吹き上げる fukiageru
1 opblazen; opwaaien; opspuiten
一陣の風がほこりを吹き上げた。
Een windvlaag deed het stof opwaaien.
Een windvlaag deed het stof opwaaien.
強い風が谷の方から吹き上げていた。
Er blies een sterke wind uit de vallei.
Er blies een sterke wind uit de vallei.
壊れた水道の本管から水が吹き上がった。
Water spoot (op) uit de kapotte hoofdleiding.
Water spoot (op) uit de kapotte hoofdleiding.