start / start ( de (m) | znw | starts )
1スタート; 出発 [vertrek]
2始め (初め) ; 開始 [begin]
Kruisverwijzing
start
lemma | meaning |
---|---|
benchā-ベンチャー | opstart [venture] onderneming |
būsutā-ブースター | hulpkrachtbron; startraket; hulpraket |
chakushu-着手 | begin; start; aanvang |
deashi-出足 | start; begin |
dedashi-出だし | start; begin |
dedokoro-出所 | uitgang; startpunt |
dehana-出鼻 | startpunt; begin; moment van vertrek |
denaosu-出直す | een nieuwe [frisse] start maken |
deokureru-出遅れる | laat vertrekken; laat ergens aan beginnen; een late start maken |
eichi・pī-エイチ・ピー | (HP) homepage; startpagina |
esutōru-エストール | (term uit de luchtvaart) korte start en landing (STOL; short take-off and landing) |
fumidasu-踏み出す | vooruitgaan; vooruitlopen; een stap naar voren doen; uitstappen; (fig.) een eerste stap zetten; beginnen; van start gaan |
funade-船出 | (iets nieuws) beginnen [starten]; een nieuw begin maken |
funin-赴任 | start van een nieuwe baan; het voor het eerst naar het werk gaan |
furaingu-フライング | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
furaingu-フライング | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
furaingu・stāto-フライング・スタート | (zeilen, autoracen) vliegende start (i.t.t. stilstaande start) |
furaingu・stāto-フライング・スタート | (fig.) vliegende start; goede start; goed [snel] van start gaan |
furidashi-振り出し | start; begin(punt) |
gō-ゴー | gaan; start (signaal om te gaan) |
gogatsubyō-五月病 | voorjaarsmoeheid; depressie in mei (m.n. na een nieuwe baan of opleiding, die in april is gestart) |
hajimaru-始まる | beginnen; starten |
hajimeru-始める | beginnen (met); starten; openen (een winkel, e.d.) |
hajimeru-始める | weer [opnieuw] beginnen (met); herstarten |
hanmi-半身 | (bij vechtsporten) de starthouding (diagonaal) tegenover de tegenstander |
hasshin-発進 | start; vertrek; (raket) lancering |
hassō-発走 | het starten; van start gaan; beginnen |
hassoku-発足 | start; oprichting; inauguratie |
hataage-旗揚げ | een nieuwe groep [organisatie] opzetten [vormen]; een nieuw bedrijf starten |
hatafuri-旗振り | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
hatafuriyaku-旗振り役 | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
hayadachi-早立ち | vroeg vertrek; vroege start; vertrek 's morgens vroeg |
honban-本番 | showtime (start van een optreden) |
hossoku-発足 | start; oprichting; inauguratie |
inisharu・kosuto-イニシャル・コスト | aanvangskosten; beginkosten; startkosten |
inishiēshon・fī-イニシエーション・フィー | opstartkosten |
inkyubētā-インキュベーター | bedrijf dat startende ondernemers helpt |
jonokuchi-序の口 | begin; start; opening |
kaigyō-開業 | het openen [opstarten] van een bedrijf [(medische) praktijk] |
kaikō-開校 | oprichting [start; opening] van een school |
kaimaku-開幕 | opening; start (van een evenement, tentoonstelling, e.d.) |
kaishi-開始 | begin; start; aanvang; opening; introductie |
kaishibotan-開始ボタン | startknop |
kaishisuru- 開始する | beginnen; starten; aanvangen; openen |
kakaru-掛かる | starten (van een motor) |
kansō-完走 | (bij een hardlooprace) het afleggen van de gehele afstand (van startplaats tot finish); een race helemaal uitlopen |
kawakiri-皮切り | begin; start |
kidō-起動 | het opstarten |
kidōsuru-起動する | opstarten; in beweging brengen |
kigyō-起業 | de start [oprichting] van een (nieuw) bedrijf |
kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
kiru-切る | starten; beginnen; aanzetten |
kiten-起点 | beginpunt; startpunt |
kōhatsu-後発 | het later vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; volgen |
kōji-麹 | gemoute rijst, een schimmel die gekweekt wordt op rijst en bonen (en gebruikt wordt als starter-cultuur voor het maken van sake, miso, sojasaus e.d.) |
kotohajime-事始め | begin; start; eerste opzet; eerste stap |
kuchiake-口開け | begin; start; opening |
kuchikiri-口切り | begin; start |
kurauchingu・sutāto-クラウチング・スタート | (atletiek) geknielde start; (zwemmen) gehurkte start |
noborikuchi-上り口 | startpunt van de klim |
nokke-のっけ | de start; het begin |
noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
ōpuningu-オープニング | opening; start; beginfase |
saikai-再開 | heropening; hervatting; herstart |
saisho-最初 | het begin; de start; aanvang; het eerst; de eerste |
sakibashiru-先走る | op de zaken vooruit lopen; te snel handelen; te vroeg starten; voor de troepen uitlopen (fig.) |
senpatsu-先発 | het als eerste vertrekken [starten; beginnen; deelnemen]; voor(af)gaan |
seru-セル | startmotor |
serumōtā-セルモーター | startmotor |
shidō-始動 | start; activering, het starten [opstarten] van iets (motor; machine, etc.) |
shikakeru-仕掛ける | beginnen; starten |
shiki-始期 | startdatum; beginperiode |
shinkiitten-心機一転 | van standpunt [gedachten] veranderen; een nieuwe start maken |
shinkijiku-新機軸 | innovatie; origineel idee; nieuwe start |
shinpatsu-進発 | start; begin; opmars |
shinpatsusuru-進発する | starten; vertrekken; op weg gaan; opmarcheren |
shiten-始点 | uitgangspunt; vertrekpunt; startplaats |
shoninkyū-初任給 | het beginsalaris; startsalaris |
shote-初手 | het begin; de start; de eerste zet (bij schaken, go, etc.) |
shotō-初頭 | het begin; de start |
shuppatsugakari-出発係 | starter (bij een wedstrijd, degene die het startschot geeft) |
shussho-出所 | uitgang; startpunt |
shutsujinshiki-出陣式 | ceremonie voorafgaand aan de start van een (politie)actie, verkiezingscampagne, e.d. |
sōto-壮途 | ambitieuze onderneming [poging; start] |
suberidashi-滑り出し | aanvang; begin; start |
sutamen-スタメン | (sport) startopstelling |
sutandingu・sutāto-スタンディング・スタート | staande start (start vanuit staande positie) |
sutātā-スターター | starter (persoon die het startsein geeft, bij sportwedstrijden) |
sutātā-スターター | starter; ontsteking (motor) |
sutatingumenba-スターティング・メンバー | (sport) startopstelling |
sutātingu・menbā-スターティング・メンバー | (sport) deelnemer die meedoet aan het begin van een wedstrijd (in de startopstelling) |
sutāto-スタート | start |
sutāto-スタート | START, Strategic Arms Reduction Treaty |
tachi-立ち | vertrek; start |
tachiageru-立ち上げる | beginnen; starten; opzetten |
tachiokureru-立ち遅れる | achterblijven; achterop raken; laat beginnen [starten] |
tehajime-手始め | begin; start; aanvang |
tobakuchi-とば口 | begin; start |
tobiagari-飛び上がり | sprong; het opspringen; opstijgen; opvliegen; start (van vliegtuig) |
tobiagaru-飛び上がる | springen; opspringen; opschrikken; opstijgen; opvliegen; starten (van vliegtuig) |
torikakaru-取りかかる | beginnen; starten; gaan doen; aan het werk gaan |
umarekawaru-生まれ変わる | (fig.) herboren zijn; totaal veranderd zijn; een nieuwe start maken; zich rehabiliteren |
yori-より | (startpunt van tijd of plaats) vanaf; sinds |
yūhi-雄飛 | een (goede) start; (fig.) een (grote) sprong voorwaarts |
yūhisuru-雄飛する | (energiek; voortvarend) van start gaan; beginnen |
yunikōn-ユニコーン | een startende onderneming die (al snel) een marktwaardering heeft bereikt van meer dan 1 miljard dollar |