Kruisverwijzing
bed
| lemma | meaning |
|---|---|
| abemaria-アベ・マリア | Ave Maria (katholiek gebed) |
| abunai-危ない | ernstig; kritiek; bedreigend |
| adoonhōshiki-アドオン方式 | add-on systeem (aflossing van rentebedragen in gelijke termijnen van de hoofdsom) |
| aete-敢えて | met het doel [de intentie; bedoeling]; opzettelijk; doelbewust |
| aigan-哀願 | smeekbede; verzoek |
| aisha-愛社 | liefde [toewijding] voor het bedrijf waarvoor men werkt |
| aishaseishin-愛社精神 | loyaliteit t.o.v. het bedrijf waarvoor men werkt |
| aishiau-愛し合う | vrijen; seks hebben; de liefde bedrijven |
| aishō-哀傷 | bedroefdheid; smart (vooral na het overlijden van iemand) |
| aiso-哀訴 | verzoek; smeekbede; petitie |
| aisufōru-アイスフォール | ijswaterval; ijswand; met ijs bedekte (rots)wand; ijslawine |
| akui-悪意 | kwaadaardigheid (t.o.v. iem.); slechte bedoelingen |
| akui-悪意 | kwade opzet; met voorbedachte rade |
| akunen-悪念 | slechte dingen van plan zijn; kwade opzet [gedachten; motieven; bedoelingen]; kwaadwillendheid |
| akushin-悪心 | kwade [slechte] bedoelingen; boze opzet |
| amidasu-編み出す | ontwerpen; bedenken; uitvinden |
| anjerasu-アンジェラス | angelus (gebed in rooms-katholieke kerk) |
| anjiru-按じる | bedenken; plannen |
| anka-行火 | bedwarmer; voetenwarmer |
| ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
| anmitsu-餡蜜 | een kommetje met verschillende zoete ingrediënten (vruchten, zoete bonen, e.a.), bedekt met suikerstroop |
| anshutsusuru-案出する | uitvinden; bedenken |
| antō-暗闘 | een geheime vete; verborgen [bedekte] vijandigheid |
| appuku-圧伏 | onderwerping; onderdrukking; bedwang |
| areshiki-あれしき | onbeduidend; onbelangrijk |
| arigatō-有り難う | dank u [je] wel; bedankt |
| arubeki-有るべき | zou (zo) moeten zijn; wenselijk [de bedoeling] zijn |
| asai-浅い | oppervlakkig; onbeduidend |
| asane-朝寝 | het uitslapen [lang slapen]; lang in bed blijven liggen |
| asanesuru-朝寝する | uitslapen; lang slapen; lang in bed blijven liggen |
| ashihara-葦原 | rietland, rietbed |
| asutorotāfingu-アストロターフィング | astroturfing (het door overheden of bedrijven in scène zetten van burgerinitiatieven om de indruk te wekken dat het spontane acties zijn) |
| ate-当て | doel; bedoeling |
| atedokoro-当て所 | doel; bestemming; bedoeling |
| atekosuru-当て擦る | insinueren (dat); op een bedekte manier een aantijging maken tegen iem.; onder de dekmantel van een heel ander verhaal tegen iem. een ironische opmerk |
| atekoto-当て言 | iets op een genuanceerde manier zeggen (zonder kwade bedoelingen) |
| atokin-後金 | de rest van de betaling; het resterende bedrag |
| atsukau-扱う | (voorzichtig) iets bedienen |
| ayatsuru-操る | hanteren; bedienen; manipuleren |
| azamuku-欺く | bedriegen; misleiden |
| azamuku-欺く | de illusie geven van; bedrieglijk veel lijken op |
| baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
| baiden-買電 | het kopen van elektriciteit door elektriciteitsbedrijven van andere ondernemingen |
| baigaku-倍額 | verdubbeling van de prijs [het bedrag] |
| baikyakugaku-売却額 | de verkoopsom; het verkoopbedrag |
| baishū-買収 | aankoop; acquisitie, overname (bedrijf) |
| bakasu-化かす | betoveren; beheksen; misleiden; bedriegen |
| bakka-幕下 | ondergeschikte; volgeling; dienaar; huisbediende |
| banku-バンク | bank (geldbedrijf; gebouw) |
| beddo-ベッド | bed |
| beddo-ベッド | (planten) perk; zaaibed |
| beddopurēto-ベッドプレート | bedplaat; bodemplaat; funderingsplaat |
| bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
| beikokuyotakushōken-米国預託証券 | (American Depositary Receipt) Amerikaans certificaat (van een bank) voor een bepaald aantal verhandelbare aandelen van een buitenlands bedrijf |
| beta-べた | (helemaal) bedekt [opgevuld; afgedekt] zijn |
| bettori-べっとり | kleverig; plakkerig; bedekt met |
| bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
| bijinesu-ビジネス | zaak; zaken; bedrijf; handel; commercie; bezigheden |
| bijinesu・ekonomisuto-ビジネス・エコノミスト | bedrijfseconomist |
| bō-茅 | (in kanji combinaties) riet (zoals gebruikt voor dakbedekking) |
| bōtaoshi-棒倒し | spel waarbij het de bedoeling is om de paal van de tegenstander omver te werpen |
| bunai-部内 | (zakelijke) kring; departement; binnen de (eigen) kring [afdeling] (van een bedrijf, organisatie, e.d.) zijn |
| bure-ぶれ | kleine (vaak onbedoelde) beweging met de camera, waardoor een bewogen [onscherpe] foto [opname; video] wordt gemaakt |
| burū・chippu-ブルー・チップ | aandeel van grote, bekende bedrijven |
| byōchū-病中 | het ziek zijn; tijdens het ziekbed |
| byōdō-廟堂 | mausoleum; een plaats waar de geesten van voorouders worden aanbeden |
| byōshō-病床 | ziekbed; ziekenhuisbed |
| chakui-着意 | bedachtzaamheid; begrip; zorg; aandacht; overweging |
| chāmu-チャーム | toverspreuk; amulet; bedeltje |
| chanoko-茶の子 | tussendoortje [lichte maaltijd] tijdens het werk voor het ontbijt (zoals in een boerenbedrijf) |
| chēn・sutoa-チェーン・ストア | filiaal van een grootwinkelbedrijf |
| chigiru-契る | gemeenschap hebben; het bed delen (met) |
| chiisai-小さい | klein; jong; gering; onbeduidend |
| chiisana-小さな | klein; jong; gering; onbeduidend |
| chippoke-ちっぽけ | zeer klein; onbeduidend; nietig |
| chokugan-勅願 | gebed van de keizer |
| chūkenkabu-中堅株 | middelgrote aandelen; aandelen van middelgrote bedrijven |
| chūshōkigyō-中小企業 | middelgrote en kleine ondernemingen; midden -en kleinbedrijf (MKB) |
| daburu・beddo-ダブル・ベッド | tweepersoonsbed |
| daigan-代願 | voorbede; voorspraak; als tussenpersoon fungeren; bidden tot god {Boeddha] namens een ander |
| daihyōshain-代表社員 | senior partner; senior werknemer die bevoegd is om een bedrijf te vertegenwoordigen |
| daikin-代金 | rekening; kosten; aankoopsom; verschuldigd bedrag |
| dainashi-台無し | bedorven [verrot; verpest] zijn |
| damakasu-騙かす | bedriegen; vals spelen |
| damakurakasu-騙くらかす | bedriegen; misleiden |
| damashiai-騙し合い | wederzijdse misleiding [bedriegerij] |
| damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
| damasu-騙す | bedriegen; oplichten; vals spelen; misleiden |
| dan-段 | akte [bedrijf, handeling] in een toneelstuk |
| danke-ダンケ | bedankt; dank u wel |
| danshū-男衆 | mannelijke bediende |
| darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
| datte-だって | (partikel) zelfs; ook; blijkbaar; men zegt; ik denk; jij bedoelt |
| demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
| dobashi-土橋 | met aarde bedekte brug; aarden brug |
| dōgyōtasha-同業他社 | een ander bedrijf in dezelfde bedrijfstak; concurrent; handelsrivaal |
| dohi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
| dōkin-同衾 | het bed delen; het slapen in hetzelfde bed |
| dōsa-動作 | werking; besturing; bediening |
| dōsha-同社 | hetzelfde bedrijf; de genoemde firma; dat bedrijf |
| dosu-どす | bedreiging |
| eigyōhi-営業費 | zakelijke kosten; bedrijfskosten |
| eigyōken-営業権 | goodwill (immateriële vastgoedwaarde van een bedrijf gebaseerd op zijn traditie en sociaal vertrouwen) |
| eigyōkiban-営業基盤 | bedrijfsinfrastructuur; verkoopstructuur; operationele basis |
| eigyōshotoku-営業所得 | bedrijfsinkomsten; zakelijke inkomsten |
| eigyōson'eki-営業損益 | operationele winstmarge; winst en verlies in bedrijfsvoering [handel, e.d.] |
| ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
| ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
| entāpuraizu-エンタープライズ | onderneming; bedrijf; firma |
| fakutaringu-ファクタリング | factoring (het beheer van de debiteurenadministratie van bedrijven door een financiële onderneming) |
| fāmu-ファーム | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf; boerenbedrijf |
| fāmu・bankingu-ファーム・バンキング | een systeem van bedrijven en banken om online financiële diensten en bedrijfsinformatie te verstrekken |
| fugainai-腑甲斐無い | laf; slap; lusteloos; futloos; tam; bedeesd; nietswaardig |
| fujitsu-不実 | onoprechtheid; bedrog; bedriegerij; misleiding |
| fuku-覆 | bedekken; verhullen |
| fukugōkigyō-複合企業 | conglomeraat; bedrijven groep; concern |
| fukushachō-副社長 | vicepresident (van een bedrijf) |
| fumiusu-踏み臼 | stenen mortel (om graan, rijst, e.d. te malen) die met de voeten wordt bediend |
| fundoshi-褌 | het schild dat de buik van de krab bedekt |
| funiku-腐肉 | bedorven vlees |
| furukusai-古臭い | muf; bedompt; verschaald; ouderwets; versleten; aftands |
| fusagu-塞ぐ | vullen; bedekken; bezetten |
| fuseru-臥せる | gaan liggen; naar bed gaan |
| fushinsha-不審者 | een verdacht persoon (met mogelijk twijfelachtige bedoelingen) |
| fushoku-腐食 | corrosie; erosie; roest; bederf |
| fusuburu-燻る | zwart worden van roet; beroet [met roet bedekt] worden |
| fusuma-衾 | gewatteerde deken; dekbed |
| futene-不貞寝 | chagrijnig [mokkend; mopperend] in bed liggen [naar bed gaan] |
| gaichū-外注 | outsourcing; uitbesteding; het van buiten het bedrijf betrekken |
| gaimu-外務 | werkzaamheden die buiten het bedrijf plaatsvinden; veldwerk |
| gaisen-外線 | buitenlijn; buiten bedrading (elektrisch of elektronisch) |
| gakumenkingaku-額面金額 | nominaal bedrag; nominale hoeveelheid |
| gankake-願掛け | gebed; (smeek)bede; verzoek aan Shinto goden of Boeddha's |
| ganmon-願文 | schriftelijk gebed; verzoekschrift (gericht aan een Boeddha, shinto-god, e.d.) |
| gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
| gasshō-合掌 | (in gebed) de handen samenvoegen [vouwen] |
| gasukaisha-ガス会社 | gasbedrijf |
| geboku-下僕 | knecht; bediende |
| gejin-外陣 | buitenste hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
| genan-下男 | dienaar; bediende; knecht |
| genchihōjin-現地法人 | een lokale dochteronderneming van een buitenlands bedrijf |
| gendaka-現高 | het huidige bedrag |
| gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
| genin-下人 | iemand van lagere klasse [status; rang}; ondergeschikte; bediende; dienaar |
| genryō-減量 | vermindering van een hoeveelheid [een bedrag] |
| genryōkeiei-減量経営 | lean management; het verminderen van niet-noodzakelijke activiteiten in het bedrijfsproces |
| getsugaku-月額 | maandelijks bedrag |
| ginkō-銀行 | bank (geldbedrijf; gebouw) |
| ginkōin-銀行員 | bankbediende; bankemployé [bankemployee] |
| gōbengaisha-合弁会社 | joint venture; samenwerkingsverband (bedrijven, organisaties, etc.) |
| gomagi-護摩木 | (Boeddhisme) offerhoutje met gebed voor bescherming |
| gomakasu-ごまかす | bedriegen; vervalsen; misleiden; oplichten |
| goriyaku-御利益 | zegening; godsgave; antwoord op je gebeden |
| gyakuyō-逆用 | misbruik; verkeerd gebruiken; gebruik van iets op een andere manier [met een andere reden] dan de bedoeling is |
| gyarappuyoronchōsa-ギャラップ世論調査 | galuppoll (methode voor het peilen van de publieke opinie, bedacht door George Horace Gallup in 1935) |
| gyaruson-ギャルソン | ober; kelner; bediende; jongeman |
| gyō-業 | werk; bedrijf; zaken |
| gyōmuteikei-業務提携 | zakelijk partnerschap; zakelijke alliantie (overeenkomst tussen bedrijven) |
| gyōshu-業種 | industrietak; bedrijfstak |
| gyōshukankakusa-業種間格差 | verschil tussen bedrijfstakken (op bepaalde vlakken) |
| gyōtai-業態 | bedrijfsstatus; stand van zaken bij een bedrijf; zakelijke omstandigheden |
| gyōtai-業態 | bedrijfsstructuur |
| gyōyō-業容 | de aard [omvang en inhoud] van het bedrijf |
| gyо̄muyо̄-業務用 | zakelijk [bedrijfsmatig] gebruik |
| habakarisama-憚り様 | bedankt voor de moeite, maar ... |
| haberu-侍る | bedienen; serveren |
| hadō-覇道 | (in confucianisme) besturing van een natie via militaire macht en bedrog; regering met een alleenheerser aan het hoofd |
| haginomochi-萩の餅 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| haiden-拝殿 | een buitenste gebedshal [oratorium] van een shintō heiligdom (voor de hoofdschrijn) |
| haisen-配線 | bedrading |
| hanabatake-花畑 | bloementuin; bloembed; veld met bloemen |
| hanadai-花代 | geldbedrag voor bloemen |
| hando-ハンド | speelkaarten aan een speler toebedeeld |
| handoringu-ハンドリング | bediening; besturing; hantering; afhandeling |
| hangaku-半額 | het halve bedrag [tarief]; de halve prijs |
| hankagai-繁華街 | (drukke) winkelstraat; drukke [levendige] wijk (met winkels, restaurants, bedrijven, etc.) |
| hansoku-反側 | het woelen [zich steeds omdraaien] in bed |
| hansokusuru-反側する | in bed (liggen te) woelen; zich steeds omdraaien in bed |
| han'i-犯意 | criminele bedoeling; voorbedachte raad; mens rea (Lat.: een schuldige geest) |
| harazumori-腹積もり | plan; intentie; bedoeling |
| haritsumeru-張り詰める | volledig bedekken |
| hashitagane-端金 | kleingeld; wisselgeld; armzalig klein bedrag; schijntje |
| hassuru-ハッスル | bedrijvigheid; drukte |
| hataage-旗揚げ | een nieuwe groep [organisatie] opzetten [vormen]; een nieuw bedrijf starten |
| hausu-ハウス | firma; zaak; bedrijf |
| hausu・ōgan-ハウス・オーガン | huisorgaan; personeelsblad; bedrijfsorgaan |
| hayane-早寝 | het vroeg naar bed gaan |
| hayanesuru-早寝する | vroeg naar bed gaan |
| heddohantingu-ヘッドハンティング | headhunting, het werven van professionals voor bedrijven |
| heichara-平ちゃら | kalm; rustig; bedaard |
| heiden-幣殿 | offerhal tussen de gebedshal en het hoofdschrijn (van een shintō heiligdom) |
| heiga-平臥 | het ziek zijn; bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| heisha-弊社 | ons [dit] bedrijf |
| hengakuhoken-変額保険 | verzekering met variabele bedragen |
| henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje; retourgeschenk (in waardering voor een gunst of schenking van iemand) |
| henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje van de lokale belastingdienst aan een belastingbetaler |
| hi-被 | (in kanji combinaties) bedekken; verbergen; dragen; aantrekken |
| hību-ヒーブ | (home economist in business) iemand die werkzaam is op de consumentenafdeling van een bedrijf |
| hikedoki-引け時 | sluitingstijd (bedrijf, school, e.d.) |
| himaku-被膜 | membraan; vliesje; een laagje (dat iets bedekt) |
| hinkonsha-貧困者 | arme mensen; de armen; minderbedeelden; pauper(s) |
| hitokuchi-一口 | één bedrag [bijdrage] |
| hokengyōhō-保険業法 | Wet op het verzekeringsbedrijf |
| hōmatsu-泡沫 | (metafoor voor) iets onbeduidends [iets vluchtigs] |
| honkan-本館 | hoofdgebouw; eerste gebouw (bij oprichting van een bedrijf, organisatie, etc.) |
| honke-本家 | herkomst; oorsprong; grondlegger; bedenker |
| honne-本音 | oprechte [eerlijke] (persoonlijke) mening [bedoeling] |
| honsha-本社 | dit [hier genoemde] bedrijf [heiligdom] |
| honshi-本志 | oorspronkelijke [ware] bedoeling |
| honshi-本旨 | oorspronkelijke bedoeling; oorspronkelijk doel |
| honshin-本心 | ware [innerlijke] gevoelens; oprechte bedoeling [overtuiging] |
| hon'i-本意 | oorspronkelijke [ware] bedoeling [drijfveer] |
| horyū-保留 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| hōsai-報賽 | bezoek aan een tempel voor een (dank)gebed |
| hōshin-芳心 | (uw) goede bedoelingen; vriendelijkheid |
| hoshōkin-保証金 | (waar)borgsom; garantiebedrag; onderpand |
| hyotto-ひょっと | mogelijk; misschien; toevallig; onbedoeld; per ongeluk |
| iatsukan-威圧感 | bedreigende sfeer; gevoel van intimidatie |
| ichibai-一倍 | vermenigvuldigen met één; oorspronkelijke bedrag [hoeveelheid] |
| ichigo-一期 | sterven; dood; sterfbed |
| ichii-一意 | één idee [gedachte; bedoeling]; dezelfde gedachte; gelijke ideeën |
| ichijibarai-一時払い | volledige betaling in een keer; betaling van de lumpsum [het hele bedrag ineens] |
| ichijikin-一時金 | lumpsum; (hele) bedrag ineens; hele [ronde] som |
| ichiryūkigyō-一流企業 | toponderneming; eersteklas bedrijf |
| ichiyoku-一翼 | rol; positie (binnen een bedrijfsorganisatie e.d.) |
| ichizenmeshi-一膳飯 | een kom rijst die bij het bed van een overledene wordt gezet |
| ienoko-家の子 | (trouwe) huisbediende; dienaar; vazal |
| ikakusuru-威嚇する | bedreigen; intimideren; bang maken |
| ikasama-如何様 | fraude; bedrog; oplichting |
| ikeru-埋ける | een (houtskool)vuur met as bedekken om het te laten smeulen |
| ikigurushii-息苦しい | benauwd; verstikkend; bedompt |
| ikkatsubarai-一括払い | het alles in één keer betalen; het hele bedrag ineens betalen |
| ikō-意向 | intentie; voornemen; bedoeling; opzet; instelling |
| imēji・mēkā-イメージ・メーカー | iemand die het imago creëert voor een persoon, product of bedrijf |
| imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
| indasutoriaru・enjiniaringu-インダストリアル・エンジニアリング | technische bedrijfskunde |
| indasutoriaru・māketingu-インダストリアル・マーケティング | industriële marketing (marketing van technische en productiebedrijven) |
| indō-引導 | boeddhistisch dodengebed; woorden bij boeddhistisch begrafenis ritueel |
| inken-陰険 | bedrieglijkheid; sluwheid |
| inkyubētā-インキュベーター | bedrijf dat startende ondernemers helpt |
| inmarusatto-インマルサット | (International Mobile Satellite Organization) een Brits telecommunicatiebedrijf |
| inori-祈り | gebed; gebeden |
| intai-引退 | het uit bedrijf nemen [ontmantelen] (van grote voertuigen, m.n. schepen, treinen, e.d.) |
| inyō-遺尿 | het bedplassen; enuresis |
| inyōshō-遺尿症 | het bedplassen; enuresis |
| iriha-入端 | (Nō theater) een oude term die verwijst naar de tweede akte van een toneelstuk met twee bedrijven |
| ishi-意志 | wil; wens; voornemen; bedoeling |
| ishi-意思 | bedoeling; gedachte; mening; wens |
| ishu-意趣 | intentie; bedoeling |
| itabuki-板葺き | houten dakbedekking [dakspanen]; dak met houten betimmering |
| itadakimasu-頂きます | bedankt voor dit lekkere eten [deze maaltijd] |
| ito-意図 | bedoeling; voornemen; intentie |
| itsuwaru-偽る | liegen; bedriegen; doen alsof; veinzen; vervalsen |
| janen-邪念 | slechte bedoeling(en) [gedachten]; kwade geest |
| jichō-自重 | het goed voor zichzelf zorgen; behoedzaamheid; bedachtzaamheid; voorzichtigheid |
| jidō-自動 | automatische [mechanische] bediening |
| jidōseigyo-自動制御 | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| jiei-自営 | zelfstandig een bedrijf runnen; eigen baas zijn |
| jigyō-事業 | onderneming; bedrijf; zaak; (tak van) industrie |
| jigyōjōto-事業譲渡 | bedrijfsoverdracht |
| jigyōkeikaku-事業計画 | bedrijfsplan; ondernemingsplan |
| jigyōkeikakusho-事業計画書 | bedrijfsplan; ondernemingsplan (op schrift) |
| jigyōsai-事業債 | bedrijfsobligaties voor een specifiek project (uitgegeven door algemene ondernemingen die geen financiële instellingen zijn) |
| jiito-地糸 | draad die niet fabrieksmatig wordt gesponnen (traditioneel vaak gedaan als nevenactiviteit in o.a. het boerenbedrijf) |
| jijii-爺 | een oude man; oude bediende |
| jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
| jikyūhiryō-自給肥料 | mest van eigen bedrijf |
| jisei-辞世 | doodsgedicht; gedicht gecomponeerd op het sterfbed |
| jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
| jōmoku-条目 | artikel; clausule; bepaling; beding |
| jūboku-従僕 | dienaar; bediende; lakei |
| juhyō-樹氷 | een boom bedekt met rijp [rijm] |
| junia・bōdo・shisutemu-ジュニア・ボード・システム | Junior Raad van Bestuur systeem, waarbij jonge medewerkers binnen het bedrijf oplossingen mogen bedenken voor verschillende managementvraagstukken |
| junrei-巡礼 | bedevaart; pelgrimage |
| junreisha-巡礼者 | pelgrim; bedevaartganger |
| jūsotsu-従卒 | ordonnans; bediende van een officier |
| jūtai-重態 | kritieke [levensbedreigende] toestand (letsel, ziekte, e.d.) |
| kaboku-家僕 | dienaar; bediende; knecht |
| kaburu-被る | over zich heen krijgen; bedekt worden (met water; stof, etc.); onder water komen; baden |
| kabushikigaisha-株式会社 | beursgenoteerd bedrijf; naamloze vennootschap |
| kadan-花壇 | bloemperk; bloembed |
| kagakutekikanrihō-科学的管理法 | systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering |
| kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
| kagiya-鍵屋 | (Edo periode) bedrijfsnaam van een vuurwerkmaker |
| kagyō-家業 | familiebedrijf; familiezaak |
| kagyō-稼業 | beroep; (loop)baan; bedrijf |
| kaichō-会長 | voorzitter van de raad van bestuur (van een bedrijf) |
| kaigobijinesu-介護ビジネス | verpleegkundig bedrijf; zorgdienst |
| kaigyō-開業 | het openen [opstarten] van een bedrijf [(medische) praktijk] |
| kaisha-会社 | bedrijf; firma; zaak; onderneming |
| kaishadantai-会社団体 | bedrijfsorganisatie; bedrijfsvereniging |
| kaishakōseihō-会社更生法 | Wet op de Bedrijfsreorganisatie (om bedrijven die op de rand van een faillissement staan te helpen reorganiseren) |
| kaji-加持 | (Boeddhistische) incantatie; bezwering; gebed; gebedsgenezing |
| kajikitō-加持祈祷 | (Boeddhistische) incantaties [spreuken; gebeden] |
| kakaru-掛かる | omwikkelen; inpakken; bedekken |
| kakebuton-掛け布団 | (bedden)sprei |
| kakusha-各社 | elk bedrijf |
| kakusha-各社 | alle bedrijven |
| kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
| kanashimi-悲しみ | verdriet; bedroefdheid; smart; leed |
| kanashimu-悲しむ | verdrietig [bedroefd] zijn; rouwen |
| kanbu-幹部 | leidinggevenden (binnen een bedrijf); directie; staf; kader |
| kanbutsu-奸物 | een sluwe persoon; iemand met slechte bedoelingen |
| kanbyō-看病 | gebed (door een boeddhistische priester e.d.) voor genezing van een kwaal |
| kanchi-奸知 | sluwheid; listigheid; bedrog |
| kanetataki-鉦叩き | een bedelende monnik (die rondgaat en daarbij op een bel slaat) |
| kangaedasu-考え出す | uitvinden; bedenken |
| kangaetsuku-考えつく | bedenken; uitdenken; verzinnen |
| kangaetsuku-考え付く | bedenken; verzinnen; te binnen schieten; (ergens) opkomen |
| kangyō-官業 | staatsbedrijf; overheidsbedrijf |
| kanja-冠者 | jonge bediende |
| kanjin-勧進 | het bedelen (als monnik) |
| kanningu-カンニング | bedrog [spieken] bij een examen |
| kanpanī-カンパニー | bedrijf; onderneming; firma |
| kanrengaisha-関連会社 | een geaffilieerd bedrijf; dochterbedrijf; zustermaatschappij |
| kansayaku-監査役 | registeraccountant; bedrijfsrevisor |
| kansei-官製 | door de overheid [overheidsbedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
| kanshajō-感謝状 | bedankbrief |
| kanshasuru-感謝する | bedanken; waarderen; dankbaar zijn |
| kāpetto-カーペット | tapijt; vloerbedekking; (vloer)kleed |
| karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
| karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
| karameru-絡める | wikkelen in [om]; bedekken met; glaceren |
| karanenbutsu-空念仏 | (alleen voor de vorm) een boeddhistisch gebed opzeggen zonder oprecht gevoel |
| karausu-唐臼 | stenen mortel (om graan, rijst, e.d. te malen) die met de voeten wordt bediend |
| karukaya-刈萱 | algemene term voor rieten en grassen die geschikt zijn voor dakbedekking |
| karuteru-カルテル | (bedrijven) kartel |
| kasan-加算 | toevoeging van een vastgesteld bedrag aan een ander bedrag |
| kasen-寡占 | oligopolie (monopolievorm op de markt van slechts enkele bedrijven) |
| kasen-架線 | bovengrondse bedrading; (elektrische) bovenleiding; stroomleiding |
| kasenshiki-河川敷 | (droge) rivierbedding; rivierbed |
| kashidashikinsendaka-貸し出し金銭高 | het volledige bedrag uitgeleend aan een individu of instantie door een bank |
| kashitsuchishi-過失致死 | doodslag; moord zonder voorbedachten rade; dood door schuld |
| kashitsuchishizai-過失致死罪 | doodslag; moord zonder voorbedachten rade; dood door schuld |
| kashizuku-傅く | dienen; bedienen |
| kashoku-家職 | een beroep dat (van generatie op generatie) is doorgegeven in de familie; familiebedrijf |
| kasumeru-掠める | misleiden; bedriegen; om de tuin leiden; (iets) stiekem doen |
| kataru-騙る | misleiden; bedriegen |
| katatataki-肩叩き | in een bedrijf iemand met een schouderklopje aansporen om vervroegd met pensioen te gaan [ ontslag te nemen] |
| kāten・rekuchā-カーテン・レクチャー | bedsermoen; gordijnpreek (terechtwijzing van een vrouw aan haar man in de slaapkamer) |
| katsudō-活動 | activiteit; actie; beweging; inspanning; bedrijvigheid |
| katsuyaku-活躍 | activiteit; bedrijvigheid |
| kawadoko-川床 | rivierbedding |
| kawara-河原 | een droge rivierbedding |
| kaya-茅 | riet; schildgras; Miscanthusgras (zoals gebruikt voor dakbedekking) |
| kayoi-通い | het bedienen [serveren; brengen] van eten (door kelners, e.d.) |
| keibi-軽微 | geringe mate; onbeduidendheid |
| keieiakka-経営悪化 | verslechtering van de bedrijfsvoering |
| keieibunseki-経営分析 | bedrijfsanalyse |
| keieisha-経営者 | manager; bedrijfsleider; eigenaar |
| keieisuru-経営する | beheren; besturen; (een bedrijf) runnen; exploiteren |
| keijō-計上 | het opnemen van alle kosten [bedragen] in een totale berekening |
| keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
| keikijunkan-景気循環 | bedrijfscyclus; conjunctuurcyclus |
| keikishihyō-景気指標 | bedrijfsindicatoren |
| keiretsugaisha-系列会社 | gelieerd bedrijf; moeder-, dochter-, of zustermaatschappij |
| keiretsuyūshi-系列融資 | financiering van [lening aan] een aanverwant bedrijf |
| keisanzuku-計算尽く | berekenend; met voorbedachten rade; overwogen |
| keiyakusaki-契約先 | bedrijf of persoon die een contract met een zakelijke partner heeft |
| keizaikatsudō-経済活動 | economische bedrijvigheid [activiteit] |
| kenmen-券面 | de voorzijde van een obligatie, certificaat, e.d. (waar het geldbedrag op staat) |
| kerai-家来 | dienaar; bediende; vazal |
| ketsui-決意 | besluit; (vast) voornemen; bedoeling; vastberadenheid |
| kibansofuto-基盤ソフト | infrastructurele software (bedrijfssoftware specifiek ontworpen voor het uitvoeren van basistaken, zoals interne diensten en processen) |
| kigan-祈願 | gebed; het bidden |
| kigyō-企業 | onderneming; bedrijf; zaak; firma; maatschappij; coöperatie; ondernemerschap |
| kigyō-起業 | de start [oprichting] van een (nieuw) bedrijf |
| kigyōbunka-企業文化 | bedrijfscultuur |
| kigyōfūdo-企業風土 | bedrijfscultuur |
| kigyōhimitsu-企業秘密 | bedrijfsgeheim; handelsgeheim; fabrieksgeheim |
| kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
| kigyōmei-企業名 | bedrijfsnaam |
| kigyōnaibengoshi-企業内弁護士 | bedrijfsjurist |
| kigyōnenkin-企業年金 | bedrijfspensioen |
| kigyōrengō-企業連合 | bedrijvenkartel |
| kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
| kiken-危険 | gevaar; risico; bedreiging |
| kikkake-切っ掛け | actie of signaalwoord om het volgende bedrijf in een theaterstuk (kabuki) aan te geven |
| kinbyōbu-金屏風 | een kamerscherm bedekt met bladgoud |
| kindaka-金高 | geldbedrag |
| kingaku-金額 | geldbedrag |
| kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
| kinmu-勤務 | het werken voor een bedrijf (of organisatie); dienstverlening |
| kin'in-金員 | (hoeveelheid) geld; geldbedrag |
| kisha-貴社 | uw bedrijf |
| kishagurabu-記者グラブ | Japanse pers-club; groep verslaggevers van specifieke nieuwsorganisaties (met bronnen bij de overheid en bedrijven) |
| kishō-起床 | het opstaan; het bed verlaten |
| kitō-祈祷 | gebed |
| kizukai-気遣い | zorg; bedachtzaamheid; attentheid; voorkomendheid |
| koakinai-小商い | kleine onderneming; kleinschalig bedrijf [project] |
| kōgaku-高額 | een grote som geld; een groot bedrag |
| kogane-小金 | een klein fortuin; redelijke som geld; aardig bedrag |
| koi-故意 | bedoeling; voornemen |
| koi-故意 | beraming; criminele bedoeling; kwade opzet |
| kōin-行員 | bankbediende; bankemployé [bankemployee] |
| kojiki-乞食 | bedelaar |
| kojinshōten-個人商店 | eenmanszaak; eenmansbedrijf |
| kokorogamae-心構え | bedoeling; intentie |
| kokorogumi-心組み | bedoeling; intentie |
| kokoroire-心入れ | bedachtzaamheid; behoedzaamheid; bezorgdheid |
| kokueikigyō-国営企業 | overheidsbedrijf; staatsbedrijf; nationaal bedrijf |
| kokuyūkigyō-国有企業 | staatsbedrijf; overheidsbedrijf |
| komakai-細かい | onbelangrijk; onbeduidend |
| komayaka-細やか | zacht [mild; gevoelig; bedachtzaam] zijn |
| komazukai-小間使い | dienstmaagd; dienstmeid; dienstmeisje; vrouwelijke bediende |
| komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
| konareru-熟れる | ervaren [vakkundig; bedreven] worden |
| konbō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
| kongan-懇願 | smeekbede; het smeken |
| konmō-懇望 | smeekbede; dringend verzoek |
| konsōru-コンソール | bedieningspaneel; schakelbord; console |
| konsōshiamu-コンソーシアム | consortium; vereniging van bedrijven [ondernemingen] |
| kōporēshon-コーポレーション | coöperatie; bedrijf; onderneming |
| kōporēto・aidentitī-コーポレート・アイデンティティー | bedrijfsidentiteit |
| koraeru-堪える | (emoties, e.d.) onderdrukken; bedwingen; onder controle houden |
| kotsujiki-乞食 | bedelaar; het bedelen |
| kōtsūkōsha-交通公社 | nutsbedrijf voor openbaar vervoer |
| kōyahijiri-高野聖 | bedelmonnik |
| kōyōsha-公用車 | dienstauto; bedrijfsauto |
| kozō-小僧 | jonge winkelbediende |
| kudaranai-下らない | waardeloos; onbeduidend |
| kufūsuru-工夫する | iets uitvinden; een plan [middel] bedenken voor; op een goed idee komen |
| kuīnsaizu-クイーンサイズ | een standaard maat voor bedden en kleding (tussen kingsize en normaal in) |
| kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
| kumitatekōjō-組立工場 | montagefabriek; assemblagefabriek; montagebedrijf |
| kurasutā-クラスター | groep (personen, bedrijven, etc.) |
| kūringu・ofu-クーリング・オフ | bedenktijd (voor contract, aankoop, etc.) |
| kuronezumi-黒鼠 | een onbetrouwbare werknemer [bediende] |
| kurumaru-包まる | bedekt zijn met; gewikkeld zijn in (b.v. een deken) |
| kusabuki-草葺き | dakriet; rieten dakbedekking |
| kusare-腐れ | rottend; verrot; vergaan; bedorven |
| kusareru-腐れる | bederven; slecht worden; rotten; verrotten; vergaan |
| kusaru-腐る | bederven; slecht worden; rotten; verrotten; vergaan |
| kusatta-腐った | bedorven; verrot; vergaan |
| kusuburu-燻る | roetig zijn; met roet bedekt zijn |
| kuyō-供養 | boeddhistische dienst voor een overledene (met offers en gebeden; Sanskriet pūjanā) |
| kuzukiri-葛切り | een traditionele Japanse zoete lekkernij (gemaakt van het zetmeel uit de wortels van de kudzu plant, geserveerd in repen, bedekt met suikerstroop) |
| kyogaku-巨額 | een groot bedrag; een enorme som geld |
| kyōgyō-協業 | coöperatieve bedrijven |
| kyōgyōhishi-競業避止 | non-concurrentie (beding; clausule; plicht, etc.) |
| kyōhaku-脅迫 | intimidatie; bedreiging; dreigement |
| kyokuji-曲事 | bedrog; fraude; incorrect gedrag |
| kyoman-巨万 | enorm groot bedrag; immens fortuin [vermogen] |
| kyōzamashi-興醒まし | een domper; stemmingsbederver; koude douche |
| kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
| kyūso-泣訴 | smeekbede; het smeken (met tranen in de ogen) |
| maikurosofuto-マイクロソフト | Microsoft (naam Amerikaans computerbedrijf) |
| mainā-マイナー | klein; onbelangrijk; onbeduidend |
| maisu-売僧 | een bedrieger |
| makuramoto-枕元 | aan de rand [bij het hoofdeinde] van het bed |
| mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
| manchaku-瞞着 | fraude; bedrog; zwendel; oplichterij |
| manējā-マネージャー | manager; bedrijfsleider |
| manejimento-マネジメント | management; bedrijfsvoering; beheer |
| manējimento-マネージメント | management; bedrijfsvoering; beheer |
| mangaku-満額 | het volle bedrag; de volledige hoeveelheid |
| manyuaru-マニュアル | met handmatige bediening |
| matsugo-末期 | doodsbed; doodsuur; levenseinde |
| mayakashi-まやかし | misleiding; bedrog; fraude; vervalsing |
| meate-目当て | doel; bedoeling |
| medo-目処 | doel; bedoeling; oogmerk |
| mein・banku-メイン・バンク | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
| mekka-メッカ | Mekka (Arabische bedevaartsplaats) |
| mēn・banku-メーン・バンク | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
| merushī-メルシー | bedankt; dank je [u] (wel) |
| meshitsukai-召し使い | bediende; dienaar; dienares |
| midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
| mimikakushi-耳隠し | haarstijl [haarcoupe] die de oren bedekt |
| miseban-店番 | winkelier; winkelbediende |
| misebiraki-店開き | het openen van een nieuwe winkel [zaak; bedrijf] |
| misejimai-店仕舞い | het voorgoed sluiten van [stoppen met] een winkel [zaak; bedrijf] |
| mitamashiro-御霊代 | iets dat wordt aanbeden als symbool voor de geest van een overledene |
| mizugare-水涸れ | het opdrogen van rivierbeddingen, vijvers, etc. door de zon |
| mōde-詣で | bedevaart; pelgrimage; pelgrimstocht |
| mōderu-詣でる | een pelgrimstocht maken; op bedevaart [pelgrimage] gaan |
| mokuteki-目的 | bedoeling; doel; streven; oogmerk; intentie |
| mokutō-黙祷 | stil gebed |
| monogoi-物乞い | gebedel; bedelaar |
| monogoisuru-物乞いする | bedelen |
| monomorai-物貰い | bedelaar |
| monooji-物怖じ | verlegenheid; bedeesdheid |
| monoojisuru-物怖じする | verlegen [bedeesd] zijn |
| monukenokara-蛻の殻 | verlaten (huis, bed, e.d.); totale leegte |
| mon'ei-門衛 | bewaker; poortwachter; portier (van overheidsgebouwen, bedrijven, scholen, etc.) |
| mōshiwake-申し訳 | onbeduidend; klein; bescheiden; niet noemenswaard |
| mugura-葎 | bodembedekker(s); kruipplant(en); woekerende plant(en) |
| muke-向け | gericht op; bedoeld voor |
| mukyū-無休 | (van winkels, bedrijven, etc) het hele jaar geopend zijn (geen sluitingsdagen) |
| mune-旨 | betekenis; strekking; bedoeling; instructie; bevel |
| mushiba-虫歯 | cariës; tandbederf; gaatje |
| mushin-無心 | onschuld; zonder kwade bedoelingen |
| mutanposhasai-無担保社債 | ongedekte (bedrijfs)obligatie |
| naedoko-苗床 | (planten) perk; zaaibed |
| naijin-内陣 | binnenste [heiligste] hal [gebedsplaats] van een tempel [schrijn; heiligdom] |
| naijo-内助 | hulp of ondersteuning van binnenuit (via een eigen organisatie of bedrijf; vaak ook van de echtgenote die thuis meewerkt) |
| naisaikin-内済金 | schikkingsbedrag; zwijggeld |
| naisen-内線 | binnenlijn; binnenbedrading (elektra of elektronica) |
| naishin-内心 | innerlijke gedachten; ware bedoeling; hart en ziel; diep vanbinnen |
| naitokyappu-ナイトキャップ | slaapmutsje; drankje voor het naar bed gaan |
| nakai-仲居 | [将軍・大名などの奥向きに仕える女性; また、その詰めている部屋; おすえ; (仲居)] de vrouwelijke bediende van de vrouw [familie] van een shōgun of daimyō |
| namaji-なまじ | onnadenkendheid; roekeloosheid; onbedachtzaamheid |
| namimakura-波枕 | het geluid van de golven bij nacht (als je in bed ligt) |
| nandemonai-何でもない | niets (ernstigs); onbeduidend |
| nanka-何か | (negatief bedoeld) dit soort; zulke |
| nankinmushi-南京虫 | bedwants (Cimex lectularius) |
| naru-為る | bedragen; (een aantal) bereiken |
| natsugake-夏掛け | dunne dekbedden die in de zomer gebruikt worden |
| nedoko-寝床 | bed |
| negaigoto-願い事 | een gebed |
| negirau-労う | dankbaarheid [waardering] tonen; iemand bedanken |
| neishin-佞臣 | een verraderlijke hoveling [vazal]; verrader; bedrieger |
| nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
| nekasu-寝かす | (iem.) neerleggen; in bed stoppen; laten slapen |
| nekonekobanten-ねんねこ半纏 | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| nenbutsu-念仏 | invocatie [gebed; recitatie] voor Amida Boeddha (door het reciteren van zijn naam) |
| nenbutsuzanmai-念仏三昧 | toewijding aan [het ijverig uitoefenen van] nenbutsu (invocatie, gebed voor Boeddha) |
| nengaku-年額 | jaarlijks bedrag |
| nenneko-ねんねこ | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| neru-寝る | naar bed gaan; gaan slapen [rusten] |
| neru-寝る | ziek in bed liggen; op het ziekbed liggen |
| neru-寝る | slapen met; het bed delen met |
| neseru-寝せる | naar bed brengen; naar bed sturen |
| neshina-寝しな | (de tijd) net voor het naar bed gaan [voor het slapen gaan] |
| neshōben-寝小便 | het bedplassen |
| neshōgatsu-寝正月 | de nieuwjaarsvakantie [de vrije dagen rond nieuwjaar] in bed doorbrengen |
| netabako-寝煙草 | het roken in bed; een sigaret die in bed wordt gerookt |
| netabare-ネタバレ | spoiler; bederver; informatie die (een deel van) de plot van een film of boek verklapt |
| netakiri-寝たきり | bedlegerig zijn; aan bed gekluisterd zijn |
| netsuku-寝つく | ziek in bed liggen |
| netsuku-寝付く | in slaap vallen; naar bed gaan |
| netsuzō-捏造 | verzinsel; onwaarheid; bedenksel; bedrog; vervalsing |
| nidanbeddo-二段ベッド | stapelbed |
| nimaijita-二枚舌 | oplichterij; oneerlijkheid; bedrog; onbetrouwbaarheid |
| ninoashi-二の足 | aarzeling; heroverweging; bedenking |
| nōdōtai-能動態 | (grammatica) bedrijvende [actieve] vorm (van een werkwoord) |
| nōgyō-農業 | boerenbedrijf; landbouw; veeteelt; bosbouw |
| nōjō-農場 | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf |
| noru-乗る | misleid [bedrogen] worden |
| nuhi-奴婢 | (mannelijke of vrouwelijke) huisbediende (van de laagste rang) |
| nuritsubusu-塗り潰す | overschilderen; (ergens) overheen schilderen; volledig met verf bedekken |
| nusumu-盗む | in het geheim iets doen; in het geheim trouwen; iem. bedriegen |
| nyūdan-入団 | toetreding tot een groep [team; organisatie; bedrijf] |
| ochitsuku-落ち着く | bedaren; tot rust komen; stabiliseren |
| odosu-脅す | dreigen; bedreigen; bang maken |
| ofisu・gāru-オフィス・ガール | kantooremployee; vrouwelijke werknemer [kantoorbediende] |
| ohagi-お萩 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
| ohyakudo-お百度 | honderdvoudig gebed (honderd keer heen en weer lopen naar een schrijn en telkens een gebed doen) |
| oiesōdō-お家騒動 | machtsstrijd (binnen een bedrijf of organisatie) |
| okawari-お代わり | een tweede [volgende] portie [kopje] (rijst, thee, koffie, etc.); repasse van gerechten; tweede keer bedienen |
| oki-起き | het opstaan; ontwaken; uit bed komen |
| okifushi-起き伏し | het gaan liggen [naar bed gaan] en (weer) opstaan |
| okinuke-起き抜け | direct bij het opstaan [wakker worden; uit bed gaan] |
| okkabuseru-押っ被せる | (iets) bedekken; toedekken; op elkaar leggen |
| omachidoosama-お待ち遠様 | het spijt me dat ik u heb laten wachten; sorry [bedankt] voor het wachten |
| omoitatsu-思い立つ | bedenken; van plan zijn; besluiten; beslissen; een besluit [beslissing] nemen |
| omoteura-表裏 | hypocriet; oneerlijk; bedrieglijk |
| omowaku-思惑 | bedoeling; intentie; motivatie; doel |
| omowazu-思わず | onbewust; onbedoeld; onwillekeurig; spontaan |
| onesho-おねしょ | (kindertaal) het bedplassen |
| onnashū-女衆 | vrouwelijke bediende |
| oote-大手 | groot [belangrijk; invloedrijk] bedrijf |
| operēshonzu・risāchi-オペレーションズ・リサーチ | operationeel onderzoek; toegepaste bedrijfsresearch |
| operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
| operētā-オペレーター | organisator; bedrijfsleider |
| ōpun・shoppu-オープン・ショップ | een bedrijf [kantoor] waar de werknemers niet verplicht zijn lid te worden van de vakbond |
| oreimairi-御礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
| osamaru-収まる | kalmeren; bedaren; kalm [vredig; beter] worden |
| ōtomachikku・kontorōru-オートマチック・コントロール | automatische bediening [besturing] |
| otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
| oyasumi-お休み | (beleefd) slapen; gaan slapen; naar bed gaan |
| ozuozu-怖ず怖ず | verlegen; bedeesd; angstig; aarzelend |
| paburikku・kōporēshon-パブリック・コーポレーション | openbaar bedrijf; publieke instantie; overheidsbedrijf |
| pedanto-ペダント | pedant; bedweter; waanwijze |
| pēpā・kanpanī-ペーパー・カンパニー | papieren onderneming (een bedrijf dat is geregistreerd maar geen daadwerkelijke zakelijke activiteiten heeft); brievenbusfirma |
| petenshi-ペテン師 | (Chin.: bēngzi) zwendelaar; oplichter; bedrieger |
| pororito-ぽろりと | per ongeluk [onbedoeld] (iets onthullen, laten vallen, b.v. een geheim) |
| potchi-ぽっち | klein beetje; slechts; schamel; onbeduidend |
| puraisu・rīdāshippu-プライス・リーダーシップ | prijsleiderschap (systeem waarin marktprijzen worden bepaald door toonaangevende, machtige bedrijven) |
| rakuchū-洛中 | in de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
| rakugai-洛外 | buiten de hoofdstad (meestal wordt hiermee Kyoto bedoeld) |
| ranningu・kosuto-ランニング・コスト | algemene, lopende (bedrijfs)kosten (kosten voor onderhoud, beheer en exploitatie) |
| reijō-礼状 | bedankbrief(je) |
| reimairi-礼参り | tempelbezoek om een godheid of Boeddha te bedanken voor de vervulling van een wens |
| reimawari-礼回り | een bedank-bezoek; het bij iemand langsgaan om te bedanken |
| reisaikigyō-零細企業 | zeer klein bedrijf |
| reisei-冷静 | kalmte; rust; bedaardheid; evenwichtigheid |
| rimawari-利回り | rendement (op een bestaand investeringsbedrag) |
| rimokon-リモコン | afstandsbediening |
| rimōto・kontorōru-リモート・コントロール | afstandsbediening |
| rinen-リネン | linnengoed; bedlinnen; beddengoed |
| ringi-稟議 | besluitvorming via circulerende memo's binnen een bedrijf (i.p.v. vergaderen) |
| rinin-離任 | overplaatsing naar een andere werkplek [afdeling, bijkantoor] (binnen een bedrijf of instelling) |
| rīsugyō-リース業 | verhuurservice; verhuurbedrijf; leasemaatschappijen |
| risutora-リストラ | reorganisatie; herstructurering van een bedrijf; inkrimping van het personeel |
| risutorakucharingu-リストラクチャリング | reorganisatie; herstructurering van een bedrijf; inkrimping van het personeel |
| rōboku-老僕 | een oude bediende [knecht] |
| rōkyūka-老朽化 | verval; bederf; het verslijten; veroudering; (het) verouderen (van producten, e.d.) |
| rōkyūkasuru-老朽化する | verslijten; bederven; in onbruik raken |
| ryōken-了見 | idee; intentie; bedoeling |
| ryūho-留保 | reserve; voorbehoud; bedenking |
| sābanto-サーバント | bediende; dienaar; dienares |
| sābisugyō-サービス業 | dienstverlenende sector [bedrijven] |
| sābisu・sutēshon-サービス・ステーション | tankstation met autoreparatie bedrijf |
| sagi-詐欺 | fraude; bedrog; oplichting; zwendel |
| sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
| sahanji-茶飯事 | gewone [alledaagse; onbelangrijke; onbeduidende] dingen [zaken; gebeurtenis] |
| saiji-細事 | kleinigheid; bagatel; onbeduidendheid; triviale kwestie |
| saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
| sajutsu-詐術 | zwendel; bedrog; valsheid in geschrifte |
| sakui-作為 | het begaan [bedrijven] (van een misdaad); doen; uitvoeren |
| sangyō-産業 | industrie; bedrijfstak |
| sangyōhaikibutsu-産業廃棄物 | industrieel afval; bedrijfsafval; industriële afvalstoffen |
| sankakigyō-傘下企業 | bedrijven binnen een overkoepelend verband |
| sankei-参詣 | bedevaart; pelgrimage; pelgrimstocht |
| sankeisha-参詣者 | bezoeker (pelgrim, bedevaartganger, gelovige, etc.) van een tempel [heiligdom] |
| sankeisuru-参詣する | een pelgrimstocht maken; op bedevaart [pelgrimage] gaan |
| sankyū-サンキュー | bedankt; dank u; dank je (wel) |
| sanminshugi-三民主義 | (Chinese politieke filosofie bedacht door Sun Yat-sen) san-min-doctrine, de drie principes van het volk |
| sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
| sansuke-三助 | mannelijke bediende in een badhuis |
| san'yaku-三役 | de drie belangrijkste [hooggeplaatste] functionarissen (in bedrijven, organisaties of politieke partijen) |
| san'yaku-三役 | (bij een theeceremonie) drie personen: de gastheer, de hoofdgast en de bediende |
| sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
| sasai-些細 | triviaal [onbeduidend; onbelangrijk] zijn |
| sashu-詐取 | toe-eigening (van geld, goederen, e.d.) door bedrog [zwendel; fraude] |
| satsui-殺意 | opzet te doden; met voorbedachten rade tot moord |
| sayadō-鞘堂 | een hal die is gebouwd om de buitenkant van een ander gebouw volledig te bedekken (ter bescherming) |
| sedaikōtai-世代交代 | generatiewisseling; verjonging (b.v. van personeel in een bedrijf) |
| segamu-せがむ | smeken; bedelen |
| segyō-施行 | (boeddh.) liefdadigheid; het geven van aalmoezen aan (bedel)monniken |
| seichijunrei-聖地巡礼 | bedevaart naar een heilige plaats [het heilige Land] |
| seichōsangyō-成長産業 | industrietak in een groeisector; expansieve bedrijfstak |
| seigyo-制御 | bediening; besturing |
| seisan-清算 | liquidatie (van een bedrijf); opheffing |
| seisangaku-精算額 | aangepast [verrekend] bedrag |
| seisanki-精算機 | automaat waarmee je het te weinig of teveel betaalde bedrag van je treinkaartje kunt verrekenen |
| seisankōgaku-生産工学 | vormgevingstechniek; industriële techniek; technische bedrijfskunde |
| seisen-生鮮 | (van voedsel) vers [bederfelijk; beperkt houdbaar] zijn |
| seisenshokuhin-生鮮食品 | beperkt houdbaar voedsel; bederfelijke [snel bedervende] etenswaren |
| seishi-制止 | controle; bedwang; beheersing; zeggenschap |
| seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
| seiskaisha-清算会社 | bedrijf dat geliquideerd wordt |
| seiyakugaisha-製薬会社 | farmaceutisch bedrijf |
| serufu-セルフ | zelfbediening |
| serufusābisu-セルフサービス | zelfbediening; selfservice; een zelfbedieningswinkel |
| serufu・kontorōru-セルフ・コントロール | automatische bediening [besturing] (van een machine of apparaat) |
| shachō-社長 | directeur (van een bedrijf) |
| shafū-社風 | bedrijfscultuur |
| shagōhyō-社号標 | pilaar [aanduiding] met de naam van een bedrijfsorganisatie |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shainshokudō-社員食堂 | bedrijfskantine; bedrijfsrestaurant |
| shakujō-錫杖 | boeddhistische gebedszang met de staf als begeleiding |
| shamei-社名 | de naam van een bedrijf [organisatie, vereniging, heiligdom, e.a.) |
| shanai-社内 | intern; binnen het bedrijf |
| shasai-社債 | bedrijfsobligatie |
| shasairimawari-社債利回り | rendement van een bedrijfsobligaties |
| shasairyūtsūshijō-社債流通市場 | distributiemarkt voor bedrijfsobligaties |
| shashō-社章 | badge [insigne; speld(je)] met het logo van een bedrijf |
| shasuru-謝する | bedanken; dankbaarheid tonen |
| shataku-社宅 | bedrijfswoning; huis dat eigendom is van het bedrijf waar men werkt |
| shayōsha-社用車 | bedrijfsauto; bedrijfswagen; auto van de zaak |
| shayūsha-社有車 | bedrijfsauto; bedrijfswagen; auto van de zaak |
| shieshie-シエシエ | bedankt; dank u [je] wel |
| shikifu-敷布 | (bedden)laken |
| shikimono-敷物 | vloerbedekking; tapijt |
| shikinryō-資金量 | totaalbedrag van fondsen |
| shikkōyaku-執行役 | uitvoerend functionaris [bestuurder; manager] (belast met de bedrijfsvoering) |
| shikō-志向 | intentie; bedoeling; doel; oriëntatie |
| shikumu-仕組む | bedenken; plannen; beramen |
| shimobe-僕 | dienaar; bediende; knecht |
| shinbunsha-新聞社 | uitgeversbedrijf van dagbladen; krantenbureau |
| shingan-心願 | smeekbede; gebed; oprechte wens; vurig verlangen |
| shingu-寝具 | beddengoed |
| shinguru・beddo-シングル・ベッド | eenpersoonsbed |
| shinjikēto-シンジケート | syndicaat; coalitie van bedrijven; belangenvereniging |
| shinjū-心中 | (figuurlijk) je verplicht voelen je lot te verbinden aan een ander (of aan het bedrijf of de organisatie waar je werkt) |
| shinpangaisha-信販会社 | kredietbedrijf; kredietmaatschappij |
| shinshasuru-深謝する | hartelijk bedanken; hartelijke dank betuigen |
| shintai-神体 | heilig voorwerp (dat wordt aanbeden) in een Shinto tempel |
| shin'i-真意 | intentie; werkelijke bedoeling; motief |
| shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
| shirazushirazu-知らず知らず | onbewust; onbedoeld; ongewild |
| shirikon・barē-シリコン・バレー | Silicon Valley (in California, regio zijn veel technologiebedrijven) |
| shironezumi-白鼠 | trouwe [betrouwbare] werknemer [bediende] |
| shisaku-思索 | overpeinzing; bedenking; bezinning |
| shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
| shisutemu・hausu-システム・ハウス | een bedrijf dat op maat gemaakte software en kant-en-klare systemen voor klanten ontwikkelt en verkoopt |
| shitagokoro-下心 | geheim verlangen [motief]; verborgen intentie; bijbedoeling |
| shitakusa-下草 | bodembedekker (planten) |
| shitaukegaisha-下請け会社 | onderaannemer; onderaannemersbedrijf |
| shītsu-シーツ | laken; beddenlaken |
| shitsuji-執事 | (hist.) hofmeester; bediende; dienaar |
| shiun-紫雲 | (in Boeddhisme) de wolk waarop de boeddha Amida gelovigen op hun sterfbed tegemoet treedt |
| shiyō-枝葉 | bijzaken; onbelangrijke [onbeduidende] dingen |
| shiyōmassetsu-枝葉末節 | onbeduidende details; bijkomstigheden |
| shiyōnin-使用人 | employé; werknemer; bediende |
| shiyui-思惟 | (boeddh.) wijsheid verkrijgen door diepe gedachten [bedachtzaamheid] |
| shī・ai-シー・アイ | bedrijfsidentiteit; huisstijl (Corporate Identity) |
| shōbai-商売 | beroep; vak; zaken; bedrijf; handel |
| shōden-昇殿 | (met toestemming) de gebedshal van een heiligdom betreden |
| shōgaku-小額 | een klein bedrag; een geringe som geld |
| shōgyōfudōsan-商業不動産 | commercieel vastgoed; bedrijf onroerend goed (BOG) |
| shoichinen-初一念 | oorspronkelijke bedoeling [wens] |
| shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
| shōkeigaku-小計額 | subtotaal (bedrag) |
| shōkendaikō-証券代行 | effectenbureau (doet administratief werk voor het bedrijf dat de aandelen heeft uitgegeven) |
| shōkigyō-小企業 | kleine bedrijven |
| shokumuhyōka-職務評価 | waardebepaling van de functies binnen een bedrijf |
| shōryaku-商略 | bedrijfsbeleid; zakelijke strategie |
| shōsha-小社 | een klein bedrijf; kleine firma |
| shōsha-小社 | ons bedrijf; wij (bescheiden wijze om tegen een ander over je eigen bedrijf te spreken) |
| shoshi-初志 | de oorspronkelijke bedoeling |
| shōshinmono-小心者 | timide [bedeesde] persoon; lafaard |
| shōteki-小敵 | kleine [onbeduidende] vijand; zwakke tegenstander |
| shōyō-小用 | een onbeduidende zaak [kwestie]; een kleinigheid |
| shoyō-所用 | zaak; bedrijf; zaken; werkzaamheden; taak |
| shozon-所存 | intentie; bedoeling; mening |
| shudō-手動 | handbediening |
| shukusha-宿舎 | bedrijfswoning; personeelswoning |
| shuryokuginkō-主力銀行 | hoofdbank van een bedrijf (de bank met de hoogste kredietwaardigheid) |
| shusei-守成 | overname en consolidatie van een bedrijf |
| shūshi-愁思 | droevige [verdrietige] gedachten; droefheid; bedroefdheid; verdriet |
| shushi-趣旨 | doel; bedoeling; oogmerk |
| shūshin-就寝 | het naar bed gaan; gaan slapen |
| shūshinjikan-就寝時間 | bedtijd; tijd om naar bed te gaan; slaaptijd |
| shūshinkoyōseido-終身雇用制度 | Japans systeem dat werknemers hun hele (werkzame) leven bij hetzelfde bedrijf werken |
| shūshinsuru-就寝する | naar bed gaan; gaan slapen |
| shutchōin-出張員 | uitgezonden functionaris, agent (namens een bedrijf) |
| sōgaku-総額 | de totale som; het totaalbedrag |
| sōgyō-創業 | oprichting van een onderneming [bedrijf e.d.] |
| sōin-総員 | al het personeel (van een kantoor, bedrijf, etc.); de gehele bemanning (van een schip e.d.) |
| sōjū-操縦 | het hantering; bediening; controle; besturing (van vliegtuigen, machines, e.d.) |
| sōkaiya-総会屋 | type Japanse mafia (yakuza), dat bedrijven onder druk zet d.m.v (dreigen met) het verstoren van aandeelhoudersvergadering |
| sōkei-総計 | het totaal; totaalbedrag; totale som |
| soko-底 | bodem; vloer; grond; onderkant; (rivier)bedding |
| sōmu-総務 | werknemer [kantoorbediende] van (de afdeling) algemene zaken |
| soreppotchi-それっぽっち | zo weinig; zo gering; zo klein; zo'n klein beetje; slechts [alleen maar] dit [dat]; onbelangrijk; onbeduidend; futiel |
| soreshiki-其れしき | iets dat klein [gering; onbeduidend; onbelangrijk] is |
| sōsa-操作 | bediening (van een machine, e.d.); (be)werking; verrichting |
| sōsasuru-操作する | bedienen (machine, e.d.); bewerken; verrichten |
| sui-粋 | bedachtzaamheid; consideratie; begrip |
| suidōkaisha-水道会社 | waterleidingbedrijf |
| suitchi・torēdo-スイッチ・トレード | handelswijze waarbij het ene bedrijf zijn verplichting om een aankoop te doen in een bepaald land aan een ander bedrijf verkoopt |
| sukiru・inbentorī・shisutemu-スキル・インベントリー・システム | inventarisering van de vaardigheden, opleidingen en ervaringen van de werknemers van een bedrijf |
| supoiru-スポイル | bederven; rotten; verwennen |
| suru-刷る | (machinaal of handmatig) afdrukken; printen; bedrukken |
| tabakaru-謀る | plannen; een plan maken; beramen; een list bedenken |
| tabakaru-謀る | misleiden; bedriegen |
| taburakasu-誑かす | bedriegen; oplichten; iem. verleiden (om iets te doen) |
| tachikomeru-立ち込める | hangen in [over]; versluieren; bedekken; (om)hullen; maskeren; afschermen |
| tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
| tāfu・kōsu-ターフ・コース | grasbaan; renbaan bedekt met gras |
| tagaku-多額 | een groot geldbedrag |
| tai-他意 | een andere bedoeling; bijbedoeling; kwaadwillendheid |
| taibyō-大病 | een ernstige [levensbedreigende] ziekte |
| taidan-退団 | het weggaan [verlaten] van een groep [team; organisatie; bedrijf] |
| taimu・kapuseru-タイム・カプセル | tijdcapsule (een capsule gevuld met informatie, bedoeld om mensen in de toekomst te helpen een beeld te krijgen van een bepaalde tijdsperiode) |
| taishakutaishōhyō-貸借対照表 | (bedrijfs) balans; eindrekening |
| takokusekikigyō-多国籍企業 | multinationale onderneming; internationaal bedrijf |
| takuhatsu-托鉢 | (boeddh.) bedeltocht van een monnik; rondgang voor het vragen van aalmoezen) |
| takuramu-企む | plannen; beramen; (een plan) bedenken; samenspannen; samenzweren |
| tangan-嘆願 | smeekbede; petitie; pleidooi; (officieel) verzoek\ |
| tanpo-湯婆 | warmwaterkruik; bedkruik |
| tanpotsukishasai-担保付社債 | bedrijfsobligatie met zekerheid |
| tanpozukeshasaishintakuhō-担保付社債信託法 | Wet op gegarandeerde bedrijfsobligaties |
| tazuna-手綱 | (fig.) teugels; toom; controle; beteugeling; bedwang |
| tedai-手代 | winkelbediende; verkoper |
| tedare-手足れ | bedrevenheid; vaardigheid; handigheid |
| tegakeru-手がける | hanteren; bedienen; beheren; besturen; behandelen |
| teigaku-低額 | een kleine som geld; een laag bedrag |
| teigaku-定額 | vastgesteld bedrag |
| teikuōbā-テイクオーバー | overname (bedrijf) |
| tekiya-的屋 | straatventer; sjacheraar; oplichter; bedrieger |
| temawashi-手回し | (apparaten) met de hand bediend [gedraaid] |
| temori-手盛り | zelfservice; zichzelf opscheppen; zichzelf bedienen |
| tenjōgawa-天井川 | een rivier met een verhoogde bedding |
| tenouchi-手の内 | (werkelijke) bedoeling; intentie |
| tenzen-恬然 | kalmte; sereniteit; bedaardheid; zelfbeheersing |
| ten'in-店員 | winkelpersoneel; winkelbediende |
| ten'yōsuru-転用する | converteren; omzetten; iets voor een ander doel gebruiken dan oorspronkelijk bedoeld |
| teppatsu-鉄鉢 | de ijzeren kom van een (boeddhistische) bedelmonnik |
| tērā・shisutemu-テーラー・システム | systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering (van Frederick Taylor) |
| tereya-照れ屋 | een verlegen [bedeesde; schuwe] persoon |
| tesabaki-手捌き | hantering; bewerking; bediening |
| tesutimoniarukōkoku-テスティモニアル広告 | reclameboodschap waarin een (bekend) persoon vertelt over positieve ervaringen met een product of bedrijf |
| tōbatsu-討伐 | onderwerping; onderdrukking; bedwinging (door militair ingrijpen) |
| tobiokiru-飛び起きる | uit het bed springen; (snel) opstaan; overeind springen |
| toiuto-と言うと | als het gaat om; wanneer met spreekt van; als je het hebt over; als je ... zegt, bedoel je ... |
| tokobanare-床離れ | het opstaan (uit bed) |
| tokushuhōjin-特殊法人 | bijzondere onderneming (voor projecten zonder commerciële doeleinden, zoals overheidsbedrijven, bedrijfsverenigingen, stichtingen, e.d.) |
| tomadou-戸惑う | de kluts [weg] kwijt zijn; zich geen raad weten; verbijsterd [in de war; verbluft; perplex; beduusd] zijn |
| tomomachi-供待ち | plaats waar bedienden [chauffeurs, etc.] wachten op de gasten |
| tonaeru-唱える | reciteren; (een gebed of spreuk) opzeggen [uitspreken] |
| tonosamashōbai-殿様商売 | amateuristische handel (sarcastische term voor een bedrijfspraktijk waarbij geen inspanning of vindingrijkheid wordt getoond om de winst te vergroten) |
| torasuto-トラスト | (bedrijven) trust; kartel |
| torikkusutā-トリックスター | bedrieger; oplichter; zwendelaar; goochelaar |
| toritsugigyōmu-取次業務 | fiduciair bedrif [agentschap] |
| tōsha-当社 | dit [mijn; ons] bedrijf; dit heiligdom |
| tsukaeru-支える | een drukkend gevoel op de borst hebben, zich bedrukt voelen (door verdriet of zorgen) |
| tsukau-使う | gebruiken; verbruiken; toepassen; bedienen (machines, etc.) |
| tsukebito-付け人 | jonge bediende van een sumoworstelaar |
| tsukuriageru-作り上げる | uitvoeren; (op)bouwen; fabriceren; voltooien; uitvinden; bedenken |
| tsukuribanashi-作り話 | fictie; verzonnen verhaal; verzinsel; bedenksell |
| tsumaranai-詰まらない | onbeduidend; nutteloos |
| tsumitsukuri-罪作り | bedrog; misleiding; wreedheid |
| tsumori-積もり | bedoeling (om iets te doen); doel; motivatie; plan |
| ubu-初 | naïviteit; onbedorvenheid; onschuldigheid |
| uguisumochi-鶯餅 | mochi (rijstcakes) gevuld met rode bonenpasta en bedekt met meel van groene sojabonen |
| umanohone-馬の骨 | persoon van onbekende, twijfelachtige afkomst; iemand van twijfelachtig [bedenkelijk] allooi |
| umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
| umoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| unsōgaisha-運送会社 | transportbedrijf |
| unsui-雲水 | een rondtrekkende monnik; bedelmonnik |
| untenshikin-運転資金 | werkkapitaal; bedrijfskapitaal |
| uragiri-裏切り | verraad; ontrouw; bedrog |
| uragiru-裏切る | verraden; bedriegen; ontrouw zijn |
| uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
| ureu-憂う | zich zorgen maken over; treuren; overstuur [angstig; van streek; bedroefd] zijn |
| uriko-売子 | verkoper; winkelbediende |
| utakata-泡沫 | (metafoor voor) iets onbeduidends [iets vluchtigs] |
| uwabari-上張り | bekleding; behang; bedekking (van schuifdeuren, plafonds, muren, e.d.) |
| uwae-上絵 | geschilderde [bedrukte] figuren [patronen] op doek |
| uwakimono-浮気者 | overspelige persoon [man; vrouw]; bedrieger; schuinsmarcheerder |
| uzumoreru-埋もれる | begraven [bedekt; afgedekt; verborgen] worden |
| wakaishu-若い衆 | jonge bediende |
| wakatō-若党 | jonge bediende; jonge soldaat |
| warabe-童 | (arch.) een kind als bediende |
| warabuki-藁葺き | met (gevlochten) stro bedekt; strodak; rieten dak |
| warawa-童 | (arch.) een kind als bediende |
| warugi-悪気 | kwade bedoelingen [opzet]; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
| washintonjōyaku-ワシントン条約 | Washington conventie (overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dieren en plantensoorten) |
| yabudatami-藪畳 | plek waar een struikgewas het hele gebied bedekt |
| yabuiri-藪入り | (arch.) een dag verlof voor bedienden op 16 juli en op nieuwjaarsdag |
| yagu-夜具 | beddengoed (futons, lakens, dekens, nachtkleding, e.d.) |
| yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yaru-遣る | doen; handelen; bedienen; maken |
| yashikibōkō-屋敷奉公 | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
| yashikizutome-屋敷勤め | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
| yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
| yokushi-抑止 | bedwinging; beteugeling |
| yowaki-弱気 | zwakheid; bedeesdheid; lafheid |
| yūbin-郵便 | postbezorging; postbedrijf |
| yudono-湯殿 | (arch.) een bediende die een edelman helpt met baden |
| yūi-有意 | opzettelijk [doelbewust] zijn; met (bij)bedoelingen |
| yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
| yūryōkigyō-優良企業 | een groot [bekend] bedrijf; topbedrijf |
| yūryokukigyō-有力企業 | invloedrijk [vooraanstaand; groot] bedrijf |
| yūseijigyōchō-郵政事業庁 | postdiensten; posterijbedrijven; postagentschap |
| yūtiritī-ユーティリティー | nutsbedrijf; openbare voorziening |
| zankin-残金 | resterend bedrag (na een betaling); restsom; resterend saldo |
| zashikirō-座敷牢 | (hist.) een cel [kamer] (bedekt met tatami matten) voor het opsluiten van een krankzinnige persoon |
| zeibiki-税引き | exclusief belasting; (netto) bedrag na aftrek van belastingen |
| zenekon-ゼネコン | aannemer; aannemersbedrijf |
| zeneraru・kontorakutā-ゼネラル・コントラクター | aannemer; aannemersbedrijf |
| zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
| zeneraru・sutaffu-ゼネラル・スタッフ | generale staf (bedrijfsmanagement) |
| zengaku-全額 | het totaal; het volledig bedrag; de totale som |
| zengakufutan-全額負担 | verplichting tot het betalen van het volledige bedrag |
| zensha-全社 | het hele bedrijf; alle bedrijven |
| zen'i-善意 | goede [nobele] inborst; goede bedoelingen |
| zetsumetsukigushu-絶滅危惧種 | bedreigde diersoorten [plantensoorten] |
| zettaiansei-絶対安静 | volledige bedrust; absolute rust en stilte |
| zōchi-増置 | het vestigen van meer bedrijven [kantoren; organisaties] |
| zōhyō-雑兵 | een onbeduidende [onbelangrijke] persoon binnenin een organisatie; een werkmier |
| zokuri-俗吏 | (denigrerende term) een kleine [onbeduidende; onbelangrijke] ambtenaar [klerk] |
| zonbun-存分 | (helemaal) zoals gewenst [gedacht; bedoeld] is |
| zuda-頭陀 | (boeddh.) bedelpelgrimage |
| zuda-頭陀 | (afk. voor) pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode; stoffen boodschappentas |
| zudabukuro-頭陀袋 | pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode |