Kruisverwijzing
theater
lemma | meaning |
---|---|
ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
aigo-愛護 | pruik voor een jongen in het Kabuki-theater |
aikata-合方 | muzikale begeleiding (Japanse traditionele muziek, zoals bij Kabuki en No theater) |
akuba-悪婆 | de naam van een rol in het Kabuki theater |
akudama-悪玉 | de rol van schurk in het theater |
akugata-悪形 | de rol van de slechterik [schurk] in Kabuki theaterstukken |
akuningata-悪人形 | de rol van de slechterik [schurk] in Kabuki theaterstukken |
akutagawa-芥川 | de titel van een Kyōgen theaterstuk |
akutarō-悪太郎 | de titel van een Kyōgen theaterstuk |
amaochi-雨落ち | in het Kabuki theater, de stoelen vlak bij het toneel |
antō-暗闘 | een pantomime van een gevecht in het donker in een Kabuki theaterstuk |
an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
aragoto-荒事 | een (krachtige, zwaar aangezette) acteerstijl in Kabuki theater |
arīna-アリーナ | arena; (klassiek) amfitheater; ring; piste |
atekomi-当て込み | in het theater het publiek bespelen in de hoop applaus te krijgen |
banzuke-番付 | ranglijst (sumo); programma (theater) |
baraetī-バラエティー | variété (theater) |
baraetī・shō-バラエティー・ショー | variété show [voorstelling; theater] |
bokkusu-ボックス | loge (in theater); apart zitje in een café bar,, e.d. |
bokkusu・shīto-ボックス・シート | logeplaats (in theater) |
bunraku-文楽 | Bunraku (Japans poppentheater) |
burōdowē-ブロードウェー | Broadway (theatercentrum in New York) |
chari-茶利 | komische scene in theatervoorstellingen |
chobo-点 | muziekbegeleiding [recital] van Gidayū (Kabuki theater) |
daidōgei-大道芸 | straattheater (muziekopvoering, jongleren, acrobatiek e.d.) |
dame-駄目 | (in het theater) de aanwijzing [waarschuwing] van een regisseur aan een acteur [actrice] |
dashimono-出し物 | (theater) programma; optreden; nummer |
deha-出端 | (muzikale begeleiding bij) de opkomst van een acteur op het podium (theater) |
doma-土間 | (in theater) parterre; stalles |
donchō-緞帳 | gordijn [doek] (van theater, e.d.) |
echūdo-エチュード | (Frans: étude) etude (muziek); studie; voorstudie (schilderkunst); geïmproviseerd theater |
engei-演芸 | theatervoorstelling |
engeki-演劇 | theaterstuk; theatervoorstelling; toneel |
fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
furebumi-触れ文 | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
furegaki-触れ書き | (theater) lijst met de titel van een toneelstuk, namen van acteurs e.d. |
gakugeikai-学芸会 | schoolevenement waarbij kinderen van de lagere school en van (de eerste jaren van) de middelbare school hun muziek- en theaterkunsten vertonen |
gakuya-楽屋 | kleedkamer (in theater, etc.) |
gakuyaura-楽屋裏 | kleedkamer (in theater, etc.) |
geki-劇 | toneel(stuk); theater; optreden |
gekidan-劇団 | theatergroep |
gekidan-劇壇 | het toneel; de theaterwereld |
gekijō-劇場 | theater; schouwburg |
gekikai-劇界 | theaterwereld |
gekitsū-劇通 | iemand met kennis van het toneel [de theaterwereld} |
gidayūbushi-義太夫節 | Gidayū (verhalende stijl in Bunraku-theater) |
gigaku-伎楽 | Gigaku, een klassiek Japans theater genre |
gyararī-ギャラリー | (theater) balkon; galerij |
haikan-廃館 | sluiting (van een museum; theater, bioscoop, etc.) |
haikan-廃館 | een gesloten museum, theater, biscoop, etc. |
hanagata-花形 | een ster (film, theater, sport, e.d.) |
hashigakari-橋懸かり | overbrugging tussen acteursfoyer en het podium (Nō theater) |
hikifune-引き船 | (kabuki theater) zitplaats op balkon [in loge; box] |
horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
ichiretsu-一列 | een (wacht)rij; queue; de eerste rij (theater e.d.); op één lijn [rij] |
ichiza-一座 | de hele groep acteurs [artiesten] van een theatergezelschap |
iemoto-家元 | hoofd van een school (muziek; dans, theatergroep, etc.) |
jinbutsu-人物 | personage; karakter (in boeken, film, theater) |
jiutai-地謡 | koor in Nō theater |
jōjō-上場 | (theater) voorstelling; opvoering |
jōruri-浄瑠璃 | (m.n. bij bunraku poppentheater) traditionele Japanse verhalende muziek (waarbij de verteller (tayū) zingt o.b.v. een shamisen) |
kabuki-歌舞伎 | Kabuki (traditioneel Japans theater) |
kabukijūhachiban-歌舞伎十八番 | het repertoire van de 18 beste kabukitheaterstukken |
kabukiyakusha-歌舞伎役者 | acteur in het Kabuki theater |
kaburitsuki-齧り付き | stoelen op de eerste [voorste] rij (in theater) |
kagamiita-鏡板 | (achtergrond) decor (Nō theater) |
kaijō-開場 | het opengaan van de deuren van een zaal [theater] (voor een voorstelling) |
kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
kānegī・hōru-カーネギー・ホール | Carnegie Hall (theater in America) |
kangeki-観劇 | theaterbezoek; het naar een theater(voorstelling) gaan |
kāten・rēzā-カーテン・レーザー | (theater) voorprogramma; eerste artiest |
kikkake-切っ掛け | actie of signaalwoord om het volgende bedrijf in een theaterstuk (kabuki) aan te geven |
kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
kindaigeki-近代劇 | modern toneelstuk [theater] |
kirinō-切り能 | vijfde en laatste (afsluitende) stuk van een dagvoorstelling in het Nō-theater |
kōdanshi-講談師 | (in theatervormen, zoals rakugo e.d.) de verteller |
kodōgu-小道具 | (theater) rekwisieten; meubels, gereedschap, etc. gebruikt op het podium |
kōen-好演 | (theater) een goed optreden; een goede uitvoering |
kōjō-口上 | proloog bij Kabuki theater |
koroshiamu-コロシアム | (als amfitheater gebouwd) groot stadion |
koshimaki-腰巻き | Japanse onderkleding onder vrouwenkostuums gedragen in Nō-theater |
koya-小屋 | klein theater; (circus)tent |
kumadori-隈取り | In Kabuki, theater unieke make-up patronen voor de verschillende karakterrollen |
kyakuseki-客席 | stoel (in theater, etc.); passagiersstoel |
kyōgen-狂言 | Kyōgen, traditioneel komisch Japans theater (vormt samen met Nō het Nōgaku theater) |
kyōgenmawashi-狂言回し | (Kabuki theater) belangrijke bijrol |
kyūjō-休場 | sluiting van een theater, circus, attractie, etc. |
makuake-幕開け | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makuaki-幕開き | toneelgordijn; het ophalen van het toneeldoek; de aanvang van een theatervoorstelling |
makuuchi-幕内 | het deel van het theaterpodium dat zich achter het gordijn bevindt; backstage; achter het toneel; in de coulissen |
manseki-満席 | vol(geboekt) zijn; alle stoelen bezet (in theater, trein, vliegtuig, e.d.) |
marionetto-マリオネット | marionettentheater |
michiyuki-道行き | (Kabuki theater) scène waar een man en vrouw samen (in het geheim) ervandoor [op reis] gaan |
minishiatā-ミニシアター | klein theater; kleine bioscoop |
mukōjōmen-向こう正面 | zitplaats vooraan (in theater, e.d.); (zitplaatsen aan) de zuidkant van de sumoring |
mūran・rūju-ムーラン・ルージュ | Moulin Rouge (een cabarettheater in Parijs) |
murashibai-村芝居 | dorpstheater; dorpstoneel |
murashibai-村芝居 | rondreizend dorpstheater |
murashibai-村芝居 | amateurtheater; amateurtoneel |
myūjikaru-ミュージカル | musical (theater) |
naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
narimono-鳴り物 | de muziekinstrumenten in het Kabuki theater, behalve de samisen |
narimono-鳴り物 | het orkest in het Kabuki theater |
ningyōgeki-人形劇 | poppenspel; poppentheater; marionettentheater(voorstelling) |
ningyōjōruri-人形浄瑠璃 | Japans poppentheater |
ningyōjōruri-人形浄留璃 | Japans poppentheater |
ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
nō-能 | het Nō-theater, onderdeel van Nōgaku |
nōgaku-能楽 | Nōgaku is klassiek Japans theater, omvat twee vormen: Nō en Kyōgen |
nōkyōgen-能狂言 | Kyōgen in Nō-theater |
ofu・burōdowē-オフ・ブロードウェー | experimenteel [niet commercieel] theater (Engels: off-Broadway) |
ofu・ofu・burōdowē-オフ・オフ・ブロードウェー | avant-garde [zeer experimenteel] theater (Engels: off-off-Broadway) |
omotekata-表方 | (in het theater) personeel dat in direct in contact staat met de bezoekers (kaartverkopers, begeleiders etc) |
omotezukai-面使い | één van de bewegingen in Nō theater (het hoofd naar links en rechts draaien om om je heen te kijken) |
oogiri-大切り | het laatste stuk (theater) |
oomukō-大向こう | (in theater e.d.) schellinkje; balkon; tribune |
ōpun・setto-オープン・セット | filmset [theaterdecor] in de buitenlucht |
ōrusutā・kyasuto-オールスター・キャスト | sterrenbezetting (film, theater) |
pējento-ページェント | openluchttheater; openlucht podium |
purodakushon-プロダクション | (theater, film, etc.) productie; totstandbrenging |
purodyūsā-プロデューサー | producer (van film, theater, etc.) |
purodyūsu-プロデュース | (film, theaterstuk, etc.) produceren; uitbrengen |
puroguramu-プログラム | programma (televisie, theater, e.d.); programmaboekje |
puronputā-プロンプター | souffleur (theater) |
rebyū-レビュー | revue (theater) |
renchū-連中 | (toneel, theater) groep; gezelschap |
resutoran・shiatā-レストラン・シアター | theaterrestaurant; een restaurant met een show [optreden] tijdens het diner |
rōdo・shō-ロード・ショー | roadshow; band [theatergroep] op tournee; promotietoer |
sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
seitai-青黛 | blauw wenkbrauwpotlood; blauw pigment voor make-up (theater) |
sewamono-世話物 | eigentijdse stukken (Edo-periode) in Japanse traditioneel theater (zoals in kabuki, joruri en bunraku) |
shaden-社殿 | muziekinstrument in Kabuki theater |
shiatā-シアター | theater; schouwburg |
shīn-シーン | (film; theater) scène; tafereel |
shingeki-新劇 | nieuw [Westers] soort theater [toneel]; nieuwe manier van acteren |
shinpa-新派 | shinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
shinpageki-新派劇 | seinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
shinsei-新星 | een nieuwe ster (film, tv of theater) |
shin'uchi-真打ち | (theater) leidende speler; hoofdrolspeler |
shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
shite-仕手 | hoofdrolspeler in het Nō theater |
shōden-正伝 | één van de Jōruri scholen van het traditionele poppentheater in Japan |
shōgeki-笑劇 | (theater) klucht; farce |
shōhon-正本 | script van een theaterstuk (m.n. Kabuki) |
shōmeigakari-照明係 | lichttechnicus; belichtingstechnicus; lichtman (b.v. in theater) |
shosa-所作 | (theater) dans; acteren; dans of dansdrama in Kabuki (afk. voor: 所作事) |
shōsei-小生 | (Chinees theater) toneelrol van jongeman |
shujō-拄杖 | rekwisiet in het No theater (lange bamboestaf) |
sutando・purē-スタンド・プレー | (theater) het op het publiek spelen |
tayū-大夫 | het hoofd van een No school; een topacteur in het No theater |
tayūmoto-太夫元 | theaterdirecteur; productieleider; manager van een toneelgezelschap |
teatoru-テアトル | theater; schouwburg |
teodori-手踊り | ritmische dans (zonder toneelrekwisieten) in het Kabuki theater |
tōdori-頭取 | leider van een theatergroep; eigenaar van een sumo dojo |
tooshi-通し | opvoering van een compleet theaterstuk |
tōtai-灯体 | verlichting in theater; toneellicht(en); podiumverlichting |
tsukeki-ツケ木 | houten balkjes gebruikt als kleppers (kabuki theater) |
tsuno-角 | (klassiek Japans theater) ondertitel; tweede titel |
urakata-裏方 | (in het theater) personeel dat achter de schermen werkt |
wagoto-和事 | een liefdesscène in Kabuki theater |
waki-脇 | ondersteunende rol [bijrol] in het Nō theater |
yaku-役 | rol (theater) |
yakusha-役者 | speler; acteur (m.n. van Kabuki en No theater) |
yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
yogoreyaku-汚れ役 | (film, theater, e.d.) de rol van schurk [sociale verschoppeling] |
yose-寄席 | variététheater [zaal]; concertzaal |
zatsuki-座付き | het (exclusief) werken voor een bepaald theater(gezelschap) (als auteur of acteur) |