Kruisverwijzing
geld
| lemma | meaning |
|---|---|
| abukuzeni-泡銭 | snel [makkelijk] verdiend geld |
| adauchi-仇討ち | wraak; vergelding; represaille |
| akaseru-飽かせる | verspillen; veel geld uitgeven |
| akasu-飽かす | veel kosten maken; veel geld uitgeven aan iets; niet bezuinigen op |
| akka-悪貨 | kwaad [slecht] geld |
| akuka-悪貨 | kwaad [slecht] geld |
| akusen-悪銭 | geld van slechte kwaliteit |
| akusen-悪銭 | kwaad geld, d.w.z. geld dat op een verkeerde [misdadige; illegale] manier is verkregen [verdiend] |
| akushōgane-悪性金 | geld dat in een rosse buurt wordt uitgegeven |
| akushogane-悪所金 | geld dat wordt uitgegeven in een rosse buurt |
| akushozukai-悪所遣い | geld verspillen aan pleziertjes |
| amaishiruwosū-甘い汁を吸う | geld verdienen zonder te werken; zijn zakken vullen |
| arakasegi-荒稼ぎ | het veel geld binnenharken; woekeren; speculeren; profiteren |
| arigane-有り金 | beschikbaar geld; geld dat er voorhanden is |
| arutokibarai-ある時払い | betalen van leningtermijnen wanneer mogelijk [wanneer men geld heeft] |
| assenshūwaizai-斡旋収賄罪 | smeergeld aannemen; corruptie |
| atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
| azukeru-預ける | (iets aan iemand) toevertrouwen [in bewaring geven]; (geld) deponeren (bij een bank) |
| bachi-罰 | straf van de goden; goddelijke vergelding |
| bachi-罰 | verdiende loon; straf; vergelding |
| bakkin-罰金 | geldboete; bekeuring; bon |
| bankonsakusetsu-盤根錯節 | verstrengelde [gedraaide; ingewikkelde] wortels [knopen] |
| banku-バンク | bank (geldbedrijf; gebouw) |
| baramaku-散蒔く | verspreiden; rondstrooien; onbezonnen [roekeloos] geld uitgeven |
| bokin-募金 | collecte; geldinzameling |
| bokinsuru-募金する | collecteren; geld inzamelen |
| chadai-茶代 | geld voor een drankje in een theehuis, e.d. |
| chingin-賃金 | huur(geld) |
| chokin-貯金 | sparen; spaargeld |
| chokinsuru-貯金する | (geld) sparen |
| chokuchoku-ちょくちょく | vaak; dikwijls; regelmatig; frequent; geregeld |
| chōmoku-鳥目 | geld; munt; muntstuk (lett. vogel-ogen, de term verwijst naar oude munten met ronde gaten) |
| daijin-大尽 | iemand die veel geld uitgeeft aan (wilde) uitspattingen |
| dashiire-出し入れ | (geld) storting en opname; het inleggen en uithalen |
| demoaru-でもある | ...is ook…; dat geldt ook voor.. |
| denshimanē-電子マネー | elektronisch [digitaal] geld |
| depojitto-デポジット | aanbetaling; borg; onderpand; statiegeld |
| depojittoseido-デポジット制度 | statiegeldsysteem |
| dorubako-ドル箱 | geldkist; kluis; goudmijn (fig.) |
| dorubako-ドル箱 | geldschieter |
| dōsen-銅銭 | koperen geldstuk; koperen munt(je) |
| ei-永 | (afk. voor) eirakusen, oude Chinese geldmunt |
| eirakusen-永楽銭 | oude Chinese geldmunt |
| eiri-営利 | geldbejag; het vergaren van geld [rijkdom] |
| ekiteikyoku-駅逓局 | bagagetransport bureau (het bureau dat het bagagevervoer tussen de stations regelde in het begin van de Meiji periode) |
| ekusuchenji・burōkā-エクスチェンジ・ブローカー | deviezenmakelaar; geldwisselaar; wisselagent |
| esutopperu-エストッペル | estoppel (juridisch principe dat voorkomt dat iemand recht kan doen gelden dat in strijd is met zijn eerdere handelingen of uitspraken) |
| esutopperunogensoku-エストッペルの原則 | estoppel principe (juridisch principe dat voorkomt dat iemand recht kan doen gelden dat in strijd is met zijn eerdere handelingen of uitspraken) |
| ē・tī・emu-エー・ティー・エム | (automatic teller machine) geldautomaat |
| fainansu-ファイナンス | financiën; geldwezen |
| faito・manē-ファイト・マネー | prijsgeld bij een vechtwedstrijd |
| fudasashi-札差し | (Tokugawa-periode) makelaar in rijst (handelaar die het recht had om geld te geven in ruil voor de rijsttoelagen van vazallen) |
| fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
| funpatsusuru-奮発する | veel geven; veel spenderen; veel geld uitgeven |
| furidashi-振り出し | betaalopdracht; overmaking (geld); geldwisseling |
| furikaeru-振り替える | (geld) overmaken [overschrijven] |
| furikomi-振り込み | bankoverschrijving; storting van geld op een bankrekening |
| furikomu-振り込む | geld overmaken [overboeken; overschrijven] |
| furimukeru-振り向ける | (geld) uittrekken [bestemmen] voor |
| furōto-フロート | wisselgeld |
| fūsho-封書 | verzegelde brief; verzegeld document |
| futōitsu-不統一 | disharmonie; wanorde; ongeregeldheid; verdeeldheid |
| futokoro-懐 | (contant) geld |
| fuwatarikogitte-不渡り小切手 | ongeldig verklaarde cheque |
| gakuhi-学費 | onderwijsuitgaven; schoolkosten; inschrijvingsgeld voor een onderwijsinstelling |
| gansatsu-贋札 | een vals bankbiljet; vals (papier)geld |
| garigari-がりがり | erg mager; uitgemergeld; vel over been |
| genkin-現金 | contant geld |
| genkinbarai-現金払い | contante betaling; cashbetaling; betalen met contant geld |
| gerupin-ゲルピン | gebrek aan geld (hebben) |
| gigoku-疑獄 | (politiek) schandaal vanwege smeergeld [omkoping] |
| ginkō-銀行 | bank (geldbedrijf; gebouw) |
| ginkōken-銀行券 | bankbiljet (papiergeld door een centrale bank als betaalmiddel uitgegeven) |
| gōhō-業報 | (boeddh.)de gevolgen van (goed of slecht) karma; onvermijdelijke vergelding |
| gomakasu-ごまかす | (geld) verduisteren [in eigen zak steken] |
| gunpyō-軍票 | oorlogsgeld; militaire valuta (uitgegeven door het leger) |
| gureshamunohōsoku-グレシャムの法則 | wet van Gresham (economie: de stelling dat "slecht geld" "goed geld' verdringt) |
| haari-羽蟻 | vliegende [gevleugelde] mier(en) |
| haikinshugisha-拝金主義者 | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
| haishakukin-拝借金 | het geleende geld |
| haishakukin-拝借金 | de geldlening in de Edo periode van de bakufu regering aan daimyo, leenheren, tempels, e.d. |
| hakidasu-吐き出す | verspillen; in één keer uitgeven (geld) |
| hanadai-花代 | geldbedrag voor bloemen |
| hanagusuri-鼻薬 | smeergeld; zwijggeld |
| haraise-腹癒せ | vergelding; wraak |
| hashitagane-端金 | kleingeld; wisselgeld; armzalig klein bedrag; schijntje |
| hataku-叩く | opmaken (geld); leegmaken (portemonnee) |
| hazumu-弾む | geld verspillen [verkwisten]; veel geld neertellen; dokken |
| henpō-返報 | vergelding; wraak; repliek |
| henrei-返礼 | vergelding; wraak |
| hikidasu-引き出す | (geld) opnemen |
| hishō-費消 | het opmaken (van geld of goederen) |
| hishō-費消 | verduistering (van geld); fraude |
| hishōsuru-費消する | (geld of goederen) opmaken |
| hishōsuru-費消する | (geld) verduisteren; frauderen |
| hōfuku-報復 | vergelding; wraak(neming) |
| hōfukusochi-報復措置 | represailles; vergeldingsacties; wraak |
| hokidasu-吐き出す | verspillen; in één keer uitgeven (geld) |
| hotto・manē-ホット・マネー | (Eng.: hot money) geld dat tussen financiële instellingen wordt uitgewisseld in een poging de rente of vermogenswinst te maximaliseren |
| ichimonnashi-一文無し | blut; platzak; bankroet; berooid; arm; zonder geld |
| ikkokusenkin-一刻千金 | elk moment is belangrijk [kostbaar;dierbaar]; tijd is geld |
| ingaōhō-因果応報 | straf; vergelding; karma; zijn verdiende loon (fig.); boontje komt om zijn loontje |
| inisharu・fī-イニシャル・フィー | (Eng.: initial fee) instapkosten; entreegeld |
| ireageru-入れ揚げる | (veel) geld spenderen aan. |
| isharyō-慰謝料 | schadevergoeding; smartengeld |
| ishugaeshi-意趣返し | vergelding; wraak; represaille |
| izakoza-いざこざ | complicaties; conflict(en); moeilijkheden; (geld) problemen |
| jitsudan-実弾 | contant geld; duiten |
| jōnō-上納 | het betalen (van geld of goederen) aan de overheid\ |
| jugyōryō-授業料 | schoolgeld; leergeld |
| junkyohō-準拠法 | geldend recht; toepasselijke wetgeving (bij Internationale transacties, geschillen, e.d.) |
| jushinryō-受信料 | kijk- en luistergeld; (tv en radio) abonnementsgeld |
| kadō-稼働 | het werken (en geld verdienen); aan het werk zijn |
| kaeshi-返し | wisselgeld |
| kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
| kahei-貨幣 | geld; valuta; munt |
| kahō-家法 | huisregels; regels die binnen een familie gelden |
| kaishū-回収 | inning; inzameling; opname (van geld); terugwinning; recuperatie |
| kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
| kakin-課金 | belastinggeld; overheidssubsidie |
| kan-款 | een behoorlijke som geld |
| kanashibari-金縛り | (fig.) vastzitten [gebonden] zijn aan; door de macht van het geld beperkt zijn |
| kanbutsu-換物 | omzetting van geld in goederen |
| kane-金 | geld (meestal お金) |
| kanebanare-金離れ | manier van geld besteden [met geld omgaan] |
| kanebukuro-金袋 | (arch.) geldbuidel; stoffen zak voor het bewaren van geld of kostbare spulletjes |
| kaneguri-金繰り | financiering; geldinzameling; fondsenwerving |
| kanemawari-金回り | geldsomloop; geldcirculatie; financiële situatie [omstandigheden] |
| kaneme-金目 | waarde (in geld) |
| kanemōke-金儲け | het geld verdienen; winst maken |
| kanezukai-金遣い | manier van geld besteden |
| kanezumari-金詰まり | geldgebrek; (te) weinig geld hebben |
| kanjōdakai-勘定高い | berekenend; uitgerekend; uitgekookt; geldbelust |
| kanka-換価 | (jur.) in beslag genomen eigendommen omrekenen in geld |
| kankyū-官給 | levering [geld; goederen] van de overheid |
| kanpa-カンパ | campagne (publieke actie); geldinzamelingsactie |
| kanranryō-観覧料 | toegangsprijs; entreegeld (museum e.d.) |
| karamiau-絡み合う | verstrengeld raken; (samen) betrokken verwikkeld] raken (in) |
| karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
| karichin-借り賃 | huur; huurgeld; huursom |
| kariire-借り入れ | het lenen (van geld) |
| kariirekin-借り入れ金 | geleend geld; lening |
| karyō-過料 | (geld)boete voor een licht vergrijp [overtreding] |
| kasegu-稼ぐ | werken; de kost verdienen; geld verdienen |
| kashinushi-貸し主 | geldschieter; verhuurder; huisbaas |
| kashite-貸し手 | geldschieter; verhuurder; huisbaas |
| kashitsukeshintaku-貸付信託 | geldtrust (beheert het geld bij een trustbank) |
| kashoku-貨殖 | het verdienen [vergaren] van geld; geldmakerij |
| katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
| katakiuchi-敵討ち | wraak; vergelding; represaille |
| kāton-カートン | een schaal [schaaltje; dienblad] (waar geld op wordt gelegd bij betaling) |
| kenmen-券面 | de voorzijde van een obligatie, certificaat, e.d. (waar het geldbedrag op staat) |
| kenrikin-権利金 | sleutelgeld |
| kenshōkin-懸賞金 | prijzengeld; beloning |
| kera-螻蛄 | blut [platzak; zonder geld; bankroet] zijn |
| kidaore-着倒れ | geldverspilling aan kleren; al je geld uitgeven voor kleren |
| kidaore-着倒れ | iemand die al zijn geld uitgeeft voor kleren |
| kifukin-寄付金 | donatie; schenking in geld |
| kin-金 | geld |
| kindaka-金高 | geldbedrag |
| kindan-金談 | discussie over geld [een lening] |
| kingaku-金額 | geldbedrag |
| kinhangen-禁反言 | estoppel (juridisch principe dat voorkomt dat iemand recht kan doen gelden dat in strijd is met zijn eerdere handelingen of uitspraken) |
| kinken-金権 | financiële macht [invloed]; de macht van het geld |
| kinketsu-金欠 | geldgebrek |
| kinketsu-金穴 | sponsor; geldschieter |
| kinmyaku-金脈 | sponsor; geldschieter |
| kinnō-金嚢 | (arch.) geldbuidel; stoffen zak voor het bewaren van geld of kostbare spulletjes |
| kinnō-金納 | contant betaling; afrekening in contant geld |
| kinpin-金品 | geld en sieraden; waardevolle spullen |
| kinsaku-金策 | geld bij elkaar brengen; fondsen werven |
| kinsen-金銭 | (contant) geld |
| kinsensaiken-金銭債権 | geldvordering; financiële vordering |
| kin'en-金円 | geld |
| kin'in-金員 | (hoeveelheid) geld; geldbedrag |
| kin'ippū-金一封 | donatie [schenking; prijzengeld] (in een envelop of in papier gewikkeld) |
| kin'un-金運 | economische voorspoed; geluk [succes] met geld |
| kin'yū-金融 | financiën; financiering; geldtransacties |
| kin'yūshijō-金融市場 | financiële markt; geldmarkt |
| kirisageru-切り下げる | devalueren (geldkoers) |
| kōden-香典 | geschenk bij condoleance op een begrafenis (meestal geld); begrafenisoffer |
| kōgaku-高額 | een grote som geld; een groot bedrag |
| kogane-小金 | een klein fortuin; redelijke som geld; aardig bedrag |
| kogane-小金 | weinig geld; kleingeld |
| koguchi-小口 | kleine hoeveelheid (geld) |
| kōhi-公費 | publieke uitgaven [middelen]; overheidsgelden [uitgaven] |
| koin-コイン | munt(geld); munt(stuk) |
| kōka-硬貨 | munt(geld); munt(stuk) |
| kokkokin-国庫金 | gelden [fondsen] van de nationale schatkist [staatskas] |
| komiiru-込み入る | verstrikt [verstrengeld; verwikkeld] zijn |
| konjuhōshō-紺綬褒章 | medaille met donkerblauw lint (een prestigieuze Japanse eremedaille voor weldoeners die grote sommen geld hebben gedoneerd voor het algemeen welzijn) |
| kōru・manē-コール・マネー | daggeld; callgeld (geld van een lening die elke dag opgezegd kan worden) |
| kōryoku-効力 | (jur.) geldigheid |
| koshiginchaku-腰巾着 | geldbeurs [buideltasje] (gedragen om je middel) |
| kōtekishikin-公的資金 | publieke middelen; publiek geld |
| kozeni-小銭 | kleingeld |
| kozukai-小遣い | zakgeld; geld voor kleine uitgaven |
| kozukaisen-小遣い銭 | zakgeld; geld voor kleine uitgaven |
| kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| kuchidomeryō-口止め料 | zwijggeld |
| kuidaore-食い倒れ | geldverspilling aan eten; het al je geld uitgeven voor eten |
| kuidaore-食い倒れ | iemand die al zijn geld uitgeeft voor eten |
| kuikomi-食い込み | verlies; (geld) tekort |
| kuikomu-食い込む | wegstromen; (geld) verliezen |
| kuitsubusu-食い潰す | (al je geld) opmaken [opsouperen]; iemand de oren van het hoofd eten |
| kumen-工面 | vindingrijkheid; het handig voor elkaar krijgen; het op een creative manier verzamelen van geld [goederen] |
| kurui-狂い | onregelmatigheid; wanorde; ongeregeldheid |
| kuzusu-崩す | in kleinere stukken verdelen; klein maken (groot geld wisselen voor klein geld) |
| kyapitaru-キャピタル | kapitaal (geld) |
| kyasshu-キャッシュ | contant geld; contanten; cash |
| kyasshuresu-キャッシュレス | zonder contant geld; niet betalen met contant geld (dus betalen met creditkaart of betaalkaart) |
| kyasshu・furō-キャッシュ・フロー | geldstroom; kasstroom (verschil tussen inkomsten en uitgaven) |
| kyogaku-巨額 | een groot bedrag; een enorme som geld |
| kyoshutsusuru-拠出する | een contributie betalen (aan een organisatie); bijdragen; (geld) doneren [schenken] |
| kyozai-巨財 | fortuin; rijkdom; grote hoeveelheid geld |
| kyūaku-旧悪 | (Edo-periode) misdaad [misdrijf] waarop verjaring geldt (met uitzondering van moord e.d.) |
| kyūhō-旧法 | (inmiddels niet meer geldende) oude wetgeving [bepaling; verordening] |
| kyūsuru-窮する | arm worden; tot armoede vervallen; geldgebrek hebben |
| maegari-前借り | het krijgen van een voorschot (op salaris, zakgeld, e.d.) |
| maewatashikin-前渡し金 | vooruitbetaald geld |
| makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
| manē-マネー | geld |
| manē・biru-マネー・ビル | geldverwerving; kapitaalverwerving; het verdienen [vergaren] van geld |
| manē・furōhyō-マネー・フロー表 | geldstroom overzicht |
| manē・māketto-マネー・マーケット | geldmarkt |
| manē・rondaringu-マネー・ロンダリング | het witwassen (van geld) |
| manē・sapurai-マネー・サプライ | geldvoorraad |
| mankin-万金 | 10.000 yen; een grote som geld; heel veel geld |
| manmon-マンモン | (Bijbel) Mammon (geldgod; god van de rijkdom) |
| manmonisuto-マンモニスト | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
| midareru-乱れる | ontregeld [verstoord] zijn; in de war [chaotisch] zijn |
| mikaiketsu-未解決 | iets dat nog niet opgelost [nog niet geregeld] is |
| mikajimeryō -みかじめ料 | protectiegeld |
| minoshirokin-身代金 | losgeld |
| misegane-見せ金 | geld om te laten zien (dat je echt geld hebt) |
| mishūkin-未収金 | (geld) vordering |
| miuke-身請け | losgeld; losprijs |
| mochiawase-持ち合わせ | (geld) bij zich (hebben); in voorraad |
| mōkeguchi-儲け口 | manier om geld te verdienen; bron van inkomsten |
| mōkeru-儲ける | verkrijgen; (geld) verdienen; winst maken; inkomsten genereren |
| monomochi-物持ち | een rijke (persoon); iemand met veel geld |
| mottainai-勿体ない | verspillend; verkwistend; zonde (van geld of tijd) |
| mudazukai-無駄遣い | (geld) verspilling; verkwisting |
| muichimon-無一文 | blut; platzak; bankroet; berooid; arm; zonder geld |
| mukō-無効 | ongeldigheid; nulliteit |
| mukui-報い | karma; straf; vergelding; wraak; (verdiende) loon |
| murisandan-無理算段 | het de eindjes aan elkaar knopen; het bij elkaar scharrelen (van geld) |
| murisandansuru-無理算段する | de eindjes aan elkaar knopen; geld bij elkaar scharrelen [schrapen] |
| musen-無銭 | zonder geld; geen geld hebben; geen geld nodig hebben |
| mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
| myōgakin-冥加金 | geldoffer (bv. aan een tempel) |
| naisaikin-内済金 | schikkingsbedrag; zwijggeld |
| naisho-内緒 | financiële privé [familie] omstandigheden; huishoudgeld; gezinsbudget |
| namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
| naritatsu-成り立つ | geldig zijn; standhouden; aan de eisen voldoen |
| nigirikobushi-握り拳 | met lege handen staan; geen geld op zak hebben; met blote handen [ongewapend] zijn |
| ninshō-認証 | certificatie; geldigverklaring |
| nisegane-偽金 | vals geld |
| nōkyō-納経 | het aanbieden van geld of rijst in een tempel in ruil voor soetra teksten |
| nomitsubusu-飲み潰す | al je geld opzuipen [verbrassen aan alcohol] |
| noshibukuro-熨斗袋 | een mooi gedecoreerde enveloppe [omslag] om geld cadeau te doen |
| nyūhi-入費 | (geld) uitgaven |
| nyūjōryō-入場料 | toegangsprijs; entreegeld; entreeprijs |
| nyūkin-入金 | ontvangen geld [betaling]; tegoed; ontvangsten |
| nyūkin-入金 | het (geld) storten op eigen rekening |
| nyūkindenpyō-入金伝票 | (geld) stortingsbewijs; stortingskaart |
| ōhō-応報 | vergelding |
| okaeshi-お返し | vergelding; wraak; (fig.) terugbetaling (in gelijke munt); een quid pro quo |
| okaeshi-お返し | (beleefd, formeel) wisselgeld |
| okera-螻蛄 | blut [platzak; zonder geld; bankroet] zijn |
| ōryō-横領 | (geld) verduistering |
| otakara-御宝 | geld |
| otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
| otsuri-お釣り | wisselgeld |
| pakuru-ぱくる | stelen; wegpakken; afhandig maken (van geld of goederen); zwendelen |
| pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
| pinhane-ピン撥ね | het zich toe-eigenen van een deel van geld of goederen van anderen |
| poketto・manē-ポケット・マネー | zakgeld |
| raihō-来報 | (boeddh.) straf; (toekomstige) vergelding |
| ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
| reikin-礼金 | beloning (geld); honorarium; vergoeding; gratificatie |
| reikin-礼金 | sleutelgeld; vergoeding betaald voor huurrechten |
| ribēto-リベート | commissie; provisie; smeergeld |
| rikutsu-理屈 | geldinzameling |
| ryōgae-両替 | het geld wisselen |
| ryōgaesuru-両替する | geld wisselen |
| ryōka-良貨 | goed geld; geld [munten] van goede kwaliteit |
| ryōtekikin'yūkanwaseisaku-量的金融緩和政策 | kwantitatief versoepelingsbeleid; kwantitatieve versoepeling; kwantitatieve geldverruiming |
| saisen-賽銭 | offergave; offergeld |
| saisenbako-賽銭箱 | donatiekist voor geldoffers (aan tempels, heiligdommen, e.d.) |
| sakadai-酒代 | drinkgeld |
| sakate-酒手 | drinkgeld |
| sashu-詐取 | toe-eigening (van geld, goederen, e.d.) door bedrog [zwendel; fraude] |
| satsu-札 | biljet; papiergeld |
| satsutaba-札束 | bundel [stapel] bankbiljetten [papiergeld]; heel veel geld |
| seika-正貨 | muntgeld; muntspecie |
| senkin-千金 | een grote hoeveelheid geld; een fortuin |
| shakuryō-借料 | huurgeld; pacht |
| shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
| shichūkinri-市中金利 | geldmarktrente; open marktrente |
| shihei-紙幣 | papiergeld; bankbiljet |
| shihon-資本 | (geld) kapitaal; fondsen |
| shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
| shikingen-資金源 | financieringsbron; geldbron |
| shikinguri-資金繰り | fondsenwerving; geldinzameling; financiering |
| shikinhikidashi-資金引き出し | geldopname (uit fonds) |
| shikinsenjō-資金洗浄 | het witwassen (van geld) |
| shikkō-失効 | ongeldigheid; verlies van effectiviteit [geldigheid]; het verlopen [vervallen] |
| shikyū-支給 | levering; (in geld of goederen) vergoeding; betaling |
| shinbatsu-神罰 | goddelijke straf [vergelding; wraak van de goden |
| shin'yōtorihiki-信用取引 | krediettransactie; margehandel (beleggen met geleend geld) |
| shippegaeshi-竹篦返し | vergelding; wraak; oog om oog; het lik op stuk geven |
| shippeigaeshi-竹篦返し | vergelding; wraak; oog om oog; het lik op stuk geven |
| shiryoku-資力 | (geld)middelen; kapitaal(kracht); vermogen |
| shishutsusuru-支出する | (geld) uitgeven; spenderen |
| shito-使途 | bestemming [besteding] van geld [goederen] |
| shī・dī-シー・ディー | (cash dispenser) geldautomaat; pinautomaat |
| shōgaku-小額 | een klein bedrag; een geringe som geld |
| shūkin-集金 | het ophalen van geld; het innen van een rekening; incasso |
| shūkinbukuro-集金袋 | envelop waarin men geld voor een betaling doet |
| shūkinnin-集金人 | collectant; iem. die geld inzamelt [ophaalt] |
| shūkinsuru-集金する | geld ophalen; rekening(en) innen |
| shukkin-出金 | het opnemen [afhalen] van geld van eigen rekening |
| shusshikin-出資金 | geldinvestering; geïnvesteerd geld |
| shūwaisuru-収賄する | smeerdgeld aannemen; zich laten omkopen |
| sōkin-送金 | (geld) overschrijving; overmaking; overgemaakt geld |
| sokkin-即金 | contant geld; contanten |
| sokyūken-遡及権 | vorderingsrecht om ontvangen wissels [cheques] te gelde te maken |
| sonshitsu-損失 | verlies (van geld, bezittingen, etc.) |
| suizan-衰残 | uitgemergeld [afgemat] zijn |
| suru-擦る | verspillen; opmaken; verliezen (van geld, b.v. door te gokken) |
| sutēkusu-ステークス | (paarden)race met prijzengeld |
| sutēkusu-ステークス | prijzengeld |
| tabakosen-煙草銭 | zakgeld; geld om sigaretten te kopen |
| tagaku-多額 | een groot geldbedrag |
| taikin-大金 | een grote som geld |
| taiyo-貸与 | lening (van geld, goederen e.d.) |
| takara-宝 | geld; poen |
| tameru-貯める | sparen (geld); opzij leggen |
| tanimachi-谷町 | (sumo) beschermheer; mecenas; geldschieter (van een worstelaar of stal) |
| tankikin'yūshisantōshishintaku-短期金融資産投資信託 | geldmarktfonds (MMF, Money Market Fund) |
| tatekaeru-立て替える | voor iemand betalen; geld voorschieten |
| teigaku-低額 | een kleine som geld; een laag bedrag |
| tekihō-適法 | wettigheid; rechtsgeldigheid |
| tema-手間 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
| temachin-手間賃 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
| temadai-手間代 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
| temochishikin-手持ち資金 | ter beschikking staande fondsen; geld [kapitaal] dat er beschikbaar is |
| temoto-手元 | contant geld (dat je bij je draagt) |
| temotogenkin-手元現金 | contant geld (dat je bij je draagt) |
| temotokin-手元金 | contant geld (dat je bij je draagt) |
| tenjō-纏繞 | het verstrikt [verstrengeld] raken |
| terasen-寺銭 | betaling van geleend geld (voor gok doeleinden) met vaste rentetoeslag |
| tōjiru-投じる | investeren in; ergens geld in stoppen |
| tōshika-投資家 | investeerder; geldschieter; belegger |
| tōshishikin-投資資金 | investeringsgelden |
| toshoken-図書券 | boekenbon (met geldwaarde) |
| toshu-徒手 | blut; platzak; zonder geld |
| tsukaeru-使える | geldig zijn |
| tsukaikomu-使い込む | verduisteren (van geld) |
| tsukaisaki-使い先 | datgene waar geld aan besteed wordt |
| tsūkakyōkyūryō-通貨供給量 | geldvoorraad |
| tsumitate-積み立て | het sparen; geld verzamelen [reserveren] |
| tsumitatekin-積立金 | reserve; spaargeld |
| tsumitateru-積み立てる | (geld) sparen; verzamelen; opzij leggen |
| tsuri-釣り | klein geld; wisselgeld |
| tsurisen-釣り銭 | wisselgeld |
| uketoritegata-受取手形 | (geld) vorderingen |
| uragane-裏金 | smeergeld; steekpenning; omkoopsom |
| utsuru-写る | gefotografeerd [afgebeeld; weerspiegeld; gereflecteerd] worden |
| wairo-賄賂 | omkoping; omkoperij; smeergeld |
| wōrugai-ウォール街 | Wall Street (New Yorkse geldmarkt) |
| yamikin-闇金 | geldtransacties zonder wettelijke toestemming; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yamikin'yū-闇金融 | geldtransacties door bedrijven of organisaties, die daarvoor geen wettelijke toestemming hebben; transacties met een niet wettelijk bepaalde rente |
| yasehosoru-瘦せ細る | dunner worden; vermageren; uitgemergeld raken |
| yochokin-預貯金 | deposito's en spaargeld |
| yokinjidōshiharaiki-預金自動支払機 | geldautomaat |
| yoyū-余裕 | marge; overschot; (genoeg) ruimte [tijd; geld] |
| yozai-余財 | financiële reserve(s); beschikbaar [overtollig] geld |
| yubikiri-指切り | elkaar een belofte [eed] doen met in elkaar gehaakte [gestrengelde] pinken |
| yūkin-遊金 | ongebruikt [onbelegd; inactief] geld |
| yūkō-有効 | effectiviteit; doeltreffendheid; werkzaamheid; geldigheid |
| yūkōkikan-有効期間 | geldigheidsduur |
| zainō-財嚢 | portemonnee, geldbeurs, portefeuille |
| zainō-財嚢 | (geld) vermogen |
| zaisei-財政 | (particuliere) financiën; geldzaken; geldmiddelen |
| zeikin'azukarikin-税金預り金 | ingehouden belastinggelden |
| zenikane-銭金 | geld |
| zenshakekin-前借金 | voorschot; geldlening |
| zōhei-造幣 | aanmunting; het munten; geldslaan |
| zokuke-俗気 | wereldlijke gerichtheid; platvloersheid; uit zijn op roem of geld |
| zōryō-増量 | toename; verhoging; vermeerdering van hoeveelheid [geld) |