Kruisverwijzing
vriend
lemma | meaning |
---|---|
agapē-アガペー | agape (christelijk vriendenmaal) |
ai-愛 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; liefdadigheid; onbaatzuchtigheid |
aibō-相棒 | goede vriend; kameraad; makker; partner; collega |
aigo-愛語 | (boeddh.) vriendelijke woorden (één van de 4 methoden die bodhisattvas gebruiken om levende wezens te leiden naar de Weg van de Boeddha) |
aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
aigosuru-愛護する | beschermen; conserveren; bewaren; goed [vriendelijk] behandelen [verzorgen] |
aikyō-愛敬 | sympathie; medeleven; affectie; vriendelijkheid |
aikyōshōbai-愛敬商売 | beroepsmatige vriendelijkheid (b.v. in restaurant of winkel, e.d.) |
aikyōzukiai-愛敬付合い | een oppervlakkige vriendschap [relatie; kennis] |
aisan-愛餐 | agapē, de gezamenlijke maaltijd ter nagedachtenis aan het laatste avondmaal van Jezus; een vriendenmaal |
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid; gastvrijheid; hulpvaardigheid |
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid |
aisowarai-愛想笑い | een beleefde glimlach; een vriendelijke glimlach uit beleefdheid |
ako-吾子 | een term om (op een vriendelijke manier) naar iemands kinderen of ondergeschikten te wijzen (in de tweede persoon) |
akuyū-悪友 | een slechte vriend |
akuyū-悪友 | (ironisch) een hele goede [intieme] vriend |
amattareru-甘ったれる | je kinderachtig gedragen; je gedragen als een verwend kind; je vastklampen aan iemand; krampachtig [kruiperig] proberen vrienden te maken |
ami-アミ | vriend |
arigatameiwaku-有り難迷惑 | een ongewenste gunst; misplaatste vriendelijkheid |
atataka-暖か | warmte (fig., gevoel, etc.); hartelijkheid; vriendelijkheid |
atatakai-暖かい | vriendelijk; teder; liefhebbend; hartelijk |
atatakami-温かみ | warmte; vriendelijkheid; medeleven |
atsui-厚い | vriendelijk; hartelijk; zorgzaam; meelevend |
attakai-暖かい | vriendelijk; teder; liefhebbend; hartelijk |
awaremu-哀れむ | goedhartig [vriendelijk; welwillend] zijn (jegens iem.) |
bōifurendo-ボーイフレンド | vriend(je); vrijer |
bōyū-亡友 | een overleden vriend |
chiin-知音 | zeer intieme vriend |
chikazuki-近づき | kennis; kennismaking; vriendschap |
danshō-談笑 | een prettig [vriendelijk; luchthartig] gesprek |
dōkyo-同居 | samenwonen in een huis (b.v. met vriend(in) of (schoon)familie) |
ekohausu-エコハウス | ecohuis; ecowoning (milieuvriendelijk huis) |
enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
funinjō-不人情 | onvriendelijkheid; gebrek aan medeleven; harteloosheid |
furendorī-フレンドリー | vriendelijk; vriendschappelijk; aardig |
furunajimi-古馴染み | een goede [oude] vriend(in); iemand waar je al heel lang mee bevriend bent |
fushinsetsu-不親切 | onvriendelijkheid; onaardigheid; onbeleefdheid; lompheid |
gaijūnaigō-外柔内剛 | uiterlijk vriendelijk lijken, maar van binnen keihard zijn |
gakuyū-学友 | schoolvriend; studievriend |
gārufurendo-ガールフレンド | vriendin(netje); liefje |
goetsudōshū-呉越同舟 | vijanden die in het hetzelfde schuitje zitten; (spreekwoord:) het zijn vrienden als Herodes en Pilatus |
happōbijin-八方美人 | allemansvriend; persoon die iedereen welgevallig is of wil zijn (vaak geringschattend gebruikt) |
henpa-偏頗 | partijdigheid; discriminatie; vriendjespolitiek |
hitodasuke-人助け | een vriendelijke daad; gunst; hulp aan andere mensen |
honobono-仄仄 | warmte; vriendelijkheid |
hōshi-芳志 | (uw) vriendelijkheid [vrijgevigheid] |
hōshin-芳信 | (beleefde term) uw (vriendelijke; gewaardeerde] brief |
hōshin-芳心 | (uw) goede bedoelingen; vriendelijkheid |
icharibachōdē-いちゃりばちょーでー | (Okinawa dialect) zodra we elkaar ontmoeten zijn we broers [zusters] (m.a.w. wees vriendelijk voor vreemden) |
ichiretsu-一列 | dezelfde vriendschapsband [vriendengroep] |
ingin-慇懃 | vriendschap; (seksuele) intimiteit |
iroonna-色女 | vriendin; minnares |
iyū-畏友 | gewaardeerde [gerespecteerde] vriend |
jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
jōjitsu-情実 | partijdigheid; bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek |
jōren-常連 | huisvriend |
kan-款 | welwillendheid; goedheid; vriendelijkheid; oprechtheid |
kanojo-彼女 | (vast) vriendinnetje; liefje |
kantai-款待 | vriendelijke bejegening; gastvrijheid; hartelijkheid |
kare-彼 | (vaste) vriend; vrijer; vriendje |
kareshi-彼氏 | (schertsend; plagerig) (vast) vriendje; vrijer |
katae-片方 | vriend |
kendon-慳貪 | gebrek aan mededogen; wreedheid; onvriendelijkheid; kwaadaardigheid |
kisaku-気さく | spontaan; hartelijk; vriendelijk; oprecht zijn |
kōgi-好誼 | warme vriendschap |
kōi-厚意 | goedwillendheid; vriendelijkheid |
kōi-好意 | vriendelijkheid; welwillendheid; tegemoetkoming |
kōkansuru-交歓する | beleefdheden uitwisselen; verbroederen; vriendschap sluiten |
kokoroyasui-心安い | open; vrijuit; ongeremd; vriendelijk; informeel; vertrouwd |
kokorozashi-志 | welwillendheid; goedheid; vriendelijkheid |
kokorozukushi-心尽くし | vriendelijkheid; attentheid; voorkomendheid |
kokyū-故旧 | oude bekende; oude vriend |
kōmuru-被る | ontvangen (van een gunst; vriendelijkheid; rechtvaardige bejegening) |
konsho-懇書 | een [uw] vriendelijke [hartelijke] brief |
kontoku-懇篤 | vriendelijkheid; hartelijkheid |
kōyū-交遊 | vriendschap; broederschap; kameraadschap |
kōyū-校友 | schoolvriend(in); alumnus (m); alumna (v) |
kyakuatsukai-客扱い | manier van omgaan met gasten [klanten]; klankvriendelijkheid |
kyūchi-旧知 | oude bekende; oude vriend |
kyūkō-旧交 | oude vriendschap |
kyūyū-旧友 | oude bekende; oude vriend |
mendōmi-面倒見 | zorgzaam; vriendelijk |
mibiiki-身贔屓 | bevoorrechting; voortrekkerij; vriendjespolitiek; nepotisme |
mikata-味方 | vriend; bondgenoot; medestander; geallieerde |
monoyawaraka-物柔らか | mildheid; zachtheid; vriendelijkheid; rustig voorkomen |
mukashinajimi-昔馴染み | een oude vriend [kennis] |
naijūgaigō-内柔外剛 | uiterlijk hard lijken, maar van binnen zacht [vriendelijk; mild] zijn |
naka-仲 | relatie; vriendschap |
nakama-仲間 | kameraad; vriend; metgezel; collega; partner |
nakayoshi-仲良し | vriendschap; goede relatie |
nakayoshi-仲良し | goede [intieme] vriend; makker; kameraad |
nareau-馴れ合う | vriendschap sluiten; goed kunnen opschieten met elkaar; intiem worden; een geheime relatie aangaan |
ninjō-人情 | menselijk gevoel; menselijkheid; vriendelijkheid; menselijke aard |
okuriookami-送り狼 | een man die vriendelijk aanbiedt om een vrouw naar huis te brengen, maar haar daarna plotseling aanvalt |
onchō-恩寵 | gunst; vriendelijkheid; genade |
ongan-温顔 | vriendelijk gezicht; vriendelijke uitdrukking (op het gezicht) |
onkō-温厚 | zachtaardig [vriendelijk] zijn |
onna-女 | vrouw; vrouw des huizes; vriendin; maîtresse |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
osananajimi-幼馴染み | jeugdvriend; jeugdvriendin |
otoko-男 | vriendje; vrijer |
pātonā-パートナー | vriend; metgezel; medeplichtige |
penfurendo-ペンフレンド | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
penparu-ペンパル | penvriend; penvriendin; correspondentievriend(in) |
raionzu・kurabu-ライオンズ・クラブ | Lions Club (een charitatieve vereniging van zakenlieden, waarvan de leden op vriendschappelijke basis samenwerken) |
renchū-連中 | groep; (vrienden)kring; gezelschap; vereniging; kliek; (boeven)bende |
ribensei-利便性 | gemak; gebruiksvriendelijkheid |
sefure-セフレ | seksvriend; knuffelmaatje |
sekkaku-折角 | vriendelijk; voorkomend |
sekkusu・furendo-セックス・フレンド | seksvriend; knuffelmaatje |
shakōsei-社交性 | vriendelijkheid; gezelligheid |
shinboku-親睦 | vriendelijkheid voor elkaar; wederzijdse vriendschap |
shinkō-深交 | hechte vriendschap |
shinsetsu-親切 | vriendelijkheid |
shinsetsushin-親切心 | goedheid; vriendelijkheid |
shinzen-親善 | vriendschap; goodwill; goede verstandhouding |
shin'ai-親愛 | intieme [hechte] vriendschap |
shin'yū-心友 | boezemvriend; boezemvriendin; hartsvriendin |
shitashimu-親しむ | iemand goed leren kennen; bevriend zijn [worden] met; op vriendschappelijke voet staan met; vertrouwd raken met |
sōshi-相思 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
sōshisōai-相思相愛 | wederzijdse liefde [vriendschap; genegenheid] |
supoiruzu・shisutemu-スポイルズ・システム | vriendjespolitiek; het uitdelen van baantjes aan partijgenoten |
tokui-得意 | goede vriend [vriendin] |
tomo-友 | vriend; vriendin |
tomobiki-友引 | een dag (in de zesdaagse cyclus) waarop iemands geluk dat van zijn vrienden beïnvloedt (daarom gunstig voor bruiloften, maar niet voor begrafenissen) |
tomodachi-友達 | vriend; vriendin; vrienden |
tsukaigatte-使い勝手 | gebruikersvriendelijkheid; gebruikersgemak |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) trots; hooghartig; afstandelijk; onaangenaam; onvriendelijk |
washin-和親 | vriendschap |
yasaotoko-優男 | een vriendelijke [zachtaardige] man |
yasashii-優しい | lief; vriendelijk; aardig; elegant |
yasashikusuru-優しくする | aardig [vriendelijk] zijn tegen iemand |
yūgi-友誼 | vriendschap |
yūgun-友軍 | geallieerd leger; bevriende [vriendschappelijke] troepen |
yūhō-友邦 | een bevriende natie; bondgenoot |
yūjin-友人 | vriend; vriendin |
yūjō-友情 | vriendschap |
yūkōkoku-友好国 | bevriend land; bevriende natie |
yūkōteki-友好的 | vriendschappelijk; amicaal |
zekkō-絶交 | relatiebreuk; vriendschapsbreuk |