Kruisverwijzing
stelen
lemma | meaning |
---|---|
agaki-足掻き | het worstelen (b.v om uit een moeilijke situatie te komen) |
agaku-足掻く | het worstelen [fladderen; slaan] met armen en benen |
amaashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
ameashi-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
appuappu-あっぷあっぷ | naar adem snakkend; worstelend; zwoegend |
ashitori-足取り | beengreep (bij sumo worstelen) |
batoru・roiyaru-バトル・ロイヤル | battle royale (wedstrijdtype bij worstelen en computergames) |
butsukarigeiko-ぶつかり稽古 | training (van worstelen en judo) met afwisselend duwen en geduwd worden |
choromakasu-ちょろまかす | stelen; pikken; jatten; er vandoor gaan met |
daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
deashi-出足 | de eerste aanval (bij sumo worstelen, e.d.) |
desu・matchi-デス・マッチ | (bij professioneel worstelen) een wedstrijd zonder tijdslimiet tot er een winnaar is |
doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
fōru-フォール | (worstelen) touché; schouderlegging |
furīsutairu-フリースタイル | freestyle (sportonderdeel, zoals bij skiën, worstelen, e.d.) |
gokai-五戒 | de vijf geboden van het Boeddhisme (gij zult niet: doden, stelen, overspel plegen, liegen, of teveel drinken) |
gurekorōman-グレコローマン | Grieks-Romeins worstelen |
gureko・rōman・sutairu-グレコ・ローマン・スタイル | Griek-Romeinse stijl (worstelen) |
hazu-筈 | bij sumo (worstelen), een bepaald soort aanval (met duwen) |
heddorokku-ヘッドロック | een hoofd houdgreep (bij worstelen) |
hīru-ヒール | (bij prof. worstelen) de slechterik; schurk |
hitto・endo・ran-ヒット・エンド・ラン | (honkbal) het stelen van een honk |
hōmu・suchīru-ホーム・スチール | (honkbal) het stelen van het thuishonk (d.w.z. dat de honkloper begint te rennen naar de thuisplaat al voordat de pitcher heeft gegooid) |
hōrudo-ホールド | greep; klem; houdgreep (bij o.a. judo en worstelen) |
isamiashi-勇み足 | bij sumo(worstelen) een tegenstander naar de rand van de ring brengen maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen |
jonidan-序二段 | de op 1 na laagste rang bij het sumo worstelen |
jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
kachikoshi-勝ち越し | bij sumo worstelen, 8 overwinningen (van de 15) in een toernooi |
kannuki-閂 | (worstelen) dubbele armklem |
kasumeru-掠める | stelen; wegnemen; roven; plunderen |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
komusubi-小結 | vierde rang bij sumo worstelen |
kubinage-首投げ | (bij sumo worstelen) hoofdgreep-worp |
kumiuchi-組み打ち | handgemeen; gevecht van man tegen man; het worstelen |
kumu-組む | worstelen; vechten |
kuruwa-廓 | stenen omheining [muren] rondom (oude) kastelen |
kusazumō-草相撲 | amateur sumo (worstelen) |
kuzushi-崩し | (worstelen, judo, etc.) het uit balans brengen van een tegenstander |
makeuchirikishi-幕内力士 | hoogste [senioren] divisie sumoworstelen |
makiageru-巻き上げる | wegnemen; afpakken; stelen |
matto-マット | voerkleed; mat; canvas (boksen, worstelen) |
migaku-磨く | poetsen; borstelen; schrobben; polijsten |
mochinige-持ち逃げ | weglopen; (met iets) ervandoor gaan; stelen |
monkon-門閫 | hoge drempel [dorpel] bij een poort (bij Japanse kastelen, boeddhistische tempels, e.d.) |
nage-投げ | (werp)techniek bij sumoworstelen |
natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
noarashi-野荒らし | het vernietigen [stelen] van gewassen op de velden |
nusumigui-盗み食い | het eten stelen; stiekem een hap nemen |
nusumu-盗む | (bij honkbal) een honk stelen |
nusumu-盗む | ideëen [gedachten] stelen en imiteren; zich iets toeëigenen; afkijken; plagiaat plegen; in het geheim iets van iem. leren |
nusumu-盗む | stelen; wegpakken; afpakken; wegnemen |
pakuru-ぱくる | stelen; wegpakken; afhandig maken (van geld of goederen); zwendelen |
puroresu-プロレス | professioneel worstelen; showworstelen |
raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
resu-レス | worstelen |
resuringu-レスリング | worstelen |
sesshusuru-窃取する | stelen; diefstal plegen |
shikkei-失敬 | jatten; klauwen; gappen; achteroverdrukken; stelen |
suchīru-スチール | stelen; ontvreemden; afpakken |
sumō-相撲 | sumo (worstelen) |
sumu-住む | (棲む) nesten; nestelen van vogels (in takken) |
tachiai-立ち合い | opstaan (uit de hurkzit) om te beginnen met worstelen |
takkuru-タックル | techniek in het worstelen |
tennin-天人 | (jargon) het stelen van wasgoed dat buiten hangt te drogen |
tōbatsu-盗伐 | illegale houtkap; het illegaal kappen en stelen van bomen |
torikuchi-取り口 | een techniek bij sumo worstelen |
torikumu-取り組む | (een probleem); aanpakken; proberen op te lossen; worstelen (met) |
torikumu-取り組む | worstelen (met een tegenstander); strijden |
tōrui-盗塁 | (honkbal) een honk stelen; een gestolen honk |
ubaitoru-奪い取る | afpakken; stelen; beroven; ontnemen |
ubau-奪う | (be)roven; stelen; plunderen |
udezumō-腕相撲 | het armworstelen |
ukyaku-雨脚 | stromende regen (met ononderbroken strepen, als pijpenstelen); stortregen |
untei-雲梯 | een lange ladder die werd gebruikt om kastelen aan te vallen; stormladder |
yotsumi-四つ身 | een (kruiselingse) greep bij sumo worstelen |
yubizumō-指相撲 | duimworstelen |
yuda-ユダ | Judas (een van de 12 apostelen) |
yumitori-弓取り | de boog-ceremonie; degene die boog-ceremonie doet (aan het einde van een dag sumoworstelen) |
yumitorishiki-弓取り式 | boog-ceremonie (aan het einde van een dag sumoworstelen) |