こま koma
1 (klein) paard; pony; veulen
2 kam (van een snaarinstrument)
3 schaakstuk in shōgi
4 opvullend stukje hout [wig] (ter versteviging)
5 zwenkwieltje (voor de poten van piano, meubilair, e.d.)
6 klos (garen); haspel; spoel