Kruisverwijzing
EU
| lemma | meaning |
|---|---|
| abarekko-暴れっ子 | ondeugend kind; wildebras |
| abisetaoshi-浴びせ倒し | (sumo) de tegenstander naar beneden duwen door op hem te leunen |
| abumi-鐙 | stijgbeugel(s) |
| abunai-危ない | onbetrouwbaar; twijfelachtig; dubieus |
| aburemono-あぶれ者 | rakker; deugniet; herrieschopper; misdadiger |
| abusan-アブサン | absint (Franse likeur met alsem en anijs) |
| adagoto-徒言 | onwaarheid; leugen |
| adeyaka-艶やか | aantrekkelijk; bekoorlijk; glamoureus |
| ado-アド | tweede acteur; deuteragonist |
| adobaizā-アドバイザー | adviseur; raadgever |
| adoribu-アドリブ | (naar Latijn: ad libitum) ad lib; naar eigen believen [keuze]; improvisatie (zn); geïmproviseerd (bnw) |
| adyū-アデュー | adieu; vaarwel |
| aenai-敢え無い | triest; miserabel; tragisch; teleurstellend |
| agaki-足掻き | het ondeugend en luidruchtig zijn (van een kind) |
| agaru-上がる | nerveus [zenuwachtig] worden |
| agehibari-揚げ雲雀 | een leeuwerik die hoog in de lucht vliegt |
| ageita-上げ板 | houten afdruipplaat [roosterplaat] (op badkamervloer, of op het aanrecht in de keuken) |
| agito-顎門 | kieuw (van vissen) |
| agurabana-胡坐鼻 | platte, brede neus |
| agureman-アグレマン | agrement (officiële goedkeuring vooraf van een ontvangend land voor de komst van ambassadeurs en gezanten) |
| ai-愛 | (voor)liefde; voorkeur |
| ai-藍 | indigo (kleur; verf) |
| aiai-藹藹 | harmonieus; vredig; vreedzaam; gelukkig |
| aiborī-アイボリー | ivoor(kleur) |
| aichō-愛寵 | liefde; genegenheid; (speciale) voorkeur; gunst |
| aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
| aiginsuru-愛吟する | graag [vaak] (een melodie) neuriën; graag (gedichten) reciteren |
| aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
| aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
| aikagi-合鍵 | reservesleutel |
| aikan-哀歓 | vreugde en verdriet |
| aikō-愛好 | (voor)liefde; voorkeur; dol zijn op |
| aikōsha-愛好者 | liefhebber; amateur; fan |
| aikuchi-合口 | (metselwerk) steunpunt; gezamenlijk uiteinde |
| aikyōgen-間狂言 | deel van een no-toneelstuk waarin de kyogen-acteur de leidende rol heeft |
| aiseki-哀惜 | verdriet; droefheid; treurnis; leed |
| aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
| aishōka-哀傷歌 | klaagzang; klaaglied; treurzang |
| aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
| aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
| aitōsuru-哀悼する | rouwen; treuren; weeklagen |
| aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
| ajikiri-鰺切り | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
| ajikiribōchō-鰺切り包丁 | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
| ajisashi-鰺刺 | een kleine zeemeeuw [stern] (soortnaam Sterna) |
| aka-赤 | rode kleur; het rood |
| aka-赤 | iets roods; iets dat sterk met de kleur rood verbonden is |
| akachakeru-赤茶ける | roodbruin worden; verkleuren |
| akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
| akagire-皹 | kloofje (in de huid); barst; scheur |
| akanbē-あかんべえ | gezichtsuitdrukking waarbij men het onderste ooglid met een vinger naar beneden drukt en het rode gedeelte zichtbaar maakt (minachtend of afkeurend) |
| akane-茜 | meekraprood (kleur (die van de wortel van de plant gemaakt wordt) |
| akashia-アカシア | Robinia pseudoacacia |
| ake-明け | begin van een nieuw jaar, een nieuwe maand of een nieuwe dag |
| akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akeru-明ける | (nieuw) beginnen |
| akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
| akiru-飽きる | genoeg hebben [krijgen] van; iets beu worden |
| akkan-悪漢 | booswicht; schurk; slechterik; deugniet |
| akkenai-呆気ない | onvoldoende; teleurstellend |
| akki-悪気 | een niet heldere lucht; een rokerige lucht; een lucht met een bepaalde onaangename geur |
| akōdion・doa-アコーディオン・ドア | vouwdeur; harmonicadeur; accordeondeur |
| aku-悪 | het kwaad [de slechtheid] (van natuur, zoals ziekte, natuurrampen, etc.); ondeugd |
| aku-悪 | armoedig [armzalig]; van slechte [inferieure] kwaliteit |
| akuba-悪婆 | een humeurige [chagrijnige; gemene] oude vrouw |
| akubi-欠伸 | geeuw; gaap; het gapen |
| akudō-悪童 | een ondeugend kind; een kwajongen |
| akudoi-あくどい | opzichtig; felgekleurd |
| akufu-悪婦 | een vrouw met een slecht [opvliegend] karakter [humeur; temperament] |
| akugi-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
| akugyaku-悪逆 | ondeugendheid; kattenkwaad; schelmenstreek |
| akuhō-悪報 | slecht nieuws; slechte berichten |
| akujunkan-悪循環 | een vicieuze cirkel |
| akume-悪目 | een snee; een scheur |
| akuseihinsetsu-悪性貧血 | pernicieuze anemie |
| akushū-悪臭 | vieze geur; stank |
| akutā-アクター | acteur |
| akutarekozō-悪たれ小僧 | een deugniet; kwajongen |
| akutaremono-悪たれ者 | iemand die kattenkwaad uithaalt; een deugniet |
| akutarō-悪太郎 | (als berisping) kwajongen!; schelm!; deugniet! |
| akuzairyō-悪材料 | een ongunstige omstandigheid [voorwaarde] die de beurs negatief beïnvloedt; een negatieve factor |
| ama-アマ | amateur |
| amachua-アマチュア | amateur |
| amairo-亜麻色 | vlaskleur |
| ame-飴 | amberkleurig |
| ameiro-飴色 | amber(kleur); (half)transparant lichtbruin |
| amido-網戸 | hor; hordeur; insectengaas |
| āmuchea-アームチェア | leunstoel; fauteuil |
| ana-アナ | omroeper; nieuwslezer; verslaggever |
| anaunsā-アナウンサー | omroeper; nieuwslezer; verslaggever |
| anbasadā-アンバサダー | ambassadeur |
| anbishasu-アンビシャス | ambitieus; eerzuchtig |
| angōka-暗号化 | codering; encryptie; versleuteling |
| angōkagi-暗号鍵 | encryptiesleutel; versleutelingscode; coderingsleutel |
| angōkaidoku-暗号解読 | het breken [ontsleutelen; ontcijferen] van een geheime code; decodering |
| angōkasuru-暗号化する | coderen; versleutelen |
| angurushi-アングル紙 | L-vormig hoekmateriaal van karton (ter ondersteuning en bescherming van producten, zoals glasplaten, pakketten, etc.) |
| aniki-兄貴 | (informeel) iemand die op natuurlijke wijze de baas is (bij jeugd(bendes), vaklui, yakuza e.d.) |
| animaru・serapī-アニマル・セラピー | therapeutische inzet van huisdieren (therapie waarbij huisdieren worden betrokken bij de behandeling) |
| ankasshoku-暗褐色 | donkerbruine kleur |
| ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
| ankōfudō-暗香浮動 | een geur die om je heen hangt, maar waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
| anma-按摩 | een masseur [男]; een masseuse [女] |
| anna-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| annyui-アンニュイ | verveling; sleur; lusteloosheid |
| anrakushi-安楽死 | euthanasie |
| anshinjutsu-安死術 | methode [procedure] voor euthanasie |
| anshoku-暗色 | een donkere kleur |
| antena・shoppu-アンテナ・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
| anwa-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
| anzasu-アンザス | Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika (ANZUS) |
| an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| an'yaku-暗躍 | geheime manoeuvres |
| ao-青 | (de kleur) blauw (v.d. lucht, zee); groen (stoplicht, planten, etc.) |
| aodatami-青畳 | een nieuwe [verse] tatami (mat) |
| aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
| aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
| aokusai-青臭い | geur van gras |
| aonisai-青二才 | nieuweling; groentje |
| aoyagi-青柳 | de naam van een kleurschema van verschillende kimono lagen die over elkaar gedragen worden (voor de lente) |
| appu-アップ | upload; geüpload bestand |
| appurōdo-アップロード | upload; geüpload bestand |
| ara-新 | (in kanji combinaties) nieuw; vers |
| aragyō-荒行 | ascese; ascetische oefeningen; strenge religieuze discipline |
| arainaosu-洗い直す | (iets) opnieuw wassen |
| arainaosu-洗い直す | (van voren af aan) opnieuw onderzoeken |
| araizarashi-洗い晒し(の) | verwassen; (door vaak wassen) vaal; verkleurd; verbleekt |
| arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
| arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
| arata-新た | nieuw; vers; vernieuwd |
| aratamano-新玉の | (uitdrukking voor) de verwelkoming [begroeting] van een nieuw begin (het nieuwe jaar, de nieuwe lente, etc.) |
| aratamaru-改まる | zich vernieuwen; vernieuwd worden |
| aratameru-改める | vernieuwen; herzien; reviseren; vervangen |
| aratamete-改めて | opnieuw; nogmaals |
| arate-新手 | een nieuwe werknemer; nieuwe kracht; versterkingen; verse troepen |
| arate-新手 | een nieuwe manier [methode] |
| āriajin-アーリア人 | ariër (Indo-Europeaan) |
| āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
| arijigoku-蟻地獄 | mierenleeuwen (insecten: Myrmeleontidae) |
| aru-有る | gebeuren; plaatsvinden |
| aruheitō-有平糖 | decoratief (vaak kleurrijk) snoepgoed gemaakt van suiker en zetmeelsiroop (ook vaak als zuurstok of lolly) |
| arunashi-有る無し | aanwezigheid of afwezigheid; iets dat bestaat en iets dat niet bestaat; wanneer iets gebeurt of niet; hoe dan ook |
| āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
| asaguroi-浅黒い | donker(gekleurd); donkere huidkleur; gebruind (door de zon) |
| aseru-褪せる | vervagen; verkleuren; verbleken; verschieten |
| ashiba-足場 | plaats om te staan; steunpunt; houvast |
| ashigakari-足掛かり | steunpunt; voetsteun; houvast; plek om je voet neer te zetten |
| ashigakari-足掛かり | aanzet; afzet; begin; sleutel (tot iets) |
| ashige-葦毛 | grijs (vachtkleur van paarden) |
| ashika-海驢 | zeeleeuw |
| asobigokoro-遊び心 | speels [ontspannen; niet serieus] zijn |
| atara-可惜 | helaas; spijtig; betreurenswaardig |
| atarashigariya-新しがり屋 | trendsetter; nieuwtjesjager; iemand die dol is op nieuwigheden |
| atarashigaru-新しがる | op nieuwigheden jagen; van nieuwigheden houden |
| atarashii-新しい | nieuw; recent; modern |
| atatakai-暖かい | warm (van kleur) |
| ategi-当て木 | een steunplank; lat; balk; spalk |
| atehazure-当て外れ | iets dat tegenvalt; een (grote) teleurstelling |
| atezuppō-当てずっぽう | een ruwe schatting; een wilde gok; willekeurig [in 't wilde weg] iets doen [zeggen] |
| atokuchi-後口 | iets dat later (aan bod; aan de beurt) komt |
| atooshi-後押し | ondersteuning; hulp; bijstand |
| atooshi-後押し | ondersteuner |
| atorandamu-アトランダム | ad random; willekeurig |
| attakai-暖かい | warm (van kleur) |
| attorandamu-アットランダム | at random; willekeurig |
| awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
| aware-哀れ | Ah; Oh; (als tussenwerpsel: een woordje dat uitdrukking geeft aan diepe gevoelens van bewondering [vreugde; geluk; verdriet]; |
| awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
| awaya-あわや | bijna; op het punt (staan te) (wordt niet gebruikt bij voorspoedige gebeurtenissen) |
| awayuki-淡雪 | lichte sneeuwval |
| ayashii-怪しい | vreemd; mysterieus; geheimzinnig |
| azoierō-アゾイエロー | azogeel (kleurstof Azomethine) |
| azukeru-預ける | steunen [leunen] op |
| a・ra・mōdo-ア・ラ・モード | in de mode; modieus; hip; trendy |
| ba-羽 | (in kanji-combinaties) veer; vleugel |
| badachi-場立ち | effectenhandelaar; beursmakelaar |
| baffā-バッファー | buffer(geheugen) (computerterm) |
| baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
| baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
| baikyū-倍旧 | herdubbeling; (opnieuw) verdubbeling |
| baioretto-バイオレット | violet (paarsblauwe kleur) |
| bai・rain-バイ・ライン | naamregel (bij een artikel waar de naam van de auteur wordt vermeld) |
| bājon・appu-バージョン・アップ | upgrade; een nieuwe [hogere; betere] versie |
| bakkin-罰金 | geldboete; bekeuring; bon |
| bakkuappu-バックアップ | steun; ondersteuning; sponsoring |
| baku-爆 | uitbundig gelach [geschreeuw] |
| bāmirion-バーミリオン | vermiljoen (kleur; pigment) |
| ban-番 | nummer; volgorde; beurt |
| banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
| bancha-番茶 | groene thee van mindere [inferieure] kwaliteit |
| banchō-番長 | jeugdbendeleider; leider van schoolgaande jonge delinquenten |
| bandai-万代 | 10.000 jaren; altijd; eeuwigheid |
| bandana-バンダナ | kleurige (katoenen) halsdoek |
| bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
| banjin-蛮人 | (denigrerend) buitenlander; Europeaan |
| banpingu-バンピング | een deur ontgrendelen met een speciaal ontwikkelde sleutel (klopsleutel of slagsleutel) |
| banpukī-バンプキー | slagsleutel; klopsleutel |
| bānto・anbā-バーント・アンバー | gebrande omber (roodbruine kleur) |
| barairo-薔薇色 | roze kleur |
| barikan-バリカン | tondeuse; kappersschaar (merknaam Bariquand et Marre) |
| basei-罵声 | boegeroep; (afkeurend) gejoel |
| bassen-抜染 | ontkleuring (textiel) |
| batachi-場立ち | beurshandelaar; effectenmakelaar |
| batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
| batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
| bearingu-ベアリング | lager; asblok; steunpunt; draagvlak |
| beikokushōkentorihikijo-米国証券取引所 | Amerikaanse effectenbeurs |
| bēju-ベージュ | beige (kleur) |
| bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
| benchā-ベンチャー | speculatie(s) (op de effectenbeurs); gokken |
| benchākigyō-ベンチャー企業 | nieuwe [venture] onderneming |
| benchā・bijinesu-ベンチャー・ビジネス | nieuwe [venture] onderneming |
| benjin-ベンジン | petroleumether (ligroïne) |
| benkeijima-弁慶縞 | (tweekleurig) geruit patroon (van stof) |
| benshūshunin-編集主任 | directeur-hoofdredacteur |
| besshō-別称 | bijnaam; pseudoniem |
| betsugo-別後 | de periode [gebeurtenissen] na een afscheid [scheiding; uit elkaar gaan] |
| betsumei-別名 | een andere naam; pseudoniem; schuilnaam |
| betsuzuri-別刷り | het afdrukken in een andere kleur, op ander papier, e.d. |
| bibiru-びびる | bang [angstig; nerveus; geïntimideerd] zijn |
| bibō-備忘 | herinnering; geheugensteuntje |
| bidakuon-鼻濁音 | neusklank; nasale klank |
| bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
| biginā-ビギナー | beginner; nieuweling |
| bihin-備品 | roerend goed; meubilair; apparatuur; benodigdheden |
| bijinesu・konsarutanto-ビジネス・コンサルタント | zakelijk adviseur |
| bijutsukan-美術館 | kunstmuseum (museum van kunstwerken); kunstgalerie |
| bikko-跛 | mankheid; kreupelheid |
| bikko-跛 | een kreupele; iemand die mank is |
| bikō-鼻孔 | neusvleugel; neusgat |
| bikō-鼻腔 | neusholte |
| bikotsu-鼻骨 | neusbeen |
| binbōyusuri-貧乏揺すり | het (tijdens het zitten) zenuwachtig [nerveus] trillen [bibberen; bewegen] met de benen |
| biribiri-びりびり | geluid van scheurend papier |
| bishitsu-美質 | goede karaktertrek [eigenschap; kwaliteiten]; deugd |
| bishō-美称 | lofprijzing; lovende [poëtische] naam (voor); eufemisme |
| bisoku-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
| bitoku-美徳 | deugd; deugdzaamheid; nobel karakter |
| biyoku-鼻翼 | neusvleugel |
| bōdobirian-ボードビリアン | acteur in blijspel; entertainer |
| bōgaikōsakuin-妨害工作員 | saboteur |
| bōgaisha-妨害者 | saboteur |
| bōgen-妄言 | leugen; onwaarheid |
| bohemian-ボヘミアン | bohemien; zigeuner |
| bōjorē・nūbō-ボージョレー・ヌーボー | Beaujolais primeur (nieuwe Beaujolais wijn) |
| bokeru-惚ける | vervagen (van kleuren, contouren, etc.) |
| bōmin-暴民 | menigte; meute; gepeupel |
| bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
| bongan-凡眼 | (door) de ogen van een leek [amateur]; lekenoog; lekenoordeel |
| bonten-梵天 | Japanse religieuze staf met wimpels van wit papier |
| boppatsu-勃発 | uitbraak (b.v. van een oorlog); uitbarsting; plotselinge gebeurtenis |
| bōraku-暴落 | verval; plotselinge daling [val] (b.v. van aandelen op de beurs) |
| bōshō-傍証 | ondersteunend [indirect] bewijs; bevestiging |
| boshoku-暮色 | de kleuren van de avondschemering; schemerlandschap |
| bosshū-没収 | verbeurdverklaring; inbeslagname; confiscatie; beslaglegging |
| bosshūsuru-没収する | in beslag nemen; confisqueren; beslag leggen op; verbeurdverklaren |
| būbū-ぶうぶう | getoeter; gedreun |
| budōiro-葡萄色 | (donker) roodpaarse kleur |
| būke-ブーケ | (van wijn) bouquet; geur; aroma |
| bukkuendo-ブックエンド | boekensteun |
| buna-橅 | beuk; beukenboom |
| bunpitsuka-文筆家 | auteur; schrijver; columnist |
| bunshi-分子 | teller (van een breuk) |
| bunsū-分数 | breuk (wiskunde) |
| bun'ya- ブン屋 | (jeugdbende jargon) journalist; verslaggever |
| buppōsō-仏法僧 | dollarvogel (Eurystomus orientalis) |
| burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
| burakku・mandē-ブラック・マンデー | Zwarte Maandag (beurscrisis op maandag 19 oktober 1987) |
| buran・nyū-ブラン・ニュー | gloednieuw; splinternieuw |
| bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
| burīchi-ブリーチ | breuk; bres |
| burijji-ブリッジ | steunbalk; dekstijl |
| burizādo-ブリザード | sneeuwstorm |
| busahō-無作法 | onbeleefdheid; slechte manieren; inbreuk op de etiquette |
| busso-仏祖 | een hogepriester die door het zenboeddhisme een religieuze staat heeft bereikt |
| busubusu-ぶすぶす | (onomatopee) mopperend; tegensputterend; klagend; smeulend |
| butchigiru-打っ千切る | (met kracht) scheuren; verscheuren |
| byōdō-廟堂 | mausoleum; een plaats waar de geesten van voorouders worden aanbeden |
| chairo-茶色 | bruine kleur; bruin |
| chakasshoku-茶褐色 | donkerbruin (de kleur van sterke zwarte thee) |
| chakōru・gurē-チャコール・グレー | donkergrijs; antraciet(kleur) |
| chakunin-着任 | het aanvaarden van [intreden bij] een (nieuwe) functie [post; baan; positie] |
| chakusai-着彩 | mooie schildertechniek in kleur |
| chakushoku-着色 | kleuring |
| chakushokuryō-着色料 | kleurstof; kleurmiddel |
| chakushokuzai-着色剤 | kleurstof; kleurmiddel |
| chame-茶目 | ondeugendheid; speelsheid |
| chame-茶目 | ondeugd; deugniet; grappenmaker |
| chami-茶味 | bruinachtige kleur |
| chāmu-チャーム | toverspreuk; amulet; bedeltje |
| channeruarasoi-チャンネル争い | ruzie over de keuze van het (tv) kanaal |
| charinko-ちゃりんこ | jeugdige jonge] zakkenroller |
| chibi-ちび | klein kind; kleintje; onderdeurtje |
| chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
| chīfu・eguzekutibu-チーフ・エグゼクティブ | hoofddirecteur; algemeen directeur; president |
| chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
| chiji-知事 | gouverneur (van een provincie, deelstaat, of prefectuur) |
| chijiraseru-縮らせる | (in)krimpen; kreukelen |
| chikaranuke-力抜け | teleurstelling; ontgoocheling; deceptie |
| chikuh・chikuri・chikun-ちくっ・ちくり・ちくん | de pijnscheut (op het moment dat men geprikt wordt met een naald, etc.) |
| chīmu・karā-チーム・カラー | clubkleur(en); de kleuren van (het tenue van) een team |
| chinbun-珍聞 | uitzonderlijk [vreemd; merkwaardig] verhaal [nieuws] |
| chinchō-珍重 | gunstige gelegenheid; vreugdevolle gebeurtenis; iets veelbelovends |
| chindan-珍談 | vreemd nieuws; anekdote; grappig verhaal |
| chinji-珍事 | onverwachte gebeurtenis; vreemd voorval |
| chinoke-血の気 | blos; kleur (van gezicht) |
| chitose-千歳 | een millennium; duizend jaar; een eeuwigheid |
| chōai-寵愛 | gunst; steun; sympathie; genegenheid; liefde |
| chōja-長者 | leider; meerdere; superieur |
| chōkan-長官 | directeur; hoofdfunctionaris; kanselier; voorzitter |
| chōkō-彫工 | beeldhouwer; graveur |
| chōkokuka-彫刻家 | beeldhouwer; graveur; houtsnijder |
| chōku-チョーク | choke (carburateur) |
| chokudai-勅題 | het onderwerp [thema] voor de Nieuwjaars poëziewedstrijd |
| chōriba-調理場 | (professionele) keuken (zoals b.v. in restaurants) |
| chōridai-調理台 | aanrecht; werkstation in de keuken |
| chosakuken-著作権 | auteursrecht; copyright |
| chosha-著者 | auteur; schrijver; schrijfster |
| chōsho-長所 | verdienste; goede eigenschap; deugd; voordeel |
| chōsuru-弔する | rouwen; treuren |
| chōzame-蝶鮫 | steur (straalvinnige vissoort, Acipenser mikadoi) |
| chūbō-厨房 | keuken; kombuis |
| chūka-中華 | (afk. voor) Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
| chūkai-厨芥 | keukenafval; etensresten |
| chūkaryōri-中華料理 | Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
| chūken-中堅 | (fig.) kern; ruggengraat; steunpilaar; het middenkader |
| chūko-中古 | de (hist.) de Middeleeuwen (Heian periode in Japan) |
| chūō-中欧 | Centraal-Europa; Midden-Europa |
| chūritsu-中立 | neutraliteit |
| chūritsusei-中立性 | neutraliteit |
| chūsei-中世 | middeleeuwen |
| chūsei-中性 | neutraliteit (incl. chemie, elektrisch, etc.) |
| chūseisenzai-中性洗剤 | synthetisch wasmiddel; neutraal reinigingsmiddel |
| chūseishi-中性子 | neutron |
| chūwa-中和 | neutralisering |
| daberu-駄弁る | babbelen; kletsen; keuvelen; praten |
| daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| daidaiiro-橙色 | oranje (kleur) |
| daidokoro-台所 | keuken |
| daieihakubutsukan-大英博物館 | het British Museum (in Londen) |
| daigi-台木 | (steun)blok; houten voet |
| daiji-大事 | een belangrijk [ernstig] iets; een serieuze zaak |
| daijōsai-大嘗祭 | groot festival na de troonsbestijging van een keizer (waarbij de keizer het nieuwe graan van het jaar offert) |
| daikokubashira-大黒柱 | (lett.) steunzuil; steunpilaar (van een constructie) |
| daimyōryokō-大名旅行 | een luxueuze [dure] reis maken; reizen in weelde |
| dainagon-大納言 | raadslid van de hoogste rang aan het keizerlijk hof van Japan (7e-19e eeuw) |
| dainingu・kitchin-ダイニング・キッチン | eetkeuken |
| dakui-諾意 | instemmingsbereidheid; intentie tot goedkeuring |
| dāku・ēji-ダーク・エージ | de donkere [duistere] middeleeuwen |
| dame-駄目 | (in het theater) de aanwijzing [waarschuwing] van een regisseur aan een acteur [actrice] |
| dan-壇 | ceremoniële (aarden) heuvel |
| dan-檀 | struik (Euonymus sieboldianus) |
| danbashigo-段梯子 | trap [zonder leuning); ladder |
| dankō-断交 | breuk [beëindiging] van (sociale; diplomatieke) betrekkingen |
| dansen-断線 | (kabel)breuk; ontkoppeling |
| danshoku-暖色 | warme kleur(en) (zoals geel, oranje, rood) |
| dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
| dan'yū-男優 | acteur; toneelspeler |
| darashinai-だらしない | slordig; onzorgvuldig; onnauwkeurig; onoplettend |
| daruma-達磨 | darumapop (afbeelding van Daruma, waarbij vaak de ogen nog niet zijn ingekleurd, hetgeen men pas doet als een wens uitkomt) |
| dasshoku-脱色 | ontkleuring; het bleken |
| dasshokusuru-脱色する | bleken; ontkleuren |
| dasshū-脱臭 | ontgeuring; deodorisering; reukloos maken |
| dasshūsuru-脱臭する | ontgeuren; deodoriseren; reukloos maken |
| datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
| datsusara-脱サラ | het zich bevrijden uit de tredmolen van een kantoorbaan, en voor zichzelf beginnen om leuk en zinvol werk te gaan doen |
| dearu-である | zijn (neutrale vorm van het koppelwerkwoord) |
| deba-出刃 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
| deba-出場 | (op het toneel, bij een bijeenkomst, etc.) aan de beurt zijn; opkomst; verschijning |
| debabōchō-出刃包丁 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
| deban-出番 | beurt; (bij toneelopvoeringen) de beurt van een acteur om op het podium te komen |
| debasho-出場所 | beurt om op te komen (op het toneelpodium) |
| deha-出端 | (muzikale begeleiding bij) de opkomst van een acteur op het podium (theater) |
| dehōdai-出放題 | onzin; willekeur |
| deirekutā-デイレクター | regisseur |
| deiriguchi-出入口 | ingang en uitgang; deuropening; (toegangs)poort |
| deka-でか | (jargon) politieagent in burger; politie-inspecteur; rechercheur |
| dekigoto-出来事 | gebeurtenis |
| dekisokonai-出来損ない | mislukking; een flop; slecht [afgekeurd; onvolledig] product [artikel] |
| dekitate-出来たて | gloednieuw; splinternieuw |
| denaosu-出直す | weer [opnieuw] (langs) komen |
| denaosu-出直す | een nieuwe [frisse] start maken |
| denshikeisankisonkai-電子計算機損壊 | computervredebreuk |
| derakkusu-デラックス | luxe; luxueus |
| deredere-でれでれ | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn |
| derederesuru-でれでれする | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn; flirten; vleien |
| deusu-デウス | (Christendom) God; Deus |
| direkutā-ディレクター | regisseur |
| direttantizumu-ディレッタンティズム | dilettantisme (amateuristische beoefening van kunst of wetenschap) |
| direttanto-ディレッタント | dilettant (m); dilettante (v); amateur; oppervlakkige kunstkenner |
| dī・kē-ディー・ケー | eetkeuken (Engels DK: dining kitchen) |
| doa-ドア | deur |
| doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
| dobokugishi-土木技師 | civiel ingenieur |
| dōdō-堂堂 | waardig; ontzagwekkend; indrukwekkend; majestueus |
| dogimagi-どぎまぎ | opgewonden; boos; nerveus |
| dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
| dōjōmyakurō-動静脈瘻 | arterioveneuze fistel |
| dōkō-同好 | dezelfde voorkeur [smaak; hobby] |
| domanjū-土饅頭 | grafheuvel |
| dōmyakukobu-動脈瘤 | aneurysma |
| donaritsukeru-怒鳴りつける | schreeuwen [schelden] (tegen); (iem.) uitschelden [uitfoeteren] |
| donaru-怒鳴る | schreeuwen; gillen; krijsen; te keer gaan; brullen; tieren |
| donto-どんと | krachtig; met een klap [dreun] |
| don'yō-嫩葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
| doraibā-ドライバー | chauffeur; automobilist |
| dorai・aisu-ドライ・アイス | (Eng. dry ice) droogijs; koolzuursneeuw (vaste vorm van CO2, koolstofdioxide) |
| dorama-ドラマ | dramatische gebeurtenis; drama; tragedie |
| dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
| doriru-ドリル | dril (Afrikaanse aap, Mandrillus leucophaeus) |
| doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
| dōshoku-銅色 | koperkleur |
| doyasu-どやす | intimideren; (naar iem.) schreeuwen [schoppen; slaan] |
| doyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
| dyūsu-デュース | (bij tennis, e.d.) deuce |
| eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
| ea・shūto-エア・シュート | pneumatische transmissiebuis; luchtkoker voor vervoer van voorwerpen |
| editā-エディター | redacteur (krant, etc.) |
| edomurasaki-江戸紫 | blauw-paarse kleur (voor het eerst genaakt in de Edo periode) |
| egureru-抉れる | ingedeukt [uitgehold; hol] worden |
| eguzekutibu-エグゼクティブ | leidinggevende persoon; hoofddirecteur; uitvoerende macht |
| ehō-恵方 | gunstige [geluksbrengende] richting (vroeger de richting van waaruit de nieuwjaarsgoden kwamen) |
| ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
| eien-永遠 | eeuwigheid |
| eigakantoku-映画監督 | filmregisseur |
| eikyū-永久 | eeuwigheid |
| eimin-永眠 | eeuwige slaap; dood |
| eiminsuru-永眠する | eeuwig slapen; dood zijn |
| eisei-永逝 | het sterven; de dood; de eeuwige slaap |
| eishō-詠唱 | het voordragen [reciteren] van poëzie [spreuken]; incantatie |
| ekichū-益虫 | (voor mensen en milieu) nuttig insect |
| ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
| ekohausu-エコハウス | ecohuis; ecowoning (milieuvriendelijk huis) |
| ekomāku-エコマーク | ecolabel (keurmerk voor minder milieubelastende producten en diensten) |
| ekorojī・māku-エコロジー・マーク | ecologisch keurmerk |
| eko・māku-エコ・マーク | ecomark; ecologisch keurmerk; milieukeurmerk |
| ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
| emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| endai-遠大 | grootschalig [ambitieus] zijn |
| engoshageki-援護射撃 | ondersteuningsvuur; vuurdekking |
| engoshageki-援護射撃 | iemand steunen [bijvallen] tijdens een discussie |
| enja-演者 | iemand die optreedt (tv of toneel); artiest; acteur |
| enji-園児 | kleuter [kind] op de kleuterschool |
| enjinia-エンジニア | ingenieur |
| enjo-援助 | hulp; assistentie; steun |
| enjosuru-援助する | helpen; steunen; assisteren |
| enkanatoriumu-塩化ナトリウム | natriumchloride; keukenzout |
| enkyokuhō-婉曲法 | eufemisme |
| enpun-円墳 | cirkelvormige grafheuvel |
| enshū-演習 | militaire oefeningen; gevechtstraining; manoeuvres |
| enshutsuka-演出家 | regisseur; producent |
| era-鰓 | kieuw(en) (van een vis) |
| erabu-選ぶ | (uit)kiezen; een keuze maken; selecteren |
| erejī-エレジー | elegie; treurdicht; klaagzang |
| erīto-エリート | de elite; de keur; de crème de la crème |
| eru・dī・kē-エル・ディー・ケー | (living-dining-kitchen) woonkamer-eetkamer-keuken |
| eru・pī・jī-エル・ピー・ジー | vloeibaar (auto)gas (LPG: liquefied petroleum gas) |
| ese-似非 | (voorvoegsel) nep-; pseudo-; quasi-; namaak-; schijn-; inferieur [minderwaardig] zijn |
| esupuri・nūbō-エスプリ・ヌーボー | (nieuwe geest) kunststroming; kunsttijdschrift (o.a. van Le Corbusier, eerste publicatie in 1920) |
| ētosu-エートス | ethos (het morele en religieuze sociale bewustzijn) |
| etsuraku-悦楽 | vreugde; plezier; blijdschap |
| eusutakiokan-エウスタキオ管 | buis van Eustachius; eustachiusbuis |
| faiasutōmu-ファイアストーム | zingen en dansen rondom een kampvuur [vreugdevuur] |
| fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| fakutaringu-ファクタリング | factoring (het beheer van de debiteurenadministratie van bedrijven door een financiële onderneming) |
| fānichā-ファーニチャー | meubels; meubilair |
| fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
| fanshī-ファンシー | fantasie; gril; voorkeur |
| fasshonsei-ファッション性 | modieus |
| fea-フェア | beurs; tentoonstelling; expositie |
| feawē-フェアウェー | vaargeul; vaarwater |
| feromon-フェロモン | feromoon (door dieren geproduceerde (geur)stof, afgegeven aan de omgeving) |
| ferōshippu-フェローシップ | wetenschappelijk genootschap; studiebeurs |
| firudāzu・choisu-フィルダーズ・チョイス | (honkbal) de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| fīrudingu-フィールディング | (honkbal) het veldspelen (= verdedigen, i.t.t. aanvallen = de slagbeurt) |
| fotokina-フォトキナ | tweejaarlijkse internationale handelsbeurs op het gebied van fotografie en film (in Keulen, Duitsland). |
| fuanshinkeishō-不安神経症 | angstneurose |
| fubuki-吹雪 | sneeuwstorm; sneeuwjacht |
| fubuku-吹雪く | stormen (met sneeuwval) |
| fucha-普茶 | (afk. voor) vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
| fucharyōri-普茶料理 | vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
| fudezuka-筆塚 | (graf)heuvel, waarin gebruikte schrijfpenselen (van geëerde meesters) begraven zijn |
| fudōi-不同意 | meningsverschil; onenigheid; het oneens zijn; afkeuring |
| fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
| fuhōshinnyū-不法侵入 | huisvredebreuk; ongeoorloofde [wederrechtelijke] binnendringing |
| fukainyū-不介入 | non-interventie; neutraliteit |
| fukakōryoku-不可抗力 | overmacht; force majeure; onvermijdelijkheid |
| fukeyaku-老け役 | rol van een ouder personage [oude man] in een toneelstuk; een acteur verkleed als oude man |
| fukidamari-吹き溜まり | dwarrelende sneeuw [bladeren]; sneeuwjacht |
| fukigen-不機嫌 | slecht humeur; ongenoegen; norsheid |
| fukihatsuseimemorī-不揮発性メモリー | (computerterm) niet-vluchtig geheugen |
| fūkiri-封切り | filmpremière; het uitbrengen van een nieuwe film |
| fukiyose-吹き寄せ | een vlaag (sneeuw, regen, stof, etc,) |
| fukkō-復興 | herstel; wederopbouw; herleving; renovatie; vernieuwing |
| fukubikō-副鼻腔 | neusbijholte |
| fukubikōen-副鼻腔炎 | (neus)bijholteontsteking |
| fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
| fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
| fukushin-フクシン | (rode kleurstof) fuchsine; magenta |
| fukushū-復習 | herhaling; het opnieuw leren; ophalen (van kennis) |
| fukushūsuru-復習する | herhalen; opnieuw leren; ophalen (van kennis) |
| fukyō-不興 | afkeuring; ongenoegen; misnoegen |
| fūkyō-風狂 | connaisseur |
| fumikatameru-踏み固める | aanstampen; vaststampen; plat stampen (aarde, sneeuw, e.d.) |
| fun-墳 | (in kanji combinaties) grafheuvel; tumulus; (graf)terp |
| funade-船出 | (iets nieuws) beginnen [starten]; een nieuw begin maken |
| funin-赴任 | start van een nieuwe baan; het voor het eerst naar het werk gaan |
| funinsuru-赴任する | beginnen met een nieuwe baan; voor het eerst naar het werk gaan |
| funkyū-墳丘 | grafheuvel; tumulus |
| furansuryōrii-フランス料理 | Frans eten; Franse gerechten; de Franse keuken |
| furappu-フラップ | vleugelklep (vliegtuig) |
| furasshu-フラッシュ | kort nieuwsbericht; nieuwsflits |
| furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
| furebumi-触れ文 | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
| furegaki-触れ書き | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
| fureguransu-フレグランス | aangename geur; aroma; parfum |
| furikakaru-降りかかる | (je)overkomen; gebeuren (met) |
| furikomerareru-降り籠められる | binnen moeten blijven omdat het regent [sneeuwt] |
| furikomeru-降り籠める | regenen [sneeuwen] waardoor mensen binnen blijven |
| furikomu-降り込む | naar binnen regenen [sneeuwen]; inregenen |
| furinsuru-不倫する | overspel [echtbreuk; ontucht] plegen |
| furishikiru-降り頻る | stortregenen; hard [voortdurend] regenen [sneeuwen] |
| furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
| furōfushi-不老不死 | het eeuwige leven; onsterfelijkheid |
| furu-降る | vallen (van regen, sneeuw, etc.) |
| furubakku-フルバック | (American football, rugby, voetbal) vleugelverdediger; achterspeler; laatste man |
| furudōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
| furyō-不良 | slecht [inferieur; minderwaardig] zijn |
| fuseikaku-不正確 | onnauwkeurigheid; onjuistheid |
| fūsetsu-風雪 | wind en sneeuw; sneeuwstorm |
| fushi-不死 | onsterfelijkheid; het eeuwige leven |
| fushi-節 | lied; deuntje |
| fushigi-不思議 | wonderlijke [vreemde] gebeurtenis; wonder |
| fushō-不承 | bezwaar; afkeuring; onenigheid; weigering |
| fushōchi-不承知 | bezwaar; afkeuring; onenigheid; weigering |
| fushōji-不祥事 | betreurenswaardig incident; vervelend voorval; schandaal |
| fushū-腐臭 | rottingsgeur; stank |
| fusuburu-燻る | smeulen; nagloeien; rokerig zijn |
| fusuburu-燻る | (fig.) smeulen; sluimeren; aanmodderen; een onopvallend [obscuur] leven leiden (zonder doelen te bereiken) |
| fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
| fusuma-襖 | fusuma, een Japanse schuifdeur van papier in een houten frame |
| fusumae-襖絵 | schildering op een fusuma (Japanse schuifdeur van papier in een houten frame) |
| futatabi-再び | opnieuw; weer; nog een keer |
| futei-不貞 | (huwelijkse) ontrouw; onkuisheid; echtbreuk; overspel |
| futoku-不徳 | zedeloosheid; verdorvenheid; gebrek aan deugdzaamheid |
| futoku-婦徳 | vrouwelijke deugd [verdienste; deugdzaamheid] |
| futōmeishoku-不透明色 | dekverf; ondoorschijnende verf [kleur] |
| futsuka-二日 | de tweede dag (van de maand); de tweede dag van het nieuwe jaar |
| futsuka-二日 | de tweede dag (na een gebeurtenis) |
| fuyō-扶養 | steun; financiële ondersteuning; (levens)onderhoud |
| fuyōsuru-扶養する | ondersteunen; financieel onderhouden |
| fuyushōgun-冬将軍 | de (strenge) winter; Russische winter (een term die verwijst naar het mislukken van de invasie van Napoleon in Rusland door hevige kou en sneeuw) |
| fyūnerarumāchi-フューネラルマーチ | dodenmars; treurmars |
| ga-芽 | (in kanji combinaties) spruit; kiem; knop; scheut |
| gagō-雅号 | pseudoniem; alias |
| gaikōdan-外交団 | corps diplomatique (ambassadeurs en consuls) |
| gaishoku-外食 | het buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
| gaishokusuru-外食する | buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
| gaizen-慨然 | verontwaardiging; teleurstelling; verdriet |
| gajō-賀状 | felicitatiebrief; felicitatiekaart (m.n. nieuwjaarskaart) |
| gaki-餓鬼 | (kleinerend) deugniet; snotaap; rotkind; blaag; snotneus; kwajongen; halfwas |
| gakkari-がっかり | teleurgesteld; ontmoedigd; triest |
| gakkarisuru-がっかりする | teleurgesteld [ontmoedigd; triest] worden |
| gakkōchō-学校長 | schoolhoofd; schooldirecteur |
| gakkuri-がっくり | teleurgesteld; ontmoedigd |
| gakugeiin-学芸員 | curator (van een museum); conservator |
| gakuin-学院 | (i.g.v. instellingsnamen) jeugdgevangenis (al dan niet met scholingsprogramma) |
| gakushi-学士 | bachelor (BA); baccalaureus (laagste academische graad) |
| gakusō-学僧 | novice; nieuw ingetreden priester [monnik] |
| gamigami-がみがみ | zeurend; vittend; kijvend |
| ganaru-がなる | schreeuwen; (uit)roepen; bulderen; brullen |
| gangan-がんがん | dreunend [galmend; bulderend; bonzend] geluid [lawaai] |
| ganjitsu-元日 | Nieuwjaarsdag; eerste dag van het nieuwe jaar |
| gannen-元年 | het eerste jaar van een nieuwe keizer periode |
| ganshoku-顔色 | huidkleur; gelaatskleur; teint |
| gantan-元旦 | Nieuwjaarsochtend; de ochtend van de eerste dag van het jaar |
| ganzan-元三 | Nieuwjaarsdag; 1 januari |
| ganzan-元三 | drie dagen na Nieuwjaarsdag |
| gara-瓦落 | plotselinge daling van de aandelenkoersen; beurscrash |
| garasudo-ガラス戸 | glazen deur |
| gashi-賀詞 | felicitatie(s); felicitatie kaart [brief; bericht]; gelukwens; nieuwjaarswens |
| gatā-ガター | goot; greppel; geul |
| gātā-ガーター | goot; greppel; geul |
| gatanto-がたんと | (onomatopee) met een klap [knal; dreun]; gekletter; gebonk |
| gataochi-がた落ち | scherpe val; neusduik |
| gaten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
| gatten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
| geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
| gejo-下女 | keukenmeid; keukenmeisje; dienstmeid; dienstmeisje |
| gekiteki-劇的 | dramatisch; drastisch; ontroerend; hartverscheurend |
| gekitekijiken-劇的事件 | een dramatische gebeurtenis |
| gen-厳 | strengheid; striktheid; precisie; nauwkeurigheid |
| genba-現場 | plaats waar iets is gebeurd (b.v. een misdrijf of ongeluk) |
| genchi-現地 | de precieze locatie; de plek waar het daadwerkelijk gebeurt |
| gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
| genge-紫雲英 | astragalus sinicus (Chinese hokjespeul) |
| genjō-現場 | plaats waar iets is gebeurd (b.v. een misdrijf of ongeluk) |
| genkaku-厳格 | strikt [stipt; streng; rigoureus] zijn |
| genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
| genkō-現行 | de huidige tijd; hetgeen nu gebeurt |
| genmetsu-幻滅 | ontgoocheling; teleurstelling; afknapper |
| genmitsu-厳密 | striktheid; nauwkeurigheid; precisie |
| genshoku-原色 | primaire kleur; fundamentele kleur |
| gentaku-玄沢 | goedheid van een keizer [heilige]; keizerlijke deugdzaamheid |
| genzoku-還俗 | uittreding uit een religieus ambt en toetreding tot een wereldlijke functie |
| geppō-月報 | uitgeversbrochure bij een nieuwe bundel |
| getabako-下駄箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
| giaku-偽悪 | pseudo-slecht zijn; het zich voordoen [gedragen] als een slechte persoon; doen alsof je een slechterik bent |
| gidan-疑団 | knagende twijfel; twijfel die blijft zeuren in je hoofd |
| gigi-巍巍 | torenhoog [reuzehoog] zijn |
| giji-疑似 | pseudo-; quasi- |
| gijikagaku-疑似科学 | pseudowetenschap |
| gijin-義人 | een rechtvaardig [deugdzaam; rechtschapen] persoon |
| gijutsusha-技術者 | ingenieur; technicus |
| ginpa-銀波 | zilverkleurige golven (door reflectie van maanlicht) |
| ginrei-銀嶺 | een besneeuwde bergtop (die zilverwit glanst) |
| gin'iro-銀色 | zilverkleur |
| gin'yoku-銀翼 | zilveren vleugels [vliegtuig] |
| gisoku-偽足 | pseudopodium; schijnvoet (voetachtige uitstulping bij cellen) |
| giyaku-義訳 | betekenis-vertaling; vertaling naar de betekenis (b.v. delen van een samengesteld woord vertalen tot een nieuw samengesteld woord in de andere taal) |
| gō-号 | pseudoniem (van schrijver, kunstenaar e.d.) |
| goba-後場 | de middagsessie van de effectenbeurs (in Japan) |
| gogatsubyō-五月病 | voorjaarsmoeheid; depressie in mei (m.n. na een nieuwe baan of opleiding, die in april is gestart) |
| gohasan-御破算 | het helemaal opnieuw beginnen; beginnen met een schone lei; teruggaan naar af |
| gohasan-御破算 | de soroban terugzetten om opnieuw te gaan rekenen |
| gōi-合意 | overeenkomst; akkoord; wederzijdse instemming [goedkeuring] |
| gokigen-御機嫌 | (beleefde term voor) humeur; stemming; gemoedstoestand |
| gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
| goorudorasshu-ゴールドラッシュ | trek naar de goudvelden in de VS in de 19e eeuw |
| gorin-五倫 | (Confucianisme) de vijf fundamentele morele deugden van menselijke relaties (tussen vader-zoon, heerser-onderdaan, man-vrouw, jong-oud, vrienden) |
| gorugota-ゴルゴタ | Golgotha (de heuvel waar Jezus werd gekruisigd) |
| gōsei-豪勢 | grandeur; pracht; praal |
| gōsetsu-豪雪 | zware sneeuwval |
| goshiki-五色 | de vijf kleuren (blauw, geel, rood, wit en zwart); veel kleuren |
| goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
| goshintō-御神灯 | licht gebruikt als religieus offer |
| gotagota-ごたごた | zeuren |
| gōu-豪雨 | slagregen; wolkbreuk; zware [hevige] regen |
| goyōhajime-御用始め | de hervatting [heropening] van de overheidsdiensten in het nieuwe jaar (meestal op 4 jan.) |
| gu-具 | telwoord voor uitrustingen; gebruiksvoorwerpen, meubels, e.d. |
| guchi-愚痴 | (ongegronde) klacht; gezeur; gemopper; gemor |
| gūkan-偶感 | een willekeurige gedachte; een vluchtige indruk; toevallig idee |
| gunjōiro-群青色 | ultramarijn (kleur) |
| guradēshon-グラデーション | nuancering; schakering; gradatie; overloop van kleur [licht] |
| guramarasu-グラマラス | glamoureus |
| gurando・piano-グランド・ピアノ | vleugel (muziekinstrument) |
| guren-紅蓮 | helderrode kleur |
| gurīn-グリーン | groen; groene kleur |
| gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
| guzuguzu-ぐずぐず | aarzelend; dralend; treuzelend; tegensputterend |
| gyappu-ギャップ | kloof; scheur; spleet |
| gyararī-ギャラリー | (kunst)galerij; museumzaal |
| gyō-行 | religieuze (boeddhistische) training [discipline]; ascetisme |
| gyokuro-玉露 | groene thee van superieure kwaliteit |
| gyōshisuru-凝視する | staren; turen; nauwkeurig bekijken |
| haari-羽蟻 | vliegende [gevleugelde] mier(en) |
| habataku-羽撃く | flapperen met vleugels; de vleugels uitslaan; de wereld intrekken |
| habō-破帽 | gescheurde [kapotte] hoed |
| hadairo-肌色 | huid(s)kleur; kleur van de huid |
| hadakamugi-裸麦 | hemelgerst; naaktzadige gerst (Hordeum vulgare variëteit nudum) |
| hadareyuki-斑雪 | plekken waar sneeuw (nog) is blijven liggen |
| hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
| hagimashiko-萩猿子 | Aziatische vink (Leucosticte arctoa) |
| hagu-剥ぐ | (af)scheuren; (af)schillen; villen; pellen |
| hahachō-叭々鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hahanosa-鼻の差 | klein verschil; verschil van een neuslengte |
| hai-ハイ | roes; euforie; high (van drugs) |
| haien-肺炎 | longontsteking; pneumonie |
| haifuki-灰吹き | een bamboebuis waarin as en sigarettenpeuken gescheiden worden (door blazen) |
| haigeki-排撃 | verwerping; afkeuring; afwijzing; aanval; bestrijding (in woord en geschrift) |
| haiiro-灰色 | donker; somber; treurig; melancholiek |
| haikan-廃館 | sluiting (van een museum; theater, bioscoop, etc.) |
| haikan-廃館 | een gesloten museum, theater, biscoop, etc. |
| haikara-ハイカラ | modieus; stijlvol; elegant |
| haikei-背景 | rugdekking; steun in de rug |
| haimei-俳名 | pseudoniem van een haikudichter |
| hairu-入る | (informatie, e.d.) doorgeven; introduceren (als iets nieuws) |
| hairu-入る | (beginnen te) scheuren; barsten |
| hairu-入る | alcohol innemen, een eufemisme voor dronken worden |
| haisetsu-排雪 | sneeuwruimen; het verwijderen van gevallen sneeuw |
| haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
| haitsu-ハイツ | hoogten; wooncomplex op een heuvel |
| haiyā-ハイヤー | huurauto (met chauffeur) |
| haiyū-俳優 | acteur (m); actrice (v); toneelspeler (m); toneelspeelster (v) |
| hajikeru-弾ける | openbarsten; uitbarsten; openscheuren |
| hajimaru-始まる | (steeds weer) opnieuw beginnen; van voren af aan beginnen |
| hajimeru-始める | weer [opnieuw] beginnen (met); herstarten |
| hajiru-恥じる | inferieur zijn (aan); niet voldoen (aan) |
| hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
| hakaikōsakuin-破壊工作員 | saboteur |
| hakaze-羽風 | bries [wind] veroorzaakt door het flapperen van vleugels |
| hāken-ハーケン | hakenkruis (afk. van Duits: Hakenkreuz); swastika |
| haki-破棄 | vernietiging; verscheuring |
| hakkachō-八哥鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hakkekkyū-白血球 | witte bloedcel(len), leukocyt(en) |
| hakketsubyō-白血病 | leukemie; bloedkanker |
| hakubutsukan-博物館 | museum |
| hakuhan-白斑 | vitiligo; leukoderma |
| hakuhyō-白票 | blanco stem; stem van goedkeuring (in Japan wit stembiljet) |
| hakujin-白人 | beginneling; amateur |
| hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
| hakuseki-白皙 | witte [blanke] huidskleur [teint] |
| hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
| hamingu-ハミング | gezoem; gebrom; geneurie |
| hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
| hana-鼻 | neus; snuit; muil; slurf |
| hanabashira-鼻柱 | brug van de neus; neusbrug |
| hanafubuki-花吹雪 | bloemblaadjes die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
| hanagatayakusha-花形役者 | steracteur; steractrice |
| hanage-鼻毛 | neushaar |
| hanagoe-鼻声 | neusstem; nasale stem |
| hanagusuri-鼻薬 | neusdruppels |
| hanaiki-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
| hanairo-花色 | bloemkleur |
| hanaji-鼻血 | bloedneus; neusbloeding |
| hanajiromu-鼻白む | ontmoedigd [beschaamd] kijken; teleurgesteld zijn |
| hanajiru-鼻汁 | snot; neusslijm |
| hanakaze-鼻風邪 | neusverkoudheid |
| hanakuso-鼻糞 | snot; neusvocht |
| hanamagari-鼻曲がり | een gebogen [kromme] neus |
| hanamagari-鼻曲がり | iemand met een slecht humeur; brombeer; chagrijn |
| hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
| hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
| hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
| hanamizu-鼻水 | neusvocht; snot; snotneus |
| hananosaki-鼻の先 | het puntje van de neus |
| hananosaki-鼻の先 | recht voor je (neus) |
| hanasaki-鼻先 | de punt van je neus |
| hanashi-話 | gerucht; nieuws |
| hanashi-話 | ijdel gepraat; woorden zonder daden; loze woorden; leugen |
| hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
| hanashite-話し手 | spreker; verteller; causeur |
| hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
| hanauta-鼻歌 | het neuriën; geneurie; gehum; binnensmonds zingen |
| hane-羽 | vleugel |
| hanenokeru-撥ね除ける | afwijzen; afkeuren; (selecteren en) verwijderen |
| hanetsuki-羽根突き | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| hangurī・supiritto-ハングリー・スピリット | een hongerige geest; een hebzuchtige [extreem ambitieuze] persoon |
| haniwa-埴輪 | (oudheid) terracotta beelden (bij grafheuvels, Kofun periode) |
| hanken-版権 | copyright; auteursrecht |
| hankenshingai-版権侵害 | schending van copyright [auteursrecht] |
| hankenshoyū-版権所有 | alle (auteurs)rechten voorbehouden |
| hankenshoyūsha-版権所有者 | auteursrecht [copyright] houder [bezitter] |
| hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
| haonkigō-ハ音記号 | c-sleutel (muziek) |
| hapuningu-ハプニング | (onverwachte) gebeurtenis; voorval |
| hara wo kimeru-腹を決める | een besluit [beslissing] nemen; een keuze maken; de knoop doorhakken |
| harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| hareru-晴れる | opbeuren (van stemming); zuiveren [opklaren] (van verdenking, etc.) |
| harienju-針槐 | Robinia pseudoacacia (boomsoort) |
| harikaeru-張り替える | opnieuw behangen [bekleden; pleisteren] |
| harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
| harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
| harubādo-ハルバード | hellebaard (middeleeuws wapen) |
| harugi-春着 | lentekleding; Nieuwjaars kimono |
| haruta-春田 | een lente rijstveld (een veld waar de oude rijst al geoogst is en de nieuwe rijst nog geplant moet worden) |
| hasen-破船 | schipbreuk; een gezonken schip; scheepswrak |
| hashigakari-橋懸かり | overbrugging tussen acteursfoyer en het podium (Nō theater) |
| hashiri-走り | primeur; de [het] eerste van het seizoen |
| hason-破損 | schade; beschadiging; breuk; blessure |
| hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
| hasshoku-発色 | de oorspronkelijke kleuren; het verschijnen [ontwikkelen] van kleuren |
| hasū-端数 | een gebroken getal; breuk |
| hata-将 | of; soms; opnieuw; misschien |
| hataage-旗揚げ | een nieuwe groep [organisatie] opzetten [vormen]; een nieuw bedrijf starten |
| hatabiraki-旗開き | het nieuwjaarsfeest van een vakbond |
| hatchi-ハッチ | vliegtuigdeur |
| hatchibakku-ハッチバック | hatchback, vijfde deur (van een auto) |
| hatchibakku-ハッチバック | hatchback, auto met vijfde deur (en carrosserie met korte achterkant) |
| hatsugai-初買い | de eerste keer gaan winkelen in het nieuwe jaar, op 2 januari |
| hatsugama-初釜 | de eerste theeceremonie van het nieuwe jaar |
| hatsuharu-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
| hatsuhi-初日 | nieuwjaarsochtend; de eerste zonsopgang van het jaar |
| hatsuhinode-初日の出 | de eerste zonsopgang van het jaar; zonsopgang op nieuwjaarsdag |
| hatsukashōgatsu-二十日正月 | 20 januari (de laatste dag van de nieuwjaarsfeesten) |
| hatsumō-発毛 | (nieuwe) haargroei |
| hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
| hatsumonogui-初物食い | een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen; iemand met een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen |
| hatsumonogui-初物食い | iemand die altijd op zoek is naar nieuwe dingen |
| hatsune-初値 | de eerste beurskoers van het nieuwe jaar |
| hatsune-初音 | eerste vogelgezang [vogelenzang] in het nieuwe jaar |
| hatsuni-初荷 | eerste verzending [vracht; transport] van het nieuwe jaar |
| hatsunori-初乗り | de eerste rit (paard, auto, trein, etc.) in het nieuwe jaar |
| hatsuuri-初売り | eerste verkoopdag [openingsdag] van winkels (in het nieuwe jaar) |
| hatsuyaku-初役 | de eerste rol (van een acteur of actrice) |
| hatsuyaku-初役 | de eerste keer dat een acteur [actrice] de rol speelt |
| hatsuyu-初湯 | eerste bad van het nieuwe jaar; eerste bad van een pasgeboren baby |
| hatsuyuki-初雪 | de eerste sneeuw (van het seizoen); eerste sneeuwval |
| hatsuyume-初夢 | je eerste droom in het (nieuwe) jaar |
| hattentekikaishō-発展的解消 | ontbinding [opheffing] (van iets) om tot vernieuwing te komen |
| hayaku-破約 | contractbreuk; het verbreken van een overeenkomst |
| heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
| hegu-剥ぐ | afscheuren; schillen; strippen; pellen |
| heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
| heishin-平信 | goed nieuws; goede tijding; gewone [niet dringende] berichtgeving |
| heki-僻 | naar één kant overhellen [leunen] |
| heki-癖 | gewoonte; voorkeur |
| hekisuru-僻する | naar één kant overhellen [leunen] |
| hekomasu-凹ます | indrukken; (in)deuken |
| hekomu-凹む | (in)deuken; ingedrukt [beschadigd] worden |
| hemogurobin-ヘモグロビン | hemoglobine (rode kleurstof in bloedcellen) |
| henja-編者 | redacteur; samensteller |
| henji-変事 | ongeluk; noodgeval; onverwachte gebeurtenis |
| henmei-変名 | pseudoniem; alias |
| henshoku-変色 | verkleuring; verbleking |
| henshokushita-変色した | verkleurd; vervaagd; verbleekt |
| henshokusuru-変色する | verkleuren; verbleken; vervagen |
| henshūchō-編集長 | hoofdredacteur (m); hoofdredactrice (v) |
| heonkigō-ヘ音記号 | (muziek) f-sleutel; bassleutel |
| heppoko-へっぽこ | slecht; inferieur (in vaardigheid); nutteloos |
| herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
| herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
| herunia-ヘルニア | breuk; hernia |
| hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
| hibari-雲雀 | veldleeuwerik ((Alauda arvensis)) |
| hibi-皹 | barst; scheur; kloof; spleet; kloof |
| hie-稗 | Europese hanenpoot (soort gras, Echinochloa) |
| hieru-冷える | koud worden; het koud krijgen; kleumen; afkoelen |
| higeki-悲劇 | (toneel) tragedie; treurspel |
| higeki-悲劇 | tragische gebeurtenis; tragedie; ramp; drama |
| hiiki-贔屓 | voorkeur; favoriet; lievelingetje; begunstiging |
| hijikake-肘掛け | armleuning |
| hijikakeisu-肘掛け椅子 | fauteuil; leunstoel |
| hika-悲歌 | elegie; treurdicht; klaagzang |
| hike-引け | het zich inferieur voelen; verslagen zijn |
| hikinaosu-引き直す | (een lijn) opnieuw trekken; herzien; weer veranderen |
| hikinaosu-引き直す | weer [opnieuw] verkouden worden [kou vatten] |
| hikishimeru-引き締める | strakker maken; insnoeren; aantrekken (riem, touw, teugels, etc.) |
| hikitateru-引き立てる | aanmoedigen; steunen; propageren; stimuleren |
| hikitateru-引き立てる | (deuren, luiken, etc.) dichtschuiven |
| hikiukenin-引受人 | acceptant (van een wissel); assuradeur; borgsteller |
| hikizome-弾き初め | de eerste keer dat een instrument wordt bespeeld in het nieuwe jaar |
| hikizuru-引き摺る | slepen (over de grond); sleuren |
| hikyoku-悲曲 | klaagzang; treurige melodie |
| himei-悲鳴 | schreeuw; gil |
| himekuri-日捲り | scheurkalender |
| himo-ヒモ | (politieterm) souteneur; koppelaar; pooier |
| himootoko-ヒモ男 | souteneur; pooier |
| hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
| hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
| hinekurimawasu-捻くり回す | friemelen; peuteren; prutsen; knoeien (aan); morrelen (aan); spelen (met) |
| hinikunotan-髀肉の嘆 | spijt over het verspillen van tijd; het betreuren van het niets doen |
| hinjaku-貧弱 | arm [armoedig; schamel; inferieur] zijn |
| hippī-ヒッピー | hippie; hippe (jeugdige) persoon |
| hippu-ヒップ | heup; achterwerk; billen |
| hippubōn-ヒップボーン | heupbeen |
| hirajiro-平城 | een kasteel dat op een vlak terrein is gebouwd (dus niet op een berg of heuvel) |
| hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
| hirayamajiro-平山城 | een kasteel op een heuvel (gebouwd) |
| hirih・pirih-ひりっ・ぴりっ | acuut pijngevoel; pijnscheut; het heet [scherp] zijn van eten |
| hishimochi-菱餅 | (driekleurige) mochi in ruitvorm, voor Hinamatsuri, het poppenfestival op op 3 Maart) |
| hissha-筆者 | schrijver; auteur |
| hitokuchi-一口 | één hap [beet; slok; teug]; een mondvol |
| hitotarashi-人たらし | oplichter; fraudeur |
| hitoyama-一山 | een berg; heuvel |
| hitoyama-一山 | (beurs)speculatie; risico; riskante onderneming; avontuur |
| hitsumei-筆名 | pseudoniem; alias |
| hitto-ヒット | slaan; slag; klap; dreun |
| hiwairo-鶸色 | zacht geelgroene kleur (de kleur van de veren van de sijs) |
| hiyahiya-冷や冷や | nerveus; bang; angstig |
| hiyaku-秘鑰 | geheime sleutel |
| hiyaku-秘鑰 | aanwijzing die een geheim of mysterie onthult; sleutel tot de oplossing |
| hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hō-報 | informatie; nieuws; verslag |
| hōan-奉安 | (m.n. religieuze) kostbaarheden zorgvuldig en veilig bewaren [opslaan] |
| hobo-保母 | een werkneemster bij een kinderopvang (zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) |
| hōchō-包丁 | keukenmes |
| hōdōshashin-報道写真 | nieuwsfoto; nieuwsfotografie |
| hōe-法衣 | religieuze kleding; priestergewaad |
| hōei-放映 | televisieuitzending |
| hōetsu-法悦 | (boeddh.) religieuze extase |
| hōetsu-法悦 | euforie; grote vreugde |
| hoikuen-保育園 | crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
| hoikushi-保育士 | kleuterleidster; kleuterjuf |
| hoikushishō-保育士証 | diploma kleuterleidster |
| hoikusho-保育所 | (formeel) crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
| hojo-補助 | hulp; steun; assistentie |
| hojosuru-補助する | helpen; assisteren; steun |
| hōki-芳紀 | (een formele term voor vrouwen) huwbare [mooie; jeugdige; aantrekkelijke] leeftijd |
| hokkyō-法橋 | (in de middeleeuwen) titel gegeven aan kunstenaars |
| hōkō-咆哮 | schreeuw; gil; gebrul; geschreeuw; gejank |
| hōkō-芳香 | parfum; aroma; aangename geur |
| hōkokusha-報告者 | rapporteur |
| hōkōsuru-咆哮する | schreeuwen; gillen; brullen; janken |
| hokuō-北欧 | Noord-Europa (Scandinavië) |
| hōnan-法難 | godsdienstvervolging; religieuze vervolging |
| honba-本場 | (m.b.t. handelsbeurs) ochtendhandel |
| hongoshi-本腰 | ernst; volle overtuiging; serieuze poging [inspanning] |
| honkakuteki-本格的 | volwaardig; volledig; totaal; volslagen; regelrecht; serieus |
| honni-本に | echt; werkelijk; waarlijk; heus; feitelijk |
| hontōni-本当に | echt; waarlijk; heus; werkelijk; feitelijk |
| hon'yomi-本読み | het voorlezen van een draaiboek [scenario; script] voor of door acteurs |
| hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
| hooba-朴歯 | steunbalkjes onder geta sandalen, gemaakt van magnolia hout |
| horikaesu-掘り返す | opnieuw opgraven; (fig.) oprakelen |
| horishi-彫り師 | graveur |
| horoyoi-ほろ酔い | aangeschoten; teut; tipsy |
| hōrudo-ホールド | handvat; houvast; steunpunt |
| hosa-補佐 | hulp; ondersteuning; assistentie |
| hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| hōshō-奉唱 | eerbiedig zingen; religieuze gezangen |
| hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| hosshin-発心 | (boeddh.) bekering; religieuze ontwaking; priester worden |
| hotarubi-蛍火 | smeulende sintels [houtskool] |
| hōwa-法話 | religieuze verhandeling; preek |
| hoyahoya-ほやほや | pas; vers; nieuw (b.v. pas getrouwd of net afgestudeerd) |
| hyakunen-百年 | honderd jaar; een eeuw |
| hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
| hyōketsu-表決 | resolutie (over een wetsvoorstel, b.v.); stemmingsbesluit (over het al dan niet goedkeuren van een in stemming gebracht voorstel, e.d.) |
| hyōshinuke-拍子抜け | anticlimax; tegenvaller; teleurstelling |
| i-依 | (in kanji combinaties) vertrouwen [rekenen] op; basis; steunpunt; uitgangspunt |
| ibento-イベント | (Eng.: event) evenement; voorval; gebeurtenis |
| iburu-燻る | roken; smeulen; walmen; gloeien |
| ichidai-一大 | (als voorvoegsel) belangrijk; enorm; reusachtig |
| ichidaiji-一大事 | een serieuze zaak |
| ichiji-一事 | een ding [gebeurtenis; zaak] |
| ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichijō-一条 | één zaak [affaire; gebeurtenis] |
| ichimei-一名 | andere naam; bijnaam; pseudoniem |
| ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
| ichiren-一聯 | een reeks; serie (vragen); een opeenvolging van (gebeurtenissen) |
| ichiretsu-一列 | een (wacht)rij; queue; de eerste rij (theater e.d.); op één lijn [rij] |
| ichiyoku-一翼 | vleugel |
| ichiza-一座 | de hele groep acteurs [artiesten] van een theatergezelschap |
| ierō-イエロー | geel; gele kleur |
| ifūrinrin-威風凛凛 | imposant en waardig [majestueus] zijn |
| igunisshonkī-イグニッションキー | contactsleutel |
| iguzaminēshon-イグザミネーション | onderzoek; keuring |
| ihan-違反 | schending; overtreding; (contract)breuk; afwijking (van de regels) |
| ihansuru-違反する | schenden; overtreden; inbreuk maken |
| iikagen-いい加減 | willekeur; onverantwoordelijkheid |
| ikan-遺憾 | teleurstelling; betreurenswaardig zijn |
| ikasu-生かす | laten (her)leven; levend [in leven] houden; nieuw leven inblazen |
| ikenai-いけない | niet goed; slecht; ondeugend; onbruikbaar |
| ikenaiko-いけない子 | een ondeugend kind |
| ikeru-埋ける | een (houtskool)vuur met as bedekken om het te laten smeulen |
| ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
| ikigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
| ikishōten-意気衝天 | opperbeste stemming; stralend humeur; groot enthousiasme |
| ikki-一気 | één ademhaling; één teug; één slok |
| ikomu-イコム | International Council of Museums (een onafhankelijke niet-gouvernementele internationale organisatie voor musea) |
| ikotsu-遺骨 | beenderen van gesneuvelde soldaten [overledenen] |
| ikyo-依拠 | afhankelijkheid; basis; steun; toeverlaat |
| ikyosuru-依拠する | afhankelijk zijn van; gebaseerd zijn op; steunen op; zich toeverlaten op |
| imasara-今更 | opnieuw; weer |
| inchō-院長 | directeur (v.e. ziekenhuis); abt (van een klooster) |
| indigo-インディゴ | indigo (kleurstof); indigotine |
| iningu-イニング | (Eng.: inning) slagbeurt (honkbal) |
| injigo-インジゴ | indigo (kleurstof); indigotine |
| inki-陰気 | treurigheid; zwaarmoedigheid; melancholie |
| inkyubētā-インキュベーター | broedmachine; incubator; couveuse |
| inobēshon-イノベーション | innovatie; nieuwigheid |
| inoko-亥の子 | (afk. voor) zwijn-rijstballetje (in de vorm of kleur van een zwijn) |
| inokomochi-亥の子餅 | zwijn-rijstballetje (mochi in de vorm of kleur van een zwijn) |
| inshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
| insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
| interia-インテリア | het interieur (van kamer, gebouw, voertuig, etc.); de binnenkant |
| interia-インテリア | binnenhuisarchitectuur; interieurontwerp |
| ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
| ippitsu-一筆 | het schrijven van een kanji zonder opnieuw de schrijfpenseel in inkt te dopen |
| ippitsugaki-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
| ippitsusho-一筆書 | kalligrafie (werkstuk) in één keer, zonder het penseel opnieuw in de inkt te dopen |
| iraira-いらいら | (onomatopee) nerveus; geïrriteerd |
| iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
| iro-色 | kleur; tint; teint |
| iroage-色揚げ | het opnieuw verven (voor nieuwe kleur of opfrissen van vaal geworden kleding) |
| iroai-色合い | kleurschakering; nuance |
| iroaseru-色褪せる | (van kleur) vervagen; verbleken; verschieten |
| irodori-彩り | het kleuren [schilderen; verven]; kleurschema; kleurenpatroon |
| irodori-彩り | (kleuren) decoratie; versiering |
| iroenpitsu-色鉛筆 | kleurpotlood |
| irogami-色紙 | gekleurd papier |
| irogarasu-色ガラス | gekleurd glas |
| irogawari-色変わり | verkleuring; verandering van kleur |
| irogawari-色変わり | kleurenvariatie |
| irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond; bleek |
| iroka-色香 | kleur en geur |
| iroke-色気 | kleuring; kleurnuances |
| irokeshi-色消し | kleurloosheid; achromatisme |
| irome-色目 | kleurschakering; nuance |
| iromegane-色眼鏡 | gekleurde bril; zonnebril |
| iromeku-色めく | (helder) kleuren; opfleuren |
| iromono-色物 | gekleurde stoffen [kleding] |
| ironaoshi-色直し | het opnieuw verven [kleuren] van stof [kleding] |
| irotsukino-色つきの | gekleurd |
| irowake-色分け | kleuronderscheid; kleur-codering |
| iroyoi-色好い | helder [fel] gekleurd |
| irozuke-色付け | het kleuren [verven; schilderen] |
| irozukesuru-色付けする | kleuren; verven; schilderen; kleur aanbrengen |
| irozuku-色づく | kleuren; rood worden |
| irozuri-色刷り | kleurenafdruk; kleurenprint; afdruk in kleur |
| isaku-遺作 | postuum werk (gepubliceerd na de dood van de auteur) |
| isamitatsu-勇み立つ | gestimuleerd [bemoedigd; opgefleurd; geprikkeld] zijn [worden] |
| isamu-勇む | opgewekt [vrolijk; levendig; in een goed humeur] zijn |
| ishō-異称 | andere naam; bijnaam; pseudoniem |
| ishoku-異色 | andere kleur |
| ishū-異臭 | stank; walgelijke [onaangename] geur |
| issan-一山 | een berg; heuvel |
| isseichidai-一世一代 | het laatste optreden van een acteur, musicus, etc. |
| isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
| isshokenmei-一所懸命 | in de middeleeuwen de plaats die samoerai kregen als thuishaven om te leven en te werken |
| isshoku-一色 | één kleur |
| isshoku-一色 | een gelijke kleur [stemming; tendens] |
| isso-いっそ | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
| issonokoto-いっその事 | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
| isūsei-異数性 | aneuploïdie (het hebben van een afwijkend aantal chromosomen) |
| isūtai-異数体 | aneuploïde; heteroploïde (een individu met een abnormaal aantal chromosomen) |
| itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
| itado-板戸 | houten deur |
| itamae-板前 | de plek in de keuken waar de snijplank gebruikt wordt |
| itamashii-痛ましい | pijnlijk; schrijnend; treurig; triest |
| itamu-悼む | rouwen; treuren; weeklagen |
| itanshinmonkan-異端審問官 | inquisiteur |
| itariaryōri-イタリア料理 | Italiaans eten; Italiaanse gerechten; de Italiaanse keuken |
| itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
| itazura-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
| itoku-遺徳 | verdienstelijke nalatenschap door de deugd van een voorouder [stamvader] voor zijn nakomelingen |
| itonami-営み | (eufemisme voor) seks |
| itonamu-営む | een (religieuze) ceremonie houden [leiden] |
| itoyanagi-糸柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
| itsumademo-何時までも | voor altijd; eeuwig; permanent; zolang je wilt |
| itsuwari-偽り | onwaarheid; valsheid; onechtheid; leugen |
| ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
| itten-一転 | één ronde [beurt; omwenteling; draai; verandering] |
| iwaigaki-祝書 | nieuwjaarskaart |
| iwaigoto-祝い事 | een feestelijke gebeurtenis; viering |
| iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
| iyademo-嫌でも | of je het leuk vindt of niet |
| iyaku-違約 | contractbreuk; schending van een belofte [verbintenis] |
| iyakukin-違約金 | boete voor contractbreuk |
| iyokuteki-意欲的 | ambitieus; zeer gedreven [gemotiveerd] |
| izu-出づ | (opnieuw) verschijnen; opkomen; ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
| izurenishitemo-何れにしても | hoe dan ook; in elk geval; wat er ook gebeurt |
| ī・ī・shī-イー・イー・シー | (European Economic Community) Europese Economische Gemeenschap |
| ī・pī-イー・ピー | (European Parlement) Europese parlement |
| ī・yū-イー・ユー | Europese Unie |
| jagurā-ジャグラー | jongleur |
| jaianto-ジャイアント | reus; grote man |
| jakunen-若年 | (vroege) jeugd; jonge jaren |
| jakuyaku-雀躍 | een sprong [dansje] van vreugde |
| janken-じゃん拳 | het steen-papier-schaar spelletje (gebruikt om te loten of om te bepalen wie er eerst aan de beurt is) |
| jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
| jichō-次長 | onderdirecteur; adjunct hoofd; plaatsvervangend afdelingshoofd |
| jidōjiritsushienshisetsu-児童自立支援施設 | instelling voor jeugdzorg ter ondersteuning van de zelfredzaamheid van kinderen |
| jidōshakensa-自動車検査 | autokeuring; keuring specifiek van auto's |
| jigyōsha-事業者 | ondernemer; zakenman: zakenvrouw; entrepreneur |
| jikan-耳管 | buis van Eustachius; eustachiusbuis |
| jiken-事件 | gebeurtenis; zaak; kwestie |
| jikuashi-軸足 | (honkbal) pivotvoet; steunvoet (het standbeen wanneer een speler draait) |
| jimu-寺務 | administrateur van tempelzaken |
| jinsha-仁者 | een deugdzaam iemand [mens] |
| jintonikku-ジントニック | gin-tonic (tonic met een scheutje gin) |
| jirojiro-じろじろ | (onomatopee) starend; nauwkeurig bekijkend |
| jishō-事象 | fenomeen; verschijnsel; gebeurtenis |
| jissetsu-実説 | een waar gebeurd verhaal |
| jisshō-実証 | feitelijk [op feiten gebaseerd] bewijs; solide [door feiten ondersteund; aangetoond] bewijs |
| jitsuwa-実話 | een waar gebeurd verhaal |
| jiyūkenkyū-自由研究 | onafhankelijk onderzoek (in de vrije keuzeruimte) |
| jizaitobira-自在扉 | draaideur |
| jō-上 | de beste; hoogste; eerste (klasse, graad, rang, etc.); superieur [uitmuntend] zijn |
| jōbitaki-尉鶲 | spiegelroodstaart (zangvogel, Phoenicurus auroreus) |
| jogensha-助言者 | adviseur; raadgever |
| jōhō-情報 | inlichtingen; informatie; nieuws; verslag |
| jōhōgen-情報源 | informatiebron; nieuwsbron |
| jōjō-上場 | beursnotering |
| jōkigen-上機嫌 | goed humeur; vrolijkheid; opgewektheid |
| jōmae-錠前 | (deur)slot; grendel |
| jōmu-常務 | (afk. voor) algemeen directeur |
| jōmutorishimariyaku-常務取締役 | algemeen directeur |
| joryoku-助力 | hulp; ondersteuning; assistentie; bijstand |
| josei-助成 | bijstand; ondersteuning; bevordering; aanmoediging |
| josetsu-除雪 | het sneeuwruimen |
| jōshin-上申 | bericht [verslag] voor een superieur [meerdere] |
| jōshinsuru-上申する | verslag doen [rapporteren] aan een meerdere [superieur] |
| jōshūhan-常習犯 | recidive; herhaling van strafbare feiten; het opnieuw vervallen in dezelfde zonde [fouten] |
| jōtatsu-上達 | (het doorgeven van de wensen [meningen]) van ondergeschikten naar superieuren (bottom-up beleidsstructuur, met inspraak) |
| jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
| jūdai-重大 | belangrijk [serieus; aanzienlijk; ernstig] zijn |
| jūhan-重版 | herdruk [nieuwe editie] (van een boek) |
| juhō-呪法 | (esoterisch boeddhisme) het zingen van spreuken |
| jūkō-重厚 | diepgaand [serieus; kalm; oprecht; eerlijk] zijn |
| jukutō-塾頭 | directeur van privéschool-instelling |
| jumon-呪文 | toverspreuk |
| jumon-呪文 | (boeddh.) magische spreuk [incantatie] |
| junban-順番 | volgorde; beurt |
| junni-順に | ieder op zijn beurt; om de beurt; de een na de ander |
| junpaku-純白 | zuiver wit; sneeuwwit |
| junryō-順良 | goedaardigheid en deugdzaamheid; eerlijkheid |
| junshoku-純色 | zuivere kleur(en) |
| jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
| jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
| jussaku-述作 | de auteur van een boek |
| jūsu-ジュース | (bij tennis, e.d.)deuce |
| jūsui-重水 | zwaar water (deuteriumoxide) |
| jūsuiso-重水素 | deuterium (een isotoop van waterstof, ook wel waterstof-2 genoemd) |
| jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
| jūzen-十善 | (boeddh.) de tien deugden (het vermijden [niet begaan] van de tien kwaden [de tien slechte daden]) |
| kabairo-蒲色 | (lett. de kleur van de lisdodde) een roodoranje kleur (b64925) |
| kabu-株 | aandeel (effectenbeurs) |
| kabukashihyō-株価指標 | beursindex; (aandelen) koersindex |
| kabukiyakusha-歌舞伎役者 | acteur in het Kabuki theater |
| kabushikigaisha-株式会社 | beursgenoteerd bedrijf; naamloze vennootschap |
| kabutomushi-兜虫 | Japanse neushoornkever (Trypoxylus dichotomus) |
| kadai-架台 | steunbeer; draagbalk; bruggenhoofd; spoorbiels |
| kado-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
| kadode-門出 | een nieuw leven beginnen |
| kadoguchi-門口 | in- of uitgang van een huis; (kleine) deur in een poort |
| kadoguchi-門口 | beginpunt van iets (een gebeurtenis, e.d.) |
| kadomatsu-門松 | decoraties met dennentakken (rond Nieuwjaar) |
| kadorīru-カドリール | quadrille (authentieke dans, uit 18de eeuw) |
| kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
| kaesugaesu-返す返す | herhaaldelijk; steeds opnieuw |
| kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
| kafu-下付 | toekenning; goedkeuring |
| kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
| kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
| kagen-嘉言 | verstandige woorden; wijze woorden; wijze spreuken |
| kagi-鍵 | sleutel (bij een slot) |
| kagiana-鍵穴 | sleutelgat |
| kagibana-鉤鼻 | haakneus |
| kagikko-鍵っ子 | sleutelkind |
| kagitsukeru-嗅ぎつける | een geur waarnemen; ergens lucht van krijgen; in de gaten krijgen; ergens achter komen |
| kagiwakeru-嗅ぎ分ける | verschillende geuren onderscheiden (door ruiken) |
| kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
| kagu-家具 | huisraad; meubilair; meubels |
| kahaku-科白 | script [tekst] (van een acteur) |
| kahi-可否 | goedkeuring of afkeuring; voor- of tegenstemmen |
| kai-回 | beurt; ronde |
| kaibushi-蚊燻し | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kaichō-回腸 | ileum; kronkeldarm |
| kaichō-開帳 | het openen (op bepaalde dagen) van de gordijnen of deuren van een heiligdom, zodat het publiek het verborgen Boeddhabeeld kan zien |
| kaichō-開張 | vleugelspanwijdte van insecten, vogels e.d.; het openspreiden van vleugels |
| kaidoku-回読 | het om de beurt [beurtelings] lezen |
| kaidoku-解読 | decodering; ontcijfering; ontsleuteling |
| kaidokusuru-解読する | decoderen; ontcijferen; ontsleutelen; kraken |
| kaigen-改元 | verandering van de naam van een tijdperk in Japan (m.n. bij een nieuwe keizerlijke troonsbestijging) |
| kaigyō-改行 | een nieuwe regel [paragraaf] |
| kaigyōsuru-改行する | met een nieuwe regel [paragraaf] beginnen |
| kaihan-改版 | revisie; herziene uitgave; nieuwe druk |
| kaijō-開場 | het opengaan van de deuren van een zaal [theater] (voor een voorstelling) |
| kaijō-開場 | opening van een (nieuw) gebouw; inauguratie |
| kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
| kaikata-買い方 | (effectenbeurs) opkoper; haussier; haussespeculant |
| kaikōkinenbi-開校記念日 | schooljubileum |
| kaikōshiki-開校式 | openingsceremonie van een nieuwe school |
| kaimei-改名 | naamswijziging; het aannemen van een nieuwe naam |
| kairitsu-戒律 | religieuze voorschriften [geboden] |
| kairyō-改良 | verbetering; vooruitgang; herziening; vernieuwing |
| kaisetsusha-解説者 | explicateur bij een stomme film |
| kaishime-買い占め | speculatie (op de beurs); het massaal opkopen van aandelen |
| kaishimeru-買い占める | speculeren (op de beurs); aandelen massaal opkopen |
| kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
| kaitendoa-回転ドア | draaideur |
| kaiwaredaikon-貝割れ大根 | de scheuten [spruiten] van (witte) radijs |
| kajikitō-加持祈祷 | (Boeddhistische) incantaties [spreuken; gebeden] |
| kajōsahanji-家常茶飯事 | een alledaagse gebeurtenis |
| kakazuriau-拘り合う | kieskeurig zijn; een pietje precies zijn |
| kakeagaru-駆け上がる | snel omhoog gaan [rijden]; oprennen; omhoog rennen (trap, heuvel, etc.) |
| kakedashi-駆け出し | beginneling; nieuweling; groentje |
| kakegane-掛け金 | (deur)klink |
| kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
| kaketsu-可決 | goedkeuring; instemming; aanvaarding |
| kākiiro-カーキ色 | kaki (grauwgele kleur) |
| kakiiro-柿色 | perzikkleur; geelbruin; roodbruin |
| kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
| kakki-画期 | overgang van het ene tijdperk naar het andere; verandering van tijdperk; begin van een nieuw tijdperk |
| kakko-各戸 | (lett. elke deur) elk huis |
| kakkoii-かっこ好い | stijlvol; elegant; modieus |
| kakkowarui-かっこ悪い | onaantrekkelijk; er slecht uitzien; onelegant; niet modieus; niet cool; sullig |
| kakudo-確度 | (mate van) zekerheid; waarschijnlijkheid; betrouwbaarheid; nauwkeurigheid |
| kakudochōsetsuneji-角度調節ねじ | hoek afstelsleutel |
| kakugen-格言 | spreekwoord; gezegde; spreuk; aforisme |
| kakugo-覚悟 | herinnering; geheugen |
| kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
| kakushin-革新 | innovatie; vernieuwing |
| kakushu-鶴首 | het uitkijken naar (iets leuks); tegemoet zien; verlangend afwachten |
| kakyō-佳境 | het sleutelmoment [de climax; het hoogtepunt] (van een verhaal, discussie, etc.) |
| kamakubi-鎌首 | lange (kromme) hals [nek] (dit woord wordt vaak gebruikt als metafoor van een slang die zijn kop opsteekt, d.w.z. als teken dat er iets gaat gebeuren) |
| kamei-仮名 | alias; pseudoniem; nom de plume; schuilnaam |
| kamiire-紙入れ | portefeuille |
| kamikaze-神風 | de wind die volgens overlevering de Mongoolse inval stopte (13de eeuw) |
| kaminarioyaji-雷親父 | een slechtgehumeurde [prikkelbare] oude man; een oude brompot [mopperkont] |
| kamoi-鴨居 | latei; bovenbalk (voor schuifdeuren) |
| kamome-鴎 | meeuw; zeemeeuw |
| kamubakku-カムバック | comeback; terugkomst; hernieuwd optreden |
| kanabun-金蚉 | droge-kever (Pseudotorynorrhina japonica) |
| kanakirigoe-金切り声 | schelle stem; doordringende schreeuw [kreet; uitroep] |
| kanakusai-金臭い | metaalachtige geur [smaak] |
| kanbashii-芳しい | geurig; aromatisch |
| kanchō-館長 | directeur (van instellingen zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
| kandai-寛大 | vrijgevig [genereus; ruimdenkend; verdraagzaam] zijn |
| kangaenaosu-考え直す | heroverwegen; opnieuw bekijken; van gedachten veranderen |
| kangan-宦官 | eunuch |
| kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
| kangeki-間隙 | gat; tussenruimte; opening; spleet; breuk(lijn) |
| kanji-幹事 | facilitator; organisator (van bijeenkomsten, vergaderingen, e.d.); administrateur; manager |
| kanji-監事 | inspecteur; supervisor; toezichthouder |
| kanjiki-樏 | sneeuwschoenen (van hout en touw) |
| kanjiku-巻軸 | (rang)lijst van acteurs |
| kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
| kankyo-官許 | officiële goedkeuring [vergunning] (van de overheid) |
| kankyō-環境 | (leef)omgeving; (leef)milieu; omstandigheid; toestand |
| kankyōchō-環境庁 | Bureau voor Milieu Zaken (tot 2001) |
| kankyōken-環境権 | milieurecht |
| kankyōosen-環境汚染 | milieuvervuiling; milieuverontreiniging |
| kankyōshō-環境省 | Ministerie van Milieu Zaken (vanaf 2001) |
| kannonbiraki-観音開き | openslaande deuren [ramen] |
| kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
| kanon-カノン | (muziekterm) canon; beurtzang |
| kanpon-完本 | volledig werk (van een auteur, e.d.); oeuvre; complete set van boekdelen |
| kanranryō-観覧料 | toegangsprijs; entreegeld (museum e.d.) |
| kanransha-観覧車 | reuzenrad |
| kansan-甘酸 | vreugde en verdriet |
| kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
| kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
| kanshaku-癇癪 | kwaadheid; slecht humeur; geïrriteerdheid; woede-uitbarsting |
| kanshō-癇性 | geïrriteerdheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; slechtgehumeurd zijn |
| kanshoku-寒色 | koude kleur |
| kanshoku-間色 | secundaire kleur; mengkleur |
| kanshu-看取 | bespeuring; gewaarwording; bemerking; waarneming; bevinding; besef |
| kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
| kanzen-間然 | het bekritiseren; kritiek [aanmerkingen; berisping; afkeuring] oproepen |
| kaoiro-顔色 | gelaatskleur |
| kaori-香り | (aangename) geur; aroma; parfum |
| kappōgi-割烹着 | Japans (keuken)schort met lange mouwen |
| karā-カラー | kleur |
| kara-殻 | schaal; schil; schelp; peul |
| karaabooru-カラーボール | kleurende (met verf gevulde) bal om naar een vluchtende dief of overvaller te gooien |
| karadeppō-空鉄砲 | een leugen |
| karādo-カラード | gekleurd |
| karafuru-カラフル | kleurrijk |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karakami-唐紙 | kleurbenaming in de weefkunst, bij de schering en inslag (horizontaal geel, verticaal wit) |
| karakami-唐紙 | kleurcombinatie in een kledingstuk (wit aan de buitenzIjde, geel aan de binnenzijde) |
| karāsuketchi-カラースケッチ | kleurenschets |
| karā・mētā-カラー・メーター | kleurmeter |
| karā・rinsu-カラー・リンス | kleurspoeling |
| karei-鰈 | schol (platvis: Pleuronectidae) |
| kareishū-加齢臭 | oudemensengeur; de geur van oude mensen |
| karen-可憐 | mooiheid; leukheid; charme; lieflijkheid |
| karikata-借り方 | lener; iemand die leent; debiteur |
| karinihaien-カリニ肺炎 | pneumocystose (Pneumocystis pneumonie) |
| karinushi-借り主 | lener; schuldenaar; debiteur |
| karite-借り手 | lener; schuldenaar; debiteur |
| karubi-カルビ | kalbi [galbi} vleesgerecht met runderrib (uit de Koreaanse keuken in Japan) |
| kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
| kasabaru-嵩張る | omvangrijk [lijvig; volumineus] zijn [worden] |
| kasanaru-重なる | opnieuw gebeuren; na elkaar plaatsvinden; zich herhalen |
| kasanaru-重なる | tegelijkertijd gebeuren; elkaar overlappen |
| kasei-仮性 | vals [onecht; schijn; pseudo-] zijn |
| kasei-加勢 | hulp; ondersteuning; assistentie; versterking |
| kasetsu-佳節 | feestdag; jubileum |
| kashikata-貸し方 | crediteur |
| kashisu-カシス | zwarte bes (struik, vrucht of likeur) |
| kasōkioku-仮想記憶 | (computer) virtueel geheugen |
| kasōmemorī-仮想メモリー | virtueel geheugen |
| kasshoku-褐色 | bruin; bruine kleur |
| katajikenai-忝い | zeer [eeuwig] dankbaar zijn |
| katakushinnyū-家宅侵入 | huisvredebreuk |
| katamukeru-傾ける | overhellen; leunen; kantelen |
| katan-荷担 | ondersteuning; hulp; assistentie; bijstand |
| katatsu-下達 | (het doorgeven van instructies) van superieuren naar ondergeschikten (top-down beleidsstructuur, zonder inspraak) |
| katayaburi-型破り | anders; origineel; nieuw |
| kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
| katorisenkō-蚊取り線香 | anti-muskieten wierook; muggen geurspiraal |
| kattā-カッター | coupeur; knipper; snijder |
| katte-勝手 | keuken |
| katto-カット | (haar) knipbeurt |
| kaunserā-カウンセラー | raadsman; raadsvrouw; adviseur; vertrouwenspersoon |
| kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
| kawarakojiki-河原乞食 | (in de Edo-periode een denigrerende term voor) acteur; toneelspeler |
| kawariau-代わり合う | om de beurt gaan; elkaar aflossen |
| kawaribanko-代り番こ | afwisselend; beurtelings; om de beurt |
| kawaridane-変わり種 | iets nieuws; variëteit; kruising |
| kawarugawaru-代わる代わる | (af)wisselend; om beurten; om de beurt; een voor een; na elkaar |
| kayari-蚊遣り | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kayaribi-蚊遣り火 | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
| kayui-痒い | jeukend; jeukerig |
| kazabana-風花 | (in de wind) warrelende sneeuwvlokken |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoenaosu-数え直す | hertellen; opnieuw tellen |
| kē-ケー | k, afk. voor keuken (op de plattegrond van een woning) |
| kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
| kehai-気配 | beursnotering |
| keibu-警部 | inspecteur van politie; politieinspecteur |
| keieisaikōsekininsha-経営最高責任者 | bestuursvoorzitter; leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
| keiji-刑事 | politie detective; rechercheur |
| keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
| keikaishoku-警戒色 | waarschuwingskleur |
| keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
| keikōshoku-蛍光色 | fluoriserende kleur |
| keiku-警句 | aforisme; zinspreuk; epigram |
| keiro-毛色 | haarkleur (bij mensen); de kleur van de vacht (bij dieren) |
| keizaienjo-経済援助 | financiële steun; economische bijstand [hulp] |
| kekkanharetsu-血管破裂 | vasculaire breuk |
| kenchin-巻繊 | (arch.) zwarte sojascheuten gebakken in sesamolie, gewikkeld in gedroogde tofuvellen en gestoofd |
| kenden-喧伝 | verspreiding (nieuws etc.); het verkondigen; rondbazuinen |
| kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
| kenko-眷顧 | gunst; begunstiging; steun |
| kenrikin-権利金 | sleutelgeld |
| kensa-検査 | inspectie; keuring |
| kensha-検車 | autokeuring; automobielinspectie; voertuiginspectie |
| kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
| kenshutsu-検出 | waarneming; speurwerk (iets zoeken en vinden) |
| kensū-件数 | het aantal zaken [gevallen; gebeurtenissen] |
| ken'in-検印 | keurstempel; waarmerk; goedkeuringsstempel |
| keppeki-潔癖 | nauwgezet; kieskeurig; kraakhelder |
| kerorito-けろりと | nonchalant; achteloos; alsof er niets was gebeurd |
| keroritosuru-けろりとする | doen alsof er niets gebeurd is |
| keshiki-気色 | stemming; humeur; gevoel |
| kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
| kī-キー | sleutel (van een slot); sleutel (fig.: aanwijzing; oplossing) |
| ki-気 | geest; humeur; gevoel |
| ki-気 | neiging; voorkeur; interesse |
| kiai-気合い | kreet; schreeuw; strijdkreet; aanmoedigingskreet |
| kiaji-気味 | tendens op de markt [aandelenbeurs] |
| kiboku-亀卜 | waarzeggerij met behulp van het schild van een schildpad (door dat te verbranden en daarna het patroon van de scheuren die waren ontstaan te bekijken) |
| kibun-気分 | gevoelens; stemming; humeur |
| kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
| kidoairaku-喜怒哀楽 | de 4 menselijke emoties: vreugde, woede, verdriet en plezier |
| kidōraku-着道楽 | voorliefde [voorkeur] voor mooie kleding en sieraden |
| kienokoru-消え残る | (over)blijven; achterblijven; blijven liggen [smeulen] |
| kigen-機嫌 | stemming; gemoedstoestand; humeur |
| kigyō-起業 | de start [oprichting] van een (nieuw) bedrijf |
| kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
| kihai-気配 | beursnotering |
| kihatsuyu-揮発油 | benzine; petroleum |
| kiiro-黄色 | geel; gele kleur |
| kiiroi-黄色い | geel (kleur) |
| kiji-記事 | verslag; nieuws; artikel (in krant, tijdschrift, e.d.) |
| kijikutsūka-基軸通貨 | sleutelvaluta; belangrijke valuta; basisvaluta |
| kijū-機銃 | (afk. voor) machinegeweer; mitrailleur |
| kikaikō-機械工 | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
| kikan-基幹 | kern; basis; sleutel; steunpilaar |
| kikanchō-機関長 | hoofdingenieur |
| kikanjū-機関銃 | machinegeweer; mitrailleur |
| kikanshi-機関紙 | bulletin; partijorgaan; nieuwsbrief |
| kikikaesu-聞き返す | iets opnieuw beluisteren |
| kikikaikai-奇奇怪怪 | heel vreemd [bizar, raar, mysterieus] zijn |
| kikinaosu-聞き直す | opnieuw informeren [vragen] |
| kikite-利き手 | (iemands) voorkeurshand; dominante hand |
| kikiude-利き腕 | (iemands) voorkeursarm; dominante arm |
| kikka-菊花 | wierook (van kruidnagel, agarhout en muskus) met een geur die doet denken aan chrysanten |
| kikkai-奇っ怪 | vreemd [merkwaardig; mysterieus; raar] zijn |
| kikyō-気胸 | klaplong; pneumothorax |
| kimajime-生真面目 | heel erg serieus [ernstig; gewetensvol] zijn |
| kimakase-気任せ | het de eigen wil [zin; voorkeur] volgen [doen] |
| kīman-キーマン | sleutelfiguur; spil; centrale figuur |
| kimei-記銘 | het uit het hoofd leren [onthouden]; zich in het geheugen prenten |
| kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
| kimi-気味 | neiging (tot); zweem; schijn; vleugje; glimp |
| kimi-気味 | de geur en smaak van iets; sfeer; interesse |
| kimi-黄み | gelig (van kleur) |
| kimidori-黄緑 | geelgroen (van kleur) |
| kimuchi-キムチ | kimchi (groentegerecht uit de Koreaanse keuken) |
| kimuzukashii-気難しい | kieskeurig; veeleisend; moeilijk (van karakter) |
| kinakusai-きな臭い | verbrande [verschroeide] geur |
| kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
| kinakusai-きな臭い | er zit een luchtje aan; verdacht; dubieus; twijfelachtig; duister |
| kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
| kindāgāden-キンダーガーデン | kleuterschool |
| kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
| kingashinnen-謹賀新年 | beste wensen voor het nieuwe jaar; Gelukkig Nieuwjaar (schrijftaal) |
| kingen-金言 | een wijs gezegde; gouden spreuk |
| kingyosō-金魚草 | leeuwenbek (plant, Antirrhinum) |
| kiniiru-気に入る | houden van; leuk vinden; blij zijn met |
| kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
| kininaru-気になる | geïnteresseerd zijn in; nieuwsgierig zijn naar |
| kinki-欣喜 | grote vreugde |
| kinkō-欣幸 | vreugde; plezier; blijdschap; voldoening |
| kinmokusei-金木犀 | geurende [zoete] Osmanthus (Osmanthus fragrans aurantiacus) |
| kinōkyō-昨日今日 | pas [recent] (gebeurd) |
| kinsaku-近作 | iemands laatste [meest recente] werk; iemands allernieuwste werk |
| kinshoku-金色 | goudkleur |
| kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
| kinzen-欣然 | vreugde; blijheid; vrolijkheid |
| kin'atsu-禁圧 | onderdrukking; beteugeling; verbod; ban |
| kin'en-禁厭 | spreuken voor het voorkomen van ziekten en rampen |
| kin'iro-金色 | goudkleur |
| kiochi-気落ち | ontmoediging; teleurstelling |
| kioku-記憶 | geheugen; herinnering |
| kioku-記憶 | computergeheugen |
| kīpāson-キー・パーソン | sleutelfiguur; spil; centrale figuur |
| kippō-吉報 | goed nieuws; goede tijding |
| kippu-切符 | kaartje; entreebiljet; toegangsbewijs; bon; coupon; bekeuring |
| kireizuki-奇麗好き | (iemand met) een voorkeur voor netheid |
| kireme-切れ目 | breuk; kloof; opening |
| kiretsu-亀裂 | scheur; barst; spleet; breuk |
| kiridooshi-切り通し | een weg een door bergachtig [heuvelachtig] terrein [landschap] |
| kirikae-切り替え | verandering; overgang; vernieuwing |
| kirikaeru-切り替える | veranderen; verwisselen; omzetten; vernieuwen |
| kirisainamu-切り苛む | kwellen; pijnigen; martelen; verscheurd worden |
| kirisaku-切り裂く | in stukken snijden [knippen; scheuren] |
| kisekiteki-奇跡的 | miraculeus; verbazingwekkend; wonderbaarlijk |
| kisen-機先 | het moment vlak voordat er iets gebeurt |
| kishagurabu-記者グラブ | Japanse pers-club; groep verslaggevers van specifieke nieuwsorganisaties (met bronnen bij de overheid en bedrijven) |
| kisho-寄書 | bijdrage (van een aantal woorden als coauteur) |
| kishōbu-黄菖蒲 | gele lis (Iris pseudacorus) |
| kishoku-気色 | stemming; humeur |
| kishokusha-寄食者 | klaploper; profiteur |
| kisū-帰趨 | uitkomst; gevolg; resultaat (van een gebeurtenis of situatie) |
| kitchin-キッチン | keuken |
| kitchin・dorinkā-キッチン・ドリンカー | keukendrinker; thuisdrinker (een huisvrouw, die geen baan heeft en verslaafd is aan alcohol) |
| kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
| kitsui-きつい | sterk; scherp (van smaak, geur, etc.) |
| kitsuke-気付け | het opvrolijken; opfleuren |
| kitsuneiro-狐色 | goudbruine kleur (lett. de kleur van een vos) |
| kīwādo-キーワード | sleutelwoord; trefwoord; zoekterm |
| kiwata-木綿 | boomkatoen (Gossypium arboreum) |
| kizewashii-気忙しい | woelig; onrustig; rusteloos; nerveus |
| kī・horudā-キー・ホルダー | sleutelhanger; sleutelring |
| kī・karenshī-キー・カレンシー | sleutelvaluta; belangrijke valuta; basisvaluta |
| kī・pointo-キー・ポイント | belangrijkste punt; sleutelstelling |
| kōban-降板 | (honkbal) de werper [pitcher] van de werpheuvel wegsturen en vervangen door een andere werper |
| kobana-小鼻 | neusvleugels |
| kōbashī-香ばしい | aromatisch; prettig ruikend; geurend; welriekend |
| kōbashii-香ばしい | geurig; geurend; aromatisch |
| koboku-古木 | een oude [eeuwenoude] boom |
| kobōzu-小坊主 | een (ondeugend) jongetje; ventje; boefje |
| koburi-小降り | lichte regenval [sneeuwval] |
| kōchō-校長 | schooldirecteur; schoolhoofd |
| kodaimurasaki-古代紫 | roodachtig paarse kleur |
| kodōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
| kodōgu-小道具 | (theater) rekwisieten; meubels, gereedschap, etc. gebruikt op het podium |
| kodōgu-小道具 | (afk. voor) rekwisiteur; toneelknecht |
| kodōgukata-小道具方 | rekwisiteur; toneelknecht |
| kōen-後授 | (militair) steuntroepen |
| kōen-後授 | ondersteuning; sponsoring |
| kōen-後援 | ondersteuning; financiering; sponsoring; (financiële) hulp; (financiële) steun |
| kōensuru-後援する | (financieel) steunen; ondersteunen; helpen; bijstaan; financieren; sponsoren; begunstigen |
| kōfukukan-幸福感 | euforie; grote blijdschap |
| kofun-古墳 | oude grafheuvel; tumulus |
| kōge-高下 | superieur en inferieur |
| kogechairo-焦げ茶色 | donkerbruine kleur |
| kogekusai-焦臭い | iets ruikt aangebrand; brandgeur |
| kōgo-交互 | (af)wisseling; beurtwisseling; alternatie |
| kogo-古語 | oud gezegde; spreekwoord; spreuk |
| kogō-呼号 | (ge)roep; schreeuw |
| kogu-漕ぐ | zich moeizaam voortbewegen [zich een weg banen] (door sneeuw, modder, e.d.) |
| kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
| kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
| koi-濃い | dik (vloeistof); donker; diep (van kleur); sterk (van smaak) |
| koicha-濃茶 | donkerbruine kleur |
| koiiroai-濃い色合い | rijke kleurschakering |
| koime-濃いめ | sterk (van smaak); diep [donker] (van kleur) zijn |
| koji-故事 | historische gebeurtenis |
| kokabu-子株 | (plantkunde) nieuwe scheut; uitloper; zijscheut |
| kokabu-子株 | (beurshandel) nieuw uitgegeven aandelen |
| kōkaikabu-公開株 | beursgenoteerd aandeel |
| kōkaisuru-後悔する | betreuren; berouwen; spijt hebben |
| kokansetsu-股関節 | heupgewricht |
| kōken-後見 | adviseur [regent] (voor de shogun) |
| kōkishin-好奇心 | nieuwsgierigheid |
| kokonmeikasen-古今名歌選 | een bloemlezing van oude en nieuwe gedichten |
| kokoromochi-心持ち | gevoel; stemming; humeur |
| kokorooboe-心覚え | herinnering; geheugensteuntje |
| kokujin-黒人 | zwarte persoon; neger; kleurling |
| kokuritsubijutsukan-国立美術館 | rijksmuseum; Nationaal museum |
| kokushoku-黒色 | (de kleur) zwart |
| kokushu-国守 | gouverneur (van een provincie) |
| kōkyū-恒久 | permanentie; bestendigheid; duurzaamheid; eeuwigheid; eindeloosheid |
| kōkyū-高級 | topkwaliteit; hoogwaardig [chic; luxueus] zijn |
| koma-駒 | (klein) paard; pony; veulen |
| koma-駒 | zwenkwieltje (voor de poten van piano, meubilair, e.d.) |
| komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
| komayaka-細やか | diep; warm (van kleur); dicht (van mist, e.d.) |
| kōmi-香味 | geur [aroma] en smaak |
| komike-コミケ | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| komiketto-コミケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| komikkumāketto-コミックマーケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
| kominforumu-コミンフォルム | Cominform (organisatie van communistische partijen in Europa, opgericht in 1947) |
| kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) een Japanse benaming voor Nederlander; Westerling; Europeaan |
| komon-顧問 | adviseur; raadgever |
| konayuki-粉雪 | poedersneeuw |
| konchinentaru-コンチネンタル | continentaal; Europees |
| konji-恨事 | een betreurenswaardige aangelegenheid [zaak]; wrok; spijt; berouw |
| konjiki-金色 | goudkleur |
| konjuhōshō-紺綬褒章 | medaille met donkerblauw lint (een prestigieuze Japanse eremedaille voor weldoeners die grote sommen geld hebben gedoneerd voor het algemeen welzijn) |
| kononde-好んで | vrijwillig; uit eigen beweging; met plezier; bij voorkeur |
| kontenā・baggu-コンテナー・バッグ | containerzak (een scheurvaste zak van polypropyleen, voor bouwmaterialen, afval, e.d.) |
| kōo-好悪 | voorkeur en aversie [tegenzin]; affectie en afkeer; liefde en haat |
| koodori-小躍り | een vreugdedans(je) |
| koodorisuru-小躍りする | een vreugdedansje doen; dansen van plezier [blijdschap] |
| koōkonrai-古往今来 | door de eeuwen heen; te allen tijde |
| kōotsu-甲乙 | A en B; de eerste en de tweede; superieur en inferieur |
| kopīraito-コピーライト | auteursrecht; copyright |
| kōporēto・gabanansu-コーポレート・ガバナンス | deugdelijk [goed] ondernemingsbestuur |
| kōran-高欄 | reling; leuning; balustrade |
| kōran-高欄 | armleuningen voor stoelen |
| koritsumuen-孤立無援 | alleen; geïsoleerd; totaal zonder steun van anderen |
| koroshiamu-コロシアム | het Colosseum (in Rome) |
| kōrudo・karā-コールド・カラー | koele kleur |
| kōryō-稿料 | auteur's honorarium; een betaling voor een stuk tekst |
| kōryō-香料 | smaakstof; geurstof |
| kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
| kōsetsu-降雪 | sneeuwval |
| kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
| koshi-腰 | onderrug; heup(en) |
| koshibone-腰骨 | heupbeen; heupbot |
| kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
| koshigatana-腰刀 | een kort zwaard (zonder stootplaat) gedragen op de heup |
| koshiginchaku-腰巾着 | geldbeurs [buideltasje] (gedragen om je middel) |
| koshike-帯下 | vaginale afscheiding; leukorroe; witte vloed |
| kōshin-後身 | reïncarnatie; herboren lichaam; nieuw lichaam na hergeboorte |
| kōshin-更新 | vernieuwing; verlenging; bijgewerkte versie; update; verbetering; aanpassing |
| kōshinsuru-更新する | updaten; vernieuwen; aanpassen |
| koshiwaza-腰技 | (judo) heupworptechnieken |
| kōshō-口誦 | het neuriën |
| koshōgatsu-小正月 | Klein Nieuwjaar (festival) op 14, 15 of 16 januari |
| koshōgatsu-小正月 | de dagen rond de 15de dag van het nieuwe jaar (maankalender) |
| kōshoku-黄色 | geel; gele kleur |
| kōshu-攻守 | aanval en verdediging; (honkbal) slagbeurt en veldverdediging |
| kōsō-香草 | geurig kruid |
| kosoguru-擽る | prikkelen (iemands nieuwsgierigheid, ijdelheid, etc.); opwekken |
| kōsoku-拘束 | inperking; beteugeling; beperking |
| kossetsu-骨折 | botbreuk; beenfractuur |
| kōsui-降水 | neerslag (regen, sneeuw, etc.) |
| kōsui-香水 | parfum; reukwater; welriekend water |
| kōteisōba-公定相場 | beursnotering; officiële koers |
| kotoatarashii-事新しい | nieuw; vers; niet eerder vertoond |
| kotobatsuki-言葉つき | taalgebruik; woordkeus; manier van spreken |
| kotobazukai-言葉遣い | taal; taalgebruik; woordkeus |
| kotogaaru-ことがある | (geeft een ervaring weer) het is gebeurd (dat); ik ben een keer geweest; ik heb een keer gedaan |
| kotoganai-ことがない | het is niet (eerder) gebeurd (dat); het komt niet voor (dat) |
| kotogotoshii-事事しい | overdreven; aanmatigend; bombastisch; pretentieus |
| kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| kōtoku-公徳 | burgerlijke deugd; openbare [sociale] moraal |
| kōtoku-高徳 | grote deugd; deugdzaamheid; vroomheid |
| kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
| kōtsūkippu-交通切符 | bekeuring voor een verkeersovertreding |
| kouma-子馬 | veulen; jong paard |
| kowairo-声色 | timbre; toon [klankkleur] van een stem |
| koyakamashii-小喧しい | zeurend; muggenzifterig; vitterig |
| koyaku-子役 | kindacteur; jeugdacteur |
| kōyō-紅葉 | herfstkleur(en); het verkleuren [rood kleuren] van bladeren in de herfst |
| kōyō-高揚 | euforie; opgetogenheid |
| kōyu-鉱油 | aardolie; ruwe olie [petroleum] |
| kōyu-香油 | geparfumeerde [geurige] olie |
| koyuki-小雪 | lichte sneeuwval |
| koyuki-粉雪 | poedersneeuw |
| kōzairyō-好材料 | gunstig [goed] nieuws [materiaal; informatie] |
| kōzairyō-好材料 | gunstige voorwaarden, die een positief effect hebben op de beurs; een hausse |
| kōzui-香水 | (boeddh.) water vermengd met wierook (voor reiniging van tempel, altaar, of lichaam); geurend water geofferd aan Boeddha |
| kubikiri-首切り | onthoofding; beul |
| kubitsuka-首塚 | begraafplaats [grafheuvel] voor de hoofden van gevallen strijders of veroordeelden |
| kubonda-凹んだ | hol (geworden); ingestort; ingedeukt; (in)gevallen |
| kuchiguchi-口口 | elke ingang [deur] |
| kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
| kuchijamisen-口三味線 | het neuriën van een shamisen melodie |
| kuchioshii-口惜しい | ergerlijk; irritant; vervelend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk |
| kuchitori-口取り | een paard (bij de teugels) leiden |
| kuchitori-口取り | een hapje vooraf; hors-d'oeuvre |
| kuchiurusai-口煩い | het zeuren; zaniken; vitten; muggenziften |
| kuchiyakamashii-口喧しい | zeurend; vitterig |
| kuchizusamu-口遊む | neuriën; zachtjes zingen |
| kudoku-功徳 | een verdienstelijke [goede; deugdzame] daad; barmhartigheid |
| kuēkā-クエーカー | quaker (lid van de Quakers, een religieus genootschap) |
| kūgen-空言 | leugen |
| kuiaratameru-悔い改める | berouw hebben; tot inkeer komen; een nieuw begin maken; met een schone lei beginnen |
| kuichigiru-食いちぎる | afbijten; doorbijten; afknabbelen; met de tanden afscheuren |
| kuiiru-食い入る | knagen aan; aantasten; inbreuk maken |
| kuiru-悔いる | betreuren; spijt [berouw] hebben (van) |
| kumadori-隈取り | het aanbrengen van [gradatie van] kleuren; kleurschakering; arcering |
| kumikaeru-組み換える | herschikken; herindelen; opnieuw samenstellen |
| kumode-蜘蛛手 | balken die diagonaal een brug of dak ondersteunen |
| kumoyuki-雲行き | situatie; stand van zaken; loop der gebeurtenissen |
| kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
| kuntō-薫陶 | aardewerk maken door klei te kneden terwijl men wierook brandt (waardoor de geur in de klei gaat) |
| kuntoku-君徳 | het goede gedrag [de deugden] van een vorst |
| kūpe-クーペ | coupé (tweedeurs carrosserietype voor personenauto's) |
| kurai-暗い | donker (van kleur); vaal |
| kurai-暗い | somber; treurig; melancholiek |
| kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
| kuranpu-クランプ | klem; beugel; (muur)anker |
| kurasukai-クラス会 | school(klas) reünie |
| kurasuto-クラスト | korst (steen, ijs, bevroren sneeuw, etc.) |
| kurayamiban-暗闇番 | (in de Edo periode) een bewaker [wachter] van de keuken |
| kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
| kurejitto-クレジット | verdienste; erkenning; auteursrecht |
| kureyon-クレヨン | kleurkrijt; tekenkrijt |
| kuri-庫裏 | de keuken van een (boeddhistische) tempel |
| kuriaransu-クリアランス | goedkeuring; vrijwaring |
| kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
| kuriiro-栗色 | kastanjekleur; kastanjebruin |
| kurikaesu-繰り返す | herhalen; opnieuw [nog eens] doen |
| kurinsō-九輪草 | Japanse sleutelbloem (Primula japonica) |
| kurīn・hitto-クリーン・ヒット | een nieuw kassucces [hit] |
| kurisuchania-クリスチャニア | een christiana (ski-manoeuvre) |
| kuriya-厨 | keuken |
| kuro-黒 | (de kleur) zwart |
| kurofune-黒船 | zwart schip (schip varend naar Japan onder westerse vlag 16de-19de eeuw) |
| kuroguro-黒黒 | diepzwarte [gitzwarte] kleur |
| kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
| kuroitsuferuto・yakobubyō-クロイツフェルト・ヤコブ病 | Ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
| kuronezumi-黒鼠 | donkergrijze kleur |
| kurumaebi-車海老 | Japanse tijgergarnaal (Marsupenaeus japonicus) |
| kurūpu-クループ | (medisch) (pseudo)kroep |
| kurutoshi-来る年 | het nieuwe jaar; het komende jaar |
| kusaikire-草熱れ | de sterke geur van gras (in de zomerhitte0) |
| kusairo-草色 | donkergroene kleur |
| kusamomiji-草紅葉 | verkleurd gras (in de herfst) |
| kusasotetsu-草蘇鉄 | struisvaren (Matteuccia struthiopteris) |
| kusayakyū-草野球 | amateur honkbal (op een veldje) |
| kusazumō-草相撲 | amateur sumo (worstelen) |
| kuse-癖 | kreukel; kronkel; knik; kink |
| kusetsu-苦節 | onwankelbare trouw; het iemand door dik en dun blijven steunen |
| kusuburu-燻る | roken; smeulen; walmen; gloeien |
| kusuburu-燻る | (fig.) smeulen (b.v. van een ruzie) |
| kutsubako-靴箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
| kuwaire-鍬入れ | baanbrekende handeling (oorspronkelijk de eerste keer in het nieuwe jaar dat de boeren een spade in de grond staken) |
| kuwaire-鍬入れ | een nieuwjaarsceremonie waarbij voor het eerst een spade in de grond wordt gestoken |
| kuyamu-悔やむ | betreuren; spijt betuigen; spijt hebben |
| kuyamu-悔やむ | treuren; rouwen; in de rouw zijn |
| kyaburetā-キャブレター | carburateur |
| kyakka-却下 | (spreektaal) afgekeurd! |
| kyaku-脚 | (achtervoegsel) gebruikt voor het tellen van meubels, e.d. |
| kyakumachi-客待ち | (eufemisme) in de tippelzone, het wachten op klanten |
| kyaria・gāru-キャリア・ガール | carrièremeisje; ambitieus meisje |
| kyaria・ūman-キャリア・ウーマン | carrièrevrouw; ambitieuze vrouw |
| kyasutā-キャスター | nieuwslezer |
| kyasutingu-キャスティング | (bij film en toneel) het casten (acteurs kiezen) |
| kyatchā-キャッチャー | knip (op een deur, etc.) |
| kyōbun-凶聞 | slecht nieuws |
| kyōcho-共著 | co-auteurschap; gezamenlijk werk |
| kyōdan-教団 | religieuze orde [organisatie; sekte] |
| kyōgashinnen-恭賀新年 | Gelukkig Nieuwjaar (groet op nieuwjaarskaart) |
| kyogen-虚言 | onwaarheid; leugen |
| kyogi-虚偽 | onwaarheid; leugen |
| kyōha-教派 | een (religieuze) sekte; denominatie |
| kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
| kyohi-許否 | goedkeuring en afkeuring |
| kyōhō-凶報 | slecht nieuws |
| kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
| kyojin-巨人 | reus; grote man |
| kyoka-炬火 | vreugdevuur |
| kyoka-許可 | toestemming; goedkeuring |
| kyokan-巨漢 | zeer grote [lange] man; enorme kerel; reus |
| kyōkan-教官 | instructeur; docent; leraar |
| kyokasuru-許可する | toestaan; toestemmen; goedkeuring |
| kyōki-強記 | een goed geheugen |
| kyokumen-局面 | fase; situatie; aspect; verloop (van gebeurtenissen) |
| kyokusetsu-曲節 | een melodie; deuntje |
| kyōmaku-胸膜 | pleura; borstvlies |
| kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| kyomō-虚妄 | onwaarheid; leugen |
| kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
| kyū-キュー | (biljart)keu |
| kyūjō-休場 | het niet meedoen van acteurs, sporters, etc. |
| kyūjo-救助 | redding; hulp; bijstand; ondersteuning |
| kyūjosuru-救助する | redden; helpen; (onder)steunen; bijstaan |
| kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
| kyūkanbi-休館日 | sluitingsdag; dag dat iets gesloten is (van een museum, etc.) |
| kyūkeijo-休憩所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
| kyurasō-キュラソー | curaçao (likeur) |
| kyurētā-キュレーター | curator; (museum)beheerder |
| kyūsai-救済 | hulp; steun; redding; verlossing; bijstand |
| kyūseki-休戚 | vreugde en verdriet; geluk en ongeluk |
| kyūshōgatsu-旧正月 | Nieuwjaar volgens de oude maankalender |
| kyūshutsu-救出 | redding; hulp; steun; bijstand |
| kyūsokujo-休息所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
| kyūto-キュート | schattig; snoezig; leuk |
| kyūtōshitsu-給湯室 | keukentje (in kantoren); kitchenette; kastkeuken |
| kyutto-きゅっと | (onomatopee) (sake, etc.) in grote slokken [in één teug] (drinken) |
| kyūyō-給養 | het onderhouden; steun |
| kyūyōsuru-給養する | onderhouden; steunen |
| maatarashii-真新しい | gloednieuw; splinternieuw; spiksplinternieuw |
| machigatta-間違った | fout; onjuist; incorrect; onnauwkeurig |
| madamu・tassō-マダム・タッソー | Madame Tussauds (wassenbeelden museum) |
| maenomeri-前のめり | het naar voren leunen [hangen; buigen; vallen] |
| magao-真顔 | een ernstig gezicht; serieuze blik |
| maikotsu-埋骨 | (na de crematie) bijzetting van de urn met gecremeerde botten in het familiemausoleum |
| mainā-マイナー | mineur (muziek) |
| maisu-売僧 | een leugen |
| maji-まじ | serieus; werkelijk; echt waar |
| majimekusaru-真面目腐る | ernstig worden; een plechtige [serieuze] houding aannemen |
| makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
| makkōkusai-抹香臭い | (fig.) het ruiken naar religie; erg religieus [vroom] zijn |
| makotoshiyaka-真しやか | aannemelijk (maar niet waar) zijn; geloofwaardig zijn (b.v. van een leugen) |
| makura-枕 | steun; ondersteuning; stut |
| mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
| managatsuo-真魚鰹 | zilverpomfret (een vis, Pampus argenteus) |
| manejimento・konsarutanto-マネジメント・コンサルタント | management adviseur |
| mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
| manimani-随に | ad libitum; naar eigen inzicht [keuze; believen] |
| mankitsu-満喫 | met volle teugen genieten; met veel plezier |
| manmae-真ん前 | vlak [pal; precies] ervoor; recht voor je neus |
| manman'ichi-万万一 | onwaarschijnlijke gebeurtenis; uitzonderlijk geval; noodgeval |
| mannen'yuki-万年雪 | eeuwige sneeuw; sneeuw (boven de sneeuwgrens) die niet smelt, maar altijd blijft liggen |
| manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| manzen-漫然 | doelloos [willekeurig; lukraak; achteloos; gedachteloos] zijn |
| marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
| maruchipuru・choisu-マルチプル・チョイス | meerkeuze; multiple choice |
| maruchoi-マルチョイ | meerkeuze; multiple choice |
| masaguru-弄る | friemelen; spelen [rommelen; knoeien] (met); sleutelen [prutsen] (aan) |
| mashingan-マシンガン | machinegeweer; mitraillieur |
| massara-真っ新 | gloednieuw [splinternieuw] zijn |
| masukara-マスカラ | mascara (wenkbrauwen kleurstof) |
| mata-又 | voorts; verder; weer; opnieuw; ook |
| matagami-股上 | bandhoogte [heuphoogte] van een broek (gemeten vanaf het kruis) |
| mataiden-マタイ伝 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
| mataifukuinsho-マタイ福音書 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
| matazoro-又ぞろ | alweer; opnieuw; nogmaals |
| matsudai-末代 | eeuwigheid; het einde der tijden; de wereld na de dood |
| matsukazari-松飾り | versiering van dennentakken (op Nieuwjaar) |
| matsunouchi-松の内 | de eerste 7 dagen van het nieuwe jaar |
| matsuyoigusa-待宵草 | teunisbloem (Oenothera stricta) |
| matto-マット | mat; deurmat |
| maundo-マウンド | (honkbal) werpheuvel |
| maundo-マウンド | (op golfbaan) heuvel |
| mawarimochi-回り持ち | om de beurt; afwisselend; roterend |
| mayumi-檀 | (de struik) kardinaalshoed [kardinaalsmuts] (Euonymus sieboldianus) |
| mayune-眉根 | het uiteinde van de wenkbrauw dichtbij de neus |
| mayutsubamono-眉唾物 | een kletsverhaal; sterk [dubieus] verhaal |
| mazenta-マゼンタ | (rode kleurstof) magenta; fuchsine |
| me-芽 | spruit; kiem; knop; scheut |
| meatarashii-目新しい | nieuw; oorspronkelijk; origineel |
| meboshi-目星 | leucoma; leukoom (oogafwijking) |
| mehana-目鼻 | ogen en neus; gelaatstrekken |
| meidō-鳴動 | gerommel; rommelend geluid; gedreun |
| mein・ibento-メイン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
| meisei-明聖 | grote wijsheid [inzicht; deugdzaamheid] (m.n. van keizers en goden) |
| meishoku-明色 | een lichte kleur |
| meiyū-名優 | een beroemde [uitstekende] acteur |
| mekanikku-メカニック | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
| mekiki-目利き | beoordelaar; kenner; connaisseur |
| mekuru-捲る | afscheuren |
| memorī-メモリー | geheugen; herinnering |
| memowāru-メモワール | herinnering; geheugen |
| menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
| menzai-免罪 | (religieuze) vergeving van een zonde; vergiffenis; (pauselijke) aflaat |
| menzen-面前 | voor je (eigen) ogen; (vlak) voor je neus |
| mēn・ibento-メーン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
| mesaki-目先 | (direct) voor zijn [haar] ogen [neus] |
| messe-メッセ | beurs; vakbeurs; handelsbeurs |
| mete-馬手 | de rechterhand (waarmee men de teugels van een paard vasthield) |
| mezurashii-珍しい | zeldzaam; ongewoon; vreemd; curieus |
| mezurashii-珍しい | nieuw; vernieuwend; verrassend; mooi |
| michikusa-道草 | getreuzel; het nietsdoend rondhangen |
| midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
| mihatsu-未発 | iets dat nog niet gebeurd is |
| mihon'ichi-見本市 | beurs; vakbeurs; handelsbeurs |
| mijukumono-未熟者 | onervaren persoon; groentje; nieuwkomer; halfwas |
| mijukumono-未熟者 | nieuweling; beginner; beginneling |
| mikakushōgai-味覚障害 | smaakstoornis (dysgeusie) |
| mikazuki-三日月 | wassende maan (3de dag na nieuwe maan) |
| mike-三毛 | de 3 vachtkleuren van een lapjeskat (wit, zwart en bruin) |
| miken-眉間 | ruimte tussen de wenkbrauwen; glabella (midden van het voorhoofd vlak boven de neus) |
| mikeneko-三毛猫 | lapjeskat (met een 3 kleurenvacht) |
| mikoshi-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| mikudasu-見下す | neerkijken (op); afkeuren; minachten |
| mimiatarashii-耳新しい | nieuw; nog niet eerder gehoord |
| minamatabyō-水俣病 | Minamataziekte, een neurologisch syndroom (veroorzaakt door een zware kwikvergiftiging) |
| minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
| misasagi-陵 | graf [mausoleum] van een keizer of keizerin |
| misebiraki-店開き | het openen van een nieuwe winkel [zaak; bedrijf] |
| misukyasuto-ミスキャスト | het verkeerd casten van een acteur [actrice] voor een bepaalde rol |
| misuteriasu-ミステリアス | mysterieus; geheimzinnig |
| mitamaya-御霊屋 | mausoleum |
| mitate-見立て | keuze; selectie |
| mitome-認め | erkenning; aanvaarding; acceptatie; goedkeuring |
| miyabi-雅 | elegant [verfijnd; gracieus] zijn |
| mizen-未然 | iets dat nog niet gebeurd is |
| mizore-霙 | natte sneeuw |
| mizubari-水張り | natte stof [papier] uitspreiden zodat het zonder kreukels opdroogt |
| mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
| mizumizushii-瑞瑞しい | fris; jong; jeugdig; vitaal; energiek |
| mizuppana-水っ洟 | loopneus; gesnotter |
| mō-妄 | (in kanji combinaties) roekeloos; wild; gedachteloos; excessief; vals; leugen; onzin |
| mobbu-モッブ | menigte; meute; gepeupel |
| mochi-糯 | glutineuze rijst of graan waarvan men rijst cakes maakt |
| mochiagaru-持ち上がる | gebeuren; voorkomen |
| moderuiyā-モデルイヤー | modeljaar (jaar waarin een nieuw model auto (e.d.) op de markt komt) |
| modoki-擬き | (als achtervoegsel bij een zelfst. naamwoord) -achtig; pseudo-; imitatie-; nep- |
| moegiiro-萌黄色 | geelgroene kleur |
| moetatsu-燃え立つ | het doen oplaaien van een brand; hevig branden; fel kleuren |
| mōgen-妄言 | leugen; onwaarheid |
| mōichido-もう一度 | opnieuw; weer; nog een keer |
| mokkotsuhō-没骨法 | (Chinese) schildertechniek zonder omtreklijnen [contouren] (of door inkleuring de omtreklijn laten verdwijnen) |
| mokkyo-黙許 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; medewerking] |
| mokudaku-黙諾 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; instemming] |
| mokunin-黙認 | (stil)zwijgende toestemming [goedkeuring] |
| mokuninsuru-黙認する | (stil)zwijgend toestemmen [goedkeuren] |
| momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
| momoiro-桃色 | roze [perzik] kleur |
| momu-揉む | (handel) een klein bod (hoog of laag) doen op de beurs (vaak in herhaling) |
| mon-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
| mongaikan-門外漢 | leek; amateur |
| monkī-モンキー | verstelbare moersleutel |
| monkī・renchi-モンキー・レンチ | verstelbare moersleutel |
| monkī・supana-モンキー・スパナ | verstelbare moersleutel |
| monko-門戸 | deur; deuropening; poort |
| monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
| monokuro-モノクロ | monochroom; eenkleurig |
| monokurōmu-モノクローム | monochroom; eenkleurig |
| monomidakai-物見高い | erg nieuwsgierig [benieuwd] |
| monomonoshii-物物しい | opvallend; opzichtig; de aandacht trekkend; pretentieus |
| monooboe-物覚え | geheugen; herinnering |
| monotōn-モノトーン | weinig kleuren [tinten] |
| monowakare-物別れ | onenigheid; breuk (in onderhandelingen) |
| monowasure-物忘れ | vergeetachtigheid; geheugenverlies |
| monpi-門扉 | de deur(en) van de poort |
| monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
| moraru・sapōto-モラル・サポート | morele steun [bijstand] |
| morijio-盛り塩 | een hoopje zout bij de voordeur (van restaurants, etc.) als gelukaanbrenger |
| moritateru-守り立てる | ondersteunen; helpen om iets te bereiken |
| moritateru-守り立てる | doen herleven; laten opbloeien; nieuw leven inblazen |
| mossō-物相 | keukengerei [kom] om het eten in gelijke porties te verdelen |
| mosukītokyū-モスキート級 | muggen-gewicht (de lichtste klasse in boksen, alleen voor amateur junioren, minder dan 45 kg) |
| motamota-もたもた | traag en onhandig; treuzelend |
| mottō-モットー | motto; wapenspreuk; devies |
| mottomorashii-尤もらしい | geloofwaardig; serieus |
| mūdo-ムード | stemming; humeur; sfeer |
| mugiwaratonbo-麦藁蜻蛉 | (vrouwelijke) witpuntoeverlibel (libelle-soort, Orthetrum albistylum, met een strokleurige buik) |
| mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
| mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
| muji-無地 | effen (van) kleur |
| mukudori-椋鳥 | spreeuw |
| mukyū-無窮 | oneindigheid; onsterfelijkheid; eeuwigheid |
| murashibai-村芝居 | amateurtheater; amateurtoneel |
| musakui-無作為 | het niet handelen; het laten gebeuren |
| musakuichūshutsuhō-無作為抽出法 | (statistiek) aselecte steekproef methode; methode van willekeurige selectie |
| musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
| mushakusha-むしゃくしゃ | geërgerd; geïrriteerd; humeurig; slecht-gehumeurd |
| mushakushasuru-むしゃくしゃする | geërgerd [geïrriteerd; humeurig; slecht-gehumeurd] zijn |
| mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
| mushiro-寧ろ | liever; beter; bij voorkeur; eerder |
| mushiru-毟る | plukken; (af)trekken; scheuren |
| mushūkyō-無宗教 | irreligieus [niet-religieus] zijn |
| musshū-ムッシュー | (Frans: monsieur) meneer; de heer |
| muzumuzu-むずむず | jeukend [kriebelend] gevoel |
| muzumuzusuru-むずむずする | jeuken; kriebelen |
| myōan-妙案 | een uitstekend [ingenieus] idee [plan] |
| myūjiamu-ミュージアム | museum |
| nābasu-ナーバス | zenuwachtig; nerveus |
| nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
| nadare-雪崩 | (sneeuw)lawine |
| nagano-長の | lang; langduring; eeuwig |
| nage-無げ | achteloos; willekeurig; zomaar |
| nagekakeru-投げかける | leunen tegen [op] |
| nagekawashii-嘆かわしい | betreurenswaardig; triest; beklagenswaardig; ellendig |
| nageku-嘆く | treuren; verdriet hebben; weeklagen; rouwen; wenen |
| nageku-嘆く | betreuren |
| nagorinoyuki-名残の雪 | aanhoudende sneeuwval in het begin van de lente |
| nagorinoyuki-名残の雪 | sneeuw die zelfs in de lente blijft liggen |
| nagura-名倉 | (hist.) familie van osteopaten (m.n. voor de behandeling van botbreuken) |
| nagusameru-慰める | troosten; opbeuren |
| nai-無い | niet gebeuren; niet doen |
| naidaku-内諾 | interne [informele] goedkeuring [instemming] |
| naigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
| naijo-内助 | hulp of ondersteuning van binnenuit (via een eigen organisatie of bedrijf; vaak ook van de echtgenote die thuis meewerkt) |
| naiō-内応 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
| naisho-内緒 | een privé plek (niet openbaar, maar thuis); de keuken |
| naisu-ナイス | leuk; mooi (Eng.: nice) |
| naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
| naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
| naitsū-内通 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
| naitsūsha-内通者 | samenzweerder; collaborateur; verrader |
| nakamutsumajii-仲睦まじい | intiem; hartelijk; harmonieus |
| nakanaka-中中 | liever; eerder; veeleer; bij voorkeur |
| nakanaka-中中 | halverwege; in het midden; neutraal |
| nakiri-菜切り | (breed) groentemes; keukenmes |
| nakiribōchō-菜切り包丁 | (breed) groentemes; keukenmes |
| naku-泣く | huilen [wenen] (van vreugde of verdriet) |
| naku-泣く | zich beklagen; klagen; (be)treuren; rouwen |
| namaakubi-生欠伸 | een lichte (opkomende maar onderdrukte) geeuw |
| namagusai-生臭い | de geur [stank] van rauwe vis of vlees [bloed] |
| namakabe-生壁 | een (grijs)bruine kleur |
| namakabeiro-生壁色 | (grijs)bruine kleur (van een ongeverfde muur) |
| namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
| namiutsu-波打つ | (van golven) op de kust beuken [slaan] |
| nanafushigi-七不思議 | zeven wonderen (binnen een bepaalde regio, in Japan m.n. religieus relevante natuurverschijnselen) |
| nanafushigi-七不思議 | groot mysterie; mysterieuze verschijnselen |
| nanairo-七色 | de zeven kleuren van het spectrum [van de regenboog] |
| nanakusagayu-七草粥 | rijstepap, traditioneel gekookt met 7 kruiden (op de zevende dag van het nieuwe jaar) |
| nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
| nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
| nanban-南蛮 | Zuidelijke Barbaren (in de 16de en 17de eeuw een Japanse benaming voor de Europeanen (m.n. de Portugezen en Spanjaarden) die toen naar Japan kwamen) |
| nanban-南蛮 | (afk. voor) Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten] |
| nanbanni-南蛮煮 | Japanse gerechten met Europese of Chinese invloeden [ingrediënten]; een schotel [gerecht] van gekookte groente met vis, vlees of gevogelte |
| nanbaringu-ナンバリング | numeroteur (machine die nummers stempelt) |
| nanbaringu・mashīn-ナンバリング・マシーン | numeroteur (machine die nummers stempelt) |
| nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
| naniganandemo-何が何でも | tegen elke prijs; hoe dan ook; wat er ook gebeurt; op alle mogelijke manieren |
| nanpa-難破 | schipbreuk |
| nanpasuru-難破する | schipbreuk lijden |
| nansen-難船 | schipbreuk |
| nan'ō-南欧 | Zuid-Europa |
| naosu-直す | herhalen; iets opnieuw doen |
| narihibikaseru-鳴り響かせる | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
| nariyuki-成り行き | verloop van omstandigheden [gebeurtenissen]; ontwikkeling |
| narōdoniki-ナロードニキ | Russische revolutionaire beweging (uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw) |
| naru-為る | gaan gebeuren [komen]; zo (gaan) worden |
| nasakenai-情けない | schandelijk; jammerlijk; betreurenswaardig |
| nasukon-茄子紺 | aubergine (paarsblauwe kleur) |
| nāsu・purakutishonā-ナース・プラクティショナー | praktijkondersteuner |
| natsunari-夏成り | een landbouw-belasting over de opbrengsten van de zomer-oogst (stamt uit de Middeleeuwen) |
| natsutōdai-夏灯台 | een 2-jarige plant van het plantengeslacht Euphorbia |
| natsutsubaki-夏椿 | een zomercamellia [Stewartia pseudocamellia], een in de zomer bloeiende, bladverliezende boom (die vaak ten onrechte shara no ki [シャラノキ] wordt genoemd |
| nēbī・rukku-ネービー・ルック | (Eng.: navy look) kleding met kenmerken van een marine uniform (vooral in de kleur marineblauw) |
| nechinechi-ねちねち | (onomatopee) drammerig; zeurend |
| neisu-寝椅子 | sofa; bank; fauteuil |
| nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
| nenga-年画 | Chinese nieuwjaarsschilderijen (schilderijen die op nieuwjaarsdag in China op poorten en muren worden gehangen) |
| nenga-年賀 | nieuwjaarsviering; nieuwjaarswens; nieuwjaarsbezoek |
| nengajō-年賀状 | nieuwjaarskaart |
| nenjū-年中 | altijd; eeuwig(durend) |
| nenshi-年始 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
| nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
| nenshiki-年式 | modeljaar (jaar waarin een nieuw model auto (e.d.) op de markt komt) |
| nensho-年初 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
| nenshō-年少 | jeugdigheid; jong zijn |
| nerikō-練り香 | een ronde plak wierook (gemaakt van een mengsel van verschillende geurpoeders) |
| neshōgatsu-寝正月 | de nieuwjaarsvakantie [de vrije dagen rond nieuwjaar] in bed doorbrengen |
| neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
| nezumi-鼠 | schelm; ondeugd |
| ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
| ni-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
| nibiiro-鈍色 | donkergrijs (kleur) |
| nibui-鈍い | dof; vaag; kleurloos; onduidelijk; vaag |
| nibuiro-鈍色 | donkergrijs (kleur) |
| nichijōsahan-日常茶飯 | dagelijkse gebeurtenissen [beslommeringen] |
| nichijōsahanji-日常茶飯事 | schering en inslag; de gewone [alledaagse] zaken (afgeleid van het dagelijks eten); een alledaagse gebeurtenis |
| nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
| nigaoe-似顔絵 | (ukiyo-e) portrettekening van acteurs en beroemde schoonheden |
| nigate-苦手 | mysterieuze [genezende] krachten in de handen hebben |
| nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
| nihonjidōshayunyūkumiai-日本自動車輸入組合 | JAIA, Japanse Automobiel Importeurs Associatie |
| nihonryōri-日本料理 | Japans eten; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
| niiniizemi-にいにい蝉 | Kaempfer cicade (Platypleura kaempferi) |
| niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
| nijiiro-虹色 | regenboogkleuren |
| nijimu-滲む | verwateren (van kleur e.d.); verlopen; wazig zijn |
| nijimu-滲む | vlekken; besmeuren |
| nijishoku-二次色 | secundaire kleur(en); mengkleur(en) |
| nikuiro-肉色 | huidkleur; vleeskleur |
| nimaime-二枚目 | (acteur in) de rol van knappe man [minnaar] |
| ninaite-担い手 | hoofdverantwoordelijke; (fig.) steunpilaar |
| ningoku-任国 | het land waar je wordt benoemd als ambassadeur, gezant of consul |
| ninjōbon-人情本 | (Japans literaar genre uit het begin van de 19de eeuw)) sociale roman die het liefdes- en familieleven van de burgers van Edo beschrijft |
| ninka-認可 | goedkeuring; toestemming; autorisatie; vergunning |
| ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
| ninpi-認否 | erkenning en [of] ontkenning; goedkeuring en [of] afkeuring |
| ninushi-荷主 | verzender; vrachtvervoerder; expediteur |
| nin'yō-認容 | erkenning; toelating; goedkeuring; aanvaarding; acceptatie |
| nioi-匂い | geur; stank; aroma |
| nioibukuro-匂い袋 | reukzakje; sachet |
| nioibukuro-匂い袋 | geurklier (bij dieren) |
| niokurinin-荷送人 | verzender; expediteur |
| niryū-二流 | inferieur |
| niseakashia-贋アカシア | Robinia pseudoacacia (boomsoort) |
| nishatakuitsu-二者択一 | keuze uit twee opties |
| nishikie-錦絵 | een kleurenafdruk; een veelkleurige afdruk van een houtsnede |
| nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
| nitchi-ニッチ | (ecologie) niche; leefmilieu |
| nīto-ニート | netjes; keurig; precies |
| nōbaidoku-脳梅毒 | neurosyfilis |
| noberuti-ノベルティ | nieuwigheid; noviteit; nieuw product |
| nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
| nōfu-納付 | betaling (van belastingen, bekeuringen, e.d. aan overheidsinstellingen) |
| nogeshi-野芥子 | melkdistel (Sonchus oleraceus) |
| noirōze-ノイローゼ | neurose |
| nokkā-ノッカー | deurklopper |
| nokku-ノック | (honkbal) slagbeurt |
| nōkō-濃厚 | sterk zijn (van geur; aroma; smaak); diep zijn (van kleur); dik zijn (van vloeistof) |
| nokoribi-残り火 | sintels; smeulende resten van een vuur |
| nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
| nōkyō-膿胸 | pleuraal empyeem; pleura-empyeem; pyothorax |
| nomeru-のめる | voorover vallen [buigen; leunen; struikelen] |
| noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
| nōri-脳裏 | hersenen; brein; geheugen; gedachten |
| noridasu-乗り出す | naar voren leunen |
| noru-乗る | in harmonie zijn met; harmonieus zijn |
| norudikku-ノルディック | Noord-Europees; Scandinavisch |
| noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
| nōtan-濃淡 | sterk en zwak (van kleur, aroma, geur, e.d.); gradatie; nuance |
| nozoku-覗く | gluren; (nieuwsgierig) rondneuzen |
| nuhi-奴婢 | paria [outcast] in de juridische hiëarchie van de Heian periode (eind 7e tot 10e eeuw) |
| nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
| nukeru-抜ける | verbleken; verkleuren; vervagen |
| nukinishiki-緯錦 | nukinishiki (Japans brokaat waarin met de inslag de kleuren en patronen gemaakt worden) |
| nurebairo-濡れ羽色 | gitzwarte [pikzwarte] kleur |
| nureiro-濡れ色 | waterige kleur |
| nurie-塗り絵 | kleurplaat; tekening om in te kleuren |
| nurimihon-塗り見本 | verfstalen; verfkleurenkaart |
| nurinaosu-塗り直す | opnieuw (be)schilderen; overschilderen |
| nyōso-尿素 | ureum |
| nyū-ニュー | nieuw |
| nyūbu-入部 | (hist.) aankomst [betreding] van het aanstellingsgebied voor de eerste keer door een landvoogd [gouverneur e.d.] |
| nyūhakushoku-乳白色 | melkwit (kleur) |
| nyūjīrando-ニュージーランド | Nieuw-Zeeland |
| nyūkan-入館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
| nyūkanryō-入館料 | entreeprijs; toegangsprijs (voor museum, bioscoop, e.d.) |
| nyūkō-入稿 | het indienen van een manuscript bij de uitgever door de auteur |
| nyūraru・nettowāku-ニューラル・ネットワーク | (kunstmatig) neuraal netwerk (computersysteem) |
| nyūron-ニューロン | neuron |
| nyūsu-ニュース | nieuws |
| nyūsu・anarisuto-ニュース・アナリスト | nieuwsanalist; nieuwscommentator |
| nyūsu・baryū-ニュース・バリュー | nieuwswaarde |
| nyūsu・kyasutā-ニュース・キャスター | nieuwslezer |
| nyūsu・sōsu-ニュース・ソース | nieuwsbron; informatiebron |
| nyūtora-ニュートラ | nieuw traditioneel (modestijl jaren 70/80) |
| nyūtoraru-ニュートラル | neutraal; onpartijdig |
| nyūtorino-ニュートリノ | neutrino |
| nyūtoron-ニュートロン | neutron) |
| nyū・fēsu-ニュー・フェース | nieuw gezicht (film, tv, e.d.); nieuwe ster |
| nyū・media-ニュー・メディア | nieuwe media (nieuwe communicatietechnologie) |
| nyū・myūjikku-ニュー・ミュージック | nieuwe muziek, benaming voor Japanse popmuziek |
| nyū・raito-ニュー・ライト | (politiek) Nieuw Rechts; neoconservatisme |
| nyū・refuto-ニュー・レフト | (politiek) Nieuw Links |
| nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| nyū・taun-ニュー・タウン | nieuwe woonwijk rondom een grote stad |
| nyū・wēbu-ニュー・ウェーブ | nieuwe golf; innovatieve trend |
| ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
| oapekku-オアペック | Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (Engels OAPEC: Organization of Arabian Petroleum Exporting Countries) |
| ōbāhōru-オーバーホール | revisie; (grondige) controlebeurt [inspectie] |
| ōbei-欧米 | Europa en Amerika |
| obizan-帯桟 | horizontale balken in een constructie (zoals bij een schuifdeur) |
| oboezu-覚えず | onbewust; onwillekeurig; spontaan; instinctief; zonder (erbij) na te denken |
| obujekushon-オブジェクション | bezwaar; tegenwerping; afkeuring |
| ochibairo-落葉色 | de bruine kleur van dode bladeren |
| ōdekoron-オーデコロン | eau de cologne; Keuls water; reukwater |
| ōdoburu-オードブル | hors-d'oeuvre; voorgerecht; voorafje |
| ōdoiro-黄土色 | de kleur oker (geelbruin) |
| ōen-応援 | hulp; steun; versterking; aanmoediging |
| ōensuru-応援する | helpen; steunen; aanmoedigen |
| ōfū-欧風 | Europese stijl |
| ōgonjidai-黄金時代 | de Gouden Eeuw |
| ogoru-奢る | in luxe leven; een luxueus leven leiden |
| ogoru-奢る | verwend [kieskeurig] zijn |
| ohatsu-お初 | iets nieuws; de eerste van het jaar of seizoen; gloednieuw (b.v. van kleding) |
| oibane-追い羽根 | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
| oitachi-生い立ち | jonge jaren; kinderjaren; jeugd |
| oitanajī-オイタナジー | euthanasie |
| ōji-往事 | eerdere [vroegere] gebeurtenissen [voorvallen] |
| ojisan-オジサン | een straalvinnige vissoort, Parupeneus multifasciatus |
| ōkā-オーカー | de kleur oker (geelbruin) |
| oka-丘 | heuvel; helling; terp; heuvelrug |
| ōka-欧化 | europeanisatie; europeanisering |
| okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
| okashii-可笑しい | grappig; leuk; dwaas; belachelijk |
| okashiratsuki-尾頭付き | een hele vis (compleet met kop en staart, geserveerd tijdens religieuze ceremonies) |
| okasu-侵す | schenden; inbreuk maken; overschrijden |
| okazari-御飾り | Nieuwjaarsversieringen; Nieuwjaar |
| okiru-起きる | gebeuren; plaatsvinden; zich voordoen |
| okkake-追っかけ | (snelle) opeenvolging (van gebeurtenissen); achtervolging |
| okkanabikkuri-おっかなびっくり | angstig; nerveus; zenuwachtig; schuchter; schuw; timide |
| okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
| okoru-興る | opnieuw beginnen; weer (op)starten |
| okoru-起こる | plaatsvinden; gebeuren; zich voordoen |
| okoshi-御腰 | (respectvolle term voor) taille; heup |
| okowa-お強 | gestoomde rijst met rode bonen, kastanjes, bamboescheuten, e.d. (traditioneel gegeten bij feestdagen, familiebijeenkomsten, e.d.) |
| okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
| okumuki-奥向き | binnenin het huis (m.n. woonkamer en keuken) |
| okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
| omatsurisawagi-御祭り騒ぎ | feestvreugde; onstuimige vrolijkheid; knalfeest |
| omedetai-おめでたい | vreugdevol; verheugend; heugelijk; gelukkig |
| omeku-喚く | schreeuwen; krijsen; gillen; roepen |
| omoiomoi-思い思い | naar believen; zoals iemand zelf wil; naar eigen keuze |
| omoomoshii-重重しい | zeer plechtig; (plecht)statig; gedragen (b.v. ceremonie, stem, treurige muziek) |
| omoshiroi-面白い | leuk; interessant; aardig |
| omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
| omowazu-思わず | onbewust; onbedoeld; onwillekeurig; spontaan |
| on-オン | gaande; aan de gang; aan de beurt |
| onbin-音便 | eufonie; eufonische verandering; klankverandering |
| onbukigō-音部記号 | muzieksleutel |
| onchō-音調 | toon; klankkleur |
| onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
| onnagata-女形 | acteur die een vrouwenrol speelt in Kabuki |
| onshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
| onshoku-音色 | klankkleur; timbre |
| ooare-大荒れ | een onverwachte resultaten [gebeurtenissen] |
| oomajime-大真面目 | het doodernstig [bloedserieus] zijn |
| oometsuke-大目付 | inspecteur-generaal van de overheid in de Edo-periode |
| oomonogui-大物食い | reuzendoder; iemand die de grote kampioen(en) verslaat |
| oomugi-大麦 | gerst (hordeum vulgare) |
| ōotoko-大男 | grote [lange] man; reus |
| ooyorokobi-大喜び | grote vreugde [blijdschap]; opgetogenheid |
| ooyuki-大雪 | zware sneeuwval |
| ope-オペ | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
| opekku-オペック | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organisation of Petroleum Exporting Countries, OPEC) |
| opera・seria-オペラ・セリア | opera seria (serieuze opera) |
| operēshon-オペレーション | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
| operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
| ōpun・doa-オープン・ドア | open deur; openstaande [geopende] deur |
| ōpun・doa-オープン・ドア | opendeur-; vrijhandel |
| ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
| opushon-オプション | optie; recht van keuze |
| opushon-オプション | keus; keuze; alternatief; mogelijkheid |
| ōramin-オーラミン | auramine (kleurstof) |
| oran'ūtan-オランウータン | orang-oetan; orang-oetang (Pongo pygmaeus) |
| orenji-オレンジ | (de kleur) oranje |
| oresama-俺様 | (nogal pompeuze, arrogante duiding van zichzelf) ik |
| orību-オリーブ | olijfboom (Olea europaea); olijf |
| orībuiro-オリーブ色 | olijfkleur; olijfgroen |
| orido-折り戸 | vouwdeur; harmonicadeur |
| origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
| origami-折り紙 | waarmerk; keurmerk; certificaat van echtheid |
| oroshi-下ろし | het gebruiken van nieuwe voorwerpen [gereedschappen; kleding] |
| oroshitate-下ろしたて | het voor het eerst gebruiken [dragen] van een nieuw artikel |
| ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
| ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
| ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
| orutānatibu-オルターナティブ | alternatief; optie; keuze(mogelijkheid); uitweg |
| osagari-お下がり | term gebruikt voor de regen of sneeuw die valt tijdens de eerste drie dagen van het nieuwe jaar |
| osan-御三 | keukenmeid; keukenmeisje |
| osananajimi-幼馴染み | jeugdvriend; jeugdvriendin |
| osandon-お爨どん | keukenmeid; keukenhulp; werk in de keuken |
| osechi-御節 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
| osechiryōri-お節料理 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
| oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
| oshare-お洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| oshii-惜しい | spijtig; betreurenswaardig; teleurstellend |
| oshikatsu-推し活 | ondersteuning (als fan van een artiest, e.d.) |
| ōshoku-黄色 | geel; gele kleur |
| ōshokubudōkyūkin-黄色ブドウ球菌 | Stafylococcus aureus |
| ōshū-欧州 | Europa |
| ōshūgikai-欧州議会 | Europees Parlement |
| ōshūgikaigichō-欧州議会議長 | Voorzitter van het Europees Parlement |
| ōshūiinkai-欧州委員会 | Europese Commissie |
| ōshūiinkaiiinchō-欧州委員会委員長 | Voorzitter van de Europese Commissie |
| ōshūkeizaikyōdōtai-欧州経済共同体 | Europese Economische Gemeenschap |
| ōshūkyōdōtai-欧州共同体 | Europese Gemeenschap |
| ōshūrengō-欧州連合 | Europese Unie |
| ōshūrijikai-欧州理事会 | Europese Raad |
| ōshūtokkyochō-欧州特許庁 | het Europese Octrooibureau (EPO) |
| ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
| oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
| osumashi-お澄まし | preutsheid; een preuts persoon |
| otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
| otamaya-御霊屋 | mausoleum |
| otoshi-落とし | een stuk hout dat in een gat in de drempel wordt gezet om te voorkomen dat de deur opengaat |
| otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
| otozure-訪れ | bericht; nieuws |
| oyakabu-親株 | (beurshandel) oude [eerder uitgegeven] aandelen |
| oyama-女形 | acteur die een vrouwenrol speelt (Kabuki) |
| ō・bī-オー・ビー | alumnus; afgestudeerde; reünist; senioren lid |
| ō・de・koron-オー・デ・コロン | eau de cologne; Keuls water (reukwater) |
| ō・do・toware-オー・ド・トワレ | eau de toilette (reukwater) |
| pairotto・shoppu-パイロット・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
| panjī-パンジー | driekleurig viooltje (Viola tricolor) |
| panteon-パンテオン | Panthéon, gebouw in Parijs (met mausoleum) |
| papiyon-パピヨン | (hondenras) dwergspaniël, épagneul |
| papuanyuuginia-パプアニューギニア | Papoea-Nieuw-Guinea |
| paripari-ぱりぱり | (onomatopee) knapperig; krokant; knisperend; ritselend; scheurend; fonkelnieuw [strak gesteven] (van kleding); levendig; energiek |
| paritto-ぱりっと | (onomatopee) stijlvol; zwierig; netjes gekleed; knapperig; krokant; krakend; gesteven; fonkelnieuw; scheurend |
| parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
| pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
| pasu-パス | passen; je beurt voorbij laten gaan (bij kaartspel, b.v.) |
| pasuteru・karā-パステル・カラー | pastelkleur |
| patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
| pa・do・dū-パ・ド・ドゥー | pas de deux (dans voor twee, ballet) |
| pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pekopeko-ぺこぺこ | (onomatopee) (in)gedeukt |
| pen・nēmu-ペン・ネーム | pseudoniem; schrijversnaam |
| petinaifu-ペティナイフ | (keukenmesje; fruitmesje |
| pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
| pīchi-ピーチ | perzik (kleur) |
| pigumī-ピグミー | pygmee (persoon behorend tot de dwergvolken in Afrika en Nieuw-Guinea) |
| pikku-ピック | keus; selectie |
| pinku-ピンク | (de kleur) roze |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) scheurend (geluid) |
| piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
| poinsechia-ポインセチア | kerstster; poinsettia (plant, Euphorbia pulcherrima) |
| poisute-ポイ捨て | het weggooien van (klein) afval op de openbare weg (b.v. van sigarettenpeuken, e.d.) |
| popuri-ポプリ | potpourri (geurig mengsel van gedroogde bloemen) |
| pōtoforio-ポートフォリオ | portefeuille; portfolio |
| potosu-ポトス | drakenklimop (Epipremnum aureum) |
| punto-ぷんと | sterke geur; stinkend |
| puraimarī・karā-プライマリー・カラー | primaire kleur |
| purazuma-プラズマ | (natuurkunde) plasma (elektrisch neutrale gasmassa) |
| purimura-プリムラ | primula (sleutelbloem) |
| puroguramā-プログラマー | programmeur (computer) |
| purometeusu-プロメテウス | Prometheus (figuur uit de Griekse mythologie) |
| puronputā-プロンプター | souffleur (theater) |
| raichō-雷鳥 | lagopus; sneeuwhoen (fazantachtige vogel) |
| raien-来援 | assistentie; ondersteuning |
| raikan-来館 | museumbezoek; bibliotheekbezoek; bioscoopbezoek |
| raion-ライオン | leeuw |
| rairā-ライアー | leugenaar |
| raiseiki-来世紀 | de volgende [komende] eeuw |
| rajiētā-ラジエーター | radiateur (koelsysteem van een verbrandingsmotor) |
| rakugaki-落書き | graffiti; gekrabbel (op muren, deuren, omheiningen, schuttingen, e.d.) |
| rakutan-落胆 | ontmoediging; neerslachtigheid; teleurstelling |
| ramu-ラム | RAM (computergeheugen) |
| ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
| randamu-ランダム | willekeurig; lukraak |
| randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
| randamu・sanpuringu-ランダム・サンプリング | aselecte steekproef; willekeurige selectie |
| randoku-濫読 | het lezen van willekeurig gekozen [lectuur] boeken |
| rankan-欄干 | reling; leuning; balustrade |
| ranma-欄間 | een traliewerk of opengewerkt paneel (voor licht of ventilatie, boven schuifdeuren) |
| ranpeki-藍碧 | indigo-groen; diepblauw-groene kleur |
| ranshoku-藍色 | (de kleur) indigo (blauw) |
| rasseru-ラッセル | Russell sneeuwruimer (machine) |
| reiki-霊気 | spirituele [heilige; mysterieuze] sfeer |
| reikin-礼金 | sleutelgeld; vergoeding betaald voor huurrechten |
| reitoku-令徳 | zuiverste deugdzaamheid [deugd] |
| rejion・donūru-レジオン・ドヌール | (Frans: Légion d’honneur) Legioen van Eer (ridderorde) |
| rekishikan-歴史館 | historisch museum |
| renko-連呼 | herhaaldelijk geroep [geschreeuw] |
| renrakusen-連絡船 | (binnen of buiten de landsgrenzen) veerboot; beurtschip |
| rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| rensaimanga-連載漫画 | dagelijks in kranten [tijdschriften] verschijnend feuilleton [stripverhaal; manga] |
| rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
| renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| reopon-レオポン | leopon (kruising tussen een leeuwin en een mannelijke luipaard) |
| reppaku-裂帛 | (het geluid van) scheuren of knippen van een stuk stof |
| reppaku-裂帛 | een luide [schrille] kreet [schreeuw] |
| reppu-烈婦 | kuise [deugdzame; sterke; dappere] vrouw; heldin |
| reshipi-レシピ | (kook)recept; keukenrecept |
| retsu-劣 | (in kanji-combinaties) inferieur; lager; sub- |
| retsu-裂 | spleet; kloof; scheur; splijting; deling; scheuring |
| retsuaku-劣悪 | (van) slechte [inferieure] kwaliteit |
| reyunion-レユニオン | Réunion (eiland) |
| ribaibaru-リバイバル | (van ideeën; kunst; mode, etc.) heropleving; vernieuwing; wederopbloei |
| ribingu・kitchin-リビング・キッチン | woonkeuken |
| ribusutēki-リブステーキ | rib steak; côte de boeuf |
| rigakuryōhōshi-理学療法士 | fysiotherapeut |
| rigui-利食い | winstneming (op de beurs) |
| riji-理事 | directeur; bestuurder; bewindvoerder; beheerder |
| rijunritsunokeikōtekiteikanohōsoku-利潤率の傾向的低下の法則 | de wet van de tendentieuze daling van de winstvoet |
| rikurūto-リクルート | rekruut (soldaat); nieuwkomer |
| rikyūru-リキュール | likeur |
| rikyūru・gurasu-リキュール・グラス | likeurglas |
| rimujin-リムジン | limousine (luxe auto met chauffeur) |
| rindenbaumu-リンデンバウム | linde; lindeboom (Tilia × europaea) |
| rindoku-輪読 | het om beurten lezen (verschillende mensen lezen om de beurt hetzelfde boek) |
| ringisho-稟議書 | een voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betrokken bestuurders |
| rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
| rinpun-鱗粉 | minuscuul kleine schubben op de vleugels van vlinders en motten |
| rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
| rinshō-輪唱 | (muziek) canon; kettingzang; beurtgezang |
| rinyūaru-リニューアル | vernieuwing |
| ripōtā-リポーター | rapporteur |
| rippa-立派 | pracht; grandeur; elegantie |
| ritchi-立地 | locatie(keuze); plek; ligging |
| ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
| riumachi-リウマチ | reuma |
| rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
| roaku-露悪 | opscheppen over eigen ondeugden; zelfspot |
| roakushumi-露悪趣味 | het leuk vinden om op te scheppen over hoe slecht je bent |
| rōanbā-ローアンバー | ruwe ongebrande omber (kleurstof) |
| roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
| rōboku-老木 | een oude [eeuwenoude] boom |
| robu-ロブ | kapsel met halflang haar (nieuw woord dat onstaan is uit het woord voor lang haar ロング en kort haar ボブ) |
| rōdo・mappu-ロード・マップ | roadmap van een (technisch) product (waarin staat wat de vernieuwingen zijn en wanneer ze kunnen worden verwacht) |
| rogui-櫓杭 | draaipunt [steunpunt] voor roeiriemen in een Japanse boot |
| rōhō-朗報 | goed [heuglijk] nieuws; goede berichten |
| rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
| rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
| rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
| rōrerai-ローレライ | Lorelei, een legendarische nimf die zeelui verleidde met haar mooie zangstem en ze schipbreuk liet lijden |
| rōtēshon-ローテーション | afwisseling; aflossing; toerbeurt |
| rōzu-ローズ | roze (kleur) |
| ruri-瑠璃 | lapis lazuli (kleur); azuur(blauw) |
| rūzu-ルーズ | los; slap; slordig; ongebonden; onnauwkeurig |
| ryō-陵 | graf [mausoleum] van een keizer of keizerin |
| ryōbo-陵墓 | keizerlijk graf [mausoleum] |
| ryōhōshi-療法士 | therapeut |
| ryōki-猟奇 | op zoek naar het vreemde [curieuze; bizarre; onwerkelijke] |
| ryōkishin-猟奇心 | curiositeit; nieuwsgierigheid |
| ryōkiteki-猟奇的 | bizar; avontuurlijk; curieus |
| ryōrikyōshitsu-料理教室 | kookles; kookschool (voor amateurs) |
| ryōshitsu-良質 | goede [superieure] kwaliteit |
| ryūshitsu-流失 | weggespoeld [meegesleurd] worden |
| ryūtōdabi-竜頭蛇尾 | een veelbelovend begin dat uitloopt op een teleurstellend einde; een anticlimax |
| sabaran-サバラン | savarin (kransvormig taartje met likeur) |
| sābisu・saizu-サービス・サイズ | het formaat van een foto [kleurendruk)] (die goedkoop kan worden aangeboden door in grote hoeveelheden machinaal af te drukken) |
| safaia-サファイア | saffier (blauwe kleur); hemelsblauw |
| sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
| sagyōryōhōshi-作業療法士 | ergotherapeut |
| saha-左派 | (politiek) links zijn; linkervleugel |
| sahanji-茶飯事 | gewone [alledaagse; onbelangrijke; onbeduidende] dingen [zaken; gebeurtenis] |
| sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
| sai-犀 | neushoorn |
| saidaiyaru-再ダイヤル | opnieuw bellen; nummerherhaling |
| saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
| saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
| saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
| saika-裁可 | (onder de Meiji grondwet) officiële goedkeuring van de keizer voor wetsvoorstellen en begrotingen |
| saikai-再会 | reünie; hereniging; bijeenkomst (van alumni e.d.) na een lange tussentijd |
| saiken-細見 | nauwkeurige inspectie |
| saikensha-債権者 | schuldeiser; crediteur |
| saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
| saikentōsuru-再検討する | herzien; heroverwegen; opnieuw onderzoeken |
| saikōkeieisekininsha-最高経営責任者 | leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
| saikonsuru-再婚する | hertrouwen; opnieuw trouwen |
| saikyo-再挙 | tweede [nieuwe] poging |
| saiminjutsushi-催眠術師 | hypnotiseur |
| saimusha-債務者 | schuldenaar; debiteur |
| sainen-再燃 | het opnieuw vlamvatten [oplaaien] (van ruzie, brand, liefde, e.d.) |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| sairei-祭礼 | religieus feest [festival] |
| sairoku-再録 | herdruk; opnieuw drukken [publiceren] |
| sairoku-再録 | heropname; opnieuw opnemen |
| saisei-再製 | herproductie; recycling (een product uit elkaar halen en de grondstoffen hergebruiken voor een nieuw product) |
| saiseikanōenergī-再生可能エネルギー | hernieuwbare energie |
| saisensuru-再選する | herkiezen; opnieuw kiezen |
| saisentan-最先端 | het allernieuwste; toonaangevende; avant-garde |
| saishi-祭祀 | (religieuze) dienst [ceremonie]; festival |
| saishiki-彩色 | het kleuren; polychroom [veelkleurig] zijn |
| saishin-最新 | heel nieuw [nieuwste; laatste] zijn |
| saishin-細心 | nauwkeurigheid; precisie |
| saishokusuru-彩色する | schilderen; (in)kleuren |
| saitan-歳旦 | Nieuwjaarsochtend |
| saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
| saitanbiraki-歳旦開き | een Nieuwjaars bijeenkomst waarbij renga en haiku gedichten worden gemaakt en voorgedragen |
| saitansai-歳旦祭 | nieuwjaarsfeest (een Shinto ritueel om het nieuwe jaar in te wijden, gevolgd door een sake (rijstwijn) ceremonie en mochi (gestampte rijst) ceremonie |
| saitoku-才徳 | wijsheid en deugdzaamheid |
| saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
| saiwai-幸い | geluk; vreugde; blijheid |
| saiyō-細腰 | smalle heupen [taille]; slanke vrouw |
| saka-坂 | heuvel; helling |
| sakamuke-逆剝け | (de plaats waar de huid langs de nagel in ingescheurd) nijnagel; dwangnagel; stroopnagel |
| sakashio-酒塩 | sake als smaakmaker in gerechten; keukensake |
| sakebu-叫ぶ | schreeuwen; roepen; gillen |
| sakeru-裂ける | scheuren; openbarsten |
| sakidatsu-先立つ | vooraf plaatsvinden [gebeuren] |
| sakimonotorihiki-先物取引 | (beursterm) handel in futures |
| sakka-作家 | (roman)schrijver; auteur |
| sakotsu-鎖骨 | sleutelbeen |
| saku-朔 | de nieuwe maan |
| saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
| saku-裂く | afscheuren; verscheuren; splitsen; doorsnijden; doorknippen |
| sakuhin-作品 | werk; stuk; kunstwerk; oeuvre |
| sakujō-作条 | ploegsnede; geul; greppel |
| sakurafubuki-桜吹雪 | kersebloesem die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
| sakurasō-桜草 | sleutelbloem (Primula sieboldii) |
| sakusha-作者 | toneelauteur; dramaturg; schrijver; dichter |
| sakyū-砂丘 | duin; zandheuvel |
| samoarabaare-遮莫 | als dat het geval is; in ieder geval; wat er ook gebeurt; zo is het nu eenmaal |
| samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
| samugari-寒がり | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
| samugariya-寒がりや | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
| sandō-賛同 | goedkeuring |
| sangoju-珊瑚樹 | sneeuwbal (de heester Viburnum odoratissimum) |
| sanjikan-参事官 | adviseur; raadgever; voorlichter |
| sanka-傘下 | onder de bescherming [hoede; paraplu; vleugels] van |
| sankushon-サンクション | erkenning; goedkeuring; bekrachtiging |
| sanmai-三枚 | keukenmes voor het schoonmaken van (vooral) vis in drie lagen (top, midden (graten e.d.), en onder) |
| sanmaime-三枚目 | komediant; acteur die een komische rol speelt; komiek; grappenmaker |
| sanpi-賛否 | goedkeuring en afkeuring |
| sanpuku-山腹 | helling (heuvel); berghelling |
| sanryō-山陵 | bergen en heuvels |
| sanryō-山陵 | keizerlijk mausoleum [grafmonument] |
| sansai-三彩 | aardewerk gemaakt met drie (maar soms ook twee of vier) soorten gekleurd glazuur, op lage temperatuur gebakken |
| sansai-三才 | (in fysionomie) voorhoofd, kin en neus |
| sansei-賛成 | overeenstemming; akkoord; goedkeuring |
| sanshoku-三色 | drie kleuren |
| sansonzuhō-サンソン図法 | sinusoïdeprojectie (een pseudo-cilindrische kaartprojectie) |
| sansukumi-三竦み | trilemma (een keuze uit 3 opties) |
| sansuru-賛する | het eens zijn; akkoord gaan; goedkeuren |
| sansuru-賛する | steunen; aanbevelen |
| santan-サンタン | zonnebrand; bruine kleur door de zon |
| santoku-三徳 | de drie deugden (wijsheid, moed en welwillendheid) |
| santoku-三徳 | de drie deugden van Boeddha (het redden van de levende wezens, het afsnijden van wereldse verlangens, en wijsheid) |
| san'i-賛意 | goedkeuring; instemming; toestemming |
| san'yaku-三役 | (in het No theater) de bijrolspelers, kyogen-acteurs en muzikanten |
| san'yo-参与 | adviseur; raadsman |
| sapōtā-サポーター | brace; steunband; draagverband |
| sapōto-サポート | steun; ondersteuning; hulp; bijstand |
| sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
| sara-新 | nieuw [ongebruikt] zijn |
| sarau-復習う | herzien; opnieuw beoordelen [leren]; herhalen (van gestudeerde materialen) |
| sarome-サロメ | Salomé (in de Bijbel, de dochter van Herodias, Nieuwe Testament) |
| sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
| sarumawashi-猿回し | een straatartiest die een aap allerlei kunstjes laat doen (vooral op Nieuwjaar) |
| sasae-支え | steun; stut; steunpilaar |
| sasaeru-支える | (onder)steunen; schragen |
| sasaeru-支える | helpen; (fig.) ondersteunen |
| sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
| sashiami-刺し網 | kieuwnet |
| sashideru-差し出る | opdringerig zijn; zijn neus ergens in steken (fig.); zich ergens mee bemoeien |
| sashige-差し毛 | verschillende kleuren haar in de vacht van een dier |
| sashikomi-差し込み | acute scherpe pijn; pijnscheut |
| sasu-差す | gieten; druppelen (ogen); verven; kleuren |
| sasu-差す | insteken (sleutel); opsteken (paraplu); uitsteken; omhoog steken (arm) |
| sasu-注す | (gedeeltelijk) verven; lakken; inkleuren; opdoen (lippenstift, etc.) |
| satan-嗟嘆 | klaagzang; treurzang; weeklacht |
| satsuire-札入れ | portemonnee; portefeuille |
| satsumanokami-薩摩守 | gouverneur van de Satsuma provincie |
| saya-鞘 | (effectenhandel, beurs) marge [verschil] bij aan- en verkoopprijs |
| sayaendō-莢豌豆 | peultjes; peulen |
| sayoku-左翼 | linkervleugel; linkerkant; linkerflank |
| sayōnara-さようなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| sayonara-さよなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
| se-背 | achterkant; rugleuning |
| sēbu-セーブ | remmen; beteugelen |
| sedan-セダン | sedan (vierdeurs personenwagen) |
| sedo-背戸 | achterdeur; achterpoort; achteringang; achteruitgang |
| sei-正 | iets dat primair [superieur; officieel; wettelijk; origineel] is |
| sei-西 | landen van het Westen; Europa |
| seibaisūsei-正倍数性 | euploïdie (het hebben van een complete set chromosomen) |
| seibaisūtai-正倍数体 | euploïde (een individu met een complete set chromosomen) |
| seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
| seido-精度 | precisie; nauwkeurigheid; accuratesse |
| seiei-精鋭 | de beste; de elite; keur |
| seigaku-聖楽 | sacrale [gewijde; religieuze] muziek; kerkmuziek |
| seigi-正義 | onkreukbaarheid; rechtschapenheid; deugdzaamheid |
| seihyō-青票 | tegenstem; stem tegen; stem van afkeuring (in Japan blauw stembiljet) |
| seiin-成因 | factor [oorzaak] (voor het ontstaan van een fenomeen of gebeurtenis) |
| seika-聖歌 | hymne; geestelijk [religieus] lied [gezang] |
| seikageki-正歌劇 | opera seria (serieuze opera) |
| seikakuhaiyū-性格俳優 | karakterspeler (acteur) |
| seiki-世紀 | eeuw; tijdperk |
| seiki-生起 | gebeurtenis; voorval |
| seikisuru-生起する | gebeuren; voorkomen; voorvallen |
| seimen-生面 | nieuwe richting |
| seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
| seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
| seinen-青年 | de jeugd; jongere(n); jongere generatie; een jong iemand; teenager; tiener |
| seiō-西欧 | West-Europa |
| seiren-清廉 | eerlijkheid; integriteit; onkreukbaarheid |
| seisan-聖餐 | heilige communie; het Laatste Avondmaal; Eucharistie |
| seisannin-清算人 | curator; liquidateur; vereffenaar |
| seisei-凄清 | treurig en beklagenwaardige situatie |
| seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
| seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
| seishōbungaku-青少年文学 | jeugdliteratuur; jeugdboeken |
| seishoku-声色 | mooie stem en huidskleur (gezicht) |
| seishoku-生色 | gezonde [levendige] gelaatskleur |
| seishōnen-青少年 | de jeugd; jongeren |
| seishōnenhogo-青少年保護 | jeugdbescherming |
| seishun-青春 | jeugd; jonge jaren |
| seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
| seitoku-聖徳 | goddelijke [hemelse] deugden |
| seiyakugaisha-製薬会社 | farmaceutisch bedrijf |
| seiyōbuyō-西洋舞踊 | westerse {Europese] dans |
| seiyū-声優 | stemacteur (m); stemactrice (v) |
| seki-席 | plaats [plek] waar een ontmoeting [gebeurtenis; gelegenheid] zal plaatsvinden; kamer; zaal |
| sekisetsu-積雪 | sneeuwdek; laag sneeuw; gevallen sneeuw |
| sekishō-石菖 | dwergkalmoes (Acorus gramineus) |
| sekiyu-石油 | petroleum; kerosine; olie |
| sekiyuyushutsukokukikō-石油輸出国機構 | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) |
| sekkei-雪景 | sneeuwlandschap |
| sekkei-雪渓 | sneeuwvallei; besneeuwde vallei; vallei waar zelfs in de zomer sneeuw ligt |
| sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
| semakimon-狭き門 | (Mat. 7: 13-14) nauwe poort (tot de religieuze waarheid) |
| senbatsu-選抜 | selectie; keus; keuze |
| senbetsu-選別 | selectie; keuze; sortering |
| senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme (literaire stroming in de 18de eeuw) |
| senchurī-センチュリー | eeuw; tijdperk; 100 jaar |
| sengū-遷宮 | installatie of verplaatsing van een heilig beeld [voorwerp] in een (nieuwe of verbouwde) tempel |
| senja-選者 | selecteur; lid van de selectiecommissie |
| senka-選科 | keuzevak (studie) |
| senki-戦記 | (waargebeurd of fictief) oorlogsverhaal |
| senkō-先行 | voorafgaande actie [handeling, gebeurtenis, e.d.) |
| senkō-専行 | eigengereidheid; het handelen op eigen gezag [naar eigen goeddunken]; het willekeurig handelen |
| senkō-線香 | (afk. voor) anti-muskieten wierook; muggen geurspiraal |
| senkō-選考 | keuze; selectie |
| senkyū-選球 | bij honkbal, de keuze een slag of wijd te slaan door een slagman |
| senmu-専務 | (afk. voor) algemeen directeur |
| senmutorishimariyaku-専務取締役 | algemeen directeur |
| sennō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| senshi-戦死 | het sneuvelen in een strijd [gevecht; oorlog] van een militair [soldaat] |
| sensho-選書 | boekselectie (van één auteur, of thematisch gekozen) |
| senshoku-染色 | kleuring; het verven; kleuren |
| senshutsu-選出 | selectie [verkiezing; keuze] (van iets of iemand uit een verzameling) |
| sensōnarikin-戦争成金 | oorlogsprofiteur |
| sensōshinkeishō-戦争神経症 | oorlogsneurose |
| sentaku-選択 | keuze, selectie; optie |
| sentakuken-選択権 | kiesrecht; (recht van) keuze [optie] |
| sentei-選定 | selectie; keuze |
| sentorarukitchin-セントラル・キッチン | centrale keuken (voor instellingen, ziekenhuizen, scholen, etc.) |
| senzai-千載 | duizend jaar; millennium; vele jaren; een eeuwigheid |
| sen'ō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
| sepia-セピア | zwartbruine kleur |
| seppaku-雪白 | sneeuwwit; wit als sneeuw; hagelwit; spierwit |
| serapisuto-セラピスト | therapeut |
| serekushon-セレクション | keuze; selectie |
| serifu-台詞 | script [tekst] (van een acteur) |
| serimochi-迫り持ち | (architectuur) stenen gewelf (ter ondersteuning van een boog) |
| setsugetsuka-雪月花 | de maan, sneeuw, en bloemen (de schoonheid van alle seizoenen) |
| setsujōsupōtsu-雪上スポーツ | sneeuwsport(en) (skiën, snowboarden, etc.) |
| setsumō-雪盲 | sneeuwblindheid |
| setsunai-切ない | pijnlijk; hartverscheurend; verstikkend |
| setsurei-雪嶺 | besneeuwde bergtop |
| setsuzan-雪山 | een besneeuwde berg |
| sha-捨 | (boeddh.) spirituele kalmte [rust], zonder te worden beïnvloed door lijden of vreugde |
| shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
| shachō-社長 | directeur (van een bedrijf) |
| shakaimen-社会面 | (in een krant) de pagina met berichten over algemene [lokale] gebeurtenissen in de samenleving |
| shaken-車検 | autokeuring; keuring van rijvoertuigen |
| shakonnu-シャコンヌ | chaconne (Spaanse muziek 16e eeuw) |
| share-洒落 | stijlvol [elegant; modieus] (gekleed) zijn |
| shāringu-シャーリング | het scheren; scheerbeurt (schapen) |
| sharyōkensa-車両検査 | keuring van rijvoertuigen ( auto's, treinstellen, e.d.) |
| shāshī-シャーシー | een behuizing waarin het moederbord, geheugen, diskettes en andere onderdelen van een computer zijn gemonteerd |
| shashō-車掌 | conducteur (in trams, treinen, e.d.) |
| shattoauto-シャットアウト | (honkbal) slagbeurt waarin een team niet scoort |
| shian-シアン | cyaan; cyanogeen (gas); cyaan (blauwe kleur) |
| shian-シアン | cyaan; cyanogeen (gas); cyaan (blauwe kleur) |
| shibagaki-柴垣 | eenvoudige omheining gemaakt van geweven kreupelhout |
| shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
| shibo-皺 | plooi; ribbel; vezelrichting (van stof); nerf; kreukel |
| shibo-私募 | verkoop van aandelen buiten de beurs om (aan klein aantal potentiële investeerders) |
| shibō-脂肪 | vet; reuzel; olie; spek |
| shibuiro-渋色 | taan; taankleur (geelbruin) |
| shichihenge-七変化 | een Kabuki dans waarbij de acteur zeven keer van kostuum wisselt |
| shichisai-七彩 | zeven kleuren |
| shichisai-七彩 | prachtige kleuren |
| shichishō-七生 | de eeuwigheid |
| shichishoku-七色 | de zeven kleuren van het spectrum [van de regenboog] |
| shichō-師長 | docent [meester] en superieur [leidinggevende] |
| shichū-支柱 | (lett. of fig.) steunpilaar; pijler; stut; steunpunt |
| shidaini-次第に | op volgorde; om de beurt; beurtelings |
| shidan-史談 | historisch verhaal (een verhaal gebaseerd op een historische gebeurtenis) |
| shidareyanagi-枝垂れ柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
| shidōshuji-指導主事 | begeleider in het (school)onderwijs; docenten begeleider [adviseur] |
| shien-支援 | steun; ondersteuning; support; bijstand; hulp |
| shiensuru-支援する | (onder)steunen; helpen; bijstaan |
| shigaku-視学 | schoolinspecteur (Meiji periode) |
| shigemi-茂み | struikgewas; kreupelhout |
| shigusa-仕草 | gebaar; nonverbale communicatie; bewegingen en gezichtsuitdrukkingen (b.v. van acteurs) |
| shihan-師範 | (groot)meester; instructeur |
| shihanseiki-四半世紀 | een kwart eeuw |
| shii-四囲 | omgeving; milieu |
| shii-恣意 | willekeurigheid; eigenmachtigheid; eigenzinnigheid |
| shiisei-恣意性 | willekeur; willekeurigheid; arbitrariteit |
| shiji-支持 | steun; ondersteuning; support |
| shiji-支持 | steunsel; stut |
| shijin-士人 | een geleerd en deugdzaam persoon; een persoon met een hoge opleiding of status |
| shijisuru-支持する | steunen; ondersteunen |
| shijō-市場 | beurs |
| shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
| shikakushimen-四角四面 | vierkant [stijf; star; vormelijk; serieus; formeel] zijn |
| shikarashimeru-然らしめる | ervoor zorgen dat iets lukt [gebeurt]; iets laten gebeuren; te danken zijn aan |
| shikichō-色調 | kleurtoon |
| shikikan-色感 | kleurgevoel |
| shikikan-色環 | kleurencirkel |
| shikisai-色彩 | kleur; tint; kleurschakering |
| shikisha-指揮者 | leider; commandant; directeur |
| shikisō-色相 | kleurencirkel |
| shikiso-色素 | pigment; kleurstof |
| shikō-嗜好 | voorkeur; voorliefde |
| shikona-醜名 | bijnaam; pseudoniem |
| shima-縞 | een in stof geweven patroon van strepen (in twee of meer kleuren) |
| shimaaji-縞鰺 | Nieuw-Zeelandse horsmakreel |
| shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
| shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
| shin-新 | (in kanji combinaties) nieuw |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
| shinadareru-撓垂れる | tegenaan leunen; zich tegen iemand aanvlijen [aankruipen] |
| shinaosu-為直す | opnieuw doen; overdoen |
| shinbashira-心柱 | (centrale) steunpilaar in een stupa [pagode] |
| shinbashira-心柱 | (fig. een persoon) steunpilaar |
| shinborukarā-シンボルカラー | symboolkleur |
| shinbun-新聞 | krant; dagblad; nieuwsblad |
| shincha-新茶 | nieuwe, vers geplukte thee; eerste thee van het seizoen |
| shinchiku-新築 | nieuwbouw |
| shinchintaisha-新陳代謝 | vernieuwing; regeneratie |
| shinden-新田 | nieuw ontgonnen [tot ontwikkeling gebracht] (rijst)veld |
| shindeshi-新弟子 | nieuwe leerling [student] |
| shindeshi-新弟子 | nieuwe beroepsworstelaar (sumo) |
| shindō-新道 | nieuw aangelegde weg |
| shingai suru-侵害する | schenden; inbreuk maken (op); overtreden |
| shingai-心外 | vervelend [ergerlijk; hinderlijk; storend; teleurstellend; onaangenaam] zijn |
| shingao-新顔 | een nieuwkomer; nieuw gezicht |
| shingara-新柄 | nieuw patroon [ontwerp] |
| shingata-新型 | nieuw model [type]; nieuwe stijl |
| shingeki-新劇 | nieuw [Westers] soort theater [toneel]; nieuwe manier van acteren |
| shingetsu-新月 | nieuwe maan |
| shingo-新語 | neologisme; nieuw woord |
| shingū-新宮 | een nieuwe schrijn (afsplitsing van een hoofdschrijn) |
| shinhoshushugi-新保守主義 | (politiek) neoconservatisme; Nieuw Rechts |
| shinji-新字 | (Japanse) nieuwe stijl kanji |
| shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
| shinjin-新人 | nieuwe echtgenote |
| shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| shinkabu-新株 | nieuw (uitgegeven) aandeel |
| shinkabuyoyakuken-新株予約権 | optierecht (op nieuwe aandelen); aandelenoptierecht |
| shinkakuseibutsu-真核生物 | (biologie) eukaryoot |
| shinkan-新刊 | nieuwe publicatie [uitgave] |
| shinkan-新館 | een nieuw gebouw; aanbouw |
| shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
| shinkeidentatsubusshitsu-神経伝達物質 | neurotransmitter |
| shinkeidoku-神経毒 | neurotoxine |
| shinkeigaku-神経学 | (de studie van) neurologie |
| shinkeigeka-神経外科 | neurochirurgie |
| shinkeigekai-神経外科医 | neurochirurg |
| shinkeika-神経科 | neurologie |
| shinkeikai-神経科医 | neuroloog; zenuwarts |
| shinkeisaibō-神経細胞 | zenuwcel; neuron |
| shinkeisei-神経性 | neurologisch [neuraal; neurogeen] zijn |
| shinkeishitsu-神経質 | kieskeurigheid; pietluttigheid |
| shinkeishō-神経症 | neurose; zenuwaandoening |
| shinkeisuijaku-神経衰弱 | zenuwinzinking; zenuwzwakte; neurasthenie |
| shinkeitsū-神経痛 | zenuwpijn; neuralgie |
| shinkenpō-新憲法 | nieuwe grondwet (m.n. de naoorlogse grondwet van Japan) |
| shinkenshōbu-真剣勝負 | een gevecht met echte zwaarden; een spel dat serieus gespeeld wordt |
| shinki-新奇 | originaliteit; nieuwigheid |
| shinki-新規 | nieuwheid; versheid |
| shinkiitten-心機一転 | van standpunt [gedachten] veranderen; een nieuwe start maken |
| shinkijiku-新機軸 | innovatie; origineel idee; nieuwe start |
| shinkisannyū-新規参入 | nieuwe (markt)toetreding; voor het eerst toetreden tot (de markt of een beroep) |
| shinkisannyūsha-新規参入者 | nieuwkomer (op de markt of in een beroep) |
| shinkō-新興 | nieuwe ontwikkeling; het opnieuw opbloeien [opkomen; herrijzen] |
| shinkoku-深刻 | het ernstig [serieus; kritisch; acuut] zijn |
| shinkōshūkyō-新興宗教 | een (nieuwe) religieuze sekte |
| shinkyo-新居 | iemands nieuwe huis [woning] |
| shinkyoku-新曲 | nieuwe compositie [muziekstuk] |
| shinkyū-新旧 | nieuw en oud; nieuwe dingen en oude dingen |
| shinkyū-新旧 | oud en nieuw; oudejaarsnacht en nieuwjaarsdag |
| shinmai-新米 | nieuwe rijst, de eerste rijst(oogst) van het jaar |
| shinmai-新米 | beginneling; beginner; nieuweling; novice |
| shinme-新芽 | nieuwe [jonge] loot [scheut] |
| shinmei-神明 | (goddelijke) deugdzaamheid |
| shinmichi-新道 | een nieuw aangelegde weg |
| shinmiri-しんみり | rustig; kalm; ernstig; serieus |
| shinmosu-新モス | nieuwe mousseline |
| shinmosurin-新モスリン | nieuwe mousseline |
| shinnen-新年 | Nieuwjaar; het nieuwe jaar |
| shinnenkai-新年会 | nieuwjaarsfeest |
| shinnin-新任 | nieuwe benoeming [aanstelling] |
| shinnyū-新入 | het nieuw intreden [binnenkomen] |
| shinnyū-新入 | nieuwkomer |
| shinnyūsha-新入者 | nieuwkomer; nieuwe employé [werknemer] |
| shinpa-新派 | nieuwe school [leer; stroming] |
| shinpa-新派 | shinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
| shinpageki-新派劇 | seinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
| shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
| shinpen-新編 | nieuwe editie (van een boek) |
| shinpin-新品 | nieuw artikel [product] |
| shinpiteki-神秘的 | mysterieus; geheimzinnig |
| shinpō-新法 | nieuwe wetgeving [verordening; voorschriften] |
| shinpō-新法 | nieuwe methode |
| shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
| shinpū-新風 | frisse [nieuwe] wind; nieuwe fase [trend; aanpak; stroming; stijl] |
| shinrai-新来 | iets nieuws; iets dat zojuist aangekomen [net gearriveerd] is |
| shinrai-新来 | een nieuwkomer |
| shinraisha-新来者 | een nieuwkomer |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinrinkankyōzeigaku-森林環境税額 | bos-milieubelasting; milieubelasting voor bosbeheer |
| shinro-進路 | (fig.) koers; richting; keuze (voor de toekomst) |
| shinryō-新涼 | de nieuwe (eerste) koelte van het begin van de herfst |
| shinsaku-新作 | nieuw werk (boek, film, schilderij, muziek, e.d.) |
| shinsayoku-新左翼 | (politiek) Nieuw Links |
| shinsedai-新世代 | nieuwe generatie |
| shinsei-新制 | nieuw systeem |
| shinsei-新制 | nieuw schoolsysteem (1947 ingevoerd in Japan) |
| shinsei-新政 | nieuwe regering |
| shinsei-新星 | een nieuwe ster (film, tv of theater) |
| shinseifu-新政府 | nieuwe regering |
| shinseihin-新製品 | nieuw product [artikel] |
| shinseimen-新生面 | een nieuwe richting [fase]; een nieuw gebied |
| shinsekai-新世界 | de Nieuwe Wereld |
| shinsen-新選 | (op)nieuw samengesteld [geselecteerd; bewerkt] zijn |
| shinsen-深浅 | (van kleur) donkerte; diepte |
| shinsetsu-新説 | een nieuwe theorie [uitleg; versie] |
| shinsetsu-新雪 | verse [nieuwe] sneeuw |
| shinsha-新車 | een nieuwe auto |
| shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
| shinshōhin-新商品 | nieuw product |
| shinshun-新春 | Nieuwjaar; het nieuwe jaar |
| shinsō-新装 | verbouwing; herinrichting; renovatie; nieuwe opstelling [uitrusting; aankleding] |
| shintai-新体 | nieuwe stijl [vorm] |
| shintairiku-新大陸 | het nieuwe continent; de Nieuwe Wereld (Amerika) |
| shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
| shintakane-新高値 | nieuwe hoogste stand (aandelen) |
| shintaku-新宅 | nieuw huis [woning] |
| shintei-新帝 | een nieuwe keizer |
| shintō-新刀 | een nieuw zwaard |
| shintoku-神徳 | goddelijke deugden |
| shinto・yūsutatiusutō-シント・ユースタティウス島 | Sint Eustatius |
| shinzenbi-真善美 | (3 deugden) waarheid, goedheid en schoonheid |
| shinzō-新造 | nieuwheid; nieuw zijn |
| shinzōshinkeishō-心臓神経症 | hartneurose; neurotische hartaandoening |
| shin'yaku-新薬 | een nieuw medicijn |
| shin'yaku-新訳 | nieuwe vertaling |
| shin'yakuseisho-新約聖書 | het Nieuwe Testament |
| shin'yo-神輿 | (shinto) palankijn [draagbare schrijn] die voor een religieuze viering door een groot aantal buurtbewoners in een parade gedragen wordt |
| shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
| shiracha-白茶 | lichtbruine [beige] kleur |
| shirachakeru-白茶ける | verbleken; verkleuren |
| shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
| shiriasu-シリアス | ernstig; serieus; belangrijk |
| shirikakushi-尻隠し | achterzak; heupzak (van een broek) |
| shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
| shiro-白 | (de kleur) wit |
| shiroashige-白葦毛 | lichtgrijs, schimmel(kleur) |
| shiroimono-白い物 | sneeuw |
| shiromadara-白斑 | witte vlekken; vlekken (van andere kleuren) op een witte ondergrond |
| shiroppoi-白っぽい | witachtig (kleur) |
| shirotae-白栲 | (de kleur) wit; witte dingen |
| shirouo-素魚 | ijsgrondel (vis: Leucopsarion petersii) |
| shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
| shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
| shisen-私選 | eigen keuze van de advocaat (i.v.m. een rechtszaak), |
| shisetsu-使節 | gezant; ambassadeur |
| shishi-獅子 | leeuw; leeuwin |
| shishimai-獅子舞 | (traditionele) leeuwendans |
| shishiza-獅子座 | (sterrenbeeld) Leeuw (Leo) |
| shishō-師匠 | meester; leraar; instructeur |
| shishū-死臭 | de stank [doordringende geur] van een lijk [dood lichaam] |
| shisutemu・kitchin-システム・キッチン | systeem keuken (een keuken die uit losse elementen naar keuze wordt opgebouwd) |
| shitabae-下生え | kreupelhout |
| shitamoe-下萌え | een jonge plantenscheut [loot] die uit de grond komt |
| shitazasae-下支え | backup; ondersteuning; steun |
| shiten-支点 | draaipunt (van een hefboom); steunpunt; spil |
| shitsubō-失望 | teleurstelling; wanhoop |
| shitsukoi-しつこい | zwaar (van voedsel); schreeuwerig (van kleur); rijk (van smaak) |
| shitsunai-室内 | binnen; binnenskamers; binnenshuis; het interieur van een kamer [gebouw] |
| shitsunaiga-室内画 | interieur schilderij |
| shitsunaisekkei-室内設計 | interieurontwerp |
| shitsunaisōshokuka-室内装飾家 | binnenhuisarchitect; interieurontwerper |
| shittsui-失墜 | verlies; neergang; val; het verliezen [verbeuren; verspelen] |
| shiwa-史話 | verhaal gebaseerd op een historische gebeurtenis |
| shiwa-皺 | (stof) plooi; ribbel; kreukel |
| shiwakucha-皺くちゃ | gekreukeld [gerimpeld] zijn |
| shī・ī・ō-シー・イー・オー | (chief executive officer) president-directeur; algemeen directeur |
| shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shōchi-承知 | instemming; goedkeuring |
| shōchisuru-承知する | instemmen met; goedkeuren |
| shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
| shōdaku-承諾 | toestemming; akkoord; instemming; goedkeuring |
| shōgakukin-奨学金 | studiebeurs |
| shogakusei-初学者 | beginneling; nieuweling; eerstejaars student |
| shōgatsu-正月 | nieuwjaar; het nieuwe jaar; januari |
| shōin-勝因 | de oorzaak van [sleutel tot] het succes [de overwinning] |
| shōji-障子 | traditionele Japanse schuifdeur gemaakt van een houten raamwerk met (rijst)papier |
| shōjinryōri-精進料理 | vegetarische gerechten; Boeddhistische keuken |
| shojo-処女 | Iets dat nieuw [vers] is; iets dat de eerste keer is |
| shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
| shōkentorihikijo-証券取引所 | aandelenbeurs |
| shōkentōshi-証券投資 | beleggingseffecten; portefeuillebeleggingen |
| shokisettei-初期設定 | (computer; radio, etc.) voorkeurinstellingen; oorspronkelijke instellingen; de basisconfiguratie |
| shōkotsu-踵骨 | hielbeen (calcaneus)) |
| shokugen-食言 | leugen; verbreking van een belofte |
| shokuyōshikiso-食用色素 | voedingskleurstof; kleurstof (voor etenswaren) |
| shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
| shōnenhō-少年法 | het jeugdrecht; de jeugdwet |
| shōnenkanbetsusho-少年鑑別所 | jeugdgevangenis; jeugd detentiecentrum |
| shōnenkeimusho-少年刑務所 | jeugdgevangenis |
| shōnen'in-少年院 | justitiële Jeugdinrichting; opvoedingsgesticht |
| shōni-小児 | kind; peuter; zuigeling |
| shōnin-承認 | erkenning; goedkeuring |
| shōninnengappi-承認年月日 | goedkeuringsdatum; datum van goedkeuring |
| shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
| shōshi-小史 | achtervoegsel na iemands pseudoniem (m.n. van een kunstenaar) |
| shōshi-証紙 | een keuringsstempel |
| shoshun-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
| shōshun-頌春 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarswens |
| shōsō-少壮 | jeugdigheid; jong zijn |
| shōsoku-消息 | nieuws; brief; bericht |
| shōtō-小刀 | klein keukenmes; zakmes |
| shottetatsu-背負って立つ | de steunpilaar zijn voor; de volle verantwoordelijkheid dragen voor |
| shubi-首尾 | ontwikkeling; loop van gebeurtenissen; afloop; uitkomst; resultaat |
| shūbō-衆望 | publiek vertrouwen; publieke verwachtingen; publieke steun |
| shuchū-主柱 | belangrijkste (steun)pilaar [pijler] (van een gebouw) |
| shūchūgōsetsu-集中豪雪 | lokale [plaatselijke] zware sneeuwval |
| shūdō-修道 | religieuze training |
| shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
| shugo-守護 | (his.) militaire gouverneur |
| shūgu-衆愚 | de domme massa; het gepeupel |
| shūha-宗派 | religieuze sekte [gezindte]; kerkgenootschap |
| shūha-秋波 | uitnodigende [amoureuze; verliefde] blik |
| shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
| shuhitsu-主筆 | hoofdredacteur |
| shūki-宗規 | religieuze voorschriften |
| shūki-臭気 | stank; vieze geur |
| shuki-酒気 | geur [stank] van alcohol |
| shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
| shukubō-宿坊 | ruimte voor shinto-priesters voor religieuze reiniging [purificatie] e.d |
| shukubō-宿坊 | (eufemistisch) bordeel |
| shūkyōdantai-宗教団体 | religieuze organisatie [groep] |
| shūkyōhōjin-宗教法人 | religieuze organisatie [onderneming] (zonder winstbejag) |
| shūkyōka-宗教家 | religieuze persoon [figuur; leider] |
| shūkyōteki-宗教的 | godsdienstig; religieus |
| shūmi-臭味 | vieze geur; stank |
| shumi-趣味 | smaken; voorkeuren |
| shundei-春泥 | modder door gesmolten sneeuw in de lente |
| shūnen-周年 | jubileum; aantal jaren dat verstreken is (sinds een bepaalde gebeurtenis) |
| shuniku-朱肉 | een vermiljoen(kleurig) stempelkussen |
| shuningishi-主任技師 | hoofdingenieur |
| shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
| shunsetsu-春節 | Chinees Nieuwjaar; Lentefeest (Chūn Jié) |
| shūrikō-修理工 | reparateur |
| shūrinin-修理人 | reparateur |
| shusai-主催 | sponsoring; promotie; steun |
| shūshoku-秋色 | herfstkleuren; herfstlandschap |
| shūto-シュート | loot; spruit; scheut; uitloper |
| shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | Sturm und Drang (een stroming in de Duitse literatuur eind achttiende eeuw) |
| shuzai-取材 | nieuwsgaring; informatie verzamelen (voor verslaggeving) |
| shūzen-愁然 | melancholie; verdrietigheid; treurigheid |
| shūzō-収蔵 | opslag; bewaring (in een museum e.d.) |
| shūzōhin-収蔵品 | museumstuk |
| sodachi-育ち | geboren en getogen (in een gebied of milieu) |
| sōdanaite-相談相手 | adviseur; mentor; vertrouweling |
| sōdan'in-相談員 | gesprekspartner; adviseur; consulent |
| sōdasui-ソーダ水 | sodawater; bruiswater; spuitwater; gazeuse |
| sode-袖 | een kant van een poort, hek, etc.; vleugel (van een gebouw); coulissen (toneel) |
| soegi-添え木 | plantensteun (stok, paaltje) |
| soeru-添える | ondersteunen; helpen; vergezellen |
| sofuto-ソフト | zachte vilten hoed; gleufhoed |
| sōgōgakka-総合学科 | een extra keuzevak dat op middelbare scholen wordt aangeboden naast de algemene en gespecialiseerde vakken |
| sōjū-操縦 | het (sociaal) manoeuvreren; manipuleren |
| sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
| sokusoku-惻惻 | hartverscheurend [fel; bijtend] zijn |
| someiro-染め色 | verfkleur; kleur van de verf |
| someru-染める | verven; kleuren |
| somewake-染め分け | het verven in verschillende kleuren |
| somewakeru-染め分ける | verven in verschillende kleuren |
| sōpuresu・sōpu-ソープレス・ソープ | synthetisch wasmiddel; neutraal reinigingsmiddel |
| soragoto-空言 | leugen |
| sorane-空音 | leugen |
| soraoboe-空覚え | een slecht geheugen |
| sōsetsu-霜雪 | vorst en sneeuw |
| sōshutsu-創出 | creatie; het creëren van iets nieuws |
| sōsōkōshinkyoku-葬送行進曲 | dodenmars; treurmars |
| sōto-壮途 | ambitieuze onderneming [poging; start] |
| sōtoku-総督 | gouverneur; landvoogd; gouverneur-generaal |
| sowasowa-そわそわ | onrustig; nerveus; opgewonden |
| sōyō-掻痒 | jeuk |
| sōzarai-総浚い | repeteren [herhalen; opnieuw bestuderen] (hetgeen men geleerd heeft) |
| suberidome-滑り止め | tweede keuze school [universiteit e.d.] (als men is gezakt voor het toelatingsexamen van de eerste keuze) |
| sue-末 | laatste; nieuwste; jongste |
| suenagaku-末長く | voor altijd; voor eeuwig; nog vele jaren; voorgoed |
| sugido-杉戸 | een deur gemaakt uit één stuk cederhout; cederhouten deur |
| sugosugo-すごすご | teneergeslagen; teleurgesteld; gedesillusioneerd; moedeloos |
| suien-炊煙 | kooklucht; rookwalm tijdens het koken [uit de keuken] |
| suigara-吸い殻 | sigarettenpeuk(je) |
| suimon-水門 | sluis; sluisdeur |
| suisen-推薦 | aanbeveling; referentie; steunbetuiging |
| suitai-翠黛 | (archaïsch) de kleur van een berg gehuld in een groenige nevel; de berg (die in de groene nevel is gehuld) |
| sujihiki-筋引 | keukenmes; fileermes; uitbeenmes |
| sujikai-筋交い | dwarsbalk; schuine steunbalk |
| sujime-筋目 | vouw; kreuk |
| sukarāshippu-スカラーシップ | studiebeurs |
| suki-好き | voorliefde; voorkeur |
| suki-隙 | gat; opening; tussenruimte; interval; pauze; breuk |
| sukīinsutorakutā-スキーインストラクター | ski-instructeur; skileraar; skilerares |
| sukima-隙間 | spleet; scheur; gat; opening; kier |
| sukimono-好き者 | amateur; dilettant |
| sukūpu-スクープ | primeur (nieuws) |
| sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
| sukūru・karā-スクール・カラー | schoolkleuren (b.v. van schooluniform) |
| sumashi-澄まし | netjes [stijfjes; preuts] zijn; iem. die netjes [stijfjes; preuts] is |
| sumitsuki-墨付き | gezichtskleur; teint; stemming |
| sumonbyō-スモン病 | Subacute myelo-optische neuropathie (SMON) |
| sunō-スノー | sneeuw |
| sunōmōbiru-スノーモービル | sneeuwscooter |
| sunshi-寸志 | ontevredenheid; afkeuring; bezwaar |
| sunzun-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
| supana-スパナ | moersleutel; schroefsleutel |
| supea・kī-スペア・キー | reservesleutel |
| supiritto-スピリット | temperament; humeur |
| supureddo-スプレッド | spreiding (van portefeuille, risico's, e.d.) |
| suritto-スリット | spleet; sleuf; kier; inkeping |
| surōpu-スロープ | helling; heuvel |
| surotto-スロット | (in een machine) sleuf, spleet; gleuf (voor munten, kaarten, e.d.) |
| susa-苆 | stro gemengd in muurpleister (om scheuren, e.d. te voorkomen) |
| susamajii-凄まじい | enorm; groots; reusachtig |
| susogo-裾濃 | verfpatroon waarbij de kleur van de bovenkant naar de onderkant (van de stof) geleidelijk donkerder wordt |
| susuharai-煤払い | het huis schoonmaken op oudjaar (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
| susuharai-煤払い | verwijdering van roet van heiligdommen in december (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
| sutaffu-スタッフ | staf; stok; steun |
| sutandoin-スタンドイン | vervanger (iemand die bij filmopnames een acteur vervangt) |
| sutansu-スタンス | (bij rotsklimmen) steunpunt; houvast |
| sutēto・amachua-ステート・アマチュア | door de overheid gesubsidieerde amateursporter |
| sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
| sūyōtoku-枢要徳 | de kardinale deugden (Prudentia, Justitia, Fortitudo, Temperantia) |
| suzumeiro-雀色 | licht rood-bruine kleur |
| suzumeodori-雀踊り | musjesdans, waarbij de bewegingen van mussen door de dansers worden geïmiteerd (traditionele dans uit de 19de eeuw, wordt nog opgevoerd op festivals) |
| tachimawaru-立ち回る | bewegen; manoeuvreren |
| tachiyaku-立ち役 | acteur die mannenrollen speelt |
| tadayou-漂う | in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur) |
| tae-妙 | uitmuntend [uitstekend; wonderbaarlijk; mysterieus] zijn |
| taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
| taijin-大人 | een edelmoedig [grootmoedig; deugdzaam] persoon |
| taika-大過 | serieuze vergissing; grote [ernstige] fout; blunder |
| taikatsu-大喝 | harde schreeuw |
| taikōsei-耐光性 | kleurvastheid; kleurechtheid (verf) |
| taikutsu-退屈 | verveling; sleur; saaiheid; eentonigheid |
| tairageru-平らげる | onderdrukken; de kop indrukken; beteugelen; neerslaan; stuiten |
| taisei-大勢 | de ontwikkeling (van iets); de loop van een gebeurtenis |
| taisei-大聖 | vooraanstande wijsgeer; verheven heilige (met een deugdzaam leven) |
| taisha-代謝 | het oude vervangen door het nieuwe |
| taishi-大使 | ambassadeur |
| taishoku-退色 | verkleuring; kleurvervaging; verbleking |
| taishoku-退色 | vervaagde [verbleekte] kleur |
| taishū-体臭 | lichaamsgeur |
| taiya・chēn-タイヤ・チェーン | sneeuwketting |
| taiyō-太陽 | bron van geluk [vreugde; hoop]; licht (fig.) |
| taji-多事 | veelbewogenheid; veel gebeurtenissen [incidenten] |
| tajōtakon-多情多恨 | veel verdriet [zorgen] en teleurstellingen |
| takadai-高台 | verhoging; heuvel; ophoging; hoogte |
| takasachōsetsuneji-高さ調節ねじ | steeksleutel om de hoogte van een frame, e.d. te verstellen |
| takenoko-竹の子 | bamboescheut; bamboespruit |
| takenokoisha-筍医者 | (lett. bamboescheuten-dokter) een jonge, onervaren dokter; een slechte dokter; een kwakzalver |
| takenokoseikatsu-筍生活 | het slechts in je levensonderhoud kunnen voorzien door steeds meer persoonlijke bezittingen te verkopen (gelijkend op het afpellen van een bamboescheu |
| takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
| takeru-哮る | brullen; grommen; huilen; blaffen (van dieren); hard schreeuwen |
| takiguchi-焚き口 | branddeur (b.v. van een keukenfornuis) |
| takōshō-多幸症 | euforie (medisch) |
| tamatebako-玉手箱 | een mysterieuze doos (die niet geopend had mogen worden) uit het Japanse volksverhaal Urashima Tarō |
| tamaya-霊屋 | mausoleum |
| tamon-他門 | andere religieuze sekte; ander kerkgenootschap |
| tān-ターン | beurt |
| tan-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
| tanki-短気 | opvliegend [driftig; ongeduldig] karakter [humeur] |
| tankikioku-短期記憶 | kortetermijngeheugen |
| tankōshoku-淡黄色 | (de kleur) lichtgeel |
| tanoshii-楽しい | gezellig; leuk; prettig; aangenaam |
| tansaku-探索 | zoektocht; jacht; speurtocht; verkenning |
| tanshoku-単色 | één (effen) kleur |
| taoyaka-たおやか | elegant; sierlijk; gracieus |
| taoyame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
| tasai-多彩 | kleurrijk [veelkleurig] zijn |
| tashisentakushiki-多肢選択式 | multiple choice; meerkeuze |
| tashisentakushikimondai-多肢選択式問題 | meerkeuzevragen; multiplechoicevragen |
| tashisentakushikitesuto-多肢選択式テスト | multiplechoicetest; multiplechoicetoets; meerkeuzetoets |
| tatakidasu-叩き出す | uitslaan; uitdeuken; uitsmeden (in reliëf) |
| tataru-祟る | vervloeken; een vloek [magische spreuk] uitspreken |
| tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
| tateguya-建具屋 | Japanse timmerman (maker van traditionele schuifdeuren, kasten, etc.) |
| tatekakeru-立て掛ける | laten steunen [leunen]; ergens (rechtop) tegenaan zetten |
| tateru-立てる | (onder)steunen |
| tateyakusha-立て役者 | hoofdrolspeler; leidende figuur; sleutelfiguur |
| tawayame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
| tayori-便り | bericht; nieuws; tijding |
| tayori-頼り | het vertrouwen [steunen; rekenen; zich verlaten op]; betrouwbaarheid; steunpilaar |
| tayoru-頼る | vertrouwen; steunen; rekenen; zich verlaten op |
| tayū-大夫 | het hoofd van een No school; een topacteur in het No theater |
| tayū-大夫 | (in Kabuki) acteur van vrouwenrollen |
| tayūmoto-太夫元 | theaterdirecteur; productieleider; manager van een toneelgezelschap |
| tazuna-手綱 | teugels; toom (voor paarden) |
| tazuna-手綱 | (fig.) teugels; toom; controle; beteugeling; bedwang |
| teba-手羽 | kippenvleugel |
| tebana-手鼻 | je neus schoonblazen door met je vingers één voor één de neusgaten dicht te drukken |
| tebasaki-手羽先 | de punt van een kippenvleugel |
| teiban-定番 | vaste routine; vast patroon; standaardprocedure; sleur |
| teiboku-低木 | heester; struik; kreupelhout |
| teifu-貞婦 | een deugdzame vrouw [echtgenote] |
| teigin-低吟 | het neuriën; geneurie |
| teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
| teikyū-低級 | lage [slechte] kwaliteit; inferieur [vulgair] zijn |
| teionsakkin-低温殺菌 | pasteurisatie |
| teisenkanshiin-停戦監視員 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
| teisenkanshijin-停戦監視人 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
| teisenkanshisha-停戦監視者 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
| teishoku-定食 | (gerecht van) een vast menu; keuzemenu |
| teishuku-貞淑 | zuiverheid; reinheid (als vrouwelijke deugd) |
| tekikaku-的確 | nauwkeurigheid; precisie; accuraatheid |
| tekkaku-的確 | nauwkeurigheid; precisie |
| tekunishan-テクニシャン | technicus; servicemonteur |
| tenazukeru-手懐ける | temmen; beteugelen |
| tenbaisuru-転売する | doorverkopen; opnieuw [weer] verkopen |
| tengu-天狗 | een kobold met een lange neus (Japans fabeldier, half mens, half vogel) |
| tennendoseiganryō-天然土性顔料 | aardkleurig pigment |
| tenōrukigō-テノール記号 | tenorsleutel (muziek, c-sleutel op de vierde lijn van de (vijflijnige) notenbalk) |
| tenshi-展翅 | het spreiden van de vleugels van een insect (voor het tentoonstellen van een dood exemplaar) |
| tenshokuzai-展色剤 | (bind)middel dat gebruikt wordt in verfstoffen [kleurstoffen] |
| teroru-テロル | terreur; terrorisme |
| tesuri-手摺り | leuning; reling; balustrade |
| tetsuiro-鉄色 | ijzerkleur; zwartgroen |
| teuchi-手打ち | (Edo periode) dankbetuiging van een kabuki-acteur aan een beschermheer [patroon] |
| tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
| tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
| to-戸 | deur |
| tobae-鳥羽絵 | karikatuur (Japanse schilderstijl gebaseerd op werk van de schilder Toba Sōjō (12de eeuw)) |
| tobakuchi-とば口 | ingang; deuropening |
| tōban-登板 | (honkbal) op de werpheuvel (gaan) staan; als pitcher (werper) optreden |
| tobira-扉 | deur; openslaande deuren; poort |
| tobukuro-戸袋 | opbergruimte (aan de rand van de dorpel) voor stormdeuren [luiken] van traditionele Japanse huizen |
| tōdori-頭取 | president; bankdirecteur |
| togame-咎め | verwijt; afkeuring; berisping; straf |
| toguchi-戸口 | deur; deuropening |
| toguruma-戸車 | rolwiel van een schuifdeur [schuifwand] |
| tōhan-登坂 | het beklimmen van een heuvel |
| toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
| tokai-渡海 | (afk. van) beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
| tokaibune-渡海船 | beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
| tokimeku-ときめく | snel kloppen van het hart (van geluk, opwinding of vreugde) |
| tokka-徳化 | door een goed voorbeeld te geven (met oprechte deugdzaamheid), anderen onderwijzen en hun levenswijze te verbeteren |
| tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
| tokkō-篤行 | deugdzaam gedrag; deugd; goede daad |
| tokobashira-床柱 | steunbalk van een tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
| tokoharu-常春 | eeuwige lente; lente het hele jaar door |
| tokonatsu-常夏 | eeuwigdurende zomer |
| tokoshie-常しえ | eeuwigheid; voor altijd |
| tokudane-特種 | exclusief nieuws; (nieuws)primeur; scoop |
| tokuhō-特報 | een speciaal (kort) nieuwsbericht; nieuwsflits |
| tokumei-匿名 | alias; pseudoniem |
| tokumeizenkentaishi-特命全権大使 | buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur |
| tokusei-徳政 | goede [deugdzame] regering |
| tokusei-徳政 | (middeleeuwen) kwijtschelding van schulden |
| tokushoku-特色 | steunkleur (voor een inkt die met één enkele oplage wordt gedrukt) |
| tokusō-徳操 | moraal; morele waarde; deugd; kuisheid |
| tokutaisei-特待生 | beursstudent |
| tōkyōshōkentorihikisho-東京証券取引所 | Effectenbeurs van Tokio |
| tomegu-留め具 | sluiting; gesp; haak; knip; grendel; veerslot (van een deur) |
| tōmeishoku-透明色 | transparante kleuren |
| tomomachi-供待ち | plaats waar bedienden [chauffeurs, etc.] wachten op de gasten |
| tonaeru-唱える | reciteren; (een gebed of spreuk) opzeggen [uitspreken] |
| tonaeru-唱える | (luid) roepen; schreeuwen |
| tonaruto-となると | als [wanneer] het zover is; als het gebeurt dat; als blijkt dat; aangezien; gegeven de situatie |
| tonattewa-となっては | als [wanneer] het zover is; als het gebeurt dat; als blijkt dat; aangezien; gegeven de situatie |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| tōnyūguchi-投入口 | inwerpgleuf |
| tōō-東欧 | Oost-Europa |
| tooshi-通し | voorgerecht; voorafje; hors-d'oeuvre |
| topikkusu-トピックス | TOPIX (Tokyo Stock Price Index, index aandelenbeurs Tokio) |
| toppatsu-突発 | plotselinge gebeurtenis; plotseling optredend voorval; uitbarsting |
| toppuya-トップ屋 | freelance journalist, die primeurs (actuele top-artikelen) schrijft voor kranten |
| toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
| torakkuutenshu-トラック運転手 | vrachtwagenchauffeur; vrachtwagenbestuurder |
| torendī-トレンディー | trendy; hip; modieus |
| torihikijo-取引所 | beurs; effectenmarkt |
| torikaeru-取り替える | veranderen; vernieuwen |
| torinaosu-取り直す | opnieuw vastpakken; overdoen; hergroeperen |
| torippuadobaisā-トリップアドバイザー | reisadviseur |
| torirenma-トリレンマ | trilemma (keuze tussen 3 mogelijkheden) |
| torishimariyaku-取締役 | directeur; bestuurder |
| toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
| toritsugiten-取り次ぎ店 | vertegenwoordiger; agent; distributeur |
| toritsugu-取り次ぐ | distribueren; bemiddelen; als tussenpersoon [distributeur] optreden |
| toritsugu-取り次ぐ | gasten ontvangen; de deur opendoen; de telefoon aannemen |
| tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
| tōsen-唐船 | Japanse schepen die in de middeleeuwen handel dreven met China |
| tōshikomon-投資顧問 | beleggingsadviseur |
| toshikoshi-年越し | oudejaarsavond; oudejaarsnacht; einde van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar |
| toshitori-年取り | het ritueel van verwelkoming van het nieuwe jaar (op oudejaarsavond) |
| tōshō-東証 | Effectenbeurs van Tokio |
| tōshōheikinkabuka-東証平均株価 | gemiddelde aandelenkoers van de Beurs van Tokio |
| tōshōkabukashisū-東証株価指数 | Tokyo Stock Price Index; TOPIX (index aandelenbeurs Tokio) |
| tōshoku-橙色 | oranje (kleur) |
| toso-屠蘇 | toso, een kruidige sake (wordt vooral met Nieuwjaar gedronken) |
| tosshutsu-突出 | scheur |
| tosshutsusuru-突出する | scheuren |
| tōsuikan-陶酔感 | euforie; welbehagen; grote blijdschap |
| totetsumonai-途轍もない | enorm; reusachtig; buitensporig; extreem; extravagant |
| toyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
| tōyu-灯油 | lampolie; paraffine; petroleum |
| to'onkigō-ト音記号 | (muziek) g-sleutel; solsleutel; vioolsleutel |
| tsubasa-翼 | vleugel (van een vogel, vliegtuig, e.d.) |
| tsubasa-翼 | (fig.) vleugel; bescherming; hulp; helper |
| tsubekobe-つべこべ | (onomatopee) zeurend; klagend; vittend |
| tsūbun-通分 | (wiskunde) de noemers van twee of meer breuken gelijk maken zonder hun waarden te veranderen; onder een noemer brengen |
| tsuchiiro-土色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
| tsuchikeiro-土気色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
| tsue-杖 | stok; wandelstok; staf; (fig.) steun |
| tsuifukukyoku-追復曲 | (muziek) canon; beurtzang; kettingzang |
| tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
| tsūjin-通人 | man [vrouw] van de wereld; kenner; connaisseur |
| tsuka-塚 | aardverhoging; terp; (graf)heuveltje; tumulus |
| tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
| tsukimisō-月見草 | (soort) teunisbloem (Oenothera tetraptera) |
| tsukiyukihana-月雪花 | maan, sneeuw, en bloemen (schoonheid in alle seizoenen) |
| tsukkomu-突っ込む | je neus ergens insteken; zich bemoeien met |
| tsukurigoto-作り事 | vervalsing; namaak; verzinsel; leugen; smoesje; onzin |
| tsukurikaeru-作り替える | vermaken; vernieuwen; herbouwen; omvormen; transformeren |
| tsukuritsuke-作り付け | inbouw; interieurbouw |
| tsukushi-土筆 | een nieuwe scheut [loot] van de heermoes (Equisetum arvense) |
| tsumado-妻戸 | (dubbele) houten deur van een huis (m.n. naar de tuin) |
| tsumado-妻戸 | een dubbele deur aan de gevelzijde van een villa (Heian periode) |
| tsumagake-爪掛け | een hoesje over het uiteinde van geta (houten sandalen), om de tenen te beschermen tegen regen en sneeuw |
| tsumagake-爪掛け | sneeuwschoen van stro |
| tsumamidasu-摘まみ出す | (iemand) met kracht naar buiten brengen [sleuren]; (iemand) wegsturen [verwijderen] |
| tsumaminatto-つまみナット | vleugelmoer |
| tsumu-詰む | in het nauw [klem] zitten; geen vooruitgang boeken; vastzitten (b.v. in de sneeuw) |
| tsumujikaze-旋風 | (fig.) wervelwind; opschudding; plotselinge gebeurtenissen |
| tsuntsun-つんつん | (onomatopee) stinkend; met sterke geur |
| tsurai-辛い | pijnlijk; moeilijk; zwaar; hartverscheurend; wreed |
| tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
| tsutaiaruki-伝い歩き | steeds aan iets (meubels, muren, e.d.) vasthoudend (leren) lopen |
| tsūton・karā-ツートン・カラー | tweekleurig |
| tsuyoki-強気 | hausse (effectenbeurs) |
| tsuyokishijō-強気市場 | haussemarkt; stijgende markt (effectenbeurs) |
| tsuyokisōba-強気相場 | haussemarkt; stijgende markt (effectenbeurs) |
| uchidasu-打ち出す | beginnen met slaan [met de slagbeurt] (honkbal, e.d.); serveren (tennis); beginnen met typen |
| uchigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
| uchikizu-打ち傷 | kneuzing; blauwe plek |
| uchimi-打ち身 | kneuzing; blauwe plek |
| uchiwata-打ち綿 | gebeukte [geklopte] katoen [wol] |
| uesuto・baggu-ウエスト・バッグ | buideltasje; heuptas |
| uesuto・pōchi-ウエスト・ポーチ | buideltasje; heuptasje |
| uguisuiro-鶯色 | groen-bruin (genoemd naar de kleur van de vleugels van een vogel, de Japanse struikzanger) |
| uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
| uingu-ウイング | (vogel; vliegtuig) vleugel |
| uingu-ウイング | (van sportploeg) vleugel |
| uingu-ウイング | (van een gebouw) vleugel |
| uingu・karā-ウイング・カラー | vleugelkraag (stijve overhemdkraag waarvan de bovenhoeken naar beneden zijn gekeerd, voor formele gelegenheden) |
| ukabareru-浮かばれる | de eeuwige rust vinden (van een overledene); rusten in vrede |
| uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
| ukitatsu-浮き立つ | opgewekt zijn; opgebeurd [bemoedigd; opgevrolijkt] worden |
| ukon'iro-鬱金色 | saffraangeel; curcumine (kleurstof uit geelwortel) |
| umarekawaru-生まれ変わる | opnieuw geboren worden |
| umarekawaru-生まれ変わる | (fig.) herboren zijn; totaal veranderd zijn; een nieuwe start maken; zich rehabiliteren |
| umekigoe-呻き声 | kreun; gekreun; gekerm |
| umikamome-海鴎 | zeemeeuw |
| unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
| unaru-唸る | kreunen; kermen; brullen; grommen; janken; zoemen; suizen; kreten van bewondering slaken |
| unohana-卯の花 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
| untenshi-運転士 | chauffeur (van een bus, taxi) |
| untenshu-運転手 | chauffeur |
| uraguchi-裏口 | achterdeur; achteringang |
| uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
| urakido-裏木戸 | achterpoort; achteringang; achterdeur |
| ureāze-ウレアーゼ | urease (ureum amidohydrolase, een enzym dat de hydrolyse van ureum naar koolstofdioxide en ammoniak katalyseert) |
| ureeru-憂える | rouwen; treuren; weeklagen; verdriet hebben |
| ureshii-嬉しい | blij; verheugd; verrukt; opgetogen |
| ureshinaki-嬉し泣き | het huilen van blijdschap [geluk]; tranen van vreugde [geluk] |
| ureshinakisuru-嬉し泣きする | huilen van geluk [blijdschap; vreugde] |
| ureu-憂う | zich zorgen maken over; treuren; overstuur [angstig; van streek; bedroefd] zijn |
| urikata-売り方 | (effectenbeurs) verkoper; baissier; baissespeculant |
| urochoro-うろちょろ | (onomatopee) rondhangend; dralend; treuzelend |
| urochorosuru-うろちょろする | (onomatopee) rondhangen; dralen; treuzelen |
| uron-胡乱 | verdacht [dubieus; twijfelachtig] zijn |
| urumeiwashi-潤目鰯 | ronde haring (vis, Etrumeus teres) |
| urusagata-煩型 | iemand die spijkers op laag water zoekt; muggenzifter; mierenneuker; kommaneuker; pietlut |
| ushin-有心 | de serieuze vorm van een renga gedicht |
| ushirodate-後ろ盾 | steun; ondersteuning; bescherming |
| ushirodate-後ろ盾 | ondersteuner; beschermheer; helper achter de schermen |
| uso-嘘 | leugen; onwaarheid; verzinsel |
| usohappyaku-嘘八百 | een aaneenschakeling van leugens |
| usucha-薄茶 | lichtbruine kleur |
| usui-薄い | licht; vaag (van kleur) |
| usumurasakiiro-薄紫色 | lichtpaarse kleur |
| utakaihajime-歌会始 | de eerste poëziebijeenkomst van het nieuwe jaar (in het Keizerlijk Paleis) |
| utsugi-空木 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
| uwabami-蠎 | reuzenslang |
| uwabari-上張り | bekleding; behang; bedekking (van schuifdeuren, plafonds, muren, e.d.) |
| uwagaki-上書き | (het bewaren van) een nieuwe tekstversie na herschrijving (op een computer) |
| uwasa-噂 | nieuws; het rondbrieven [rondvertellen; openbaren] |
| uwate-上手 | behendiger; vakkundiger; superieur |
| uyoku-右翼 | rechtervleugel; rechterflank; rechterkolom |
| uyoku-羽翼 | veren en vleugels |
| uyoku-羽翼 | vleugelvormig orgaan (b.v. bij planten) |
| uzuuzu-うずうず | (onomatopee) popelend; jeukend |
| uzuuzusuru-うずうずする | (onomatopee) staan te popelen; ongeduldig wachten; je handen jeuken |
| wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
| wain・karā-ワイン・カラー | de kleur van wijn; wijnrood |
| waka-若 | jeugd |
| wakaba-若葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
| wakage-若気 | jeugdigheid |
| wakai-若い | jong; jeugdig |
| wakaishu-若い衆 | jongere; jonge mensen; de jeugd |
| wakamatsu-若松 | Nieuwjaarsdecoratie van dennentakken |
| wakamidori-若緑 | nieuwe [jonge] dennennaalden |
| wakamiya-若宮 | nieuwe tempel |
| wakamizu-若水 | het eerste verse water op Nieuwjaarsdag |
| wakawakashii-若若しい | jong; jeugdig; kinderlijk |
| wakayagu-若やぐ | jeugdig |
| wakayaka-若やか | jeugdig |
| wakazakari-若盛り | de bloeiperiode van de jeugd |
| waki-脇 | ondersteunende rol [bijrol] in het Nō theater |
| wakiaiai-和気藹藹 | harmonieus; vredig; vreedzaam; gelukkig |
| wakō-倭寇 | (hist.) Japanse zeerovers [piraten] (bij China en Korea, 13de tot eind 16de eeuw) |
| wakuwaku-わくわく | (onomatopee) nerveus [opgewonden] (over); trillend |
| wameku-喚く | schreeuwen; krijsen; gillen; roepen |
| wanman・kā-ワンマン・カー | een trein, bus of tram met maar 1 personeelslid (de bestuurder die ook de functie van conducteur vervult) |
| waragutsu-藁沓 | schoenen gemaakt van (gevlochten) stro (gebruikt als sneeuwschoenen in de winter) |
| wareme-割れ目 | spleet; kloof; scheur; gleuf; barst |
| warenimonaku-我にも無く | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
| wareshirazu-我知らず | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
| warizerifu-割り台詞 | in Kabuki, twee acteurs die (in een monoloog) dezelfde gedachten uiten onafhankelijk [onbewust] van elkaar |
| waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
| warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
| warui-悪い | slecht; verkeerd; onjuist; fout; inferieur; zwak |
| warui-悪い | van slechte kwaliteit; niet goed; inferieur |
| waruitazura-悪悪戯 | ondeugendheid; kattenkwaad |
| warusa-悪さ | ondeugd; kattenkwaad |
| wasabi-山葵 | wasabi (scherpe specerij in de Japanse keuken vooral gebruikt bij visgerechten) |
| wasabi-山葵 | (plant) Eutrema japonicum |
| waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
| washoku-和食 | Japans eten [koken]; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
| watarizome-渡り初め | de (officiële) opening van een nieuwe brug |
| watayuki-綿雪 | pluizige sneeuwvlokken |
| waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
| webueditā-ウェブエディター | webredacteur |
| webuhenshūsha-ウェブ編集者 | webredacteur |
| winzāgurīn-ウィンザーグリーン | Windsor groen (kleur) |
| wotchiwādo-ウォッチワード | wachtwoord; leuze; slogan; parool |
| yabottai-野暮ったい | niet modieus [verfijnd; stijlvol]; een beetje boers |
| yabu-藪 | struikgewas; kreupelhout; bosje |
| yabuiri-藪入り | (arch.) een dag verlof voor bedienden op 16 juli en op nieuwjaarsdag |
| yabukeru-破ける | scheuren; breken; barsten |
| yabuku-破く | scheuren; verscheuren |
| yabure-破れ | scheur; breuk |
| yabureme-破れ目 | scheur; barst |
| yabureru-破れる | scheuren; gebroken worden |
| yabureru-破れる | verscheurd [gebroken] worden (fig.); verslagen worden |
| yaburu-破る | scheuren (van papier) |
| yachiyo-八千代 | (lett. 8000 jaar) zeer lange periode; eeuwigheid |
| yadake-矢竹 | pijlbamboe (Pseudosasa japonica) |
| yaeba-八重歯 | dubbele tanden (een persisterende melktand die niet uitvalt en de nieuwe tand die al doorkomt) |
| yajikita-弥次喜多 | (afk. voor) een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
| yajikitadōchū-弥次喜多道中 | een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
| yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
| yakamashiya-喧し屋 | een kieskeurig [veeleisend] persoon |
| yakeru-焼ける | verbleken; vervagen; verkleuren (in de zon) |
| yakeyama-焼け山 | verbrande [verschroeide] heuvels [bergen] |
| yakinaoshi-焼き直し | het opnieuw bakken [braden; smeden] |
| yakinaoshi-焼き直し | het herschrijven; reconstrueren; opnieuw maken; een nieuwe versie maken |
| yakinaosu-焼き直す | opnieuw bakken [braden; smeden] |
| yakinaosu-焼き直す | herschrijven; reconstrueren; opnieuw maken; een nieuwe versie maken |
| yakitsuku-焼き付く | in het geheugen gegrift zijn; een diepe indruk achterlaten |
| yakkai-厄介 | hulp; steun; afhankelijkheid; verblijf (bij iem.) |
| yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
| yakuin-役員 | directeur; leider; leiding gevend persoon; chef |
| yakujihō-薬事法 | de wet op farmaceutische en medische hulpmiddelen |
| yakusha-役者 | speler; acteur (m.n. van Kabuki en No theater) |
| yakusuru-扼する | een sleutelpositie innemen |
| yakuzai-薬剤 | een medicijn; farmaceutisch product |
| yama-山 | berg; heuvel |
| yamabatoiro-山鳩色 | geelblauw (de kleur van de veren van de Oosterse tortelduif) |
| yamanokami-山の神 | iemand's (vervelende; zeurende) vrouw |
| yamanote-山の手 | heuvelachtige buitenwijk van een stad |
| yamasaka-山坂 | bergen en heuvels |
| yamate-山手 | heuvelachtige buitenwijk van een stad |
| yamatonadeshiko-大和撫子 | de ideale Japanse vrouw (met traditionele deugden en gratie) |
| yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
| yamikumo-闇雲 | vaag; doelloos; willekeurig; onnadenkend; roekeloos |
| yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
| yanagiba-柳刃 | smal keukenmes met toelopende punt voor het snijden van m.n. sashimi, e.d. |
| yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
| yarido-遣り戸 | schuifdeur |
| yarikaesu-遣り返す | opnieuw doen; nogmaals doen; overdoen |
| yarinaosu-遣り直す | opnieuw [weer] doen; overdoen; opnieuw beginnen |
| yarō-野郎 | een Kabuki-acteur met een mannelijke hoofdrol |
| yasakebi-矢叫び | het geschreeuw van twee legers die op elkaar schieten |
| yasen-野選 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
| yashoku-夜色 | avondscène; nachtelijk tafereel; de kleurschakeringen van de nacht |
| yashusentaku-野手選択 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
| yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
| yatara-矢鱈 | roekeloosheid; willekeur; lukraak [ongenuanceerd] zijn |
| yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
| yō-幼 | kindertijd; peutertijd |
| yobigoe-呼び声 | roep; schreeuw; kreet; uitroep |
| yobikawasu-呼び交わす | elkaar roepen; naar elkaar roepen [schreeuwen] |
| yobirin-呼び鈴 | bel; zoemer; deurbel |
| yobu-呼ぶ | roepen; uitroepen; schreeuwen |
| yōbu-洋舞 | westerse [Europese] dans |
| yōbu-腰部 | lende(nen); heup(en) |
| yōchien-幼稚園 | kleuterschool |
| yōchienji-幼稚園児 | kleuter [kind] op de kleuterschool |
| yōgin-洋銀 | Duits zilver; nikkelzilver; nieuwzilver |
| yōgo-擁護 | bescherming; verdediging; bijstand; steun |
| yōgo-要語 | sleutelwoord; belangrijke woorden |
| yogosu-汚す | vuil maken; besmeuren; bevuilen |
| yoimachigusa-宵待草 | teunisbloem (Oenothera) |
| yōji-幼児 | peuter; kleuter |
| yōjinbō-用心棒 | (deur)grendel; staaf voor het vergrendelen van deur of poort |
| yōkan-洋館 | een huis [gebouw] in Westerse [Europese] stijl |
| yōkan-腰間 | heup(en) |
| yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
| yōketsu-要訣 | (belangrijk) geheim; geheime sleutel |
| yokka-翼下 | onderzijde van vleugels (van een vogel of vliegtuig) |
| yokka-翼下 | (fig.) bescherming; onder zijn vleugels [hoede] (nemen) |
| yokō-余香 | een geur die blijft hangen |
| yokomoji-横文字 | Europese [Westerse] talen |
| yokun-余薫 | een geur die blijft hangen |
| yokusan-翼賛 | krachtige ondersteuning [hulp; bijstand] |
| yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
| yokushi-抑止 | bedwinging; beteugeling |
| yomibito-詠み人 | auteur (vnl. van poëzie); dichter |
| yomibitoshirazu-詠み人知らず | (van poëzie) auteur [dichter] onbekend |
| yomikomu-読み込む | nauwkeurig lezen; grondig bestuderen |
| yomite-読み手 | dichter [auteur] van Japanse poëzie |
| yōnin-容認 | erkenning; toelating; goedkeuring; aanvaarding; acceptatie |
| yoridokoro-拠り所 | steun; ondersteuning |
| yoridori-選り取り | (vrije) keuze |
| yorikakaru-寄り掛かる | ergens tegenaan leunen |
| yorikakaru-寄り掛かる | op iemand vertrouwen; (fig.) op iemand leunen; afhankelijk zijn van iemand |
| yorokobasu-喜ばす | behagen; verrukken; (iemand) blij maken; verblijden; plezier geven; vreugde brengen |
| yorokobi-喜び | blijdschap; vreugde, genoegen; plezier; voldoening; vervoering; extase |
| yorokobu-喜ぶ | blij [verrukt; opgetogen] zijn; zich verheugen |
| yōroppa-ヨーロッパ | Europa |
| yōshōki-幼少期 | kindertijd; jeugd |
| yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| yōshoku-洋食 | westers eten [koken]; westerse gerechten [keuken] |
| yotamono-与太者 | deugniet; nietsnut; gangster; schurk; schavuit; vandaal (Eng.hooligan) |
| yowaki-弱気 | baisse (effectenbeurs) |
| yowakisōba-弱気相場 | baissemarkt; dalende markt (effectenbeurs) |
| yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
| yubi-hanashiken-指-鼻試験 | vinger-neus-test (medisch) |
| yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
| yūdō-有道 | (het volgen van) de juiste weg; deugdzaam levenspad |
| yūfoniamu-ユーフォニアム | eufonium (koperen blaasinstrument) |
| yūgekisen-遊撃戦 | geurillaoorlog |
| yūgensekai-幽玄世界 | de mysterieuze wereld |
| yugeshō-夕化粧 | avond-makeup |
| yugeshō-夕化粧 | teunisbloem (Onoethera stricta) |
| yuigonsha-遺言者 | erflater (m); erflaatster (v); testateur |
| yūkari-ユーカリ | eucalyptus |
| yukashii-床しい | verfijnd; elegant; gracieus |
| yuki-雪 | sneeuw |
| yukibara-雪腹 | (door kou tijdens sneeuwval) lumbago; spit |
| yukidaruma-雪達磨 | sneeuwman; sneeuwpop |
| yukidarumashiki-雪達磨式 | sneeuwbaleffect |
| yukidoke-雪解け | dooi; het smelten van de sneeuw |
| yukigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
| yukigakoi-雪囲い | sneeuwdak; overkapping [omheining] vanwege sneeuw |
| yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
| yukigumo-雪雲 | sneeuwwolk |
| yukikaki-雪搔き | het sneeuwruimen |
| yukima-雪間 | tussenpoos [pauze] in de sneeuwval |
| yukima-雪間 | sneeuwvrij gedeelte op de grond |
| yukima-雪間 | terwijl het sneeuwt; tijdens de sneeuwval |
| yukime-雪眼 | sneeuwblindheid |
| yukimegane-雪眼鏡 | sneeuwbril |
| yukimi-雪見 | het kijken naar de sneeuw; het genieten van een besneeuwd landschap |
| yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
| yukimochi-雪持ち | dwarsbalk [net; gaas] ter voorkoming van plotselinge val van sneeuw van daken |
| yukimoyoi-雪催い | dreigende [verwachte] sneeuwval |
| yukinadare-雪雪崩 | (sneeuw)lawine |
| yukinohate-雪の果て | sneeuw die aan het einde van de winter valt; sneeuw die is blijven liggen |
| yukiokoshi-雪起こし | onweer voorafgaand aan een sneeuwstorm |
| yukionna-雪女 | Yuki Onna [sneeuwvrouw] (figuur in de Japanse mythologie gekleed in een witte kimono) |
| yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
| yukioroshi-雪下ろし | het verwijderen van sneeuw van daken |
| yukioroshi-雪下ろし | sneeuwwind; een wind die sneeuw meevoert uit de bergen |
| yukiotoko-雪男 | yeti; verschrikkelijke sneeuwman |
| yukishiro-雪代 | gesmolten sneeuw; smeltwater |
| yukiusagi-雪兎 | sneeuwhaas (Lepus timidus, heeft 's winters een witte vacht) |
| yukiyake-雪焼け | zonnebrand in de sneeuw (door weerkaatsing van zonlicht op sneeuw of ijs) |
| yukiyama-雪山 | een besneeuwde berg |
| yukiyama-雪山 | een berg [hoop] sneeuw |
| yūkō-有孔 | poreus zijn |
| yukuefumei-行方不明 | (van personen, museumstukken, e.d.) vermissing; vermist zijn |
| yūkyū-悠久 | eeuwigheid |
| yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
| yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
| yūrashia-ユーラシア | Eurazië |
| yūro-ユーロ | euro; Europese munteenheid |
| yūrobijon-ユーロビジョン | Eurovisie (Organisatie van Europese tv-stations) |
| yūrodarā-ユーロダラー | eurodollar |
| yūrodarāsai-ユーロダラー債 | eurodollar-obligatie |
| yūroensai-ユーロ円債 | euroyen-obligatie |
| yūroken-ユーロ圏 | eurozone |
| yūrokin'yū-ユーロ金融 | euro-financiering; financiering in euro's |
| yūrokomyunizumu-ユーロコミュニズム | eurocommunisme |
| yūrosai-ユーロ債 | euro- obligatie |
| yūrotsūka-ユーロ通貨 | Europese valuta; Euro |
| yūroyokinkinri-ユーロ預金金利 | euro-depositorente |
| yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
| yūsen-優先 | voorrang; voorkeur; prioriteit |
| yūsenteki-優先的 | voorkeurs-; voorkeur hebbend; bevoorrecht; preferentieel |
| yūsetsu-融雪 | dooi; smeltende sneeuw; gesmolten sneeuw |
| yūshoku-有色 | gekleurd [kleurig] zijn |
| yūshū-優秀 | excellent [superieur; uitmuntend; bewonderenswaardig] zijn |
| yushutsuyūgūzeisei-輸出優遇税制 | export preferentiële regeling (exporteurs ontvangen een terugbetaling van de betaalde consumptiebelasting op in eigen land aangeschafte producten) |
| yūsu-ユース | jeugd; jongere(n) |
| yusuriya-ゆすり屋 | afperser; chanteur |
| yūsu・hosuteru-ユース・ホステル | jeugdherberg |
| yūtai-優待 | voorkeursbehandeling; gastvrijheid |
| yūtanajī-ユータナジー | euthanasie |
| yūto-雄図 | een ambitieus plan; gewaagde onderneming |
| yūtoku-有徳 | deugdzaamheid; fatsoen |
| yūyaku-勇躍 | goedgehumeurdheid; vrolijke stemming |
| zaike-在家 | (in de middeleeuwen) landhuis met grondgebied |
| zainō-財嚢 | portemonnee, geldbeurs, portefeuille |
| zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
| zakuzaku-ざくざく | (onomatopee) krakend geluid (zoals bij lopen op ijzige sneeuw) |
| zangō-塹壕 | geul; loopgraaf; greppel |
| zanka-残火 | nasmeulend vuur |
| zansetsu-残雪 | overgebleven sneeuw; sneeuw die lang is blijven liggen |
| zanshin-斬新 | nieuw [origineel; vernieuwend; onconventioneel] zijn |
| zaraba-ザラ場 | (op de handelsbeurs) continue handel; doorlopende sessie (van de eerste transactie tot de sluiting) |
| zashō-挫傷 | (inwendige) kneuzing |
| zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
| zatsudansuru-雑談する | kletsen; babbelen; keuvelen; roddelen |
| zatsuki-座付き | het (exclusief) werken voor een bepaald theater(gezelschap) (als auteur of acteur) |
| zegen-女衒 | pooier; souteneur |
| zehitomo-是非とも | in ieder geval; wat er ook gebeurt; ten koste van alles |
| zeiri-税吏 | belastinginspecteur; belastingontvanger |
| zeirishi-税理士 | geregistreerde belastingadviseur [belastingaccountant] |
| zekkō-絶交 | relatiebreuk; vriendschapsbreuk |
| zekkyō-絶叫 | een schreeuw; het schreeuwen [gillen] |
| zekkyōsuru-絶叫する | schreeuwen; gillen; krijsen |
| zen-善 | het goede; goedheid; deugd |
| zenba-前場 | de ochtendsessie van de effectenbeurs (in Japan) |
| zendō-善道 | (boeddh.) de goede [juiste] weg; de weg van rechtschapenheid [deugdzaamheid] |
| zenji-禅師 | (in China en Japan) erenaam door het keizerlijk hof toegekend aan een zenpriester met een hoog niveau van geleerdheid, wijsheid en deugdzaamheid |
| zenjō-禅譲 | (in China) een keizer die zonder opvolgers in de bloedlijn de troon overdraagt aan een deugdzaam persoon |
| zenkentaishi-全権大使 | gevolmachtigd ambassadeur |
| zennin-善人 | een rechtschapen [deugdzaam; eerlijk] mens |
| zennōshinkyōkai-全能神教会 | de Kerk van de Almachtige God (christelijke religieuze beweging, ontstaan in China, 1991) |
| zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
| zenshikimō-全色盲 | achromatopsie; volledig kleurenblindheid |
| zen'yasai-前夜祭 | de vooravond van een festival [gebeurtenis; ceremonie] |
| zeppitsu-絶筆 | laatste werk van een auteur (vlak voor overlijden) |
| zerachinshitsuno-ゼラチン質の | gelatineachtig; geleiachtig; gelatineus |
| zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
| zeusu-ゼウス | Zeus (de oppergod van de Griekse mythologie) |
| zōgen-造言 | leugen; onwaarheid; verzinsel |
| zōgo-造語 | neologisme; een nieuw woord |
| zokka-俗歌 | volkszang; (volks)liedje; deuntje; ballade |
| zokuhatsu-続発 | (herhaaldelijk) opeenvolgende gebeurtenissen; opeenvolging van gebeurtenissen |
| zokuhō-続報 | vervolgrapport; aanvullend nieuws; nadere bijzonderheden |
| zokuryū-俗流 | de massa; het gewone volk; het gepeupel |
| zokusai-続載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven (in kranten, tijdschriften, e.d.) |
| zōni-雑煮 | soep met rijstcakes en groenten (traditioneel gerecht voor Nieuwjaarsdag) |
| zugaikotsukossetsu-頭蓋骨骨折 | schedelfractuur; schedelbreuk; schedelbasisfractuur |
| zuiheishikō-水平思考 | het lateraal denken (het anders ordenen van bestaande informatie om zo tot nieuwe informatie te komen) |
| zuii-随意 | willekeurig zijn |
| zuiikin-随意筋 | willekeurige spier |
| zuikan-随感 | incidentele indrukken; willekeurige gedachten |
| zuiki-随喜 | diepe dankbaarheid; overweldigende vreugde; groot geluk |
| zutazuta-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
| zuwaigani-ずわい蟹 | sneeuw- of koninginnenkrab |