Kruisverwijzing
achter
lemma | meaning |
---|---|
agari-上がり | (als achtervoegsel) geworden tot; veranderd in |
agedama-揚げ玉 | stukjes gefrituurd beslag die in de olie achterblijven na het frituren van tempura |
agekaji-上げ舵 | een ruk naar achteren aan de stuurknuppel van een vliegtuig (om het omhoog te laten vliegen) |
agemaki-揚巻 | een geknoopt koord aan de achterkant van een harnas of helm |
akka-悪化 | achteruitgang; verslechtering; degeneratie |
amanojaku-天の邪鬼 | bij Japanse tempel de duivel die door de tempelwachters vertrapt wordt |
an-暗 | onwetendheid; achterlijkheid; zwakzinnigheid; domheid |
angu-暗愚 | het redeloos zijn; achterlijkheid; zwakzinnigheid; imbeciliteit |
an'yakusuru-暗躍する | achter de schermen [in het geheim] werken |
aori-煽り | het bumperkleven (te dicht rijden achter) |
aoru-煽る | bumperkleven (dicht achter iemand rijden) |
ato-後 | achter; achterkant; achterst(e) |
atoaji-後味 | nasmaak (fig.); slecht gevoel achteraf |
atoashi-後足 | achterpoten; achterbenen |
atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atosaki-後先 | voor en achter [na]; voorkant en achterkant |
atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
atozusarisuru-後退りする | achteruitgaan |
atozusaru-後退る | terugdeinzen; terugwijken; achteruit deinzen [wijken] |
ayumiashi-歩み足 | (judo; kendo) stap(pen) vooruit en achteruit |
a・posuteriori-ア・ポステリオリ | a posteriori; achteraf beschouwd |
ba-ば | (na de izenkei van een ww. in modern Japans en achter de mizenkei in klassiek Japans wordt er een voorwaarde [conditie] uitgedrukt) als; indien |
bai・rain-バイ・ライン | achterlijn (voetbal) |
bakari-ばかり | (achter een ww.) drukt een handeling uit die op het punt staat [stond] te beginnen |
bakku-バック | achter(kant) |
bakku-バック | terug; achteruit |
bakku-バック | achtergrond |
bakkuguraundo-バックグラウンド | achtergrond |
bakkuguraundo・myūjikku-バックグラウンド・ミュージック | achtergrondmuziek |
bakkunetto-バックネット | een scherm [net] achter de thuisplaat (honkbal en softbal) |
bakkusu-バックス | achterhoede; verdedigers; backs (voetbal, rugby, etc.) |
bakkusupin-バックスピン | backspin (sportterm); achterwaartse rotatie |
bakkusutoppu-バックストップ | een scherm [net] achter de thuisplaat (honkbal en softbal) |
bakkuwōtā-バックウォーター | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
bakku・mirā-バック・ミラー | achteruitkijkspiegel (auto) |
bakku・shīto-バック・シート | achterbank |
bakku・sukurīn-バック・スクリーン | een donker scherm achter het middenveld in een honkbalstadion (zodat de slagman duidelijker het veld kan overzien) |
bannin-番人 | bewaker; wachter |
bessei-別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
bēsurain-ベースライン | achterlijn; baseline (sportterm) |
bī・jī・emu-ビー・ジー・エム | achtergrondmuziek |
butai-舞台 | plaats; locatie; achtergrond (van een verhaal) |
butaiura-舞台裏 | backstage; in de coulissen; achter de schermen |
chan-ちゃん | klankverandering van het achtervoegsel -san, gebruikt voor meer vertrouwelijkheid of voor kinderen |
chēsā-チェーサー | achtervolger; jager |
chihō-地方 | (vaak als achtervoegsel) landstreek; gebied; regio; streek |
chikokusuru-遅刻する | (te) laat zijn [komen]; achterlopen |
chikuji-逐次 | de één na de ander; successievelijk; achtereenvolgens |
chinshakunin -賃借人 | huurder; pachter |
chintainin-賃貸人 | verhuurder; verpachter |
chokugo-直後 | direct achter iets |
chōraku-凋落 | daling; terugval; achteruitgang; verval; terugloop |
darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
datsu-立つ | (achtervoegsel) in staat zijn om...; worden; krijgen |
daun-ダウン | (sport) achterstand in punten |
den-殿 | achterhoede (bij legers) |
dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
don-ドン | erend prefix voor achternamen van mannen (b.v. Don Quichot) |
doroppu-ドロップ | val; achteruitgang; verval; laten vallen; uitvallen |
doroppu・shotto-ドロップ・ショット | (bij tennis of badminton) dropshot (zacht geslagen bal die vlak achter het net valt) |
ei-纓 | slip [reep stof] aan de achterkant van een traditioneel Japans hoofddeksel |
eikyo-盈虚 | opkomst en verval; vooruitgang en achteruitgang |
ennoshita-縁の下 | (fig.) op de achtergrond; uit het zicht; onopgemerkt |
fikusā-フィクサー | bemiddelaar; iemand die (achter de schermen) dingen regelt [voor elkaar krijgt] |
fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
fukaoi-深追い | (te ver) najagen; achtervolgen |
fukaoisuru-深追いする | achtervolgen; najagen |
funadon'ya-船問屋 | scheepsbevrachter; scheepsmakelaar |
furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
furikaeru-振り返る | achterom kijken (fig.); terugzien; terugdenken (aan); zich herinneren |
furimuku-振り向く | achterom kijken [draaien; keren] |
furu-振る | draaien; omdraaien; achterom kijken |
furubakku-フルバック | (American football, rugby, voetbal) vleugelverdediger; achterspeler; laatste man |
fushin-不信 | wantrouwen; achterdocht |
fushinkan-不信感 | wantrouwen; achterdocht |
gachi-勝ち | (als suffix achter zelfst.naamwoorden of de renyōkeivorm van werkwoorden) de neiging hebben om; iets frequent [vaak] doen |
gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; schooling] |
gakuya-楽屋 | in de coulissen; achter de schermen |
gakuyaura-楽屋裏 | in de coulissen; achter de schermen |
ginen-疑念 | twijfel; verdenking; argwaan; achterdocht |
gishinanki-疑心暗鬼 | argwaan; wantrouwen door achterdocht |
giwaku-疑惑 | wantrouwen; achterdocht; verdenking; twijfel |
gō-号 | (als achtervoegsel) naam (voor voertuigen, schepen, vliegtuigen, dieren, etc.) |
gojin-後陣 | achterhoede |
gōkansha-強姦者 | verkrachter |
gokuchū-獄中 | in gevangenschap; achter de tralies |
gokusō-獄窓 | gevangenisraam; (achter de) tralies; gevangenis |
goshippu-ゴシップ | (ge)roddel; kletspraat; achterklap |
gyakukōsu-逆コース | (plaats of tijd) teruggang; achteruitgang; terugkeer |
gyakumodori-逆戻り | teruggang; achteruitgang; het op zijn schreden terugkeren |
gyakuryūsuru-逆流する | terugstromen; achteruit stromen; stroomopwaarts stromen; oprispen |
gyoshoku-漁色 | op de versiertoer zijn; achter de vrouwen aanzitten |
hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
haigo-背後 | achter; achterkant |
haigo-背後 | achtergrond |
haikai-俳諧 | bijeenkomst waarbij achter elkaar Japanse gedichten worden gecomponeerd |
haikei-背景 | achtergrond |
haikei-背景 | de achtergrond (fig.) |
haikeiongaku-背景音楽 | achtergrondmuziek |
haimen-背面 | achterzijde; achterkant |
hairu-入る | van de voorkant naar achteren [naar binnen] gaan; (in bezit )krijgen; in handen krijgen; binnenkomen |
haisō-背走 | het achteruit rennen |
haisōsuru-背走する | achteruit rennen |
haisui-背水 | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
hajimeru-始める | (gevoegd achter de renyōkei van een ander ww.) beginnen te...; gaan... |
hataki-叩き | (als achtervoegsel) het fel bekritiseren; afkraken |
hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
hatchibakku-ハッチバック | hatchback, auto met vijfde deur (en carrosserie met korte achterkant) |
hidarioku-左奥 | linksachter; links achterin [achteraan] |
higaimōsō-被害妄想 | paranoia; achtervolgingswaan(zin); vervolgingswaan(zin) |
hikitsuzuki-引き続き | continu; onophoudelijk; achtereenvolgend |
himago-曾孫 | achterkleinkind |
hintārando-ヒンターランド | achterland; hinterland (gebied dat deel uitmaakt van de economische zone van een stad) |
hippu-ヒップ | heup; achterwerk; billen |
hiretsu-卑劣 | gemeenheid; laagheid; achterbaksheid |
hittsume-引っ詰め | het haar achterover gekamd in een knot gebonden |
hoanrin-保安林 | bosbescherming; bescherming van de bossen; boswachterij |
hōchi-放置 | achterlating; het achterlaten; overlaten; loslaten; laten rusten |
honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
honsei-本姓 | oorspronkelijke achternaam [familienaam]; meisjesnaam |
hōridasu-放り出す | verwaarlozen; achterlaten |
horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
horyūsuru-保留する | voorbehoud maken; bewaren (voor later); uitstellen (tot later); achterwege laten; achterhouden |
hoshu-捕手 | (honkbal) catcher; achtervanger |
hyōri-表裏 | voor- en achterkant; beide kanten |
hyūzu-ヒューズ | Hughes (Engelse achternaam) |
iinokosu-言い残す | een boodschap achterlaten |
iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
ikun-遺訓 | goede raad advies; [instructies] door een overledene achtergelaten voor nabestaanden |
inokoru-居残る | achterblijven; langer doorgaan; overwerken |
iryūhin-遺留品 | (bij politieonderzoek) voorwerpen die zijn achtergelaten door de dader; eigendommen van het slachtoffer; gevonden voorwerpen |
isei-異姓 | andere achternaam; verschillende achternamen |
ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
isshin'ittai-一進一退 | eb en vloed; voorspoed en tegenspoed; vooruitgaan en achteruitgaan; goede tijden, slechte tijden |
iwaku-曰く | reden; oorzaak; achtergrond |
iwakutsuki-曰く付き | met een verhaal [geschiedenis] erachter |
jikuro-舳艫 | (van een schip) voorsteven [boeg] en achtersteven [spiegel] |
jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
jūnanzai-柔軟剤 | wasverzachter |
kagamiita-鏡板 | (achtergrond) decor (Nō theater) |
kage-陰 | de andere kant; achterkant |
kage-陰 | achtergrond; achter de schermen |
kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
kagemusha-影武者 | iemand (het brein, de feitelijke leider) die achter de schermen werkt en anderen als marionetten bespeelt of gebruikt |
kagitsukeru-嗅ぎつける | een geur waarnemen; ergens lucht van krijgen; in de gaten krijgen; ergens achter komen |
kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
kaikake-買い掛け | aankoop met betaling achteraf |
kakioki-書き置き | (achtergelaten) brief (bij zelfmoord); testament |
kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
kanagurisuteru-かなぐり捨てる | van zich afwerpen; weggooien; opzij schuiven; achterlaten; afdanken |
kanguru-勘ぐる | achterdochtig [wantrouwend] zijn |
kanokomadara-鹿の子斑 | witgevlekt patroon (witte vlekken op een bruine achtergrond, zoals bij een hert) |
karinige-借り逃げ | het vluchten [ervandoor gaan] met achterlating van schuld(en) |
kasanebashi-重ね箸 | eetstokjes waarmee men één gerecht achterelkaar opeet zonder af te wisselen met andere gerechten (onjuist gebruik van eetstokjes) |
kata-方 | achtervoegsel achter persoonsnamen (erend) |
kawarihateru-変わり果てる | geheel (in het nadeel) veranderd zijn; achteruit gegaan [verlopen] zijn |
kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
ketsu-穴 | achtereind; achterste stuk |
kienokoru-消え残る | (over)blijven; achterblijven; blijven liggen [smeulen] |
kireisappari-奇麗さっぱり | volledig verdwenen; niets achtergelaten |
kōbuzaseki-後部座席 | (van voertuig) achterbank |
kōei-後衛 | achterhoede |
kōei-後衛 | (sport) achterspeler; verdediger |
kōhaichi-後背地 | achterland; hinterland (gebied dat deel uitmaakt van de economische zone van een stad) |
kōhō-後方 | achterkant |
koji-居士 | een achtervoegsel aan de postume naam van mannen |
kōjin-後陣 | achterhoede; reservetroepen |
kōretsu-後列 | de achterste rij |
kōrin-後輪 | achterwiel |
kōsha-後車 | de achterste wagen [auto; wagon] |
kōshi-後肢 | achterpoten (dier) |
kōshi-後肢 | achterste borstpoten van een insect |
kōshin-後進 | het achteruitgaan; omkeren |
kōtai-後退 | het achteruitrijden (van voertuigen) |
kōtōbu-後頭部 | achterhoofd; achterkant van het hoofd |
kubisuji-首筋 | achterkant van de nek; nekvel |
kubittama-首っ玉 | (achterkant van) de nek; nekvel |
kuchiura-口裏 | de ware betekenis van [achter] (iemand's) woorden of gesprek |
kun-君 | de heer; meneer (aanspreektitel, achtervoegsel achter persoonsnamen) |
kuragari-暗がり | imbeciliteit; achterlijkheid; domheid |
kurayamiban-暗闇番 | (in de Edo periode) een bewaker [wachter] van de keuken |
kuroji-黒地 | zwarte achtergrond; zwarte stof |
kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
kurūpu-クループ | kroep (het achterste deel van de romp van het paard) |
kyaku-脚 | (achtervoegsel) gebruikt voor het tellen van meubels, e.d. |
kyatchā-キャッチャー | (honkbal) catcher; achtervanger |
kyō-狂 | (achtervoegsel) -manie |
kyōgenmawashi-狂言回し | iemand die achter de schermen werkt [aan de touwtjes trekt] |
kyūban・hīru-キューバン・ヒール | Cubaanse hak (hak met schuinlopende achterkant van een schoen of laars) |
machiaiseiji-待合政治 | achterkamertjespolitiek |
madoguchi-窓口 | contactpersoon; degene die achter het loket zit |
maeushiro-前後ろ | voor- en achterkant; voor en na |
maeushiro-前後ろ | achterstevoren; (voor- en achterkant omgekeerd (van kleding) |
makurasen-枕銭 | tip [fooi] die in hotelkamers wordt achtergelaten voor de schoonmaker [schoonmaakster] |
makurazeni-枕銭 | tip [fooi] die in hotelkamers wordt achtergelaten voor de schoonmaker [schoonmaakster] |
makuuchi-幕内 | het deel van het theaterpodium dat zich achter het gordijn bevindt; backstage; achter het toneel; in de coulissen |
makuuchi-幕内 | het personeel achter de schermen |
man-マン | Duitse achternaam (b.v. Thomas Mann) |
me-目 | achtervoegsel voor de vorming van rangtelwoorden |
meku-めく | (als achtervoegsel) tekenen vertonen van; eruit zien als |
midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
migioku- 右奥 | rechtsachter; rechts achterin [achteraan] |
miharaikin-未払い金 | betalingsachterstand |
mikaeri-見返り | het achterom kijken |
mikaeshi-見返し | de andere [achter-; voor-; binnen-;buiten-] kant |
mine-峰 | de achterkant van het lemmet van een zwaard |
modoki-擬き | (als achtervoegsel bij een zelfst. naamwoord) -achtig; pseudo-; imitatie-; nep- |
mon'ei-門衛 | bewaker; poortwachter; portier (van overheidsgebouwen, bedrijven, scholen, etc.) |
myōji-名字 | achternaam; familienaam |
na-名 | de naam van iem.; roepnaam; voornaam; voornaam- en achternaam |
nagaoi-長追い | een lange achtervolging |
nagaoisuru-長追いする | iem. lang [ver] achtervolgen |
nagara-ながら | (gevoegd achter een ww. geeft het aan een gelijktijdigheid van meerdere handelingen) terwijl; onder het...; al ...nde |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het aan een tegenstelling) hoewel; ondanks; niettegenstaande |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het een situatie aan) zo (zijnde); aldus; (zo)als |
nagara-ながら | (gevoegd achter een zn. of bijw.) alles; allen; allebei (tegelijk); geheel; totaal; compleet |
nagori-余波 | zeewater [zeewier] dat achterblijft op het strand als het eb geworden is |
nagori-名残 | rest(en); overblijfsel(en); nasleep; wat over [achter] gebleven is; tastbare herinnering |
nai-無い | (achter een ww., zn. of adj., als ontkenning) niet...; geen...; on... |
narawasu-習わす | (als achtervoegsel aan werkwoorden) gewend [gewoon; gebruikelijk] zijn; altijd doen |
nari-なり | (achtervoegsel) of; en; met; op de manier van |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
ni-に | (meestal in combinatie met wa of mo achter aanspreektitels, geeft respect aan voor de toegesprokene) |
ni-尼 | (boeddhistische) non; achtervoegsel achter de naam van een non |
nikuhaku-肉薄 | het dichterbij komen; dicht benaderen; insluiten; achtervolgen; inhalen |
ningyōtsukai-人形遣い | (fig.) degene die aan de touwtjes trekt; degene die (achter de schermen) de touwtjes in handen heeft |
nokeru-退ける | (achter een ww. in de -te vorm) lukken; kans zien (om); (iets moeilijks) klaarspelen |
nokoru-残る | achterblijven; blijven hangen |
nokoru-残る | (achter een ander ww. gevoegd:) niet (helemaal) gedaan, onafgemaakt |
nokosu-残す | iets [iem.] achterlaten; laten liggen [staan] |
nokosu-残す | bewaren; (be)houden; overhouden; achterhouden |
nukeura-抜け裏 | korte(re) weg; vluchtroute; sluiproute; achterweg |
nuki-抜き | het weglaten; overslaan; schrappen; achtereenvolgens verslaan |
oikakeru-追いかける | achtervolgen; volgen; achter (iets of iemand) aangaan; achternazitten |
oitsumeru-追い詰める | iem. in het nauw drijven; achtervolgen; opsporen |
oki-置き | (als achtervoegsel) om de; om en om; elke; met tussenpozen [tussenruimte] van |
okitegami-置き手紙 | een achtergelaten brief |
okizari-置き去り | het achterlaten (van iemand, iets, e.d.); in de steek laten; verlaten |
okotaru-怠る | verwaarlozen; veronachtzamen; nalaten; achterwege laten |
oku-奥 | (diep in) het binnenste; binnenin; achterin |
okuriookami-送り狼 | een wolf die iemand die in de bergen of bossen loopt een tijd lang achtervolgt en dan plotseling aanvalt |
omoteura-表裏 | voorkant en achterkant; binnenkant en buitenkant |
onparēdo-オンパレード | achtereenvolgens; op eenvolgende rij |
ōpun・akaunto-オープン・アカウント | open rekening (waarbij transacties pas achteraf en periodiek worden verrekend) |
ōrubakku-オールバック | (helemaal) naar achteren gekamd haar (zonder scheiding) |
ou-追う | (ver)volgen; achtervolgen; najagen |
pachipachi-ぱちぱち | geklik (het repeterende geluid van achter elkaar foto schieten) |
padokku-パドック | plaats achter de pits op een autoracecircuit |
pitto-ピット | gat achter een bowlingbaan waar de omgevallen kegels in vallen |
posuto・nōtisu-ポスト・ノーティス | kennisgeving achteraf |
ra-等 | (achtervoegsel dat meervoud aangeeft) |
rakugo-落伍 | het uitvallen; achterop raken; opgeven; niet meer mee kunnen doen |
ranpu-ランプ | achterdeel (dieren); lende (vlees, b.v. biefstuk) |
resu-レス | (van Engels achtervoegsel) zonder; -loos |
rettōsei-劣等生 | slechte [trage] leerling; leerling met een leerachterstand |
riabyūmirā-リアヴューミラー | achteruitkijkspiegel (auto) |
rireki-履歴 | iemands voorgeschiedenis [achtergrond; verleden; carrière] |
ryōnagare-両流れ | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
ryōnagarezukuri-両流造 | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
saizuchiatama-才槌頭 | een op een hamer lijkend hoofd (voorhoofd en achterhoofd steken uit) |
sakasama-逆様 | omgekeerd; ondersteboven; achterstevoren |
sashigane-差し金 | aansporing; suggestie; instructie achter de schermen |
se-背 | achterkant; rugleuning |
sedo-背戸 | achterdeur; achterpoort; achteringang; achteruitgang |
seimei-姓名 | persoons naam (voor- en achternaam) |
senaka-背中 | achterkant |
senbi-船尾 | achtersteven; achterschip |
sennin-仙人 | kluizenaar; iemand die de wereld van bekommeringen e.d. achter zich heeft gelaten |
sennyū-潜入 | (astronomie) het verschijnsel dat een vaste ster of planeet zich achter de maan begeeft |
sentā・bentsu-センター・ベンツ | een split onder de middenzoom aan de achterkant van een jas |
setsubigo-接尾語 | achtervoegsel; suffix |
setsubiji-接尾辞 | achtervoegsel; suffix |
settingu-セッティング | instelling; het instellen; kader; achtergrond; omlijsting |
shi-姉 | erend achtervoegsel voor een vrouw van gelijke of hogere status |
shihai-紙背 | achterkant van een papier |
shijikiban-支持基盤 | iemands achterban [politieke machtsbasis] |
shikkei-失敬 | jatten; klauwen; gappen; achteroverdrukken; stelen |
shina-しな | (achtervoegsel) op het moment; na; toen |
shinnyo-信女 | achtervoegsel voor de postume Boeddhistische naam van een vrouw |
shintai-進退 | beweging; vooruitgang; achteruitgang |
shiri-尻 | bil(len); achterwerk; zitvlak; achterste; kont |
shiri-尻 | de laatste; achterste; onderste |
shirie-後方 | achterkant |
shirikakushi-尻隠し | achterzak; heupzak (van een broek) |
shirimochi-尻餅 | op zijn [haar] achterste [bips] vallen |
shirisubomari-尻窄まり | (geleidelijke) verzwakking; achteruitgang; uitdoving; vermindering |
shirubā・wīku-シルバー・ウィーク | Silver Week, in Japan een aantal officiële vakantiedagen achter elkaar |
shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
shissoku-失速 | stagnatie; achteruitgang; afname |
shuei-守衛 | (hist.) schildwacht; wachthouder; wachter |
shuhei-守兵 | bewaker, wachter |
shumon-守門 | poortwachter |
sobireru-そびれる | (als achtervoegsel bij een werkwoord) een kans [gelegenheid] missen; er niet in slagen om |
sokonau-損なう | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
sokoneru-損ねる | (gekoppeld achter andere werkwoorden) niet voor elkaar krijgen; niet goed doen |
somenuki-染め抜き | het verven van een patroon [wapen] op een achtergrond |
somenuku-染め抜く | een patroon verven (op een achtergrond) |
sōsharu・kurakkingu-ソーシャル・クラッキング | sociaal kraken; het achter iemands wachtwoord proberen te komen [een wachtwoord kraken] buiten de computerwereld om (Engels: social cracking) |
sui-衰 | (in kanji combinaties) verzwakking; achteruitgang; verval |
suiban-推輓 | aanbeveling, aanprijzing (oorspronkelijke betekenis: een wagen vanaf de achterkant duwen, of vanaf de voorkant trekken) |
suramu-スラム | sloppenwijk; krottenwijk; achterbuurt |
surīkuōtā-スリークオーター | (rugby) driekwart (een van de drie spelers achter de halfback) |
sutēshon・wagon-ステーション・ワゴン | stationcar; combi (personenauto met extra achterruimte) |
sutoppuraito-ストップライト | achterlicht (voertuig) |
tachi-達 | achtervoegsel dat meervoud aangeeft |
tachiban-立ち番 | wachter; wachtpost; uitkijk |
tachiokureru-立ち遅れる | achterblijven; achterop raken; laat beginnen [starten] |
tai-たい | (zou) willen; graag willen; wensen (adjectief achtervoegsel, gebruikt als hulpwerkwoord, voor de 1ste pers., of in vraagzinnen voor de 2de pers.) |
tainō-怠納 | (het hebben van) een betalingsachterstand; achterstallige betaling; het in gebreke blijven |
tainō-滞納 | achterstallige betaling; betalingsachterstand |
tainōkin-滞納金 | achterstallige betalingen |
tainōshobun-滞納処分 | beslaglegging naar aanleiding van een betalingsachterstand |
taoreru-倒れる | omvallen; achterover vallen; in elkaar zakken |
tari-たり | (achtervoegsel) nu eens dit doen, dan weer dat doen |
tasogare-黄昏 | (metaforisch) achteruitgang [verval] |
teikubakku-テイクバック | (tennis) armbeweging naar achteren |
tenanto-テナント | huurder; pachter |
tēruraito-テールライト | achterlicht |
tēruranpu-テールランプ | achterlicht |
tēru・endo-テール・エンド | achterste deel; sluitstuk; uiteinde |
tetsudōin-鉄道員 | spoorwegpersoneel; spoorwegman; spoor(weg)wachter; stationschef |
tōban-当番 | dienst; surveillance; (in) diensttijd; (op) wacht; wachter |
tochikujō-屠畜場 | slachthuis; slachterij; abattoir |
tomo-艫 | (van een schip) achtersteven; hek; spiegel |
torinokosu-取り残す | (deels) achterlaten |
tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
tsugitsugi-次次 | opeenvolgend; een voor een; achtereenvolgens |
tsuiseki-追跡 | achtervolging; opsporing |
tsuitemawaru-付いて回る | gevolgd [vergezeld; achtervolgd; geteisterd] worden |
tsuminokoshi-積み残し | restant; achtergebleven bagage [vracht] |
tsuzukete-続けて | achtereen; opeenvolgend; achterelkaar |
uchikasanaru-打ち重なる | opstapelen; opeenvolgen; achter elkaar komen |
uētingu・sākuru-ウエーティング・サークル | in honkbal, het gedeelte van het veld (schuin achter de thuisplaat) waar de volgende slagman wacht |
ukidasu-浮き出す | opvallen; afsteken tegen (b.v. een achtergrond) |
unaji-項 | (de achterkant van) de nek |
ura-裏 | de achterkant; onderkant; binnenkant; verkeerde kant |
urabanashi-裏話 | het verhaal achter iets; inside story |
uradana-裏店 | een huis in een achterstraatje [steegje] |
uragawa-裏側 | de achterkant; de andere kant |
uraguchi-裏口 | achterdeur; achteringang |
uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
uraguchi-裏口 | bergbeklimming via de achterzijde van een berghelling |
urajōmen-裏正面 | achterkant; achtergevel |
urakido-裏木戸 | achterpoort; achteringang; achterdeur |
uramachi-裏町 | achterafstraten; zijstraatjes; achterafsteegjes; achterbuurt |
uramon-裏門 | achterpoort; achteringang |
uraniwa-裏庭 | achtertuin |
urate-裏手 | achterkant |
urayama-裏山 | berg aan de achterzijde [achterkant] (van iemands huis, dorp, etc.) |
ushiro-後ろ | achterkant; achter |
ushirogami-後ろ髪 | haar op de achterkant van het hoofd |
ushirogeri-後ろ蹴り | (judo) een trap naar achteren |
ushiromigoro-後身頃 | achterpand (van Japanse kleding) |
ushiromuki-後ろ向き | achteruit; achterwaarts; rugwaarts |
ushiroukemi-後受身 | een val achterover; achterover vallen |
ushiroyubi-後ろ指 | geroddel; gepraat achter iemands rug |
utagaibukai-疑い深い | achterdochtig |
utsuribashi-移り箸 | eetstokjes waarmee achter elkaar iets uit verschillende gerechten wordt aangeraakt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
wasuremono-忘れ物 | iets dat verloren [vergeten; achtergelaten] is; gevonden voorwerp(en) |
wotchiman-ウォッチマン | wachter; bewaker; uitkijk |
yakazu-矢数 | een krijgskunst waarbij zoveel mogelijk pijlen achter elkaar geschoten worden |
yakitsuku-焼き付く | in het geheugen gegrift zijn; een diepe indruk achterlaten |
yamaban-山番 | berggids; boswachter |
yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
yamishōgun-闇将軍 | iemand die de macht heeft in de onderwereld; de baas van de gangsters; iemand die in het geheim (achter de schermen) de macht in handen heeft |
yattsukeru-やっつける | en aanval plaatsen; aanvallen; achter iemand aangaan; (neer)slaan; verslaan; opruimen; vermoorden |
yojō-余情 | implicaties; suggesties; suggestief zijn; emoties oproepen; blijvende indruk achterlaten |
yushi-諭旨 | het meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
yushisuru-諭旨する | meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
zanmu-残務 | werkachterstand; werk dat is blijven liggen; resterende [ongedane] werkzaamheden; dingen die nog gedaan moeten worden |
zantō-残党 | de overlevenden; overgeblevenen; achterblijvers |
zen-前 | (als achtervoegsel) voor; voorheen; geleden |
zengo-前後 | de voor- en achterkant; rondom |
zenreki-前歴 | iemands verleden; achtergrond; historie |
zukeru-付ける | (achtervoegsel) drukt uit de intentie om iets te doen |
zuku-ずく | (achtervoegsel) drukt de intentie uit (om iets te doen) |
zuku-付く | (achtervoegsel) ...worden |
zukume-ずくめ | (achtervoegsel) geheel (en al); totaal; niets dan |
zume-詰め | (achtervoegsel bij werkwoord) geeft aan dat de actie [handeling; situatie] doorgaat |
zume-詰め | (achtervoegsel) ingepakt; volgepakt; gevuld |
zunba-ずんば | (achtervoegsel om de betekenis te versterken) als het niet zo is dat...; ware het niet dat... |
zuni-ずに | (achtervoegsel) zonder te; niet doende |
zurai-づらい | (achtervoegsel) moeilijk om te ... |