raken / ra-ken ( ww )
1当たる; 命中する [fysiek, treffen]
2心に響く [geestelijk; emotioneel]
3触れる [aanraken]
Kruisverwijzing
raken
lemma | meaning |
---|---|
abuhachitorazu-虻蜂取らず | tussen de wal en het schip vallen [geraken]; noch het een nog het ander (twee dingen tegelijkertijd proberen te doen, maar in geen van beide slagen) |
aiuchi-相打ち | elkaar op het zelfde moment slaan [raken] (b.v. bij vechtsporten, zoals Kendo) |
akajimiru-垢染みる | vuil [vies] worden; bevuild raken |
akasu-証す | nachtbraken; de nacht doorbrengen zonder te slapen [rusten] |
aseru-焦る | opgewonden [in paniek] raken; angstig worden |
ataru-当たる | slaan; raken; treffen |
ataru-当たる | raken; aanraken; in contact [aanraking] komen (met) |
ateru-当てる | raken; treffen |
awatefutameku-慌てふためく | in paniek [verward; geagiteerd] raken |
baribari-ばりばり | kraken |
basshingu-バッシング | hard afkraken; fel bekritiseren |
boroboro-ぼろぼろ | (onomatopee) het vallen van druppels [stukjes]; brokkelig (worden); vergaan [versleten] raken; gerafeld worden |
buchiageru-打ち上げる | krachtige [brutale; gedurfde]] uitspraken doen; opscheppen |
chinrin-沈淪 | het diep zinken; in de vergetelheid geraken; ondergang; teloorgang; vernietiging |
dakaisaku-打開策 | plan [oplossing] (om uit een impasse) te raken |
damigoe-濁声 | krassende [krakende; raspende] stem |
dangō-談合 | heimelijke afspraak; samenzwering; onwettige prijsafspraken |
dansensuru-断線する | (af)breken; (af)knappen; het begeven; losraken |
daru-だる | moe zijn; vermoeid [uitgeput] zijn [worden; raken] |
dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
fumihazusu-踏み外す | van het goede pad af raken; op het verkeerde pad zijn |
fumimayō-踏み迷う | verdwalen; de weg kwijtraken |
funshitsu-紛失 | verlies; het verloren gaan; het zoekraken |
fureau-触れ合う | met elkaar in contact komen; elkaar aanraken |
fureru-触れる | aanraken; voelen |
furiau-振り合う | elkaar aanraken; contact maken |
futekusareru-不貞腐れる | koppig [nukkig; chagrijnig] worden; gefrustreerd raken |
futeru-不貞る | koppig [nukkig; chagrijnig] worden; gefrustreerd raken |
gatagata-がたがた | ratelend [krakend; rammelend] (geluid) |
geki-撃 | (in kanji combinaties) (hard) slaan; (met kracht) aanvallen; schieten; hard raken (ook fig.) zien; voelen; tasten |
gikogiko-ギコギコ | (onomatopee) piepend; krakend; zagend |
gyūgyū-ぎゅうぎゅう | (onomatopee) krakend [piepend] geluid |
habikoru-蔓延る | overwoekerd [begroeid] raken |
haimetsu-廃滅 | het ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
haimetsusuru-廃滅する | ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
haizetsu-廃絶 | uitsterving; verdwijning; het in de vergetelheid geraken |
hakidasu-吐き出す | overgeven; braken; spugen; uitspugen |
haku-吐く | overgeven; spugen; braken |
haneru-跳ねる | (iets) raken |
hasamaru-挟まる | klem raken; geklemd [gevangen] worden (tussen) |
hataki-叩き | (als achtervoegsel) het fel bekritiseren; afkraken |
hikkakaru-引っ掛かる | (ergens in [aan]) blijven hangen; blijven haken; gevangen raken |
hikkakaru-引っ掛かる | betrokken raken (bij een probleem) |
hodokeru-解ける | loskomen; losraken |
hokidasu-吐き出す | overgeven; braken; spugen; uitspugen |
ikinayamu-行き悩む | in een impasse geraken; doodlopen; vastlopen |
iradatsu-苛立つ | geïrriteerd raken; het geduld verliezen |
iratsuku-苛つく | geïrriteerd raken; zich ergeren aan |
iru-射る | (een pijl of kogels) raken (het doelwit); in het oog springen |
issuru-逸する | missen (van een kans, b.v.); kwijtraken; verloren (laten) gaan |
japan・basshingu-ジャパン・バッシング | zware kritiek op Japan; het afkraken van Japan (vooral op economisch gebied) |
jasuto・mīto-ジャスト・ミート | goede timing; (honkbal) de bal precies op goede moment (met het midden van het slaghout) raken |
jirijirisuru-じりじりする | ongeduldig worden; geïrriteerd raken |
jūtanbakugeki-絨緞爆撃 | tapijtbombardement (waarbij een groot aantal bommen over een heel gebied worden uitgestrooid, in plaats van bepaalde doelen te raken) |
kaidokusuru-解読する | decoderen; ontcijferen; ontsleutelen; kraken |
kaitaisuru-懐胎する | in verwachting raken; zwanger worden |
kakawaru-関わる | betrokken worden bij; verwikkeld raken in |
kakebanareru-掛け離れる | ver verwijderd raken [worden]; uit elkaar raken [groeien] |
kakeru-欠ける | missen; ontbreken; vermist [verloren] raken |
kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
kandōsuru-感動する | ontroerd worden; geëmotioneerd [opgewonden] raken |
kankiwamaru-感極まる | zeer geëmotioneerd raken; overmand worden door emoties |
kansensuru-感染する | geïnfecteerd worden; ontstoken raken; een ziekte oplopen |
karamaru-絡まる | verward [verstrikt] raken |
karamiau-絡み合う | verstrengeld raken; (samen) betrokken verwikkeld] raken (in) |
karamu-絡む | (in iets) verstrikt [verwikkeld] raken |
kareru-涸れる | opdrogen; opraken |
kasumeru-掠める | rakelings [snel] langs [voorbij] gaan; bijna aanraken |
kegasuru-怪我する | zich verwonden; zich blesseren; gewond raken |
kemari-蹴鞠 | een balsport, waarbij de bal de grond niet mag raken, gespeeld door Japanse hovelingen aan het keizerlijk hof (Heian periode) |
kenasu-貶す | afkraken; afbrekende kritiek hebben op; kleineren |
kinkoyaburi-金庫破り | het kraken van een brandkast [kluis] |
kireru-切れる | gesneden worden; gewond raken |
kireru-切れる | uitputten; uitgeput raken; uitverkocht zijn |
kiru-切る | opraken |
kizutsuku-傷つく | gewond [verwond] raken [worden] |
kokatsu-枯渇 | het opgebruiken; opraken; uitgeput raken; opgebruikt worden |
kokorougoku-心動く | in verwarring raken; onrustig worden |
kokuhyōsuru-酷評する | scherp [streng] bekritiseren; afkraken |
komiageru-込み上げる | geëmotioneerd [ontroerd] raken; volschieten |
komiageru-込み上げる | zich misselijk voelen; overgeven; braken |
koritsusuru-孤立する | geïsoleerd raken |
kuchiru-朽ちる | rotten; vergaan; in verval raken |
kumoru-曇る | bewolkt worden [raken] |
kūsai-空際 | horizon (het punt waar hemel en aarde elkaar raken) |
makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
mihoreru-見惚れる | geboeid [gefascineerd; gegrepen] raken (door) |
mitoreru-見惚れる | geboeid [gefascineerd; gegrepen] raken (door) |
modosu-戻す | overgeven; braken; uitspugen |
najimu-馴染む | vertrouwd raken met; gehecht raken aan; wennen [gewend raken] aan; zich aanpassen; acclimatiseren |
nakunaru-無くなる | verdwijnen; weg [verloren] raken; vermist worden |
nakunaru-無くなる | op raken; tekort [te weinig] worden |
nakusu-無くす | iets kwijtraken; verliezen |
nakusuru-無くする | iets kwijtraken; verliezen; laten verwijderen (een ander woord voor nakusu) |
nareru-慣れる | vertrouwd raken met; eigen zijn [worden]; vertrouwd [gemakkelijk; comfortabel] zijn [worden] |
nareru-熟れる | slijten; versleten raken |
narisagaru-成り下がる | aan lager wal raken; status verliezen; geruïneerd zijn; laag vallen |
nettotatchi-ネットタッチ | het aanraken van het net door een speler (tennis, volleybal, etc.) |
noboru-上る | opgewonden [geagiteerd] raken [worden] |
nōtatchi-ノータッチ | niet aanraken |
nōtatchi-ノータッチ | (honkbal) het niet aanraken met de bal van een honk of tegenstander door een veldspeler |
nureru-濡れる | nat worden; doordrenkt raken |
nuresobotsu-濡れそぼつ | drijfnat worden; doorweekt raken |
ōbāhīto-オーバーヒート | oververhit worden; opgewonden [opgehitst] raken |
potosu-ポトス | drakenklimop (Epipremnum aureum) |
rakugo-落伍 | het uitvallen; achterop raken; opgeven; niet meer mee kunnen doen |
rōkyūkasuru-老朽化する | verslijten; bederven; in onbruik raken |
ryūgū-竜宮 | het drakenpaleis op de bodem van een diepe zee (zoals in het verhaal over Urashima Tarō) |
ryūjin-竜神 | de drakengod; drakenkoning |
ryūō-竜王 | (boeddh.) drakenkoning (de beschermer van de boeddhistische leer) |
ryūō-竜王 | (in shōgi, Japans schaakspel) een schaakstuk (toren) dat in het spel drakenkoning kan worden |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
sadameru-定める | tot rust laten komen; kalmeren; stabiliseren; gesetteld raken |
sakusōsuru-錯綜する | ingewikkeld [gecompliceerd] worden; verstrikt raken |
sameru-覚める | gedesillusioneerd worden [raken] |
san'itsu-散逸 | verspreid [en uiteindelijk zoek] raken |
sawaru-触る | voelen; aanraken |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een gevoelig voorwerp (dat bij diefstal, verlies of zoekraken gevaarlijk kan zijn voor de openbare veiligheid) |
sesshokusuru-接触する | aanraken; aantikken; contact maken; in contact komen (met) |
shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
shishō-死傷 | het overlijden of gewond raken |
shishōsuru-死傷する | overlijden of gewond raken |
shitashimu-親しむ | iemand goed leren kennen; bevriend zijn [worden] met; op vriendschappelijke voet staan met; vertrouwd raken met |
shokkan-触感 | tastzin; gevoel (bij aanraken); de textuur |
shōkō-消耗 | uitputting; slijtage; het opraken; opgebruiken |
sorikaeru-反り返る | kromtrekken; vervormd raken |
sōsharu・kurakkingu-ソーシャル・クラッキング | sociaal kraken; het achter iemands wachtwoord proberen te komen [een wachtwoord kraken] buiten de computerwereld om (Engels: social cracking) |
sōshitsu-喪失 | verlies; het kwijtraken |
suku-空く | leeg raken |
sureru-擦れる | verslijten; versleten raken |
sutaru-廃る | uit de mode [in onbruik] raken; ouderwets zijn; achteruitgaan; afnemen |
tachiokureru-立ち遅れる | achterblijven; achterop raken; laat beginnen [starten] |
tatchi・netto-タッチ・ネット | het aanraken van het net door een speler (tennis, volleybal, etc.) |
tenareru-手慣れる | zich bekwamen (in); zich eigen maken; gewend raken (aan) |
tenjō-纏繞 | het verstrikt [verstrengeld] raken |
teoi-手負い | gewond raken |
tetsukazu-手付かず | zonder aan te raken; zonder te gebruiken; ongeopend |
tezawari-手触り | het (aan)voelen [aanraken] |
tokeru-解ける | los raken |
toozakaru-遠ざかる | vervreemd raken |
torimagireru-取り紛れる | inde war raken; verward zijn; verwarren |
toshinami-年波 | leeftijd; het ouder worden; op leeftijd raken |
tsukaikomu-使い込む | gewend raken aan het gebruik (van); inlopen (van schoenen); langdurig gebruiken |
tsukareru-疲れる | moe worden; vermoeid [uitgeput] zijn [worden; raken] |
tsuku-着く | (aan)raken |
urotaeru-狼狽える | in de war [van de wijs; van z’n apropos; overstuur] raken |
utsu-打つ | treffen; raken |
waru-割る | breken; kraken |
yasehosoru-瘦せ細る | dunner worden; vermageren; uitgemergeld raken |
yofukashi-夜更かし | het nachtbraken |
yogoreru-汚れる | vies worden; bevuild [besmet] raken |
yukinayamu-行き悩む | (muur)vast komen te zitten; vastlopen; in een impasse geraken |
yunion・shoppu-ユニオン・ショップ | vakbondswinkel, een vorm van een vakbondsveiligheidsclausule met afspraken tussen werkgevers en vakbond |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
zakuzaku-ざくざく | (onomatopee) krakend geluid (zoals bij lopen op ijzige sneeuw) |