houding / hou-ding ( de (v) | znw | houdingen )
1姿勢; 態度; ポーズ [lichaamshouding]
2振る舞い; 素振り [gedrag]
Kruisverwijzing
houding
| lemma | meaning |
|---|---|
| agura-胡坐 | kleermakerszit; lotushouding; met gekruiste benen (zitten) |
| aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
| aizōkankei-愛憎関係 | een haat-liefdeverhouding |
| amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
| anga-安臥 | het liggen in de gemakkelijkste houding |
| angasuru-安臥する | in de gemakkelijkste houding liggen |
| asshukuhi-圧縮比 | de compressie-verhouding |
| autarukī-アウタルキー | autarkie; autarkische staat (met gesloten staatshuishouding) |
| bariki-馬力 | uithoudingsvermogen; energie |
| boki-簿記 | boekhouding |
| bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
| bunsōō-分相応 | overeenkomstig [in verhouding met] iemand's status [positie; middelen] |
| buri-振り | danshouding |
| chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
| daijōdan-大上段 | houding met een zwaard boven het hoofd |
| daijōdan-大上段 | hooghartige houding |
| danjiki-断食 | de vasten (zelfonthouding van voedsel); vastenperiode |
| dekata-出方 | houding; benadering |
| dōkō-動向 | tendens; trend; neiging; houding |
| dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
| donburikanjō-丼勘定 | ruwe schatting; slordige boekhouding |
| dōritsu-同率 | dezelfde verhouding; hetzelfde tarief [percentage] |
| dōsa-動作 | actie; beweging, gedrag; houding |
| enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
| fukinkō-不均衡 | disbalans; onevenwichtigheid; wanverhouding; onevenredigheid |
| furumai-振る舞い | gedrag; houding; manieren |
| fūsai-風采 | uiterlijk; voorkomen; houding |
| fūshi-風姿 | uiterlijk; voorkomen; houding; gedrag |
| gattsu・pōzu-ガッツ・ポーズ | (Eng.: guts pose) een houding met één vuist (of twee vuisten) in de lucht bij een overwinning |
| genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
| gyōgi-行儀 | gedrag; houding; manieren |
| gyōseki-行跡 | gedrag; houding |
| hankotsu-反骨 | opstandigheid; rebelse houding |
| hanmi-半身 | (bij vechtsporten) de starthouding (diagonaal) tegenover de tegenstander |
| hassō-八双 | één van de houdingen [standen] bij zwaardvechten |
| hi-比 | ratio; verhouding |
| hiasobi-火遊び | het flirten; versieren; een verhouding hebben |
| hiden-秘伝 | geheim; geheimhouding; mysterie |
| himitsu-秘密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| hirakinaoru-開き直る | zich afzetten tegen; een verdedigende houding aannemen; uitdagend [opstandig] zijn |
| hiritsu-比率 | percentage; verhouding; ratio |
| hitoatari-人当たり | (iemands) houding; gedrag; manieren |
| hitsui-筆意 | schrijfvaardigheid; schrijfstijl; houding bij het kalligraferen |
| hitsui-筆意 | mentale houding tijdens het schrijven [kalligraferen] |
| hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
| hobaku-捕縛 | aanhouding; arrestatie |
| hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
| hozen-保全 | behoud; bescherming; instandhouding; conservering |
| hozon-保存 | bewaring; behoud; instandhouding; conservering |
| hyōjō-表情 | gevoelsuitdrukking; expressie; houding |
| iji-維持 | handhaving; behoud; onderhoud; instandhouding |
| ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
| ikizama-生き様 | levenshouding; manier van leven; hoe men zijn leven leeft |
| inaoru-居直る | rechtop zitten; een correcte houding aannemen |
| inpei-隠蔽 | verzwijging; geheimhouding; verhulling; verberging |
| intoku-隠匿 | verberging; schuilhouding; geheimhouding |
| ippankaikei-一般会計 | boekhouding van algemene inkomsten en uitgaven bij nationale en lokale overheden |
| irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
| iyō-威容 | een plechtige [statige; waardige; deftige] verschijning [houding] |
| izumai-居住まい | (iemands) zithouding; manier van zitten |
| jikyū-持久 | uithoudingsvermogen; volharding |
| jikyūryoku-持久力 | uithoudingsvermogen; doorzettingsvermogen |
| jinkaku-人格 | houding; gedrag |
| jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
| kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
| kaikei-会計 | boekhouding; financiële administratie |
| kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
| kakeme-掛け目 | leenwaarde; verhouding van de hoogte van een lening t.o.v, het onderpand |
| kamae-構え | houding; positie; pose |
| kamaeru-構える | een bepaalde houding aannemen (b.v. ter verdediging); gereed hebben; bij de hand hebben; klaar staan (om te); voorbereiden |
| kanrikeizai-管理経済 | management boekhouding |
| kansa-監査 | accountantsonderzoek; boekhoudingcontrole |
| karikoshi-借り越し | het teveel lenen; te zware lening (in verhouding met het onderpand) |
| kasei-家政 | huishouding |
| katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
| kawarimi-変わり身 | (snelle) verandering van positie [houding; standpunt] |
| keiri-経理 | boekhouding; financiële administratie |
| kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
| kenmaku-剣幕 | dreigende [boze] blik [houding] |
| kenpeiritsu-建蔽率 | bebouwingspercentage; verhouding tussen het grondoppervlak en het oppervlak van de bebouwing |
| kenryokukankei-権力関係 | machtsverhoudingen |
| kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
| ken'en-犬猿 | als kat en hond; een slechte verstandhouding |
| kessan-決算 | afsluiting (in de boekhouding van het kasboek) |
| kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
| kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
| kiken-棄権 | onthouding van stemmen; afstand doen van een recht |
| kikyo-起居 | iemands houding en gedrag [handelingen]; iemands bewegingen [staan of zitten]; iemands dagelijkse leven |
| kimitsu-機密 | geheim; geheime informatie; geheimhouding |
| kimitsuhoji-機密保持 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| kimitsuhojikeiyaku-機密保持契約 | geheimhoudingsovereenkomst; geheimhoudingsverklaring |
| kinmutaido-勤務態度 | werkhouding; houding en gedrag op het werk |
| kinsei-均整 | (juiste) verhouding; proportie; evenredigheid |
| kinshu-禁酒 | geheelonthouding (van alcohol) |
| kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
| kishi-旗幟 | houding; standpunt; visie |
| kisokōjo-基礎控除 | basisinhouding [standaardinhouding] op (belastbaar) inkomen |
| koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
| kokorogake-心がけ | geesteshouding; denkwijze; zienswijze; standpunt; benadering; streven; doel |
| kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
| konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
| konki-根気 | volharding; vasthoudendheid; energie; doorzettingsvermogen; uithoudingsvermogen |
| koraeshō-堪え性 | geduld; uithoudingsvermogen; verdraagzaamheid |
| koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
| kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
| kotonakareshugi-事勿れ主義 | (houding van) de dingen op zijn beloop laten; geen slapende honden wakker maken (een passieve houding hebben t.o.v.problemen i.p.v. ze aan te pakken) |
| kūmei-空名 | een valse [onterechte] reputatie [naam; titel]; een reputatie die niet in verhouding staat tot competentie |
| kunaichō-宮内庁 | het Agentschap van de Keizerlijke Huishouding in Japan |
| kuragae-鞍替え | verandering van baan [positie; houding]; omschakeling |
| kuragari-暗がり | een geheime plaats; geheimhouding |
| kurayami-暗闇 | een onopvallende [geheime] plaats; geheim(houding) |
| kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
| kussō-屈葬 | het iemand begraven in gehurkte [gebogen; zittende] houding |
| kyūkanbi-休肝日 | alcoholvrije dag; dag van alcohol onthouding (lett. rustdag voor de lever) |
| maekogomi-前屈み | afhangende schouders; slappe [gebukte] houding |
| mahha-マッハ | mach (verhouding tussen stromingssnelheid (b.v. bij het vliegen) en de snelheid van het geluid; vernoemd naar Ernst Mach) |
| majimekusaru-真面目腐る | ernstig worden; een plechtige [serieuze] houding aannemen |
| manā-マナー | (goede) manieren; houding; etiquette |
| mibae-見栄え | er goed uitzien; arrogante houding; ijdelheid |
| misumatchi-ミスマッチ | verkeerde [slechte] combinatie; wanverhouding |
| mokunen-黙然 | stilzwijgende houding |
| monogoshi-物腰 | gedrag; houding |
| monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
| motochō-元帳 | grootboek (in boekhouding) |
| nagai-長い | een groot uithoudingsvermogen hebben; het lang volhouden; geen haast hebben |
| naimitsu-内密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
| nezō-寝相 | slaaphouding |
| ninku-忍苦 | uithoudingsvermogen; weerstand; lijdzaamheid |
| ninniku-忍辱 | geduld; uithoudingsvermogen |
| nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
| okonai-行い | (moreel) gedrag; handelwijze; houding; optreden; manieren |
| omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
| onzon-温存 | behoud; instandhouding; voortzetting |
| oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
| oriau-折り合う | goed overweg kunnen met (elkaar); goede relatie [verstandhouding] hebben met |
| otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
| pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
| pojitibu・apurōchi-ポジティブ・アプローチ | positieve aanpak [benadering; houding] |
| pōzu-ポーズ | pose; houding |
| puropōshon-プロポーション | verhouding; evenredigheid; percentage; relatie; balans |
| rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
| raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
| reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
| reshio-レシオ | ratio; (evenredige) verhouding |
| ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
| rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
| rōdōkankeichōseihō-労働関係調整法 | wet voor Arbeidsverhouding en Geschillen |
| rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
| rōshikankei-労使関係 | arbeidsverhoudingen |
| sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
| sankakuhi-三角比 | trigonometrische verhouding |
| sankakukankei-三角関係 | driehoeksrelatie; driehoeksverhouding (in de relationele sfeer) |
| sankakukantei-三角関係 | driehoeksverhouding |
| seihirei-正比例 | evenredige verhouding |
| seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
| seiyō-整容 | het corrigeren van iemands houding [voorkomen] |
| seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
| senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme; sentimentele levenshouding |
| senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
| setto・pojishon-セット・ポジション | (honkbal) de houding die de pitcher moet innemen vlak voordat hij gaat werpen |
| shiburoku-四分六 | verdeling [verhouding] van 4-6 [40% - 60%] |
| shichisan-七三 | een verdeling [verhouding] van 7-3 [70%-30%] |
| shie-紫衣 | paarse pij van een priester [monnik]; paars gewaad voor de hofhouding van de keizer |
| shii-紫衣 | paarse pij van een priester [monnik]; paars gewaad voor de hofhouding van de keizer |
| shinbō-辛抱 | geduld; volharding; uithouding(svermogen) |
| shinki-心機 | mentale toestand [houding] |
| shintakukanjō-信託勘定 | trust rekening; trust boekhouding |
| shinzen-親善 | vriendschap; goodwill; goede verstandhouding |
| shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
| shisei-姿勢 | stellingname; houding; standpunt; opvatting |
| shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
| shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
| shitsū-私通 | onwettige verhouding [affaire]; overspel |
| shizenhontai-自然本体 | (judo) natuurlijke basishouding [aanvalspositie] (voeten op één lijn) |
| shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
| shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
| shosei-処世 | (iemand's) levenswandel; levenshouding |
| shuhigimu-守秘義務 | geheimhoudingsplicht; vertrouwelijkheid; zwijgplicht |
| shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
| shūmi-臭味 | slechte houding [stemming] |
| soburi-素振り | gedrag; houding |
| sokkin-側近 | (iemands persoonlijke) hofhouding; entourage [naaste medewerkers; staf] |
| sōkō-操行 | gedrag; houding; manieren |
| soredake-其れだけ | des te meer [minder]; zoveel als; in verhouding |
| sorimi-反り身 | lichaamshouding met de borst vooruit |
| sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| sukēru-スケール | omvang; mate; schaal; verhouding; perspectief |
| sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
| sukuwatto-スクワット | squat; hurkzit; hurkende houding |
| sutamina-スタミナ | stamina; uithoudingsvermogen |
| sutansu-スタンス | houding; pose; positie |
| tachifurumai-立ち振る舞い | manier van bewegen; houding |
| tachiifurumai-立ち居振る舞い | gedrag; houding; manier van bewegen |
| tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
| tai-体 | uiterlijk; verschijning; houding; gedaante; vorm |
| tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
| taido-態度 | gedrag; houding; attitude |
| taii-体位 | lichaamshouding |
| tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
| taisei-体勢 | (lichaams)houding; stand; postuur |
| tanshiki-単式 | (afk. voor) enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| tanshikiboki-単式簿記 | enkel [enkelvoudige] boekhouding |
| teido-程度 | mate; reikwijdte; verhouding; niveau; graad |
| tekishi-敵視 | vijandigheid; vijandige houding |
| tenbiki-天引き | automatische inhouding; aftrek vooraf |
| tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
| toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
| torimono-捕り物 | arrestatie; aanhouding; inhechtenisneming |
| torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
| tōshin-頭身 | de verhouding tussen hoofdlengte en lichaamslengte |
| tsukedasu-付け出す | (in het grootboek) boeken; invoeren in de boekhouding |
| tsutomeburi-勤め振り | werkhouding; werkopvatting |
| tsutsushimi-慎み | matiging; onthouding; een strenge [pure] leefwijze; verschoning; zuivering |
| uchiberi-内耗 | de verhouding tussen de hoeveelheid graan die overblijft na vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
| ukedachi-受け太刀 | verdedigende houding; in de verdediging |
| ukegoshi-受け腰 | een verdedigende [negatieve] houding |
| ukemi-受身 | passiviteit; passieve [verdedigende] houding |
| ukurādo-ウクラード | (economie) bepaalde soorten productieverhoudingen |
| uwaki-浮気 | overspel; buitenechtelijke verhouding; ontrouw |
| wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |
| wakōdōjin-和光同塵 | het niet overmatig tonen van kennis en daardoor met anderen in goede verhouding kunnen staan |
| wariai-割合 | percentage; ratio; verhouding; proportie |
| waridaka-割高 | in verhouding (met de kwaliteit) duur zijn |
| warikata-割り方 | verhouding; ratio |
| warikata-割り方 | evenredig; relatief; verhoudingsgewijs |
| warini-割に | verhoudingsgewijs; in vergelijking; relatief |
| warito-割と | in verhouding; relatief |
| yōshi-容止 | gedrag; houding |
| yowagoshi-弱腰 | zwakheid; lafheid; passieve [laffe] houding |
| yūei-遊泳 | leven; levenshouding; gedrag; levensstijl; levensonderhoud |
| yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
| yunyūizondo-輸入依存度 | de mate van (economische) afhankelijkheid van import (verhouding tussen invoerwaarde en nationale productie) |
| yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
| zanshin-残心 | (in vechtsporten) de mentale houding van het blijven opletten (ook na de actie) |
| zesshoku-絶食 | de vasten; zelfonthouding van voedsel |