Kruisverwijzing
vorm
| lemma | meaning |
|---|---|
| adohokurashī-アドホクラシー | adhocratie (bestuursvorm); ad hoc beleid |
| aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
| ainaru-相成る | (formele vorm van) worden |
| amashoku-甘食 | een zoet broodje (in de vorm van een berg) |
| amedama-飴玉 | druppelvormige snoepjes; toffees; drop |
| amenbō-飴ん棒 | een (staafvormige) lolly |
| anagama-穴窯 | anagama-oven (voor aardewerk; tunnelvormig, oorspronkelijk in een helling gegraven) |
| anego-姉御 | oudere zus (beleefdheids vorm) |
| angurushi-アングル紙 | L-vormig hoekmateriaal van karton (ter ondersteuning en bescherming van producten, zoals glasplaten, pakketten, etc.) |
| arabakoso-あらばこそ | zonder enige (vorm van) |
| arareru-あられる | (erende vorm van aru) zijn; worden |
| araserareru-あらせられる | (erende vorm) zijn; bestaan |
| aratameru-改める | hervormen; verbeteren; corrigeren |
| arinsu-ありんす | bestaan; (er) zijn (een oude, beleefde vorm van arimasu, vooral gebruikt door prostituees en courtisanes in het Shin-Yoshiwara-dustrict in Edo) |
| ashi-悪し | (klassieke vorm van warui) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
| asutorodōmu-アストロドーム | Reliant Astrodome (ook wel genoemd Houston Astrodome, naam van een koepelvormig honkbalstadion in Amerika) |
| atariya-当たり屋 | (honkbal) goede slagman; slagman in goede vorm |
| awabigaeshi-鮑返し | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| awabimusubi-鮑結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| awajimusubi-淡路結び | in elkaar geknoopt sierdraad in de vorm van een abalone schelp (als decoratie) |
| ayatori-綾取り | afneemspel (het vormen van figuren met een touwtje om de vingers, waarvan de lussen telkens worden doorgegeven aan anderen) |
| baiohazādo-バイオハザード | biogevaar; biologisch gevaar (biologische stoffen die een gevaar vormen) |
| bakari-ばかり | (in de uitdrukking: ww.-vorm -ta+bakari geeft het aan een handeling die net is voltooid) pas; net (klaar) |
| bakeru-化ける | zich transformeren; de vorm aannemen (van) |
| bakomakura-箱枕 | een doosvormig hoofdkussen |
| banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
| betsuyō-別様 | andere stijl [vorm] |
| bukakkō-不格好 | vormloosheid; onhandigheid; onbeholpenheid |
| bunkyō-文教 | onderwijs; cultuur (ontwikkeling, vorming) |
| bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
| buzama-無様 | lelijkheid; misvormdheid; onbeholpenheid; lompheid |
| cha-茶 | thee; groene thee (meestal in de vorm お茶) |
| chakuhyō-着氷 | ijsvorming; ijsafzetting |
| chikei-地形 | topografie; geografische kenmerken; terrein; landvorm |
| chikuwa-竹輪 | Japans (hol, buisvormig) voedingsproduct (gemaakt van o.a. gepureerde vis, zout, suiker, eiwit en zetmeel) |
| chōka-長歌 | langere vorm van waka-poëzie, met regels van 5 en 7 lettergrepen, die afwisselend minstens drie keer worden herhaald (meestal eindigend met 7) |
| chōshi-調子 | conditie; vorm; staat |
| chūshihō-中止法 | het gebruik van de Japanse renyōkei werkwoordsvorm als voegwoord |
| daenginga-楕円銀河 | ellipsvormig [elliptisch] sterrenstelsel |
| daenkei-楕円形 | ellipsvorm |
| daihō-大法 | de hoogste spirituele trainingsvorm in het shingon boeddhisme |
| daikasuto-ダイカスト | het gieten (van metaal) in een vorm; gietsel; gietstuk |
| daimonji-大文字 | (afk. voor) het vuurpatroon in de vorm van de kanji 大 |
| daimonjinohi-大文字の火 | het vuurpatroon in de vorm van de kanji 大 |
| dainoji-大の字 | (de vorm van het kanji 大) met armen en benen gespreid |
| daisen-台船 | een bakvormig vaartuig (zonder motor) gebruikt voor het vervoeren van grond, zand, zware voorwerpen, kranen, etc. |
| danbatake-段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
| dandan-団団 | rond (van vorm) zijn |
| dandanbatake-段段畑 | terrasland; terrasvormige kweekvelden (op een berghelling) |
| danseihenkei-弾性変形 | elastische vervorming |
| darasu-だらす | (vorm van het werkwoord daru) uitputten; vermoeien; afmatten |
| darō-だろう | (informele vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
| dasshifunnyū-脱脂粉乳 | magere melk in poedervorm |
| dearō-であろう | (vorm van het werkwoord 'zijn'; drukt veronderstelling of vermoeden uit) zal (waarschijnlijk) (zo) zijn (dat) |
| dearu-である | zijn (neutrale vorm van het koppelwerkwoord) |
| deforume-デフォルメ | vervormen; (bewust) verkeerd weergeven |
| degozaimasu-でございます | (beleefde vorm voor です) zijn |
| deifuorume-ディフォルメ | deformatie; vervorming |
| deshijon・mēkingu-デシジョン・メーキング | besluitvorming |
| desu-です | zijn (beleefde vorm van het koppelwerkwoord) |
| doggu・reggu-ドッグ・レッグ | (Engelse golfterm) dogleg, een golfbaan in de vorm van een hondenpoot |
| dōka-どうか | alstublieft (beleefde vorm) |
| dōkei-同型 | dezelfde vorm; hetzelfde type |
| dōkei-同型 | isomorfisme; isomorfie; gelijkvormigheid |
| dōkei-同形 | gelijkvormigheid; isomorfie; isomorfisme |
| donatasama-どなた様 | (beleefde vorm) wie |
| dorai・aisu-ドライ・アイス | (Eng. dry ice) droogijs; koolzuursneeuw (vaste vorm van CO2, koolstofdioxide) |
| dorīne-ドリーネ | doline (geologie, trechtervormige inzinking) |
| ebiimo-海老芋 | een smalle taro wortel (de vorm lijkt op een garnaal) |
| echiketto-エチケット | etiquette; omgang- en beleefdheidsvormen |
| edaburi-枝ぶり | boomvorm; vorm van de boomgroei |
| editoriaru・dezain-エディトリアル・デザイン | redactionele vormgeving; redactioneel ontwerp |
| ekiden-駅伝 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
| ekidenkyōsō-駅伝競走 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
| endō-円堂 | tempelgebouw in achthoekige of zeshoekige vorm |
| enkei-円形 | cirkel; ronde vorm |
| enpitsu-円筆 | rond [cirkelvormig] schrift in kalligrafie (meer vloeiend in het geheel) |
| enpun-円墳 | cirkelvormige grafheuvel |
| ensui-円錐 | conus; kegel (vorm) |
| ensuimen-円錐面 | kegelvormig oppervlak; cirkelkegel |
| eriashi-襟足 | de haarlijn bij de nek; halslijn; de vorm van de nek [hals] |
| fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| fezaringugihō-フェザリング技法 | veervormige techniek (tekenen; schilderen) |
| figyua-フィギュア | figuur; vorm; gestalte |
| fōmaru・doresu-フォーマル・ドレス | vormelijke kleding; avondkleding; galakleding |
| fōmēshon-フォーメーション | formatie; vorming |
| fōmu-フォーム | vorm; systeem; procedure |
| fōmu-フォーム | gedaante; uiterlijk; mal; gietvorm |
| fōmu-フォーム | vorm; conditie (sport) |
| forumu-フォルム | vorm; gestalte; conditie |
| fugu-不具 | (lichamelijke) afwijking; handicap; misvorming; mismaaktheid |
| fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
| fukushiki-複式 | tweevoudige [meervoudige] vorm |
| fukusūkei-複数形 | meervoudsvorm |
| funagata-船形 | de vorm van een boot [schip] |
| fune-船 | schaal in de vorm van een boot om sashimi in op te dienen |
| furattā-フラッター | flutter (toonvervorming bij geluidsopname) |
| furīku-フリーク | misvormd [vreemd] persoon [dier] |
| futanari-双成り | tweevormigheid; dimorfisme; hermafroditisme |
| gabi-蛾眉 | mooie wenkbrauwen (in de vorm van een halve maan) |
| gachi-勝ち | (als suffix achter zelfst.naamwoorden of de renyōkeivorm van werkwoorden) de neiging hebben om; iets frequent [vaak] doen |
| gara-柄 | vorm; gestalte |
| gasshō-合従 | alliantie; alliantievorming (hist. in China van 6 koninkrijken, tegen de Qing dynastie) |
| gasshōrenkō-合従連衡 | alliantie; alliantievorming; het bundelen van krachten (hist. alliantie in China van 6 koninkrijken tegen, en met de Qing dynastie) |
| geiiki-芸域 | reikwijdte van iemand's vaardigheden (in een kunstvorm) |
| gekishi-劇詩 | versdrama (gedicht in de vorm van een toneelstuk) |
| genkei-原形 | basismodel; basisvorm |
| gensōkyoku-幻想曲 | fantasie; een instrumentaal muziekstuk met een ongedefinieerde [vrije] vorm |
| giko-擬古 | klassiek voorbeeld [traditionele stijlvorm] gebruiken [imiteren] |
| gohei-御幣 | een houten staf versierd met twee zigzagvormige papieren slingers (shide), gebruikt bij Shinto-rituelen |
| goran ni naru-御覧になる | (respectvolle uitdrukking na de -te vorm van een werkwoord) (uit)proberen; (eens) doen (en kijken hoe het gaat) |
| gōtai-剛体 | een onbuigzame [stijve; harde] vorm |
| gōtai-剛体 | (natuurkunde) een star [onvervormbaar] lichaam |
| gotoki-ごとき | (attributieve vorm van het hulpww. gotoshi) zoals; alsof; hetzelfde als |
| gozaimasu-ございます | (beleefde vorm voor ある) zijn; bestaan |
| gunkei-群形 | allerlei vormen; veelheid aan vormen |
| gurafikku・dezain-グラフィック・デザイン | grafisch ontwerp; grafische vormgeving |
| gyōseikaikaku-行政改革 | bestuurlijke hervorming |
| gyūhi-求肥 | een vorm van wagashi, traditioneel Japans snoepgoed (een zachtere variant van mochi, ook gemaakt van kleefrijst) |
| hachimonji-八文字 | (de vorm van) het Japanse karakterteken (kanji) voor het getal acht |
| hachinoji-八の字 | (de vorm van) het karakter voor 8 |
| haiburiddo-ハイブリッド | (planten, dieren) kruising; bastaardvorm |
| haihanchiken-廃藩置県 | administratieve hervorming van het Japanse staatsbestuur in 1871 (overgang van feodaal clan-systeem naar prefecturen onder centraal overheidsgezag) |
| haiku-俳句 | haiku (Japanse dichtvorm) |
| hakkotsuka-白骨化 | vergaan tot een geraamte [skelet]; skeletvorming |
| hakobune-箱船 | schip [boot] (rechthoekig qua vorm) |
| hakobune-箱船 | vat of kruik (met een dergelijke vorm) |
| hakoniwaryōhō-箱庭療法 | zandspeltherapie (vorm van speltherapie, met het plaatsen van allerlei figuurtjes in een doos met zand) |
| hakuwa-白話 | Baihuawen, schrijfvorm voor gesproken taal in China |
| hanamoji-花文字 | hoofdletters; letters versierd met bloemdessins; bloemen geplant in de vorm van letters |
| handansuru-判断する | zich een oordeel vormen; beoordelen |
| haru-張る | vormen |
| hataage-旗揚げ | een nieuwe groep [organisatie] opzetten [vormen]; een nieuw bedrijf starten |
| hatazaochi-旗竿地 | een stukje grond, ingesloten tussen andere percelen, met een aparte (onpraktische) vorm (een smalle strook met een rechthoek, zoals een vlaggenmast) |
| hattōshin-八頭身 | (van een vrouw) mooi, welgevormd [goed geproportioneerd] lichaam (acht keer zo lang als het hoofd) |
| hayagatensuru-早合点する | voorbarige conclusies trekken; te snel een oordeel vormen |
| henbō-変貌 | transformatie; gedaanteverandering; vormverandering |
| henkei-変形 | transformatie; deformatie; vervorming; verandering van vorm |
| hen'yō-変容 | transformatie; gedaanteverandering; vormverandering |
| hih-引っ | (conjunctieve vorm van 引く) wordt gebruikt als voorvoegsel voor werkwoorden, om de betekenis te versterken |
| hikanzeishōheki-非関税障壁 | non-tarifaire handelsbelemmering (de inperking van vrije handel tussen twee landen welke niet de vorm van een tarief aanneemt) |
| hishimochi-菱餅 | (driekleurige) mochi in ruitvorm, voor Hinamatsuri, het poppenfestival op op 3 Maart) |
| hishinkei-披針形 | (blad van planten) lancetvorm |
| hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
| hizumi-歪み | vervorming; verdraaiing; kromtrekking; afwijking |
| hizumu-歪む | vervormd [verbogen; misvormd; gebarsten] zijn |
| hōen-方円 | vierkante en ronde vormen |
| hōkaisei-法改正 | wetswijziging; wetsherziening; wetshervorming |
| hon-本 | (woord voor het tellen van lange cilindervormige voorwerpen, zoals pennen, flessen, etc.) |
| honji-本地 | oorspronkelijke verschijningsvorm van een Boeddha |
| honji-本地 | oorspronkelijke vorm; (iemand's) ware aard; (iemand's) diepste gedachten |
| hoshijirushi-星印 | ster(vorm); pentagram; asterisk (*) |
| hoshime-星目 | (oogziekte) stervormige vlekken op het bindvlies en het hoornvlies |
| hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| hōtō-宝塔 | toren; daktoren (in de vorm van een stoepa) |
| hyōgachikei-氷河地形 | glaciale [ijzige] landvorm |
| ichininshō-一人称 | (taalkunde) de eerste persoon; (in literatuur) de ik-persoon; ik-vorm |
| ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
| ichiritsu-一律 | eenvormigheid; gelijkvormigheid; gelijkheid |
| ichiyō-一様 | eenvormigheid; gelijkheid |
| igata-鋳型 | gietvorm; mal |
| igyō-異形 | vreemd [atypisch; afwijkend] van vorm [gedaante; uiterlijk] |
| ikusei-育成 | opvoeding; vorming; opleiding; onderricht; training |
| imējingu・tekunorojī-イメージング・テクノロジー | beeldvormingstechnieken |
| inbātā-インバーター | (computer) omvormer |
| inbenshon-インベンション | inventie (contrapuntische muziekvorm) |
| indasutoriaru・dezain-インダストリアル・デザイン | industriële vormgeving |
| ingotto・kēsu-インゴット・ケース | gietvorm (voor staaf of baar) |
| inoko-亥の子 | (afk. voor) zwijn-rijstballetje (in de vorm of kleur van een zwijn) |
| inokomochi-亥の子餅 | zwijn-rijstballetje (mochi in de vorm of kleur van een zwijn) |
| ipputasai-一夫多妻 | polygynie; veelwijverij (vorm van polygamie waarbij één man met meer dan één vrouw is getrouwd) |
| ipputasaisei-一夫多妻制 | (het gebruik) polygynie; veelwijverij (vorm van polygamie waarbij één man met meer dan één vrouw is getrouwd) |
| irassharu-いらっしゃる | gaan; komen; langskomen [op visite komen]; zijn (beleefd voor het onderwerp van de handeling en met de -masu vorm, ook nog beleefd voor de toehoorder) |
| ishikettei-意思決定 | besluitvorming |
| itai-異体 | afwijkende [ongebruikelijke] vorm |
| itaiji-異体字 | variante vorm van een karakter [letter] |
| itasu-致す | doen [maken] (in nederig-beleefde vorm) |
| iyōgazō-医用画像 | beeldvormend medisch onderzoek; medische beeldvorming |
| izenkei-已然形 | (taalkunde) izenkei (conditionele vorm) |
| jibunjishin-自分自身 | (versterkende vorm met nadruk) ik; zelf; ikzelf; mijzelf |
| jikiden-直伝 | directe overdracht van een kunstvorm [leer] van meester op student |
| jimen-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| jingoizumu-ジンゴイズム | jingoïsme (een vorm van overdreven patriottisme) |
| jisei-時制 | (grammatica) tijdsvorm; tempus |
| jishō-字性 | schrijfwijze [vorm] van een geschreven letter [karakter] |
| jitai-字体 | vorm van een kanji; lettersoort; lettertype |
| jiyūshi-自由詩 | vrije verzen (poëziestijl zonder vormbeperking) |
| jizura-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| judōtai-受動態 | (grammatica) lijdende [passieve] vorm (van een werkwoord) |
| jūjika-十字架 | een (christelijk) kruis; kruisvorm |
| junkyo-準拠 | conformiteit; aanpassing; gelijkvormigheid; overeenstemming; navolging |
| jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
| kaden-家伝 | familietraditie (vooral in verschillende kunstvormen, zoals Nō, Budō, e.d.) |
| kaenshiki-火焔式 | decoratie met de vorm van een vlam |
| kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
| kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
| kaigen-開眼 | het verkrijgen van meesterschap (in een kunstvorm)\ |
| kaikaku-改革 | hervorming; verbetering; reorganisatie |
| kaikakusuru-改革する | hervormen; verbeteren; reorganiseren |
| kaisō-改装 | het bewerken [moderniseren] van de verpakking [vormgeving] (van b.v. boeken, e.d.) |
| kajitsu-花実 | (poëzie) vorm en inhoud |
| kajō-渦状 | spiraalvormig [kolkvormig] zijn; de vorm [toestand] van een draaikolk hebben |
| kakushin-革新 | hervorming |
| kamaboko-蒲鉾 | surimi van gepureerde witvis (in de vorm van een boomstammetje) |
| kamebushi-亀節 | bonitovlokken van een stuk gedroogde tonijn (in de vorm van een schildpad-schild) |
| kamenokō-亀の甲 | het (schildpadschild-vormige) bovendek bij de boeg van een Japans schip (ter bescherming tegen opspattend water.) |
| kamisama-神様 | (erende aanspreekvorm van een) god |
| kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
| kanjō-冠状 | kroonachtige vorm |
| kanjō-環状 | ringvorm; cirkelvorm |
| kanō-化膿 | infectie; ettering; ettervorming |
| kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
| kanshō-環礁 | atol; (ringvormig) koraaleiland |
| karanenbutsu-空念仏 | (alleen voor de vorm) een boeddhistisch gebed opzeggen zonder oprecht gevoel |
| kasen-寡占 | oligopolie (monopolievorm op de markt van slechts enkele bedrijven) |
| kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
| kasha-火車 | vuur in de vorm van een wiel |
| kata-形 | vorm; figuur; patroon; stijl |
| katachi-形 | vorm (ook fig.); figuur; gedaante; gestalte |
| katai-歌体 | vorm van waka, Japanse dichtkunst |
| katayaburi-型破り | niet conform aan [afwijkend van] de conventie (van vorm, stijl, e.d.); ongewoon; ongebruikelijk; excentriek |
| kateikei-仮定形 | (werkwoordsvorm) conditionalis; voorwaardelijke wijs |
| katsuyōkei-活用形 | vervoegingsvorm; conjugatie vorm |
| kawarasenbei-瓦煎餅 | een harde rijstcracker in de vorm van een dakpan |
| keiin-契印 | een contractzegel (stempel) dat over twee bladzijden wordt gedrukt om aan te tonen dat ze één document vormen |
| keijō-形状 | vorm; structuur; uiterlijke kenmerken |
| keisei-形成 | vorming; formatie |
| keishiki-形式 | de vorm; gedaante; het uiterlijk |
| keishiki-形式 | vorm; frame; raamwerk; formaliteit |
| keishiki-形式 | (fil.) de structuur van de verschillende elementen tesamen; de essentiële vorm van iets; het essentiële kenm |
| keishikibi-形式美 | schoonheid van vorm; uiterlijke schoonheid |
| keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| keishitsu-形質 | eigenschap; vorm; kenmerk |
| keishō-形象 | vorm; beeld; afbeelding |
| keitai-形態 | vorm; verschijning; gestalte; gedaante |
| keitairon-形態論 | morfologie; vormleer |
| kemonomichi-獣道 | dierenspoor; spoor [pad] dat door dieren wordt gevormd |
| kengen-顕現 | manifestatie; verschijning; verschijningsvorm |
| kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
| kerun-ケルン | kegelvormige steen; pre-Keltisch gedenkteken |
| keshin-化身 | incarnatie; manifestatie; het verschijning van goden, Boeddha's, demonen, e.d, in menselijke vorm |
| kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
| kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
| ketsuro-結露 | condens; condensatie; condensvorming |
| kigan-奇岩 | vreemd gevormde rots; (grote) rots met een grillige vorm |
| kika-気化 | verdamping; vaporisatie; evaporatie; gasvorming |
| kikan-気管 | tracheae (ademhalingsorgaan van insecten, bestaande uit buisvormige structuren door het hele lichaam) |
| kikkō-亀甲 | (afk. voor) schildpadschild vorm; hexagonaal patroon |
| kikkōgata-亀甲形 | schilldpadschild vorm; hexagonaal patroon |
| kiku-菊 | mon (Japans familiewapen) in de vorm van een chrysant |
| kikuzure-着崩れ | verfomfaaid [vormeloos; versleten; afgedragen] zijn |
| kīkyoku-キー局 | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
| kinrōshazaisankeiseiseido-勤労者財産形成制度 | Werknemers Vermogensvorming Systeem (Eng.: Workers Property Formation System) |
| kin'itsu-均一 | uniformiteit; eenvormigheid; gelijkheid |
| kishina-来しな | (shina is een achtervoegsel aan de werkwoordsvorm ki- van kuru (komen)) als je komt; op weg; onderweg |
| kī・sutēshon-キー・ステーション | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
| koban-小判 | ovaal; ellips (vorm) |
| kōdanshi-講談師 | (in theatervormen, zoals rakugo e.d.) de verteller |
| kōgyōdezain-工業デザイン | industriële vormgeving; industrieel ontwerp |
| kōgyōishō-工業意匠 | industriële vormgeving |
| koinobori-鯉幟 | traditionele karpervormige wimpels [windzakken] (worden in Japan opgehangen tijdens het Jongensfestival op 5 mei) |
| kokei-固形 | vaste stof [vorm]; vast lichaam |
| kokeienogu-固形絵具 | harde verfstof; verf in vaste vorm (b.v. in blokjes in een verfdoos) |
| kokutai-国体 | staatsbestel; staatssysteem; regeringsvorm |
| konbātā-コンバーター | omvormer; converter; omzetter |
| konpakuto-コンパクト | een kleinere vorm [uitvoering] |
| kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
| kotsuka-骨化 | beenvorming; botvorming |
| kuchimoto-口元 | rond de mond; de vorm van een mond |
| kuchitsuki-口付き | vorm van de mond |
| kuda-管 | (afk. voor) (muziekinstrument) pijpfluit (kleine buisvormige fluit die op het slagveld wordt gebruikt) |
| kudanofue-管の笛 | (muziekinstrument) pijpfluit (kleine buisvormige fluit die op het slagveld wordt gebruikt) |
| kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
| kumiau-組み合う | samengaan; zich verenigen; een vereniging [verbond] vormen |
| kurowassan-クロワッサン | croissant (halvemaanvormig broodje) |
| kurui-狂い | afwijking; misvorming; ernaast (zitten); (ver) naast het doel |
| kuzushigaki-崩し書き | het schrijven van kanji in verkorte vorm |
| kyōgen-狂言 | Kyōgen, traditioneel komisch Japans theater (vormt samen met Nō het Nōgaku theater) |
| kyōsei-矯正 | correctie; hervorming; verbetering; reclassering |
| kyōzō-経蔵 | soetra-pitaka (verzameling van soetra's, die samen met de voorschriften en de verhandelingen de Tripitaka (drie manden) van het boeddhisme vormen) |
| kyūjitai-旧字体 | oude traditionele Japanse kanji schriftstijl (voor de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| kyūkei-弓形 | boog; boogvorm |
| kyūkin-球菌 | (bolvormige bacterie) coccus; kok; kogelbacterie |
| kyūmen-球面 | (wiskunde) bolvormig oppervlak |
| makigai-巻き貝 | huisjesslak; spiraalvormig schelpdier |
| manbo-マンボ | mambo (Cubaanse dans en muziekvorm) |
| manjūgasa-饅頭笠 | een platte hoed dop met een afgeronde bovenkant (als de vorm van een gestoomd broodje) |
| māru-マール | maar; mare (cirkelvormige krater) |
| marui-丸い | rond; cirkelvormig |
| marumado-丸窓 | een rond [cirkelvormig] raam |
| marumi-丸み | ronde vorm; rond zijn |
| masen-ません | suffix dat gebruikt wordt voor ontkenning van werkwoorden in de beleefdheidsvorm (masu) |
| mashimasu-在す | (beleefde, erende vorm van) zijn; aanwezig zijn; verblijven |
| matcha-抹茶 | groene thee in poedervorm |
| me-目 | achtervoegsel voor de vorming van rangtelwoorden |
| meireikei-命令形 | (taalkunde) meireikei, imperatieve vorm; gebiedende wijs |
| mensō-面相 | gelaatstrekken; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
| mentei-面体 | vorm van het gezicht; uiterlijk |
| messō-滅相 | (één van de vier fasen in het boeddhisme) de vorm [verschijning) van wanneer karma uitgeput is en het leven eindigt |
| minaminasama-皆皆様 | (sterkere vorm van 皆様) iedereen; dames en heren; geachte aanwezigen |
| minshuseitai-民主政体 | democratische regeringsvorm |
| mirareru-見られる | (beleefdheidsvorm) zien |
| misegamae-店構え | de vormgeving [het uiterlijk] van een winkelpui |
| misonawasu-見そなわす | (erende vorm van 見る) zien; kijken |
| misshingu・rinku-ミッシング・リンク | ontbrekende schakel (in de evolutietheorie, een fossiele overgangsvorm) |
| mizenkei-未然形 | (taalkunde) mizenkei (irrealis vorm; gebruikt als aansluitvorm voor optatief, negatief, passief, causatief) |
| mo-模 | (in kanji combinaties) voorbeeld; imitatoren; namaken; (uit)proberen; vorm |
| moderingu-モデリング | modellering; het vorm geven |
| moderu-モデル | model; fotomodel; type; vorm; toonbeeld; sjabloon; voorbeeld |
| mojizura-文字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
| momoware-桃割れ | haarstijl met een perzikvormige knot (uit het Meiji tijdperk) |
| monokage-物影 | figuur; vorm |
| mōshiageru-申し上げる | (nederige vorm voor 言う) zeggen; spreken |
| mukei-無形 | geest; spiritueel [abstract; vormloos; ontastbaar] zijn |
| n-ん | vorm van de werkwoordsuitgang -mu, drukt uit een veronderstelling of voorspelling |
| n-ん | vorm van de werkwoordsuitgang -nu, druk uit een ontkenning |
| n-ん | vorm van het partikel ni (naar; in) |
| n-ん | vorm van de nominalisatie [substantivering] van het partikel no |
| nai-ない | (achtervoegsel dat het werkwoord vervoegt naar de korte ontkennende vorm) niet |
| nakagoosae-中子押さえ | metalen klem binnenin een gietvorm |
| naname-斜め | vervormd; verdraaid; verwrongen |
| nanmaidabu-なんまいだぶ | een informele korte vorm van ’Namu Amidabutsu’ (aanroeping van Amida Boeddha) |
| naraigoto-習い事 | les [onderricht; onderwijs; training] van een technische vaardigheid [kunstvorm, e.d] bij een meester [specialist] |
| naritatsu-成り立つ | bestaan uit; samengesteld zijn uit; gevormd worden door |
| narubeku-成るべく | zo mogelijk; indien mogelijk (dit woord is de klassiek Japanse shūshikei-vorm van het ww. naru) |
| neeya-姉や | (aanspreekvorm voor) kinderoppas; dienstmeisje |
| negibōzu-葱坊主 | de bloem [bloeiwijze] van planten van de Allium familie (prei, bosui, bieslook, etc.) (de bolvormige, witte bloemen lijken op een kaalgeschoren hoofd) |
| ni-に | als; in de vorm van |
| nichirin-日輪 | de zon (benaming n.a.v. de ronde vorm) |
| nigiri-握り | een met de hand gevormde sushi (de afkorting van nigirizushi) |
| nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
| nigiribasu-握り蓮 | een lotusblad-vormige decoratie op balken [railingen] in een gebouw |
| ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
| nōdōtai-能動態 | (grammatica) bedrijvende [actieve] vorm (van een werkwoord) |
| nōgaku-能楽 | Nōgaku is klassiek Japans theater, omvat twee vormen: Nō en Kyōgen |
| nokeru-退ける | (achter een ww. in de -te vorm) lukken; kans zien (om); (iets moeilijks) klaarspelen |
| nokkaru-乗っかる | (informele vorm van noru) instappen; opstappen |
| nomu-飲む | opslokken; verzwelgen (vaak gebruikt in de passieve vorm: opgeslokt [verzwolgen] worden) |
| nukago-零余子 | broedknop (een vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten) |
| nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
| oide-お出で | (erende vorm voor) zijn; komen; gaan |
| okazari-御飾り | alleen (voor) de vorm [het uiterlijk]; iets dat alleen in naam bestaat, maar (nog) geen inhoud heeft; boegbeeld |
| okoshi-御越し | een beleefdheidsvorm voor: de komst; het komen; het gaan |
| omokata-面形 | gezichtsvorm; vorm van een gezicht |
| ooichō-大銀杏 | (sumo) mannenkapsel in de vorm van een ginkgoblad |
| oonyūdō-大入道 | mytisch monster uit Japan in de vorm van een kaalhoofdige man met een lange nek |
| opinion・rīdā-オピニオン・リーダー | opinieleider; opiniemaker; opinievormer |
| ōshokushu-黄色種 | xanthoom (gele gezwelvorming in de huid) |
| ote-御手 | beleefdheidsvorm voor hand |
| ote-御手 | beleefdheidsvorm voor iemands handschrift |
| otsutome-御勤め | (beleefde vorm van 勤め) plicht; verplichting; taak; opdracht |
| oyabune-親船 | moederschip (groot schip dat het middelpunt van een vloot vormt) |
| oyamoji-親文字 | matrijs (drukvorm van letters) |
| pentagon-ペンタゴン | Pentagon, hoofdkwartier van het Amerikaans ministerie van Defensie (zo genoemd naar de vorm van het gebouw) |
| peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
| piza・pai-ピザ・パイ | pizza; pizza in quichevorm |
| raguranjuten-ラグランジュ点 | lagrangepunt (een specifieke vorm van baanresonantie) |
| rakuyaki-楽焼き | raku aardewerk (met de hand gevormd en op lage temperatuur gebakken) |
| ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
| ran-覧 | (gebruikt als erende vorm in samenstellingen voor 見る) zien; kijken |
| rantō-卵塔 | eivormige steen op een grafmonument |
| ran'enkei-卵円形 | een ovaal (vorm) |
| raundo-ラウンド | rond; cirkelvormig |
| reigi-礼儀 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
| reihō-礼法 | hoffelijkheid; beleefdheidsvormen; etiquette; goede manieren |
| reiyō-麗容 | een mooie vorm |
| rekishitekikanazukai-歴史的仮名遣い | historisch gebruik van Japanse kana (voor de schrifthervorming van 1946); oude kana schrijfwijze |
| ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
| renkō-連衡 | alliantie; alliantievorming (hist. in China van 6 koninkrijken, met de Qing dynastie) |
| rentaikei-連体形 | (taalkunde) rentaikei (attributieve vorm; woordenboekvorm) |
| ren'yōkei-連用形 | (taalkunde) renyōkei (verbindingsvorm van werkwoorden) |
| riasushikikaigan-リアス式海岸 | riaskust (kustvorm met veel verdronken rivieren) |
| ringi-稟議 | besluitvorming via circulerende memo's binnen een bedrijf (i.p.v. vergaderen) |
| rinkei-輪形 | ringvorm; cirkelvorm |
| rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
| rokuroseikei-ロクロ整形 | het (op de schijf) draaien [vormen] |
| ruminōru-ルミノール | luminol (een organische verbinding met als bijzondere eigenschap dat bij oxidatie ervan energie vrijkomt in de vorm van zichtbaar licht) |
| rūpusen-ループ線 | spiraalvormige spoorlijn (b.v. om tegen een steile helling op te rijden) |
| ryakufu-略譜 | (muziek) verkorte vorm van een partituur (meestal numeriek) |
| ryakuhitsu-略筆 | vereenvoudigde vorm van een kanji |
| ryakuhonreki-略本暦 | verkorte [vereenvoudigde] vorm van de Japanse traditionele kalender |
| ryakuji-略字 | een vereenvoudigde [verkorte] vorm van een Chinees karakter (kanji) |
| ryakutai-略体 | vereenvoudigde vorm van (een) kanji |
| ryūgi-流儀 | traditioneel doorgeven werkwijze in scholen van performance kunstvormen |
| ryūsenkei-流線形 | aerodynamische [gestroomlijnde] vorm |
| sabakuka-砂漠化 | woestijnvorming |
| sabaran-サバラン | savarin (kransvormig taartje met likeur) |
| saisei-再生 | hervorming; rehabilitatie |
| sake-酒 | sake; rijstwijn (meestal in de vorm お酒) |
| sama-様 | (beleefde vorm voor さん) meneer; mevrouw; juffrouw |
| sangai-三界 | (boeddh.) de drie werelden van transmigratie (de wereld van wezens met begeerten, van wezens met vorm en van wezens zonder vorm) |
| san'yaku-散薬 | (medicijn) poeder; geneesmiddel dat in poedervorm worden toegediend |
| san'yō-山容 | de vorm van een berg |
| sarafan-サラファン | sarafan, lange Russische trapeziumvormige jumperjurk |
| sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
| sashigane-差し金 | (gereedschap) winkelhaak (metalen L-vormige liniaal) |
| sasshin-刷新 | hervorming; renovatie; innovatie |
| sasumata-刺股 | (Edo periode) een tweetandige (maanvormige) wapenstok (om criminelen te vangen) |
| seikenjuritsu-政権樹立 | vorming [samenstelling] van een regering; kabinetsformatie |
| seiretsu-整列 | het in een rij gaan staan; een rij vormen |
| seisankōgaku-生産工学 | vormgevingstechniek; industriële techniek; technische bedrijfskunde |
| seisei-生成 | schepping; creatie; vorming; wording |
| seishiki-正式 | vormelijkheid; correctheid |
| seisō-成層 | stratificatie; laagvorming; gelaagdheid |
| seitai-政体 | bestuursvorm; overheidssysteem; staatsbestel |
| sekkei-設計 | ontwerp; vormgeving; design |
| senryū-川柳 | senryū (Japanse dichtvorm, humoristische haiku) |
| setchū-折衷 | compromis; eclecticisme; combinatie van stijlen [denkvormen; werkwijzen] |
| shi-姿 | (in kanji combinaties) vorm; figuur |
| shibi-鴟尾 | decoratieve tegel in de vorm van een vissenstaart (op beide uiteinden van de nokbalk van oude paleizen en tempels in Japan en China) |
| shidare-枝垂れ | hangende vorm (van takken en bladeren) |
| shide-四手 | zigzagvormige papieren slingers, gebruikt bij Shinto-rituelen |
| shihan-四半 | vierkante vorm (steen, stof, etc.) |
| shiji-指事 | ideogram; een Chinees karakter dat een abstract idee symboliseert, waarbij de betekenis af valt te leiden uit de vorm |
| shikakushimen-四角四面 | vierkant [stijf; star; vormelijk; serieus; formeel] zijn |
| shikei-紙型 | een gietvorm van papier-maché |
| shikei-詩形 | versvorm; dichtvorm |
| shikisokuzekū-色即是空 | vorm [materie] is leegte (boeddhisme); alles is ijdelheid |
| shikoro-錏 | (afk. voor) Shikoro-dak (dakvorm van m.n. Japanse tempels) |
| shikoroyane-錣屋根 | Shikoro-dak (dakvorm van twee lagen van m.n. Japanse tempels) |
| shikukatsuyō-シク活用 | de klassieke shiku-vorm van bijvoeglijke naamwoorden (b.v. utsukushiku 'mooi') (in Modern Japans utsukushii) |
| shimanagashi-島流し | (heden) [gedwongen] overplaatsing naar een andere afdeling in een organisatie; een vorm van demotie |
| shimau-仕舞う | (voorafgegaan door een werkwoord in de te-vorm) (iets) afronden [helemaal afmaken] (vaak met de connotatie dat het helaas niet meer |
| shimayama-島山 | berg op een eiland; eiland dat voor het grootste deel wordt gevormd door een berg |
| shimayama-島山 | eiland in de vorm van een berg in een tuinvijver |
| shimeru-占める | in beslag nemen; omvatten; bevatten; vormen; beslaan; |
| shinifie-シニフィエ | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
| shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
| shinkotchō-真骨頂 | oorspronkelijke [ware; echte] verschijning [vorm; waarde] |
| shintai-新体 | nieuwe stijl [vorm] |
| shirindā-シリンダー | (vorm) cilinder |
| shiseikaikaku-市政改革 | gemeentelijke hervorming(en) |
| shiso-紙塑 | vormkarton (gerecycled papierpulp) |
| shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
| shō-頌 | stijlvorm (soms ook in dichtvorm) in kanbun ter verheerlijking [lofprijzing] van keizers en edelen |
| shōgaigakushū-生涯学習 | levenslange training [oefening] (in technische vaardigheden, kunstvormen, e.d.) |
| shōka-昇華 | sublimatie (een chemisch proces waarbij een stof van vaste fase direct overgaat naar gasvormige fase) |
| shoki-所記 | (taalkunde) vorm; teken; geluid (signified) |
| shōnen-正念 | mindfulness (vorm van boeddhistische meditatie) |
| shosō-諸相 | verschillende aspecten [verschijningen; fasen; vormen] |
| shōtai-正体 | originele [natuurlijke] vorm; ware verschijning |
| shūdankasuru-集団化する | een groep vormen |
| shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
| shuriken-手裏剣 | stervormig werpmes |
| shūshikei-終止形 | (taalkunde) shūshikei (in klassiek Japans, eindvorm; woordenboekvorm) |
| sodeyama-袖山 | bovenste plooi (in bergvorm) van een mouw (Japanse traditionele kleding) |
| sōji-相似 | gelijkenis; overeenkomst; gelijkvormigheid; analogie |
| somoji-其文字 | jij (aanspreekvorm gebruikt door hofdames) |
| sonetto-ソネット | sonnet (dichtvorm) |
| sorikaeru-反り返る | kromtrekken; vervormd raken |
| soshikihyō-組織票 | het stemmen in blok; blokvorming (b.v. bij verkiezingen of vakbonden) |
| soshikisuru-組織する | organiseren; vormen; samenstellen |
| sugata-姿 | figuur; vorm |
| suiyaku-水薬 | vloeibaar medicijn; geneesmiddel in drankvorm; medicinaal drankje |
| sukuranburu・rēsu-スクランブル・レース | een vorm van motor-cross door natuurlijk terrein |
| sunōbōto-スノーボート | bootvormige slee; kuipslee |
| supūn-スプーン | (visserij) lepelvormig kunstaas |
| surappusutikku-スラップスティック | slapstick (vorm van komedie) |
| sutā-スター | (stijl)vorm |
| sutairu-スタイル | figuur; gestalte; vorm |
| suzumezushi-雀鮨 | sushi gemaakt door een kleine zeebrasem open te snijden en te vullen met sushirijst (de vorm van de sushi lijkt op een mus) |
| tadasu-正す | corrigeren; hervormen; wijzigen; aanpassen |
| tai-体 | uiterlijk; verschijning; houding; gedaante; vorm |
| tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
| tai-態 | (taalkunde) vorm; aspect |
| tanbi-度 | (informele vorm van: tabi) keer; maal; telkens |
| tanshiki-単式 | een eenvoudige vorm |
| tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
| tebineri-手びねり | het met de hand vormen |
| teiji-丁字 | (afk. voor) T-vorm |
| teijikei-丁字形 | T-vorm |
| teikeishi-定型詩 | verzen in vaste vorm (poëziestijl) |
| teineigo-丁寧語 | beleefdheidsvorm; beleefd taalgebruik |
| teishiki-定式 | vastgestelde norm [vorm]; voorgeschreven ritueel [gebruik] |
| tenkaku-点画 | de punten en lijnen die een kanji vormen |
| tenkei-典型 | standaardvorm; (standaard)model; typisch voorbeeld (van); archetype |
| tensei-展性 | soepelheid; buigzaamheid; vervormbaarheid |
| tensu-テンス | tijdsvorm; tempus (grammatica) |
| tessan-鉄傘 | stalen [ijzeren] koepel [paraplu-vormig dak] (op een gebouw) |
| tetta-てった | informele, korte vorm van ていった (-te + iru, verleden tijd) |
| tī・bakku-ティー・バック | een T-back; een kledingstuk (b.h., bikini, etc.) met bandjes in T vorm |
| togikai-都議会 | hoofdstedelijke vergadering (het besluitvormende orgaan van het stadsbestuur van Tokio) |
| tōitsuteki-統一的 | gelijkvormig; verenigd |
| tōjō-筒状 | cilindervorm; buisvorm |
| tomoe-巴 | boogvorm; halve cirkel |
| toransufōmēshon-トランスフォーメーション | transformatie; verandering; vervorming |
| torinokomochi-鳥の子餅 | witte en (roze)rode rijstcakes (in de vorm van een vogelei), uitgedeeld bij feestelijke gelegenheden |
| torukobō-トルコ帽 | een fez (cilindervormige Turkse hoed zonder rand) |
| totsumenkyō-凸面鏡 | een convexe [bolvormige; bolle] spiegel |
| tsukae-痞え | iets dat op je gemoed drukt; iets dat een zware belasting voor iemand vormt |
| tsukikage-月影 | de gestalte [verschijning; vorm] van de maan |
| tsukurikaeru-作り替える | vermaken; vernieuwen; herbouwen; omvormen; transformeren |
| tsuribune-釣り船 | een bootvormige bloemenvaas [bloempot] |
| tsutsushimi-慎み | (Edo periode) strafmaatregel in de vorm van huisarrest bij de hofadel en krijgsadel |
| ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) vragen; informeren (naar) |
| ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) bezoeken |
| ukagau-伺う | (beleefde vorm voor) horen; vernemen |
| ukemi-受身 | (grammatica) de passieve [lijdende] vorm |
| ukibori-浮き彫り | snijwerk in reliëfvorm |
| ushin-有心 | de standaard vorm van een waka gedicht |
| ushin-有心 | de serieuze vorm van een renga gedicht |
| uyoku-羽翼 | vleugelvormig orgaan (b.v. bij planten) |
| uzumaki-渦巻き | spiraal; spiraalvorm |
| wairubyō-ワイル病 | ziekte van Weil (vorm van leptospirose) |
| waka-和歌 | waka (klassieke Japanse dichtvorm) |
| warawa-私 | (oude nederige vorm, gebruikt door vrouwen, voor:) ik |
| warushi-悪し | (klassieke vorm van warui) niet goed; geen goede indruk makend; slecht; kwaadaardig; verdorven |
| wasan-和算 | Japanse wiskunde (een aparte wiskunde vorm, ontwikkeld in Japan tijdens de Edoperiode) |
| watashidomo-私ども | (nederige vorm voor 私達) wij |
| yajirushi-矢印 | pijl (symbool); pijlvormige markering |
| yaka-やか | gekoppeld aan een zelfstandige naamwoord vormt het een bijvoeglijk naamwoord (met な) |
| yakazuhaikai-矢数俳諧 | een vorm van haikai waarbij de deelnemers proberen zoveel mogelijk haiku te componeren in 24 uur (in navolging van het pijl-en-boogschieten) |
| yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
| yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
| yamanari-山形 | de vorm van een berg; een chevron (een omgekeerde V als onderscheidingsteken, b.v. op de mouw van een officier) |
| yobikata-呼び方 | aanspreekvorm |
| yōbō-容貌 | gelaatstrekken; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
| yoroshii-宜しい | (beleefde vorm voor よい) goed; prima; ok |
| yōshikibi-様式美 | schoonheid van vorm; esthetiek van stijl |
| yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
| yugamu-歪む | kromtrekken; vervormd zijn; buigen; verbogen zijn |
| yūgentai-幽玄体 | een vorm van tanka poëzie met diepe verborgen gevoelens |
| yuiwata-結い綿 | een familiewapen in de vorm van een brede knoop |
| yūkage-夕影 | een figuur [vorm] verlicht door de avondzon |
| yūkei-有形 | materie; vorm; concreet [tastbaar] zijn |
| yunion・shoppu-ユニオン・ショップ | vakbondswinkel, een vorm van een vakbondsveiligheidsclausule met afspraken tussen werkgevers en vakbond |
| zeiseikaikaku-税制改革 | belastinghervorming |
| zekkōchō-絶好調 | (perfecte) topvorm; beste vorm |
| zekku-絶句 | een Chinese dichtvorm (kwatrijn) |
| zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
| zenshi-全姿 | totaalbeeld; complete vorm |
| zō-像 | standbeeld; figuur; vorm |
| zōgohō-造語法 | woordvorming; woordformatie |
| zōkeisuru-造形する | modelleren; vormen; in een bepaalde vorm brengen |
| zōketsu-造血 | bloedvorming; hematopoëse; hemopoëse |
| zōketsukikan-造血器官 | hematopoëtisch [bloedvormend; hemopoëtisch] orgaan |
| zonjiageru-存じ上げる | (nederige vorm) weten; zich bewust zijn van; denken |
| zundō-寸胴 | cilindervorm; (menselijke figuur) zonder taille; (kleding) zonder mouwen |