かな kana
1 (aan het einde van een zin) ik vraag me af of; zal ik maar; zou ik
膝が痛むんだよ。病院に行こうかな。
Mijn knieën doen echt pijn. Zal ik maar naar het ziekenhuis gaan?
えーと、酒はあったかな?
Hm, we hadden toch sake?
2 (aan het einde van een zin, met een ontkenning) ik wens dat; ik hoop dat; ik wou dat
テレビをとめてくれないかな。
Ik hoop dat ze de televisie uitzetten.

Zie ook: かなあ