Kruisverwijzing
staan
| lemma | meaning |
|---|---|
| agaku-足掻く | het vechten om zijn bestaan; hard werken om te overleven |
| agaru-上がる | ontstaan; geproduceerd worden |
| aimamieru-相見える | oog in oog staan met; (recht) tegenover staan; tegemoet treden |
| aisukageryū-愛洲陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] (ontstaan in de Muromachiperiode) |
| akaji-赤字 | rode cijfers; het rood staan; schulden |
| akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
| akasabi-赤錆 | rode roest; roodbruine roestaanslag |
| akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
| akeppanashi-開けっ放し | open staand; open (gelaten) |
| akiya-空き家 | een leeg [onbewoond; leegstaand] huis |
| andon-行灯 | andon, een traditionele Japanse lamp (bestaande uit washi-papier over een frame van bamboe, hout of metaal gespannen) |
| araserareru-あらせられる | (erende vorm) zijn; bestaan |
| arazu-非ず | niet bestaan [zijn] |
| arimasu-あります | (er) zijn; bestaan |
| arimoshinai-有りもしない | onwaar; onecht; onwerkelijk; niet bestaand |
| arinsu-ありんす | bestaan; (er) zijn (een oude, beleefde vorm van arimasu, vooral gebruikt door prostituees en courtisanes in het Shin-Yoshiwara-dustrict in Edo) |
| aru-有る | zijn; bestaan |
| asaoki-朝起き | het vroeg opstaan |
| asashan-朝シャン | het haarwassen in de ochtend (na het opstaan) |
| ashiba-足場 | plaats om te staan; steunpunt; houvast |
| assaigan-圧砕岩 | een myloniet (een metamorfe steensoort, d.w.z. ontstaan uit een ander gesteente door metamorfose) |
| autosaidā-アウトサイダー | outsider; buitenstaander |
| auto・bokushingu-アウト・ボクシング | boksen staand op bepaalde afstand van elkaar |
| awaya-あわや | bijna; op het punt (staan te) (wordt niet gebruikt bij voorspoedige gebeurtenissen) |
| baishaku-媒酌 | (aanstaande huwelijks-) bemiddeling; het koppelen; tot stand brengen van een huwelijk |
| baito-バイト | byte (eenheid van informatie bestaande uit 8 bits) |
| bippu-ビップ | een vooraanstaand [belangrijk] persoon |
| bokkusu・sutoa-ボックス・ストア | een winkel waar men producten goedkoop kan aanbieden door ze niet in vakken te zetten, maar ze in de verpakkingsdozen in de winkel te laten staan |
| bugaisha-部外者 | buitenstaander; iemand buiten de (eigen) groep |
| bui・ai・pī-ブイ・アイ・ピー | VIP; vooraanstaand [belangrijk] persoon |
| byōgen-病原 | de oorsprong [het ontstaan] van een ziekte; pathogenese |
| chōdatsusuru-超脱する | transcenderen; overstijgen; onthecht zijn van; erboven staan |
| chokuritsu-直立 | rechtop (staan) |
| chokuritsusuru-直立する | rechtop staan; loodrecht omhoog stijgen |
| choritsu-佇立 | onbeweeglijk [stilstaand] zijn |
| choritsusuru-佇立する | stilstaan; bewegingloos staan |
| dashippanashinisuru-出しっ放しにする | iets aandoen [uithalen] en zo laten; de kraan aan laten staan; het water laten lopen |
| denkisutando-電気スタンド | bureaulamp; vloerlamp; staande lamp |
| deru-出る | beginnen; ontstaan; voortkomen uit |
| dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
| dokkyorōjin-独居老人 | alleenstaande [alleenwonende] oudere mensen |
| dokoroka-どころか | verre van; allesbehalve; laat staan dat; om nog maar te zwijgen van |
| dōzen-同前 | gelijk aan het voorgaande [bovenstaande]; idem (dito) |
| en'en-炎炎 | vurig [vlammend; brandend] zijn; in vlammen [brand] staan |
| faiasutōmu-ファイアストーム | vuurstorm (hevige luchtbeweging ontstaan door grote brand) |
| fāsuto・redi-ファースト・レディ | vooraanstaande vrouw; de beste vrouw (in haar vakgebied) |
| fuhōkyojū-不法居住 | onwettig verblijf; kraakactie (van leegstaand huis) |
| fuka-不可 | fout; slecht; ongepast; niet te rechtvaardigen; niet toegestaan; niet mogelijk |
| fukkatsusuru-復活する | herleven; opstaan (uit de dood); herstellen (in de oude staat) |
| fukyoka-不許可 | verboden [niet toegestaan] zijn |
| fumikoeru-踏み越える | te boven komen; doorstaan |
| fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
| furaingu-フライング | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
| furaingu・stāto-フライング・スタート | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
| fusagu-塞ぐ | verstoppen; blokkeren; in de weg staan; vastlopen |
| gaibutsu-外物 | (filosofie) dingen die bestaan in de objectieve wereld, onafhankelijk van het bewustzijn |
| gakidō-餓鬼道 | Het rijk van de hongerige geesten (een van de ongelukkige rijken van wedergeboorte in de boeddhistische cyclus van bestaan) |
| gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
| gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
| gekitaisuru-撃退する | verdrijven; afweren; terugdringen; verjagen; weerstaan |
| genkyō-現況 | huidige [bestaande] situatie |
| gesu-げす | (arch. voor ある) zijn; bestaan |
| gōdōkonpa-合同コンパ | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
| goemonburo-五右衛門風呂 | (ijzeren) badkuip met een plank die in het water zakt als je erop gaat staan (genoemd naar Ishikawa Goemon, die in kokend water geëxecuteerd werd) |
| gokaisuru-誤解する | verkeerd begrijpen; misverstaan |
| gōkon-合コン | gezellige bijeenkomst van alleenstaande jonge mensen (m.n. om een (huwelijks)partner te vinden) |
| gonyogonyo-ごにょごにょ | (onverstaanbaar) gemompel; mompelend |
| gorintō-五輪塔 | (boeddh.) een stenen pagode [grafmonument] bestaande uit 5 lagen (die verwijzen naar de 5 elementen, aarde, water, vuur, wind en lucht) |
| goun-五蘊 | (boeddhisme) de vijf khandhas (groepen van bestaan van de mens) |
| gozaimasu-ございます | (beleefde vorm voor ある) zijn; bestaan |
| gyōsei-暁星 | sterren die aan de ochtendhemel staan |
| gyūjiru-牛耳る | controleren, aanvoeren; domineren; de leiding hebben; (fig.) aan het roer staan |
| haikurasu-ハイクラス | hoogwaardig; eersteklas; vooraanstaand |
| haisui-背水 | met de rug naar het water (staand) |
| hajimaru-始まる | ontstaan; zijn oorsprong vinden |
| hajime-初め | het begin; de oorsprong; het ontstaan |
| hashigonori-梯子乗り | het uitvoeren van acrobatiek op een rechtopstaande ladder (traditioneel performance kunst bij brandweer) |
| hashigonori-梯子乗り | de persoon die acrobatiek op een rechtopstaande ladder uitvoert |
| hassei-発生 | het ontstaan; voortkomen; uitbraak (van een natuurramp, ziekte etc.) |
| hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
| hassuru-発する | beginnen; ontstaan |
| hayaoki-早起き | het vroeg opstaan |
| hayaokisuru-早起きする | vroeg opstaan |
| heiritsu-並立 | zij aan zij [op gelijke voet] staan; naast elkaar (be)staan |
| heison-併存 | coëxistentie; het naast elkaar bestaan [samenleven] |
| hiken-比肩 | het gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
| hikensuru-比肩する | gelijkwaardig [vergelijkbaar] zijn (met); gunstig afsteken (bij); op één lijn staan (met) |
| hikōkensha-被後見者 | pupil; onder voogdij staande minderjarige [onmondige] |
| himoto-火元 | brandhaard; oorsprong [ontstaan] van een brand |
| hinkonsen-貧困線 | armoedegrens; bestaansminimum |
| hinoke-火の気 | een vonk; het ontstaan van vuur |
| hitoe-単衣 | ongevoerde kimono; kimono bestaande uit één laag stof |
| hitoriaruki-独り歩き | je eigen leven leiden; op eigen benen staan |
| hitoributai-一人舞台 | solo optreden; alleen op het toneel staan |
| hitoridachi-独り立ち | het onafhankelijk zijn; op eigen benen staan |
| hitorigurashi-一人暮らし | alleen leven [wonen; een kluizenaarsbestaan; vrijgezellen bestaan; celibaat |
| hitotsuya-一つ家 | een vrijstaand huis |
| homo・erekutosu-ホモ・エレクトス | de rechtopstaande mens |
| honami-穂並み | glooiende graanvelden; opstaande [wuivende] halmen [gewassen] |
| hongimari-本決まり | (formele) definitieve beslissing; vaststaand besluit |
| honrai-本来 | oorspronkelijk [intrinsiek; op zich zelf staand] zijn |
| hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| hoshōsuru-保証する | garanderen; verzekeren; instaan (voor); garant [borg] staan |
| hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
| hottan-発端 | de oorsprong, het ontstaan; het begin |
| ichimi-一味 | (Boeddhisme) de eenheid van de veelheid van interpretatieverschillen, die afhankelijk van tijdperk, locatie en individuen ontstaan |
| ijin-偉人 | een groot man; vooraanstaand [invloedrijk] persoon |
| ijō-以上 | het (hier)bovenstaande; tot zover |
| ika-以下 | onderstaande; volgende, etc. |
| ikazoku-遺家族 | nabestaanden |
| ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
| ikihaji-生き恥 | de schaamte die men tijdens zijn leven moet verduren; leven [voortbestaan] in schaamte [schande; oneer] |
| ikinuku-生き抜く | overleven; (ellende) doorstaan |
| ikiru-生きる | leven; (blijven) bestaan |
| ikken'ya-一軒家 | een vrijstaand huis |
| ikkodate-一戸建て | vrijstaand huis [gebouw] |
| ikun-遺訓 | goede raad advies; [instructies] door een overledene achtergelaten voor nabestaanden |
| intāfea-インターフェア | hinderen; in de weg staan; belemmeren |
| irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
| iru-居る | (levende wezens) zijn; bestaan |
| ishoku-衣食 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| isshō-一生 | een leven; hele leven; levensduur; een bestaan |
| iutokorono-言うところの | wat men noemt; zoals het genoemd wordt; de zogenaamde; bekend (staand) als; bij wijze van spreken |
| iwan'ya-況んや | nog (veel) meer; laat staan dat, om maar niet te spreken van; om nog maar te zwijgen over |
| izoku-遺族 | nabestaanden; familie van de overledene |
| izu-出づ | beginnen; ontstaan; voortkomen uit |
| jikyūsuru-持久する | volharden; volhouden; doorzetten; weerstaan |
| jinsei-人世 | de mensenwereld; deze wereld; het (menselijk) bestaan; de maatschappij |
| jisha-侍者 | dienaar (bij vooraanstaande [adellijke] families) |
| jisoku-自足 | zelfstandigheid; onafhankelijkheid; op eigen benen kunnen staan; autarkie |
| jitsuzai-実在 | bestaande conditie [situatie; toestand]; realiteit |
| jitsuzon-実存 | het bestaan [leven; zijn]; existentie |
| jōbi-常備 | paraat zijn; klaar staan |
| jōzu-上図 | bovenstaand figuur [diagram]; de illustratie hierboven |
| jūchin-重鎮 | een vooraanstaande figuur; autoriteit [expert] (in zijn/haar vakgebied) |
| kaden-家伝 | boekwerk waarin familie overleveringen, kennis e.d. staan beschreven |
| kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
| kaishakōseihō-会社更生法 | Wet op de Bedrijfsreorganisatie (om bedrijven die op de rand van een faillissement staan te helpen reorganiseren) |
| kajitori-舵取り | (lett. of fig.) het sturen (in een bepaalde richting); aan het roer staan; leiderschap; leiding |
| kakawarazu-拘わらず | ongeacht; hoewel; ondanks; maar toch; niettegenstaande |
| kaketori-掛け取り | het innen van (openstaande) rekeningen |
| kaki-下記 | het volgende; onderstaande; hieronder genoemde |
| kakutaru-確たる | eker; vaststaand; duidelijk; overtuigend |
| kamaeru-構える | een bepaalde houding aannemen (b.v. ter verdediging); gereed hebben; bij de hand hebben; klaar staan (om te); voorbereiden |
| kankasuru-看過する | iets over het hoofd zien; toleren; door de vingers zien; oogluikend toestaan |
| kanteki-監的 | (bij schietwedstrijden) dicht bij het doel [de schietschijf] staan en kijken of er raak geschoten is |
| kan'yōon-慣用音 | ingeburgerde Sino-Japanse lezing, die niet tot een van de bestaande on-yomi behoort |
| kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
| kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
| kashikoshi-貸し越し | openstaande rekening; het rood staan |
| kasu-仮す | toestaan; verlenen |
| kataoya-片親 | een alleenstaande ouder |
| katsuro-活路 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
| kazokuseido-家族制度 | systeem waarin familieleden onder sterke controle staan van het familiehoofd |
| kazu-下図 | benedenstaand figuur [diagram]; illustratie hieronder |
| kedo-けど | maar; echter; hoewel; alhoewel; toch; niettemin; niettegenstaande |
| kenketsusuru-献血する | bloed doneren; bloed afstaan (voor transfusie) |
| ketsuin-欠員 | vacature; openstaande betrekking [positie; post] |
| kiboku-亀卜 | waarzeggerij met behulp van het schild van een schildpad (door dat te verbranden en daarna het patroon van de scheuren die waren ontstaan te bekijken) |
| kihin-貴賓 | een vooraanstaande [hooggeplaatste] gast [klant]; eregast |
| kijin-貴人 | iemand met een hoge sociale status; iemand uit een hoogstaande familie; edelman |
| kikan-気管 | tracheae (ademhalingsorgaan van insecten, bestaande uit buisvormige structuren door het hele lichaam) |
| kikenshinshi-貴顕紳士 | edele en vooraanstaande heren; personen met een hoge status, met aanzien en invloed |
| kikichigai-聞き違い | het verkeerd horen [verstaan] |
| kikimorasu-聞き漏らす | iets niet (goed) horen [verstaan] |
| kikiotosu-聞き落とす | iets niet (goed) horen [verstaan] |
| kikisokonau-聞き損なう | verkeerd [niet goed] horen [verstaan] |
| kikitodokeru-聞き届ける | toestaan; toegeven; accepteren; aanhoren |
| kikitoru-聞き取る | horen [begrijpen; verstaan] wat iemand zegt |
| kikizurai-聞き辛い | moeilijk te horen [verstaan; vragen] |
| kikyo-起居 | iemands houding en gedrag [handelingen]; iemands bewegingen [staan of zitten]; iemands dagelijkse leven |
| kioitatsu-気負い立つ | staan te popelen; staan te trappelen (om iets te doen) |
| kirai-嫌い | hekel hebben; tegenstaan; vies vinden (van eten) |
| kishō-起床 | het opstaan; het bed verlaten |
| kōensuru-後援する | (financieel) steunen; ondersteunen; helpen; bijstaan; financieren; sponsoren; begunstigen |
| kohitsu-古筆 | (hoogstaande) geschriften uit de Nara en Heian periode |
| kokusho-国初 | het begin [ontstaan] van een natie |
| komakai-細かい | klein; minuscuul; fijn (uit kleine deeltjes bestaand) |
| konomama-此の儘 | op deze manier; zoals het nu is; zoals de zaken er nu voorstaan |
| konpo-コンポ | (afk. voor component) stereo-installatie bestaande uit verschillende componenten |
| konzai-混在 | het naast elkaar bestaan; samengaan; vermengen |
| koraeru-堪える | verdragen; verduren; weerstaan; uithouden; doorstaan; volhouden |
| koritsu-孤立 | geïsoleerdheid; alleen(staand) zijn; op zichzelf aangewezen zijn; eenzaamheid |
| kōsan-降参 | het verstomd doen staan; sprakeloosheid |
| kōsoku-高足 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
| kotaerarenai-堪えられない | onweerstaanbaar; geweldig; fantastisch (goed) |
| kōtei-公定 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
| kototariru-事足りる | volstaan; genoeg [voldoende] zijn |
| kowai-怖い | bang; angstig; angstaanjagend; eng |
| kuchisugi-口過ぎ | levensonderhoud; middelen van bestaan |
| kuiamasu-食い余す | het bord niet leegeten; eten laten staan |
| kuichigau-食い違う | elkaar kruisen; haaks staan op elkaar |
| kuitomeru-食い止める | tegenhouden; weerhouden; weerstaan; standhouden |
| kurashi-暮らし | het leven; bestaan; levensomstandigheden |
| kurau-食らう | leven; bestaan; aan de kost komen |
| kureuchi-塊打ち | het fijnmaken van de plaggen die bij het omploegen van aarde zijn ontstaan |
| kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
| kurushimu-苦しむ | lijden; gebukt gaan onder; doorstaan; verduren; gekweld worden door |
| kusarigama-鎖鎌 | traditioneel Japans wapen bestaande uit een ketting met een sikkel (kama) eraan |
| kusshi-屈指 | toonaangevend [vooraanstaand; prominent] zijn |
| kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
| kyokasuru-許可する | toestaan; toestemmen; goedkeuring |
| kyoyōsuru-許容する | toestaan; toelaten; tolereren; veroorloven; permitteren |
| kyōzon-共存 | co-existentie; het vreedzaam naast elkaar bestaan [leven] |
| kyūjosuru-救助する | redden; helpen; (onder)steunen; bijstaan |
| kyūkan-旧館 | een oud gebouw; een reeds bestaand gebouw |
| kyūshūgappei-吸収合併 | een bepaald soort bedrijfsfusie door overname (één van de betrokken bedrijven blijft bestaan, het andere bedrijf verdwijnt) |
| machikamaeru-待ち構える | klaar staan [zijn] (om te); voorbereid zijn; uitkijken naar |
| machikaneru-待ち兼ねる | ongeduldig wachten (op); in afwachting zijn (van); staan te popelen (om) |
| makiokosu-巻き起こす | veroorzaken; doen ontstaan [opwaaien]; ophef veroorzaken |
| makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
| marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
| masani-正に | precies op dat moment; op het punt staan (om) |
| matsu-待つ | wachten; afwachten; verwachten; op wacht staan |
| meika-名家 | beroemde [vooraanstaande] familie |
| miharu-見張る | op wacht staan; op de uitkijk staan; bewaken |
| mishūnyūkin-未収入金 | openstaande rekening |
| misuteru-見捨てる | (het) opgeven; verlaten; in de steek laten; afstaan |
| mitoku-味得 | volledige appreciatie [waardering] (van iets van hoogstaande kwaliteit) |
| mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
| mochikotaeru-持ち堪える | doorstaan; weerstaan; verduren |
| moeru-燃える | branden; verbranden; in brand staan |
| monoosoroshii-物恐ろしい | spookachtig; griezelig; angstaanjagend |
| motageru-擡げる | (het hoofd) opheffen; optillen; oprichten; de kop opsteken; doen ontstaan |
| motsu-持つ | op zich nemen; houden (vergadering, etc); goed houden; weerstaan; verdragen |
| muen-無縁 | zonder familie; zonder nabestaanden |
| muenbochi-無縁墓地 | een begraafplaats voor mensen zonder nabestaanden |
| muenboka-無縁墓 | een algemeen graf; een graf voor mensen zonder nabestaanden |
| muenbotoke-無縁仏 | iemand die is overleden zonder nabestaanden |
| muenshi-無縁死 | een eenzame dood (zonder nabestaanden) |
| mukaiau-向かい合う | tegenover elkaar staan |
| mukaiawase-向かい合わせ | het tegenover elkaar [oog in oog} staan; van aangezicht tot aangezicht |
| mukau-向かう | ontmoeten; staan tegenover; trotseren |
| mukiau-向き合う | tegenover elkaar [oog in oog] (komen te) staan |
| myūtanto-ミュータント | mutant (biologie; door mutatie ontstaan) |
| nagamochisuru-長持する | lang bewaren; lang volhouden [doorstaan]; houdbaar [sterk] zijn; lang meegaan (niet gauw slijten) |
| nagara-ながら | (gevoegd achter een zn., bijw. of adj. geeft het aan een tegenstelling) hoewel; ondanks; niettegenstaande |
| nage-無げ | onwaarschijnlijk; onbestaanbaar |
| nai-無い | niet bestaan; niet aanwezig zijn; er zijn [is] geen... |
| nanakorobiyaoki-七転び八起き | (spreekwoord) met vallen en opstaan (leren); al doende leert men (lett. 7 keer vallen, 8 keer opstaan) |
| narabu-並ぶ | op [in] een rij staan [gerangschikt zijn] |
| narabu-並ぶ | naast elkaar staan; parallel lopen |
| narabu-並ぶ | netjes gerangschikt zijn; uitgestald staan |
| naritatsu-成り立つ | bestaan uit; samengesteld zijn uit; gevormd worden door |
| naru-成る | bestaan uit; opgebouwd zijn uit |
| naru-生る | (lit.) ontstaan |
| nebō-寝坊 | het laat opstaan; het zich verslapen |
| nebōsuru-寝坊する | zich verslapen; laat opstaan |
| neoki-寝起き | het ontwaken; opstaan |
| neoki-寝起き | het dagelijkse bestaan [leven] |
| nigirigintama-握り金玉 | (arch.) met de handen in de zakken staan (te niksen); nietsdoen |
| nigirikobushi-握り拳 | met lege handen staan; geen geld op zak hebben; met blote handen [ongewapend] zijn |
| nimokakawarazu-にも拘わらず | ongeacht; hoewel; ondanks; maar toch; niettegenstaande |
| ninkusuru-忍苦する | verdragen; verduren; doorstaan |
| nobiagaru-伸び上がる | op je tenen staan |
| nōhei-農兵 | boerenmilitie; georganiseerde militie bestaande uit boeren |
| nokosu-残す | iets [iem.] achterlaten; laten liggen [staan] |
| noppikinaranai-退っ引きならない | onvermijdelijk; onontkoombaar; onafwendbaar; onweerstaanbaar |
| norikakaru-乗りかかる (乗り掛かる) | op het punt staan in te stappen [aan boord te gaan] (bus, trein, boot, etc.) |
| nozomu-臨む | geconfronteerd worden (met); tegenkomen; het hoofd bieden (aan); weerstaan |
| nurumayu-微温湯 | (fig.) een saai [monotoon] leven [bestaan]; een oninteressante situatie |
| nyokinyoki-にょきにょき | (onomatopee) het plotseling (de een na de ander) opkomen [ontstaan; ontspruiten]; oprijzen; omhoog groeien] |
| oki-起き | het opstaan; ontwaken; uit bed komen |
| okiagaru-起き上がる | opstaan; rechtop gaan zitten [staan] |
| okifushi-起き伏し | het gaan liggen [naar bed gaan] en (weer) opstaan |
| okigake-起きがけ | direct na het opstaan [wakker worden] |
| okinuke-起き抜け | direct bij het opstaan [wakker worden; uit bed gaan] |
| okiru-熾きる | opvlammen [ontstaan] van vuur; uitbreken van brand |
| okiru-起きる | wakker worden; opstaan |
| okiru-起きる | rechtop (gaan) staan |
| okkanai-おっかない | eng; griezelig; angstaanjagend |
| okoru-起こる | verschijnen; opkomen; ontstaan; tot stand komen |
| okoru-起こる | onstaan [opkomen] van een ziekte, e.d.; ziek worden; een aanval krijgen van; het slachtoffer worden van |
| okurigana-送り仮名 | kleine kana die naast kanji staan (en de lezing van een woord geven) |
| onrimitto-オンリミット | toegankelijk [toegestaan] voor bepaalde personen |
| ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
| ōpun-オープン | open; geopend; vrij toegankelijk; openstaand; openbaar |
| ōpun・doa-オープン・ドア | open deur; openstaande [geopende] deur |
| osorubeki-恐るべき | vreselijk; verschrikkelijk; afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend |
| purēsu・kikku-プレース・キック | trap tegen de bal vanuit een stilstaande positie (sportterm) |
| raidingu-ライディング | rijden op de golven staande op een surfplank |
| ranritsu-乱立 | het (ongeordend) naast [op] elkaar staan |
| rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
| rimawari-利回り | rendement (op een bestaand investeringsbedrag) |
| rinritsu-林立 | het (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
| rinritsusuru-林立する | (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
| risaisuru-罹災する | (ramp, etc.) doorstaan; ondergaan; verduren; lijden (onder) |
| ritsurei-立礼 | staande groet (buiging) |
| ritsuzō-立像 | staand beeld; standbeeld (ten voeten uit) |
| robu-ロブ | kapsel met halflang haar (nieuw woord dat onstaan is uit het woord voor lang haar ロング en kort haar ボブ) |
| rokudōrinne-六道輪廻 | eindeloze transmigratie van de ziel door zes werelden [bestaansniveaus] (Boeddhistisch filosofie); cyclus van wedergeboorte; zielsverhuizing |
| ryū-留 | (in kanji combinaties) stoppen; stilstaan; verblijven; verblijf(plaats); (tijdelijke) standplaats; distilleren |
| ryūzō-立像 | staand beeld; standbeeld (ten voeten uit) |
| sabaibaru-サバイバル | overleven; voortbestaan |
| sakadachi-逆立ち | handstand; op de handen [het hoofd] staan |
| sakisorou-咲き揃う | in volle bloei staan [zijn] |
| saku-咲く | bloeien; in bloei staan; tot bloei komen |
| saodachi-竿立ち | (van paarden, e.d.) het recht overeind staan; op de achterpoten staan; steigeren |
| saseru-させる | (iemand) iets laten doen; toestaan |
| sasu-さす | (iemand) iets laten doen; toestaan; veroorzaken |
| seiin-成因 | factor [oorzaak] (voor het ontstaan van een fenomeen of gebeurtenis) |
| seikatsu-生活 | het (dagelijks) leven; bestaan |
| seikurabe-背比べ | vergelijking van lengte [hoogte]; het met de ruggen tegen elkaar aan gaan staan om te kijken wie het grootste [langste] is |
| seimei-生命 | het leven; het bestaan |
| seiretsu-整列 | het in een rij gaan staan; een rij vormen |
| seiretsujōsha-整列乗車 | op een ordelijke manier in een rij gaan staan, voor het instappen in een trein |
| seiritsu-成立 | vestiging; formalisatie; verwezelijking; het onstaan |
| seisui-静水 | stilstaand water |
| seiun-青雲 | onthechting van de wereld [van het aardse bestaan] |
| seizon-生存 | het leven; bestaan; overleving |
| seizonkyōsō-生存競争 | de strijd om het bestaan |
| sen-践 | (in kanji combinaties) (op)stappen; staan (op); lopen |
| senkotsu-仙骨 | kluizenaarsbestaan; het uiterlijk van een kluizenaar |
| shichitenhakki-七転八起 | met vallen en opstaan |
| shichiyō-七曜 | een familiewapen (bestaande uit zes kleine cirkels rond een centrale cirkel) |
| shiensuru-支援する | (onder)steunen; helpen; bijstaan |
| shikamo-然も | niettemin; niettegenstaande; en toch |
| shikōsakugo-試行錯誤 | met vallen en opstaan; proefondervindelijk |
| shimeitehai-指名手配 | gezocht worden door de politie; op de lijst [poster] met door de politie verdachte [gezochte] personen staan |
| shinguru-シングル | single; alleenstaande; (voor) 1 persoon; 1-persoonskamer |
| shingurusu-シングルス | alleenstaanden; vrijgezellen |
| shinguru・mazā-シングル・マザー | alleenstaande moeder |
| shinguru・raifu-シングル・ライフ | alleen(staand) leven |
| shisui-止水 | stilstaand water |
| shisutemu・konpōnento-システム・コンポーネント | een stereo set [stereotoren] (bestaande uit afspeelapparatuur, versterker en luidspreker) |
| shitashimu-親しむ | iemand goed leren kennen; bevriend zijn [worden] met; op vriendschappelijke voet staan met; vertrouwd raken met |
| shitsugyō-失業 | zonder [verlies van] levensonderhoud [broodwinning, bestaan] |
| shizumu-沈む | naar beneden gaan; ondergaan; zinken; onder water komen te staan; wegzakken; verzakken |
| shōsenkyokuhireidaihyōheiritsusei-小選挙区比例代表並立制 | kiesstelsel bestaande uit kiesdistricten met één zetel en proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten met meerdere zetels |
| shōyōjurin-照葉樹林 | bos bestaand uit bladhoudende loofbomen; groenblijvend bos |
| sokkin-側近 | het dichtbij een machthebber [hoog geplaatste persoon] staan |
| sokuza-即座 | het bereid zijn; het klaar [op het punt] staan |
| son-存 | (in kanji combinaties) bestaan; zijn |
| sonbō-存亡 | leven of dood; bestaan; bestemming; lot |
| sonohigurashi-其の日暮らし | een onzeker [sober] bestaan leiden; (financieel) de eindjes aan elkaar knopen; van dag tot dag leven; het leven nemen zoals het komt |
| sonzai-存在 | het bestaan; het leven; de aanwezigheid |
| sonzaikan-存在感 | concreet besef van het eigen bestaan |
| sonzaisuru-存在する | bestaan |
| sonzoku-存続 | voortbestaan; voortzetting; vervolg |
| soramimi-空耳 | verkeerd horen; niet goed verstaan |
| sorenimokakawarazu-其れにも拘わらず | niettemin; desondanks; niettegenstaande; toch |
| sōsei-創製 | oorsprong; ontstaan |
| sōseisuru-創製する | ontstaan; voortkomen (uit) |
| suchīru-スチール | een still (stilstaand filmbeeld) |
| suibotsu-水没 | onderdompeling; immersie; onder water komen te staan |
| sukkuto-すっくと | rechtop (staand) |
| sumai-住まい | het wonen; leven; bestaan |
| supuritto-スプリット | (bowlen) een eerste worp waarna twee groepjes kegels blijven staan |
| sutanbai-スタンバイ | in de sluimerstand staan (van apparaten) |
| sutandingu・sutāto-スタンディング・スタート | staande start (start vanuit staande positie) |
| sutando-スタンド | bureaulamp; staande lamp |
| sutandoarōn-スタンドアローン | losstaand; zelfstandig werkend (computer) |
| sutatikku-スタティック | statisch; stationair; stilstaand |
| sutegana-捨て仮名 | kleine kana die naast de kanji staan (bij een kanbun tekst) |
| sutereotaipu-ステレオタイプ | stereotiep beeld [model]; vaststaande opvatting |
| suterotaipu-ステロタイプ | stereotiep beeld [model]; vaststaande opvatting |
| sutorenjā-ストレンジャー | vreemdeling; buitenstaander; buitenlander |
| suwaru-据わる | vast [stlstaand; gefixeerd] zijn |
| tabenokosu-食べ残す | je bord niet leegeten; eten laten staan |
| tachiagaru-立ち上がる | gaan staan; opstaan |
| tachiai-立ち合い | opstaan (uit de hurkzit) om te beginnen met worstelen |
| tachiban-立ち番 | wake; het op wacht [op de uitkijk) staan |
| tachibanashi-立ち話 | het staan te praten [kletsen] |
| tachibansuru-立ち番する | op wacht staan; bewaken; op de uitkijk staan |
| tachidooshi-立ち通し | het lang (moeten) staan (in trein, bus, etc.) |
| tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
| tachigare-立ち枯れ | het staand verwelken [verdorren] (van planten) |
| tachigui-立ち食い | het staande eten |
| tachiguisuru-立ち食いする | staande eten |
| tachigusare-立ち腐れ | het (staande) vergaan [verrotten] |
| tachihadakaru-立ちはだかる | tegemoet treden; tegenover (iem.) staan; confronteren |
| tachikurami-立ち眩み | duizeligheid bij (op)staan; orthostatische hypotensie |
| tachimi-立ち見 | (kijken vanaf een ) staanplaats |
| tachimukau-立ち向かう | tegenover iemand staan; tegenstand [weerstand] bieden |
| tachinarabu-立ち並ぶ | op een rij staan |
| tachinbō-立ちん坊 | in staande positie |
| tachisugata-立ち姿 | staande figuur [gestalte]; pose |
| tachitsukusu-立ち尽くす | stil (blijven) staan; bewegingloos staan |
| tachiwaza-立ち技 | (judo) staande (worp) technieken |
| tachiyomi-立ち読み | het staande lezen (b.v. in een boekenwinkel of bibliotheek) |
| tachizume-立ちづめ | lang (blijven) staan |
| taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
| taeru-耐える | weerstaan; trotseren; doorstaan; weerstand bieden |
| tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
| taigensuru-体現する | belichamen; model staan voor |
| taiji-対峙 | het tegenover elkaar staan; confrontatie |
| taijisuru-対峙する | tegenover elkaar staan; het hoofd bieden aan; niet wijken voor |
| taimen-対面 | tegenover elkaar staan; confrontatie |
| taininsuru-退任する | terugtreden; ontslag nemen; zijn plaats afstaan |
| taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
| takeritatsu-哮り立つ | (van dieren) het (angstaanjagend) brullen; huilen; blaffen |
| tamageru-魂消る | verbaasd zijn; verbijsterd zijn; versteld staan |
| tanin-他人 | de ander(en); andere mensen; buitenstaander |
| tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
| tasukeru-助ける | helpen; redden; hulp verlenen; bijstaan |
| tatazumu-佇む | stilstaan; blijven rondhangen |
| tatekan-立て看 | (staand) uithangbord; reclamebord |
| tatetoosu-立て通す | (tot het einde) voortduren [blijven bestaan] |
| tatsu-立つ | (rechtop) staan; gaan staan; opstaan (uit een stoel, etc.) |
| tatsu-立つ | zichzelf staande houden |
| tazuki-方便 | middelen van bestaan; levensonderhoud |
| tegusunehiku-手薬煉引く | klaar [gereed] staan; alert zijn; op de uitkijk staan |
| teishisuru-停止する | stoppen; stilstaan |
| tekishisuru-敵視する | vijandig staan tegenover; iemand als vijand beschouwen [tegemoet treden] |
| tekitaisuru-敵対する | vijandig staan (tegenover); strijden; vechten |
| temochishikin-手持ち資金 | ter beschikking staande fondsen; geld [kapitaal] dat er beschikbaar is |
| tenchikaibyaku-天地開闢 | de schepping [het ontstaan] van hemel en aarde |
| tetsudau-手伝う | helpen; bijstaan; assisteren |
| tōban-登板 | (honkbal) op de werpheuvel (gaan) staan; als pitcher (werper) optreden |
| tobihanareru-飛び離れる | ver uit elkaar zijn [staan] |
| tobiokiru-飛び起きる | uit het bed springen; (snel) opstaan; overeind springen |
| tōga-冬芽 | bloem- of (blad)knoppen die gedurende de late zomer tot aan de herfst onstaan, de winter in dormante staat doorbrengen, om uiteindelijk in de lente op |
| tokobanare-床離れ | het opstaan (uit bed) |
| toppa-突破 | het doorstaan; bereiken |
| toraiaru・ando・erā-トライアル・アンド・エラー | met vallen en opstaan; proefondervindelijk |
| toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
| tōsansunzen-倒産寸前 | het op de rand van het faillissement staan; op het punt staan om failliet te gaan |
| tosu・battingu-トス・バッティング | (honkbal) peppergame, oefening waarbij ballen herhaaldelijk naar een slagman worden gegooid, die ze terugslaat naar dichtbij staande veldspelers |
| totsuzenhen'itai-突然変異体 | mutant (biologie; door mutatie ontstaan) |
| tozama-外様 | buitenstaander (van een groep) |
| tsubomu-蕾む | in de knop staan; knoppen hebben; ontluiken |
| tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
| tsukaru-漬かる | ondergedompeld [doorweekt] zijn [worden]; onder water staan |
| tsumadateru-爪立てる | op de (topjes van) zijn tenen staan |
| tsumadatsu-爪立つ | op je tenen staan |
| tsumasakidatsu-爪先立つ | op je tenen staan |
| tsunagaru-繋がる | in relatie staan tot; verwijzen naar |
| tsunbosajiki-聾桟敷 | de dovengalerij (bovenste rijen stoelen in de schouwburg waar de verstaanbaarheid van het toneel slecht is) |
| tsurikawa-吊り革 | hanglus (waaraan staande passagiers zich kunnen vasthouden in tram, bus, metro, e.d.) |
| u-有 | (in kanji combinaties) zijn; bestaan; worden |
| ukiashidatsu-浮き足立つ | klaar staan om te vluchten [weg te rennen]; onrustig worden; wankelen |
| unzarisuru-うんざりする | (onomatopee) ziek [moe] worden van; het zat zijn; tegenstaan; een aversie hebben tegen; tegen de borst stuiten; vervelen |
| urikakesaiken-売掛債権 | vordering; openstaande rekening |
| ussō-鬱蒼 | dichte bebossing; donkere [dicht op elkaar staande] bomen |
| uyū-烏有 | niets; niet bestaand; helemaal niets |
| uzuuzusuru-うずうずする | (onomatopee) staan te popelen; ongeduldig wachten; je handen jeuken |
| wakōdōjin-和光同塵 | het niet overmatig tonen van kennis en daardoor met anderen in goede verhouding kunnen staan |
| yamuoenai-已むを得ない | onvermijdelijk; onweerstaanbaar |
| yarikirenai-遣り切れない | on(ver)draaglijk; onuitstaanbaar; onduldbaar |
| yaru-遣る | geven; aanbieden; toestaan |
| yasegaman-瘦せ我慢 | het (met moeite) doorstaan [verdragen] |
| yasurau-休らう | (lit.) stoppen; stilstaan |
| yoha-余波 | boeggolven; (secundaire) golven ontstaan door schepen |
| yohodo-余程 | op het punt staan (om te) |
| yojijukugo-四字熟語 | vierkarakterwoord; woord bestaande uit vier karakters [kanji] |
| yōjin-要人 | VIP; belangrijke [vooraanstaande] persoon |
| yōki-妖気 | angstaanjagende [griezelige; spookachtige] sfeer |
| yokotawaru-横たわる | in de weg staan; te wachten staan |
| yoppodo-余っ程 | op het punt staan (om te) |
| yosakoi-よさこい | yosakoi (een Japanse danssoort, ontstaan in 1954 in Kōchi, Shikoku) |
| yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| yosomono-余所者 | (geen standaard term, soms onbeleefd) buitenlander; vreemdeling; buitenstaander; outsider |
| yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
| yurusu-許す | toestaan; toelaten |
| yūryokukigyō-有力企業 | invloedrijk [vooraanstaand; groot] bedrijf |
| yūsū-有数 | prominent [vooraanstaand; beroemd; illuster] zijn |
| zain-ザイン | bestaan; wat is |
| zaiseki-在籍 | ingeschreven staan; aangemeld zijn (bij een school, vereniging, sportclub, etc.) |
| zanrui-残塁 | (honkbal) honklopers die nog op een honk staan (zonder te scoren) aan het einde van een inning |
| zanson-残存 | overleving; voortbestaan |
| zatsuboku-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
| zekku-絶句 | het stoppen met praten; geen woorden (ervoor) hebben; met de mond vol tanden staan |
| zenbun-前文 | het bovenstaande; eerdergenoemde |
| zenkei-前掲 | voornoemde; bovenvermeld; bovengenoemd; bovenstaand |
| zennōshinkyōkai-全能神教会 | de Kerk van de Almachtige God (christelijke religieuze beweging, ontstaan in China, 1991) |
| zense-前世 | een vorig leven [bestaan] |
| zenshō-前生 | een vorige leven [bestaan] |
| zenshutsu-前出 | het bovengenoemde [bovenstaande; eerdergenoemde] |
| zōki-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
| zokkō-続稿 | een doorlopend manuscript; voortzetting [uitbreiding] van een bestaand manuscript |
| zokuseken-俗世間 | het dagelijkse bestaan |
| zuiheishikō-水平思考 | het lateraal denken (het anders ordenen van bestaande informatie om zo tot nieuwe informatie te komen) |