Kruisverwijzing
ai
| lemma | meaning |
|---|---|
| a-亜 | ondergeschikt; secondair |
| acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
| adanasake-徒情け | een kortstondige (wispelturige) liefdesaffaire; een flirt |
| adauchi-仇討ち | wraak; vergelding; represaille |
| ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
| ahorichigi-阿呆律儀 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
| aibī・rukku-アイビー・ルック | Ivy League is een stijl van (heren)kleding (populair aan het einde van de jaren 1950) |
| aibī・sutairu-アイビー・スタイル | Ivy League is een stijl van (heren)kleding (populair aan het einde van de jaren 1950) |
| aibu-愛撫 | het aaien; strelen; knuffelen |
| aibusuru-愛撫する | aaien; strelen; knuffelen |
| aichi-愛知 | Aichi is de naam van een prefectuur in de regio Chūbu (midden Japan) |
| aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
| aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
| aidoringu-アイドリング | het stationair draaien van de motor (van een auto, etc.) |
| aigan-愛玩 | aai; knuffel; het dol zijn op; koesteren [knuffelen; liefkozen] |
| aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
| aijirushi-合印 | (kleermakerij) markering op stof om aan te geven waar de delen aan elkaar worden genaaid |
| aikidō-合気道 | aikido (oosterse vechtsport) |
| aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
| aikyōbeni-愛敬紅 | rouge [lipstick; oogschaduw] (om de charme te vergroten [het uiterlijk te verfraaien]) |
| ainu-アイヌ | Ainu (autochtone bevolking van Hokkaido en de Koerillen) |
| aishinkakura-愛新覚羅 | Aisin Gioro, de naam van een Chinese keizerlijke familie van de Qing dynastie |
| aizen-愛染 | (de afkorting van aizenhō) de verering van Myōō; Myōō als belangrijkste Boeddhabeeld in een tempel zetten |
| aizen-愛染 | (de afkorting van aizenmyōō) Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textiel |
| aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
| ai・emu・efu-アイ・エム・エフ | IMF (Internationaal Monetair Fonds) |
| ajikenai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
| ajikinai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
| akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
| akimaki-秋蒔き | het zaaien in de herfst |
| akinoōgi-秋の扇 | een waaier die niet meer wordt gebruikt wanneer het herfst wordt |
| akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
| akugen-悪言 | laster; vulgair [ruw] taalgebruik; scheldwoord; belediging |
| akugon-悪言 | laster; vulgair [ruw] taalgebruik; scheldwoord; belediging) |
| akushōbanashi-悪性話 | vulgaire taal |
| akushumi-悪趣味 | plat(vloers)heid; alledaagsheid; vulgariteit; vulgair gedrag |
| akutareguchi-悪たれ口 | beledigende opmerkingen; grove [vulgaire; obscene] taal |
| akutareru-悪たれる | beledigingen uiten; beledigende [vulgaire] taal gebruiken |
| akutō-悪投 | een buitengewoon slechte [afzwaaiende] worp van een (verre) veldspeler bij honkbal |
| akuzairyō-悪材料 | een baisse |
| amanatsu-甘夏 | amanatsu (citrusvrucht, Citrus natsudaidai) |
| amatchoroi-甘っちょろい | te optimistisch; te gemakkelijk (in de omgang); te onverantwoordelijk [goedaardig; naïef; simpel] |
| amenbō-飴ん棒 | de langwerpige ronddraaiende rood-wit-blauwe staaf die buiten op de muur hangt bij kapperszaken |
| āmī・rukku-アーミー・ルック | legerstijl; militaire stijl |
| ando-安堵 | erkenning van het recht op grondbezit van een samoerai (door een shogun of een feodale heer) |
| ango-安居 | varsika (een term voor Boeddhistische training en meditatie gedurende een periode van 90 dagen) |
| anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
| ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| ankyo-暗渠 | een ondergronds draineringskanaal |
| ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| aoarashi-青嵐 | frisse zomerwind (die waait door groen gebladerte) |
| aogu-扇ぐ | waaieren; aanwakkeren (van vuur) |
| aomukeru-仰向ける | naar boven gaan kijken [draaien] ; met het gezicht naar boven gaan liggen |
| aonokeru-仰のける | naar boven draaien; omdraaien [openleggen] (van een kaart b.v.) |
| aoppoi-青っぽい | onervaren; naïef; onvolwassen |
| aota-青田 | groen rijstveld (seizoenwoord voor zomer in haiku) |
| aoyagi-青柳 | het vlees van een schelpdier, de stevige strandschelp bakagai (Mactra chinensis) |
| arigētā-アリゲーター | alligator; kaaiman |
| aroha-アロハ | Aloha (groet op Hawaï) |
| arohashatsu-アロハシャツ | hawaïhemd |
| arukaikku-アルカイック | archaïsch; verouderd |
| arutairu-アルタイル | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
| āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
| asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
| assai-アッサイ | assai (muziekterm) |
| atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
| atsushi-あつし | kleding gemaakt van iepenschors (traditioneel gedragen door de Ainu in Japan) |
| autokābu-アウトカーブ | (honkbal) een curveball (effectbal) met een draaibeweging naar buiten |
| ayamaritsutaeru-誤り伝える | iets verdraaien (b.v. de werkelijkheid); een verkeerde voorstelling [indruk] geven (van iets) |
| azumaebisu-東夷 | ruige krijger [samoerai] uit Oost-Japan |
| ba-ば | (in de combinatie: ...nakereba naranai) moeten |
| bacherā-バチェラー | bachelor (universitaire graad) |
| bai-貝 | draaitol (traditioneel gemaakt van de Japanese Babylon schelp) |
| baito-バイト | bit (stift voor schroevendraaier) |
| bakashōjiki-馬鹿正直 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
| banchō-番長 | (vroeger) (staats)dienaar met militaire of politie taken |
| bango-蛮語 | streektaal van Hokkaidō |
| bankonsakusetsu-盤根錯節 | verstrengelde [gedraaide; ingewikkelde] wortels [knopen] |
| banshokudaijin-伴食大臣 | titulair minister; minister zonder invloed |
| banshokusaishō-伴食宰相 | titulair minister; minister zonder invloed |
| ban'ya-番屋 | vissershut (Hokkaido) |
| bararaika-バラライカ | balalaika (muziekinstrument) |
| bashō-芭蕉 | (Matsuo) Bashō (naam van een Japanse haiku dichter, 1644-1694) |
| bea-ベア | bassier; baissespeculant (effecten) |
| beddo-ベッド | (planten) perk; zaaibed |
| bei-べい | baai |
| beigunhausu-米軍ハウス | huurwoningen voor Amerikaanse militairen in Japan (na de Tweede Wereldoorlog) |
| beigunkichi-米軍基地 | Amerikaanse militaire basis |
| benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
| benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| bēsumento-ベースメント | kelderverdieping, souterrain |
| bihin-備品 | roerend goed; meubilair; apparatuur; benodigdheden |
| bika-美化 | verfraaiing; het mooier maken |
| bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
| birō-檳榔 | Chinese schermpalm [waaierpalm] (Livistona chinensis) |
| birushanabutsu-毘盧遮那仏 | Vairocana (één van de vijf dhyani-Boeddha's en de centrale Boeddha van het esoterisch boeddhisme) |
| bishamonten-毘沙門天 | Bishamonten (Vaishravana), god van rijkdom en overwinning, (afgebeeld in harnas,met schatkamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| bisō-美装 | mooie kleding; het zich mooi [elegant] kleden presenteren]; iets mooi aankleden; verfraaien |
| bodipeintingu-ボディペインティング | bodypainting |
| bōdobirian-ボードビリアン | acteur in blijspel; entertainer |
| bōgen-ボーゲン | (bij het skiën) bocht; boog; draai |
| bogīsha-ボギー車 | (trein) draaistel; draaiwagen |
| bōjorē・nūbō-ボージョレー・ヌーボー | Beaujolais primeur (nieuwe Beaujolais wijn) |
| bokyaburarī-ボキャブラリー | woordenschat; vocabulaire; lexicon |
| bonērutō-ボネール島 | Bonaire |
| borantarī・chēn-ボランタリー・チェーン | detailhandelcoöperatie |
| borisheviki-ボリシェヴィキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
| borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
| borushebiki-ボルシェビキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
| bosen-母線 | spanningsrail; stroomrail; contactrail |
| bōshō-帽章 | baretembleem; embleem op (militair) hoofddeksel [baret] |
| bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
| botsushumi-没趣味 | smakeloosheid; gebrek aan smaak [manieren]; vulgair [alledaags] zijn |
| bubunkyokuhitsu-舞文曲筆 | vrije schrijfstijl waarbij de de feiten worden verdraaid voor een literair effect |
| budan-武断 | militarisme; militaire macht [bestuur] |
| buerusaiyujōyaku-ヴェルサイユ条約 | Verdrag van Versailles |
| būgenbiria-ブーゲンビリア | bougainville (tropische plant) |
| buhen-武辺 | zaken gerelateerd aan vechtsporten [gevechtskunsten]; militaire zaken |
| buhen-武辺 | krijgshaftigheid; (militaire) moed; dappere strijder |
| bui-武威 | militaire macht [kracht; prestige] |
| buiyabēsu-ブイヤベース | bouillabaisse (Provençaalse vissoep) |
| bujin-武人 | militair; strijder; soldaat |
| bukan-武官 | officier; (hof)functionaris belast met militaire taken |
| buke-武家 | krijgsadel; krijgselite; samoerai clan [familie] |
| bukka-仏果 | (boeddh.) nirwana; Verlichting (bereikt door boeddhistische training) |
| bukun-武勲 | militaire verdienste [heldendaad] ; wapenfeit |
| bumei-武名 | krijgsroem; militaire faam |
| bumon-武門 | familie [clan] van krijgslieden [strijders; samoerai] |
| bunbu-文武 | literaire en militaire kunsten; de pen en het zwaard |
| bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
| bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
| bundan-文壇 | literaire wereld |
| bungakusha-文学者 | letterkundige; literair [geletterd] persoon; schrijver |
| bungei-文芸 | literatuur; literaire kunst; kunt en literatuur |
| bungeifukkō-文芸復興 | de Renaissance |
| bungō-文豪 | een grote literaire schrijver |
| bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
| bungotai-文語体 | literaire [klassieke] schrijfstijl |
| bunmei-文名 | literaire faam [beroemdheid] |
| bunmin-文民 | burger (niet-militair) |
| bunshi-文士 | schrijver [schrijfster]; literair [geletterd] persoon |
| bunshiidengaku-分子遺伝学 | moleculaire genetica |
| bunshikanryoku-分子間力 | intermoleculaire krachten |
| bunshikumo-分子雲 | moleculaire wolk |
| bunshinōgyō-分子農業 | moleculaire landbouw |
| bunshiryō-分子量 | moleculaire massa; molecuulmassa |
| bunshiseibutsugaku-分子生物学 | Moleculaire biologie |
| bunshishiki-分子式 | moleculaire formule |
| bunshishinka-分子進化 | moleculaire evolutie |
| buraddi・mearī-ブラッディー・メアリー | bloody mary (cocktail van wodka met tomatensap) |
| buranketto-ブランケット | deken; plaid |
| burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
| buri-振り | een zwaai; slinger(beweging) |
| burijji・banku-ブリッジ・バンク | overbruggingsbank (opgericht om een failliete bank te exploiteren totdat er een koper kan worden gevonden) |
| buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
| bushi-武士 | samoerai |
| bushidō-武士道 | de samoerai erecode |
| bushō-武将 | militair leider; generaal; (opperste) krijgsheer; opperbevelhebber |
| bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
| butsukarigeiko-ぶつかり稽古 | training (van worstelen en judo) met afwisselend duwen en geduwd worden |
| byō-鋲 | klinknagel; punaise; schoenspijker |
| chakku-チャック | klem (van een draaibank, e.d.) |
| chichikuru-乳繰る | een geheime liefdesaffaire hebben (met) |
| chigaeru-違える | (medisch) ontwrichten; verstuiken; verdraaien |
| chika-地下 | kelder; souterrain; onder de grond |
| chikai-地階 | kelder; souterrain |
| chikakakujikken-地下核実験 | ondergrondse kernproef [nucleaire test] |
| chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
| chisetsu-稚拙 | ongekunsteldheid; naïviteit; kinderachtigheid |
| chōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
| chōga-頂芽 | eindknop; apicale knop (het primaire, dominante, groeipunt is aan de punt van de stengel of tak van de plant) |
| chōja-長者 | een rijke persoon; miljonair |
| chojutsu-著述 | een (literair) boek schrijven |
| chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
| chōkaimenshoku-懲戒免職 | (van een ambtenaar) disciplinair ontslag |
| chokkeihizoku-直系卑属 | lineaire afstammeling (b.v. zoon) |
| chokkeisonzoku-直系尊属 | lineaire afstamming; afstamming in rechte lijn [van de eerste graad] (b.v. vader op zoon) |
| chōnenten-腸捻転 | volvulus (draaiing van een deel van de darm) |
| chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
| chōshizuku-調子づく | op gang [stoom] komen; in de stemming komen; zijn draai weten te vinden; opgetogen [enthousiast] worden; zich laten gaan |
| chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| chūjiku-中軸 | as; spil; draaipunt |
| chūjiku-中軸 | punt [persoon] waar alles om draait; centrale figuur |
| chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
| chūkanshi-中間子 | meson (elementair deeltje) |
| chūkei-中啓 | een traditionele opvouwbare waaier, die lijkt op een ginkoblad |
| chūkyori-中距離 | intermediair bereik (raket) |
| chūkyū-中級 | intermediair niveau |
| dada-ダダ | Dada (Dadaïsme, culturele beweging van kunstenaars) |
| dadaisumu-ダダイスム | Dadaïsme (kunststroming) |
| daiaru-ダイアル | (nummer) draaien [kiezen]; afstemmen |
| daichō-台帳 | (kabuki) draaiboek |
| daigeiko-代稽古 | (plaats)vervanger voor een leraar [trainer] |
| daihō-大法 | de hoogste spirituele trainingsvorm in het shingon boeddhisme |
| daihon-台本 | script; draaiboek; scenario |
| daiichijisangyō-第一次産業 | primaire industry (landbouw, bosbouw en visserij) |
| daijin-大尽 | miljonair; rijkaard; magnaat |
| daikinmaebaraikādo-代金前払いカード | prepaidkaart |
| daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| daikon-大根 | rettich; daikon |
| daikon'oroshi-大根下ろし | geraspte daikon |
| daikon'oroshi-大根下ろし | rasp om daikon te raspen |
| daimyō-大名 | daimyo (leenheer in de Edo periode) |
| dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
| dainigi-第二義 | secundair belang; geen basisprincipe |
| dainijisangyō-第二次産業 | secundaire industrie (o.a. productie, constructie, mijnbouw) |
| dairekuto・māketingu-ダイレクト・マーケティング | (agressieve) verkoop via telefoon, direct mail, etc. |
| daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
| daiyaru-ダイヤル | (nummer) draaien [kiezen]; afstemmen |
| daiyarusuru-ダイヤルする | een nummer draaien (telefoon) |
| daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
| dakuru-駄句る | slechte haiku (gedichten) maken [schrijven] |
| dangen-断言 | eis; claim; declaratie |
| dangensuru-断言する | eisen; claimen; beweren; verklaren |
| danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
| dappan-脱藩 | het verlaten van een clan door een samoerai (die daarna een rōnin (samoerai zonder heer) werd) |
| darai・rama-ダライ・ラマ | Dalai Lama |
| darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
| daru・gēmu-ダル・ゲーム | een saaie wedstrijd |
| dendenmushi-でんでん虫 | slak (den is afgeleid van denai (出ない, komt niet naar buiten) |
| dendōmishin-電動ミシン | elektrische naaimachine |
| dendōrokuro-電動ろくろ | elektrische draaischijf; elektrische pottenbakkersschijf |
| denshimēru-電子メール | |
| detēru-デテール | detail; bijzonderheid |
| difyūjon・rain-ディフュージョン・ライン | diffusielijn (secundaire productlijn van een modehuis of modeontwerper) |
| ditēru-ディテール | detail; bijzonderheid |
| dī・emu-ディー・エム | DM (direct mail) |
| dōbutsushōsetsu-動物小説 | literaire genre waarbij dieren de voornaamste personages zijn |
| doggutagu-ドッグタグ | (Eng.: dog tag) metalen identiteitsplaatje (van militairen) |
| dōjime-胴締め | riem; tailleband |
| dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
| dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
| dokyumentarī-ドキュメンタリー | documentaire |
| dōmin-道民 | bewoner van Hokkaido |
| dōnai-道内 | in [binnen] Hokkaido |
| dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
| donsuru-鈍する | traag [sloom; saai] worden |
| doraibā-ドライバー | schroevendraaier; golfstok |
| dorēn・kokku-ドレーン・コック | (Eng.: drain cock) aftapkraan |
| e-江 | baai; inham |
| ea-エア | lucht (air) |
| eabasu-エアバス | airbus (vliegtuig) |
| eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
| eakon-エアコン | airco; airconditioning |
| ea・baggu-エア・バッグ | airbag; luchtzak |
| ea・chekku-エア・チェック | aircheck (een demonstratie-opname van een radio- of tv-presentator) |
| ea・kondishoningu-エア・コンディショニング | air conditioning; airco; klimaatbeheersing |
| egetsunai-えげつない | smerig; vulgair; grof; gemeen; wreed |
| egyōfushin-営業不振 | zakelijke malaise; inzinking [verslechtering] van de handel |
| eizu-エイズ | (acquired immunodeficiency syndrome) aids (immunodeficiëntiesyndroom) |
| ekisupandā-エキスパンダー | een veer om de spieren te trainen |
| ekitei-駅逓 | (arch.) het transporteren van bagage van (post)station naar (post)station (zoals op de Tokaido route in de Edo periode) |
| ekkusujendā-Xジェンダー | X-gender (in Japan gebruikte term voor nonbinaire genderidentiteiten) |
| ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
| ekusasaizu-エクササイズ | oefenen; oefening; lichaamsbeweging; training |
| emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
| emēru-Eメール | |
| enameru-エナメル | |
| enbu-演舞 | danstraining; dansoefening |
| ensei-延性 | ductiliteit; kneedbaarheid; taaiheid |
| enshū-演習 | oefening; training |
| enshū-演習 | militaire oefeningen; gevechtstraining; manoeuvres |
| en'ō-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
| eppei-閲兵 | inspectie [monstering; schouwing; parade] van militaire troepen |
| eppeishiki-閲兵式 | militaire parade |
| ēru・furansu-エール・フランス | Air France |
| etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
| ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
| ē・tī・shī-エー・ティー・シー | automatic train control |
| ē・tī・shī-エー・ティー・シー | air traffic control |
| fandamentaru-ファンダメンタル | fundamenteel; essentieel; elementair; basis- |
| fānichā-ファーニチャー | meubels; meubilair |
| fantajī-ファンタジー | fantasy (kunststijl; literair genre) |
| feminashō-フェミナ賞 | Prix Femina (Franse literaire prijs) |
| firariabyō-フィラリア病 | filariasis (tropische parasitaire worminfectie) |
| fisshingu-フィッシング | phishing (cybercriminaliteit via email) |
| fittonesu-フィットネス | fitness-training; oefeningen om fit te worden [blijven] |
| fubirai・hān-フビライ・ハーン | Koeblai Khan |
| fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
| fuka-鱶 | haai |
| fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
| fukahire-鱶鰭 | haaienvin |
| fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
| fukiageru-吹き上げる | opblazen; opwaaien; opspuiten |
| fukiarasu-吹き荒らす | voorbij stormen; verwoesten; kapot waaien |
| fukichirasu-吹き散らす | uiteen waaien [blazen]; wegblazen; verstrooien |
| fukidasu-吹き出す | beginnen te waaien [blazen; ademen] |
| fukikakeru-吹きかける | waaien op [over]; ademen over; besproeien |
| fukikomu-吹き込む | binnen waaien; inregenen |
| fukimakuru-吹き捲る | lang blijven blazen [waaien] |
| fukinukeru-吹き抜ける | doorheen [overheen] waaien [blazen] |
| fukiorosu-吹き下ろす | naar beneden waaien |
| fukiotosu-吹き落とす | uit de boom waaien (van fruit) |
| fukisusabu-吹き荒ぶ | hard waaien; stormen; razen |
| fukitaosu-吹き倒す | omver blazen [waaien] |
| fukitsukeru-吹きつける | tegen(aan) waaien [blazen] |
| fukitsunoru-吹き募る | steeds harder waaien |
| fukiyamu-吹き止む | stoppen met waaien; afnemen [gaan liggen] van de wind |
| fukiyoseru-吹き寄せる | bij elkaar [op een hoop] waaien [blazen] |
| fuku-副 | begeleidend [secundair; aanvullend; assistent] zijn |
| fuku-吹く | waaien |
| fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
| fukueki-服役 | werkplicht; corveedienst; militaire dienstplicht; gevangenisstraf met dwangarbeid |
| fukuin-副因 | bijkomende [secundaire] oorzaak |
| fukujiteki-副次的 | secundair; ondergeschikt; bijkomend; bijkomstig |
| fukujoshi-副助詞 | bijwoordelijk partikel (bakari, made, dake, hodo, kurai, nado, nari, yara) |
| fūkyō-風狂 | connaisseur |
| furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
| furea-フレア | (van kleding) het klokken; uitwaaieren |
| furēto・rainā-フレート・ライナー | vrachtvervoer; containervervoer |
| furiageru-振り上げる | omhoog [boven je hoofd] tillen [zwaaien; slaan] |
| furikaburu-振り被る | omhooghouden; (boven je hoofd) zwaaien (met) |
| furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
| furikazasu-振り翳す | rondzwaaien (met een voorwerp, wapen, e.d.) |
| furimawasu-振りす | hanteren; zwaaien (met) |
| furimukeru-振り向ける | omdraaien |
| furimuku-振り向く | achterom kijken [draaien; keren] |
| furin-不倫 | verdorvenheid; onzedelijkheid; immoraliteit; overspel; een buitenechtelijke affaire |
| furippu-フリップ | omslaan; omdraaien; wegtikken; boos worden |
| furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
| furī・battingu-フリー・バッティング | (Eng.: free batting) slagtraining (honkbal) |
| furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
| furu-振る | zwaaien; schudden |
| furu-振る | draaien; omdraaien; achterom kijken |
| fusaku-不作 | slechte kwaliteit (b.v. van een literair werk) |
| fuseji-伏せ字 | een ondersteboven gedraaid karakter |
| fuseru-伏せる | ondersteboven leggen; omdraaien |
| fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
| futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
| fūzen-風前 | een plek waar de wind heen waait; een plek die blootgesteld is aan de wind |
| gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
| gabyō-画鋲 | punaise; duimspijker |
| gādorēru-ガードレール | vangrail (op autowegen) |
| gādorēru-ガードレール | contrarail (spoorwegen) |
| gaikokukawase-外国為替 | vreemde valuta; deviezen; monetaire handel (met het buitenland) |
| gakuchi-学地 | studieplaats (voor wetenschap en spirituele training) |
| gakui-学位 | academische [universitaire] graad |
| gangan-がんがん | dreunend [galmend; bulderend; bonzend] geluid [lawaai] |
| gangyō-願行 | (boeddh.) gelofte en (spirituele) training |
| gansho-雁書 | brief (formele, literaire term) |
| ganzenai-頑是ない | naïef; onschuldig; hulpeloos |
| gasshiri-がっしり | stevig [solide; sterk; taai] zijn |
| gasshuku-合宿 | het in dezelfde accommodatie [herberg] verblijven; samen ergens verblijven; op trainingskamp gaan |
| gebiru-下卑る | vulgair [ordinair] worden; verruwen |
| geigi-芸妓 | vrouwelijke entertainer bij een banket; geisha |
| geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
| gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
| genkyū-減給 | (soms als disciplinaire straf) salarisverlaging; loonsverlaging |
| genpei-源平 | de Genji en de Heike clans; de Minamoto en de Taira clans |
| genpei-源平 | wit en rood (omdat de Genji-clan witte vlaggen gebruikte en de Taira-clan rode vlaggen) |
| genpeishiai-源平試合 | (hist.) tweestrijd tussen de Minamoto (de witte vaandels) en de Taira (de rode vaandels) |
| genshibutsurigaku-原始物理学 | nucleaire fysica |
| genshiryokuanzenhoanin-原子力安全保安院 | Agentschap voor Nucleaire en Industriële Veiligheid; NISA (Nuclear and Industrial Safety Agency) |
| genshiryokukōgaku-原子力工学 | nucleaire techniek |
| genshoku-原色 | primaire kleur; fundamentele kleur |
| genshū-現収 | het huidige inkomen (samentrekking van: genzai no shūnyū, 現在の収入) |
| gen'eki-現役 | voltijd dienstverband (militairen) |
| gesewa-下世話 | plat [ordinair] taalgebruik |
| gesu-下種 | vulgair persoon; uitschot; smeerlap; lomperik; schoft |
| gikaishugi-議会主義 | parlementarisme; parlementair stelsel |
| ginkōgyōmu-銀行業務 | bankzaken; bancaire diensten |
| ginkōkansōba-銀行間相場 | interbancaire koersen [tarieven] |
| ginkōkashitsuke-銀行貸付 | banklening; bancaire kredietverlening |
| ginkōsenmon'yōgo-銀行専門用語 | bancaire vaktaal; bankjargon |
| gogatsuningyō-五月人形 | een (samoerai) pop die wordt uitgestald in mei ter gelegenheid van het kinderfestival van jongens |
| goi-語彙 | vocabulaire; woordenschat |
| goi-語意 | betekenis van een woord; vocabulaire; woordenschat |
| gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| goraku-娯楽 | amusement; entertainment; vermaak |
| gōshi-郷士 | (Edo periode) landedelman (uit de samurai klasse); landjonker; jonkheer |
| gōshigaisha-合資会社 | commanditaire vennootschap |
| gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
| gunbō-軍帽 | militaire pet; legerpet |
| gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| gungaku-軍楽 | militaire kapel; militaire muziek |
| gunji-軍事 | militaire zaken; het krijgswezen |
| gunjifūsa-軍事封鎖 | militaire blokkade |
| gunjikichi-軍事基地 | legerbasis; militaire basis |
| gunjin-軍人 | soldaat; militair |
| gunjisaibansho-軍事裁判所 | (standaard benaming voor) krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof in Japan |
| gunpi-軍費 | militaire uitgaven |
| gunpō-軍法 | militair strafrecht; krijgsrecht |
| gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
| gunpuku-軍服 | militair uniform; legeruniform |
| gunpyō-軍票 | oorlogsgeld; militaire valuta (uitgegeven door het leger) |
| gunseki-軍籍 | militaire dienst |
| gunshi-軍使 | militaire gezant; heraut |
| gunsō-軍曹 | sergeant (militaire rang) |
| guntō-軍刀 | sabel; militair zwaard |
| gunyō-軍用 | (voor) militair gebruik |
| gunzei-軍勢 | strijdkrachten; militaire troepen; manschappen |
| gun'yōki-軍用機 | gevechtsvliegtuig; militair vliegtuig |
| gurīn・berē-グリーン・ベレー | commando (soldaat); speciale (militaire) eenheid |
| guruguru-ぐるぐる | (onomatopee) draaiend; duizelig |
| gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
| gushin-具申 | gedetailleerd rapport [verslag] |
| gushinui-串縫い | Japanse standaard manier van naaien met parallelle stiksels |
| gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
| gyō-行 | religieuze (boeddhistische) training [discipline]; ascetisme |
| gyōsekifushin-業績不振 | economische malaise |
| gyōzuru-行ずる | oefenen; trainen |
| gyūgyū-ぎゅうぎゅう | het stevig [strak; hard] trekken [draaien] |
| habutae-羽二重 | habitai; habutae (fijne Japanse zijden stof) |
| hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
| hadō-覇道 | (in confucianisme) besturing van een natie via militaire macht en bedrog; regering met een alleenheerser aan het hoofd |
| hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
| hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
| hāfu・kōto-ハーフ・コート | korte jas (tot aan de taille) |
| hāfu・suingu-ハーフ・スイング | (honkbal, golf) halve zwaai |
| hagiawaseru-接ぎ合わせる | (stukken) verbinden; aan elkaar zetten [naaien; lijmen] |
| hahachō-叭々鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hahei-派兵 | het zenden van (militaire) troepen |
| haichi-ハイチ | Haïti |
| haifū-俳風 | literaire [formele] schrijfstijl (in de Japanse haikai en haiku dichtkunst) |
| haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
| haijin-俳人 | haikudichter |
| haikai-俳諧 | Japanse dichtkunst (zoals haiku, senryū, renga, e.a.) |
| haiku-俳句 | haiku (Japanse dichtvorm) |
| haimei-俳名 | pseudoniem van een haikudichter |
| hairaito-ハイライト | in het oog springend detail; opvallend kenmerk |
| haishakukin-拝借金 | de geldlening in de Edo periode van de bakufu regering aan daimyo, leenheren, tempels, e.d. |
| haisupīdo・suchīru-ハイスピード・スチール | sneldraaistaal; snelstaal |
| hai・arai-ハイ・アライ | jai alai, een balspel (soort squash, gespeeld met een rieten cesta) |
| haken-派遣 | (militair) plaatsing; het inzetten; deployering |
| hakkachō-八哥鳥 | kuifmaina (een spreeuwensoort, Acridotheres cristatellus) |
| hakoirimusume-箱入り娘 | lievelingsdochter; (naïef) meisje dat beschermd is opgevoed |
| hakusen-白扇 | een witte waaier |
| hakuwa-白話 | Baihuawen, schrijfvorm voor gesproken taal in China |
| hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
| hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
| hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
| hanshi-藩士 | vazal van een daimyo [leenheer] |
| hansoku-反側 | het woelen [zich steeds omdraaien] in bed |
| hansokusuru-反側する | in bed (liggen te) woelen; zich steeds omdraaien in bed |
| hanten-反転 | omkering; omdraaiing; omrollen |
| hantokeimawari-反時計回り | draaien tegen (de wijzers van) de klok in (linksom) |
| haramitsu-波羅蜜 | (boeddh.) training tot de bevrijding [verlossing] (en daarmee het nirvana [de overtocht] te bereiken) |
| haramitta-波羅蜜多 | (boeddh.) training tot de bevrijding [verlossing] (en daarmee het nirvana [de overtocht] te bereiken) |
| harau-払う | (met een zwaard, stok e.d.) heen en weer zwaaien |
| haremu-ハレム | harem; serail (vrouwenverblijf) |
| hari-針 | naaisteek; hechting |
| hariabako-針箱 | naaldendoos; naaidoos |
| harime-針目 | een (naai)steek; stiksel |
| harishigoto-針仕事 | naaldwerk; naaiwerk; borduurwerk |
| hasan-破産 | faillissement |
| hasansha-破産者 | iem. die failliet [bankroet] is |
| hashitanai-はしたない | onbeleefd; onbescheiden; ongepast; schaamteloos; lomp; onelegant; vulgair |
| hasshin-発信 | het versturen van berichten (via post, telegram, e-mail, radio, etc.) |
| hasuppa-蓮っ葉 | ordinair [frivool; losbandig] zijn |
| hatafuri-旗振り | het vlaggenzwaaien |
| hatafuri-旗振り | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
| hatafuriyaku-旗振り役 | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
| hatan-破綻 | mislukking; fiasco; faillissement; bankroet |
| hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
| hawaian-ハワイアン | Hawaïmuziek; Hawaïaans |
| hawaiangitā-ハワイアンギター | hawaï-gitaar |
| hayamaki-早蒔き | vroeg (in het seizoen) zaaien |
| heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
| heiei-兵営 | (militaire) kazerne |
| heieki-兵役 | militaire dienst; dienstplicht |
| heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
| heigen-平原 | grasvlakte; prairie |
| heihōka-兵法家 | (militair) strateeg |
| heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
| heika-兵家 | militair (personeel); soldaat |
| heika-兵家 | (militair) strateeg |
| heike-平家 | de Heike [Taira] familie [clan] |
| heiken-兵権 | de militaire macht; het militaire gezag |
| heiryoku-兵力 | troepenmacht; strijdkrachten; militaire kracht |
| heisha-兵舎 | (militaire) kazerne |
| heishi-兵士 | soldaat; militair |
| heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
| heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
| heitai-兵隊 | soldaat; militair |
| heitotsusetsuganrenzu-平凸接眼レンズ | vlakbol oculair; planoconvex oculair |
| hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
| henzutsū-偏頭痛 | migraine |
| hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
| hidarimaki-左巻き | linksdraaien (tegen de klok in) |
| hidarimawari-左回り | linksomdraaiend (tegen de wijzers van de klok in) |
| hien-飛燕 | (in vechtsporten) snel bukken en draaien (als een zwaluw) |
| hikanzeishōheki-非関税障壁 | non-tarifaire handelsbelemmering (de inperking van vrije handel tussen twee landen welke niet de vorm van een tarief aanneemt) |
| hikiate-引き当て | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| hikken-筆硯 | het kalligraferen; (literair) schrijven |
| hikoboshi-彦星 | Altair (ster: alpha Aquilae) |
| hikute-引く手 | iemand die de aandacht trekt; iemand die bewonderd wordt; iemand die populair [in trek] is |
| hikuteamata-引く手数多 | heel populair [in trek; gewild] zijn |
| hippubōn-ヒップボーン | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
| hippu・hangā-ヒップ・ハンガー | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
| hirugaeru-翻る | omdraaien; overzetten; vertalen |
| hitatare-直垂 | traditionele Japanse kleding (oorspronkelijk de werkkleding van het gewone volk, later, vanaf de Muromachi periode, gedragen door de samoerai) |
| hitoribotchi-独りぼっち | alleenlevend [solitair] zijn; het rijk alleen hebben; |
| hizumi-歪み | vervorming; verdraaiing; kromtrekking; afwijking |
| hōfukusochi-報復措置 | represailles; vergeldingsacties; wraak |
| hoihensusetsuganrenzu-ホイヘンス接眼レンズ | Huygens-oculair |
| hokkaidō-北海道 | Hokkaido (noordelijkste hoofdeiland van Japan) |
| hokkeshū-法華宗 | (benaming voor) de boeddhistische Tendai school |
| hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
| hokku-発句 | (andere naam voor) een haiku gedicht |
| hon-翻 | (in kanji combinaties) fladderen; wapperen; zwaaien; omdraaien; overzetten; van richting [mening; gedachten) veranderen |
| honkaigi-本会議 | plenaire vergadering |
| honkī・tonku-ホンキー・トンク | ordinaire [goedkope] kroeg [bar] |
| honma-本真 | (vooral gebruikt in Kyoto en Kansai) waarheid |
| hon'yomi-本読み | het voorlezen van een draaiboek [scenario; script] voor of door acteurs |
| horo-幌 | een geweven strook stof, bevestigd aan de achterkant van een (samoerai) harnas of helm (als versiering of bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| horo-母衣 | geweven doek aan de achterkant van het harnas van een samoerai (als decoratie en als bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| hōrō-琺瑯 | (glas) email |
| horumon-ホルモン | (in Kansai dialect) orgaanvlees, slachtafval van koeien of varkens |
| hōsei-縫製 | het naaien (met een naaimachine); naaiwerk |
| hōshō-褒章 | eremedaille; medaille voor verdienstelijkheid |
| hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| hōtaikō-豊太閤 | Taikō Toyotomi (Toyotomi Hideyoshi) |
| hyakumanchōsha-百万長者 | een miljonair |
| hyakurai-百雷 | honderd donderslagen; hels lawaai |
| hyōki-標記 | titel; onderwerp (brief, e-mail, etc.) |
| i-委 | (in kanji combinaties) (aan anderen) toevertrouwen; overlaten; gedetailleerd |
| i-移 | (arch.) een circulaire (uitwisseling van documenten tussen overheidsinstellingen ten tijde van het Ritsuryō-systeem) |
| iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| ichaicha-いちゃいちゃ | het flirten; het aaien [strelen] |
| ichaichasuru-いちゃいちゃする | flirten; aaien; strelen |
| ichibandori-一番鶏 | het eerste kraaien van de haan (bij zonsopgang) |
| ichibushijū-一部始終 | het hele verhaal, van begin tot eind; alle details [bijzonderheden] |
| ichiji-一次 | de eerste (rang; keer); oorspronkelijke; primaire |
| ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
| ichijisanpin-一次産品 | primaire producten [goederen] (die voorzien in de eerste levensbehoefte van de consument) |
| ichijō-一条 | één zaak [affaire; gebeurtenis] |
| igyō-易行 | (boeddh.) de eenvoudige [makkelijke] oefening [training] via de recitatie van Boeddha's naam (b.v. bij de Jodo secte) |
| igyōdō-易行道 | (boeddh.) de eenvoudige [makkelijke] oefening [training] via de recitatie van Boeddha's naam (b.v. bij de Jodo secte) |
| iimagirasu-言い紛らす | zich ergens uitpraten [uitkletsen]; ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven |
| ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
| ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
| ikisuji-粋筋 | liefdesaffaire |
| ikusa-戦 | oorlog; (veld)slag; gevecht; strijd; militaire campagne |
| ikusei-育成 | opvoeding; vorming; opleiding; onderricht; training |
| imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
| inrē-インレー | inlegwerk; mozaïek |
| insutorakushon-インストラクション | instructie; onderricht; training; aanwijzingen; voorschrift |
| insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
| intābanku-インターバンク | interbancair (tussen banken onderling) |
| intādishipurinarī-インターディシプリナリー | interdisciplinair (samenwerking tussen verschillende takken van wetenschap) |
| intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
| intān-インターン | (inwonende) stagiair(e) [praktijkassistent] |
| interuposuto-インテルポスト | (International Electronic Post) Internationale e-mail service |
| in・hai-イン・ハイ | (honkbal) een hoge bal die naar binnen draait |
| iomante-イオマンテ | een Ainu-ceremonie waarbij een bruine beer wordt geofferd (nadat hij een bepaalde tijd in het dorp is grootgebracht) |
| ipponjōshi-一本調子 | langdradigheid; saaiheid |
| iremono-入れ物 | container; vat; krat; kist; doos |
| ireru-入れる | aanzetten; opendraaien |
| irie-入り江 | inham; kreek; baai |
| irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
| iseru-いせる | techniek om twee stukken stof van ongelijke grootte aan elkaar te naaien (met een krimpnaad, b.v. bij mouwinzetten) |
| ishugaeshi-意趣返し | vergelding; wraak; represaille |
| isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
| isshokenmei-一所懸命 | in de middeleeuwen de plaats die samoerai kregen als thuishaven om te leven en te werken |
| itaba-板場 | (Kansai dialect) kok |
| itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
| itten-一転 | één ronde [beurt; omwenteling; draai; verandering] |
| iyashii-卑しい | nederig; van lage afkomst; eenvoudig; arm; vulgair; sjofel |
| ī・mēru-イー・メール | e-mail; elektronische post |
| jabu-ジャブ | stoot; stomp; por; oplawaai |
| jainakyō-ジャイナ教 | jaïnisme |
| jamaika-ジャマイカ | Jamaica |
| jicho-自著 | het eigen (literaire) werk [boek] |
| jidori-地取り | (bij sumo) training in de ruimte van de eigen stal |
| jijin-自陣 | eigen (militaire) positie [basis]; eigen kamp |
| jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
| jikamaki-直播き | directe bezaaiing (het zaaien direct in het veld) |
| jikohasan-自己破産 | het eigen faillissement aanvragen |
| jikuashi-軸足 | (honkbal) pivotvoet; steunvoet (het standbeen wanneer een speler draait) |
| jimon-寺門 | hoofdtempel van de Tendai-secte in de stad Ōtsu |
| jimon-寺門 | (afk. voor) de Jimonha-secte (van het Tendai boeddhisme) |
| jimonha-寺門派 | Jimonha-secte (Tendai Boeddhisme) |
| jimu-ジム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
| jimunajiumu-ジムナジウム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
| jinchi-陣地 | (militair) kamp(ement); veldverblijf; legerplaats; stelling |
| jinkōchishiki-人工知識 | kunstmatige intelligentie (AI: artificial intelligence) |
| jin'ei-陣営 | (militair) kamp; kampement; legerkamp; bivak |
| jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
| jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
| jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
| jitsuryoku-実力 | militaire [politie] macht |
| jiyūhōnin-自由放任 | laisser faire (economische beleidsprincipe zonder overheidsinterventie) |
| jiyūhōninshugi-自由放任主義 | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
| jiyūsairyōken-自由裁量権 | discretionaire bevoegdheid (naar eigen inzicht) |
| jizaitobira-自在扉 | draaideur |
| jokyōju-助教授 | universitair docent; assistent professor |
| jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
| jorōgumo-女郎蜘蛛 | (alleen 絡新婦) spin yōkai, een mythische wezen uit de Japanse folklore |
| jōshu-城主 | daimyō met een kasteel in bezit (Tokugawa periode) |
| jotai-除隊 | ontslag uit militaire dienst; demobilisatie |
| jōzu-ジョーズ | Jaws (film over grote witte haai) |
| jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
| junkyōju-准教授 | universitair hoofddocent |
| jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
| jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
| kabura-鏑 | (afk. voor) een pijl met een fluitje aan de pijlpunt, dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan |
| kaburaya-鏑矢 | een pijl waar aan de punt een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
| kachi-徒 | (arch.) voetsoldaat; samoerai te voet |
| kachū-家中 | (Edo periode) dienaar [vazal] in een han-domein; vazal van een daimyo; han-domein |
| kachū-渦中 | draaikolk; maalstroom (ook fig.) |
| kaenbin-火炎瓶 | molotovcocktail |
| kaeri-返り | terugkeer; wending; omdraaiing |
| kaeru-変える | (iets) veranderen; wijzigen; herzien; terugdraaien |
| kaeru-返る | omkeren; omgedraaid worden |
| kaeshi-返し | omkering; terugdraaiing; teruggave; reactie |
| kaesu-返す | (iets) omkeren; omdraaien; herhalen |
| kagaminoma-鏡の間 | spiegelkamer; spiegelzaal (Versailles) |
| kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
| kagu-家具 | huisraad; meubilair; meubels |
| kahei-寡兵 | klein leger; kleine militaire eenheid |
| kaheikachi-貨幣価値 | monetaire waarde; de waarde van een munteenheid |
| kaibun-回文 | circulaire; rondzendbrief |
| kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
| kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
| kaishakōseihō-会社更生法 | Wet op de Bedrijfsreorganisatie (om bedrijven die op de rand van een faillissement staan te helpen reorganiseren) |
| kaiten-回転 | rotatie; omwenteling; draai |
| kaitendoa-回転ドア | draaideur |
| kaitenmokuba-回転木馬 | draaimolen; carrousel |
| kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
| kajō-渦状 | spiraalvormig [kolkvormig] zijn; de vorm [toestand] van een draaikolk hebben |
| kakesu-懸巣 | Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kakkiteki-画期的 | baanbrekend; revolutionair; ongekend; van grote betekenis |
| kakū-架空 | imaginair [denkbeeldig; fictief; irreëel; onwezenlijk; onwerkelijk] zijn |
| kakumei-革命 | revolutie; revolutionaire omwenteling |
| kakumeiteki-革命的 | revolutionair |
| kakuri-隔離 | isolatie; quarantaine |
| kakuteru-カクテル | cocktail (drank) |
| kakuteru・doresu-カクテル・ドレス | cocktailjurk; cocktailjapon |
| kakuteru・gurasu-カクテル・グラス | cocktailglas |
| kakuteru・pātī-カクテル・パーティー | cocktailpartij; middagborrel |
| kaku'igaku-核医学 | nucleaire geneeskunde |
| kamabisushii-囂しい | luid; luidruchtig; rumoerig; lawaaiig |
| kamera・ai-カメラ・アイ | observatie [reportage] (gedetailleerd) als door het oog van een camera |
| kamigata-上方 | Kyoto en het omringende gebied; de Kansai regio |
| kaminazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
| kamishimo-裃 | samoeraikostuum (oude ceremoniële dracht) |
| kamitsu-過密 | (overmatige) gedetailleerdheid |
| kamiyashiki-上屋敷 | herenhuis van een daimyo (in de Edo-periode) |
| kamiyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| kamon-渦紋 | werveling [draaikolk] patroon; voluut patroon |
| kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
| kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
| kanchō-貫長 | (Tendai-boeddhisme) hoofdpriester [hoofdabt] van een tempel |
| kangarasu-冬鴉 | (literair) winterkraai; kraai in de winter |
| kangeiko-寒稽古 | wintertraining (vechtsporten) |
| kanjaku-閑寂 | stille eenvoud (een concept in de haiku van Bashō) |
| kanjiku-巻軸 | gedicht [haiku] in een (boek)rol |
| kanju-貫首 | de hoofdabt van een tempel (Tentai-boeddhisme) |
| kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
| kankōba-勧工場 | In de Meiji- en Taisho-periode een plek (markt, bazaar) waar vele winkels onder één dak allerlei goederen verkochten |
| kanna-鉋 | afdraaigereedschap; schaaf |
| kannazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanpeitaisha-官幣大社 | kanpei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom) |
| kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
| kanshoku-間色 | secundaire kleur; mengkleur |
| kanteki-かんてき | (Kansai dialect voor) aardewerken kacheltje [houtskoolgrill] |
| kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
| kanzeyori-観世縒り | (een slinger van) in elkaar gedraaide dunne stroken Japans papier |
| kan'in-姦淫 | overspel; overspelige affaire [relatie] |
| karamawari-空回り | het stationair draaien (van een motor) |
| karamawarisuru-空回りする | stationair draaien (van een motor) |
| karasu-烏 | kraai; kauw |
| karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
| karasuguchi-烏口 | (lett. kraaienbek) tekenpen; trekpen (voor tekenen met inkt) |
| karikomu-刈り込む | oogsten (maaien [afsnoeien] en opslaan) |
| karinui-仮縫い | het met rijgsteken vastnaaien |
| karotōsen-夏炉冬扇 | iets dat nutteloos is, zoals een haard in de zomer of een waaier in de winter |
| karyū-顆粒 | minuscule intracellulaire deeltjes |
| kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
| kashidori-樫鳥 | (een bijnaam, vanwege het eikeltjes eten, voor カケス) Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
| kashigamashii-囂しい | luidruchtig; lawaaiig |
| kashimashii-囂しい | luidruchtig; lawaaiig |
| kashō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Tendai boeddhisme) |
| kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
| kassen-合戦 | veldslag; militair treffen |
| katakiuchi-敵討ち | wraak; vergelding; represaille |
| katakuna-頑な | koppig; onbuigzaam; stug; taai |
| katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
| kātorijji-カートリッジ | patroon; cartridge; vulling; cassette; container |
| katto-カット | (sport) effect; draaibal; kromme bal |
| kawazu-蛙 | (literair) kikker |
| kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
| kazamidori-風見鶏 | opportunist; draaier; iemand die met alle winden meewaait |
| kazehikaru-風光る | de wind waait op een zonnige lentedag |
| kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
| kēburukā-ケーブルカー | kabelspoorweg; funiculaire; kabelbaan |
| keidenki-継電器 | (elektriciteit) relais |
| keii-経緯 | details; bijzonderheden; omstandigheden |
| keijishisetsu-刑事施設 | penitentiaire instelling |
| keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
| keiko-稽古 | oefening; training |
| keikodai-稽古台 | trainingsruimte; oefenruimte (met houten vloer) |
| keikodai-稽古台 | trainingspartner; oefenpartner |
| keikogi-稽古着 | trainingspak; trainingsjas (bij judō, kendō etc.) |
| keimanshotō-ケイマン諸島 | Kaaimaneilanden |
| keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
| keimu-警務 | militaire politie (afkorting van keimukan) |
| keimukan-警務官 | militaire politie (MP); marechaussee |
| keimushisetsu-刑務施設 | penitentiaire instelling [inrichting]; strafinrichting |
| keimusho-刑務所 | (voor langer verblijf) gevangenis; penitentiaire inrichting |
| kekkanharetsu-血管破裂 | vasculaire breuk |
| kekkanshikkan-血管疾患 | vaatziekte; vasculaire ziekte |
| ken-喧 | (in kanji combinaties) luidruchtig; lawaaierig; lawaaiig rumoerig |
| kenbikyōsetsuganrenzu-顕微鏡接眼レンズ | oculair van een microscoop |
| kenchin-巻繊 | gehakte groenten (zoals daikon, wortels en shiitake) gebakken en samen met verkruimelde tofu gewikkeld in gedroogde tofuvellen en gefrituurd |
| kendo-けんど | (Kansai-dialect) maar; echter; hoewel |
| kengyū-牽牛 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
| kengyūsei-牽牛星 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
| kenkyō-牽強 | verdraaiing van de feiten; kromme redenatie |
| kenmei-件名 | onderwerp; onderwerpregel (b.v. van een e-mail); naam of trefwoord (voor index of classificatie) |
| kennawa-間縄 | een touw dat wordt gebruikt om de plantafstand te markeren bij het zaaien of planten van zaailingen |
| kenpei-憲兵 | militaire politie |
| kenshū-研修 | training; oefening; studie |
| kenshūkai-研修会 | studiebijeenkomst; trainingscursus |
| kenshūsuru-研修する | trainen; oefenen; studeren |
| ken'eki-検疫 | quarantaine |
| ketatamashii-けたたましい | luidruchtig; lawaaiig; snerpend |
| ketto-ケット | deken; plaid |
| kibutsu-器物 | koker; houder; container; vat |
| kichi-基地 | (militaire) basis |
| kidō-軌道 | spoorweg; rails |
| kigo-綺語 | (in poëzie en proza) mooi [fraai] woordgebruik |
| kijō-軌条 | rails; spoorlijn |
| kijū-機銃 | (afk. voor) machinegeweer; mitrailleur |
| kikan-帰還 | (militair) repatriëring |
| kikan-貴官 | respectvolle term voor het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon, wordt gebruikt voor overheidsfunctionarissen, militair personeel, e.d. |
| kikanjū-機関銃 | machinegeweer; mitrailleur |
| kikoeru-聞こえる | bekend [beroemd; populair] worden |
| kikuzure-着崩れ | verfomfaaid [vormeloos; versleten; afgedragen] zijn |
| kimi-君 | jij (familiair, informeel) |
| kincho-近著 | recent (literair) werk |
| kinchō-金打 | een plechtige belofte [eed] (afgelegd door samoerai met hun zwaarden tegen elkaar gedrukt, en door vrouwen met spiegels) |
| kinema-キネマ | (archaïsch) cinema; bioscoop |
| kinjisutorofī-筋ジストロフィー | spierdystrofie; musculaire dystrofie |
| kinkakushi-金隠し | (samoerai) harnasstuk (aan de voorkant, over de dijbenen) |
| kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
| kin'yūhikishime-金融引き締め | monetaire inkrimping [vernauwing] |
| kin'yūkanwa-金融緩和 | monetaire versoepeling |
| kin'yūseido-金融制度 | monetair stelsel [systeem] |
| kin'yūseisaku-金融政策 | financieel [monetair] beleid |
| kin'yūseisakukōchokuka-金融政策硬直化 | de onbuigzaamheid [verstarring] van het monetair beleid |
| kireji-切れ字 | slotwoord aan het einde van een Japans gedicht (haiku, renga, e.a.) om een bepaald gevoel uit te drukken (b.v. 'kana') |
| kiribari-切り張り | opgenaaid lapje stof; stoplapje |
| kiriboshi-切り干し | gedroogde reepjes daikon (rettich) |
| kirokueiga-記録映画 | documentaire film |
| kiru-切る | (snel) (om)draaien; van richting veranderen; (een bal) met effect slaan [gooien] |
| kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
| kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
| kiryo-羈旅 | een term in Japanse gedichten (wake, haiku) die verwijst naar de gevoelens van reizen |
| kishi-騎士 | een samoerai op een paard; een cavalerist |
| kōatsuteki-高圧的 | onderdrukkend; autoritair; bazig; agressief |
| kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
| kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
| kōbu-公武 | edelen [edelmannen] en soldaten; keizerlijk hof en shogunaat; aristocratie en samurai |
| kōbugattai-公武合体 | kōbu-gattai; verzoening [politieke eenheid] tussen het keizerlijke hof en het shogunaat |
| kobushi-古武士 | samoerai; feodale krijger |
| kōchā-コーチャー | coach; trainer; iemand die coacht |
| kōchi-コーチ | coach; trainer |
| kōcho-高著 | (term die verwijst naar) een literair werk van een ander; uw [jouw] boek |
| kōdenchi-光電池 | fotovoltaïsche cel |
| kōdō-行動 | mobilisatie; militaire operatie |
| kōen-後授 | (militair) steuntroepen |
| kōen-後援 | (militaire) versterkingen; hulptroepen |
| kōgaisuion-口蓋垂音 | (taalkunde) uvulaar; uvulaire medeklinker |
| kogo-古語 | oude [klassieke; archaïsche] taal |
| kogō-呼号 | claim; bewering |
| kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
| kojiwa-小皺 | fijne [kleine] rimpels; kraaienpootjes |
| kōjuhōshō-紅綬褒章 | medaille met rood lint |
| kokain-コカイン | cocaïne |
| kokekokkō-コケコッコー | (onomatopee) kukeleku (het kraaien van een haan) |
| kokkaishingi-国会審議 | parlementair debat |
| kōkuhai-コークハイ | Coke Highball, een cocktail [longdrink] met coca-cola |
| kokuheitaisha-国幣大社 | kokuhei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
| kokusaigunjisaiban-国際軍事裁判 | Internationaal Militair Tribunaal |
| kokusaitsūkakikin-国際通貨基金 | Internationaal Monetair Fonds (IMF) |
| kokusaitsūkaseido-国際通貨制度 | Internationaal Monetair Stelsel |
| kokushokaidai-国書解題 | catalogue raisonné van de Japanse literatuur vanaf ca. het Nara tijdperk tot het jaar 1867 |
| kokushu-国主 | koning; vorst; landheer; daimyo |
| kokutaiseiji-国対政治 | parlementaire beraadslagingen (via deals en compromissen); achterkamertjespolitiek |
| kokutēru-コクテール | cocktail (drank) |
| koma-駒 | zwenkwieltje (voor de poten van piano, meubilair, e.d.) |
| komakai-細かい | gedetailleerd; precies |
| komayaka-細やか | fijn [delicaat; subtiel; gedetailleerd] zijn |
| komebitsu-米櫃 | kist [container] met rijst; rijstvoorraad |
| kōn-コーン | mais; graan |
| konbain-コンバイン | dorsmachine; maaidorser |
| konjuhōshō-紺綬褒章 | medaille met donkerblauw lint (een prestigieuze Japanse eremedaille voor weldoeners die grote sommen geld hebben gedoneerd voor het algemeen welzijn) |
| konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
| konseishu-混成酒 | een cocktail (van alcohol gemengd met fruit, specerijen etc.) |
| konsutāchi-コンスターチ | maismeel; maiszetmeel; maizena |
| kōnsutāchi-コーンスターチ | maizena (maīzena) |
| kontena-コンテナ | container |
| kontenā-コンテナー | container |
| kontenarizēshon-コンテナリゼーション | containerisatie; het vervoeren in containers |
| kontenarizēshon-コンテナリゼーション | containerisatie; technologie om softwareapplicaties en hun afhankelijkheden in een enkel, geïsoleerd pakket te verpakken |
| kontenasen-コンテナ船 | containerschip |
| kontenā・baggu-コンテナー・バッグ | containerzak (een scheurvaste zak van polypropyleen, voor bouwmaterialen, afval, e.d.) |
| kontinyuitī-コンティニュイティー | draaiboek; script (van een film, e.d.) |
| kōrikakaku-小売り価格 | detailhandelsprijs; winkelprijs; verkoopprijs; consumentenprijs |
| korobasu-転ばす | (laten) struikelen [vallen; draaien] |
| kōru-コール | oproep; sommatie; beroep; claim |
| koru-凝る | precies [secuur] zijn; op de details letten |
| kōryūsha-拘留者 | geïnterneerde persoon [militair; soldaat] |
| kōseitorihikiiinkai-公正取引委員会 | Japanse Commissie voor Eerlijke Handel (Japan Fair Trade Commission) |
| koshi-腰 | middel; taille |
| koshiage-腰揚げ | plooien in de taille van een kimono (om de lengte van een kimono aan te passen) |
| koshihimo-腰紐 | koord van een kimono dat rond de taille wordt gebonden voordat een obi eromheen wordt geknoopt |
| kōsokudokō-高速度鋼 | sneldraaistaal; snelstaal |
| kotokomaka-事細か | detaillering; uitvoerigheid; breedvoerigheid |
| kouri-小売 | detailhandel; kleinhandel |
| kouriten-小売り店 | detailhandel; kleinhandelszaak; verkooppunt |
| koyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
| koyōte-コヨーテ | prairiewolf; coyote (Canis latrans) |
| ku-句 | woord dat wordt gebruikt voor het tellen van korte Japanse gedichten (zoals haiku) |
| kuchigitanai-口汚い | (van spreken) vulgair; schunnig; grof; scherp; bijtend |
| kuchō-句帳 | notitieboekje om haiku (gedichten) in te schrijven |
| kudai-句題 | de titel van een Japans gedicht (haiku, waka, e.d.) |
| kudai-句題 | een regel uit een oud gedicht, als thema voor een haiku [waka] gebruikt |
| kugokoro-句心 | aanleg [gevoel] voor poëzie [gedichten] (m.n. voor haiku) |
| kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
| kukeru-絎ける | met een blindsteek [onzichtbare steek] naaien |
| kukō-句稿 | manuscript [eerste versie] van een haiku (gedicht) |
| kunigarō-国家老 | hooggeplaatste samoerai-ambtenaar in dienst van een daimyō (die in diens afwezigheid het domein beheert) |
| kunren-訓練 | oefening; training; scholing |
| kunrensuru-訓練する | trainen; onderrichten; africhten |
| kunshō-勲章 | medaille; onderscheiding |
| kuntō-勲等 | medaille [orde] van verdienste |
| kuōku-クオーク | quark (elementair deeltje) |
| kūrā-クーラー | airconditioner; koeler |
| kurayashiki-蔵屋敷 | (Edo periode) pakhuis van een daimyo (Japanse krijgsheer) |
| kurēmu-クレーム | claim; eis |
| kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
| kurohae-黒南風 | een zuidelijke wind die aan het begin van het regenseizoen waait |
| kurōku-クローク | garderobe; vestiaire |
| kurōku・rūmu-クローク・ルーム | garderobe; vestiaire |
| kurōzu・appu-クローズ・アップ | (fotografie) close-up; detailopname; opname van vlakbij |
| kurukuru-くるくる | (onomatopee) in de rondte; alsmaar ronddraaiend; wervelend |
| kurumeku-眩く | ronddraaien; rondtollen |
| kurumeru-包める | misleiden; ergens omheen draaien |
| kusagoe-草肥 | compost (van gemaaid gras) |
| kusakari-草刈り | het maaien van gras |
| kusakari-草刈り | degene die het gras maait |
| kusakariki-草刈機 | grasmaaier; grasmaaimachine; grasmachine |
| kutsugaesu-覆す | op zijn kop draaien; kapseizen |
| kuwashii-詳しい | gedetailleerd; uitvoerig |
| kūya-空也 | Kūya (ook wel Kōya of Kōshō genoemd), een Tendai monnik (903 - 972) |
| kūyanenbutsu-空也念仏 | invocatie van Amida Boeddha volgens de leer van Kūya (een Tendai monnik, 903 - 972) met behulp van instrumentale begeleiding (kalebas of bel) en dans |
| kyakuhon-脚本 | draaiboek; scenario; script; (opera) libretto |
| kyanpēn-キャンペーン | campagne; actie; promotie; veldtocht (militair) |
| kyappu-キャップ | teamleider (Eng.captain) |
| kyasshā-キャッシャー | kassier; caissière; kassa |
| kyōdōkunren-共同訓練 | (van strijdkrachten) gemeenschappelijke training [oefening] |
| kyojō-居城 | woonkasteel van een kasteelheer [domeinvorst; daimyō] |
| kyōkagasshuku-強化合宿 | trainingskamp |
| kyōku-狂句 | een humoristische haiku |
| kyosū-虚数 | imaginair getal (wiskunde) |
| kyōtōho-橋頭堡 | (militair) bruggenhoofd |
| kyōzame-興醒め | een saai [oninteressant; vervelend] iets |
| kyūchō-急潮 | plotseling hoog water (doordat oceaanwater plotseling een baai instroomt door drukverschil op zee); plotselinge snelle stroming |
| kyūcho-旧著 | klassiek (literair) werk |
| kyūdō-弓道 | (Japans) boogschieten (vooral voor mentale training) |
| kyūkō-旧稿 | oud manuscript (van een literair werk) |
| kyūkyūkyūmeishi-救急救命士 | ambulancepersoneel met een medische basistraining |
| kyūpī-キューピー | Kewpie (figuur gebaseerd op Cupido, in 1909 gecreëerd door Rose O'Neill; als logo gebruikt door Kewpie Corporation, producent van o.a. mayonaise) |
| mabu-間夫 | liefdesaffaire buiten het huwelijk (van een getrouwde vrouw met een minnaar of van een getrouwde man met een minnares) |
| madarukkoi-間怠っこい | traag; eentonig; saai; langdradig |
| madarukkoshii-間怠っこしい | traag; eentonig; saai; langdradig |
| mageru-曲げる | verdraaien (ook fig.: feiten, etc.); veranderen (van mening b.v.) |
| majorika-マジョリカ | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
| majorikayaki-マヨリカ焼き | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
| makihige-巻き鬚 | (gedraaide) hechtrank (van een plant) |
| makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
| makiokosu-巻き起こす | veroorzaken; doen ontstaan [opwaaien]; ophef veroorzaken |
| makiotoshi-巻き落とし | naar beneden draaiende aanval (kendō, sumo) |
| makitsuke-蒔き付け | het zaaien; zaad strooien |
| makitsukeru-巻き付ける | winden; draaien; knopen; vastbinden |
| maku-蒔く | zaaien |
| manetarī・sābei-マネタリー・サーベイ | monetair onderzoek |
| manobi-間延び | traagheid; sloomheid; langdradigheid; saaiheid |
| manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
| maotaishu-マオタイ酒 | maotai, Chinese gedestilleerde drank, gemaakt van sorgo (Sorghum) |
| marishiten-摩利支天 | Marīci, een boeddhistische godheid (m.n. de beschermgod van de samoerai) |
| mashingan-マシンガン | machinegeweer; mitraillieur |
| massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
| masshō-末梢 | kleine details; onbelangrijke dingen [zaken] |
| matīni-マティーニ | martini (cocktail) |
| matsukaze-松風 | (het geluid van) de wind die waait door de dennenbomen |
| matsuwaru-纏わる | (om iets of iemand) heen draaien; omringen; volgen |
| mau-舞う | dwarrelen; ronddraaien; rondvliegen |
| mawaributai-回り舞台 | draaiend toneel; draaitoneel |
| mawaridōrō-回り灯籠 | een lantaarn waarvan de binnenste cilinder (met uitgesneden afbeeldingen) draait en schaduwen werpt op het buitenste scherm |
| mawaru-回る | rondgaan; rondrennen; de ronde doen; ronddraaien |
| mawasu-回す | ronddraaien; roteren |
| mayonēzu-マヨネーズ | mayonaise |
| medarisuto-メダリスト | medaillewinnaar |
| medaru-メダル | medaille |
| meguraseru-巡らせる | laten rondgaan; laten omcirkelen [ronddraaien} |
| meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
| meigin-名吟 | uitmuntend gedicht (tanka; haiku); excellente poëzie |
| meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
| meikyo-明渠 | open (water)leiding [drainering] |
| meiru-メイル | email; mail; post |
| meisaisho-明細書 | specificatie; gedetailleerde verklaring |
| mekiki-目利き | beoordelaar; kenner; connaisseur |
| memagurushii-目まぐるしい | duizelingwekkend; wervelend; draaierig; duizelig |
| memai-目眩 | duizeligheid; draaierigheid |
| meneji-雌螺子 | (schroef)moer (die op een (schroef)bout gedraaid kan worden) |
| mēnfurēmu-メーンフレーム | mainframe (centrale computer) |
| menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
| mensō-面相 | (afk. voor) een penseel met een smalle lange punt voor het schilderen van details in het gezicht, e.d. |
| mensōfude-面相筆 | een penseel met een smalle lange punt voor het schilderen van details in het gezicht, e.d. |
| merīgōraundo-メリーゴーラウンド | carrousel; draaimolen |
| mēru-メール | mail; post(zending) |
| mēru-メール | |
| mēru・magajin-メール・マガジン | elektronisch tijdschrift; email tijdschrift; e-magazine |
| meshiudo-囚人 | samoerai-concubine |
| meshūdo-召人 | samoerai-concubine |
| meson-メソン | meson (elementair deeltje) |
| mesotoron-メソトロン | meson (subatomair deeltje) |
| mezamashii-目覚ましい | opvallend; spectaculair; prachtig |
| mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
| migimaki-右巻き | rechtsdraaien (met de klok mee) |
| miihaa-みいはあ | iemand die met alle winden meedraait; aansteller; navolger |
| minarai-見習い | stagiair(e); aspirant; leerling |
| minarau-見習う | stage [training] volgen |
| miokuru-見送る | iemand uitgeleide doen [uitzwaaien; wegbrengen] |
| mirionea-ミリオネア | een miljonair |
| miritarī-ミリタリー | militair |
| miritarī・rukku-ミリタリー・ルック | militaire look (mode) |
| miroku-弥勒 | (boeddh.) Miroku; Maitreya |
| mirokubosatsu-弥勒菩薩 | Maitreya (Bodhisattva); Miroku |
| mishin-ミシン | naaimachine |
| mishō-実生 | zaailing; jong plantje |
| mitsuga-密画 | gedetailleerde tekening [afbeelding] |
| mizorenabe-霙鍋 | een hotpot schotel met geraspte daikon |
| mizuhake-水捌け | drainage; het draineren |
| mō-毛 | monetaire eenheid, 1/1000 (een duizendste) |
| mochikuzusu-持ち崩す | geruïneerd worden; naar de haaien gaan |
| modosu-戻す | terugdraaien; terugplaatsen; terugzetten |
| moesakaru-燃え盛る | oplaaien van een brand [vuur]; fel [hevig] branden |
| moetatsu-燃え立つ | het doen oplaaien van een brand; hevig branden; fel kleuren |
| mōfu-毛布 | deken; plaid |
| mogaribue-虎落笛 | het fluitende geluid van een winterse wind die door een bamboe hek waait |
| mohea-モヘア | mohair (angorawol) |
| moheya-モヘヤ | mohair (wol) |
| mojamoja-もじゃもじゃ | warrig; verfomfaaid; verwilderd; onverzorgd; ruig |
| mojiru-捩る | draaien; wikkelen; verdraaien |
| mojurāseisan-モジュラー生産 | modulaire productie |
| mōka-猛火 | laaiend vuur; wilde [razende] vlammen; grote [verwoestende] brand |
| momijioroshi-紅葉下ろし | samen geraspte daikon (rettich) en togarashi (rode peper); geraspte daikon en geraspte wortel |
| momu-揉む | iemand trainen door hem [haar] zware ontberingen te laten ondergaan |
| monorēru-モノレール | monorail |
| morunodo-モル濃度 | molaire concentratie; molariteit |
| mōsaikan-毛細管 | capillaire buis; haarvat |
| mōsaikekkan-毛細血管 | haarvat; capillaire buis |
| mozaiku-モザイク | mozaïek; mozaïekwerk |
| mozaikukanazuchi-モザイク金槌 | mozaïek hamer |
| mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
| mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
| mujaki-無邪気 | onschuld; eenvoud; naïviteit |
| mujinki-無人機 | ombemand luchtvaartuig (voor militaire of burger doeleinden) |
| mukinaoru-向き直る | zich omdraaien [omkeren]; rechtsomkeert maken |
| mukiteki-無機的 | levenloos; geesteloos; futloos; saai |
| muku-向く | zich richten (naar; tot); (om)draaien naar; uitzien op; gaan in de richting (van) |
| mūmū-ムームー | muu-muu (Hawaïaanse kleding) |
| musai-むさい | vulgair; sjofel; armzalig |
| mushumi-無趣味 | saai [vulgair; oninteressant; zonder hobby] zijn |
| musutangu-ムスタング | mustang (Noord-Amerikaans prairiepaard) |
| myūryūshi-ミュー粒子 | muon (elementair deeltje) |
| naderu-撫でる | aaien; strelen; strijken (over); gladstrijken |
| nae-苗 | zaailing |
| naedoko-苗床 | (planten) perk; zaaibed |
| naegi-苗木 | zaailing; jong boompje |
| nagadangi-長談義 | langdradige [saaie] toespraak [speech; lezing] |
| nagoya-名古屋 | Nagoya, de naam van een stad in de prefectuur Aichi |
| nagurado-名倉砥 | slijpsteen [wetsteen ] van het Nagura-type (uit de Aichi-prefectuur) |
| naguratoishi-名倉砥石 | slijpsteen [wetsteen ] van het Nagura-type (uit de Aichi-prefectuur) |
| naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
| naide-ないで | (ontkenning -nai + de) zonder te... |
| naimu-内務 | (bij militaire instellingen) de dagelijkse zaken in kazernes of kampementen |
| nakai-仲居 | [将軍・大名などの奥向きに仕える女性; また、その詰めている部屋; おすえ; (仲居)] de vrouwelijke bediende van de vrouw [familie] van een shōgun of daimyō |
| namabyōhō-生兵法 | oppervlakkige kennis van [ervaring met] (militaire tactieken) |
| namakemono-樹懶 | (zoogdier) luiaard; ai; oenau |
| naname-斜め | vervormd; verdraaid; verwrongen |
| nanga-南画 | (Edo periode) schilderkunst van kunstenaars uit literaire kringen |
| nangyō-難行 | (boeddh.) ascetische praktijken; zware training (van ontberingen en beproevingen) |
| nanori-名乗り | naam na het bereiken van volwassenheid bij adelijke en samoerai families |
| naraigoto-習い事 | les [onderricht; onderwijs; training] van een technische vaardigheid [kunstvorm, e.d] bij een meester [specialist] |
| narasu-鳴らす | beroemd [populair] zijn |
| narōdoniki-ナロードニキ | Russische revolutionaire beweging (uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw) |
| natsusaku-夏作 | zomergewassen, (zoals o.a. maïs, bonen, aubergine) die groeien in de zomer, en worden geoogst in de herfst of winter |
| nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
| nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
| nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
| nejikomu-捩じ込む | indraaien; inschroeven |
| nejireru-捩れる | verdraaid [verbogen; kromgetrokken] zijn [worden] |
| nejiru-捩る | draaien; schroeven |
| nejiru-捩る | verdraaien; verzwikken |
| neru-練る | kennis [bekwaamheid] verbeteren door oefenen [trainen] |
| netchiri-ねっちり | kleverig; plakkerig; taai; hardnekkig; volhoudend; opdringerig |
| nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
| nigiribasu-握り蓮 | een lotusblad-vormige decoratie op balken [railingen] in een gebouw |
| nigiteki-二義的 | ondergeschikt; secundair; bijkomstig |
| nigiwasu-賑わす | opluisteren; verlevendigen; verrijken; populair maken |
| nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
| nigorie-濁り江 | modderige baai [inham; kreek] |
| nigosu-濁す | ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven; vaag blijven |
| nihon-二本 | de twee zwaarden van een samoerai (een lange en een korte) |
| nihonjidōshayunyūkumiai-日本自動車輸入組合 | JAIA, Japanse Automobiel Importeurs Associatie |
| nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
| nihonzashi-二本差し | een benaming voor een samoerai (die beide zwaarden vasthoudt) |
| nijishoku-二次色 | secundaire kleur(en); mengkleur(en) |
| nikyūdōro-二級道路 | secundaire weg |
| ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
| ninkikabu-人気株 | populaire [gewilde] aandelen |
| ninotsugi-二の次 | secundair; van ondergeschikt belang |
| nishinhō-二進法 | binaire talstelsel; tweetallig stelsel |
| nishitsunomedori-西角目鳥 | papegaaiduiker |
| nīto-ニート | (not in employment, education or training) een jongere die niet studeert of werkt |
| nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
| noizu-ノイズ | (hard) geluid; lawaai; ruis |
| nōmitsu-濃密 | volheid; diepte (van smaak, b.v.); gedetailleerdheid |
| nonbainarī-ノンバイナリー | non-binair(e) |
| nonbanku-ノンバンク | niet-bancair |
| nōsotchū-脳卒中 | attaque; beroerte; CVA (cerebro vasculair accident) |
| nūbō・roman-ヌーボー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
| nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
| nuu-縫う | naaien; stikken |
| nūvō・roman-ヌーヴォー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
| nyūkuria-ニュークリア | nucleair |
| nyūnan-柔軟 | (boeddh.) kalmte; zachtheid; mild [soepel; flexibel] zijn (in ontwikkeling als spirituele kwaliteit in het trainingsproces) |
| nyūtai-入隊 | in militaire dienst gaan; indiensttreding (leger) |
| nyūtaisuru-入隊する | in (militaire) dienst gaan |
| ochimusha-落ち武者 | een verslagen strijder [samoerai] op de vlucht |
| oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
| ōgi-扇 | (dichtvouwbare) waaier |
| ohire-尾鰭 | opsmuk; verfraaiing (van een verhaal) |
| oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
| oikirichōkyō-追い切り調教 | een snelheidstraining (van paarden) |
| ōjuhōshō-黄綬褒章 | Medaille met het gele lint, Japanse nationale onderscheiding (voor mensen die zich hebben onderscheiden in landbouw, handel, industrie, e.d.) |
| okiishi-置き石 | een steen die met kwade opzet op een spoorrails wordt gelegd |
| okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
| okonai-行い | boeddhistische dienst; boeddhistische training |
| okoshi-御腰 | (respectvolle term voor) taille; heup |
| okoshi-御腰 | lindedoek; tailledoek |
| okumanchōja-億万長者 | een miljardair; multimiljonair; zeer rijk persoon |
| okumi-衽 | stroken stof die langs de kraag en de voorpanden van een kimono worden genaaid ter versteviging |
| okuni-御国 | (hist.) grondgebied van een daimyo |
| okunoin-奥の院 | Oku-no-in, begraafplaats op Koyasan; laatste rustplaats van Kukai (de grondlegger van het Shingon boeddhisme) |
| okuribi-送り火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun vertrek uit te zwaaien |
| okuru-送る | (iem.) uitgeleide doen [uitzwaaien] |
| omizutori-御水取り | het putten van water, een ceremonie in het Nigatsudō-heiligdom van het Tōdaiji tempelcomplex in Nara (op 12 maart) |
| omotezukai-面使い | één van de bewegingen in Nō theater (het hoofd naar links en rechts draaien om om je heen te kijken) |
| ōmu-鸚鵡 | papegaai |
| ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
| ōmugaeshi-鸚鵡返し | het (iemand) napraten; papegaaien |
| onagusami-お慰み | vermaak; entertainment |
| onna-女 | vrouw; vrouw des huizes; vriendin; maîtresse |
| onpū-温風 | warme lucht [luchtstroom] (b.v. van een droger of airconditioner) |
| oomote-大もて | erg populair |
| oozukami-大掴み | een globaal (beeld hebben); ruwe [algemene] (details) |
| ope-オペ | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
| operēshon-オペレーション | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
| oriku-折句 | Japans acrostichon (in haiku, waka, en tanka gedichten) |
| oroshi-下ろし | een wind die van de bergen waait |
| oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
| osamaru-治まる | rustig [vredig; kalm; ontspannen] worden; kalmeren; (fig.) uitdoven; (fig.) overwaaien; onder controle komen |
| oshidori-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
| oshō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Zen boeddhisme) |
| ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
| osomaki-遅蒔き | het laat (in het seizoen) zaaien |
| otaiko-お太鼓 | afkorting van otaikomusubi, één van de manieren om een obi (traditionele Japanse sjerp voor kimono) vast te binden |
| otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
| ōten-横転 | rotatie; het omrollen [draaien; kantelen] (op een zijde) |
| oto-音 | geluid; klank; lawaai |
| ō・pea-オー・ペア | au pair |
| pafe-パフェ | parfait (ijsdessert) |
| paichūkanshi-パイ中間子 | (natuurkunde) elementair deeltje pimeson |
| paisen-パイセン | (slang voor senpai) senior (b.v. iemand met meer ervaring of kennis dan jijzelf op een bepaald vakgebied) |
| parasēringu-パラセーリング | parasailing (parachutisten die met een touw achter een auto of motorboot de lucht in worden getrokken) |
| parēdo-パレード | militaire parade |
| peintekkusu-ペインテックス | Paintex (soort verf op oliebasis) |
| peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
| peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
| pettingu-ペッティング | het strelen; aaien; liefkozen |
| pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
| pinpointo-ピンポイント | (militair) precies omgeschreven doel |
| popyurā-ポピュラー | populair; gewild |
| popyurāongaku-ポピュラー音楽 | popmuziek; populaire muziek |
| popyurā・myūjikku-ポピュラー・ミュージック | popmuziek; populaire muziek |
| popyurā・songu-ポピュラー・ソング | populair lied(je) |
| poronēzu-ポロネーズ | (Poolse dans en muziek) polonaise |
| posuto-ポスト | postvakje; mailbox; (openbare) brievenbus |
| puraimarī・karā-プライマリー・カラー | primaire kleur |
| purantā-プランター | plantmachine; zaaimachine |
| purērī-プレーリー | prairie; graswoestijn; grasvlakte |
| purērī・doggu-ブレーリー・ドッグ | prairiehond |
| puripeidokādo-プリペイド・カード | prepaidkaart |
| puripeido・kādo-プリペイド・カード | prepaid kaart (telefoon) |
| rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
| rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
| ramakyō-ラマ教 | Lamaïsme (Tibetaans boeddhisme) |
| ramusudensetsuganrenzu-ラムスデン接眼レンズ | Ramsden-oculair |
| rasotsu-邏卒 | militair op patrouille |
| rea-レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken; saignant |
| reboryūshon-レボリューション | revolutie; revolutionaire omwenteling |
| reibō-冷房 | airconditioning; koeling |
| reibōbyō-冷房病 | airconditioning ziekte; ziekte door airconditioners |
| rekisen-歴戦 | vele (militaire) dienstjaren |
| renkaban-廉価版 | goedkope [betaalbare; populaire] uitgave [editie] |
| renpai-連俳 | renga en haiku poëzie |
| renpai-連俳 | een paar haiku gedichten |
| renshū-練習 | oefening; training |
| renshūsuru-練習する | oefenen; trainen |
| rentaikei-連体形 | (taalkunde) rentaikei (attributieve vorm; woordenboekvorm) |
| rēru-レール | rail; roede; reling; rails |
| resse・fēru-レッセ・フェール | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
| rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
| rikushō -陸将 | (militaire rang) luitenant-generaal |
| rikushyōho-陸将補 | (militaire rang) generaal-majoor |
| rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
| riniamōtā・kā-リニアモーター・カー | magneetzweeftrein (Eng.: magnetic levitation train, afk. maglev) |
| rinzaishū-臨済宗 | (boeddh.) rinzai-school (een van de drie grote stromingen van het zen-boeddhisme in Japan) |
| roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
| rōdowāku-ロードワーク | wegtraining; looptraining op de weg |
| rogui-櫓杭 | draaipunt [steunpunt] voor roeiriemen in een Japanse boot |
| roketto-ロケット | medaillon |
| roku-禄 | leengoed; leen (b.v. van een samoerai) |
| rokumai-禄米 | toelage in rijst; rijstvergoeding (voor samoerai) |
| rokuro-轆轤 | pottenbakkerswiel; draaischijf; draaibank |
| rokuroseikei-ロクロ整形 | het (op de schijf) draaien [vormen] |
| rōnin-浪人 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
| rōshi-浪士 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
| roshutsukyō-露出狂 | exhibitionist; potloodventer; vaandelzwaaier |
| ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
| runesansu-ルネサンス | Renaissance |
| ruporutāju-ルポルタージュ | documentaire |
| ruru-縷縷 | gedetailleerd |
| ryakuju-略綬 | baton (militaire onderscheiding) |
| ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
| ryanko-両個 | (een denigrerende term voor) een samoerai (met twee zwaarden) |
| ryōbun-領分 | (Edo periode) domein [leengoed] van een daimyo |
| ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
| ryokujuhōshō-緑綬褒章 | medaille met groen lint (Japanse eremedaille) |
| ryōshu-領主 | daimyo; domeinheer; (feodale) heer (van een bepaald gebied) |
| ryū-留 | (astrologie) stationair punt |
| ryūkōka-流行歌 | populair lied [nummer]; hit |
| ryūkōsuru-流行する | in de mode [populair] zijn |
| ryūshi-粒子 | korrel; (elementair) deeltje |
| sabiayu-錆鮎 | ayu (vissen) tijdens de paaitijd (in de herfst) |
| sage-下げ | (afk. voor) (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
| sageo-下げ緒 | (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
| sagimēru-詐欺メール | phishingmail; fraudemail |
| saibōgai-細胞外の | extracellulair (buiten de cel) |
| saibōnaino-細胞内の | intracellulair (binnen de cel) |
| saibu-細部 | detail(s) |
| saichi-細緻 | aandacht voor detail; zorgvuldigheid; precisie |
| saidokā-サイドカー | soort cocktail |
| saigokusanjūsansho-西国三十三所 | Saikoku pelgrimage naar 33 tempels gewijd aan Kanon (in de Kansai regio van Japan) |
| saihai-采配 | een staf [scepter] als teken van rang (zoals van die van de samoerai-commandanten in het feodale Japan) |
| saihan-再販 | wederverkoop; detailverkoop; doorverkoop |
| saihankakaku-再販価格 | wederverkoopprijs; detailverkoopprijs; doorverkoopprijs |
| saihitsu-才筆 | schrijfstijl op hoog niveau; (literaire) schrijfvaardigheid |
| saihitsu-細筆 | gedetailleerde beschrijving |
| saihō-裁縫 | naaiwerk |
| saiji-細事 | detail; gedetailleerde informatie |
| saiken-細見 | gedetailleerde kaart [plattegrond; gids] |
| saimitsu-細密 | gedetailleerdheid; precisie; nauwgezetheid |
| sainen-再燃 | het opnieuw vlamvatten [oplaaien] (van ruzie, brand, liefde, e.d.) |
| sairon-細論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
| sairyōrōdōsei-裁量労働制 | discretionair arbeidssysteem (waarin lonen worden betaald op basis van vooraf bepaalde hoeveelheid gewerkte tijd i.p.v. van de werkelijke werkuren) |
| saisho-細書 | gedetailleerde beschrijving |
| saisō-採草 | grasmaaien voor veevoer of compost |
| saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
| saitanbiraki-歳旦開き | een Nieuwjaars bijeenkomst waarbij renga en haiku gedichten worden gemaakt en voorgedragen |
| saitanchō-歳旦帳 | saitan-chō, een gedichtenbundel uitgegeven ter gelegenheid van de saitan-biraki bijeenkomst |
| saiyō-細腰 | smalle heupen [taille]; slanke vrouw |
| saka-逆 | omgekeerd; omgedraaid; ondersteboven |
| sakan-盛ん | wijdverbreid [populair; in trek] zijn |
| sakku・doresu-サック・ドレス | zak jurk (een rechte jurk zonder taillelijn) |
| saku-柵 | hek; railing |
| sakubutsu-作物 | literair werk |
| sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
| sakuzen-索然 | saaiheid; ongeïnteresseerdheid |
| sakuzuke-作付け | het planten [aanplanten; zaaien] van gewassen |
| same-鮫 | haai |
| samehada-鮫肌 | ruwe huid (zoals de huid van een haai) |
| samu-作務 | dagelijkse arbeid in een zen-tempel (zoals landbouw, schoonmaakwerk, e.d. als onderdeel van de boeddhistische training) |
| samurai-侍 | samoerai; strijder |
| sanbunka-散文家 | prozaïst; proza schrijver |
| sanbunteki-散文的 | prozaïsch |
| sange-山家 | (boeddh.) school die in directe lijn is verbonden aan de Tendai-sekte (in China) |
| sanitarī-サニタリー | sanitair; de gezondheid betreffende; hygiënisch |
| sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
| sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
| sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
| sanma-秋刀魚 | Japanse makreelgeep (Coloabis saira) |
| sanpatsudattōrei -散髪脱刀令 | (Meiji) proclamatie in 1871, ter afschaffing van de klassieke haardracht van de samoerai en een verbod op het publiekelijk dragen van zwaarden |
| sanpeijiru-三平汁 | gerecht uit Hokkaido, een soep met rijstzemelen, vis en ingelegde groenten |
| sansōkōryū-三相交流 | krachtstroom; draaistroom; driefasespanning |
| sanzaisuru-散在する | diffuus [verspreid; verstrooid; bezaaid] zijn |
| sashizoe-差し添え | een kort zwaard (dat samen met een groot zwaard door de samoerai werd gedragen) |
| sasu-刺す | naaien; borduren |
| sasuru-摩る | wrijven; aaien; strelen; masseren |
| sataia-サタイア | satire; bespotting; ironie; literair genre |
| sawagu-騒ぐ | lawaai [kabaal] maken; rumoerig zijn |
| sayamaki-鞘巻 | een kort zwaard zonder rand (zoals door samurai naast hun lange zwaard werd gedragen) |
| sei-正 | iets dat primair [superieur; officieel; wettelijk; origineel] is |
| seiitaishōgun-征夷大将軍 | titel gegeven aan het opperhoofd van de regerende militaire macht in de Kamakura, Muromchi en Edo perioden |
| seikyū-請求 | eis; claim; vordering; aanmaning; aanvraag |
| seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
| seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
| seiran-青嵐 | frisse zomerwind (wind die waait door groen gebladerte) |
| seisai-精細 | gedetailleerdheid; precisie |
| seisen-征戦 | militaire expeditie (in vijandelijk gebied) |
| seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
| seiso-精粗 | fijnheid of ruwheid; gedetailleerdheid of grofheid |
| seitai-静態 | statisch [stationair] zijn |
| seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
| seiun-星雲 | interstellaire gas- en stofwolken [nevel] |
| sekenshirazu-世間知らず | onwetend [naïef; niet wereldwijs] zijn |
| sekimonshingaku-石門心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| sekisaku-脊索 | rudimentaire ruggengraat; chorda dorsalis |
| sekishokutō-赤色灯 | rood zwaailicht (op voertuigen van politie, ambulance, e.d.) |
| sekondo-セコンド | secondant; helper; assistent-trainer |
| semidokyumentarī-セミドキュメンタリー | semidocumentaire; gespeelde documentaire |
| senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme (literaire stroming in de 18de eeuw) |
| sengun-千軍 | veel soldaten [militairen] |
| senkai-仙界 | plek waar kluizenaars wonen; afgelegen retraite |
| senkai-旋回 | rotatie; ommekeer; draaiing |
| senkaisuru-旋回する | (om)draaien; ronddraaien; roteren |
| senryū-川柳 | senryū (Japanse dichtvorm, humoristische haiku) |
| sensēshonaru-センセーショナル | sensationeel; spectaculair; opzienbarend |
| senshi-戦死 | het sneuvelen in een strijd [gevecht; oorlog] van een militair [soldaat] |
| sensu-扇子 | waaier |
| sentankyōfushō-先端恐怖症 | aichmofobie (vrees voor scherpe voorwerpen) |
| sento-セント | heilige (Eng.: Saint) |
| sentobinsento・gurenadīn-セントビンセント・グレナディーン | Saint Vincent en de Grenadines |
| sentokittsu・neibisu-セントキッツ・ネイビス | Saint Kitts en Nevis |
| sentokurisutofā・neibisu-セントクリストファー・ネイヴィス | Saint Christopher en Nevis |
| sentokurisutofā・neibisurenpō-クリストファー・ネヴィス連邦 | de Federatie van Saint Christopher en Nevis |
| sentopōria-セントポーリア | Saintpaulia; Kaaps viooltje |
| sento・mārchintō-セント・マーチン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
| serekuto・shoppu-セレクト・ショップ | detailhandelszaak die producten van verschillende fabrikanten of merken verkoopt |
| serifuzuke-台詞付け | draaiboek |
| setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
| setsuganrenzu-接眼レンズ | oculair; ooglens |
| setsuganrenzuuke-接眼レンズ受け | oculairhouder |
| setsujoku-雪辱 | eerwraak; eerherstel; wraakneming; represaille |
| shākusukin-シャークスキン | haaienhuid; haaienleer; haaienvel |
| shamo-シャモ | een term die door de Ainu wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-Ainu Japanners |
| shamu-シャム | Siam (oude naam voor Thailand) |
| shan-シャン | mooi; fraai; prettig |
| shanhai-上海 | Shanghai (China) |
| sheipu・appu-シェイプ・アップ | training (om een goede conditie [goed figuur] te krijgen) |
| shēkā-シェーカー | cocktailshaker; mengglas; strooibus |
| shēpu・appu-シェープ・アップ | training (om een goede conditie [goed figuur] te krijgen) |
| shibakari-芝刈り | het maaien van een gazon; grasmaaien |
| shibakariki-芝刈機 | grasmaaier; grasmaaimachine; grasmachine |
| shibirian-シビリアン | (Eng.: civilian) burger (niet-militair) |
| shibun-士分 | rang [status; klasse] van samoerai |
| shibun-詩文 | literatuur; poëzie en proza; literaire werken |
| shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
| shichfukujin-七福神 | de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie (Hotei, Jurōjin, Fukurokuju, Bishamonten, Benzaiten, Daikokuten, en Ebisu) |
| shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
| shichifukujin-七福神 | de 7 geluksgoden (Daikokuten, Ebisu, Bishamonten, Benzaiten, Fukurokuju, Jurōjin en Hotei) |
| shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
| shidō-士道 | krijgseer; ridderlijkheid; gedragscode van de samoerai |
| shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shidoku-死毒 | ptomaïne vergiftiging |
| shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
| shigo-死語 | verouderd [archaïsch] woord |
| shijin-士人 | samoerai |
| shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
| shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
| shikan-止観 | (een andere naam voor) Tendai boeddhisme |
| shikanshū-止観宗 | Tendai boeddhisme |
| shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
| shikon-士魂 | de ziel van een samoerai |
| shikoro-錏 | nekbeschermende delen [platen] van een Japanse samoeraihelm |
| shimin-士民 | de samoerai (klasse) en het gewone volk [de burgerbevolking] |
| shimoyashiki-下屋敷 | (Edo periode) residentie van de daimyo in de buitenwijken van Edo |
| shincho-新著 | modern (literair) werk |
| shingaku-心学 | moraalfilosofie, die het confucianisme, boeddhisme en shintoïsme combineerde, gesticht door Ishida Baigan (1685-1744) |
| shinkansen-新幹線 | hoge snelheidstrein (TGV; Eng.: bullet train) |
| shinkekkanshikkan-心血管疾患 | cardiovasculaire aandoeningen; hart- en vaatziekten |
| shinkō-侵寇 | (militaire) invasie; verovering; bezetting |
| shinōkōshō-士農工商 | de vier klassen van het feodale Japan, krijgers [samoerai], boeren, ambachtslieden en handelaren |
| shinto・māruten-シント・マールテン | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
| shinto・mārutentō-シント・マールテン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
| shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
| shiori-撓り | (één van de basisprincipes van haiku) het doordringen van de geest [ziel] bij het beschouwen van de natuur |
| shirahae-白南風 | een zuidelijke wind die aan het einde van het regenseizoen waait |
| shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
| shisai-子細 | detail(s); bijzonderheden |
| shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
| shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
| shīshī-シーシー | afschrift aan emailadres (cc) |
| shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
| shitataka-強か | stug [taai; koppig; vastberaden; lastig; vasthoudend] zijn |
| shiten-支点 | draaipunt (van een hefboom); steunpunt; spil |
| shītonokku-シートノック | (honkbal) veldtraining |
| shitsū-私通 | onwettige verhouding [affaire]; overspel |
| shitto-嫉妬 | jaloersheid; jaloezie; afgunst; naijver |
| shiwa-皺 | (huid) rimpel; groef; kraaienpootjes |
| shiyōmassetsu-枝葉末節 | onbeduidende details; bijkomstigheden |
| shizoku-士族 | (in 1947 afgeschaft als stand of rang) samoerai-familie(lid); afstamming van een samoerai-familie |
| shī・emu-シー・エム | (court martial) militaire rechtbank; krijgsraad |
| shī・esu-シー・エス | (container ship) containerschip |
| shōbu-尚武 | vechtersgeest; waarde hechten aan vechtkunsten en militaire zaken |
| shobun-処分 | disciplinaire straf; bestraffing |
| shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
| shōfū-松風 | (het geluid van) de wind die waait door de dennenbomen |
| shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shōfū-正風 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
| shōfū-蕉風 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
| shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shōfūtei-正風体 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
| shōgaigakushū-生涯学習 | levenslange training [oefening] (in technische vaardigheden, kunstvormen, e.d.) |
| shōhai-賞牌 | medaille |
| shojoenzetsu-処女演説 | maidenspeech (eerste redevoering als volksvertegenwoordiger) |
| shōjutsu-詳述 | gedetailleerde beschrijving |
| shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
| shokansen-初感染 | primaire besmetting [infectie] |
| shōman-ショーマン | publiekstrekker; publieksspeler; entertainer |
| shominteki-庶民的 | volks; ordinair; populair |
| shōmitsu-詳密 | gedetailleerd zijn; details |
| shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
| shōmyō-小名 | (Kamakura- en Muromachi-periodes) een feodale leenheer (daimyo) van lagere rang |
| shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
| shōrai-松籟 | het geluid van de wind die waait door pijnbomen |
| shōroku-詳録 | gedetailleerd verslag; uitgebreide documentatie [informatie] |
| shōron-詳論 | gedetailleerde uitleg [bespreking] |
| shōsai-詳細 | details; bijzonderheden |
| shōsetsu-小節 | detail(s) |
| shōsetsu-詳説 | gedetailleerde uitleg; nadere [uitgebreide] verklaring |
| shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
| shoshin-初心 | naïviteit; onervarenheid |
| shōsōin-正倉院 | de naam voor een repositorium [magazijn] voor kunstschatten van een boeddhistische tempel (zoals de Todai-ji, in Nara) |
| shotō-初等 | elementair onderdeel; het beginnersniveau |
| shotōsūgaku-初等数学 | de elementaire wiskunde |
| shū-洲 | continent (archaïsch) |
| shubi-守備 | (militaire actie) verdediging |
| shubungu-シュブング | schwung; zwaai; draai; zwenking; ski-beweging |
| shubyō-種苗 | zaden en zaailingen |
| shūchūkōza-集中講座 | intensieve cursus; intensieve training |
| shūdō-修道 | religieuze training |
| shugo-守護 | (his.) militaire gouverneur |
| shūgyō-修業 | training ter uitbreiding van kennis en vaardigheden; afronding [voltooiing] van een opleiding |
| shugyō-修行 | training; ascetische discipline [praktijken] |
| shuji-主事 | hoofdopzichter; toezichthouder; degene die de primaire verantwoordelijkheid draagt |
| shukke-出家 | toetreding tot het boeddhisme (uittreding uit de mondaine wereld) |
| shūkō-秋耕 | het zaaien in de herfst |
| shūku-秀句 | een uitstekend gedicht; prachtige haiku |
| shukuei-宿営 | (van militairen) inkwartiering; stationering |
| shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
| shūren-習練 | herhaaldelijke oefening [training] |
| shushō-修証 | (boeddh.) training en inzicht [verlichting] |
| shutsunyū-出入 | komen en gaan; aankomst en vertrek; storting en opname (van monetaire middelen) |
| shutten-出典 | (literaire, e.d.) bron |
| shuzoku-種族 | stellaire populație |
| sobame-側妻 | geliefde; minnares; maîtresse; concubine |
| sobayōnin-側用人 | opperkamerheer van een shogun of daimyo |
| soboku-素朴 | eenvoud; onnozelheid; naïviteit |
| sodatenooya-育ての親 | trainer |
| sodetsuke-袖付け | een mouw aan een kledingstuk naaien; het armsgat; de mouwnaad |
| sōgei-送迎 | het verwelkomen en uitzwaaien [afscheid nemen) (van mensen) |
| sōingu-ソーイング | naaiwerk; naaien |
| sōkōsha-装甲車 | (militair voertuig) pantserwagen |
| sōkyokuseishōgai-双極性障害 | bipolaire stoornis; manisch-depressieve stoornis |
| sōon-騒音 | lawaai; herrie; wanklank; geluidsoverlast |
| soryūshi-素粒子 | elementair deeltje |
| sōsha-掃射 | beschieting; geweervuur; spervuur; mitraillade |
| sōsharu・apurikēshon-ソーシャル・アプリケーション | sociale software; software waar sociale netwerken op draaien (Engels: social application) |
| sotomata-外股 | manier van lopen, met de tenen naar buiten gedraaid |
| soyō-素養 | basistraining; opleiding; verworven kennis [vaardigheid] |
| sōzen-騒然 | (騒然たる, bnw.) lawaaiig; luidruchtig; onrustig |
| suehiro-末広 | (ceremoniële) waaier |
| suehirogari-末広がり | (ceremoniële) waaier |
| suingu-スイング | zwaai; slinger |
| suitai-翠黛 | (archaïsch) groen(ig) wenkbrauwpigment; groen(ige) wenkbrauwen |
| suitai-翠黛 | (archaïsch) de kleur van een berg gehuld in een groenige nevel; de berg (die in de groene nevel is gehuld) |
| suitōgakari-出納係 | caissière; kassier; kashouder |
| suīto・kōn-スイート・コーン | (Eng.: sweet corn) suikermais |
| sukarā-スカラー | (Eng.: scalar) scalair; scalaire grootheid (wiskunde) |
| sukuranburudo・māchandaijingu-スクランブルド・マーチャンダイジング | tactiek in de detailhandel waarbij een handelaar artikelen verkoopt die doorgaans buiten zijn assortiment vallen |
| sukuryūdoraibā-スクリュードライバー | schroevendraaier |
| sukuryūdoraibā-スクリュードライバー | naam van een cocktail |
| sukyūba-スキューバ | duikuitrusting (self-contained underwater breathing apparatus) |
| sumaruto-スマルト | (smalti) glasmozaïek; glas-email |
| sumi-隅 | (afk. voor) (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| sumimaegami-角前髪 | (Edo periode) kapsel voor jonge samoerai (met de zijkanten van de haarlijn van de pony in hoeken ingeschoren) |
| sumitsuki-墨付き | (historisch) formele brief met handtekening van een daimyo |
| sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
| suō-素襖 | ceremonieel gewaad van lagere samoerai |
| supankōru-スパンコール | lovertje; paillette |
| supattsu-スパッツ | strakke elastische broek; legging; maillot |
| supin-スピン | draai; rotatie |
| susokukan-数息観 | (zen-meditatie) een trainingsmethode om de geest te concentreren door het tellen van de in- en uitademingen |
| sutandobai・kurejitto-スタンドバイ・クレジット | lening van IMF (Internationaal Monetair Fonds) aan lidstaten |
| sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
| sutatikku-スタティック | statisch; stationair; stilstaand |
| sutetchi-ステッチ | steek (naaien, breien, borduren) |
| sutetchi-ステッチ | (vast)naaien; hechten |
| tachimochi-太刀持ち | (bij samoerai) zwaarddrager |
| tachisawagu-立ち騒ぐ | lawaai maken |
| tafu-タフ | stoer; taai; sterk; robuust; volhardend |
| tafunesu-タフネス | taaiheid; (ge)hardheid; sterkte; onvermoeibaarheid |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| tai-タイ | Thailand; Thais (taal); Thailander |
| tai-泰 | Thailand |
| taieki-退役 | uittreding; ontslagneming (uit actieve dienst van militairen, politie, e.d.) |
| taihaku-太白 | afkorting van taihakusei; Venus (planeet) |
| taihaku-太白 | taihaku(imo); een soort zoete aardappel |
| taihaku-太白 | afkorting van taihakuame; snoepgoed gemaakt van witte suiker |
| taiikukan-体育館 | gymnasium; gymzaal; trainingszaal; sportschool |
| taiintaiyōreki-太陰太陽暦 | lunisolaire kalender (zon- en maankalender) |
| taika-大過 | heel groot (archaïsch) |
| taikei-隊形 | formatie; samenstelling; (militaire) eenheid |
| taiki-大器 | grote container [bak; houder] |
| taikō-対校 | tussen scholen; interscolair |
| taikutsu-退屈 | verveling; sleur; saaiheid; eentonigheid |
| taikyō-胎教 | prenatale zorg; zwangerschapstraining |
| taikyokuken-太極拳 | Tai Chi (Chuan), traditionele Chinese vechtkunst |
| taisabaki-体捌き | (judo) draaiende beweging van het lichaam |
| taisekheiya-堆積平野 | sedimentaire vlakte |
| taisekigan-堆積岩 | sedimentair gesteente; afzettingsgesteente |
| taisekisō-堆積層 | sedimentaire laag; sedimentlaag; stratum |
| taishō-大正 | Taisho, regeringsperiode (1912-1925) van keizer Yoshihito (1879-1926) |
| taishōgoto-大正琴 | taishōgoto, Japanse tweesnarige harp (ook wel nagoyaharp genoemd; ontwikkeld in de Taishō-periode) |
| taishōjidai-大正時代 | de Taisho periode (1912-1926) |
| taishūka-大衆化 | popularisatie; het populair [algemeen begrijpelijk] maken (van wetenschap b.v.) |
| taishūteki-大衆的 | populair |
| taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
| taitsu-タイツ | panty; maillot |
| taiwan-台湾 | Taiwan |
| taketonbo-竹蜻蛉 | (traditioneel Japans speelgoed) bamboe libelle, een propellor die gaat draaien door een pin snel in beide handpalmen te wrijven |
| takuan-沢庵 | (gele) ingemaakte daikon (rettich) |
| takuwan-沢庵 | ingelegde [gepekelde] daikon (radijs) |
| tān-ターン | draai; wending; omwenteling; kentering; bocht; afslag |
| tanemaki-種蒔き | het zaaien; zaad (over een akker) strooien |
| tanhon'i-単本位 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
| tanhon'iseido-単本位制度 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
| tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
| tāntēburu-ターンテーブル | draaischijf (van platenspeler) |
| tāntēburu-ターンテーブル | draaischijf (voor locomotieven) |
| tarutaru・sōsu-タルタル・ソース | tartaarsaus (mayonaise met mosterd, kappertjes, augurk, e.d.) |
| tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
| tebata-手旗 | vlaggetje; kleine vlaggetje om mee te zwaaien |
| teigakuhō-定額法 | lineaire afschrijvingsmethode |
| teikyū-低級 | lage [slechte] kwaliteit; inferieur [vulgair] zijn |
| teisen-停船 | (van vaartuigen) het stoppen; bijdraaien |
| teitō-抵当 | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
| teitōken-抵当権 | hypotheek; hypothecair recht |
| tekake-手掛け | maitresse |
| tekkusu-テックス | tex (eenheid voor lineaire massa, voor het meten van de fijnheid van garen of vezels) |
| temawashi-手回し | (apparaten) met de hand bediend [gedraaid] |
| tenarashi-手慣らし | oefening; training; warming-up; het (iets) uitproberen |
| tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
| tendaishū-天台宗 | de boeddhistische Tendai school |
| tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
| tenja-点者 | recensent [criticus] van Japanse poëzie (waka, haiku, etc.) |
| tenji-点字 | braille (schrift) |
| tenjiru-転じる | draaien; wenden; van richting veranderen |
| tenkai-転回 | omwenteling; rotatie; het ronddraaien |
| tenshadai-転車台 | draaischijf (voor voertuigen, m.n. treinen) |
| tenshinranman-天真爛漫 | naïviteit; onschuld |
| tentei-点綴 | bezaaid zijn (met); verspreid zijn |
| tentetsu-点綴 | bezaaid zijn (met); verspreid zijn |
| tenui-手縫い | met de hand genaaid |
| tenzai-点在 | het her en der [verspreid] aanwezig zijn (van bouwwerken, e.d.) in een gebied; bezaaid zijn met |
| ten'i-転移 | (med.) uitzaaiing; metastase |
| ten'yaku-点訳 | vertaling in braille |
| teuchi-手打ち | een samurai die eigenhandig iemand lager in rang executeerde |
| tōbatsu-討伐 | onderwerping; onderdrukking; bedwinging (door militair ingrijpen) |
| tōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
| tojiru-綴じる | (dicht)naaien; stikken |
| tōkai-東海 | de Tōkai regio |
| tōkai-東海 | (afk. voor) Tōkaidō route |
| tōkai-東海 | (afk. voor) Tōkai universiteit |
| tōkaidaigaku-東海大学 | Tōkai universiteit (in Tokio) |
| tōkaidō-東海道 | de Tōkaidō (route in Japan) |
| tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
| tokeimawari-時計回り | draaien met (de wijzers van) de klok mee (rechtsom) |
| tokinashi-時無し | (afk. voor 時無し大根) een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
| tokinashidaikon-時無し大根 | een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
| tokkun-特訓 | intensieve training; stoomcursus |
| tōmorokoshi-玉蜀黍 | mais (graansoort) |
| ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
| toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
| torēnā-トレーナー | (sport) trainer; coach |
| torēnā-トレーナー | trainer van dieren |
| torēningu・pantsu-トレーニング・パンツ | trainingsbroek; joggingbroek |
| torepan-トレパン | trainingsbroek; joggingbroek |
| toritsugigyōmu-取次業務 | fiduciair bedrif [agentschap] |
| tōsan-倒産 | faillissement |
| tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
| tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
| tōsansunzen-倒産寸前 | het op de rand van het faillissement staan; op het punt staan om failliet te gaan |
| tōtenkō-東天紅 | hanengekraai |
| toyoashihara-豊葦原 | archaïsche naam voor Japan |
| tozama-外様 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
| tozamadaimyō-外様大名 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
| tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
| tsubame-燕 | jongeman die een affaire heeft met een oudere vrouw |
| tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
| tsugi-次 | post station (op de oude Tōkaidō route) |
| tsuisuto-ツイスト | draai; wending; draaibeweging; kromming |
| tsūjin-通人 | man [vrouw] van de wereld; kenner; connaisseur |
| tsūkajunbikin-通貨準備金 | monetaire reserve; valuta-reserve |
| tsūkakiki-通貨危機 | monetaire crisis; valutacrisis |
| tsūkaseido-通貨制度 | monetair stelsel |
| tsukebito-付け人 | assistent; stagiair |
| tsukurigoe-作り声 | een gemaakte [verdraaide] stem |
| tsumabiraka-詳らか | gedetailleerd; duidelijk |
| tsumaranai-詰まらない | saai; vervelend; oninteressant |
| tsungūsu-ツングース | Toengoezisch (Altaïsche taal) |
| tsuyagoto-艶事 | liefdesaffaire; romance |
| tsuzuriawaseru-綴り合わせる | samenbinden; aan elkaar naaien [nieten; binden; hechten] |
| tsuzuru-綴る | inbinden; aan elkaar naaien [stikken] |
| u-烏 | kraai |
| ubu-初 | naïviteit; onbedorvenheid; onschuldigheid |
| uchimata-内股 | manier van lopen, met de voeten [tenen] naar binnen gedraaid |
| uchiwa-団扇 | papieren waaier (onopvouwbaar) |
| udetatefuse-腕立て伏せ | push-ups; opdrukken (training) |
| ueki-植木 | boom in pot; bonsai; dwergboom |
| uesuto-ウエスト | (Eng.: waist) taille; middel |
| uesutorain-ウエストライン | (Eng.: waistline) tailleomvang; taillewijdte |
| uiuishii-初初しい | naïef; onschuldig; puur |
| uke-受け | ontvanger; container; reservoir |
| ukeuri-受け売り | detailhandel; kleinhandel (verkoop direct aan verbruikers) |
| ukiyo-浮き世 | deze vergankelijke wereld (waarin wij leven); het vergankelijke [voorbijgaande; mondaine] leven |
| ukuraina-ウクライナ | Oekraïne |
| undō-運動 | lichaamsbeweging; (conditie)training; oefening(en) |
| uneriguji-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
| unerigushi-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
| unten-運転 | optimaal gebruik (van iets); optimaal laten draaien [functioneren] |
| unza-運座 | bijeenkomst waarbij mensen samen haiku gedichten schrijven over een bepaald onderwerp |
| uramichi-裏道 | secundaire weg |
| urikata-売り方 | (effectenbeurs) verkoper; baissier; baissespeculant |
| urusai-煩い | lawaaierig; luidruchtig |
| utsumukeru-俯ける | naar beneden kijken; ondersteboven draaien [hangen]; op zijn kop zetten |
| uwagusuri-釉薬 | glazuur; vernis; email |
| uzu-渦 | draaikolk; werveling; maalstroom |
| uzumaki-渦巻き | draaikolk; werveling; maalstroom |
| uzumaku-渦巻く | ronddraaien; wervelen |
| uzushio-渦潮 | draaikolk |
| waiwai-わいわい | (onomatopee) lawaai(eri)g; luidruchtig |
| wajō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Shingon boeddhisme) |
| wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
| wakatō-若党 | (Edo periode) jonge volgeling van een samoerai |
| wan-湾 | baai |
| wangan-湾岸 | oever van een baai |
| wankō-湾口 | de ingang [monding] van een baai |
| wannai-湾内 | binnen de baai |
| warekaeru-割れ返る | hard gebroken worden; veel lawaai maken |
| warusawagi-悪騒ぎ | druk [lawaaiig] feestgedruis; pretmakerij |
| yaboyō-野暮用 | een saaie klus; oninteressant karwei |
| yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
| yakamashii-喧しい | luidruchtig; lawaaierig; rumoerig |
| yakata-屋形 | daimyo (Japanse leenheer in de Edo periode) |
| yakazuhaikai-矢数俳諧 | een vorm van haikai waarbij de deelnemers proberen zoveel mogelijk haiku te componeren in 24 uur (in navolging van het pijl-en-boogschieten) |
| yakitsuke-焼き付け | het (foto) printen; emailleren; pottenbakken; vergulden [verzilveren]; sinteren |
| yakitsukeru-焼き付ける | (foto) printen; emailleren; pottenbakken; branden; vergulden [verzilveren]; sinteren |
| yakushinyorai-薬師如来 | Yakushi-nyorai, Boeddha van de genezing |
| yamadera-山寺 | Yama-dera, algemene benaming voor de Risshaku-ji (Tendai bergtempel in Yamagata-stad) |
| yamagomori-山籠もり | afzondering [ascetische training] in de bergen; retraite |
| yamakaze-山風 | wind die waait in de bergen |
| yamamayu-山繭 | een nachtpauwoog vlinder (Antheraea yamamai) |
| yamaoroshi-山颪 | bergwind; wind die waait [raast] door de bergen |
| yashikibōkō-屋敷奉公 | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
| yashikizutome-屋敷勤め | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
| yasuppoi-安っぽい | vulgair; onelegant; grof; laag (-bij-de-gronds) |
| yoha-余波 | boeggolven; (secundaire) golven ontstaan door schepen |
| yōin-要因 | hoofdoorzaak; primaire factor |
| yojireru-捩れる | verdraaid [verbogen; kromgetrokken] zijn [worden] |
| yojiru-捩る | (in elkaar) draaien; wikkelen; kronkelen |
| yokaren-予科練 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
| yōki-容器 | container; verpakking (vat, kist, doos, etc.) |
| yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
| yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
| yōkyū-要求 | eis; claim |
| yōkyūsuru-要求する | eisen; opeisen; claimen |
| yori-縒り | draai; kronkel; vouw; plooi |
| yoriki-与力 | een samoerai van lagere rang (assistent van een militaire aanvoerder) (Muromachi periode) |
| yoru-縒る | ineendraaien; in elkaar draaien; omwinden; twijnen |
| yosegi-寄木 | mozaïek van hout; inlegwerk van hout |
| yōsei-要請 | eis; vereiste; verzoek; claim |
| yōsei-養成 | training; opleiding; scholing; opvoeding |
| yōseisuru-養成する | trainen; opleiden; opvoeden |
| yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| yowaki-弱気 | baisse (effectenbeurs) |
| yowakisōba-弱気相場 | baissemarkt; dalende markt (effectenbeurs) |
| yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
| yudayakyō-ユダヤ教 | judaïsme; de joodse leer; het jodendom |
| yūgei-遊芸 | optredens als entertainment [amusement] (zoals muziek, zang en dans) |
| yūgeki-遊撃 | (militaire) aanval door een mobiele eenheid |
| yūkara-ユーカラ | (Ainu: Yukar) yukar, mondeling overgedragen Ainu-legenden |
| yumiya-弓矢 | samoerai |
| yurasu-揺らす | (iets) heen-en-weer schommelen [zwaaien; slingeren] |
| yurayura-ゆらゆら | (onomatopee) schommelend; slingerend; zwaaiend; wankelend |
| yuriugokasu-揺り動かす | schudden; wiebelen; zwaaien |
| yusayusa-ゆさゆさ | (onomatopee) schommelend; zwaaiend; wankelend |
| yūsei-幽棲 | afgezonderd leven (weg van de mondaine wereld) |
| yusen-湯煎 | bain-marie; (iets) opwarmen in een schaal die op een pan met heet water is geplaatst |
| zaieki-在役 | in militaire dienst zijn |
| zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
| zawameku-ざわめく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren) |
| zawatsuku-ざわつく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig; onrustig] zijn; ritselen (van bladeren); rillen |
| zawazawa-ざわざわ | (onomatopee) luidruchtig; lawaaierig; onrustig; geritsel (van bladeren); rillerig |
| zawazawasuru-ざわざわする | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren); rillen; bibberen |
| zengaku-禅学 | de leer [doctrines] en training van het zenboeddhisme |
| zenzai-善哉 | (in de Kansai regio) zoete bonensoep met mochi (rijstcake) |
| zenzai-善哉 | (archaïsch) geweldig!, subliem! |
| zen'eitanka-前衛短歌 | avant-garde tanka (van een revolutionaire beweging in tanka-poëzie o.l.v Kunio Tsukamoto, in de vijftiger en zestiger jaren) |
| zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
| zokkai-俗解 | populaire [algemene; oppervlakkige] uitleg [interpretatie] |
| zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
| zokuaku-俗悪 | ordinair [vulgair; protserig] zijn |
| zokubutsu-俗物 | snob; materialist; cultuurbarbaar; vulgair persoon |
| zokuden-俗伝 | populaire legende; algemeen gezegde; volksgeloof |
| zokuga-俗画 | een vulgair [ordinair] schilderij |
| zokugaku-俗学 | studie op populairwetenschappelijk niveau |
| zokugaku-俗楽 | volksmuziek; populaire liedjes |
| zokugen-俗諺 | spreekwoord; populair gezegde |
| zokugo-俗語 | spreektaal; populair jargon |
| zokuppoi-俗っぽい | vulgair; van slechte smaak; niet verfijnd |
| zokuron-俗論 | vulgaire [populistische; primitieve] visie [mening] |
| zokusetsu-俗説 | algemeen [populair] gezegde [idee; geloof]; folklore; traditie; legende |
| zokushi-賊子 | rebel; oproerkraaier; samenzweerder |
| zokutai-俗体 | een vulgair [smakeloos] uitziende persoon |
| zōritori-草履取り | knecht (van samoerai) belast met schoeisel |
| zuda-頭陀 | ascetische training [oefeningen] |
| zundō-寸胴 | cilindervorm; (menselijke figuur) zonder taille; (kleding) zonder mouwen |
| zunōryūshutsu-頭脳流出 | braindrain; kennisvlucht; migratie van intellectuelen |