zorg2 / zorg ( de (m/v) | znw | zorgen )
1心配事 [(voorwerp van) ongerustheid]
心配事がある
zorgen hebben; zich zorgen maken
zorgen hebben; zich zorgen maken
Kruisverwijzing
zorg
| lemma | meaning |
|---|---|
| afutākea-アフターケア | nazorg |
| aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
| aibyō-愛猫 | het van katten houden; het liefkozen [liefdevol verzorgen] van katten |
| aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
| aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
| aiiku-愛育 | liefdevolle opvoeding; het opvoeden met liefde en zorg |
| aiken-愛犬 | het zeer goed verzorgen [vertroetelen] van een hond; het dol zijn op honden |
| aizōsuru-愛蔵する | zorgvuldig bewaren; als waardevol [geliefd bezit] beschouwen |
| akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
| an-案 | bezorgdheid |
| anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
| anji-案じ | zorgen; bezorgdheid; angst |
| anjigao-案じ顔 | een bezorgd gezicht |
| anjigoto-案じ事 | dingen waar men zich zorgen om maakt |
| anjiru-按じる | angstig [bezorgd] zijn |
| anjiru-案じる | zich zorgen maken (over); ongerust [angstig] zijn |
| anki-安気 | onbezorgd zijn |
| anshinsuru-安心する | zich op zijn gemak [veilig; vredig] voelen; onbezorgd zijn |
| anzuru-按ずる | zich zorgen maken; ongerust [angstig] zijn |
| anzuru-案ずる | zich zorgen maken; bezorgd [ongerust] zijn |
| an'i-安意 | onbezorgdheid |
| an'isuru-安意する | onbezorgd zijn |
| atsui-厚い | vriendelijk; hartelijk; zorgzaam; meelevend |
| ayabumu-危ぶむ | bezorgd zijn om; vrezen voor; twijfelen aan; betwijfelen |
| azukeru-預ける | (iem.) vragen iets te doen; aan iemand's zorg toevertrouwen; iets aan iemand overlaten |
| bashin-婆心 | sterke [overdreven] bezorgdheid; grote aandacht voor iemands welzijn] |
| bigan-美顔 | gezichtsverzorging |
| bikō-備荒 | voorzorgsmaatregelingen (voor rampen en calamiteiten) |
| bin-便 | post; zending; postbezorging |
| bisōjutsu-美爪術 | goede verzorging van nagels; manicure; pedicure |
| bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
| buiku-撫育 | liefdevolle opvoeding; het (met zorg) opvoeden [grootbrengen] |
| buyōjin-不用心 | onveilig [onzorgvuldig; onoplettend] zijn |
| chakui-着意 | bedachtzaamheid; begrip; zorg; aandacht; overweging |
| chakujitsu-着実 | geleidelijkheid; standvastigheid; betrouwbaarheid; zorgvuldigheid |
| chinchō-珍重 | het veel waarde hechten aan; iets koesteren; met zorg bewaren |
| chiryō-治療 | medische zorg [behandeling; therapie; kuur]; genezing |
| chiryōsuru-治療する | genezen; helen; beter maken; medisch behandelen; medische zorg geven |
| chūibukai-注意深い | voorzichtig; zorgvuldig; nauwgezet; attent; waakzaam; alert |
| darashinai-だらしない | slordig; onzorgvuldig; onnauwkeurig; onoplettend |
| demae-出前 | bezorging aan huis van maaltijden bereid door restaurants, cateraars, e.d. |
| demae-出前 | maaltijdbezorgers |
| doa・tsū・doa-ドア・ツー・ドア | (bezorging) direct van het ene adres naar het andere adres |
| ekidome-駅留め | bezorging [levering] van pakjes [vracht] via afhalen op het station |
| enman-円満 | harmonie; vreedzaamheid; tevredenheid; zorgeloosheid |
| enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
| fuan-不安 | onzekerheid; ongerustheid; bezorgdheid; vrees |
| fuchaku-不着 | niet aangekomen [bezorgd; geleverd] zijn |
| fushidara-ふしだら | slordig; slonzig; onverzorgd; haveloos |
| fushimatsu-不始末 | mislukking; fiasco; wanbeheer; onzorgvuldigheid; nalatigheid; wangedrag |
| fuyōi-不用意 | niet [slecht] voorbereid zijn; gebrek aan voorbereiding; onzorgvuldigheid |
| gensen-厳選 | zorgvuldige selectie |
| giku-疑懼 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees |
| gokurakutonbo-極楽蜻蛉 | een zorgeloze ziel; flierefluiter; vrolijke frans |
| gonedoku-ごね得 | zorgen dat je krijgt wat je wilt (door te klagen of te mopperen); je wil doorzetten [doordrukken] |
| gonen-御念 | zorg; aandacht; oplettendheid; overweging |
| hairyo-配慮 | overweging; zorg; aandacht; bezorgdheid; toewijding |
| haishoku-配食 | maaltijdbezorging (in een instelling) |
| haitatsu-配達 | bezorging; levering; bestelling |
| haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
| haitatsusuru-配達する | bezorgen; bestellen; leveren |
| hanekaeri-跳ね返り | onzorgvuldigheid; gedachteloosheid |
| hayauchi-早打ち | spoedkoerier; een zeer snel postpaard; het snel verzenden [bezorgen] {van een boodschap) |
| heichara-へいちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
| heikinoheiza-平気の平左 | kalm [rustig; nonchalant; onbezorgd] zijn |
| herusu・kea-ヘルス・ケア | gezondheidszorg |
| hetchara-へっちゃら | kalm; onverschillig; nonchalant; onbekommerd; onbezorgd |
| hikiwatashinedan-引き渡し値段 | leveringsprijs; bezorgkosten |
| hikiwatasu-引き渡す | overhandigen; afleveren; bezorgen; overdragen; uitleveren |
| hikyaku-飛脚 | boodschapper; bode; koerier; bezorger |
| hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
| hōan-奉安 | (m.n. religieuze) kostbaarheden zorgvuldig en veilig bewaren [opslaan] |
| hōhatsu-蓬髪 | onverzorgd [slonzig; ongekamd; warrig] haar |
| hoiku-保育 | kinderverzorging |
| hoiku-哺育 | verzorging, voeding en bescherming van jonge zoogdieren door de ouders |
| hoken-保健 | gezondheidszorg (als schoolvak) |
| hokenfu-保健婦 | verpleegkundige [verpleegster] (volks)gezondheidszorg |
| hokenshi-保健士 | verpleegkundige [verpleger] (volks)gezondheidszorg |
| hokenshi-保健師 | verpleegkundige (volks)gezondheidszorg |
| hōmu・herupā-ホーム・ヘルパー | hulp in huis; thuishulp; thuiszorg |
| i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
| ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
| ikitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
| ikuji-育児 | kinderopvoeding; kinderzorg; kinderverzorging |
| iryō-医療 | medische zorg [behandeling] |
| itami-痛み | (geestelijke) pijn; bezorgdheid; angst; verdriet |
| itatsuki-労 | pijn; last; moeite; bezorgdheid; angst |
| itawaru-労る | verzorgen; verplegen |
| itazuki-労き | pijn; last; moeite; bezorgdheid; angst |
| jiai-自愛 | het (goed) voor zichzelf zorgen |
| jichō-自重 | het goed voor zichzelf zorgen; behoedzaamheid; bedachtzaamheid; voorzichtigheid |
| jidōjiritsushienshisetsu-児童自立支援施設 | instelling voor jeugdzorg ter ondersteuning van de zelfredzaamheid van kinderen |
| jifu-慈父 | zorgzame [liefhebbende] vader |
| jikkuri-じっくり | voorzichtig; zorgvuldig; netjes; rustig; langzaam |
| jiteki-自適 | zorgeloos leven; een rustig leventje leiden |
| jukugi-熟議 | beraadslaging; overleg; bespreking; discussie; (zorgvuldige) overweging [afweging] |
| jukuran-熟覧 | zorgvuldige controle [inspectie] |
| jukuransuru-熟覧する | zorgvuldig nakijken [controleren; inspecteren] |
| jukushi-熟思 | zorgvuldige overweging; weloverwogen gedachte |
| jumokui-樹木医 | boomverzorging; boomgeneeskunde |
| jumokui-樹木医 | boomverzorger (vroeger aanduiding voor boomchirurgie en boomchirurg, heden voor boomkwakzalverij) |
| kahogo-過保護 | overbezorgdheid; overdreven bezorgdheid; te beschermend zijn |
| kaigo-介護 | verpleging; zorg; verpleegkundige zorg |
| kaigobijinesu-介護ビジネス | verpleegkundig bedrijf; zorgdienst |
| kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
| kaigoiryōin-介護医療院 | verpleeghuis; verzorgingshuis |
| kaigosābisu-介護サービス | verpleegkundige dienst; verpleegkundige thuiszorg |
| kaijosha-介助者 | assistent; verzorg(st)er; helper |
| kaijosuru-介助する | helpen; hulp [assistentie; zorg] verlenen |
| kaisu-介す | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
| kaisuru-介する | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
| kakaeru-抱える | iets in je armen houden [dragen]; ergens mee zitten; bezorgd zijn; (een last) op de schouders hebben (fig.) |
| kamaite-構い手 | verzorger; weldoener; helper; metgezel |
| kanben-勘弁 | zorgvuldige overweging |
| kanbyō-看病 | verzorging [verpleging; medische behandeling] (van een zieke) |
| kangaegoto-考え事 | zorg; iets waarover je inzit [nadenkt] |
| kango-監護 | voogdij en zorg [toezicht] |
| kango-看護 | verpleging; ziekenverzorging |
| kan'yō-涵養 | het cultiveren [kweken; verzorgen] |
| kashizuku-傅く | zorgen voor; opvoeden |
| kau-飼う | dieren houden [fokken; verzorgen] |
| kea-ケア | zorg; hulp |
| kea・manējā-ケア・マネージャー | zorgmanager |
| kea・puran-ケア・プラン | zorgplan |
| kenen-懸念 | angst; zorg; bezorgdheid; vrees |
| kenen-縣念 | bezorgdheid; ongerustheid; vrees; zorg |
| kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
| kenkōhokenhō-健康保険法 | zorgverzekeringswet |
| kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
| kibone-気骨 | bezorgdheid; angst; nervositeit |
| kigaru-気軽 | luchthartigheid; zorgeloosheid |
| kigu-危惧 | angst; vrees; bezorgdheid |
| kigurō-気苦労 | mentale uitputting (door zorg(en), angst, ongerustheid, etc.) |
| kiku-危懼 | vrees; angst; bezorgdheid |
| kikubari-気配り | aandacht; waakzaamheid; zorg (voor anderen) |
| kimama-気儘 | zorgeloosheid; onbekommerdheid |
| kinchoku-謹直 | plichtsgetrouwheid; zorgvuldigheid; nauwgezetheid; eerlijkheid; integriteit |
| kininaru-気になる | bezorgd zijn over; dwars zitten; hinderen; zich ergeren |
| kinisuru-気にする | zich zorgen maken over; ergens om geven; zich bemoeien met |
| kiraku-気楽 | relaxed [zorgeloos; luchthartig] zijn |
| kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
| kiyū-杞憂 | ongegronde bezorgdheid; onnodige angst [vrees] |
| kizukai-気遣い | zorg; bedachtzaamheid; attentheid; voorkomendheid |
| kizukai-気遣い | angst; vrees; bezorgdheid; nervositeit |
| kōkikōreishairyōhoken-後期高齢者医療保険 | zorgverzekering voor bejaarden |
| kōko-後顧 | bezorgdheid (voor de toekomst) |
| kokorogakari-心がかり | zorg; bezorgdheid; last op je schouders |
| kokoroire-心入れ | bedachtzaamheid; behoedzaamheid; bezorgdheid |
| kokorokubari-心配り | zorgzaamheid; aandacht [zorg] voor anderen |
| kokoromotonai-心許ない | angstig; bezorgd; ongerust; niet op zijn gemak |
| kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
| kosui-鼓吹 | aanmoediging; bemoediging; stimulans; pleitbezorging; bevordering |
| kosuisha-鼓吹者 | voorstander; pleitbezorger; propagandist |
| kotomonage-事も無げ | op achteloze [onzorgvuldige; zorgeloze] wijze |
| kuru-来る | bezorgd worden (post, etc.) |
| kuttaku-屈託 | zorg; bezorgdheid |
| kuyokuyo-くよくよ | (onomatopee) zich druk makend; bezorgd; piekerend (over) |
| kyūmuin-厩務員 | paardenknecht; verzorger van paarden (m.n. racepaarden); stalknecht |
| maewatashi-前渡し | vooruitbetaling; vooruit bezorging [overhandiging] van goederen [bestelling] |
| man-漫 | (in kanji combinaties) grap; humor; wijdverspreid; doelloos; zorgeloos; dwalend |
| meiwakusuru-迷惑する | geërgerd [bezorgd] zijn |
| mendō-面倒 | zorg; verzorging; aandacht |
| mendōmi-面倒見 | zorgzaam; vriendelijk |
| mimai-見舞い | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
| mimau-見舞う | het iemand beterschap [sterkte] wensen; het uiten van bezorgdheid [medeleven] (per kaart, brief, pakje, etc.) |
| mochikomu-持ち込む | brengen; (af)leveren; bezorgen |
| mojamoja-もじゃもじゃ | warrig; verfomfaaid; verwilderd; onverzorgd; ruig |
| momizumu-モミズム | buitensporige aandacht van een overbezorgde of aanhankelijke moeders voor haar kind |
| monoanji-物案じ | angst; bezorgdheid |
| monomochi-物持ち | zorgvuldig omgaan met dingen |
| mosatto-もさっと | onverzorgd; slordig; ongemanierd |
| muzōsa-無造作 | achteloosheid; zorgeloosheid |
| nagarebotoke-流れ仏 | verdronken lijk dat in de zee drijft (vissers behandelen dit met grote zorg als een teken voor een grote vangst) |
| nageyari-投げ遣り | nalatigheid;; onzorgvuldigheid; slordigheid |
| naraseru-生らせる | vrucht laten dragen; ervoor zorgen dat er veel vruchten komen (aan een boom) |
| nāshingu・hōmu-ナーシング・ホーム | (Eng.: nursing home) verpleeghuis; verzorgingshuis |
| nashonaru・torasuto-ナショナル・トラスト | (National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty) Britse organisatie voor monumentenzorg en landschapsbeheer |
| nayamashii-悩ましい | zorgelijk; verontrustend; moeilijk; lastig; netelig; angstig; pijnlijk |
| nodoka-長閑 | rustig; gerust; onbezorgd; onbekommerd |
| nonbiri-のんびり | op zijn gemak; ontspannen; rustig; relaxed; zorgeloos |
| nonki-呑気 | zorgeloosheid; nonchalance; onbezorgdheid |
| nōtenki-脳天気 | geheel zonder zorgen; onbezorgdheid; lichtzinnigheid |
| nukeru-抜ける | onzorgvuldig te zijn; niet oplettend te zijn; domme dingen doen |
| okotarinai-怠り無い | zorgvuldig; nauwgezet; ijverig |
| omoiyari-思い遣り | attentheid; voorkomendheid; zorgzaamheid |
| orosoka-疎か | nonchalance; slordigheid; onzorgvuldigheid |
| otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
| otchokochoi-おっちょこちょい | achteloos; onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel |
| otchokochoi-おっちょこちょい | een achteloos [onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel] persoon |
| pedikyua-ペディキュア | pedicure (voetverzorging) |
| puraimarī・kea-プライマリー・ケア | eerstelijnsgezondheidszorg |
| raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
| rajiotaisō-ラジオ体操 | radio-gymnastiek (in Japan vanaf 1928 verzorgd door de NHK omroeporganisatie) |
| rakujin-楽人 | een zorgeloos persoon; iemand die een zorgeloos leventje leidt |
| rakutenka-楽天家 | een optimist; een relaxed [zorgeloos] persoon |
| rakutenteki-楽天的 | optimistisch; zorgeloos; vrolijk |
| rōbashin-老婆心 | sterke [overdreven] bezorgdheid; grote aandacht voor iemands welzijn] |
| rōjinfukushihō-老人福祉法 | de welzijnswet voor ouderen; de wet ouderenzorg |
| ryōshinteki-良心的 | zorgvuldig; nauwgezet |
| saichi-細緻 | aandacht voor detail; zorgvuldigheid; precisie |
| sairyō-宰領 | het organiseren [verzorgen; begeleiden] van groepsreizen; reisleider; gids |
| sateraito・sutajio-サテライト・スタジオ | een andere locatie dan de studio van waaruit men normaal de uitzendingen (voor radio of tv) verzorgt. |
| seidoku-精読 | het zorgvuldig (door)lezen |
| seisatsu-精察 | grondig [zorgvuldig] onderzoek |
| seisatsusuru-精察する | grondig [zorgvuldig] onderzoeken [beschouwen] |
| seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
| senkō-繊巧 | zorgvuldig vakmanschap |
| serufukea-セルフケア | zelfzorg; voor je eigen gezondheid [geluk] zorgen |
| sewa-世話 | hulp; zorg (voor) |
| sewanyōbō-世話女房 | een goede [zorgzame; toegewijde] echtgenote |
| sewasuru-世話する | helpen; zorgen voor |
| sewayaki-世話焼き | zorgzaam persoon; bemoeial |
| shakaijigyō-社会事業 | sociale voorzieningen; maatschappelijk werk; welzijnszorg |
| shidokenai-しどけない | slordig; slonzig; onverzorgd |
| shiikuin-飼育員 | dierenverzorger (m.n. in een dierentuin) |
| shikarashimeru-然らしめる | ervoor zorgen dat iets lukt [gebeurt]; iets laten gebeuren; te danken zijn aan |
| shinbun'ya-新聞屋 | uitgeverij van kranten; krantenzaak (voor verkoop en bezorging aan huis) |
| shinpai-心配 | bezorgdheid; ongerustheid; angst; vrees |
| shinpaisuru-心配する | zich zorgen maken; ongerust zijn |
| shinrō-心労 | angst; bezorgdheid; vrees |
| shiryō-思量 | (zorgvuldige) afweging [overweging] |
| shōgaishakea-障害者ケア | gehandicaptenzorg |
| shōshin-焦心 | ongeduld; opwinding; bezorgdheid |
| shotaijimiru-所帯じみる | uitgeput raken (door huishoudelijke zorgen] |
| shōyō-従容 | rust; ontspanning; onbezorgdheid |
| shūbi-愁眉 | bezorgde blik; gefronste wenkbrauwen |
| shūhai-集配 | het ophalen en afleveren [bezorgen] (van iets) |
| shūmatsuiryō-終末医療 | (med.) terminale zorg |
| shūmatsukiiryō-終末期医療 | terminale (medische) zorg |
| shūshoku-愁色 | bezorgde [angstige; sombere] blik; somberheid |
| sokunō-即納 | een snelle [stipte] betaling of bezorging |
| somatsu-粗末 | slordigheid; onzorgvuldigheid |
| sorō-疎漏 | nalatigheid; onzorgvuldigheid; roekeloosheid |
| sukarupu・kea-スカルプ・ケア | hoofdhuidverzorging |
| sukima-隙間 | onvoorbereidheid; onzorgvuldigheid |
| taiheiraku-太平楽 | zorgeloosheid; onbekommerdheid |
| taikan-大患 | grote zorgen [angst]; kommer en kwel |
| taikomochi-太鼓持ち | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten en geisha tijdens een feest; stemmingmaker; animator |
| taikyō-胎教 | prenatale zorg; zwangerschapstraining |
| tajōtakon-多情多恨 | veel verdriet [zorgen] en teleurstellingen |
| takuhai-宅配 | thuisbezorging |
| takuhaibin-宅配便 | koeriersdienst; (snelle) levering aan huis; thuisbezorging |
| tāminaru・kea-ターミナル・ケア | terminale zorg |
| teate-手当て | medische behandeling; medische zorg [hulp] |
| tebanare-手離れ | (van een kind) het niet meer constante zorg van de moeder nodig hebben |
| tehai-手配 | voorbereiding(en); voorzorg; maatregel |
| teinei-丁寧 | zorgvuldigheid |
| teire-手入れ | zorg; verzorging; reparatie; (iets) in goede conditie brengen [houden] |
| teishōsha-提唱者 | voorstander; pleitbezorger |
| teshio-手塩 | liefdevolle zorg (voor een kind) |
| tewatashi-手渡し | persoonlijke bezorging [aflevering] |
| todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
| todokesaki-届け先 | bestemming; adres van de ontvanger (van een bezorging, bestelling, levering e.d.) |
| tokkuri-とっくり | (onomatopee) zorgvuldig; grondig |
| tonchaku-頓着 | zorg; bezorgdheid; ongerustheid |
| tonchakusuru-頓着する | bezorgd zijn (over); aandacht hebben (voor); attent zijn |
| tonjaku-頓着 | zorg; bezorgdheid; ongerustheid |
| torikoshigurō-取り越し苦労 | overbezorgdheid; teveel [onnodig] gepieker over de toekomst |
| torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
| tsuchikau-培う | kweken; opvoeden; verplegen; verzorgen |
| tsukaeru-支える | een drukkend gevoel op de borst hebben, zich bedrukt voelen (door verdriet of zorgen) |
| tsukurou-繕う | (uiterlijk, haar, kleding etc.) verzorgen ; netjes maken |
| ukauka-うかうか | (onomatopee) onzorgvuldig; nonchalant |
| ukewatashi-受け渡し | bezorging; bestelling; transactie; overmaking; betaling |
| uree-憂え | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
| ureeru-憂える | vrezen; zich zorgen maken; angst hebben |
| urei-憂い | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
| ureu-憂う | zich zorgen maken over; treuren; overstuur [angstig; van streek; bedroefd] zijn |
| wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
| watashi-渡し | bezorging; aflevering; overhandiging |
| wazurai-患い | bezorgdheid; ongerustheid; spanning |
| yakimoki-やきもき | (onomatopee) angstig; ongeduldig; bezorgd |
| yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
| yasui-安い | frivool; zorgeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
| yasuragu-安らぐ | gemoedsrust hebben; zich op zijn gemak voelen; gerust [zonder zorgen] zijn |
| yasuraka-安らか | onbezorgd; gerust; zonder zorgen |
| yobōsen-予防線 | voorzorgsmaatregelen |
| yōgo-養護 | bescherming; verpleging; verzorging |
| yōi-用意 | voorbereiding; voorzorg; (in) gereedheid (brengen) |
| yōiku-養育 | opvoeding; verzorging |
| yōikuhi-養育費 | de kosten van de zorg voor [opvoeding van] kinderen |
| yōjin-用心 | voorzichtigheid; zorgvuldigheid; voorzorg |
| yokosu-寄越す | verzenden; doorsturen; bezorgen; overhandigen |
| yoku-良く | goed; grondig; precies; zorgvuldig |
| yokusuru-善くする | goed doen; vaak doen; kunnen doen; goed zorgen voor |
| yōnisuru-ようにする | proberen; het zo doen; ervoor zorgen dat |
| yūbin-郵便 | postbezorging; postbedrijf |
| yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
| yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbode; postbezorger |
| yūbinhaitatsunin-郵便配達人 | postbezorger; postbode |
| yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
| yudantaiteki-油断大敵 | de grootste vijand is onoplettendheid [onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn] |
| yūkan-憂患 | angst; bezorgdheid; ongerustheid |
| yukitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
| yuna-湯女 | een vrouw die vroeger voor badgasten zorgde in een onsen (warmwaterbron) |
| yurugase-忽せ | onachtzaam [onzorgvuldig] zijn |
| yūryo-憂慮 | angst; bezorgdheid; zorg; vrees |
| zaitakukaigo-在宅介護 | thuiszorg; zorg [verpleging] aan huis |
| zashi-座視 | het onbezorgd [lui; onverschillig; werkeloos] toekijken (zonder iets te doen) |
| zengo-善後 | het zorgvuldig [correct} regelen [afhandelen] |