Kruisverwijzing
rond
| lemma | meaning |
|---|---|
| abaremawaru-暴れ回る | wild rondrennen; relschoppen |
| achikochi-彼方此方 | hier en daar; her en der; rondom; overal |
| achirakochira-彼方此方 | hier en daar; her en der; rondom; overal |
| agaki-足掻き | het krabben [schrapen] over de grond (b.v. met de hoeven door een paard) |
| agaku-足掻く | (van paarden met hun voorpoten) het klauwen [krabben] over de grond |
| agaru-上がる | afronden; voltooiing |
| agebuta-上げ蓋 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
| ageita-上げ板 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
| aikyōshin-愛郷心 | gevoel van liefde voor de geboorteplaats [geboortegrond] |
| akichi-空き地 | een onbebouwd perceel; leeg stuk grond; braak liggend terrein |
| akubyōdō-悪平等 | gelijke behandeling van mensen ongeacht hun kwaliteiten; op valse [verkeerde] gronden gebaseerde gelijkheid |
| akuchi-悪地 | slechte grond; land dat ongeschikt is voor landbouw e.d. |
| amenbō-飴ん棒 | de langwerpige ronddraaiende rood-wit-blauwe staaf die buiten op de muur hangt bij kapperszaken |
| anchūmosaku-暗中模索 | in het duister (rond)tastend zijn |
| andāguraundo-アンダーグラウンド | ondergronds; heimelijk; clandestien |
| ando-安堵 | erkenning van het recht op grondbezit van een samoerai (door een shogun of een feodale heer) |
| ankyo-暗渠 | een ondergronds draineringskanaal |
| annai-案内 | iem. de weg wijzen [wegwijs maken]; iem. rondleiden; rondleiding |
| annaisuru-案内する | (iem.) de weg wijzen; rondleiden; uitnodigen; te zien vragen (voor iem. anders); bemiddelen voor een ontmoeting; mededelen; laten weten |
| annaizu-案内図 | een plattegrond |
| annonzoku-アンノン族 | een term die rond 1970-1980 werd gebruikt voor jonge vrouwen die alleen of in kleine groepen reisden (met modetijdschriften en reisgidsen in de hand) |
| araiageru-洗い上げる | grondig onderzoeken [inspecteren] |
| araidashi-洗い出し | het grondig wassen; uitwassen; afwassen |
| araidasu-洗い出す | grondig wassen; uitwassen; afwassen |
| araitateru-洗い立てる | goed [grondig; voorzichtig] wassen |
| aranu-有らぬ | verkeerd; fout; ongegrond; irrelevant |
| aranuri-粗塗り | eerste pleisterlaag; eerste laag (grond)verf |
| arika-在処 | verblijfplaats; de plek waar iets [iemand] zich bevindt; plek waar iemand rondhangt; adres |
| arukimawaru-歩き回る | rondlopen |
| ashiba-足場 | ondergrond |
| ashigatame-足固め | grondwerk; voorbereidingswerk; fundering |
| āsu-アース | grond |
| ate-当て | hoop; kans; mogelijkheid; gissing; veronderstelling; verwachting; vooruitzicht |
| atebumi-宛文 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
| ategai-宛てがい | een toelage [salaris] (krijgen); toegewezen land [grond] |
| ateokonaijō-充行状 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
| atochi-跡地 | landbouwgrond (na de oogst) |
| ba-ば | (geeft de aanleiding van wat volgt, nl. een veronderstelling, betoog of beschouwing, etc. van iem.) gezien... |
| baiyōdo-培養土 | potgrond |
| bakku-バック | achtergrond |
| bakkuguraundo-バックグラウンド | achtergrond |
| bakkuguraundo・myūjikku-バックグラウンド・ミュージック | achtergrondmuziek |
| bapponteki-抜本的 | drastisch; grondig; radicaal |
| baramaku-散蒔く | verspreiden; rondstrooien; onbezonnen [roekeloos] geld uitgeven |
| basshō-跋渉 | het rondzwerven; rondreizen |
| bedowin-ベドウィン | bedoeïen (rondtrekkende nomade een de woestijn) |
| bēguru-ベーグル | bagel (rond broodje met een gat in het midden) |
| bēsu-ベース | basis; fundament; grond; grondslag |
| bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
| bī・jī・emu-ビー・ジー・エム | achtergrondmuziek |
| boiki-墓域 | begraafplaats; kerkhof; stuk grond gereserveerd als begraafplaats |
| bonchi-盆地 | stroomgebied; waterbekken; (ronde) vallei |
| bōro-ボーロ | klein rond koekje |
| bōshokuzai-防蝕剤 | (grond)verf om corrosie van metaal tegen te gaan |
| bōsō-暴走 | het wild [doelloos] rondrennen; (bij honkbal) het roekeloos rennen naar de honken door een speler |
| bōsō-暴走 | wilde vlucht; het wild rondrennen; op hol slaan |
| budomari-歩留まり | first pass yield (rendement van productvolume uit grondstoffen) |
| bunjō-分譲 | verkoop van grond (en huis); landverkaveling |
| bunjōchi-分譲地 | perceel grond (voor verkoop) |
| burudōzā-ブルドーザー | bulldozer; grondverzetmachine |
| busso-仏祖 | de grondlegger van het boeddhisme (Shakyamuni) |
| butai-舞台 | plaats; locatie; achtergrond (van een verhaal) |
| chāto-チャート | kaart; plattegrond; grafiek |
| chi-地 | aarde; grond; land gebied; plaats |
| chiban-地番 | nummer dat aan elk stuk grond (perceel) wordt toegekend voor registratie in het kadaster |
| chihōsaibansho-地方裁判所 | districtsrechtbank; arrondissementsrechtbank; kantongerecht |
| chijō-地上 | op [boven] de grond |
| chika-地下 | kelder; souterrain; onder de grond |
| chika-地下 | (fig.) ondergronds |
| chika-地価 | de aankoopprijs van grond |
| chika-地価 | officiële grondprijs |
| chikadō-地下道 | ondergrondse passage (weg, fiets- of voetgangerstunnel) |
| chikagai-地下街 | ondergronds winkelcentrum; ondergrondse winkelstraat |
| chikakakujikken-地下核実験 | ondergrondse kernproef [nucleaire test] |
| chikakatsudō-地下活動 | ondergrondse beweging; ondergrondse activiteiten |
| chikashigen-地下資源 | ondergrondse hulpbronnen [grondstoffen] |
| chikasui-地下水 | grondwater |
| chikatetsu-地下鉄 | metro; ondergrondse (spoorlijn) |
| chikaundō-地下運動 | ondergrondse beweging; ondergrondse activiteiten; verzetsbeweging |
| chisai-地裁 | districtsrechtbank; arrondissementsrechtbank; kantongerecht |
| chisō-馳走 | rondrennen; inspanningen; inzet |
| chizu-地図 | plattegrond; landkaart |
| chokugen-直言 | het openhartig [ronduit; ongezouten] spreken |
| chōmoku-鳥目 | geld; munt; muntstuk (lett. vogel-ogen, de term verwijst naar oude munten met ronde gaten) |
| chōryō-跳梁 | het rondspringen; wild ronddansen; rondstuiteren |
| chūkō-中耕 | grondbewerking (voor landbouw) |
| chūkōki-中耕機 | grondbewerkingsmachine; cultivator |
| chūtai-中隊 | compagnie (legeronderdeel) |
| dabohaze-だぼ鯊 | grondel (vis) |
| daichi-代地 | een ander [alternatief; vervangend] stuk grond [land] |
| daiita-台板 | grondplaat; bodemplaat |
| daisen-台船 | een bakvormig vaartuig (zonder motor) gebruikt voor het vervoeren van grond, zand, zware voorwerpen, kranen, etc. |
| daishirazu-題知らず | (waka-poëzie) de titel en de omstandigheden waaronder het gedicht is geschreven zijn onbekend |
| daizentei-大前提 | belangrijkste uitgangspunt [veronderstelling; principe; aanname] |
| dandan-団団 | rond (van vorm) zijn |
| dangai-断崖 | steile rotswand; afgrond; klif |
| darō-だろう | (informele vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
| dearō-であろう | (vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
| deitanchi-泥炭地 | veengrond(en); laagveen |
| denomi-デノミ | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
| denominēshon-デノミネーション | denominatie (in Japan, de afronding van de waarde van munteenheden) |
| do-土 | (in kanji combinaties) aarde; grond; bodem; land |
| dochū-土中 | ondergronds; (in) de aarde [grond] |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | al biddend rond een tempel lopen |
| dōdōto-堂堂と | ronduit; eerlijk |
| dohyō-土俵 | de ring (op een ondergrond van klei) waarin sumoworstelaars vechten |
| dojō-土壌 | (tuin)grond; aarde |
| dōjō-道場 | tempel [plek] om de boeddhistische leer te doorgronden |
| dōki-動機 | motief; beweeggrond, beweegreden (voor een misdrijf) |
| dokō-土工 | publieke werken in de afhandeling van grond en zand (voor de aanleg van dijken, wegen, e.d.) |
| dokomademo-何処までも | grondig; uitputtend; diepgaand |
| doma-土間 | een ruimte in een huis waar geen vloer is gelegd (dus de grond onder het huis als vloer dient) |
| dorui-土塁 | grondwerk; graafwerk; aarden wal |
| eikyūtōdo-永久凍土 | permafrost; altijd bevroren grondlaag |
| ena-胞衣 | de vliezen rond de foetus en de placenta |
| enchū-円柱 | ronde zuil; pilaar |
| engawa-縁側 | de houten buitengang rondom een een traditioneel Japans huis |
| enkei-円形 | cirkel; ronde vorm |
| ennogyōja-役行者 | En no Gyōja, de grondlegger van het Shugendo |
| ennoshita-縁の下 | (fig.) op de achtergrond; uit het zicht; onopgemerkt |
| enpitsu-円筆 | rond [cirkelvormig] schrift in kalligrafie (meer vloeiend in het geheel) |
| entaku-円卓 | ronde tafel |
| entakukaigi-円卓会議 | rondetafelconferentie |
| entō-円筒 | ronde pilaar |
| enzai-冤罪 | valse [ongegronde] beschuldiging [aanklacht] |
| epuron-エプロン | (golfbaan) smalle strook met (hoger) gras rondom de green |
| ē・bī・shī-エー・ビー・シー | basis; grondbeginselen |
| faiasutōmu-ファイアストーム | zingen en dansen rondom een kampvuur [vreugdevuur] |
| fandēshon-ファンデーション | grondverf |
| faundēshon-ファウンデーション | grondverf |
| fuchi-淵 | afgrond; diepte; diep water |
| fukachi-不可知 | ondoorgrondelijkheid; raadselachtigheid; onkenbaar [niet te begrijpen] zijn |
| fukai-深い | diepzinnig; grondig; diepgaand |
| fukakai-不可解 | onbegrip; geheimzinnigheid; ondoorgrondelijkheid |
| fukichirasu-吹き散らす | een gerucht verspreiden; (iets) rondbazuinen |
| funzukeru-踏ん付ける | een voetspoor zetten [achterlaten] in een zachte ondergrond; ergens op trappen |
| furemawaru-触れ回る | (iets met veel ophef) rondbazuinen; (gerucht) verspreiden |
| furikazasu-振り翳す | rondzwaaien (met een voorwerp, wapen, e.d.) |
| furoa-フロア | vloer; grond |
| fuseru-伏せる | plat op de grond [met het gezicht naar beneden] liggen |
| fusetsu-浮説 | ongegronde bewering; wilde geruchten |
| futobashi-太箸 | dikke, ronde eetstokjes gebruikt bij feestelijke gelegenheden |
| fuzakeru-ふざける | grappen [plezier] maken; ronddartelen; gek doen; geintjes uithalen |
| fuzu-付図 | bijgevoegde plattegrond [schets; ontwerp] |
| gaichi-外地 | een ander land; buitenland; buitenlands grondgebied |
| gaidotsukitsuā-ガイド付きツアー | rondleiding |
| gaido・tsuā-ガイド・ツアー | rondleiding |
| gaisū-概数 | ronde [afgeronde] getallen; globale cijfers |
| gakeppuchi-崖っ縁 | (lett.) de rand van de afgrond [rotsen; klippen] |
| gakeppuchi-崖っ縁 | (fig.) de rand van de afgrond; een penibele situatie |
| gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; scholing] |
| genbu-減歩 | overheveling van grond in privébezit naar gebruik voor collectieve of publieke doeleinden |
| genchihōjin-現地法人 | een lokale dochteronderneming van een buitenlands bedrijf |
| gengaku-玄学 | grondige [diepgaande] studie |
| genri-原理 | principe; grondbeginsel |
| genryō-原料 | grondstof |
| genryōhi-原料費 | kosten van grondstoffen; grondstofkosten |
| gentai-原隊 | (oorspronkelijke) legereenheid; legeronderdeel waartoe men eerder behoorde |
| genzairyō-原材料 | grondstof; basis materiaal; onbewerkte materialen |
| ginbura-銀ぶら | wandeling; rondgang |
| ginmi-吟味 | grondig onderzoek; inspectie |
| giryō-議了 | het afronden [beëindigen] van een discussie [debat] |
| giryōsuru-議了する | een discussie [debat] afronden [beëindigen] |
| goro-ゴロ | (honkbal) grondbal |
| goro-頃 | rond de tijd dat; ongeveer |
| guchi-愚痴 | (ongegronde) klacht; gezeur; gemopper; gemor |
| gurando-グランド | grond; (sport)terrein |
| guraundo-グラウンド | grond |
| gyoba-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
| gyōja-行者 | (afk. voor) En no Gyōja, de grondlegger van het Shugendo |
| gyojō-漁場 | visgrond; viswater; visplaats; stek |
| gyoku-漁区 | visgronden; gebieden waar gevist mag worden |
| haifu-肺腑 | van binnen; diep in je hart; uit de grond van je hart |
| haigo-背後 | achtergrond |
| haikai-徘徊 | zwerftocht; het doelloos rondlopen; ronddwalen |
| haikei-背景 | achtergrond |
| haikei-背景 | de achtergrond (fig.) |
| haikeiongaku-背景音楽 | achtergrondmuziek |
| haimāto-ハイマート | geboorteplaats; geboortestreek; geboortegrond; vaderland |
| haisatsu-拝察 | (beleefd, nederig taalgebruik) vermoeden; veronderstelling |
| hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
| hanemawaru-跳ね回る | rondspringen; huppelen; (rond)dartelen |
| hanetobasu-撥ね飛ばす | wegdrijven; wegvegen; omvergooien; omknikkeren; tegen de grond kwakken |
| hanjō-犯情 | de omstandigheden rondom het misdrijf |
| hankyū-半球 | hemisfeer; halfrond |
| hanseki-版籍 | (Edo periode) register van een grondgebied en de bewoners |
| hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
| hashirimawaru-走り回る | rondhollen; rondrennen |
| hata-畑 | veld; akker; landbouwgrond |
| hatachi-畑地 | landbouwgrond |
| hatake-畑 | veld; akker; landbouwgrond |
| hatauchi-畑打ち | het (om)ploegen van grond |
| hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
| haze-鯊 | grondel (vis) |
| hazu-筈 | ik neem aan [veronderstel; weet zeker] (dat).... |
| heimenzu-平面図 | plattegrond |
| heishiki-閉式 | beëindiging [afsluiting; afronding] van een ceremonie [plechtigheid] |
| heisho-閉所 | werkzaamheden (qua werktijd per dag) afronden (op kantoor, e.d.) |
| henreki-遍歴 | reis; rondreis; zwerftocht; pelgrimage |
| hidan-飛弾 | projectiel; rondvliegende kogels |
| higashihankyū-東半球 | het oostelijk halfrond |
| hikizuru-引き摺る | slepen (over de grond); sleuren |
| hikui-低い | laag (bij de grond, in rang, e.d,); kort (in hoogte) |
| hindo-貧土 | onvruchtbare [verschraalde] grond |
| hiraba-平場 | vlakke grond; vlak terrein |
| hirumeshi-昼飯 | lunch; lichte maaltijd rond het middaguur |
| hitomawari-一回り | één ronde [rondgang] |
| hiyoku-肥沃 | vruchtbaarheid (van grond, aarde) |
| hō-法 | wet; recht; grondbeginsel; principe; (boeddhistische) doctrine; religie; rede; code |
| hōen-方円 | vierkante en ronde vormen |
| hōkō-彷徨 | het (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
| hōkōsuru-彷徨する | (rond)zwerven; rondtrekken; dolen; dwalen |
| honchi-本地 | geboortegrond; thuisland |
| hongi-本義 | grondbetekenis; fundamentele [ware; oorspronkelijke] betekenis |
| honke-本家 | herkomst; oorsprong; grondlegger; bedenker |
| honsō-奔走 | het rondrennen; voortdurend in beweging zijn |
| horikaesu-掘り返す | opgraven; (de grond) omspitten; omwoelen; omploegen |
| horisageru-掘り下げる | grondig onderzoeken; tot op de bodem uitzoeken |
| horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
| hōrō-放浪 | omzwerving; ronddwaling; landloperij |
| horobiru-滅びる | te gronde gaan; ten onder gaan; vergaan; (uit)sterven |
| horobosu-滅ぼす | ruïneren; vernietigen; verwoesten; te gronde richten |
| horobu-滅ぶ | verwoest [geruïneerd] worden; te gronde gaan |
| hottate-掘っ立て | een paal [pilaar] direct in de grond [aarde] plaatsen (zonder frame of standaard) |
| hōyoku-豊沃 | vruchtbaarheid (van grond, aarde) |
| hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
| hyōdo-表土 | toplaag; bovenlaag; bovenste laag aarde [grond]; bovengrond |
| ichidanraku-一段落 | tijdelijke afronding; tussendoel (bereikt); tussenstap |
| ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
| ichijikin-一時金 | lumpsum; (hele) bedrag ineens; hele [ronde] som |
| ichijun-一巡 | een ronde; patrouille |
| ichikabachika-一か八か | (gezegde) het erop wagen; alles of niets; erop of eronder; zwemmen [pompen] of verzuipen |
| ichō・nomi-イチョウ・ノミ | beitel met een ronde bovenkant (stierenkop beitel) |
| iiowaru-言い終わる | stoppen [klaar zijn] met spreken; afronden |
| iken-違憲 | in strijd met de grondwet [ongrondwettig] zijn |
| ikenrippō-違憲立法 | ongrondwettelijke wetgeving |
| ikensei-違憲性 | ongrondwettigheid |
| ikeru-埋ける | iets ingraven {onder de grond) om te bewaren (groente b.v.) |
| ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
| ikiwataru-行き渡る | rondgaan; verspreiden; uitdelen |
| ikkai-一階 | begane grond; parterre (Japan: eerste verdieping) |
| imagoro-今頃 | rond deze tijd |
| inaka-田舎 | geboortegrond; geboorteplaats |
| inbi-隠微 | iets dat verborgen [ondoorgrondelijk] is |
| ippitsu-一筆 | een afkadering (van landbouwgrond, woonerf, etc.) |
| iroha-伊呂波 | het ABC; de (eerste) beginselen; grondslagen; basis(principes) |
| irowake-色分け | kleuronderscheid; kleur-codering |
| ishikeri-石蹴り | hinkelen; hinkelspel (waarbij kinderen een steentje schoppen op vlakken die op de grond zijn getekend) |
| isshū-一周 | rotatie; omwenteling; rondgang; omvaart |
| itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
| itten-一転 | één ronde [beurt; omwenteling; draai; verandering] |
| iwaibashi-祝い箸 | ronde eetstokjes met dunne uiteinden die men gebruikt bij feestelijke maaltijden |
| iwaku-曰く | reden; oorzaak; achtergrond |
| iwataobi-岩田帯 | een band [doek] die door zwangere vrouwen gedragen wordt rond de buik (vanaf de vijfde maand van de zwangerschap) |
| jiban-地盤 | grond(laag); oppervlaktelaag; aardkorst |
| jiban-地盤 | (onder)grond; bodem; fundament |
| jidai-地代 | grondhuur; huur voor land [grond] |
| jidandafumu-地団駄踏む | uit woede [frustratie] hard op de grond stampen |
| jihibiki-地響き | aardtrilling; ondergrondse trilling [beving]; ondergronds gerommel |
| jijitsumukon-事実無根 | ongegrond [ongefundeerd] zijn; in strijd zijn met de feiten |
| jimen-地面 | grond; aardoppervlak |
| jimenshi-地面師 | zwendelaar [oplichter] in grondverkoop (niet in eigen bezit) |
| jimichi-地道 | ondergrondse weg |
| jiorama-ジオラマ | diorama opstelling met achtergrond schildering op ware grootte |
| jisho-地所 | kavel; perceel (grond); landgoed |
| jōdo-壌土 | leem [klei] grond (geschikt voor landbouw) |
| jukuchi-熟地 | vruchtbare grond |
| jukuchi-熟知 | grondige kennis (van); goede bekendheid (met) |
| junkai-巡回 | patrouille; verkenning; rondgang; tour |
| junken-巡見 | inspectiereis; patrouille; rondgaan om inspecties [controles] uit te voeren |
| junken-巡見 | rondreizen en verschillende plaatsen bezoeken |
| junkō-巡行 | (doelgerichte) patrouille [patrouillering] (van stadsdelen of kwartieren e.d.); inspectieronde |
| junra-巡邏 | patrouille; ronde |
| junreki-巡歴 | het rondtrekken; het rondreizen; (rond)reis |
| junshaku-巡錫 | rondreis van een priester [monnik] (om de leer uit te dragen [te prediken] |
| junshi-巡視 | patrouille; inspectieronde |
| kachinuku-勝ち抜く | winnen en doorgaan naar de volgende ronde van een sporttoernooi |
| kadomatsu-門松 | decoraties met dennentakken (rond Nieuwjaar) |
| kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
| kagamiita-鏡板 | (achtergrond) decor (Nō theater) |
| kage-陰 | achtergrond; achter de schermen |
| kagenagara-陰ながら | van achter de schermen; vanaf de zijlijn; op de achtergrond; in het geheim |
| kagerō-陽炎 | warmtenevel; mist boven de grond (door de warmte) |
| kai-回 | beurt; ronde |
| kaibun-回文 | circulaire; rondzendbrief |
| kaichū-回虫 | spoelworm; rondworm (Ascaris lumbricoides) |
| kaieki-改易 | (hist.) het wegnemen van grondgebied, ambt of positie (op basis van strafrechtelijke vervolging, e.d.) |
| kaiku-海区 | maritieme zone; maritiem gebied (zoals bij visgronden, e.d.) |
| kaisen-回戦 | partij; ronde (in een wedstrijd, toernooi, e.d.) |
| kaishin-回診 | doktersronde (in een ziekenhuis) |
| kaiso-開祖 | oprichter; stichter; grondlegger; initiatiefnemer |
| kaiyū-回遊 | excursie; rondtrip |
| kakakutenkai-価格転嫁 | het doorberekenen van prijsstijgingen, zoals van grondstofkosten en arbeidskosten |
| kakehashi-懸け橋 | loopbrug; houten looppad (b.v. op een berg langs een afgrond) |
| kakemawaru-駆け回る | rondrennen; heen-en-weer rennen |
| kaki-下記 | het volgende; onderstaande; hieronder genoemde |
| kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
| kakū-架空 | bovengronds; in de lucht |
| kanetataki-鉦叩き | een bedelende monnik (die rondgaat en daarbij op een bel slaat) |
| kangaechigai-考え違い | misverstand; misvatting; vergissing; verkeerde veronderstelling |
| kanokomadara-鹿の子斑 | witgevlekt patroon (witte vlekken op een bruine achtergrond, zoals bij een hert) |
| kanryō-完了 | voltooiing; afronding |
| kansai-関西 | de regio rond Kyoto, Osaka en Kobe |
| kansui-完遂 | voltooiing; afronding; (succesvolle) prestatie |
| kantō-関東 | de regio rond Tokio |
| kan'yūchi-官有地 | rijksgrond(gebied) |
| kasen-架線 | bovengrondse bedrading; (elektrische) bovenleiding; stroomleiding |
| kasetsu-仮設 | veronderstelling; aanname; hypothese |
| kasetsu-仮説 | hypothese; veronderstelling; aanname |
| kashichi-貸し地 | stuk land [lap grond] te huur |
| kasō-下層 | een lagere [onderliggende] laag; onderlaag; grondlaag |
| kasō-仮想 | veronderstelling; hypothese; verbeelding |
| kasō-家相 | de (gunstige of ongunstige) ligging, windrichting, plattegrond, etc. van een huis (in verband gebracht met geluk of pech) |
| kasōsuru-仮想する | veronderstellen; aannemen |
| katei-仮定 | hypothese; aanname; veronderstelling |
| kateisuru-仮定する | veronderstellen; aannemen; vermoeden |
| kazu-下図 | benedenstaand figuur [diagram]; illustratie hieronder |
| kē-ケー | k, afk. voor keuken (op de plattegrond van een woning) |
| kechirasu-蹴散らす | rondschoppen; een nederlaag toebrengen |
| keichitsu-啓蟄 | het ontwaken der insecten; de dag dat insecten na de winter uit de grond komen (ca. 6 maart) |
| keira-警邏 | (politie) patrouille; (inspectie)ronde |
| kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
| kenchi-検知 | waarneming; perceptie; doorgronding |
| kenchi-見地 | beoordeling [inspectie] van een grondstuk [perceel] |
| kenden-喧伝 | verspreiding (nieuws etc.); het verkondigen; rondbazuinen |
| kengakusen-見学船 | observatieschip; rondvaartboot |
| kengen-権原 | subjectief recht; rechtsgrond |
| kenpeiritsu-建蔽率 | bebouwingspercentage; verhouding tussen het grondoppervlak en het oppervlak van de bebouwing |
| kenpō-憲法 | de grondwet |
| kenpōihan-憲法違反 | handelen in strijd met de grondwet; ongrondwettig [inconstitutioneel] handelen |
| kenpōkaisei-憲法改正 | grondwetsherziening; grondwetswijziging |
| kenpōkinenbi-憲法記念日 | Dag van de Grondwet (in Japan op 3 mei) |
| kenso-険阻 | steil [ruig] terrein [stuk grond] |
| ketsugo-結語 | conclusie; afronding; eindresultaat; slotopmerkingen; epiloog |
| kibangan-基盤岩 | grondgesteente; moedergesteente; fundament |
| kibo-規模 | basis; grondslag; fundering; referentie; hoofdpunt; keerpunt |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kimekomu-決め込む | veronderstellen; zonder meer aannemen; overtuigd zijn van; voorbarige conclusies trekken |
| kingoku-近国 | (in het Ritsuryō-systeem) de regio's [gebieden] rond Kyoto |
| kinji-金地 | gouden ondergrond (op kamerscherm etc.) |
| kīnōto-キーノート | grondtoon; hoofdtoon (muziek) |
| kīnōto-キーノート | centraal thema; grondgedachte; uitgangspunt |
| kion-基音 | grondtoon |
| kiriageru-切り上げる | beëindigen; stoppen (met); afronden |
| kiriharau-切り払う | weghakken; wegsnoeien; wieden; (grond) vrijmaken (van bomen, onkruid, etc.) |
| kitahankyū-北半球 | het noordelijk halfrond |
| kiyū-杞憂 | ongegronde bezorgdheid; onnodige angst [vrees] |
| kōchi-耕地 | landbouwgrond; akkerland |
| kōdō-坑道 | mijngang; ondergrondse weg; tunnel |
| kogaisha-子会社 | dochteronderneming; dochtermaatschappij |
| kōjichika-公示地価 | officiële grondprijs |
| kōki-後記 | de hierondergenoemde |
| kokkan-骨幹 | basis; grondbeginsel; bron |
| kokudo-国土 | domein; grondgebied; land; aardrijk |
| komu-込む | (in combinatie met een ander werkwoord) ingaan; inzetten; grondig [voortdurend] doen |
| komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
| kondankai-懇談会 | rondetafelconferentie; forum |
| kongen-根元 | basis; wortel(s); grondslag |
| kōngyōyōchi-工業用地 | industriegrond; industriegebied |
| konketsu-混血 | gemengde afkomst; gemengde etnische [raciale] achtergrond |
| konkyo-根拠 | basis; grond(slag); fundament |
| konpon-根本 | basis; fundament; grondslag |
| kontei-根底 | basis; fundament; oorsprong; grondslag; grondbeginsel |
| kōri-公理 | (logica) axioma, een niet bewezen (maar als grondslag aanvaarde) bewering |
| kōri-公理 | (wiskunde) axioma, dient als grondslag voor het bewijs van andere wiskundige stellingen |
| koshihimo-腰紐 | koord van een kimono dat rond de taille wordt gebonden voordat een obi eromheen wordt geknoopt |
| koshiita-腰板 | (bouwkunde) grondplaat; bodemplaat; beschot; lambrisering |
| kōshikisen-公式戦 | reguliere wedstrijd; competitiewedstrijd; kampioenswedstrijd; play-offs; eindronde (honkbal) |
| koshinawa-腰縄 | touw rond de middel (m.n. van een gevangene) |
| koshōgatsu-小正月 | de dagen rond de 15de dag van het nieuwe jaar (maankalender) |
| kotatsu-炬燵 | Japanse tafelkachel (een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden, vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
| kōun-耕耘 | het grond [land] bewerken; ontginnen |
| kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kuchimoto-口元 | rond de mond; de vorm van een mond |
| kumifuseru-組み伏せる | (iemand) neerdrukken [vastklemmen] (op de grond) |
| kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
| kuroji-黒地 | zwarte achtergrond; zwarte stof |
| kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
| kurūjingu-クルージング | een cruise maken; (langzaam) rondvaren [rondrijden] |
| kurukuru-くるくる | (onomatopee) in de rondte; alsmaar ronddraaiend; wervelend |
| kurumeku-眩く | ronddraaien; rondtollen |
| kuruwa-廓 | stenen omheining [muren] rondom (oude) kastelen |
| kuwaire-鍬入れ | baanbrekende handeling (oorspronkelijk de eerste keer in het nieuwe jaar dat de boeren een spade in de grond staken) |
| kuwaire-鍬入れ | een nieuwjaarsceremonie waarbij voor het eerst een spade in de grond wordt gestoken |
| kyōdo-郷土 | geboorteplaats; geboortegrond |
| kyokusui-曲水 | water dat stroomt rond een tuin of bos, of onderaan een berg |
| machiēru-マチエール | materiaal; stof; grondstof; materie |
| madoka-円か | rond zijn; rustig [op zijn gemak] zijn |
| madori-間取り | kamerindeling [plattegrond] van een huis |
| maekagami-前屈み | het met afhangende schouders [een ronde rug] lopen; gebukt [gebogen] lopen |
| maguna・karuta-マグナ・カルタ | Magna Charta (oorkonde uit 1215, die de grondslag is van de Engelse staatsinrichting) |
| mai-まい | (negatieve veronderstelling) (dat) zal (waarschijnlijk) niet |
| maikai-毎回 | elke keer; elke ronde; (honkbal) elke inning |
| maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
| maizō-埋蔵 | het begraven in de grond |
| maizō-埋蔵 | het ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| maizōsuru-埋蔵する | begraven; ingraven; ondergronds opgeslagen [begraven] zijn |
| makiami-巻き網 | een rond sleepnet (voor vissen) |
| makichirasu-撒き散らす | rondstrooien; verspreiden |
| makie-撒き餌 | rondgestrooid diervoeder |
| makishimu-マキシム | grondregel; stelregel; principe |
| mandō-万灯 | (boeddh.) rijen hangende lantaarns rondom een heiligdom tijdens het lantaarnfestival |
| manjūgasa-饅頭笠 | een platte hoed dop met een afgeronde bovenkant (als de vorm van een gestoomd broodje) |
| manmaru-真ん丸 | een perfecte [perfect ronde] cirkel |
| mappu-マップ | kaart; plattegrond; landkaart |
| maroyaka-円やか | zacht [mild; rustig; rond; afgerond] zijn |
| marufude-丸筆 | ronde penseel [kwast] |
| marugao-丸顔 | een rond gezicht |
| marui-丸い | rond; cirkelvormig |
| marukubi-丸首 | (van kleding) ronde (kraagloze) hals; col |
| marumado-丸窓 | een rond [cirkelvormig] raam |
| marumaru-丸まる | rond worden |
| marumaru-丸丸 | rond; vol (gezicht); mollig; vet |
| marumeru-丸める | rond maken; oprollen (tot een bal) |
| marumeru-丸める | afronden (getallen) |
| marumi-丸み | ronde vorm; rond zijn |
| marupocha-丸ぽちゃ | rond; mollig; vol (gezicht) |
| maruuchi-丸打ち | ronde draad [vlecht] |
| materiaru-マテリアル | grondstof |
| matomaru-纏まる | vervolledigd worden; afgerond [samengevat] worden |
| matorikkusu-マトリックス | matrix; basis; grond(massa); fundament |
| mau-舞う | dwarrelen; ronddraaien; rondvliegen |
| mawari-回り | ronde; omgeving; omtrek; buurt |
| mawaru-回る | rondgaan; rondrennen; de ronde doen; ronddraaien |
| mawasu-回す | ronddraaien; roteren |
| mawasu-回す | circuleren; rondsturen; doorgeven |
| meguraseru-巡らせる | laten rondgaan; laten omcirkelen [ronddraaien} |
| meguru-巡る | rondgaan; omcirkelen |
| meguru-巡る | rondtrekken; bezoeken; her en der rondlopen |
| memoto-目許 | (rond) de ogen; blik (uitdrukking van de ogen) |
| menba-面罵 | het iemand openlijk [ronduit; in zijn gezicht] beledigen |
| metoro-メトロ | metro; ondergrondse |
| michikusa-道草 | getreuzel; het nietsdoend rondhangen |
| midorijūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
| mikiwameru-見極める | doorzien; doorgronden; helemaal begrijpen |
| mikkō-密行 | het rondsluipen |
| mikkōsuru-密行する | rondsluipen |
| mimawari-見回り | inspectieronde; patrouille |
| mimawaru-見回る | een inspectieronde doen; patrouilleren |
| mimawasu-見回す | rondkijken; om je heen kijken |
| minamihankyū-南半球 | het zuidelijk halfrond |
| minuku-見抜く | doorzien; doorgronden |
| mitsuyubi-三つ指 | een beleefde buiging met drie vingers op de grond (duim, wijsvinger en middelvinger.) |
| mochimawari-持ち回り | het rondgaan [doorgeven] |
| mogurauchi-土竜打ち | ceremonie voor een goede oogst op 14 januari waarbij kinderen met stokken of bundels van strooi op de grond slaan om mollen te verjagen |
| moritsuchi-盛り土 | dijk; verhoogde grond [aarde]; het ophogen van grond |
| mosaku-模索 | het rondtasten [zoeken] (naar) |
| mosakusuru-模索する | rondtasten; zoeken (naar) |
| mukōhachimaki-向こう鉢巻き | opgevouwen of opgerolde doek rond het hoofd geknoopt |
| murashibai-村芝居 | rondreizend dorpstheater |
| murashibai-村芝居 | rondreizend (dorps)toneelgezelschap |
| n-ん | vorm van de werkwoordsuitgang -mu, drukt uit een veronderstelling of voorspelling |
| nagarearuku-流れ歩く | ronddwalen; rondzwerven; rondtrekken |
| nagaremono-流れ者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| nagedasu-投げ出す | weggeven; wegsmijten; rondstrooien |
| nagetsukeru-投げつける | gooien [werpen] (naar); op de grond gooien [smijten] |
| naichi-内地 | het eigen land; binnenlands grondgebied |
| naritatsu-成り立つ | (een deal) sluiten; voltooien; afronden; tot een overeenkomst komen |
| neagari-根上がり | wortels van een boom die boven de grond zichtbaar zijn |
| nejifuseru-捩じ伏せる | iemand tegen de grond werken; iemand op de grond gooien [vasthouden] |
| nekorobu-寝転ぶ | (op de grond) gaan liggen; plat [uitgestrekt] liggen |
| nekosogi-根刮ぎ | ontworteling; het met wortel en al uit de grond trekken |
| nekoze-猫背 | een ronde rug; een bochel; iem. die krom loopt |
| nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
| nerikō-練り香 | een ronde plak wierook (gemaakt van een mengsel van verschillende geurpoeders) |
| neshōgatsu-寝正月 | de nieuwjaarsvakantie [de vrije dagen rond nieuwjaar] in bed doorbrengen |
| newaza-寝技 | (judo) grond (klem) technieken |
| nichirin-日輪 | de zon (benaming n.a.v. de ronde vorm) |
| nigemadou-逃げ惑う | (in paniek) proberen te ontsnappen; ongecoördineerd rondrennen om te ontsnappen |
| nihonkokukenpō-日本国憲法 | de Japanse Grondwet |
| nīrusenchōsa-ニールセン調査 | kijkcijferonderzoek uitgevoerd door de Nielsen Company (waarvan de Japanse tak werd opgericht in 1961) |
| nishasannyū-二捨三入 | een rekenmethode waarbij decimalen van 2 of lager naar beneden worden afgerond, en van drie of hoger naar boven) |
| nishihankyū-西半球 | het westelijk halfrond; het Westen |
| nobe-野辺 | (op; rond) het veld |
| nobemenseki-延べ面積 | totale oppervlakte; totale vloeroppervlak [grondoppervlak] |
| nōchi-農地 | landbouwgrond |
| noriageru-乗り上げる | aan de grond lopen; vastlopen; stranden |
| norukasoruka-伸るか反るか | erop of eronder; alles of niets |
| noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
| nozoku-覗く | gluren; (nieuwsgierig) rondneuzen |
| nukeana-抜け穴 | geheime doorgang; ondergrondse doorgang [passage]; uitweg |
| numachi-沼地 | moerasgrond; moerasachtig gebied |
| nyū・taun-ニュー・タウン | nieuwe woonwijk rondom een grote stad |
| ōbāhōru-オーバーホール | revisie; (grondige) controlebeurt [inspectie] |
| ochoboguchi-おちょぼ口 | klein rond mondje; getuite lippen |
| oeru-終える | beëindigen; afronden (studie); bereiken |
| okken-憶見 | op veronderstellingen [speculatie; vermoeden] gebaseerde mening |
| ōkō-横行 | het doelloos rondlopen [zich verplaatsen; zich voortbewegen]; het zijwaarts zich verplaatsen [voortbewegen] |
| okuni-御国 | (hist.) grondgebied van een daimyo |
| okunoin-奥の院 | Oku-no-in, begraafplaats op Koyasan; laatste rustplaats van Kukai (de grondlegger van het Shingon boeddhisme) |
| okusetsu-憶説 | hypothese; veronderstelling; speculatie; aanname |
| onigiri-お握り | onigiri, een rijstbal (rond of driehoekig), vaak gevuld en met een stuk nori (geroosterde zeewier) eromheen gevouwen |
| oogiri-大切り | einde; afsluiting; afronding |
| ooyoso-大凡 | basis; grondslag; (bij) benadering; in grote trekken; in het algemeen; ruwweg |
| opushonaru・tsuā-オプショナル・ツアー | optionele excursie; facultatieve rondleiding (bij een geboekte reis) |
| osaekomi-抑え込み | (judo) houdgreep door de tegenstander op de grond te drukken |
| osaekomi-押さえ込み | het iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
| osaekomu-押さえ込む | iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
| oshihakaru-推し量る | vermoeden; veronderstellen; raden; speculeren |
| otabisho-御旅所 | de plaats waar een draagbaar schrijn dat op de feestdagen wordt rondgedragen wordt bewaard |
| ōtomatto-オートマット | mat ter versteviging van zachte ondergrond van parkeerterreinen |
| panorama-パノラマ | een panorama (schilderij op doek van halve of hele cirkel met realistische voorgrond, een uitvinding van Robert Barker |
| papiekore-パピエコレ | papier collé; collage (van stukken papier op een ondergrond gelijmd) |
| puran-プラン | ontwerp; plattegrond; blauwdruk |
| purinshipuru-プリンシプル | grondbeginsel; principe |
| raito-ライト | (grond)recht |
| rakkarōzeki-落花狼藉 | bloemen (of andere dingen) die (in wanorde) verspreid over de grond liggen |
| rakkī・zōn-ラッキー・ゾーン | (honkbal) de gelukszone (tussen het gewone hek rond het veld en een hek dat daarbinnen is geplaatst om het slaan van homeruns makkelijker te maken) |
| rappu-ラップ | een (baan)ronde (sport) |
| rappu・taimu-ラップ・タイム | rondetijd |
| raundo-ラウンド | rond; cirkelvormig |
| raundo-ラウンド | ronde; patrouille |
| raundo-ラウンド | ronde (van wedstrijd, onderhandelingen, e.d.) |
| reichi-霊地 | heilige grond |
| reijō-霊場 | heilige grond |
| rekiran-歴覧 | het rondkijken |
| rekiyū-歴遊 | tour; trip; (rond)reis (te voet) |
| rensaku-連作 | herhaalde teelt van dezelfde gewassen op dezelfde grond |
| resu-レス | löss (kleigrond) |
| rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
| rikutsu-理屈 | argument; bewijs(grond); interpretatie |
| rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
| rireki-履歴 | iemands voorgeschiedenis [achtergrond; verleden; carrière] |
| roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
| robata-炉端 | dichtbij [rond] de (open) haard |
| roji-露地 | (open) veld; kweekgrond in de openlucht; onoverdekte binnentuin; tuin bij theehuis |
| rōnin-浪人 | (in de oudheid) wereldreiziger; iemand die rondreiste zonder een direct einddoel |
| ronkyo-論拠 | de basis van een argument; bewijsgrond |
| roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
| rusetsu-流説 | ongegrond verhaal [gerucht; verslag] |
| ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
| ryōbun-領分 | gebied; territorium; grondbezit |
| ryōdo-領土 | eigen grond; grond in eigendom; nationaal grondgebied |
| ryōkū-領空 | het luchtruim (boven het grondgebied) van een natie (en de territoriale wateren) |
| ryokujūji-緑十字 | een groen kruis op een witte achtergrond (veiligheidssymbool) |
| ryūgen-流言 | (ongegrond) gerucht; verzonnen bericht [verhaal]; verzinsel; kletspraatje |
| ryūjin-流人 | iemand die rondzwerft [rondtrekt] buiten het geboorteland; zwerver |
| ryūsetsu-流説 | ongegrond verhaal [gerucht; verslag] |
| sabuwei-サブウェイ | metro; ondergrondse (trein) |
| saguru-探る | (rond)tasten; zoeken [voelen] naar |
| saidosurō-サイドスロー | (sidearm) een worp met de arm evenwijdig aan de grond (honkbal) |
| saika-裁可 | (onder de Meiji grondwet) officiële goedkeuring van de keizer voor wetsvoorstellen en begrotingen |
| saiken-細見 | gedetailleerde kaart [plattegrond; gids] |
| sairo-サイロ | raketsilo (ondergrondse opslag voor raketten) |
| saisei-再製 | herproductie; recycling (een product uit elkaar halen en de grondstoffen hergebruiken voor een nieuw product) |
| saizensen-最前線 | voorgrond; frontline; voorhoede; spits |
| sakimaruchizeru-先丸チゼル | een beitel met een ronde kop |
| sākitto-サーキット | ronde; tour |
| sakudo-作土 | toplaag; oppervlakte grond [aarde]; bewerkte [geploegde] grond |
| sandawara-桟俵 | ronde deksel van stro (werd gebruikt voor het afdichten van een baal rijst) |
| sankan-参観 | het bezoeken; inspecteren; rondkijken |
| sansakusuru-散策する | wandelen; rondlopen; kuieren; slenteren |
| sasshiyōfude-サッシ用筆 | ronde of brede kwast (om houtwerk zoals kozijnen te verven) |
| sassuru-察する | veronderstellen; vermoeden; de indruk krijgen; concluderen |
| seichi-生地 | geboorteplaats; geboortegrond |
| seichi-聖地 | heilige plaats; heilige grond |
| seien-正円 | perfecte [perfect ronde] cirkel |
| seiiki-聖域 | gewijde grond; heilige plek [plaats] |
| seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
| seisatsu-精察 | grondig [zorgvuldig] onderzoek |
| seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
| sekaiichi-世界一 | de hele wereld (rond) |
| senkaisuru-旋回する | (om)draaien; ronddraaien; roteren |
| senkō-先行 | (rond)leiding; gids; leidraad; richtsnoer |
| senkō-潜行 | (fig.) het ondergronds gaan; onderduiken |
| senkōundō-潜行運動 | ondergrondse beweging |
| sentaishō-線対称 | axiale symmetrie (rond een as of een lijn) |
| settingu-セッティング | instelling; het instellen; kader; achtergrond; omlijsting |
| shakuchi-借地 | pachtgrond |
| shichi-死地 | (levens)gevaarlijke plek [situatie]; de klauwen van de dood; op de rand van de afgrond |
| shichiku-紫竹 | een stevige hoge (donkerpaarse) bamboesoort (wordt vaak rond huizen geplant als windbreker) |
| shichiyō-七曜 | een familiewapen (bestaande uit zes kleine cirkels rond een centrale cirkel) |
| shidōgenri-指導原理 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
| shidōhōshin- 指導方針 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
| shigen-資源 | grondstoffen |
| shijin-至人 | iemand die de geheimen van Tao heeft doorgrond |
| shijitai-支持体 | ondergrond voor schilderingen (zoals papier, karton, canvas, metaalplaten en muuroppervlakken) |
| shimau-仕舞う | (voorafgegaan door een werkwoord in de te-vorm) (iets) afronden [helemaal afmaken] (vaak met de connotatie dat het helaas niet meer |
| shime-締め | afronding; afsluiting; voltooiing |
| shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
| shindo-心土 | onderste [ongeploegde] bodemlaag (aarde; grond) |
| shinkara-心から | van nature; oprecht; uit de grond van mijn hart; van harte |
| shinkenpō-新憲法 | nieuwe grondwet (m.n. de naoorlogse grondwet van Japan) |
| shintei-心底 | (uit) de grond van het hart; het diepste innerlijk |
| shin'ō-心奥 | het diepste van het hart; de grond van mijn hart |
| shirokujichū-四六時中 | de klok rond; dag en nacht; de hele tijd; altijd |
| shiromadara-白斑 | witte vlekken; vlekken (van andere kleuren) op een witte ondergrond |
| shirouo-素魚 | ijsgrondel (vis: Leucopsarion petersii) |
| shisatsu-視察 | inspectieronde; studiereis |
| shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
| shishagonyū-四捨五入 | het afronden (van getallen) |
| shisumasu-為済ます | voltooien; bereiken; (ergens in) slagen; succesvol afronden |
| shitabari-下張り | onderlaag; grondlaag |
| shitakenbun-下検分 | vooronderzoek; voorinspectie; verkenning |
| shitami-下見 | een eerste inspectie [onderzoek]; vooronderzoek |
| shitamoe-下萌え | een jonge plantenscheut [loot] die uit de grond komt |
| shitashirabe-下調べ | vooronderzoek; voorbereiding(en) |
| shitchi-湿地 | moeras; moerasland; drasland; drassig gebied; drassige grond |
| shītopairu-シートパイル | metalen beschoeiing [damwand] (voor grondwerkzaamheden) |
| shizai-資材 | (grond)stof; materiaal |
| shodai-初代 | de oprichter; grondlegger; stichter |
| shodōsōsa-初動捜査 | het eerste onderzoek; initieel onderzoek (door de politie); vooronderzoek |
| shoe-所依 | (boeddh.) basis; grondslag; grondbeginsel |
| shōhinsakimonotorihiki-商品先物取引 | termijnhandel in grondstoffen; handel in grondstoffenfutures |
| shoho-初歩 | de basis; de grondbeginselen; het beginstadium; de eerste stappen; het ABC (van) |
| shōman-小満 | (één van de 24 zonnetermen van de maankalender) de 8ste term (rond 21 mei van de zonnekalender) |
| shōmyō-小名 | (Edo-periode) een feodale heer met een relatief klein grondgebied |
| shōnenba-正念場 | het moment van de waarheid; een keerpunt (in het leven); alles-of-niets [erop-of-eronder] situatie |
| shoshi-書誌 | uitleg en beschrijving van boeken (over formaat, materiaal (grondstoffen) en productiewijze) |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shōsho-小暑 | het (milde) begin van de steeds warmer wordende zomerperiode (rond 7 juli) |
| shu-珠 | (in kanji combinaties) parel; ronde bal; kraal |
| shuchō-主調 | hoofdtoon; grondtoon |
| shūgyō-修業 | training ter uitbreiding van kennis en vaardigheden; afronding [voltooiing] van een opleiding |
| shūryōsha-修了者 | iemand die iets heeft afgemaakt [afgerond] (b.v. een studieprogramma) |
| shutsubotsu-出没 | frequente [wisselende] verschijningen; het rondwaren |
| sodaigomi-粗大ごみ | (humoristisch) een nietsnut (m.n. een echtgenoot die na pensionering thuis rondhangt en verder niets onderneemt) |
| sōgyōsha-創業者 | oprichter; stichter; grondlegger |
| soko-底 | bodem; vloer; grond; onderkant; (rivier)bedding |
| sokotsuchi-底土 | onderste [ongeploegde] bodemlaag (aarde; grond) |
| somenuki-染め抜き | het verven van een patroon [wapen] op een achtergrond |
| somenuku-染め抜く | een patroon verven (op een achtergrond) |
| sōmō-草莽 | plek waar gras groeit; grasgrond; grasland |
| sōtei-想定 | veronderstelling; hypothese; aanname; verwachting; inschatting |
| sozai-素材 | (oorspronkelijk) materiaal; materie; grondstof |
| sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
| sōzō-想像 | verbeelding; veronderstelling |
| sōzōsuru-想像する | zich verbeelden; zich voorstellen; veronderstellen |
| suisho-水書 | waterkalligrafie (het schrijven met een penseel met water i.p.v. inkt, op een speciale ondergrond) |
| suisoku-推測 | schatting; hypothese; vermoeden; veronderstelling |
| suisokusuru-推測する | gissen; raden; veronderstellen; vermoeden |
| suitei-推定 | aanname; inschatting; veronderstelling |
| suiyōeki-水様液 | waterig oogvocht (vloeistof in het oog die de ruimte tussen het hoornvlies en de lens (en rondom de lens) opvult) |
| sujiai-筋合い | reden; grond; recht (om te) |
| suku-鋤く | ploegen; de grond bewerken [omploegen] |
| sukūru・zōn-スクール・ゾーン | gebied rond een school met een snelheidsbeperking voor verkeer |
| suppari-すっぱり | volledig; grondig; totaal; in één klap |
| supuritto・taimu-スプリット・タイム | tussentijd; rondetijd |
| suraidingu-スライディング | sliding (bij sport: glijdende beweging over de grond met de benen vooruit) |
| suriashi-摺り足 | een schuifelende [sloffende; glijdende] loop (met de voeten over de grond slepend) |
| suru-する | oordelen; beschouwen (als); veronderstellen |
| sutokku・infurēshon-ストック・インフレーション | (Eng.: stock inflation) voorraadinflatie (waarbij de prijzen van activa zoals grond en voorraden stijgen) |
| sutorīkingu-ストリーキング | het blootflitsen; naaktflitsen (buiten naakt rondrennen) |
| taberu-食べる | leven (van); rondkomen (met) |
| tabigarasu-旅烏 | zwerver; landloper; bereisd persoon; rondtrekkende reiziger |
| tabigeinin-旅芸人 | een rondtrekkende toneelspeler [artiest] |
| tabikōgyō-旅興行 | een show op tournee; rondreizende voorstelling |
| tabimawari-旅回り | rondreis; het rondreizen |
| tabisho-旅所 | de plaats waar een draagbaar schrijn dat op de feestdagen wordt rondgedragen wordt bewaard |
| tabisō-旅僧 | reizende [rondtrekkende] priester |
| tadayou-漂う | (rond)zwerven |
| tadon-炭団 | houtskoolbriket; (rond) stukje houtskool |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| taichi-対地 | naar de grond (vanuit de lucht); tov. de grond |
| taihon-大本 | basis; fundament; grondslag |
| taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
| takeumafurugiya-竹馬古着屋 | (in de Edo-periode een rondreizende koopman met kleding op stokken) tweedehands kledingwinkel |
| takuchi-宅地 | grond voor woningbouw; woningbouwlocatie; (bouw)kavel |
| takuhatsu-托鉢 | (boeddh.) bedeltocht van een monnik; rondgang voor het vragen van aalmoezen) |
| tamajari-玉砂利 | gravel (ondergrond van rode gruis) |
| tamamoku-玉目 | een (mooie) ronde houtnerf in het hout van een boom (zoals b.v. bij de Zelkova boom) |
| tangei-端倪 | speculatie; veronderstelling; gissing |
| taruto-タルト | rond gebak met fruit, jam, e.d. |
| tataru-祟る | (rond)spoken; kwellen |
| tatazumu-佇む | stilstaan; blijven rondhangen |
| tatoe-仮令 | zelfs als; ongeacht; hoewel; veronderstellend (dat) |
| tatoi-仮令 | zelfs als; ongeacht; hoewel; veronderstellend (dat) |
| tei-底 | (wiskunde) basis; grondvlak; grondlijn |
| tekichi-敵地 | vijandelijk (grond)gebied; vijandelijk terrein |
| tenkai-転回 | omwenteling; rotatie; het ronddraaien |
| tenryō-天領 | grondgebied onder directe controle van de keizer en het keizerlijk hof |
| tenryō-天領 | grondgebied onder directe controle van het Edo-shogunaat |
| teritorī-テリトリー | grondgebied; territorium |
| tettei-徹底 | grondigheid; volledigheid; rechtlijnigheid |
| tetteiteki-徹底的 | grondig; diepgaand; volledig; compleet; intensief; van begin tot eind; van onder tot boven |
| tettōtetsubi-徹頭徹尾 | grondig; door en door; van begin tot eind |
| tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
| tobiaruku-飛び歩く | rondlopen; rondrennen; rondspringen |
| tobichigau-飛び違う | rondvliegen; rondfladderen |
| tobichiru-飛び散る | wegvliegen; rondvliegen; alle kanten opvliegen |
| tobihi-飛び火 | rondvliegende vonken [vlammen]; zich verspreidend [overspringend] vuur |
| tobikau-飛び交う | rondvliegen; rondfladderen |
| tobimawaru-飛び回る | rondvliegen; rondcirkelen (in de lucht) |
| tobimawaru-飛び回る | rondspringen; rondrennen |
| tobu-飛ぶ | vervliegen; rondvliegen; verspreid [verstrooid] worden |
| tobu-飛ぶ | (uit)sturen; rondsturen |
| tochi-土地 | grond; land; aarde; bodem |
| tochi-土地 | grondgebied; terrein; domein; territorium |
| toguro-蜷局 | het stil zitten [rondhangen] |
| tōhonseisō-東奔西走 | het constant rondrennen; druk bezig zijn |
| tokkuri-とっくり | (onomatopee) zorgvuldig; grondig |
| tokoton-とことん | (onomatopee) tot het (bittere) einde; tot het uiterste; ten volle; grondig |
| tokudō-得道 | doorgronding; begrip (van de grondoorzaken) |
| tōkutsu-盗掘 | illegale opgraving (van grondstoffen, historische kostbaarheden e.d.) |
| tomi-富 | grondstoffen [materialen] (met een economische waarde) |
| toorina-通り名 | de naam waaronder een persoon bekend is; alias; artiestennaam; bijnaam |
| torichirakasu-取り散らかす | rondstrooien; rommel maken |
| tōsuisō-透水層 | (geologie, hydrologie) onbegrensde aquifer (watervoerende laag in de ondergrond) |
| tote-とて | (na zelfstandige naamwoorden) op grond van; omdat; gezien; vanwege |
| tsuā-ツアー | toer; trip; rondreis; excursie; toernee |
| tsubu-粒 | woord voor het tellen van kleine ronde dingen |
| tsuchi-土 | aarde; klei; grond |
| tsūgyō-通暁 | een grondige kennis hebben (van); goed geïnformeerd zijn |
| tsuikyū-追究 | een grondig [diepgaand] onderzoek |
| tsuikyūsuru-追究する | grondig [diepgaand] onderzoeken |
| tsukaeru-支える | (knielend) je handen voor je op de grond leggen (als groet, of voor het betonen van eer of spijt) |
| tsukaiaruki-使い歩き | het boodschappen rondbrengen |
| tsukaibashiri-使い走り | het boodschappen rondbrengen |
| tsukkomu-突っ込む | zich verdiepen in; grondig onderzoeken; een scherpe [kritische] vraag stellen; (in een komisch stuk) schertsen |
| tsūringu-ツーリング | rondreis per auto of motor |
| tsutsugiri-筒切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
| uchinomesu-打ちのめす | (iem.) neerslaan; tegen de grond slaan; in elkaar slaan |
| uchitaosu-打ち倒す | neerslaan; tegen de grond slaan; omverwerpen |
| ukidasu-浮き出す | opvallen; afsteken tegen (b.v. een achtergrond) |
| uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
| uminooya-生みの親 | stichter; oprichter; grondlegger |
| unsui-雲水 | een rondtrekkende monnik; bedelmonnik |
| uōsaō-右往左往 | verward ronddwalen; alle kanten opgaan; dan weer hierheen dan weer daarheen |
| urochoro-うろちょろ | (onomatopee) rondhangend; dralend; treuzelend |
| urochorosuru-うろちょろする | (onomatopee) rondhangen; dralen; treuzelen |
| urouro-うろうろ | (onomatopee) rondhangend; rondslenterend |
| uruguai・raundo-ウルグアイ・ラウンド | Uruguay-ronde (Internationale onderhandelingen van 1986 tot 1994, die uiteindelijk leidden tot de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) |
| urumeiwashi-潤目鰯 | ronde haring (vis, Etrumeus teres) |
| uwasa-噂 | nieuws; het rondbrieven [rondvertellen; openbaren] |
| uzumaku-渦巻く | ronddraaien; wervelen |
| wagiri-輪切り | (gesneden in) ronde plakjes [schijfjes] |
| waimārukenpō-ワイマール憲法 | Grondwet van Weimar (van de Weimarrepubliek, 1919-1933) |
| waniguchi-鰐口 | een Japanse platte (ronde, holle) metalen gong (in tempel of heiligdom, met een touw waarmee de gelovigen de gong kunnen laten klinken) |
| waraikokeru-笑い転ける | op de grond rollen van het lachen |
| watariaruku-渡り歩く | (rond)zwerven; van de ene naar de andere plaats gaan |
| watarimono-渡り者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| yakeochiru-焼け落ちる | (totaal) afgebrand zijn; tot de grond toe afgebrand zijn; in vlammen tenondergaan |
| yakibata-焼き畑 | brand-landbouwgrond; akkers die door hakken en branden (van de begroeiing) zijn aangelegd |
| yakiharau-焼き払う | (tot aan de grond toe) afbranden; geheel uitbranden; in de as leggen |
| yakō-夜行 | nachtronde; patrouille in de nacht |
| yamaboko-山鉾 | decoratief praalstuk dat wordt rondgedragen tijdens een festival |
| yamakuzure-山崩れ | grondverschuiving; grondverzakking; aardverschuiving (ook fig.) |
| yamatoshimane-大和島根 | Yamato-shima; Yamato no Kuni; Gebied rondom Yamato (een voormalige provincie van Japan, gelegen in de huidige prefectuur Nara) (arch.) |
| yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
| yasechi-瘦せ地 | onvruchtbaar land; schrale grond |
| yashiki-屋敷 | perceel; (bouw)terrein; grondgebied (van huis met erf of landbouwgrond) |
| yasuppoi-安っぽい | vulgair; onelegant; grof; laag (-bij-de-gronds) |
| yattsukeru-やっつける | afronden |
| yochi-余地 | ruimt; plaats; plek; grond |
| yōkō-要綱 | hoofdpunt; kernpunt; (grond)beginsel; overzicht |
| yoku-良く | goed; grondig; precies; zorgvuldig |
| yokudo-沃土 | vruchtbaar land; vruchtbare grond |
| yokuya-沃野 | vruchtbaar veld; vruchtbare grond [vlakte] |
| yomikomu-読み込む | nauwkeurig lezen; grondig bestuderen |
| yoridokoro-拠り所 | basis; grond(slag); fundament |
| yosen-予選 | voorronde; kwalificatiewedstrijd; selectiewedstrijd |
| yosō-予想 | verwachting; vooruitzicht; voorspelling; veronderstelling |
| yosōsuru-予想する | verwachten; veronderstellen; voorspellen |
| yotsu-四つ | (oude naam voor) de tijd rond 10 [22] uur |
| yotsunbai-四つん這い | op handen en voeten; op handen en knieën (op de grond) |
| yuka-床 | grond; vloer; podium |
| yukima-雪間 | sneeuwvrij gedeelte op de grond |
| yūranryokō-遊覧旅行 | rondvlucht; pleziervlucht |
| yūransen-遊覧船 | rondvaartboot; plezierboot |
| yūreki-遊歴 | tour; trip; (rond)reis (te voet) |
| yūrekisuru-遊歴する | (rond)reizen; rondtrekken; een trip maken |
| yushi-諭旨 | het meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
| yushisuru-諭旨する | meedelen van beweegredenen (achtergronden) |
| zafu-座蒲 | rond zitkussen voor zen-meditatie |
| zai-材 | grondstof; materiaal |
| zaike-在家 | (in de middeleeuwen) landhuis met grondgebied |
| zairyō-材料 | ingrediënt; materiaal; grondstof; materie |
| zangen-讒言 | laster; kwaadsprekerij; belastering; ongegronde beschuldiging |
| zashō-座礁 | stranden; aan de grond lopen |
| zataku-座卓 | lage tafel waaraan men op de grond zit |
| zengo-前後 | de voor- en achterkant; rondom |
| zenkei-前景 | (landschap op de) voorgrond |
| zenkei-前景 | de voorgrond op een schilderij, foto, e.d. |
| zenreki-前歴 | iemands verleden; achtergrond; historie |
| zenshōsen-前哨戦 | voorronde; oefenwedstrijd |
| zentei-前提 | veronderstelling; aanname; uitgangspunt |
| zeppeki-絶壁 | een steile klif [rotswand]; afgrond |
| zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
| zokkon-ぞっこん | geheel; uit de grond van je hart |
| zokuryō-属領 | grondgebied; staatsgebied; territorium |
| zomeku-騒く | uitgaan [rondlopen] in rosse buurten |
| zumen-図面 | blauwdruk; cyanotypie; plattegrond; (bouw)tekening |