掛ける(懸ける、架ける、賭ける) kakeru
1 (iets) ophangen; neerzetten
コートを掛ける
je jas ophangen
je jas ophangen
2 (iets) gebruiken; toepassen; veroorzaken
犬にブラシをかける
de hond borstelen
de hond borstelen
花に水をかける
de bloemen water geven
de bloemen water geven
保険をかける
(iets) verzekeren
(iets) verzekeren
鍋を火にかける
de pan op het vuur zetten
de pan op het vuur zetten
腰をかける
gaan zitten
gaan zitten
馬力をかける
zich (tot het uiterste) inspannen; (zich uit de naad) werken
zich (tot het uiterste) inspannen; (zich uit de naad) werken
3 vermenigvuldigen
体重をかける
in gewicht) aankomen; dikker worden
in gewicht) aankomen; dikker worden
2かける3は6
2 keer 3 is 6
2 keer 3 is 6
Zie ook: 乗じる(じょうじる)