanchi-カウンターパンチ | tegenstoot |
| kawakiri-皮切り | begin; start |
| kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
| kawara-航 | een lange, dikke houten plaat die van de boeg van een Japans schip naar de achtersteven gaat |
| kawarake-土器 | (ongeglazuurd) aardewerk |
| kawarihateru-変わり果てる | geheel (in het nadeel) veranderd zijn; achteruit gegaan [verlopen] zijn |
| kawaru-代わる | vervangen worden; invallen; de plaats innemen (van); vertegenwoordigen |
| kawasegaki-川施餓鬼 | herdenkingsdienst (bij of op een rivier) voor diegenen die daar zijn verdronken |
| kayaku-加薬 | kruiden; specerijen; additiva (vaak bijgevoegd bij instantvoedsel) |
| kayaku-加薬 | adjuvans [adjuvant] (niet werkzame stof die wordt toegevoegd aan medicijnen om hun werking te verbeteren) |
| kayoi-通い | (vaste) route; weg; traject |
| kayoiji-通い路 | (hist.) hoofdweg met poststations en pleisterplaatsen |
| kayou-通う | elkaar begrijpen; overbrengen [uitdrukken; mededelen] (van een gedachte, e.d.) |
| kazayoke-風除け | windscherm; beschutting tegen de wind |
| kazegusuri-風邪薬 | medicijn tegen verkoudheid |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kē-ケー | k, afk. voor keuken (op de plattegrond van een woning) |
| kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
| kebin-ケビン | cabine (in een vliegtuig) |
| kēburukā-ケーブルカー | kabelspoorweg; funiculaire; kabelbaan |
| kecchaku-決着 | conclusie; schikking; akkoord; regeling |
| kedo-けど | maar; echter; hoewel; alhoewel; toch; niettemin; niettegenstaande |
| kegon-華厳 | (afk. voor) de Kegon-school van boeddhisme |
| kegonshū-華厳宗 | de Kegon-school van boeddhisme |
| kei-卿 | (arch.) jij (gebruikt door een heer of vorst tegen zijn vazallen) |
| kei-罫 | lijn op papier; regel |
| keibyaku-啓白 | (bij het begin van een boeddhistische dienst) de verkondiging van het doel van de dienst door de hoofdpriester voor het boeddhabeeld en de aanwezigen |
| keido-経度 | lengtegraad |
| keieisenryaku-経営戦略 | managementstrategie |
| keigai-形骸 | een lege huls |
| keii-経緯 | lengtegraad en breedtegraad |
| keiin-契印 | een contractzegel (stempel) dat over twee bladzijden wordt gedrukt om aan te tonen dat ze één document vormen |
| keijō-経常 | gewoon [normaal; regulier; actueel; huidig] zijn |
| keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
| keikandōro-景観道路 | toeristische route; schilderachtige weg |
| keikasochi-経過措置 | overgangsmaatregel |
| keiki-契機 | gelegenheid; kans |
| keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
| keikishigekisaku-景気刺激策 | maatregelen om de economie te stimuleren |
| keikitaisaku-景気対策 | (economie) stimulerende maatregelen |
| keikō-経口 | via de mond ingegaan zijn; oraal zijn |
| keikōhosuieki-経口補水液 | orale rehydratieoplossing (tegen uitdroging) |
| keikoku-経国 | het regeren [besturen] van een land [staat] |
| keikōtō-蛍光灯 | iemand die traag van begrip is [traag reageert] |
| keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
| keimu-警務 | politie zaken [aangelegenheden] |
| keimukan-刑務官 | cipier; gevangenisbewaarder; detentiebegeleider |
| keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
| keiryaku-経略 | regeren [heersen] (over een land of gebied) |
| keiryaku-経略 | regeren [heersen] over de wereld (in alle vier windrichtingen) |
| keiryaku-計略 | tactiek; (krijgs)list; plan; strategie |
| keiryō-計量 | meting; weging; het meten; het wegen |
| keisatsutechō-警察手帳 | politiepenning; politie ID-bewijs; politiekaart; legitimatiekaart van een politieambtenaar |
| keisen-係船 | het afmeren [aanleggen] van een schip |
| keisen-経線 | parallel van de lengtegraad [meridiaan] |
| keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| keisuru-刑する | (iem.) veroordelen tot [een vonnis opleggen van] een gevangenisstraf [doodstraf] |
| keitōdateru-系統立てる | systematiseren; (ideeën, kennis, informatie. etc.) ordenen volgens een bepaald principe of bepaalde regel |
| keitōsuru-傾倒する | bewonderen; zich wijden aan; toegewijd zijn aan |
| keiyakukaijo-契約解除 | contractontbinding; opzeggen van een contract |
| keiyōdōshi-形容動詞 | zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord; Japans na-adjectief |
| keiyōshi-形容詞 | bijvoeglijk naamwoord; Japans i-adjectief (verbaal adjectief) |
| keiyōshiku-形容詞句 | bijvoeglijke bepaling |
| keiyōshisetsu-形容詞節 | bijvoeglijke bijzin |
| keiyu-経由 | route; weg; doorgang |
| kekkōchi-血糖値 | bloedsuikergehalte; bloedsuikerspiegel |
| kemudashi-煙出し | raam(werk) om rook naar buiten weg te voeren |
| kemuridashi-煙出し | raam(werk) om rook naar buiten weg te voeren |
| ken-けん | omdat; vanwege; daarom |
| ken-兼 | (in kanji combinaties) en; daarbij; daarnaast; tegelijkertijd |
| kenban-検番 | een geregistreerde [ervaren] geisha |
| kenbangeisha-検番芸者 | een geregistreerde [ervaren] geisha |
| kendō-県道 | provinciale weg |
| kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
| kengen-権限 | macht; zeggenschap; gezag |
| kengen-権限 | bevoegdheid; jurisdictie |
| kengen-献言 | het advies [voorstel] (gegeven aan een meerdere) |
| kengenhan'i-権限範囲 | jurisdictie; binnen de zeggenschap [het gezag] van |
| keni-けに | (geeft reden of oorzaak aan) daarom; vanwege |
| kenjitsu-堅実 | stabiel [betrouwbaar; degelijk] zijn |
| kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
| kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
| kenkō-兼行 | het meerdere dingen tegelijkertijd doen |
| kenko-眷顧 | gunst; begunstiging; steun |
| kenmei-件名 | onderwerp; onderwerpregel (b.v. van een e-mail); naam of trefwoord (voor index of classificatie) |
| kenmon-検問 | politie ondervraging [inspectie] van voorbijgangers op straat, bij een tijdelijke wegversperring e.d. |
| kenmu-兼務 | het twee functies tegelijkertijd bekleden; twee taken [opdrachten] tegelijk uitvoeren |
| kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
| kennō-権能 | autoriteit; macht; bevoegdheid |
| kenpoku-硯北 | en woord dat naast het adres van een brief wordt toegevoegd om respect te tonen |
| kenri-権利 | recht: bevoegdheid; aanspraak; privilege |
| kenro-険路 | steile [hellende] weg [straat]; steil pad |
| kenryō-見料 | toegangsprijs; prijs voor een bezichtiging |
| kenryō-見料 | betaling voor waarzeggerij |
| kenryo-賢慮 | (beleefde verwijzing naar) de overwegingen [gedachten; mening] van een ander |
| kensai-賢才 | een begaafde [talentvolle; wijze] persoon |
| kensaku-検索 | het opzoeken (b.v. in een woordenboek); het zoeken naar bepaalde informatie [gegevens] (in documenten, op internet, etc.) |
| kensetsu-建設 | bouw; aanleg; constructie; oprichting; stichting |
| kenshinteki-献身的 | toegewijd; onbaatzuchtig |
| ken'yo-権輿 | begin; oorsprong |
| keppaku-潔白 | onschuldigheid; integriteit; puurheid |
| keppan-血判 | met bloed bezegelen (om trouw en saamhorigheid te zweren) |
| keppitsu-欠筆 | weglating van een gedeelte van een karakter (ter vermijding van taboeonderwerpen, of om personen niet bij naam te noemen) |
| kerun-ケルン | kegelvormige steen; pre-Keltisch gedenkteken |
| keshitobu-消し飛ぶ | wegvliegen; (plotseling) spoorloos verdwijnen |
| ketobasu-蹴飛ばす | wegschoppen; (er)uit schoppen |
| ketsuban-欠番 | ontbrekend [weggelaten; overgeslagen] nummer [getal] |
| ketsuji-欠字 | weggelaten woord; omissie (in tekst); leemte |
| ketsurei-欠礼 | het nalaten iemand te begroeten [te complimenteren]; gebrek aan respect [beleefdheid; manieren] |
| ketsuro-血路 | uitweg; ontsnappingsroute |
| kettō-決闘 | duel; tweegevecht |
| kezuritoru-削り取る | afvijlen; afschaven; wegvijlen; afschrapen |
| ki- 軌 | wagenspoor; wielspoor; wagenpad; wagenweg; karrenweg |
| ki-棄 | (in kanji combinaties) weggooien; wegwerpen; verwerpen; afdanken |
| ki-機 | kans; gelegenheid |
| ki-機 | vliegtuig |
| kibaru-気張る | zich (tot het uiterste) inspannen; zwoegen |
| kibataraki-気働き | tact; meelevendheid; (snel van) begrip; inzicht |
| kibaya-気早 | opvliegend [ongeduldig] karakter |
| kibidango-黍団子 | zoete deegballetjes gemaakt van gierstmeel |
| kibiki-忌引 | afwezigheid [verlof] van werk of school vanwege rouw |
| kiboku-亀卜 | waarzeggerij met behulp van het schild van een schildpad (door dat te verbranden en daarna het patroon van de scheuren die waren ontstaan te bekijken) |
| kidentai-紀伝体 | Chinese biografische geschiedschrijving; Chinese historische legendes |
| kidō-軌道 | spoorweg; rails |
| kidōsuru-起動する | opstarten; in beweging brengen |
| kieiru-消え入る | geleidelijk vervagen [verdwijnen; afnemen]; wegsterven |
| kieiru-消え入る | zich zwakker voelen (vanwege schaamte, pijn, e.d.) |
| kieuseru-消え失せる | (uit het zicht) verdwijnen; spoorloos verdwijnen; vervliegen |
| kifuda-木札 | toegangsbewijs (na betaling) |
| kigake-来掛け | onderweg; heenweg; op weg (hierheen) |
| kigami-生紙 | ongelijmd [ongegomd] papier |
| kigo-綺語 | (boedddh., een van de tien kwaden) loze woorden die indruisen tegen de waarheid; iets mooier voorstellen dat het is |
| kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
| kihin-気品 | elegantie; gratie; (goede) stijl |
| kihin-貴賓 | een vooraanstaande [hooggeplaatste] gast [klant]; eregast |
| kihitsu-起筆 | beginpunt van een penseelstreek (bij het kalligraferen) |
| kiji-生地 | eigen [natuurlijke] eigenschap(pen) [aanleg] |
| kiji-生地 | deeg; beslag |
| kijō-机上 | iets dat op tafel ligt; iets dat ter discussie staat; een plan dat nog niet uitgevoerd [toegepast] is |
| kijū-機銃 | (afk. voor) machinegeweer; mitrailleur |
| kika-奇禍 | een onvoorziene [onverwachte] tegenslag [tegenspoed; ramp] |
| kikai-機会 | gelegenheid; kans |
| kikanjū-機関銃 | machinegeweer; mitrailleur |
| kikantōshika-機関投資家 | institutionele investeerder [belegger] |
| kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
| kikidasu-聞き出す | beginnen te luisteren |
| kikiireru-聞き入れる | goed luisteren naar; (iemand's advies) volgen; toestemmen; toegeven |
| kikikaesu-聞き返す | een tegenvraag stellen; een vraag met een wedervraag beantwoorden |
| kikikajiru-聞き齧る | (iets) oppervlakkig kennen [weten]; (iets) alleen van horen zeggen weten |
| kikisugosu-聞き過ごす | niet (willen) horen; negeren |
| kikitodokeru-聞き届ける | toestaan; toegeven; accepteren; aanhoren |
| kikitogameru-聞き咎める | terechtwijzen; berispen; aanmerkingen hebben (op); in twijfel trekken (wat iemand zegt) |
| kikitori-聞き取り | luistervaardigheid in [auditief begrip van] een vreemde taal |
| kikitoru-聞き取る | horen [begrijpen; verstaan] wat iemand zegt |
| kikitsutae-聞き伝え | gerucht; iets van horen zeggen |
| kikitsutaeru-聞き伝える | het van anderen horen; informatie krijgen uit de tweede hand; iets weten van horen zeggen |
| kikkake-切っ掛け | signaal [teken; aanwijzing; gelegenheid] om iets te beginnen; oorzaak; motief |
| kikkutsu-詰屈 | moeilijk te begrijpen zijn |
| kikō-寄港 | aanleghaven (voor schepen); tussenlanding (voor vliegtuigen) |
| kikonasu-着こなす | zich smaakvol [elegant] kleden; kleding stijvol [flatterend] dragen |
| kiku-規矩 | standaard; criterium; regel; norm |
| kiku-起句 | de eerste regel van een Chinees gedicht |
| kiku-起句 | het begin van een zin |
| kikuban-菊判 | standaard Japans papierformaat (huidig: 150 x 220 mm; vroeger: 636 x 939 mm) |
| kikusuru-掬する | iemand begrijpen; zich inleven; meeleven; empathie tonen |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kikyo-起居 | iemands houding en gedrag [handelingen]; iemands bewegingen [staan of zitten]; iemands dagelijkse leven |
| kikyū-危急 | noodsituatie; crisissituatie; driegend gevaar |
| kimama-気儘 | koppigheid; egoïsme; eigenbelang |
| kimari-決まり | regel; voorschrift |
| kimariwarui-決まり悪い | zich schamen; verlegen [beschaamd] zijn |
| kimedokoro-決め所 | het belangrijkste [cruciale] punt, het punt dat de doorslag kan geven; de perfecte gelegenheid [kans] |
| kimeifutsūkabu-記名普通株 | geregistreerde aandelen |
| kimeikabu-記名株 | geregistreerde aandelen |
| kimeiyūsenkabu-記名優先株 | geregistreerd preferente aandelen |
| kimijika-気短 | opvliegendheid; lichtgeraaktheid; ongeduldigheid |
| kimitsuhi-機密費 | geheime begroting [fondsen] |
| kimuchi-キムチ | kimchi (groentegerecht uit de Koreaanse keuken) |
| kinbae-金蠅 | een bromvlieg, Chrysomya megacephala |
| kinchō-金打 | een plechtige belofte [eed] (afgelegd door samoerai met hun zwaarden tegen elkaar gedrukt, en door vrouwen met spiegels) |
| kinchoku-謹直 | plichtsgetrouwheid; zorgvuldigheid; nauwgezetheid; eerlijkheid; integriteit |
| kindai-近代 | tegenwoordig; de [recente] moderne tijd |
| kinetikku・āto-キネティック・アート | kinetische kunst (bewegende kunstobjecten) |
| kinezuka-杵柄 | de houten hamer [stamper] waarmee rijstdeeg wordt gestampt |
| kingen-金言 | een wijs gezegde; gouden spreuk |
| kingō-近郷 | aangrenzende districten; nabijgelegen dorpen; omringend platteland |
| kingoku-近国 | (in het Ritsuryō-systeem) de regio's [gebieden] rond Kyoto |
| kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
| kinkagyokujō-金科玉条 | gouden regel; belangrijkste voorschrift |
| kinki-近畿 | Kinki (regio dichtbij de hoofdstad) |
| kinku-禁区 | gebied verboden voor onbevoegden; spergebied |
| kinohayai-気の早い | opvliegend; kortaangebonden; kortaf; lichtgeraakt |
| kinpa-金波 | oplichtende [schitterende] golven (door weerspiegeling van zon of maan) |
| kinsei-近世 | de (vroeg)moderne tijd |
| kinshukuseisaku-緊縮政策 | bezuinigingsbeleid; bezuinigingsmaatregelen |
| kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
| kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
| kiō-既往 | het verleden; verleden tijd; vroegere tijden |
| kiokure-気後れ | verlegenheid; gêne; schroom; gebrek aan zelfvertrouwen |
| kiomote-木表 | de voorkant van hout (die het dichtst tegen de bast heeft gezeten) |
| kiōshō-既往症 | ziektegeschiedenis (van iemand); anamnese |
| kippari-きっぱり | resoluut; beslist; botweg; direct; eerlijk; duidelijk |
| kippu-切符 | kaartje; entreebiljet; toegangsbewijs; bon; coupon; bekeuring |
| kirā-キラー | meedogenloze tegenstander |
| kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
| kirau-嫌う | niet bestand tegen iets zijn; niet tegen iets kunnen |
| kiri-きり | (achtervoegsel) slechts; (alleen) maar; sindsdien; vanaf nu; nog steeds |
| kiriau-切り合う | de degens kruisen (met); vechten met zwaarden |
| kiridooshi-切り通し | een weg een door bergachtig [heuvelachtig] terrein [landschap] |
| kiriharau-切り払う | weghakken; wegsnoeien; wieden; (grond) vrijmaken (van bomen, onkruid, etc.) |
| kirihitoha-桐一葉 | één (vallend) blad van de Anna Paulownaboom (als teken van het begin van de herfst) |
| kirikaeshi-切り返し | tegenaanval; terugslag; terugvechten |
| kirikaeshi-切り返し | (bij sumo) een beenveeg |
| kirikaesu-切り返す | (een tegenstander) pootje haken |
| kirimusubu-切り結ぶ | duelleren; de degens kruisen (met); strijden |
| kirinji-麒麟児 | een wonderkind; hoogbegaafd kind |
| kirinukeru-切り抜ける | zich een weg banen [vechten] door; een uitweg vinden; hindernissen overwinnen |
| kirisame-霧雨 | motregen; lichte regen |
| kiritsu-規律 | tucht; discipline; tuchtregel |
| kiritsusuru-規律する | regelen; toezicht houden op |
| kiro-岐路 | tweesprong; wegsplitsing; kruising |
| kirokusuru-記録する | registreren; optekenen; notuleren |
| kiru-切る | starten; beginnen; aanzetten |
| kisai-機才 | gevatheid; spitsvondigheid; vlugheid van begrip |
| kisai-鬼才 | genie; uitzonderlijk talent; bijzonder begaafd iemand |
| kisaisha-記載者 | registrator |
| kisei-規制 | regulering; regel; voorschrift; reglement |
| kiseikanwa-規制緩和 | deregulatie; deregulering; versoepeling van regelgeving |
| kiseki-鬼籍 | overlijdensregister; necrologie |
| kishina-来しな | (shina is een achtervoegsel aan de werkwoordsvorm ki- van kuru (komen)) als je komt; op weg; onderweg |
| kishō-気性 | temperament; aard; karakter (vaak met negatieve connotatie) |
| kishuzandaka-期首残高 | beginsaldo |
| kisoku-規則 | voorschrift; regelgeving |
| kisokukanwa-規則緩和 | deregulering (vermindering van officiële regelingen) |
| kisui-既遂 | volledige [daadwerkelijke] uitvoering [pleging] van een misdrijf |
| kitei-規定 | voorschrift; regel; bepaling; regelgeving |
| kitei-規程 | voorschrift; regelgeving |
| kiten-基点 | beginpunt; uitgangspunt |
| kiten-起点 | beginpunt; startpunt |
| kito-帰途 | terugkeer; op weg naar huis |
| kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
| kitsunenoyomeiri-狐の嫁入り | regenbui terwijl de zon schijnt |
| kitte-切手 | postzegel |
| kittearubumu-切手アルバム | postzegelalbum |
| kittechō-切手帳 | postzegelalbum |
| kitteshūshūka-切手収集家 | postzegelverzamelaar |
| kiyaku-規約 | overeenkomst; regel; statuten |
| kiyomizunobutai-清水の舞台 | het (hooggelegen) platform van de Kiyomizu tempel in Kyoto |
| kiyū-杞憂 | ongegronde bezorgdheid; onnodige angst [vrees] |
| kizamu-刻む | verstrijken [wegtikken] van tijd; de maat slaan |
| kizuku-築く | bouwen; oprichten; optrekken; opzetten; aanleggen; in elkaar zetten |
| kkiri-っきり | (achtervoegsel) slechts; (alleen) maar; sindsdien; vanaf nu; nog steeds |
| kko-っこ | (achtervoegsel) net zoals; met elkaar; gezamenlijk |
| ko-小 | (voorvoegsel) klein; smal; weinig; een beetje |
| ko-股 | (van een weg, boom, e.d.) vork; vertakking |
| kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
| kōban-降板 | (honkbal) de werper [pitcher] van de werpheuvel wegsturen en vervangen door een andere werper |
| kōbin-幸便 | een uitgelezen kans; goede gelegenheid [mogelijkheid] |
| kobukusha-子福者 | een persoon die gezegend is met veel kinderen |
| kobun-子分 | volgeling; aanhanger; protegé; handlanger; ondergeschikte |
| koburi-小降り | lichte regenval [sneeuwval] |
| kōchaku-降着 | landing van een vliegtuig |
| kōchingu-コーチング | coaching; begeleiding |
| kodaimōsōkyō-誇大妄想狂 | grootheidswaan; megalomanie |
| kodashi-小出し | een beetje; kleine hoeveelheid (tegelijk) |
| kōden-公電 | officieel telegram |
| koden-古伝 | legende; (volks)overlevering |
| kōden-香典 | geschenk bij condoleance op een begrafenis (meestal geld); begrafenisoffer |
| kōdō-公道 | openbare weg |
| kodō-古道 | (arch.) oude [historische] weg |
| kodō-古道 | oude spirituele weg [moraal] van Japan voorafgaand aan de introductie van het boeddhisme en confucianisme |
| kōdō-坑道 | mijngang; ondergrondse weg; tunnel |
| kōdō-講堂 | collegezaal; gehoorzaal |
| kodoku-孤独 | eenzelvig mens; iemand die zijn eigen weg gaat [zich afzondert] |
| kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
| kōen-講筵 | collegezaal |
| kōen-講筵 | college; lezing |
| kōensha-後援者 | supporter; fan; sponsor; begunstiger; patroon; mecenas |
| kōensuru-後援する | (financieel) steunen; ondersteunen; helpen; bijstaan; financieren; sponsoren; begunstigen |
| kōfuku-口腹 | wat je zegt en wat je denkt |
| koga-個我 | het ik; het zelf; het ego |
| kogarashi-木枯らし | koude wind (aan het einde van de herfst tot begin van de winter) |
| kogatana-小刀 | klein mes dat als onderdeel aan een zwaardschede is toegevoegd |
| kogen-古諺 | een oud spreekwoord [gezegde] |
| kōgen-抗言 | protest; weerwoord; tegenspraak |
| kōgi-広義 | bredere [ruimere] interpretatie van een woord, begrip, theorie, etc. |
| kōgi-抗議 | protest; tegenwerping; bezwaar |
| kōgi-講義 | (hoor)college; lezing |
| kogo-古語 | oud gezegde; spreekwoord; spreuk |
| kogu-漕ぐ | zich moeizaam voortbewegen [zich een weg banen] (door sneeuw, modder, e.d.) |
| koguchi-小口 | begin |
| kōgun-皇軍 | het keizerlijke leger (vroeger de algemene benaming voor leger en marine van Japan) |
| kōgyōchitai-工業地帯 | industriegebied |
| kōhai-降灰 | het regenen [neerdalen] van vulkanische as door een vulkaanuitbarsting |
| koharu-小春 | warme nazomer; warme [zonnige] dag in (het begin van de) winter |
| kōhatsu-後発 | het later vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; volgen |
| kōhi-工費 | bouwkosten; aanlegkosten |
| kōho-候補 | mededinger; rivaal; tegenstander |
| kōi-好意 | vriendelijkheid; welwillendheid; tegemoetkoming |
| kōi-好意 | genegenheid; sympathie |
| kōji-公事 | publieke zaak; overheidsaangelegenheid |
| kōji-小路 | kleine [smalle] weg [straat]; steeg; laantje |
| koji-居士 | een achtervoegsel aan de postume naam van mannen |
| kōjikakaku-公示価格 | geregistreerde [officieel vastgestelde] prijs [waarde] |
| kojinjōhō-個人情報 | persoonsgegevens; persoonlijke informatie |
| kojinshugi-個人主義 | individualisme; zelfzuchtigheid; egotisme |
| kojō-孤城 | een eenzaam [geïsoleerd gelegen] kasteel [vesting] |
| kojō-孤城 | een belegerd kasteel (omringd door vijanden) |
| kōjō-攻城 | belegering; beleg |
| kōjōsei-恒常性 | (fysiologie) homeostase; zelfregulering (van organismen) |
| kōjōsen-攻城戦 | belegeringsoorlog; beleg; belegering |
| kokabu-子株 | (beurshandel) nieuw uitgegeven aandelen |
| kokage-木陰 | de schaduw van een boom; een plek onder een boom (beschut tegen zonlicht en regen) |
| kōkai-降灰 | het regenen [neerdalen] van vulkanische as door een vulkaanuitbarsting |
| kōkei-後継 | achterhoede (van een leger) |
| kōken-後見 | adviseur [regent] (voor de shogun) |
| kōki-校規 | schoolreglement |
| kokin-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kōkin-抗菌 | antibacterieel; tegen bacteriën |
| kokkai-国会 | parlement; volksvertegenwoordiging (van Japan) |
| kokkakōmuin-国家公務員 | (nationale) overheidsfunctionaris; regeringsbeambte; staatsambtenaar |
| kokkan-骨幹 | basis; grondbeginsel; bron |
| kōkō-後攻 | (honkbalterm) eerst als veldploeg spelen en als tweede slagploeg |
| kōkoku-抗告 | (jur.) hoger beroep (tegen het vonnis van de eerste aanleg) |
| kokon-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kokonotsu-九つ | negen (stuks) |
| kokoroe-心得 | kennis; begrip; bekwaamheid |
| kokoroe-心得 | een belangrijk punt; regel; richtlijn |
| kokoroechigai-心得違い | misverstand; onbegrip |
| kokoroegatai-心得難い | moeilijk te begrijpen [te bevatten] |
| kokoroeru-心得る | weten; begrijpen; beschouwen [opvatten] (als) |
| kokoronikui-心憎い | (wordt gezegd van iets dat juist heel goed is) irritant; verschrikkelijk |
| kokoroyasudate-心安だて | openheid; toegankelijkheid; ongereserveerdheid |
| kokozotobakarini-ここぞとばかりに | de kans benutten [aangrijpen]; van de gelegenheid gebruik maken |
| koku-古句 | oude uitdrukking; oud gezegde; versregel van een dichter (uit een ver verleden) |
| kōkūbokan-航空母艦 | vliegdekschip; vliegkampschip |
| kokudō-国道 | rijksweg |
| kokuhakusuru-告白する | bekennen; erkennen; toegeven; (op)biechten |
| kokuheisha-国幣社 | een (door de overheden gesubsidieerde) regionale tempel |
| kokuin-刻印 | een gesneden [gegraveerd] zegel [stempel] |
| kokuji-刻字 | uitgesneden [gegraveerde] karakters [letters] |
| kokuji-国事 | staatszaken; staatsaangelegenheden |
| kokuji-国璽 | het grootzegel (van een land) |
| kokujihan-国事犯 | landverraad; (politiek) misdrijf tegen de staat |
| kokujin-黒人 | zwarte persoon; neger; kleurling |
| kōkūki-航空機 | luchtvaartuig (zoals luchtballon, luchtschip, vliegtuig e.d.) |
| kōkūkōgaku-航空工学 | luchtvaarttechniek; vliegtuigbouwkunde |
| kokumu-国務 | staatsaangelegenheid; staatszaken |
| kokuon-国恩 | de plicht [verplichting] jegens het vaderland |
| kokuōsatsugai-国王殺害 | koningsmoord; regicide |
| kokuritsu-国立 | natie; staat; regering; rijk |
| kōkūro-航空路 | luchtweg; (aan)vliegroute |
| kokuru-告る | zijn liefde bekennen [toegeven] |
| kokusaikūkō-国際空港 | internationaal vliegveld; internationale luchthaven |
| kokusaitōshishintaku-国際投資信託 | internationale beleggingsfonds |
| kokusho-国初 | het begin [ontstaan] van een natie |
| kokusō-国葬 | staatsbegrafenis |
| kokutai-国体 | staatsbestel; staatssysteem; regeringsvorm |
| kokuteikōen-国定公園 | quasi-nationaal [semi-nationaal] park (toegewezen door de overheid maar beheerd door een prefectuur) |
| kokutetsu-国鉄 | (afk. voor) Japanse (nationale) Spoorwegen |
| kokuu-穀雨 | graan-regen, de zesde van de vierentwintig divisies van de vier seizoenen |
| kokuyūtetsudō-国有鉄道 | nationale spoorweg |
| kōkyū-考究 | onderzoek; studie; overweging |
| kōkyūhin-高級品 | luxegoederen; luxeartikel |
| komakusa-駒草 | dicentra (peregrina) |
| komaru-困る | in de problemen komen; in verlegenheid gebracht zijn; geen raad met iets weten; vervelend zijn |
| kōmeiseidai-公明正大 | eerlijkheid; rechtvaardigheid; integriteit; rechtschapenheid |
| komemono-込め物 | holwit (zetmateriaal voor het maken van lege marges bij letterzetten) |
| komeru-込める | (zich) concentreren op; betrekken (bij); invoegen; bijvoegen; bijtellen; meetellen |
| komi-込み | inclusief; inbegrepen |
| komichi-小道 | smalle weg; smal pad; paadje; weggetje; straatje; steegje |
| komichi-小道 | zijweg; omweg |
| komitto-コミット | inzet; betrokkenheid; toegewijd zijn |
| komittosuru-コミットする | zich inzetten; toegewijd zijn; zich toeleggen (op) |
| kōmoku-項目 | onderdeel; categorie |
| kōmoku-項目 | (in woordenboeken, e.d.) lemma [trefwoord] met uitleg [woordverklaring] |
| kōmoku-項目 | uitsplitsing in begrotingen |
| kōmu-公務 | overheidszaak; staatszaken; openbare aangelegenheden |
| kōmuru-被る | ontvangen (van een gunst; vriendelijkheid; rechtvaardige bejegening) |
| kōn-コーン | kegel; hoorntje |
| konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
| konekuru-捏ねくる | (klei, deeg, etc.) kneden |
| kōnenreishakoyōanteihō-高年齢者雇用安定法 | Wet stabilisering werkgelegenheid voor oudere werknemers (Eng,: Elderly Persons Employment Stabilization Law) |
| koneru-捏ねる | (klei, deeg, etc.) kneden; boetseren |
| kōngyōyōchi-工業用地 | industriegrond; industriegebied |
| kōnichi-抗日 | anti-Japanse opstand; verzet tegen Japanse agressie (m.n. gewapende verzetsbeweging van het Chinese volk) |
| kōnin-降任 | degradatie; verlaging in rang |
| kōninkaikeishi-公認会計士 | registeraccountant (RA); erkende [gecertificeerde] accountant (Certified Public Accountant, CPA) |
| konji-今次 | deze keer; ditmaal; bij deze gelegenheid |
| konji-恨事 | een betreurenswaardige aangelegenheid [zaak]; wrok; spijt; berouw |
| konjō-懇情 | vriendelijkheid; genegenheid |
| konnan-困難 | tegenspoed; ontberingen; last; moeilijkheden |
| kononde-好んで | vrijwillig; uit eigen beweging; met plezier; bij voorkeur |
| konosai-此の際 | op dit moment; bij deze gelegenheid; in deze omstandigheden |
| konseputo-コンセプト | concept; begrip; idee |
| kontei-根底 | basis; fundament; oorsprong; grondslag; grondbeginsel |
| kontorasuto-コントラスト | contrast; tegenstelling |
| kontorasuto-コントラスト | (fotografie) contrast; tegenbeeld |
| kontorōru-コントロール | controle; zeggenschap; beheersing |
| konukaame-小糠雨 | motregen; lichte regen |
| kōo-好悪 | voorkeur en aversie [tegenzin]; affectie en afkeer; liefde en haat |
| koppō-骨法 | fundamenten; basisregels; principes |
| korewa-これは | hé, zeg!; meen je dat?; is het echt waar? |
| korewakorewa-これはこれは | (versterkende uitdrukking van これは) hé, zeg!; meen je dat?; is het echt waar? |
| kōri-行李 | (mil.) legereenheid die munitie, voedsel, uitrusting etc. vervoert |
| kōrishugi-功利主義 | utilitarisme; utilisme; nuttigheidssysteem; utiliteitsbeginsel |
| koritsugo-孤立語 | isolerende taal (zonder verbuigingen, vervoegingen of gebonden morfemen) |
| kōron'otsubaku-甲論乙駁 | argumenten voor en tegen |
| koroshimonku-殺し文句 | veelzeggende [beslissende] uitspraak; doorslaggevend argument |
| koru-凝る | opgaan in; bezeten zijn van; toegewijd zijn aan; gek zijn van, zich helemaal storten op |
| kōrubakku-コールバック | terugroeping (van artikelen vanwege productiefouten) |
| kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
| kōrurōn-コールローン | call-lening (dagelijks opzegbare lening) |
| kōrushijō-コール市場 | call (money) markt (waar kortlopende, direct opzegbare, leningen worden verstrekt tussen banken en andere financiële instellingen) |
| kōru・manē-コール・マネー | daggeld; callgeld (geld van een lening die elke dag opgezegd kan worden) |
| kōryaku-後略 | inkorting van een citaat aan het eind; een uitdrukking in een brief, om aan te geven dat er zinnen aan het einde weggelaten worden |
| kōryō-亢竜 | hemelse [vliegende] draak |
| kōryo-考慮 | overweging; overdenking; beschouwing |
| kōryō-蛟竜 | Chinese mythische draak (die zich het water verbergt als een soort krokodil, en naar de hemel opstijgt bij regen) |
| koryo-顧慮 | overweging; beschouwing |
| kōryosuru-考慮する | overwegen; beschouwen; nadenken |
| koryosuru-顧慮する | in overweging nemen; overwegen; rekening houden met |
| kōryū-亢竜 | hemelse [vliegende] draak |
| kosame-小雨 | motregen; lichte regen |
| kōsaten-交差点 | (weg)kruising; kruispunt |
| koseki-戸籍 | familieregister |
| kosekigenpon-戸籍原本 | origineel familieregister (zoals het in de burgerlijke stand is opgenomen) |
| kosekihō-戸籍法 | Wet op het Familieregister |
| kosekishōhon-戸籍抄本 | uittreksel van het familieregister (m.b.t. gegevens van één familielid daarin) |
| kosekitōhon-戸籍謄本 | officiële kopie van het originele familieregister (van alle gegevens) |
| kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
| kōshasaitōshishintaku-公社債投資信託 | obligatiebeleggingsfonds |
| koshikata-来し方 | het verleden; vroeger; in vroeger tijd |
| kōshikisen-公式戦 | reguliere wedstrijd; competitiewedstrijd; kampioenswedstrijd; play-offs; eindronde (honkbal) |
| kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| koshimino-腰蓑 | traditionele Japanse kilt [rok] van stro of gras (vroeger gedragen door jagers en vissers) |
| kōshimoyōno-格子模様の | (fijn) gegroefd [gestreept] |
| koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
| kōshō-公娼 | erkende [geregistreerde] prostitutie [prostituee] (vanaf Kamakura periode tot aan 1958) |
| kōshō-公証 | authenticatie, legalisatie |
| kōshūdōtoku-公衆道徳 | sociale etiquette; welvoeglijkheid; fatsoen; moraal |
| koso-こそ | (achtervoegsel, benadrukt het voorgaande) precies; juist; daarom |
| kōsoku-校則 | schoolreglement; schoolregels |
| kōsokubasu-高速バス | expresbus (tussen steden, meestal via snelwegen) |
| kōsokudōro-高速道路 | snelweg; autoweg; autosnelweg |
| kōsōun-高層雲 | altostratus (egale grijze wolkenlaag) |
| kōsu-コース | koers; route; weg; pad; richting |
| kōsui-降水 | neerslag (regen, sneeuw, etc.) |
| kōtai-交代 | vervanging; (plaats)vervanger; wisseling (van macht, regering, etc.) |
| kōtei-航程 | (van een vliegtuig) vliegafstand; vlucht |
| kōteisuru-肯定する | bevestigen; ja zeggen |
| kōtekishu-好敵手 | een waardige [geduchte] tegenstander |
| kōten-後天 | na de geboorte verworven [gekregen] zijn |
| kotō-孤島 | een afgelegen eiland |
| koto-糊塗 | het verdoezelen; wegpoetsen; verhullen; verbloemen |
| kotobajiri-言葉尻 | einde van een zin; (vervoegde) woorduitgang |
| kotohajime-事始め | begin; start; eerste opzet; eerste stap |
| kotosuru-糊塗する | verdoezelen; wegpoetsen; verhullen; verbloemen |
| kototariru-事足りる | volstaan; genoeg [voldoende] zijn |
| kotowaza-諺 | spreekwoord; gezegde |
| kotozuke-言付け | (mondeling) bericht; (doorgegeven) boodschap |
| kōtsū-交通 | communicatie; uitwisseling (gegevens; ideeën) |
| kōtsūkisei-交通規制 | verkeersbeperkende maatregelen; verkeersregelingen |
| kotsuzai-骨材 | aggregaat (toeslagstof bij betonbereiding) |
| kōu-降雨 | regen; regenval; neerslag |
| kōunryūsui-行雲流水 | meebewegen met het tij; met de stroming meegaan; dingen nemen zoals ze komen |
| kōwa-高話 | met eerbied refereren aan wat iemand anders zegt |
| kowameshi-強飯 | gestoomde kleefrijst met rode bonen (gegeten bij feestelijke gelegenheden) |
| koyō-雇用 | werkgelegenheid; dienstverband |
| kōza-講座 | serie colleges; cursus |
| kōzōkaikakutokubetsukuikihō-構造改革特別区域法 | Wet op de nationale strategische speciale zones |
| ku-句 | regel of ander onderdeel van een gedicht |
| kū-空 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) leegte |
| kū-空 | leegte; lucht; hemel |
| kubetsu-区別 | verschil; onderscheid; tegenstelling |
| kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubitsuka-首塚 | begraafplaats [grafheuvel] voor de hoofden van gevallen strijders of veroordeelden |
| kubukurin-九分九厘 | tien tegen een; negen van de tien keer; bijna altijd; zo goed als zeker |
| kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| kuchiake-口開け | begin; start; opening |
| kuchibashiru-口走る | achteloos [onopzettelijk; zonder er bij na te denken] iets zeggen; eruit flappen |
| kuchidomesuru-口止めする | iemand het zwijgen opleggen; iemand verbieden te spreken |
| kuchifūji-口封じ | iemand laten [dwingen te] zwijgen (over iets); iemand het zwijgen opleggen |
| kuchifūji-口封じ | (straattaal) iemand omleggen; laten slapen; voorgoed het zwijgen opleggen |
| kuchigotae-口答え | weerwoord; tegenspraak |
| kuchigotaesuru-口答えする | tegenspreken; weerwoord geven |
| kuchiguse-口癖 | (door iemand) veel gebruikte uitdrukking [zegswijze]; iets dat iemand graag zegt |
| kuchihateru-朽ち果てる | wegrotten; vergaan |
| kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
| kuchikiri-口切り | begin; start |
| kuchimae-口前 | manier van spreken; wat er gezegd is [wordt] |
| kuchimakase-口任せ | het iets zeggen zonder erbij na te denken; iets eruit flappen |
| kuchiutsushi-口写し | het iemand napraten; herhalen wat iemand zegt |
| kūchūbenkai-空中分解 | het uiteenvallen (desintegreren) in de lucht |
| kūchūburanko-空中ブランコ | (vliegende) trapeze |
| kūchūkyokugeishi-空中ブランコ曲芸師 | (vliegende) trapezeartiest |
| kūchūkyūyuyōhikōki-空中給油用飛行機 | tankvliegtuig |
| kudai-句題 | een regel uit een oud gedicht, als thema voor een haiku [waka] gebruikt |
| kudaku-砕く | vereenvoudigen; begrijpelijk maken; uitleggen |
| kudan-九段 | negende graad [rang]; negende dan (judo, karate, etc.) |
| kudariayu-下り鮎 | ayu (vissen), die stroomafwaarts in de rivier zwemmen om eieren te gaan leggen |
| kudaru-下る | weggaan uit de hoofdstad |
| kūfuku-空腹 | honger; lege maag |
| kūgeki-空隙 | lege ruimte (tussen twee dingen); opening; gat; spleet |
| kugokoro-句心 | aanleg [gevoel] voor poëzie [gedichten] (m.n. voor haiku) |
| kuhō-句法 | de conventies [regels] voor het componeren van (Japanse) poëzie |
| kuhon-九品 | de negen niveaus van Amitabha's paradijs [het pure [zuivere] land] |
| kuhonjōdo-九品浄土 | Amitabha's paradijs [het pure [zuivere] land] in negen niveaus |
| kui-悔い | spijt; berouw; wroeging; inkeer |
| kuiakiru-食い飽きる | overeten; teveel gegeten hebben; vol zitten; niet meer lusten |
| kuiamasu-食い余す | het bord niet leegeten; eten laten staan |
| kuiaratameru-悔い改める | berouw hebben; tot inkeer komen; een nieuw begin maken; met een schone lei beginnen |
| kuiawase-食い合わせ | eten dat niet bij elkaar past [dat beter niet samen wordt gegeten]; ingrediënten die samen niet smaken |
| kuide-食いで | genoeg gegeten hebben; vol zitten |
| kuikake-食い掛け | half opgegeten voedsel |
| kuiki-区域 | zone; streek; (begrensd) gebied |
| kuikiru-食い切る | (alles) opeten; zijn bord leegeten |
| kuikku・mōshon-クイック・モーション | snelle (werp)beweging |
| kuikomu-食い込む | wegvreten; verteren; aantasten; verweren; roesten |
| kuikomu-食い込む | wegstromen; (geld) verliezen |
| kuinige-食い逃げ | (in een restaurant) het niet betalen van je consumpties (eten en drinken); weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuinigesuru-食い逃げする | (in een restaurant) je consumpties (eten en drinken) niet betalen; weglopen zonder de rekening te betalen |
| kuitarinai-食い足りない | niet genoeg gegeten hebben; nog hongerig zijn |
| kuitomeru-食い止める | tegenhouden; weerhouden; weerstaan; standhouden |
| kuji-公事 | (arch.) publieke [politieke] ceremonie [aangelegenheid] |
| kūji-空字 | weglating van een karakter (ter vermijding van taboeonderwerpen, of om personen niet bij naam te noemen) |
| kujiramaku-鯨幕 | (lett. walvisgordijn) een gordijn met brede, verticale zwart-witte strepen gebruikt bij begrafenisplechtigheden |
| kūkan-空間 | ruimte; open [lege] plek |
| kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
| kūkei-空閨 | eenzame slaapkamer, lege slaapkamer (als je geen partner meer hebt) |
| kūken-空拳 | met blote [lege] handen |
| kūkō-空港 | vliegveld; luchthaven |
| kūkūbakubaku-空空漠漠 | uitgestrekt en leeg [eindeloos] zijn |
| kūkyo-空虚 | leegte; leegheid; zinloosheid; nietszeggendheid |
| kumaso-熊襲 | Kumaso (vroegere provincie, nu de prefectuur Miyazaki) |
| kumiageru-汲み上げる | rekening houden met; in aanmerking [overweging] nemen |
| kumiawase-組み合わせ | combinatie; samenvoeging; sortering |
| kumiawaseru-組み合わせる | combineren; samenvoegen |
| kumichō-組長 | ploegleider; opzichter |
| kumihosu-汲み干す | droogleggen; afwateren; afvoeren; leeg hozen |
| kumiireru-汲み入れる | in overweging nemen |
| kumiireru-組み入れる | invoegen; verwerken; opnemen; onderbrengen |
| kumikomu-組み込む | invoegen; verwerken |
| kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
| kumitate-組み立て | assemblage; montage; samenvoeging |
| kumitateru-組み立てる | assembleren; monteren; samenvoegen; in elkaar zetten [passen] |
| kumiuchi-組み打ち | handgemeen; gevecht van man tegen man; het worstelen |
| kumoyuki-雲行き | bewegen [voorbijtrekken; overdrijven; naderbijkomen] van wolken |
| kun-君 | de heer; meneer (aanspreektitel, achtervoegsel achter persoonsnamen) |
| kundō-訓導 | begeleiding; onderricht; onderwijs |
| kuniku-苦肉 | wanhopige poging [maatregel]; zichzelf kwellen om de vijand te misleiden |
| kunrin-君臨 | heerschappij; het heersen; regeren |
| kuraikomu-食らい込む | in de gevangenis gegooid worden |
| kuraimake-位負け | het diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een ander [een tegenstander] |
| kuraimakesuru-位負けする | diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een tegenstander |
| kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
| kūran-空欄 | lege [nog niet ingevulde] regel (in een tekst of op een formulier) |
| kurejitto-クレジット | krediet; (bank)tegoed |
| kureuchi-塊打ち | het fijnmaken van de plaggen die bij het omploegen van aarde zijn ontstaan |
| kuriageshōkan-繰上償還 | vervroegde aflossing |
| kuriaransu-クリアランス | opruiming; het opruimen [schoonvegen] |
| kuriaransu・sēru-クリアランス・セール | uitverkoop; leegverkoop |
| kuriawaseru-繰り合わせる | plannen; organiseren; regelen |
| kuriireru-繰り入れる | (iets ergens) in doen; toevoegen; overbrengen |
| kurikomu-繰り込む | bevatten; insluiten; inbegrepen zijn |
| kūriku-空陸 | luchtmacht en leger(troepen) |
| kuriwata-繰り綿 | ontkorreld [geëgreneerd] katoen (waarbij de katoenvezels al van de zaden zijn ontdaan) |
| kūro-空路 | luchtroute; (aan)vliegroute |
| kurō-苦労 | moeite; pijn; ontbering; tegenslag |
| kurohae-黒南風 | een zuidelijke wind die aan het begin van het regenseizoen waait |
| kuronbō-黒ん坊 | iemand met een donkere huid; neger; iemand die bruinverbrand is (door de zon) |
| kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
| kurosu・kauntā-クロス・カウンター | tegenaanval |
| kurū-クルー | bemanning; ploeg; team |
| kuru-繰る | omslaan (bladzijde); (naslagwerk) raadplegen; opzoeken (in een boek, e.d.) |
| kurui-狂い | onregelmatigheid; wanorde; ongeregeldheid |
| kurumeru-包める | samenklonteren; samenvoegen; opstapelen; optellen |
| kusabukai-草深い | met gras begroeid [overwoekerd] |
| kusakagerō-草蜉蝣 | gaasvlieg (Chrysopidae) |
| kusakari-草刈り | degene die het gras maait |
| kusaki-草木 | bomen en planten; vegetatie |
| kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| kusaru-腐る | degenereren; verdorven [ontaard; corrupt] worden |
| kūseki-空席 | lege [onbezette] stoel [plek]; vacature; vrije positie |
| kūsha-空車 | lege [onbezette] taxi; vrije zitplaatsen (in voertuig) |
| kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| kushigaki-串柿 | gedroogde kaki's op pinnen geregen |
| kussō-屈葬 | het iemand begraven in gehurkte [gebogen; zittende] houding |
| kutsugaesu-覆す | omverwerpen (van een regime, e.d.) |
| kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
| kuwaeru-加える | (bij elkaar) optellen; toevoegen |
| kūyanenbutsu-空也念仏 | invocatie van Amida Boeddha volgens de leer van Kūya (een Tendai monnik, 903 - 972) met behulp van instrumentale begeleiding (kalebas of bel) en dans |
| kuyō-九曜 | (in de Hindoe astrologie) de Navagraha, negen planeten |
| kuzushi-崩し | (worstelen, judo, etc.) het uit balans brengen van een tegenstander |
| kū・kurakkusu・kuran-クー・クラックス・クラン | Ku Klux Klan (geheime blanke organisatie in de Verenigde Staten vooral bekend vanwege hun racistisch geweld) |
| kyabin-キャビン | cabine (in een vliegtuig) |
| kyabinetto-キャビネット | kabinet (regering) |
| kyadī-キャディー | (golf) degene die de golftas van een speler draagt |
| kyaku-脚 | (achtervoegsel) gebruikt voor het tellen van meubels, e.d. |
| kyakudo-客土 | aarde van een andere plek die wordt toegevoegd om de bodemgesteldheid te verbeteren |
| kyakudome-客止め | het wegsturen [weigeren] van klanten omdat het te druk is |
| kyandoru・sābisu-キャンドル・サービス | het aansteken van kaarsen door de bruid en de bruidegom bij een huwelijksreceptie |
| kyanpu-キャンプ | kamp; kampement; legerplaats |
| kyaputen-キャプテン | aanvoerder (van een sportploeg); hoofd (van een kleine organisatie) |
| kyattsuai-キャッツアイ | kattenoog; katoog (reflector in wegdek om rijstroken te markeren) |
| kyō-今日 | vandaag; tegenwoordig; heden |
| kyo-去 | (in kanji combinaties) het weggaan; voorbijgaan; wegnemen |
| kyō-狂 | (achtervoegsel) -manie |
| kyōben-教鞭 | stok [staf] van een docent (vroeger om lijfstraffen te geven, nu symbolisch voorwerp) |
| kyodai-巨大 | macro- mega-; [enorm; heel groot; gigantisch] zijn |
| kyōdo-郷土 | geboorteplaats; geboortegrond |
| kyōdo-郷土 | deze regio [plek]; dit gebied |
| kyōetsu-恐悦 | (bescheiden) genot; genoegen |
| kyōfu-教父 | kerkvader; vroegchristelijke theoloog |
| kyōgai-境界 | grens; afbakening; begrenzing |
| kyōgeki-挟撃 | aanval van twee flanken [kanten]; tangbeweging |
| kyōgi-協議 | overleg; beraadslaging; onderhandeling; discussie |
| kyōhei-強兵 | sterke soldaat; sterk leger |
| kyōhei-強兵 | het versterken van het leger |
| kyōiki-境域 | grens; begrenzing |
| kyōjakuhō-強弱法 | dynamiek (muziek, leer der sterktegraden) |
| kyōji-驕児 | een egoïstische [losbandige] jonge man [vrouw] |
| kyōju-教授 | onderwijs; college |
| kyōkaiseijinkakushōgai-境界性人格障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
| kyōkaiseipāsonaritishōgai-境界性パーソナリティ障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
| kyōkasuigetsu-鏡花水月 | iets dat mooi en zichtbaar is maar niet aangeraakt kan worden, zoals de reflectie van bloemen in een spiegel of die van de maan in het water |
| kyōkatabira-経帷子 | witte lijkwade (kimono, met soetra's erop geschreven) van een overledene (bij een boeddhistische begrafenis) |
| kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
| kyokuhidōbutsu-棘皮動物 | stekelhuidigen (Echinodermata, ongewervelde zeedieren, zoals zeesterren, zee-egels, zeekomkommers) |
| kyokyojitsujitsu-虚虚実実 | kracht, mogelijke strategieën, trucs, geheime kneepjes en listen |
| kyomu-虚無 | het niets; de leegte; zinloosheid |
| kyōnokidaore-京の着倒れ | zichzelf financieel ruïneren door te veel kleding te kopen (wordt gezegd over mensen in Kyoto) |
| kyōseishikkō-強制執行 | (jur.) gedwongen executie [beslaglegging] |
| kyōshitsu-教室 | klaslokaal; collegezaal; leslokaal |
| kyōsōaite-競争相手 | concurrent; rivaal; tegenstander |
| kyoyōgosa-許容誤差 | de toegestane foutmarge |
| kyozen-居然 | stil [rustig; vredig] zijn; zonder te bewegen; zonder iets te doen |
| kyū-九 | (het getal) negen |
| kyūaku-旧悪 | misdaad [misdrijf] in het verleden gepleegd |
| kyūdan-球団 | honkbalploeg |
| kyūdō-旧道 | een oude [historische] weg |
| kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
| kyūkeijo-休憩所 | rustplaats; parkeerplaats (langs de snelweg) |
| kyūkō-休航 | opschorting [uitstel] van een veerdienst [vliegdienst] |
| kyūkō-休講 | afgelasting van een college [lezing]; (er is) geen college |
| kyūkōsuru-休講する | een college [lezing] afzeggen [afgelasten] |
| kyūmeiikada-救命筏 | vlot; opblaasboot; reddingsvlot; (opblaasbare) reddingsboot (van vliegtuigen of schepen) |
| kyūmu-急務 | dringende [urgente] zaak [kwestie; aangelegenheid] |
| kyūri-窮理 | het onderzoeken (en begrijpen) van de natuurwetten; natuurwetenschap |
| kyūseigun-救世軍 | het Leger des Heils; heilsleger |
| kyūsetsu-急設 | het snel [haastig] aanleggen [installeren] |
| kyūshō-旧称 | oude naam [vroegere benaming] (voor) |
| kyūsokujo-休息所 | rustplaats; parkeerplaats (langs de snelweg) |
| maai-間合い | gelegenheid; kans; het juiste moment |
| māchandaijingu-マーチャンダイジング | merchandising; marktonderzoek; productstrategie |
| machibito-待ち人 | de persoon op wie je wacht; degene die je verwacht; degene die verwacht wordt |
| machibito-待ち人 | degene die wacht |
| machigaeru-間違える | een fout begaan; zich vergissen |
| madaki-未だき | heel kort geleden; (in) een vroeg stadium; (op) een vroeg moment |
| madō-魔道 | het slechte pad; de weg van het kwaad; ketterij |
| madogiwazoku-窓際族 | een onproductieve werknemer; een incompetente werknemer van middelbare leeftijd (die een zitplaats bij het raam krijgt zodat hij niet in de weg loopt) |
| madoguchi-窓口 | contactpersoon; degene die achter het loket zit |
| madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
| madori-間取り | kamerindeling [plattegrond] van een huis |
| madoromu-微睡む | in slaap vallen; wegdoezelen |
| madou-惑う | verbaasd [verward; in de war; verdwaald] zijn; de weg kwijt zijn |
| mae-前 | voor; eerder; vroeger |
| maedaoshi-前倒し | het naar voren brengen [bewegen; gaan]; vooruitschuiven; bespoedigen |
| maeuriken-前売券 | (vooraf) besproken [gereserveerde] (toegangs)kaartjes [tickets] |
| magarikado-曲がり角 | hoek [bocht] in een gang; straathoek; bocht in de weg; keerpunt |
| magomagosuru-まごまごする | de kluts [weg] kwijt zijn; zich geen raad weten |
| maguro-鮪 | een persoon die onbeweeglijk ligt [als een gevangen tonijn] |
| maguwa-馬鍬 | eg (landbouwwerktuig) |
| mahha-マッハ | mach (verhouding tussen stromingssnelheid (b.v. bij het vliegen) en de snelheid van het geluid; vernoemd naar Ernst Mach) |
| mai-まい | (negatieve veronderstelling) (dat) zal (waarschijnlijk) niet |
| mai-毎 | (als voorvoegsel in kanji combinaties) elk; ieder; elke keer; ...per... |
| maido-毎度 | (zeer) vaak; regelmatig |
| maigo-迷子 | een bepaalde variant van begeleidende kabuki muziek [geluidseffecten] |
| mainasuseichō-マイナス成長 | negatieve groei |
| maisō-埋葬 | begrafenis; teraardebestelling |
| maisu-売僧 | een bedrieger |
| maizō-埋蔵 | het begraven in de grond |
| maizō-埋蔵 | het ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| maizōsuru-埋蔵する | begraven; ingraven; ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| majieru-交える | combineren; (ver)mengen; opnemen; toevoegen |
| majikku・mirā-マジック・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
| makeoshimi-負け惜しみ | een slechte verliezer; onwil [tegenzin] om je nederlaag toe te geven |
| māketto・segumentēshon-マーケット・セグメンテーション | marktsegmentatie (onderverdeling van de doelmarkt in subgroepen van consumenten) |
| makezuotorazu-負けず劣らず | aan elkaar gewaagd; tegen elkaar opgewassen |
| makiageru-巻き上げる | wegnemen; afpakken; stelen |
| makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
| makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
| makishimu-マキシム | grondregel; stelregel; principe |
| makishimu-マキシム | gezegde; uitdrukking; spreekwoord |
| makkintosshu-マッキントッシュ | mackintosh, regenjas |
| makkō-真っ向 | voorkant; voorste kant; direct tegenover |
| makuake-幕開け | (fig.) het begin van iets |
| makuaki-幕開き | (fig.) het begin van iets |
| makuragi-枕木 | dwarsligger; biels (van spoorwegen) |
| makuuchi-幕内 | sumoworstelaar met een rang hoger of gelijk aan maegashira; hoogste [senioren] divisie |
| mamako-継粉 | een klomp deeg; deegklomp |
| mame-忠実 | oprecht [trouw; nauwgezet; ijverig; vlijtig; hardwerkend; toegewijd] zijn |
| manbiki-万引き | winkeldief (m); winkeldievegge (v) |
| manekineko-招き猫 | gelukskatje (beeldje van een kat die met een bewegende voorpoot klanten binnen wenkt (li-poot) of voorspoed en rijkdom binnenhaalt (re-poot)) |
| mania-マニア | manie; voorliefde, bevlieging |
| mankimaehensaihoshōryō-満期前返済保償料 | obligatielening met vervroegde aflossing |
| mankitsu-満喫 | voldoende [genoeg; veel] eten en drinken |
| mannaka-真ん中 | precies halverwege |
| manseki-満席 | vol(geboekt) zijn; alle stoelen bezet (in theater, trein, vliegtuig, e.d.) |
| mantsūman-マンツーマン | man tegen man; man tot man; één-op-één |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| mappiragomen-真っ平御免 | botte weigering; genoeg hebben van |
| mappu-マップ | kaart; plattegrond; landkaart |
| maruanki-丸暗記 | het domweg [zonder nadenken] uit het hoofd leren; (tekst) in je hoofd stampen |
| marubōzu-丸坊主 | een kale berg (zonder begroeiing) |
| maruchipurukōkoku-マルチプル広告 | multi-advertising (adverteren voor meerdere vestigingen tegelijk) |
| marunomi-丸呑み | iets (voor waar) aannemen zonder het te begrijpen |
| marunomi-丸呑み | iets accepteren zoals het is; een gegeven paard niet in de mond kijken |
| mashingan-マシンガン | machinegeweer; mitraillieur |
| mashōmen-真正面 | recht [direct] voor je; recht tegenover |
| massaki-真っ先 | het begin; hoofdeinde |
| massatsusuru-抹殺する | elimineren; liquideren; vermoorden; uitwissen; uitvegen; ontkennen; negeren |
| masse-末世 | een gedegenereerde wereld; tijdperk zonder moraal |
| masseki-末席 | zitplaats aan het eind van de tafel (het verst verwijderd van de eregast) |
| masshiro-真っ白 | leeg; ongebruikt; onbeschreven |
| masshōmen-真っ正面 | recht [direct] voor je; recht tegenover |
| masu-増す | uitbreiden; verhogen; toevoegen |
| masutā-マスター | academische graad (master's degree) |
| mata-股 | (van een weg, etc.) vork; vertakking |
| matagiki-又聞き | gerucht; van horen zeggen |
| matoi-纏 | standaard voor legereenheden (versierd met stroken papier of leer) |
| matorikkusu-マトリックス | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| matsugaku-末学 | jonge [beginnende; onervaren] student [wetenschapper] |
| matsuro-末路 | het einde van de weg |
| mattanashi-待った無し | niet meer wachten; de tijd is om; nu of nooit; (bij sumo) klaar om te beginnen |
| mau-舞う | dwarrelen; ronddraaien; rondvliegen |
| mawari-回り | omweg |
| mawarikudoi-回りくどい | omslachtig; indirect; met een omweg |
| mawarimichi-回り道 | omleiding; omweg |
| mayoibashi-迷い箸 | eetstokjes die men besluiteloos van gerecht naar gerecht beweegt zonder iets te nemen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| mayoke-魔除け | talisman [amulet] (ter bescherming tegen het kwaad) |
| mazeawaseru-混ぜ合わせる | samenvoegen; bij elkaar voegen; (ver)mengen |
| mazuwa-先ずは | allereerst; ten eerste; om te beginnen |
| me-目 | achtervoegsel voor de vorming van rangtelwoorden |
| medama-目玉 | spiegelei (met hele dooier) |
| medamayaki-目玉焼き | spiegelei (met hele dooier) |
| medokku-メドック | Médoc (regio in Frankrijk) |
| mega-メガ | mega (10⁶) |
| megafon-メガフォン | megafoon; luidspreker |
| megaherutsu-メガヘルツ | megahertz |
| megahon-メガホン | megafoon; luidspreker |
| megaroporisu-メガロポリス | megalopolis (een groot stedelijk gebied van aan elkaar gegroeide steden) |
| megasaikuru-メガサイクル | (andere naam voor) megahertz |
| megaton-メガトン | megaton (eenheid van massa, gelijk aan 1 miljoen ton |
| megaton-メガトン | megaton (1 miljoen ton TNT, de energie die vrijkomt bij het ontploffen van waterstofbommen) |
| megire-目切れ | tegen de nerf in (van hout); tegen de draad |
| megumi-恵み | zegen; zegening; genade |
| meguōmu-メグオーム | megohm, 1 miljoen ohm (eenheid van elektrische weerstand) |
| mehashi-目端 | het vlug van begrip; gevat; scherp; tactvol zijn |
| meibo-名簿 | naamlijst; namenlijst (van leden, inclusief adresgegevens, e.d.) |
| meigen-名言 | een wijze uitspraak; wijsheid; beroemd gezegde |
| meigikakikae-名義書き換え | registratie van overdracht van aandelen |
| meigikakikaedairinin-名義書き換え代理人 | beheerder van het aandeelhoudersregister |
| meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
| meiji-明治 | Meiji, de regeringsperiode (1868-1912) van keizer Mutsuhito (1852-1912) |
| meikai-明解 | heldere [duidelijke] uitleg [verklaring] |
| meikyō-明鏡 | een heldere [goed reflecterende] spiegel |
| meimei-冥冥 | onduidelijk; moeilijk te begrijpen |
| meisai-迷彩 | camouflage (van een uniform, schip, tank, vliegtuig, etc.) |
| meishi-名刺 | vissitekaartje; naamlkaartje (ook met beroep-, contactgegevens e.d.) |
| mekakushi-目隠し | vitrage (tegen inkijk van buitenaf) |
| meku-めく | (als achtervoegsel) tekenen vertonen van; eruit zien als |
| mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
| men-免 | ontslag; ontheffing uit (regerings)functie |
| menbō-麺棒 | deegroller |
| menshoku-免職 | ontheffing van een taak; ontslag; verlof [bevel] om weg te gaan (van een officiële positie) |
| menuri-目塗り | bepleistering; verzegeling |
| meshiudo-囚人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
| meshūdo-召人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
| metsukeyaku-目付役 | waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
| miageru-見上げる | bewonderen; (tegen iemand) opzien |
| miakiru-見飽きる | genoeg hebben van (het kijken naar) iets; iets niet (langer) meer willen zien |
| miataru-見当たる | vinden; tegenkomen |
| miayamaru-見誤る | verkeerd zien [begrijpen; beoordelen]; niet herkennen |
| mibunshōmeisho-身分証明書 | identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatiebewijs |
| michi-道 | weg; straat, baan; laan; route |
| michiannai-道案内 | bewegwijzering; routeaanduiding |
| michiannai-道案内 | gids; iemand die de weg wijst |
| michibata-道端 | (langs) de kant van de weg; berm; wegberm |
| michibiku-導く | leiden; begeleiden; loodsen; de weg wijzen |
| michibushin-道普請 | wegwerkzaamheden; reparaties aan de weg |
| michihaba-道幅 | wegbreedte |
| michikusa-道草 | gras langs de kant van de weg; bermgras |
| michimichi-道道 | onderweg; op weg |
| michinaka-道中 | onderweg |
| michinaka-道中 | op de weg; in het midden van de weg |
| michinakaba-道半ば | halverwege; halfweg |
| michinobe-道の辺 | berm; (langs) de kant van de weg |
| michishirube-道標 | wegwijzer; richtingbord |
| michisū-未知数 | onbekend aantal; onbekende hoeveelheid [kwantiteit; kwaliteit]; onbekend gegeven |
| michisugara-道すがら | onderweg; op weg |
| michizure-道連れ | het iemand tegen zijn zin meenemen |
| midareru-乱れる | ontregeld [verstoord] zijn; in de war [chaotisch] zijn |
| midasu-乱す | verstoren; ontregelen |
| midi-ミディ | midi (roklengte halverwege de kuit, tussen mini en maxi) |
| midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
| migatte-身勝手 | zelfzuchtigheid; egoïsme; egocentrisch zijn |
| migiyotsu-右四つ | (van sumoworstelaars) greep met de rechterhand onder de linkerarm van de tegenstander |
| mihoreru-見惚れる | geboeid [gefascineerd; gegrepen] raken (door) |
| mīizumu-ミーイズム | zelfzuchtigheid; egoïsme |
| mijukuji-未熟児 | prematuurtje; te vroeg geboren kind |
| mijukujishussan-未熟児出産 | vroeggeboorte; vroegtijdige geboorte |
| mijukumono-未熟者 | nieuweling; beginner; beginneling |
| mikaiketsu-未解決 | iets dat nog niet opgelost [nog niet geregeld] is |
| mikajimeryō -みかじめ料 | protectiegeld |
| mikata-味方 | legereenheden van het keizerlijk hof of de overheid |
| mikiri-見切り | opgave; verzaking; in de steek laten; genoeg hebben van |
| mikiwameru-見極める | doorzien; doorgronden; helemaal begrijpen |
| mikudarihan-三下り半 | echtscheidingsbrief (in de Edo periode geschreven in drie en een halve regel) |
| mimachieru-見間違える | verkeerd zien [begrijpen; beoordelen]; niet herkennen |
| mimau-見舞う | een ziekenbezoek [condoleancebezoek] afleggen |
| mimizu-蚯蚓 | regenworm; pier; aardworm |
| mimizunaku-蚯蚓鳴く | het geluid van de regenwormen (in de (regenachtige) herfstnacht; wordt gebruikt als uitdrukking voor eenzaamheid) |
| mimore-ミモレ | midi (roklengte tot halverwege de kuit) |
| mimoza-ミモザ | mimosa (plant, Leguminosae) |
| minaosu-見直す | heroverwegen; herzien |
| minasu-見做す | overwegen; beschouwen; vergelijken |
| minkandenshō-民間伝承 | folklore; legende |
| minkansetsuwa-民間説話 | volksverhaal; overlevering; legende |
| mino-蓑 | traditioneel Japans regenjasje [cape] gemaakt van stro |
| minshuseitai-民主政体 | democratische regeringsvorm |
| miokuru-見送る | iemand uitgeleide doen [uitzwaaien; wegbrengen] |
| mirā-ミラー | spiegel |
| mirāju-ミラージュ | luchtspiegeling; fata morgana |
| mirāju-ミラージュ | hallucinatie; zinsbegoocheling; illusie |
| mirā・bōru-ミラー・ボール | spiegelbol; discobal |
| miren-未練 | blijvende [kwijnende] affectie [genegenheid]; niet willen opgeven; niet kunnen loslaten; spijt |
| miritarī-ミリタリー | leger; krijgsmacht; strijdkrachten |
| misedokoro-見せ所 | plek [gelegenheid] waar je laat zien wat je kunt |
| missatsu-密殺 | het illegaal slachten (van vee) |
| missei-密生 | dichtbegroeid zijn; dicht op elkaar groeien; bossig zijn |
| missen-密栓 | het afdoppen [hermetisch afsluiten; verzegelen]; luchtdichte stop |
| missensuru-密栓する | afdoppen; (hermetisch) afsluiten; verzegelen |
| misshon-ミッション | delegatie; afvaardiging; gezantschap |
| misshū-密集 | massa; concentratie; samenvoeging; menigte; zwerm; (rugby) scrum |
| misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
| mitetoru-見て取る | opmerken; bemerken; begrijpen; beseffen |
| mitome-認め | (afk. voor) persoonlijk [privé] zegel |
| mitomein-認め印 | persoonlijk [privé] zegel |
| mitoreru-見惚れる | geboeid [gefascineerd; gegrepen] raken (door) |
| mitoru-見取る | bemerken; opmerken; beseffen; begrijpen |
| mitsubai-密売 | een illegale [clandestiene] verkoop [handel]; smokkelarij |
| mitsugi-密議 | geheim overleg; conclaaf; vertrouwelijk gesprek |
| mitsuke-見付 | toegangsweg [oprit] (naar een kasteel) |
| mitsukurou-見繕う | voorbereiden; klaarmaken; klaarleggen |
| mitsunyūkoku-密入国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land binnenkomen |
| mitsuryō-密漁 | illegale visserij |
| mitsuryōsuru-密猟する | stropen; illegaal jagen [vissen] |
| mitsushukkoku-密出国 | heimelijk [stiekem; illegaal] het land verlaten |
| mitsuzō-密造 | illegale vervaardiging [productie]; illegaal distilleren [stoken] van sterke drank |
| miugoki-身動き | lichaamsbeweging; kleine beweging van het lichaam |
| miukeru-見受ける | zien; in het ogg krijgen; tegenkomen; vinden |
| miyabi-雅 | elegant [verfijnd; gracieus] zijn |
| miyage-土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; cadeautje; presentje |
| miyamagarasu-深山烏 | roek (vogel, Corvus frugilegus) |
| miyasui-見易い | duidelijk; helder; makkelijk te zien [begrijpen] |
| miyoshi-舳 | (van een schip) boeg; voorsteven |
| mizenkei-未然形 | (taalkunde) mizenkei (irrealis vorm; gebruikt als aansluitvorm voor optatief, negatief, passief, causatief) |
| mizuchi-蛟 | Mizuchi, een soort Japanse draak of legendarisch slangachtig wezen, verbonden met water of watergebieden |
| mizukagami-水鏡 | waterspiegel; spiegelend wateroppervlak |
| mizunoe-壬 | het negende zodiac teken |
| mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) inundatie; het onder water zetten (van een kasteel bij een belegering) |
| mizuzeme-水攻め | (de tactiek van) het afsnijden van de watertoevoer (van een kasteel bij een belegering) |
| mō-孟 | (in kanji combinaties) begin; eerste |
| mo-茂 | (in kanji combinaties) dichtbegroeid; welige groei; overwoekerd |
| mobīru-モビール | mobiel; mobile (decoratief hangend, bewegend voorwerp) |
| mochi-黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
| mochinige-持ち逃げ | weglopen; (met iets) ervandoor gaan; stelen |
| mochinoki-黐の木 | een hulstboom (Ilex integra, ook wel mochi-boom genoemd) |
| mochisaru-持ち去る | iets wegnemen (en naar een andere plaats brengen); ervandoor gaan met iets |
| mochitsuki-餅搗き | mochi slaan (het met een houten hamer tot kleverige massa slaan van rijstdeeg, voor het maken van rijst cakes) |
| mochiyoru-持ち寄る | (lasten; kosten) bundelen; samenvoegen; verdelen |
| modasu-黙す | stil zijn; niets zeggen; zwijgen; stoppen met praten |
| modoki-擬き | (als achtervoegsel bij een zelfst. naamwoord) -achtig; pseudo-; imitatie-; nep- |
| modori-戻り | terugweg |
| moeageru-燃え上がる | ontvlammen; in de brand vliegen; in vlammen opgaan |
| moetsuku-燃え付く | in de brand vliegen; ontsteken; ontbranden; vuur [vlam] vatten |
| mojika-文字化 | overzetting [registratie] van gesproken woord in geschreven woord |
| mōkeru-設ける | voorzien; voorbereiden; vaststellen; regelen |
| mokka-目下 | nu; tegenwoordig; op dit moment |
| mokkō-黙考 | overdenking; overpeinzing; bespiegeling |
| mokumokuto-黙黙と | stilzwijgend; zwijgzaam; geruisloos; zonder iets te zeggen |
| mokusatsu-黙殺 | het negeren; voorbijgaan aan; (ergens) niet op letten; vermijden |
| mokusuru-黙する | stil zijn; niets zeggen; zwijgen; stoppen met praten |
| momu-揉む | (het lichaam) hevig bewegen (in dans e.d.) |
| monchaku-悶着 | problemen; moeilijkheden; sores; tegenspoed |
| monchō-紋帳 | een boek [register] met familiewapens |
| monde-もんで | omdat; vanwege; doordat |
| monjin-問訊 | (zen boeddh.) buiging met gevouwen handen als begroeting |
| monka-門下 | onder begeleiding van |
| mono-物 | categorie; klasse |
| monode-もので | omdat; vanwege; doordat |
| monogokoro-物心 | besef; begrip; inzicht |
| monoguramu-モノグラム | monogram (dooreengevlochten letters; samengevoegde letters of karakters) |
| monooji-物怖じ | verlegenheid; bedeesdheid |
| monoojisuru-物怖じする | verlegen [bedeesd] zijn |
| monowakari-物分り | begrip; medeleven; sympathie |
| monozuki-物好き | grilligheid; bevlieging; rage |
| monsūn-モンスーン | regentijd; regenseizoen |
| monsūn-モンスーン | slagregens; stortbuien |
| monteneguro-モンテネグロ | Montenegro |
| monukenokara-蛻の殻 | verlaten (huis, bed, e.d.); totale leegte |
| monukenokara-蛻の殻 | (lett.) het (lege) afgeworpen vel van een reptiel of insect |
| monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
| monzenbarai-門前払い | (Edo periode) wegsturing van criminelen [veroordeelden] bij de poort van een magistraat |
| morasu-漏らす | weglaten |
| moru-漏る | lekken; wegvloeien; ontsnappen (gas, b.v.) |
| mosamosa-もさもさ | behaard (persoon); dichtbegroeid (planten) |
| mōshiageru-申し上げる | (nederige vorm voor 言う) zeggen; spreken |
| mōshikaneru-申し兼ねる | aarzelen [het moeilijk vinden] om iets te zeggen |
| mōshikomu-申し込む | indienen; inschrijven; registreren |
| mōshon-モーション | beweging; gebaar |
| mōshon・sensā-モーション・センサー | bewegingssensor; bewegingsdetector |
| mōshon・torēsā-モーション・トレーサー | bewegingssensor; bewegingsdetector |
| mōshū-孟秋 | het begin van de herfst; het vroege najaar |
| mōshun-孟春 | begin van de lente; vroege lente |
| mōsu-申す | (een nederig werkwoord voor) zeggen; spreken |
| mōtō-孟冬 | begin van de winter; de vroege winter |
| motomeru-求める | wensen; begeren |
| motte-以て | vanwege; wegens; doordat; aangezien |
| mūbumento-ムーブメント | beweging; organisatie |
| mūbumento-ムーブメント | beweging; tempo; voortgang |
| muchū-夢中 | verdiept in; in beslag genomen door; bezeten zijn van; toegewijd |
| muden-無電 | radiotelegrafie; draadloze telefonie; radiotelefoon |
| muenbochi-無縁墓地 | een begraafplaats voor mensen zonder nabestaanden |
| mugei-無芸 | zonder (verworven) talent [begaafdheid] |
| mugen-無限 | onbegrensdheid; grenzeloosheid; onbeperktheid; oneindigheid |
| mujin-無尽 | onuitputtelijkheid; onbegrensdheid; onbeperktheid |
| mujinfumikiri-無人踏切 | onbemande [onbewaakte] spoorwegovergang |
| mujun-矛盾 | tegenstelling; discrepantie; tegenstrijdigheid; inconsistentie |
| mujunsuru-矛盾する | tegenstrijdig [inconsistent] zijn; conflicteren |
| mukaebi-迎え火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun aankomst te begroeten |
| mukaeru-迎える | ontmoeten; (iem.) afhalen; tegemoetkomen; verwelkomen; groeten |
| mukaezake-迎え酒 | een drankje [kopje sake] (in de ochtend) tegen een kater |
| mukaiau-向かい合う | tegenover elkaar staan |
| mukaiawase-向かい合わせ | het tegenover elkaar [oog in oog} staan; van aangezicht tot aangezicht |
| mukaikaze-向かい風 | tegenwind |
| mukashi-昔 | vroeger; in het verleden |
| mukashibanashi-昔話 | oude legende; volksverhaal; sprookje |
| mukashigatari-昔語り | legende; oud verhaal |
| mukashinagara-昔ながら | traditioneel; onveranderd; net als vroeger |
| mukau-向かう | uitzien op; zich bevinden tegenover |
| mukau-向かう | ontmoeten; staan tegenover; trotseren |
| mukiau-向き合う | tegenover elkaar [oog in oog] (komen te) staan |
| mukimeiyūsenkabu-無記名優先株 | niet-geregistreerde preferente aandelen |
| muko-婿 | bruidegom |
| mukōgawa-向こう側 | de tegenpartij; tegenstander |
| mukōgishi-向こう岸 | tegenoverliggende oever; oever aan de overkant |
| mukōjōmen-向こう正面 | (in stadions) zitplaatsen tegenover de hoofdtribune |
| mumyō-無明 | (boeddh.) spirituele duisternis; onwetendheid; het onvermogen om de waarheid te begrijpen |
| munashii-空しい | leeg; inhoudsloos; ijdel |
| munashii-空しい | zonder begeerte [verlangens] |
| munimusan-無二無三 | (Boeddh.) de enige (goede) leer [weg] |
| murasame-村雨 | korte maar krachtige regenbui |
| murashigure-村時雨 | (voorbijtrekkende) hevige herfstregen (van korte duur) |
| murikaranu-無理からぬ | redelijk; begrijpelijk |
| muriyari-無理やり | tegen iemands zin [wil]; geforceerd; gedwongen |
| musaku-無策 | zonder plan [maatregelen; middelen] |
| musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
| museki-無籍 | zonder vaste woon- of verblijfsplaats; niet in een familieregister opgenomen zijn |
| musendenshin-無線電信 | radiotelegrafie |
| musensōjū-無線操縦 | (van een vliegtuig) radiografisch bestuurd zijn; radiografische besturing |
| musen'inshoku-無銭飲食 | weggaan (na eten en drinken) zonder te betalen (horeca) |
| mushi-無死 | (honkbal) nul uit (nog geen slagmannen uitgegooid) |
| mushi-無視 | veronachtzaming; onverschilligheid; het negeren (van regels, etc.); minachting |
| mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
| mushisuru-無視する | negeren; veronachtzamen; minachten |
| musō-無双 | (sumo) werptechniek door het dijbeen van de tegenstander beet te pakken |
| mutekatsuryū-無手勝流 | winnen zonder te vechten (door strategie) |
| muyō-無用 | nutteloos [onbruikbaar; onnodig; overbodig; onbevoegd] zijn |
| myakudō-脈動 | pulserende beweging; pulsatie |
| naa-なあ | (in het begin van de zin) kijk [luister] (eens); zeg, ...; hoor eens even; tja... |
| nadegiri-撫で切り | het verslaan [vernietigen] van vele tegenstanders tegelijk |
| nado-など | bij citaten wordt tegenwoordig vaak nado to gebruikt |
| nagamochisuru-長持する | lang bewaren; lang volhouden [doorstaan]; houdbaar [sterk] zijn; lang meegaan (niet gauw slijten) |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een ww. geeft het aan een gelijktijdigheid van meerdere handelingen) terwijl; onder het...; al ...nde |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het aan een tegenstelling) hoewel; ondanks; niettegenstaande |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het een situatie aan) zo (zijnde); aldus; (zo)als |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een zn. of bijw.) alles; allen; allebei (tegelijk); geheel; totaal; compleet |
| nagaredasu-流れ出す | uitstromen; uitschenken; uitgieten; (weg)lekken |
| nagareru-流れる | stromen; circuleren; leeglopen; wegdrijven |
| nagashiba-流し場 | douchehoek of wasgelegenheid (zoals in Japan voorafgaand aan het baden) |
| nagashikomu-流し込む | (iets ergens) ingieten; iets wegspoelen [doorspoelen] |
| nagashiuchisuru-流し打ちする | (bij honkbal) naar het tegenovergelegen veld slaan |
| nagasu-流す | afspoelen; wegspoelen; lozen |
| nagasu-流す | aflasten; opzeggen |
| nagate-長手 | een lange weg |
| nagatsuki-長月 | september (de negende maand van de maankalender) |
| nagauta-長唄 | nagauta, een (lange) ballade gezongen met begeleiding van een shamisen (Japans snaarinstrument) |
| nagebumi-投げ文 | een anonieme brief bij een huis naar binnen gegooid |
| nagedasu-投げ出す | (halverwege) opgeven; ergens halverwege mee stoppen; ergens de brui aan geven |
| nagedasu-投げ出す | weggeven; wegsmijten; rondstrooien |
| nagekakeru-投げかける | ter sprake brengen; (aan iemand) voorleggen |
| nagekakeru-投げかける | leunen tegen [op] |
| nagekomu-投げ込む | (iets ergens in) gooien; werpen; weggooien |
| nagesuteru-投げ捨てる | weggooien; wegwerpen |
| nagetobasu-投げ飛ばす | weggooien; wegwerpen; van zich afgooien; de lucht ingooien |
| nageutsu-擲つ | weggooien; opgeven; laten gaan; afzien van |
| nagorinoyuki-名残の雪 | aanhoudende sneeuwval in het begin van de lente |
| nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
| nai-ない | (achtervoegsel dat het werkwoord vervoegt naar de korte ontkennende vorm) niet |
| nai-無い | niet genoeg zijn; minder zijn |
| naichingēru-ナイチンゲール | nachtegaal (zangvogel, Luscinia megarhynchos) |
| naichingēru-ナイチンゲール | Florence Nightingale (beroemde Britse verpleegster en wetenschapper, 1820-1910) |
| naien-内縁 | (huwelijk zonder wettelijke registratie) de facto huwelijk; gewoonterecht huwelijk |
| naikaku-内閣 | het kabinet (regering) |
| naiki-内規 | huisregel; (intern) voorschrift |
| nain-ナイン | negen; 9 |
| naiyō-内用 | privé [particuliere; interne] zaken [aangelegenheid] |
| naiyōgo-内容語 | (taalkunde) woorden, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, die de semantische betekenis in een zin aanduiden |
| naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| nakadachi-仲立ち | bemiddeling; tussenkomst; vertegenwoordiging |
| nakadachi-仲立ち | bemiddelaar; tussenpersoon; medium; vertegenwoordiger |
| nakajiki-中敷き | (bij schoenen) binnenzool; inlegzool |
| nakama-仲間 | kameraad; vriend; metgezel; collega; partner |
| nakanaka-中中 | halverwege; in het midden; neutraal |
| nakanaka-中中 | halfweg; onderweg |
| nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
| nakidashisōnasoramoyō-泣き出しそうな空模様 | een dreigende (regen)lucht; het ernaar uitzien dat het gaat regenen |
| nakidasu-泣き出す | in tranen [huilen] uitbarsten; beginnen te huilen |
| nakineiri-泣き寝入り | zich neerleggen bij; iets zonder protest accepteren; stilzwijgend verdragen; slikken (een belediging) |
| nakiwarai-泣き笑い | huilen en lachen tegelijk; lachen terwijl je huilt; glimlach door de tranen heen |
| nakkurubōru-ナックルボール | (honkbal) een bal die met een speciaal effect wordt gegooid door de pitcher |
| nakunaku-泣く泣く | in tranen; met grote tegenzin |
| nakunaru-無くなる | verdwijnen; weg [verloren] raken; vermist worden |
| nakunaru-無くなる | niet meer zijn; ontbreken; weg zijn; niet meer doen |
| namakeru-怠ける | (werk, studie, e.d.) verwaarlozen; lui zijn; niet hard genoeg werken |
| namakeru-怠ける | spijbelen; wegblijven van werk [school] |
| namakoita-海鼠板 | golfplaat; plaat van gegalvaniseerd ijzer |
| namameku-艶めく | verleidelijk [sexy; elegant; charmant] zijn; er betoverend uitzien |
| namanie-生煮え | niet goed gaar [halfgaar; niet lang genoeg gekookt] zijn |
| namarigōkin-鉛合金 | een metaalmengsel dat [een legering die] lood bevat |
| namatēpu-生テープ | lege videobanden of cassettetapes |
| namidaame-涙雨 | de tranen die worden vergoten als regen; een stortvloed van tranen; een tranenregen |
| namidaame-涙雨 | een klein (regen)buitje |
| namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
| namiita-波板 | golfplaat; plaat van gegalvaniseerd ijzer |
| namikaze-波風 | (fig.) zwaar weer; tegenspoed; ontberingen |
| namiki-並木 | rij bomen langs een straat [weg] |
| namunamu-なむなむ | (Kyoto dialect) mwah; kan ermee door; goed genoeg |
| nanafushigi-七不思議 | zeven wonderen (binnen een bepaalde regio, in Japan m.n. religieus relevante natuurverschijnselen) |
| nanairo-七色 | de zeven kleuren van het spectrum [van de regenboog] |
| nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
| nanatsu-七つ | werd vroeger gebruikt voor tijdsaanduidingen: ca. 4 uur in de morgen of middag |
| nandemo-何でも | het schijnt dat; men zegt dat; ik heb gehoord dat |
| nandesuka-何ですか | wat is er (aan de hand)?; pardon?; wat zegt u? |
| nani-何 | wat (zeg je)?; Wat! |
| naniganandemo-何が何でも | tegen elke prijs; hoe dan ook; wat er ook gebeurt; op alle mogelijke manieren |
| nanjō-何じょう | (lit.) wat zeg je?; hè, dat meen je niet!; nee, toch?; wat erg! |
| nanka-何か | (negatief bedoeld) dit soort; zulke |
| nanteki-難敵 | een machtige [formidabele] vijand; een sterke tegenstander |
| narabu-並ぶ | gelijk zijn; evenredig zijn; opgewassen zijn (tegen) |
| narasu-均す | effenen; glad maken; egaliseren; glad strijken |
| narawasu-習わす | (als achtervoegsel aan werkwoorden) gewend [gewoon; gebruikelijk] zijn; altijd doen |
| naresome-馴れ初め | het begin van een romance [liefde] |
| nari-なり | (achtervoegsel) of; en; met; op de manier van |
| narōdoniki-ナロードニキ | Russische revolutionaire beweging (uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw) |
| naru-成る | bereikt [behaald; verkregen] worden; succesvol zijn |
| naruhodo-成る程 | (een uitroep ter instemming van wat een ander zegt) jazeker; inderdaad; vanzelfsprekend; natuurlijk |
| naruko-鳴子 | een ratel (van bamboestokjes op een houten plank, en door eraan te trekken komt er geluid uit), wordt gebruikt om vogels weg te jagen van de velden |
| narukoyuri-鳴子百合 | (lett. ratel-lelie) Salomonszegel (plant: Polygonatum falcatum) |
| nasaru-為さる | (gebruikt als hulp-ww. om beleefdheid uit te drukken; wordt niet vertaald of uitgedrukt door de toevoeging: alstublieft) |
| nashikuzushi-済し崩し | (schulden) afbetalen in termijnen; aflossingsplan; afbetalingsregeling |
| nāshingu・hōmu-ナーシング・ホーム | (Eng.: nursing home) verpleeghuis; verzorgingshuis |
| nāsu-ナース | verpleegster; verpleegkundige |
| nāsu-ナース | verplegen; verpleging |
| nasuriai-擦り合い | tegenbeschuldiging, recriminatie; wederzijdse beschuldigingen; het elkaar de schuld geven |
| nāsu・banku-ナース・バンク | uitzendbureau voor verpleegkundigen |
| nāsu・senta-ナース・センタ | uitzendbureau voor verpleegkundigen |
| natanezuyu-菜種梅雨 | lange periode van regen in de vroege lente |
| natsu-夏 | zomer (in Japan tegenwoordig van juni tot augustus, vroeger toen men uitging van de maankalender was het van april tot juni) |
| natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
| natsugo-夏蚕 | een zijderups, die vanaf de vroege zomer wordt gekweekt |
| natsuin-捺印 | verzegeling |
| natsuinsuru-捺印する | verzegelen |
| natsukodachi-夏木立 | een bos dat in de zomer dicht begroeid is |
| natsuku-懐く | emotioneel gehecht raken aan; genegenheid opvatten voor |
| natsumatsuri-夏祭り | een zomerfestival om de goden te verzoeken de oogsten te beschermen tegen insectenplagen, overstromingen, e.d. |
| natsumushi-夏虫 | een vuurvliegje |
| natsuyama-夏山 | bergen met de weelderige begroeiing van de zomer |
| nattoku-納得 | instemming; aanvaarding; volgzaamheid; toegeeflijkheid; meegaandheid |
| nattokusuru-納得する | overtuigd worden [zijn]; toegeven |
| nega-ネガ | negatief (fotografie) |
| negatibu-ネガティブ | negatief (fotografie) |
| negatibu-ネガティブ | negatief (elektrische polariteit) |
| negatibu-ネガティブ | negatief (denken) |
| negawashii-願わしい | wenselijk; gewenst; begeerd |
| negurekuto-ネグレクト | verzuim; ontkenning; het negeren |
| negurije-ネグリジェ | nachthemd; ochtendgewaad; negligé |
| neguru-ネグる | verwaarlozen; veronachtzamen; verzuimen; nalaten; negeren |
| neguse-寝癖 | slaapgedrag; slaapgewoonte; veel bewegingen tijdens de slaap |
| nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
| neishin-佞臣 | een verraderlijke hoveling [vazal]; verrader; bedrieger |
| nejifuseru-捩じ伏せる | iemand tegen de grond werken; iemand op de grond gooien [vasthouden] |
| nekasu-寝かす | (iem.) neerleggen; in bed stoppen; laten slapen |
| nekasu-寝かす | (iets) neerleggen; (ongebruikt) opzij zetten |
| nekkara-根っから | vanaf het begin; oorspronkelijk |
| nekojita-猫舌 | niet tegen heet voedsel kunnen |
| nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
| nemuraseru-眠らせる | laten slapen; te slapen leggen; doen slapen |
| nemurasu-眠らす | laten slapen; te slapen leggen; doen slapen |
| nemuru-眠る | sterven; doodgaan; overlijden; begraven zijn |
| nendai-年代 | vroeger tijdperk; oudheid |
| nenryōgire-燃料切れ | zonder brandstof (zitten); lege tank |
| nenshi-年始 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
| nensho-年初 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
| nentei-拈提 | (zen boedddhisme) publieke uitleg [commentaar] over een voorval en de koan |
| neppa-熱波 | hittegolf |
| netakiri-寝たきり | bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| netsudendō-熱伝導 | warmtegeleiding; thermische geleiding |
| nettaiurin-熱帯雨林 | tropisch regenwoud |
| nezumitori-ネズミ捕り | (politieterm) autoval (voor het registreren van snelheidsovertredingen) |
| ni-に | (geeft aan de oorzaak of reden van iets) door; met; vanwege |
| ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
| ni-尼 | (boeddhistische) non; achtervoegsel achter de naam van een non |
| niamisu-ニアミス | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| nibui-鈍い | bot (fig.); gevoelloos; traag van begrip |
| nichibeichiikyōtei-日米地位協定 | Japans-Amerikaanse "Status-of-Forces" Overeenkomst (hierbij zijn in 1960 de condities vastgesteld voor het Amerikaanse leger gestationeerd in Japan) |
| niganrefu-二眼レフ | spiegelreflexcamera met dubbele lens |
| nigeashi-逃げ足 | het snel wegrennen; te voet wegvluchten [ontsnappen] |
| nigedasu-逃げ出す | wegvluchten; ontsnappen (uit) |
| nigekakure-逃げ隠れ | het vluchten [weglopen] en zich verbergen |
| nigemawaru-逃げ回る | op de vlucht zijn; (ont)vluchten; wegrennen; ontwijken |
| nigeru-逃げる | ontsnappen; vluchten; wegrennen; ontwijken |
| nigesaru-逃げ去る | wegrennen (van een plaats) |
| nigirikobushi-握り拳 | met lege handen staan; geen geld op zak hebben; met blote handen [ongewapend] zijn |
| nigirizushi-握り鮨 | een soort sushi waarbij een reepje vis (omelet, e.d.) op een samengeknepen blokje sushirijst wordt gelegd |
| niguro-ニグロ | neger; zwarte persoon |
| nīhao-ニーハオ | (Chinese begroeting) hallo; goedendag; hoe gaat het? |
| nihondaihyō-日本代表 | Japanse vertegenwoordiging [delegatie] |
| nihonkokuyūtetsudō-日本国有鉄道 | Japanse (nationale) Spoorwegen |
| nihonzashi-二本差し | een benaming voor twee spiesjes gegrilde tofu of tofu dengaku |
| nihyakuhatsuka-二百二十日 | de 220ste dag sinds het begin van de lente (maankalender) |
| niji-虹 | regenboog |
| nijiiro-虹色 | regenboogkleuren |
| nijimasu-虹鱒 | regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) |
| nijimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
| niku-肉 | zegel-inkt; stempelkussen |
| nikuchi-肉池 | een stempelkussen [zegel-inkt] houder |
| nikui-難い | (wordt toegevoegd aan een werkwoord) moeilijk [lastig] om te.... |
| nikukarazu-憎からず | liefdevol; teder; warm; toegenegen |
| nikuyoku-肉欲 | vleselijke [dierlijke] lusten; zinnelijke begeerte |
| nikyūdōro-二級道路 | secundaire weg |
| nimokakawarazu-にも拘わらず | ongeacht; hoewel; ondanks; maar toch; niettegenstaande |
| ninga-人我 | (boeddh.) zelfzuchtigheid; egoïsme |
| ningenkokuhō-人間国宝 | levend nationale kunstschat (titel gegeven aan kunstenaars of traditionele ambachtslieden met een zeer hoge technische bekwaamheid) |
| ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
| ninjōbon-人情本 | (Japans literaar genre uit het begin van de 19de eeuw)) sociale roman die het liefdes- en familieleven van de burgers van Edo beschrijft |
| ninmeiken-任命権 | bevoegd gezag; bevoegde autoriteiten |
| ninoashi-二の足 | aarzeling; heroverweging; bedenking |
| ninshiki-認識 | begrip; besef; perceptie |
| ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
| nippondaihyō-日本代表 | Japanse vertegenwoordiging [delegatie] |
| nippondenshindenwakōsha-日本電信電話公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
| nishijin-西陣 | de naam van een wijk in Kyoto, vroeger het centrum van de zijdeweverij |
| nishitsunomedori-西角目鳥 | papegaaiduiker |
| nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
| nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
| nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
| nitōryū-二刀流 | goed zijn in twee tegengestelde disciplines (b.v. in honkbal zowel goed kunnen slaan als werpen) |
| niwakaame-俄雨 | plotselinge [heftige] regenbui |
| niwatsukuri-庭作り | tuinaanleg |
| niyori-により | volgens; door (middel); vanwege |
| niyoruto-によると | volgens (van horen zeggen) |
| niyotte-によって | door; vanwege; volgens |
| no-の | die [dat] (van)...; (substantivering) degene die; dat wat; die ...is; de ... |
| nōauto-ノーアウト | (honkbal) nul uit (nog geen slagmannen uitgegooid) |
| nobana-野花 | papieren bloemen (vaak gebruikt bij begrafenissen) |
| noberu-述べる | vertellen; zeggen; vermelden; uitdrukken; verklaren |
| nobinobi-伸び伸び | uitgestrekt [gerekt; gegroeid] |
| nobori-上り | perron waar de treinen naar de stad vertrekken; een weg richting de stad |
| noboriguchi-上り口 | de plek waar de beklimming begint (van een trap, berg, etc.) |
| noboriryū-昇り竜 | een draak die omhoog de lucht in vliegt |
| node-ので | omdat; doordat; vanwege het feit dat |
| nōdō-農道 | boerenlandpad; boerderijweg |
| nōgēmu-ノーゲーム | (honkbal) gestaakte wedstrijd (b.v. vanwege regen) |
| nōha-脳波 | elektro-encefalografie (eeg) |
| nōhakei-脳波計 | elektro-encefalografie (eeg) |
| noji-野路 | weg [pad] door de velden; veldweg |
| nokeru-退ける | uitsluiten; wegnemen; weglaten |
| nokke-のっけ | de start; het begin |
| nokoru-残る | (achter een ander ww. gevoegd:) niet (helemaal) gedaan, onafgemaakt |
| nomichi-野道 | weg [pad] door de velden; veldweg |
| nomide-飲みで | genoeg [veel] te drinken |
| nomikomu-飲み込む | begrijpen; bevatten; beseffen |
| nomu-飲む | inhouden; tegenhouden |
| nomu-飲む | met tegenzin accepteren; slikken |
| noni-のに | (drukt meestal een tegenstelling uit) hoewel; terwijl |
| noriba-乗り場 | opstapplaats; halte; perron; aanlegsteiger; (taxi)standplaats |
| noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
| noridasu-乗り出す | beginnen met rijden; een ritje maken |
| noriho-ノリホ | (spoorweg jargon) passagierslijst |
| norikakaru-乗りかかる (乗り掛かる) | beginnen [aanstalten maken] iets te doen |
| norimonoyoi-乗り物酔い | bewegingsziekte; reisziekte |
| noru-載る | gedrukt worden; uitgegeven worden; (in druk) verschijnen |
| noruma-ノルマ | (toegewezen) quotum |
| noruma-ノルマ | (toegewezen) taak |
| noruwē-ノルウェー | Noorwegen |
| nōshoka-能書家 | vakkundige [begaafde] kalligraaf |
| notamau-宣う | (een erend, zeer respectvol werkwoord voor) zeggen; spreken |
| notamau-宣う | (in modern Japans wordt het soms sarcastisch of plagend gebruikt voor) zeggen |
| notarejini-野垂れ死に | sterven als een hond; sterven in de goot [aan de kant van de weg] |
| nōtatchi-ノータッチ | (honkbal) het niet aanraken met de bal van een honk of tegenstander door een veldspeler |
| nozoku-除く | verwijderen; wegnemen; weghalen; elimineren |
| nozoku-除く | uitzonderen; uitsluiten; weglaten; overslaan; (fig.) aan de kant zetten |
| nozomashii-望ましい | wenselijk; gewenst; begeerd |
| nozomu-望む | wensen; verlangen; begeren; nastreven |
| nozomu-臨む | geconfronteerd worden (met); tegenkomen; het hoofd bieden (aan); weerstaan |
| nozue-野末 | uithoeken van het platteland; verafgelegen velden |
| nuguu-拭う | afvegen; wegvegen |
| nukaame-糠雨 | motregen; lichte regen |
| nukaru-抜かる | een misstap [blunder; vergissing] begaan; een fout maken |
| nukasu-抜かす | weglaten; overslaan |
| nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
| nukeana-抜け穴 | geheime doorgang; ondergrondse doorgang [passage]; uitweg |
| nukedasu-抜け出す | wegglippen; wegkruipen |
| nukederu-抜け出る | stilletjes [heimelijk] weggaan [wegglippen] |
| nukemichi-抜け道 | zijweg; kortere weg; vluchtweg; uitweg; ontsnappingsroute |
| nukeura-抜け裏 | korte(re) weg; vluchtroute; sluiproute; achterweg |
| nuki-抜き | het weglaten; overslaan; schrappen; achtereenvolgens verslaan |
| nukini-抜き荷 | kruimeldiefstal; gegap |
| nuku-抜く | pikken; stelen; wegnemen |
| nuku-抜く | weglaten; overslaan |
| nuranura-ぬらぬら | (onomatopee) langzaam bewegend [voortglijdend] |
| nusumu-盗む | stelen; wegpakken; afpakken; wegnemen |
| nusumu-盗む | ideëen [gedachten] stelen en imiteren; zich iets toeëigenen; afkijken; plagiaat plegen; in het geheim iets van iem. leren |
| nusumu-盗む | in het geheim iets doen; in het geheim trouwen; iem. bedriegen |
| nyozegamon-如是我聞 | woorden aan het begin van een soetra: Aldus heb ik gehoord |
| nyūgakusuru-入学する | zich inschrijven (bij een school); met een opleiding beginnen |
| nyūgyo-入御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook emand van adel) de binnenkomst; het binnegaan |
| nyūjitotsuzenshishōkōgun-乳児突然死症候群 | wiegendood |
| nyūjō-入場 | binnenkomst; toegang; toetreding; binnentreding |
| nyūjōryō-入場料 | toegangsprijs; entreegeld; entreeprijs |
| nyūkanken-入館券 | entreebiljet; toegangskaart(je) |
| nyūkanryō-入館料 | entreeprijs; toegangsprijs (voor museum, bioscoop, e.d.) |
| nyūkin-入金 | ontvangen geld [betaling]; tegoed; ontvangsten |
| nyūkō-入校 | inschrijving [registratie; toelating] (bij een school, universiteit e.d.) |
| nyūseki-入籍 | inschrijving in het familieregister (b.v. bij huwelijk) |
| nyūsui-入水 | in het water gaan; zich te water begeven |
| nyūtai-入隊 | in militaire dienst gaan; indiensttreding (leger) |
| nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
| nyū・famirī-ニュー・ファミリー | kerngezin waarvan de ouders na de tweede wereldoorlog zijn geboren (dus meer consumptiegericht zijn dan traditionele Japanse gezinnen) |
| nyū・furontia-ニュー・フロンティア | New Frontier, de naam die John F. Kennedy gaf aan zijn regeringsprogramma tijdens de presidentsverkiezingen in 1960 |
| o-小 | (voorvoegsel) klein; smal; weinig; een beetje |
| o-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
| ō-翁 | (als erend achtervoegsel) meneer |
| ōbābaransu-オーバーバランス | overwicht; opwegen tegen |
| ōbābukkingu-オーバーブッキング | overboeking (te vol boeken, b.v. vliegtuig) |
| ōbāran-オーバーラン | het doorschieten van een vliegtuig op een landingsbaan |
| obujekushon-オブジェクション | bezwaar; tegenwerping; afkeuring |
| ochiayu-落ち鮎 | ayu (vissen), die stroomafwaarts in de rivier zwemmen om eieren te gaan leggen |
| ochiyuku-落ち行く | wegvluchten (van een strijdperk, slagveld, etc.) |
| ochō-御帳 | (openbaar) register; lijst |
| ochō-御帳 | register [lijst] van de magistraat (m.b.t. de misdaden, verblijfplaats, e.d. van criminelen en ex-gevangenen) |
| ochō-御帳 | register [lijst] van uitgeschreven personen (m.b.t. erfenis e.d.) |
| ōdā-オーダー | (klooster) orde; congregatie |
| odai-御代 | heerschappij; bewind; regeerperiode |
| odamaki-苧環 | akelei (Aquilegia flabellata) |
| odateru-煽てる | aanzetten; aansporen; opstoken; ertoe bewegen; vleien |
| odawarahyōjō-小田原評定 | (hist. Odawara overleg) lang, nutteloos [vruchteloos] overleg [beraad] |
| ōdō-王道 | regering [koning; vorst] (die de natie op een een menselijke en rechtvaardige wijze bestuurt volgens de confucianistische leer) |
| ōdō-王道 | gemakkelijke werkwijze; kortere weg (tot een doel) |
| odoriba-踊り場 | overloop (halverwege een trap) |
| ofisharu・rekōdo-オフィシャル・レコード | officieel rapport [register; document] |
| ōfuku-往復 | heen-en-terug; heen-en-weer; heenweg en terugweg |
| ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
| ofuregaki-御触書 | (Edo periode) algemene kennisgeving aan de bevolking (van een regeling, besluit, bevel, e.d.) |
| ofu・rimitto-オフ・リミット | verboden (toegang) |
| ogasawararyū-小笠原流 | (traditioneel) een school die gespecialiseerd is in etiquette (en in de gedragsregels binnen de krijgselite van Japan) |
| ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
| ōgoroshi-王殺し | koningsmoord; regicide |
| oh-押っ | voorvoegsel ter versterking van de betekenis van het aangevoegde woord |
| ōhanhensei-黄斑変性 | maculadegeneratie (oogziekte) |
| oharaibako-お払い箱 | ontslag; wegwerping |
| oi-おい | (uitroep) hé!; hé zeg!; let op! |
| oichirasu-追い散らす | wegjagen; verjagen; uiteendrijven; verspreiden |
| oidasu-追い出す | wegjagen; verjagen; uit (huis) zetten; iem. (er) uitsturen |
| oidasu-追い出す | ontslaan; (iem.) wegsturen |
| oiharau-追い払う | wegjagen; uiteendrijven; verspreiden |
| ōin-押印 | het verzegelen; stempelen; aanbrengen van een zegel |
| oiru・fensu-オイル・フェンス | oliegiek (drijvende barrière om olielekkage op te vangen) |
| oitateru-追い立てる | wegjagen; wegsturen; voor zich uit drijven |
| oiwake-追分 | een wegsplitsing |
| oiyaru-追い遣る | wegjagen |
| ōji-往事 | eerdere [vroegere] gebeurtenissen [voorvallen] |
| ōji-王事 | vorstelijke [keizerlijke; koninklijke] aangelegenheden [zaken] |
| ōjitsu-往日 | vroegere tijd; oude tijden |
| okaerinasai-お帰りなさい | welkom thuis; welkom terug (gezegd door degene die thuis is tegen degene die thuis komt) |
| okami-御上 | (keizerlijk; koninklijk) hof; regering; shogunaat |
| ōkan-往還 | een (hoofd)weg [straat] |
| okasu-犯す | een misdaad begaan [plegen] |
| okasu-犯す | regels [verordeningen] overtreden [schenden]; doorbreken |
| okazari-御飾り | alleen (voor) de vorm [het uiterlijk]; iets dat alleen in naam bestaat, maar (nog) geen inhoud heeft; boegbeeld |
| oki-沖 | de open zee (ver weg van de kust); de verte; het verschiet |
| oki-置き | (als achtervoegsel) om de; om en om; elke; met tussenpozen [tussenruimte] van |
| okiishi-置き石 | een steen die met kwade opzet op een spoorrails wordt gelegd |
| okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
| okimari-お決まり | vaste gewoonte [regel]; standaardprocedure; stereotype |
| okite-掟 | regel; voorschrift; regelgeving; verordening; wet |
| okkabuseru-押っ被せる | (iets) bedekken; toedekken; op elkaar leggen |
| okkabuseru-押っ被せる | iemand anders de schuld geven; de verantwoordelijkheid afschuiven [bij iemand anders leggen] |
| okkabuseru-押っ被せる | iets direct [tegelijk] doen; overlappende handelingen uitvoeren |
| okkochiru-落っこちる | vallen; wegvallen; doorheen vallen |
| okkū-億劫 | tegenspoed; tegenzin; onaangenaamheid; lastig parket |
| ōko-往古 | vroeger; lang geleden; oudheid |
| ōkō-横行 | het doelloos rondlopen [zich verplaatsen; zich voortbewegen]; het zijwaarts zich verplaatsen [voortbewegen] |
| okori-起こり | bron; oorsprong; begin |
| okoru-熾る | beginnen te branden; vlam vatten |
| okoru-興る | opnieuw beginnen; weer (op)starten |
| okotaru-怠る | verwaarlozen; veronachtzamen; nalaten; achterwege laten |
| okowa-お強 | gestoomde rijst met rode bonen, kastanjes, bamboescheuten, e.d. (traditioneel gegeten bij feestdagen, familiebijeenkomsten, e.d.) |
| okuchi-奥地 | afgelegen gebied (ver weg van de zee en steden); het achterland |
| okumaru-奥まる | (diep) binnenin (een huis) gelegen zijn |
| okumaru-奥まる | bescheiden [verlegen] zijn |
| okuni-御国 | platteland; regio |
| okunoin-奥の院 | Oku-no-in, begraafplaats op Koyasan; laatste rustplaats van Kukai (de grondlegger van het Shingon boeddhisme) |
| okura-お蔵 | het iets wegleggen [opzijleggen; bewaren; opslaan] (voor later gebruik) |
| okurebase-後れ馳せ | (fig.) te laat zijn; de kans [gelegenheid] missen |
| okuri-送り | het wegbrengen; sturen; zenden; overbrengen |
| okutsuki-奥津城 | begraafplaats; graftombe |
| okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
| omake-お負け | weggevertje (bv. bij een aankoop); extraatje; cadeau; bonus |
| omega-オメガ | omega, de laatste letter van het Griekse alfabet (Ω, ω) |
| ōmenkyō-凹面鏡 | een concave [holle] spiegel |
| ometsukeyaku-お目付役 | (beleefd) waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
| omisshon-オミッション | omissie; weglating; verzuim |
| omiyage-御土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; geschenk; cadeau; presentje |
| omohayui-面映ゆい | verlegen; beschaamd |
| omoichigai-思い違い | misverstand; misvatting; verkeerde inschatting [interpretatie]; onbegrip |
| omori-重り | gewicht (voor weegschaal) |
| omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
| omoteura-表裏 | hypocriet; oneerlijk; bedrieglijk |
| omotezukai-面使い | één van de bewegingen in Nō theater (het hoofd naar links en rechts draaien om om je heen te kijken) |
| omozukai-主使い | (bunraku) de hoofdpoppenspeler die het hoofd en de rechterarm van een pop beweegt |
| ōmu-鸚鵡 | papegaai |
| ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
| ōmugaeshi-鸚鵡返し | het (iemand) napraten; papegaaien |
| ōmugaeshi-鸚鵡返し | bijJapanse waka (gedichten) een versregel van een ander herhalen met een kleine wijziging daarin |
| on-御 | erend voorvoegsel, uit beleefdheid toegevoegd aan woorden m.b.t. mensen of waardevolle voorwerpen |
| onagare-お流れ | annulering; opzegging; opgave |
| onagare-お流れ | beleefde zegswijze waarbij de gastheer aan de eregast om diens sakekopje vraagt (om zelf uit te drinken) |
| ōnatsu-押捺 | het verzegelen; stempelen |
| onbō-隠亡 | medewerker van een crematorium; bewaker van een begraafplaats |
| ōnen-往年 | eens; voorheen; vroeger; voorbije jaren |
| onga-温雅 | warmte en sierlijkheid; sereniteit en elegantie |
| ongoku-遠国 | een verafgelegen; land [gebied] |
| ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
| onigawara-鬼瓦 | een daktegel met een demonen-masker erop |
| onjin-恩人 | schenker; redder; begunstiger; weldoener |
| onreko-オンレコ | officieel vermeld; geregistreerd |
| onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
| onten-恩典 | voorrecht; privilege; dispensatie |
| on・rain・riaru・taimu・shisutemu-オン・ライン・リアル・タイム・システム | OLRT, een software systeem met gecombineerde reactie- en uitvoertijd van een taak die korter is dan de maximale toegestane tijd |
| ōō-往往 | vaak; af en toe; bij gelegenheid |
| ooame-大雨 | stortregen; zware regenval |
| oobako-大葉子 | weegbree (plant) |
| oodoori-大通り | hoofdstraat; hoofdweg; brede straat [weg; laan] |
| ooji-大路 | hoofdweg; hoofdstraat; verbindingsweg; een grote [brede] weg [straat]; boulevard |
| ooyoso-大凡 | basis; grondslag; (bij) benadering; in grote trekken; in het algemeen; ruwweg |
| operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
| operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
| opojishon-オポジション | oppositie; weerstand; verzet; tegenstand |
| ōpun-オープン | open; geopend; vrij toegankelijk; openstaand; openbaar |
| ōpuningu-オープニング | opening; start; beginfase |
| ōpuningu-オープニング | kans; gelegenheid |
| ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
| ōpun・kōsu-オープン・コース | open (toegankelijke) cursus |
| ōpun・sando-オープン・サンド | open sandwich (belegde boterham) |
| ōpun・sandoitchi-オープン・サンドイッチ | open sandwich (belegde boterham) |
| ōrai-往来 | weg; straat |
| oregano-オレガノ | oregano (tuinkruid) |
| ōrenzu-凹レンズ | concave [holle; negatieve] lens |
| oresama-俺様 | (ook gebruikt als zelfstandig naamwoord voor) een egoïst; egocentrische [arrogante] man |
| oriashiku-折悪しく | helaas; ongelegen; slecht uitkomend; op een ongelukkig moment; jammer genoeg |
| oriau-折り合う | goed overweg kunnen met (elkaar); goede relatie [verstandhouding] hebben met |
| orifushi-折節 | (op) dat moment; (bij) die gelegenheid |
| orihime-織り姫 | Wega (alpha Lyrae of Vega), een ster in het sterrenbeeld Lier |
| orikomi-折り込み | tussenvoeging; inzetstuk; inlegvel |
| orikomikōkoku-折り込み広告 | bijgevoegde reclamefolder; inlegvel met reclame |
| orikomu-折り込む | invoegen; naar binnen vouwen; plooien; zomen (kleding) |
| orinasu-織りなす | samenbrengen; samenvoegen (b.v. delen van een compositie van een kunstwerk); combineren |
| oriru-下りる | beginnen; neerdalen; invallen (vorst; dooi; duisternis) |
| ōro-往路 | heenreis; heenweg; de weg erheen [naar een bestemming] |
| orutānatibu-オルターナティブ | alternatief; optie; keuze(mogelijkheid); uitweg |
| ōru・in・wan-オール・イン・ワン | alles-in-één (geïntegreerd) |
| osaekomi-抑え込み | (judo) houdgreep door de tegenstander op de grond te drukken |
| osagari-お下がり | afdankertje; afleggertje (van kledingstukken, speelgoed, e.d.)\ |
| osagari-お下がり | term gebruikt voor de regen of sneeuw die valt tijdens de eerste drie dagen van het nieuwe jaar |
| osameru-治める | regeren; heersen; besturen |
| ōsen-応戦 | reactie op een aanval; tegenaanval |
| ōsensuru-応戦する | terugvechten; een tegenaanval uitvoeren |
| oshare-お洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| ōshi-王師 | leger van de keizer |
| oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
| oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
| oshikakeru-押しかける | (van mensen) te hoop lopen; toestromen; met z'n allen tegelijk naar binnen gaan |
| oshikiru-押し切る | tegenstand negeren; iem. zijn wil opleggen; zijn zin doordrukken |
| oshinokeru-押し退ける | (iets of iem.) (weg)duwen; (weg)schuiven; verschuiven |
| oshite-押し手 | bewijszegel |
| oshitsukeru-押し付ける | duwen [vastzetten; houden] (tegen); (ergens) tegenaan drukken |
| oshitsukeru-押し付ける | iem. dwingen iets te doen; iem. zijn wil opleggen |
| oshitsumeru-押し詰める | iets kort [bondig] zeggen |
| oshiwakeru-押し分ける | opzij drukken; uit elkaar duwen; zich een weg banen (door) |
| oshiyaru-押し遣る | wegduwen; opzij duwen |
| oshiyoseru-押し寄せる | voortbewegen; oprukken; toestromen |
| ōshū-押収 | confiscatie; (gerechtelijke) inbeslagneming; beslaglegging |
| ōshūsuru-押収する | confisqueren; in beslag nemen; beslag leggen (op) |
| ōso-応訴 | tegenaanklacht; wederbeschuldiging (van een aangeklaagde tegen de aanklager) |
| ōsō-押送 | escorte (gewapende begeleiding); overplaatsing (v.e. gevangene) |
| osoban-遅番 | late (ploegen)dienst; avonddienst |
| osokarehayakare-遅かれ早かれ | vroeg of laat |
| ossharu-仰る | (beleefd werkwoord voor) zeggen; spreken |
| ōsui-王水 | koningswater; aqua regia (mengsel van zoutzuur en salpeterzuur) |
| otasshisho-御達書 | wetgeving; (schriftelijk) bevel (afgegeven door een hoge overheidsinstantie) |
| ōte-王手 | schaak (positie waarbij de koning van de tegenstander direct wordt aangevallen; bij schaakspel, shogi, e.d.) |
| otemae-お手前 | de regels [handelingen] bij een theeceremonie |
| otemori-お手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| otosu-落とす | missen; weghalen; verwijderen; weglaten |
| ōtotsu-凹凸 | oneffenheid; onregelmatigheid; hobbeligheid; ongelijkmatigheid |
| otozureru-訪れる | bezoeken; een bezoek brengen [afleggen] |
| ottsukeru-押っ付ける | duwen; drukken (op; tegen) |
| ottsukeru-押っ付ける | bij Sumo de arm van de tegenstander vastklemmen zodat die de gordel niet kan pakken |
| ou-追う | opjagen; doen vliegen (van vogels e.d.) |
| oyakabu-親株 | (beurshandel) oude [eerder uitgegeven] aandelen |
| oyaomoi-親思い | liefde [genegenheid] voor je ouders |
| ōyōkagaku-応用化学 | toegepaste chemie [scheikunde] |
| ozuozu-怖ず怖ず | verlegen; bedeesd; angstig; aarzelend |
| pāfekuto・gēmu-パーフェクト・ゲーム | perfecte wedstrijd (een honkbalwedstrijd waarin de tegenstander geen enkele run heeft gemaakt) |
| paionia-パイオニア | pionier; baanbreker; wegbereider |
| pairēto・edishon-パイレート・エディション | illegale [geplagieerde] editie [uitgave] |
| pairotto-パイロット | piloot; vlieger; vliegenier |
| pākingu-パーキング | het parkeren; parkeergelegenheid |
| pakuru-ぱくる | stelen; wegpakken; afhandig maken (van geld of goederen); zwendelen |
| papakatsusuru-パパ活する | het suikerpapa zijn; het tegen betaling (of cadeaus) daten (van een oudere man) met een jonge vrouw |
| paradokkusu-パラドックス | paradox; schijnbare tegenstelling |
| parusā-パルサー | pulsar (een hemellichaam dat regelmatig pulsen van radiogolven en röntgenstralen uitzendt) |
| pāsā-パーサー | hoofd van het cabinepersoneel (in een vliegtuig) |
| passhingu-パッシング | het geven van een lichtsignaal in de auto om andere weggebruikers te waarschuwen |
| pasu-パス | (voetbal) toegespeelde bal |
| pasu-パス | pas; gratis toegangsbewijs |
| patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
| pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| penihi-ペニヒ | pfennig (vroegere Duitse munt, 1/100 mark) |
| pēpā・kanpanī-ペーパー・カンパニー | papieren onderneming (een bedrijf dat is geregistreerd maar geen daadwerkelijke zakelijke activiteiten heeft); brievenbusfirma |
| peseta-ペセタ | peseta (vroegere Spaanse munteenheid) |
| peso-ペソ | peso (munteenheid, tegenwoordig van diverse Zuid-Amerikaanse landen en de Filipijnen) |
| pēsuto-ペースト | (computer) plakken; invoegen |
| pēsutorī-ペーストリー | deeg; pasteideeg; brooddeeg; taartendeeg |
| petenshi-ペテン師 | (Chin.: bēngzi) zwendelaar; oplichter; bedrieger |
| pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
| piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
| pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
| pitchi-ピッチ | het aantal keren dat de armen en benen bewegen tijdens het zwemmen |
| pitto-ピット | gat achter een bowlingbaan waar de omgevallen kegels in vallen |
| pī・etchi-ピー・エッチ | pH, maat voor de zuurtegraad |
| pī・ō・esushisutemu-POSシステム | (point of sale system) computergestuurd kasregister |
| poisute-ポイ捨て | het weggooien van (klein) afval op de openbare weg (b.v. van sigarettenpeuken, e.d.) |
| pokanto-ぽかんと | afwezig; leeg; wazig |
| pokarito-ぽかりと | leeg; afwezig; wezenloos |
| pokatto-ぽかっと | leeg; afwezig; wezenloos |
| poppoya-鉄道員 | (in dialect, onomatopee: tjoeketjoeke, voor) spoorwegman |
| porishī-ポリシー | beleid; politieke maatregelen |
| pōtā-ポーター | kruier; drager van bagage (station, hotel, vliegveld, etc.) |
| pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
| puran-プラン | ontwerp; plattegrond; blauwdruk |
| purasu・arufa-プラス・アルファ | plus daarbij toegevoegd; plus extra |
| purau-プラウ | ploeg (landbouwwerktuig) |
| pure-プレ | pre- (voorvoegsel aan z.n.w, met de toegevoegde betekenis: voor) |
| purē-プレー | (afk. van play ball) oproep van de scheidsrechter bij balsporten, zoals b.v. honkbal, om te beginnen |
| purēbōru-プレーボール | oproep van de scheidsrechter bij balsporten, zoals b.v. honkbal, om te beginnen |
| purēn-プレーン | eenvoudig; gewoon; zonder toevoegingen; puur; niet versierd |
| purēsu・kikku-プレース・キック | trap tegen de bal vanuit een stilstaande positie (sportterm) |
| purē・bōru-プレー・ボール | (honkbal, tennis, etc.) aankondiging dat een wedstrijd kan beginnen |
| purē・bōru-プレー・ボール | (figuurlijk) beginnen; aan het werk gaan |
| purinshipuru-プリンシプル | grondbeginsel; principe |
| puromunādo-プロムナード | wandelweg; promenade; boulevard; wandelgang |
| purosesu・chīzu-プロセス・チーズ | smeltkaas (kaas zachtgemaakt door toevoeging van smeltzouten en emulgatoren) |
| pūrunetsu-プール熱 | faryngo-conjunctieve koorts (lett. zwembadkoorts, vanwege vaak voorkomen van besmetting via zwembaden) |
| ra-等 | (achtervoegsel dat meervoud aangeeft) |
| rabu・gēmu-ラブ・ゲーム | (Eng.: love game) game gewonnen zonder dat de tegenstander scoort (tennis, badminton) |
| rachi-埒 | begrenzing; omheining |
| raden-螺鈿 | raden, de techniek van het inleggen van dunne lagen parelmoer (b.v. in lakwerk) |
| raichō-来朝 | (hist. China, Japan) bezoek aan het hof van een buitenlandse delegatie |
| raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
| raitofuraikyū-ライトフライ級 | lichtvlieggewicht (gewichtsklasse boksen) |
| rakkarōzeki-落花狼藉 | gewelddadige handelingen (m.n. tegen vrouwen of kinderen) |
| rakkī・sebun-ラッキー・セブン | (honkbal) de zevende inning van een wedstrijd van negen innings (wordt als gelukkig beschouwd) |
| rakuchaku-落着 | overeenkomst; akkoord; regeling; schikking; afwikkeling |
| rakugan-落雁 | een wilde gans die komt aanvliegen en neerstrijkt op een veld |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
| ranbō-乱暴 | geweld(pleging); mishandeling |
| randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
| ranpu-ランプ | helling, talud, schans; oprit naar snelweg |
| ran'un-乱雲 | regenwolk; nimbus |
| rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
| rasotsu-邏卒 | politieagent (begin Meiji tijdperk |
| refarensu-レファレンス | referentie; aanbeveling; verwijzing; raadpleging; raadgeving; informatie |
| refarensu・guruppu-レファレンス・グループ | referentiegroep |
| regee-レゲエ | reggae (muziek) |
| rei-礼 | begroeting; groet; buiging; reverence |
| reijō-令嬢 | dochter van een gegoede familie |
| reikai-例会 | reguliere vergadering; regelmatige ontmoeting [bijeenkomst] |
| reikai-例解 | illustratie; toelichting; uitleg (met voorbeelden) |
| reiki-例規 | vastgestelde regel; conventie; statuut; precedentregel |
| reikō-励行 | strikte naleving [nauwgezette uitvoering] van regels |
| reikoku-例刻 | de gebruikelijke [reguliere; vaste] tijd |
| reimeiki-黎明期 | (fig.) dageraad; eerste begin; geboorte |
| reinuea-レインウェア | regenkleding |
| rein・shūzu-レイン・シューズ | regenschoenen; waterbestendig schoeisel; regenlaarzen |
| reiu-冷雨 | koude regen |
| reiwa-令和 | Reiwa, naam van het Japanse tijdperk dat is begonnen met de troonsbestijging van Keizer Naruhito (op 1 mei 2019) |
| reiwa-例話 | verklarende uitleg; illustratief voorbeeld |
| rejendo-レジェンド | legende; legendarische figuur |
| rejendo-レジェンド | legenda; inscriptie; opschrift |
| rejion・donūru-レジオン・ドヌール | (Frans: Légion d’honneur) Legioen van Eer (ridderorde) |
| rejisutā-レジスター | register; lijst; archief; registratie |
| rejisutā-レジスター | (muziek) register |
| rekidai-歴代 | opeenvolgende generaties; van vroeger tot nu; |
| rekka-劣化 | verval; aantasting; verslechtering; degeneratie |
| rekkitoshita-歴とした | echt; onmiskenbaar; duidelijk; onweerlegbaar; wettelijk |
| rekuchā-レクチャー | (hoor)college; lezing |
| rekuchā-レクチャー | instructie; voorlichting; uitleg |
| remu-レム | rem (snelle beweging van de oogbollen tijdens de remslaap) |
| rēn-レーン | rijstrook; baan (auto, bus, etc.; ook bij sport: zwemmen, kegelen, etc.) |
| rēn-レーン | regen |
| ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
| ren-連 | telwoord voor aaneengeregen dingen (kralen, etc.) |
| renbo-恋慕 | liefde; tedere gevoelens; genegenheid |
| renchi-廉恥 | eer; integriteit |
| renkō-連行 | begeleiding naar een politiebureau (niet geheel op vrijwillige basis) |
| rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| rensei-連星 | dubbelster (twee sterren die om een gemeenschappelijk zwaartepunt bewegen) |
| rentaishūshokugo-連体修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een niet-infecterend [onvervoegbaar] woord |
| renzutsukifirumu-レンズ付きフィルム | wegwerpcamera |
| ren'on-連音 | (taalkunde) sandhi (gelijkwording van eind- en beginklank van opeenvolgende delen) |
| ren'yōshūshokugo-連用修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een inflecterend [vervoegbaar] woord |
| rēruwē-レールウェー | spoor; spoorweg; spoorlijn; spoorbaan |
| ressei-劣性 | regressiviteit |
| resu-レス | (van Engels achtervoegsel) zonder; -loos |
| resukyūtai-レスキュー隊 | reddingsploeg; reddingsteam |
| resuto'eria-レストエリア | rustplaats [parkeerplaats] langs de snelweg |
| reten-レ点 | vinkje (voor het aanmerken tekstregels) |
| retsu-列 | rij; regel; kolom |
| retsu-列 | rang; categorie |
| ri-理 | principe; beginsel; wet |
| riabyūmirā-リアヴューミラー | achteruitkijkspiegel (auto) |
| riakushon-リアクション | (mechanica) reactie; tegenbeweging |
| riaru・taimu・purosesshingu-リアル・タイム・プロセッシング | real-time verwerking van de invoer van gegevens (computer) |
| rifarensu-リファレンス | referentie; aanbeveling; verwijzing; raadpleging; raadgeving; informatie |
| rījonarizumu-リージョナリズム | regionalisme |
| rikai-理解 | begrip; inzicht; doorzicht |
| rikaisuru-理解する | begrijpen; bevatten; doorhebben; inzien |
| rikkenseitai-立憲政体 | constitutionele regering; constitutioneel staatsbestel |
| rikkensuru-立件する | een rechtszaak aanspannen [beginnen]; procederen; een vervolging instellen |
| riko-利己 | eigenbelang; zelfzucht; egoïsme |
| rikoshugi-利己主義 | egoïsme |
| rikoteki-利己的 | zelfzuchtig; egoïstisch |
| rikugun-陸軍 | leger; krijgsmacht |
| rikusho-六書 | de zes categorieën van de samenstelling en het gebruik van Chinese karakters [kanji] |
| rīkusuru-リークする | lekken; weglekken; doorlekken; (laten) uitlekken |
| rimujin-リムジン | pendelbus (b.v. van vliegveld of hotel) |
| rin-鈴 | belletje om begin of eind van iets aan te geven |
| rindō-林道 | bosweg; bospad |
| ringisho-稟議書 | een voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betrokken bestuurders |
| rinsetsu-隣接 | aangrenzend [naastgelegen] zijn; nabijheid |
| rin'u-霖雨 | aanhoudende [langdurige] regen |
| rippa-立派 | pracht; grandeur; elegantie |
| rippōtai-立方体 | kubus; regelmatig veelvlak [zesvlak] |
| rippu・sābisu-リップ・サービス | lippendienst (iets wel zeggen, maar niet menen) |
| riseki-離籍 | het verwijderen van een naam uit het familieregister |
| risshū-立秋 | het begin [de eerste dag] van de herfst (volgens de maankalender op 8 augustus) |
| risshun-立春 | het begin van de lente; de dag waarop de lente begint (4 febr.) |
| risui-離水 | het opstijgen uit [vanaf] het water (van een watervliegtuig, e.d.) |
| ritō-離島 | een afgelegen eiland |
| rittō-立冬 | het begin van de winter; de eerste winterdag (volgens de maankalender) |
| roban-路盤 | wegverharding (basislaag en onderste oppervlaktelaag, onder het wegdek) |
| roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
| robō-路傍 | de kant van de weg [straat]; berm |
| rōdo-ロード | weg; straat |
| rōdōundō-労働運動 | arbeidersbeweging |
| rōdowāku-ロードワーク | wegtraining; looptraining op de weg |
| rōdo・mappu-ロード・マップ | wegenkaart |
| rōdo・mirā-ロード・ミラー | verkeersspiegel |
| rōdo・mūbī-ロード・ムービー | roadmovie (filmgenre waarin de hoofdpersonen onderweg zijn) |
| rōdo・rēsu-ロード・レース | wegrace; wegwedstrijd; autorace op de (openbare) weg |
| roji-路地 | laan; tuinpad; steeg |
| roji-路次 | route; onderweg |
| rojin-ロジン | colofonium; spiegelhars; vioolhars; pijnhars (natuurlijke hars gewonnen uit naaldbomen, Pinus) |
| rōjō-籠城 | het verdedigen van een kasteel (tijdens een belegering); verschansing |
| rojō-路上 | wegdek; op straat |
| rojō-路上 | op weg (naar een bestemming, levensdoel, e.d.) |
| rokkotsu-肋骨 | benaming voor decoratief lint op legeruniformen (tijdens de Russisch-Japanse Oorlog 1904-1905) |
| rokuga-録画 | video-opname; videoregistratie |
| rokumentai-六面体 | (regelmatig) zesvlak; hexaëder |
| rokuna-碌な | goed; genoeg; voldoende; bevredigend |
| rokuni-碌に | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
| rokuroku-碌碌 | voldoende [genoeg] zijn |
| rokuroku-碌碌 | (met negatie) niet voldoende [genoeg] zijn |
| rokusuppo-碌すっぽ | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
| romen-路面 | wegdek; bestrating; plaveisel |
| romentōketsu-路面凍結 | het bevriezen van het wegdek |
| ronbaku-論駁 | weerlegging; tegenargument(en) |
| ronjiru-論じる | overwegen; in aanmerking nemen |
| ronpa-論破 | bestrijding van een theorie, opvatting e.d.; het met tegenargumenten komen |
| ronteki-論敵 | opponent [tegenstander] in een debat |
| ronzuru-論ずる | overwegen; in aanmerking nemen |
| rōrerai-ローレライ | Lorelei, een legendarische nimf die zeelui verleidde met haar mooie zangstem en ze schipbreuk liet lijden |
| rosen-路線 | route (voor autorit, treinrels, vliegbestemming e.d.) |
| rōsuto・chikin-ロースト・チキン | grillkip; grillhaantje; braadkip; gebraden [gegrilde] kip |
| rōtaikoku-老大国 | een land dat vroeger heel machtig was, maar nu niet meer; een ooit machtige natie in verval |
| rōtīn-ローティーン | vroege tienerjaren (10 t/m 14) |
| rotō-路頭 | kant van de weg; berm |
| ruibetsu-類別 | classificatie; categorisering |
| ruigainen-類概念 | (logica) een generiek begrip [concept] |
| ruihan-累犯 | een herhaalde misdaadpleging [overtreding]; recidive |
| rūpusen-ループ線 | spiraalvormige spoorlijn (b.v. om tegen een steile helling op te rijden) |
| rūru-ルール | regel; voorschrift |
| rusetsu-流説 | ongegrond verhaal [gerucht; verslag] |
| ryakkai-略解 | korte toelichting [verklaring; uiteg] |
| ryaku-略 | omissie; weglating |
| ryakusetsu-略説 | korte uitleg; samenvatting; (kort) overzicht |
| ryakusu-略す | afkorten; verkorten; inkorten; weglaten |
| ryakusuru-略する | afkorten; inkorten; verkorten; weglaten |
| ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
| ryō-両 | een ryō [tael], een weeg-eenheid (voor goud, zilver, etc.) |
| ryōjo-諒恕 | acceptatie; inwilliging (in overweging van iemand's situatie); consideratie |
| ryokakuki-旅客機 | passagiersvliegtuig |
| ryokkaundō-緑化運動 | campagne [promotiebeweging] voor vergroening |
| ryokudo-緑土 | gebied met weelderige vegetatie |
| ryōshō-了承 | erkenning; begrip; besef |
| ryōtō-両刀 | (afk. voor) het met twee zwaarden tegelijk vechten |
| ryōtōzukai-両刀遣い | met twee zwaarden tegelijk kunnen vechten; iemand die met twee zwaarden tegelijk vecht |
| ryūdōsei-流動性 | vloeibaarheid; beweeglijkheid |
| ryūgen-流言 | (ongegrond) gerucht; verzonnen bericht [verhaal]; verzinsel; kletspraatje |
| ryūsetsu-流説 | ongegrond verhaal [gerucht; verslag] |
| ryūshitsu-流失 | weggespoeld [meegesleurd] worden |
| ryūtōdabi-竜頭蛇尾 | een veelbelovend begin dat uitloopt op een teleurstellend einde; een anticlimax |
| sāba-サーバ | degene die serveert (tennis, etc.) |
| sābā-サーバー | degene die serveert (tennis, etc.) |
| sabi-寂 | ingetogen verfijning; elegante eenvoud |
| sābisu・eria-サービス・エリア | wegrestauratie (met tankstation) |
| sadame-定め | wetgeving; regelgeving; bepaling; regulering |
| sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
| sadameru-定める | voorschrijven; regels [wetten] vaststellen [maken] |
| sagekaji-下げ舵 | het omlaag duwen van de stuurknuppel van een vliegtuig |
| sageru-下げる | degraderen |
| sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
| sagyōkantokusha-作業監督者 | ploegbaas; voorman |
| sagyōkōtai-作業交替 | ploegendienst |
| sai-才 | (aangeboren) talent; aanleg (voor iets) |
| sai-最 | (voorvoegsel) beste; meeste; maximum; belangrijkste |
| saibanken-裁判権 | jurisdictie; rechtspraak; rechtsbevoegdheid; rechtsmacht |
| saibōbunkai-細胞分解 | putrefactie; celdesintegratie; ontbinding |
| saibunka-細分化 | onderverdeling; segmentatie; fractionering; versnippering |
| saibunkasuru-細分化する | onderverdelen; segmenteren; fractioneren; versnipperen |
| saibutsu-才物 | slim [getalenteerd; begaafd] persoon |
| saidaikyū-最大級 | hoogste [grootste] niveau [klasse]; topcategorie |
| saido-サイド | team; ploeg; partij |
| saidokumoji-再読文字 | kanji met toegevoegde [tweede] lezing (m.n. in Kanbun teksten) |
| saido・suteppu-サイド・ステップ | opzijgaan; uit de weg gaan; ontwijken |
| saientorojī-サイエントロジー | Scientology beweging [kerk] |
| saigen-際限 | eindpunt; grens; beperking; begrenzing |
| saigokusanjūsansho-西国三十三所 | Saikoku pelgrimage naar 33 tempels gewijd aan Kanon (in de Kansai regio van Japan) |
| saihan-再犯 | herhaalde misdaadpleging [overtreding]; recidive |
| saihate-最果て | de verste [meest afgelegen] (plek) |
| saijin-才人 | slim [getalenteerd; begaafd] persoon |
| saika-裁可 | (onder de Meiji grondwet) officiële goedkeuring van de keizer voor wetsvoorstellen en begrotingen |
| saikei-歳計 | jaarrekening; begroting |
| saikeikoku-最恵国 | meest begunstigde natie (voor handel) |
| saiken-細見 | gedetailleerde kaart [plattegrond; gids] |
| saikentōsuru-再検討する | herzien; heroverwegen; opnieuw onderzoeken |
| saikyōyaki-西京焼き | gegrilde, in miso gemarineerde visfilet |
| saimarukyasuto-サイマルキャスト | simulcasten (afk. van simultaneous broadcast; een uitzending tegelijk over meerdere media uitzenden) |
| sainō-才能 | begaafdheid; aanleg; talent; gave |
| sairoku-採録 | transciptie; registratie; optekening |
| sairoku-載録 | transcriptie; registratie; optekening |
| sairon-細論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
| sairyō-宰領 | het organiseren [verzorgen; begeleiden] van groepsreizen; reisleider; gids |
| sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
| saisai-再再 | vaak; regelmatig; frequent |
| saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
| saisei-再生 | reanimatie; regeneratie |
| saisetsukyū-噴石丘 | pyroclastische kegel; scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
| saisho-最初 | het begin; de start; aanvang; het eerst; de eerste |
| saishokushugi-菜食主義 | vegetarisme |
| saishokushugisha-菜食主義者 | vegetariër |
| saitanchō-歳旦帳 | saitan-chō, een gedichtenbundel uitgegeven ter gelegenheid van de saitan-biraki bijeenkomst |
| saiu-細雨 | lichte regen; motregen |
| saiuyoku-最右翼 | dominant persoon; sterkste mededinger [deelnemer]; degene met de meeste kans (om te winnen) |
| saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
| sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
| sakarau-逆らう | indruisen tegen; ingaan tegen |
| sakazuki-杯 | een drinkgelag; banket; huwelijksdronk (het drinken uit elkaars glazen door bruid en bruidegom op hun huwelijk) |
| sakazukigoto-杯事 | met een drankje [een toost] een gelofte [afspraak] bezegelen |
| sakeru-避ける | vermijden; ontwijken; uit de weg gaan; ontlopen |
| saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
| sakibashiru-先走る | op de zaken vooruit lopen; te snel handelen; te vroeg starten; voor de troepen uitlopen (fig.) |
| sakigake-先駆け | pionier; wegbereider; initiatiefnemer; voorloper; voorbode; leider |
| sakimonogai-先物買い | het speculeren (bij beleggen) |
| sakkaku-錯覚 | waanvoorstelling; zinsbegoocheling; hallucinatie |
| sakki-数奇 | ongeluk; tegenspoed; tegenslag; pech |
| sakkon-昨今 | tegenwoordig;; heden; momenteel |
| saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
| saku-策 | plan; strategie; maatregel; list; intrige |
| sakudo-作土 | toplaag; oppervlakte grond [aarde]; bewerkte [geploegde] grond |
| sakugen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sakui-作為 | het begaan [bedrijven] (van een misdaad); doen; uitvoeren |
| sakuin-索引 | index; trefwoordenregister |
| sakujō-作条 | ploegsnede; geul; greppel |
| sakujo-削除 | doorhaling; wegstreping; geschrapt woord; geschrapte passage |
| sakujosuru-削除する | wegstrepen; doorhalen; schrappen |
| sakuryaku-策略 | strategie; tactiek; list |
| sakusen-作戦 | strategie; tactiek; strijdplan |
| sakutei-策定 | het opstellen van een plan [strategie; beleid] |
| sakuteisuru-策定する | een plan [strategie; beleid] opstellen |
| samidare-五月雨 | vroege zomerregen |
| samoarinan-然もありなん | begrijpelijk (zijn); niet meer dan logisch (zijn) |
| samoshii-さもしい | gemeen; laag; verachtelijk; egoïstisch; zelfzuchtig |
| samue-作務衣 | samue, werkkleding van Japanse boeddhistische monniken (tegenwoordig ook gedragen als vrijetijds- of werkkleding) |
| sandō-参道 | de toegangsweg naar een tempel [heiligdom] |
| sandō-山道 | bergweg; bergpad |
| sangai-三界 | (boeddh.) de drie werelden van transmigratie (de wereld van wezens met begeerten, van wezens met vorm en van wezens zonder vorm) |
| sangaku-参学 | gezamelijk hoorcollege over de boeddhistische leer |
| sangun-三軍 | het gehele leger; de gezamenlijke strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht) |
| sangyō-三業 | 3 soorten horeca gelegenheden (restaurants, geishahuizen en bordelen) |
| sangyōritchi-産業立地 | geschikte locatie voor industrie; goed industriegebied |
| sangyōyobigun-産業予備軍 | industrieel reserveleger (Marxistische term voor de grote groep werkelozen, die door kapitalisten gebruikt werden om werkenden onder druk te zetten) |
| sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
| sanjūsatsu-三重殺 | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
| sankakusui-三角錐 | regelmatig viervlak; tetraëder; driezijdige piramide |
| sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
| sankō-参考 | verwijzing; referentie; raadpleging |
| sankushon-サンクション | sanctie; dwangmaatregel |
| sanmon-三門 | driedelige toegangspoort bij een tempel (m.n. een grote in het midden met twee kleine ernaast) |
| sannyū-参入 | toegang (tot) |
| sanpeijiru-三平汁 | gerecht uit Hokkaido, een soep met rijstzemelen, vis en ingelegde groenten |
| sanpiryōron-賛否両論 | voor- en tegenargumenten; pro en contra |
| sanro-山路 | bergweg; bergpad |
| sansan-潸潸 | het onophoudelijk zacht regenen; het motregenen [miezeren]; het druppelen van de regen |
| sansaro-三差路 | driesprong; drievoudige wegkruising; kruising van 3 wegen |
| sanseiu-酸性雨 | zure regen |
| sansha-三舎 | in historisch China de afstand van een 3 daagse marstocht door een leger (ca. 36km) |
| sanshō-参照 | consultatie; raadpleging; verwijzing |
| sanshōsuru-参照する | consulteren; raadplegen; verwijzen naar; refereren aan |
| sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| santōshin-三等親 | derdegraadsverwantschap; familieverwantschap van de derde graad |
| sanzai-散在 | diffuus [verspreid] gelegen |
| sanzen-参禅 | beoefening van zen-meditatie (onder begeleiding van een zen-meester) |
| sanzuke-さん付け | het beleefde achtervoegsel san aan iemands naam toevoegen |
| san'indō-山陰道 | Japanse geografische term (voor een oude indeling van provincies en de hoofdwegen die erdoorheen lopen) |
| san'u-山雨 | regenval in [uit] de bergen; bergregen |
| san'yaku-散薬 | (medicijn) poeder; geneesmiddel dat in poedervorm worden toegediend |
| san'yō-算用 | berekening; calculatie; beraming; begroting |
| sao-竿 | formatie-rij van vliegende ganzen |
| saobakari-竿秤 | (weegtoestel) unster; balkbalans |
| sarasu-晒す | onthullen; blootleggen |
| saru-去る | vertrekken; (ver) weggaan |
| sasaeru-支える | (een aanval, e.d.) stuiten; tegenhouden; afweren |
| sasagani-細蟹 | spin (zo genoemd vanwege de gelijkenis met een kleine krab); spinnenweb |
| sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
| sashidasu-差し出す | indienen; aanbieden; voorleggen |
| sashigane-差し金 | een stok met een touwtje, om de handen van marionetten [bunraku poppen] te laten bewegen |
| sashikomi-差し込み | insertie; tussenvoeging; tussenzetsel |
| sashiosae-差し押え | inbeslagname; beslaglegging; (financiële) executie |
| sashō-詐称 | een valse [onjuiste] voorstelling van zaken [verklaring; gegevens] |
| satogo-里子 | pleegkind |
| satoi-聡い | snel (van begrip); scherp |
| satokata-里方 | familie van een schoondochter of pleegkind |
| satooya-里親 | pleegouder(s) |
| satori-悟り | begrip; inzicht |
| satoru-悟る | (be)merken; zich realiseren; begrijpen; gewaarworden |
| satsukibare-五月晴れ | mooi weer in mei (tijdens het regenseizoen) |
| sawagaseru-騒がせる | verstoren; ontregelen; overlast [een sensatie] veroorzaken |
| sayōnara-さようなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| sayonara-さよなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| sazukarimono-授かり物 | zegen; (gods)geschenk; meevaller |
| se-瀬 | kans; gelegenheid |
| segurigēshon-セグリゲーション | afzondering; afscheiding; segregatie |
| seiatsu-制圧 | overwicht; (overwegende) invloed; overheersing |
| seibun-成文 | het schriftelijk vastleggen; op schrift stellen; neerschrijven |
| seibutsu-静物 | niet bewegend voorwerp |
| seichi-生地 | geboorteplaats; geboortegrond |
| seichō-政庁 | regeringszetel; rijksbureau |
| seifu-政府 | de regering; het kabinet |
| seifuhoshōsai-政府保証債 | door de overheid gegarandeerde obligatie |
| seiga-清雅 | sierlijkheid; elegantie |
| seigen-制限 | beperking; restrictie; begrenzing |
| seigensuru-制限する | beperken; begrenzen; terugdringen |
| seigō-整合 | afstemming; regeling; aanpassing; instelling; harmonisering |
| seihangō-正反合 | (in filosofie, drie stadia van dialectische logica geformuleerd door Hegel) these, antithese, synthese |
| seihansha-正反射 | spiegelende reflectie |
| seihantai-正反対 | precies het tegenovergestelde [tegendeel; omgekeerde] |
| seiheki-性癖 | natuurlijke aanleg; aard; karakter |
| seihen-政変 | regeringswisseling; politieke omwenteling; omverwerping van een regering; staatsgreep |
| seihyō-青票 | tegenstem; stem tegen; stem van afkeuring (in Japan blauw stembiljet) |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | titel gegeven aan het opperhoofd van de regerende militaire macht in de Kamakura, Muromchi en Edo perioden |
| seika-正課 | (vak uit) het reguliere leerplan [curriculum) |
| seikaku-正客 | eregast |
| seikaku-正格 | correcte regel |
| seiken-政権 | politieke macht; bewind; regering; kabinet; regime |
| seikendatō-政権打倒 | omverwerping van een regering |
| seikenjuritsu-政権樹立 | vorming [samenstelling] van een regering; kabinetsformatie |
| seikōudoku-晴耕雨読 | op het land werken als de zon schijnt en thuis een boek lezen als het regent (verwijst naar het stille [geïsoleerde] leven op het platteland) |
| seikurabe-背比べ | vergelijking van lengte [hoogte]; het met de ruggen tegen elkaar aan gaan staan om te kijken wie het grootste [langste] is |
| seikyō-清興 | elegant [stijlvol] vermaak [plezier] |
| seimoku-星目 | (bij het go-spel) sterpunten (aangegeven met een stip op het bord) |
| seimoku-星目 | (bij het go-spel) een handicap (voor een betere speler) van negen zwarte stenen op de sterpunten |
| seimu-政務 | overheidsaangelegenheid; regeringszaken |
| seirei-政令 | regeringsverordening; kabinetsbesluit |
| seireishiteitoshi-政令指定都市 | decretaal gedesigneerde stad (met meer dan 500.000 inwoners, en met fiscale en bestuurlijke bevoegdheden, die gelijk zijn aan die van prefecturen) |
| seiren-清廉 | eerlijkheid; integriteit; onkreukbaarheid |
| seirenkeppaku-清廉潔白 | absolute eerlijkheid; onberispelijke integriteit |
| seiri-整理 | het reguleren; op orde brengen |
| seirifujun-生理不順 | onregelmatige menstruatie |
| seiriken-整理券 | toegangskaart(je) (met zitplaats nummer); instapkaart |
| seirikyūka-生理休暇 | verlof vanwege de menstruatie; menstruatieverlof |
| seisaku-政策 | beleid; politieke maatregelen |
| seisanzai-生産財 | productiegoederen |
| seisatsu-省察 | reflectie; overweging; beschouwing |
| seisei-整斉 | orde; regeling; samenstelling; rangschikking |
| seishain-正社員 | werknemer in vaste dienst; een regulier [volwaardig] personeelslid; een vaste [fulltime] werknemer |
| seishi-制止 | controle; bedwang; beheersing; zeggenschap |
| seishi-青史 | geschiedenis; kroniek; jaarboek (vroeger op bamboe schrijfplankjes geschreven) |
| seishi-静思 | overdenking; meditatie; bespiegeling; beschouwing; contemplatie; reflectie |
| seishi-静止 | stilstand; stagnatie; bewegingloosheid |
| seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
| seishutsu-正出 | legitimiteit van geboorte; geboorte uit een wettig huwelijk |
| seisoku-正則 | regelmatigheid; correct [juist; regulier; gebruikelijk; normaal] zijn |
| seisui-盛衰 | voorspoed en tegenspoed; hoogte- en dieptepunten; opkomst en ondergang; wisselvalligheden |
| seiten-聖典 | en boek waarin de basisleerstellingen van een religie zijn vastgelegd (zoals de Bijbel, de Koran. e.d.) |
| seitō-正当 | iets dat rechtvaardig [rechtmatig; legitiem; terecht] is |
| seitō-正統 | legitimiteit; wettigheid; orthodoxie |
| seiu-晴雨 | goed of slecht weer; zon of regen |
| seizen-西漸 | westwaartse beweging; het naar het westen gaan [trekken] |
| seken-世間 | de wereld; de toestand in de wereld; hoe het er in de wereld aan toegaat; de mensen (in de wereld) |
| seki-席 | plaats [plek] waar een ontmoeting [gebeurtenis; gelegenheid] zal plaatsvinden; kamer; zaal |
| seki-昔 | (in kanji combinaties) vroeger; in het verleden; lang geleden |
| seki-籍 | familieregister |
| sekiaku-積悪 | opeenstapeling van zonden [slechte daden} (in de loop der jaren begaan) |
| sekiban-石盤 | leisteen (tegel) |
| sekibetsu-惜別 | het verdriet [leedwezen] bij het afscheid nemen; met tegenzin afscheid nemen |
| sekibun-積分 | integraal berekening |
| sekigun-赤軍 | Het Rode Leger (Rusland) |
| sekijitsu-昔日 | vroegere tijd; oude tijden |
| sekininsha-責任者 | de verantwoordelijke (degene die de verantwoordelijkheid draagt); leidinggevende; supervisor |
| sekkan-摂関 | regenten en raadslieden |
| sekushon-セクション | sectie; afdeling; segment; district |
| semeotosu-攻め落とす | een vijandelijk leger aanvallen en verslaan |
| seminā-セミナー | werkgroep; studiegroep; cursus |
| semishigure-蟬時雨 | het (continu doorgaande) tsjilpen van cicaden (als het stromen van de zomerregen) |
| senakaawase-背中合わせ | rug tegen rug; met de ruggen tegen elkaar |
| senegaru-セネガル | Senegal |
| sengi-詮議 | discussie; beraadslaging; overleg; bespreking; overweging |
| senjutsu-戦術 | tactiek; strategie; krijgskunst |
| senkai-仙界 | plek waar kluizenaars wonen; afgelegen retraite |
| senkan-専管 | exclusieve bevoegdheid [controle]; alleenrecht |
| senkōundō-潜行運動 | ondergrondse beweging |
| senkusha-先駆者 | pionier; baanbreker; wegbereider |
| senkyotaisaku-選挙対策 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| senkyotaisakuiinkai-選挙対策委員会 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| senmyōtai-宣命体 | schriftsysteem uit de Nara- (710–794) en vroege Heian-periode (794–1192) (met kleinere karakters voor grammaticale elementen dan voor lexicale) |
| sennō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| sennyū-潜入 | (astronomie) het verschijnsel dat een vaste ster of planeet zich achter de maan begeeft |
| senpatsu-先発 | het als eerste vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; voor(af)gaan |
| senpō-戦法 | tactiek; strategie; plan de campagne |
| senrei-洗礼 | ervaring die een grote spirituele verandering teweegbrengt |
| senro-線路 | spoorweg; spoorbaan |
| senryaku-戦略 | aanpak; strategie; tactiek |
| senryakubōeikōsō-戦略防衛構想 | Strategisch Defensie-initiatief (SDI) |
| senshibankō-千思万考 | overdenking; overpeinzing; overweging |
| sentai-選対 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| sentai-選対 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| sentā・pōru-センター・ポール | elektriciteitspaal tussen twee spoorwegen |
| sente-先手 | initiatiefnemer; degene die de eerste stap doet |
| sente-先手 | (bij bordspellen, zoals go en shōgi) degene die de eerste zet doet |
| sentetsu-先哲 | oude [vroegere] wijze man [wijsgeer] |
| sentō-銭湯 | openbare badgelegenheid; badhuis |
| sentōki-戦闘機 | gevechtsvliegtuig |
| sen'ō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| seppaku-雪白 | onschuldigheid; puurheid; integriteit |
| serifu-台詞 | een vaste uitdrukking; gezegde; cliché |
| sērusu・enjinia-セールス・エンジニア | technisch (verkoop) vertegenwoordiger |
| seseru-挵る | een kleine beweging telkens maar blijven herhalen (b.v. met een potlood tegen een tafel tikken) |
| sesshō-摂政 | regentschap; regent |
| sesshusuru-窃取する | stelen; diefstal plegen |
| sessō-節操 | bestendigheid; standvastigheid; trouw; integriteit |
| sesuna-セスナ | Cessna, (Amerikaans) licht vliegtuig |
| setsubigo-接尾語 | achtervoegsel; suffix |
| setsubiji-接尾辞 | achtervoegsel; suffix |
| setsubun-節分 | Setsubun festival (laatste dag van de winter in de maankalender, 3 a 4 febr.; met het ritueel van bonen strooien om boze geesten weg te jagen) |
| setsudo-節度 | gematigdheid; matiging; standaard; norm; regel(s) |
| setsuji-接辞 | (taalkunde) toevoegsel (affix) |
| setsumei-説明 | uitleg; beschrijving; verduidelijking |
| setsumeisuru-説明する | uitleggen; verduidelijken; aantonen |
| setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| setsuwa-説話 | verhaal; vertelling; fabel; legende |
| setsuzokujoshi-接続助詞 | partikel als voegwoord (ba, ya, ga, te, noni, node, kara, tokoroga, keredomo, kuseni) |
| setsuzokushi-接続詞 | voegwoord; conjunctie |
| setsuzokusuru-接続する | verbinden; aansluiten; samenvoegen; vastmaken |
| settōgo-接頭語 | voorvoegsel; prefix |
| settōji-接頭辞 | voorvoegsel; prefix |
| sewanin-世話人 | tussenpersoon; bemiddelaar; organisator; vertegenwoordiger; conciërge |
| sewanyōbō-世話女房 | een goede [zorgzame; toegewijde] echtgenote |
| sewayaki-世話焼き | tussenpersoon; bemiddelaar; organisator; vertegenwoordiger; conciërge |
| shā-シャー | Shah (vroegere Perzische heerser) |
| shadō-車道 | rijweg; autoweg |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shakaisei-社会性 | sociaal karakter; sociale aanleg [aard] |
| shakaiundō-社会運動 | een sociale [maatschappelijke] beweging |
| shakō-遮光 | bescherming tegen licht; verduistering |
| shakudō-赤銅 | goud-koper legering. |
| shakujō-錫杖 | boeddhistische gebedszang met de staf als begeleiding |
| shakuryō-酌量 | afweging; overweging; het rekening houden met |
| shakusuru-釈する | uitleggen; verklaren; oplossen (raadsel); interpreteren |
| share-洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| shashindensō-写真電送 | beeldtelegrafie; faxtransmissie |
| shasuru-謝する | weigeren; afwijzen; afzeggen |
| shi-姉 | erend achtervoegsel voor een vrouw van gelijke of hogere status |
| shian-思案 | overdenking; overweging; reflectie; bespiegeling; beschouwing |
| shibaru-縛る | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
| shibashiba-屢 | vaak; regelmatig; herhaald |
| shibayama-芝山 | een met gras begroeide berg |
| shibi-鴟尾 | decoratieve tegel in de vorm van een vissenstaart (op beide uiteinden van de nokbalk van oude paleizen en tempels in Japan en China) |
| shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
| shibirian・kontorōru-シビリアン・コントロール | civiele [burgerlijke] controle over het leger |
| shibomu-萎む | verwelken; verschrompelen; leeglopen |
| shiboriben-絞り弁 | regelklep; smoorklep |
| shiboru-絞る | een uitbrander [berisping] geven; tekeergaan tegen iemand |
| shibumi-渋み | ingetogen [eenvoudige] elegantie (zonder opsmuk) |
| shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| shibushibu-渋渋 | met tegenzin; onwillig; halfslachtig |
| shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
| shichigon-七言 | Chinees gedicht waarbij elke regel uit 7 karakters bestaat |
| shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
| shichishoku-七色 | de zeven kleuren van het spectrum [van de regenboog] |
| shidan-師団 | (legereenheid) divisie |
| shiden-紫電 | gevechtsvliegtuig van de voormalige Keizerlijke Japanse Marine |
| shidō-市道 | stadsweg; straat; gemeentelijke weg; weg binnen de bebouwde kom |
| shidō-指導 | advies; raad; instructie; begeleiding |
| shidō-斯道 | onderwerp; studiegebied; vakgebied |
| shidō-私道 | eigen weg |
| shidō-私道 | (fig.) de eigen weg [het eigen pad] (kiezen) |
| shidōan-指導案 | leerbegeleidingsplan; onderwijsbegeleidingsplan |
| shidōgenri-指導原理 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
| shidōhōshin- 指導方針 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
| shidokoro-為所 | geschikt moment [goede gelegenheid] om (iets) te doen |
| shidōkyōyu-指導教諭 | een leraar die niet alleen lesgeeft aan scholieren en studenten, maar ook andere leraren begeleidt |
| shidōshuji-指導主事 | begeleider in het (school)onderwijs; docenten begeleider [adviseur] |
| shifuto-シフト | dienst; ploeg; werkschema |
| shigen-至言 | een waar woord; goed gezegde; toepasselijke [juiste] beschrijving |
| shigeru-茂る | welig tieren; dichtbegroeid zijn [worden]; overwoekeren |
| shigeshige-繁繁 | heel vaak; frequent; regelmatig; herhaaldelijk |
| shigō-諡号 | postuum toegekende naam [titel] |
| shigokinshi-私語禁止 | verbod op privégesprekken op het werk |
| shigure-時雨 | korte (zware) regenbui (in late herfst of vroege winter) |
| shigureru-時雨れる | motregenen; miezeren; zo nu en dan regenen |
| shigusa-仕草 | gebaar; nonverbale communicatie; bewegingen en gezichtsuitdrukkingen (b.v. van acteurs) |
| shihei-私兵 | privé leger; huursoldaten |
| shihōshiken-司法試験 | balie-examen (examen dat een advocaat moet afleggen om te worden toegelaten tot de balie van een rechtsgebied) |
| shii-思惟 | gedachte; overpeinzing; overweging |
| shii-私意 | eigenzinnigheid; egoïsme; zelfzuchtigheid |
| shiin-私印 | persoonlijk zegel; privé zegel |
| shiina-粃 | onrijpe rijst [graan]; lege graankorrel; kaf |
| shiji-私事 | een persoonlijke [privé] zaak; persoonlijke aangelegenheid |
| shijōkinrirendōgatayokin-市場金利連動型預金 | aan de marktrente gekoppelde deposito; deposito tegen marktrente |
| shijū-始終 | de hele tijd; van begin tot eind; altijd |
| shijutsu-施術 | tweegbrenging van hypnose of toediening van moksa therapie |
| shikakeru-仕掛ける | beginnen; starten |
| shikamo-然も | niettemin; niettegenstaande; en toch |
| shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
| shikatosuru-シカトする | negeren |
| shiki-始期 | startdatum; beginperiode |
| shiki-始期 | (jur.) begintermijn (voor een rechtshandeling) |
| shikikan-指揮官 | (leger)aanvoerder; commandant |
| shikiken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
| shikimono-敷物 | onderlegger |
| shikirini-頻りに | vaak; herhaaldelijk; regelmatig |
| shikiru-仕切る | organiseren; regisseren |
| shikisokuzekū-色即是空 | vorm [materie] is leegte (boeddhisme); alles is ijdelheid |
| shikkei-失敬 | (eerder dan anderen) weggaan |
| shikkei-失敬 | pardon; sorry; groet van degene die weggaat (gebruikt meestal door mannen) |
| shikken-執権 | (Kamakura-periode) regent [toezichthouder] voor de shogun |
| shikken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
| shikkō-膝行 | het voortbewegen [lopen] op de knieën |
| shikkōshō-失行症 | apraxie (bewegingsstoornis) |
| shikku-シック | chic; deftig; elegant |
| shikkusu・nain-シックス・ナイン | (seksstandje) negenenzestig |
| shikō-試航 | (bij schepen) proefvaart; (bij vliegtuigen) proefvlucht; testvlucht |
| shikōkairo-思考回路 | gedachtegang |
| shikōyōshiki-思考様式 | manier van denken; denkpatroon; gedachtegang |
| shikuhakku-四苦八苦 | ellende; leed; angst; verdriet; pijn; grote tegenspoed |
| shikujiru-しくじる | falen; mislukken; een blunder begaan; een flater slaan |
| shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
| shikyūdenpō-至急電報 | spoedtelegram; ijltelegram; dringend telegram |
| shimanagashi-島流し | (historisch) verbanning naar een afgelegen eiland of een plaats ver weg |
| shimau-仕舞う | opbergen; wegbergen; wegstoppen; wegleggen |
| shimau-仕舞う | (voorafgegaan door een werkwoord in de te-vorm) (iets) afronden [helemaal afmaken] (vaak met de connotatie dat het helaas niet meer |
| shimau-仕舞う | (arch.) een zaak beëindigen door je tegenstander te vermoorden |
| shimei-使命 | missie; toegewezen [opgedragen] taak |
| shimenawa-注連縄 | gevlochten touw dat gebruikt wordt om een heilige plek af te bakenen of een plek te beschermen tegen kwade invloeden |
| shimideru-滲み出る | wegsijpelen; lekken; doorsijpelen; doorweken |
| shimogakoi-霜囲い | vorstbescherming; beschermlaag tegen de vorst (b.v. stro) |
| shimoichidankatsuyō-下一段活用 | vervoeging [verbuiging] van ichidan werkwoorden eindigend op: -eru |
| shimonoku-下の句 | de laatste twee regels van een wake [tanka; renga] gedicht |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shina-しな | (achtervoegsel) op het moment; na; toen |
| shinadareru-撓垂れる | tegenaan leunen; zich tegen iemand aanvlijen [aankruipen] |
| shinayaka-しなやか | elegant; verfijnd; sierlijk |
| shinbochi-新発意 | pas ingewijde [toegetreden] persoon (b.v. in boeddhisme) |
| shinchintaisha-新陳代謝 | vernieuwing; regeneratie |
| shinden-親電 | een telegram verzonden door een staatshoofd [vorst; keizer] |
| shindo-心土 | onderste [ongeploegde] bodemlaag (aarde; grond) |
| shindō-振動 | vibratie; trilling; slingerbeweging |
| shindō-新道 | nieuw aangelegde weg |
| shindō-神童 | een wonderkind; hoogbegaafd kind |
| shindo-震度 | de intensiteit van een aardbevingsbeweging op een bepaald punt (volgens de seismische schaalverdeling in Japan uitgedrukt in de getallen 1 tot 7) |
| shinesain-シネサイン | lichtreclamebord met bewegend beeld |
| shingeki-進撃 | (leger) opmars; aanval; bestorming |
| shingun-進軍 | opmars; het oprukken (van een leger) |
| shiniisogu-死に急ぐ | zich haasten naar de dood; snel op weg zijn naar de dood; op weg naar een voortijdige dood zijn |
| shinji-新字 | kanji die voor het eerst in lesboeken worden gegeven |
| shinkabu-新株 | nieuw (uitgegeven) aandeel |
| shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
| shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| shinkensha-親権者 | ouderlijk gezaghebbende; voogd; wettelijk vertegenwoordiger |
| shinkinkan-親近感 | genegenheid; affiniteit; sympathie |
| shinkirō-蜃気楼 | luchtspiegeling; fata morgana |
| shinkōhōkō-進行方向 | rijrichting; beweging in een richting |
| shinkū-真空 | vacuüm; luchtledigheid; leegte |
| shinmai-新米 | beginneling; beginner; nieuweling; novice |
| shinmichi-新道 | een nieuw aangelegde weg |
| shinmichi-新道 | een smal pad [smalle weg, straat] tussen woonhuizen |
| shinnyo-信女 | achtervoegsel voor de postume Boeddhistische naam van een vrouw |
| shinnyū-進入 | toegang; doorgang |
| shinobinai-忍びない | het niet kunnen opbrengen om; met tegenzin iets doen; (iets) niet kunnen verdragen |
| shinobiwarai-忍び笑い | gegiechel; gegniffel; onderdrukt gelach; binnenpretje |
| shinpatsu-進発 | start; begin; opmars |
| shinpatsusuru-進発する | starten; vertrekken; op weg gaan; opmarcheren |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinrō-新郎 | bruidegom |
| shinrō-辛労 | tegenspoed; tegenslag; ontbering; beproeving |
| shinro-進路 | pad; weg; route |
| shinryō-新涼 | de nieuwe (eerste) koelte van het begin van de herfst |
| shinryoku-新緑 | lentegroen; jonge [frisgroene] bladeren |
| shinsatsuken-診察券 | patiënt-registratiekaart (bij huisarts, tandarts, ziekenhuis, e.d.) |
| shinsei-新政 | nieuwe regering |
| shinsei-親政 | persoonlijke regering [heerschappij; bestuur] van een keizer of koning |
| shinseifu-新政府 | nieuwe regering |
| shinsetsu-新説 | een nieuwe theorie [uitleg; versie] |
| shinshi-進士 | (Nara-Heian periode in Japan) iemand die na een overheidsexamen in het Ministerie van Riten en Ceremoniën wordt toegelaten |
| shintai-進退 | beweging; vooruitgang; achteruitgang |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shinwa-神話 | mythe; mythologie; legende |
| shin'etsu-信越 | regio aan de Japanse Zee (ten westen van Tokio; Nagano en Niigata) |
| shin'yōtorihiki-信用取引 | krediettransactie; margehandel (beleggen met geleend geld) |
| shioai-潮合い | kans; mogelijkheid; goede [gunstige] gelegenheid |
| shiodoki-潮時 | het juiste moment; een goede gelegenheid; kans |
| shiori-栞 | boekenlegger |
| shiozake-塩鮭 | gezouten zalm (vaak gegrild gegeten bij een traditioneel Japans ontbijt, samen met een kom rijst en misosoep) |
| shippaisuru-失敗する | mislukken; zakken (voor een examen, etc.); tekortschieten; iets verknallen [verknoeien]; een flater slaan; een domme fout begaan |
| shirahae-白南風 | een zuidelijke wind die aan het einde van het regenseizoen waait |
| shirikon・barē-シリコン・バレー | Silicon Valley (in California, regio zijn veel technologiebedrijven) |
| shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
| shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
| shiringu-シリング | shilling (vroegere Engelse munt) |
| shīringu-シーリング | plafond; zoldering; bovengrens; hoogtegrens; maximum |
| shīringu-シーリング | verzegeling; afsluiting |
| shīringuhōshiki-シーリング方式 | maximum prijsregeling; preferentieel tariefstelsel |
| shirinuke-尻抜け | vergeetachtigheid; niet onthouden wat men zegt; het ene oor in en het andere oor uit laten gaan |
| shirizokeru-退ける | wegdrijven; verjagen |
| shirizoku-退く | weggaan; zich terugtrekken (uit een ruimte) |
| shirizoku-退く | iets uit handen geven; toegeven |
| shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
| shīru-シール | zegel |
| shiryo-思慮 | overweging; behoedzaamheid; voorzichtigheid; discretie |
| shiryō-思量 | (zorgvuldige) afweging [overweging] |
| shiryō-資料 | materiaal; gegevens; bronnen |
| shiryōhensan-史料編纂 | bundeling, samenvoeging historisch materiaal |
| shisaku-施策 | maatregel; beleid |
| shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
| shisei-施政 | regering; beleid |
| shiseihōshin-施政方針 | bestuurlijk beleid; regeringspolitiek |
| shisen-支線 | zijlijn (van een spoorweg); toevoerleiding; aanvoerroute |
| shisetsudan-使節団 | delegatie; afvaardiging; gezantschap |
| shishikababu-シシカバブ | shish kebab, een Turks [Perzisch] gerecht (gegrild vlees op een spies) |
| shishin-私心 | egoïsme; eigenbelang |
| shishiodoshi-鹿威し | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| shishitsu-資質 | aard; aanleg; karakter; eigenschappen |
| shishō-四生 | (boeddh.) de vier manieren van geboren worden (foetale geboorte (levendbarend); eiboorte (eierleggend), natte geboorte (uit vocht), en transformatie) |
| shishō-私娼 | niet erkende [niet geregistreerde; illegale] prostitutie [prostituee] |
| shishōbō-四攝法 | (boeddh.) de 4 methoden die de bodhisattvas gebruiken om levende wezens te leiden naar de Weg van de Boeddha |
| shisō-志操 | beginselvastheid; integriteit; standvastigheid; het vasthouden aan je principes |
| shissei-執政 | beheerder; bestuurder; regent; consul |
| shissoku-失速 | overtrokken vlucht (van een vliegtuig) |
| shisutā-シスター | non; verpleegster |
| shitajiki-下敷き | onderlegger (die je onder het papier legt om te kunnen schrijven) |
| shitamachi-下町 | benedenstad; het lagergelegen deel van een stad |
| shitamu-湑む | tot de laatste druppel leegschenken |
| shitashimi-親しみ | vertrouwdheid; intimiteit; genegenheid; affectie |
| shitatameru-認める | (zich) voorbereiden; zich klaarmaken; regelen |
| shitatarazu-舌足らず | krom praten; slecht woordgebruik; onduidelijke uitleg |
| shiteyaru-為て遣る | (arch.) eten; wegwerken; verorberen |
| shitoyaka-淑やか | beleefd; welgemanierd; verfijnd; elegant; damesachtig |
| shitsu-質 | aard [karakter]; (aangeboren) aanleg [talent] |
| shitsuji-執事 | (Kamakura periode) regent in het shogunaat |
| shitten-失点 | (in een spel of wedstrijd) een verloren punt; een punt dat men zomaar weggeeft |
| shiuchi-仕打ち | behandeling; bejegening |
| shiun-紫雲 | (in Boeddhisme) de wolk waarop de boeddha Amida gelovigen op hun sterfbed tegemoet treedt |
| shiwabara-皺腹 | het seppuku plegen; een oude man die seppuku pleegt |
| shiyui-思惟 | gedachte; overpeinzing; overweging |
| shizumu-沈む | naar beneden gaan; ondergaan; zinken; onder water komen te staan; wegzakken; verzakken |
| shī・hairu-シー・ハイル | ski veilig (begroeting van skiërs) |
| shī・jī-シー・ジー | computer-gegenereerde beelden |
| shō-小 | (voorvoegsel) klein; kort; kleiner; jonger; lager |
| shōaku-掌握 | grip; controle; beheersing; begrip |
| shoboshobo-しょぼしょぼ | miezerig; druilerig (van regen) |
| shobun-処分 | het afstand doen [zich ontdoen] van; (uit)verkopen; opruimen; weggooien; verwijderen |
| shochi-処置 | maatregel; regeling; afhandeling |
| shōchikubai-松竹梅 | den, bamboe en pruimenboom (omdat ze alle drie goed tegen de kou kunnen, worden ze in China ook wel de Drie Vrienden van de Winter genoemd) |
| shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| shodai-初代 | de oprichter; grondlegger; stichter |
| shoe-所依 | (boeddh.) basis; grondslag; grondbeginsel |
| shogaku-初学 | iemand die voor het eerst studeert; iemand die begint met leren |
| shogakusei-初学者 | beginneling; nieuweling; eerstejaars student |
| shogū-処遇 | behandeling; bejegening |
| shōgun-将軍 | shogun; groot opperbevelhebber; legerleider; generaal; veldheer (met tijdelijk mandaat van de keizer) |
| shōhinaridakachō-商品有高帳 | voorraadregister |
| shoho-初歩 | de basis; de grondbeginselen; het beginstadium; de eerste stappen; het ABC (van) |
| shōhyōtōroku-商標登録 | handelsmerk registratie |
| shōjinryōri-精進料理 | vegetarische gerechten; Boeddhistische keuken |
| shōjiru-生じる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
| shojoenzetsu-処女演説 | maidenspeech (eerste redevoering als volksvertegenwoordiger) |
| shoka-初夏 | vroege zomer; vroeg in de zomer; in het begin van de zomer |
| shōkafuryō-消化不良 | onbegrijpelijkheid; (fig.) moeilijk te verteren; moeilijk te begrijpen |
| shōkai-照会 | onderzoek; navraag; raadpleging |
| shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
| shōkaiki-哨戒機 | (landmacht, marine) verkenningsvliegtuig; patrouillevliegtuig |
| shokan-所管 | rechtsbevoegdheid; jurisdictie |
| shokatsu-所轄 | rechtsbevoegdheid; jurisdictie |
| shōkei-小径 | smalle weg; smal pad; paadje; weggetje; straatje; steegje |
| shōkei-捷径 | een kortere weg |
| shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
| shōkendaikō-証券代行 | effectenbureau (doet administratief werk voor het bedrijf dat de aandelen heeft uitgegeven) |
| shōkentōshi-証券投資 | beleggingseffecten; portefeuillebeleggingen |
| shoki-初期 | de beginfase; het beginstadium; de eerste periode |
| shokijōken-初期条件 | de beginvoorwaarde; de initiële voorwaarde |
| shōkō-将校 | officier (in het leger, de marine of de luchtmacht) |
| shōkodateru-証拠立てる | bewijsstuk voorleggen; bewijs leveren |
| shōku-承句 | tweede regel in een Chinees gedicht van vier versregels |
| shōku-承句 | derde of vierde regel in een Chinees gedicht van zeven of acht versregels |
| shokubutsu-植物 | plant(en); vegetatie; gewas |
| shokubutsujōtai-植物状態 | vegetatieve staat [toestand] |
| shokubutsusei-植物性 | het vegetatief [plantaardig] zijn |
| shokushō-食傷 | oververzadiging; het teveel (dezelfde dingen) eten; genoeg hebben [beroerd worden] van veel hetzelfde eten [horen] |
| shokushu-職種 | werkclassificatie; beroeps-categorie; soort baan |
| shokuten-食店 | (term uit de Meiji periode) eethuis; eetgelegenheid; restaurant |
| shōkyaku-正客 | eregast |
| shōkyakushikin-償却資金 | fonds [financiële reserve] die wordt aangelegd voor afschrijving van vaste activa |
| shōkyo-消去 | verwijdering; uitwissing (van filmopnames, gegevens, e.d.) |
| shōkyokuteki-消極的 | negatief; passief; halfslachtig; weifelend |
| shokyū-初級 | het beginnersniveau; de introductiecursus |
| shōma-消磨 | slijtage; het verslijten; wegslijten; afslijten |
| shōmakyō-照魔鏡 | een magische spiegel (uit Chinese en Japanse volksverhalen) die de ware aard van de duivel onthult |
| shōmakyō-照魔鏡 | een spiegel die ware aard van de mens [samenleving] onthult |
| shōmeisha-証明者 | getuige (iemand die getuigenis aflegt) |
| shōmōhin-消耗品 | consumptiegoederen |
| shōmu-商務 | (commerciële) zaken; handelsaangelegenheid |
| shōnan-小難 | kleine tegenslag [tegenvaller}; ongelukje |
| shonen-初年 | het eerste jaar; de eerste jaren; de beginjaren |
| shoninkyū-初任給 | het beginsalaris; startsalaris |
| shoppana-初っ端 | het begin; de (aller)eerste |
| shōrai-招来 | het veroorzaken [teweeg brengen] |
| shōraisuru-招来する | veroorzaken; teweeg brengen; aanleiding geven tot; leiden tot |
| shōri-勝利 | overwinning; zege; triomf |
| shōrisuru-勝利する | winnen; zegevieren; triomferen |
| shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
| shōron-詳論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| shōryaku-商略 | bedrijfsbeleid; zakelijke strategie |
| shōryaku-省略 | weglating; omissie |
| shosa-所作 | gedrag; hoe zich te gedragen (bij een bepaalde gelegenheid) |
| shosa-所作 | beweging; manier van bewegen |
| shōsen-省線 | nationale spoorweg (onder het beheer van het spoorweg ministerie van 1920 tot 1943) |
| shosen-緒戦 | het begin van een oorlog [strijd] |
| shōsenkyokuhireidaihyōheiritsusei-小選挙区比例代表並立制 | kiesstelsel bestaande uit kiesdistricten met één zetel en proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten met meerdere zetels |
| shōsetsu-詳説 | gedetailleerde uitleg; nadere [uitgebreide] verklaring |
| shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
| shōsha-瀟洒 | elegantie; verfijning |
| shōshi-小史 | achtervoegsel na iemands pseudoniem (m.n. van een kunstenaar) |
| shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
| shoshi-諸子 | (aanspreektitel tegen een groep) u; jullie |
| shoshinsha-初心者 | de beginneling |
| shōshitsusuru-消失する | (geleidelijk) verdwijnen; vervagen; wegsterven |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shōsho-小暑 | het (milde) begin van de steeds warmer wordende zomerperiode (rond 7 juli) |
| shoshū-初秋 | de vroege herfst; het begin van de herfst |
| shoshun-初春 | de vroege lente; het begin van de lente |
| shoshun-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
| shosoku-初速 | de beginsnelheid; aanvangssnelheid |
| shōsoku-消息 | beweging en rust; komen en gaan; eb en vloed |
| shosokudo-初速度 | beginsnelheid |
| shotchū-しょっちゅう | de hele tijd; van begin tot eind; altijd |
| shote-初手 | het begin; de start; de eerste zet (bij schaken, go, etc.) |
| shōteki-小敵 | kleine [onbeduidende] vijand; zwakke tegenstander |
| shōteki-小敵 | gering aantal tegenstanders [vijanden] |
| shotō-初冬 | de vroege winter; het begin van de winter |
| shotō-初等 | elementair onderdeel; het beginnersniveau |
| shotō-初頭 | het begin; de start |
| shotōka-初等科 | de basiscursus; de beginnersklas |
| shōto・katto-ショート・カット | kortere weg |
| shōu-小雨 | lichte regen; motregen |
| shōwa-唱和 | het in koor zingen [zeggen; juichen; roepen; antwoorden] |
| shōwa-昭和 | Showa, de regeringsperiode (1926-1989) van keizer Hirohito (1901-1989) |
| showaseru-背負わせる | op iemands schouders leggen; iemand laten dragen |
| shoyo-所与 | feit; gegeven |
| shōzuru-生ずる | produceren; opbrengen; genereren; voortkomen uit; veroorzaken; teweegbrengen; verwekken |
| shubi-首尾 | begin en einde; van het begin tot het einde |
| shubi-首尾 | omstandigheden optimaal regelen om zaken tot een goed einde te brengen |
| shubungu-シュブング | schwung; zwaai; draai; zwenking; ski-beweging |
| shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
| shūchishin-羞恥心 | schaamtegevoel |
| shūchūgōu-集中豪雨 | plaatselijke stortbui [regenval] |
| shūchūshingi-集中審議 | intensief overleg |
| shudōken-主導権 | hegemonie |
| shuga-主我 | egoïsme |
| shuga-主我 | het ik; de ego |
| shugainen-種概念 | (logica) een specifiek begrip [concept] |
| shugi-主義 | principe; beginsel; dogma; -isme; doctrine |
| shūgi-衆議 | publieke discussie; volksraadpleging; meerderheidsbesluit |
| shūgiin-衆議院 | het (Japanse) Lagerhuis; Kamer van volksvertegenwoordigers; Tweede Kamer (der Staten-Generaal) |
| shūgyō-就業 | werk; werkgelegenheid; het aan het werk gaan |
| shuhan-主犯 | leider (m.b.t. een misdaad of misdrijf); voornaamste pleger [dader; schuldige] |
| shuhin-主賓 | eregast; hoofdgast |
| shuin-朱印 | rood zegel; rode stempelafdruk (vanaf de Muromachi periode tot de Edo-periode voor officiële documenten van het shogunaat) |
| shūin-衆院 | het (Japanse) Lagerhuis; Kamer van volksvertegenwoordigers |
| shuji-主事 | hoofdopzichter; toezichthouder; degene die de primaire verantwoordelijkheid draagt |
| shuji-種子 | (shingon boeddhisme) sanskriet letter (het zaad, dat een boeddha of bodhisattva vertegenwoordigt) (ook 種子-しゅうじ) |
| shuka-酒家 | slijterij; drankenhandel; kroeg |
| shūkaidō-秋海棠 | begonia (grandis) |
| shukka-出火 | het begin [uitbreken] van een brand; branduitbraak |
| shukkasuru-出火する | brand uitbreken; vlam vatten; in brand vliegen; ontbranden |
| shūkō-就航 | in gebruiksname [in werkingstelling] (van b.v. schepen, vliegtuigen) |
| shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
| shukuaku-宿悪 | misdaad [misdrijf] in het verleden gepleegd |
| shukuaku-宿悪 | (boeddh.) slechte daden gepleegd in een vorig leven |
| shukuden-祝電 | felicitatietelegram |
| shukufuku-祝福 | zegen; zegening; viering |
| shukufuku-祝福 | zegen [genade] van God |
| shunbunnohi-春分の日 | lentenachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de lente (op 20 of 21 maart) |
| shunchō-春潮 | lentegetij(de) |
| shuninsei-主任制 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
| shuninseido-主任制度 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
| shunken-峻険 | (fig.) strikt [streng] en ontoegankelijk zijn |
| shunōkaidan-首脳会談 | topoverleg; topberaad |
| shunōkaigi-首脳会議 | topoverleg |
| shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
| shūnyūinshi-収入印紙 | belastingzegel |
| shun'u-春雨 | zachte [milde] lenteregen |
| shuppatsugakari-出発係 | starter (bij een wedstrijd, degene die het startschot geeft) |
| shuppatsusuru-出発する | vertrekken; op weg gaan; weggaan (uit); afreizen |
| shuppei-出兵 | het sturen van troepen; mobilisatie van het leger |
| shūrei-秀麗 | elegantie; schoonheid; pracht |
| shūrin-秋霖 | lange regenperiode in de herfst |
| shūroku-収録 | het opnemen (muziek); vastleggen; filmen |
| shurui-種類 | soort; type; variëteit; categorie |
| shūryō-収量 | de hoeveelheid van een doelstof die wordt verkregen door zuivering, synthese, etc. |
| shūryō-秋涼 | de koelte van de (beginnende) herfst; koele herfstwind |
| shūsen-周旋 | bemiddeling; tussenkomst (om iets te regelen); aanbeveling |
| shūshi-終始 | het einde en het begin; de hele tijd |
| shūshi-終始 | van begin tot eind; voortdurend; onveranderlijk; altijd |
| shūshiikkan-終始一貫 | consequent [standvastig] zijn (van begin tot eind) |
| shūshinkoyō-終身雇用 | vaste aanstelling; levenslange werkgelegenheid [tewerkstelling] |
| shūsho-秋暑 | aanhoudende (zomer)warmte in (het begin van) de herfst |
| shūshokuguchi-就職口 | werkplek; werkgelegenheid; vacature |
| shūshokuhyōgaki-就職氷河期 | perode van slechte werkgelegenheid |
| shūshokunan-就職難 | moeilijk werk kunnen vinden (door een tekort aan werkgelegenheid) |
| shūshokuritsu-就職率 | werkgelegenheidsgraad; werkgelegenheidspercentage |
| shussatsu-出札 | kaartverkoop; het verkopen van toegangskaarten [kaartjes] |
| shusshinchi-出身地 | geboorteplaats; bakermat; plaats waar men is opgegroeid |
| shusshinsha-出身者 | afgestudeerde; alumnus; vroegere inwoner |
| shutara-修多羅 | (boeddh.) annotatie waarin de leer wordt uitgelegd |
| shutchōjo-出張所 | bijkantoor; filiaal; lokale [plaatselijke] vertegenwoordiging; agentschap |
| shūto-宗徒 | volgeling; gelovige; toegewijde |
| shutsudohin-出土品 | archeologische vondst; opgegraven voorwerp |
| shūu-秋雨 | herfstregen; najaarsregenbui |
| shūu-驟雨 | (plotselinge) regenbui; stortbui |
| sō-早 | (in kanji combinaties) vroeg; spoedig; snel |
| sō-然う | (met negatie) niet zo veel; niet zo |
| sōbai-早梅 | vroege pruimenbloesems |
| sobireru-そびれる | (als achtervoegsel bij een werkwoord) een kans [gelegenheid] missen; er niet in slagen om |
| sochi-措置 | stap; maatregel; actie |
| sōchi-葬地 | begraafplaats; kerkhof |
| sōchō-早朝 | de vroege ochtend |
| sōdai-総代 | vertegenwoordiger; afgevaardigde; gedelegeerde; plaatsvervanger |
| sōdairiten-総代理店 | vertegenwoordigend agentschap; alleenvertegenwoordiger |
| sōdan-相談 | overleg; consultatie; raadpleging |
| sōdansuru-相談する | raadplegen; bespreken; overleggen |
| sodatenooya-育ての親 | pleegouders; adoptieouders |
| sodekabā-袖カバー | mouwbeschermer (tegen vervuiling, zoals inktvlekken e.d., bij kantoorwerk) |
| soegaki-添え書き | bijgevoegde notitie; postscriptum (PS) |
| soejō-添え状 | begeleidende [bijgevoegde] brief |
| soemono-添え物 | toevoeging; aanhangsel; bijvoegsel; supplement; appendix |
| soemono-添え物 | gratis artikel; weggevertje |
| soeru-添える | aanhechten; toevoegen; bijvoegen |
| sofisutikēshon-ソフィスティケーション | verfijning; raffinement; elegantie; chic |
| sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
| sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
| sōgakari-総掛かり | frontale [grootscheepse] aanval (van een leger) |
| sogekijū-狙撃銃 | scherpschuttersgeweer; precisiegeweer |
| sogen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sōgi-葬儀 | begrafenis(ritueel); uitvaartplechtigheid; afscheid (van een overledene) |
| sōgō-総合 | synthese; samenvoeging; integratie |
| sogo-齟齬 | onenigheid; discrepantie; tegenspraak |
| sōgyōsha-創業者 | oprichter; stichter; grondlegger |
| sōhan-相反 | tegenstrijdigheid; tegenspraak; contradictie |
| sōhitsu-送筆 | penseelstreek interim beginpunt en eindpunt (bij het kalligraferen) |
| soin-素因 | aanleg; vatbaarheid (voor ziekten) |
| sōji-掃除 | schoonmaak; het schoonmaken [vegen; schrobben; boenen] |
| sōjisuru-掃除する | schoonmaken; vegen; poetsen; schrobben; boenen |
| sōjū-操縦 | het hantering; bediening; controle; besturing (van vliegtuigen, machines, e.d.) |
| sōjūshi-操縦士 | piloot; vliegenier |
| sōkei-早計 | vroegtijdigheid; voorbarigheid |
| sōki-早期 | in een vroeg stadium |
| sōkō-走行 | het rijden [voortbewegen] van voertuigen |
| sōkoku-相克 | tegenstrijdigheid |
| sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
| sōkon-爪痕 | (door vingernagel toegebracht) krab; kras; schram |
| sokonuke-底抜け | onbegrensd; grenzeloos; extreem |
| sokoshirenai-底知れない | bodemloos; onbegrensd; onmetelijk |
| sokotsuchi-底土 | onderste [ongeploegde] bodemlaag (aarde; grond) |
| sokudohyōgo-速度標語 | (muziek) tempo-instructie (b.v. allegro, アレグロ) |
| sokusen-側線 | (spoorwegen) zijspoor |
| sōmen-素麵 | zomernoedels (dunne noedels die in de zomer koud worden gegeten) |
| someru-初める | beginnen (te...) |
| sōmō-草莽 | onbegaanbaar [onherbergzaam] terrein zoals bergen en rivieren |
| sōmoku-草木 | bomen en planten; vegetatie |
| somosomo-抑 | ten eerste; om te beginnen |
| sōnen-想念 | idee; begrip; denkbeeld |
| songaibaishō-損害賠償 | schadevergoeding; schadeloosstelling; tegemoetkoming [vergoeding; compensatie] voor geleden schade |
| sonobashinogi-其の場凌ぎ | een tijdelijke maatregel; noodoplossing; een aktie ondernemen voor een tijdelijke oplossing |
| sonoseika-そのせいか | kwam het daardoor?; is dat vanwege …? |
| sonotsudo-その都度 | bij elke gelegenheid; telkens weer; elke keer |
| sōnyū-挿入 | plaatsing; invoeging; tussenvoeging |
| sōnyūsuru-挿入する | plaatsen; invoegen; tussenvoegen; inlassen |
| soranenbutsu-空念仏 | lege [zinloze] woorden; holle frase |
| sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
| sorengun-ソ連軍 | Sovjetleger; Sovjettroepen |
| sorenimokakawarazu-其れにも拘わらず | niettemin; desondanks; niettegenstaande; toch |
| sōretsu-葬列 | begrafenisstoet; uitvaartstoet |
| soriddo-ソリッド | solide; vast; stevig; massief; degelijk |
| sōrin-叢林 | dichte bebossing; dichtbegroeid bos |
| soro-候 | gebruikt als hulpwerkwoord, voegt het beleefdheid toe van de spreker voor de toehoorder |
| sorufēju-ソルフェージュ | solfège; notenleer |
| sōru・ējento-ソール・エージェント | alleenvertegenwoordiger |
| sōsei-早生 | snelle groei; vroegrijpheid; prematuur |
| sōseiji-早生児 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; te vroeg geboren baby |
| sōseki-送籍 | (door huwelijk of adoptie) overdracht van het familieregister [huishouden-registratie] van het ene naar het andere huishouden [gezin] |
| soshaku-咀嚼 | het verteren; in zich opnemen; begrijpen |
| soshakusuru-咀嚼する | verteren; in zich opnemen; verwerken; begrijpen |
| sōshi-相思 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
| soshi-阻止 | blokkering; obstructie; versperring; het tegenhouden; voorkomen |
| sōshiki-葬式 | begrafenis; teraardebestelling; uitvaart; begrafenisplechtigheid |
| sōshisōai-相思相愛 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
| soshitsu-素質 | karaktereigenschap; aanleg |
| sōshun-早春 | vroeg in de lente; in het vroege voorjaar |
| sotchinoke-其方退け | het verwaarlozen; negeren; veronachtzamen |
| sōto-ソート | sortering; categorisering |
| sōto-ソート | sorteren; categoriseren |
| sōtō-掃討 | (totale) wegvaging vernietiging] van de vijand |
| sotomawari-外回り | de buitenste sporen van een ringspoorweg [cirkellijn]; de buitenste rijstroken van een ringweg |
| sotsū-疎通 | wederzijds begrip |
| sotsui-訴追 | vervolging; tenlastelegging; aanklacht; beschuldiging |
| sowaru-添わる | toevoegen; verhogen; toenemen |
| sōzan-早産 | vroeggeboorte; voortijdige geboorte; prematuur |
| sozeitokubetsusochihō-租税特別措置法 | de wet inzake bijzondere belastingmaatregelen |
| sozeiyūgūsochi-租税優遇措置 | gunstige belasting maatregelen; fiscale prikkels [stimulatie] |
| sōzu-添水 | een bamboebuis waar water door loopt, die omklapt tegen een steen als hij vol is (werd vroeger gebruikt om vogels en dieren te verjagen) |
| subekukuru-統べ括る | samenvoegen; samenbrengen; bijeenvoegen |
| suberidashi-滑り出し | aanvang; begin; start |
| subomu-窄む | nauwer worden; verschrompelen; leeglopen (van een ballon) |
| sugatami-姿見 | kleedspiegel; passpiegel |
| suge-菅 | zegge (een cypergrassoort) |
| sugureru-優れる | (met negatie) niet goed (voelen, eruitzien, etc.) |
| sui-粋 | elegantie; goede stijl |
| sui-粋 | bedachtzaamheid; consideratie; begrip |
| suidō-水道 | (scheepvaart) waterweg |
| suiheidō-水平動 | horizontale beweging |
| suijaku-衰弱 | zwakte; uitputting; uitmergeling; wegtering |
| suijōki-水上機 | watervliegtuig |
| suimyaku-水脈 | waterweg; vaarroute; kanaal |
| suīpā-スイーパー | (Eng.: sweeper) veger; bezem |
| suiro-水路 | waterweg; kanaal; aquaduct |
| suisō-水葬 | begrafenis op zee |
| suisoionshisū-水素イオン指数 | pH, maat voor de zuurtegraad |
| suitai-衰退 | atrofie; degeneratie |
| suitchibakku-スイッチバック | zigzagspoorweg (op een berghelling) |
| suji-筋 | natuurlijke aanleg; gave |
| suji-筋 | hoofdweg; route |
| sujichigai-筋違い | onredelijkheid; een tegenargument dat geen stand houdt |
| sujimukai-筋向かい | schuin tegenover |
| sukaijakku-スカイジャック | (vliegtuig) kaping |
| sukaimeito-スカイメイト | skymate is een kortingssysteem (voor jongeren) op vliegtarieven van Japanse luchtvaartmaatschappijen |
| sukaisupōtsu-スカイスポーツ | luchtsport(en) (zweefvliegen, ballonvaren, etc.) |
| sukēru-スケール | weegschaal; graadverdeling; schuifmaat |
| sūki-数奇 | ongeluk; tegenspoed; tegenslag; pech |
| suki-鋤 | ploeg |
| sukige-梳き毛 | haarextensie; een haarstuk dat aan en kapsel wordt toegevoegd |
| sukījī-スキージー | (Eng.: squeegee) een (rubber) ruitenwisser [vloerenwisser]; (water) trekker |
| sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
| sukippara-空きっ腹 | honger; een lege maag |
| sukoriakyū-スコリア丘 | pyroclastische kegel; scoria-kegel; sintelkegel (door een vulkaan uitgeworpen puin) |
| sukōru-スコール | storm; (zware) regenbui |
| suku-空く | leeg raken |
| suku-空く | leger [minder druk; onbezet] worden |
| suku-鋤く | ploegen; de grond bewerken [omploegen] |
| sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
| sukuranburu-スクランブル | opstijgen wegens alarm (gevechtsvliegtuigen) |
| sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
| sukuriputā-スクリプター | regie-assistent (film en tv) |
| sumi-隅 | een afgelegen plek; uithoek |
| sumitsuki-墨付き | begroeting |
| sunappu-スナップ | (American football) beginpass (door de benen van de center naar de back) |
| sunappu-スナップ | snelle polsbeweging bij het gooien of slaan van een bal (honkbal, golf) |
| sunawachi-即ち | met andere woorden; dat wil zeggen; te weten; namelijk |
| sunēku・auto-スネーク・アウト | wegsluipen; naar buiten sluipen |
| sūpā-スーパー | (aan beeld toegevoegde) ondertitels |
| sūpāinpōzu-スーパーインポーズ | (aan beeld toegevoegde) ondertitels |
| supan・obu・kontorōru-スパン・オブ・コントロール | spanwijdte (een management-begrip dat aangeeft aan hoeveel ondergeschikten een manager moet leidinggeven) |
| supāringu-スパーリング | het sparren; oefenen met een tegenstander (b.v. bij boksen) |
| supattsu-スパッツ | strakke elastische broek; legging; maillot |
| supea-スペア | (bowlen) spare (het omvergooien van alle kegels met de eerste twee worpen) |
| supin-スピン | (vliegtuig) tolvlucht; duik |
| supōkusuman-スポー クスマン | woordvoerder; zegsman |
| suponji・kēki-スポンジ・ケーキ | biscuitgebak; cake [taart] van biscuitdeeg |
| supotto-スポット | (biljarten) zwarte stip waar de bal op wordt gelegd |
| supuringubōdo-スプリングボード | gelegenheid; kans; springplank (fig.) |
| supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
| supurōru-スプロール | wildgroei; onregelmatige [onordelijke] uitgroei [uitbreiding] |
| surā-スラー | (muziek) legato uitgevoerd fragment |
| suraidingu-スライディング | sliding (bij sport: glijdende beweging over de grond met de benen vooruit) |
| suraido-スライド | het glijden; glijbeweging; schuiven |
| sureau-擦れ合う | tegen elkaar schuren [dringen; duwen] |
| surēto-スレート | leisteen (tegel) |
| surīku・sutairu-スリーク・スタイル | mooie [elegante] stijl |
| surottoru-スロットル | regelklep; smoorklep |
| surottoru・barubu-スロットル・バルブ | regelklep; smoorklep |
| surō・mōshon-スロー・モーション | slowmotion; vertraagde beweging |
| surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
| susabu-荒ぶ | intensiveren (van wind, regen, etc.); heviger worden |
| susamu-荒む | intensiveren (van wind, regen, etc.); heviger worden |
| sutanpu-スタンプ | postzegel |
| sutātingu・menbā-スターティング・メンバー | (sport) deelnemer die meedoet aan het begin van een wedstrijd (in de startopstelling) |
| sutāto-スタート | START, Strategic Arms Reduction Treaty |
| sutā・wōzukeikaku-スター・ウォーズ計画 | Star Wars Initiative, beter bekend als Strategisch Defensie-initiatief (SDI) |
| suteoku-捨て置く | iets laten zoals het is; door de vingers zien; negeren |
| suteru-捨てる | weggooien; wegwerpen |
| suterusugijutsu-ステルス技術 | stealth-technologie (om een vliegtuig of een voertuig minder makkelijk detecteerbaar te maken) |
| sutēshon-ステーション | spoorwegstation; radiostation |
| sutoppu-ストップ | registerknop (orgel) |
| sutoraiku-ストライク | (bowlen) strike (het omverwerpen van alle kegels met een bal) |
| sutorakku・auto-ストラック・アウト | (honkbal) uitgegooid met drie slag (waardoor de slagman uit is) |
| sutoringu-ストリング | (biljarten) voorstoot (om te bepalen wie er begint) |
| sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
| suwarajiundō-スワラジ運動 | Swarāj, een Indiase onafhankelijkheidsbeweging |
| suzumeodori-雀踊り | musjesdans, waarbij de bewegingen van mussen door de dansers worden geïmiteerd (traditionele dans uit de 19de eeuw, wordt nog opgevoerd op festivals) |
| suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van gegrilde mussenvlees |
| suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van kleine gegrilde visjes op een spies |
| tabakaru-謀る | misleiden; bedriegen |
| tabekake-食べ掛け | half opgegeten voedsel |
| tabenokosu-食べ残す | je bord niet leegeten; eten laten staan |
| tābopuroppu-ターボプロップ | turbopropvliegtuig |
| taburakasu-誑かす | bedriegen; oplichten; iem. verleiden (om iets te doen) |
| taburetto-タブレット | plaquette; (gegraveerde) plaat |
| tachi-達 | achtervoegsel dat meervoud aangeeft |
| tachiageru-立ち上げる | beginnen; starten; opzetten |
| tachiai-立ち合い | opstaan (uit de hurkzit) om te beginnen met worstelen |
| tachifurumai-立ち振る舞い | manier van bewegen; houding |
| tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
| tachihadakaru-立ちはだかる | tegemoet treden; tegenover (iem.) staan; confronteren |
| tachiifurumai-立ち居振る舞い | gedrag; houding; manier van bewegen |
| tachiirikinshi-立ち入り禁止 | verboden toegang |
| tachimawari-立ち回り | beweging; actie |
| tachimawaru-立ち回る | bewegen; manoeuvreren |
| tachimochi-太刀持ち | (bij sumo) een van de twee worstelaars die een yokozuna begeleiden bij de ringceremonie |
| tachimukau-立ち向かう | tegenover iemand staan; tegenstand [weerstand] bieden |
| tachinoku-立ち退く | weggaan; verlaten; evacueren |
| tachiokureru-立ち遅れる | achterblijven; achterop raken; laat beginnen [starten] |
| tachisaru-立ち去る | vertrekken; weggaan |
| tachishōben-立ち小便 | het buiten (op de openbare weg) urineren |
| tachitsukusu-立ち尽くす | stil (blijven) staan; bewegingloos staan |
| tachiuchi-太刀打ち | gevecht; strijd; het duelleren; de degens kruisen (met) |
| tachiuchisuru-太刀打ちする | duelleren; de degens kruisen (met); strijden; vechten |
| tachiuo-太刀魚 | haarstaartdegenvis (Trichiurus lepturus) |
| tadaima-ただいま | hallo, daar ben ik weer; ik ben thuis (gezegd door degene die thuis komt tegen degene die thuis is) |
| tadashii-正しい | volgens de norm; legitiem |
| tadoru-辿る | een weg [pad; route] volgen |
| tagaeshi-耕し | het ploegen [land bewerken] |
| tagayasu-耕す | ploegen; het land bewerken |
| tagui-類い | soort; type; klas; categorie |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| tai-たい | (zou) willen; graag willen; wensen (adjectief achtervoegsel, gebruikt als hulpwerkwoord, voor de 1ste pers., of in vraagzinnen voor de 2de pers.) |
| tai-対 | tegenover(gestelde); contra; versus; tegen |
| tai-耐 | (in kanji combinaties) bestendig; bestand (tegen); -proof |
| taian-対案 | tegenvoorstel; tegenbod |
| taiatari-体当たり | het met het volle gewicht er tegenaan gaan; zich storten op |
| taibetsusuru-大別する | ruwweg [algemeen] onderverdelen [classificeren] |
| taidan-退団 | het weggaan [verlaten] van een groep [team; organisatie; bedrijf] |
| taidō-胎動 | het bewegen van een foetus in de baarmoeder |
| taido・rōn-タイド・ローン | een lening waarbij vastgelegd is waarvoor die gebruikt mag worden |
| taigaku-退学 | het vroegtijdig de school [universiteit] verlaten (de opleiding niet afmaken) |
| taige-体解 | (boeddh.) totaal begrip [besef; bevatting] (door lichaam en geest verkregen) |
| taigun-大軍 | een groot leger; grote legermacht |
| taiha-大破 | overwinning met overmacht; afstraffing (van een tegenstander) |
| taihi-対比 | contrast; tegenstelling; vergelijking |
| taihō-大法 | de belangrijke wet- en regelgeving |
| taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
| taihoreki-逮捕歴 | arrestatie verleden; arrestatie register |
| taii-大尉 | kapitein (bij het leger); luitenant (bij de marine) |
| taiji-対峙 | het tegenover elkaar staan; confrontatie |
| taijin-対人 | persoonlijk; interpersoonlijk; tegenover andere mensen |
| taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
| taijisuru-対峙する | tegenover elkaar staan; het hoofd bieden aan; niet wijken voor |
| taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
| taiken-帯剣 | een aangegespt zwaard |
| taiketsu-対決 | tweegevecht; confrontatie; krachtmeting |
| taikō-大綱 | hoofdlijnen; basisprincipes; algemene [fundamentele] regels [principes] |
| taikoban-太鼓判 | groot zegel |
| taikōsha-対向車 | tegemoetkomend voertuig; tegenligger |
| taikyo-太虚 | de grote leegte (Chin. filosofie) |
| taikyoku-対極 | tegenpool |
| taimen-対面 | tegenover elkaar staan; confrontatie |
| taimenkōtsū-対面交通 | met het gezicht naar [aan de kant van de weg van] tegemoetkomend verkeer lopen |
| taimu・rekōdā-タイム・レコーダー | prikklok; tijdregistratie |
| taimu・sukejūru-タイム・スケジュール | tijdschema; rooster; dienstregeling |
| taimu・tēburu-タイム・テーブル | dienstregeling; tijdschema |
| tainōshobun-滞納処分 | beslaglegging naar aanleiding van een betalingsachterstand |
| tairei-大礼 | een belangrijke ceremonie (zoals huwelijk, begrafenis, etc.) |
| tairitsu-対立 | tegenstand; confrontatie; tegenstelling |
| tairitsusuru-対立する | tegen [afkerig] zijn; tegengesteld zijn |
| tairu-タイル | tegel |
| taisabaki-体捌き | (judo) draaiende beweging van het lichaam |
| taisaku-対策 | maatregel; tegenmaatregel; tegenzet |
| taisei-体制 | de gevestigde orde; de autoriteiten; het regime; het bewind |
| taisei-太清 | de weg [wetten] van de hemel |
| taisei-太清 | levenswandel; levenspad; levensweg; Tao |
| taisei-耐性 | resistentie (b.v. tegen antibiotica); weerstand; tolerantie |
| taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
| taishō-大正 | Taisho, regeringsperiode (1912-1925) van keizer Yoshihito (1879-1926) |
| taishō-対照 | contrast; tegenstelling; vergelijking |
| taishokudaikō-退職代行 | het ontslag regelen (voor iemand); ontslaghulp |
| taishōteki-対照的 | tegenovergesteld; contrasterend |
| taishūka-大衆化 | popularisatie; het populair [algemeen begrijpelijk] maken (van wetenschap b.v.) |
| taisō-大葬 | keizerlijke begrafenis(dienst) |
| taiteki-大敵 | geduchte [geweldige] vijand [tegenstander] |
| taiten-退転 | terugval; verval; degradatie |
| taitō-帯刀 | een aangegespt zwaard |
| taiyōshin-太陽神 | zonnegod; zonnegodin |
| taiza-対座 | het tegenover elkaar zitten |
| taizasuru-対座する | tegenover elkaar zitten |
| takana-高菜 | Japanse grote rode mosterdplant (Brassica juncea var. integrifolia) |
| takikomigohan-炊き込みご飯 | Takikomi gohan (rijst met verschillende meegekookte ingrediënten) |
| takken-宅建 | erkend [bevoegd; gediplomeerd] makelaar in onroerend goed |
| takkuru-タックル | (sport) het stoppen en onderuithalen van de tegenstander |
| tako-凧 | vlieger (aan een touw) |
| takoku-他国 | buitenland; een ander land; een andere plaats] [regio] (dan waar je bent geboren) |
| takuchitatemonotorihikishi-宅地建物取引士 | erkend [bevoegd; gediplomeerd] makelaar in onroerend goed |
| takuchitatemonotorihikishuninsha-宅地建物取引主任者 | erkend [bevoegd; gediplomeerd] makelaar in onroerend goed |
| takuhon-拓本 | (archeologie) rubbing; wrijfsel (door wrijving verkregen kopieën op papier van reliëfversieringen) |
| takuwan-沢庵 | ingelegde [gepekelde] daikon (radijs) |
| tamanori-玉乗り | het balanceren [voortbewegen] op een grote bal |
| tamarikaneru-堪り兼ねる | onverdraaglijk zijn; (iets) niet langer kunnen verdragen; er niet meer tegen kunnen |
| tamaya-霊屋 | ruimte waar een overledene tijdelijk ligt opgebaard tot de begrafenis |
| tameni-為に | vanwege; omdat |
| tameru-貯める | sparen (geld); opzij leggen |
| tāminaru-ターミナル | (vliegveld) vertrekhal; aankomsthal |
| tāminaru・biru-ターミナル・ビル | (vliegveld) terminalgebouw |
| tamurosuru-屯する | gestationeerd [gelegerd; ingekwartierd] zijn |
| tanegami-種紙 | zijderups-eieren papier (papier waarop men zijderupsen eieren laat leggen) |
| tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
| tānkī-ターンキー | gebruiksklaar; kant-en-klaar; alles inbegrepen |
| tanki-短気 | opvliegend [driftig; ongeduldig] karakter [humeur] |
| tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
| tanpa-短波 | kortegolf (hoge radiofrequentie) |
| tanpahōsō-短波放送 | kortegolfuitzending |
| tānpaiku-ターンパイク | tolweg (autoweg) |
| tanpajushinki-短波受信機 | kortegolfontvanger (radio) |
| tanpasōshinki-短波送信機 | kortegolfzender |
| tanpatsu-単発 | eenmotorig (vliegtuig) |
| tanpatsuki-単発機 | eenmotorig toestel (vliegtuig) |
| tanpotsuki-担保付き | met (gegarandeerde) zekerheid |
| tanpozukeshasaishintakuhō-担保付社債信託法 | Wet op gegarandeerde bedrijfsobligaties |
| tanrei-端麗 | schoonheid; bekoorlijkheid; elegantie |
| tanshin-単身 | alleen; zonder begeleiding; op eigen houtje; in je eentje |
| tantan-淡淡 | rustig bewegend [stromend] (water) |
| taoyaka-たおやか | elegant; sierlijk; gracieus |
| taoyame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
| tarento-タレント | talent; aanleg; vakmanschap |
| tari-たり | (achtervoegsel) nu eens dit doen, dan weer dat doen |
| tariru-足りる | voldoende [genoeg] zijn; de moeite waard zijn |
| taru-足る | voldoen; voldoende [genoeg] zijn |
| tarumono-たる者 | zo iemand als; iemand die zich ... kan noemen; degene die ... (moet) zijn |
| tashu-多種 | veelheid aan categorieën |
| tasu-足す | toevoegen |
| tatakiageru-叩き上げる | zichzelf opwerken; van onderaf beginnen |
| tatakidaiku-叩き大工 | een beginnende [slechte; onhandige] timmerman |
| tatakidasu-叩き出す | beginnen te slaan [timmeren; hameren] |
| tatakidasu-叩き出す | verdrijven; wegsturen; verjagen |
| tataru-祟る | een slecht resultaat [slechte situatie] teweegbrengen [veroorzaken] |
| tatekakeru-立て掛ける | laten steunen [leunen]; ergens (rechtop) tegenaan zetten |
| tatenami-縦波 | lengtegolf (bij een schip) |
| tatenuki-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
| tatoe-例え | vergelijking; metafoor; allegorie |
| tatsui-達意 | begrijpelijkheid; duidelijkheid; klaarheid |
| tau-多雨 | hevige [zware] regenval [neerslag] |
| tauchi-田打ち | het bewerking [omploegen] van de rijstvelden |
| tawayame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
| teatarishidai-手当たり次第 | lukraak; in het wilde weg; van de hak op de tak |
| teba-てば | (als introductie aan het begin van een zin) nu we het daar toch over hebben; wat betreft |
| tebakari-手秤 | kleine hand-weegschaal |
| tebiki-手引き | begeleiding; hulp; advies |
| tebikisho-手引書 | handleiding; inleiding; handboek voor beginners |
| tebura-手ぶら | (met) lege handen |
| tedate-手立て | maatregel; manier; methode |
| tegotae-手応え | weerstand; verzet; (tegen)reactie |
| teguchi-手口 | modus operandi; de wijze waarop een misdrijf wordt begaan |
| tehai-手配 | voorbereiding(en); voorzorg; maatregel |
| tehaishashin-手配写真 | foto van een verdachte in het opsporingsregister |
| tehajime-手始め | begin; start; aanvang |
| tehazu-手筈 | plan; programma; maatregelen |
| tei-廷 | (in kanji combinaties) plaats van overheidsaangelegenheden |
| teichi-低地 | laagland; laaggelegen land (gelijk of onder het zeeniveau) |
| teien-庭園 | mooi aangelegde tuin; privé park |
| teigaku-停学 | (tijdelijke) schorsing voor het volgen van klassen [colleges] |
| teigen-提言 | mening; idee; gedachtegoed; voorstel |
| teikettō-低血糖 | hypoglykemie; sterke daling van de bloedsuikerspiegel |
| teikettōshō-低血糖症 | hypoglykemie; sterke daling van de bloedsuikerspiegel |
| teikō-抵抗 | weerstand; tegenstand |
| teikubakku-テイクバック | (tennis) armbeweging naar achteren |
| teikuofu-テイクオフ | het opstijgen (vliegtuig) |
| teinentaishoku-定年退職 | pensionering; het met pensioen gaan vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd |
| teiritsu-定律 | vastgestelde wet [regelgeving] |
| teiritsuhō-定率法 | degressieve afschrijvingsmethode |
| teisensuru-停戦する | stoppen met vechten [schieten]; de wapens neerleggen; de vijandelijkheden staken |
| teisetsu-定説 | algemeen geaccepteerde [gangbare] verklaring [uitleg; theorie] |
| teishaba-停車場 | treinstation; spoorweghalte |
| teishajō-停車場 | treinstation; spoorweghalte |
| teisoku-定則 | wet; vaste regel; voorschrift |
| teitō-低頭 | diepe buiging van het hoofd en bovenlichaam (als begroeting) |
| tejun-手順 | procedure; proces; stappen (fig.); maatregelen |
| tekagami-手鏡 | handspiegel |
| teki-敵 | vijand; tegenstander |
| tekihatsu-摘発 | ontmaskering; blootlegging; onthulling |
| tekiseigo-敵性語 | de taal van de vijand [tegenpartij] (m.n. het Engels tijdens WOII) |
| tekishin-摘心 | het dieven [weghalen] van takken [knoppen] van een plant (om de groei van vruchten te bevorderen) |
| tekishisuru-敵視する | vijandig staan tegenover; iemand als vijand beschouwen [tegemoet treden] |
| tekishitsu-敵失 | fout gemaakt door een tegenstander [vijand] |
| tekishu-敵手 | rivaal; tegenstander; vijand |
| tekisuru-敵する | zich verzetten tegen; bezwaar maken tegen; dwarsbomen; tegenwerken |
| tekitaisha-敵対者 | tegenstander; vijand |
| tekitaisuru-敵対する | vijandig staan (tegenover); strijden; vechten |
| tekiya-的屋 | straatventer; sjacheraar; oplichter; bedrieger |
| tekizen-敵前 | voor [tegenover] de vijand |
| tekketsu-剔抉 | een fraudegeval [schandaal] aan het licht brengen. |
| tekki-敵機 | vijandelijk vliegtuig |
| tekkyo-撤去 | verwijdering; wegruiming |
| tekkyosuru-撤去する | verwijderen; weghalen; wegruimen |
| tekubari-手配り | voorbereiding; maatregel |
| tekunoekonomisuto-テクノエコノミスト | techno-econoom (een technologisch onderlegd econoom) |
| tekunosutoresu-テクノストレス | technostress (de negatieve invloed die het gebruik van computers heeft op de mens) |
| temaegatte-手前勝手 | zelfzuchtigheid; egoïsme; egocentrisch zijn |
| temawashi-手回し | voorbereiding(en); maatregel(en) |
| temori-手盛り | de dingen doen zoals jezelf het beste uitkomt; ten gunste van jezelf dingen regelen |
| temoto-手元 | handbeweging(en) |
| temukau-手向かう | weerstand [tegenstand] bieden; de hand opheffen (tegen iemand) |
| ten-典 | principe; regels |
| ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tenbin-天秤 | balans; weegschaal |
| tenbin-天秤 | (afk. voor) (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
| tenbinkyū-天秤宮 | (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
| tenbinza-天秤座 | (sterrenbeeld) Weegschaal (Libra) |
| tenbun-天分 | (natuurlijk; aangeboren) talent; gave; aanleg |
| tengai-天涯 | een verafgelegen gebied |
| tenjiku-天竺 | (gekoppeld aan zelfstandig naamwoord met de betekenis:) ver weg; ingevoerd; geïmporteerd |
| tenjō-添乗 | jet vergezellen; begeleiden; meerijden |
| tenjōura-天井裏 | een (lege) vliering (zonder vloerdelen, enkel met constructie-balken) |
| tenka-天下 | de overheid [regering; regerende macht] van een land |
| tenka-天下 | (erenaam voor) keizerlijke prins [prinses]; prins-regent |
| tenka-添加 | toevoeging (aan een substantie, ter verbetering van kwaliteit of smaak) |
| tenkabutsu-添加物 | additief; toevoeging; toevoegingsmiddel; hulpstof |
| tenkai-展開 | (wiskunde) desintegratie; uitwerking |
| tenkara-てんから | vanaf het begin |
| tenkei-点景 | (in een landschapschilderij) een bijschildering [toevoeging] van mensen of dieren |
| tenken-天険 | ruig [moeilijk begaanbaar] terrein (als natuurlijke verdediging) |
| tenki-天機 | aanleg; karakter; aard; aangeboren kwaliteiten; natuurtalent |
| tenkiame-天気雨 | regen bij mooi weer; regen terwijl de zon schijnt |
| tenkoku-篆刻 | ingegraveerd karakter op een zegel |
| tenmado-天窓 | een gerecht waarbij er op gebakken noedels (soba of udon) een (zacht) gekookt of gebakken ei wordt gelegd |
| tenpan-典範 | regels; wet; voorschrift |
| tenpyōbunka-天平文化 | de Tenpyō cultuur (van de regeerperiode van keizer Shoyu in Nara, 729 - 749) |
| tenraku-転落 | degradatie; neergang |
| tenrei-典麗 | elegantie; netheid |
| tenseki-転籍 | registratie van overplaatsing (van woonplaats, studierichting, school, etc.) |
| tenshi-天資 | aard; ongeboren aanleg, natuurlijke gave(n) |
| tenshin-転進 | verandering van positie (troepen; leger) |
| tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tenteki-点滴 | druppelend water; regendruppels |
| tenurui-手緩い | laks; nonchalant; mild; toegeeflijk; meegaand |
| teodori-手踊り | een dans waarbij een aantal mensen tegelijk dezelfde bewegingen maken |
| terakotta-テラコッタ | terracotta (ongeglazuurde klei) |
| terekakushi-照れ隠し | het verbergen van schaamte [verlegenheid] |
| tereru-照れる | verlegen [in verlegenheid] zijn; zich opgelaten voelen |
| tereya-照れ屋 | een verlegen [bedeesde; schuwe] persoon |
| teriyaki-照り焼き | teriyaki: gegrilde vis of vlees in gezoete sojasaus |
| tēru-テール | tael (Chinese weeg-eenheid) |
| tessoku-鉄則 | een strikte [vaste] regel; een onveranderlijk principe |
| tessuru-徹する | jezelf wijden aan; toegewijd zijn aan |
| tesuji-手筋 | aanleg; talent |
| tetorapoddo-テトラポッド | tetrapod, golfbrekerelement (vierpotig betonblok, gebruikt om de kust te beschermen tegen de zee) |
| tetsu-鉄 | spoorbaan; spoorweg |
| tetsudō-鉄道 | spoorweg; spoorbaan; spoorlijn |
| tetsudōin-鉄道員 | spoorwegpersoneel; spoorwegman; spoor(weg)wachter; stationschef |
| tetsudōkyō-鉄道橋 | spoorbrug; spoorwegbrug |
| tetsudōmō-鉄道網 | spoorwegnet; spoorwegstelsel |
| tetsudōshokuin-鉄道職員 | spoorwegpersoneel |
| tetsuide-手序で | tegelijkertijd; ... terwijl je toch bezig bent |
| tetsuki-手付き | handgebaar; handbeweging |
| tetsuri-哲理 | filosofie; filosofische begrippen [principes] |
| tetsuro-鉄路 | spoorweg; spoorbaan; spoorlijn |
| tetsuzuki-手続き | procedure(s); proces; stappen; maatregelen |
| tetteiteki-徹底的 | grondig; diepgaand; volledig; compleet; intensief; van begin tot eind; van onder tot boven |
| tettōtetsubi-徹頭徹尾 | grondig; door en door; van begin tot eind |
| tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
| tī・guraundo-ティー・グラウンド | de afslagplaats (voor het begin van een hole bij golf) |
| tī・pī・ō-ティー・ピー・オー | passende kleding voor de tijd, plaats en gelegenheid |
| tō-当 | (als voorvoegsel) deze; dit; de [het]... in kwestie |
| tōbaku-倒幕 | het omverwerpen van het shogunaat (regering van de shogun) |
| tobakuchi-とば口 | begin; start |
| tōbakuundō-倒幕運動 | beweging die streefde naar het omverwerpen van het shogunaat |
| tōbatsu-盗伐 | illegale houtkap; het illegaal kappen en stelen van bomen |
| tobiagari-飛び上がり | sprong; het opspringen; opstijgen; opvliegen; start (van vliegtuig) |
| tobiagaru-飛び上がる | springen; opspringen; opschrikken; opstijgen; opvliegen; starten (van vliegtuig) |
| tobichi-飛び地 | afgelegen [geïsoleerd] gebied; enclave |
| tobichigau-飛び違う | rondvliegen; rondfladderen |
| tobichiru-飛び散る | wegvliegen; rondvliegen; alle kanten opvliegen |
| tobidasu-飛び出す | wegvliegen; uitvliegen |
| tobidasu-飛び出す | wegrennen; naar buiten rennen |
| tobihi-飛び火 | rondvliegende vonken [vlammen]; zich verspreidend [overspringend] vuur |
| tobikau-飛び交う | rondvliegen; rondfladderen |
| tobiko-飛子 | vliegviskuit; vliegviskaviaar |
| tobimawaru-飛び回る | rondvliegen; rondcirkelen (in de lucht) |
| tobinoku-飛び退く | terugspringen; opzij springen; wegspringen |
| tobitatsu-飛び立つ | wegvliegen; opvliegen; de lucht invliegen |
| tobiuo-飛び魚 | vliegende vis |
| tōbo-登簿 | registratie; inschrijving |
| tobokeru-惚ける | verstrooid [afwezig; vaag; nietszeggend] zijn |
| tobu-飛ぶ | vliegen; zweven; fladderen |
| tobu-飛ぶ | vervliegen; rondvliegen; verspreid [verstrooid] worden |
| tobu-飛ぶ | overslaan; weglaten; ontbreken |
| toburau-弔う | (samen) rouwen; condoleren; een condoleancebezoek afleggen |
| tōbyō-闘病 | de strijd tegen een ziekte |
| tōbyōsuru-闘病する | strijden [vechten] tegen een ziekte |
| tochi-土地 | plaats; gebied; district; regio |
| tochū-途中 | onderweg; al doende; halverwege |
| tōden-盗電 | (illegale) aftapping [heimelijk gebruik] van electriteit |
| todokedenin-届出人 | degeen die aangifte doet (van geboorte, huwelijk, etc.) |
| togaki-ト書き | regieaanwijzing |
| tōgekō-登下校 | het van en naar school gaan (met het huis als beginpunt of eindpunt) |
| togeru-遂げる | volbrengen; bereiken; uitvoeren; plegen (misdaad); voor elkaar krijgen |
| tōgō-統合 | eenwording; unificatie; integratie |
| tōgoku-東国 | oostelijk land; oostelijke provincie [regio] |
| tōgōsuru-統合する | unificeren; tot eenheid brengen; integreren |
| togyo-渡御 | (respectvolle term voor de verplaatsing van een keizer, keizerin, mikoshi, en later ook shogun) het vertrek; het weggaan; uitgaan |
| tōgyosuru-統御する | heersen; regeren; besturen; controle hebben (over) |
| toh-取っ | voorvoegsel (afgeleid van 取り), gebruikt om de betekenis van werkwoorden te intensiveren [versterken] |
| tōhikō-逃避行 | vlucht; ontsnapping; weglopen |
| tōhoku-東北 | de noordoostelijke regio van (het hoofdeiland) Honshu in Japan |
| tōhon-謄本 | officiële kopie van een familie-register |
| toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
| toikakeru-問い掛ける | een vraag stellen; beginnen te vragen |
| toiuto-と言うと | als het gaat om; wanneer met spreekt van; als je het hebt over; als je ... zegt, bedoel je ... |
| tojikomu-綴じ込む | samenbinden tot één geheel; invoegen |
| tōjiru-投じる | zich toeleggen op; zich wijden aan; zich (enthousiast) ergens op storten |
| tōjō-搭乗 | boarding (instappen in vliegtuig) |
| tōjōguchi-搭乗口 | (vliegveld) boarding gate; instapbalie |
| tōjōken-搭乗券 | instapkaart (vliegtuig); boardingpass |
| tōjōsuru-搭乗する | baarden (instappen in vliegtuig) |
| tōkai-東海 | de Tōkai regio |
| tōkaku-倒閣 | omverwerping van een regering |
| tōkatsu-統括 | vereniging; samenvoeging |
| tōkei-統計 | statistiek(en); statistische gegevens |
| tōketsusuru-凍結する | (fig.) bevriezen (b.v. van tegoeden); iets in de wachtstand zetten |
| tōki-登記 | registratie; inschrijving |
| tokiakasu-説き明かす | duidelijk maken; ophelderen; uitleggen |
| tokiokosu-説き起こす | beginnen te bespreken [vertellen] |
| tokken-特権 | privilege; voorrecht |
| tokkyodaichō-特許台帳 | octrooiregister |
| tōkon-当今 | tegenwoordig; dezer dagen; momenteel; nu |
| tokoro-所 | plaats; plek; regio; gebied; ruimte |
| tokorogaki-所書き | (geschreven; opgegeven) adres |
| toku-説く | uitleggen; uiteenzetten; verklaren |
| tokubetsushoku-特別職 | hoge regeringsfunctie die niet onder de ambtenarenwet valt |
| tokubetsuyōgorōjinhōmu-特別養護老人ホーム | verpleeghuis voor ouderen |
| tokudō-得道 | doorgronding; begrip (van de grondoorzaken) |
| tokudō-得道 | (boeddh.) de weg [methode] om de verlichting te bereiken |
| tokuhain-特派員 | afvaardiging; delegatie; vertegenwoordiger |
| tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
| tokui-得意 | trots; zelfgenoegzaamheid |
| tokureishi-特例市 | (Japans systeem) classificatie als kernstad (met speciale administratieve bevoegdheden) voor steden met minstens 20.000 inwoners |
| tokusan-特産 | lokale specialiteit; lokaal product (dat m.n. in een bepaalde regio wordt geproduceerd) |
| tokusei-徳政 | goede [deugdzame] regering |
| tokusha-特赦 | amnestie; speciale pardonregeling |
| tokushukō-特殊鋼 | speciaal staal (gemaakt door extra elementen toe te voegen aan gewoon gelegeerd staal) |
| tōkutsu-盗掘 | illegale opgraving (van grondstoffen, historische kostbaarheden e.d.) |
| tomadou-戸惑う | de kluts [weg] kwijt zijn; zich geen raad weten; verbijsterd [in de war; verbluft; perplex; beduusd] zijn |
| tomedate-止め立て | poging om iem. te weerhouden [tegenhouden; beletten; verhinderen] |
| tomedatesuru-止め立てする | stoppen; tegenhouden; weerhouden; beletten; verhinderen |
| tomeru-止める | tegenhouden |
| tomo-艫 | (van een schip) achtersteven; hek; spiegel |
| tomobiki-友引 | een dag (in de zesdaagse cyclus) waarop iemands geluk dat van zijn vrienden beïnvloedt (daarom gunstig voor bruiloften, maar niet voor begrafenissen) |
| tomonau-伴う | volgen; meegaan; vergezellen; meenemen |
| tomurau-弔う | (samen) rouwen; condoleren; een condoleancebezoek afleggen |
| tonaeru-唱える | reciteren; (een gebed of spreuk) opzeggen [uitspreken] |
| tonaruto-となると | als [wanneer] het zover is; als het gebeurt dat; als blijkt dat; aangezien; gegeven de situatie |
| tonattewa-となっては | als [wanneer] het zover is; als het gebeurt dat; als blijkt dat; aangezien; gegeven de situatie |
| tōnokuni-遠の国 | een ver [afgelegen] land |
| tooi-遠い | ver; veraf; afgelegen |
| toome-遠め | ver weg |
| toori-通り | straat; weg; doorgang |
| toori-通り | begrip |
| toorima-通り魔 | een crimineel die in het wilde weg [blindelings] passanten aanvalt en vernielingen aanricht |
| toorinukeru-通り抜ける | door iets (bijvoorbeeld een tunnel) heengaan; doorsteken (een kortere weg nemen) |
| tooshi-通し | helemaal van begin tot eind |
| tooshikyōgen-通し狂言 | de opvoering van een heel kyōgen stuk (van begin tot eind) |
| toozakaru-遠ざかる | zich verwijderen; verder weggaan; vervagen; wegsterven |
| toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
| toppana-突端 | het begin |
| toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
| toranomaki-虎の巻 | boek met geheimen [strategieën] |
| toransufā-トランスファー | transfer; overstap (bij vliegreis) |
| tori-取り | het nemen; degene die neemt |
| tori-取り | (judo) degene die de aanvalstechniek gebruikt |
| toriageru-取り上げる | wegnemen |
| toriatsukai-取り扱い | behandeling; bejegening; dienstverlening |
| torichigaeru-取り違える | verwarren; door elkaar halen; verkeerd begrijpen |
| toriharau-取り払う | weghalen; opruimen; afruimen |
| torihazusu-取り外す | weghalen; afhalen; loshalen; uit elkaar halen |
| torii-鳥居 | toegangspoort tot een Shintō heiligdom |
| torikakaru-取りかかる | beginnen; starten; gaan doen; aan het werk gaan |
| torikakomu-取り囲む | omringen; omcirkelen; belegeren |
| torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
| torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
| torikime-取り決め | regeling; overeenkomst; afspraak; belofte |
| torikimeru-取り決める | regelen; overeenkomen; afspreken; vaststellen |
| torikkusutā-トリックスター | bedrieger; oplichter; zwendelaar; goochelaar |
| toriko-取り粉 | rijstmeel, dat (tegen het vastkleven) op het werkblad wordt gestrooid bij het maken van mochi (kleefrijstbolletjes) |
| torikobosu-取り零す | (onverwacht) verliezen (van een makkelijke tegenstander) |
| torikumu-取り組む | worstelen (met een tegenstander); strijden |
| torimochi-鳥黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
| torimonaosazu-取りも直さず | namelijk; anders gezegd; met andere woorden |
| torinokeru-取り除ける | verwijderen; weghalen; wegvegen; opruimen |
| torinokeru-取り除ける | opzij leggen; reserveren |
| torinokomochi-鳥の子餅 | witte en (roze)rode rijstcakes (in de vorm van een vogelei), uitgedeeld bij feestelijke gelegenheden |
| torinozoku-取り除く | verwijderen; weghalen; wegleggen; apart leggen; opruimen |
| torippingu-トリッピング | (sportterm) tripping (het laten struikelen van een tegenstander) |
| toripuru・purē-トリプル・プレー | (honkbal) triple play (drie honklopers tegelijk uitgegooid) |
| torisabaku-取り捌く | regelen; beheren; behandelen |
| torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
| torisaru-取り去る | weghalen; verwijderen |
| torishikiru-取り仕切る | een zaak runnen; alles zelf regelen; alles onder controle hebben |
| torisuteru-取り捨てる | weggooien |
| toritate-取り立て | selectie; promotie; begunstiging |
| toritateru-取り立てる | selecteren; promoten; begunstigen |
| toritome-取り止め | annulering; opzegging; afzegging |
| toritomeru-取り止める | annuleren; opzeggen; afzeggen |
| toritsugiten-取り次ぎ店 | vertegenwoordiger; agent; distributeur |
| toritsukeru-取り付ける | regelen; beheren; verkrijgen |
| toriyameru-取り止める | annuleren; afzeggen; intrekken |
| tōroku-登録 | registratie; inschrijving |
| tōrokushōhyō-登録商標 | geregistreerd handelsmerk |
| toru-取る | weghalen; wegnemen; verwijderen |
| toru-取る | begrijpen; vatten |
| tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
| tōsei-統制 | controle; regulering |
| tōseikakaku-統制価格 | gereguleerde [gecontroleerde] prijs |
| tōshi-闘士 | vechter; strijder (b.v. in een oorlog of een maatschappelijke beweging) |
| toshidensetsu-都市伝説 | broodjeaapverhaal; stadslegende |
| tōshifando-投資ファンド | beleggingsfonds |
| tōshigaisha-投資会社 | beleggingsmaatschappij; investeringsmaatschappij |
| tōshika-投資家 | investeerder; geldschieter; belegger |
| tōshikeikaku-投資計画 | investeringsplan; beleggingsplan |
| tōshikomon-投資顧問 | beleggingsadviseur |
| toshikoshi-年越し | oudejaarsavond; oudejaarsnacht; einde van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar |
| toshimawari-年回り | geluk behorend bij een bepaalde leeftijd (er wordt gezegd dat de ongeluksleeftijd bij mannen 42 is en bij vrouwen 33) |
| tōshishintaku-投資信託 | beleggingsfonds; investeringsfonds |
| tōshiyūkashōken-投資有価証券 | beleggingen in effecten |
| tōsho-当初 | begin |
| toshoku-徒食 | lui [leeg] leven (zonder iets nuttigs te doen) |
| toshu-徒手 | lege [blote] handen |
| tōshuku-投宿 | hotelinschrijving; registratie [het inchecken] in een hotel |
| tōshukusuru-投宿する | registreren [inchecken; inschrijven] in een hotel |
| tōsōsuru-逃走する | vluchten; ontsnappen; wegrennen |
| tōsuisō-透水層 | (geologie, hydrologie) onbegrensde aquifer (watervoerende laag in de ondergrond) |
| tosu・battingu-トス・バッティング | (honkbal) peppergame, oefening waarbij ballen herhaaldelijk naar een slagman worden gegooid, die ze terugslaat naar dichtbij staande veldspelers |
| totan-トタン | golfplaat (golvend gegalvaniseerd metaal) |
| tote-とて | (na zinsdelen) anders dan; in tegenstelling tot; hoewel |
| tote-とて | (na zelfstandige naamwoorden) op grond van; omdat; gezien; vanwege |
| totsumenkyō-凸面鏡 | een convexe [bolvormige; bolle] spiegel |
| tōyōsuru-盗用する | zich toe-eigenen; plagiaat plegen; plagiëren; frauderen |
| tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
| tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsū-通 | brief [document, etc.] (woord voor het tellen van brieven, documenten, telegrammen, etc.) |
| tsuba-鍔 | stootplaat [handbeschermer] van een zwaard [degen] |
| tsubasa-翼 | vleugel (van een vogel, vliegtuig, e.d.) |
| tsuboyaki-壺焼き | gerecht gegaard in een aardewerken pot |
| tsuchifuru-土降る | zand [stof] regenen; zand stormen |
| tsuchikau-培う | kweken; opvoeden; verplegen; verzorgen |
| tsūdoku-通読 | volledig lezen (van begin tot eind); uitlezen |
| tsugaru-津軽 | Tsugaru, de westelijke regio van de prefectuur Aomori |
| tsugarujamisen-津軽三味線 | Tsugaru-jamisen (een type shamisen afkomstig uit de Tsugaru regio) |
| tsugarushamisen-津軽三味線 | Tsugaru-jamisen (een type shamisen afkomstig uit de Tsugaru regio) |
| tsugime-継ぎ目 | naad; las; voeg |
| tsugō-都合 | omstandigheid; situatie; gelegenheid |
| tsuideni-序でに | terloops; bij gelegenheid; terwijl; tegelijk; tegelijkertijd; en passant |
| tsuigō-追号 | postume titel [naam]; titel [naam] die na iemands dood wordt toegekend (b.v. aan een overleden keizer) |
| tsuika-追加 | toevoeging; supplement; appendix |
| tsuikasuru-追加する | toevoegen; bijvoegen; aanvullen; van een supplement voorzien |
| tsuin-ツイン | tegenhanger; bijbehorend deel |
| tsūin-通院 | regelmatig naar het ziekenhuis gaan (voor een behandeling) |
| tsuishi-追試 | een extra controle [tegencontrole] van een experiment [proef] |
| tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
| tsuisuto-ツイスト | draai; wending; draaibeweging; kromming |
| tsuiyasu-費やす | uitgeven; consumeren; verspillen; weggooien; verkwisten |
| tsūjōkokkai-通常国会 | normale [reguliere] sessie van het Parlement |
| tsūjōyūbin-通常郵便 | normale [reguliere] post |
| tsūjunkyō-通潤橋 | aquaduct; waterweg voor landbouwdoeleinden |
| tsūkā-つうかあ | elkaar geheel [compleet; volkomen; snel] begrijpen; op dezelfde golflengte zitten |
| tsukaeru-支える | (knielend) je handen voor je op de grond leggen (als groet, of voor het betonen van eer of spijt) |
| tsukaisute-使い捨て | het eenmalig gebruiken van iets (en dan weggooien); wegwerp product |
| tsukaisutebunka-使い捨て文化 | wegwerpcultuur |
| tsukaisutechūshaki-使い捨て注射器 | wegwerp injectiespuit |
| tsukaisutejidai-使い捨て時代 | wegwerp tijdperk |
| tsukaisuteshugi-使い捨て主義 | wegwerp principe |
| tsukaru-漬かる | (van voedsel) goed gekruid zijn; met kruiden ingelegd (in vloeistof) zijn |
| tsukekuwaeru-付け加える | toevoegen |
| tsukeru-付ける | aanhechten; toevoegen; bijvoegen; vastmaken |
| tsuketari-付けたり | toevoeging; aanvulling; aanhangsel; appendix |
| tsukiatari-突き当たり | eind (v.e. weg, straat, etc.) |
| tsukikage-月影 | de weerspiegeling van het maanlicht |
| tsukikiru-突き切る | oversteken (een weg, een veld e.d.) |
| tsukisusumu-突き進む | zich een weg banen; voorwaarts stormen [rennen] |
| tsukkomu-突っ込む | (snel of hard) induiken; invliegen; inrammen; opbotsen; bestormen; aanvallen |
| tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
| tsuku-付く | bijgevoegd [aangehecht; vastgemaakt] zijn |
| tsuku-吐く | zeggen; vertellen; beweren |
| tsukuneru-捏ねる | (klei, deeg, etc.) kneden; boetseren |
| tsuma-妻 | (meestal geschreven in hiragana) garnering (van sashimi met groenten, zeewier, e.d.); versiering; opmaak; toevoeging |
| tsumagake-爪掛け | een hoesje over het uiteinde van geta (houten sandalen), om de tenen te beschermen tegen regen en sneeuw |
| tsumamidasu-摘まみ出す | (iets) met je vingers [(eet)stokjes] weghalen [ergens uithalen] |
| tsumamidasu-摘まみ出す | (iemand) met kracht naar buiten brengen [sleuren]; (iemand) wegsturen [verwijderen] |
| tsumari-詰まり | kortom; namelijk; met andere woorden (m.a.w.); dat wil zeggen (d.w.z.) |
| tsumazuku-躓く | (halverwege) falen; mislukken; gehinderd worden; ergens tegenaan lopen |
| tsumein-爪印 | duimafdruk; vingerafdruk; nagelafdruk als zegel |
| tsumeshōgi-詰め将棋 | een shogi-probleem (een gegeven schaakstelling waarbij het doel is de koning van de tegenstander schaakmat te zetten) |
| tsumitateru-積み立てる | (geld) sparen; verzamelen; opzij leggen |
| tsunagiawaseru-繋ぎ合わせる | samenbrengen; samenbundelen; samenbinden; verbinden; (verschillende zaken) samenvoegen tot een eenheid |
| tsurara-氷柱 | ijspegel |
| tsuredatsu-連れ立つ | samen (ergens heen) gaan; meegaan met |
| tsūrei-通例 | regel; gewoonte; gebruik |
| tsuriaiomori-釣り合いおもり | tegengewicht; tegenwicht |
| tsuridasu-釣り出す | uitlokken; weglokken; uit zijn tent lokken; verleiden |
| tsuridasu-釣り出す | (bij sumo) de tegenstander uit de ring (dohyō) tillen |
| tsūro-通路 | gang; hal; doorgang; passage; gangpad; weg; straat |
| tsūsetsu-通説 | (uitgebreide) uitleg [verklaring] |
| tsutankāmen-ツタンカーメン | Toetanchamon (of: Toetankhamon, een farao in het oude Egypte) |
| tsūtatsu-通達 | vakkundigheid; bekwaamheid; veel kennis [begrip] hebben |
| tsutau-伝う | meegaan; (ergens) langs [over] gaan; volgen |
| tsutawaru-伝わる | doorgegeven [bekend] worden |
| tsūtoiebakā-つうと言えばかあ | elkaar snel begrijpen; op één lijn [op dezelfde golflengte] zitten |
| tsutomeru-努める | pogen; wagen; zich inzetten (voor); zijn best doen; zich toeleggen op |
| tsutoni-夙に | vroeg in de morgen [ochtend] |
| tsutsushimi-慎み | (Edo periode) strafmaatregel in de vorm van huisarrest bij de hofadel en krijgsadel |
| tsuyameku-艶めく | verleidelijk [sexy; elegant; charmant] zijn; er betoverend uitzien |
| tsuyu-梅雨 | regenseizoen |
| tsuyuake-梅雨明け | na (afloop van) het regenseizoen |
| tsuyubare-梅雨晴れ | zonnige periode tijdens het regenseizoen |
| tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
| tsuyuharai-露払い | heraut; de persoon die vooruit loopt en de weg vrijmaakt voor een hooggeplaatste persoon [stoet] |
| tsuyuiri-梅雨入り | begin van de regentijd; begin van het regenseizoen |
| tsuyuzamu-梅雨寒 | kou tijdens het regenseizoen |
| tteba-ってば | (als introductie aan het begin van een zin) nu we het daar toch over hebben; wat betreft |
| u-雨 | (in kanji combinaties) regen |
| ubasuteyama-姥捨山 | een legende over het achterlaten van oude mensen (om te sterven) op de berg Obasute |
| ubazakura-姥桜 | een vroeg bloeiende kersenboom |
| uchiawaseru-打ち合わせる | van te voren [vooraf] regelen [beslissen] |
| uchibenkei-内弁慶 | iemand die thuis bazig is [de flinke held uithangt], maar daarbuiten verlegen is |
| uchidasu-打ち出す | beginnen met slaan [met de slagbeurt] (honkbal, e.d.); serveren (tennis); beginnen met typen |
| uchidenokozuchi-打ち出の小槌 | magische [legendarische] gelukshamer |
| uchigake-内掛け | (sumo-techniek) binnen-beenworp (een been aan de binnenkant van een been van de tegenstander zetten om hem omver te werpen) |
| uchiharau-打ち払う | (van zich af) slaan; wegslaan; wegvegen; wegjagen |
| uchikaesu-打ち返す | omploegen (van akker) |
| uchikata-打ち方 | manier van slaan (b.v. bij tennis); manier van spelen; spelregels |
| uchikesu-打ち消す | ontkennen; tegenspreken |
| uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
| uchimata-内股 | judoworp (het omverwerpen van je tegenstander door je been tussen zijn benen te steken) |
| uchimizu-打ち水 | het water geven; bewateren; begieten |
| uchinomesu-打ちのめす | (iem.) neerslaan; tegen de grond slaan; in elkaar slaan |
| uchisuteru-打ち捨てる | negeren; verwaarlozen |
| uchitaosu-打ち倒す | neerslaan; tegen de grond slaan; omverwerpen |
| uchitsukeru-打ち付ける | (steentjes) gooien tegen |
| uchitsureru-打ち連れる | samen (ergens heen) gaan; meegaan (met) |
| uchiyoseru-打ち寄せる | slaan [rollen] tegen; overspoelen; breken (golven) |
| uchū-雨中 | in de regen |
| uchū-雨中 | een regendag |
| udonge-優曇華 | (Sanskriet) udumbara (een mythische plant die zogezegd eens in de 3000 jaar bloeide), wordt gebruikt als metafoor voor iets dat uiterst zeldzaam is |
| udonge-優曇華 | de eitjes van de gaasvlieg |
| uēbu-ウエーブ | golfbeweging; wave (van het publiek in stadions tijdens sportwedstrijden of concerten) |
| ufufu-うふふ | hihi (geluid van gegrinnik) |
| ugai-含嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| ugai-嗽 | gegorgel; mondspoeling |
| uganda-ウガンダ | Oeganda |
| ugatsu-穿つ | tot de kern van een zaal doordringen; de essentie van dingen begrijpen; menselijke emoties haarfijn aanvoelen |
| ugo-雨後 | na regen |
| ugokasu-動かす | verplaatsen; in beweging zetten |
| ugoki-動き | beweging; activiteit |
| ugoku-動く | bewegen |
| ui-初 | (in samenstellingen) begin; eerste |
| uingu-ウイング | (vogel; vliegtuig) vleugel |
| uingu-ウイング | (van sportploeg) vleugel |
| uingu・karā-ウイング・カラー | vleugelkraag (stijve overhemdkraag waarvan de bovenhoeken naar beneden zijn gekeerd, voor formele gelegenheden) |
| ukai-迂回 | omweg; omleiding |
| ukairo-迂回路 | omweg; wegomlegging; alternatieve route |
| ukegoshi-受け腰 | een verdedigende [negatieve] houding |
| ukeru-受ける | vangen (een bal, etc.); opvangen; tegenhouden |
| uketomeru-受け止める | stoppen; tegenhouden; afweren; ontwijken; opvangen |
| uketoru-受け取る | begrijpen; geloven; (voor waar) aannemen |
| ukeuri-受け売り | het napraten; doorvertellen [herhalen] wat anderen zeggen |
| uki-雨季 | het regenseizoen |
| ukiagaru-浮き上がる | opvallen; afsteken tegen |
| ukiashidatsu-浮き足立つ | klaar staan om te vluchten [weg te rennen]; onrustig worden; wankelen |
| ukidasu-浮き出す | opvallen; afsteken tegen (b.v. een achtergrond) |
| ukyaku-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
| ūman・ribu-ウーマン・リブ | vrouwenbevrijdingsbeweging |(woman's liberation movement) |
| umaru-埋まる | begraven worden |
| umeru-埋める | begraven |
| umetateru-埋め立てる | droogleggen; inpolderen; terugwinnen |
| umibiraki-海開き | opening [begin] van het strandseizoen |
| umibōzu-海坊主 | Umibōzu, een legendarisch zeemonster (met een geschoren hoofd zoals een Boeddhistische monnik) |
| uminooya-生みの親 | stichter; oprichter; grondlegger |
| umoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| unaden-ウナ電 | spoedtelegram; ijltelegram; dringend telegram |
| unadon-鰻丼 | (Japans traditioneel gerecht) een (donburi-stijl) kom rijst met gegrilde paling erop |
| unajū-鰻重 | gegrilde paling en rijst geserveerd in (op elkaar gestapelde) lakdozen |
| unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
| undō-運動 | lichaamsbeweging; (conditie)training; oefening(en) |
| undōenerugii-運動エネルギー | kinetische energie; bewegingsenergie |
| undōsuru-運動する | bewegen; sporten; oefenen; oefeningen doen |
| uneri-うねり | het golven; heen en weer bewegen; slingeren; omwentelen (ook figuurlijk) |
| unga-運河 | kanaal; waterweg; gracht |
| uni-海胆 | zee-egel |
| unkō-運航 | verbinding; (lijn)dienst (vliegtuigen, schepen, bussen, etc.) |
| unkōsuru-運行する | bewegen; omwentelen; roteren |
| unzarisuru-うんざりする | (onomatopee) ziek [moe] worden van; het zat zijn; tegenstaan; een aversie hebben tegen; tegen de borst stuiten; vervelen |
| uradana-裏店 | een huis in een achterstraatje [steegje] |
| uradoori-裏通り | zijstraat; steeg |
| uragiru-裏切る | verraden; bedriegen; ontrouw zijn |
| uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
| urahara-裏腹 | het tegendeel; tegen(over)gestelde; omgekeerde |
| urakaidō-裏街道 | zijstraat; achterweg |
| urakaidō-裏街道 | (fig.) zijweg; zijpad; een buitengewone levenswijze [levensstiijl] |
| uramachi-裏町 | achterafstraten; zijstraatjes; achterafsteegjes; achterbuurt |
| uramichi-裏道 | secundaire weg |
| uramichi-裏道 | zijweg; sluipweg (bij verkeersopstoppingen e.d.) |
| uramu-恨む | een wrok koesteren (tegen iemand); rancune voelen jegens iemand |
| uranagaya-裏長屋 | rijtjeshuis (in een steegje) |
| uranai-占い | waarzeggerij |
| uranaishi-占い師 | waarzegger |
| uranau-占う | waarzeggen; de toekomst voorspellen |
| uranihon-裏日本 | kustgebieden van Honshu gelegen aan de Japanse Zee |
| urikehai-売り気配 | laatkoers (het minimum waartegen een verkoper bereid is te verkopen) |
| uryō-雨量 | hoeveelheid regen [neerslag] |
| uryōkei-雨量計 | regenmeter; pluviometer |
| usei-雨声 | het geluid van regen |
| ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
| usu-臼 | usu, grote Japanse vijzel (o.a. gebruikt om het deeg te stampen voor mochi, Japanse balletjes van kleefrijst) |
| usui-雨水 | regenwater |
| uteki-雨滴 | regendruppel |
| uten-雨天 | regenachtig weer; regenachtige dag |
| utoutosuru-うとうとする | (onomatopee) (weg) dutten; soezen; (in) dommelen; een hazenslaapje doen; sluimeren |
| utōyasukata-善知鳥安方 | een mythische [legendarische] vogel |
| utsuro-空ろ | zonder inhoud; leegte |
| utsuru-写る | gefotografeerd [afgebeeld; weerspiegeld; gereflecteerd] worden |
| utsuru-映る | zich weerspiegelen; gereflecteerd worden |
| utsushi-写し | iets via een film [foto] vastleggen |
| utsusu-映す | weerspiegelen; reflecteren |
| utsuwa-器 | bekwaamheid; gave; aanleg; talent; vaardigheid; geschiktheid |
| uumanribu-ウーマン・リブ | Vrouwenbevrijdingsbeweging; Vrouwenemancipatiebeweging |
| uumanribuundō-ウーマン・リブ運動 | Vrouwenbevrijdingsbeweging; Vrouwenemancipatiebeweging |
| uwa-上 | (in kanji combinaties) boven; op; hoog; daarbij; toegevoegd |
| uwakimono-浮気者 | overspelige persoon [man; vrouw]; bedrieger; schuinsmarcheerder |
| uwanori-上乗り | het begeleiden [de begeleider; opzichter] van goederen [vracht; lading] tijdens transport |
| uzumoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| wa-話 | (in kanji combinaties) spreken; zeggen; vertellen; taal; woord; verhaall |
| wabishii-侘しい | stil; eenzaam; afgelegen |
| wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
| wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon enkelvoud, tegenwoordig met een nogal arrogante duiding) ik |
| wagamama-我が儘 | egoïsme; zelfzuchtigheid; ongehoorzaamheid |
| waingumi-ワイングミ | winegum (snoepje) |
| waipu-ワイプ | het wissen van gegevens van opnamebanden en hardeschijven |
| wai・daburyū・shī・ē-ワイ・ダブリュー・シー・エー | Young Women’s Christian Association, een beweging die zich inzet voor leiderschap en rechten van vrouwen en meisjes |
| wakahage-若禿 | vroegtijdige kaalheid; kaalheid op jonge leeftijd |
| wakaisuru-和解する | zich verzoenen; verzoend worden (met); (ruzie) bijleggen |
| wakajini-若死に | vroege dood; jong overleden |
| wakajinisuru-若死にする | jong [vroeg] overlijden [sterven] |
| wakareji-別れ路 | wegsplitsing; kruising; aftakking |
| wakarejimo-別れ霜 | late [laatste] vorst (voor de lente begint) |
| wakaremichi-分かれ道 | zijweg; kruising; splitsing; tweesprong |
| wakaru-分かる | duidelijk zijn; begrijpen; zich realiseren |
| wakashiraga-若白髪 | vroeg grijs; grijs haar op jonge leeftijd |
| wakōdōjin-和光同塵 | (boeddh.) de Boeddha en Bodhisattva versluieren hun wijsheid om op toegankelijke wijze de lijdende mensheid te kunnen redden |
| wankosoba-椀子蕎麦 | een kom bouillon met soba-noedels, die steeds wordt bijgevuld tot de klant genoeg heeft |
| wansutoppu・shoppingu-ワンストップ・ショッピング | koopgedrag waarbij consumenten tegelijkertijd boodschappen en andere diensten doen op één locatie |
| wantan-ワンタン | wantan (Chinees gevuld deegballetje) |
| waraitobasu-笑い飛ばす | iets weglachen; zich er met een (glim)lach vanaf maken |
| warekara-我から | uit eigen beweging; uit zichzelf |
| wareto-我と | op eigen initiatief; uit eigen beweging; uit zichzelf |
| wariate-割り当て | toegewezen deel; quotum; rantsoenering |
| waribashi-割り箸 | wegwerp eetstokjes (die je zelf splijt) |
| warichū-割り注 | ingevoegde aantekeningen |
| waridasu-割り出す | berekenen; uitrekenen; begroten; afleiden (uit) |
| wariguriishi-割り栗石 | macadam (wegverharding van twee lagen steengruis) |
| wariin-割り印 | een zegelafdruk over twee documenten (om aan te geven dat ze bij elkaar horen) |
| waruagaki-悪足掻き | nutteloos [vergeefs] verzet [tegenstribbeling] |
| warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
| warudome-悪止め | uit alle macht (iemand) proberen tegen te houden |
| wase-早稲 | rijstvariëteit die vroeg rijpt; vroeg rijpende gewassen [vruchten] |
| wase-早稲 | vroeg volwassen worden |
| wasshoi-わっしょい | (tussenwerpsel; uitroep) hup, hup!; allemaal tegelijk! (trekken; tillen); (scheepvaart) anker op! |
| wasuru-和する | passende dichtregels maken als antwoord op een andere dichtregels [verzen] |
| watakuri-綿繰り | egrenering [ontkorreling] van katoen; katoenzuivering |
| watakushigoto-私事 | privé zaak [aangelegenheid] |
| watashibashi-渡し箸 | eetstokjes die op de kom gelegd zijn (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| watatsumi-海神 | zeegod; (Gr.) Poseidon; (Rom.) Neptunus |
| wayō-和様 | (elegante) Japanse kalligrafiestijl |
| yaburan-藪蘭 | leliegras (Liriope muscari) |
| yadochō-宿帳 | hotelregister |
| yaei-夜営 | het 's nachts opzetten van een (leger)kamp; het 's nachts opgezette kamp |
| yagate-軈て | momenteel; tegenwoordig |
| yaiyai-やいやい | (uitroep) hé, hé!; hé, zeg!; hallo! |
| yaji-野次 | boegeroep; hoongelach; gejoel; luide kritiek |
| yaka-やか | gekoppeld aan een zelfstandige naamwoord vormt het een bijvoeglijk naamwoord (met な) |
| yakibata-焼き畑 | brand-landbouwgrond; akkers die door hakken en branden (van de begroeiing) zijn aangelegd |
| yakibuta-焼き豚 | gegrild [geroosterd] varkensvlees |
| yakidōfu-焼き豆腐 | gegrilde [geroosterde] tofu [tahoe] |
| yakiharau-焼き払う | (tot aan de grond toe) afbranden; geheel uitbranden; in de as leggen |
| yakimono-焼き物 | gegrild gerecht (vis, vlees, etc.) |
| yakin-夜勤 | nachtdienst; nachtploeg |
| yakiniku-焼き肉 | (op houtskool) gegrild vlees |
| yakitsuku-焼き付く | in het geheugen gegrift zijn; een diepe indruk achterlaten |
| yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
| yakubi-厄日 | ongeluksdag; dag met rampspoed [tegenslag] |
| yakudoku-訳読 | mondelinge vertaling; lezen en vertalen tegelijk |
| yakudokusuru-訳読する | mondeling vertalen; lezen en vertalen tegelijk |
| yakuin-役印 | een officieel zegel [stempel]; ambtstempel |
| yakunan-厄難 | ramp; tragedie; onheil; tegenspoed; ongeluk |
| yakusokugoto-約束事 | belofte; overeenkomst; toezegging |
| yakusokugoto-約束事 | conventie; regel |
| yakusu-扼す | tegenhouden |
| yakusu-約す | verminderen; verkorten; afkorten; weglaten |
| yakutaku-役宅 | woning toegewezen aan iemand op basis van zijn functie (m.n. bij de overheid) |
| yamabiraki-山開き | het begin [de opening] van het klimseizoen (in de bergen) |
| yamaji-山路 | bergweg; bergpad |
| yamamichi-山路 | bergweg; bergpad |
| yamatoshimane-大和島根 | Yamato-shima; Yamato no Kuni; Gebied rondom Yamato (een voormalige provincie van Japan, gelegen in de huidige prefectuur Nara) (arch.) |
| yamatouta-大和歌 | volkslied uit de Yamato-regio |
| yameru-止める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yameru-辞める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yami-闇 | in de war [in verlegenheid] zijn; zonder onderscheid |
| yami-闇 | donker, geheim of illegaal |
| yamiakinai-闇商い | illegale [zwarte] handel |
| yamibaito-闇バイト | zwartwerk; illegaal deeltijdwerk (soms met criminele doeleinden) |
| yamiburōkā-闇ブローカー | een illegaal handelende makelaar |
| yamibusshi-闇物資 | artikelen [goederen] van de zwarte markt; illegaal geïmporteerde [gesmokkelde] goederen; geheime voorraden |
| yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
| yamigome-闇米 | de rijst die heimelijk wordt verhandeld buiten de reguliere kanalen; rijst van de zwarte markt |
| yamiji-闇路 | een donkere weg; een weg in het donker |
| yamiji-闇路 | in een toestand zijn waar men geen onderscheidingsvermogen meer heeft; van de goede weg afgedwaald zijn |
| yamiji-闇路 | (de weg naar) de onderwereld |
| yamijiru-闇汁 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
| yaminabe-闇鍋 | een winters vermaak, waarbij een nabe-soep wordt gemaakt met ingrediënten die bezoekers hebben meegenomen, en die soep wordt in het donker opgegeten |
| yamitorihiki-闇取引 | illegale transacties |
| yamiyami-闇闇 | in de war; vol onbegrip |
| yamunaku-已むなく | onvrijwillig; tegen wil en dank; met tegenzin; ongaarne |
| yamuniyamarenu-已むに已まれぬ | gedwongen; tegen wil en dank; met tegenzin |
| yani-やに | Zeg...?; ..., zeg! (is een uitdrukking die alleen wordt gebruikt indien de spreker de luisteraar iets vertelt wat hij/zij nog niet wist en is dialect |
| yani-やに | ongewenst; met tegenzin; onacceptabel (is een verbastering van iya ni) |
| yaridasu-遣り出す | beginnen (te doen) |
| yarikehai-ヤリ気配 | laatkoers (het minimum waartegen een verkoper bereid is te verkopen) |
| yarinaosu-遣り直す | opnieuw [weer] doen; overdoen; opnieuw beginnen |
| yarisokonau-遣り損なう | tekortschieten; falen; mislukken; slecht werk leveren; een blunder begaan |
| yasakebi-矢叫び | het geschreeuw van twee legers die op elkaar schieten |
| yasaotoko-優男 | een slanke [elegante] man |
| yasashii-優しい | lief; vriendelijk; aardig; elegant |
| yasashikusuru-優しくする | aardig [vriendelijk] zijn tegen iemand |
| yasukata-安方 | een mythische [legendarische] vogel |
| yasunokawa-安の河 | de mythologische (hemel)rivier; de Melkweg |
| yasuppoi-安っぽい | vulgair; onelegant; grof; laag (-bij-de-gronds) |
| yasuyasu-易易 | (vaak gebruikt in combinatie met to) heel gemakkelijk, eenvoudig, simpel; met groot gemak; erg toegankelijk (fig.) |
| yatchaba-やっちゃ場 | markt voor groente en fruit in Tokio (zo genoemd vanwege de uitroepen tijdens de veiling: yatcha, yatcha) |
| yō-よう | (vervoeging van klassiek Japanse hulpwerkwoorden) om het vermoeden of de wil van de spreker uit te drukken) laten we; ik denk; zou het zo zijn |
| yō-癰 | karbonkel; steenpuist; negenoog |
| yobidashi-呼び出し | (sumo) degene die de namen van de worstelaars (hardop) aankondigt |
| yobijio-呼び塩 | het ontzouten (van zout voedsel door mengen met water; hierbij wordt een beetje speciaal zout toegevoegd om te voorkomen dat het waterig wordt) |
| yobimizu-呼び水 | een waterpomp in werking zetten; water dat in een (water)pomp wordt gegoten (om hem in werking te krijgen) |
| yobitomeru-呼び止める | iem. (roepen en) stoppen [tegenhouden]; (een taxi) aanhouden |
| yobōsen-予防線 | voorzorgsmaatregelen |
| yochi-余地 | (speel)ruimte (om iets te doen); bewegingsvrijheid |
| yōgen-用言 | (taalkunde) een verbuigbaar woord; woord dat men kan vervoegen |
| yōgo-養護 | bescherming; verpleging; verzorging |
| yoha-余波 | boeggolven; (secundaire) golven ontstaan door schepen |
| yohaku-余白 | blanco; lege ruimte; marge; kantlijn |
| yohaku-余白 | witruimte; negatieve ruimte (in kunst en design) |
| yohodo-余程 | veel; heel wat; in grote mate; genoeg; voldoende |
| yoi-宵 | de vroege avond; het begin van de avond (net na zonsondergang) |
| yoinokuchi-宵の口 | de vroege avond; net na zonsondergang |
| yōji-用事 | zaak; zaken; aangelegenheid; werk; bezigheid |
| yōjo-養女 | pleegdochter; stiefdochter |
| yōka-養家 | adoptiefamilie; adoptiegezin; familie waarin men geadopteerd is |
| yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
| yokei-余慶 | geluk dat nakomelingen ontvangen vanwege de goede daden van hun voorouders |
| yōken-用件 | zaak; kwestie; aangelegenheid; dingen die gedaan moeten worden |
| yokin-預金 | banktegoed(en); deposito |
| yokinsha-預金者 | deposant; inlegger; spaarder |
| yokka-翼下 | onderzijde van vleugels (van een vogel of vliegtuig) |
| yokkai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
| yōkō-要綱 | hoofdpunt; kernpunt; (grond)beginsel; overzicht |
| yokochō-横町 | zijstraat; steeg |
| yokodori-横取り | het (zijdelings) weggrijpen; wegpakken van iemands goederen of kennis (en die als eigen bevindingen doen voorkomen, b.v. in een werksituatie) |
| yokomichi-横道 | zijweg; zijstraat |
| yokosuberi-横滑り | zijwaartse beweging [slip; schuiver]; zijslip (van auto, skiër, etc.) |
| yokotaeru-横たえる | (naast zich) neerleggen |
| yokotawaru-横たわる | in de weg staan; te wachten staan |
| yokoyure-横揺れ | het slingeren [rollen] (van een schip, vliegtuig, e.d.) |
| yokoyure-横揺れ | het heen-en-weer bewegen (van gebouwen, e.d. bij aardbevingen) |
| yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
| yokukai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
| yokuke-欲気 | grote hebzucht; inhaligheid; begeerte |
| yometoome-夜目遠目 | (gezegde) Bij duisternis kan men geen onderscheid maken tussen mooi en lelijk. (lett. een vrouw in het donker, in de verte) |
| yomikana-読み仮名 | lezing van kanji (in kana ernaast of erboven gegeven) |
| yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
| yomikomu-読み込む | (computer) gegevens vanaf een extern apparaat (b.v. USB-stick) inlezen en opslaan |
| yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |
| yomitoru-読み取る | gedachten lezen; tussen de regels door lezen |
| yomoya-よもや | (met negatie) haast ondenkbaar; onwaarschijnlijk |
| yonmaruichi・kē-よんまるいち・ケー | een pensioenregeling op basis van vaste bijdragen in de Verenigde Staten |
| yoō-余殃 | onheil dat nakomelingen overkomt vanwege slechte daden van hun voorouders |
| yoō-餘殃 | tegenspoed; rampspoed (als bestraffing voor wandaden) |
| yoppodo-余っ程 | veel; heel wat; in grote mate; genoeg; voldoende |
| yōran-揺籃 | wieg |
| yorikakaru-寄り掛かる | ergens tegenaan leunen |
| yorisou-寄り添う | dicht tegen elkaar aan zitten [kruipen; blijven]; zich tegen elkaar aan nestelen |
| yorokobi-喜び | blijdschap; vreugde, genoegen; plezier; voldoening; vervoering; extase |
| yoromeku-蹌踉めく | zich misdragen; het slechte pad opgaan; overspel plegen |
| yosan-予算 | budget; begroting |
| yosanshingi-予算審議 | begrotingsoverleg |
| yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
| yosegi-寄木 | mozaïek van hout; inlegwerk van hout |
| yōshi-養子 | geadopteerd kind; pleegkind (meestal mannelijk) |
| yōshin-養親 | adoptieouder(s); pleegouder(s) |
| yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
| yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| yotō-与党 | regeringspartij; de partij die aan de macht is |
| yotōgiin-与党議員 | lid van de regeringspartij |
| yotsutsuji-四つ辻 | kruispunt; (weg)kruising |
| you-良う | vaak; regelmatig; gewoonlijk |
| yoyatō-与野党 | regeringspartijen [coalitiepartijen] en oppositiepartijen |
| yoyū-余裕 | marge; overschot; (genoeg) ruimte [tijd; geld] |
| yūbenka-雄弁家 | een begaafd redenaar; een goede [vlotte] spreker |
| yūbi-優美 | gratie; elegantie; verfijning |
| yūbinkitte-郵便切手 | postzegel |
| yūbinshokan-郵便書簡 | postblad (invouwbaar postpapier met opgedrukte postzegel) |
| yūdachi-夕立 | avondregen; plotselinge regenbui (in de avond) |
| yūdachikumo-夕立雲 | regenwolk(en) (in de avond) |
| yudaneru-委ねる | zich inzetten (voor); zich overgeven (aan); zich toeleggen (op) |
| yūdō-有道 | (het volgen van) de juiste weg; deugdzaam levenspad |
| yūdō-誘導 | aanmoediging; aansporing; begeleiding; beïnvloeding |
| yueki-輸液 | vochttoevoeging; infusie; transfusie |
| yūen-幽遠 | diep [afgelegen; ver; diepgaand; diepzinnig] zijn |
| yūen-悠遠 | ver (weg); lang geleden |
| yūfō-ユーフォー | ongeïdentificeerd vliegend voorwerp (unidentified flying object) |
| yūga-優雅 | elegantie; verfijning; gratie |
| yugamu-歪む | pervers [gedegenereerd; ontaard] zijn; koppig [tegendraads] zijn |
| yūgata-夕方 | schemering; (vroege) avond |
| yūgen-幽玄 | subtiele eenvoud [elegantie]; pure [verborgen] schoonheid |
| yūgō-融合 | fusie; samenvoeging; samensmelting |
| yūgōsuru-融合する | fuseren; samenvoegen; samensmelten |
| yūgun-友軍 | geallieerd leger; bevriende [vriendschappelijke] troepen |
| yūgun-遊軍 | reservetroepen; mobiele eenheid; vliegende brigade |
| yūhatsu-誘発 | veroorzaking; tweegbrenging |
| yūhatsusuru-誘発する | teweegbrengen |
| yūhisuru-雄飛する | (energiek; voortvarend) van start gaan; beginnen |
| yuinōkin-結納金 | gift van de familie van de a.s. bruidegom aan de familie van de a.s. bruid bij een verloving |
| yukaihan-愉快犯 | een misdrijf gepleegd voor de lol [grap; sensatie] |
| yukaihan-愉快犯 | een persoon die voor de lol [grap; sensatie] een misdrijf pleegt |
| yukan-湯灌 | lijkwassing; het wassen van het lichaam van een overledene (voor de begrafenis) |
| yūkara-ユーカラ | (Ainu: Yukar) yukar, mondeling overgedragen Ainu-legenden |
| yukashii-床しい | verfijnd; elegant; gracieus |
| yūkei-夕景 | schemering; vroege avond |
| yūken-郵券 | postzegel |
| yukiau-行き合う | iemand (toevallig) tegenkomen [tegen het lijf lopen; ontmoeten] |
| yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
| yukigake-行きがけ | route; op weg; onderweg (naar; daarheen) |
| yukigakoi-雪囲い | sneeuwdak; overkapping [omheining] vanwege sneeuw |
| yukikau-行き交う | regelmatig bezoeken |
| yūkin-遊金 | ongebruikt [onbelegd; inactief] geld |
| yukishina-行きしな | onderweg; en route; op weg; in het voorbijgaan |
| yukizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| yukuyuku-行く行く | onderweg; op weg (naar) |
| yumeuranai-夢占い | oneiromantie; droomuitlegging; waarzeggerij gebaseerd op dromen |
| yumitori-弓取り | de boog-ceremonie; degene die boog-ceremonie doet (aan het einde van een dag sumoworstelen) |
| yuna-湯女 | een vrouw die vroeger voor badgasten zorgde in een onsen (warmwaterbron) |
| yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
| yunyūkisei-輸入規制 | invoerbeperking; import regulering |
| yunyūseigen-輸入制限 | invoerbeperking; import regulering |
| yūrei-優麗 | elegantie; gratie |
| yurikago-揺り籠 | wieg |
| yurusu-許す | toegeven; bekennen |
| yuruyaka-緩やか | los [vrij; ongedwongen; laks; toegeeflijk] zijn |
| yūryō-有料 | tegen betaling; niet gratis |
| yūryōdōro-有料道路 | tolweg (autoweg) |
| yūsei-幽棲 | afgezonderd leven (weg van de mondaine wereld) |
| yūseidaijin-郵政大臣 | vroeger: Minister van post en telecommunicatie, tegenwoordig: Minister van binnenlandse zaken en communicatie |
| yūseishō-郵政省 | vroeger: Ministerie van post en telecommunicatie, tegenwoordig geïntegreerd in Mnisterie van binnenlandse zaken en communicatie |
| yushi-諭旨 | het meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
| yushisuru-諭旨する | meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
| yūshō-優勝 | overwinning; eindzege; kampioenschap |
| yūshōreppai-優勝劣敗 | het recht van de sterkste; natuurlijke selectie (overleving van degenen die het best aan de omgeving aangepast zijn) |
| yūshōsuru-優勝する | overwinnen; zegevieren; overwinning [kampioenschap] behalen |
| yushutsukisei-輸出規制 | exportcontrole; exportregulering |
| yushutsuyūgūzeisei-輸出優遇税制 | export preferentiële regeling (exporteurs ontvangen een terugbetaling van de betaalde consumptiebelasting op in eigen land aangeschafte producten) |
| yūsui-幽邃 | afgelegen [sereen; rustig; diep] zijn |
| yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
| yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
| yūtiritarianizumu-ユーティリタリアニズム | utilitarisme; utilisme; nuttigheidssysteem; utiliteitsbeginsel |
| yutori-ゆとり | ruimte; bewegingsruimte; speelruimte; armslag |
| yutori-ゆとり | genoeg tijd [tijd over] (hebben) |
| yuu-言う | zeggen; praten; vertellen; noemen |
| yūwa-融和 | harmonie; verzoening; samenvoeging; vermenging |
| yūzansu-ユーザンス | reguliere betalingstermijn |
| yū・āru・eru-ユー・アール・エル | wegpagina-adres (uniform resource locator) |
| za-挫 | (in kanji combinaties) tegenslag ontmoeten |
| zaazaa-ざあざあ | (geluid van) harde regen [hard stromend water] |
| zagaku-座学 | studie [les; onderricht e.d.] in de collegebanken (i.t.t. praktijkles) |
| zaii-在位 | heerschappij [regeringsperiode] (van een vorst, koning, keizer) |
| zaijōninpi-罪状認否 | voorgeleiding met het schuldig of onschuldig pleiten (van de tenlastelegging) |
| zaimunaiyō-財務内容 | financiële gegevens; financiële situatie |
| zairyō-材料 | gegevens; data; informatie; bronmateriaal |
| zaiseiakaji-財政赤字 | begrotingstekort |
| zaitai-罪体 | het voorwerp waarmee het misdrijf is gepleegd |
| zaitakukaigo-在宅介護 | thuiszorg; zorg [verpleging] aan huis |
| zangaku-残額 | (van een rekening) saldo; tegoed |
| zange-懺悔 | berouw; schuldbesef; spijt; wroeging |
| zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
| zanki-慙愧 | (gevoel van) schaamte; schaamtegevoel |
| zannyū-竄入 | het per ongeluk [foutief] samenvoegen [mengen; door elkaar halen] |
| zansho-残暑 | aanhoudende (zomer)hitte (aan het begin van de herfst) |
| zanteki-残敵 | de overgebleven vijand; het resterende vijandelijke leger |
| zareru-戯れる | smaakvol [stijlvol; elegant] zijn |
| zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
| zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
| zatsuki-座付き | toegewezen zitplaats |
| zatto-ざっと | (onomatopee) ongeveer; ruwweg; min of meer |
| zāzā-ざーざー | (onomatopee) (het geluid van) gekletter van harde regen |
| zebura・zōn-ゼブラ・ゾーン | zebrapad (op straat of weg) |
| zeinuki-税抜 | exclusief belasting; belasting niet inbegrepen |
| zeirishi-税理士 | geregistreerde belastingadviseur [belastingaccountant] |
| zemi-ゼミ | werkgroep; studiegroep; cursus |
| zemināru-ゼミナール | werkgroep; studiegroep; cursus |
| zen-前 | (als voorvoegsel) vorige; voormalige; ex-; oud- |
| zen-前 | (als achtervoegsel) voor; voorheen; geleden |
| zen-然 | (als achtervoegsel) -achtig; in de toestand van...; zoals... |
| zenbun-前文 | inleiding (van een clausule, wet, e.d.); preambule; beginzin |
| zenchishiki-善知識 | (boeddh.) iem. die de Boeddhistische leer uitlegt en mensen leidt naar de juiste (Boeddhistische) weg |
| zendai-前代 | vorige generatie; vroeger [eerder] tijdperk |
| zendō-善道 | (boeddh.) de goede [juiste] weg; de weg van rechtschapenheid [deugdzaamheid] |
| zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
| zeneraru・sutaffu-ゼネラル・スタッフ | generale staf (officieren van het leger) |
| zengen-前言 | eerdere opmerkingen; wat [zoals] eerder gezegd is |
| zengo-善後 | het zorgvuldig [correct} regelen [afhandelen] |
| zengosaku-善後策 | herstelmaatregel; remedie |
| zengun-全軍 | het hele leger; alle troepen |
| zenji-禅師 | (in China en Japan) erenaam door het keizerlijk hof toegekend aan een zenpriester met een hoog niveau van geleerdheid, wijsheid en deugdzaamheid |
| zenjin-前人 | voorganger; mensen uit vroegere tijden; voorouders |
| zenka-前科 | strafregister; strafblad |
| zenkai-前回 | de vorige keer; de vorige gelegenheid |
| zenki-前期 | eerste termijn [beginperiode] (van een wisseltentoonstelling) |
| zenkikurikoshirieki-前期繰越利益 | ingehouden winsten aan het begin van een periode |
| zenko-前古 | vroeger; oude tijden; oudheid |
| zenkushōjō-前駆症状 | vroege [voorafgaande] symptomen (voordat de ziekte zich openbaart) |
| zennichisei-全日制 | systeem van regulier dagonderwijs (op weekdagen); voltijd opleiding |
| zennōshinkyōkai-全能神教会 | de Kerk van de Almachtige God (christelijke religieuze beweging, ontstaan in China, 1991) |
| zenryaku-前略 | inkorting van een citaat aan het begin; een uitdrukking in een brief, om aan te geven dat er zinnen in het begin weggelaten worden |
| zensei-善政 | een goede regering; goed bestuur [beleid] |
| zensen-全線 | (van trein, tram, bus) de hele lijn (van begin tot eind); alle lijnen [routes] |
| zensen-全線 | alle verkeersroutes; alle wegen |
| zensha-前者 | de eerstgenoemde; voormalige; vroegere |
| zenshin-前進 | vooruitgang; voorwaartse beweging; vordering; verbetering |
| zenshō-前哨 | buitenpost; afgelegen standplaats |
| zensho-善処 | passende maatregelen; het beste (doen); de beste manier |
| zenshū-全州 | de hele staat [regio]; het hele gebied; alle staten [regio's; gebieden] |
| zentai-全体 | het geheel; totaliteit; van begin tot eind |
| zentoryōen-前途遼遠 | een lange weg (te gaan); het doel [de bestemming] is ver weg |
| zenzai-善哉 | (in de Kansai regio) zoete bonensoep met mochi (rijstcake) |
| zenzai-善哉 | (in de Kantō regio) mochi met zoete bonenpasta erop |
| zenzen-全然 | (met negatie) helemaal niet |
| zen'eitanka-前衛短歌 | avant-garde tanka (van een revolutionaire beweging in tanka-poëzie o.l.v Kunio Tsukamoto, in de vijftiger en zestiger jaren) |
| zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
| zōbin-増便 | toename van openbaar vervoer (bus, trein, vliegtuig) |
| zōeki-増益 | grotere [toegenomen] winst [opbrengst] |
| zōgan-象眼 | inlegwerk (hout, e.d.); damasceren (in metaal) |
| zōhei-増兵 | versterking; vergroting van het leger [de troepen] |
| zōka-雑歌 | diverse [gevarieerde] (waka) gedichten, die niet in een seizoen categorie vallen |
| zōkei-造詣 | geleerdheid; diepgaande kennis [begrip]; verworvenheid; kundigheid |
| zōketsu-増結 | het toevoegen [aankoppelen] van treinwagons aan een trein |
| zokkai-俗解 | populaire [algemene; oppervlakkige] uitleg [interpretatie] |
| zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
| zokuchishugi-属地主義 | territorialiteitsbeginsel |
| zokuden-俗伝 | populaire legende; algemeen gezegde; volksgeloof |
| zokuen-続演 | heropvoering [continuering] van een toneelstuk of voorstelling (vanwege succes) |
| zokugen-俗諺 | spreekwoord; populair gezegde |
| zokugun-賊軍 | rebellerende leger; rebellenleger |
| zokujinshugi-属人主義 | het principe dat het strafrecht van het land van herkomst van de dader moet worden toegepast, ongeacht waar het misdrijf heeft plaatsgevonden |
| zokuju-俗儒 | een middelmatige geleerde; een confucianist met weinig inzicht [begrip] |
| zokumu-俗務 | wereldlijke zaken [belangen; aangelegenheden] |
| zokusai-続載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| zokusetsu-俗説 | algemeen [populair] gezegde [idee; geloof]; folklore; traditie; legende |
| zome-初め | (voorvoegsel bij een werkwoord) iets voor de eerste keer doen |
| zongai-存外 | boven verwachting; tegen de verwachting in |
| zuba-ずば | (achtervoegsel) als het niet...; zo niet |
| zui-随 | (in kanji combinaties) het volgen; navolgen; begeleiden |
| zuihansen-随伴船 | volgboot; begeleidend schip |
| zuiin-随員 | lid van een entourage [gevolg; staf]; begeleidend personeel |
| zuikō-随行 | het begeleiden; vergezellen |
| zuikōsuru-随行する | begeleiden; vergezellen |
| zuisō-随想 | vrije [losse] bespiegelingen [gedachten; herinneringen] |
| zukazuka-ずかずか | (onomatopee) direct (zonder plichtplegingen); bot; grof |
| zukeru-付ける | (achtervoegsel) drukt uit de intentie om iets te doen |
| zuku-ずく | (achtervoegsel) drukt de intentie uit (om iets te doen) |
| zuku-付く | (achtervoegsel) ...worden |
| zukume-ずくめ | (achtervoegsel) geheel (en al); totaal; niets dan |
| zume-詰め | (achtervoegsel bij werkwoord) geeft aan dat de actie [handeling; situatie] doorgaat |
| zume-詰め | (achtervoegsel) ingepakt; volgepakt; gevuld |
| zumen-図面 | blauwdruk; cyanotypie; plattegrond; (bouw)tekening |
| zunba-ずんば | (achtervoegsel om de betekenis te versterken) als het niet zo is dat...; ware het niet dat... |
| zuni-ずに | (achtervoegsel) zonder te; niet doende |
| zunō-頭脳 | hoofd; hersenen; intellect; begrip |
| zurai-づらい | (achtervoegsel) moeilijk om te ... |
| zurakaru-ずらかる | weglopen; vluchten; ontsnappen |
| zurasu-ずらす | bewegen; verschuiven; (van plaats) veranderen; wijzigen |
| zureru-ずれる | wegglijden; naar beneden glijden; verschuiven |
| zuriochiru-ずり落ちる | wegglijden; naar beneden glijden |
| zuru-ずる | (weg)glijden |