oud / oud ( bn )
1古い [(algemeen)]
2老年 [(leeftijd)]
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
Men is nooit te oud om te leren.
八十の手習い。(lett. leren kalligraferen als je 80 bent)
八十の手習い。(lett. leren kalligraferen als je 80 bent)
Kruisverwijzing
oud
| lemma | meaning |
|---|---|
| agaru-上がる | ophouden; stoppen (met regenen, b.v.) |
| agemaki-揚巻 | ouderwetse traditionele haarstijl van jongens (met een scheiding in het midden) |
| ageru-上げる | tillen; omhoog doen [houden]; (op)rijzen; opstijgen; omhoog gaan |
| agora-アゴラ | agora (centraal stadsplein in het oude Griekenland) |
| agura-胡坐 | kleermakerszit; lotushouding; met gekruiste benen (zitten) |
| aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
| aibyō-愛猫 | het van katten houden; het liefkozen [liefdevol verzorgen] van katten |
| aibyōka-愛猫家 | iemand die van katten houdt |
| aichō-愛重 | het van iets houden; iets koesteren |
| aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
| aichōka-愛鳥家 | vogelliefhebber; iemand die van vogels houdt |
| aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| aichōsuru-愛重する | houden van; koesteren |
| aienka-愛煙家 | iem. die van roken houdt; iem. die veel [vaak] rookt |
| aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
| aigyō-愛楽 | ergens veel van houden [dol op zijn] |
| aigyōsuru-愛楽する | nastreven; wensen; veel houden van [geven om] |
| aijin-愛人 | het houden van mensen; mensenliefde |
| aijitsu-愛日 | toegewijd [attent; respectvol] zijn (t.a.v. zijn of haar ouders) |
| aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
| aikenka-愛犬家 | hondenliefhebber; iem. die van honden houdt |
| aikō-愛校 | houden van de Alma Mater (eigen school of universiteit) |
| aikōsuru-愛好する | houden van; mooi [goed] vinden |
| aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
| aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
| aishiau-愛し合う | van elkaar houden; elkaar liefhebben |
| aisho-愛書 | van boeken houden |
| aishoka-愛書家 | iem. die van boeken houdt; een bibliofiel |
| aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
| aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
| aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
| aizōkankei-愛憎関係 | een haat-liefdeverhouding |
| aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
| akagane-銅 | (oude benaming voor) koper (chemisch element Cu) |
| akahon-赤本 | triviaalliteratuur; goedkoop boek (qua inhoud of uitgave) |
| akamon-赤門 | bijnaam voor de Universiteit van Tokio, waar de oude rode poort (de Goshudenpoort 御守殿門 uit de Edo periode) zich nu bevindt |
| akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
| akitsushima-秋津島 | Akitsushima, oude naam voor Japan |
| akuba-悪婆 | een humeurige [chagrijnige; gemene] oude vrouw |
| akugyaku-悪逆 | in oude tijden één van de acht misdaden (zoals b.v. een poging tot moord op een vorst) |
| akui-悪衣 | eenvoudige [armoedige] kleding |
| akujiki-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
| akumonogui-悪物食い | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
| akuseku-齷齪 | het zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
| akusekusuru-齷齪する | zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
| akusho-悪書 | een slecht [verdorven] boek (qua inhoud) |
| akushoku-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
| ama-尼 | (afk. van 尼削) het afknippen van haar op schouderlengte |
| ama-尼 | jong meisje met haar tot op schouderlengte |
| amakuchi-甘口 | van zoet houden; een zoetekauw zijn |
| amatō-甘党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| amayami-雨止み | het ophouden [stoppen] van de regen |
| ametsuzuki-雨続き | aanhoudende [voortdurende] regen |
| amezaiku-飴細工 | iets dat mooi van buiten is, maar geen inhoud heeft |
| amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
| an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
| an-諳 | (in kanji combinaties) uit het hoofd leren; onthouden |
| anchaku-安着 | veilige [behouden] aankomst |
| anchakusuru-安着する | veilig [behouden] aankomen |
| anchan-兄ちゃん | oudere broer |
| anchoku-安直 | goedkoop zijn; simpel [eenvoudig] zijn |
| ane-姉 | oudere zus [zuster]; schoonzus |
| anego-姉御 | oudere zus (beleefdheids vorm) |
| anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
| aneki-姉貴 | oudere zus [zuster] |
| anemuko-姉婿 | de man [echtgenoot] van de oudere zuster; zwager |
| anesannyōbō-姉さん女房 | een vrouw die ouder is dan haar man [echtgenoot] |
| anga-安臥 | het liggen in de gemakkelijkste houding |
| angasuru-安臥する | in de gemakkelijkste houding liggen |
| anguro・sakuson-アングロ・サクソン | (taal) Angelsaksisch; Oudengels |
| ani-兄 | oudere broer |
| anideshi-兄弟子 | ouderejaars; leerling [student] in hogere klas |
| anii-兄い | oudere broer; ouder iemand (dan jijzelf) |
| aniki-兄貴 | oudere broer; man die ouder is dan jijzelf |
| anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
| aniyome-兄嫁 | schoonzus; vrouw [echtgenote] van oudere broer |
| anko-あんこ | (in Tohoku) oudste zoon; oudere broer |
| anpō-罨法 | een (warm of koud) kompres |
| ansha-暗車 | een oude benaming voor een scheepsschroef |
| anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | oude gevestigde orde (van voordat er een omslag plaatsvond) |
| anteikabunushi-安定株主 | sterke [loyale] aandeelhouder (die een aandeel voor langere tijd in bezit heeft) |
| an'i-安易 | het zonder problemen zijn; eenvoud |
| aperitifu-アペリティフ | aperitief(je) ((alcoholhoudend) drankje voor de maaltijd) |
| arai-洗い | het wassen van de vis met koud water of ijs (gebruikt voor sashimi) |
| arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
| aramono-荒物 | diverse huishoudelijke artikelen (zoals bezem, stoffer,emmer, etc.) |
| arashitaji-荒下地 | arriccio (pleisterlaag bij oude fresco schilderingen) |
| arinomi-有りの実 | (oud woord voor: 梨の実) (de vrucht van de) Japanse peer |
| arinsu-ありんす | bestaan; (er) zijn (een oude, beleefde vorm van arimasu, vooral gebruikt door prostituees en courtisanes in het Shin-Yoshiwara-dustrict in Edo) |
| arukaikku-アルカイック | archaïsch; verouderd |
| aruto・haideruberuku-アルト・ハイデルベルク | Oud-Heidelberg (Duits romantisch toneelstuk door Wilhelm Meyer-Förster) |
| asobigokoro-遊び心 | liefde voor muziek; het houden van muziek |
| asshi-あっし | (informele, ouderwetse manier om naar zichzelf te verwijzen, gebruikt door mannen) ik |
| asshi-私 | (informele, ouderwetse term, gebruikt door mannen, voor de eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
| asshukuhi-圧縮比 | de compressie-verhouding |
| atai-私 | (eerste persoon enkelvoud, gebruikt door vrouwen of kinderen uit de kasteelstad (shitamachi), of de demi-monde) ik; mij |
| atakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
| atarashigaru-新しがる | op nieuwigheden jagen; van nieuwigheden houden |
| atarazusawarazu-当たらず障らず | zich op de vlakte houden; zich niet blootgeven; zich diplomatiek gedragen |
| atashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
| ateburi-当て振り | (bij het dansen) de gebaren maken die passen bij de (inhoud van de) tekst van het zangstuk |
| ategau-宛てがう | (stevig) vasthouden; houden [drukken] (tegen) |
| atenuno-当て布 | een schouderband; een schouderstuk voor het dragen van iets zwaars |
| autarukī-アウタルキー | autarkie; autarkische staat (met gesloten staatshuishouding) |
| auto・obu・dēto-アウト・オブ・デート | ouderwets; verouderd |
| awaremu-哀れむ | bewonderen; waarderen; houden van; gevoelig [ontvankelijk] zijn (voor) |
| azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
| ba-婆 | oude vrouw |
| baasan-婆さん | oude vrouw; grootmoeder |
| baba-婆 | oude vrouw |
| babaa-婆 | oude vrouw |
| bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
| bai-倍 | keer [maal]; -voud |
| baisū-倍数 | veelvoud |
| bakari-ばかり | (in de uitdrukking: bakari ni): (het kwam) alleen maar door(dat)...; slechts vanwege; eenvoudigweg omdat |
| bakku・nanbā-バック・ナンバー | oud nummer (van tijdschrift, e.d.) |
| bakusuru-縛する | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
| bandō-坂東 | oude naam van de Kantō regio |
| bangaku-晩学 | studie laat in je leven; studie [opleiding] (beginnen) op oudere [hoge] leeftijd |
| bannen-晩年 | laatste jaren (van een mensenleven); levensavond; oude dag; ouderdom |
| banshun-晩春 | derde maand van de (oude) maankalender |
| baria・furī-バリア・フリー | toegankelijkheid (voor ouderen en mensen met een beperking) |
| bariki-馬力 | uithoudingsvermogen; energie |
| basho-場所 | de plaats of tijd waarin een sumo toernooi wordt gehouden; een sumo toernooi |
| bea・toppu-ベア・トップ | (kleding) mouwloos met blote schouders |
| beddo・hausu-ベッド・ハウス | logement; eenvoudig [armoedig] hotel |
| bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
| bessei-別姓 | verschillende achternamen; het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
| bichiku-備蓄 | reserve; opslag; voorraad; het in reserve [voorraad] houden [opslaan] |
| bichikusuru-備蓄する | opslaan; in reserve [voorraad] houden |
| biennāre-ビエンナーレ | biënnale (evenement dat om de twee jaar wordt gehouden) |
| bikō-尾行 | (m.n. bij politieonderzoek) het schaduwen; (heimelijk) volgen; in het oog houden |
| bintēji-ビンテージ | oud; antiek; ouderwets; gedateerd |
| bōkei-亡兄 | een overleden oudere broer |
| boki-簿記 | boekhouding |
| bokō-母校 | alma mater; iemands oude school |
| bokuchiku-牧畜 | veeteelt; veehouderij |
| bokuyō-牧羊 | schapenhouderij; schapenfokker |
| bokuyōgyōsha-牧羊業者 | schapenfokker; schapenhouder |
| bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
| bonjin-凡人 | eenvoudige burgers; het gewone volk; een middelmatige persoon |
| bonsai-盆栽 | kweekkunst om miniatuurbomen in een pot te houden |
| boro-襤褸 | oude kleren; vodden; lompen |
| boro-襤褸 | oude lappen [doeken] |
| bōshi-亡姉 | overleden oudere zus |
| bōshisuru-防止する | voorkomen; preserveren; goedhouden |
| boshun-暮春 | derde maand van de (oude) maankalender |
| bōsō-暴走 | het iets doen zonder aandacht voor de omgeving; iets doen zonder rekening te houden met de gevolgen |
| bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
| bunkakunshō-文化勲章 | Japanse Orde van Culturele Verdienste (onderscheiding voor mensen die een bijdrage hebben geleverd aan behoud en ontwikkeling van de cultuur) |
| bunmen-文面 | de inhoud [tekst] van een brief |
| bunsōō-分相応 | overeenkomstig [in verhouding met] iemand's status [positie; middelen] |
| burajā-ブラジャー | beha; bh; bustehouder |
| burakumin-部落民 | (lett. de mensen van het dorp) van oudsher een autochtone minderheid in Japan |
| buri-振り | danshouding |
| busaiku-不細工 | alledaagsheid; eenvoudigheid; onaantrekkelijkheid |
| bussan-仏参 | een bezoek aan een boeddhistische tempel of een graf (van voorouders) |
| bussheru-ブッシェル | inhoudsmaat (voor vloeistof 36,369 l.) |
| busso-仏祖 | Boeddha en voorouders |
| bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
| butsuga-仏画 | boeddhistische schilderijen; schilderkunst met met boeddhistische inhoud |
| byōdō-廟堂 | mausoleum; een plaats waar de geesten van voorouders worden aanbeden |
| chabo-チャボ | oud Japans kippenras (Japanse kriel) |
| chakunan-嫡男 | oudste zoon; erfgenaam |
| chashitsu-茶室 | theehuis; theekamer (ruimte waar de theeceremonie wordt gehouden) |
| chazuke-茶漬け | eenvoudige maaltijd |
| chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
| chijin-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
| chimatsuri-血祭り | bloedoffer (in het oude China werd een vijand geofferd voor een veldslag om de oorlogsgod gunstig te stemmen) |
| chimei-知命 | 50 jaar (oud); 50ste verjaardag |
| chinkin-沈金 | lakwerk met goud ingelegd |
| chinpon-珍本 | zeldzaam (oud) boek |
| chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
| chōjo-長女 | oudste dochter |
| chōkei-長兄 | oudste broer |
| chokuhitsu-直筆 | het kalligraferen met de schrijfpenseel rechtop gehouden |
| chōmoku-鳥目 | geld; munt; muntstuk (lett. vogel-ogen, de term verwijst naar oude munten met ronde gaten) |
| chōnan-長男 | oudste (eerstgeboren) zoon |
| chōrō-長老 | een oudere; senior; nestor |
| choroi-ちょろい | eenvoudig; gemakkelijk; simpel (van geest) |
| chōsanboshi-朝三暮四 | focussen op ogenschijnlijke (kleine) verschillen i.p.v. op de (grote) overeenkomsten; lood om oud ijzer zijn |
| chōshi-長姉 | oudste zus |
| chōshi-長子 | oudste kind; oudste zoon |
| chūburu-中古 | tweedehandse artikelen; licht verouderde [gebruikte] spullen |
| chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| chūijinbutsu-注意人物 | verdachte; verdacht persoon; persoon die in de gaten moet worden gehouden |
| chūkei-仲兄 | de jongste van twee oudere broers; de tweede broer van boven; de op een na oudste broer |
| chūsekisei-沖積世 | alluvium (verouderde naam voor het holoceen) |
| chūsenkyoku-中選挙区 | een middelgroot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| daichō-台帳 | grootboek (boekhouden) |
| daiga-題画 | een gedicht dat wordt toegevoegd aan een prent of schilderij; een afbeelding die de inhoud van een bijgevoegd gedicht weergeeft |
| daijōdan-大上段 | houding met een zwaard boven het hoofd |
| daijōdan-大上段 | hooghartige houding |
| daikan-大寒 | het midden van de winter; de koudste periode van de winter |
| daisenkyoku-大選挙区 | een groot [meervoudig] kiesdistrict (met twee of meer zetels) in Japan |
| dakiageru-抱き上げる | in de armen nemen [houden] |
| dakishimeru-抱きしめる | knuffelen; omarmen; iemand stevig vasthouden |
| damarikomu-黙り込む | zwijgen; de mond houden; niets (meer) zeggen |
| damaru-黙る | zwijgen; niets zeggen; stil zijn [worden]; je mond houden |
| damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
| danjiki-断食 | de vasten (zelfonthouding van voedsel); vastenperiode |
| dankan-断簡 | fragment van een historisch document [oud manuscript] |
| dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
| dasai-ださい | ouderwets; uit de mode; provinciaal; eenvoudig |
| dei-泥 | (in kanji combinaties) modder; modderige substantie; gefixeerd; vasthoudend |
| dekata-出方 | houding; benadering |
| demodori-出戻り | gescheiden vrouw (die weer bij haar ouders woont) |
| demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
| disupensā-ディスペンサー | automaat; houder |
| dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
| doitsumaruku-ドイツマルク | Duitse mark (oude munt) |
| dokkyorōjin-独居老人 | alleenstaande [alleenwonende] oudere mensen |
| dōkō-動向 | tendens; trend; neiging; houding |
| dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
| dokusensuru-独占する | monopoliseren; voor zich opeisen; voor zichzelf houden |
| dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
| domesutikku・saiensu-ドメスティック・サイエンス | huishoudkunde; gezins- en consumentenwetenschap |
| domo-ども | (achter een zelfst.nw.) geeft aan meervoud of nederigheid |
| donburikanjō-丼勘定 | ruwe schatting; slordige boekhouding |
| dōnen-同年 | dezelfde leeftijd; even oud |
| dōritsu-同率 | dezelfde verhouding; hetzelfde tarief [percentage] |
| dorubako-ドル箱 | geldkist; kluis; goudmijn (fig.) |
| dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
| doryō-度量 | lengte en volume; afmetingen en inhoud |
| dōsa-動作 | actie; beweging, gedrag; houding |
| dōsōkai-同窓会 | alumnivereniging; vereniging van oud-studenten; alumni bijeenkomst |
| dyuaru-デュアル | tweevoud; dubbel; tweevoudig |
| ebisukō-恵比須講 | het Ebisu festival, gewijd aan Ebisu, de god van de welvaart (meestal gehouden in oktober of november) |
| edo-江戸 | Edo (tot 1868 de oude naam van Tokio) |
| ei-永 | (afk. voor) eirakusen, oude Chinese geldmunt |
| eirakusen-永楽銭 | oude Chinese geldmunt |
| ekiden-駅伝 | het stelsel van poststations in het oude Japan |
| ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
| emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
| enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
| enkai-延会 | uitgestelde aandeelhoudersvergadering |
| enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
| enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
| enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
| enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
| enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
| enzetsusuru-演説する | een toespraak [speech; oratie] houden; een lezing geven |
| eso-壊疽 | gangreen; koudvuur |
| firibasutā-フィリバスター | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
| fīto-フィート | (meervoud van foot, lengtemaat) voet (ca. 30 cm) |
| fōru-フォール | (worstelen) touché; schouderlegging |
| forumu-フォルム | forum (centrale marktplein in het oude Rome) |
| fu-父 | oude man |
| fubo-父母 | vader en moeder; ouders |
| fubokai-父母会 | oudervereniging |
| fudan-不断 | constant [onophoudelijk] zijn |
| fudetate-筆立て | houder [glas; beker] om schrijfpenseel rechtop te zetten (zonder reiniging, voor hergebruik later) |
| fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
| fūjikomeru-封じ込める | onderdrukken; tegenhouden |
| fūju-風樹 | gedachten aan de overleden ouders |
| fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
| fukekomu-老け込む | verouderen; er ouder uit komen te zien |
| fukeyaku-老け役 | rol van een ouder personage [oude man] in een toneelstuk; een acteur verkleed als oude man |
| fukinkō-不均衡 | disbalans; onevenwichtigheid; wanverhouding; onevenredigheid |
| fukkatsusuru-復活する | herleven; opstaan (uit de dood); herstellen (in de oude staat) |
| fukko-フッコ | jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; 2-3 jaar oud) |
| fukushiki-複式 | tweevoudige [meervoudige] vorm |
| fukusū-複数 | (grammatica) meervoud |
| fukusūkei-複数形 | meervoudsvorm |
| fukusuru-服する | gehoorzamen; zich onderwerpen aan; accepteren; zich houden aan |
| fukyofukusei-不許複製 | alle rechten voorbehouden |
| fumikotaeru-踏み堪える | standhouden (tegen); voet bij stuk houden; standvastig zijn |
| fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
| fune-船 | vat; tank; houder; reservoir |
| furan-フラン | franc (oude franse munteenheid) |
| furiagebashi-振り上げ箸 | eetstokjes die omhoog gehouden worden en waar gebaren mee worden gemaakt, of naar iets of iemand gewezen wordt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| furikaburu-振り被る | omhooghouden; (boven je hoofd) zwaaien (met) |
| furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
| furikazasu-振り翳す | (van eigen standpunt, zienswijze, e.d.) tonen [verkondigen] aan anderen; vasthouden aan (principes, e.d.) |
| furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
| furiwake-振り分け | bagage in tweeën verdeeld over de schouders dragen |
| furōto-フロート | koude drank met erop een schep ijs |
| furubiru-古びる | verouderen; oud worden; er oud uit zien |
| furudanuki-古狸 | oude rot; oudgediende; veteraan; (sluwe) oude vos |
| furudōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
| furugao-古顔 | een (oude) bekende; bekend gezicht; oudgediende |
| furugi-古着 | oude [tweedehands; gebruikte] kleding; afdragertje(s); afdankertje(s) |
| furugitsune-古狐 | sluwe oude vos; listig mens |
| furugome-古米 | oude rijst; rijst van de oogst van het voorgaande jaar |
| furuhon-古本 | tweedehands boek; oud boek |
| furui-古い | oud; antiek; ouderwets |
| furukizu-古傷 | een oude wond; litteken |
| furukusai-古臭い | muf; bedompt; verschaald; ouderwets; versleten; aftands |
| furumai-振る舞い | gedrag; houding; manieren |
| furunajimi-古馴染み | een goede [oude] vriend(in); iemand waar je al heel lang mee bevriend bent |
| furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
| fūsai-風采 | uiterlijk; voorkomen; houding |
| fuseru-伏せる | verbergen; geheim houden |
| fūshi-風姿 | uiterlijk; voorkomen; houding; gedrag |
| fushinjinmon-不審尋問 | (oude benaming) politieondervraging; politieverhoor |
| fuso-父祖 | voorouders |
| futae-二重 | tweevoud; verdubbeling |
| fuyō-扶養 | steun; financiële ondersteuning; (levens)onderhoud |
| fuyōsuru-扶養する | ondersteunen; financieel onderhouden |
| gabotto-ガボット | gavotte (oude Franse dans) |
| gakubatsu-学閥 | (hechte) groep [kliek] van (oud)klasgenoten (van school of universiteit) |
| ganrōsuru-玩弄する | spelen [dollen] met; plagen; spotten; voor de gek houden |
| ganryō-含量 | inhoud; samenstelling |
| gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
| gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
| gasu・tanku-ガス・タンク | gastank; gashouder; gasreservoir; gasmeter |
| gattsu・pōzu-ガッツ・ポーズ | (Eng.: guts pose) een houding met één vuist (of twee vuisten) in de lucht bij een overwinning |
| gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
| gei・bōi-ゲイ・ボーイ | (verouderde term) een man die het uiterlijk en de taal van vrouwen imiteert (m.n. als beroep) |
| geko-下戸 | een niet-drinker; geheelonthouder; iemand die geen alcohol drinkt [kan drinken] |
| genbahozon-現場保存 | het beschermen [bewaren; intact houden] van de plaats van een misdrijf of ongeluk |
| genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
| genrō-元老 | oudere; nestor; senior; oudere staatsman; veteraan |
| gensenchōshūzei-源泉徴収税 | ingehouden belasting; belastingheffing |
| geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
| gifubo-義父母 | schoonouders |
| gijibogai-議事妨害 | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
| ginī-ギニー | gienje; guinje (oude Engelse munt) |
| girinoryōshin-義理の両親 | schoonouders |
| goisshin-御一新 | (oude naam voor) de Meiji-restauratie |
| goji-護持 | behoud; bewaring; bescherming |
| gojippohyappo-五十歩百歩 | lood om oud ijzer; bijna geen verschil (tussen); de een is niet beter dan de ander |
| gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| gokuya-獄屋 | (oud woord voor) gevangenis |
| goorudorasshu-ゴールドラッシュ | trek naar de goudvelden in de VS in de 19e eeuw |
| goorudorasshu-ゴールドラッシュ | goudkoorts; een stormloop op speculatieve aankopen van goud |
| gōruden・taimu-ゴールデン・タイム | (lett. gouden tijd) primetime (zendtijd met de grootste kijk -en luisterdichtheid op tv of radio) |
| gōrudo-ゴールド | goud |
| gōrudo・rasshu-ゴールド・ラッシュ | goldrush (massale zoektocht naar goud(velden)) |
| gufū-颶風 | (oude term voor) tropische cycloon; wervelstorm |
| gukei-愚兄 | domme oudere broer |
| gukei-愚兄 | (bescheiden term voor je eigen) oudere broer |
| gukeikentei-愚兄賢弟 | dwaze oudere broer, wijze jongere broer |
| gunsen-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| guren-紅蓮 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
| gurenjigoku-紅蓮地獄 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
| gurō-愚老 | (nederig beleefde term waarmee ouderen naar zichzelf verwijzen, b.v.:) ik, oude man; deze oude vrouw |
| gyakuen-逆縁 | een oudere die begrafenisdienst voor een jong familielid leidt |
| gyōgi-行儀 | gedrag; houding; manieren |
| gyōseki-行跡 | gedrag; houding |
| gyōyō-業容 | de aard [omvang en inhoud] van het bedrijf |
| gyūnabe-牛鍋 | (oude term voor sukiyaki) Japanse eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
| habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
| hadasamui-肌寒い | kil (aanvoelend op de huid); koud; huiverig |
| haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
| haigo-廃語 | een verouderd [in onbruik geraakt] woord |
| haimetsu-廃滅 | het ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
| haimetsusuru-廃滅する | ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
| haimisu-ハイミス | oude vrijster; oudere ongetrouwde vrouw |
| hairu-入る | geïnstalleerd worden; (ergens) in zitten [ingekomen zijn]; een inhoud hebben (van); bevatten |
| hakama-袴 | een houder voor een warme fles sake |
| hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
| haku-箔 | folie; dun velletje metaal (zoals bladgoud, bladzilver, etc.); verguldsel |
| hakuban-箔盤 | kussentje gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
| hakuchū-伯仲 | oudste broer en één na oudste broer |
| hakuhake-箔刷毛 | plat kwastje gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
| hakunaifu-箔ナイフ | mes gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
| hakuoki-箔置き | het vergulden met bladgoud |
| hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
| hanakaze-鼻風邪 | neusverkoudheid |
| haniwa-埴輪 | (oudheid) terracotta beelden (bij grafheuvels) |
| hankenshoyū-版権所有 | alle (auteurs)rechten voorbehouden |
| hankenshoyūsha-版権所有者 | auteursrecht [copyright] houder [bezitter] |
| hankotsu-反骨 | opstandigheid; rebelse houding |
| hanmi-半身 | (bij vechtsporten) de starthouding (diagonaal) tegenover de tegenstander |
| hantoki-半時 | (vroeger, in oude eenheid van tijd, een half uur) nu ca. een uur |
| happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
| harau-払う | uitverkopen; uitverkoop houden |
| haruta-春田 | een lente rijstveld (een veld waar de oude rijst al geoogst is en de nieuwe rijst nog geplant moet worden) |
| hashigo-梯子 | (afk. voor) ladder-vasthouder (historische brandweertaak) |
| hashigomochi-梯子持 | ladder-vasthouder (historische brandweertaak) |
| hashioki-箸置き | eetstokjeslegger; eetstokjes houder |
| hassō-八双 | één van de houdingen [standen] bij zwaardvechten |
| hatachi-二十 | 20 jaar oud |
| hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
| hausukīpā-ハウスキーパー | huishoudster |
| hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
| hazuki-葉月 | augustus (de 8ste maand volgens de oude maankalender) |
| hebaritsuku-へばりつく | zich vastklampen [vasthouden] aan |
| heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
| heddorokku-ヘッドロック | een hoofd houdgreep (bij worstelen) |
| heichara-へいちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
| heichara-平ちゃら | makkelijk; eenvoudig |
| heikinsuru-平均する | in evenwicht [balans] zijn [brengen; houden] |
| heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
| hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
| hen'ondōbutsu-変温動物 | koudbloedigheid; poikilothermie; koudbloedig dier |
| hetchara-へっちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
| heyazumi-部屋住み | (in een traditionele Japanse familie) de wettige oudste zoon die thuis woont en nog niet het hoofd van de familie is geworden |
| hi-比 | ratio; verhouding |
| hiasobi-火遊び | het flirten; versieren; een verhouding hebben |
| hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
| hiden-秘伝 | geheim; geheimhouding; mysterie |
| hiebie-冷え冷え | kil; koud; koel |
| hiekomu-冷え込む | koud [kil] worden; afkoelen |
| hieru-冷える | koud worden; het koud krijgen; kleumen; afkoelen |
| hiken-卑倹 | (arch.) spaarzaamheid; natuurlijke eenvoud; soberheid; zuinigheid |
| hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
| hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
| hikimokirazu-引きも切らず | onophoudelijk; continu; voortdurend; onafgebroken; doorlopend |
| hikinaosu-引き直す | weer [opnieuw] verkouden worden [kou vatten] |
| hikitomeru-引き止める | tegenhouden; ophouden |
| hikitsuzuki-引き続き | continu; onophoudelijk; achtereenvolgend |
| hikkakaru-引っ掛かる | tegengehouden worden; gesnapt worden |
| hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
| himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
| himitsu-秘密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| hinauta-鄙歌 | (oud) volksliedje; plattelands lied |
| hinawajū-火縄銃 | musket; haakbus (ouderwets geweer met een lont) |
| hine-陳 | (van graan, groenten, e.d.) oude voorraad (die te lang is blijven liggen) |
| hinpan-頻繁 | voortdurend [onophoudelijk; herhaald; regelmatig] zijn |
| hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
| hippugerō-匹夫下郎 | eenvoudige mannen en knechten; mannen met lage functies |
| hirakinaoru-開き直る | zich afzetten tegen; een verdedigende houding aannemen; uitdagend [opstandig] zijn |
| hiraku-開く | houden; organiseren; opzetten; stichten |
| hiratai-平たい | simpel; eenvoudig; makkelijk (te begrijpen) |
| hiritsu-比率 | percentage; verhouding; ratio |
| hishakōteki-非社交的 | asociaal; terughoudend; eenzelvig; teruggetrokken |
| hisomaseru-潜ませる | (iets) verbergen; verborgen houden; verstoppen |
| hisomeru-潜める | stil [kalm] zijn; zich stilhouden |
| hisomu-潜む | verborgen zijn; latent zijn; zich schuilhouden; op de loer liggen |
| hisōzokunin-被相続人 | voorouder; erflater |
| hitchihaiku-ヒッチハイク | liften (een voertuig aanhouden om gratis mee te rijden) |
| hitoatari-人当たり | (iemands) houding; gedrag; manieren |
| hitorimono-独り者 | iem. die alleen is; een vrijgezel; ongetrouwde vrouw; een oude vrijster |
| hitsui-筆意 | schrijfvaardigheid; schrijfstijl; houding bij het kalligraferen |
| hitsui-筆意 | mentale houding tijdens het schrijven [kalligraferen] |
| hiya-冷や | koud drinkwater (met ijsblokjes) |
| hiya-冷や | koude [gekoelde] sake |
| hiya-冷や | koude gekookte rijst |
| hiyaase-冷や汗 | het koude [klamme] zweet |
| hiyahiya-冷や冷や | koud; kil |
| hiyakasu-冷やかす | plagen; de draak steken met; voor de gek houden |
| hiyakasu-冷やかす | weken [afkoelen] in koud water |
| hiyakkoi-冷やっこい | koud; kil |
| hiyaku-秘薬 | geheim geneesmiddel; geneesmiddel waarvan het recept geheim gehouden wordt |
| hiyameshi-冷や飯 | koude gekookte rijst |
| hiyameshizōri-冷や飯草履 | eenvoudige zori (traditionele Japanse rieten teensandalen) |
| hiyamizu-冷や水 | koud water |
| hiyamizu-冷や水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
| hiyamugi-冷や麦 | koud geserveerde udon noedels |
| hiyarito-ひやりと | kil; koel; koud |
| hiyayaka-冷ややか | koud [kil] zijn |
| hiyayaka-冷ややか | (fig.) kil [koel; koud; onbenaderbaar] zijn |
| hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
| hiyazake-冷酒 | koude sake (rijstwijn) |
| hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
| hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
| hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
| hobaku-捕縛 | aanhouding; arrestatie |
| hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
| hogoshakai-保護者会 | oudervereniging (op school) |
| hogosuru-保護する | beschermen; bewaren; behouden |
| hoiku-哺育 | verzorging, voeding en bescherming van jonge zoogdieren door de ouders |
| hoji-保持 | behoud; bewaring; handhaving |
| hojisha-保持者 | houder (van een record, titel, vergunning, etc.) |
| hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
| hōkai-抱懐 | het koesteren [hebben; erop na houden] van een gedachte, mening, etc |
| hoken-保健 | hygiëne; bevordering [behoud] van gezondheid |
| hokurikudō-北陸道 | Hokurikudō, een van de zeven districten van het oude Japan |
| hokuteki-北狄 | noordelijke barbaren, naam die werd gegeven aan nomadische volkeren in het oude China |
| hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
| honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
| honnomushi-本の虫 | boekenwurm; boekenworm (iemand die veel van lezen houdt) |
| hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
| honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
| honzuki-本好き | boekenwurm; boekenworm (iemand die veel van lezen houdt) |
| hoon-保温 | warmte-isoloatie; het warmhouden van iets |
| hoozukiichi-酸漿市 | de lampionplant markt gehouden in de tempel Sensōji in Tokio op 9-10 juli |
| horei-保冷 | het koel houden; koel bewaren |
| horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
| horiateru-掘り当てる | (olie) aanboren; een goud(ader) [schat] vinden |
| horudā-ホルダー | (iets) houder; etui; koker |
| horudā-ホルダー | (iemand) bezitter; houder (van een record, titel, etc.) |
| hōrudingu-ホールディング | (volleybal) een overtreding door het even vasthouden van de bal |
| hōrudingu-ホールディング | (basketbal, voetbal, boksen, e.d.) een tegenstander hinderen [vasthouden] met arm of hand |
| hōrudingu-ホールディング | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| hōrudingu・kanpanī-ホールディング・カンパニー | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| hōrudo-ホールド | vasthouden; vastgrijpen; grip |
| hōrudo-ホールド | greep; klem; houdgreep (bij o.a. judo en worstelen) |
| horyū-保留 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| horyūsuru-保留する | voorbehoud maken; bewaren (voor later); uitstellen (tot later); achterwege laten; achterhouden |
| hosen-保線 | onderhoud en herstel van spoorwegen (inclusief aanverwante bouwwerken) |
| hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
| hoshitsu-保湿 | het hydrateren; bevochtigen; behoud van vochtigheid |
| hoshu-保守 | conservatie; behoud |
| hoshuteki-保守的 | conservatief; behoudend |
| hotto・purēto-ホット・プレート | (Eng.: hot plate) kookplaat; warmhoudplaatje |
| howaito・gōrudo-ホワイト・ゴールド | (Eng.: white gold) witgoud (een legering van goud met tenminste één wit metaal (b.v. nikkel, zilver of palladium) |
| hoyūsha-保有者 | bezitter; eigenaar; houder; drager |
| hozen-保全 | behoud; bescherming; instandhouding; conservering |
| hozon-保存 | bewaring; behoud; instandhouding; conservering |
| hozonsuru-保存する | bewaren; behouden; in stand houden; preserveren |
| hyakubaisuru-百倍する | verhonderdvoudigen; honderdmaal zo groot maken |
| hyōjō-表情 | gevoelsuitdrukking; expressie; houding |
| i-易 | eenvoud; gemak; moeiteloosheid |
| ichigaini-一概に | onvoorwaardelijk; zonder voorbehoud; zonder uitzondering |
| ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
| ichinan-一男 | oudste [eerstgeboren] zoon |
| ichinotori-一の酉 | de eerste Dag van de Haan in de elfde maand; het festival van de Ōtori-schrijn gehouden op die dag |
| ichizenmeshi-一膳飯 | een eenvoudige maaltijd |
| idaku-抱く | in de armen houden [dragen]; omarmen; omhelzen |
| iemochi-家持ち | het beheren van de financiën van het huishouden |
| ienoko-家の子 | kind geboren in een voorname [gegoede; oude] familie |
| igyō-易行 | (boeddh.) de eenvoudige [makkelijke] oefening [training] via de recitatie van Boeddha's naam (b.v. bij de Jodo secte) |
| igyōdō-易行道 | (boeddh.) de eenvoudige [makkelijke] oefening [training] via de recitatie van Boeddha's naam (b.v. bij de Jodo secte) |
| iiharu-言い張る | (stug) volhouden; beweren; blijven zeggen [herhalen] |
| iikurumeru-言い包める | iem. voor de gek houden; iem. iets wijs maken; iem. ompraten; iem. overhalen iets te doen |
| iisuteru-言い捨てる | bij het weggaan nog (over je schouder) iets zeggen; een laatste opmerking maken (zonder op antwoord te wachten) |
| iitateru-言い立てる | beweren; stellen; verklaren; volhouden |
| ījī-イージー | (ge)makkelijk; eenvoudig |
| iji-維持 | handhaving; behoud; onderhoud; instandhouding |
| ijisuru-維持する | onderhouden; handhaven; behouden; instandhouden |
| ījī・kea-イージー・ケア | (ge)makkelijk te onderhouden (meestal gebruikt voor stoffen van kleding) |
| ikarigata-怒り肩 | rechte schouders |
| ikasu-生かす | laten (her)leven; levend [in leven] houden; nieuw leven inblazen |
| ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
| ikiji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
| ikizama-生き様 | levenshouding; manier van leven; hoe men zijn leven leeft |
| ikka-一家 | gezin; huishouden; familie |
| ikkikasei-一気呵成 | iets in een keer afmaken; iets afmaken zonder pauze te houden |
| Ikkoku-一石 | één koku (oude volume eenheid) |
| ikuji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
| ikujikyūgyō-育児休業 | ouderschapsverlof |
| ikusabune-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| ikutsu-幾つ | hoe oud |
| imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
| imogashira-芋頭 | ouderknol [hoofdknol] van een taro |
| inaoru-居直る | rechtop zitten; een correcte houding aannemen |
| inchi-印池 | houder voor stempelkussen |
| inishie-古 | oudheid; oude tijden |
| innen-因縁 | eerdere [oude] relatie [band; verbinding]; oorsprong; oorzaak; karma |
| inpei-隠蔽 | verzwijging; geheimhouding; verhulling; verberging |
| inpi-隠避 | (jur.) het helpen ontsnappen [verborgen houden] van een voortvluchtige crimineel |
| intoku-隠匿 | verberging; schuilhouding; geheimhouding |
| in'u-陰雨 | aanhoudende regen |
| in・hai-イン・ハイ | afk. voor Inter-high, nationaal atletiektoernooi voor middelbare scholen dat twee keer per jaar wordt gehouden |
| ippankaikei-一般会計 | boekhouding van algemene inkomsten en uitgaven bij nationale en lokale overheden |
| ippitsu-一筆 | het schrijven in een eenvoudige stijl |
| ipponjōshi-一本調子 | eenvoud; rechtlijnigheid |
| ire-入れ | houder; etui; foedraal; holster; kist; koffer |
| irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
| iriha-入端 | (Nō theater) een oude term die verwijst naar de tweede akte van een toneelstuk met twee bedrijven |
| irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
| isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
| ishi-頤使 | het de baas spelen; iemand onder controle houden |
| ishibōchō-石包丁 | (oudheid) een stenen (oogst) mes |
| ishisuru-頤使する | de baas spelen; iemand onder controle [onder de duim] houden |
| ishoku-衣食 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| itawaru-労る | rekening houden (met); begrip tonen; meevoelen |
| itodo-いとど | oude naam voor een grottensprinkhaan (Rhaphidophoridae) |
| itoku-遺徳 | verdienstelijke nalatenschap door de deugd van een voorouder [stamvader] voor zijn nakomelingen |
| itonamu-営む | een (religieuze) ceremonie houden [leiden] |
| itsukushimu-慈しむ | houden van; liefhebben |
| itten-一点 | eerste deel in het oude tijdsysteem, dat een uur in vier delen verdeelt |
| ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
| iyashii-卑しい | nederig; van lage afkomst; eenvoudig; arm; vulgair; sjofel |
| iyō-威容 | een plechtige [statige; waardige; deftige] verschijning [houding] |
| izumai-居住まい | (iemands) zithouding; manier van zitten |
| jabara-蛇腹 | blaasbalg; trekbalg van een accordeon; geplooide balg van een oude camera |
| jairopairotto-ジャイロパイロット | (op vliegtuigen en schepen) automatische piloot (een instrument dat automatisch een bepaalde koers aanhoudt) |
| janguru-ジャングル | jungle; oerwoud; wildernis |
| jidaiokure-時代遅れ | verouderd; uit de tijd |
| jidōfurikomi-自動振込 | automatische incasso [overschrijving] door de bank (met machtiging van de rekeninghouder) |
| jigami-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
| jijii-爺 | een oude man; oude bediende |
| jijii-爺 | (geringschattend) oude vent [kerel; gozer] |
| jijo-次女 | tweede dochter; op één na oudste dochter |
| jikatsu-自活 | zelfstandig levensonderhoud; het voorzien in eigen levensonderhoud |
| jikka-実家 | ouderlijk huis |
| jikohozon-自己保存 | zelfbehoud |
| jikyū-持久 | uithoudingsvermogen; volharding |
| jikyūryoku-持久力 | uithoudingsvermogen; doorzettingsvermogen |
| jikyūsuru-持久する | volharden; volhouden; doorzetten; weerstaan |
| jikyūsuru-自給する | in zijn eigen onderhoud voorzien; zelfstandig iets uitvoeren; zelfvoorzienend zijn |
| jimi-地味 | eenvoud; soberheid |
| jinkaku-人格 | houding; gedrag |
| jisshitsuteki-実質的 | substantieel; inhoudelijk; essentieel; werkelijk; wezenlijk |
| jōdosanbukyō-浄土三部経 | (boeddh.) de drievoudige pure land soetra |
| jōko-上古 | verre [klassieke] oudheid; ver verleden |
| jōkyūsei-上級生 | ouderejaarsstudent; een ouderejaars |
| jōonkakuyūgō-常温核融合 | koude kernfusie |
| jōsashi-状差し | brievenstandaard; brievenhouder |
| joya-除夜 | oudejaarsavond; silvesteravond |
| ju-寿 | ouderdom; hoge leeftijd |
| jūkei-従兄 | (oudere) neef |
| jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
| junjiru-準じる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
| junkin-純金 | zuiver goud; puur goud |
| junsahashutsujo-巡査派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
| junshusuru-遵守する | naleven; gehoorzamen; zich houden aan; eerbiedigen |
| junzuru-準ずる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
| jun'en-順縁 | het feit dat in de natuurlijke loop der dingen de mensen sterven in volgorde van ouderdom |
| jurei-樹齢 | de leeftijd [ouderdom] van een boom |
| jūryō-十両 | 10-ryo, oude Japanse munteenheid |
| jūshi-従姉 | (oudere) nicht |
| kabane-姓 | (arch.) erfelijke eretitel voor het hoofd van een clan (in het oude Japan) |
| kabunushi-株主 | aandeelhouder |
| kabunushisōkai-株主総会 | (algemene) aandeelhoudersvergadering |
| kaburo-禿 | (arch.) een meisje van ongeveer 10 jaar oud, als leerling van courtisane |
| kabushikiginkō-株式銀行 | aandelenbank (een bank die eigendom is van en wordt gecontroleerd door aandeelhouders) |
| kabushikimeigara-株式銘柄 | naamregister van aandeelhouders |
| kaden-家電 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
| kahi-歌碑 | een stenen monument met een inscriptie van een waka (oud Japanse gedicht) |
| kaibunsho-怪文書 | een anoniem document met twijfelachtige [lasterlijke] inhoud |
| kaichō-開帳 | (jur.) het houden van een gok-evenement; het openen van een gokhal |
| kaichō-開張 | (jur.) het houden van een gok-evenement; het openen van een gokhal |
| kaigarabone-貝殻骨 | schouderblad |
| kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
| kaikei-会計 | boekhouding; financiële administratie |
| kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
| kaikomu-掻い込む | iets onder de arm geklemd houden [dragen] |
| kaisai-開催 | het houden [organiseren] van een evenement [conferentie; organisatie; tentoonstelling; opening] |
| kaisaisuru-開催する | een evenement [conferentie; organisatie; opening] houden [organiseren] |
| kaiseki-懐石 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
| kaisekiryōri-懐石料理 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
| kaji-家事 | huishoudelijke zaken [taken] |
| kajitsu-花実 | (poëzie) vorm en inhoud |
| kakaadenka-嬶天下 | gezin [huishouden] waar de vrouw de baas is |
| kakaeru-抱える | iets in je armen houden [dragen]; ergens mee zitten; bezorgd zijn; (een last) op de schouders hebben (fig.) |
| kakawaru-関わる | zich bezig houden met; te maken hebben met |
| kakei-家兄 | mijn oudere broer |
| kakejaya-掛け茶屋 | (eenvoudig) theehuis [café] langs de weg of in een park |
| kakeme-掛け目 | leenwaarde; verhouding van de hoogte van een lening t.o.v, het onderpand |
| kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
| kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
| kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
| kamae-構え | houding; positie; pose |
| kamaeru-構える | een bepaalde houding aannemen (b.v. ter verdediging); gereed hebben; bij de hand hebben; klaar staan (om te); voorbereiden |
| kamau-構う | rekening houden met; aandacht hebben voor; (iets kunnen) schelen |
| kamikorosu-噛み殺す | een gaap onderdrukken [inhouden] |
| kaminarioyaji-雷親父 | een slechtgehumeurde [prikkelbare] oude man; een oude brompot [mopperkont] |
| kamisabiru-神さびる | oud [antiek] worden; er oud uitzien |
| kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
| kamishimo-裃 | samoeraikostuum (oude ceremoniële dracht) |
| kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
| kamuro-禿 | (arch.) een meisje van ongeveer 10 jaar oud, als leerling van courtisane |
| kan-監 | (China) toezichthouder op lokale leenheren e.d. |
| kan-管 | controleren; de supervisie hebben; toezicht houden |
| kanbandaore-看板倒れ | schijngoed; oppervlakkig; iets dat minder goed is dan verwacht; iets dat mooi is aan de buitenkant maar zonder inhoud |
| kanben-簡便 | eenvoudig [simpel; makkelijk; handig] zijn |
| kanbō-感冒 | verkoudheid; griep |
| kanburi-寒鰤 | koude geelvinmakreel, d.w.z. die gevangen is midden in de winter |
| kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
| kanchū-寒中 | midwinter; midden in de winter; het koude jaargetijde |
| kandan-寒暖 | kou en hitte; koud en warm; temperatuur |
| kanehen-金偏 | kanji radicaal voor metaal of goud |
| kangamiru-鑑みる | rekening houden met; in gedachten houden; overwegen |
| kangetsu-寒月 | de maan op (koude) een winternacht |
| kangoken-監護権 | voogdij; ouderlijk gezag |
| kangori-寒垢離 | ritueel koudwaterbad in de winter |
| kanjaku-閑寂 | stille eenvoud (een concept in de haiku van Bashō) |
| kanji-監事 | inspecteur; supervisor; toezichthouder |
| kanki-寒気 | kou; koud weer; koud aanvoelen |
| kankōmokusetsu-款項目節 | begrotingsposten van de oude Japanse belastingwet |
| kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
| kanpa-寒波 | koudegolf |
| kanpū-寒風 | een koude wind |
| kanreizensen-寒冷前線 | koufront; koudefront |
| kanrikeizai-管理経済 | management boekhouding |
| kanrisuru-管理する | beheren; managen; controleren; toezicht houden |
| kanryū-寒流 | koude zeestroming |
| kansa-監査 | accountantsonderzoek; boekhoudingcontrole |
| kansatsusuru-観察する | observeren; waarnemen; controleren; toezicht houden |
| kanshisuru-監視する | observeren; inspecteren; bewaken; toezicht houden |
| kanshoku-寒色 | koude kleur |
| kansoka-簡素化 | vereenvoudiging; simplificatie |
| kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
| kantaiji-簡体字 | vereenvoudigde (Chinese) karakters |
| kantan-簡単 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
| kanten-寒天 | koude lucht; winterhemel |
| kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
| kaotsunagi-顔繋ぎ | het (regelmatig) contact houden [bij elkaar komen] |
| kappu-カップ | (inhoudsmaat) een kop |
| kara-唐 | oude naam voor China of Korea |
| karakuchi-辛口 | van sake [wijn] houden |
| karappo-空っぽ | zonder inhoud; leegte |
| karatto-カラット | karaat (eenheid die de zuiverheid van goud en edelstenen aangeeft) |
| karei-加齢 | veroudering; het ouder worden |
| kareishū-加齢臭 | oudemensengeur; de geur van oude mensen |
| karikoshi-借り越し | het teveel lenen; te zware lening (in verhouding met het onderpand) |
| karioya-仮親 | pleegouder |
| kasei-家政 | huishouding |
| kaseifu-家政婦 | huishoudster |
| kaseigaku-家政学 | huishoudkunde; gezins- en consumentenwetenschap |
| kasha-仮借 | een fonetisch leenteken (gebruikt om een ander woord te maken, zonder rekening te houden met het semantische aspect ervan) |
| kasha-火車 | oude Chinese stoomtrein |
| kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
| kassatsu-活殺 | leven en [of] dood; laten leven of doden; in leven houden of laten sterven |
| kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
| kata-肩 | schouder |
| katahaba-肩幅 | schouderbreedte |
| katahada-片肌 | één schouder ontbloot (bij het dragen van een kimono) |
| katahiji-肩肘 | schouders en ellebogen |
| katakori-肩凝り | stijve schouder(s); stijve nek |
| katame-固め | verdediging; bewaking; bescherming; stijf [vast] houden |
| katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
| kataoya-片親 | één ouder |
| kataoya-片親 | een alleenstaande ouder |
| katasaki-肩先 | topje [punt; uiteinde] van de schouder (begin van de bovenarm) |
| katasen-肩線 | schouderlijn; schoudernaad |
| katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
| katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
| katatataki-肩叩き | in een bedrijf iemand met een schouderklopje aansporen om vervroegd met pensioen te gaan [ ontslag te nemen] |
| katei-家庭 | gezin; huishouden; huisgezin |
| kateidenkiseihin-家庭電気製品 | elektrisch huishoudapparaat; elektrisch apparaat voor in huis |
| kateiran-家庭欄 | (in krant of tijdschrift) sectie met artikelen over familiezaken (zoals huishouden, tuinieren, kinderopvang, etc.) |
| katsuro-活路 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| kau-飼う | dieren houden [fokken; verzorgen] |
| kawarimi-変わり身 | (snelle) verandering van positie [houding; standpunt] |
| kazagoe-風邪声 | (door verkoudheid veroorzaakte) hese stem |
| kazasu-翳す | iets optillen; boven je hoofd houden |
| kazasu-翳す | iets ergens boven houden (b.v. om het licht te blokkeren) |
| kaze-風邪 | verkoudheid; kou(tje); influenza |
| kazegusuri-風邪薬 | medicijn tegen verkoudheid |
| kazehiki-風邪引き | verkouden worden |
| kazehiki-風邪引き | iemand die verkouden is |
| kazeke-風邪気 | lichte verkoudheid; koutje |
| kazō-家蔵 | familiebezit; bezittingen van een huishouden [gezin] |
| kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
| kazokuseido-家族制度 | systeem van erfgoed, familie-zijtakken [afstammelingen] en aftredingen van familiehoofden ter voortzetting en behoud van de familie |
| kē-ケー | k, afk. voor karaat (gehalte voor goud en edelstenen) |
| keiben-軽便 | handig [eenvoudig; praktisch] zijn |
| keibō-閨房 | slaapkamer; vrouwenvertrek; boudoir |
| keii-軽易 | eenvoudig [licht; gemakkelijk] zijn |
| keikikyū-軽気球 | (oude naam voor) luchtballon |
| keinenrekka-経年劣化 | slijtage; veroudering |
| keiri-経理 | boekhouding; financiële administratie |
| keiribu-経理部 | boekhoudafdeling |
| keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
| keirō-敬老 | respect voor ouderen |
| keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
| keisaku-警策 | (zen-boeddh.) lat om een slag te geven op de rechterschouder van een meditatie-beoefenaar ter waarschuwing om niet te verslappen |
| keisatsuhashutsujo-警察派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
| keishi-兄姉 | oudere broer(s) en zuster(s) |
| keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| kengyō-検校 | toezichthouder bij administratieve zaken van een heiligdom of tempel |
| kenji-堅持 | het vasthouden aan; handhaven |
| kenji-検事 | (oude naam voor) Officier van Justitie |
| kenkei-賢兄 | wijze oudere broer |
| kenkei-賢兄 | uw oudere broer |
| kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
| kenkōkotsu-肩甲骨 | schouderblad; scapula |
| kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
| kenmaku-剣幕 | dreigende [boze] blik [houding] |
| kenpeiritsu-建蔽率 | bebouwingspercentage; verhouding tussen het grondoppervlak en het oppervlak van de bebouwing |
| kenryokukankei-権力関係 | machtsverhoudingen |
| kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
| ken'en-犬猿 | als kat en hond; een slechte verstandhouding |
| keruto-ケルト | Kelt (inwoner van Ierland, Wales, Cornwall, Schotland, Bretagne; ook van oude etnische groep in de geschiedenis) |
| kessan-決算 | afsluiting (in de boekhouding van het kasboek) |
| kēsu-ケース | koffer; tas; doos; kist; omhulsel; houder; etui |
| kibutsu-器物 | koker; houder; container; vat |
| kichin'yado-木賃宿 | goedkoop [eenvoudig] pension |
| kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
| kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
| kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
| kijitsu-期日 | vastgestelde datum (voor betaling, houdbaarheid, e.d.)\ |
| kikajin-帰化人 | immigrant naar het oude Japan vanuit China of Korea |
| kiken-棄権 | onthouding van stemmen; afstand doen van een recht |
| kikensha-棄権者 | niet-stemmer; iemand die zich onthoudt van stemming |
| kikioku-聞き置く | onthouden wat je hoort |
| kikun-貴君 | (m.n. in brieven e.d. gebruikt voor de tweede persoon enkelvoud) jij; u |
| kikyo-起居 | iemands houding en gedrag [handelingen]; iemands bewegingen [staan of zitten]; iemands dagelijkse leven |
| kimei-記銘 | het uit het hoofd leren [onthouden]; zich in het geheugen prenten |
| kimekomu-決め込む | volharden; vasthouden aan; doorgaan met |
| kimitsu-機密 | geheim; geheime informatie; geheimhouding |
| kimitsuhoji-機密保持 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| kimitsuhojikeiyaku-機密保持契約 | geheimhoudingsovereenkomst; geheimhoudingsverklaring |
| kin-金 | goud |
| kinba-金歯 | gouden tand [kies; kroon] |
| kinboshi-金星 | gouden ster; roos (van een schietschijf) |
| kinbuchi-金縁 | gouden rand; gouden frame |
| kinbyōbu-金屏風 | kamerscherm bedekt met bladgoud |
| kindei-金泥 | goudverf; goudpigment |
| kingen-金言 | een wijs gezegde; gouden spreuk |
| kinguchi-金口 | gouden filter (van sigaret) |
| kingyo-金魚 | goudvis |
| kingyoku-金玉 | juweel; goud en edelstenen |
| kinhon'i-金本位 | goudstandaard |
| kinhon'isei-金本位制 | (het systeem van) de goudstandaard |
| kiniiru-気に入る | houden van; leuk vinden; blij zijn met |
| kinji-金地 | gouden ondergrond (op kamerscherm etc.) |
| kinji-金字 | gouden letter(s) |
| kinjigane-金地金 | ongemunt goud |
| kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
| kinjunbi-金準備 | goudreserve |
| kinka-金貨 | goudstuk; gouden munt |
| kinkagyokujō-金科玉条 | gouden regel; belangrijkste voorschrift |
| kinkai-金塊 | goudklomp; goudbaar; goudstaaf |
| kinkan-金冠 | gouden kroon (hoofdtooi) |
| kinkan-金冠 | gouden kroon (gebit) |
| kinkan-金環 | gouden ring [cirkel; krans] |
| kinkanban-金看板 | een uithangbord met gouden letters [opschrift] |
| kinken-金券 | goudcertificaat |
| kinketsu-金穴 | goudmijn |
| kinki-錦旗 | vlag van rood met goud brokaat |
| kinkō-金鉱 | gouderts |
| kinkō-金鉱 | goudmijn |
| kinkonshiki-金婚式 | gouden bruiloft (50 jarig huwelijk) |
| kinmon-金紋 | gouden familiewapen |
| kinmuku-金無垢 | zuiver goud |
| kinmutaido-勤務態度 | werkhouding; houding en gedrag op het werk |
| kinmyaku-金脈 | goudader |
| kinpai-金杯 | gouden bokaal |
| kinpaku-金箔 | bladgoud |
| kinpatsu-金髪 | goudblond haar |
| kinpun-金粉 | goudpoeder |
| kinran-金襴 | gouden draad; goudbrokaat |
| kinsei-均整 | (juiste) verhouding; proportie; evenredigheid |
| kinsei-金製 | gemaakt van goud |
| kinsenka-金盞花 | goudsbloem (Calendula officinalis) |
| kinshi-金糸 | gouden draad |
| kinshijō-金市場 | goudmarkt |
| kinshō-金将 | de Gouden generaal (een stuk in Shōgi, Japans schaken) |
| kinshoku-金色 | goudkleur |
| kinshu-禁酒 | geheelonthouding (van alcohol) |
| kinsunago-金砂子 | stofgoud; goudpoeder (wordt gebruikt in schilderkunst of lakwerk) |
| kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
| kinzan-金山 | goudmijn |
| kin'i-金位 | zuiverheid van goud |
| kin'iro-金色 | goudkleur |
| kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
| kiokusuru-記憶する | zich herinneren; onthouden; uit het hoofd leren |
| kīpu-キープ | in bezit houden; bewaren; zijn service behouden (tennis) |
| kirihanasu-切り放す | (in gedachten) scheiden [uit elkaar houden]; als twee aparte dingen beschouwen |
| kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
| kiritsusuru-規律する | regelen; toezicht houden op |
| kirokukei-記録係 | iemand die de score [tijd; stukken] bijhoudt; archivaris |
| kiru-切る | ophouden; beëindigen; ophangen; verbreken; afbreken; uitdoen; uitzetten; (iem.) ontslaan |
| kiru-着る | aantrekken [dragen] (van kleding, vanaf de schouders) |
| kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
| kishi-旗幟 | houding; standpunt; visie |
| kisokōjo-基礎控除 | basisinhouding [standaardinhouding] op (belastbaar) inkomen |
| kisuru-記する | onthouden; niet vergeten; (iets) uit het hoofd leren |
| kiton-キトン | chiton (onderkleed bij de oude Grieken) |
| kitsuneiro-狐色 | goudbruine kleur (lett. de kleur van een vos) |
| kizai-器財 | gereedschap; werktuigen; (huishoudelijke) apparaten |
| kō-江 | (oude naam voor) het Biwa meer |
| koban-小判 | koban, oude Japanse (ovale gouden) munt (Edo periode) |
| kobijutsu-古美術 | oude kunstwerken; antiquiteiten |
| koboku-古木 | een oude [eeuwenoude] boom |
| kobonnō-子煩悩 | het erg veel van je kind(eren) houden |
| kobonnō-子煩悩 | iemand die erg veel van zijn kind(eren) houdt |
| kobukai-木深い | diep in het bos [woud] |
| kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
| kobun-古文 | oud Chinees karakterschrift |
| kochi-故知 | oude [overgeleverde] wijsheid [kennis] |
| kodai-古代 | de oudheid; klassieke periode; het verre verleden |
| kodawari-拘り | vasthoudendheid; toewijding |
| kodō-古道 | (arch.) oude [historische] weg |
| kodō-古道 | oude spirituele weg [moraal] van Japan voorafgaand aan de introductie van het boeddhisme en confucianisme |
| kodōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
| kofun-古墳 | oude grafheuvel; tumulus |
| koga-古画 | oud schilderij; schilderij van een oude meester |
| kogane-黄金 | (geel)goud |
| koganemushi-黄金虫 | scarabee; goudkever |
| kogarashi-木枯らし | koude wind (aan het einde van de herfst tot begin van de winter) |
| kogen-古諺 | een oud spreekwoord [gezegde] |
| kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
| kogo-古語 | oude [klassieke; archaïsche] taal |
| kogo-古語 | oud gezegde; spreekwoord; spreuk |
| kōhaku-黄白 | goud en zilver |
| kohan-古版 | oude druk [uitgave] (van een boek) |
| koharubiyori-小春日和 | nazomer; oudewijvenzomer; warme dagen in de (late) herfst |
| kohitsu-古筆 | oude handschriften; geschriften uit de oudheid |
| kohitsu-古筆 | (afk. voor) een expert [specialist] in oude handschriften |
| kohitsuka-古筆家 | een expert [specialist] in oude handschriften |
| kohitsumi-古筆見 | een expert [specialist] in oude handschriften |
| kohon-古本 | oud boek; tweedehands boek |
| koi-古意 | oude (klassieke) betekenis |
| koiguchi-鯉口 | kledingstuk (met lange mouwen) dat ter bescherming over de kimono gedragen wordt bij huishoudelijk werk |
| koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
| koji-古字 | een oude kanji (niet langer in gebruik) |
| koji-固持 | volharding; het voet bij stuk houden; het vasthouden aan (een overtuiging, theorie, etc.) |
| kojiki-古事記 | Kojiki; Kroniek van oude zaken (het oudste overgeleverde boek met mythen en sagen over de antieke geschiedenis van Japan) |
| kojin-古人 | de mensen uit de oudheid |
| kojinkabunushi-個人株主 | particuliere aandeelhouder |
| kojō-古城 | een oud kasteel |
| koka-古歌 | een oud gedicht [lied] |
| kokaku-古格 | conventie; gebruik; oude gewoonte; oude etiquette |
| kokin-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kokin-古今 | (afk. voor) Kokin Wakashū (oude dichtbundel) |
| kōkō-孝行 | (Confucianisme) trouw en gehoorzaamheid (van kinderen) aan hun ouders (of andere oudere familieleden) |
| kokoku-故国 | oude natie; land dat al heel lang bestaat |
| kokon-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
| kokonmeikasen-古今名歌選 | een bloemlezing van oude en nieuwe gedichten |
| kokorogakari-心がかり | zorg; bezorgdheid; last op je schouders |
| kokorogake-心がけ | geesteshouding; denkwijze; zienswijze; standpunt; benadering; streven; doel |
| kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
| kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
| koku-刻 | oude tijdseenheid (in de maankalender) |
| koku-古句 | oude uitdrukking; oud gezegde; versregel van een dichter (uit een ver verleden) |
| koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
| kokyū-故旧 | oude bekende; oude vriend |
| komai-古米 | oude rijst; rijst van de oogst van het voorgaande jaar |
| kominka-古民家 | traditioneel Japans huis; oud huis in Japanse stijl |
| komonjo-古文書 | oud [historisch] document |
| komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
| kon-昆 | (in kanji combinaties) oudere broer; afstammeling; later; na; veel |
| konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
| kondei-金泥 | goudverf; goudpigment |
| kōnenreishakoyōanteihō-高年齢者雇用安定法 | Wet stabilisering werkgelegenheid voor oudere werknemers (Eng,: Elderly Persons Employment Stabilization Law) |
| konjiki-金色 | goudkleur |
| konki-根気 | volharding; vasthoudendheid; energie; doorzettingsvermogen; uithoudingsvermogen |
| kontentsu-コンテンツ | inhoud |
| kontentsu-コンテンツ | inhoudsopgave (van een boek) |
| koorimakura-氷枕 | verkoelend kussen (kussen gevuld met ijs of koud water, om het hoofd te koelen) |
| kōra-コーラ | cola (koolzuurhoudende frisdrank) |
| koraeru-堪える | verdragen; verduren; weerstaan; uithouden; doorstaan; volhouden |
| koraeru-堪える | (emoties, e.d.) onderdrukken; bedwingen; onder controle houden |
| koraeshō-堪え性 | geduld; uithoudingsvermogen; verdraagzaamheid |
| korei-古例 | oud gebruik; oude traditie |
| kōrei-恒例 | oude traditie; vaste gewoonte |
| kōreika-高齢化 | vergrijzing; veroudering (hoger worden van de gemiddelde leeftijd) |
| kōreikasuru-高齢化する | vergrijzen; verouderen; hoger worden van de gemiddelde leeftijd |
| kōreisha-高齢者 | oude mensen; ouderen; bejaarden; mensen op hoge leeftijd |
| kōri-公吏 | (oude term voor) een lokale overheidsfunctionaris [ambtenaar] |
| kori-垢離 | zuivering door ablutie (rituele [ceremoniële] wassing met koud water) |
| korō-古老 | een oudere persoon; een bejaarde |
| kōro-香炉 | wierookvat; wierookbrander; wierookhouder |
| kōrudo・mīto-コールド・ミート | koud vlees; vleeswaren |
| kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
| kōrudo・wō-コールド・ウォー | koude oorlog (ongewapende strijd) |
| koryōriten-小料理店 | Japans eethuisje met een eenvoudige menukaart |
| koryosuru-顧慮する | in overweging nemen; overwegen; rekening houden met |
| koryū-古流 | oude stijl; oude manier van doen |
| kosatsu-古刹 | oude [antieke; klassieke] tempel |
| kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
| koshahon-古写本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
| koshi-古紙 | oud papier; afvalpapier |
| koshi-古詩 | oude poëzie; oud gedicht |
| koshiji-越路 | Koshiji ( oude plaatsnaam) |
| koshiki-古式 | oude ceremonie; oud [traditioneel] ritueel |
| kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| kōshin-孝心 | toewijding aan [respect voor] ouders [ouderen] van kinderen |
| koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
| kōshitsutenpan-皇室典範 | de keizerlijke huishoudwet (van 1947) |
| kosho-古書 | antiquarisch boek; oud [antiek] boekwerk |
| koshōhon-古抄本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
| koshokusōzen-古色蒼然 | er antiek [oud] uitziend |
| koshoten-古書店 | antiquariaat (handel in oude boeken) |
| kosodate-子育て | (kinder)opvoeding; ouderschap |
| kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
| kotai-古体 | ouderwets; klassieke stijl |
| kotan-枯淡 | eenvoudig en verfijnd [sober; ingetogen] zijn |
| kotatsu-炬燵 | Japanse tafelkachel (een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden, vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
| kōtei-孝悌 | (confucianisme) eerbied voor ouderen; kinderlijke gehoorzaamheid; vroomheid; broederliefde |
| kotō-古刀 | een oud [antiek] zwaard |
| koto-古都 | oude (hoofd)stad |
| kotobuki-寿 | lang leven; lange levensduur; hoge ouderdom |
| kotonakareshugi-事勿れ主義 | (houding van) de dingen op zijn beloop laten; geen slapende honden wakker maken (een passieve houding hebben t.o.v.problemen i.p.v. ze aan te pakken) |
| kotowaru-断る | weigeren; afhouden; afslaan; afwijzen; zich verontschuldigen (voor afwezigheid) |
| kou-恋う | (iemand, iets) missen; verlangen naar; houden van; beminnen |
| koyō-古謡 | oude traditionele (volks)liederen |
| koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
| kuchisugi-口過ぎ | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| kuiage-食い上げ | je baan verliezen; geen inkomsten meer hebben; niet meer in je levensonderhoud kunnen voorzien |
| kuisagaru-食い下がる | stevig vasthouden; volhouden |
| kuitomeru-食い止める | tegenhouden; weerhouden; weerstaan; standhouden |
| kuitsumeru-食い詰める | niet meer kunnen overleven; niet meer kunnen voorzien in je levensonderhoud; tot armoede vervallen |
| kuitsunagu-食い繋ぐ | (zo lang mogelijk) overleven; zo weinig mogelijk eten [uitgeven]; zo lang mogelijk het hoofd boven water houden |
| kukan-苦寒 | (een andere naam voor) de (koude) maand december |
| kumaso-熊襲 | Kumaso, een mythisch volk uit het oude Japan (Zuid-Kyūshū) |
| kūmei-空名 | een valse [onterechte] reputatie [naam; titel]; een reputatie die niet in verhouding staat tot competentie |
| kumiageru-汲み上げる | rekening houden met; in aanmerking [overweging] nemen |
| kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
| kunaichō-宮内庁 | het Agentschap van de Keizerlijke Huishouding in Japan |
| kundō-訓導 | leraar op een basisschool (onder het oude onderwijssysteem) |
| kuni-国 | territorium; streek; provincie (in het oude Japan) |
| kuragae-鞍替え | verandering van baan [positie; houding]; omschakeling |
| kuragari-暗がり | een geheime plaats; geheimhouding |
| kurashi-暮らし | levensonderhoud |
| kurayami-暗闇 | een onopvallende [geheime] plaats; geheim(houding) |
| kurinchi-クリンチ | houdgreep; handgemeen; conflict |
| kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
| kūru-クール | koel; koud |
| kurūgārandokinka-クルーガーランド金貨 | krugerrand (gouden munt Zuid-Afrika) |
| kuruwa-廓 | stenen omheining [muren] rondom (oude) kastelen |
| kuruzeiro-クルゼイロ | cruzeiro (oude Braziliaanse munteenheid) |
| kusemono-曲者 | verdacht-uitziende [louche] persoon; (oude) sluwe [slimme] vos |
| kussō-屈葬 | het iemand begraven in gehurkte [gebogen; zittende] houding |
| kuwaeru-銜える | iets in de mond (tussen de tanden of lippen) houden [hebben; nemen] |
| kuzushi-崩し | vereenvoudiging (van een stijl of kanji) |
| kuzutetsu-屑鉄 | schroot; oud ijzer |
| kyōjō-教場 | oefenterrein [oefenveld, exercitieterrein] voor oude (Japanse) krijgskunsten |
| kyōsaku-警策 | (zen-boeddh.) lat om een slag te geven op de rechterschouder van een meditatie-beoefenaar ter waarschuwing om niet te verslappen |
| kyōzamashi-興醒まし | een domper; stemmingsbederver; koude douche |
| kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
| kyū-旧 | (afk. voor) de oude Japanse (maan)kalender |
| kyūbutsu-旧物 | oude dingen [voorwerpen]; oude gewoonten [systemen] |
| kyūchi-旧知 | oude bekende; oude vriend |
| kyūdō-旧道 | een oude [historische] weg |
| kyūha-旧派 | ouderwetse stijl; (van de) oude stempel |
| kyūhō-旧法 | (inmiddels niet meer geldende) oude wetgeving [bepaling; verordening] |
| kyūjitai-旧字体 | oude traditionele Japanse kanji schriftstijl (voor de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| kyūkan-旧慣 | oude zeden en gewoonten |
| kyūkan-旧館 | een oud gebouw; een reeds bestaand gebouw |
| kyūkanbi-休肝日 | alcoholvrije dag; dag van alcohol onthouding (lett. rustdag voor de lever) |
| kyūkō-旧交 | oude vriendschap |
| kyūkō-旧稿 | oud manuscript (van een literair werk) |
| kyūmei-旧名 | oorspronkelijke naam; oude naam; meisjesnaam |
| kyūrai-旧来 | uit oude tijden |
| kyūreki-旧暦 | de oude Japanse (maan)kalender |
| kyurī-キュリー | curie (Ci, een verouderde eenheid van radioactiviteit) |
| kyūsei-旧制 | het vorige [oude] systeem |
| kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
| kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
| kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
| kyūshi-旧市 | oude stad |
| kyūshi-旧氏 | vorige naam; oude naam; meisjesnaam |
| kyūshiki-旧式 | oude stijl; oud ritueel |
| kyūshin-旧臣 | voormalige vazal; oude dienaar |
| kyūshō-旧称 | oude naam [vroegere benaming] (voor) |
| kyūshōgatsu-旧正月 | Nieuwjaar volgens de oude maankalender |
| kyūshū-旧習 | oude gewoonte; oud gebruik |
| kyūyaku-旧訳 | oude vertaling |
| kyūyakuseisho-旧約聖書 | het Oude Testament |
| kyūyō-給養 | het onderhouden; steun |
| kyūyōsuru-給養する | onderhouden; steunen |
| kyūyū-旧友 | oude bekende; oude vriend |
| mabiki-間引き | infanticide; kindermoord (door de ouders) |
| madai-真鯛 | Japanse goudbrasem (Pagrus major) |
| maekagami-前屈み | het met afhangende schouders [een ronde rug] lopen; gebukt [gebogen] lopen |
| maekogomi-前屈み | afhangende schouders; slappe [gebukte] houding |
| mafuyubi-真冬日 | koude winterdag; midwinter |
| mahha-マッハ | mach (verhouding tussen stromingssnelheid (b.v. bij het vliegen) en de snelheid van het geluid; vernoemd naar Ernst Mach) |
| majimekusaru-真面目腐る | ernstig worden; een plechtige [serieuze] houding aannemen |
| mākā-マーカー | teller; optekenaar; iemand die de stand [score] bijhoudt |
| makie-蒔絵 | een techniek om lakwerk te decoreren met goud- en zilverstofdeeltjes |
| mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
| mamaoya-継親 | stiefouder |
| mamoru-守る | houden; bewaren (vrede; belofte; woord) |
| manā-マナー | (goede) manieren; houding; etiquette |
| mandarin-マンダリン | Mandarijn (hoge staatsambtenaar in het oude China) |
| manrikigusari-万力鎖 | oud Japans kettingwapen (zware ketting met gewichten aan de uiteinden) |
| man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
| maruku-マルク | mark (oude Duitse valuta) |
| matsuwaru-纏わる | verband houden met; te maken hebben met |
| mēdo-メード | meid; dienstmeid; kamermeisje; huishoudster; maagd |
| meido-メイド | meid; dienstmeid; kamermeisje; huishoudster; maagd |
| meigikakikaedairinin-名義書き換え代理人 | beheerder van het aandeelhoudersregister |
| meiginin-名義人 | houder (van aandelen, effecten, pacht, etc.) |
| meiro-迷路 | doolhof; labyrint; wirwar van straten (m.n. in een oude stadskern) |
| mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
| mentenansu-メンテナンス | onderhoud (van een huis, machine, etc.); beheer |
| mibae-見栄え | er goed uitzien; arrogante houding; ijdelheid |
| migitō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; iem. die geen alcohol drinkt |
| mikaesu-見返す | een oude vijand verslaan |
| mikakedaoshi-見かけ倒し | verkeerde [misleidende] indruk; niet zo goed zijn als het er uitziet; klatergoud |
| mikkabōzu-三日坊主 | (lett. een boeddhistische priester voor drie dagen) een uitdrukking voor iemand die snel ergens mee ophoudt [het bijltje erbij neergooit] |
| mimamoru-見守る | bewaken; in de gaten houden |
| mini・sutā-ミニ・スター | mini-star (oud Japans sigarettenmerk) |
| minkanryōhō-民間療法 | oude huismiddeltjes; geneesmiddeltjes uit grootmoeders tijd |
| misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
| misumatchi-ミスマッチ | verkeerde [slechte] combinatie; wanverhouding |
| mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
| miwake-見分け | het onderscheiden [onderscheid maken; uit elkaar houden] |
| miwakeru-見分ける | onderscheiden; onderscheid maken; uit elkaar houden |
| miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
| mizu-水 | (koud) water |
| mizuburo-水風呂 | een koud bad |
| mizugai-水貝 | plakjes abalone geserveerd in koud water |
| mizugori-水垢離 | rituele [ceremoniële] reiniging met (koud) water |
| mizushigoto-水仕事 | huishoudelijk werk, zoals schrobben, boenen en wassen |
| mobirēji-モビレージ | eenvoudige campings voor reizigers met de auto |
| mōbosansennooshie-孟母三遷の教え | het belang van het creëren van een goede leeromgeving voor een kind (naar een oud verhaal over Mencius' moeder die 3 keer verhuisde daarvoor) |
| mochikabugaisha-持ち株会社 | holdingcompany; houdstermaatschappij |
| mōdō-艨艟 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
| mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
| mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
| mokuji-目次 | inhoudsopgave |
| mokunen-黙然 | stilzwijgende houding |
| mokuroku-目録 | index; inhoudsopgave |
| mon-文 | oude Japanse munt |
| mōnen-妄念 | aanhoudende [voortdurende] betwijfeling; (boeddh.) verkeerde ideeën [gedachten] |
| monitā-モニター | waarnemer; toezichthouder |
| monogoshi-物腰 | gedrag; houding |
| monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
| morahada-諸肌 | twee schouders ontbloot (bij het dragen van ene kimono) |
| morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | beide schouders [het bovenlichaam] ontbloten (bij het dragen van een kimono) |
| mori-森 | bos; woud |
| morikomu-盛り込む | verenigen; opnemen; bevatten; inhouden |
| motochō-元帳 | grootboek (in boekhouding) |
| motsu-持つ | (in de hand) dragen [houden]; bij zich hebben; vasthouden; vastgrijpen |
| motsu-持つ | op zich nemen; houden (vergadering, etc); goed houden; weerstaan; verdragen |
| mugifumi-麦踏み | het vertrappen van tarweplanten in de winter (om de koudebestendigheid te vergroten en de stengelvoeten van het gewas sterker te maken) |
| mujaki-無邪気 | onschuld; eenvoud; naïviteit |
| mukashibanashi-昔話 | oude legende; volksverhaal; sprookje |
| mukashigatari-昔語り | legende; oud verhaal |
| mukashikatagi-昔気質 | ouderwetse ideeën [denkwijze] |
| mukashinajimi-昔馴染み | een oude vriend [kennis] |
| mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
| mukumu-浮腫む | vocht vasthouden; opzwellen |
| munashii-空しい | leeg; inhoudsloos; ijdel |
| myakumyaku-脈脈 | continu; onophoudelijk |
| nadegata-撫で肩 | afhangende schouders |
| nagai-長い | een groot uithoudingsvermogen hebben; het lang volhouden; geen haast hebben |
| nagamochi-長持 | lange houdbaarheid |
| nagamochisuru-長持する | lang bewaren; lang volhouden [doorstaan]; houdbaar [sterk] zijn; lang meegaan (niet gauw slijten) |
| nagaraeru-長らえる | lang aanhouden; lang doorgaan |
| nagorinoyuki-名残の雪 | aanhoudende sneeuwval in het begin van de lente |
| nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
| naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
| naimitsu-内密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| naishinsuru-内診する | spreekuur houden (dokter) |
| naisho-内緒 | financiële privé [familie] omstandigheden; huishoudgeld; gezinsbudget |
| naisho-内緒 | een bordeelhouder; de huiskamer in een bordeel |
| naison-内孫 | erfgenaam; oudste kind |
| naiyō-内容 | inhoud |
| naiyō-内容 | inhoud; tekst |
| naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
| naiyōbi-内容美 | schoonheid van inhoud; innerlijke schoonheid |
| naiyōkyōka-内容教科 | vakken die worden bestudeerd om kennis op een bepaald gebied te verwerven; inhoudsvakken |
| naiyōseki-内容積 | inhoud; capaciteit; kubiek [inwendig] volume [afmeting]; massa |
| naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
| nakanaka-中中 | niet makkelijk; niet eenvoudig |
| nakishikiru-鳴き頻る | onophoudelijk tjilpen [zoemen] (van volgels of insecten) |
| namagusai-生臭い | werelds; verdorven (een monnik die zich niet aan de Boeddhistische voorschriften houdt) |
| nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
| nanae-七重 | zevenvoudig; zeven-laags |
| nanae-七重 | veelvoudig (beeldmerkend) |
| nanaso-七十 | (leeftijd) zeventigjarig; zeventig jaar oud |
| nanasoji-七十路 | (leeftijd) zeventigjarig; zeventig jaar oud |
| nanatsu-七つ | zeven (jaar oud) |
| nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
| nansai-何才 | hoe oud |
| nansai-何歳 | hoe oud? |
| naritatsu-成り立つ | geldig zijn; standhouden; aan de eisen voldoen |
| narōkyasutingu-ナローキャスティング | narrowcasting, een internetcommunicatie-model, gebaseerd op een verspreidingsmechanisme en een gefragmenteerd gebruik van de inhoud |
| nasanunaka-生さぬ仲 | ouder-kind relatie zonder biologische verwantschap |
| natsubasho-夏場所 | het zomer sumotoernooi (sumo toernooi dat gehouden wordt in mei) |
| natsukaze-夏風邪 | een zomer- [warm weer] verkoudheid |
| natsumatsuri-夏祭り | festivals [plechtigheden] in Shintō tempels, die worden gehouden in de zomer |
| nazukeoya-名付け親 | peetouder [peetvader; peetmoeder] |
| nazumu-泥む | vasthouden aan (oude gewoonten, tradities, principes, e.d.) |
| nebaru-粘る | volhouden; vasthouden aan; lang blijven; blijven plakken (fig.) |
| nebie-寝冷え | kou (gevat tijdens het slapen); koud geworden tijdens de slaap |
| nebiesuru-寝冷えする | kou vatten tijdens het slapen; koud worden tijdens de slaap |
| neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| neesan-姉さん | (een woord waarmee men beleefd een oudere zus aanspreekt:) zus(ter) |
| nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
| nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
| nejifuseru-捩じ伏せる | iemand tegen de grond werken; iemand op de grond gooien [vasthouden] |
| nenchōsha-年長者 | senior; de oudere in leeftijd |
| nendai-年代 | vroeger tijdperk; oudheid |
| nenpai-年配 | leeftijd; ouderdom; jaren |
| nerau-狙う | (een kans) afwachten; in de gaten houden; volgen |
| netsui-ねつい | volhardend; vasthoudend |
| nettaiurin-熱帯雨林 | tropisch regenwoud |
| nezō-寝相 | slaaphouding |
| nigirishimeru-握り締める | stevig vasthouden [knijpen] |
| nigirishimeru-握り締める | behouden; bewaren |
| nigiru-握る | iets vasthouden [vastklemmen] in de hand |
| nigiru-握る | belangrijke zaken goed bewaren [stevig in handen houden] |
| nihonzashi-二本差し | een benaming voor een samoerai (die beide zwaarden vasthoudt) |
| niichan-兄ちゃん | oudere broer |
| niisan-兄さん | oudere broer (familiaar en respectvol) |
| nikuchi-肉池 | een stempelkussen [zegel-inkt] houder |
| ninaite-担い手 | houder; drager |
| ninku-忍苦 | uithoudingsvermogen; weerstand; lijdzaamheid |
| ninniku-忍辱 | geduld; uithoudingsvermogen |
| nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
| nobetsu-のべつ | onophoudelijk; voortdurend; continu |
| nobetsumakunashi-のべつ幕なし | onophoudelijk; voortdurend; continu |
| nobezao-延べ竿 | eenvoudige (bamboe) hengel met vastgemaakte lijn (zonder molen) |
| nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
| nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
| nokosu-残す | bewaren; (be)houden; overhouden; achterhouden |
| nomikomu-飲み込む | onderdrukken; (fig.) inslikken; je inhouden |
| nomu-飲む | inhouden; tegenhouden |
| nuku-貫く | (fig.) vasthouden (aan) (b.v. principes) |
| nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
| nyū・famirī-ニュー・ファミリー | kerngezin waarvan de ouders na de tweede wereldoorlog zijn geboren (dus meer consumptiegericht zijn dan traditionele Japanse gezinnen) |
| ō-翁 | oude [bejaarde] man; grijsaard |
| obaasan-お婆さん | grootmoeder; oma; oude vrouw |
| obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
| oboe-覚え | het (uit het hoofd) leren [onthouden] |
| oboeru-覚える | (uit het hoofd) leren; onthouden |
| ochazuke-お茶漬け | eenvoudige maaltijd |
| ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
| ōgon-黄金 | (geel)goud |
| ōgonjidai-黄金時代 | de Gouden Eeuw |
| ohiya-お冷や | (een glas) koud drinkwater |
| ohiya-お冷や | koude gekookte rijst |
| ohyakudo-お百度 | honderdvoudig gebed (honderd keer heen en weer lopen naar een schrijn en telkens een gebed doen) |
| oi-老い | een oude persoon; bejaarde; de ouderen |
| oiboreru-老い耄れる | oud [afgetakeld; seniel; kinds] worden |
| oiki-老い木 | een oude boom |
| oiraku-老いらく | oudere leeftijd |
| oiru・shēru-オイル・シェール | olieschalie; oliehoudende leisteen |
| oiwake-追分 | (afk. van oiwakebushi) een oud volksliedje (oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake) |
| oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
| ōjī-オージー | oud-studente; afgestudeerde vrouw; alumna |
| ojiisan-お爺さん | oude man; grijsaard |
| ojisan-伯父さん | oude(re) man |
| ojisan-小父さん | oude(re) man; meneer |
| ōjitsu-往日 | vroegere tijd; oude tijden |
| okan-悪寒 | koude rilling(en) |
| okazari-御飾り | alleen (voor) de vorm [het uiterlijk]; iets dat alleen in naam bestaat, maar (nog) geen inhoud heeft; boegbeeld |
| okina-翁 | oude [bejaarde] man; grijsaard |
| okinimesu-お気に召す | houden van; prefereren; tevreden [blij] zijn (met iets) |
| ōko-往古 | vroeger; lang geleden; oudheid |
| okonai-行い | (moreel) gedrag; handelwijze; houding; optreden; manieren |
| okonau-行う | doen; uitvoeren; toepassen; houden |
| okosozukin-御高祖頭巾 | een (warme) vierkante doek, om hoofd en schouders gewikkeld (gebruikt door vrouwen als sjaal-hoofddoek [kap] in de Edo- tot de Meiji-periode) |
| okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
| okumen-臆面 | schaamte; gêne; terughoudendheid |
| okumuki-奥向き | (zaken die te maken hebben met) het huishouden (zoals de financiën van het huishouden) |
| okure-遅れ | vertraging; oponthoud; uitstel |
| ominaeshi-女郎花 | goudvaleriaan (Patrinia scabiosifolia) |
| omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
| omoiamaru-思い余る | niet meer weten wat te doen; besluiteloos zijn; iets niet meer kunnen volhouden |
| omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
| ōna-媼 | oude(re) [bejaarde] vrouw |
| oneechan-お姉ちゃん | oudere zus |
| oneesan-お姉さん | (uw) oudere zus |
| onibaba-鬼婆 | een monster [duivel] in de gedaante van een oude vrouw; toverkol; heks |
| onibaba-鬼婆 | gemene oude vrouw; oude tang; vals kreng |
| onigo-鬼子 | een kind dat niet op de ouders lijkt |
| oniisan-お兄さん | oudere broer |
| oniyarai-鬼遣らい | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| onsu-オンス | (gewichtseenheid) Engelse ons (=28,3 gram; in de goudhandel 31, 10 gram) |
| onzon-温存 | behoud; instandhouding; voortzetting |
| onzonsuru-温存する | bewaren; behouden; in stand houden; voortzetten |
| ooban-大判 | ōban (Japanse gouden munt uit het Edo-tijdperk) |
| oode-大手 | gehele armlengte van schouder tot de punten van de vingers |
| ooe-大兄 | oudere broer |
| oomisoka-大晦日 | oudejaarsavond; oudejaarsdag; de laatste dag van het jaar (31 december) |
| oomukashi-大昔 | het verre verleden; de oudheid; heel lang geleden |
| oooba-大伯母 | oudtante |
| oooji-大伯父 | oudoom |
| ootsugomori-大晦 | oudejaarsavond; oudejaarsdag; de laatste dag van het jaar (31 december) |
| ōpun・dētingu・shisutemu-オープン・デーティング・システム | het systeem van het labelen van producten met de houdbaarheidsdatum en de productiedatum |
| oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
| oriau-折り合う | goed overweg kunnen met (elkaar); goede relatie [verstandhouding] hebben met |
| orikomizumi-織り込み済み | voorzien; ergens (van te voren) rekening mee houden; in aanmerking nemen; incalculeren (bij de planning) |
| orikomu-織り込む | in aanmerking nemen; rekening houden met |
| ōrudo-オールド | oud; bejaard; antiek |
| ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
| ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
| ōrudo・fasshon-オールド・ファッション | ouderwets |
| ōrudo・gāru-オールド・ガール | oudje; beste meid |
| ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
| ōrudo・misu-オールド・ミス | oude vrijster (oude ongetrouwde vrouw) |
| ōrudo・taimā-オールド・タイマー | een ouderwets persoon; een bejaarde |
| osa-長 | hoofdman; stamhoofd; opperhoofd; chef; leider; oudste |
| osaekomi-抑え込み | (judo) houdgreep door de tegenstander op de grond te drukken |
| osaekomi-押さえ込み | het iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
| osaekomu-押さえ込む | iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
| oshidamaru-押し黙る | zwijgen; stil zijn; je mond houden |
| oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
| oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
| oshikakusu-押し隠す | verbergen; geheim [verborgen] houden |
| oshitsukeru-押し付ける | duwen [vastzetten; houden] (tegen); (ergens) tegenaan drukken |
| ossan-おっさん | (informele term om voor) oude man; oude vent; oudje |
| otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
| oya-親 | ouder(s) (vader, moeder) |
| oyago-親御 | (een beleefd woord voor) de ouder(s) van iemand anders |
| oyagokoro-親心 | ouderliefde; liefde van ouders voor hun kind |
| oyaji-親父 | oude man |
| oyajigyagu-親父ギャグ | slechte [flauwe] grap; oude mannengrap (Eng.: dad joke) |
| oyakabu-親株 | (beurshandel) oude [eerder uitgegeven] aandelen |
| oyako-親子 | ouder(s) en kind(eren) |
| oyakōkō-親孝行 | respect voor [toewijding aan] je ouders |
| oyaomoi-親思い | liefde [genegenheid] voor je ouders |
| oyasui-お安い | eenvoudig; simpel; geen moeite |
| ozashiki-御座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| papakatsusuru-パパ活する | het suikerpapa zijn; het tegen betaling (of cadeaus) daten (van een oudere man) met een jonge vrouw |
| pāsonarumusen-パーソナル無線 | persoonlijke (eenvoudige) radiodienst die gebruik maakte van de 900 MHz-band (In 2021 uit productie genomen in Japan) |
| penhorudā-ペンホルダー | pennenhouder; pennenbakje |
| penhorudā-ペンホルダー | (tafeltennis) penhouder greep |
| penhorudā・gurippu-ペンホルダー・グリップ | (tafeltennis) penhouder greep |
| penjiku-ペン軸 | pennenhouder |
| pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
| piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
| pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
| pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
| pī・tī・ē-ピー・ティー・エー | (Parent Teacher Association), vereniging van ouders en leraren |
| pojitibu・apurōchi-ポジティブ・アプローチ | positieve aanpak [benadering; houding] |
| pōzu-ポーズ | pose; houding |
| purākuritto-プラークリット | Prakrit (Oud-Indisch dialect) |
| purēn-プレーン | eenvoudig; gewoon; zonder toevoegingen; puur; niet versierd |
| puresu・rūmu-プレス・ルーム | perszaal; zaal waar persconferenties worden gehouden |
| pure・orinpikku-プレ・オリンピック | de pre-Olympische Spelen (gehouden een jaar voor de echte OS) |
| puropōshon-プロポーション | verhouding; evenredigheid; percentage; relatie; balans |
| ra-等 | (achtervoegsel dat meervoud aangeeft) |
| rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
| raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
| rakuin-落胤 | onwettig kind; bastaard (van ouders van verschillende sociale klassen) |
| rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
| rakushō-楽勝 | een gemakkelijke [eenvoudige] overwinning; een walk-over |
| ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| ranchū-蘭鋳 | Ranchu (Japanse soort goudvis) |
| ranningu・kosuto-ランニング・コスト | algemene, lopende (bedrijfs)kosten (kosten voor onderhoud, beheer en exploitatie) |
| reika-冷菓 | koude zoetigheden (zoals ijs, sorbet, e.d.) |
| reikan-冷汗 | het koude [klamme] zweet |
| reikei-令兄 | (beleefd) uw oudere broer |
| reiketsu-冷血 | koudbloedigheid (dierkunde) |
| reiketsudōbutsu-冷血動物 | koudbloedig dier |
| reiki-冷気 | kou(de); koud weer; koude lucht |
| reisen-冷戦 | de Koude Oorlog; een koude oorlog (oorlog zonder wapengeweld) |
| reisen-冷泉 | (minerale) koudwaterbron |
| reisui-冷水 | koud water |
| reisui-冷水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
| reisuiyoku-冷水浴 | koud bad; koude douche |
| reiten-冷点 | koude plek; het koude (sensorische) punt |
| reiu-冷雨 | koude regen |
| reiyō-冷用 | iets koud (niet opgewarmd) serveren [drinken] |
| reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
| reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
| rekishitekikanazukai-歴史的仮名遣い | historisch gebruik van Japanse kana (voor de schrifthervorming van 1946); oude kana schrijfwijze |
| rekōdo・horudā-レコード・ホルダー | recordhouder |
| reshio-レシオ | ratio; (evenredige) verhouding |
| retoro-レトロ | retro; ouderwets |
| ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
| riekijōyokin-利益剰余金 | ingehouden winst |
| rijin-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
| rikka-立夏 | eerste dag van de zomer (ca. 6 mei, volgens de oude maankalender) |
| rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
| rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
| rinritsu-林立 | het (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
| rinritsusuru-林立する | (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
| rinto-凛と | bijtend koud |
| rinzen-凛然 | extreem koud; bittere kou |
| ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
| rōba-老婆 | oude vrouw |
| rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
| rōbai-老梅 | oude pruimenboom |
| rōbo-老母 | oude [bejaarde] moeder |
| rōboku-老僕 | een oude bediende [knecht] |
| rōboku-老木 | een oude [eeuwenoude] boom |
| rōdōkankeichōseihō-労働関係調整法 | wet voor Arbeidsverhouding en Geschillen |
| rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
| rōfu-老父 | oude vader [bejaarde] |
| rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
| rōgankyō-老眼鏡 | leesbril; bril om ouderdomsverziendheid te corrigeren |
| rōgo-老後 | (op) oudere leeftijd; de oude dag |
| rōjaku-老弱 | ouderen en jongeren |
| rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
| rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| rōjin-老人 | oudere (persoon); bejaarde |
| rōjinbyō-老人病 | ouderdomsziekte; ouderdomskwaal |
| rōjinfukushihō-老人福祉法 | de welzijnswet voor ouderen; de wet ouderenzorg |
| rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
| rōjō-老嬢 | oude vrijster; vrouw die op oudere leeftijd nog steeds alleen [ongetrouwd] is |
| rōken-老犬 | oude [bejaarde] hond |
| rōko-牢固 | ouderwets zijn |
| rōku-老躯 | oud lichaam; oude botten |
| rokushaku-六尺 | stok om draagstoelen e.d. op de schouder te dragen |
| rokushakubō-六尺棒 | stok om draagstoelen e.d. op de schouder te dragen |
| rōkyūka-老朽化 | verval; bederf; het verslijten; veroudering; (het) verouderen (van producten, e.d.) |
| rōnen-老年 | oude [hoge; gevorderde] leeftijd; ouderdom |
| rōnin-浪人 | (in de oudheid) wereldreiziger; iemand die rondreiste zonder een direct einddoel |
| rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
| rōrai-老来 | veroudering |
| rōrai-老来 | (bijw.) bij [na] de veroudering |
| rōrei-老齢 | gevorderde leeftijd; ouderdom |
| rōreinenkin-老齢年金 | ouderdomspensioen |
| rōrenka-老練家 | een expert; meester; oudgediende; iem. die ervaren [door de wol geverfd] is |
| rōsai-老妻 | je (eigen) oude echtgenote [vrouw] |
| rōshi-老師 | oude leermeester [priester] |
| rōshi-老師 | oude Zen-priester |
| rōshikankei-労使関係 | arbeidsverhoudingen |
| rōshū-老醜 | de lelijkheid van ouderdom [oude mensen] |
| rōsō-老僧 | oude monnik [priester] |
| rōsō-老僧 | (woord dat door een oude monnik werd gebruikt om naar zichzelf te verwijzen) ik |
| rōtai-老体 | oud lichaam; oude persoon |
| rōyō-老幼 | oude mensen en kinderen |
| ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
| ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
| rukin-鏤金 | versiering [decoratie] met goud; gravure op metaal |
| ryakufu-略譜 | korte [eenvoudige] genealogie |
| ryakuhitsu-略筆 | vereenvoudigde vorm van een kanji |
| ryakuhonreki-略本暦 | verkorte [vereenvoudigde] vorm van de Japanse traditionele kalender |
| ryakuhyō-略表 | vereenvoudigde lijst [overzicht] |
| ryakuji-略字 | een vereenvoudigde [verkorte] vorm van een Chinees karakter (kanji) |
| ryakutai-略体 | vereenvoudigde vorm van (een) kanji |
| ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
| ryō-両 | een ryō [tael], een weeg-eenheid (voor goud, zilver, etc.) |
| ryōhada-両肌 | twee schouders ontbloot (bij het dragen van een kimono) |
| ryōshin-両親 | (beide) ouders (vader en moeder) |
| ryōtō-両刀 | het houden van zowel alcohol als snoep |
| ryōtōzukai-両刀遣い | het houden van zowel alcohol als snoep; iemand die zowel van sake houdt als van zoetigheid |
| ryūho-留保 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| saekaeru-冴え返る | helder en koud weer zijn |
| saibansuru-裁判する | een terechtzitting houden |
| saichō-最長 | de oudste leeftijd |
| saihō-西方 | (boeddh.) (afk. voor) de drievoudige pure land soetra |
| saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
| saijōden-祭場殿 | hal [tempel; paleis] waar een ceremonie wordt gehouden |
| saikin-採金 | goudelving; goudwinning |
| saiko-最古 | oeroud [zeer oud; oudste] zijn |
| sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
| saishōkōbaisū-最小公倍数 | kleinste gemene veelvoud |
| saishokushahon-彩飾写本 | manuscript met illustraties of (hoofd)letters van bladgoud of bladzilver |
| saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
| sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
| sajū-三重 | drievoud |
| sakeru-避ける | zich onthouden van (commentaar, etc.) |
| sakezuki-酒好き | het houden van (sake; sterke drank) drinken; iemand die graag (sake; sterke drank) drinkt |
| sakin-砂金 | stofgoud; goudpoeder |
| sakinsaishu-砂金採取 | goudwinning door goudwassen in beken en rivieren |
| samasu-冷ます | afkoelen; koud laten worden |
| sameru-冷める | koud worden; afkoelen (b.v. koffie, soep) |
| samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
| samugari-寒がり | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
| samugariya-寒がりや | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
| samui-寒い | koud (hebben; zijn) |
| sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
| sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
| sankakuhi-三角比 | trigonometrische verhouding |
| sankakukankei-三角関係 | driehoeksrelatie; driehoeksverhouding (in de relationele sfeer) |
| sankakukantei-三角関係 | driehoeksverhouding |
| sankanshion-三寒四温 | (in de winter) een afwisseling van drie koude en vier warme dagen |
| sanki-山気 | koude berglucht; koude [kille] lucht in de bergen |
| sankin-産金 | goudwinning; goudmijnbouw |
| sanriku-三陸 | (algemene term voor) de 3 oude gebiedsdelen Rikuzen, Rikuchu en Mutsu (in het noordoosten van Honshu, nu de prefecturen Aomori, Iwate en Miyagi) |
| sansan-潸潸 | het onophoudelijk zacht regenen; het motregenen [miezeren]; het druppelen van de regen |
| sansaro-三差路 | driesprong; drievoudige wegkruising; kruising van 3 wegen |
| sansetto-サンセット | levensavond; de laatste levensjaren; de oude dag |
| sanzoku-山賊 | bandiet; rover; struikrover (die zich in die bergen schuilhoudt) |
| sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
| sarumata-猿股 | (ouderwetse) herenonderbroek |
| sasaeru-支える | (een aanval, e.d.) stuiten; tegenhouden; afweren |
| sasageru-捧げる | omhoog houden |
| sasayaka-細やか | pover; eenvoudig; bescheiden |
| sashidasu-差し出す | voor zich uithouden; (zijn handen) uitsteken |
| sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
| sashihikaeru-差し控える | afzien van; zich onthouden [weerhouden] van |
| sasupendā-サスペンダー | bretels; jarretel(le); kousophouder; sokophouder |
| sasupensu-サスペンス | aanhoudende spanning (in een film, roman, etc.) |
| satobito-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
| satooya-里親 | pleegouder(s) |
| seibi-整備 | voorbereiding; uitrusting; onderhoud; service |
| seibisuru-整備する | voorbereiden; klaar maken; uitrusten; voorzien van; onderhouden |
| seigo-鮬 | hele jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; tot 2 jaar oud) |
| seihirei-正比例 | evenredige verhouding |
| seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
| seijū-西戎 | Xirong, een term die in het oude China werd gebruikt voor verschillende etnische groepen in het westen, zoals Turken en Tibetanen |
| seika-生家 | ouderlijk huis |
| seikatsu-生殺 | laten leven of doden; in leven houden of laten sterven |
| seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
| seikei-生計 | levensonderhoud |
| seikeihi-生計費 | kosten van levensonderhoud |
| seikeihishisū-生計費指数 | kosten voor het levensonderhoud index |
| seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
| seisen-生鮮 | (van voedsel) vers [bederfelijk; beperkt houdbaar] zijn |
| seisenshokuhin-生鮮食品 | beperkt houdbaar voedsel; bederfelijke [snel bedervende] etenswaren |
| seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
| seisho-聖書 | boek met een verzameling van uitspraken en daden van een wijsgeer uit de oudheid |
| seishoku-声色 | het genieten van muziek en vrouwelijk gezelschap; van wijntje en trijntje houden |
| seiyō-整容 | het corrigeren van iemands houding [voorkomen] |
| seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
| sekaikirokuhojisha-世界記録保持者 | wereldrecordhouder |
| sekijitsu-昔日 | vroegere tijd; oude tijden |
| sekki-石器 | stenen werktuig (oudheid) |
| senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme; sentimentele levenshouding |
| senjin-先人 | voorouder(s); voorloper; iemand uit de (klassieke) oudheid |
| senkin-千金 | duizend goudstukken |
| senpai-先輩 | senior; oudere; ouderejaars; voorganger |
| senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
| senrei-船齢 | ouderdom van een schip |
| senshō-先勝 | (volgens de oude maankalender) de dagen die in de ochtend als geluksdagen worden aangemerkt, maar in de middag als ongeluksdagen |
| sentetsu-先哲 | oude [vroegere] wijze man [wijsgeer] |
| senzo-先祖 | voorouder(s) |
| seoi-背負い | het op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
| seoinage-背負い投げ | (judo) schouderworp |
| seoiotoshi-背負い落とし | (judo) worp over de schouder |
| seou-背負う | op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
| setai-世帯 | (huis)gezin; huishouden; familie |
| setsuganrenzuuke-接眼レンズ受け | oculairhouder |
| setto・pojishon-セット・ポジション | (honkbal) de houding die de pitcher moet innemen vlak voordat hij gaat werpen |
| shahi-舎費 | onderhoudskosten van een slaapzaal, die de bewoners moeten betalen |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shain-社員 | aandeelhouder |
| shakei-舎兄 | oudere (bloedverwante) broer |
| shaku-勺 | oude eenheid van volume (0,018 liter) |
| shaku-勺 | oude oppervlakte eenheid (ca. 0,033 meter) |
| shakudō-赤銅 | goud-koper legering. |
| shakuryō-酌量 | afweging; overweging; het rekening houden met |
| shamu-シャム | Siam (oude naam voor Thailand) |
| shi-姉 | (oudere) zus; schoonzus |
| shiba-シバ | Sheba (oud koninkrijk in Arabië); Sheba (asteroïde) |
| shibagaki-柴垣 | eenvoudige omheining gemaakt van geweven kreupelhout |
| shibaru-縛る | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
| shibi-鴟尾 | decoratieve tegel in de vorm van een vissenstaart (op beide uiteinden van de nokbalk van oude paleizen en tempels in Japan en China) |
| shibui-渋い | eenvoudig; sober |
| shibumi-渋み | ingetogen [eenvoudige] elegantie (zonder opsmuk) |
| shiburoku-四分六 | verdeling [verhouding] van 4-6 [40% - 60%] |
| shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
| shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
| shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
| shichikaiki-七回忌 | boeddhistische herdenkingsdienst die wordt gehouden in het zesde jaar sinds het overlijden |
| shichisan-七三 | een verdeling [verhouding] van 7-3 [70%-30%] |
| shidō-祠堂 | in huis de plek waar de zielen van voorouders worden geëerd; in (boeddh.) tempels de plek met gedenkplaten voor familieleden van de locale bevolking |
| shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shigi-市議 | gemeenteraadslid; wethouder; (in België) schepen |
| shigo-死語 | verouderd [archaïsch] woord |
| shiiku-飼育 | het houden (van dieren); fokken; kweken |
| shiikusuru-飼育する | houden (van dieren); fokken; kweken |
| shiira-シイラ | (Coryphaena hippurus) goudmakreel; dolphinfish; mahimahi; dorado |
| shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
| shimau-仕舞う | sluiten; ophouden (met) |
| shimoyo-霜夜 | een vriesnacht; ijskoude nacht |
| shina-支那 | China (een oude benaming, werd in oorlogstijden ook wel denigrerend gebruikt) |
| shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
| shinbō-辛抱 | geduld; volharding; uithouding(svermogen) |
| shingurusu-シングルス | enkele muzieknummers (oude 45 toeren platen) |
| shinia-シニア | senior (de oudere in leeftijd) |
| shinia-シニア | oudgediende |
| shinia-シニア | oudere leerling [student] |
| shinizokonai-死に損ない | oude sukkel; seniele oude man |
| shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| shinken-親権 | ouderlijk gezag |
| shinkensha-親権者 | ouderlijk gezaghebbende; voogd; wettelijk vertegenwoordiger |
| shinki-心機 | mentale toestand [houding] |
| shinkyū-新旧 | nieuw en oud; nieuwe dingen en oude dingen |
| shinkyū-新旧 | oud en nieuw; oudejaarsnacht en nieuwjaarsdag |
| shinopushisu-シノプシス | synopsis (korte beschrijving van de inhoud) |
| shinpuru-シンプル | simpel; eenvoudig |
| shinrin-森林 | bos; woud |
| shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
| shinshin-深深 | bitter [snijdend] koud zijn |
| shinso-神祖 | erenaam voor een voorouder [stamvader] |
| shintakukanjō-信託勘定 | trust rekening; trust boekhouding |
| shintetsugenso-親鉄元素 | siderofiel element (b.v. goud, kobalt, ijzer) |
| shinzen-親善 | vriendschap; goodwill; goede verstandhouding |
| shippe-竹篦 | (boeddh.) een bamboestok, gebruikt door Zenmeesters om leerlingen met een tik wakker te houden bij de meditatie |
| shippei-竹篦 | (boeddh.) een bamboestok, gebruikt door Zenmeesters om leerlingen met een tik wakker te houden bij de meditatie |
| shippitsu-執筆 | (in kalligrafie) de manier waarop een schrijfpenseel wordt vastgehouden |
| shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
| shirinuke-尻抜け | vergeetachtigheid; niet onthouden wat men zegt; het ene oor in en het andere oor uit laten gaan |
| shirubāshijō-シルバー市場 | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
| shirubā・māketto-シルバー・マーケット | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
| shisankanjō-資産勘定 | een activarekening; boekhoudrekening van activa |
| shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
| shisei-姿勢 | stellingname; houding; standpunt; opvatting |
| shishokan-私書函 | (oude benaming voor) postbus |
| shishu-詩趣 | poëtische inhoud [stijl] |
| shisō-志操 | beginselvastheid; integriteit; standvastigheid; het vasthouden aan je principes |
| shisso-質素 | eenvoud; soberheid; matigheid; bescheidenheid |
| shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
| shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
| shitataka-強か | stug [taai; koppig; vastberaden; lastig; vasthoudend] zijn |
| shitau-慕う | verlangen [smachten] naar; adoreren; verliefd zijn op; veel houden van |
| shitchin-七珍 | (boeddh.) de Zeven Schatten (goud, zilver, parels, agaat, kristal, koraal, lapis lazuli) |
| shitsū-私通 | onwettige verhouding [affaire]; overspel |
| shitsugyō-失業 | zonder [verlies van] levensonderhoud [broodwinning, bestaan] |
| shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
| shiwabara-皺腹 | gerimpelde buik; de buik van een oude man |
| shiwabara-皺腹 | het seppuku plegen; een oude man die seppuku pleegt |
| shiwake-仕分け | (boekhouden) notering |
| shiyōkigen-使用期限 | vervaldatum; houdbaarheidsdatum (niet voor levensmiddelen) |
| shizenhontai-自然本体 | (judo) natuurlijke basishouding [aanvalspositie] (voeten op één lijn) |
| shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
| shō-升 | traditionele inhoudsmaat (ca. 1,8 liter) |
| shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shōhikigen-消費期限 | de vervaldatum (voornamelijk van voedsel); de uiterste houdbaarheidsdatum [gebruiksdatum] |
| shoinage-背負い投げ | schouderworp (judo) |
| shojo-処女 | een ongetrouwde vrouw; maagd; oude vrijster |
| shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
| shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
| shōme-正目 | inhoud (van een verpakking, e.d.); netto |
| shōmikigen-賞味期限 | houdbaarheidsdatum (voor levensmiddelen); uiterste consumptiedatum |
| shonanoka-初七日 | de herdenkingsdienst gehouden op de zevende dag na het overlijden van iemand |
| shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
| shorudā-ショルダー | schouder |
| shorudā-ショルダー | schoudertas |
| shorudā・baggu-ショルダー・バッグ | schoudertas |
| shorudā・paddo-ショルダー・パッド | schoudervulling |
| shōryōe-精霊会 | een herdenkingsdienst die wordt gehouden in de Shitennoji- tempel, op de sterfdag van prins Shotoku (22 februari volgens de maankalender) |
| shosei-処世 | (iemand's) levenswandel; levenshouding |
| shōsenkyoku-小選挙区 | een klein [enkelvoudig] kiesdistrict (met één zetel) in Japan |
| shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
| shōshikai-尚歯会 | bijeenkomst [feest] voor ouderen |
| shōsō-正倉 | overheidsinstelling (in de oudheid) |
| shotaidōgu-所帯道具 | huishoudelijke artikelen |
| shotaijimiru-所帯じみる | huiselijk [huishoudelijk] worden |
| shotaijimiru-所帯じみる | uitgeput raken (door huishoudelijke zorgen] |
| shou-背負う | (fig.) (de last) op de schouders dragen; verantwoordelijkheid nemen voor |
| showaseru-背負わせる | op iemands schouders leggen; iemand laten dragen |
| shōyōjurin-照葉樹林 | bos bestaand uit bladhoudende loofbomen; groenblijvend bos |
| shuchōsuru-主張する | beweren; stellen; volhouden (dat) |
| shuei-守衛 | (hist.) schildwacht; wachthouder; wachter |
| shuhigimu-守秘義務 | geheimhoudingsplicht; vertrouwelijkheid; zwijgplicht |
| shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
| shujinkō-主人公 | pensionhouder; herbergier; waard; werkgever; eigenaar |
| shukubō-宿望 | langdurige [aanhoudende] populariteit |
| shukuen-宿怨 | een oude, lang gekoesterde, wrok |
| shukuteki-宿敵 | oude vijand [rivaal] |
| shukyū-守旧 | conservativisme; behoudendheid |
| shūmei-襲名 | (bij een opvolging) de naam aannemen van een leermeester [ouder] |
| shūmi-臭味 | slechte houding [stemming] |
| shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
| shūsho-秋暑 | aanhoudende (zomer)warmte in (het begin van) de herfst |
| shusseuo-出世魚 | vissen die een verschillende namen hebben al naar gelang hun grootte en ouderdom |
| soboku-素朴 | eenvoud; onnozelheid; naïviteit |
| soburi-素振り | gedrag; houding |
| sodatenooya-育ての親 | pleegouders; adoptieouders |
| sōdō-草堂 | (stro)hut; kluizenaarshut; eenvoudig huisje |
| sofubo-祖父母 | grootouders |
| sofuku-粗服 | eenvoudige [armoedige; sjofele] kleding |
| sofuto・baiku-ソフト・バイク | lichte motorfiets; bromscooter (gemotoriseerde tweewieler met een cilinderinhoud van 50 cc of minder) |
| sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
| sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
| sohan-粗飯 | slechte [armoedige; eenvoudige] maaltijd |
| sōkaiya-総会屋 | type Japanse mafia (yakuza), dat bedrijven onder druk zet d.m.v (dreigen met) het verstoren van aandeelhoudersvergadering |
| sokkin-側近 | (iemands persoonlijke) hofhouding; entourage [naaste medewerkers; staf] |
| sōkō-操行 | gedrag; houding; manieren |
| sokō-粗肴 | armzalige [eenvoudige] vis |
| sōkō-糟糠 | eenvoudige maaltijd; grof [niet verfijnd] voedsel |
| sōmen-素麵 | zomernoedels (dunne noedels die in de zomer koud worden gegeten) |
| sonchi-存置 | handhaving; behoud |
| sonkei-尊兄 | (respectvol) uw oudere broer |
| sorane-空寝 | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
| soraneiri-空寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
| soratobokeru-空惚ける | zich van de domme houden; net doen alsof je het niet weet |
| soredake-其れだけ | des te meer [minder]; zoveel als; in verhouding |
| sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
| sorimi-反り身 | lichaamshouding met de borst vooruit |
| sōseki-送籍 | (door huwelijk of adoptie) overdracht van het familieregister [huishouden-registratie] van het ene naar het andere huishouden [gezin] |
| sosen-祖先 | voorouder; voorvaderen |
| soshi-阻止 | blokkering; obstructie; versperring; het tegenhouden; voorkomen |
| sōsō-草草 | vereenvoudiging; snelheid; slordigheid |
| sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
| subekukuru-統べ括る | toezicht houden; beheren; controleren |
| suitōgakari-出納係 | caissière; kassier; kashouder |
| suiyoku-水浴 | water (van een bad) op een constante temperatuur houden |
| sujichigai-筋違い | onredelijkheid; een tegenargument dat geen stand houdt |
| sukēru-スケール | omvang; mate; schaal; verhouding; perspectief |
| sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
| sukuwatto-スクワット | squat; hurkzit; hurkende houding |
| sumikomi-住み込み | intern [inwonend] zijn (b.v. van een huishoudster) |
| sun-駿 | het oude Suruga domein [gebied] |
| sūpābaizā-スーパーバイザー | leidinggevende; toezichthouder; opzichter |
| supūn-スプーン | spoon (ouderwetse houten golfclub) |
| suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
| suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
| suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
| suriban-擦り半 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
| suribanshō-擦り半鐘 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
| suruga-駿河 | het oude Suruga domein [gebied] |
| susuharai-煤払い | het huis schoonmaken op oudjaar (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
| sutamina-スタミナ | stamina; uithoudingsvermogen |
| sutansu-スタンス | houding; pose; positie |
| sutaru-廃る | uit de mode [in onbruik] raken; ouderwets zijn; achteruitgaan; afnemen |
| tabasamu-手挟む | onder de arm (geklemd) houden [dragen] |
| tachi-達 | achtervoegsel dat meervoud aangeeft |
| tachifurumai-立ち振る舞い | manier van bewegen; houding |
| tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
| tachiifurumai-立ち居振る舞い | gedrag; houding; manier van bewegen |
| tachiyuku-立ち行く | standhouden; doorgaan; zich handhaven |
| tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
| tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
| taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
| taeru-耐える | verdragen; uithouden; harden; dulden |
| taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
| tai-体 | uiterlijk; verschijning; houding; gedaante; vorm |
| tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
| taidan-対談 | dialoog; tweespraak; samenspraak; onderhoud; conversatie |
| taido-態度 | gedrag; houding; attitude |
| taiga-タイガ | moerassig naaldwoud; boreaal woud |
| taii-体位 | lichaamshouding |
| taikai-体解 | (in het oude China) doodstraf door het afhakken van ledematen |
| taikei-大兄 | (beleefd woord voor je eigen, oudere) broer |
| taikei-大兄 | (beleefd woord van mannen voor een oudere of gelijke) u |
| taiki-大器 | grote container [bak; houder] |
| taiko-太古 | een ver verleden; de oudheid |
| tairei-頽齢 | (iemands) oude dag; laatste jaren; gevorderde [hoge] leeftijd |
| tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
| taisei-体勢 | (lichaams)houding; stand; postuur |
| taiseki-体積 | volume; hoeveelheid; massa; kubieke inhoud |
| taisha-代謝 | het oude vervangen door het nieuwe |
| tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
| takenokoseikatsu-筍生活 | het slechts in je levensonderhoud kunnen voorzien door steeds meer persoonlijke bezittingen te verkopen (gelijkend op het afpellen van een bamboescheu |
| takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
| takeru-長ける | ouder (in jaren) worden |
| tamamatsuri-霊祭り | vooroudersfestival; festival van de doden (om de geesten van de voorouders te verwelkomen, in de zevende maand van de maankalender) |
| tamotsu-保つ | behouden; bewaren |
| tanaage-棚上げ | het op de plank houden [tijdelijk niet verkopen] (van producten) |
| tanaage-棚上げ | (fig.) het op de plank houden; in de wacht zetten; uitstellen (van plannen, e.d.) |
| tanbun-単文 | (taalkunde) een enkelvoudige zin |
| tanjun-単純 | eenvoud |
| tanjunsen-単純泉 | eenvoudige waterbron (warmwaterbron met een extreem laag gehalte aan mineralen en kooldioxide) |
| tanri-単利 | enkelvoudige rente |
| tanshiki-単式 | een eenvoudige vorm |
| tanshiki-単式 | (afk. voor) enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| tanshikiboki-単式簿記 | enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| tansū-単数 | (grammatica) enkelvoud |
| tantai-単体 | enkelvoudige stof; enkelvoudig element |
| tantai-単胎 | eenlingzwangerschap; enkelvoudige zwangerschap |
| tantan-淡淡 | licht; eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; onverschillig |
| tanukineiri-狸寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
| tan'itsu-単一 | alleen [enkel] zijn; eenheid; eenvoud |
| taratara-たらたら | onophoudelijk; overvloedig; voortdurend |
| tashinamu-嗜む | genieten van; houden van; dol [gek] zijn op |
| tatai-多胎 | meerlingzwangerschap; meervoudige zwangerschap |
| tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
| tatchi・futtobōru-タッチ・フットボール | eenvoudigere variant van het American Football |
| tatetoosu-立て通す | volharden; volhouden; doorzetten |
| tatsu-立つ | zichzelf staande houden |
| tayasui-容易い | eenvoudig; simpel; makkelijk |
| tazuki-方便 | middelen van bestaan; levensonderhoud |
| tazusawaru-携わる | verwikkelen; (erbij) betrekken; zich bezighouden met; meedoen |
| tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
| tebikaeru-手控える | in reserve houden |
| tegaru-手軽 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
| tegokoro-手心 | discretie; consideratie; rekening houden met anderen |
| teido-程度 | mate; reikwijdte; verhouding; niveau; graad |
| teire-手入れ | zorg; verzorging; reparatie; (iets) in goede conditie brengen [houden] |
| teiryū-停留 | het stoppen; halt houden |
| teiryūsuru-停留する | stoppen; halt houden; pauzeren |
| tekagami-手鑑 | verzameling oude handschriften |
| teki-摘 | (in kanji combinaties) (op)pakken; vasthouden; plukken; knippen; snijden; knijpen |
| tekishi-敵視 | vijandigheid; vijandige houding |
| tekiyōsho-摘要書 | samenvatting; abstract; korte inhoud (van een tekst) |
| tekkotsu-鉄骨 | schildertechniek om een oude abrikozenboom af te beelden |
| tekunosutorakuchā-テクノストラクチャー | (van het Engelse technostructure) een netwerk van vakbekame personen die grip houden; controle houden over de economie binnen de eigen organisatie |
| ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| tenbiki-天引き | automatische inhouding; aftrek vooraf |
| tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
| tenjiku-天竺 | (oude benaming voor) India |
| tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
| teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
| tera-テラ | tera (biljoenvoud: 10 tot de 12de macht) |
| tewaza-手技 | (judo) arm-, hand- of schoudertechnieken |
| tīnējā-ティーンエージャー | tiener (jong iemand tussen 10 en 20 jaar oud) |
| to-斗 | to (inhoudsmaat van ca. 18, 04 liter) |
| toburau-弔う | een herdenkingsdienst houden; bidden voor de zielenrust van een overledene |
| tōdai-灯台 | ouderwetse olielamp op een standaard |
| tōji-冬至 | (één van de 24 seizoenen in de oude maankalender, als de zon staat op 270 graden (geografische) lengte); midwinter; de kortste dag: 21 of 22 dec. |
| tōkai-韜晦 | verberging; het verborgen houden; verzwijgen; bescheidenheid |
| tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
| tokkyokenshoyūsha-特許権所有者 | octrooihouder; octrooigerechtigde; patenthouder |
| tokkyonushi-特許主 | octrooihouder; patenthouder |
| tokubetsukyōshitsu-特別教室 | speciaal uitgeruste klaslokalen (voor vakken als muziek, handvaardigheid, huishoudkunde, e.a., ook gebruikt als audio-visuele ruimte) |
| tokubetsuyōgorōjinhōmu-特別養護老人ホーム | verpleeghuis voor ouderen |
| tomedate-止め立て | poging om iem. te weerhouden [tegenhouden; beletten; verhinderen] |
| tomedatesuru-止め立てする | stoppen; tegenhouden; weerhouden; beletten; verhinderen |
| tomeru-止める | tegenhouden |
| tomurau-弔う | een herdenkingsdienst houden; bidden voor de zielenrust van een overledene |
| toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
| toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
| toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
| toratsugumi-虎鶫 | oostelijke goudlijster (Zoothera dauma) |
| torikkusutā-トリックスター | grappenmaker in mythen en oude volksverhalen |
| torimono-捕り物 | arrestatie; aanhouding; inhechtenisneming |
| torinoichi-酉の市 | Tori-no-ichi festival (gehouden op de dag van de haan in november bij de Otori-schrijn) |
| toriosaeru-取り押さえる | onderdrukken; in toom houden |
| toripuru-トリプル | drievoud; drievoudig |
| torishimaru-取り締まる | onder controle hebben; beheren; toezicht houden (op) |
| torisugaru-取り縋る | vasthouden; vastklemmen |
| torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
| toritsuku-取り付く | vasthouden; vastklemmen; beethouden |
| torōru-トロール | trol (Oudnoors monster) |
| toru-執る | vasthouden; nemen; (op)pakken |
| tōryū-逗留 | korte verblijf; oponthoud |
| tōsai-当歳 | geboortejaar; een jaar oud |
| tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
| toshikakkō-年格好 | schijnbare leeftijd; ongeveer zo oud |
| toshikasa-年嵩 | het ouder zijn; oudere leeftijd |
| toshikoshi-年越し | oudejaarsavond; oudejaarsnacht; einde van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar |
| toshima-年増 | een vrouw van middelbare leeftijd; een oudere vrouw |
| tōshin-頭身 | de verhouding tussen hoofdlengte en lichaamslengte |
| toshinami-年波 | leeftijd; het ouder worden; op leeftijd raken |
| toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
| toshitori-年取り | een jaar ouder worden |
| toshitori-年取り | het ritueel van verwelkoming van het nieuwe jaar (op oudejaarsavond) |
| toshitoru-年取る | ouder worden; verouderen |
| toshiue-年上 | senior; oudere persoon |
| toshiyori-年寄り | een oudere; bejaarde; oud persoon; ouder iemand |
| tōsu-刀子 | (lett.: kort zwaard) mes voor dagelijks gebruik in de oudheid |
| tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
| tsubame-燕 | jongeman die een affaire heeft met een oudere vrouw |
| tsugi-次 | post station (op de oude Tōkaidō route) |
| tsugumu-噤む | zwijgen; stil zijn; het zwijgen ertoe doen; je mond (dicht)houden; zich stil houden |
| tsuina-追儺 | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
| tsukamu-掴む | grijpen; beetpakken; vasthouden |
| tsukedasu-付け出す | (in het grootboek) boeken; invoeren in de boekhouding |
| tsukesage-付け下げ | een methode om patronen op Japanse kleding aan te brengen (de patronen wijzen naar boven tot de schouders) |
| tsukiau-付き合う | omgaan met; relatie hebben met; gezelschap houden |
| tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
| tsukurou-繕う | de schijn ophouden; oneffenheden [fouten] verbergen |
| tsumetai-冷たい | (zowel letterlijk als figuurlijk) koud; kil; ijzig; koel |
| tsumitatekin-積立金 | ingehouden winst; winstreserve |
| tsunbosajiki-聾桟敷 | ongeïnformeerd zijn; ergens buiten gehouden worden |
| tsuneni-常に | altijd; onophoudelijk; voortdurend; constant |
| tsutaiaruki-伝い歩き | steeds aan iets (meubels, muren, e.d.) vasthoudend (leren) lopen |
| tsutankāmen-ツタンカーメン | Toetanchamon (of: Toetankhamon, een farao in het oude Egypte) |
| tsutomeburi-勤め振り | werkhouding; werkopvatting |
| tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsumashii-慎ましい | sober; eenvoudig |
| tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
| tsutsushimi-慎み | matiging; onthouding; een strenge [pure] leefwijze; verschoning; zuivering |
| tsutsushimu-慎む | nalaten; afzien van; zich onthouden van |
| tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
| tsuzukeru-続ける | doorgaan met; vervolgen; volhouden |
| tsuzumayaka-約やか | klein; kort en bondig; eenvoudig |
| uba-姥 | oude [bejaarde] vrouw |
| uba-姥 | een nō-masker van een oude vrouw |
| ubasuteyama-姥捨山 | een legende over het achterlaten van oude mensen (om te sterven) op de berg Obasute |
| ubasuteyama-姥捨山 | een afdeling [functie] waar oudere mensen die niet meer van nut zijn, naar worden overgeplaatst |
| ubazakura-姥桜 | een rijpe schoonheid; charmante [aantrekkelijke] oudere vrouw |
| uchiberi-内耗 | de verhouding tussen de hoeveelheid graan die overblijft na vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
| uchikiru-打ち切る | stoppen [ophouden] met; iets staken [afbreken; stopzetten] |
| uchimago-内孫 | oudste kind; erfgenaam |
| uchitsuzuku-打ち続く | doorgaan; volhouden; aanhouden |
| uerunesu-ウエルネス | activiteiten om de gezondheid te behouden |
| uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
| ukedachi-受け太刀 | verdedigende houding; in de verdediging |
| ukegoshi-受け腰 | een verdedigende [negatieve] houding |
| ukemi-受身 | passiviteit; passieve [verdedigende] houding |
| ukeru-受ける | vangen (een bal, etc.); opvangen; tegenhouden |
| uketomeru-受け止める | stoppen; tegenhouden; afweren; ontwijken; opvangen |
| ukurādo-ウクラード | (economie) bepaalde soorten productieverhoudingen |
| uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
| umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
| uminooya-生みの親 | biologische ouders |
| umisen'yamasen-海千山千 | (fig.) een geslepen persoon; een oude rot; een sluwe vos |
| uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
| ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
| uso-鷽 | goudvink (Pyrrhula pyrrhula) |
| utō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
| utsuro-空ろ | zonder inhoud; leegte |
| uwagaki-上書き | adressering (en beschrijving van de inhoud) op een kist |
| uwaki-浮気 | overspel; buitenechtelijke verhouding; ontrouw |
| wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
| wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon enkelvoud, tegenwoordig met een nogal arrogante duiding) ik |
| wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon meervoud) wij |
| wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |
| waidan-猥談 | boek [verhaal] met aanstootgevende [obscene; choquerende] inhoud |
| wajin-倭人 | (arch.) een oude benaming voor een Japanner |
| wakadoshiyori-若年寄 | een jongere die zich als een oudere gedraagt |
| wakimaeru-弁える | onderscheid maken; differentiëren; uit elkaar houden |
| wakō-倭冦 | (oude scheldnaam in Korea en China voor) Japan; mensen uit Japan |
| wakōdōjin-和光同塵 | het niet overmatig tonen van kennis en daardoor met anderen in goede verhouding kunnen staan |
| warawa-私 | (oude nederige vorm, gebruikt door vrouwen, voor:) ik |
| wariai-割合 | percentage; ratio; verhouding; proportie |
| waridaka-割高 | in verhouding (met de kwaliteit) duur zijn |
| warikata-割り方 | verhouding; ratio |
| warikata-割り方 | evenredig; relatief; verhoudingsgewijs |
| warini-割に | verhoudingsgewijs; in vergelijking; relatief |
| warito-割と | in verhouding; relatief |
| warudome-悪止め | uit alle macht (iemand) proberen tegen te houden |
| warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
| warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
| wasupu-ワスプ | (White Anglo-Saxon Protestant) WASP (blanke Amerikaanse protestant met Britse voorouders) |
| watakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
| watashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
| webusaitoōnā-ウェブサイトオーナー | websitehouder; website-eigenaar |
| wotchingu-ウオッチング | het bekijken; toekijken; de wacht houden |
| yabusaka-吝か | terughoudend; aarzelend |
| yadoru-宿る | verblijven; zich ophouden; zich bevinden (in) |
| yae-八重 | achtvoud; meerlaags [meerlagig]; dubbel (bloem) |
| yajin-野人 | een (eenvoudig) iemand van het platteland |
| yakusu-扼す | stevig vasthouden; domineren |
| yakusu-扼す | tegenhouden |
| yakusuru-扼する | stevig [hard] (aan)drukken [vasthouden] |
| yamabukiiro-山吹色 | helder (goud)geel |
| yamase-山背 | koude wind die uit de bergen komt |
| yamasekaze-山背風 | koude wind die uit de bergen komt |
| yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
| yamato-大和 | oude provincie in Japan |
| yamatokotoba-大和言葉 | de oude, oorspronkelijke Japanse taal [woorden] |
| yamayuri-山百合 | goudbandlelie; goudlelie (Lilium auratum) |
| yamu-止む | stoppen; ophouden; beëindigen |
| yasashii-易しい | gemakkelijk; eenvoudig |
| yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
| yasudaiji-易大事 | iets dat er eenvoudig uitziet, maar in werkelijkheid zeer belangrijk is |
| yasuge(na)-安げ(な) | (lit.) iets dat er zo gemakkelijk en eenvoudig uitziet |
| yasui-易い | makkelijk; eenvoudig |
| yasushi-安し | eenvoudig; simpel |
| yasuyasu-易易 | (vaak gebruikt in combinatie met to) heel gemakkelijk, eenvoudig, simpel; met groot gemak; erg toegankelijk (fig.) |
| yo-余 | (eerste persoon enkelvoud) ik |
| yobitomeru-呼び止める | iem. (roepen en) stoppen [tegenhouden]; (een taxi) aanhouden |
| yōchūijinbutsu-要注意人物 | verdachte; verdacht persoon; persoon die in de gaten moet worden gehouden |
| yōgukyōka-用具教科 | de instrumentvakken, vakken zoals taal en wiskunde, waarvan de kennis als instrument kan dienen bij het bestuderen van de inhoudsvakken |
| yōhō-養蜂 | bijenteelt; bijenhouderij |
| yōhōka-養蜂家 | imker; bijenhouder |
| yōi-容易 | eenvoud |
| yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
| yokei-余慶 | geluk dat nakomelingen ontvangen vanwege de goede daden van hun voorouders |
| yokō-余光 | invloed [gunst] van (voor)ouders |
| yomeiribune-嫁入り舟 | een oude [tweedehands-] boot |
| yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
| yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |
| yonetsu-余熱 | restwarmte; aanhoudende hitte |
| yoō-余殃 | onheil dat nakomelingen overkomt vanwege slechte daden van hun voorouders |
| yorisugaru-寄り縋る | vasthouden; vastklampen (aan) |
| yōroppahedai-ヨーロッパヘダイ | goudbrasem; dorade |
| yōryō-容量 | capaciteit; inhoud; volume |
| yōshi-容止 | gedrag; houding |
| yōshin-養親 | adoptieouder(s); pleegouder(s) |
| yōton-養豚 | varkenshouderij |
| yotsu-四つ | vier jaar (oud) |
| yotsu-四つ | (oude naam voor) de tijd rond 10 [22] uur |
| yowagoshi-弱腰 | zwakheid; lafheid; passieve [laffe] houding |
| yowatari-世渡り | het de kost verdienen; levensonderhoud |
| yūdansha-有段者 | een dan (graad) houder (bij judo, kendo, go, shogi, e.d.) |
| yūei-遊泳 | leven; levenshouding; gedrag; levensstijl; levensonderhoud |
| yūgen-幽玄 | subtiele eenvoud [elegantie]; pure [verborgen] schoonheid |
| yukitake-裄丈 | de mouwlengte [halve schouderlengte] van een kimono |
| yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
| yukutoshi-行く年 | het oude jaar; het voorbijgaande jaar |
| yunyūizondo-輸入依存度 | de mate van (economische) afhankelijkheid van import (verhouding tussen invoerwaarde en nationale productie) |
| yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
| yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
| zanrui-残塁 | een fort dat wordt aangevallen maar stand houdt |
| zanshin-残心 | (in vechtsporten) de mentale houding van het blijven opletten (ook na de actie) |
| zansho-残暑 | aanhoudende (zomer)hitte (aan het begin van de herfst) |
| zashiki-座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
| zasu-座主 | Boeddhistische monnik met de hoogste rang (toezichthouder van de grote tempel) |
| zatto-ざっと | oppervlakkig; eenvoudig; kort; snel |
| zen-前 | (als voorvoegsel) vorige; voormalige; ex-; oud- |
| zenjin-前人 | voorganger; mensen uit vroegere tijden; voorouders |
| zenkikurikoshirieki-前期繰越利益 | ingehouden winsten aan het begin van een periode |
| zenko-前古 | vroeger; oude tijden; oudheid |
| zenmen-前面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
| zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
| zenseiki-全盛期 | hoogtijdagen; gouden tijdperk; periode van bloei |
| zensen-前線 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
| zensenmen-前線面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
| zesshoku-絶食 | de vasten; zelfonthouding van voedsel |
| zetchōki-絶頂期 | hoogtepunt; toppunt; tijdperk van bloei; gouden tijdperk |
| zokuzoku-続続 | het doorgaan [voortzetten] zonder ophouden |
| zōsanai-造作ない | makkelijk; eenvoudig |
| zōshō-蔵相 | (afk. voor) Minister van Financiën (oude benaming, tot 2001) |
| zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zukansokunetsu-頭寒足熱 | het hoofd koel en de voeten warm houden |
| zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
| zuzō-図像 | ikoon (met een boeddhistische inhoud) |