Kruisverwijzing
pa
| lemma | meaning |
|---|---|
| abareuma-暴れ馬 | onhandelbaar paard |
| abekawamochi-安倍川餅 | Japanse mochi (rijstcake) met kinako (sojameel) en suiker |
| abekku-アベック | (jong) stel [stelletje]; paartje |
| abirinpikku-アビリンピック | Paralympics (Olympische Spelen voor sporters met een handicap) |
| abu-虻 | daas; paardenvlieg; horzel |
| aburagami-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
| adaputabiritī-アダプタビリティー | aanpassingsvermogen |
| adaputēshon-アダプテーション | aanpassing |
| adobokashīkōkoku-アドボカシー広告 | een advertentie met het doel een bepaalde mening of overtuiging uit te dragen (Eng.: Advocacy advertising)i |
| ado・kyanpēn-アド・キャンペーン | advertentiecampagne; reclamecampagne |
| afutāsābisu-アフターサービス | (after-sales service) service na verkoop; reparatiedienst |
| afutā・sābisu-アフター・サービス | reparatiedienst; service na verkoop |
| āgairu-アーガイル | Argyle (patroon van Schotse stof) |
| agaki-足掻き | het krabben [schrapen] over de grond (b.v. met de hoeven door een paard) |
| agaku-足掻く | (van paarden met hun voorpoten) het klauwen [krabben] over de grond |
| agarigamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
| agarikamachi-上がり框 | houten plint langs het verhoogde vloerdeel van de kamers in de entree [hal] (waar de schoenen worden uitgedaan en neergezet) van een Japans huis |
| agedashi-揚げ出し | Japans gerecht van licht gefrituurd voedsel (m.n. tofu of aubergine) |
| agehachō-揚羽蝶 | page (een algemene term voor vlinders van de Papilionidae-familie) |
| ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
| ageku-挙げ句 | de laatste regel van een Japanse renga (poëzie) |
| agenabe-揚げ鍋 | frituurpan; pot om in te frituren |
| ageuma-上げ馬 | het laatste paard als afsluiting bij een wedstrijd boogschieten te paard |
| ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
| ahodarakyō-阿呆陀羅経 | een satirische parodie op Boeddhistische teksten |
| ai-愛 | liefde; verliefdheid; passie; hartstocht |
| ai-間 | pauze; interval |
| aiaigasa-相合い傘 | samen onder één paraplu |
| aiba-愛馬 | lievelingspaard; geliefd [favoriet] paard |
| aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
| aiban-合判 | papier formaat; formaat van prent [schildering] |
| aibō-相棒 | goede vriend; kameraad; makker; partner; collega |
| aiboshi-相星 | (sumoworstelaars die) evenveel winst -en verliespartijen hebben als de ander |
| aichi-愛知 | Aichi is de naam van een prefectuur in de regio Chūbu (midden Japan) |
| aidoku-愛読 | voorliefde voor lezen; met plezier [vaak; regelmatig] een bepaald boek [tijdschrift] lezen |
| aidoru・kosuto-アイドル・コスト | kosten voor inactiviteit (door overcapaciteit) |
| aiirenai-相容れない | tegengesteld; onverenigbaar [niet passend] |
| aijin-愛人 | minnaar; minnares; geliefde (partner) |
| aikan-哀感 | pathos; droefheid |
| aikata-合方 | muzikale begeleiding (Japanse traditionele muziek, zoals bij Kabuki en No theater) |
| aikata-相方 | partner; metgezel |
| aiki-愛機 | eigen apparatuur (camera, computer, vliegtuig, enz.) die iemand altijd graag gebruikt |
| aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
| aiko-愛顧 | gunst; klandizie; patronage |
| aikoku-愛国 | vaderlandsliefde; patriotisme |
| aikokufujinkai-愛国婦人会 | Patriottische Vrouwen Organisatie |
| aikokukōtō-愛国公党 | Nationalistische (politieke) partij |
| aikokusha-愛国者 | patriot; chauvinist |
| aikokushin-愛国心 | liefde voor het vader- [moeder-] land; patriottisme |
| aikokushugi-愛国主義 | patriottisme |
| aikuchi-合口 | goed bij elkaar passend zijn; goed met elkaar kunnen opschieten |
| aikyaku-相客 | medepassagier; kamergenoot; andere gast [loge] |
| aikyō-愛敬 | sympathie; medeleven; affectie; vriendelijkheid |
| aima-合間 | interval; pauze |
| ainogakkō-愛の学校 | (lett. de school van de liefde) de Japanse titel van het boek |
| airo-文色 | onderscheid; patroon |
| airo-隘路 | een smal pad; smalle weg |
| airo-隘路 | knelpunt; impasse |
| aisatsu-挨拶 | wraak; afrekening (jargon van de yakuza, Japanse gangsters) |
| aisetsu-哀切 | pathetisch [aandoenlijk; zielig; droevig] gevoel |
| aishō-相性 | affiniteit; goed samengaan; bij elkaar passen; chemie (tussen mensen) |
| aite-相手 | partner; metgezel; begeleider |
| aitekata-相手方 | de andere partij; de tegenstander |
| aitesaki-相手先 | de andere partij (waar men zaken mee doet of mee te maken heeft) |
| aiyoku-愛欲 | passie; lust; (sexuele) begeerte; lichamelijke liefde |
| ajiataiheiyōkeizaishakaiiinkai-アジア太平洋経済社会委員会 | ESCAP (United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific) |
| ajisai-紫陽花 | (Japanse) hortensia (Hydrangea macrophylla) |
| akadensha-赤電車 | persoon die vaak 's avonds laat pas naar huis gaat |
| akagaeru-赤蛙 | Japanse bruine kikker (Rana japonica) |
| akagami-赤紙 | rood papier |
| akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
| akagashi-赤樫 | groenblijvende Japanse eikenboom (Quercus acuta) |
| akagi-赤木 | een boom met rood hout (zoals pruim, palissander, kweepeer, e.d.) |
| akahara-赤腹 | Japanse lijster (zangvogel, Turdus chrysolaus) |
| akahata-赤旗 | rode vlag als symbool van communistische of socialistische partij |
| akajikokusai-赤字国債 | speciale staatsobligaties (uitgegeven om begrotingstekorten in Japan te dekken) |
| akamaishi-赤間石 | roodbruine [paarse] tufsteen (uit de Yamaguchi Prefectuur, wordt gebruikt om inktstenen van te maken) |
| akamatsu-赤松 | de Japanese rode den (Pinus densiflora) |
| akamiso-赤味噌 | donkerbruine miso-pasta |
| akasu-飽かす | tijd noch moeite sparen; veel tijd besteden aan |
| aki-空き | opening; gat; spatie; (tussen)ruimte; vrije plaats; vacature |
| akiaji-秋味 | gezouten zalm (uit noordelijke streken van Japan) |
| akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
| akijikan-空き時間 | vrije tijd; rustperiode; adempauze |
| akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
| akitsushima-秋津島 | Akitsushima, oude naam voor Japan |
| akki-悪気 | een niet heldere lucht; een rokerige lucht; een lucht met een bepaalde onaangename geur |
| akki-悪鬼 | een kwade geest [godheid] die de mensen op het slechte pad brengt; de god van de onderwereld |
| akoyagai-阿古屋貝 | pareloester (Pinctada martensii) |
| aku-握 | (in kanji combinaties) grijpen; beetpakken |
| akuba-悪罵 | een wild [ontembaar] paard |
| akuchishiki-悪知識 | een kwaadaardig iemand die mensen op het slechte pad brengt |
| akudō-悪道 | (boeddh.) het slechte pad volgen, d.w.z. in deze wereld slechte dingen doen en daardoor na de dood in de hel komen |
| akudō-悪道 | een slechte weg; een slecht [onbegaanbaar] pad |
| akusenden-悪宣伝 | valse propaganda |
| akushidento-アクシデント | onregelmatigheid; storing (van apparatuur) |
| akushon・puroguramu-アクション・プログラム | actieplan; plan van aanpak |
| akushootoshi-悪所落し | (op een paard) over een steile weg naar beneden rijden |
| akushu-悪趣 | (boeddh.) het slechte pad |
| amaai-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
| amaashi-雨脚 | overdrijvende regen(bui); de snelheid van een passerende regenbui |
| amacha-甘茶 | een Japanse kruidenthee gemaakt van gefermenteerde bladeren van Hydrangea macrophylla |
| amaebi-甘海老 | zoete (noordelijke) garnaal (Pandalus borealis) |
| amagasa-雨傘 | paraplu |
| amagu-雨具 | regenuitrusting; watervaste uitrusting (bv. paraplu, regenjas, laarzen, etc.) |
| amama-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
| amanoiwato-天の岩戸 | Poort van de Hemelse Grot (Ama-no-Iwato is een grot in de Japanse mythologie) |
| amanojaku-天の邪鬼 | Amanojaku (duivel of boze geest in Japanse sprookjes) |
| amanojaku-天の邪鬼 | bij Japanse tempel de duivel die door de tempelwachters vertrapt wordt |
| amaooi-雨覆い | dekzeil; tarpaulin |
| amattareru-甘ったれる | je kinderachtig gedragen; je gedragen als een verwend kind; je vastklampen aan iemand; krampachtig [kruiperig] proberen vrienden te maken |
| amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
| amedasu-アメダス | Japans meteorologisch instituut AMeDAS (Automated Meteorological Data Acquisition System) |
| ameiro-飴色 | amber(kleur); (half)transparant lichtbruin |
| amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
| āmin-アーミン | hermelijn embleem [patroon] (in de heraldiek) |
| an-餡 | zoete (azuki) bonenpasta |
| anago-穴子 | zeepaling; kongeraal (familie Congridae) |
| anaguma-穴熊 | Japanse das (zoogdier, Meles anaguma) |
| anaguma-穴熊 | (het omsingelen van de koning in de hoek van zijn eigen kamp) een tactiek bij shogi (Japans schaken) |
| anakashiko-あなかしこ | (beleefd) pardon |
| anba-鞍馬 | (turntoestel) paard |
| anbai-案配 | het regelen; verdelen; aanpassen |
| anbandoringu-アンバンドリング | het apart [los] verkopen |
| anbu-鞍部 | zadel (lager gedeelte van een bergrug); pas ; col |
| anda-安打 | (honkbal) een honkslag (die de slagman in staat stelt het eerste honk te bereiken, zelfs als er geen fout wordt gemaakt door de andere partij) |
| andā・pā-アンダー・パー | onder par (golfterm voor minder dan het standaard aantal slagen) |
| andon-行灯 | andon, een traditionele Japanse lamp (bestaande uit washi-papier over een frame van bamboe, hout of metaal gespannen) |
| andonbakama-行灯袴 | een traditionele Japanse rok |
| anesamaningyō-姉様人形 | een papieren pop gekleed in traditionele Japanse kimono |
| angurushi-アングル紙 | L-vormig hoekmateriaal van karton (ter ondersteuning en bescherming van producten, zoals glasplaten, pakketten, etc.) |
| animaru・supōtsu-アニマル・スポーツ | diersporten; sport met dieren (zoals paardrijden, hondensleeën, etc.) |
| anjunnō-暗順応 | donker-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men vanuit een lichte in een donkere ruimte komt |
| ankensatsu-暗剣殺 | één van de richtingen [kompas-punten] in de Chinese astrologie; een noodlottige [ongeluk brengende] richting |
| ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
| anko-餡こ | zoete bonenpasta |
| ankoromochi-餡ころ餅 | mochi (rijstbal) met zoete bonenpasta eromheen |
| anman-餡饅 | gestoomd (wit) broodje gevuld met bonenpasta |
| annai-案内 | goed op de hoogte zijn; bepaalde informatie hebben |
| ano-あの | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) hallo; zeg; pardon; eh; nou ja; welnu |
| anō-あのう | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) hallo; zeg; pardon; eh; nou ja; welnu |
| anpan-餡パン | zoet broodje gevuld met rodebonenpasta |
| anro-暗路 | een donkere weg [straat]; een donker pad |
| ansanburu-アンサンブル | kostuum; pak |
| anshishoku-暗紫色 | donkerpaars |
| anshō-暗証 | een geheime letter- [cijfer] combinatie voor toegang tot bepaalde gegevens, of voor identificatie van een persoon |
| anshōbangō-暗証番号 | (geheime) code; paswoord; pincode |
| antatchaburu-アンタッチャブル | paria; outcast; ongrijpbare |
| antō-暗闘 | een pantomime van een gevecht in het donker in een Kabuki theaterstuk |
| anza-安座 | in rust [tevreden; ontspannen] zijn |
| anzenhoshōjōyaku-安全保障条約 | (Japans-Amerikaans) Veiligheidsverdrag |
| anzenki-安全器 | veiligheidsapparaat |
| anzensōchi-安全装置 | veiligheidsapparaat; veiligheidssysteem; veiligheidsgrendel |
| an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| an'itsu-安逸 | op je gemak zijn; ontspannen zijn |
| an'yakōro-暗夜行路 | A Dark Night's Passing, de titel van een roman (1921-1937) van Shiga Naoya |
| ao-青 | blauwzwart (paard) |
| aodaishō-青大将 | Japanse ratelslang (Elaphe climacophora) |
| aogiri-青桐 | Chinese parasol boom (Firmiana simplex) |
| aojiru-青汁 | aojiru (Japanse groentesap gemaakt van groene groenten) |
| aoki-青木 | Japanse bontbladige laurierstruik (Aucuba japonica) |
| aori-煽り | terugslag; invloed; impact |
| aori-障泥 | (paardrijden) een leren spatlap aan een zadel |
| aotenjō-青天井 | het de pan uit rijzen (van prijzen); grenzeloos zijn |
| aouma-青馬 | een blauwachtig zwart paard; een zwart paard met blauwe glans |
| aozorachūsha-青空駐車 | het (buiten) op straat [aan de kant van de weg] parkeren |
| aparutoheito-アパルトヘイト | (Zuid-Afrikaans) apartheid; segregatie; rassenscheiding |
| apashī-アパシー | apathie; lusteloosheid |
| apasshu-アパッシュ | apache; straatbandiet (m.n. in Parijs) |
| apatchi-アパッチ | Apache (lid van indiaanse volksstam) |
| apāto-アパート | appartement |
| appaku-圧迫 | iets door druk toe te passen verkleinen (van omvang, schaal, e.d.) |
| apurōchi-アプローチ | approach; benadering; (manier van) aanpak |
| arabian・raito-アラビアン・ライト | lichte ruwe olie uit Saoedi-Arabië (de standaard bij het bepalen van de olieprijs) |
| arabu-アラブ | Arabische volbloed (paard) |
| araebisu-荒夷 | wildeman; barbaar (denigrerende term die door mensen in de hoofdstad wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen uit het oosten van Japan) |
| araigami-洗い髪 | pas gewassen (loshangend) haar (van vrouwen) |
| araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
| araitate-洗い立て | fris [pas; net] gewassen |
| araragi-蘭 | Japanese taxus (Taxus cuspidata) |
| arasu-荒らす | trollen (bv. webfora); spammen |
| arauma-荒馬 | een wild [ongetemd] paard |
| arazumogana-あらずもがな | ongepast; onnodig |
| arikante-アリカンテ | Alicante (stad in Spanje) |
| arinomi-有りの実 | (oud woord voor: 梨の実) (de vrucht van de) Japanse peer |
| arittake-有りっ丈 | uit alle macht; (met) maximale inspanning |
| aru-或る | een zekere; een bepaalde; één of ander; ene; sommige |
| arubaitā-アルバイター | iemand met een bijbaan(tje); parttimer |
| arubaito-アルバイト | bijbaan(tje); parttime baan |
| aruhanbura-アルハンブラ | het Alhambra (Paleis in Granada, Spanje) |
| arumajiki-有るまじき | ongepast; onbetamelijk; beneden peil |
| arumajikikōi-あるまじき行為 | ongepast gedrag; onwaardige handeling |
| arupaka-アルパカ | alpaca (bergschaap Lama pacos ); alpaca (wol) |
| asadora-朝ドラ | Japans televisieserie (drama) uitgezonden in ochtend |
| asagake-朝駆け | het paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagakesuru-朝駆けする | paardrijden vroeg in de ochtend |
| asagao-朝顔 | dagbloem; blauwe winde (Japanse Morning Glory; Ipomoea nil) |
| asahi-朝日 | (afk. voor) Asahi Shinbun (Japanse krant) |
| asaji-浅茅 | een Japanse (schaars groeiende, korte) grassoort van de familie Imperata cylindrica (Japans bloedgras) |
| asaji-浅茅 | (afk. van) de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asajiu-浅茅生 | de plek met schaarse begroeiing van Japans gras (ook als metafoor voor een verlaten veld of gebied) |
| asebi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
| aseru-焦る | opgewonden [in paniek] raken; angstig worden |
| ashiato-足跡 | traject; baan; pad |
| ashibayani-足早に | met snelle pas; met flinke [kwieke] tred |
| ashibi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
| ashibumi-足踏み | pas op de plaats |
| ashibumisuru-足踏みする | pas op de plaats maken |
| ashige-葦毛 | grijs (vachtkleur van paarden) |
| ashimoto-足下 | stap; pas; manier van lopen |
| ashimoto-足下 | recent; pas |
| ashinagabachi-足長蜂 | papierwesp (wespensoort) |
| ashinami-足並み | stap; pas |
| ashirau-あしらう | van iets passends voorzien; garneren met; versieren met |
| ashisuto-アシスト | (sportterm) assist; voorzet; eindpass |
| ashita-明日 | ochtend (in klassiek Japans) |
| asobigokoro-遊び心 | speels [ontspannen; niet serieus] zijn |
| asobigoto-遊び事 | spel; vermaak; ontspanning; recreatie |
| asobijikan-遊び時間 | speelkwartier; pauze |
| assensuru-斡旋する | zich voor iem. inspannen [inzetten]; bemiddelen; aanbevelen |
| asshuku-圧縮 | comprimeren [verdichten; inpakken] van gegevens op de computer |
| asshukukūkikikai-圧縮空気機械 | een apparaat met perslucht als krachtbron [aandrijving] |
| asshukuōryoku-圧縮応力 | persdruk-spanning; compressie-sterkte |
| asuko-あすこ | daarginds (een plek bij de spreker en gesprekspartner verwijderd) |
| ataisuru-値する | waard zijn; een bepaalde waarde vertegenwoordigen |
| atamadashi-頭出し | het startpunt bepalen voor het afspelen van audio-, film- of video-opnamen |
| atamadashi-頭出し | het papier in een printer in print-stand schuiven |
| ataru-当たる | passend [geschikt] zijn; corresponderen (met) |
| ateburi-当て振り | (bij het dansen) de gebaren maken die passen bij de (inhoud van de) tekst van het zangstuk |
| ategaibuchi-宛行扶持 | de afgepaste hoeveelheid rijst die een baas betaalde als loon aan zijn knechten (Edo periode) |
| ategi-当て木 | een steunplank; lat; balk; spalk |
| atehamaru-当てはまる | passen; van toepassing zijn; overeenkomstig zijn [corresponderen] (met) |
| atehameru-当てはめる | toepassen; aanpassen |
| atehameru-当てはめる | (in)passen; combineren |
| atekko-当てっこ | het spelletje [een wedstrijd] waarbij men iets naar een bepaald doel probeert te gooien |
| atooishinjū-後追い心中 | zelfmoord gepleegd na de dood van de geliefde partner |
| āto・pēpā-アート・ペーパー | kunstdruk papier |
| atsugami-厚紙 | dik papier |
| atsuryokugama-圧力釜 | een snelkookpan; snelkoker; hogedrukpan |
| atsuryokunabe-圧力鍋 | een snelkookpan; snelkoker; hogedrukpan |
| atsushi-あつし | kleding gemaakt van iepenschors (traditioneel gedragen door de Ainu in Japan) |
| au-合う | corresponderen; passen |
| au-合う | overeenstemmen; harmoniëren; bij elkaar passen |
| autofaitingu-アウトファイティング | het vechten op een bepaalde afstand van elkaar |
| auto・bokushingu-アウト・ボクシング | boksen staand op bepaalde afstand van elkaar |
| awai-間 | tussenruimte; pauze; interval |
| awasu-合わす | bij [in] elkaar passen |
| awatefutameku-慌てふためく | in paniek [verward; geagiteerd] raken |
| awateru-慌てる | in de war zijn; in paniek zijn |
| ayame-文目 | onderscheid; patroon |
| ayumi-歩み | stap; pas; het lopen |
| ayumu-歩む | doormaken; ervaren; (het levenspad) belopen [begaan; volgen]; verrichten (studie, e.d.) |
| azekura-校倉 | pakhuis (op palen) met wanden gemaakt van horizontaal gestapelde boomstammen |
| azemichi-畔道 | (verhoogd) pad tussen de rijstvelden |
| azukigayu-小豆粥 | azukibonenpap (rijstepap met azukibonen) |
| azuma-東 | het Oosten (van Japan) |
| azumaebisu-東夷 | ruige krijger [samoerai] uit Oost-Japan |
| azumaya-東屋 | prieel; paviljoen; tuinhuisje |
| ba-ば | (na de izenkei van een ww. in modern Japans en achter de mizenkei in klassiek Japans wordt er een voorwaarde [conditie] uitgedrukt) als; indien |
| ba-ば | (in klassiek Japans drukt het uit: reden, oorzaak) omdat; doordat |
| ba-馬 | (in kanji-combinaties) paard |
| baba-馬場 | paardenrenbaan |
| bachigai-場違い | het misplaatst [niet op zijn plaats; ongepast; ongelegen] zijn |
| bafun-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| bāgen-バーゲン | koopje; goedkope partij goederen |
| bagu-馬具 | paardentuig |
| bahitsu-馬匹 | paarden |
| bai-梅 | (Prunus mume) Japanse abrikoos; Chinese pruim |
| bai-貝 | (een soort zeeslak) Japanese Babylon; Japanese ivoren schelp |
| bai-貝 | draaitol (traditioneel gemaakt van de Japanese Babylon schelp) |
| baiasu-バイアス | voorspanning (elektriciteit) |
| baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
| baihin-売品 | verkoopartikel |
| baioretto-バイオレット | violet (paarsblauwe kleur) |
| baipasu-バイパス | bypass (operatie aan bloedvaten) |
| baito-バイト | bijbaan(tje); parttime baan |
| baiu-梅雨 | regentijd (in Japan in begin juni) |
| baiyakushōsho-売約証書 | verkoopakte |
| baizai-媒材 | kunstmedium; (een van de) gebruikte [toegepaste] materialen in de kunst |
| bajō-馬上 | op een paard; te paard |
| bajō-馬上 | het paardrijden |
| bajō-馬上 | paardrijder; ruiter |
| bajō-馬上 | oorlogvoering te paard |
| bajutsu-馬術 | paardrijderskunst; rijkunst |
| bakari-ばかり | (geeft aan dat iets is gelimiteerd tot en bepaalde handeling [plaats; ding]): slechts, alleen (maar) |
| bakari-ばかり | (in de uitdrukking: ww.-vorm -ta+bakari geeft het aan een handeling die net is voltooid) pas; net (klaar) |
| baken-馬券 | weddenschapskaart voor paardenraces |
| bakkusutoretchi-バックストレッチ | het gedeelte van een ovale renbaan aan de andere kant van de tribune (parallel aan de homestretch) |
| bakurō-博労 | paardenhandelaar |
| bakuyakuzutsu-爆薬筒 | kogelpatroon; granaatpatroon; huls |
| bakyaku-馬脚 | been [voet] van een paard |
| ban-判 | (in kanji combinaties) zegel; stempel; papierformaat; oordeel |
| banba-輓馬 | trekpaard |
| bangasa-番傘 | een paraplu gemaakt van bamboe en geolied papier |
| baniku-馬肉 | paardenvlees |
| banku・kādo-バンク・カード | betaalpas |
| banmen-盤面 | het eindspel [de laatste fase] van een partij go of shōgi |
| banningu-バンニング | (Japans wasei woord) vanning, het laden van goederen in een truck (Eng.: van) |
| banshū-晩秋 | seizoenwoord voor de herfst (in traditionele Japanse gedichten) |
| bansō-伴奏 | muziek begeleiding; accompagnement |
| bantō-番頭 | hoofd-bewaker (van een landgoed, paleisterrein, tempelcomplex, e.d.) |
| banushi-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
| banushi-馬主 | eigenaar [bezitter] van racepaarden |
| ban'eikeiba-輓曳競馬 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'eikyōsō-輓曳競走 | soort van Japanse paardenraces (waarbij trekpaarden zware sleeën zandhellingen optrekken) |
| ban'yūnaizaishinron-万有内在神論 | panentheīsme (filosofie) |
| ban'yūshinkyō-万有神教 | pantheīsme |
| ban'yūshinkyōshinja-万有神教信者 | pantheīst |
| ban'yūzaishinron-万有在神論 | panentheīsme (filosofie) |
| barauri-散売り | losse verkoop; het artikelen apart verkopen |
| barei-馬齢 | leeftijd van een paard |
| baren-馬楝 | baren, een Japans gereedschap dat wordt gebruikt bij het afdrukken van een houtsnede op papier zonder pers |
| baren-馬簾 | lange stroken papier of leer bevestigd aan een matoi (standaard) |
| bāresuku-バーレスク | burleske; parodie; klucht |
| bari-罵詈 | het kwaadspreken; schelden; beledigende taal; scheldpartij |
| bariki-馬力 | paardenkracht |
| baryō-馬糧 | paardenvoer |
| baryū・anarishisu-バリュー・アナリシス | waardebepaling; waardeanalyse |
| basha-馬車 | paardenkoets; paard-en-wagen; rijtuig |
| bashauma-馬車馬 | rijtuigpaard; koetspaard; trekpaard |
| bashin-馬身 | paardenlijf; het lichaam van een paard |
| bashin-馬身 | paardlengte; de lengte van een paard (bij paardenraces gebruikt om de afstand tussen paarden aan te geven) |
| bashō-芭蕉 | Japanse bananenplant (Musa basjo) |
| bashō-芭蕉 | (Matsuo) Bashō (naam van een Japanse haiku dichter, 1644-1694) |
| bashu-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
| bashu-馬主 | eigenaar [bezitter] van renpaarden |
| bashu-馬首 | paardenhals |
| bashu-馬首 | de richting waarin het paard gaat |
| basori-馬橇 | arrenslee; paardenslee |
| bassoku-罰則 | straf; strafbepaling; strafmaatregel |
| batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
| batei-馬丁 | paardenknecht; oppasser van een officier; lakei |
| batei-馬蹄 | paardenhoef |
| battōtai-抜刀隊 | een speciale (met Japanse zwaarden bewapende) politie-eenheid (Meiji-periode) |
| bazoku-馬賊 | bandieten te paard (specifiek in de Chinese Qing dynastie) |
| bāzu・ai・byū-バーズ・アイ・ビュー | vogelvluchtperspectief; panoramisch uitzicht |
| beigunhausu-米軍ハウス | huurwoningen voor Amerikaanse militairen in Japan (na de Tweede Wereldoorlog) |
| beiju-米寿 | 88ste verjaardag (die in Japan speciaal en feestelijk wordt gevierd) |
| beikokuyotakushōken-米国預託証券 | (American Depositary Receipt) Amerikaans certificaat (van een bank) voor een bepaald aantal verhandelbare aandelen van een buitenlands bedrijf |
| bekke-別家 | een ander [apart] huis (naast het hoofdgebouw) |
| bekkō-鼈甲 | schild van een schildpad (m.n. van de karetschildpad) |
| bengiteki-便宜的 | passend; doelmatig; opportuun; voordelig |
| benkeijima-弁慶縞 | (tweekleurig) geruit patroon (van stof) |
| benpi-便秘 | constipatie; darmverstopping |
| bentatsu-鞭撻 | zweepslagen; pak slaag; pak rammel |
| benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
| bentō-弁当 | een bentobox (met voorverpakte maaltijd) |
| bentōten-弁当店 | uitspanning of kleine winkel waar lunches worden verkocht (vaak in treinstations); snelbuffet |
| benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| bessei-別姓 | verschillende achternamen; het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
| besshitsu-別室 | aparte kamer; apart vertrek |
| bessō-別送 | verzending separaat [per aparte post] |
| betā・hāfu-ベター・ハーフ | (betere) wederhelft; echtgenote; (vrouwelijke) partner; eega |
| betsubetsu-別別の | apart; één voor één |
| betsubin-別便 | separate post; post onder afzonderlijke omslag |
| betsudōtai-別働隊 | afzonderlijke [aparte] legereenheid (los van de hoofdmacht opererend) |
| betsugū-別宮 | keizerlijk paleis |
| betsukanjō-別勘定 | een aparte rekening |
| betsukuchi-別口 | een aparte (bank)rekening |
| betsuma-別間 | aparte ruimte |
| betsuni-別に | (niet) bepaald; iets [niets] bijzonders |
| betsuni-別に | apart; extra |
| betsunō-別納 | een afzonderlijke [aparte] betaling |
| betsunōsuru-別納する | apart betalen |
| betsuzuri-別刷り | het afdrukken in een andere kleur, op ander papier, e.d. |
| betsuzuri-別刷り | het apart afdrukken van een gedeelte van een tekst [boek; tijdschrift] |
| bettotsumitatekin-別途積立金 | apart reservefonds |
| bīban-ビー判 | B (serie) papierformaat |
| bichōsei-微調整 | fijnafstelling; kleine aanpassingen |
| biggu・ben-ビッグ・ベン | de klokkentoren van het Britse parlementsgebouw |
| bihin-備品 | roerend goed; meubilair; apparatuur; benodigdheden |
| bihō-弥縫 | tijdelijk herstel; tijdelijke [provisorische] reparatie; het oplappen |
| bikko-跛 | het ongelijk [niet bij elkaar passend] zijn |
| binrō-檳榔 | betelpalm (Areca catechu) |
| binrōji-檳榔子 | betelpalm (Areca catechu) |
| binrōju-檳榔樹 | betelpalm (Areca catechu) |
| binsen-便箋 | briefpapier; postpapier |
| bintēji-ビンテージ | (tijd van de) wijnoogst; wijn van een bepaald jaar; |
| bīretsuhonban-B列本判 | standaard Japans papierformaat (765 x 1085 mm) |
| biribiri-びりびり | geluid van scheurend papier |
| birō-檳榔 | Chinese schermpalm [waaierpalm] (Livistona chinensis) |
| biryūshi-微粒子 | klein [minuscuul] deeltje; partikel |
| bishamonten-毘沙門天 | Bishamonten (Vaishravana), god van rijkdom en overwinning, (afgebeeld in harnas,met schatkamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| biso-鼻疽 | kwade droes (ziekte van eenhoevige dieren, m.n. paarden) |
| bisuta・kā-ビスタ・カー | panorama wagon (van trein, met mooi uitzicht) |
| biwa-枇杷 | loquat (Japanse mispel) |
| biwa-琵琶 | biwa (Japanse luit) |
| bō-某 | een zekere; een bepaalde |
| bodipeintingu-ボディペインティング | bodypainting |
| bōeichō-防衛庁 | (Japanse) Ministerie van Defensie (van 1954 - 2007) |
| bōeishisetsuchō-防衛施設庁 | Japans Agentschap voor het beheer van defensiefaciliteiten |
| bōekifū-貿易風 | passaat; passaatwind |
| bōgetsu-某月 | een bepaalde maand |
| bogī-ボギー | (bij golf) score van 1 slag boven par voor een hole |
| bōgui-棒杭 | een paal |
| bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
| bōhyō-妄評 | onterechte [ongepaste] kritiek [opmerkingen] |
| bōisukauto-ボーイスカウト | padvinder(s); padvinderij |
| bōjima-棒縞 | verticale strepen; strepenpatroon |
| bokkusu-ボックス | loge (in theater); apart zitje in een café bar,, e.d. |
| bokkusu・sutoa-ボックス・ストア | een winkel waar men producten goedkoop kan aanbieden door ze niet in vakken te zetten, maar ze in de verpakkingsdozen in de winkel te laten staan |
| bokkyo-卜居 | een woonplaats kiezen (door het vooraf bepalen van een voorspoedige locatie op basis van geografische kenmerken) |
| bokuseki-墨跡 | handschrift [schrijfwerk] in zwarte inkt (op papier, laken, doek, e.d.) |
| bokuseki-墨跡 | (vooral in Japan) het schrijfwerk van Zen-boeddhistische priesters |
| bokushi-牧師 | dominee; predikant; pastoor |
| bon-盆 | Bon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonaparutisumu-ボナパルティスム | bonapartisme |
| bonmatsuri-盆祭り | Bon festival (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| bonten-梵天 | Japanse religieuze staf met wimpels van wit papier |
| bōonsōchi-防音装置 | geluid isolerend [geluiddichtend] apparaat |
| borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
| borutēji-ボルテージ | voltage (elektrospanning) |
| bosen-母線 | spanningsrail; stroomrail; contactrail |
| bōshi-帽子 | deksel (op een pan, etc.) |
| bōshi-帽子 | smeedpatroon op een zwaardpunt |
| bōsho-某所 | een zekere [bepaalde] plek [plaats]; ergens |
| bōsuikumen-防水区画 | waterdichte ruimte; waterdicht compartiment |
| botamochi-牡丹餅 | een mocht (balletje van kleefrijst) gewikkeld in dikke rode bonenpasta (anko) |
| botan-牡丹 | boompioen (Paeonia suffruticosa) |
| bōtaoshi-棒倒し | spel waarbij het de bedoeling is om de paal van de tegenstander omver te werpen |
| bōyomi-棒読み | monotone voordracht [oplezing] (zonder pauzes of intonatie) |
| buchiageru-打ち上げる | aannemen; (op)pakken; wegnemen |
| budōiro-葡萄色 | (donker) roodpaarse kleur |
| budomari-歩留まり | first pass yield (rendement van productvolume uit grondstoffen) |
| bukeyashiki-武家屋敷 | behuizing van de krijgselite (in feodaal Japan) |
| bukkai-仏界 | Boeddhistische wereld; Boeddhistisch paradijs |
| bukken-物件 | onroerend goed; pand |
| bunai-部内 | (zakelijke) kring; departement; binnen de (eigen) kring [afdeling] (van een bedrijf, organisatie, e.d.) zijn |
| bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
| bunchin-文鎮 | presse-papier |
| bunjinga-文人画 | literator schilderkunst (schilderkunst als nevenactiviteit van een literator, in China en later ook in Japan vanaf de Edo periode) |
| bunkakunshō-文化勲章 | Japanse Orde van Culturele Verdienste (onderscheiding voor mensen die een bijdrage hebben geleverd aan behoud en ontwikkeling van de cultuur) |
| bunkan-文官 | ambtenarij; ambtenarenapparaat; overheidsdienst |
| bunkei-文型 | zinspatroon |
| bunko-文庫 | paperback in klein formaat; pocketboek |
| bunko-文庫 | brievenbak; doos voor postpapier |
| bunkobon-文庫本 | pocketboek (paperback in klein formaat) |
| bunmei-文明 | naam van een Japans tijdperk (1469-1487) |
| bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
| bunraku-文楽 | Bunraku (Japans poppentheater) |
| bunrikazei-分離課税 | afzonderlijke belasting (van een bepaald type inkomen) |
| bunsatsu-分冊 | apart boekdeel (van een reeks) |
| bun'atsu-分圧 | partiële druk; partieeldruk (scheikunde) |
| bun'i-文意 | de betekenis van een tekst [passage; regel; zin] |
| burajirunattsu-ブラジルナッツ | paranoot |
| burakku・pansā-ブラック・パンサー | Zwarte Panter(s) (militante Afro-Amerikaanse politieke organisatie) |
| buraku-部落 | regio waar burakumin wonen (sociale minderheden in Japan) |
| burakumin-部落民 | (lett. de mensen van het dorp) van oudsher een autochtone minderheid in Japan |
| burando・shea-ブランド・シェア | merk-marktaandeel (het aandeel in de markt van een bepaald merk) |
| bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| butchigiru-打っ千切る | met een ruime marge winnen (m.n. bij paardenraces) |
| butsuryū-物流 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| butsutekiryūtsū-物的流通 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
| buttō-仏塔 | (boeddh.) stoepa; pagode |
| byōbu-屏風 | (Japans) kamerscherm |
| byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
| byōka-病家 | het huis van een patiënt |
| byōnin-病人 | patiënt; zieke |
| byōsha-病者 | patiënt; zieke |
| byōteki-病的 | pathologisch; ziekelijk; morbide; ongezond |
| chabo-チャボ | oud Japans kippenras (Japanse kriel) |
| chadō-茶道 | de Japanse theeceremonie |
| chadōgu-茶道具 | benodigdheden [gerei; gebruiksvoorwerpen] voor de Japanse theeceremonie |
| chagama-茶釜 | theeketel (van ijzer, koper, e.d.; m.n. gebruikt bij de Japanse theeceremonie) |
| chagashi-茶菓子 | Japanse zoetigheid [cake; lekkernij] bij de thee |
| chaki-茶器 | benodigdheden [gerei; gebruiksvoorwerpen] voor de Japanse theeceremonie |
| chantoshita-ちゃんとした | correct; passend; geschikt; netjes |
| chapati-チャパティ | chapati (plat Indiaas brood) |
| chatei-茶亭 | theehuis; (thee)paviljoen |
| chawanmushi-茶碗蒸し | Japans eiercustard gerecht, dat traditioneel wordt gestoomd in een theekom |
| chazuke-茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| chekku-チェック | ruit (patroon) |
| chenji・appu-チェンジ・アップ | een change-up (bepaalde worp bij honkbal en softbal) |
| chesuto・pasu-チェスト・パス | (basketbal) pass via de borst |
| chi-地 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) aarde |
| chidoriashi-千鳥足 | een wankelende [waggelende] pas [loop] |
| chigaya-茅 | Japans bloedgras (Imperata cylindrica) |
| chikadō-地下道 | ondergrondse passage (weg, fiets- of voetgangerstunnel) |
| chikaramizu-力水 | bij sumo, het water dat de worstelaars drinken voor elke partij |
| chikarazuku-力ずく | uiterste krachtsinspanning; brute kracht |
| chikuba-竹馬 | hobbelpaard |
| chikuwa-竹輪 | Japans (hol, buisvormig) voedingsproduct (gemaakt van o.a. gepureerde vis, zout, suiker, eiwit en zetmeel) |
| chikuzenni-筑前煮 | Japans gerecht (uit Kyushu) van gestoofde kip en groenten |
| chin-狆 | (hond) Japanse spaniël |
| chinchō-珍重 | (sloitregel bij correspondentie) blijf gezond en wel; pas goed op jezelf |
| chingashi-賃貸し | verhuur; pacht; uitleen |
| chingensai-チンゲンサイ | paksoi (Brassica chinensis) |
| chinichi-知日 | goede kennis hebben van Japan; goed op de hoogte zijn van Japanse zaken |
| chinpanī-チンパニー | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
| chinpanjī-チンパンジー | chimpansee |
| chinpei-鎮兵 | (Nara-Heian periode) verdedigingsleger (voor de provincies Mutsu en Dewa in Japan) |
| chinshakunin -賃借人 | huurder; pachter |
| chintai-賃貸 | verhuur; pacht |
| chintainin-賃貸人 | verhuurder; verpachter |
| chintaishaku-賃貸借 | huur; verhuur; pacht; lease |
| chintaisuru-賃貸する | verhuren; verpachten |
| chinudai-茅渟鯛 | zwarte (Japanse) zeebrasem (Acanthopagrus schlegelii) |
| chippu-チップ | chip (computer); (poker) fiche; bepaalde slag bij golf |
| chirigami-塵紙 | tissue; papieren zakdoek; wc-papier; toiletpapier |
| chisō-馳走 | rondrennen; inspanningen; inzet |
| chītā-チーター | jachtluipaard; cheeta |
| chō-挺 | stuk(s) (wordt gebruikt bij het tellen van langwerpige voorwerpen zoals bijv. spade, schoffel, geweer en kaars) |
| chōai-寵愛 | gunst; steun; sympathie; genegenheid; liefde |
| chōaisuru-寵愛する | sympathie [genegenheid] hebben; liefhebben; beschermen; (iem.) protegeren |
| chōba-跳馬 | (turnen) paardsprong |
| chōchin-提灯 | lantaarn; lampion; Japanse [Chinese] papieren lantaarn |
| chōheisoku-腸閉塞 | obstipatie, verstopping |
| chōka-朝家 | huis [paleis] van een vorst; koninklijke [keizerlijke] familie |
| choki-ちょき | schaar (in het steen-papier-schaar spelletje) |
| chokin-貯金 | sparen; spaargeld |
| chokinbako-貯金箱 | spaarpot |
| chokinsuru-貯金する | (geld) sparen |
| chokochoko-ちょこちょこ | lopend met kleine pasjes; waggelend |
| chōkyōshi-調教師 | dierentemmer (paarden, honden, of wilde dieren in een circus) |
| chōme-丁目 | straatblok of woonwijk (aanduiding op Japanse adressen) |
| chōnōryoku-超能力 | paragnosie; paranormale begaafdheid; buitenzintuiglijke waarneming |
| chōnōryokusha-超能力者 | paragnost; helderziende |
| chorogi-草石蚕 | Chinese [Japanese] artisjok (Stachys sieboldii.) |
| chōryoku-張力 | spanning |
| chōseki-長石 | veldspaat (mineraal) |
| chōsenninjin-朝鮮人参 | Aziatische ginseng (Panax ginseng) |
| chōsetsu-調節 | verordening; aanpassing; controle; regulering |
| choshi-楮紙 | een soort Japans papier (washi) gemaakt van de vezels uit de schors van de papiermoerbeiboom |
| chōshinrigaku-超心理学 | parapsychologie |
| chōshizen-超自然 | occultisme; transcendentie; bovennatuurlijkheid; paranormaliteit |
| chosuichi-貯水池 | (water) reservoir; spaarbekken |
| chōtōha-超党派 | niet-partijgebonden; onafhankelijk van partijlijn [partijpolitiek] |
| chozōko-貯蔵庫 | pakhuis; opslagplaats; magazijn |
| chōzuke-丁付け | paginering; paginanummering |
| chūbu-中部 | (afk. voor) Chūbu regio (midden Japan) |
| chūbuchihō-中部地方 | Chūbu regio (midden Japan) |
| chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
| chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| chūikaki-注意書き | instructies [aanwijzingen] voor gebruik (van medicijnen, apparatuur, etc.) |
| chūisuru-注意する | aandacht schenken; oppassen; attenderen; waarschuwen |
| chūko-中古 | de (hist.) de Middeleeuwen (Heian periode in Japan) |
| chūkyō-中共 | Chinese Communistische Partij |
| chūnichi-中日 | China en Japan (中国 en 日本) |
| chūō-中欧 | Centraal-Europa; Midden-Europa |
| chūsenkyoku-中選挙区 | een middelgroot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| chūsha-駐車 | het parkeren |
| chūshaihan-駐車違反 | het foutparkeren; parkeerovertreding |
| chūshajō-駐車場 | parkeerplaats; parkeerterrein |
| chūshakinshi-駐車禁止 | parkeerverbod; verboden te parkeren |
| chūshasuru-駐車する | parkeren |
| chūshihō-中止法 | het gebruik van de Japanse renyōkei werkwoordsvorm als voegwoord |
| chūsuru-注する | uitschrijven; op papier zetten |
| chūtai-中隊 | compagnie (legeronderdeel) |
| chūtaichō-中隊長 | compagniecommandant |
| chūton-駐屯 | het (tijdelijk) verblijf van een leger in een bepaald gebied; stationering; legerkamp; bivak |
| chūu-中有 | (in Japans boeddhisme) transitieperiode van 49 dagen tussen overlijden en wedergeboorte |
| daba-駄馬 | werkpaard; lastpaard; pakpaard |
| dabitto-ダビット | davit (een haakpaal aan boord van schepen waar een sloep, reddingsboot, e.d. aan hangt) |
| daburukurippu-ダブルクリップ | papierklem; papierknijper |
| daburu・bogī-ダブル・ボギー | (golf) twee slagen boven par |
| daidō-大道 | het juiste levenspad; goede levenswandel |
| daiei-題詠 | (het componeren van) een gedicht met een bepaald thema |
| daihi-大悲 | grote barmhartigheid [compassie} van Boeddha's en Bodhisattva's |
| daihyōshain-代表社員 | senior partner; senior werknemer die bevoegd is om een bedrijf te vertegenwoordigen |
| daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
| daiittō-第一党 | de leidende [belangrijkste; grootste] partij |
| daijidaihi-大慈大悲 | (boeddh.) groot mededogen en grote genade; grote compassie en barmhartigheid |
| daijin-大尽 | iemand die veel geld uitgeeft aan (wilde) uitspattingen |
| daika-台下 | onder een paleis [herenhuis] |
| daikinmaebaraikādo-代金前払いカード | prepaidkaart |
| daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| daimonji-大文字 | (afk. voor) het vuurpatroon in de vorm van de kanji 大 |
| daimonji-大文字 | (afk. voor) de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| daimonji-大文字 | (andere naam voor) het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| daimonjinohi-大文字の火 | het vuurpatroon in de vorm van de kanji 大 |
| daimonjiyama-大文字山 | de berg(helling) bij Kyoto waar tijdens het festival Gozan no Okuribi vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| dainagon-大納言 | raadslid van de hoogste rang aan het keizerlijk hof van Japan (7e-19e eeuw) |
| dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
| daiō-大王 | (hist.) eretitel van een vorst in Japan (werd later tennō (keizer)) |
| daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
| daisenkyoku-大選挙区 | een groot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| daisensei-大先生 | autoriteit op een bepaald gebied [kunst, wetenschap, e.d.] |
| daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
| dajaku-惰弱 | zwak [slap; apathisch; lusteloos; loom] zijn |
| dakai-打開 | doorbraak; het doorbreken van een impasse |
| dakaisaku-打開策 | plan [oplossing] (om uit een impasse) te raken |
| dakikomu-抱き込む | (iem.) overhalen; overtuigen; inpalmen |
| dakuon-濁音 | stemhebbende medeklinker in het Japans |
| dakuonpu-濁音符 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
| dakuten-濁点 | het (dubbele aanhalings)teken gebruikt voor een stemhebbende medeklinker in het Japans |
| damī-ダミー | proefpagina; proefmodel; nepartikel; (crashtest)pop |
| danchaku-弾着 | inslag; impact (van kogel of projectiel) |
| danchi-団地 | appartementengebouw; flatgebouw |
| dandara-段だら | (patroon met) horizontale strepen |
| dangaisaibansho-弾劾裁判所 | (Japanse) gerechtshof voor impeachment [afzetting] |
| danka-檀家 | parochiaan [aanhanger; volgeling] van een boeddhistische gemeenschap [school; sekte] |
| danpatsu-断髪 | kortgeknipt kapsel; pagekopje; boblijn (kapsel) |
| danpukā-ダンプカー | kiepwagen; kiepauto |
| danryokusei-弾力性 | aanpassingsvermogen; flexibiliteit |
| dansai-断裁 | het (af)snijden (van papier, stof, e.d.) |
| dansaiki-断裁機 | snijmachine; papiersnijder |
| dansaisuru-断裁する | (af) snijden (papier, stof, e.d.) |
| danshaku-男爵 | baron (5de rang in de Japanse adelstand) |
| danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
| dansunosuteppu-ダンスのステップ | danspas |
| dansupaatii-ダンスパーティー | dansfeest; dansparty; bal |
| danzuru-断ずる | besluiten; beslissen; bepalen |
| dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
| daruma-達磨 | darumapop (afbeelding van Daruma, waarbij vaak de ogen nog niet zijn ingekleurd, hetgeen men pas doet als een wens uitkomt) |
| darumagiku-達磨菊 | Aster spathulifolius |
| dashi-出し | Japanse soepbouillon (van vis en zeewier) |
| dashi-山車 | paradewagen; festivalwagen; praalwagen |
| dasshusuru-奪取する | veroveren; gevangennemen; beslag leggen; innemen; afpakken |
| datō-妥当 | juistheid; geschiktheid; toepasselijkheid; relevantie |
| dāto・kōsu-ダート・コース | (paardenrennen of motor races) onverharde baan |
| datte-だって | (partikel) zelfs; ook; blijkbaar; men zegt; ik denk; jij bedoelt |
| dattō-脱党 | het verlaten van [zich terugtrekken uit] een politieke partij |
| daun-ダウン | het buiten werking zijn van apparaat, server, computer, e.d. |
| daun・pāka-ダウン・パーカ | donsparka (jack met donzen voering) |
| debaisu-デバイス | apparaat; toestel |
| debitto・kādo-デビット・カード | debetkaart; betaalkaart; betaalpas; pinpas |
| deddorokku-デッドロック | impasse; patstelling; het vastlopen (van een computer) |
| deddo・endo-デッド・エンド | impasse; dood punt |
| dekakeru-出かける | (erop) uitgaan; op pad gaan; naar buiten gaan |
| den-殿 | paleis; huis [behuizing] van een adellijk persoon |
| denatsukei-電圧計 | voltmeter; spanningsmeter |
| denchū-電柱 | elektriciteitspaal; telefoonpaal |
| dendō-殿堂 | paleis; openbaar gebouw; grote zaal |
| denkikamisori-電気剃刀 | elektrisch scheerapparaat |
| denkiseihin-電気製品 | elektrische [elektronische] producten [apparaten] |
| dennetsuki-電熱器 | elektrothermisch apparaat [toestel]; elektrische kachel; straalkachel; elektrische verwarmingseenheid |
| dennōkūkan-電脳空間 | cyberspace |
| denomi-デノミ | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
| denominēshon-デノミネーション | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
| dentan-伝単 | propaganda folder [strooibiljet] (in oorlog) |
| den'atsu-電圧 | elektrische spanning; voltage |
| depojitto-デポジット | aanbetaling; borg; onderpand; statiegeld |
| deru-出る | op pad gaan; vertrekken |
| detanto-デタント | detente; politieke ontspanning |
| dibaidā-ディバイダー | passer (tekenhulp) |
| diguriokurashī-ディグリオクラシー | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| dionisosuteki-ディオニソス的 | dionysisch; creatief; gepassioneerd |
| dō-道 | weg; pad |
| dō-道 | (fig.) weg; pad; leer; doctrine |
| dōbutsuaigoshūkan-動物愛護週間 | een week waarin het beschermen van dieren wordt gepropageerd |
| dōbutsuen-動物園 | dierentuin; dierenpark |
| dōdokuryōhō-同毒療法 | homeopathie |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | het stemmen van Japanse parlementsleden, waarbij zij hun stembiljetten in een doos die op het podium staat stoppen |
| dōgu-道具 | gereedschap; gerei; uitrusting; benodigdheden; apparatuur |
| dojji・rain-ドッジ・ライン | Dodge Line, een financieel-economisch beleid opgesteld door Joseph Dodge (1890-1964) voor Japan na de Tweede Wereldoorlog |
| dōjō-同情 | sympathie; medeleven |
| dōjō-道場 | hal [zaal] waar Japanse vechtsporten beoefend worden |
| dōjōhyō-同情票 | sympathiestem; solidariteitsstem |
| dōjōsha-同乗者 | inzittende; passagier; medereiziger |
| dōjōsuru-同情する | meevoelen; invoelen; medelijden [compassie] hebben |
| dōki-動悸 | palpitatie; hartklopping |
| dōkōikyoku-同工異曲 | dezelfde vakmanschap, maar met verschillende aanpak [stijl] |
| dokoro-どころ | (als partikel) een kwestie van...; een plek [tijd] om te...; het niveau [level] van... |
| dokuryoku-独力 | eigen kracht [inspanning] |
| dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
| dokuwajiten-独和辞典 | Duits-Japans woordenboek |
| doma-土間 | (in theater) parterre; stalles |
| dōmoto-胴元 | (paardsport, etc) bookmaker, bookie |
| donabe-土鍋 | aardewerken pot [stoofpan] |
| donfan-ドンファン | (uit het Spaans) een donjuan; rokkenjager; casanova |
| dōpamin-ドーパミン | dopamine |
| dorodoro-泥々 | modderig; papperig; kleverig |
| doroppu-ドロップ | (computer term) een document in een map zetten (door het eerst met de muis op te pakken en dan te laten vallen in de juiste map) |
| doroyoke-泥除け | spatbord |
| doryoku-努力 | poging; inspanning; moeite; streven |
| doryokusuru-努力する | zich inspannen; pogen; hard werken; zich moeite getroosten |
| dōsa-礬水 | (voor papier) planeerwater (lijmwater met aluin) |
| dōseikekkon-同性結婚 | homohuwlijk; huwelijk tussen partners met dezelfde sekse |
| dosu・bui-ドス・ブイ | DOS/V (computerterm: Japanse versie van DOS) |
| dotto・purintā-ドット・プリンター | dot matrix printer; impact printer |
| dozō-土蔵 | pakhuis; opslagplaats (met dikke, aarden muren) |
| ea・doa-エア・ドア | een apparaat dat een luchtstroomgordijn creëert bij de ingang van een gebouw (om te voorkomen dat buitenlucht en stof binnendringen) |
| ea・kāten-エア・カーテン | luchtgordijn, een apparaat dat een luchtstroomgordijn creëert bij de ingang van een gebouw (om te voorkomen dat buitenlucht en stof binnendringen) |
| ea・sābisu-エア・サービス | luchtdienst; vervoer (van post, passagiers, vracht) door de lucht |
| ēban-エー判 | papierformaat A |
| ēbīban-AB判 | standaard Japans papierformaat (210 x 257 mm) |
| ebigaraichigo-海老殻苺 | Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) |
| ebisu-夷 | volkeren uit het noorden van Japan (met een eigen taal en cultuur) |
| ebisu-恵比須 | Ebisu, god van visserij, scheepvaart en handel (meestal afgebeeld met hengel en vis), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| edomurasaki-江戸紫 | blauw-paarse kleur (voor het eerst genaakt in de Edo periode) |
| edozuma-江戸褄 | Edo-patroon (een patroon, uit de late Edo-periode, op de zoom van een effen (m.n. zwarte) kimono) |
| ee-ええ | een Japans partikel dat uitdrukt een bevestiging (ja) of aarzeling (hm,...) |
| efu・ō・bī-エフ・オー・ビー | Vrij aan boord (Eng. FOB: Free On Board; term in het internationale handelsrecht voor bepaalde leveringscondities) |
| egara-絵柄 | ontwerp; patroon |
| eginu-絵絹 | een doek van zijde gebruikt voor een Japanse schildering |
| ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
| ei-纓 | slip [reep stof] aan de achterkant van een traditioneel Japans hoofddeksel |
| eichi・pī-エイチ・ピー | (HP) homepage; startpagina |
| eigyōbu-営業部 | verkoopafdeling |
| eigyōkatsudō-営業活動 | handelsactiviteiten; verkoopactiviteiten |
| eikyō-影響 | invloed; impact; consequentie |
| eiwajiten-英和辞典 | Engels-Japans woordenboek |
| ekiben-駅弁 | een bentobox (met voorverpakte maaltijd) die in stations wordt verkocht |
| ekiden-駅伝 | het stelsel van poststations in het oude Japan |
| ekidome-駅留め | bezorging [levering] van pakjes [vracht] via afhalen op het station |
| ekisaitingu-エキサイティング | spannend; opwindend |
| ekisha-駅舎 | (vroeger) de halteplaats voor postkoetsen, paarden, koeriers en reizigers (diende tevens als herberg) |
| ekkusujendā-Xジェンダー | X-gender (in Japan gebruikte term voor nonbinaire genderidentiteiten) |
| ekohiiki-依怙贔屓 | partijdigheid; het iemand voortrekken; vooroordeel; vooringenomenheid |
| ekohiikisuru-依怙贔屓する | partijdig zijn; bevooroordeeld zijn; iemand voortrekken |
| ekonomī-エコノミー | zuinigheid; bezuiniging; besparing |
| ekōru・do・pari-エコール・ド・パリ | de Parijse School (schilders) |
| ema-絵馬 | votief plankje waar men een verzoek [dankbetuiging] op kan schrijven in een heiligdom of tempel (oorspronkelijk met een afbeelding van een paard erop) |
| en-園 | tuin; park |
| en-宴 | feest; party; banket |
| en-演 | (in kanji combinaties) uitleggen; preken; overtuigen; verklaren; verspreiden; propageren; vertolken; uitvoeren; opvoeren |
| enbifuku-燕尾服 | jacquet; pandjesjas |
| endategaisai-円建て外債 | een buitenlandse obligatie in Japanse yen |
| engawa-縁側 | de houten buitengang rondom een een traditioneel Japans huis |
| enka-演歌 | enka, traditionele Japanse ballade |
| ennichi-縁日 | herdenkingsdienst of festival op de dag van de geboorte of manifestatie van een bepaalde god of Boeddha |
| enpa-煙波 | mist [nevel] boven zee (door opspattend zeewater) |
| ensatsu-円札 | Japanse bankbiljet; yen (bank)biljet |
| enseki-宴席 | (aangewezen) zitplaats tijdens een drinkpartij [receptie, banket, e.d.] |
| entaku-円タク | (Showa-periode) één yen-taxi (die, in de steden Osaka en Tokio, een passagier voor één yen naar elke locatie in de stad bracht) |
| entaku-円タク | een taxi die door de stad rijdt op zoek naar passagiers |
| en'en-蜿蜒 | lang golvend [kronkelend] pad; lange golvende lijn |
| ēpekku-エーペック | APEC (Asia-Pacific Economic Cooperation) |
| eppei-閲兵 | inspectie [monstering; schouwing; parade] van militaire troepen |
| eppeishiki-閲兵式 | militaire parade |
| erekushon・kyanpēn-エレクション・キャンペーン | verkiezingscampagne |
| ēretsuhonban-A列本判 | standaard Japans papierformaat (625 x 880 mm) |
| erizekyū-エリゼ宮 | het Élysée-paleis (de officiële residentie van de Franse president) |
| esukappu-エスカップ | United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific |
| esukarētājōkō-エスカレーター条項 | roltrap-clausule (clausule in een contract voor automatische aanpassing van prijzen, lonen, e.d., afhankelijk van veranderende marktomstandigheden) |
| esukarētā・kurōzu-エスカレーター・クローズ | roltrap-clausule (clausule in een contract voor automatische aanpassing van prijzen, lonen, e.d., afhankelijk van veranderende marktomstandigheden) |
| esupā-エスパー | (Extra Sensory Perception) helderziende; paragnost; iemand met bovennatuurlijke gaven |
| ē・buikiki-AV機器 | audiovisueel apparaat |
| ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
| fakkusu-ファックス | fax; faxmachine; faxapparaat |
| famirī・baiku-ファミリー・バイク | gezinsfiets (fiets met aangepast (langer) frame om een voorzitje voor kinderen te kunnen monteren) |
| famirī・burando-ファミリー・ブランド | familiemerk; paraplumerk (één merknaam die wordt gebruikt voor de verkoop van twee of meer gerelateerde producten) |
| famirī・saizu-ファミリーサイズ | gezinsverpakking; familieverpakking |
| fāmu-ファーム | (farm team) In Amerikaans honkbal een team uit de lagere divisie; in Japans honkbal een tweede team |
| fāmu・chīmu-ファーム・チーム | in Amerikaans honkbal een team uit de lagere divisie; in Japans honkbal een tweede team |
| fassho-ファッショ | fascistische partij |
| feiru・seifu-フェイル・セイフ | faalveilig (van apparaten, bij falen niet leidend tot een gevaarlijke situatie) |
| fendā-フェンダー | spatbord; bumper; stootblok |
| fēsu-フェース | nominale waarde; pari |
| fēsu・baryū-フェース・バリュー | nominale waarde; pari |
| firariabyō-フィラリア病 | filariasis (tropische parasitaire worminfectie) |
| firibasutā-フィリバスター | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
| fīrudo・asurechikku-フィールド・アスレチック | een sport waarbij hindernissen en toestellen worden opgesteld op een parcours dat gebruik maakt van natuurlijke topografie, zoals bomen, e.d. |
| firutā-フィルター | (elektrotechniek) filter voor het doorlaten van bepaalde frequenties |
| fitto-フィット | (precies) passen (van kleding) |
| fōdo・shisutemu-フォード・システム | massaproductiesysteem in een autofabriek, geïntroduceerd door de Ford Motor Company in de jaren 1910 |
| forio-フォリオ | folio (dubbelzijdig papier; dubbelgevouwen vel papier gebruikt als vier pagina's) |
| fū-風 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) wind |
| fuchōwa-不調和 | disharmonie; disbalans; niet bij elkaar passend; onenigheid |
| fūfu-夫婦 | echtpaar; man en vrouw |
| fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
| fugi-不義 | onrechtvaardigheid; zedeloosheid; ongepastheid; wangedrag |
| fuhen-不偏 | onpartijdigheid; onbevooroordeeld zijn |
| fuhendatōsei-普遍妥当性 | algemene toepasbaarheid |
| fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
| fujutsu-巫術 | shamanisme (in China, Korea en Japan) |
| fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
| fukagyakuhenkō-不可逆変更 | onomkeerbare aanpassing [verandering; wijziging] |
| fukai-深い | compact; dik; ondoordringbaar (bos, mist, e.d.) |
| fukan-俯瞰 | overzicht; panoramische blik; gezicht van bovenaf |
| fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
| fukashinjōyaku-不可侵条約 | niet-aanvalsverdrag; non-agressiepact |
| fuki-蕗 | Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
| fukinotō-蕗の薹 | (eetbare) jonge bloemstengel van het Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
| fukkatsusai-復活祭 | Pasen |
| fukko-フッコ | jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; 2-3 jaar oud) |
| fukku-フック | (bepaalde slag bij golf, cricket) hook |
| fukkyū-復旧 | herstel; restauratie; reparatie |
| fukōhei-不公平 | partijdigheid |
| fuku-幅 | (telwoord voor) kakemono (Japanse schildering op papier of zijde) |
| fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
| fukuboku-副木 | spalk (medisch) |
| fukujoshi-副助詞 | bijwoordelijk partikel (bakari, made, dake, hodo, kurai, nado, nari, yara) |
| fukunbon-付訓本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| fukurokōji-袋小路 | impasse; dood punt |
| fukurokuju-福禄寿 | Fukurokuju, god van geluk, rijkdom en een lang leven (vaak afgebeeld met een lang hoofd), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| fukutō-復党 | terugkeren bij [weer toetreden tot] een politieke partij |
| fukyū-普及 | verspreiding; voortplanting; propagatie |
| fumen-譜面 | bladmuziek; partituur |
| fumihazusu-踏み外す | van het goede pad af raken; op het verkeerde pad zijn |
| funabito-船人 | passagier op een schip; reiziger die per boot reist |
| funachin-船賃 | tarief voor een overtocht per boot; veerprijs; passagekosten [verzendkosten] (per boot) |
| funaita-船板 | spant; scheepshout; scheepsplank |
| funayado-船宿 | herberg in een haven (voor zeelui en passagiers) |
| funayagura-船矢倉 | hoge bovenbouw van grote Japanse schepen |
| fungiri-踏ん切り | besluit; bepaling; vaststelling; vastbeslotenheid |
| fungō-吻合 | conformiteit; aanpassing; het bij elkaar passen van dingen |
| funiai-不似合い | onwaardig, ongeschikt; ongepast |
| funkotsusaishin-粉骨砕身 | zijn uiterste best; uiterste inspanning(en) |
| funkotsusaishinsuru-粉骨砕身する | zijn uiterste best doen; een uiterste inspanning leveren; alles doen wat mogelijk is |
| funpatsu-奮発 | zware inspanning [moeite] |
| funpatsusuru-奮発する | zich inspannen; zware inspanningen leveren; je uiterste best doen |
| funtō-奮闘 | worsteling; gevecht (fig.); uiterste inspanning |
| funzumari-糞詰まり | constipatie; darmverstopping |
| fuontō-不穏当 | ongeschiktheid; ongepastheid; misplaatst zijn |
| furaipan-フライパン | koekenpan; braadpan |
| furakushon-フラクション | factie (binnen een politieke partij) |
| furamenko-フラメンコ | flamenco (Spaanse dans) |
| furasshu-フラッシュ | (fotografie) flits(apparaat) |
| furasshugan-フラッシュガン | flitser; flitsapparaat |
| furatto-フラット | appartement; flat; etage |
| furatto-フラット | vlak; handpalm; vlakte |
| fureguransu-フレグランス | aangename geur; aroma; parfum |
| furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
| furenchi・surību-フレンチ・スリーブ | wijde rechthoekige mouw (gelijkend op de mouw van een Japanse kimono) |
| furesshu-フレッシュ | vers; pas geplukt [geoogst; gebakken] |
| furītā-フリーター | freeter, Japanse uitdrukking voor mensen (meestal jongeren) die geen vaste baan hebben maar (wisselende) parttime baantjes |
| furoshiki-風呂敷 | doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen |
| furupasuteru-フルパステル | een soort pastelkrijt (Engels: full pastel) |
| fusa-房 | partje (b.v. van een sinaasappel) |
| fusai-夫妻 | echtpaar; man en vrouw; meneer en mevrouw |
| fusawashii-相応しい | geschikt; gepast; adequaat |
| fuseji-伏せ字 | een teken (spatie, cirkel, X, asterisk, e.a.) in plaats van een gecensureerd woord |
| fuseki-布石 | het openingsstadium van een partij go |
| fusen-付箋 | label; etiket; strookje papier |
| fusengachi-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| fusenshō-不戦勝 | (judo) overwinning wegens niet-opkomen [niet-verschijnen] van de tegenpartij [tegenstander] |
| fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
| fushō-不詳 | onbekend [onbepaald] zijn |
| fusuma-襖 | fusuma, een Japanse schuifdeur van papier in een houten frame |
| fusumae-襖絵 | schildering op een fusuma (Japanse schuifdeur van papier in een houten frame) |
| fūtai-風袋 | verpakking; emballage; tarra (verschil tussen bruto en netto gewicht) |
| futei-不定 | onbepaaldheid; onzekerheid; onbeslistheid |
| futeisai-不体裁 | onfatsoenlijke [onappetijtelijke] vertoning; ongepastheid; onbetamelijkheid |
| futekisei-不適正 | ongeschikt [ongepast; onbehoorlijk] zijn |
| futekisetsu-不適切 | ongepast [ongeschikt; incorrect] zijn |
| futo-浮屠 | pagode; stoepa; Boeddhistische tempel |
| futokui-不得意 | iemands zwakke punt; slecht zijn in bepaalde vaardigheden |
| futon-布団 | futon (Japanse opvouwbare matras) |
| futsuwajiten-仏和辞典 | Frans-Japans wooordenboek |
| futsūyokin-普通預金 | een gewone [algemene] storting; reguliere spaarrekening |
| gagaku-雅楽 | gagaku, traditionele Japanse (hof)muziek en dans |
| gaichi-外地 | overzeese gebiedsdelen (van Japan) |
| gaien-外苑 | buitentuin (van shintō schrijn, tempel of paleis) |
| gaimai-外米 | niet-Japanse rijst; (in Japan geïmporteerde) buitenlandse rijst |
| gaisen-凱旋 | feestelijke overwinningsparade; triomfantelijke thuiskomst (na een overwinning) |
| gaitō-該当 | overeenkomend [overeenkomstig; passend; toepasbaar] zijn |
| gaitōsuru-該当する | overeenkomen met; van toepassing zijn (op); voldoen aan |
| gakuen-学園 | school (vooral een particulier scholen-complex dat zowel lagere- als middelbare school behelst) |
| gakufu-楽譜 | partituur; bladmuziek |
| gakumen-額面 | nominale waarde; pari |
| gakurekishakai-学歴社会 | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
| gakusetsu-楽節 | passage [gedeelte] in de muziek |
| gama-蝦蟇 | pad (dier) |
| gamu・tēpu-ガム・テープ | verpakkingstape (brede, sterke plakband) |
| gan-ガン | (afk. voor) flitser; flitsapparaat |
| ganpi-雁皮 | gampi (Diplomorpha sikokiana, van de vezels van deze plant wordt in Japan washi papier gemaakt) |
| gansatsu-贋札 | een vals bankbiljet; vals (papier)geld |
| gappori-がっぽり | een grote hoeveelheid; massa; bundel; pak; stapel |
| gara-柄 | patroon; model; ontwerp |
| gāru・sukauto-ガール・スカウト | padvindster |
| gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
| gawa-側 | omhulsel; verpakking; behuizing; kast (van een horloge); dek; cover |
| gayōshi-画用紙 | tekenpapier |
| geigoto-芸事 | traditionele Japanse podiumkunsten |
| geiinbashoku-鯨飲馬食 | drinken (m.n. alcohol) als een walvis en eten als een paard |
| gejō-下乗 | het uitstappen; afstappen; afstijgen (van een paard) |
| gejō-下乗 | verbod om te paard [in een voertuig] het terrein van een tempel [schrijn; heiligdom] op te gaan |
| gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
| gekijō-激情 | hevige emotie; hartstocht; passie; drift |
| genjibotaru-源氏蛍 | Japans vuurvliegje [glimworm] (Luciola cruciata) |
| genkōyōshi-原稿用紙 | manuscript-papier (voor Japanse teksten); ruitjes-schrijfpapier |
| genpei-源平 | twee elkaar bestrijdende partijen |
| gensaku-原作 | het originele [oorspronkelijke] werk (voor vertaling, aanpassing e.d.) |
| gensō-舷窓 | patrijspoort |
| gensuiki-減衰器 | elektrische [elektronische] attenuator [verzwakker] (apparaat dat het vermogen van een signaal vermindert) |
| geta-下駄 | geta (traditionele Japanse houten sandalen) |
| getabaki-下駄履き | het dragen van geta (traditionele Japanse houten sandalen) |
| getabako-下駄箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
| giboku-擬木 | paal of pilaar van beton of plastic met boomschorsmotief (zodat het lijkt op een boomstam) (in parken, e.d.) |
| gichōshokken-議長職権 | bevoegdheden [gezag] van de voorzitter (van het Parlement, ed.) |
| gidō-蟻道 | mierenpad |
| gigaku-伎楽 | Gigaku, een klassiek Japans theater genre in pantomime |
| giin-議員 | parlementslid; raadslid; afgevaardigde |
| giinrippō-議員立法 | wetsvoorstel; door een parlementslid ingediende wet |
| gijibogai-議事妨害 | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
| gijō-議場 | vergaderzaal; congreszaal; kamer (parlement) |
| gikai-議会 | parlement; algemene (nationale) vergadering |
| gikaiseiji-議会政治 | parlementarisme; regering met een volksvertegenwoordiging |
| gikaishugi-議会主義 | parlementarisme; parlementair stelsel |
| gikushaku-ぎくしゃく | gespannen [gestrest] zijn |
| gingami-銀紙 | zilverpapier; zilverfolie |
| ginkōken-銀行券 | bankbiljet (papiergeld door een centrale bank als betaalmiddel uitgegeven) |
| ginpa-銀波 | weefpatroon (Nanako) |
| giseki-議席 | parlementszetel |
| gizōryoken-偽造旅券 | een vals paspoort |
| go-碁 | go (Japans bordspel) |
| goba-後場 | de middagsessie van de effectenbeurs (in Japan) |
| gobanjima-碁盤縞 | ruitjespatroon; rasterpatroon |
| gobō-牛蒡 | grote klit; grote klis (plant, Arctium lappa) |
| gobōnuki-牛蒡抜き | het oppakken [uit een groep halen] van mensen (b.v. bij demonstraties) |
| godai-五大 | de vijf elementen in de Japanse filosofie (aarde, water, vuur, wind en leegte) |
| godankatsuyō-五段活用 | (Japanse) godan-werkwoordvervoeging |
| godō-悟道 | het pad naar [het bereiken van] spirituele verlichting (boeddh.) |
| gōdōkonpa-合同コンパ | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
| gofuku-呉服 | (Japanse) stof; textiel; kimono-weefsels |
| gohei-御幣 | een houten staf versierd met twee zigzagvormige papieren slingers (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
| gojūnotō-五重の塔 | (boeddhistische) pagode met vijf daklagen (symboliserend de vijf elementen: aarde, water, vuur, wind en lucht) |
| gojūonzu-五十音図 | tabel van de syllaben in het Japans |
| gokansei-互換性 | uitwisselbaarheid; compatibiliteit (computerterm) |
| gōkon-合コン | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
| gokudō-極道 | slechtheid; verdorvenheid; zondigheid; kwade levensweg; het slechte pad |
| gokuraku-極楽 | het Paradijs; de Hemel |
| gomaae-胡麻和え | Japans bijgerecht van groente met sesam-dressing |
| gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
| gomen-御免 | pardon; sorry; excuseer mij |
| gomuami-ゴム編み | (breiwerk) ribbelsteek; patentsteek |
| goon-呉音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
| gorintō-五輪塔 | (boeddh.) een stenen pagode [grafmonument] bestaande uit 5 lagen (die verwijzen naar de 5 elementen, aarde, water, vuur, wind en lucht) |
| gorotsuki-ごろつき | uitvreter; parasiet; klaploper; vandaal; crimineel; schurk; afperser |
| gōruden・wīku-ゴールデン・ウィーク | Golden Week, jaarlijkse vakantieperiode in Japan in mei |
| gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
| gosa-誤差 | afwijking; verschil; discrepantie |
| gotō-梧桐 | (Firmiana simplex) Chinese parasolboom; Chinese hoedenboom |
| goyōmatsu-五葉松 | Japanse witte den (Pinus parviflora) |
| gozannookuribi-五山送火 | het festival Gozan no Okuribi (bij Kyoto) waarbij vuurpatronen van kanji worden aangestoken |
| gū-ぐう | steen (in het steen-papier-schaar spelletje) |
| gu-具 | echtgenoot; echtgenote; partner; medespeler; tegenspeler |
| gū-宮 | (in kanji combinaties) paleis; heiligdom; vorst (keizer; keizerin) |
| guai-具合 | passend [geschikt] zijn; je goed uitkomen; netjes [fatsoenlijk] zijn |
| gūkisei-偶奇性 | (natuurkunde; wiskunde) pariteit |
| gunba-軍馬 | legerpaard; strijdros; oorlogspaard |
| gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
| gunjisaibansho-軍事裁判所 | (standaard benaming voor) krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof in Japan |
| gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
| gunsen-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| gunshin-軍神 | in Japan een vereerde [vergoddelijkte} oorlogsheld |
| gurando・paresu-グランド・パレス | Grand Palace (hotel) |
| gurashin・pēpā-グラシン・ペーパー | pergamijn papier (glad, transparant papier) |
| gureru-ぐれる | afdwalen van het goede pad; het verkeerde pad opgaan |
| gushinui-串縫い | Japanse standaard manier van naaien met parallelle stiksels |
| gusoku-具足 | harnas; pantser |
| gūyū-偶有 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
| gūyūsei-偶有性 | toevallige eigenschap; bij toeval een bepaalde eigenschap [vaardigheid] hebben |
| gyakusenden-逆宣伝 | antipropaganda; negatieve propaganda |
| gyakusetsu-逆説 | paradox; schijnbare tegenstelling |
| gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
| gyangu-ギャング | (in Japan ook) een gangster |
| gyappu-ギャップ | verschil; ongelijkheid; discrepantie |
| gyodō-魚道 | (aangelegde) vispassage (bij een dam b.v.); vistrap |
| gyoen-御苑 | keizerlijke tuin [park] |
| gyokujo-玉女 | godin uit het Taoïstisch pantheon |
| gyōmuchōseiteate-業務調整手当 | werkaanpassingstoeslag |
| gyōmuteikei-業務提携 | zakelijk partnerschap; zakelijke alliantie (overeenkomst tussen bedrijven) |
| gyōretsu-行列 | rij; processie; parade; colonne |
| gyōretsu-行列 | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| gyōshukankakusa-業種間格差 | verschil tussen bedrijfstakken (op bepaalde vlakken) |
| gyosuru-御する | een paard berijden; een koets besturen |
| gyotaku-魚拓 | traditionele Japanse methode om een afdruk op papier te maken van een vis |
| gyūba-牛馬 | koeien en paarden |
| gyūdon-牛丼 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
| gyūhi-求肥 | een vorm van wagashi, traditioneel Japans snoepgoed (een zachtere variant van mochi, ook gemaakt van kleefrijst) |
| gyūinbashoku-牛飲馬食 | gulzig eten en drinken (lett. drinken als een rund en eten als een paard) |
| gyūmeshi-牛飯 | Japans gerecht van rijst met gestoofd rundvlees |
| gyūnabe-牛鍋 | (oude term voor sukiyaki) Japanse eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
| ha-歯 | de dwarsbalkjes onder de zool van een geta (Japanse traditionele houten sandalen) |
| ha-派 | groep; partij; factie; school; sekte; stroming |
| habatsushugi-派閥主義 | factionalisme; partijzucht; partijschap |
| habutae-羽二重 | habitai; habutae (fijne Japanse zijden stof) |
| hachimaki-鉢巻き | hoofdband; voorhoofdsband (een reep stof om het voorhoofd geknoopt, vaak als symbool van inspanning en moed) |
| hachimonji-八文字 | (de vorm van) het Japanse karakterteken (kanji) voor het getal acht |
| hae-南風 | zuidenwind; zuidelijke wind (met name in west-Japan) |
| hāfu-ハーフ | halfbloed; iemand van gemengde afkomst (met name half-Japans, half niet-Japans) |
| hāfumeido-ハーフメイド | kleding die nog niet klaar is, op maat wordt gemaakt en pas na bestelling wordt afgewerkt |
| hāfupasuteru-ハーフパステル | half pastel |
| hāfutaimu-ハーフタイム | rust; pauze (tussen de eerste en de tweede helft van een wedstrijd) |
| hagemu-励む | (zich) inspannen; met alle kracht iets doen; zich inzetten voor; zich wijden aan |
| hagi-萩 | Hagi, Japanse klaverstruik (van de plantensoort Lespedeza) |
| hagi-萩 | Hagi, een stad gelegen aan de Japanse Zee, in het Noorden van de prefectuur Yamaguchi |
| haginomochi-萩の餅 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| hai-はい | hup; hop; vooruit; vort! (als aansporing aan paarden, e.d.) |
| haiagaru-這い上がる | (fig.) eruit klimmen; jezelf herpakken; jezelf bevrijden uit een moeilijke situatie |
| haifū-俳風 | literaire [formele] schrijfstijl (in de Japanse haikai en haiku dichtkunst) |
| haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
| haihan-背反 | weerspannigheid; opstandigheid |
| haihanchiken-廃藩置県 | administratieve hervorming van het Japanse staatsbestuur in 1871 (overgang van feodaal clan-systeem naar prefecturen onder centraal overheidsgezag) |
| haikai-俳諧 | Japanse dichtkunst (zoals haiku, senryū, renga, e.a.) |
| haikai-俳諧 | bijeenkomst waarbij achter elkaar Japanse gedichten worden gecomponeerd |
| haiku-俳句 | haiku (Japanse dichtvorm) |
| hairaito-ハイライト | lichtste deel [partij] op een schilderij [foto] |
| hairegu-ハイレグ | dames bodysuit [badpak] (met hoge uitsnijdingen bij de dijbenen) |
| hairu-入る | lid worden (van); zich aansluiten bij; zich in een bepaalde wereld [kring] begeven |
| hairu-入る | (aan iets) beginnen; overgaan tot; een bepaalde tijd [situatie] (beginnen te) worden |
| hajikakureru-恥隠る | de schaamte bespaard [niet geopenbaard] worden |
| hajiki-土師器 | Japans Haji aardewerk [keramiek] (werd geproduceerd in de Kofun-, Nara- en Heian-perioden) |
| hajimete-初めて | niet eerder dan; pas nadat |
| hakama-袴 | een hakama, traditioneel Japans kledingstuk voor mannen (wijde broek) |
| hakataningyō-博多人形 | traditionele Japanse pop van klei (oorspronkelijk uit Hakata, nu deel van de stad Fukuoka) |
| hakka-薄荷 | Japanse munt (plant, Mentha arvensis var. piperascens) |
| hakku-白駒 | schimmel (wit paard) |
| hako-箱 | de doos [kist] waarin een shamisen (Japans snaarinstrument) opgeborgen wordt |
| hakozume-箱詰め | in een doos [kist] (gepakt) |
| hakuba-白馬 | een wit paard |
| hakubai-白梅 | (witte) Japanse abrikoos (Prunus mume) |
| hakuhyō-白票 | blanco stem; stem van goedkeuring (in Japan wit stembiljet) |
| hakuraku-剥落 | loslating (van tegels, dakpannen, e.d.) |
| hakusai-舶載 | import (per boot) naar Japan |
| hakushi-白紙 | wit [blanco; leeg; onbeschreven] papier |
| hama-浜 | (afk. voor) zoutpan; zoutziederij |
| hamaji-浜路 | strandweg; weg [pad] langs het strand |
| hamanasu-浜梨 | Japanse roos (Rosa rugosa) |
| hamariyaku-嵌まり役 | passende [geschikte] rol |
| hame-羽目 | paneel; lambrisering |
| hami-馬銜 | bit (metalen mondstuk voor een paard of ander trek- of lastdier) |
| hamidasu-食み出す | niet passen binnen (een groep b.v.); overschrijden (budget) |
| hamigaki-歯磨き | tandpasta |
| hamigakiko-歯磨き粉 | tandpasta |
| hamon-波紋 | golfpatroon in een familiewapen |
| han-判 | papierformaat |
| hana-花 | Japans kaartspel |
| hanagami-鼻紙 | papieren (zak)doekje |
| hanagoza-花茣蓙 | een mat met een (ingeweven) bloemenpatroon |
| hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
| hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
| hanamushiro-花筵 | een mat met een (ingeweven) bloemenpatroon |
| hanarebanare-離れ離れ | apart; gescheiden; uit elkaar; verspreid |
| hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
| hanashōbu-花菖蒲 | Japanse iris (Iris ensata) |
| hanasu-話す | spreken; praten; zeggen; (in een bepaalde taal) spreken |
| handoauto-ハンドアウト | folder; stencil; pamflet (informatiemateriaal voorafgaand aan persconferenties, symposia, etc.) |
| handoringu-ハンドリング | (bij rugby) de bal met de handen pakken |
| hanekaeru-跳ね返る | omkeren; terugkeren; terugkaatsen, terugveren; impact [repercussie] hebben |
| hanekaesu-跳ね返す | opspatten; afketsen; terugveren |
| hanekasu-撥ねかす | spetteren; opspatten |
| haneru-撥ねる | spatten; spetteren |
| haneru-跳ねる | springen; opspringen; stuiteren (van een bal); steigeren (van een paard) |
| haneru-跳ねる | spatten; spetteren; knetteren; sputteren |
| hanetsuki-羽根突き | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| hankan-反感 | antipathie; afkeer; aversie; vijandigheid |
| hanmyō-斑猫 | Japanse tijgerkever (Cicindela japonica) |
| hannichi-反日 | antipathie tegen Japan [Japanners] |
| hannoki-榛の木 | de Japanse Els (een boom: Aldus japonica) |
| hansetsu-半切 | stuk papier van halve maat [afmeting] (in de lengte doormidden gesneden) |
| hanshi-半紙 | Japans schrijfpapier [kalligrafiepapier] (ca. 24-33 cm) |
| hanshinron-汎心論 | panpsychisme (filosofische leer) |
| hanshinron-汎神論 | pantheïsme (filosofische leer) |
| hansō-半双 | de helft van een paar; de helft van een set van twee |
| hansō-搬送 | vervoer per ambulance (van patiënten, gewonden, e.d.) |
| hantaijinmon-反対尋問 | kruisverhoor; wederverhoor; ondervraging door tegenpartij |
| happō-八方 | grote hangende (papieren) lantaarn [lamp] |
| happōando-八方行灯 | grote hangende (papieren) lantaarn [lamp] |
| harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| harakiri-腹切り | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| hari-針 | wijzer (klok); kompasnaald |
| hariharinabe-はりはり鍋 | Japanse stoofschotel met (mizuna) groente en vlees (oorspronkelijk walvisvlees) (harihari is een onomatopee voor het geluid van kauwen) |
| harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
| hariko-張り子 | papier-maché |
| harikonotora-張り子の虎 | papieren tijger (fig., d.w.z. iem. of iets dat er sterk uitziet maar het niet is) |
| harimegurasu-張り巡らす | afbakenen; uitrollen; (ergens omheen) spannen |
| haritsuke-磔 | executie door een veroordeelde aan een paal vast te binden en met speren te steken |
| haritsumeru-張り詰める | gespannen [zenuwachtig] zijn; uitrekken; inspannen |
| harōwāku-ハローワーク | Hello Work, Japans-Engelse bijnaam van het Japanse Rijksarbeidsbureau |
| haru-張る | (be)spannen; besnaren (b.v. gitaar); opspannen |
| harunire-春楡 | Japanse iep |
| hashiri-走り | (Tohoku en West-Japanse dialecten) gootsteen |
| hashitanai-はしたない | onbeleefd; onbescheiden; ongepast; schaamteloos; lomp; onelegant; vulgair |
| hassō-発送 | transport; vervoer; overbrenging (van goederen, patiënten, e.d.) |
| hassun-八寸 | (dik) Japans papier |
| hatafuri-旗振り | initiatiefnemer; campagneleider |
| hatafuriyaku-旗振り役 | initiatiefnemer; campagneleider |
| hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand [kist] met het voedsel voor de paarden op reis |
| hatagyōretsu-旗行列 | vlaggenparade; vlaggenoptocht; vlaggenprocessie |
| hatarakaseru-働かせる | gebruiken; toepassen; in beweging zetten |
| hataraki-働き | prestatie; verdienste; inspanning |
| hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
| hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
| hatoronban-ハトロン判 | standaard Japans papierformaat (900 x 1200 mm) |
| hatoronshi-ハトロン紙 | patroonpapier (bruin dun papier met glans aan één zijde) |
| hatsuhikō-初飛行 | de eerste vlucht (van een bepaald vliegtuig); luchtdoop |
| hatsukaebisu-二十日戎 | Hatsuka Ebisu, een festival op 20 oktober (soms op 20 januari) ter ere van Ebisu, één van de 7 Geluksgoden van Japan |
| hatsukagusa-二十日草 | boompioen (Paonia suffruticosa) |
| hatsunori-初乗り | de eerste rit (paard, auto, trein, etc.) in het nieuwe jaar |
| hatsuon-撥音 | de Japanse nasale klank (in hiragana ん, en katakana ン) |
| hatsuonbin-撥音便 | 1 van de 4 soorten klankveranderingen in de Japanse taal, de nasale 'n' (b.v. 'shinite' wordt 'shinde'; 'yomita' wordt 'yonda') |
| hatsutake-初茸 | hatsutake paddestoel (Lactarius hatsutake) |
| hatsuyu-初湯 | eerste bad van het nieuwe jaar; eerste bad van een pasgeboren baby |
| hayaashi-早足 | snelle tred; looppas |
| hayaashi-早足 | draf (van een paard) |
| hayaben-早弁 | eten voor de eigenlijke lunchtijd (bij scholieren vooral, om een langere middagpauze te hebben) |
| hayabune-早船 | (Edo periode) snelle vracht- en passagier's boot (Japanse binnenzee) |
| hayashiraisu-ハヤシライス | een Japans rijstgerecht in westerse stijl (met hachee van rundvlees) |
| hayauchi-早打ち | spoedkoerier; een zeer snel postpaard; het snel verzenden [bezorgen] {van een boodschap) |
| hazu-筈 | bij sumo (worstelen), een bepaald soort aanval (met duwen) |
| hazuna-端綱 | (paarden)halster |
| hazusu-外す | weghalen; verwijderen; passeren; wegsturen |
| hazusu-外す | nalaten te pakken; niet nemen; verliezen; express ontwijken; ontduiken |
| hebonshikirōmaji-ヘボン式ローマ字 | het hepburnsysteem voor de transcriptie van Japanse woorden in het Latijnse alfabet (romaji) |
| hei-並 | (in kanji combinaties) parallel; op dezelfde rij; op hetzelfde niveau |
| hei-併 | (in kanji combinaties) parallel; gelijktijdig; naast elkaar; op een rij; combinatie |
| heichō-兵長 | voormalige rang in het Japanse leger en de marine (de hoogste rang van soldaten) |
| heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
| heijun-平準 | nivellering; het waterpas maken |
| heika-平価 | pari; pariteit; referentiewaarde |
| heikō-並行 | het gelijktijdig [parallel; naast elkaar] zijn [gaan] |
| heikō-平行 | parallellisme |
| heikōjōgi-平行定規 | (blade with parallel motion) |
| heikōrokumentai-平行六面体 | (meetkunde) parallellepipedum; blok |
| heikōsuru-平行する | parallel lopen met |
| heiretsukairo-並列回路 | parallelschakeling |
| heiwakyūden-平和宮殿 | Vredespaleis (Den Haag) |
| heiwashugi-平和主義 | pacifisme |
| heiwashugisha-平和主義者 | pacifist |
| hekutopasukaru-ヘクトパスカル | hectopascal (hPa = 100 pascal, eenheid van luchtdruk) |
| henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
| henshoku-偏食 | ongevarieerd dieet [voedingspatroon]; eenzijdige voeding |
| hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
| henzōryoken-変造旅券 | een vals paspoort |
| hen'ai-偏愛 | partijdigheid; vooringenomenheid; begunstiging |
| herinbōn-ヘリンボーン | visgraatpatroon |
| hettsui-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
| heyazumi-部屋住み | (in een traditionele Japanse familie) de wettige oudste zoon die thuis woont en nog niet het hoofd van de familie is geworden |
| hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
| hichiriki-篳篥 | hichiriki, een Japans blaasinstrument (gemaakt van bamboe) gebruikt voor traditionele gagaku muziek |
| hidari-左 | het volgende; wat (hierop) volgt (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
| hidaritō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| hien-飛燕 | een eenpersoons jachtvliegtuig van het voormalige Japanse leger |
| higaimōsō-被害妄想 | paranoia; achtervolgingswaan(zin); vervolgingswaan(zin) |
| higasa-日傘 | (een paraplu gebruikt als) parasol |
| higyō-罷業 | werkpauze; werkonderbreking |
| hihaku-飛白 | (kasuri) weeftechniek waarbij de draden speciaal voor het weefpatroon worden geverfd |
| hihīn-ヒヒーン | (onomatopee) hinnik (van een paard) |
| hiiki-贔屓 | partijdigheid |
| hijōkin-非常勤 | deeltijd [parttime] werk |
| hikagemono-日陰者 | uitgestotene (uit de maatschappij); paria; iemand met een duister verleden |
| hiken-卑倹 | (arch.) spaarzaamheid; natuurlijke eenvoud; soberheid; zuinigheid |
| hikiage-引き上げ | repatriëring |
| hikiate-引き当て | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| hikigaeru-蟇蛙 | pad (dier) |
| hikigane-引き金 | trekker [pal] (van een pistool, e.d.) |
| hikimayu-引眉 | de natuurlijke wenkbrauwen verwijderen, en dan wenkbrauwen op het voorhoofd tekenen (Pre-modern Japan, m.n. in de Heian periode, 794-1185) |
| hikitateru-引き立てる | aanmoedigen; steunen; propageren; stimuleren |
| hikiwatasu-引き渡す | spannen (van een touw, e.d.) |
| hikkakaru-引っ掛かる | ergens intrappen; zich laten inpakken |
| hikken-筆硯 | een term die voornamelijk in brieven wordt gebruikt en verwijst naar het leven van een bepaalde schrijver |
| hikkonuku-引っこ抜く | aantrekken; overhalen; (van de concurrentie) weglokken; wegkopen; afpakken; afsnoepen; wegkapen; headhunten |
| hikkoshisoba-引っ越し蕎麦 | (lett. verhuisnoedels) boekweitnoedels (soba), traditioneel uitgedeeld aan de buren na een verhuizing; soba kan in het Japans ook betekenen: naast) |
| hikōkinshikūiki-飛行禁止空域 | no-fly zone; vliegverbod in bepaald gebied |
| hikokumin-非国民 | iemand die niet patriottisch is; landverrrader |
| hiku-引く | trekken (aan); slepen; leiden (een paard, e.d.) |
| hikuhiku-ひくひく | krampachtig; stuiptrekkend |
| hikyō-秘境 | onontgonnen [onontwikkeld; onbekend; afgelegen] gebied; buiten de geijkte paden |
| himatsu-飛沫 | spetter; spat; druppel |
| himekomatsu-姫小松 | Japanse witte den (Pinus parviflora) |
| hinageshi-雛罌粟 | de grote [gewone] klaproos (Papaver rhoeas) |
| hinamatsuri-雛祭り | Japans poppenfeest [Meisjesdag] (op 3 maart, dan stallen meisjes hun traditionele poppen uit) |
| hinaningyō-雛人形 | hina-pop (traditionele Japanse pop die op 3 maart, de dag van het Japanse poppenfeest, wordt uitgestald) |
| hinetsu-比熱 | bepaalde warmte [hitte] |
| hinkonsha-貧困者 | arme mensen; de armen; minderbedeelden; pauper(s) |
| hinoeuma-丙午 | het vuurpaard, een teken van de Chinese dierenriem (de 43e combinatie van de sexagesimale cyclus) |
| hinoki-檜 | Japanse (dwerg) cipres (Chamaecyparis obtusa) |
| hinomarubentō-日の丸弁当 | een bentō (lunchbox) met witte rijst en één rode pruim in het midden (zodat het geheel lijkt op de Japanse vlag hinomaru) |
| hiraba-平場 | (theater) zitplaatsen direct voor het podium; parket |
| hiradoma-平土間 | (theater) zitplaatsen direct voor het podium; parket |
| hiragumo-平蜘蛛 | een spin (Uroctea compactilis) |
| hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
| hiratagumo-平蜘蛛 | een spin (Uroctea compactilis) |
| hirate-平手 | handpalm; open hand; vlakke hand |
| hiratōin-平党員 | gewoon partijlid |
| hīringu-ヒーリング | healing (genezing langs paranormale weg of door alternatieve therapieën) |
| hiropon-ヒロポン | Philopon, handelsnaam voor methamfetamine in Japan |
| hirou-拾う | oppakken; oprapen; vinden |
| hiruyasumi-昼休み | lunchpauze; middagpauze; middagrust |
| hisha-飛車 | een toren in Shogi (Japans schaken) |
| hissan-筆算 | papieren berekening |
| hisshi-筆紙 | pen en papier |
| hisshi-筆紙 | schriftelijke uitdrukking (van je gevoelens); het je gedachten op papier zetten |
| hitatare-直垂 | traditionele Japanse kleding (oorspronkelijk de werkkleding van het gewone volk, later, vanaf de Muromachi periode, gedragen door de samoerai) |
| hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
| hitoiki-一息 | een pauze; onderbreking |
| hitoiki-一息 | poging; inspanning |
| hitokoro-一頃 | een (bepaald) moment [periode]; eens |
| hitokoto-一言 | één (enkel0 woord; een paar woorden |
| hitokotosuru-一言する | wat [een paar woorden] zeggen; een korte opmerking maken |
| hitosawagase-人騒がせ | het (onnodig) ergernis [paniek] veroorzaken |
| hitoyasumi-一休み | een pauze; rusttijd |
| hittsukamu-引っ掴む | (vast)grijpen; (beet)pakken |
| hiwada-檜皮 | hinoki-bast; de bast [schors] van een Japanse cypres |
| hiyameshizōri-冷や飯草履 | eenvoudige zori (traditionele Japanse rieten teensandalen) |
| hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
| hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hizara-火皿 | kruitpan (onderdeel antiek vuurwapen) |
| hizumi-歪み | spanning; verstoring; verwarring; probleem |
| hobikifune-帆引き船 | (Japanse) (vissers)boot, met één groot zeil over de gehele lengte van het zeilvaartuig |
| hōbun-邦文 | het Japans; de Japanse taal |
| hōbutsusen-放物線 | parabool (wiskunde) |
| hochikisu-ホチキス | (merknaam van) een nietmachine; nietapparaat |
| hochō-歩調 | pas; tred; looptempo |
| hochōki-補聴器 | gehoorapparaat; audiofoon |
| hōdai-邦題 | Japanse titel (van buitenlandse films of muziekstukken) |
| hodō-歩道 | trottoir; voetpad |
| hodohodo-程程 | passend bij iemands status zijn |
| hodokeru-解ける | zich ontspannen; tot rust komen; je opgelucht voelen |
| hodoku-解く | losmaken; losknopen; ontwarren; ontrafelen; loslaten; uitpakken |
| hōga-邦画 | traditionele Japanse schilderkunst |
| hōga-邦画 | Japanse film |
| hōgaku-邦楽 | (traditionele) Japanse muziek |
| hōganshi-方眼紙 | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
| hogo-反故 | reeds beschreven [gebruikt] papier; papierafval |
| hohaba-歩幅 | tred; pas; gang; loop |
| hōigaku-法医学 | forensische wetenschap [pathologie] |
| hōjin-邦人 | Japanner (m.n. wonend in het buitenland); Japanse medeburger |
| hōka-砲架 | kanonwagen; affuit; (marine) rolpaard [rampaard} |
| hōka-邦貨 | de Japanse valuta; yen |
| hōkigusa-箒草 | (plant, Bassia scoparia) studentenkruid; studentenhaver; knuffelplant |
| hokkaidō-北海道 | Hokkaido (noordelijkste hoofdeiland van Japan) |
| hokkokuakaebi-北国赤海老 | zoete (noordelijke) garnaal (Pandalus borealis) |
| hōkō-方向 | weg; pad; koers |
| hoko-矛 | (met lantaarns) gedecoreerde paal (voor optochten en festivals) |
| hōkō-芳香 | parfum; aroma; aangename geur |
| hōkoku-報国 | patriottisme; het dienen van je land |
| hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
| hōkōtanchiki-方向探知機 | richtingbepaler; navigatiemiddel; radar |
| hokuō-北欧 | Noord-Europa (Scandinavië) |
| hokurikudō-北陸道 | Hokurikudō, een van de zeven districten van het oude Japan |
| homeopashī-ホメオパシー | homeopathie |
| homeopasu-ホメオパス | homeopaat |
| hōmongi-訪問着 | traditionele Japanse kimono (voor formele bezoeken) |
| hōmupēji-ホームページ | homepage (van een website) |
| hōmusutoretchi-ホームストレッチ | het laatste gedeelte van een ovale renbaan voor de finish (parallel aan de backstretch) |
| honbun-本文 | deze zin; deze passage |
| hondo-本土 | boeddhistisch paradijs |
| hondō-本道 | de juiste weg; het goede pad; de juiste manier |
| honeori-骨折り | moeite; krachtsinspanning; zwaar werk |
| honeoshimi-骨惜しみ | het zichzelf ontzien [sparen] |
| honetsugi-骨接ぎ | osteopathie; osteopaat |
| honeyasume-骨休め | (na werken) rust; pauze |
| hongoshi-本腰 | ernst; volle overtuiging; serieuze poging [inspanning] |
| hongumi-本組み | pagina opmaak (drukwerk) |
| hōnichi-訪日 | een bezoek aan Japan; het bezoeken van Japan |
| honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
| honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
| honoo-炎 | vlam (fig.); passie; vuur |
| honshū-本州 | Honshu (hoofdeiland van Japan) |
| honsō-奔走 | inspanning; het druk [actief] bezig zijn (met) |
| hōō-法王 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
| hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
| hōrei-法例 | wettelijke reglementen; regels voor de toepassing van wetten |
| horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
| horidōru-ホリドール | merknaam van parathion (insecticide) |
| horō-歩廊 | gang; hal; galerij; passage |
| horohorochō-ほろほろ鳥 | helmparelhoen (Numida meleagris) |
| hōrudingu-ホールディング | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| hōrudingu・kanpanī-ホールディング・カンパニー | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| horyū-蒲柳 | (andere naam voor) Japanse katjeswilg (Salix gilgiana) |
| hosei-補正 | herziening; aanpassing; aanvulling en verbetering |
| hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| hoshimawari-星回り | een van de sterren aan de hand waarvan (via het geboortejaar) het lot [geluk] van iemand wordt bepaald |
| hōshin-方針 | beleid; koers; aanpak |
| hōshin-方針 | magneetnaald; kompasnaald |
| hōsho-奉書 | Japans papier van hoge kwaliteit |
| hōshogami-奉書紙 | Japans papier van hoge kwaliteit |
| hoshōkin-保証金 | (waar)borgsom; garantiebedrag; onderpand |
| hōshoyaki-奉書焼き | een gerecht waarbij vis [zeevruchten; paddenstoelen] in papier gewikkeld worden gestoomd op een open vuur |
| hoshū-補修 | reparatie |
| hōsō-包装 | verpakking |
| hōsōdaigaku-放送大学 | Open Universiteit (van Japan) |
| hosomi-細み | een van de fundamentele principes van de shōfū- of Bashō-stijl in de Japanse poëzie, n.l. het streven naar verfijning en oprechtheid |
| hōsōshi-包装紙 | inpakpapier |
| hosu-干す | (iemand) iets afnemen [ontnemen]; afpakken (van een baan, rol, etc) |
| hosupisu-ホスピス | hospice; verpleeghuis voor terminale patiënten |
| hotarubukuro-蛍袋 | klokjesbloem (Campanula punctata) |
| hotaruishi-蛍石 | fluoriet; vloeispaat |
| hotchikisu-ホッチキス | (merknaam van) een nietmachine; nietapparaat |
| hotei-布袋 | Hotei, god van overvloed en goede gezondheid (afgebeeld met dikke buik en zak op zijn rug), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| hōtō-宝塔 | (erend) pagode; stoepa; stupa |
| hōtō-宝塔 | toren; daktoren (in de vorm van een stoepa) |
| hōtō-朋党 | (Chin.) politieke partij |
| hotokeshō-仏性 | compassie; mededogen |
| hototogisu-杜鵑草 | paddenlelie; armeluisorchidee (Tricyrtis hirta) |
| hottate-掘っ立て | een paal [pilaar] direct in de grond [aarde] plaatsen (zonder frame of standaard) |
| hottokēki-ホットケーキ | soort Amerikaanse pannenkoek |
| hotto・pantsu-ホット・パンツ | hotpants (strakke korte broek) |
| howaito・gōrudo-ホワイト・ゴールド | (Eng.: white gold) witgoud (een legering van goud met tenminste één wit metaal (b.v. nikkel, zilver of palladium) |
| hoyahoya-ほやほや | pas; vers; nieuw (b.v. pas getrouwd of net afgestudeerd) |
| hōyaku-邦訳 | vertaling in het Japans; Japanse vertaling |
| hoyō-保養 | herstel; recuperatie; ontspanning |
| hyakuyōsō-百葉箱 | huisje [hokje] voor meetapparatuur van weersomstandigheden (thermometer, hygrometer, e.d.) |
| hyō-豹 | luipaard; panter |
| hyōhen-豹変 | (verwijzing naar de vacht van een luipaard) plotselinge verandering van gedrag (en taalgebruik) |
| hyōka-評価 | taxatie; waardebepaling; schatting |
| hyōmenchōryoku-表面張力 | oppervlaktespanning |
| hyōshigi-拍子木 | hyōshigi, Japanse castagnetten; houten handkleppers |
| i-亥 | de benaming van een kompasrichting, 30 graden west vanaf noord |
| ībun・pā-イーブン・パー | (Eng.: even par) (golfterm), score waarbij het aantal slagen gelijk is aan de rating voor die baan |
| ichi-一 | een; een bepaalde; een zekere; één of andere |
| ichidan-一段 | passage; paragraaf |
| ichigen-一言 | één (enkel) woord; korte opmerking; een paar woorden |
| ichigonhanku-一言半句 | slechts een paar woorden; (geen) enkel woord |
| ichiichi-一一 | een voor een; apart |
| ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
| ichijō-一条 | één clausule [passage] (in een boek) |
| ichijun-一巡 | een ronde; patrouille |
| ichimatsumoyō-市松模様 | ruitpatroon; uitfiguur |
| ichimi-一味 | een bepaalde smaak; een bepaald (medicijn) ingrediënt |
| ichimon-一文 | 1 sen (Japanse munt) |
| ichionichigisetsu-一音一義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
| ichiren-一聯 | 1000 vellen [2 riemen] papier |
| ichiyō-一葉 | een telwoord voor platte, dunne voorwerpen (zoals bladeren, vellen papier, etc.) |
| ierō・bebī-イエロー・ベビー | een pasgeboren baby met geelzucht |
| igo-囲碁 | go (Japans bordspel) |
| iikagen-いい加減 | precies goed [passend; geschikt]; zoals het hoort zijn; geschiktheid; de juiste maat [mate] |
| ījīgōingu-イージーゴーイング | relaxed; ontspannen; gemakkelijk (in de omgang) |
| ijōsekkin-異常接近 | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| ikichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |
| ikinayamu-行き悩む | in een impasse geraken; doodlopen; vastlopen |
| ikinuki-息抜き | pauze; rust; adempauze; ontspanning |
| ikinukisuru-息抜きする | (uit)rusten; pauzeren; ontspannen |
| ikitsugi-息継ぎ | een korte rustpauze; adempauze |
| ikiuma-生き馬 | een levend paard |
| ikizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| ikkai-一階 | begane grond; parterre (Japan: eerste verdieping) |
| ikkikasei-一気呵成 | iets in een keer afmaken; iets afmaken zonder pauze te houden |
| ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) partij; schaakspel; wedstrijd |
| ikoi-憩い | rust; ontspanning |
| iku-行く | passeren; voorbijgaan |
| ikusa-戦 | oorlog; (veld)slag; gevecht; strijd; militaire campagne |
| ikusabune-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| ikutsu-幾つ | hoeveel (stuks); sommige; een paar |
| ikyō-異教 | heidendom; paganisme |
| imagawayaki-今川焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| imējimento-イメージメント | het controleren [aanpassen] van het imago [de uitstraling] van producten of diensten naar de verwachtingen van de consumenten |
| imogayu-芋粥 | rijstepap met zoete aardappel |
| in-院 | (openbaar) gebouw; instituut; parlement; (hogere) school |
| inari-稲荷 | god uit de Japanse mythologie, beschermer van de rijstoogst |
| inbaundo-インバウンド | bezoek aan Japan door buitenlandse toeristen |
| indasutoriaru・pakkēji-インダストリアル・パッケージ | industriële verpakking |
| indasutoriaru・pāku-インダストリアル・パーク | industriepark; (een complex van) industrieterreinen |
| indiashi-インディア紙 | Indiaas papier |
| india・pēpā-インディア・ペーパー | indiapaper; dundrukpapier |
| infīrudo・furai-インフィールド・フライ | (regel bij honkbal) de scheidsrechter kan bepalen dat de slagman uit is, ook al is er geen vangbal |
| ingai-院外 | buiten het parlement [ziekenhuis] |
| ingaidan-院外団 | leden van een politieke partij die geen zetel hebben in het parlement |
| ingashi-印画紙 | fotopapier; papier voor fotografische afdrukken |
| inko-鸚哥 | parkiet |
| innai-院内 | in [binnen] het parlement |
| inoichiban-いの一番 | de allereerste (vanwege het eerste teken (い) van de Japanse kana-tabel, iroha) |
| inoko-亥の子 | (af, voor) een evenement [(oogst)feest] dat plaatsvindt (m.n. in West-Japan) op de eerste dag van de maand van het Zwijn |
| inokonoiwai-亥の子の祝 | een evenement [(oogst)feest] dat plaatsvindt (m.n. in West-Japan) op de eerste dag van de maand van het Zwijn |
| inpakuto・rōn-インパクト・ローン | impactlening |
| inpasuto-インパスト | impasto (dik opgezette olieverf) |
| inrō-印籠 | (Edo periode) traditioneel Japans doosje (voor het meenemen van kleine voorwerpen), gehangen aan de obi |
| intābaru-インターバル | pauze |
| intārūdo-インタールード | onderbreking, interval; pauze |
| inugaya-犬榧 | Japanse knoptaxus (Cephalotaxus harringtonia) |
| inuhariko-犬張り子 | een hondje van papier-maché |
| inuki-居抜き | (het kopen of huren van) een woonpand of winkelpand met inboedel |
| inyū-移入 | overbrenging (van gevoel); empathie |
| in'yōku-引用句 | citaat; geciteerde passage |
| iomante-イオマンテ | een Ainu-ceremonie waarbij een bruine beer wordt geofferd (nadat hij een bepaalde tijd in het dorp is grootgebracht) |
| ippa-一派 | een school; partij; factie; sekte |
| ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
| ippaku-一白 | witte vlekken op de benen van een paard; een paard met witte vlekken op zijn benen |
| ippantōshika-一般投資家 | particuliere investeerder |
| ippī-イッピー | (Youth International Party + hippie) hippie met politieke interesses |
| ippō-一方 | één kant [richting]; één zijde [partij] |
| iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
| irakusa-刺草 | (Japanse) brandnetel (Urtica thunbergiana) |
| irinabe-炒り鍋 | bakpan; braadpan |
| irodori-彩り | het kleuren [schilderen; verven]; kleurschema; kleurenpatroon |
| irogami-色紙 | gekleurd papier |
| iryōyōkikaikigu-医療用機械器具 | medische apparatuur |
| isaki-伊佐木 | grombaard; knorvis (Parapristipoma trilineatum) |
| isan-遺産 | erfgoed; patrimonium |
| isen-緯線 | parallel van de breedtegraad |
| ishidatami-石畳 | ichimatsu patroon; schaakbord patroon |
| ishidatami-石畳 | een familie embleem met een schaakbord patroon |
| ishidōrō-石灯籠 | (Japanse) stenen lantaarn |
| ishigame-石亀 | Japanse waterschildpad (Mauremys japonica) |
| ishigumi-石組み | schikking [groepering] van stenen in een Japanse tuin (waarbij de stenen symbolisch worden gebruikt als eiland, berg, etc.) |
| ishindenshin-以心伝心 | [考えていることが、言葉を使わないでも互いにわかること] een stilzwijgende gedachtenoverbrenging; stilzwijgend begrip; telepathie |
| ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
| ishizuki-石突き | (metalen) dop om het uiteinde [de punt] van een stok (zwaardschede; wapenstok; paraplu, wandelstok, e.d.] |
| ishizuki-石突き | de harde basis(kluit] van een groepje paddenstoelen |
| isogiku-磯菊 | Chrysanthemum pacificum |
| isōrō-居候 | iemand die parasiteert (zonder te betalen kost en inwoning geniet); uitvreter; parasiet |
| isseki-一石 | één steen; één partij go (bordspel) |
| isshi-一紙 | een blad [vel; stuk] papier [document] |
| isshi-一紙 | hetzelfde papier |
| issho-一書 | een bepaald boek |
| issho-一緒 | één (passend) geheel; bij elkaar; dezelfde categorie |
| isshu-一首 | een gedicht; telwoord voor traditionele Japanse gedichten |
| issoku-一足 | een paar (schoenen; sokken ) |
| issoku-一足 | (bij kemari, traditionele Japanse balsport) een schop |
| issunbōshi-一寸法師 | Issun Boshi, de titel van een Japans sprookje |
| Īsutā-イースター | Pasen |
| ita-板 | paneel; plank; plaat |
| itabari-板張り | beplanking; lambrisering; met panelen bekleed |
| itabi-板碑 | stenen pagode gebouwd voor herdenkingsdiensten voor de doden |
| itabuki-板葺き | houten dakbedekking [dakspanen]; dak met houten betimmering |
| itadori-虎杖 | Japanse duizendknoop (Reynoutria japonica) |
| itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
| itamae-板前 | (Japanse) kok; chef |
| itchō-一丁 | (woord gebruikt bij het tellen) één gerecht [portie; spel; wedstrijd; partij] |
| itchōisshi-一張一弛 | het spannen en ontspannen (van een boog) |
| itchōisshi-一張一弛 | het laten werken, dan laten rusten; de boog kan niet altijd gespannen zijn |
| itsuzoya-何時ぞや | onlangs; recent; pas geleden |
| ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
| ittaika-一体化 | integratie; opneming; inpassing; samenvoeging |
| ittei-一定 | constant [vast; zeker; bepaald; gebruikelijk; uniform] zijn |
| ittetsu-一徹 | koppigheid; weerspannigheid; halsstarrigheid |
| itto-一途 | (één) pad [weg; richting; middel]; de enige weg |
| ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
| ittōsei- 一党制 | eenpartijstelsel |
| ittōshihaisei-一党支配制 | eenpartijstelsel; een stelsel waarbij één partij alle macht [controle] heeft |
| ittsui-一対 | paar; duo; stel; tweetal; een set van twee |
| iwana-岩魚 | (Japanse) zalmforel (Salvelinus) |
| iyokan-伊予柑 | iyokan (Japanse citrusvrucht) |
| izakaya-居酒屋 | Japanse bar waar hapjes en drankjes worden geserveerd |
| izanagikeiki-いざなぎ景気 | de Izanagi hausse [hoogconjunctuur] (economische bloeiperiode in Japan van 1965-1970) |
| izen-以前 | niet voldoen aan een bepaald voorstadium |
| izu-出づ | op pad gaan; vertrekken |
| ī・pī-イー・ピー | (European Parlement) Europese parlement |
| ī・tī・dī-イー・ティー・ディー | (estimated time of departure) verwachtte vertrektijd |
| jadō-邪道 | het pad van het kwaad; slechte pad |
| jagā-ジャガー | jaguar (Panthera onca) |
| jairo-ジャイロ | gyrokompas |
| jairokonpasu-ジャイロコンパス | gyrokompas; gyroscopisch kompas; tolkompas |
| jairopairotto-ジャイロパイロット | (op vliegtuigen en schepen) automatische piloot (een instrument dat automatisch een bepaalde koers aanhoudt) |
| jajauma-じゃじゃ馬 | een onhandelbaar [weerspannig] paard |
| jakkan-若干 | een kleine hoeveelheid; een beetje; een weinig; een paar |
| jakuden-弱電 | zwakstroom (elektrische stroom met lage spanning) |
| jamon-蛇紋 | gevlekt patroon (lijkend op een slangenvel) |
| janken-じゃん拳 | het steen-papier-schaar spelletje (gebruikt om te loten of om te bepalen wie er eerst aan de beurt is) |
| janomegasa-蛇の目傘 | papieren parasol (met het omcirkelde punt patroon) |
| Japan-ジャパン | Japan |
| japanīzu-ジャパニーズ | Japans; Japanse taal; Japanners |
| japan・basshingu-ジャパン・バッシング | zware kritiek op Japan; het afkraken van Japan (vooral op economisch gebied) |
| japonisumu-ジャポニスム | japonisme (de invloed van Japanse kunst op de westerse kunst) |
| jasudakkushijō-ジャスダック市場 | de JASDAC-markt (Japan Association of Securities Dealers Automated Quotations) |
| jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
| jibo-字母 | karakters [kanji] die de oorsprong zijn voor het fonetisch kana-schrift in Japan |
| jichishō-自治省 | Japanse Ministerie van Binnenlandse Zaken (1960-2001) |
| jidaishoku-時代色 | de sfeer [kenmerken; trends] van een bepaalde tijd [periode] |
| jidori-地鳥 | een vrije uitloop kip (die in Japan aan bepaalde strenge voorwaarden moet voldoen) |
| jidōseigyo-自動制御 | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| jidōsokudoihankanshisōchi-自動速度違反監視装置 | snelheidsbewakingsapparatuur; snelheidsradar; radarkanon |
| jieitai-自衛隊 | het Japanse Zelfverdedigingsleger; zelfverdedigingstroepen |
| jigi-時宜 | geschikt moment; juiste [passende] gelegenheid |
| jijin-時人 | mensen van een (bepaald) tijdperk; tijdgenoten |
| jikatabi-地下足袋 | (Japanse) canvas schoen voor werklieden (met teenspleet en rubber zool) |
| jikayōsha-自家用車 | privé auto; particuliere auto |
| jiki-磁器 | Japans porselein (Arita, Kutani, Seto, etc.) |
| jikkō-実行 | toepassing; aanwending; uitvoering; realisering |
| jikkōsuru-実行する | toepassen; uitvoeren; volbrengen |
| jikun-字訓 | de Japanse lezing van een kanji [Chinees karakter] |
| jikyō-自彊 | een zware inspanning (leveren) |
| jimichi-地道 | normale loopsnelheid (van een paard e.d.) |
| jinba-人馬 | man [ruiter] en paard |
| jinbunchishiki-人文知識 | specialist in geesteswetenschappen (visumcategorie in Japan) |
| jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
| jingasaren-陣笠連 | gewone leden [het kader] van een politieke partij |
| jingisukannabe-ジンギスカン鍋 | gietijzeren grillpan voor het bereiden van Genghis Khan-hotpot |
| jingoizumu-ジンゴイズム | jingoïsme (een vorm van overdreven patriottisme) |
| jingū-神宮 | (lett. paleis van de goden) een shinto schrijn [heiligdom] |
| jinki-人気 | het temperament [de stemming] van mensen in een bepaald gebied |
| jinma-蕁麻 | (Japanse) brandnetel (Urtica thunbergiana) |
| jinryoku-尽力 | (zware) inspanning; kracht; moeite; onderneming |
| jinshō-腎症 | (symptomen van) nierziekte; nefropathie |
| jion-字音 | de Sino-Japanse lezing [uitspraak] van een kanji [Chinees karakter] |
| jipangu-ジパング | Zipangu, de naam waarmee naar Japan wordt verwezen in Marco Polo's Reizen (het Engelse woord Japan is daarvan afgeleid) |
| jisen-耳栓 | traditionele oorbellen uit de Japanse Jomon periode |
| jisen-自薦 | het zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
| jisensuru-自薦する | zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
| jishin-磁針 | magneetnaald; kompasnaald |
| JISkikaku-JIS規格 | Japanse Industriële Standaarden |
| jissen-実践 | (praktische) toepassing; (uit)oefening; het in de praktijk brengen |
| jisshi-実施 | uitvoering; toepassing; implementatie |
| jisu-ジス | (Japanese Industrial Standard) Japanese industriële standaard |
| jiten-時点 | (op een bepaald) moment; per ... |
| jitennettokessai-時点ネット決済 | (Japans bankwezen jargon) Designated Time Net Settlement (DTNS) |
| jitenshadō-自転車道 | fietspad |
| jitsudan-実弾 | een echte [geladen] patroon [kogel] |
| jitsugaku-実学 | praktische wetenschap; toegepaste wetenschap |
| jiyūjikan-自由時間 | vrije tijd; tijd voor ontspanning |
| jī・pī・esu-ジー・ピー・エス | gps (wereldwijd plaatsbepalingssysteem) |
| jō-情 | gevoel(ens); sentiment; emotie; compassie; medeleven |
| jō-情 | passie; liefde; lust |
| jōba-乗馬 | paardrijden |
| joban-序盤 | beginfase (van een campagne, oorlog, etc.) |
| jōbasuru-乗馬する | paardrijden |
| jōbi-常備 | paraat zijn; klaar staan |
| jōdo-浄土 | (boeddh.) het pure [zuivere] land; het boeddhistisch paradijs; Sukhāvatī; het Westelijke paradijs (van Amida Boeddha) |
| jōdoshinshū-浄土真宗 | Jōdoshinshū, Japanse Boeddhistische stroming |
| jōhōshūsei-上方修正 | opwaartse aanpassing [herziening; waardering] (van aandelen of kapitaal) |
| jōi-攘夷 | afkeer [uitsluiting] van vreemdelingen [buitenlanders] (in Japan m.n. in de Bakumatsu periode, 1853-1868) |
| joji-助辞 | (grammatica) partikel |
| jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
| jōkiatsu-蒸気圧 | dampdruk; dampspanning |
| jokkī-ジョッキー | jockey (paardrijder) |
| jōkō-条項 | clausule; artikel; bepaling; voorwaarde |
| jōkyaku-乗客 | passagier (in boot, trein, vliegtuig, auto, e.d.) |
| jomei-助命 | het sparen van iemand's leven; genade; clementie; gratie verlening |
| jōmoku-条目 | artikel; clausule; bepaling; beding |
| jōmon-縄文 | (afk. voor) Jōmon aardewerk (met een touw-patroon) |
| jōmon-縄文 | (afk. voor) Jōmon tijdperk (in Japan, ca. 14000-1000 v.Chr.) |
| jōmondoki-縄文土器 | Jōmon-aardewerk (met touwpatroon, gemaakt tijdens de Jōmon-periode) |
| jōmonjidai-縄文時代 | Jōmon tijdperk (in Japan, ca. 14000-1000 v.Chr.) |
| jōmyakuryū-静脈瘤 | spatader |
| jōnetsu-情熱 | passie; enthousiasme; bezieling; gedrevenheid |
| jorōgumo-女郎蜘蛛 | (alleen 絡新婦) spin yōkai, een mythische wezen uit de Japanse folklore |
| jōruri-浄瑠璃 | (m.n. bij bunraku poppentheater) traditionele Japanse verhalende muziek (waarbij de verteller (tayū) zingt o.b.v. een shamisen) |
| joseikaihō-女性解放 | vrouwenemancipatie |
| jōseki-定石 | een vaste zet [reeks zetten] bij go of Japans schaken; een standaard tactiek [methode; formule] |
| joshi-助詞 | (grammatica) partikel |
| joshuseki-助手席 | (voertuigen) passagiersstoel; passagierplaats (naast de bestuurdersplaats) |
| jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
| jōyoku-情欲 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
| jōza-上座 | (in een Japanse kamer) de zitplaats ver van de ingang en het dichtste bij de alkoof |
| jūbakoban-重箱判 | standaard Japans papierformaat (182 x 206 mm) |
| jūbyō-重病 | (afk. voor) ernstig zieke patiënt |
| jūbyōkansha-重病患者 | ernstig zieke patiënt |
| jūdan-銃弾 | (geweer)kogel; patroon |
| judō-受動 | inactiviteit; passiviteit |
| judōkitsuen-受動喫煙 | het meeroken; passief roken (de rook inhaleren van de sigaret, sigaar of pijp van een ander) |
| judōtai-受動態 | (grammatica) lijdende [passieve] vorm (van een werkwoord) |
| judōteki-受動的 | inactief; passief |
| jūgekisen-銃撃戦 | vuurgevecht; schietpartij |
| jūgun'ianfu-従軍慰安婦 | troostmeisje (als prostituee gebruikte gevangene van de Japanse bezetters in WO II) |
| jūjutsu-柔術 | jiujitsu (Japans worstelen) |
| jūminsanka-住民参加 | burgerparticipatie; inspraak |
| junangeki-受難劇 | passiespel |
| junankyoku-受難曲 | passiemuziek (over het lijden van Christus) |
| junansetsu-受難節 | het (grote) vasten (veertigdaagse vasten, van Aswoensdag tot Pasen) |
| junanshū-受難週 | passieweek |
| junkai-巡回 | patrouille; verkenning; rondgang; tour |
| junken-巡見 | inspectiereis; patrouille; rondgaan om inspecties [controles] uit te voeren |
| junkō-巡行 | (doelgerichte) patrouille [patrouillering] (van stadsdelen of kwartieren e.d.); inspectieronde |
| junkyo-準拠 | conformiteit; aanpassing; gelijkvormigheid; overeenstemming; navolging |
| junkyohō-準拠法 | geldend recht; toepasselijke wetgeving (bij Internationale transacties, geschillen, e.d.) |
| junnō-順応 | aanpassing; conformatie; inschikkelijkheid; acclimatisatie |
| junnōsei-順応性 | aanpassingsvermogen |
| junnōsuru-順応する | (zich) aanpassen; conformeren (aan); acclimatiseren |
| jūnō-十能 | kolenschep; kolenschop; vuurpan |
| junra-巡邏 | patrouille; ronde |
| junsai-蓴菜 | de waterplant Brasenia schreier (waarvan de jonge loten en bladeren in Japan gegeten worden) |
| junshi-巡視 | patrouille; inspectieronde |
| jun'yō-準用 | het toepassen van (bepalingen van) regelgeving [wetgeving] |
| jurōjin-寿老人 | Jurōjin, god van een lang leven (vaak afgebeeld met lange baard en staf), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| jūryō-十両 | 10-ryo, oude Japanse munteenheid |
| jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
| jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
| jūtanbakugeki-絨緞爆撃 | tapijtbombardement (waarbij een groot aantal bommen over een heel gebied worden uitgestrooid, in plaats van bepaalde doelen te raken) |
| jutsubu-述部 | het onderwerp (met bepalingen) van een zin |
| jūyō-充用 | het iets reserveren [toewijzen; aanwenden] (voor een bepaald doel) |
| jūzume-重詰め | het inpakken van gerechten in een stapeldoos |
| ka-か | een slotpartikel (geeft een vraag of twijfel aan) |
| ka-火 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) vuur |
| ka-科 | departement; afdeling; faculteit; specialisatie; afdeling; onderverdeling |
| ka-課 | afdeling; sectie; departement |
| kaba-河馬 | nijlpaard |
| kabane-姓 | (arch.) erfelijke eretitel voor het hoofd van een clan (in het oude Japan) |
| kābonshi-カーボン紙 | carbonpapier |
| kabosu-かぼす | kabosu (citrusvrucht: Citrus sphaerocarpa) |
| kabu-蕪 | raap; knolraap (Brassica rapa) |
| kabuki-歌舞伎 | Kabuki (traditioneel Japans theater) |
| kabura-鏑 | (afk. voor) een pijl met een fluitje aan de pijlpunt, dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan |
| kaburaya-鏑矢 | een pijl waar aan de punt een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
| kabutomushi-兜虫 | Japanse neushoornkever (Trypoxylus dichotomus) |
| kachiku-家畜 | vee; levende have (koeien, paarden, varkens, schapen, etc.) |
| kachitoru-勝ち取る | (iets) verkrijgen [verwerven; behalen] (na inspanning of strijd); winnen |
| kachō-家長 | pater [mater] familias; het hoofd van een familie |
| kachō-家長 | patriarch; matriarch |
| kachōfūgetsu-花鳥風月 | schoonheid in de natuur; de natuurlijke schoonheden in de Japanse esthetiek |
| kachōga-花鳥画 | vogel- en bloemschilderingen (m.n. in de Chinese en Japanse schilderkunst) |
| kadai-歌題 | de titel van een (Japans) gedicht |
| kaden-家電 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kadō-華道 | Japanse bloemsierkunst; Japans bloemschikken |
| kaeri-返り | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaeriten-返り点 | aantekeningen in Chinese klassieke teksten die de omgekeerde leesvolgorde van de Japanse betekenis duiden |
| kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
| kafēpaurisuta-カフェーパウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
| kafu-家父 | pater familias (het hoofd van een familie) |
| kafū-歌風 | (Japanse waka) poëtische [dichterlijke] stijl |
| kafuchō-家父長 | patriarch |
| kafuchōsei-家父長制 | patriarchaat |
| kagaku-歌学 | studie van Japanse waka (poëzie) |
| kagen-加減 | aanpassing; verbetering; matiging; de juiste hoeveelheid gebruiken (b.v. van kruiden) |
| kago-歌語 | woorden of uitdrukkingen die hoofdzakelijk in traditionele (Japanse) poëzie worden gebruikt; poëtische woorden |
| kahi-歌碑 | een stenen monument met een inscriptie van een waka (oud Japanse gedicht) |
| kahōshūsei-下方修正 | neerwaartse herziening [aanpassing; correctie] |
| kai-械 | mechanisme; apparaat; machine |
| kai-櫂 | peddel; paddel; roeispaan |
| kaiba-海馬 | zeepaardje |
| kaibun-回文 | palindroom; keerwoord |
| kaichō-開帳 | het openen (op bepaalde dagen) van de gordijnen of deuren van een heiligdom, zodat het publiek het verborgen Boeddhabeeld kan zien |
| kaichō-開張 | vleugelspanwijdte van insecten, vogels e.d.; het openspreiden van vleugels |
| kaien-開園 | de opening (van een dierentuin; park; botanische tuin, etc.) |
| kaifukujutsu-開腹術 | laparatomie (buikoperatie) |
| kaigaishinshutsu-海外進出 | handel expansie [uitbreiding] overzee; uitbreiding van handel naar het buitenland |
| kaigen-戒厳 | in hoogste staat van paraatheid [waakzaamheid] verkeren |
| kaigen-改元 | verandering van de naam van een tijdperk in Japan (m.n. bij een nieuwe keizerlijke troonsbestijging) |
| kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
| kaigyō-改行 | een nieuwe regel [paragraaf] |
| kaigyōsuru-改行する | met een nieuwe regel [paragraaf] beginnen |
| kaijōhoanchō-海上保安庁 | (Japanse) kustwacht |
| kaikoku-開国 | de openstelling van een land [van Japan] (voor de rest van de wereld) |
| kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
| kairō-回廊 | gang; hal; galerij; passage |
| kairo-回路 | denkpatroon; gedachtestroom |
| kairo-懐炉 | warmtepleister; hotpack |
| kaiseki-懐石 | traditioneel Japans banket |
| kaisekiryōri-懐石料理 | traditioneel Japans banket |
| kaisen-回戦 | partij; ronde (in een wedstrijd, toernooi, e.d.) |
| kaishū-改修 | herstel; reparatie; renovatie |
| kaisō-改装 | het bewerken [moderniseren] van de verpakking [vormgeving] (van b.v. boeken, e.d.) |
| kaisuigi-海水着 | zwemkleding; badpak; zwembroek |
| kaiten-回天 | bemande (kamikaze) torpedo in gebruik bij de Japanse Marine tijdens de 2de wereldoorlog |
| kaizō-改造 | reconstructie; aanpassing (van voertuigen, machines e.d.) |
| kaizokutō-海賊党 | piratenpartij |
| kajika-鰍 | rivierdonderpad (vis: Cottus pollux) |
| kajino-カジノ | casino; gokpaleis |
| kajitori-舵取り | (lett. of fig.) het sturen (in een bepaalde richting); aan het roer staan; leiderschap; leiding |
| kajuaru-カジュアル | informeel; ontspannen; ongedwongen |
| kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
| kakaru-掛かる | omwikkelen; inpakken; bedekken |
| kakeashi-駆け足 | looppas; galop; draf |
| kakegami-掛け紙 | inpakpapier; wikkel |
| kakehashi-懸け橋 | (fig.) brug [verbinding] (tussen twee partijen, e.d.); tussenpersoon |
| kakehashi-懸け橋 | loopbrug; houten looppad (b.v. op een berg langs een afgrond) |
| kakejaya-掛け茶屋 | (eenvoudig) theehuis [café] langs de weg of in een park |
| kakeme-掛け目 | leenwaarde; verhouding van de hoogte van een lening t.o.v, het onderpand |
| kakemochi-掛け持ち | het hebben van twee verschillende (parttime) banen |
| kakemono-掛け物 | kakemono, een Japanse schildering [kalligrafie] op een hangende rol van papier of zijde |
| kakeru-掛ける | (iets) gebruiken; toepassen; veroorzaken |
| kakesu-懸巣 | Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kaki-柿 | kaki vrucht (Japanse perzik) |
| kaki-牡蠣 | (Japanse) oester |
| kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
| kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
| kaku-掻く | paddelen; harken |
| kaku-角 | (bij shōgi, Japans schaken) bisschop |
| kakuchō-拡張 | expansie; uitbreiding; verlenging; vergroting |
| kakugo-覚悟 | mentale voorbereiding [gereedheid]; paraatheid |
| kakujoshi-格助詞 | naamvalspartikel (ka, no, o, ni, e, to, de, kara, yori) |
| kakujū-拡充 | uitbreiding [expansie; vergroting] (van een werkplek, productielijn, e.d.) |
| kakuritsu-確立 | vaststelling; bepaling; vestiging; instelling; opstelling |
| kakusode-角袖 | Japanse kleding (kimono) |
| kakutei-確定 | besluit; beslissing; bepaling; vastlegging; vaststelling |
| kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
| kakuteru・pātī-カクテル・パーティー | cocktailpartij; middagborrel |
| kakuzai-角材 | balk; vierkante paal |
| kamado-竈 | traditioneel Japans fornuis [kooktoestel] (gestookt op hout of houtskool) |
| kamaeru-構える | een bepaalde houding aannemen (b.v. ter verdediging); gereed hebben; bij de hand hebben; klaar staan (om te); voorbereiden |
| kamasu-魳 | (Japanse) barracuda (Sphyraena japonica) |
| kame-亀 | schildpad |
| kamebushi-亀節 | bonitovlokken van een stuk gedroogde tonijn (in de vorm van een schildpad-schild) |
| kamenokō-亀の甲 | het rugschild van een schildpad |
| kamenokō-亀の甲 | het (schildpadschild-vormige) bovendek bij de boeg van een Japans schip (ter bescherming tegen opspattend water.) |
| kami-紙 | papier |
| kamibaitai-紙媒体 | papieren media |
| kamibana-紙花 | papieren bloemen (vaak gebruikt bij begrafenissen) |
| kamibasami-紙挟み | paperclip; papierklem |
| kamikuzu-紙屑 | snippers papier; papier afval |
| kaminazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kaminendo-紙粘土 | papier-maché |
| kaminokuni-神の国 | land der goden; Japan |
| kamisama-神様 | (figuurlijke stijlfiguur om een autoriteit op een bepaald gebied te noemen) expert; groot deskundige; meester |
| kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
| kamisori-剃刀 | scheermes; scheerapparaat |
| kamisuki-紙漉き | het maken van papier |
| kamisuki-紙漉き | papiermaker |
| kamiyasuri-紙鑢 | schuurpapier |
| kamiyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| kamiza-上座 | (in een Japanse kamer) de zitplaats ver van de ingang en het dichtste bij de alkoof |
| kamizaiku-紙細工 | producten [artikelen] gemaakt van papier |
| kamizutsumi-紙包み | (met papier) ingepakt pakket; het iets inpakken [verpakken] met papier |
| kamon-渦紋 | werveling [draaikolk] patroon; voluut patroon |
| kamonanban-鴨南蛮 | een Japans gerecht van soep met soba of udon noedels, eendenvlees, en uien |
| kamoshidasu-醸し出す | een bepaalde stemming [sfeer] creëren [teweegbrengen]; een bepaald gevoel geven |
| kan-款 | wetsartikelen; artikel [voorwaarde; paragraaf] in een overeenkomst |
| kan-館 | openbaar gebouw; instituut; zaal; hal; paviljoen |
| kana-仮名 | kana: Japans schrift (hiragana en katakana) |
| kanagutsuwa-金轡 | metalen bit (mondstuk voor paarden) |
| kanahebi-金蛇 | Japanse (gras)hagedis (Takydromus tachydromoides) |
| kaname-要 | (afk. voor) Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
| kanamemochi-要黐 | Japanese photinia (plant, Photinia glabra) |
| kanawanai-敵わない | niet opgewassen zijn tegen; geen partij zijn voor |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanba-悍馬 | een onstuimig [onhandelbaar; weerbarstig] paard |
| kanba-汗馬 | een bezweet [zwetend] paard |
| kanbōchōkan-官房長官 | leider van het kabinetssecretariaat [kabinetschef] van Japan |
| kanbukuro-紙袋 | papieren zak |
| kanbun-漢文 | een Japanse tekst die uitsluitend uit kanji (Chinese karakters) bestaat |
| kanbutsu-灌仏 | parfum over een boeddhabeeld gieten |
| kangaekata-考え方 | denkwijze; denkpatroon; denktrant; manier van denken; gedachtegang; opvatting |
| kangaku-漢学 | in Japan, de premoderne studie van China (m.n. het Confucianisme); sinologie |
| kango-漢語 | van oorsprong Chinees woord [Chinese uitdrukking] in het Japans |
| kanja-患者 | patiënt; zieke |
| kanji-漢字 | Chinese karakters in het Japans |
| kanjin-勧進 | boeddhistisch zendingswerk; het mensen aanmoedigen het boeddhistische pad [de boeddhistische leer] te volgen |
| kanjin-勧進 | het inzamelen van donaties voor de bouw en reparatie van heiligdommen, tempels, e.d. |
| kanjitsugetsu-閑日月 | innerlijke rust; ontspannen zijn |
| kanjō-灌頂 | esoterisch-boeddhistisch ritueel (het gieten van geparfumeerd water over iemands hoofd tijdens de overdracht van de Dharma) |
| kanjō-灌頂 | onderwijzing [lering] van de geheimen van Japanse poëzie |
| kanjōinyū-感情移入 | empathie |
| kankaku-間隔 | tussenruimte; interval; spatie (in tekst) |
| kankan-漢奸 | een Chinese landverrader (iemand die collaboreerde met de Japanners) |
| kankan-閑閑 | een kalme, ontspannen gemoedstoestand |
| kankō-還幸 | terugkeer van een Keizer naar het paleis |
| kankōmokusetsu-款項目節 | begrotingsposten van de oude Japanse belastingwet |
| kanmin-官民 | ambtenaar en burger; overheid en burgerij; publieke en particuliere sector |
| kannazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kannin-寛仁 | Kannin (periode in Japanse jaartelling (april 1017 - februari 1021) |
| kannō-感応 | gevoeligheid; sympathie; toewijding |
| kannon-観音 | Kannon, de Japanse naam voor de bodhisattva Avalokitesvara |
| kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
| kanokomadara-鹿の子斑 | witgevlekt patroon (witte vlekken op een bruine achtergrond, zoals bij een hert) |
| kanokomochi-鹿の子餅 | Japans snoepgoed, mochi (rijstcake) met zoete rode bonenpasta |
| kanokoshibori-鹿の子絞り | knoopverven, een tie-dyetechniek (waarmee men op textiel een gevlekt patroon aanbrengt) |
| kanpa-カンパ | campagne (publieke actie); geldinzamelingsactie |
| kanshu-巻首 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kansō-観相 | Japanse gedicht over menselijke (sociale) omstandigheden en het leven |
| kantaiheiyōgōdōenshū-環太平洋合同演習 | RIMPAC, the Rim of the Pacific Exercise ('s werelds grootste internationale maritieme oorlogsoefening) |
| kantō-巻頭 | begindeel [titelpagina; eerste pagina] van een boek(rol) |
| kantōjoshi-間投助詞 | partikel als tussenwerpsel [interjectie] (sa, yo, ne) |
| kanto・pantsu-カイト・パンツ | kitepants (een broek voor kitesurfen) |
| kanwa-漢和 | China en Japan |
| kanwa-漢和 | (kanji) woordenboek van Chinese karakters in het Japans |
| kanwa-緩和 | versoepeling; verlichting; verzachting; ontspanning |
| kanwajiten-漢和辞典 | kanji woordenboek (woordenboek met Japanse definities van kanji en kanji combinaties) |
| kanzeyori-観世縒り | (een slinger van) in elkaar gedraaide dunne stroken Japans papier |
| kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
| kan'en-肝炎 | hepatitis; geelzucht |
| kan'on-漢音 | een van de drie Sino-Japanse leeswijzen |
| kan'yōon-慣用音 | ingeburgerde Sino-Japanse lezing, die niet tot een van de bestaande on-yomi behoort |
| kaoku-家屋 | huis; gebouw; woning; pand |
| kaori-香り | (aangename) geur; aroma; parfum |
| kappa-河童 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
| kappō-割烹 | het Japans koken |
| kappō-割烹 | Japans restaurant |
| kappōgi-割烹着 | Japans (keuken)schort met lange mouwen |
| kappōten-割烹店 | Japans restaurant |
| kappuku-割腹 | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| kappuru-カップル | paar; stel; koppel |
| karaaya-唐綾 | Chinees brokaat; satijn met een reliëfpatroon in Chinese stijl |
| karaguruma-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karamatsu-唐松 | Japanse lariks(boom) |
| karanishiki-唐錦 | Chinees brokaat; brokaat in Chinese stijl (gekenmerkt door patronen met rode tinten waardoor het vaak wordt vergeleken met herfstbladeren) |
| karasuki-唐鋤 | ploeg (getrokken door een os of paard) |
| karatachibana-唐橘 | Japanse hulst (Ardisia crispa) |
| kareobana-枯れ尾花 | verdord Chinees prachtriet [Japans pampasgras] (Miscanthus sinensis) |
| karigurafīyōshi-カリグラフィー用紙 | kalligrafie papier; papier om te kalligraferen |
| karikoshi-借り越し | het teveel lenen; te zware lening (in verhouding met het onderpand) |
| karikyuramu-カリキュラム | curriculum; leerplan; lespakket |
| karimiya-仮宮 | een tijdelijk heiligdom [paleis] |
| karipasu-カリパス | een krompasser (meetinstrument) |
| karō-過労 | veel overwerk; het buitensporig hard werken; het zich teveel inspannen |
| karu-駆る | voortdrijven; voortjagen; opdrijven (van vee); het paard de sporen geven |
| karubi-カルビ | kalbi [galbi} vleesgerecht met runderrib (uit de Koreaanse keuken in Japan) |
| karupatcho-カルパッチョ | carpaccio (dunne plakjes rauwe ossehaas) |
| karuta-カルタ | karuta (traditioneel Japans kaartspel) |
| karute-カルテ | medisch dossier; patiëntenkaart |
| kasa-傘 | paraplu; parasol |
| kasa-笠 | lampenkap; kap van een lantaarn; hoed van een paddenstoel |
| kasa-笠 | naam van een (Japans) familiewapen |
| kasanaru-重なる | bij elkaar passen; overeenkomen met |
| kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
| kasha-火車 | een Japans mythisch monster (waarvan wordt vertelt dat het lijken eet) |
| kashi-かし | eindpartikel, benadrukt en versterkt de betekenis |
| kashibiru-貸しビル | gebouw [pand] dat te huur staat |
| kashidori-樫鳥 | (een bijnaam, vanwege het eikeltjes eten, voor カケス) Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kashitsu-過失 | (jur.) nalatigheid; culpa |
| kashō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
| kasho-歌書 | Japanse poëziebundel; bundel (over) Japanse (waka) poëzie |
| kasho-箇所 | passage (in een tekst) |
| kasōkūkan-仮想空間 | (computer) virtuele ruimte; cyberspace |
| kasuri-絣 | weeftechniek waarbij de draden speciaal voor het weefpatroon worden geverfd |
| kasutamaizu-カスタマイズ | maatwerk; aanpassen naar de wensen van de klant |
| kasutamu・kā-カスタム・カー | aangepaste auto; auto op maat (gebouwd aan de hand van specificaties van de koper) |
| kata-形 | vorm; figuur; patroon; stijl |
| kataashi-片足 | een paar schoenen [sokken] |
| katagami-型紙 | papieren knippatroon (voor het maken van kleding) |
| katagami-型紙 | papieren sjabloon (voor verfpatronen) |
| katai-歌体 | vorm van waka, Japanse dichtkunst |
| katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
| katakuchiiwashi-片口鰯 | Japanese ansjovis (Engraulis japonica) |
| katakurushii-堅苦しい | stijf; ongemakkelijk; formeel; gespannen; onbuigzaam; streng |
| katan-荷担 | deelname; participatie; medewerking |
| katana-刀 | (Japans) zwaard |
| katashiro-形代 | een papieren pop die in Shinto rituelen wordt gebruikt voor zuivering |
| katateochi-片手落ち | oneerlijk [eenzijdig; partijdig; vooringenomen] zijn |
| kataude-片腕 | iemands meest capabele en betrouwbare assistent |
| katawa-片端 | onbetamelijkheid; ongepastheid |
| kataware-片割れ | fragment; afgebroken stuk; part |
| katchiri-かっちり | strak; compact |
| kateidenkiseihin-家庭電気製品 | elektrisch huishoudapparaat; elektrisch apparaat voor in huis |
| katen-加点 | toevoeging van leestekens voor Japanse lezingen van Chinese (kanbun) teksten |
| kāton-カートン | een slof sigaretten of sigaren; kartonnen grootverpakking met een aantal doosjes of pakjes bij elkaar |
| kātorijji-カートリッジ | patroon; cartridge; vulling; cassette; container |
| katsu-喝 | (zen boeddhisme) uitroep om iemand uit een spirituele impasse [fixatie] te halen |
| katsudō-活動 | activiteit; actie; beweging; inspanning; bedrijvigheid |
| katsuro-活路 | overlevingsstrategie; ontsnappingswijze; uitweg (uit moeilijkheden, impasse, e.d.) |
| katsuyō-活用 | praktisch gebruik; toepassing; benutting |
| kawa-側 | omhulsel; verpakking; behuizing; kast (van een horloge); dek; cover |
| kawago-皮籠 | een mand bekleed met leer (of met papier) |
| kawara-瓦 | dakpan |
| kawara-航 | een lange, dikke houten plaat die van de boeg van een Japans schip naar de achtersteven gaat |
| kawarasenbei-瓦煎餅 | een harde rijstcracker in de vorm van een dakpan |
| kawatarō-河太郎 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
| kawayanagi-川柳 | Japanse katjeswilg (Salix gilgiana) |
| kaya-榧 | Japanse taxus (Torreya nucifera) |
| kayoiji-通い路 | (vaste) route; traject; passage |
| kayoimichi-通い道 | passage; gang; vaste route |
| kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
| kayu-粥 | (rijste)pap |
| kayubara-粥腹 | het (zwakke) gevoel in de maag na het eten van (rijst)pap (i.p.v. stevig voedsel) |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
| kechi-けち | zuinigheid; gierigheid; krenterigheid; spaarzaamheid |
| kedo-けど | toch? (een partikel aan het eind van een elliptische zin waarmee de reactie van de gesprekspartner gepeild wordt) |
| kei-桂 | het paard in het Japans schaakspel shōgi |
| kei-罫 | kader; rasterpatroon |
| kei-罫 | lijn op papier; regel |
| keiba-競馬 | de paardenrennen; paardenraces |
| keijidōsha-軽自動車 | kleine [compacte] auto; licht voertuig; minicar |
| keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
| keikasuru-経過する | (van tijd) voorbijgaan; passeren |
| keiki-京畿 | gebied(en) in de buurt van Kyoto [van het keizerlijk paleis} |
| keikodai-稽古台 | trainingspartner; oefenpartner |
| keikogi-稽古着 | trainingspak; trainingsjas (bij judō, kendō etc.) |
| keimōkatsudō-啓蒙活動 | informatiecampagne |
| keira-警邏 | (politie) patrouille; (inspectie)ronde |
| keirasuru-警邏する | patrouilleren |
| keiren-痙攣 | stuiptrekking; spasme; kramp |
| keiro-経路 | pad; route |
| keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
| keisaku-警策 | zweepje (voor paardrijden) |
| keisanpu-経産婦 | multipara; vrouw die meerdere kinderen heeft gebaard |
| keiseki-蛍石 | fluoriet; vloeispaat |
| keisen-経線 | parallel van de lengtegraad [meridiaan] |
| keishichō-警視庁 | hoofdstedelijke politie; politiekorps van Tokio (MPD, Metropolitan Police Department) |
| keitaijōhōtanmatsu-携帯情報端末 | persoonlijke digitale assistent (PDA) (palmtop, zakcomputer of handpalmcomputer) |
| keitei-径庭 | (groot) verschil; kloof; discrepantie; ongelijkheid |
| keitōdateru-系統立てる | systematiseren; (ideeën, kennis, informatie. etc.) ordenen volgens een bepaald principe of bepaalde regel |
| keiyakusaki-契約先 | bedrijf of persoon die een contract met een zakelijke partner heeft |
| keiyōdōshi-形容動詞 | zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord; Japans na-adjectief |
| keiyōshi-形容詞 | bijvoeglijk naamwoord; Japans i-adjectief (verbaal adjectief) |
| keiyōshiku-形容詞句 | bijvoeglijke bepaling |
| keizaidantairengōkai-経済団体連合会 | Nippon Keidanren, een Japanse organisatie die tot doel heeft de economische groei in en buiten Japan duurzaam te stimuleren |
| keizaika-経済家 | een spaarzame [zuinige; gierige] persoon; krent; vrek |
| kekkafuza-結跏趺坐 | lotus positie (bij yoga); padmasana |
| kekkonaite-結婚相手 | huwelijkspartner; echtgenoot [echtgenote] |
| kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
| kemonomichi-獣道 | dierenspoor; spoor [pad] dat door dieren wordt gevormd |
| ken-間 | telwoord voor de ruimte tussen pilaren in de Japanse architectuur |
| ken-間 | de lijnen op het speelbord van go of shogi (Japans schaken) |
| kenba-犬馬 | honden en paarden |
| kenchi-検知 | het via apparatuur de oorzaak van een defect [storing; gebrek] achterhalen |
| kenchin-巻繊 | (afk. voor) Japanse tofu- en groentenstoofpot |
| kenchinjiru-巻繊汁 | Japanse tofu- en groentenstoofpot |
| kendō-剣道 | kendō (Japans zwaardvechten) |
| kenjin-県人 | iemand die afkomstig uit een bepaalde prefectuur; inwoner van een bepaalde prefectuur |
| kenkaku-懸隔 | verschil; discrepantie; kloof |
| kenkengōgō-喧喧囂囂 | tumult; oproer; pandemonium |
| kenmei-懸命 | ijver; toewijding; grote inspanning; je uiterste best |
| kenpōkinenbi-憲法記念日 | Dag van de Grondwet (in Japan op 3 mei) |
| kenro-険路 | steile [hellende] weg [straat]; steil pad |
| kensaku-検索 | het opzoeken (b.v. in een woordenboek); het zoeken naar bepaalde informatie [gegevens] (in documenten, op internet, etc.) |
| kenshikan-検死官 | patholoog anatoom; lijkschouwer |
| kenshikan-検視官 | patholoog-anatoom; lijkschouwer; forensisch-medisch specialist |
| kenshō-憲章 | handvest; pact; charter |
| kenshō-肩章 | epaulet |
| kenshutsuki-検出器 | detector (apparaat) |
| kensōun-巻層雲 | cirrostratus (transparante wolk van ijskristallen) |
| kentoshi-ケント紙 | Kent-papier |
| kenukiawase-毛抜き合わせ | het perfect [precies] in [aan] elkaar passend zijn (van stukken stof; patronen, e.d.) |
| kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
| ken'yaku-倹約 | zuinigheid; spaarzaamheid |
| kera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
| keshi-芥子 | papaver; klaproos |
| keshitsubu-芥子粒 | maanzaad; papaverzaad |
| kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
| kesshō-結晶 | resultaat (van hard werken, inspanning, e.d.); uitkomst; vrucht |
| kettei-闕庭 | keizerlijke tuin; paleistuin |
| keyaki-欅 | Japanse zelkova boom (Zelkova serrata) |
| ki- 軌 | wagenspoor; wielspoor; wagenpad; wagenweg; karrenweg |
| ki-亀 | (in kanji combinaties) schildpad |
| ki-亀 | (in kanji combinaties) het rugschild van een schildpad |
| ki-棋 | (in kanji combinaties) bordspel go of (Japans) schaken |
| ki-機 | machine; apparaat; mechanisme |
| kiba-騎馬 | het paardrijden |
| kiba-騎馬 | paardrijder; ruiter |
| kibakeikan-騎馬警官 | bereden politie; politie te paard |
| kibakyokugei-騎馬曲芸 | acrobatiek [stunts; kunstjes] te paard |
| kibansetsubi-基盤設備 | basisapparatuur (computer term) |
| kibarashi-気晴らし | afleiding; ontspanning; amusement |
| kibaru-気張る | zich (tot het uiterste) inspannen; zwoegen |
| kiboku-亀卜 | waarzeggerij met behulp van het schild van een schildpad (door dat te verbranden en daarna het patroon van de scheuren die waren ontstaan te bekijken) |
| kibutsu-器物 | algemene term gebruikt voor apparaten en gebruiksvoorwerpen |
| kichi-貴地 | (beleefd) plaats [stad; land] van de gesprekspartner |
| kigami-生紙 | ongelijmd [ongegomd] papier |
| kigata-木型 | houten from [model; patroon] |
| kigo-季語 | seizoenwoord (voor verwijzingen naar seizoenen in Japanse gedichten) |
| kijō-机上 | iets dat op tafel ligt; iets dat ter discussie staat; een plan dat nog niet uitgevoerd [toegepast] is |
| kijō-騎乗 | het paardrijden |
| kikai-器械 | machine; apparaat; instrument |
| kikajin-帰化人 | immigrant naar het oude Japan vanuit China of Korea |
| kikan-帰還 | (militair) repatriëring |
| kikan-旗艦 | vlaggenschip (fig.); paradepaardje |
| kikanshi-機関紙 | bulletin; partijorgaan; nieuwsbrief |
| kiketsu-既決 | besloten [bepaald; vastgesteld] zijn |
| kiki-機器 | apparatuur; machines |
| kikidokoro-聞き所 | (van een speech) een belangrijk punt; het belangrijkste deel; de belangrijkste passage |
| kikka-菊花 | chrysantenbloem patroon |
| kikkō-亀甲 | het rugschild van een schildpad |
| kikkō-亀甲 | (afk. voor) schildpadschild vorm; hexagonaal patroon |
| kikkōgata-亀甲形 | schilldpadschild vorm; hexagonaal patroon |
| kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
| kiku-菊 | mon (Japans familiewapen) in de vorm van een chrysant |
| kiku-規矩 | passer en liniaal |
| kikuban-菊判 | standaard Japans papierformaat (huidig: 150 x 220 mm; vroeger: 636 x 939 mm) |
| kikurage-木耳 | judasoor (paddenstoel: Auricularia auricula-judae) |
| kikusuru-掬する | iemand begrijpen; zich inleven; meeleven; empathie tonen |
| kikyū-企及 | poging [inspanning] (om iets te bereiken, je achterstand in te halen, of gelijk te komen) |
| kimekomi-木目込み | techniek om traditionele Japanse houten poppen te maken (waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
| kimekomi-木目込み | geperste reliëf afbeelding (collage van lagen washi papier) |
| kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
| kimekominingyō-木目込み人形 | traditionele Japanse houten pop (gemaakt met een techniek waarbij in smalle groeven stof wordt gelijmd om de pop aan te kleden) |
| kimigayo-君が代 | kimigayo, het volkslied van Japan |
| kimono-着物 | kimono (Japanse kledingstuk) |
| kimonosurību-着物スリーブ | wijde rechthoekige mouw (als van een Japanse kimono) |
| kinaga-気長 | geduldig [relaxed; ontspannen] zijn |
| kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
| kinchi-錦地 | (beleefde wijze van aanduiden van de woon- of verblijfplaats van de gesprekspartner) uw woonplaats [adres] |
| kinchō-緊張 | spanning; nervositeit |
| kinchōgatazutsū-緊張型頭痛 | spanningshoofdpijn |
| kinchōkanwa-緊張緩和 | ontspanning; détente |
| kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
| kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
| kingaku-菌学 | mycologie (studie van schimmels en paddenstoelen) |
| kinkyoku-琴曲 | muziek gespeeld op de koto (Japans snaarinstrument); kotomuziek |
| kinoko-茸 | paddenstoel |
| kinokogari-茸狩り | het (eetbare) paddenstoelen plukken [verzamelen] |
| kinokogumo-きのこ雲 | paddenstoelwolk |
| kinōkyō-昨日今日 | pas [recent] (gebeurd) |
| kinrichōsei-金利調整 | rentetarief aanpassing |
| kinrōkanshanohi-勤労感謝の日 | Dag van de Arbeid (in Japan op 23 november) |
| kinsen-琴線 | snaar van een koto (Japans snaarinstrument) |
| kinshō-僅少 | een klein aantal; kleine hoeveelheid; slechts een paar |
| kinshō-金将 | de Gouden generaal (een stuk in Shōgi, Japans schaken) |
| kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
| kin'ei-禁衛 | de bewaking [bewakers] van het keizerlijk paleis |
| kin'ippū-金一封 | donatie [schenking; prijzengeld] (in een envelop of in papier gewikkeld) |
| kin'yūchō-金融庁 | FSA (Eng. Financial Services Agency), Financieel Advies Bureau van Japan |
| kin'yūkyōkō-金融恐慌 | financiële paniek [crisis] |
| kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
| kīpaddo-キーパッド | toetsenbord; toetsenpaneel |
| kireji-切れ字 | slotwoord aan het einde van een Japans gedicht (haiku, renga, e.a.) om een bepaald gevoel uit te drukken (b.v. 'kana') |
| kirema-切れ間 | onderbreking; pauze |
| kireme-切れ目 | pauze; onderbreking |
| kirengeshōma-黄蓮華升麻 | Japanse wasbloem (Kirengeshoma palmata) |
| kiri-桐 | Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) |
| kirie-切り絵 | papierknipkunst; geknipte afbeelding van papier |
| kirihanasu-切り放す | (in gedachten) scheiden [uit elkaar houden]; als twee aparte dingen beschouwen |
| kirihitoha-桐一葉 | één (vallend) blad van de Anna Paulownaboom (als teken van het begin van de herfst) |
| kirikami-切り紙 | de kunst van het papier snijden |
| kirikami-切り紙 | een afgeknipt stuk papier |
| kirikuzu-切り屑 | (etens)resten; kliekjes; spaanders; houtkrullen; (metaal) slijpsel |
| kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
| kirin-騏驎 | Japans biermerk Kirin |
| kirishitan-キリシタン | christen (in het feodale Japan) |
| kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
| kiryō-器量 | iemands capaciteiten [competentie] |
| kiryo-羈旅 | een term in Japanse gedichten (wake, haiku) die verwijst naar de gevoelens van reizen |
| kisanji-気散じ | afleiding; ontspanning |
| kisasage-木豇豆 | gele trompetboom (Catalpa ovata) |
| kisei-規正 | aanpassing; correctie; herziening |
| kiseichū-寄生虫 | parasiet |
| kisenyado-汽船宿 | (haven)hotel voor stoomboot passagiers (en tijdelijke opslag van hun particuliere baggage) |
| kiseru-キセル | traditionele Japanse tabakspijp |
| kiseru-着せる | bekleden (met); fineren; lakken; pantseren |
| kisha-騎射 | het boogschieten te paard |
| kishagurabu-記者グラブ | Japanse pers-club; groep verslaggevers van specifieke nieuwsorganisaties (met bronnen bij de overheid en bedrijven) |
| kishi-騎士 | een samoerai op een paard; een cavalerist |
| kishōchō-気象庁 | Japans Meteorologisch Instituut |
| kishoku-寄食 | het klaplopen; parasiteren |
| kishokusuru- 寄食する | klaplopen; parasiteren |
| kitamaebune-北前船 | handelsschepen op de Japanse Zee (Edo periode) |
| kitei-規定 | voorschrift; regel; bepaling; regelgeving |
| kitō-亀頭 | (lett. schildpaddenkop) glans; eikel (van de penis) |
| kitsuneken-狐拳 | vos-jager-dorpshoofd (een soort kansspel als steen-papier-schaar) |
| kitto-キット | set; uitrusting; pakket; bouwdoos; bouwpakket; (gereedschaps)kist |
| kizai-器財 | gereedschap; werktuigen; (huishoudelijke) apparaten |
| kizai-機材 | machines [apparatuur] en materiaal; machineonderdelen |
| kizokuin-貴族院 | (voormalig) Japanse Hogerhuis (tot 1947) |
| kizuta-木蔦 | Japanse klimop (Hedera rhombea) |
| kō-口 | woord gebruikt voor het tellen van personen, instrumenten, apparaten, etc. |
| ko-鼓 | traditionele Japanse handdrum |
| koagari-小上がり | verhoogde zitruimte met tatami-matten (gebruikelijk in Japanse traditionele restaurants) |
| koatari-小当たり | kleine jackpot (bij pachinko) |
| kōatsu-高圧 | (elektriciteit) hoogspanning |
| kōatsusen-高圧線 | hoogspanningsleiding; hoogspanningskabel; hoogspanningslijn |
| koba-木端 | dunne dakspaanders; houten dakpannen |
| kōbai-紅梅 | roodbloeiende Japanse abrikoos |
| koban-小判 | koban, oude Japanse (ovale gouden) munt (Edo periode) |
| koban-小判 | klein formaat (papier) |
| kōbi-交尾 | paring; copulatie (bij dieren) |
| kobīrokuban-小B6判 | standaard Japans papierformaat (112 x 174 mm) |
| kobushi-辛夷 | Japanse magnolia boom (Magnolia kobus) |
| kōchaku-降着 | (paardenrennen) terugzetting [verlaging van positie] in de einduitslag |
| kōchisho-拘置所 | huis van bewaring (voor gedaagden in hechtenis; en veroordeelden in afwachting van de hoogste strafvoltrekking in Japan) |
| kodaimurasaki-古代紫 | roodachtig paarse kleur |
| kodō-古道 | oude spirituele weg [moraal] van Japan voorafgaand aan de introductie van het boeddhisme en confucianisme |
| kodō-鼓動 | hartslag; polsslag; hartklopping; palpitatie |
| kōdōhōshin-行動方針 | actieplan; plan van aanpak |
| kōen-公園 | (openbaar) park |
| kōensha-後援者 | supporter; fan; sponsor; begunstiger; patroon; mecenas |
| kōgai-口蓋 | verhemelte; gehemelte; palatum |
| kōgai-構外 | buiten een bepaald gebied [terrein] |
| kōgaikotsu-口蓋骨 | verhemeltebeen (os palatinum) |
| kogara-小柄 | klein formaat; kleine maat; klein patroon (op stof) |
| kōgō-皇后 | (Japanse) keizerin; koningin |
| kōgōheika-皇后陛下 | Hare Majesteit de keizerin (van Japan) |
| kōgun-皇軍 | het keizerlijke leger (vroeger de algemene benaming voor leger en marine van Japan) |
| kōgyōdanchi-工業団地 | industriepark; industrieterrein |
| kōhaku-厚薄 | partijdigheid |
| kōhei-公平 | onpartijdigheid; rechtvaardigheid |
| kōheimushi-公平無私 | onpartijdigheid; eerlijk spel |
| kōhone-河骨 | Japanse gele waterlelie (Nuphar japonica) |
| kōi-好意 | genegenheid; sympathie |
| koi-恋 | liefde; hartstocht; passie |
| koika-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht; (bij dieren) paringsroep; lokroep |
| koikaze-恋風 | Koi kaze, titel van een bekende Japanse manga serie |
| koinobori-鯉幟 | traditionele karpervormige wimpels [windzakken] (worden in Japan opgehangen tijdens het Jongensfestival op 5 mei) |
| kojiki-古事記 | Kojiki; Kroniek van oude zaken (het oudste overgeleverde boek met mythen en sagen over de antieke geschiedenis van Japan) |
| kojin-個人 | individu; particulier; privé persoon |
| kojinbangō-個人番号 | Japans algemeen identiteitsnummer; (vgl. Ned. burgerservicenummer) |
| kojinkabunushi-個人株主 | particuliere aandeelhouder |
| kojinnenkin-個人年金 | persoonlijk [particulier] pensioen |
| kojinteki-個人的 | persoonlijk; individueel; particulier; privaat |
| kojin'yokin-個人預金 | particuliere rekening; persoonlijke storting |
| kōjō-皇城 | keizerlijk paleis [kasteel] |
| kojukei-小綬鶏 | Chinese bamboepatrijs (Bambusicola thoracicus) |
| kōkanshinkei-交感神経 | sympathisch senuwstelsel |
| kokkai-国会 | parlement; volksvertegenwoordiging (van Japan) |
| kokkaigiin-国会議員 | parlementslid; parlementariër; kamerlid |
| kokkaigijidō-国会議事堂 | parlementsgebouw |
| kokkaishingi-国会審議 | parlementair debat |
| kokkakōan'iinkai-国家公安委員会 | Nationale Commissie voor Openbare Veiligheid (Japan) |
| kokkun-国訓 | Japanse lezing van een Chinees karakter (waarbij soms de oorspronkelijke betekenis van de kanji wordt gewijzigd) |
| kōkoku-皇国 | het Japanse keizerrijk (onder de heerschappij van de keizer) |
| kokoroyari-心遣り | afleiding; ontspanning |
| kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
| kokoyashi-ココ椰子 | kokospalm; klapperboom (Cocos nucifera) |
| koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
| kokubun-国文 | Japanse taal en literatuur |
| kokubungaku-国文学 | (de studie van) Japanse literatuur |
| kokubunpō-国文法 | Japanse grammatica (m.n. de tradtionele) |
| kokudokōtsūshō-国土交通省 | het Japanse ministerie van Verkeer en Waterstaat (Ministerie van Land, Infrastructuur, Transport en Toerisme) |
| kokugaku-国学 | de studie van de (klassieke) Japanse cultuur en literatuur |
| kokugo-国語 | de Japanse taal; Japans |
| kokugogaku-国語学 | (Japanse) taalwetenschap [linguïstiek] |
| kokugoshingikai-国語審議会 | Japanse Taalraad; Raad voor de Japanse Taal |
| kokuji-国字 | het Japanse fonetisch schrift (hiragana en katakana); Japanse karakters (karakters die in Japan zijn ontwikkeld) |
| kokuminnoshukujitsu-国民の祝日 | nationale feestdagen in Japan |
| kokuritsukōen-国立公園 | nationaal park |
| kokusaidenshindenwa-国際電信電話 | KDD, Japanse internationale telecommunicatie |
| kokusaikōryūkikin-国際交流基金 | the Japan Foundation (fonds ter bevordering van internationale uitwisseling) |
| kokusaiuchūsutēshon-国際宇宙ステーション | Internationaal ruimtestation (ISS, International Space Station) |
| kokushi-国史 | de Japanse geschiedenis; de geschiedenis van Japan |
| kokushi-国士 | patriot; belangrijke [patriottische] staatsman [staatsburger] |
| kokushi-酷使 | overbelasting; overmatig gebruik; overmatige inspanning |
| kokusho-国書 | Japanse literatuur |
| kokushokaidai-国書解題 | catalogue raisonné van de Japanse literatuur vanaf ca. het Nara tijdperk tot het jaar 1867 |
| kokusui-国粋 | bepaalde kenmerken [karakteristieken] van een land |
| kokusuishugi-国粋主義 | nationalisme; extreem patriottisme |
| kokutaiseiji-国対政治 | parlementaire beraadslagingen (via deals en compromissen); achterkamertjespolitiek |
| kokuteikōen-国定公園 | quasi-nationaal [semi-nationaal] park (toegewezen door de overheid maar beheerd door een prefectuur) |
| kokuten-国典 | (klassiekers in) de Japanse literatuur |
| kokutetsu-国鉄 | (afk. voor) Japanse (nationale) Spoorwegen |
| kōkyo-皇居 | Keizerlijk paleis |
| kōkyōshokugyōanteijo-公共職業安定所 | het Japanse Rijksarbeidsbureau (Japans-Engelse bijnaam: Hello Work) |
| kōkyū-後宮 | harem; binnenste paleis (gereserveerd voor vrouwen) |
| kokyū-胡弓 | kokyū (traditioneel Japans snaarinstrument) |
| koma-駒 | (klein) paard; pony; veulen |
| komanezumi-独楽鼠 | Japanse (dansende) muis (Mus musculus) |
| komāsharu・pēpā-コマーシャル・ペーパー | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
| komata-小股 | korte [snelle; gehaaste] stappen [pas] |
| komiau-込み合う | druk [vol; volgepakt; drukbezet] zijn |
| komichi-小道 | smalle weg; smal pad; paadje; weggetje; straatje; steegje |
| komikku-コミック | stripverhaal; stripboek; stripalbum |
| kominforumu-コミンフォルム | Cominform (organisatie van communistische partijen in Europa, opgericht in 1947) |
| kominka-古民家 | traditioneel Japans huis; oud huis in Japanse stijl |
| kominterun-コミンテルン | Komintern (de Communistische Internationale, samenwerkingsverband van communistische partijen, opgericht in 1919) |
| kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
| komurasaki-濃紫 | donkerpaars; donkerpurper |
| konbājon-コンバージョン | (rugby) conversie (na een try mag het team proberen de bal tussen de palen en boven de lat van het doel te schoppen) |
| konbi-コンビ | (afk. voor) combinatie; stel; paar |
| konbināto・kyanpēn-コンビナート・キャンペーン | industriële campagne |
| kōnenki-更年期 | menopauze; overgang |
| kōnenkishōgai-更年期障害 | menopauzale [climacterische] klachten; overgangsklachten |
| kōnichi-抗日 | anti-Japanse opstand; verzet tegen Japanse agressie (m.n. gewapende verzetsbeweging van het Chinese volk) |
| konimotsu-小荷物 | een pakketje |
| kōninkaikeishi-公認会計士 | registeraccountant (RA); erkende [gecertificeerde] accountant (Certified Public Accountant, CPA) |
| kōninkaikeishishiken-公認会計士試験 | accountantsexamen; CPA-examen (CPA = Certified Public Accountant) |
| konjuhōshō-紺綬褒章 | medaille met donkerblauw lint (een prestigieuze Japanse eremedaille voor weldoeners die grote sommen geld hebben gedoneerd voor het algemeen welzijn) |
| konkagiri-根限り | (met) alle macht [kracht; inspanning] |
| konpasu-コンパス | kompas |
| konpātomento-コンパートメント | compartiment; (trein) coupé |
| konpō-梱包 | het inpakken [verpakken]; emballage; bekisting |
| konpōsuru-梱包する | verpakken; inpakken; bekisten; in kratten doen |
| konryū-建立 | (op)bouw; constructie; het bouwen (van een tempel, stoepa, e.d.) |
| konsōru-コンソール | bedieningspaneel; schakelbord; console |
| kontenarizēshon-コンテナリゼーション | containerisatie; technologie om softwareapplicaties en hun afhankelijkheden in een enkel, geïsoleerd pakket te verpakken |
| kopīki-コピー機 | (foto)kopieerapparaat; kopieermachine |
| kopīyōshi-コピー用紙 | kopieerpapier; fotokopieerpapier |
| kōpo-コーポ | (af. voor) appartement; appartementenblok; flatgebouw |
| kōporasu-コーポラス | appartement; appartementenblok; flatgebouw |
| kōra-甲羅 | schild (van een schildpad, krab, etc.) |
| kōraininjin-高麗人参 | Aziatische ginseng (Panax ginseng) |
| kōreijukyūshashō-高齢受給者証 | AOW-pas; 65+ kaart |
| kori-梱 | (omwikkelde) baal; pakket; bagage; tenen mand |
| korona-コロナ | (elektriciteit) corona (wit licht bij wisselstroomspanning) |
| kōrōshō-厚労相 | Minister van Gezondheid, Arbeid en Welzijn (in Japan) |
| koryōriten-小料理店 | Japans eethuisje met een eenvoudige menukaart |
| kōryū-交流 | wisselstroom; wisselspanning |
| kōsa-黄砂 | geel zand (dat door de wind tussen maart en mei vanuit China over Japan wordt verspreid) |
| koseidai-古生代 | paleozoïcum (tijdperk) |
| kōseitorihikiiinkai-公正取引委員会 | Japanse Commissie voor Eerlijke Handel (Japan Fair Trade Commission) |
| koshi-古紙 | oud papier; afvalpapier |
| kōshi-格子 | (afk. voor) geruit patroon (stof) |
| kōshi-皓歯 | stralend witte [parelwitte; hagelwitte] tanden |
| kōshi-紅紫 | rood-paars |
| kōshi-高師 | (afk. voor) voormalige Japanse Hogere Normaalschool (lerarenopleiding) |
| koshiage-腰揚げ | plooien in de taille van een kimono (om de lengte van een kimono aan te passen) |
| kōshijiba-格子縞 | geruit patroon (stof) |
| koshimaki-腰巻き | Japanse onderrok voor dames (onder kimono gedragen) |
| koshimaki-腰巻き | Japanse onderkleding onder vrouwenkostuums gedragen in Nō-theater |
| koshimino-腰蓑 | traditionele Japanse kilt [rok] van stro of gras (vroeger gedragen door jagers en vissers) |
| kōshin-更新 | vernieuwing; verlenging; bijgewerkte versie; update; verbetering; aanpassing |
| kōshin-行進 | mars; parade; stoet |
| kōshinsuru-更新する | updaten; vernieuwen; aanpassen |
| kōshitsu-皇室 | de (Japanse) keizerlijke familie |
| kōshu-絞首 | ophanging (als hoogste strafvordering in Japan) |
| kōsozai-酵素剤 | exogeen enzym; enzympreparaat |
| kōsu-コース | koers; route; weg; pad; richting |
| kosuchūmu-コスチューム | kostuum; kledij; pak; klederdracht |
| kōsui-香水 | parfum; reukwater; welriekend water |
| kosuisha-鼓吹者 | voorstander; pleitbezorger; propagandist |
| kotanatta-異なった | verschillend; apart |
| kotatsu-炬燵 | Japanse tafelkachel (een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden, vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
| kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
| kōteki-好適 | iets dat precies goed [geschikt; passend] is |
| koto-琴 | koto, een Japans snaarinstrument (met 13 snaren) |
| kotodukeru-言付ける | (iem.) een bericht [pakje; pakket] sturen |
| kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| kotonakareshugi-事勿れ主義 | (houding van) de dingen op zijn beloop laten; geen slapende honden wakker maken (een passieve houding hebben t.o.v.problemen i.p.v. ze aan te pakken) |
| kōtōshihangakkō-高等師範学校 | voormalige Japanse Hogere Normaalschool (lerarenopleiding) |
| kouma-子馬 | veulen; jong paard |
| koyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| kōyu-香油 | geparfumeerde [geurige] olie |
| kōzo-楮 | Japanse papiermoerbei (boom, Broussonetia kazinoki × B. papyrifera; de schors is de grondstof voor Japans papier) |
| kōzogami-楮紙 | een soort Japans papier (washi) gemaakt van de vezels uit de schors van de papiermoerbeiboom |
| ku-句 | woord dat wordt gebruikt voor het tellen van korte Japanse gedichten (zoals haiku) |
| kū-空 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) leegte |
| kuberu-焼べる | iets (b.v. van hout, kolen, papier, etc.) in [op] een vuur gooien [verbranden] |
| kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubikase-首枷 | schandpaal; schandplank |
| kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| kuchinarashi-口慣らし | het wennen aan [aanleren van] een bepaalde smaak |
| kuchitori-口取り | een paard (bij de teugels) leiden |
| kudai-句題 | de titel van een Japans gedicht (haiku, waka, e.d.) |
| kudakeru-砕ける | ontspannen; vriendelijk [informeel; eenvoudiger] worden |
| kuesuchon・taimu-クエスチョン・タイム | vragenuur(tje) (tijd waarin vragen gesteld kunnen worden in het Parlement) |
| kufū-工夫 | plan; aanpak; inzicht; idee; ontwerp |
| kugara-句柄 | de kwaliteit van Japanse gedichten |
| kugin-苦吟 | met moeite en inspanning een gedicht componeren |
| kugiri-区切り | (in een tekst) pauze; tussenstop; interpunctie; einde (van een hoofdstuk e.d.) |
| kuhō-句法 | de conventies [regels] voor het componeren van (Japanse) poëzie |
| kūhō-空砲 | losse flodder; losse patroon |
| kuhon-九品 | de negen niveaus van Amitabha's paradijs [het pure [zuivere] land] |
| kuhonjōdo-九品浄土 | Amitabha's paradijs [het pure [zuivere] land] in negen niveaus |
| kui-杭 | paal; staak |
| kuiau-食い合う | goed bij elkaar passen |
| kuiawase-食い合わせ | eten dat niet bij elkaar past [dat beter niet samen wordt gegeten]; ingrediënten die samen niet smaken |
| kuichigau-食い違う | niet bij elkaar passen; onverenigbaar [strijdig] zijn (met) |
| kuikkusuteppu-クイックステップ | quickstep (ballroomdans); snelle pas |
| kuitaosu-食い倒す | opsouperen (van een erfenis, spaarrekening, e.d.) |
| kujaku-孔雀 | pauw |
| kūkei-空閨 | eenzame slaapkamer, lege slaapkamer (als je geen partner meer hebt) |
| kūken-空拳 | het iets op eigen kracht doen; iets zelf aanpakken (zonder hulp van anderen) |
| kūkiatsu-空気圧 | luchtdruk; bandenspanning (auto) |
| kukicha-茎茶 | soort van (Japanse) groene thee (gemaakt van de takjes van de theeplanten) |
| kumadori-隈取り | In Kabuki, theater unieke make-up patronen voor de verschillende karakterrollen |
| kumaso-熊襲 | Kumaso, een mythisch volk uit het oude Japan (Zuid-Kyūshū) |
| kumataka-熊鷹 | Aziatische kuifarend (Nisaetus nipalensis) |
| kumiaikeiyaku-組合契約 | vennootschapsovereenkomst; joint-venture overeenkomst; partnerschapsovereenkomst |
| kumijū-組み重 | een nest [set] van in elkaar passende dozen |
| kumisakazuki-組み杯 | een nest van (op elkaar passende) sake cups |
| kumitateru-組み立てる | assembleren; monteren; samenvoegen; in elkaar zetten [passen] |
| kumiuta-組歌 | Japans volksliedje; Japanse traditionele melodie |
| kumonoue-雲の上 | het keizerlijk paleis [hof] |
| kun-訓 | Japanse lezing van een kanji |
| kunaichō-宮内庁 | het Agentschap van de Keizerlijke Huishouding in Japan |
| kuni-国 | territorium; streek; provincie (in het oude Japan) |
| kuniburi-国風 | waka (klassieke Japanse poëzie) |
| kunreishiki-訓令式 | het kunrei-systeem (ingesteld in 1937), de officiële richtlijnen voor de transcriptie van het Japans |
| kunshihyouhen-君子豹変 | de wijzen passen zich gemakkelijk aan veranderde omstandigheden aan |
| kun'yomi-訓読み | Japanse lezing van een kanji |
| kura-蔵 | pakhuis; opslagplaats; magazijn |
| kurafuto-クラフト | kraftpapier |
| kurafutoshi-クラフト紙 | kraftpapier (bruin pakpapier, gemaakt is volgens het kraftprocedé) |
| kuraidori-位取り | de naam van een bepaalde zet bij het shogi (Japans schaken) |
| kuraisuru-位する | een bepaalde rang [positie; plaats] innemen [bezitten] |
| kuramise-蔵店 | winkelpand gebouwd in de pakhuis-stijl (met gepleisterde muren) |
| kuranke-クランケ | zieke; patiënt |
| kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
| kurayashiki-蔵屋敷 | (Edo periode) pakhuis van een daimyo (Japanse krijgsheer) |
| kurazukuri-蔵造り | het bouwen van een (voorraad)schuur [opslagplaats; pakhuis] |
| kurazukuri-蔵造り | iemand die pakhuizen, opslagplaatsen, e.d. bouwt |
| kurazukuri-蔵造り | woonhuis gebouwd in de stijl van een pakhuis (met gepleisterde muren, e.d.) |
| kurēpu-クレープ | crêpe; (dunne Franse pannenkoek); flensje |
| kurēpu-クレープ | crêpepapier |
| kurēpushi-クレープ紙 | crêpepapier |
| kuri-栗 | Japanse kastanje (boom, Castanea crenata ) |
| kuri-栗 | Japanse kastanje (vrucht) |
| kuridasu-繰り出す | (eropuit) sturen; op pad sturen |
| kuridasu-繰り出す | in grote groep(en) naar buiten [op pad] gaan |
| kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
| kurinsō-九輪草 | Japanse sleutelbloem (Primula japonica) |
| kurippu-クリップ | papierklem; paperclip |
| kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
| kuro-畔 | een voetpad [aarden richel] tussen de rijstvelden |
| kurodai-黒鯛 | Japanse zwarte zeebrasem |
| kurofune-黒船 | zwart schip (schip varend naar Japan onder westerse vlag 16de-19de eeuw) |
| kuromatsu-黒松 | Japanse zwarte den (Pinus thunbergii) |
| kuroshio-黒潮 | Kuroshio, Japanse zeestroom in de Stille Oceaan |
| kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
| kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
| kurosu・raisensu-クロス・ライセンス | wederzijdse licentieovereenkomst tussen twee of meer partijen |
| kurōzudo・mōgēji-クローズド・モーゲージ | hypotheek met vast kapitaal [onderpand] |
| kurumaebi-車海老 | Japanse tijgergarnaal (Marsupenaeus japonicus) |
| kurumeru-包める | verpakken; inpakken |
| kurūpu-クループ | kroep (het achterste deel van de romp van het paard) |
| kurūzā-クルーザー | passagier op een cruiseschip |
| kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| kusahibari-草雲雀 | soort (veld)krekel (Paratrigonidium bifasciatum) |
| kusakeiba-草競馬 | lokale paardenrace (op het platteland) |
| kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| kusanone-草の根 | zwevende kiezer (die geen lid is van een partij) |
| kusarigama-鎖鎌 | traditioneel Japans wapen bestaande uit een ketting met een sikkel (kama) eraan |
| kūsha-空車 | leeg [veel beschikbare parkeerplekken] ( van een parkeerplaats) |
| kushinsantansuru-苦心惨憺する | veel moeite [inspanningen] doen; zijn uiterste best doen |
| kutakuta-くたくた | (onomatopee) zacht; papperig; (tot) moes |
| kutsubako-靴箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
| kutsunaoshi-靴直し | schoenreparatie |
| kutsurogu-寛ぐ | luieren; zich ontspannen; relaxen; doen alsof men thuis is |
| kutsuwa-轡 | bit (mondstuk voor paarden) |
| kūtū-クートゥー | #KuToo (een woordspeling van kutsu = schoenen en kutsū = pijn), protest van Japanse vrouwen tegen het moeten dragen van hoge hakken op het werk |
| kuwaire-鍬入れ | baanbrekende handeling (oorspronkelijk de eerste keer in het nieuwe jaar dat de boeren een spade in de grond staken) |
| kuwaire-鍬入れ | een nieuwjaarsceremonie waarbij voor het eerst een spade in de grond wordt gestoken |
| kuzukiri-葛切り | een traditionele Japanse zoete lekkernij (gemaakt van het zetmeel uit de wortels van de kudzu plant, geserveerd in repen, bedekt met suikerstroop) |
| kyabine-キャビネ | fotopapier formaat |
| kyabinetto-キャビネット | kast; behuizing (van apparatuur) |
| kyaku-客 | reiziger; passagier |
| kyakuseki-客席 | stoel (in theater, etc.); passagiersstoel |
| kyakusen-客船 | passagiersschip; passagiersboot |
| kyakusha-客車 | passagiersrijtuig; personenauto |
| kyakushitsu-客室 | logeerkamer; gastenkamer; passagiershut |
| kyakushitsu-脚質 | racestijl (paardenrennen, fietsen, e.d.) |
| kyanpēn-キャンペーン | campagne; actie; promotie; veldtocht (militair) |
| kyansonshi-キャンソン紙 | canson papier |
| kyapashitī-キャパシティー | capaciteit; hoeveelheid; bekwaamheid; vaardigheid; vermogen |
| kyaputen・shisutemu-キャプテン・システム | (Character and Pattern Telephone Access Information Network) een VIDEOTEX-systeem |
| kyaripasu-キャリパス | krompasser; schuifmaat (meetinstrument) |
| kyasshu・kādo-キャッシュ・カード | pinpas |
| kyassuru-キャッスル | Compact Application Solution Language (programmeertaal) |
| kyōasu-今日明日 | vandaag en morgen; vandaag of morgen; (binnen) een paar dagen; spoedig; weldra |
| kyōbō-共謀 | samenzwering; samenspanning; complot |
| kyōdōbōgi-共同謀議 | samenzwering; samenspanning; complot |
| kyōdōkumiai-協同組合 | coöperatie; samenwerking(sverband); partnership |
| kyōen-饗宴 | banket; feestmaal; smulpartij |
| kyōgen-狂言 | Kyōgen, traditioneel komisch Japans theater (vormt samen met Nō het Nōgaku theater) |
| kyōgi-経木 | flinterdunne houtvellen (m.n. gebruikt als verpakkingsmateriaal) |
| kyoho-巨歩 | grote stappen [passen; vorderingen]; grote prestatie |
| kyōikukanji-教育漢字 | (de lijst) van de 1.026 kanji die op de Japanse basisscholen worden onderwezen |
| kyōikukihonhō-教育基本法 | de (Japanse) Fundamentele Onderwijswet |
| kyōjō-教場 | oefenterrein [oefenveld, exercitieterrein] voor oude (Japanse) krijgskunsten |
| kyōkai-教会 | (Christelijke) kerk; kerkgenootschap; parochie; (kerk)gemeente |
| kyōkan-共感 | empathie |
| kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
| kyōkō-恐慌 | paniek; consternatie |
| kyōkō-教皇 | de Paus (hoofd van de rooms-katholieke kerk) |
| kyoku-局 | bureau; departement; afdeling |
| kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| kyōma-京間 | standaardafmeting van de afstand tussen pilaren in de Japanse architectuur (ca. 1.95 meter) |
| kyōna-京菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
| kyōnetsu-狂熱 | grote [extreme] passie [betrokkenheid]; wild enthousiasme |
| kyōsaku-警策 | zweepje (voor paardrijden) |
| kyōsantō-共産党 | Communistische partij |
| kyōshitsu-教室 | particuliere school (voor speciale vaardigheden) |
| kyōsōba-競走馬 | renpaard; racepaard; wedstrijdpaard |
| kyōtei-協定 | akkoord; overeenkomst; pact |
| kyū-休 | (in kanji combinaties) rust; ontspanning |
| kyū-宮 | paleis |
| kyū-宮 | de eerste stem in het vijf-stemmen systeem van Chinese en Japanse muziek |
| kyū-旧 | (afk. voor) de oude Japanse (maan)kalender |
| kyūden-宮殿 | paleis |
| kyūden-強電 | sterkstroom (de (normale) elektrische stroom met hoge spanning) |
| kyūdō-弓道 | (Japans) boogschieten (vooral voor mentale training) |
| kyūhō-旧法 | (inmiddels niet meer geldende) oude wetgeving [bepaling; verordening] |
| kyūjitai-旧字体 | oude traditionele Japanse kanji schriftstijl (voor de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| kyūjō-宮城 | het keizerlijk paleis |
| kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
| kyūjutsu-弓術 | (Japans) boogschieten (vooral in oorlogvoering) |
| kyūkai-休会 | reces (b.v. van het parlement) |
| kyūkei-休憩 | pauze; rust; interval; onderbreking |
| kyūkeijo-休憩所 | rustplaats; parkeerplaats (langs de snelweg) |
| kyūkeisuru-休憩する | pauzeren; (even) rusten |
| kyūkinzumō-給金相撲 | (in een sumo toernooi) de beslissende partij die bepaalt of de worstelaar meer winst of meer [8] verliespartijen heeft |
| kyūkyūiryōshitsu-救急医療室 | eerste hulpafdeling; EHBO-post; spoedeisende hulppost |
| kyūmuin-厩務員 | paardenknecht; verzorger van paarden (m.n. racepaarden); stalknecht |
| kyūreki-旧暦 | de oude Japanse (maan)kalender |
| kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
| kyūsha-厩舎 | stal (paardenstal, koeienstal, e.d.) |
| kyūsha-厩舎 | renstal; stal met renpaarden |
| kyūshi-休止 | rust; pauze; onderbreking |
| kyūshitsu-宮室 | het paleis van de vorst [keizer] |
| kyūshū-九州 | Kyushu (het zuidelijkste hoofdeiland van Japan) |
| kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
| kyūsoku-休息 | rust; ontspanning; recreatie |
| kyūsokujo-休息所 | rustplaats; parkeerplaats (langs de snelweg) |
| kyūsu-休す | eindigen; pauzeren |
| kyūsuru-休する | pauzeren; stoppen; eindigen |
| kyūyō-休養 | rust; ontspanning; herstel(periode) |
| kyūyōsuru-休養する | uitrusten; ontspannen; herstellen |
| ma-間 | pauze; tijd; tussentijd |
| maai-間合い | interval; tussentijd; pauze |
| mabara-疎ら | sporadisch [spaarzaam; karig] zijn |
| madai-真鯛 | Japanse goudbrasem (Pagrus major) |
| madō-魔道 | het slechte pad; de weg van het kwaad; ketterij |
| maeku-前句 | in Japanse (renga) poëzie de zin tussen twee opvolgende delen |
| maekuzuke-前句付け | in Japanse (renga) poëzie de zin tussen twee opvolgende delen |
| maemigoro-前見頃 | voorpand (van Japanse kleding) |
| mago-馬子 | een pakpaard voerman [menner] |
| maguso-馬糞 | paardenvijg; paardenmest; paardendrek |
| mahiseichihō-麻痺性痴呆 | paralystische dementie |
| maigo-迷子 | een bepaalde variant van begeleidende kabuki muziek [geluidseffecten] |
| maikā-マイカー | eigen auto; privé auto; particuliere auto |
| maikurorīdā-マイクロリーダー | microreader (projectieapparaat voor het bekijken van microfilms of microkaarten) |
| maimu-マイム | mime; pantomime |
| mainanbā-マイナンバー | Japans algemeen identiteitsnummer; (vgl. Ned. burgerservicenummer) |
| mainezumi-舞鼠 | Japanse (dansende) muis (Mus musculus) |
| mairusutōn-マイルストーン | mijlpaal |
| maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
| maite-舞い手 | danser (traditioneel Japans) |
| majikku・hando-マジック・ハンド | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
| majikku・inki-マジック・インキ | merknaam voor Japanse permanent marker |
| makaroni・uesutan-マカロニ・ウエスタン | Italiaanse western; spaghetti western |
| makiageru-巻き上げる | wegnemen; afpakken; stelen |
| makigami-巻紙 | papierrol; rol papier |
| makigari-巻き狩り | grootschalige jacht; grote jachtpartij |
| makkikanja-末期患者 | terminaal zieke patiënt |
| makuai-幕間 | pauze; onderbreking; rust |
| makurakotoba-枕詞 | (lett. een kussen-woord) een vaste [poëtische] uitdrukking (in Japanse literatuur) |
| mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
| mana-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
| managatsuo-真魚鰹 | zilverpomfret (een vis, Pampus argenteus) |
| manipyurētā-マニピュレーター | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
| manmae-真ん前 | vlak [pal; precies] ervoor; recht voor je neus |
| manna-真名 | kanji (Chinese karakters in het Japans, i.t.t. kana) |
| manriki-万力 | bankschroef; spanschroef; schroefklem; krik |
| manrikigusari-万力鎖 | oud Japans kettingwapen (zware ketting met gewichten aan de uiteinden) |
| mansai-満載 | volle lading; volledig [tot volledige capaciteit] geladen |
| mansaku-万作 | Japanse toverhazelaar (Hamamelis japonica) |
| mansaku-満作 | Japanse toverhazelaar (Hamamelis japonica) |
| mansha-満車 | vol [volledig bezet zijn] (van een parkeerplaats) |
| manshon-マンション | appartement (in een flatgebouw) |
| man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
| marariagenchū-マラリア原虫 | malaria parasiet (plasmodium) |
| marariakanja-マラリア患者 | malariapatiënt |
| maronie-マロニエ | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
| maru-丸 | (Japanse) punt (leesteken) |
| marumage-丸髷 | de Japanse haarstijl van een getrouwde vrouw |
| marumekomu-丸め込む | verleiden; inpalmen; overhalen; ompraten; vleien |
| marunomi-丸呑み | iets accepteren zoals het is; een gegeven paard niet in de mond kijken |
| mashin-マシン | machine; apparaat |
| masutā・kī-マスター・キー | loper; passe-partout |
| matawari-股割り | spagaat; spreidzit |
| matoi-纏 | standaard voor legereenheden (versierd met stroken papier of leer) |
| matoi-纏 | (Edo-periode) standaard voor brandweereenheden (versierd met stroken papier of leer) |
| matorikkusu-マトリックス | (wiskunde) matrix (systeem van waarden voor toepassing van rekenkundige regels) |
| matou-纏う | dragen; aanhebben; aantrekken; ingepakt zijn; gehuld zijn (in) |
| matsukasakai-松毬貝 | zoetwatermossel (Pronodularia japanensis) |
| matsuri-祭り | (Japans) festival; feest |
| matsutake-松茸 | matsutake, eetbare bospaddenstoel (Tricholoma matsutake) |
| maue-真上 | er net boven; pal boven; precies [recht] erboven |
| maunto-マウント | opzetkarton [papier] (waar b.v. foto's op geplakt worden) |
| medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
| meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
| meibunka-明文化 | schriftelijke vaststelling [bepaling]; schriftelijke overeenkomst; voorwaarde |
| meibutsu-名物 | beroemd lokaal product; specialiteit van een bepaalde streek |
| meien-名園 | beroemde tuin; beroemd park |
| meiginin-名義人 | houder (van aandelen, effecten, pacht, etc.) |
| meijunnō-明順応 | (med.) licht-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men van een donkere in een lichte ruimte komt |
| meisū-名数 | een bepaald [precies] aantal; bepaalde hoeveelheid; numerieke waarde |
| mejiro-目白 | Japanse brilvogel (Zosterops japonicus) |
| mēkā-メーカー | apparaat; machine |
| mekanizumu-メカニズム | mechaniek (apparaat) |
| mekka-メッカ | (fig.) mekka; paradijs; eldorado |
| mematsu-雌松 | de Japanse rode den (Pinus densiflora) |
| mentooshi-面通し | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
| menwari-面割り | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
| menzai-免罪 | (religieuze) vergeving van een zonde; vergiffenis; (pauselijke) aflaat |
| meoto-夫婦 | echtpaar; man en vrouw |
| mesaifuku-迷彩服 | camouflagekleding; camouflagepak |
| mete-馬手 | de rechterhand (waarmee men de teugels van een paard vasthield) |
| mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
| mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
| mezu-馬頭 | (boeddh.) demoon (beeld) met het hoofd van een paard en het lichaam van een mens |
| michibushin-道普請 | wegwerkzaamheden; reparaties aan de weg |
| michishirube-道標 | Japanse tijgerkever (Cicindela japonica) |
| midoru・hōru-ミドル・ホール | (golf) par-vier hole |
| miesuku-見え透く | transparant zijn; helder [duidelijk] zijn. |
| migi-右 | het voorafgaande [eerdergenoemde] (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
| migitō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| mihiraki-見開き | verspreid over twee pagina's (van een boek of tijdschrift) |
| mikado-帝 | (Japanse) keizer |
| mikado-帝 | keizerlijk paleis |
| mikado-帝 | poort van het keizerlijk paleis |
| mikirihassha-見切り発車 | voortijdig vertrek van een trein (voordat alle passagiers aan boord zijn) |
| mikoshi-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| mimai-見舞い | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
| mimau-見舞う | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
| mimawari-見回り | inspectieronde; patrouille |
| mimawaru-見回る | een inspectieronde doen; patrouilleren |
| minchi・pai-ミンチ・パイ | vleespastei; pastei gevuld met gehakt |
| mini・sutā-ミニ・スター | mini-star (oud Japans sigarettenmerk) |
| minju-民需 | behoeften van particulieren; producten of diensten die particulieren nodig hebben |
| minka-民家 | huis van een particulier [burger]; private woning |
| minkanbumon-民間部門 | particuliere sector |
| minkanitaku-民間委託 | werk uitbesteden aan de particuliere sector |
| minkanjin-民間人 | een particulier; burger |
| minkankigyō-民間企業 | particuliere onderneming; particuliere sector |
| mino-蓑 | traditioneel Japans regenjasje [cape] gemaakt van stro |
| minshuku-民宿 | voor toeristen bestemde (particuliere) kamerverhuur |
| mirugai-海松貝 | paardenschelp; gaperschelp (Tresus keenae) |
| misago-鶚 | visarend (Pandion haliaetus) |
| misanpu-未産婦 | nullipara; een vrouw die nooit kinderen heeft gebaard |
| misebirakasu-見せびらかす | pronken (met); showen; paraderen; te koop lopen (met) |
| misebiraki-店開き | het openen van een winkel (op een bepaalde tijd van de dag) |
| misejimai-店仕舞い | het sluiten van een winkel (op een bepaalde tijd van de dag) |
| miso-味噌 | miso (pasta van gefermenteerde sojabonen) |
| misshiri-みっしり | dicht opeengepakt; volgepakt; propvol |
| misu-御簾 | (afk. voor) washi papier voor jaloezieën |
| misugami-御簾紙 | washi papier voor jaloezieën |
| misukyasuto-ミスキャスト | het verkeerd casten van een acteur [actrice] voor een bepaalde rol |
| misumisō-三角草 | leverbloempje (Hepatica) |
| mitsuba-三つ葉 | Japanse peterselie (Cryptotaenia japonica) |
| mittomonai-みっともない | schandelijk; beschamend; ongepast; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; onbetamelijk |
| miya-宮 | paleis |
| miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
| miyai-宮居 | paleis; keizerlijke residentie |
| mizenkei-未然形 | (taalkunde) mizenkei (irrealis vorm; gebruikt als aansluitvorm voor optatief, negatief, passief, causatief) |
| mizetto・hausu-ミゼット・ハウス | klein [compact] huisje (lett. dwergenhuisje) |
| mizuasobi-水遊び | gespartel (in water); waterpret |
| mizuasobisuru-水遊びする | spartelen [spelen] in het water; pootjebaden |
| mizubakari-水秤 | een waterpas (instrument) |
| mizubakari-水計り | waterpas |
| mizubari-水張り | natte stof [papier] uitspreiden zodat het zonder kreukels opdroogt |
| mizuchi-蛟 | Mizuchi, een soort Japanse draak of legendarisch slangachtig wezen, verbonden met water of watergebieden |
| mizugi-水着 | zwempak |
| mizuhiki-水引 | decoratief koord gemaakt van gevlochten [geknoopt] Japans papier |
| mizuiri-水入り | korte tussenpauze voor (sumo)worstelaars als een partij lang duurt |
| mizumori-水盛り | waterpas; waterpas maken |
| mizuna-水菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
| moare-モアレ | moirépatroon; interferentiepatroon (gevlamd glanseffect) |
| moare-モアレ | (textiel) stof [weefsel] met een moirépatroon |
| mobo-モボ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
| mōbu-モーブ | mauve; zachtpaars |
| mochi-餅 | (Japans) zoet rijstballetje (gemaakt van kleefrijst) |
| mochīfu-モチーフ | motief; patroon |
| mochigashi-餅菓子 | Japanse zoetigheden op basis van kleefrijst |
| mochigusa-餅草 | Japanse bijvoet (Artemisia princeps) |
| mochikabugaisha-持ち株会社 | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| modan・boi-モダン・ボイ | Japanse man die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en levensstijl volgde |
| modan・gāru-モダン・ガール | Japanse vrouwen die na de 1e Wereldoorlog de Westerse mode en leefstijl volgden |
| modemu-モデム | modem (apparatuur internet) |
| moderu・chenji-モデル・チェンジ | verandering [aanpassing] van een model; restyling; facelift |
| modifaisuru-モディファイする | aanpassen; veranderen; wijzigen |
| modifikēshon-モディフィケーション | aanpassing; wijziging; modificatie |
| mōdō-艨艟 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| modyurēshon-モデュレーション | modulatie; aanpassing |
| moga-モガ | Japanse vrouw die na de 1e Wereldoorlog de westerse mode en leefstijl volgde |
| mōhyō-妄評 | onterechte [ongepaste] kritiek [opmerkingen] |
| mojiru-捩る | parodiëren; een parodie maken op |
| mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
| mokuba-木馬 | houten paard; hobbelpaard |
| mokuba-木馬 | paard (turntoestel) |
| mokuhyō-目標 | oriëntatiepunt; baken; mijlpaal |
| mokutanshi-木炭紙 | houtskool papier; courantdruk (papier gebruikt voor houtskooltekeningen) |
| mokuzugani-藻屑蟹 | Japanse wolhandkrab (Eriocheir japonica) |
| mōmakushō-網膜症 | retinopathie (aantasting van het netvlies) |
| momi-樅 | zilverspar (Abies firma) |
| momiji-紅葉 | Japanse esdoorn (Acer japonicum) |
| momochidori-百千鳥 | Japanse struikzanger (Horornis diphone) |
| momu-揉む | aanzwepen (om paarden harder te laten rennen) |
| mon-文 | oude Japanse munt |
| monaka-最中 | met azuki-bonenpasta gevulde mochi-wafel |
| monhabutae-紋羽二重 | een habutae stof met een ingeweven patroon |
| mōningu-モーニング | (morning coat) jacquet; pandjesjas |
| mōningu・kōto-モーニング・コート | jacquet; pandjesjas |
| monjayaki-もんじゃ焼き | hartige pannenkoek met een verscheidenheid aan ingrediënten (groente, vis, vlees, e.d.) |
| monkon-門閫 | hoge drempel [dorpel] bij een poort (bij Japanse kastelen, boeddhistische tempels, e.d.) |
| mononogu-物の具 | harnas; bepantsering; schild |
| monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
| monoui-物憂い | lusteloos; futloos; apathisch; melancholisch |
| monowakari-物分り | begrip; medeleven; sympathie |
| monshirochō-紋白蝶 | klein koolwitje of knollenwitje (vlinder: Pieris rapae) |
| monsūn-モンスーン | passaatwind |
| montoshū-門徒宗 | (informele naam voor Jōdoshinshū) Japanse Boeddhistische stroming |
| mon'yō-文様 | patroon; model; ontwerp |
| morainaki-貰い泣き | (uit sympathie) met iemand mee huilen; tranen van medeleven |
| mori-守 | babysit; oppas; het oppassen |
| moriagepēsuto-盛り上げペースト | structuur pasta; textuur pasta |
| moribana-盛り花 | een bepaalde ikebana-stijl; bloemenarrangement |
| moshi-もし | (om iemand aan te spreken) hallo; pardon |
| moshimoshi-もしもし | pardon (bij het aanspreken van iemand die je niet kent) |
| mōtāpūru-モータープール | parkeerplaats; parkeerterrein |
| moyō-模様 | patroon; ontwerp; markering; tekening |
| moyōzukesareta-模様づけされた | met een patroon (decoratie) |
| muchiuchi-鞭打ち | deel van het lichaam van paarden waar de ruiter op slaat met zijn zweep |
| muchiutsu-鞭打つ | afranselen; ranselen; geselen; met de zweep slaan; een pak slaag geven |
| mugongeki-無言劇 | mime; pantomime |
| mujikaku-無自覚 | apathie; onbewust [onwetend; ongevoelig] zijn |
| mujin-無尽 | (afk. voor) roterende spaar- en kredietverenigingen in Japan |
| mujina-狢 | Japanse das; wasbeerhond |
| mujinkō-無尽講 | roterende spaar- en kredietverenigingen in Japan |
| mujirushi-無印 | een atleet of paard met weinig kans om te winnen. |
| mujun-矛盾 | tegenstelling; discrepantie; tegenstrijdigheid; inconsistentie |
| mukabaki-行縢 | (his.) een van herten- of berenbont gemaakte beenbekleding (voor krijgers bij het paardrijden of de valkenjacht) |
| mukago-零余子 | broedknop; propagule (plantaardig materiaal) |
| mukankaku-無感覚 | ongevoeligheid; gevoelloosheid; lusteloosheid; apathie |
| mukappara-向かっ腹 | woede; passie; razernij |
| muki-無期 | (voor) onbepaalde tijd |
| mukōgawa-向こう側 | de tegenpartij; tegenstander |
| mūnraitokeikaku-ムーンライト計画 | Moonlight Programma (onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma voor energiebesparende technologie in Japan) |
| mūran・rūju-ムーラン・ルージュ | Moulin Rouge (een cabarettheater in Parijs) |
| murasaki-紫 | paars; violet |
| murasaki-紫 | de plant Lithospermum erythrorhizon, paars parelzaad |
| murishinjū-無理心中 | moord-zelfmoord; gedwongen zelfmoordpact |
| musabetsu-無差別 | zonder onderscheid; gelijkwaardigheid; onpartijdigheid |
| mushigashi-蒸し菓子 | Japanse gestoomde confiserie (snoepgoed, cake, e.d.) |
| mushinkei-無神経 | ongevoeligheid; onverschilligheid; apathie |
| mushozoku-無所属 | onafhankelijk [onpartijdig; ongebonden] zijn (niet behorend tot een bepaalde geloofsrichting of politieke partij) |
| musō-無双 | (sumo) werptechniek door het dijbeen van de tegenstander beet te pakken |
| musubi-結び | sumo partij |
| musutangu-ムスタング | mustang (Noord-Amerikaans prairiepaard) |
| mutanpo-無担保 | zonder onderpand; ongedekt (lening) |
| myōga-茗荷 | Japanse gember (Zingiber mioga) |
| myōkai-冥界 | 3 van de 6 boeddhistische paden, van de beesten, de hongerige geesten en de hel |
| myūroketto-ミューロケット | Mu-raket (Japanse raket, 1996-2006) |
| n-ん | vorm van het partikel ni (naar; in) |
| n-ん | vorm van de nominalisatie [substantivering] van het partikel no |
| nabe-鍋 | Japanse stoofpot [eenpansgerecht] |
| nabemono-鍋物 | Japanse stoofpot [eenpansgerecht] |
| nagare-流れ | (fig.) stroom; loop; gang; passage; het voorbijgaan |
| nagashiba-流し場 | douchehoek of wasgelegenheid (zoals in Japan voorafgaand aan het baden) |
| nagashidori-流し撮り | pannen; panoramisch fotograferen [filmen] |
| nagatachō-永田町 | de wijk Nagata in het Chiyoda district van Tokio (met o.a. het parlementsgebouw en de officiële residentie van de Minister-President) |
| nagatachō-永田町 | het politieke hart van Japan |
| nagauta-長唄 | nagauta, een (lange) ballade gezongen met begeleiding van een shamisen (Japans snaarinstrument) |
| nagaya-長屋 | Japans rijtjeshuis dat typisch was tijdens de Edo-periode |
| nageshi-長押 | (decoratieve) dwarsbalk (op de muur of tussen pilaren, in traditionele Japanse architectuur) |
| naginata-長刀 | (Japanse) hellebaard; lang zwaard |
| nagura-名倉 | (hist.) familie van osteopaten (m.n. voor de behandeling van botbreuken) |
| naien-内苑 | binnentuin (van tempel of paleis) |
| naito-ナイト | ridder; paard (schaken) |
| naito・hosupitaru-ナイト・ホスピタル | een ziekenhuis waar 's nachts medische hulp en onderdak wordt geboden aan patiënten die overdag in de gemeenschap kunnen werken |
| naiyō-内用 | privé [particuliere; interne] zaken [aangelegenheid] |
| naiyōkyōka-内容教科 | vakken die worden bestudeerd om kennis op een bepaald gebied te verwerven; inhoudsvakken |
| naiyōseki-内容積 | inhoud; capaciteit; kubiek [inwendig] volume [afmeting]; massa |
| naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| najimu-馴染む | vertrouwd raken met; gehecht raken aan; wennen [gewend raken] aan; zich aanpassen; acclimatiseren |
| najimu-馴染む | harmoniseren met; goed passen bij |
| nakama-仲間 | kameraad; vriend; metgezel; collega; partner |
| nakaomote-中表 | (vellen) papier, stof, etc. binnenstebuiten vouwen (zodat dan de voorkant (buitenkant) aan de binnenkant zit) |
| nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
| nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
| namakabe-生壁 | een pas geschilderde muur die nog niet droog is |
| nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
| namiashi-並足 | normaal [gemiddeld] looptempo; wandelpas |
| namidagumashii-涙ぐましい | (lit.) pathetisch; aandoenlijk; ontroerend; deerniswekkend; erbarmelijk |
| namu-なむ | (arch.) emfatisch partikel, geeft nadruk aan of een retorische vraag |
| nanafushigi-七不思議 | zeven wonderen (binnen een bepaalde regio, in Japan m.n. religieus relevante natuurverschijnselen) |
| nanakusagayu-七草粥 | rijstepap, traditioneel gekookt met 7 kruiden (op de zevende dag van het nieuwe jaar) |
| nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
| nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
| nanatsuya-七つ屋 | pandjeshuis; lommerd |
| nanba-難場 | een moeilijke [hachelijke; riskante] situatie; (in) een lastig parket |
| nanban-南蛮 | Zuidelijke Barbaren (in de 16de en 17de eeuw een Japanse benaming voor de Europeanen (m.n. de Portugezen en Spanjaarden) die toen naar Japan kwamen) |
| nanban-南蛮 | Zuidelijke Barbaren (van de Muromachi-periode tot de Edo-periode een Japanse benaming voor (ei)landen in de Stille Zuidzee) |
| nanban-南蛮 | (afk. voor) Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten] |
| nanbanni-南蛮煮 | Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten]; een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
| nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
| nanbun-難文 | een moeilijke [lastige] zin [passage; tekst] |
| nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
| nandesuka-何ですか | wat is er (aan de hand)?; pardon?; wat zegt u? |
| nanigashi-某 | een bepaalde hoeveelheid [som] |
| nankan-難関 | een (onoverkomelijke) barrière [obstakel; hindernis]; een moeilijke situatie; patstelling; impasse |
| nankan-難関 | moeilijk te passeren controlepunt of (stads)poort (door strenge controle) |
| nanpa-軟派 | (politiek) de gematigden; gematigde partij |
| nan'ō-南欧 | Zuid-Europa |
| naoru-直る | hersteld [gerepareerd; verbeterd] worden |
| naosu-直す | herstellen; repareren; verbeteren |
| napāmu-ナパーム | napalm |
| napāmudan-ナパーム弾 | napalmbom |
| naporitan-ナポリタン | (Napels-stijl) pastagerecht in Japan |
| narabu-並ぶ | naast elkaar staan; parallel lopen |
| nareau-馴れ合う | samenspannen; samenzweren |
| narubeku-成るべく | zo mogelijk; indien mogelijk (dit woord is de klassiek Japanse shūshikei-vorm van het ww. naru) |
| nasa-ナサ | (National Aeronautics and Space Administration) Amerikaans lucht- en ruimtevaart bureau |
| nasake-情け | goedheid; mededogen; sympathie |
| nasakebukai-情け深い | meelevend; sympathiek; welwillend; goedhartig |
| nashi-梨 | Japanse peer |
| nashi-梨子 | Japanse peer |
| nashinomi-梨の実 | (de vrucht van de) Japanse peer |
| nashonaru・pāku-ナショナル・パーク | nationaal park (beschermd natuurgebied) |
| nasukon-茄子紺 | aubergine (paarsblauwe kleur) |
| natane-菜種 | raapzaad (Brassica rapa); koolzaad (Brassica napus) |
| natsu-夏 | zomer (in Japan tegenwoordig van juni tot augustus, vroeger toen men uitging van de maankalender was het van april tot juni) |
| natsumeyashi-棗椰子 | dadelpalm (Phoenix dactylifera) |
| neeya-姉や | (aanspreekvorm voor) kinderoppas; dienstmeisje |
| negake-根掛 | een sieraad voor een traditioneel Japans vrouwenkapsel |
| negima-葱鮪 | eenpansgerecht van bosui en tonijn |
| nejireru-捩れる | (van relaties, e.d.) gespannen zijn [worden] |
| nenmatsuchōsei-年末調整 | belastingcorrectie [belastingaanpassing] aan het einde van het jaar |
| nepāru-ネパール | Nepal |
| nerian-練り餡 | gezoete rodebonenpasta |
| neriaruku-練り歩く | lopen in een processie [stoet; optocht; parade]; paraderen; marcheren |
| neru-練る | langzaam in een rij marcheren; paraderen; langzaam [rustig] lopen |
| netsu-熱 | passie; vurig enthousiasme; manie |
| netsu-熱 | een ziekte die gepaard gaat met) hoge koorts |
| netsuen-熱演 | een gepassioneerd [enthousiast] optreden |
| netsugi-根継ぎ | versteviging [reparatie] van fundamenten (van een gebouw, m.n. pilaren) |
| netsujō-熱情 | hartstocht; vurige passie |
| netsuke-根付け | een traditionele Japanse (met de hand gesneden) gordelknoop |
| neya-閨 | slaapkamer; slaapvertrek (m.n. van echtparen) |
| niai-似合い | het geschikt zijn; (goed) passend zijn |
| niamisu-ニアミス | een bijna-botsing van vliegtuigen die elkaar rakelings passeren in de lucht |
| niau-似合う | (goed) passen bij; geschikt zijn [worden] voor |
| niawashii-似合わしい | passend; geschikt |
| nichibei-日米 | Japan-Amerika; Japan en Amerika |
| nichibeianzenhoshōjōyaku-日米安全保障条約 | het Japans-Amerikaanse Veiligheidsverdrag |
| nichibeichiikyōtei-日米地位協定 | Japans-Amerikaanse "Status-of-Forces" Overeenkomst (hierbij zijn in 1960 de condities vastgesteld voor het Amerikaanse leger gestationeerd in Japan) |
| nichibeikan-日米間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Amerika |
| nichibeikankei-日米関係 | de Japans-Amerikaanse betrekkingen |
| nichibu-日舞 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
| nichigin-日銀 | de Japanse Bank; de Bank van Japan |
| nichigintankan-日銀短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
| nichiran-日蘭 | Japan-Nederland; Japan en Nederland |
| nichirangakkai-日蘭学会 | het Japan-Nederland Instituut |
| nichirankankei- 日蘭関係 | de Japans-Nederlandse betrekkingen |
| nichiranshakaihoshōkyōtei-日蘭社会保障協定 | Japans-Nederlandse Overeenkomst aangaande Sociale Zekerheid |
| nigemadou-逃げ惑う | (in paniek) proberen te ontsnappen; ongecoördineerd rondrennen om te ontsnappen |
| nigeuma-逃げ馬 | koploper (paardenraces) |
| nigiru-握る | pakken; grijpen |
| nigoshirae-荷拵え | het inpakken (in kisten, dozen, etc.) |
| nihon-日本 | Japan |
| nihonbōekishinkōkikō-日本貿易振興機構 | Japanse organisatie voor de bevordering van de handel met het buitenland (Japan External Trade Organization; JETRO, ジェトロ) |
| nihonbuyō-日本舞踊 | traditionele [klassieke] Japanse dans |
| nihondaihyō-日本代表 | Japanse vertegenwoordiging [delegatie] |
| nihondaihyō-日本代表 | (sport) het Japanse team |
| nihonfū-日本風 | Japanse stijl |
| nihonga-日本画 | Japans schilderij; Japanse schilderkunst |
| nihongaku-日本学 | Japanologie; de studie van de taal en cultuur van Japan |
| nihongami-日本髪 | traditioneel Japans vrouwenkapsel |
| nihonginkō-日本銀行 | De Bank van Japan |
| nihongo-日本語 | het Japans; de Japanse taal |
| nihongokyōiku-日本語教育 | Japans taalonderwijs |
| nihonhōsōkyōkai-日本放送協会 | NHK, Japanse omroepmaatschappij |
| nihonjidōshayunyūkumiai-日本自動車輸入組合 | JAIA, Japanse Automobiel Importeurs Associatie |
| nihonjin-日本人 | Japanner(s) |
| nihonkai-日本海 | de Japanse Zee |
| nihonkaihatsuginkō-日本開発銀行 | Japanse ontwikkelingsbank; Ontwikkelingsbank van Japan |
| nihonkairyū-日本海流 | Kuroshio zeestroom: Japan zeestroom |
| nihonken-日本犬 | Japans hondenras |
| nihonkōgyōkikaku-日本工業規格 | Japanse industriële standaarden (JIS) |
| nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
| nihonkokukenpō-日本国憲法 | de Japanse Grondwet |
| nihonkokuyūtetsudō-日本国有鉄道 | Japanse (nationale) Spoorwegen |
| nihonkoyō-日本古謡 | Japans traditioneel lied |
| nihonma-日本間 | kamer [ruimte] in Japanse stijl; Japanse kamer |
| nihonnōen-日本脳炎 | Japanse Encephalitis (JE) (veroorzaakt door een door muskieten overgebracht virus) |
| nihonryōri-日本料理 | Japans eten; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
| nihonsakkākyōkai-日本サッカー協会 | Japanse voetbalbond |
| nihonsangyōkikaku-日本産業規格 | Japanese industriële standaard |
| nihonsankei-日本三景 | de drie bewonderingswaardige landschappen in Japan (Matsushima, Amanohashidate, en Miyajima) |
| nihonsei-日本製 | van Japanse makelij; gemaakt in Japan |
| nihonshi-日本紙 | Japans papier |
| nihonshōkōkaigisho-日本商工会議所 | de Japanse Kamer van Koophandel en Industrie |
| nihonshu-日本酒 | Japanse sterke drank; sake |
| nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
| nihon'ookami-日本狼 | Japanse wolf (Canis lupus hodophilax) |
| nihon'yushutsunyūginkō-日本輸出入銀行 | Japan Import Export Bank (opgeheven in 1999) |
| niin-二院 | de twee kamers van de wetgevende macht (In Japan de Senaat en het Huis van Afgevaardigden) |
| niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
| nikai-二階 | eerste verdieping (Japan: tweede verdieping) |
| niku-肉 | lichaam; sexueel verlangen; passie |
| nikujaga-肉じゃが | Japans stoofgerecht (met vlees, aardappelen en soms ook groenten ) |
| nikukan-肉感 | lichamelijk genot; seksuele passie |
| nin-仁 | sympathie; welwillendheid; liefdadigheid |
| ningyōjōruri-人形浄瑠璃 | Japans poppentheater |
| ningyōjōruri-人形浄留璃 | Japans poppentheater |
| nininsankyaku-二人三脚 | tijdelijke samenwerking (voor een bepaalde taak) |
| ninja-忍者 | een ninja (geheime strijder in het feodale Japan) |
| ninjōbon-人情本 | (Japans literaar genre uit het begin van de 19de eeuw)) sociale roman die het liefdes- en familieleven van de burgers van Edo beschrijft |
| ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
| nippayashi-ニッパ椰子 | Nipa Palm; Mangrove Palm; (Nypa fruticans) |
| nippon-日本 | Japan |
| nippondaihyō-日本代表 | Japanse vertegenwoordiging [delegatie] |
| nippondaihyō-日本代表 | (sport) het Japanse team |
| nipponginkō-日本銀行 | de Japanse Bank; de Bank van Japan |
| nīrusenchōsa-ニールセン調査 | kijkcijferonderzoek uitgevoerd door de Nielsen Company (waarvan de Japanse tak werd opgericht in 1961) |
| nisei-二世 | tweede generatie Japanner (of Koreaan); kind van een Japanner die in het buitenland is geboren (en die nationaliteit heeft) |
| nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
| nishi-西 | (boeddh.) het Westelijk Paradijs |
| nishime-煮染め | Japans gerecht (groente-stoofpot) |
| nishitsunomedori-西角目鳥 | papegaaiduiker |
| nisokunowaraji-二足の草鞋 | (lett. twee paar strosandalen dragen) twee petten op hebben; twee ijzers in het vuur hebben |
| nisshō-日商 | de Japanse Kamer van Koophandel en Industrie |
| nitchū-日中 | Japan-China; Japans-Chinees |
| nitōdate-二頭立て | tweespan; rijtuig voor twee paarden |
| nitsumaru-煮詰まる | tot stilstand komen; een impasse bereiken |
| niwa-庭 | tuin; park |
| niwaki-庭木 | boom [struik] in een tuin [park]; parkboom |
| niwatoko-接骨木 | Japanse vlierboom (Sambucus williamsii) |
| nizukuri-荷造り | het inpakken (van bagage, goederen, e.d.) |
| no-の | (dit partikel geeft aan het verband tussen 2 woorden, waarbij het eerste woord een (bijv.) bepaling is van het woord dat na no staat) |
| no-の | als slotpartikel, drukt uit een conclusie [beslissing] of bevel (niet beleefd) |
| no-の | als vraagpartikel aan het eind van de zin |
| nobana-野花 | papieren bloemen (vaak gebruikt bij begrafenissen) |
| nobinobi-伸び伸び | comfortabel; op je gemak; ontspannen |
| nobiyaka-伸びやか | comfortabel; rustig; ontspannen |
| noboribō-登り棒 | klimpaal (speeltoestel) |
| noborikatsuo-上り鰹 | bonito (gestreepte tonijn) die omhoog zwemt (langs de Japanse kust aan de Stille Oceaan) |
| noboriryū-昇り竜 | witte kluiszwam (de paddestoel Helvella crispa) |
| nobushi-野武士 | helper van de topspeler (de mariashi) in de kemari balsport (gespeeld door hovelingen in het keizerlijk paleis) |
| nōdō-農道 | boerenlandpad; boerderijweg |
| nodoyaka-長閑やか | rustig; kalm; mild; vredig; ontspannen |
| nōgaku-能楽 | Nōgaku is klassiek Japans theater, omvat twee vormen: Nō en Kyōgen |
| noji-野路 | weg [pad] door de velden; veldweg |
| nōkō-濃厚 | gepassioneerd [vol passie; hartstochtelijk] zijn |
| nomichi-野道 | weg [pad] door de velden; veldweg |
| nomikai-飲み会 | drinkpartij; borrel |
| nomu-飲む | opslokken; verzwelgen (vaak gebruikt in de passieve vorm: opgeslokt [verzwolgen] worden) |
| nonbiri-のんびり | op zijn gemak; ontspannen; rustig; relaxed; zorgeloos |
| nonbirisuru-のんびりする | zich op zijn gemak voelen; rustig aan doen; zich ontspannen |
| nonsekuto-ノンセクト | niet-sektarisch; niet gebonden aan een bepaalde religie of politieke partij |
| norakura-のらくら | (onomatopee) langzaam en ontspannen; lekker rustig; nietsdoend |
| noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
| noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
| noriho-ノリホ | (spoorweg jargon) passagierslijst |
| norisugosu-乗り過ごす | vergeten uit (de trein, tram, e.d.) te stappen; het station dat reisdoel is passeren |
| norite-乗り手 | passagier (in een voertuig) |
| norite-乗り手 | (goede) paardrijder; (be)rijder; ruiter |
| noriutsugi-糊空木 | pluimhortensia (Hydrangea paniculata) |
| norokeru-惚気る | opscheppen over je liefdesrelatie; je relatie [partner] bewieroken |
| nōryoku-能力 | vaardigheid; bekwaamheid; competentie; vermogen; capaciteit |
| noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
| notamau-宣う | (in modern Japans wordt het soms sarcastisch of plagend gebruikt voor) zeggen |
| nuhi-奴婢 | paria [outcast] in de juridische hiëarchie van de Heian periode (eind 7e tot 10e eeuw) |
| nukamiso-糠味噌 | nuka-miso, een pasta van gezouten rijstzemelen (gebruikt voor het inmaken van groente) |
| nukeana-抜け穴 | geheime doorgang; ondergrondse doorgang [passage]; uitweg |
| nukeru-抜ける | gaan door [passeren] |
| nukinishiki-緯錦 | nukinishiki (Japans brokaat waarin met de inslag de kleuren en patronen gemaakt worden) |
| nuku-抜く | inhalen; passeren |
| nume-絖 | glanzende dunne zijde (gebruikt in de Japanse schilderkunst en bij het maken van kunstbloemen) |
| nurimono-塗り物 | (Japans) lakwerk |
| nusumu-盗む | stelen; wegpakken; afpakken; wegnemen |
| nyūbōonzonshujutsu-乳房温存手術 | borstbesparende operatie |
| nyūinkanja-入院患者 | een ziekenhuispatiënt (iemand die in het ziekenhuis ligt) |
| nyūji-乳児 | zuigeling; baby; (pasgeboren) kind |
| nyūnaisuzume-入内雀 | roodkopmus (Passer rutilans) |
| nyūtō-入党 | het zich aansluiten bij [toetreden tot] een politieke partij |
| nyūtoraru-ニュートラル | neutraal; onpartijdig |
| nyū・famirī-ニュー・ファミリー | kerngezin waarvan de ouders na de tweede wereldoorlog zijn geboren (dus meer consumptiegericht zijn dan traditionele Japanse gezinnen) |
| nyū・myūjikku-ニュー・ミュージック | nieuwe muziek, benaming voor Japanse popmuziek |
| ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
| ōbā-オーバー | overdreven; te veel; te hoog; overbelicht (fotografie); boven par (golf) |
| obana-尾花 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
| ōbāōru-オーバーオール | werkpak; stofjas |
| ōbārōn-オーバーローン | overtollige lening, het verschijnsel dat banken in Japan meer uitleenden dan de som van hun kapitaal en deposito's |
| ōbei-欧米 | Europa en Amerika |
| obishin-帯芯 | een kledingstuk (m.n. van katoen) gedragen onder de obi (Japanse gordel) als opvulling bij een (dames)kimono |
| obon-御盆 | Obon (festival) (waarbij men graven van overleden familieleden bezoekt, en papieren lantaarns ophangt of op het water laat drijven) |
| ōbun-応分 | geschiktheid; gepastheid; draagkracht; vermogen |
| ōbun・pēpā-オーブン・ペーパー | bakpapier |
| oburāto-オブラート | papiertje om poedermedicijn in te pakken |
| ocha-御茶 | Japanse theeceremonie |
| ocha-御茶 | theepauze (op het werk) |
| ochazuke-お茶漬け | Japans gerecht waarbij groene thee over gekookte rijst gesprenkeld wordt |
| ochōmechō-雄蝶雌蝶 | een jongen en een meisje die sake inschenken voor het bruidspaar (uit een kan met de vlinderversiering) |
| ōda-殴打 | pak slaag; afranseling |
| ōdanhodō-横断歩道 | zebrapad |
| ōdanmaku-横断幕 | spandoek |
| oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
| odoriba-踊り場 | (fig.) rustpauze (na het bereiken van een hoogtepunt) |
| ofurimitto-オフリミット | verboden (terrein) voor bepaalde personen |
| ogasawararyū-小笠原流 | (traditioneel) een school die gespecialiseerd is in etiquette (en in de gedragsregels binnen de krijgselite van Japan) |
| ogasawararyū-小笠原流 | een school die gespecialiseerd is in krijgsvoering en strategieën [of in boogschieten en paardrijden] |
| ogawa-小川 | Japanse familienaam |
| ogura-小倉 | (afk. voor) zoete azukibonenpasta met met hele bonen |
| ogura-小倉 | (afk. voor) een soep gemaakt van zoete azukibonenpasta met hele bonen |
| oguraan-小倉餡 | zoete adzukibonenpasta (gemengd met met hele bonen) |
| ogurajiruko-小倉汁粉 | een soep gemaakt van zoete azukibonenpasta met hele bonen |
| ōgyoku-黄玉 | topaas |
| ohagi-お萩 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| ōhen-応変 | een passend antwoord; passende reactie (voor de situatie of omstandigheden) |
| oibane-追い羽根 | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
| oikirichōkyō-追い切り調教 | een snelheidstraining (van paarden) |
| oitsuku-追いつく | inhalen; passeren |
| ojiisan-お爺さん | grootvader; opa |
| ojisan-オジサン | een straalvinnige vissoort, Parupeneus multifasciatus |
| ōjō-王城 | koninklijk [keizerlijk] paleis [kasteel] |
| ōjuhōshō-黄綬褒章 | Medaille met het gele lint, Japanse nationale onderscheiding (voor mensen die zich hebben onderscheiden in landbouw, handel, industrie, e.d.) |
| okakae-お抱え | in iemands persoonlijke dienst; privé werknemer; iemand die voor een particulier werkt |
| okame-お亀 | soep met sobanoedels (en vis, groenten, paddestoelen, etc.) |
| okami-女将 | eigenares [bazin] van een Japans eethuis, theehuis, e.d. |
| okashii-可笑しい | niet netjes; niet gepast; ongeschikt |
| okashina-可笑しな | ongeschikt; niet passend; onjuist |
| okawari-お代わり | een tweede [volgende] portie [kopje] (rijst, thee, koffie, etc.); repasse van gerechten; tweede keer bedienen |
| okayaki-岡焼き | jaloezie (met name t.o.v. een ander liefdespaar) |
| okera-螻蛄 | veenmol; aardkrekel (Gryllotalpa orientalis) |
| okiagarikoboshi-起き上がり小法師 | (lett. een kleine monnik die opstaat) traditioneel Japans poppetje (een tuimelaartje gemaakt van papier-mâché) |
| okiba-置き場 | (volkstaal) lommerd; pandjeshuis; bank van lening |
| okigasa-置き傘 | een extra [reserve] paraplu (die klaar ligt voor indien nodig, b.v. op kantoor) |
| okinagusa-翁草 | smalbladige pasquebloem (Pulsatilla cernua) |
| okinushi-置主 | pandgever (iemand die bezittingen in onderpand geeft) |
| okkū-億劫 | tegenspoed; tegenzin; onaangenaamheid; lastig parket |
| okonau-行う | doen; uitvoeren; toepassen; houden |
| okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
| okoshi-粔籹 | traditioneel Japans snoepgoed dat wordt gemaakt gemaakt van gestoomde rijst, gestold met moutzetmeel, suiker, pinda's, e.a. |
| okoshigome-粔籹米 | traditioneel Japans snoepgoed dat wordt gemaakt gemaakt van gestoomde rijst, gestold met moutzetmeel, suiker, pinda's, e.a. |
| okubyōkaze-臆病風 | paniekaanval |
| okumi-衽 | stroken stof die langs de kraag en de voorpanden van een kimono worden genaaid ter versteviging |
| okura-お蔵 | (Edo-periode) rijstpakhuis |
| ōkyū-王宮 | koninklijk paleis |
| omatsu-雄松 | de Japanse zwarte den (Pinus thunbergii) |
| omatsuri-御祭り | (Japans) festival; feest |
| ominaeshi-女郎花 | goudvaleriaan (Patrinia scabiosifolia) |
| omodaka-沢瀉 | omodaka wordt ook gebruikt als beeldmerk [patroon] |
| omori-御守り | babysit(ter); oppas |
| omoshi-重し | zwaar voorwerp; presse-papier |
| omotezata-表沙汰 | het aanspannen van een rechtszaak; het voor de rechter brengen |
| omoto-万年青 | Japanse lelie (Rohdea japonica) |
| omowaku-思惑 | verwachting; anticipatie; vooruitzicht; voorspelling; prognose |
| ōmu-鸚鵡 | papegaai |
| ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
| ōmugaeshi-鸚鵡返し | het (iemand) napraten; papegaaien |
| ōmugaeshi-鸚鵡返し | bijJapanse waka (gedichten) een versregel van een ander herhalen met een kleine wijziging daarin |
| on-音 | Sino-Japanse lezing van een kanji |
| ongisetsu-音義説 | de theorie die de unieke betekenis van elke klank van de Japanse taal erkent |
| ongyoku-音曲 | Japanse traditionele liedjes, begeleid door shamisen muziek |
| oniazami-鬼薊 | Japanse distel (Cirsium borealinipponense) |
| onnabakama-女袴 | een traditionele Japanse rok voor vrouwen (vrouwen-bakama) |
| onpu-音譜 | muziek; bladmuziek; partituur |
| onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
| ōnusa-大幣 | een houten staf met meerdere slingers van stof of papier (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
| on'yomi-音読み | Sino-Japanse lezing van een kanji |
| ooare-大荒れ | wanorde; onrust; pandemonium |
| ooban-大判 | grote maat (boek, papier), etc. |
| ooban-大判 | ōban (Japanse gouden munt uit het Edo-tijdperk) |
| oobanyaki-大判焼き | dikke pannenkoek gevuld met zoete bonenpasta |
| ooburoshiki-大風呂敷 | een grote furoshiki (doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen) |
| oogui-大食い | iem. die veel eet; een veelvraat; gulzigaard; smulpaap |
| ookisa-大きさ | grootte; maat. afmeting; formaat; capaciteit; volume |
| oomidashi-大見出し | grote kop(pen) (over de hele pagina) in kranten of tijdschriften |
| oomiya-大宮 | (respectvol woord voor) het keizerlijk paleis |
| oonyūdō-大入道 | mytisch monster uit Japan in de vorm van een kaalhoofdige man met een lange nek |
| oosoto-大外 | (bij paardenraces) de buitenkant [buitenbocht] van het parcours |
| ootono-大殿 | paleis; residentie |
| ootsuzumi-大鼓 | (Japanse) grote handtrom(mel) |
| ooyō-大様 | ontspannen [kalm; gemakkelijk in de omgang] zijn |
| oozukami-大掴み | een grote handvol (pakken) |
| opāru-オパール | opaal (steen) |
| operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
| opuāto-オプ・アート | opart; kinetische kunst |
| ōpungāden-オープンガーデン | open tuin (particuliere tuin die open is voor publiek) |
| ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
| ōpun・kōsu-オープン・コース | (sport) een parcours zonder afzonderlijke banen |
| oputikaru・āto-オプティカル・アート | opart; kinetische kunst |
| orību-オリーブ | olijfboom (Olea europaea); olijf |
| origami-折り紙 | origami (Japanse papiervouwkunst) |
| origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
| orikomipēji-折り込みページ | uitklappagina; uitvouwpagina |
| oriku-折句 | Japans acrostichon (in haiku, waka, en tanka gedichten) |
| orime-織り目 | ruimte tussen draden in een stof (bepalend voor de textuur [dichtheid] van een weefsel) |
| orinasu-織りなす | een patroon inweven |
| oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
| ōru-オール | roeispaan |
| osamaru-治まる | rustig [vredig; kalm; ontspannen] worden; kalmeren; (fig.) uitdoven; (fig.) overwaaien; onder controle komen |
| osechi-御節 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
| osechiryōri-お節料理 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
| oshigami-押し紙 | notitie [stuk papier] bij een document (met aantekeningen en vragen) |
| oshigami-押し紙 | vloeipapier |
| ōshin-往診 | doktersvisite; doktersbezoek (aan huis van een patiënt) |
| oshiroibana-白粉花 | (plant, Mirabilis jalapa) nachtschone; wonder van Peru |
| oshō-和尚 | (groot)meester in Japanse krijgskunsten |
| ōshū-欧州 | Europa |
| ōshūgikai-欧州議会 | Europees Parlement |
| ōshūgikaigichō-欧州議会議長 | Voorzitter van het Europees Parlement |
| osupā-オスパー | OSPER (ocean space explorer) |
| otaiko-お太鼓 | afkorting van otaikomusubi, één van de manieren om een obi (traditionele Japanse sjerp voor kimono) vast te binden |
| otaku-お宅 | (erend) uw echtgenoot [levenspartner] |
| otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
| ōtomatto-オートマット | mat ter versteviging van zachte ondergrond van parkeerterreinen |
| otoshi-落とし | een val; een apparaat [mechaniek] om dieren te vangen |
| ottsukeru-押っ付ける | bij Sumo de arm van de tegenstander vastklemmen zodat die de gordel niet kan pakken |
| ottsuku-追っつく | inhalen; passeren; voorbijgaan |
| oyajigyagu-オヤジぎやぐ | vadergrap; papagrap (een met opzet melige mop) |
| oyakagi-親鍵 | loper; passe-partout |
| oyakodonburi-親子丼 | een kom rijst geserveerd met een soort dikke soep van kip, ei, ui en paddenstoelen erover |
| oyasumi-お休み | (beleefd) rustpunt; schoolpauze; werkpauze; werkonderbreking |
| ōyō-応用 | toepassing; in praktijk (brengen) |
| ōyō-鷹揚 | ontspannen [kalm; gemakkelijk in de omgang] zijn |
| ōyōkagaku-応用化学 | toegepaste chemie [scheikunde] |
| ōyōsuru-応用する | toepassen; in praktijk brengen |
| ozashiki-御座敷 | een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| ozashiki-御座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| ō・pea-オー・ペア | au pair |
| pā-パー | par (golfterm: score die gelijk is aan het standaard aantal slagen) |
| pā-パー | papier (in het steen-papier-schaar spelletje) |
| paa-ぱあ | het gebaar (met wijdopen hand) van papier voor het spel steen-papier-schaar |
| pabirion-パビリオン | paviljoen; tentoonstellingsgebouw; bijgebouw; zomerhuis; tuinhuis |
| paburikku・inborubumento-パブリック・インボルブメント | burgerparticipatie in beleidsvoering |
| pāchimentoshi-パーチメント紙 | perkamentpapier |
| pachinko-ぱちんこ | pachinko (een soort Japanse gokautomaat, waar een groot aantal kleine balletjes ingeworpen worden) |
| pachisuro-パチスロ | gokautomaat in een pachinko-hal |
| padokku-パドック | omheinde weide voor paarden (bij een paardenstal of renbaan) |
| padoru-パドル | peddel; paddel |
| paeria-パエリア | paella (Spaans rijstgerecht) |
| paērya-パエーリャ | paella (Spaans rijstgerecht) |
| pafe-パフェ | parfait (ijsdessert) |
| pagoda-パゴダ | pagode |
| pai-パイ | pastei |
| paisen-パイセン | (slang voor senpai) senior (b.v. iemand met meer ervaring of kennis dan jijzelf op een bepaald vakgebied) |
| pākingu-パーキング | het parkeren; parkeergelegenheid |
| pākingu・eria-パーキング・エリア | parkeerplaats |
| pakisutan-パキスタン | Pakistan |
| pakkēji-パッケージ | het verpakken; pakket |
| pakkēji-パッケージ | verpakking; emballage |
| pakku-パック | pak |
| pakuru-ぱくる | stelen; wegpakken; afhandig maken (van geld of goederen); zwendelen |
| pan-パン | brood (van het Portugese woord: pão) |
| pan-パン | pan (koekenpan; kookpan; braadpan) |
| pan-パン | pannen (panoramisch filmen) |
| pan-パン | Pan (Griekse mythologie) |
| pan-パン | pan Americanisme |
| pan-パン | pan; panseksueel |
| panama-パナマ | Panama |
| panda-パンダ | panda(beer) |
| pandemikku-パンデミック | pandemie |
| pandoranohako-パンドラの箱 | de doos van Pandora |
| panerā-パネラー | panellid |
| panerisuto-パネリスト | panellid |
| paneru-パネル | panel; commissie; forum |
| paneru-パネル | paneel; (wand)plaat |
| paneru-パネル | controlepaneel; schakelbord |
| paneruseisaku-パネル制作 | schilderen op paneel |
| paneru・disukasshon-パネル・ディスカッション | panel discussie |
| paneru・hītingu-パネル・ヒーティング | paneelverwarming |
| paneru・sābei-パネル・サーベイ | panelonderzoek (doelgroep onderzoek) |
| panfuretto-パンフレット | pamflet; folder |
| panikku-パニック | paniek |
| pankēki-パンケーキ | pannenkoek |
| panorama-パノラマ | panorama; weids landschap; weids uitzicht |
| panorama-パノラマ | een panorama (schilderij op doek van halve of hele cirkel met realistische voorgrond, een uitvinding van Robert Barker |
| panoramabōenkyō-パノラマ望遠鏡 | panorama telescoop |
| panoramasatsuei-パノラマ撮影 | panoramafotografie |
| panoramashashin-パノラマ写真 | panoramafoto |
| panpaipu-パンパイプ | panfluit |
| panpan-ぱんぱん | (onomatopee) pang pang; geluid van geknal [schoten; vuurwerk, etc.) |
| panpan-パンパン | prostituee (in de jaren van de bezetting van Japan door Amerika na de Tweede Wereldoorlog) |
| pansekushuaru-パンセクシュアル | panseksueel |
| panteon-パンテオン | Pantheon, antieke tempel in Rome |
| panteon-パンテオン | Panthéon, gebouw in Parijs (met mausoleum) |
| panteon-パンテオン | pantheon (geheel van goden van een bepaalde mythologie of religie) |
| panteon-パンテオン | pantheon (Grieke of Romeinse tempel gewijd aan alle goden) |
| pantī・sutokkingu-パンティー・ストッキング | panty |
| pantomaimu-パントマイム | pantomime; mime |
| pantorī-パントリー | voorraadkast; provisiekamer; provisiekast (Eng. pantry) |
| pantotensan-パントテン酸 | pantotheenzuur (vit. B5) |
| pan・fōkasu-パン・フォーカス | (fotografie) pan-focus; deep-focus |
| papa-パパ | pappa; mijn vader |
| papa-パパ | in de katholieke kerk de bijnaam van de paus |
| papaia-パパイア | papaja (boom en vrucht) |
| papaiya-パパイヤ | papaja (boom en vrucht) |
| papakatsusuru-パパ活する | het suikerpapa zijn; het tegen betaling (of cadeaus) daten (van een oudere man) met een jonge vrouw |
| papiekore-パピエコレ | papier collé; collage (van stukken papier op een ondergrond gelijmd) |
| papiyon-パピヨン | (hondenras) dwergspaniël, épagneul |
| papuanyuuginia-パプアニューギニア | Papoea-Nieuw-Guinea |
| papurika-パプリカ | paprika (plant; specerij) |
| parabora・antena-パラボラ・アンテナ | paraboolantenne |
| parachion-パラチオン | parathion (zeer giftig insecticide) |
| paradaisu-パラダイス | (Bijbels) Paradijs; Hof van Eden |
| paradaisu-パラダイス | het paradijs; de hemel |
| paradaisu-パラダイス | (fig.) een paradijs (op aarde) |
| paradaisu・fisshu-パラダイス・フィッシュ | paradijsvis (Macropodus opercularis) |
| paradokkusu-パラドックス | paradox; schijnbare tegenstelling |
| parafin-パラフィン | paraffine |
| parafurēzu-パラフレーズ | een parafrase; omschrijving; verduidelijking |
| paraguai-パラグアイ | Paraguay |
| paragurafu-パラグラフ | een paragraaf; alinea |
| parajiumu-パラジウム | palladium (chem. element) |
| paramedikaru-パラメディカル | paramedisch; paramedicus |
| parano-パラノ | paranoia |
| paranoia-パラノイア | paranoia |
| parao-パラオ | Palau |
| parapara-ぱらぱら | (onomatopee) doorbladerend; geblader; geritsel (van papier) |
| pararakkusu-パララックス | parallax |
| parareru-パラレル | parallel; evenwijdig; gelijklopend |
| parareru-パラレル | (elektrotechniek) parallelgeschakeld |
| pararinpikku-パラリンピック | Paralympische Spelen |
| parasaikorojī-パラサイコロジー | parapsychologie |
| parasaito-パラサイト | parasiet |
| parasēringu-パラセーリング | parasailing (parachutisten die met een touw achter een auto of motorboot de lucht in worden getrokken) |
| parashūto-パラシュート | parachute |
| parasoru-パラソル | parasol; zonnescherm |
| parechizēshon-パレチゼーション | palletisering; het op pallets stapelen en vervoeren |
| parēdo-パレード | parade; stoet; processie |
| parēdo-パレード | militaire parade |
| paresu-パレス | paleis |
| paresuchina-パレスチナ | Palestina |
| paresuchinajin-パレスチナ人 | Palestijn |
| paresuchinakaihōkikō-パレスチナ解放機構 | Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) |
| paretto-パレット | (schilders)palet |
| paretto-パレット | pallet; laadbord |
| parettonaifu-パレットナイフ | paletmes |
| Pari-巴里 | Parijs |
| parikyōtei-パリ協定 | Akkoord van Parijs; Parijs-akkoord (klimaatakkoord) |
| paritī-パリティー | (natuurkunde; wiskunde) pariteit |
| paritīkeisan-パリティー計算 | pariteitsberekening |
| parodī-パロディー | parodie; satire |
| pāru-パール | parel |
| paruchizan-パルチザン | partizaan; verzetsstrijder; guerrillastrijder |
| paruko-パルコ | park |
| paruko-パルコ | Parco (warenhuis in Japan) |
| parumezan-パルメザン | parmezaan; parmezaanse kaas |
| parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| parupu-パルプ | pulp (van hout, papier, e.d.) |
| parutenon-パルテノン | Parthenon, de tempel van Athena Parthenos (in Athene) |
| pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
| pāseku-パーセク | parsec (eenheid voor afstand tussen sterren en hemellichamen; 1 parsec is ca. 3,26 lichtjaar) |
| pasetikku-パセティック | pathetisch; aandoenlijk; meelijwekkend; ontroerend |
| pasha-パシャ | pasja (titel van een officier in het Ottomaanse Rijk) |
| pashifikku-パシフィック | (afk. voor) Pacific League (Japanese honkbal competitie) |
| pashifikku・rīgu-パシフィック・リーグ | (honkbal) Pacific League (Japanse honkbal competitie) |
| pāsonarumusen-パーソナル無線 | persoonlijke (eenvoudige) radiodienst die gebruik maakte van de 900 MHz-band (In 2021 uit productie genomen in Japan) |
| pāsonaru・dipuromashī-パーソナル・ディプロマシー | persoonlijke [particuliere] diplomatie [diplomatieke activiteiten] |
| paso・dobure-パソ・ドブレ | paso doble (Spaanse dans) |
| passenjā-パッセンジャー | passagier |
| passhibu-パッシブ | passief |
| passhibu・sumōkingu-パッシブ・スモーキング | het meeroken; passief roken (de rook inhaleren van de sigaret, sigaar of pijp van een ander) |
| passhingu-パッシング | (afk. voor) passeerslag (tennis) |
| passhingu・shotto-パッシング・ショット | (tennis) passeerslag |
| passhon-パッション | passie; hartstocht |
| passhon-パッション | de passie; het passieverhaal (over het lijden van Christus) |
| pasu-パス | (afk. voor) schuifmaat; krompasser |
| pasu-パス | doorgang; pas; passage |
| pasu-パス | pas; gratis toegangsbewijs |
| pasu-パス | passen; je beurt voorbij laten gaan (bij kaartspel, b.v.) |
| pasu-パス | (computer) het pad naar de locatie van een bestand of map |
| pasupōto-パスポート | paspoort |
| pasuta-パスタ | pasta |
| pasuterubōdo-パステルボード | pastel board (hardboard plaat voorzien van een laklaag aan één zijde) |
| pasuteru・karā-パステル・カラー | pastelkleur |
| patchiwāku-パッチワーク | patchwork; lappendeken; quilt |
| pate-パテ | paté |
| patento-パテント | patent; octrooi |
| pātī-パーティー | party; feest(je) |
| patishie-パティシエ | banketbakker; patissier |
| pātishon-パーティション | scheidingsmuur; tussenschot; partitie |
| patisurī-パティスリー | patisserie (gebakjes) |
| patisurī-パティスリー | patisserie (banketbakkerij) |
| pātonā-パートナー | (huwelijks)partner; echtgenoot (m); echtgenote (v) |
| pātonā-パートナー | (sport, spel, dans, e.d.) partner; medespeler |
| patorōru-パトロール | (politie) patrouille |
| pātotaimā-パートタイマー | deeltijdwerker; parttimer |
| pāto・taimu-パート・タイム | deeltijd (part-time) |
| paurisuta-パウリスタ | (Japanse) coffeeshop [koffiebar] die gespecialiseerd is in Braziliaanse koffiesoorten en manieren van bereiden |
| pa・do・dū-パ・ド・ドゥー | pas de deux (dans voor twee, ballet) |
| pea-ペア | een paar |
| pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| peintekkusu-ペインテックス | Paintex (soort verf op oliebasis) |
| pēpā-ペーパー | (westers) papier |
| pēpā-ペーパー | behang; plakpaper |
| pēpā-ペーパー | schuurpapier |
| pēpābakku-ペーパーバック | paperback (boekuitgave met zachte kaft) |
| pēpā・kanpanī-ペーパー・カンパニー | papieren onderneming (een bedrijf dat is geregistreerd maar geen daadwerkelijke zakelijke activiteiten heeft); brievenbusfirma |
| pēpā・puran-ペーパー・プラン | een plan dat alleen maar op papier bestaat, en waarvan de haalbaarheid of uitvoerbaarheid klein is |
| peseta-ペセタ | peseta (vroegere Spaanse munteenheid) |
| pēsosu-ペーソス | pathos |
| pēsumēkā-ペースメーカー | (medisch) pacemaker; hartsimulator |
| pēsuto-ペースト | pasta; brij; puree; stijfsel |
| pēsutorī-ペーストリー | deeg; pasteideeg; brooddeeg; taartendeeg |
| pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
| pikkuappu-ピックアップ | overtreding bij rugby (het oppakken van de bal in een scrum) |
| pikkuappu-ピックアップ | oppakken; opvangen; opnemen; ophalen |
| pīman-ピーマン | (groene) paprika vrucht |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| piroti-ピロティ | heipalen; funderingspalen |
| pītā・pan・shindorōmu-ピーター・パン・シンドローム | peterpansyndroom; peterpancomplex (mannen die zich niet kunnen aanpassen aan de volwassen samenleving) |
| pitchi-ピッチ | (honkbal) worp van de werper; werpafstand |
| pī・efu・ai-ピー・エフ・アイ | (private finance initiative) particuliere financieringsinitiatieven |
| pī・esu-ピー・エス | (Pferdestärke) paardenkracht |
| pī・esu・konkurīto-ピー・エス・コンクリート | (prestressed concrete) voorgespannen beton |
| pī・etchi・esu-ピー・エッチ・エス | (personal handy-phone system) mobiel netwerksysteem met laag stroomverbruik (ontwikkeld in Japan) |
| pī・pī・emu-ピー・ピー・エム | (parts per million) deeltjes per miljoen (eenheid die een miljoenste aanduidt) |
| pī・tī・ē-ピー・ティー・エー | (Parent Teacher Association), vereniging van ouders en leraren |
| pochapocha-ぽちゃぽちゃ | (onomatopee) het geluid van opspattend water |
| pojitibu・apurōchi-ポジティブ・アプローチ | positieve aanpak [benadering; houding] |
| poketto-ポケット | bij langeafstandslopers een situatie waarin iemand omringd is door andere lopers (en niet de mogelijkheid heeft om zelf het pad te kiezen) |
| poketto・beru-ポケット・ベル | een pieper; pager; buzzer |
| poketto・beru-ポケット・ベル | pager; pieper |
| pokkuri-ぽっくり | het geluid van de hoeven van een paard dat stapvoets loopt |
| ponī-ポニー | pony (klein paardenras) |
| ponītēru-ポニーテール | paardenstaart (haardracht met het haar samengebonden in een staart) |
| ponzu-ポン酢 | ponzu, Japanse sojasaus met citrussap |
| poppu・āto-ポップ・アート | popart (stijlrichting in beeldende kunst) |
| posuto-ポスト | pilaar; paal |
| pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
| pōzu-ポーズ | pauze; onderbreking |
| puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
| puraisu・rīdāshippu-プライス・リーダーシップ | prijsleiderschap (systeem waarin marktprijzen worden bepaald door toonaangevende, machtige bedrijven) |
| puremiamu-プレミアム | (economie) premium, waarde boven pari |
| pureparāto-プレパラート | preparaat (voor microscopisch onderzoek) |
| puresutīji・pēpā-プレスティージ・ペーパー | Prestige papier |
| puresutoresuto・konkurīto-プレストレスト・コンクリート | voorgespannen beton |
| puresu・kyanpēn-プレス・キャンペーン | perscampagne |
| purēyā-プレーヤー | speler (afspeelapparaat) |
| puripeidokādo-プリペイド・カード | prepaidkaart |
| puripeido・kādo-プリペイド・カード | prepaid kaart (telefoon) |
| puropā-プロパー | (gespecialiseerde) verkoper; propagandist; artsenbezoeker |
| puropaganda-プロパガンダ | propaganda; publiciteit |
| puropan-プロパン | propaan |
| puropan・gasu-プロパン・ガス | propaangas |
| rachi-羅致 | het samenbrengen van personen met bepaalde vaardigheden (zoals het vangen van vogels in een net) |
| raden-螺鈿 | raden, de techniek van het inleggen van dunne lagen parelmoer (b.v. in lakwerk) |
| raichō-来朝 | (hist. China, Japan) bezoek aan het hof van een buitenlandse delegatie |
| raichō-来朝 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
| raidingu-ライディング | paardrijden |
| raido-ライド | een rit; het rijden (in een auto, etc); het berijden (van een paard, e.d.) |
| raien-来園 | bezoek aan een tuin [park; dierentuin] |
| rainichi-来日 | aankomst (van een buitenlander) in Japan; bezoek aan Japan |
| raisu・bouru-ライス・ボウル | Rice bowl (jaarlijkse nationale American football kampioenschap in Japan) |
| raitonoberu-ライトノベル | light novel (een specifiek soort romans in Japan) |
| rajiotaisō-ラジオ体操 | radio-gymnastiek (in Japan vanaf 1928 verzorgd door de NHK omroeporganisatie) |
| rakkasan-落下傘 | parachute |
| rakuba-落馬 | een val van een paard |
| rakubasuru-落馬する | van een paard vallen [geworpen worden] |
| rakuen-楽園 | paradijs; eldorado |
| rakugan-落雁 | traditioneel Japans snoepgoed (gemaakt van kleefrijstmeel, graanmeel, suiker en zoete siroop) |
| rakusenundō-落選運動 | het campagne voeren met het doel een of meer specifieke kandidaten te laten verliezen |
| rakushu-落手 | een slechte zet bij shogi (Japans schaakspel) |
| rakushusuru-落手する | een slechte zet doen bij shogi (Japans schaakspel) |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| ran-欄 | spatie; marge |
| ranchō-乱丁 | (bij boekbinden) onjuiste volgorde van de pagina's |
| ranchū-蘭鋳 | Ranchu (Japanse soort goudvis) |
| rangiku-乱菊 | patroon van chrysanten met ongeordende bloemblaadjes (m.n. op familiewapens) |
| ranma-欄間 | een traliewerk of opengewerkt paneel (voor licht of ventilatie, boven schuifdeuren) |
| rannichi-蘭日 | Nederland-Japan |
| ranobe-ラノベ | (afk. voor) light novel (een specifiek soort romans in Japan) |
| ransha-乱射 | wilde schietpartij (zonder aanleiding en gerichtheid) |
| rantaisei-卵胎生 | ovoviviparie; eierlevendbarendheid |
| rantō-乱闘 | vechtpartij; knokpartij; handgemeen; kloppartij |
| rappingu-ラッピング | het inpakken; de verpakking |
| rappu-ラップ | wrap; inpakken; inwikkelen |
| rashinban-羅針盤 | kompas |
| rashingi-羅針儀 | kompas |
| rasotsu-邏卒 | militair op patrouille |
| rasuto・supāto-ラスト・スパート | de laatste spurt (krachtsinspanning) |
| ratekase-ラテカセ | ratecase is een samengesteld woord voor een audioapparaat dat de drie functies van radio, televisie en cassettedeck combineert |
| raundo-ラウンド | ronde; patrouille |
| reikan-霊感 | paranormale gave |
| reiwa-令和 | Reiwa, naam van het Japanse tijdperk dat is begonnen met de troonsbestijging van Keizer Naruhito (op 1 mei 2019) |
| rejā-レジャー | (Eng.: leisure) ontspanning; vrije tijd; recreatie |
| rekijitsu-暦日 | een bepaalde dag op een kalender |
| rekijitsu-歴日 | tijdsverloop; tijdpassering; voortgang van tijd |
| rekishitekikanazukai-歴史的仮名遣い | historisch gebruik van Japanse kana (voor de schrifthervorming van 1946); oude kana schrijfwijze |
| rekōdā-レコーダー | opnameapparaat; recorder |
| ren-憐 | (in kanji combinaties) medelijden; compassie |
| ren-連 | een riem (hoeveelheid papier) |
| rendaku-連濁 | (Japanse morfonologie) opeenvolgende stemvoering: een stemloze klank wordt stemhebbend in een combinatie van woorden, b,v, はな (花) + ひ (火) = はなび (花火) |
| renjō-蓮声 | doorlopende klank (in het japans en Chinees) |
| renpai-連俳 | een paar haiku gedichten |
| renshūaite-練習相手 | sparringpartner |
| rentaishūshokugo-連体修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een niet-infecterend [onvervoegbaar] woord |
| renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| ren'yō-連用 | langdurig [doorlopend] gebruik [toepassing] |
| ren'yōshūshokugo-連用修飾語 | (taalkunde) een bepaling [bepalend woord] bij een inflecterend [vervoegbaar] woord |
| reopon-レオポン | leopon (kruising tussen een leeuwin en een mannelijke luipaard) |
| reotādo-レオタード | gympak; turnpak |
| ressuru-列する | behoren bij; in een bepaalde positie zijn |
| resuto'eria-レストエリア | rustplaats [parkeerplaats] langs de snelweg |
| reten-レ点 | teken dat aangeeft dat de volgorde van karakters moet worden omgekeerd (bij het lezen van Chinese of klassiek Japanse teksten) |
| retoruto-レトルト | retort-zak; vacuüm verpakking |
| retorutoshokuhin-レトルト食品 | retort voedsel (kant-en-klaar voedsel dat vacuüm verpakt is) |
| retoruto・pauchi-レトルト・パウチ | retort-zak; vacuüm verpakking |
| rēzā-レーザー | laser (= light amplification by stimulated emission of radiation; een apparaat dat een smalle coherente bundel licht voortbrengt) |
| ri-里 | Japanse afstandsmaat (ca. 3.9 km) |
| rīdā-リーダー | leestoestel; leesapparaat |
| rīfuretto-リーフレット | folder; brochure; pamflet |
| rikai-理解 | sympathie; medeleven |
| rikisaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
| rikkensuru-立件する | een rechtszaak aanspannen [beginnen]; procederen; een vervolging instellen |
| rikyū-離宮 | keizerlijk paleis; keizerlijke residentie |
| rimupakku-リムパック | the Rim of the Pacific Exercise ('s werelds grootste internationale maritieme oorlogsoefening) |
| rinchi-リンチ | het lynchen; een lynchpartij |
| rindenbaumu-リンデンバウム | linde; lindeboom (Tilia × europaea) |
| rindō-林道 | bosweg; bospad |
| rinjikokkai-臨時国会 | buitengewone zitting van het parlement |
| rinkei-鱗形 | schubben patroon [motief] |
| rinkiōhen-臨機応変 | zich aanpassen aan de omstandigheden; improviseren; op het gevoel afgaan |
| rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
| rinsen-林泉 | tuin in Japanse stijl (met bomen, water, etc.) |
| rinsentaisei-臨戦態勢 | klaar voor de strijd; in staat van paraatheid (voor de oorlog) |
| rinzaishū-臨済宗 | (boeddh.) rinzai-school (een van de drie grote stromingen van het zen-boeddhisme in Japan) |
| rinzu-綸子 | een soort glanzende, geverfde patroonstof |
| rīsu-リース | verhuur; huurcontract; pacht |
| ritō-離党 | het zich afsplitsen van een politieke partij |
| ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
| rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
| riyō-利用 | gebruik; gebruikmaking; toepassing |
| riyōsuru-利用する | gebruiken; gebruik maken (van); toepassen |
| rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
| rōbai-狼狽 | verbijstering; verwarring; consternatie; paniek; ontsteltenis |
| roban-露盤 | een vierkante plaat bovenin een pagode, waarop de sōrin (lang verticaal ornament is geplaatst |
| robatayaki-炉端焼 | Japanse gerechten die aan tafel op een houtskoolvuur(tje) worden bereid |
| rōdōkijunhō-労働基準法 | Japanse Arbeidsnormenwet; Standaard Arbeidsrechtenwet |
| rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
| rōeki-労役 | (zware) arbeid; werk; bezigheid; inspanning |
| rofuto-ロフト | zolder(verdieping); zolderkamer; appartement op de zolderetage |
| rogu-ログ | log (toestel om de snelheid van een schip te bepalen) |
| rogui-櫓杭 | draaipunt [steunpunt] voor roeiriemen in een Japanse boot |
| rohō-露鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel plat op het papier wordt gezet) |
| roji-路地 | laan; tuinpad; steeg |
| rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
| rōkihō-労基法 | (afk. voor) Japanse Arbeidsnormenwet; Standaard Arbeidsrechtenwet |
| rokkotsu-肋骨 | benaming voor decoratief lint op legeruniformen (tijdens de Russisch-Japanse Oorlog 1904-1905) |
| rokuen-鹿苑 | hertenkamp; hertenpark |
| rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
| rokushaku-六尺 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rokushakufundoshi-六尺褌 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rokushō-緑青 | kopergroen; patina |
| rōmaji-ローマ字 | romaji (Japans geschreven in Latijns schrift) |
| rōmakyōkō-ローマ教皇 | de Paus (in Rome) |
| ronpāsu-ロンパース | (kinderkleding) romper; kruippakje |
| ronsaku-論策 | betoog [essay] om een bepaald eigentijds probleem op te lossen |
| roshi-濾紙 | filterpapier |
| rōtaika-老大家 | ervaren [gerespecteerde] autoriteit (op een bepaald vakgebied) |
| rozario-ロザリオ | rozenkrans; bidsnoer; paternoster |
| ruibosu-ルイボス | rooibos (Aspalathus linearis); rooibosthee |
| rūretto-ルーレット | perforatiewieltje; stippelwieltje (voor papier of stoffen) |
| rusuban-留守番 | het op (iemand's) huis passen; thuis zitten [blijven] |
| rusuban-留守番 | huisbewaarder; iemand die op het huis past |
| rusubandenwa-留守番電話 | antwoordapparaat (telefoon) |
| rusui-留守居 | het op (iemand's) huis passen; thuis zitten [blijven] |
| rusui-留守居 | huisbewaarder; iemand die op het huis past |
| rūzurīfu-ルーズリーフ | losbladig notitieboek; losbladig (papier) |
| ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
| ryakuhonreki-略本暦 | verkorte [vereenvoudigde] vorm van de Japanse traditionele kalender |
| ryokaku-旅客 | reiziger; passagier |
| ryokakuki-旅客機 | passagiersvliegtuig |
| ryokakuressha-旅客列車 | passagierstrein |
| ryokakusen-旅客船 | passagiersschip |
| ryokan-旅館 | Japanse stijl hotel [herberg] |
| ryōkei-量刑 | strafbepaling; vaststelling van de strafmaat |
| ryoken-旅券 | paspoort |
| ryokkaundō-緑化運動 | campagne [promotiebeweging] voor vergroening |
| ryokujuhōshō-緑綬褒章 | medaille met groen lint (Japanse eremedaille) |
| ryokusaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
| ryōsatsu-了察 | consideratie; voorkomendheid; attentheid; sympathie |
| ryōseibai-両成敗 | beide partijen als schuldig aangewezen en gestraft |
| ryōshi-料紙 | schrijfpapier |
| ryōshu-領主 | daimyo; domeinheer; (feodale) heer (van een bepaald gebied) |
| ryōtei-料亭 | traditioneel Japans restaurant |
| ryōtō-両刀 | set Japanse zwaarden (het lange en het korte zwaard) |
| ryōzen-両全 | perfect [compleet; goed] voor beide kanten [zijden; partijen] |
| ryūdōparafuin-流動パラフィン | vloeibare paraffine |
| ryūgū-竜宮 | het drakenpaleis op de bodem van een diepe zee (zoals in het verhaal over Urashima Tarō) |
| ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
| ryūma-竜馬 | een zeer goed [uitmuntend] paard |
| ryūme-竜馬 | een zeer goed [uitmuntend] paard |
| ryūō-竜王 | (in shōgi, Japans schaakspel) een schaakstuk (toren) dat in het spel drakenkoning kan worden |
| ryūsanshi-硫酸紙 | perkamentpapier |
| sabi-寂 | een patina; een antieke uitstraling |
| sabiayu-錆鮎 | ayu (vissen) tijdens de paaitijd (in de herfst) |
| sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
| sābisu・sutēshon-サービス・ステーション | tankstation met autoreparatie bedrijf |
| sabita-さびた | pluimhortensia (Hydrangea paniculata) |
| sadame-定め | wetgeving; regelgeving; bepaling; regulering |
| sadameru-定める | beslissen; besluiten; bepalen; vastleggen (datum, afspraak) |
| sadameru-定める | pacificeren; vrede stichten; rust en vrede herstellen |
| sadō-茶道 | de Japanse theeceremonie |
| sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
| sadoru-サドル | zadel (voor paard, fiets, etc.) |
| safari・pāku-サファリ・パーク | safaripark |
| sage-下げ | (muziek) een passage met dalende toon |
| saibankandangaisaibansho-裁判官弾劾裁判所 | (Japans) gerechtshof voor de veroordeling [afzetting] van rechters |
| saibāsupēsu-サイバースペース | cyberspace |
| saido-サイド | team; ploeg; partij |
| saidokā-サイドカー | zijspan (motor) |
| saigokusanjūsansho-西国三十三所 | Saikoku pelgrimage naar 33 tempels gewijd aan Kanon (in de Kansai regio van Japan) |
| saihai-采配 | een staf [scepter] als teken van rang (zoals van die van de samoerai-commandanten in het feodale Japan) |
| saihi-歳費 | jaarsalaris van parlementsleden |
| saijōden-祭場殿 | hal [tempel; paleis] waar een ceremonie wordt gehouden |
| saikikkusu-サイキックス | parapsychologie |
| saikopasu-サイコパス | psychopaat |
| sairo-サイロ | silo (pakhuis voor stortgoed, zoals graan, etc.) |
| sairyōrōdōsei-裁量労働制 | discretionair arbeidssysteem (waarin lonen worden betaald op basis van vooraf bepaalde hoeveelheid gewerkte tijd i.p.v. van de werkelijke werkuren) |
| saisansei-採算制 | systeem van aparte winstberekening (per afdeling of regio) |
| saiyō-採用 | gebruik; toepassing; aanname; introductie |
| saiyōsuru-採用する | gebruiken; toepassen; aannemen; introduceren |
| saka-坂 | mijlpaal |
| sakari-盛り | paartijd (bij dieren) |
| sakazukigoto-杯事 | drinkgelag; drinkpartij |
| saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
| sakku-サック | zak; (papieren) tas |
| sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
| sakugo-錯誤 | afwijking; discrepantie |
| sakujo-削除 | doorhaling; wegstreping; geschrapt woord; geschrapte passage |
| sakuragami-桜紙 | dun, zacht Japans papier; vloeipapier |
| sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
| samue-作務衣 | samue, werkkleding van Japanse boeddhistische monniken (tegenwoordig ook gedragen als vrijetijds- of werkkleding) |
| sandai-参内 | bezoek aan het keizerlijk paleis |
| sandatsu-簒奪 | usurpatie; wederrechtelijke inbezitname (van de troon) |
| sanden-参殿 | bezoek aan een paleis |
| sandō-山道 | bergweg; bergpad |
| sandō-桟道 | een pad van houten planken (langs een steile berghelling) |
| sandogasa-三度笠 | tradioneel Japanse hoofddeksel (van bamboe) |
| sandopēpā-サンドペーパー | schuurpapier |
| sangai-三階 | tweede verdieping (Japan: derde verdieping) |
| sangiin-参議院 | het Japanse Hogerhuis (vanaf 1947) |
| sangiingiin-参議院議員 | lid van het (Japanse) Hogerhuis |
| sangō-山号 | (in Japan, in navolging van China) aanvullende naam van Zen-tempels |
| sangoban-三五判 | standaard Japans papier formaat (84 x 148 mm) |
| sangokuichi-三国一 | ongeëvenaard [uniek] in Japan, China en India |
| sangyōchōseiseisaku-産業調整政策 | industrieel aanpassingsbeleid |
| sangyōkōzō-産業構造 | (Japanse) industriële structuur |
| sanka-傘下 | onder de bescherming [hoede; paraplu; vleugels] van |
| sanka-参加 | deelname; deelneming; participatie; inschrijving |
| sanka-山窩 | een groep bergnomaden in Japan |
| sankai-散会 | schorsing; reces (van zitting vanhet parlement) |
| sankan-三冠 | (Eng.: Triple Crown) het paard dat de drie belangrijkste paardenrennen in Japan wint |
| sankanba-三冠馬 | (Eng.: Triple Crown) het paard dat de drie belangrijkste paardenrennen in Japan wint |
| sankasha-参加者 | deelnemer; participant |
| sankei-三景 | de drie bewonderingswaardige landschappen in Japan (Matsushima, Amanohashidate, en Miyajima) |
| sankokukanbōeki-三国間貿易 | tripartiete handel; handel tussen de drie landen |
| sanma-秋刀魚 | Japanse makreelgeep (Coloabis saira) |
| sanro-山路 | bergweg; bergpad |
| sansankudo-三三九度 | (bij Shinto-huwelijksritueel) het drinken van kopjes sake door het bruidspaar (eerst de man 3, dan de vrouw 3, dan de man weer 3 kopjes, totaal 9) |
| sansei-参政 | participatie [deelname] aan de politiek |
| sansha-三者 | drie partijen; drie personen |
| sansha-三者 | derde partij |
| sanshō-山椒 | Japanse peper (Zanthoxylum piperitum) |
| sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| sanshunojingi-三種の神器 | de drie goddelijke symbolen van de Japanse keizerlijke troon |
| sansō-三相 | driefasen (spanning) |
| sansōkōryū-三相交流 | krachtstroom; draaistroom; driefasespanning |
| sansuru-算する | (een bepaald aantal) bereiken; tellen |
| sanze-三世 | derde generatie Japanner (in het buitenland) |
| sanzen-産前 | prepartum; voor de bevalling |
| sanzunokawa-三途の川 | Sanzu, in de Japanse boeddhistische mythologie een rivier die overledenen na hun dood moeten oversteken om in het hiernamaals te komen |
| san'in-参院 | het Japanse Hogerhuis (vanaf 1947) |
| san'indō-山陰道 | Japanse geografische term (voor een oude indeling van provincies en de hoofdwegen die erdoorheen lopen) |
| san'yaku-三役 | de drie belangrijkste [hooggeplaatste] functionarissen (in bedrijven, organisaties of politieke partijen) |
| sao-竿 | (bamboe) stok; paal; hengel; steel; afduw-stok (van een boot) |
| saodachi-竿立ち | (van paarden, e.d.) het recht overeind staan; op de achterpoten staan; steigeren |
| saodake-竿竹 | bamboepaal; bamboestok |
| sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
| sarabureddo-サラブレッド | raspaard; volbloed; stamboekdier; rasdier |
| saran-サラン | Saran (handelsnaam voor polyethyleen voedselverpakking van S.C. Johnson & Son) |
| sararīman-サラリーマン | werknemer in loondienst; (Japanse) zakenman |
| sarashi-晒し | blootstelling; aan de schandpaal |
| saropetto-サロペット | overall; werkpak; werkbroek; tuinbroek |
| sarufazai-サルファ剤 | sulfapreparaat |
| sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
| sasara-簓 | een traditioneel Japans muziekinstrument, dat bestaat uit een bundel aan elkaar gebonden repen bamboe, die tegen een geribbelde staaf wordt gewreven |
| sashiashi-差し足 | (bij paardenraces) de laatste spurt waarmee een paard de anderen inhaalt en net als eerste over de finish komt |
| sashichigaeru-差し違える | een fout maken bij het bepalen van de winnaar (b.v. bij sumo) |
| sashideguchi-差し出口 | ongepaste opmerking |
| sashikuru-差し繰る | aanpassen van een rooster, schema of tijd, zodat het je goed uit komt |
| sashimi-刺身 | sashimi (Japans gerecht); (in) dunne plakjes (gesneden) rauwe vis |
| sashitaru-然したる | bijzonder; bepaald; specifiek; aanzienlijk |
| sashizuninbaraitegata-指図人払い手形 | rekening [nota] (betaalbaar) aan order [toonder]; toonderpapier |
| sasu-差す | insteken (sleutel); opsteken (paraplu); uitsteken; omhoog steken (arm) |
| sasu-指す | shogi (Japans schaken) spelen; een zet doen (bij shogi) |
| sasupendo-サスペンド | pauze; opschorting; uitstel; verdaging |
| sasupensu-サスペンス | aanhoudende spanning (in een film, roman, etc.) |
| satei-査定 | waardebepaling; schatting |
| satō-左党 | linkse [progressieve] (politieke) partij |
| satsu-札 | biljet; papiergeld |
| satsutaba-札束 | bundel [stapel] bankbiljetten [papiergeld]; heel veel geld |
| saundosukēpu-サウンドスケープ | muzikaal panorama |
| sawara-椹 | dwergcipres (Chamaecyparis pisifera) |
| sawara-鰆 | Japanse makreel (Scomberomorus niphonius) |
| sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
| sayokutō-左翼党 | linkse (politieke) partij |
| sebiro-背広 | herenkostuum; pak |
| sēbu-セーブ | besparen |
| sei-西 | landen van het Westen; Europa |
| sei-西 | Spanje (afkorting voor 西班牙, スペイン) |
| seiba-征馬 | reispaard; paard om op reis te gaan |
| seiba-征馬 | oorlogspaard |
| seibetsu-生別 | bij leven gescheiden; apart [gescheiden] leven; niet meer samenwonen met iemand |
| seibo-歳暮 | kerstcadeau; kerstpakket; eindejaarscadeau |
| seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
| seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
| seichō-整調 | zwemslag; slag met een roeispaan; slagroeier |
| seichōsangyō-成長産業 | industrietak in een groeisector; expansieve bedrijfstak |
| seido-西土 | landen in het westen (vanuit het perspectief van Japan, b.v. China of India) |
| seigō-整合 | afstemming; regeling; aanpassing; instelling; harmonisering |
| seigo-鮬 | hele jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; tot 2 jaar oud) |
| seihyō-青票 | tegenstem; stem tegen; stem van afkeuring (in Japan blauw stembiljet) |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | generaal die in de Heian-periode naar het noordelijke territorium uitgezonden werd om tegen niet-Japanse volken te strijden |
| seikō-性交 | copulatie; geslachtsgemeenschap; paring (bij mensen) |
| seikotsu-整骨 | osteopathie |
| seikotsushi-整骨師 | osteopaat |
| seikyūken-請求権 | rechtsvordering; actierecht (om een rechtszaak aan te spannen) |
| seimon-声紋 | stemafdruk; spraakpatroon |
| seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
| seiō-西欧 | West-Europa |
| seisakukatsudōhi -政策活動費 | onkostenvergoeding voor beleidsactiviteiten (aan fractieleden door hun eigen partij) |
| seisan-精算 | aanpassing; verrekening |
| seisanchōsei-生産調整 | productie aanpassing |
| seisangaku-精算額 | aangepast [verrekend] bedrag |
| seisanryoku-生産力 | productiviteit; productiecapaciteit |
| seisansei-生産性 | productiviteit; productiecapaciteit |
| seisansuru-精算する | aanpassen; verrekenen |
| seishi-製紙 | (het proces van) het vervaardigen [maken] van papier |
| seishinbyōshitsusha-精神病質者 | psychopaat |
| seishinkan’nō-精神感応 | telepathie |
| seishu-清酒 | Japanse (rijst) sake met een uniek aroma |
| seitō-政党 | politieke partij |
| seitōkōfukin-政党交付金 | (politieke) partij subsidie |
| seitōseiji-政党政治 | partijpolitiek |
| seiwajiten-西和辞典 | Spaans-Japans woordenboek |
| seiyōtochinoki-西洋栃の木 | witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) |
| seiza-聖座 | de Heilige Stoel (het pauselijk gezag) |
| sekigo-隻語 | (slechts) een enkel woord; een paar woorden |
| sekirō-石蝋 | paraffine |
| sekisairyō-積載量 | laadcapaciteit |
| sekiseiinko-脊黄青鸚哥 | grasparkiet (Melopsittacus undulatus) |
| sekken-節倹 | kostenbesparing; zuinigheid |
| sekkotsu-接骨 | osteopatie; behandeling [genezing] van botten en gewrichten |
| sekkusu・chekku-セックス・チェック | geslachtsbepaling onderzoek [medische tests] |
| sekō-施行 | handhaving; uitvoering; toepassing; inwerkingstelling |
| sekushon-セクション | sectie; paragraaf; katern; rubriek |
| sekushonarizumu-セクショナリズム | particularisme |
| sekushon・pēpā-セクション・ペーパー | ruitjespapier; milimeterpapier; rasterpapier |
| sekuto-セクト | sekte (groep aanhangers van een bepaalde leer of overtuiging) |
| semeru-責める | (een paard) temmen |
| senbei-煎餅 | Japanse rijstcracker |
| senden-宣伝 | publiciteit; reclame; advertentie; propaganda |
| sendeneiga-宣伝映画 | propagandafilm |
| sendensen-宣伝戦 | propagandaoorlog |
| sendensha-宣伝者 | propagandist |
| sengokujidai-戦国時代 | Sengoku periode (tijdperk van de oorlogvoerende staten in Japan, 1467-1568) |
| senjitsu-先日 | onlangs; recent; een paar dagen geleden |
| senkōhanabi-線香花火 | (wierookstokjes vuurwerk) traditioneel Japans vuurwerk (een soort sterretje) |
| senkyotaisaku-選挙対策 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| senkyotaisakuiinkai-選挙対策委員会 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| senpō-戦法 | tactiek; strategie; plan de campagne |
| senryaku-戦略 | aanpak; strategie; tactiek |
| senryū-川柳 | senryū (Japanse dichtvorm, humoristische haiku) |
| sensha-戦車 | tank; pantserwagen |
| sensha-戦車 | (arch.) strijdwagen (met twee of vier paarden) |
| senshitsu-船室 | scheepshut (m.n. voor passagiers) |
| senshō-先勝 | het scoren van het eerste punt; het winnen van de eerste wedstrijd [partij] |
| senshu-僭主 | usurpator; onwettige heerser; iemand die zich met geweld de keizerstroon toe-eigent |
| sensuji-千筋 | patroon van dunne verticale strepen (op textiel of aardewerk) |
| sentai-選対 | campagnestrategie; verkiezingsstrategie |
| sentai-選対 | campagnestrategiecommissie; verkiezingsstrategiecommissie |
| sentā・pōru-センター・ポール | elektriciteitspaal tussen twee spoorwegen |
| sentopōria-セントポーリア | Saintpaulia; Kaaps viooltje |
| sentoraru・rīgu-セントラル・リーグ | Central League (Japanse honkbalcompetitie) |
| sento・pōru-セント・ポール | de heilige Paulus, de apostel |
| sento・pōru-セント・ポール | St. Paul's cathedral (kathedraal in Londen) |
| sento・pōrudaiseidō-セント・ポール大聖堂 | St. Paul's cathedral (kathedraal in Londen) |
| senzurutokoro-詮ずる所 | uiteindelijk; tenslotte; als het puntje bij het paaltje komt |
| separēto・kōsu-セパレート・コース | (sport) een parcours met afzonderlijke banen |
| separētsu-セパレーツ | (dames)kleding die uit afzonderlijke delen bestaat, zodat ze combineerbaar zijn (en apart kunnen worden gekocht) |
| seppuku-切腹 | rituele zelfdoding (m.n. van de krijgselite) in Japan (te voltrekken door met een kort zwaard de buik open te snijden) |
| seri-芹 | Japanse peterselie; Java waterdropkruid (Oenanthe javanica) |
| serufu・kontorōru-セルフ・コントロール | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| serufu・taimā-セルフ・タイマー | zelfontspanner (camera) |
| sērusu・pointo-セールス・ポイント | verkoopargument |
| sessui-節水 | waterbesparing; zuinig [spaarzaam] zijn met water |
| setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
| setomono-瀬戸物 | Chinees of Japans aardewerk |
| setsubitōshi-設備投資 | kapitaalinvestering; investering in outillage [machinerie; apparatuur] |
| setsuden-節電 | electriciteitsbesparing |
| setsurin-節臨 | het overschrijven van een passage [versregel] van een originele (klassieke) tekst (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| setsuyaku-節約 | bezuiniging; zuinigheid; besparing |
| setsuyakusuru-節約する | bezuinigen; besparen |
| setsuzokujoshi-接続助詞 | partikel als voegwoord (ba, ya, ga, te, noni, node, kara, tokoroga, keredomo, kuseni) |
| setta-雪駄 | Japanse sandalen met lederen zolen |
| setto-セット | toestel; apparatuur |
| sewamono-世話物 | eigentijdse stukken (Edo-periode) in Japanse traditioneel theater (zoals in kabuki, joruri en bunraku) |
| se・rīgu-セ・リーグ | Central League (Japanse honkbalcompetitie) |
| shaba-車馬 | (lett. wagen en paard) paard en wagen; voertuig |
| shaba-車馬 | trekpaard; werkpaard |
| shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
| shabushabu-しゃぶしゃぶ | Japans gerecht (aan tafel geserveerd waarbij plakjes vlees met eetstokjes door een pan met bouillon en groenten worden gehaald) |
| shachihoko-鯱 | Japanse mythologisch dier met het hoofd van een tijger en het lichaam van een karper |
| shainshō-社員証 | werknemersverklaring; werknemersidentificatie; medewerkerspasje |
| shakaimen-社会面 | (in een krant) de pagina met berichten over algemene [lokale] gebeurtenissen in de samenleving |
| shakkanhō-尺貫法 | traditioneel Japans meetsysteem van lengtematen (shaku) en gewichten (kan) |
| shakonnu-シャコンヌ | chaconne (Spaanse muziek 16e eeuw) |
| shakuchi-借地 | pachtgrond |
| shakuhachi-尺八 | Japanse bamboefluit (met 5 gaatjes) |
| shakujōsō-錫杖草 | stofzaad (vaste plant, Monotropa hypopitys) |
| shakuryō-借料 | huurgeld; pacht |
| shakuyaku-芍薬 | Chinese pioen (Paeonia lactiflora) |
| shamo-シャモ | een term die door de Ainu wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-Ainu Japanners |
| shanpan-シャンパン | champagne (wijn) |
| shanpen-シャンペン | champagne (wijn) |
| shāshī-シャーシー | een metalen frame [kast] van een televisie, radio of ander electronisch apparaat |
| shatō-シャトー | kasteel; paleis; wijnhuis |
| shēbā-シェーバー | (elektrisch) scheerapparaat |
| sherupa-シェルパ | sherpa (berggids in de Himalaya) |
| sherupa-シェルパ | Sherpa (lid van Tibetaans volk in Nepal) |
| shi-私 | privé; particulier |
| shi-紙 | (in kanji combinaties) papier |
| shi-紙 | (afk. van) een krant; krantenpapier |
| shi-紫 | paars |
| shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
| shiba-死馬 | dood paard |
| shibaguri-柴栗 | een Japanse kastanjeboom (met kleine, maar lekkere, vruchten) |
| shibainu-柴犬 | Shiba (Japans hondenras) |
| shibaken-柴犬 | Shiba (Japans hondenras) |
| shibayama-芝山 | de naam van een stad (in de prefectuur Chiba, Japan) |
| shibi-鴟尾 | decoratieve tegel in de vorm van een vissenstaart (op beide uiteinden van de nokbalk van oude paleizen en tempels in Japan en China) |
| shibiretake-痺れ茸 | Psilocybe venenata (paddenstoelensoort) |
| shiborizome-絞り染め | tie-dye (techniek waarmee men textiel van een patroon voorziet, door de stof te knopen voor het verven) |
| shiboru-絞る | (zich) inspannen; (de hersens) pijnigen; forceren |
| shibugami-渋紙 | Japans papier behandeld met gefermenteerd sap van onrijpe kaki's waardoor het bruin, waterbestendig en stevig wordt |
| shibui-渋い | gierig; spaarzaam |
| shibuki-飛沫 | spetter; spat; druppel |
| shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| shichaku-試着 | het kleren passen |
| shichakushitsu-試着室 | paskamer |
| shichakusuru-試着する | kleren passen |
| shichfukujin-七福神 | de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie (Hotei, Jurōjin, Fukurokuju, Bishamonten, Benzaiten, Daikokuten, en Ebisu) |
| shichi-質 | onderpand; borg; garantie; belofte |
| shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
| shichidōgaran-七堂伽藍 | (boeddh.) de zeven hoofdgebouwen van een tempelcomplex (hoofdzaal, pagode, gehoorzaal, klokkentoren, opslaghuis van soetra's, eetzaal en slaapzaal) |
| shichifuda-質札 | pandbewijs; lommerdbriefje |
| shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
| shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
| shichigusa-質草 | onderpand; verpand artikel |
| shichihenge-七変化 | (andere naam voor) de Japanse hortensia (Hydrangea macrophylla) |
| shichiire-質入れ | verpanding; belening; het iets verpanden [belenen] |
| shichiken-質権 | pandrecht |
| shichiku-紫竹 | een stevige hoge (donkerpaarse) bamboesoort (wordt vaak rond huizen geplant als windbreker) |
| shichiya-質屋 | pandjeshuis; lommerd |
| shichō-紙帳 | papieren muskietennet [klamboe] |
| shidai-私大 | particuliere universiteit |
| shide-四手 | zigzagvormige papieren slingers, gebruikt bij Shinto-rituelen |
| shiden-紫電 | paarse bliksemschicht |
| shiden-紫電 | gevechtsvliegtuig van de voormalige Keizerlijke Japanse Marine |
| shidō-師道 | het juiste pad [gedrag] van de meester [leraar] |
| shidō-斯道 | het goede [rechtvaardige] pad; de menselijke manier [aanpak] |
| shidō-私道 | (fig.) de eigen weg [het eigen pad] (kiezen) |
| shie-紫衣 | paarse pij van een priester [monnik]; paars gewaad voor de hofhouding van de keizer |
| shieki-私益 | privé [particulier] belang |
| shien-紫煙 | paarsblauwe rook, tabaksrook |
| shigen-至言 | een waar woord; goed gezegde; toepasselijke [juiste] beschrijving |
| shigen'enerugīchō-資源エネルギー庁 | Agentschap voor Natuurlijke Hulpbronnen en Energie (Japan) |
| shigi-鴫 | snip; zandloper (vogel, Scolopacidae) |
| shihai-紙背 | achterkant van een papier |
| shihei-紙幣 | papiergeld; bankbiljet |
| shihen-紙片 | stukje [reepje] papier; papiersnipper |
| shihitsu-紙筆 | pen en papier |
| shihō-至宝 | (fig.) juweel; parel; toonbeeld; voorbeeld |
| shihon-紙本 | tekst, afbeelding of kalligrafie op papier |
| shii-椎 | naaldboom Castanopsis cuspidata (Japanse Chinquapin) |
| shii-紫衣 | paarse pij van een priester [monnik]; paars gewaad voor de hofhouding van de keizer |
| shiika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
| shiitake-椎茸 | shiitake (paddenstoel: Lentinula edodes) |
| shijin-私人 | particulier; privépersoon; individu |
| shijitai-支持体 | ondergrond voor schilderingen (zoals papier, karton, canvas, metaalplaten en muuroppervlakken) |
| shijō-紙上 | op papier ((nog) niet in werkelijkheid) |
| shijō-紙上 | geschreven [gedrukt] op papier |
| shijō-紙上 | ruimte op een pagina (van een krant, tijdschrift e.d.) |
| shika-私家 | eigen woning; particuliere woning |
| shika-紙価 | de prijs van papier |
| shika-詩歌 | Japanse en Chinese poëzie |
| shikake-仕掛け | mechanisme; mechaniek; apparaat |
| shikarubeki-然るべき | geschikt; toepasselijk; juist |
| shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
| shikei-紙型 | een gietvorm van papier-maché |
| shikimi-樒 | Japanse steranijs (boom of struik: Illicium anisatum) |
| shikimono-敷物 | onderpand; waarborg |
| shikinkyūshūryoku-資金吸収力 | absorptiecapaciteit van fondsen |
| shikishi-色紙 | een mooi [versierd] dik papier [karton] om op te kalligraferen |
| shikishima-敷島 | (andere naam voor) Japan |
| shikkei-失敬 | pardon; sorry; groet van degene die weggaat (gebruikt meestal door mannen) |
| shikki-漆器 | (Japans) lakwerk |
| shikō-施行 | handhaving; uitvoering; toepassing; inwerkingstelling |
| shikoku-四国 | Shikoku (een van de vier hoofdeilanden van Japan) |
| shikon-紫紺 | blauwachtig paars; donker paars-blauw |
| shikoro-錏 | nekbeschermende delen [platen] van een Japanse samoeraihelm |
| shikoro-錏 | (afk. voor) Shikoro-dak (dakvorm van m.n. Japanse tempels) |
| shikoroyane-錣屋根 | Shikoro-dak (dakvorm van twee lagen van m.n. Japanse tempels) |
| shikōyōshiki-思考様式 | manier van denken; denkpatroon; gedachtegang |
| shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
| shima-縞 | een in stof geweven patroon van strepen (in twee of meer kleuren) |
| shimahebi-縞蛇 | Japanse (gestreepte) rattenslang (Elaphe quadrivirgata) |
| shimaitoshi-姉妹都市 | zusterstad; partnerstad |
| shimame-縞目 | rand [grens] van strepen (patroon) |
| shimen-紙面 | papieroppervlak; paginaruimte; ruimte op een pagina |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shina-科 | Japanse linde (Tilia japonica) |
| shinanoki-科の木 | Japanse linde (Tilia japonica) |
| shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
| shinbashira-心柱 | (centrale) steunpilaar in een stupa [pagode] |
| shinbochi-新発意 | pas ingewijde [toegetreden] persoon (b.v. in boeddhisme) |
| shinbunshi-新聞紙 | een krant; krantenpapier |
| shinden-寝殿 | woonhuis (van een paleis); slaapvertrek (van de keizer) |
| shindo-震度 | de intensiteit van een aardbevingsbeweging op een bepaald punt (volgens de seismische schaalverdeling in Japan uitgedrukt in de getallen 1 tot 7) |
| shingara-新柄 | nieuw patroon [ontwerp] |
| shinidoki-死に時 | tijd(stip) van overlijden; tijd [passend moment] om te sterven |
| shinji-新字 | (Japanse) nieuwe stijl kanji |
| shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| shinju-真珠 | parel |
| shinjusō-真珠層 | parelmoer; paarlemoer |
| shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| shinkenpō-新憲法 | nieuwe grondwet (m.n. de naoorlogse grondwet van Japan) |
| shinkinkan-親近感 | genegenheid; affiniteit; sympathie |
| shinkoku-神国 | land der goden; Japan |
| shinkon-新婚 | een pas getrouwd echtpaar [stel] |
| shinkūhōsō-真空包装 | vacuümverpakking |
| shinme-神馬 | heilig paard (in een shinto schrijn) |
| shinmichi-新道 | een smal pad [smalle weg, straat] tussen woonhuizen |
| shinōkōshō-士農工商 | de vier klassen van het feodale Japan, krijgers [samoerai], boeren, ambachtslieden en handelaren |
| shinpa-シンパ | sympathisant; supporter; aanhanger |
| shinpa-新派 | shinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
| shinpageki-新派劇 | seinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
| shinpasaizā-シンパサイザー | sympathisant; supporter; aanhanger |
| shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
| shinpū-新風 | frisse [nieuwe] wind; nieuwe fase [trend; aanpak; stroming; stijl] |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinro-進路 | pad; weg; route |
| shinryō-真竜 | een paard van topklasse |
| shinsatsuken-診察券 | patiënt-registratiekaart (bij huisarts, tandarts, ziekenhuis, e.d.) |
| shinsei-新制 | nieuw schoolsysteem (1947 ingevoerd in Japan) |
| shinseiji-新生児 | pasgeborene; pasgeboren baby |
| shinshi-進士 | (Nara-Heian periode in Japan) iemand die na een overheidsexamen in het Ministerie van Riten en Ceremoniën wordt toegelaten |
| shinsho-新書 | paperback uitgave van een (m.n. non-fiction) boek (in het B6 shinsho-formaat) |
| shinshoban-新書判 | standaard Japans papierformaat (103 x 182 mm) |
| shinshuku-伸縮 | expansie en contractie; inkrimping en uitzetting; elasticiteit; flexibiliteit |
| shinso-神祖 | erenaam voor Ameterasu Omikami (godin van de zon in de Japanse mythologie) |
| shinsotsu-新卒 | een pas [recent] afgestudeerd iemand; iemand die net zijn (school, universiteit, etc.) opleiding heeft voltooid |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shintō-神道 | Shinto, (etnische) religie van Japan |
| shin'etsu-信越 | regio aan de Japanse Zee (ten westen van Tokio; Nagano en Niigata) |
| shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
| shin'yo-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| shiohama-塩浜 | zoutpan; zoutziederij |
| shiokara-塩辛 | een pasta van gedroogde en gefermenteerde vis (inktvis, schaaldieren, visingewanden, etc.) |
| shiozake-塩鮭 | gezouten zalm (vaak gegrild gegeten bij een traditioneel Japans ontbijt, samen met een kom rijst en misosoep) |
| shirakaba-白樺 | Japanse witte berk |
| shiran-紫蘭 | Japanse orchidee (Bletilla striata) |
| shiraneaoi-白根葵 | (plant) Glaudicium palmatum |
| shiraume-白梅 | (witte) Japanse abrikoos (Prunus mume) |
| shirauo-白魚 | Japanse ijsvis (Salangichthys microdon) |
| shireifune-司令船 | (van een ruimteschip) commando module; bemanningscompartiment |
| shirikire-尻切れ | (afk, voor) korte Japanse strosandalen zonder hak |
| shirikirezōri-尻切れ草履 | korte Japanse strosandalen zonder hak |
| shiritsu-私立 | particulier [privé] (instelling) |
| shiritsudaigaku-私立大学 | particuliere universiteit |
| shiroan-白餡 | witte bonenpasta |
| shirogisu-白鱚 | Japanse wijting (Sillago japonica); zilverwijting |
| shirokuban-四六判 | standaard Japans papierformaat (127 x 188 mm, het was oorspronkelijk papier van 788 x 1091 mm, dat in 1/32 werd gesneden) |
| shiromadara-白斑 | Japanse slang (Dinodon Lycodon orientalis) |
| shironanbā-白ナンバー | witte kentekenplaat (gebruikt voor personenauto's, in particulier bezit) |
| shirouma-白馬 | een wit paard |
| shirubā・wīku-シルバー・ウィーク | Silver Week, in Japan een aantal officiële vakantiedagen achter elkaar |
| shisa-視差 | parallax |
| shisanhyōka-資産評価 | waardering [waardebepaling] van activa |
| shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
| shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
| shisetsu-私設 | particulier; privé (zaak) |
| shishi-志士 | vurige patriot [loyalist] |
| shishin-指針 | kompasnaald; wijzer; indicator |
| shishitsu-紙質 | papierkwaliteit |
| shishitsu-資質 | vaardigheden; capaciteiten |
| shishobako-私書箱 | een postbus (voor particulieren, in een postkantoor, m.n. hoofdkantoor; sinds 1872) |
| shishūbyō-歯周病 | parodontitis (bacteriële infectie in tandvlees) |
| shiso-紙塑 | vormkarton (gerecycled papierpulp) |
| shīsō・gēmu-シーソー・ゲーム | een heen-en-weer gaande strijd; getouwtrek om de overwinning; strijd waarbij dan weer de ene partij de overhand heeft, dan weer de andere |
| shisshoshō-失書症 | agrafie; onvermogen om te schrijven (om gedachten op papier te zetten) |
| shisū-紙数 | aantal pagina's; aantal vellen papier |
| shisū-紙数 | ruimte (op papier) |
| shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
| shitabari-下張り | voering(stof); onderpapier |
| shitajiki-下敷き | onderlegger (die je onder het papier legt om te kunnen schrijven) |
| shitajiki-下敷き | basis; voorbeeld; patroon |
| shitakirisuzume-舌切り雀 | de mus met de afgesneden tong (Japans sprookje) |
| shitamae-下前 | binnenste pand van een kledingstuk dat om het lichaam wordt gewikkeld (b.v. kimono) |
| shitan-紫檀 | rozenhout; paarsachtig hardhout (van de soort Pterocarpus) |
| shitchin-七珍 | (boeddh.) de Zeven Schatten (goud, zilver, parels, agaat, kristal, koraal, lapis lazuli) |
| shitetsu-私鉄 | particuliere spoorlijn |
| shītopia-シートピア | seatopia (experimentele onderwater habitat door Japan ontwikkeld in de jaren 1970) |
| shitsugen-失言 | verspreking; ongepaste opmerking |
| shitsugoshōkanja-失語症患者 | afasiepatiënt |
| shiun-紫雲 | paarse wolken |
| shiyō-使用 | gebruik; toepassing; gebruikmaking (van iets of iemand) |
| shiyōsuru-使用する | gebruiken; toepassen |
| shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
| shī・dī-シー・ディー | (compact disk) cd |
| shī・dī・āru-シー・ディー・アール | CD-R, compact disc recordable (kan slechts één keer worden beschreven, daarna meerdere keren worden gelezen) |
| shō-省 | ministerie; departement |
| shō-笙 | blaasinstrument dat wordt gebruikt voor traditionele Japanse gagaku muziek |
| shō-証 | (med.) de toestand van een patiënt |
| shoan-書案 | bureau; schrijftafel; (traditionele, Japanse) leestafel |
| shoberu-ショベル | schep; schop; spade; schoep |
| shōbinisumu-ショービニスム | chauvinisme: overdreven patriottisme |
| shōbōi-消防衣 | brandweertenue; brandweerpak |
| shōbu-菖蒲 | Japanse iris |
| shōchikubai-松竹梅 | den, bamboe en pruimenboom (in Japan symbolen van geluk, en gebruikt bij decoraties van feesten, e.d.) |
| shōchū-焼酎 | shōchū, Japanse alcoholische drank (gemaakt van o.a. rijst, zoete aardappel, bruine suiker) |
| shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| shōdābijon-ショーダービジョン | shore radar television (televisieontvangst via radarapparatuur op het vasteland) |
| shōden-正伝 | één van de Jōruri scholen van het traditionele poppentheater in Japan |
| shōgi-将棋 | shogi (Japans schaakspel) |
| shōgyōtegata-商業手形 | een verhandelbare schuldbekentenis; handelspapier; toonderpapier |
| shōhenshōsetsu-掌編小説 | buitengewoon kort verhaal; handpalmverhaal (flash fiction) |
| shoin-書院 | Japanse kamer in shoin stijl |
| shōji-障子 | traditionele Japanse schuifdeur gemaakt van een houten raamwerk met (rijst)papier |
| shōjō-症状 | symptoom; medische conditie (van een patiënt) |
| shōjōbakama-猩々袴 | Japanse hyacint (Heloniopsis orientalis) |
| shōkai-哨戒 | patrouille |
| shōkaiki-哨戒機 | (landmacht, marine) verkenningsvliegtuig; patrouillevliegtuig |
| shōkan-小閑 | een korte (adem)pauze (tussen andere activiteiten door) |
| shōkei-小径 | smalle weg; smal pad; paadje; weggetje; straatje; steegje |
| shokei-書痙 | schrijfkramp; grafospasme |
| shōken-証券 | waardepapier; effect; certificaat |
| shōki-将器 | (een persoon met) het vermogen [de capaciteiten] om generaal te kunnen zijn |
| shokikyoku-書記局 | secretariaat (van een beroepsvereniging, politieke partij, etc.) |
| shōkō-商港 | handelshaven (voor handelsvloot, passagiersschepen, vrachtschepen, e.d.) |
| shōkō-小康 | (fig.) een korte adempauze; stabiele [rustige] periode (in de wereld) |
| shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
| shokutaku-嘱託 | tijdelijke aanstelling; parttime werk |
| shōkyokuteki-消極的 | negatief; passief; halfslachtig; weifelend |
| shōkyūshi-小休止 | korte vakantie [onderbreking; rustpauze; rustperiode] |
| shōmakyō-照魔鏡 | een magische spiegel (uit Chinese en Japanse volksverhalen) die de ware aard van de duivel onthult |
| shōmanshippu-ショーマンシップ | propagandistisch talent; gave voor het publiekstrekken |
| shōme-正目 | inhoud (van een verpakking, e.d.); netto |
| shorinōryoku-処理能力 | verwerkingscapaciteit, doorvoer [doorstroom] capaciteit |
| shōro-松露 | shōro (eetbare paddenstoel, Rhizopogon rubescens) |
| shōryoku-省力 | arbeidsbesparing, besparing op mankracht |
| shosa-所作 | gedrag; hoe zich te gedragen (bij een bepaalde gelegenheid) |
| shosanpu-初産婦 | primipara; vrouw die voor het eerst een kind heeft gebaard; vrouw die in verwachting is van haar eerste kind |
| shōsekkō-焼石膏 | gebakken gips; gips van Parijs |
| shōsenkyoku-小選挙区 | een klein [enkelvoudig] kiesdistrict (met één zetel) in Japan |
| shōsetsu-章節 | (verdeling in) hoofdstukken en secties [paragrafen] |
| shosha-書写 | kalligrafie (Japans taalvak op school); handschrift |
| shoshi-処士 | privé persoon; particulier |
| shōshi-抄紙 | (het proces van) het maken van papier |
| shoshinryō-初診料 | de vergoeding voor het eerste consult (van een patiënt) |
| shōtō-小党 | een kleine politieke partij |
| shōto・hōru-ショート・ホール | par-drie baan (golf) |
| shōto・shōto-ショート・ショート | buitengewoon kort verhaal; handpalmverhaal (flash fiction) |
| shōyō-従容 | rust; ontspanning; onbezorgdheid |
| shū-拾 | (in kanji combinaties) oppakken; oprapen; vinden; verzamelen; krijgen; kiezen |
| shu-珠 | (in kanji combinaties) parel; ronde bal; kraal |
| shu-首 | woord dat wordt gebruikt om Chinese en Japanse gedichten (zoals tanka, e.a.) te tellen |
| shūbansen-終盤戦 | eindstrijd; het einde [de laatste fase] (van een verkiezingscampagne, wedstrijd, e.d.) |
| shūbunnohi-秋分の日 | herfstnachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de herfst (op 22 of 23 september) |
| shuchin-シュチン | (Ned.: satijn) met patroon geweven satijnen stof |
| shūfuku-修復 | restauratie; reparatie |
| shūfukusuru-修復する | restaureren; repareren |
| shugen-修験 | Japans berg ascetisme |
| shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
| shūgiin-衆議院 | het (Japanse) Lagerhuis; Kamer van volksvertegenwoordigers; Tweede Kamer (der Staten-Generaal) |
| shūgiingiin-衆議院議員 | lid van het (Japanse) Lagerhuis |
| shugoseijin-守護聖人 | beschermheilige; patroonheilige; schutspatroon |
| shūho-修補 | reparatie; herstel |
| shūin-衆院 | het (Japanse) Lagerhuis; Kamer van volksvertegenwoordigers |
| shūjoshi-終助詞 | slotpartikel (ka, no, ya, na, wa, tomo, kashira) |
| shūki-終期 | het einde van een bepaalde periode; einddatum |
| shukuben-宿便 | constipatie; obstipatie; verstopping (in de darm) |
| shukueki-宿駅 | pleisterplaats; poststation (om van paarden te wisselen) |
| shukusei-粛正 | verordeningen; strikte handhaving van discipline (en aanpak van fraude) |
| shukushu-宿主 | (biologie) gastheer (van parasieten, e.a.) |
| shukyūha-守旧派 | conservatieve partij [factie] |
| shūmeigiku-秋明菊 | Japanse anemoon (Anemone hupehensis) |
| shunba-駿馬 | excellent (ren)paard |
| shunbunnohi-春分の日 | lentenachtevening, Japanse nationale feestdag voor de viering van het begin van de lente (op 20 of 21 maart) |
| shūnen-周年 | jubileum; aantal jaren dat verstreken is (sinds een bepaalde gebeurtenis) |
| shunga-春画 | Japanse erotische prent, meestal als blokdruk (ukiyo-e) |
| shuninsei-主任制 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
| shuninseido-主任制度 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
| shunme-駿馬 | excellent (ren)paard |
| shura-修羅 | felle strijd; bloedbad; slachtpartij |
| shuraba-修羅場 | vechtpartij; bloedbad; afslachting |
| shureddā-シュレッダー | (papier)versnipperaar |
| shūri-修理 | reparatie; herstelwerk |
| shūrikō-修理工 | reparateur |
| shūrikōjō-修理工場 | reparatiewerkplaats; herstelwerkplaats |
| shūrinin-修理人 | reparateur |
| shūrisuru-修理する | repareren; herstellen |
| shūriten-修理店 | reparatiewinkel |
| shūsenkinenbi-終戦記念日 | herdenkingsdag voor het einde van de oorlog (in Japan op 15 aug.) |
| shūshikei-終止形 | (taalkunde) shūshikei (in klassiek Japans, eindvorm; woordenboekvorm) |
| shūshinkoyōseido-終身雇用制度 | Japans systeem dat werknemers hun hele (werkzame) leven bij hetzelfde bedrijf werken |
| shūshokugo-修飾語 | (taalkunde) bepaling; bepalend woord |
| shuso-主訴 | belangrijkste klacht [symptoom] (van een patiënt) |
| shussha-出車 | een auto uit een parkeerplaats [garage] rijden (na betaling) |
| shūto-シュート | het schieten (van een geweer, een bal, een foto, etc.); schroefbal (bij honkbal); jachtpartij; schietoefening |
| shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
| shutsuba-出馬 | (te paard) eropuit gaan [vertrekken] (b.v. naar het slagveld) |
| shutsujinshiki-出陣式 | ceremonie voorafgaand aan de start van een (politie)actie, verkiezingscampagne, e.d. |
| shutsunyūkokuzairyūkanrichō-出入国在留管理庁 | Japanse immigratiedienst; Immigratie Bureau van Japan |
| shūzen-修繕 | herstel; reparatie; restauratie; herbouw |
| shūzenhi-修繕費 | reparatiekosten; herstelkosten |
| sōchi-装置 | apparaat; systeem; installatie |
| sōchisōchi-走査装置 | scanner; scan-apparaat |
| sōdan'in-相談員 | gesprekspartner; adviseur; consulent |
| sōdatsu-争奪 | competitie; wedijver, strijd; vechtpartij |
| sodetori-袖取り | (judo) bij de mouw pakken |
| sodeyama-袖山 | bovenste plooi (in bergvorm) van een mouw (Japanse traditionele kleding) |
| sōdō-騒動 | vechtpartij; knokpartij; uit de hand gelopen feest |
| soegi-添え木 | plantensteun (stok, paaltje) |
| soegi-添え木 | spalk |
| sōfu-総譜 | (muziek) volledige partituur |
| sōfuku-双幅 | een paar kakemono (naast elkaar gehangen) |
| sofutopasuteru-ソフトパステル | zachte pastel |
| sofuto・tatchi-ソフト・タッチ | zachtheid; zachtaardigheid; zacht aanvoelen; zachte aanpak |
| sōgiri-総桐 | volledig gemaakt van paulowniahout |
| sogo-齟齬 | onenigheid; discrepantie; tegenspraak |
| sōgoginkō-相互銀行 | coöperatieve spaarbank, een financiële instelling die eigendom is van haar spaarders of klanten |
| sōhō-双方 | beide partijen |
| sōi-相違 | verschil; discrepantie |
| sōkaiya-総会屋 | type Japanse mafia (yakuza), dat bedrijven onder druk zet d.m.v (dreigen met) het verstoren van aandeelhoudersvergadering |
| sōkan-送還 | repatriëring; terugzending |
| soken-訴権 | recht tot aanklagen [vervolging]; recht om een rechtzaak aan te spannen |
| sōko-倉庫 | pakhuis; magazijn; depot; opslagplaats |
| sōkō-装甲 | gepantserd (voertuig, vaartuig) |
| sokobaku-若干 | een (onbepaald) aantal; een kleine hoeveelheid; een paar; een beetje |
| sōkōsha-装甲車 | (militair voertuig) pantserwagen |
| sōkōsha-装甲車 | (civiel voertuig) gepantserde auto |
| sokuho-速歩 | draf (van paard) |
| sokuho-速歩 | snelle tred; looppas |
| sokuō-即応 | navolging; aanpassing; volgzaamheid |
| sokuseki-足跡 | traject; baan; pad |
| sokusu-即す | zich conformeren met; zich aanpassen aan; zich schikken naar; gebaseerd zijn op |
| sokusuru-即する | zich conformeren met; zich aanpassen aan; zich schikken naar; gebaseerd zijn op |
| somemoyō-染め模様 | een geverfd [gedrukt] patroon |
| somenuki-染め抜き | het verven van een patroon [wapen] op een achtergrond |
| somenuku-染め抜く | een patroon verven (op een achtergrond) |
| sōmushō-総務省 | Japanse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie (voor 2001: Ministerie van Openbaar Bestuur, Binnenlandse Zaken, Post en Telecommunicatie) |
| sono-園 | tuin; park; boomgaard |
| sōon-宋音 | Song-lezing (de Japanse uitspraak van Chinese karakters uit de Song dynastie; vooral van woorden gerelateerd aan het Zen Boeddhisme) |
| sōrā・paneru-ソーラー・パネル | zonnepaneel |
| sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
| sōrin-相輪 | een verticaal decoratief ornament bovenop een Japanse pagode |
| sōro-走路 | (sport) baan; parcours; piste |
| soroi-揃い | (kleding) set; complet; pak; kostuum |
| soshōnin-訴訟人 | eiser; eisende partij; (aan)klager |
| sōsoku-総則 | algemene bepalingen; algemene voorwaarden |
| sōsupan-ソースパン | steelpan; sauspan |
| sotetsu-蘇鉄 | vredespalm; Japanse sagopalm |
| sotoba-卒塔婆 | stoepa; boeddhistisch stenen monument |
| sotogama-外釜 | buitenpan van een rijststomer |
| sōtōshū-曹洞宗 | Sōtō Zen (een stroming binnen het Japanse Zen-Boeddhisme, ooit vanuit China geïntroduceerd door de monnik Dōgen) |
| sou-沿う | zich bevinden op een rij [naast elkaar; langs [parallel} aan] |
| sōzei-総勢 | de hele groep [partij]; de hele strijdmacht |
| suchīru-スチール | stelen; ontvreemden; afpakken |
| sudare-簾 | weefsel [textiel] met een horizontaal weefpatroon |
| sudare-簾 | weefsel uit de Yamanashi prefectuur met een stippelpatroon |
| sueki-須恵器 | Sue aardewerk, Japans blauwgrijs aardewerk (geproduceerd vanaf het late Kofun-tijdperk tot de Heian-periode) |
| sugatami-姿見 | kleedspiegel; passpiegel |
| sugi-杉 | Japanese ceder (Cryptomeria japonica) |
| sugiharagami-杉原紙 | dun, zacht, traditioneel Japans papier |
| sugina-杉菜 | (paardenstaart) Heermoes (een plant, Equisetum arvense) |
| sugiru-過ぎる | passeren; voorbijgaan |
| sugiyuku-過ぎ行く | voorbijgaan; passeren; verstrijken |
| sui-水 | (één van de vijf elementen in de Japanse filosofie) water |
| suiheifuku-水兵服 | matrozenpak; zeemanspak |
| suijun-水準 | waterpeil; waterpas |
| suijunki-水準器 | waterpas |
| suingā-スインガー | (Eng.: swinger) iemand die aan partnerruil (swinging) doet |
| suitchi・torēdo-スイッチ・トレード | handelswijze waarbij het ene bedrijf zijn verplichting om een aankoop te doen in een bepaald land aan een ander bedrijf verkoopt |
| suitorigami-吸い取り紙 | vloeipapier |
| suiun-水運 | vervoer over water; watertransport (van passagiers, goederen e.d.) |
| suizō-膵臓 | pancreas; alvleesklier |
| suizōen-膵臓炎 | alvleesklierontsteking; pancreatitis |
| sujichigai-筋違い | misplaatst; ongepast |
| sukaidaibingu-スカイダイビング | (Eng.: sky diving) parachutespringen |
| sukaimeito-スカイメイト | skymate is een kortingssysteem (voor jongeren) op vliegtarieven van Japanse luchtvaartmaatschappijen |
| sukaipākingu-スカイパーキング | (Eng.: sky parking) parkeergarage met meerdere verdiepingen |
| sukauto-スカウト | padvinder |
| sukērabiriti-スケーラビリティ | schaalbaarheid; uitbreidbaarheid; aanpasbaarheid |
| suki-鋤 | spade; schop |
| suki-隙 | gat; opening; tussenruimte; interval; pauze; breuk |
| sukima-隙間 | interval; pauze; vrije tijd |
| sukin・daibingu-スキン・ダイビング | duiken zonder duikapparatuur |
| sukiyaki-鋤焼き | sukiyaki, een Japans eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
| sukiyazukuri-数寄屋造り | Japanse traditionele, verfijnde bouwstijl (waarbij elementen van een theehuis worden opgenomen) |
| sukoa-スコア | (muziek) partituur |
| sukoppu-スコップ | schop; schep; spade |
| suku-透く | transparant zijn |
| suku-透く | uitdunnen; spaarzaam zijn [worden] |
| sukuinage-掬い投げ | (sumo) worp door een arm onder de oksel van de tegenstander te steken (een van de worptechnieken zonder de band van de tegenstander vast te pakken) |
| sukuramu-スクラム | een dicht opeengepakte menigte; een menselijke keten bij een demonstratie |
| sukuwatto-スクワット | een kraakpand |
| sukyanā-スキャナー | scanner; scan-apparaat |
| sukyūba-スキューバ | duikuitrusting (self-contained underwater breathing apparatus) |
| sumātobōru-スマートボール | Japans balspel (vergelijkbaar met flipperen) |
| sumikko-隅っこ | hoek; nis; uitsparing |
| sumomo-李 | Japanse pruimenboom; pruim |
| sumonbyō-スモン病 | Subacute myelo-optische neuropathie (SMON) |
| sunappu-スナップ | (American football) beginpass (door de benen van de center naar de back) |
| sunda-澄んだ | helder; transparant |
| sunekajiri-脛齧り | (lett. bijten in het onderbeen) het klaplopen; parasiteren; profiteren (van iem.); teren op |
| supachura-スパチュラ | spatula |
| supagetti-スパゲッティ | spaghetti |
| supagettī-スパゲッティー | spaghetti |
| sūpākonpyūtā-スーパーコンピューター | supercomputer (computer met een buitengewoon grote bewerkingscapaciteit of rekenvermogen) |
| supan-スパン | spanwijdte; reikwijdte |
| supankōru-スパンコール | lovertje; paillette |
| supan・obu・kontorōru-スパン・オブ・コントロール | spanwijdte (een management-begrip dat aangeeft aan hoeveel ondergeschikten een manager moet leidinggeven) |
| supāringu-スパーリング | het sparren; oefenen met een tegenstander (b.v. bij boksen) |
| suparutakyōiku-スパルタ教育 | Spartaanse [harde; strenge] opvoeding |
| supea-スペア | (bowlen) spare (het omvergooien van alle kegels met de eerste twee worpen) |
| supearibu-スペアリブ | spareribs; krabbetjes |
| supein-スペイン | Spanje |
| supeingo-スペイン語 | het Spaans; de Spaans taal |
| supesharu-スペシャル | speciaal; bijzonder; apart |
| supēsu-スペース | spatie (leesteken) |
| supēsushatoru-スペース・シャトル | spaceshuttle; ruimteveer |
| supēsu・bā-スペース・バー | spatiebalk (op een toetsenbord) |
| supēsu・kī-スペース・キー | spatiebalk (op een toetsenbord) |
| supēsu・shatoru-スペース・シャトル | ruimteveer; spaceshuttle |
| supittsu-スピッツ | (Japanse) Spits (hondenras; Duits: Spitz) |
| supittsu-スピッツ | Spitz, Japanse rock band |
| supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
| supōku-スポーク | spaak |
| supotto・komāsharu-スポット・コマーシャル | reclamespotje dat op bepaalde tijdstippen wordt uitgezonden |
| supotto・kyanpēn-スポット・キャンペーン | reclamecampagne |
| suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
| suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
| suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
| surakkusu-スラックス | broek; pantalon |
| surechigau-擦れ違う | elkaar (rakelings) passeren |
| surimi-擂り身 | surimi (fijngehakte vis of schaaldieren die tot een gladde pasta zijn vermalen, o.a. gebruikt voor imitatie krabsticks) |
| surippu-スリップ | strookje papier [karton] |
| surirā-スリラー | thriller (spannende roman, film, etc.) |
| suriringu-スリリング | spannend; enerverend; opwindend; zinderend |
| suriru-スリル | sensatie; opwinding; spanning |
| surī・pīsu-スリー・ピース | een driedelig pak [kostuum] |
| surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
| surūputto-スループット | verwerkte hoeveelheid; productie; verwerkingscapaciteit |
| susogo-裾濃 | verfpatroon waarbij de kleur van de bovenkant naar de onderkant (van de stof) geleidelijk donkerder wordt |
| susomoyō-裾模様 | decoratief patroon op de onderrand van een kimono [kledingstuk] |
| susuki-薄 | Chinees prachtriet; Japans pampasgras (Miscanthus sinensis) |
| sutanbai-スタンバイ | paraat [bereikbaar; klaar; reserve] zijn |
| sutanbai-スタンバイ | in de sluimerstand staan (van apparaten) |
| sutasuta-すたすた | (onomatopee) met vlotte pas lopend |
| sutekki-ステッキ | zweep (paardenraces) |
| sutēkusu-ステークス | (paarden)race met prijzengeld |
| sutēpurā-ステープラー | nietmachine; nietapparaat |
| sutēshon・burēku-ステーション・ブレーク | een pauze in een radio- of televisie-uitzending voor reclame of mededelingen |
| sutēshon・kōru-ステーション・コール | een internationaal gesprek waarbij de aanvrager niet een bepaalde persoon hoeft te spreken |
| sutoraido-ストライド | pas; stap; schrede; paslengte |
| sutoraipu-ストライプ | streep; streeppatroon |
| sutoresu-ストレス | (geestelijke) spanning; stress; druk |
| sutoringu-ストリング | (biljarten) voorstoot (om te bepalen wie er begint) |
| sutorōku-ストローク | zwemslag; slag met een roeispaan; slagroeier |
| sūtsu-スーツ | pak; kostuum; mantelpak |
| suwapputorihiki-スワップ取引 | ruilcontract (waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico ruilt met dat van een andere partij) |
| suzuki-鱸 | (volwassen) Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus) |
| tabezugirai-食べず嫌い | een (instinctieve) hekel hebben aan een bepaald soort voedsel; iets niet lusten zonder het ooit geproefd te hebben |
| tabi-足袋 | tabi, Japanese sok (met een split tussen de tenen voor het dragen van geta sandalen of teenslippers) |
| tabisugata-旅姿 | (traditioneel Japanse) reiskleding |
| tabo-髱 | haarwrong (in Japanse stijl) |
| tachiaienzetsu-立ち会い演説 | campagne speech; publiek debat |
| tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
| tadasu-正す | corrigeren; hervormen; wijzigen; aanpassen |
| tadoritsuku-辿り着く | (na inspanningen of moeite) iets bereiken; iets voor elkaar krijgen; ergens toekomen |
| tadoru-辿る | een weg [pad; route] volgen |
| tadoru-辿る | voortgaan in een bepaalde richting |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| tai-隊 | compagnie; corps; eenheid |
| tai-鯛 | zeebrasem (Sparidae) |
| taiden-帯電 | elektrificatie; elektrisering; het onder spanning [stroom] zetten |
| taiheiyō-太平洋 | de Grote [Stille] Oceaan; de Pacific |
| taiikunohi-体育の日 | Nationale Sportdag in Japan (op de 2de maandag in oktober; voorheen: Gezondheids- en Sportdag) |
| taiin-退院 | het ontslag [vertrek] van een patiēnt uit het ziekenhuis |
| taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
| taikyoku-大局 | een algemene situatie van een Go-partij; het momentum van een Go-partij |
| taimā-タイマー | zelfontspanner (camera) |
| taimai-玳瑁 | karetschildpad |
| taimeshi-鯛飯 | een Japans gerecht van rijst met zeebrasem |
| taimuragu-タイム・ラグ | vertraging; tijdsverloop; tijdsinterval; pauze |
| taimu・auto-タイム・アウト | time-out; (spel)onderbreking; adempauze |
| taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
| tainaitōshi-対内投資 | inkomende investeringen; buitenlandse investeringen in Japan |
| tainichi-対日 | ten opzichte van [met betrekking tot] Japan; wat Japan betreft; met Japan |
| tainichi-滞日 | verblijf [verblijven] in Japan |
| taiō-対応 | geschiktheid; gepastheid; afstemming |
| taiō-対応 | verenigbaarheid; compatibiliteit; toepasbaarheid |
| taisei-太清 | levenswandel; levenspad; levensweg; Tao |
| taisha-大赦 | amnestie; generaal pardon |
| taishōgoto-大正琴 | taishōgoto, Japanse tweesnarige harp (ook wel nagoyaharp genoemd; ontwikkeld in de Taishō-periode) |
| taiten-大典 | (historisch) overheidsambt in het ritsuryō rechtssysteem van Japan |
| taitsu-タイツ | panty; maillot |
| taiwankingyo-台湾金魚 | paradijsvis (Macropodus opercularis) |
| taiyōkōhatsuden-太陽光発電 | [opwekken van] zonne-energie; [opwekken van] energie met zonnepanelen |
| taizō-退蔵 | het opslaan [bewaren; opsparen] |
| tajō-多情 | passie; hartstocht |
| takageta-高下駄 | hoge geta (traditionele Japanse houten sandalen) |
| takamagahara-高天原 | de Japanse Olympus; de hemel van de goden |
| takana-高菜 | Japanse grote rode mosterdplant (Brassica juncea var. integrifolia) |
| takanotsume-鷹の爪 | (plant) Gamblea innovans [Evodiopanax innovans] |
| takanotsume-鷹の爪 | (plant) Capsicum annuum; rode peper; Spaanse peper |
| takanotsume-鷹の爪 | (plant) parelkruid (Sagina japonica) |
| takashimada-高島田 | Japanse traditionele haarstijl voor vrouwen |
| takebera-竹篦 | een bamboe spatel [mes] |
| takegari-茸狩り | het (eetbare) paddenstoelen plukken [verzamelen] |
| takekurabe-丈比べ | in Japanse renga (poëzie) het vergelijken van de lengtes van zinnen in verzen |
| taketonbo-竹蜻蛉 | (traditioneel Japans speelgoed) bamboe libelle, een propellor die gaat draaien door een pin snel in beide handpalmen te wrijven |
| takeuma-竹馬 | (kinderspeelgoed) stokpaard |
| takezao-竹竿 | bamboepaal; bamboestok |
| takishimeru-焚き染める | (kleding, etc.) parfumeren door het branden van wierook |
| takkusuheibun-タックスヘイブン | belastingparadijs |
| takuboku-啄木 | de titel van een muziekstuk voor de biwa (Japans snaarinstrument) |
| takuhon-拓本 | (archeologie) rubbing; wrijfsel (door wrijving verkregen kopieën op papier van reliëfversieringen) |
| takuramu-企む | plannen; beramen; (een plan) bedenken; samenspannen; samenzweren |
| takuwaeru-蓄える | (iets) opslaan; opsparen; voorraad opbouwen [inslaan] |
| tamaru-貯まる | gespaard worden; zich opstapelen |
| tamatebako-玉手箱 | een mysterieuze doos (die niet geopend had mogen worden) uit het Japanse volksverhaal Urashima Tarō |
| tamatebako-玉手箱 | waardevolle schat (die niet zomaar aan iedereen wordt getoond); doos van Pandora |
| tameike-溜め池 | waterreservoir; spaarbekken; (irrigatie) vijver |
| tameru-溜める | verzamelen; opstapelen; opsparen |
| tameru-貯める | sparen (geld); opzij leggen |
| tanegami-種紙 | zijderups-eieren papier (papier waarop men zijderupsen eieren laat leggen) |
| tanetsuke-種付け | het fokken [paren] met het beste mannetje en vrouwtje (bij dieren) |
| tangonosekku-端午の節句 | Japanse feestdag voor jongens (elk jaar op 5 mei) |
| tanishi-田螺 | zoetwaterslak (Viviparidae) |
| tanjijitsu-短時日 | een paar dagen; korte tijd |
| tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
| tankan-短観 | (afk. voor) Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| tanki-単記 | (het schrijven van) een enkele vermelding [naam; onderwerp] (op een apart blad) |
| tanku-タンク | tank; pantserwagen; pantservoertuig |
| tannin-担任 | de leiding hebben over een bepaalde klas (of een bepaald vak) op school |
| tanpakuseki-蛋白石 | opaal (mineraal) |
| tanpakuseki-蛋白石 | opaalsteen |
| tanpo-担保 | onderpand; (waar)borg; garantie |
| tanpopo-蒲公英 | paardenbloem (Taraxacum) |
| tansei-丹誠 | oprechtheid; toewijding; inspanning |
| tantakatan-鍛高譚 | een soort shōchū (Japanse gedistilleerde drank) gemaakt met perilla (shiso) bladeren |
| tanuki-狸 | (Japanse) wasbeer; wasbeerhond |
| tanzaku-短冊 | een smalle strook papier voor het schrijven van Japanse (waka) gedichten (verticaal) |
| tanzaku-短冊 | een strook papier voor het maken van lijsten |
| tāpu-タープ | tarpaulin; dekzeil |
| tarabagani-鱈場蟹 | rode koningskrab (Paralithodes camtschaticus) |
| tarashikomu-誑し込む | (iemand) verleiden; inpalmen; versieren |
| taremaku-垂れ幕 | banier; vaandel; spandoek |
| taruki-垂木 | dakspant |
| taruto-タルト | opgerolde cake [bisquitrol] met yuzu-bonenpasta |
| tateba-立て場 | (Edo periode) een stopplaats [rustplaats] voor reizigers met paardenkoetsen en riksja's |
| tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
| tateguya-建具屋 | Japanse timmerman (maker van traditionele schuifdeuren, kasten, etc.) |
| tateito-縦糸 | schering (op een weefgetouw gespannen draden) |
| tateya-建屋 | gebouw (voor opslag en gebruik van (zware) machines, apparatuur, e.d.) |
| tatsujin-達人 | expert; meester; deskundige; iemand die in een bepaalde vak, kunst of ambacht excelleert |
| tatsunootoshigo-竜の落とし子 | zeepaardje |
| tayū-大夫 | het hoofd van een No school; een topacteur in het No theater |
| tayumu-弛む | verslappen (van aandacht, inspanning, etc.) |
| tazuna-手綱 | teugels; toom (voor paarden) |
| tazuna-手綱 | band als opvulling van een helm van een Japans harnas |
| te-手 | moeite; inzet; inspanning |
| teaki-手明き | ongebondenheid; niet druk hebben; ontspanning |
| teawase-手合わせ | wedstrijd; partij |
| tegami-手紙 | (Chin. shouzhi: lett. hand-papier) toiletpapier |
| tegatashijō-手形市場 | markt voor handelspapier [bankbiljetten; commerciële waardepapieren] |
| tegoma-手駒 | een geslagen stuk (bij shōgi, Japans schaken) |
| tegoro-手頃 | geschikt; passend |
| tegoto-手事 | (lang) tussenspel [intermezzo] bij traditionele Japanse volksmuziek |
| teiatsu-低圧 | (elektriciteit) laagspanning |
| teiban-定番 | vaste routine; vast patroon; standaardprocedure; sleur |
| teidan-鼎談 | gesprek met drie partijen; tripartiete gesprek |
| teien-庭園 | mooi aangelegde tuin; privé park |
| teiin-定員 | quotum (voor personeel, passagiers, etc.) |
| teiji-定時 | vastgesteld [vooraf bepaald] tijdstip; vaste tijd |
| teijisei-定時制 | systeem van parttime onderwijs (m.n. in avonden en weekends); deeltijdopleiding |
| teiki-定期 | (afk. voor) openbaar vervoerspas [abonnement]; pendelpas; forenzenpas; seizoenkaart |
| teikiken-定期券 | openbaar vervoerspas [abonnement]; pendelpas; forenzenpas; seizoenkaart |
| teionsakkin-低温殺菌 | pasteurisatie |
| teire-手入れ | zorg; verzorging; reparatie; (iets) in goede conditie brengen [houden] |
| teiryūsuru-停留する | stoppen; halt houden; pauzeren |
| teisei-訂正 | correctie; aanpassing; herziening; rectificatie |
| teishi-停止 | het stoppen; stilstand; buiten werking (van apparaten of mechanismen) |
| teishōsuru-提唱する | (be)pleiten; verdedigen; voorstellen; propageren |
| teitaku-邸宅 | villa; landhuis; paleis; residentie |
| teito-帝都 | keizerlijke hoofdstad; een stad met een keizerlijk paleis |
| teitō-抵当 | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| teki-摘 | (in kanji combinaties) (op)pakken; vasthouden; plukken; knippen; snijden; knijpen |
| tekihi-適否 | geschiktheid; gepastheid |
| tekiidō-定期異動 | verplaatsing voor bepaalde tijd |
| tekikakutegata-適格手形 | een bankaccept (gekwalificeerd door de Bank van Japan) |
| tekin-手金 | borg; onderpand |
| tekiōsei-適応性 | aanpassingsvermogen |
| tekiōshōgai-適応障害 | aanpassingsstoornis |
| tekirei-適例 | een goed [toepasselijk] voorbeeld |
| tekiryō-適量 | juiste [passende] hoeveelheid; optimale dosis [dosering] |
| tekisei-適正 | redelijk [passend; juist; eerlijk] zijn |
| tekiseigo-敵性語 | de taal van de vijand [tegenpartij] (m.n. het Engels tijdens WOII) |
| tekisetsu-適切 | passend [geschikt; correct] zijn |
| tekisu-適す | passen; geschikt zijn (voor) |
| tekisuru-敵する | gewaagd zijn aan elkaar; een partij zijn voor; gelijke [vergelijkbaar] zijn |
| tekisuru-適する | passen; geschikt zijn (voor) |
| tekiyaku-適薬 | het juiste [specifieke] medicijn; passende remedie (voor een bepaalde ziekte) |
| tekiyō-適用 | toepassing; het toepassen |
| tekiyōsuru-適用する | toepassen |
| tekka-鉄火 | (afk. voor tekkadonburi) een Japans rijstgerecht met daarop rauwe tonijn sashimi |
| tekkadonburi-鉄火丼 | een Japans rijstgerecht met daarop rauwe tonijn sashimi |
| tekogifune-手漕ぎ舟 | (Japanse) roeiboot |
| tekunikaru・nokkuauto-テクニカル・ノックアウト | technische knockout (wanneer een scheidsrechter bepaalt dat één van de deelnemers aan een gevecht niet in staat is verder te gaan) |
| tekunikkusu-テクニックス | Technics, merknaam van Panasonic Corporation |
| tekusuchāpēpā-テクスチャーペーパー | structuurpapier; papier met een structuuroppervlak |
| temane-手真似 | (hand)gebaar; geste; teken; pantomime |
| temari-手毬 | traditionele Japanse handbal |
| temawashi-手回し | (apparaten) met de hand bediend [gedraaid] |
| tēma・pāku-テーマ・パーク | themapark; pretpark |
| temizu-手水 | water om je handen te bevochtigen (bij het maken van mochi (Japanse rijstcakes)) |
| ten-殿 | (in kanji combinaties) paleis |
| tenabe-手鍋 | een pan [pot] met een handvat; steelpan |
| tenagusami-手慰み | plezier; ontspanning; afleiding |
| tenanto-テナント | huurder; pachter |
| tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
| tendoku-転読 | het reciteren van een (klein) deel van een soetra (b.v. alleen de titel of een paar zinnen) |
| tengu-天狗 | een kobold met een lange neus (Japans fabeldier, half mens, half vogel) |
| tenja-点者 | recensent [criticus] van Japanse poëzie (waka, haiku, etc.) |
| tenjikurōnin-天竺浪人 | Tenjuku Ronin, een Japanse striptekenaar (m.n. van manga voor volwassenen |
| tenjō-殿上 | in [binnen] het paleis |
| tenjō-殿上 | (afk. voor) ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenjō-殿上 | (afk. voor) paleisdienaar |
| tenjōbito-殿上人 | paleisdienaar |
| tenjōnoma-殿上の間 | ruimtes [vertrekken] in het paleis |
| tenkan-天冠 | traditioneel hoofddeksel gedragen tijdens boogschieten te paard, kagura-dans, e.d. |
| tenma-伝馬 | postpaard; pakpaard |
| tenmaku-天幕 | tent; paviljoen; overkapping |
| tennō-天皇 | keizer van Japan |
| tennōsei-天皇制 | het (Japanse) keizersysteem |
| tenohira-手の平 | handpalm |
| tenouchi-手の内 | handpalm; de palm van de hand |
| tenoura-手の裏 | handpalm |
| tenpo-店舗 | (schrijftaal, veelal in politie-verslagen) winkelpand; zaak |
| tenpon-点本 | uitgave van een Chinese tekst om via leestekens het als een Japanse tekst te lezen |
| tenpurashikigami-天ぷら敷紙 | papier om tempura op te serveren |
| tensaku-転作 | gewassen-afwisseling (een rotatie van de productie van verschillende soorten gewassen om de paar jaar) |
| tenshi-天紙 | papier om tempura op te serveren |
| tenshon-テンション | (stroom)spanning; trekspanning |
| tenshon-テンション | (emotionele) spanning; gespannenheid; zenuwachtigheid |
| teppanyaki-鉄板焼 | Japanse gerechten die aan tafel op een ijzeren plaat (teppan) worden bereid |
| tērādo・sūtsu-テーラード・スーツ | maatpak; maatkostuum |
| terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
| terepashī-テレパシー | telepathie |
| terepurintā-テレプリンター | teleprinter; telex; telexapparaat |
| terīnu-テリーヌ | terrine (gerecht in een kom, zoals pastei) |
| teroppu-テロップ | television opaque projector |
| teruterubōzu-照る照る坊主 | pop van wit papier of katoen, opgehangen aan de dakrand in de hoop om daardoor de volgende dag mooi weer te krijgen |
| tesō-手相 | handlijn; lijnen [groeven] in de handpalm; handlezen |
| tessan-鉄傘 | stalen [ijzeren] koepel [paraplu-vormig dak] (op een gebouw) |
| tesuji-手筋 | handlijn; lijnen in de handpalm |
| tesuki-手漉き | handgemaakt [handgeschept] papier |
| tesukigami-手漉き紙 | handgemaakt [handgeschept] papier |
| tesutā-テスター | klein instrument voor meting van stroom(spanning) |
| tesuto・kyanpēn-テスト・キャンペーン | proefcampagne; testperiode |
| tetoron-テトロン | Tetoron (de Japanse handelsnaam voor polyester) |
| tetsuke-手付け | borg; garantie; onderpand |
| tetsuzai-鉄剤 | ijzerpreparaat; een geneesmiddel dat ijzer bevat |
| tettō-鉄塔 | stalen toren; hoogspanningsmast |
| teuchi-手打ち | (Edo periode) dankbetuiging van een kabuki-acteur aan een beschermheer [patroon] |
| tēze-テーゼ | partijprogramma (politiek) |
| tezukami-手掴み | het grijpen; vastpakken; beetpakken; vangen |
| tezumari-手詰まり | impasse; patstelling; dood punt |
| tezumari-手詰まり | verloren partij (schaken, go, e,d,) |
| tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
| tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
| tinpani-ティンパニ | pauk; keteltrom (muziekinstrument) |
| tisshupēpā-ティッシュペーパー | tissue (papier) |
| tī・pātī-ティー・パーティー | Tea party (factie binnen Conservatieve Partij van Amerika) |
| tī・pī・ō-ティー・ピー・オー | passende kleding voor de tijd, plaats en gelegenheid |
| tō-党 | een (politieke) partij; factie; kring; kliek |
| tō-塔 | toren; torenspits; pagode |
| tobae-鳥羽絵 | karikatuur (Japanse schilderstijl gebaseerd op werk van de schilder Toba Sōjō (12de eeuw)) |
| tōbatsu-党閥 | factie (binnen een politieke partij) |
| tobinoru-飛び乗る | op (een paard) springen; in een (rijdende) trein [bus, e.d.] springen; aan boord springen |
| tobira-扉 | titelpagina (van een boek) |
| tobirae-扉絵 | frontispice; titelplaat; illustratie bij titelpagina |
| tobukuro-戸袋 | opbergruimte (aan de rand van de dorpel) voor stormdeuren [luiken] van traditionele Japanse huizen |
| tochikan-土地勘 | goede kennis van [vertrouwdheid met] een bepaalde plaats [omgeving; buurt] |
| tochikan-土地鑑 | kennis van [bekend zijn met] een bepaalde plaats [omgeving; buurt] |
| tochinoki-栃の木 | Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata) |
| tōchōki-盗聴器 | afluisterapparaat |
| todōfuken-都道府県 | de (47) prefecturen van Japan |
| tōgaikotsu-頭蓋骨 | schedelbeen; schedelbasis; hersenpan |
| tōge-峠 | bergpas; bergtop; bergkam |
| tōgū-東宮 | (het paleis van) de kroonprins |
| tōha-党派 | factie; partij; kliek |
| tōhachiken-藤八拳 | vos-jager-dorpshoofd (een soort kansspel als steen-papier-schaar) |
| tōhaseiji-党派政治 | partijpolitiek |
| tōhi-当否 | geschiktheid; gepastheid |
| tōhoku-東北 | de noordoostelijke regio van (het hoofdeiland) Honshu in Japan |
| tōin-党員 | partijlid; lid van een partij; partijgenoot |
| tōin-登院 | het bijwonen van een zitting van het parlement |
| tōinnakama-党員仲間 | partijgenoot |
| tojibuta-綴じ蓋 | een kapotte deksel die is gerepareerd |
| tōjin-党人 | partijlid; lid van een politieke partij |
| tōjōken-搭乗券 | instapkaart (vliegtuig); boardingpass |
| tōkai-東海 | (een andere naam voor) Japan |
| tōkaidō-東海道 | de Tōkaidō (route in Japan) |
| tokekomu-溶け込む | opgaan; samengaan; zich aanpassen; assimileren (in een groep) |
| tokeru-解ける | ontlast [ontspannen] worden |
| toki-鴇 | Japanse kuifibis (Nipponia nippon) |
| tokihogusu-解きほぐす | ontspannen; verlichten (van pijn, e.d.) |
| tokkumiai-取っ組み合い | handgemeen; schermutseling; knokpartij |
| tokkyo-特許 | patent; octrooi |
| tokkyochō-特許庁 | het Japanse Octrooibureau (JPO) |
| tokkyoken-特許権 | octrooirecht; patentrecht |
| tokkyokenshoyūsha-特許権所有者 | octrooihouder; octrooigerechtigde; patenthouder |
| tokkyonushi-特許主 | octrooihouder; patenthouder |
| tokkyoshinseichū-特許申請中 | patent [octrooi] aangevraagd |
| tokkyoshutsugan-特許出願 | patentaanvraag; octrooiaanvraag |
| tokkyoshutsuganchū-特許出願中 | octrooi [patent] aangevraagd |
| tokobanare-床離れ | het apart gaan slapen (van een stel met relatieproblemen) |
| tokorogara-所柄 | kenmerken van een bepaalde plaats |
| tokorosemashito-所狭しと | overvol; stampvol; volgepakt; opeengepakt |
| tokoroten-心太 | Japanse noedels, traditioneel gemaakt van rode algen (tengusa) |
| toku-解く | losmaken; openmaken; ontbinden; uitpakken |
| tokubetsukaikei-特別会計 | speciale rekening (staat los van de algemene rekening en wordt beheerd door de nationale of lokale overheid in Japan) |
| tokubetsukokkai-特別国会 | speciale zitting van het parlement binnen 30 dagen na de verkiezingen |
| tokubetsuku-特別区 | speciaal district; aparte economische zone |
| tokuibi-特異日 | (meteorologie) singulariteit: een specifieke dag waarop een bepaald weertype zich met grote waarschijnlijkheid voordoet |
| tokumeikumiai-匿名組合 | anoniem partnerschap |
| tokureishi-特例市 | (Japans systeem) classificatie als kernstad (met speciale administratieve bevoegdheden) voor steden met minstens 20.000 inwoners |
| tokusa-木賊 | schaafstro (een plant, Equisetum hyemale; paardenstaartenfamilie) |
| tokusan-特産 | lokale specialiteit; lokaal product (dat m.n. in een bepaalde regio wordt geproduceerd) |
| tokusha-特赦 | amnestie; speciale pardonregeling |
| tōmei-党名 | partijnaam |
| tōmei-透明 | transparantie; helderheid |
| tōmeishoku-透明色 | transparante kleuren |
| tomeru-止める | tot stilstand brengen; parkeren |
| tomonau-伴う | met zich meebrengen; resulteren; gepaard gaan met |
| tonariawase-隣り合わせ | aangrenzend; aanpalend; naast elkaar |
| tonerikozai-トネリコ材 | essenhout; hout van de Japanse es (Fraxinus japonica) |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| tōō-東欧 | Oost-Europa |
| tōon-唐音 | de T'ang-lezing van een kanji (de Japanse uitspraak van Chinese karakters van na de Song-dynastie) |
| toorima-通り魔 | een crimineel die in het wilde weg [blindelings] passanten aanvalt en vernielingen aanricht |
| toorisugari-通りすがり | voorbijgaand; passerend; iem. die [iets dat] voorbij komt |
| toorisugiru-通り過ぎる | langsgaan,; voorbijgaan; passeren |
| tooru-通る | passeren; voorbijgaan; gaan (langs; door) |
| toosu-通す | laten passeren; doorlaten |
| toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| toramaeru-捕らまえる | vangen; pakken; grijpen; beetpakken |
| torawareru-捕らわれる | gevangen [opgepakt; gearresteerd] worden |
| torēdo・kyarakutā-トレード・キャラクター | een bepaald karakter [personage] als handelsmerk |
| tōri-党利 | het partijbelang; de belangen van een partij |
| toriageru-取り上げる | oppakken; aanpakken; vastpakken; ter hand nemen |
| toriau-取り合う | hand in hand lopen [gaan]; de hand van elkaar pakken |
| torichigaeru-取り違える | de verkeerde nemen [pakken[ |
| toridasu-取り出す | uitnemen; uithalen; tevoorschijn halen; uitpakken |
| torifuda-取り札 | een kaart die een speler van de tafel pakt (b.v. bij het Japanse kaartspel hyakunin isshu) |
| torikaesu-取り返す | terugpakken; hernemen; terughalen; terugkrijgen |
| torikorosu-取り殺す | de dood injagen; pakken [vangen] en doden |
| torikumi-取り組み | (in sport) partij; wedstrijd |
| torikumi-取り組み | aanpak; initiatief |
| torikumu-取り組む | (een probleem); aanpakken; proberen op te lossen; worstelen (met) |
| torinaosu-取り直す | opnieuw vastpakken; overdoen; hergroeperen |
| torinaosu-取り直す | (bij sumo) de partij [het gevecht] overdoen |
| torinozoku-取り除く | verwijderen; weghalen; wegleggen; apart leggen; opruimen |
| tōritōryaku-党利党略 | partijbelang; partijpolitiek |
| toritsukurou-取り繕う | repareren; herstellen; oplappen |
| torizara-取り皿 | een apart bordje [schaaltje] per persoon (om te eten uit gemeenschappelijke schalen met gerechten) |
| tōrō-灯籠 | (Japanse) tuinlantaarn; tuinverlichting |
| torōchi-トローチ | pastille; zuigtablet |
| toru-取る | pakken; nemen; verkrijgen |
| toru-執る | vasthouden; nemen; (op)pakken |
| tōryaku-党略 | partijpolitiek |
| toryufu-トリュフ | truffel (soort paddenstoel) |
| tosaka-鶏冠 | (afk. voor) Meristotheca papulosa (een rode algensoort) |
| tosakanori-鶏冠海苔 | Meristotheca papulosa, een rode algensoort |
| tōsan-父さん | vader; pa; papa |
| tōseki-党籍 | partijlidmaatschap |
| tōsen-唐船 | Japanse schepen die in de middeleeuwen handel dreven met China |
| tōshi-唐紙 | Chinees (rijst)papier (m.n. voor kalligrafie en schilderkunst) |
| toshimawari-年回り | geluk behorend bij een bepaalde leeftijd (er wordt gezegd dat de ongeluksleeftijd bij mannen 42 is en bij vrouwen 33) |
| tōshu-党首 | partijleider |
| tōshutōron-党首討論 | debat tussen partijleiders |
| tōsuiki-透水器 | percolator; filterapparaat |
| tōtemu・pōru-トーテム・ポール | totempaal |
| tōtetsu-透徹 | helderheid; doorzichtigheid; transparantie |
| totetsusuru-透徹する | duidelijk zijn; doorzichtig zijn; helder [transparant] zijn |
| toyoashihara-豊葦原 | archaïsche naam voor Japan |
| tōyu-灯油 | lampolie; paraffine; petroleum |
| tozandō-登山道 | bergpas; bergpad |
| tōze-党是 | beginselprogramma van een politieke partij; partijprincipes |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsuba-鍔 | (van pannen, ketels, e.d.) boord; kraag |
| tsubamoto-鍔元 | het punt van een Japans zwaard waar de stootplaat (tsuba) en het lemmet (tōshin) elkaar raken |
| tsubo-坪 | afmeting van een stuk stof, papier, e.d.: ca. 918 vierkante centimeter |
| tsubone-局 | (arch.) een aparte kamer, afgescheiden van andere kamers (in een paleis, landhuis, tempel, e.d.) |
| tsubudatsu-粒立つ | korrelig worden (zoals bij het koken van rijst, die niet papperig is, waarbij afzonderlijke korreltjes goed zichtbaar zijn) |
| tsugai-番い | paar; stel; koppel |
| tsugimono-継ぎ物 | reparatie; iets dat gerepareerd [in elkaar geflanst] is |
| tsui-対 | paar; stel; set |
| tsuideni-序でに | terloops; bij gelegenheid; terwijl; tegelijk; tegelijkertijd; en passant |
| tsuifuku-対幅 | een paar kakemono (hangende rollen) of schilderijen |
| tsūin-痛飲 | drinkgelag; zwelgpartij; bacchanaal |
| tsuitate-衝立 | (afk. voor) (kamer)scherm; partitiescherm |
| tsuitatesōji-衝立障子 | (kamer)scherm; partitiescherm |
| tsūjōkokkai-通常国会 | normale [reguliere] sessie van het Parlement |
| tsūka-通過 | doorgang; passage |
| tsukaeru-使える | geschikt [capabel] zijn |
| tsūkai-痛快 | opwindend [spannend; geweldig] zijn |
| tsukaiwakeru-使い分ける | correct gebruiken (de juiste instrumenten voor de juiste taak gebruiken); zich aanpassen aan de situatie |
| tsukamaeru-捕まえる | oppakken; arresteren; vangen |
| tsukamaru-捕まる | (op)gepakt [gearresteerd] worden |
| tsukamaru-掴まる | gepakt [gearresteerd; gevangen] worden |
| tsukamu-掴む | grijpen; beetpakken; vasthouden |
| tsūkasuru-通過する | passeren; doorgaan (zonder stoppen) |
| tsukau-使う | gebruiken; verbruiken; toepassen; bedienen (machines, etc.) |
| tsukemono-漬け物 | Japanse geconserveerde groenten |
| tsukesage-付け下げ | een methode om patronen op Japanse kleding aan te brengen (de patronen wijzen naar boven tot de schouders) |
| tsukesage-付け下げ | een Japanse kimono met tsukesage patronen |
| tsukkomu-突っ込む | insteken; induwen; inproppen; instampen; (niet netjes) inpakken |
| tsūkō-通航 | doorvaart; passage; scheepvaart |
| tsūkōnin-通行人 | voorbijganger; passant |
| tsukune-捏ね | Japanse gehaktballetjes (vis of kip) |
| tsukurou-繕う | repareren; herstellen; verstellen; oplappen |
| tsukutsukubōshi-つくつく法師 | Walker's cicade (Meimuna opalifera) |
| tsuma-妻 | (arch.) liefkozende naam bij een echtpaar: mijn lief; schat; wederhelft; echtgenoot [echtgenote] |
| tsuma-妻 | (arch.) het mannetje of vrouwtje van een dierenpaar |
| tsuma-妻 | (arch.) één van twee dingen die sterk aan elkaar gerelateerd zijn (bv. een hert en hagi (Japanse struikklaver) zijn beiden symbool voor de herfst) |
| tsumadoikon-妻問婚 | een (matrilokaal) huwelijk waarbij het echtpaar bij de familie van de vrouw woont |
| tsumagoi-妻恋 | de liefde voor de echtgenoot [echtgenote; partner] |
| tsumamu-摘む | iets. vastpakken [oppakken]; plukken |
| tsumarutokoro-詰まるところ | om kort te zijn; uiteindelijk; alles goed en wel; als puntje bij paaltje komt |
| tsumasakiagari-爪先上がり | een opgaand [omhooglopend] pad; geleidelijk steiler wordende helling |
| tsumashii-倹しい | zuinig; spaarzaam; sober |
| tsumekusa-爪草 | (plant) parelkruid (Sagina japonica) |
| tsumitate-積み立て | het sparen; geld verzamelen [reserveren] |
| tsumitatekin-積立金 | reserve; spaargeld |
| tsumitateru-積み立てる | (geld) sparen; verzamelen; opzij leggen |
| tsumitateyokin-積立預金 | het periodiek sparen |
| tsumu-詰む | dicht [strak] geweven [gebreid] zijn; dicht op elkaar gepakt [gepropt] zijn |
| tsumu-詰む | (bij shogi, Japans schaakspel) schaakmat gezet zijn (door het omsingelen van de koning) |
| tsuno-角 | (klassiek Japans theater) ondertitel; tweede titel |
| tsunokakushi-角隠し | hoofdtooi van een traditioneel geklede Japanse bruid |
| tsuresou-連れ添う | een paar [stel; koppel] zijn [worden] |
| tsurikawa-吊り革 | hanglus (waaraan staande passagiers zich kunnen vasthouden in tram, bus, metro, e.d.) |
| tsūro-通路 | gang; hal; doorgang; passage; gangpad; weg; straat |
| tsuta-蔦 | Japanse wilde wingerd (Eng.: Boston ivy; Parthenocissus tricuspidata) |
| tsutsumi-包み | pakje; pakketje; bundel; verpakking |
| tsutsumi-包み | woord om ingepakte voorwerpen te tellen |
| tsutsushimu-慎む | letten op; passen op; voorzichtig [tactvol] zijn |
| tsuzumi-鼓 | (Japanse) handdrum |
| tsuzuru-綴る | schrijven; op papier zetten; optekenen |
| ubaitoru-奪い取る | afpakken; stelen; beroven; ontnemen |
| ubugi-産着 | babykleding (voor een pasgeboren baby) |
| ubugoe-産声 | eerste geluid [kreet] van een pasgeboren baby |
| ubuyu-産湯 | het eerste bad van een pasgeboren baby |
| uchibu-打ち歩 | (economie) premium, waarde boven pari |
| uchidashi-打ち出し | (in papier of metaal) reliëfwerk; drijfwerk |
| uchigama-内釜 | de binnenpan van een rijstkoker |
| uchikake-打ち掛け | Japanse bruidsjapon die over de kimono wordt gedragen |
| uchikake-打ち掛け | (tussentijds) stoppen [pauzeren] met een spel (b.v. go) |
| uchiwa-団扇 | papieren waaier (onopvouwbaar) |
| uchūfuku-宇宙服 | ruimtepak |
| uchūrenrakusen-宇宙連絡船 | spaceshuttle; ruimteveer |
| ueahausu-ウエアハウス | magazijn; pakhuis |
| uetto・sūtsu-ウエット・スーツ | duikerspak; wetsuit |
| uguisu-鶯 | de Japanse struikzanger (Horornis diphone) |
| uguisuiro-鶯色 | groen-bruin (genoemd naar de kleur van de vleugels van een vogel, de Japanse struikzanger) |
| uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
| uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
| uirō-外郎 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
| uirōmochi-外郎餠 | traditionele Japanse gestoomde zoetigheid (gemaakt van rijstmeel en suiker) |
| ujiko-氏子 | parochiaan [gemeentelid] van een shinto heiligdom |
| ukaseru-浮かせる | bezuinigen; besparen |
| ukasu-浮かす | bezuinigen; besparen |
| ukemi-受身 | passiviteit; passieve [verdedigende] houding |
| ukemi-受身 | (grammatica) de passieve [lijdende] vorm |
| ukenagasu-受け流す | afwenden; pareren; afweren; ontwijken |
| uketoru-受け取る | in ontvangst nemen; aanpakken |
| ukine-浮き寝 | het slapen bij wisselende partners |
| ukurādo-ウクラード | (economie) bepaalde soorten productieverhoudingen |
| uma-午 | paard (7de Chinese sterrenbeeld) |
| uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
| uma-馬 | paard |
| umabune-馬槽 | voerbak [trog] voor een paard |
| umadashi-馬出し | een rechte paardenrenbaan |
| umagaeshi-馬返し | het punt op een bergpas waar het te steil wordt, waardoor een paard niet meer verder kan en moet omkeren |
| umanori-馬乗り | het paardrijden |
| umanori-馬乗り | paardrijder; ruiter |
| umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
| umanushi-馬主 | paardeneigenaar; bezitter van paarden |
| umanushi-馬主 | eigenaar [bezitter] van renpaarden |
| ume-梅 | Japanse abrikoos (boom: Prunus mume) |
| ume-梅 | Japanse abrikoos (vrucht) |
| umibōzu-海坊主 | groene zeeschildpad |
| umigame-海亀 | zeeschildpad |
| uminohi-海の日 | Dag van de Zee (Japanse nationale feestdag, op de 3de maandag in juli) |
| umiunagi-海鰻 | zeepaling; aal |
| unadon-鰻丼 | (Japans traditioneel gerecht) een (donburi-stijl) kom rijst met gegrilde paling erop |
| unagi-鰻 | paling; aal |
| unaginobori-鰻登り | (lett. een paling die verticaal omhoog (in het water) klimt) het snel stijgen [omhoogklimmen]; omhoogschieten (van prijzen, populariteit, e.d.) |
| unajū-鰻重 | gegrilde paling en rijst geserveerd in (op elkaar gestapelde) lakdozen |
| undōin-運動員 | champagnevoerder; actievoerder |
| undōkōen-運動公園 | sportpark; park met sportfasciliteiten |
| unsō-運送 | (zee|)transport; vervoer; verscheping (van goederen, passagiers e.d.) |
| unsōchingin-運送賃銀 | gage [betaling, loon] voor het vervoer van passagiers, goederen, e.d. |
| unza-運座 | bijeenkomst waarbij mensen samen haiku gedichten schrijven over een bepaald onderwerp |
| un'yō-運用 | (optimale) gebruikmaking [toepassing]; in gebruiksneming |
| uradana-裏店 | een winkelpand [handelshuis] met het woonhuis aan de achterkant |
| urakaidō-裏街道 | (fig.) zijweg; zijpad; een buitengewone levenswijze [levensstiijl] |
| uranihon-裏日本 | kustgebieden van Honshu gelegen aan de Japanse Zee |
| urashimatarō-浦島太郎 | Urashima Tarō, de hoofdpersoon van een Japans sprookje |
| urauchi-裏打ち | voering [kleding]; versteviging [versterking] via de achterzijde van papier, textiel, leer, e.d. |
| uriba-売り場 | verkoopafdeling; verkooppunt; winkel; marktplaats |
| urokogata-鱗形 | schubben patroon [motief] |
| urushi-漆 | Japanse [Chinese] lak (gebruikt voor lakwerk) |
| urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
| usabarashi-憂さ晴らし | afleiding; ontspanning |
| ushirohaba-後ろ幅 | (bij Japanse kleding) de rugbreedte |
| ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
| ushiromigoro-後身頃 | achterpand (van Japanse kleding) |
| usoji-嘘字 | niet correct geschreven kanji (Japans of Chinees karakter) |
| usu-臼 | usu, grote Japanse vijzel (o.a. gebruikt om het deeg te stampen voor mochi, Japanse balletjes van kleefrijst) |
| usugami-薄紙 | dun papier |
| usui-薄い | dun (papier, stof, etc.); |
| usumurasaki-薄紫 | lichtpaars |
| usumurasakiiro-薄紫色 | lichtpaarse kleur |
| usuppera-薄っぺら | dun; flinterdun (van stof, papier, e.d.) |
| utakai-歌会 | dichtwedstrijd; wedstrijd [bijeenkomst] voor het maken van Japanse gedichten |
| utakaihajime-歌会始 | de eerste poëziebijeenkomst van het nieuwe jaar (in het Keizerlijk Paleis) |
| utō-右党 | rechtse [conservatieve] (politieke) partij |
| uttaeru-訴える | iemand aanklagen; voor de rechter dagen; een proces [zaak] aanspannen |
| uttetsuke-打って付け | ideaal [perfect; meest geschikt; meest passend; precies goed] zijn |
| uumanribu-ウーマン・リブ | Vrouwenbevrijdingsbeweging; Vrouwenemancipatiebeweging |
| uumanribuundō-ウーマン・リブ運動 | Vrouwenbevrijdingsbeweging; Vrouwenemancipatiebeweging |
| uwae-上絵 | geschilderde [bedrukte] figuren [patronen] op doek |
| uwagami-上紙 | verpakkingspapier; inpakpapier |
| uwagami-上紙 | omslag(papier) van een boek |
| uwazutsumi-上包み | verpakking; pakpapier |
| uyamuya-有耶無耶 | onduidelijk [vaag; onbestemd; onbepaald] zijn |
| wa-和 | (in kanji combinaties) Japan; Japans |
| wabisabi-侘寂 | wabisabi, een Japans esthetisch concept waarin de aanvaarding van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat |
| wabun-和文 | Japanse tekst [zinnen] |
| wabun-和文 | Japanse karakters [woorden] |
| wadokujiten-和独辞典 | Japans-Duits woordenboek |
| waeijiten-和英辞典 | Japans-Engels woordenboek |
| wafū-和風 | Japanse stijl |
| wafuku-和服 | Japanse kleding; kimono |
| wafutsujiten-和仏辞典 | Japans-Frans woordenboek |
| wagasa-和傘 | tradionele Japanse paraplu |
| wagashi-和菓子 | (Japanse) zoetigheden; gebak |
| wago-和語 | oorspronkelijk Japans woord |
| wago-和語 | de Japanse taal |
| wagon-和琴 | zessnarige Japanse citer |
| wagyū-和牛 | Japans runderras (gefokt voor het vlees) |
| wahitsu-和筆 | schrijfpenseel gemaakt in Japan (i.t.t. in China) |
| wahon-和本 | boek gebonden in Japanse stijl |
| waidoban-ワイド判 | standaard Japans papierformaat (210 x 257 mm) |
| waji-和字 | het Japanse fonetisch schrift (hiragana en katakana); Japanse karakters (karakters die in Japan zijn ontwikkeld) |
| wajin-倭人 | (arch.) een oude benaming voor een Japanner |
| wajō-和尚 | (groot)meester in de Japanse krijgskunsten |
| waka-和歌 | waka (klassieke Japanse dichtvorm) |
| wakaayu-若鮎 | jonge ayu (vis: Plecoglossus altivelis) (in Japanse poëzie symbool voor de lente) |
| wakachigaki-分かち書き | het scheiden van (Japanse) woorden door spaties |
| wakamurasaki-若紫 | licht paars |
| wakan-和漢 | Japan en China; Japans en Chinees |
| wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
| wakasagi-公魚 | Japanse spiering (Hypomesus nipponensis) |
| wakiku-脇句 | tweede vers van een renga of een renku (Japans kettinggedicht) |
| wakō-倭冦 | (oude scheldnaam in Korea en China voor) Japan; mensen uit Japan |
| wakō-倭寇 | (hist.) Japanse zeerovers [piraten] (bij China en Korea, 13de tot eind 16de eeuw) |
| wakoku-倭国 | (arch.) Japan |
| wakoku-倭国 | (term die China sinds de Han-dynastie gebruikt om te verwijzen naar) Japan |
| wakon-和魂 | Japanse geest [ziel] |
| wakonkansai-和魂漢才 | Japanse geest doordrenkt met Chinese kennis [wetenschap] |
| wakonyōsai-和魂洋才 | Japanse geest doordrenkt met Westerse kennis [wetenschap] |
| wakun-和訓 | Japanse lezing en uitspraak van een Chinees karakter |
| wamei-和名 | Japanse naam [benaming] (i.t.t. de wetenschappelijke naam, b.v. van planten en dieren) |
| wamyō-和名 | (oorspronkelijke) Japanse benaming [naam] |
| waniguchi-鰐口 | een Japanse platte (ronde, holle) metalen gong (in tempel of heiligdom, met een touw waarmee de gelovigen de gong kunnen laten klinken) |
| wanori-輪乗り | het paardrijden in een cirkel |
| wanraitingu・shisutemu-ワンライティング・システム | één standaard [basis] formulier voor verschillende administratieve toepassingen |
| wanrūmu・manshon-ワンルーム・マンション | eenkamerappartement; studio |
| wansaido・gēmu-ワンサイド・ゲーム | eenzijdige wedstrijd (wedstrijd waarin een partij veel sterker is) |
| wantō-彎刀 | krom zwaard (zoals de katana in Japan) |
| wan・patān-ワン・パターン | eenzijdig; stereotype; een enkel patroon volgend |
| wan・pointo-ワン・ポイント | slechts één patroon of decoratie van borduurwerk op kleding |
| warabeuta-童歌 | traditionele Japanse kinderliedjes; liedjes gezongen door [voor] kinderen |
| waragami-わら紙 | rijstpapier |
| waraku-和楽 | (traditionele) Japanse muziek |
| warazuto-藁苞 | strobundel; strowikkel (als verpakkingsmateriaal); een voorwerp in stro verpakt |
| waremonochūi-割れ物注意 | (op bagage, pakketten, etc.) voorzichtig [pas op], breekbaar! |
| wari-割り | een sumo partij; programma van sumo wedstrijden |
| warihan-割り判 | stempel die doorloopt over de randen van twee papieren |
| warui-悪い | slecht; niet passend |
| warushawajōyakukikō-ワルシャワ条約機構 | Warschaupact |
| wasabi-山葵 | wasabi (scherpe specerij in de Japanse keuken vooral gebruikt bij visgerechten) |
| wasai-和裁 | Japanse kleermakerij; het maken van Japanse kleding [kimono] |
| wasan-和算 | Japanse wiskunde (een aparte wiskunde vorm, ontwikkeld in Japan tijdens de Edoperiode) |
| wasan-和讃 | Boeddhistische (lof)gezangen in het Japans |
| wasei-和製 | van Japanse makelij; gemaakt in Japan |
| waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
| wasen-和船 | Japans schip (met Japanse kenmerken) |
| washi-和紙 | washi, (traditioneel handgeschept) Japans papier |
| washiki-和式 | Japanse stijl [wijze; manier] |
| washitsu-和室 | een kamer in Japanse stijl |
| washizukami-鷲掴み | het stevig [ruw] beetpakken [grijpen] (zoals een adelaar zijn prooi grijpt) |
| washo-和書 | boek geschreven in het Japans |
| washo-和書 | boek gebonden in Japanse stijl |
| washoku-和食 | Japans eten [koken]; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
| wasō-和装 | Japanse kleding; kimono; het dragen van Japanse kleding |
| wasō-和装 | Japanse stijl van boekbinden |
| wasuru-和する | passende dichtregels maken als antwoord op een andere dichtregels [verzen] |
| watakushiritsu-私立 | particulier; privé (instelling) |
| wataribashi-渡り箸 | eetstokjes waarmee iets uit het ene na het andere gerecht wordt gepakt zonder tussendoor wat rijst te eten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| watarirōka-渡り廊下 | gangpad; tussengang |
| wattomanshi-ワットマン紙 | whatman papier |
| wayaku-和訳 | Japanse vertaling; vertaling in het Japans |
| wayō-和様 | traditonele Japanse stijl |
| wayō-和様 | (elegante) Japanse kalligrafiestijl |
| wayō-和様 | (in de Kamukura-periode geïntroduceerde) Japanse bouwstijl (m.n. voor tempelarchitectuur) |
| wayō-和洋 | Japan en het westen; Japanse stijl en westerse stijl |
| wazurai-患い | bezorgdheid; ongerustheid; spanning |
| webusupēsu-ウェブスペース | webspace (hoeveelheid ruimte op een server) |
| webu・pēji-ウェブ・ページ | webpagina |
| windouzu・sābisupakku-ウィンドウズ・サービスパック | Windows Service Pack |
| wo-を | o is het partikel dat een lijdend voorwerp aanduidt |
| wotchiwādo-ウォッチワード | wachtwoord; leuze; slogan; parool |
| ya-輻 | spaak |
| yaburu-破る | scheuren (van papier) |
| yabusame-流鏑馬 | het boogschieten te paard; een boogschutter te paard |
| yadonushi-宿主 | (biologie) gastheer (van parasieten) |
| yagura-櫓 | houten frame voor een kotatsu (Japanse tafelkachel) |
| yagura-櫓 | (afk. voor) hoge bovenbouw van grote Japanse schepen |
| yagura-櫓 | (arch.) een opslagplaats [pakhuis] voor pijlen en andere wapens |
| yakata-屋形 | paleis; herenhuis; residentie (van de adel) |
| yakata-屋形 | daimyo (Japanse leenheer in de Edo periode) |
| yakeato-焼け跡 | afgebrand pand; overblijfselen na een brand |
| yakkaimono-厄介者 | lastpak; vervelend persoon |
| yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
| yakō-夜行 | nachtronde; patrouille in de nacht |
| yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
| yamadome-山留め | stutsel; schoorpalen; het stutten [schragen] |
| yamagara-山雀 | (bonte) mees (Parus varius) |
| yamahototogisu-山時鳥 | paddenlelie (Tricyrtis macropoda) |
| yamaimo-山芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
| yamainu-山犬 | Japanse wolf |
| yamaji-山路 | bergweg; bergpad |
| yamamayu-山繭 | een nachtpauwoog vlinder (Antheraea yamamai) |
| yamame-山女 | Japanse zalm |
| yamamichi-山路 | bergweg; bergpad |
| yamanoimo-山の芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
| yamato-大和 | oude provincie in Japan |
| yamatodamashii-大和魂 | de Japanse geest [ziel] |
| yamatoe-大和絵 | Yamato-e, Japanse schilderijen uit de Heian periode |
| yamatogokoro-大和心 | de Japanse geest [ziel] |
| yamatoimo-大和芋 | Japanse yam (soort aardappel, Dioscorea japonica) |
| yamatokotoba-大和言葉 | de oude, oorspronkelijke Japanse taal [woorden] |
| yamatonadeshiko-大和撫子 | de ideale Japanse vrouw (met traditionele deugden en gratie) |
| yamatoshimane-大和島根 | het eilandenrijk Japan (arch.) |
| yamatoshimane-大和島根 | Yamato-shima; Yamato no Kuni; Gebied rondom Yamato (een voormalige provincie van Japan, gelegen in de huidige prefectuur Nara) (arch.) |
| yamatouta-大和歌 | traditioneel Japanse gedicht (waka) |
| yamazakura-山桜 | Japanse (berg) sierkers (Cerasus jamasakura) |
| yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
| yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yanagidaru-柳樽 | een traditioneel wilgenhouten sakevat met twee lange handgrepen (gebruikt bij bruiloften en partijen) |
| yāpan-ヤーパン | Japan |
| yarimizu-遣り水 | (in een Japanse tuin) stroom; beekje |
| yashi-野史 | onofficiële [particuliere] geschiedschrijving (term binnen de Chinese geschiedschrijving) |
| yashiki-屋敷 | (afk. voor bukeyashiki) behuizing van de krijgselite (in feodaal Japan) |
| yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| yasumi-休み | pauze; vrije dag; vakantie |
| yasumu-休む | pauzeren; rusten; uitrusten |
| yasurai-休らい | (lit.) het uitrusten; rust; ontspanning; pauze |
| yatō-野党 | oppositiepartij |
| yō-よう | (vervoeging van klassiek Japanse hulpwerkwoorden) om het vermoeden of de wil van de spreker uit te drukken) laten we; ik denk; zou het zo zijn |
| yochokin-預貯金 | deposito's en spaargeld |
| yōgashi-洋菓子 | (westerse) patisserie; gebak |
| yōgin-洋銀 | buitenlandse zilveren munten geïmporteerd in Japan vanaf het einde van de Edo-periode |
| yogiru-過る | voorbijgaan; passeren; voorbijkomen |
| yōgo-洋語 | Japans leenwoord uit een westerse taal |
| yojōhan-四畳半 | een Japanse kamer met een oppervlakte van 4,5 tatami matten (ongeveer 2,7 m. x 2,7 m.) |
| yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
| yokaren-予科練 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
| yoki-予期 | anticipatie; verwachting |
| yōki-容器 | container; verpakking (vat, kist, doos, etc.) |
| yokinsha-預金者 | deposant; inlegger; spaarder |
| yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
| yōkō-洋行 | (studie)reis (vanuit Japan) naar het buitenland [het Westen] |
| yokochō-横帳 | oblong [liggend] formaat notitieboek (van vellen papier horizontaal doormidden gevouwen en gebonden) |
| yokodori-横取り | het (zijdelings) weggrijpen; wegpakken van iemands goederen of kennis (en die als eigen bevindingen doen voorkomen, b.v. in een werksituatie) |
| yokohama-横浜 | Yokohama (havenstad in Japan) |
| yokomichi-横道 | de verkeerde kant; het verkeerde pad; afdwaling; uitweiding |
| yokujō-欲情 | lust; (seksueel) verlangen; passie |
| yokume-欲目 | partijdigheid; bevooroordeeld [vooringenomen] zijn |
| yōkyoku-謡曲 | gezongen passage in Nō |
| yomeiribune-嫁入り舟 | boot(je) om een bruid (pasgetrouwde echtgenote) te vervoeren (naar het huis van de echtgenoot) |
| yomikomu-読み込む | (computer) gegevens vanaf een extern apparaat (b.v. USB-stick) inlezen en opslaan |
| yomikudasu-読み下す | (Japanse tekst) van boven naar beneden lezen |
| yomikudasu-読み下す | Chinese tekst in het Japans overzetten |
| yomite-読み手 | dichter [auteur] van Japanse poëzie |
| yomogi-蓬 | Japanse bijvoet (Artemisia princeps) |
| yomu-詠む | een Japans gedicht componeren [schrijven]; als thema voor een gedicht gebruiken |
| yoroi-鎧 | harnas; pantser; bepantsering |
| yoromeku-蹌踉めく | zich misdragen; het slechte pad opgaan; overspel plegen |
| yōroppa-ヨーロッパ | Europa |
| yōryō-容量 | capaciteit; inhoud; volume |
| yosakoi-よさこい | yosakoi (een Japanse danssoort, ontstaan in 1954 in Kōchi, Shikoku) |
| yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
| yosei-余勢 | energie-overschot; overtollige energie; overcapaciteit |
| yōsetsuki-溶接機 | lasapparaat |
| yōshi-洋紙 | westers papier |
| yōshi-用紙 | (invul)formulier; een vel papier; (voorgedrukt) briefpapier |
| yōshu-洋酒 | Westerse (niet Japanse) wijn en sterke drank |
| yotō-与党 | regeringspartij; de partij die aan de macht is |
| yotōgiin-与党議員 | lid van de regeringspartij |
| yotsu-四つ | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
| yotsu-四つ | (afk. voor) in vieren gesneden; kwarto; papierafmeting (b.v. van fotopapier, 25,5cm x 30,5cm) |
| yotsugiri-四つ切り | kwarto; papierafmeting (b.v. van fotopapier, 25,5cm x 30,5cm) |
| yotsume-四つ目 | (patroon van) vier ogen [vierkanten] |
| yotsumi-四つ身 | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
| yowagoshi-弱腰 | zwakheid; lafheid; passieve [laffe] houding |
| yoyatō-与野党 | regeringspartijen [coalitiepartijen] en oppositiepartijen |
| yūbinchokin-郵便貯金 | post(spaar)bank |
| yūbinshokan-郵便書簡 | postblad (invouwbaar postpapier met opgedrukte postzegel) |
| yūdō-有道 | (het volgen van) de juiste weg; deugdzaam levenspad |
| yūenchi-遊園地 | pretpark; amusementspark |
| yūhodō-遊歩道 | wandelpad; voetpad |
| yuiwata-結い綿 | een traditioneel Japans kapsel (voor ongetrouwde vrouwen) |
| yūkaku-遊郭 | rosse buurt met vergunning (afgeschaft in Japan in 1957) |
| yūkan-有閑 | het veel vrije tijd [ontspanning] hebben |
| yūkashōken-有価証券 | (verhandelbare) waardepapieren; verhandelbare effecten |
| yukichigai-行き違い | het elkaar voorbij lopen [passeren] (zonder ontmoeting; contact) |
| yukikau-行き交う | elkaar passeren |
| yukima-雪間 | tussenpoos [pauze] in de sneeuwval |
| yukinayamu-行き悩む | (muur)vast komen te zitten; vastlopen; in een impasse geraken |
| yukionna-雪女 | Yuki Onna [sneeuwvrouw] (figuur in de Japanse mythologie gekleed in een witte kimono) |
| yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yukiwarisō-雪割草 | leverbloempje (Hepatica) |
| yukizumaru-行き詰まる | een grens bereiken; in een doodlopende weg komen; in een impasse komen; aan het einde zijn [haar] vermogen komen |
| yunitto・shisutemu-ユニット・システム | eenheden systeem; internationaal meetsysteem (bij fabricage volgens bepaalde vastgestelde normen) |
| yunzei-弓勢 | de schietkracht [spankracht] van een boog |
| yuoke-湯桶 | (Japanse) badkuip |
| yurumeru-緩める | losser [slapper] worden; los gaan; (zich) ontspannen |
| yurumu-緩む | verslappen (ook fig.); ontspannen |
| yusen-湯煎 | bain-marie; (iets) opwarmen in een schaal die op een pan met heet water is geplaatst |
| yushi-油紙 | oliepapier; geolied papier (papier gedrenkt in paraffineolie waardoor het vochtwerend is) |
| yūshōreppai-優勝劣敗 | het recht van de sterkste; natuurlijke selectie (overleving van degenen die het best aan de omgeving aangepast zijn) |
| yūshun-優駿 | renpaard; racepaard |
| yūsu-ユース | gebruik; toepassing |
| yusuraume-梅桃 | Japanse sierkers; Nankingkers (Prunus tomentosa) |
| yutan-油単 | geolied papier |
| yutō-湯桶 | (Japanse) houten (gelakte) emmer voor heet water |
| yutōyomi-湯桶読み | gemengde leeswijze binnen één woord, waarbij het eerste karakter de kun'yomi (Japanse lezing) heeft en het tweede de on'yomi (Chinese lezing) |
| yuttari-ゆったり | comfortabel; gemakkelijk; kalm; ontspannen |
| yūyoku-遊弋 | patrouillering op zee |
| yūzei-遊説 | campagnevoering; verkiezingstoernee |
| yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
| yuzu-柚 | yuzu, Japanse citrusvrucht (Citrus junos) |
| yū・āru・eru-ユー・アール・エル | wegpagina-adres (uniform resource locator) |
| yū・esu・bī-ユー・エス・ビー | USB (universele seriële bus, standaard voor de aansluiting van randapparatuur op computers) |
| zaikei-財形 | (belastingvrij) spaarplan voor werknemers |
| zaikeichochiku-財形貯蓄 | (belastingvrij) spaarplan voor werknemers |
| zainichi-在日 | het verblijven [wonen] (van buitenlanders) in Japan |
| zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
| zairyō-材料 | (economie) marktbepalende factor |
| zaisei-財政 | (particuliere) financiën; geldzaken; geldmiddelen |
| zaku-ざく | diverse groenten (zoals groene ui) voor eenpansgerechten zoals sukiyaki |
| zashiki-座敷 | een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| zashiki-座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| zatsuki-座付き | het (exclusief) werken voor een bepaald theater(gezelschap) (als auteur of acteur) |
| zebura・zōn-ゼブラ・ゾーン | zebrapad (op straat of weg) |
| zenba-前場 | de ochtendsessie van de effectenbeurs (in Japan) |
| zenchō-全長 | totale lengte; spanwijdte |
| zenchugaku-蠕虫学 | helmanthologie; parasitologie |
| zeneraru-ゼネラル | algemeen; gewoon; onbepaald |
| zengakuren-全学連 | (afk. voor) Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
| zenigame-銭亀 | jonge Japanse waterschildpad (Mauremys japonica) |
| zenigame-銭亀 | jonge Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
| zenigame-銭亀 | (in katakana schrift) de Japanse benaming van de fictieve Pokémon-soort Squirtle |
| zenji-禅師 | (in China en Japan) erenaam door het keizerlijk hof toegekend aan een zenpriester met een hoog niveau van geleerdheid, wijsheid en deugdzaamheid |
| zenkei-全景 | volledig beeld [overzicht]; panorama; vogelperspectief |
| zenken-前件 | voorgenoemde [bovengenoemde] alinea [pagina; tekst; document] |
| zenkō-前項 | de voorgaande clausule [paragraaf] |
| zenkokukigyōtankikeizaikansokuchōsa-全国企業短期経済観測調査 | Tankan onderzoek (economische kwartaal peiling van het ondernemersvertrouwen door de Japanse Bank) |
| zenkokutaikai-全国大会 | nationale conventie; nationaal (partij)congres; nationale competitie; nationaal toernooi |
| zennihongakuseijichikaisōrenkō-全日本学生自治会総連合 | Japanse nationale federatie van zelfbesturende studentenverenigingen (opgericht in 1948) |
| zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
| zenryoku-全力 | totale kracht [energie; macht]; alle mogelijke inspanningen |
| zenshi-全紙 | een hele pagina; een heel vel papier; alle bladen [kranten] |
| zensho-全書 | een verzamelbundel; verzameld werk; compleet boek (met alle theorieën en geschriften van een bepaalde persoon of op een bepaald vakgebied) |
| zensho-善処 | passende maatregelen; het beste (doen); de beste manier |
| zenshōyūshō-全勝優勝 | (sumo-term) toernooiwinst zonder één verliespartij |
| zensokukanja-喘息患者 | astmapatiënt; astmalijder; astmaticus |
| zenzai-善哉 | (in de Kantō regio) mochi met zoete bonenpasta erop |
| zen'ya-前夜 | de avond voor (een bepaalde dag) |
| zerosamu-ゼロサム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerosamugēmu-ゼロサム・ゲーム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerowa-ゼロ和 | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zerowagēmu-ゼロ和ゲーム | nulsom; nulsomspel (situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor andere partijen) |
| zōei-造営 | bouw; constructie; aanbouw (van tempels, kerken, paleizen, e.d.) |
| zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
| zōkeisuru-造形する | modelleren; vormen; in een bepaalde vorm brengen |
| zōkiseizai-臓器製剤 | orgaanpreparaat |
| zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
| zokuchō-族長 | patriarch; hoofd van een familie [clan] |
| zokujinshugi-属人主義 | het principe dat het strafrecht van het land van herkomst van de dader moet worden toegepast, ongeacht waar het misdrijf heeft plaatsgevonden |
| zōri-草履 | traditionele Japanse rieten teensandalen |
| zōshitsu-蔵室 | pakhuis; voorraadschuur; opslagplaats |
| zubon-ズボン | (lange) broek; pantalon |
| zugaikotsu-頭蓋骨 | schedelbeen; hersenpan; schedelbasis |
| zugara-図柄 | patroon; ontwerp |
| zugayōshi-図画用紙 | tekenpapier |
| zume-詰め | (achtervoegsel) ingepakt; volgepakt; gevuld |
| zure-ずれ | vertraging; discrepantie; kloof; verschuiving; afglijding |
| zuyō-図様 | patroon; model; ontwerp |