Kruisverwijzing
rug
| lemma | meaning |
|---|---|
| abunagaru-危ながる | bang zijn (om te); aarzelen; terugdeinzen |
| akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
| akusenkutō-悪戦苦闘 | een verwoed [wanhopig] gevecht met de rug tegen de muur (tegen een sterke tegenstander); een zware strijd onder moeilijke omstandigheden |
| amefuto-アメフト | American football (soort rugby) |
| amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
| amerikan・futtobōru-アメリカン・フットボール | American football (soort rugby) |
| anbu-鞍部 | zadel (lager gedeelte van een bergrug); pas ; col |
| aomuke-仰向け | het naar boven gekeerd zijn; rugligging |
| aori-煽り | terugslag; invloed; impact |
| ashigei-足芸 | trucs [jongleren] met de voeten (liggend op de rug) |
| atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
| atozusaru-後退る | terugdeinzen; terugwijken; achteruit deinzen [wijken] |
| baibakku-バイバック | een terugkoop |
| bakku-バック | rug |
| bakku-バック | terug; achteruit |
| bakkubōn-バックボーン | ruggengraat; wervelkolom |
| bakkubōn-バックボーン | wilskracht; pit; ruggengraat (fig.) |
| bakkupakkingu-バックパッキング | rugzaktoerisme |
| bakkusu-バックス | achterhoede; verdedigers; backs (voetbal, rugby, etc.) |
| bakkuwōtā-バックウォーター | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
| beishikishūkyū-米式蹴球 | American football (een soort rugby) |
| benimasu-紅鱒 | rode zalm of blauwrugzalm (Oncorhynchus nerka) |
| benizake-紅鮭 | rode zalm of blauwrugzalm (Oncorhynchus nerka) |
| bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
| burijji-ブリッジ | brug |
| burijji-ブリッジ | gebitsbrug (tussen tanden of kiezen) |
| burijji・banku-ブリッジ・バンク | overbruggingsbank (opgericht om een failliete bank te exploiteren totdat er een koper kan worden gevonden) |
| chēnburijji-チェーンブリッジ | kettingbrug |
| chōraku-凋落 | daling; terugval; achteruitgang; verval; terugloop |
| chūgakkō-中学校 | middenschool; lager middelbaar onderwijs (in Nederland groep 7 en 8 van de basisschool + brugklas middelbare school) |
| chūgakusei-中学生 | leerling op middenschool (van hoogste klassen basisschool t/m brugklassen van middelbare school) |
| chūken-中堅 | (fig.) kern; ruggengraat; steunpilaar; het middenkader |
| chūōkairei-中央海嶺 | midoceanische rug |
| chūsūshinkei-中枢神経 | centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) |
| daibakari-台秤 | balans; weegbrug |
| danchigaiheikōbō-段違い平行棒 | brug met ongelijke leggers (turnen) |
| dattai-脱退 | terugtrekking; terugtreding; afscheiding |
| dattō-脱党 | het verlaten van [zich terugtrekken uit] een politieke partij |
| daunshifuto-ダウンシフト | terugschakelen (naar een lagere versnelling) |
| daunshifuto-ダウンシフト | een stapje terugdoen; het rustiger aan gaan doen |
| deipakku-デイパック | kleine rugzak (voor dagtochten) |
| demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
| demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
| dobashi-土橋 | met aarde bedekte brug; aarden brug |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
| doku-退く | een stap terug [opzij] doen; uit de weg gaan; ruimte maken (voor) |
| doraggu-ドラッグ | medicijn; drug(s) |
| doraggusutoa-ドラッグストア | (Eng.: drugstore) drogisterij; apotheek |
| doraggu・mafia-ドラッグ・マフィア | drugsmafia |
| doroppuauto-ドロップアウト | drop-out; voortijdige schoolverlater; iem. die de samenleving de rug toekeert |
| doroppuauto-ドロップアウト | (bij rugby) hervatting van het spel met een dropkick |
| doroppukikku-ドロップキック | (rugby) trap tegen opstuitende bal |
| dorufin・kikku-ドルフィン・キック | dolfijntrap (zwembeweging met beide voeten tegelijk in een trappende beweging in het water, bij vlinderslag en rugslag) |
| dote-土手 | rugzijde van een grote vis (zoals tonijn, e.d., gebruikt voor sashimi) |
| enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
| enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
| enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
| enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
| enzui-延髄 | medulla oblongata; verlengde merg (verbinding van hersenen naar ruggenmerg) |
| faitobakku-ファイトバック | terugvechten (Eng. fightback) |
| fea・kyatchi-フェア・キャッチ | (rugby en American Football) het afvangen de bal van een tegenstander |
| fīdobakku-フィードバック | feedback; terugkoppeling |
| fuki-不帰 | het niet meer terugkomen; doodgaan |
| fukki-復帰 | terugkeer; comeback; rehabilitatie |
| fukkō-復航 | terugreis; thuisreis |
| fuku-復 | het terugkeren [terugbrengen] naar de oorspronkelijke staat |
| fukugaku-ふくがく | terugkeer naar school; hertoelating tot de universiteit [hogeschool] |
| fukuin-幅員 | breedte (van een weg, brug, boot, e.d.) |
| fukuro-復路 | terugreis; terugweg; de weg terug naar het vertrekpunt |
| fukutō-復党 | terugkeren bij [weer toetreden tot] een politieke partij |
| funabashi-船橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
| furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
| furikaeru-振り返る | achterom kijken (fig.); terugzien; terugdenken (aan); zich herinneren |
| furubakku-フルバック | (American football, rugby, voetbal) vleugelverdediger; achterspeler; laatste man |
| fushin-不振 | stagnatie; het in een dip zitten; terugval; inzinking |
| gaishūisshoku-鎧袖一触 | de vijand gemakkelijk verslaan (lett. de vijand verslaan met één klap van een armstuk van een harnas); (fig.) winnen met één hand op de rug |
| gekigen-激減 | een scherpe [sterke] afname [daling; terugval]; keldering |
| gekitai-撃退 | verdrijving; afwering; terugdringing; verjaging |
| gekitaisuru-撃退する | verdrijven; afweren; terugdringen; verjagen; weerstaan |
| gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
| gensakirēto-現先レート | terugkoop tarief; repo-koers |
| gibōshu-擬宝珠 | decoratieve knop op de balustrade van een brug |
| gikkurigoshi-ぎっくり腰 | spit; lumbago (acute scherpe pijn in de onderrug) |
| gitārifu-ギターリフ | gitaarriff (terugkerende reeks gitaarakkoorden]) |
| gohasan-御破算 | het helemaal opnieuw beginnen; beginnen met een schone lei; teruggaan naar af |
| gohasan-御破算 | de soroban terugzetten om opnieuw te gaan rekenen |
| gōseimayaku-合成麻薬 | (synthetische drug) MDMA (methyleendioxymethamfetamine) |
| gyakugire-逆切れ | tegenaanval; tegenstoot; terugslaan (ook fig.) |
| gyakukōsu-逆コース | (plaats of tijd) teruggang; achteruitgang; terugkeer |
| gyakumodori-逆戻り | teruggang; achteruitgang; het op zijn schreden terugkeren |
| gyakuryū-逆流 | terugstroom; oprisping |
| gyakuryūsuru-逆流する | terugstromen; achteruit stromen; stroomopwaarts stromen; oprispen |
| gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
| gyakusansuru-逆算する | terugrekenen; terugtellen |
| habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
| hageagaru-禿げ上がる | een terugwijkende haarlijn krijgen; kaal (vanaf het voorhoofd) worden |
| hai-ハイ | roes; euforie; high (van drugs) |
| hai-背 | (in kanji combinaties) rug; achterkant; achteren; tegenstand; opstand; verraad |
| haiei-背泳 | rugslag (zwemmen) |
| haikei-背景 | rugdekking; steun in de rug |
| haisui-背水 | met de rug naar het water (staand) |
| haisui-背水 | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
| hakobiya-運び屋 | vervoerder van gestolen goederen [drugs; verboden artikelen] |
| hakobiya-運び屋 | (politieterm) drugskoerier; drugssmokkelaar |
| hamanasu-浜梨 | Japanse roos (Rosa rugosa) |
| hanabashira-鼻柱 | brug van de neus; neusbrug |
| hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
| handoringu-ハンドリング | (bij rugby) de bal met de handen pakken |
| hanebashi-跳ね橋 | ophaalbrug |
| hanekaeri-跳ね返り | terugslag; tegenreactie; terugkaatsing; terugvering; repercussie |
| hanekaeru-跳ね返る | omkeren; terugkeren; terugkaatsen, terugveren; impact [repercussie] hebben |
| hanekaesu-跳ね返す | opspatten; afketsen; terugveren |
| hanekaesu-跳ね返す | terugslaan; terugduwen; zich verzetten (tegen) |
| hanpatsu-反発 | terugslag; tegenreactie |
| hanpatsusuru-反発する | afstoten; terugkaatsen |
| hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
| haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
| haraimodoshiseikyūsho-払い戻し請求書 | terugbetalingsfactuur |
| haraimodosu-払い戻す | terugbetalen; terugstorten; vergoeden |
| hashi-橋 | brug |
| hashigakari-橋懸かり | overbrugging tussen acteursfoyer en het podium (Nō theater) |
| hashiwatashi-橋渡し | het bouwen van een brug; overbrugging |
| hazumu-弾む | stuiteren; springen; terugkaatsen |
| heikōbō-平行棒 | (bij turnen) brug met gelijke leggers |
| henjō-返上 | teruggave; het teruggeven |
| henkan-返還 | teruggave |
| henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
| henkyaku-返却 | teruggave; terugbetaling |
| henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
| henkyakusuru-返却する | teruggeven; terugbetalen |
| hennō-返納 | teruggave |
| henpai-返杯 | het (leeg) teruggeven van een (aangeboden) kopje sake; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpaisuru-返杯する | een (aangeboden) kopje sake (leeg) teruggeven; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpō-返報 | terugbetaling |
| henrei-返戻 | teruggave; terugbrenging |
| henrei-返礼 | een wedergift; compensatie; een cadeau [compliment] terug geven |
| hensai-返済 | terugbetaling |
| hensaisuru-返済する | terugbetalen |
| hensō-返送 | terugzending |
| higaeri-日帰り | dagtrip; dagtocht; heen- en terugreis op één dag |
| hikiage-引き上げ | terugtrekking; evacuatie |
| hikigamo-引鴨 | wilde eenden die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
| hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hirumu-怯む | terugdeinzen; ineenkrimpen; aarzelen |
| hishakōteki-非社交的 | asociaal; terughoudend; eenzelvig; teruggetrokken |
| hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
| hodōkyō-歩道橋 | hoge loopbrug voor voetgangers (over de weg heen) |
| hōkan-奉還 | teruggave (door de shogun) van een verleende (vol)macht (b.v. aan de keizer) |
| hōkyō-法橋 | (boeddh.) de brug van de Dharma (deze term vergelijkt de leer van Boeddha met een brug die mensen naar de overkant brengt) |
| hōmingu-ホーミング | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| honenashi-骨無し | slapheid; zonder ruggengraat (fig.); een slap iemand; iem. zonder ruggengraat |
| hotei-布袋 | Hotei, god van overvloed en goede gezondheid (afgebeeld met dikke buik en zak op zijn rug), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
| iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iikaesu-言い返す | antwoorden; terugzeggen; een weerwoord hebben |
| ikasu-生かす | terugzetten; herinvoeren |
| in-院 | (achtervoegsel achter de naam van een teruggetreden keizer) ex-keizer |
| inbaundo-インバウンド | terugvlucht; retourvlucht; terugvaart |
| ingōru-インゴール | (Eng.: in-goal) in het doelgebied (rugby) |
| inkyo-隠居 | pensionering; het met pensioen gaan; het leiden van een stil [teruggetrokken] leven |
| insei-隠棲 | een teruggetrokken leven; een leven in afzondering |
| intai-引退 | terugtreding; pensionering |
| intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
| intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
| in・gōru-イン・ゴール | doelgebied (rugby) |
| irechigaeru-入れ違える | misplaatsen; verkeerd (terug)zetten |
| irishio-入り潮 | eb; laagtij; laagwater; terugtrekkend tij [water] |
| ishibashi-石橋 | stenen brug |
| jibyō-持病 | een chronische ziekte; oude [terugkerende] aandoening [klacht; kwaal] |
| jichōsuru-自重する | voorzichtig [terughoudend; zorvuldig] zijn |
| jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
| jishoku-辞職 | aftreding; terugtreding; ontslagneming |
| jishokusuru-辞職する | aftreden; terugtreden; ontslag nemen |
| jōge-上下 | onder en boven; hoog en laag; op en neer; heen en terug |
| jōho-譲歩 | concessie; compromis; stap terug (fig.) |
| jōhosuru-譲歩する | inbinden; concessie(s) doen; stap terug doen (fig.) |
| junpū-順風 | gunstige wind; wind die uit de juiste richting komt; wind mee; wind in de rug |
| kadai-架台 | steunbeer; draagbalk; bruggenhoofd; spoorbiels |
| kaeri-帰り | terugkeer; terugreis |
| kaeri-返り | terugkeer; wending; omdraaiing |
| kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
| kaerigake-帰りがけ | (op) weg naar huis; terugweg |
| kaerimichi-帰り道 | terugweg; weg naar huis |
| kaeru-変える | (iets) veranderen; wijzigen; herzien; terugdraaien |
| kaeru-帰る | terugkomen; terugkeren; naar huis gaan |
| kaeru-返る | teruggebracht [hersteld] worden; terugkeren |
| kaeshi-返し | omkering; terugdraaiing; teruggave; reactie |
| kaesu-帰す | (iemand) terugsturen; ontslaan; laten gaan |
| kaesu-返す | (iets) teruggeven; terugbrengen; retourneren |
| kaesu-返す | terugbetalen |
| kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
| kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
| kaiki-回帰 | terugkeer; ommekeer; comeback; herstel; revival (weer in de mode komen) |
| kaikodosu-買い戻す | terugkopen |
| kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
| kaimodoshi-買い戻し | terugkoop; herkoop |
| kaimodoshishōkenhanbai-買戻し証券販売 | de terugkoop van effecten |
| kaisei-回生 | (elektriciteit) regeneratie (versterking door terugkoppeling) |
| kaiseiburēki-回生ブレーキ | recuperatief remmen (het terugwinnen van energie bij het remmen) |
| kaishū-回収 | inning; inzameling; opname (van geld); terugwinning; recuperatie |
| kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
| kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
| kaisō-回送 | (van openbaar vervoer) terugsturen [terugrit] (naar de remise of garage) |
| kakehashi-懸け橋 | een tijdelijke [geïmproviseerde] brug; noodbrug; hangbrug |
| kakehashi-懸け橋 | (fig.) brug [verbinding] (tussen twee partijen, e.d.); tussenpersoon |
| kakehashi-懸け橋 | loopbrug; houten looppad (b.v. op een berg langs een afgrond) |
| kakehiki-駆け引き | de opmars of terugtrekking van troepen (op het slagveld) |
| kamenokō-亀の甲 | het rugschild van een schildpad |
| kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
| kamubakku-カムバック | comeback; terugkomst; hernieuwd optreden |
| kangyo-還御 | terugreis van de keizer [shogun] (of leden van het hof) |
| kanjin-閑人 | iemand die alleen ver weg [teruggetrokken van de wereld] leeft |
| kankō-還幸 | terugkeer van een Keizer naar het paleis |
| kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
| kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
| kanpu-還付 | teruggave; terugbetaling |
| kansai-完済 | volledige terugbetaling [afbetaling] |
| karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
| karikomu-刈り込む | (terug)snoeien; trimmen; knotten |
| katasu-片す | opruimen; terugzetten |
| kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
| kattobakku-カットバック | (film) flashback; terugblik |
| kattobakku-カットバック | kapbeweging (voetbal, rugby, e.d.) |
| kattoin-カットイン | aanvalstechniek (rugby, voetbal) |
| kauntāburō-カウンターブロー | tegenstoot; terugslag |
| keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
| kenzōbutsu-建造物 | bouwwerk (b.v. gebouw, brug, toren, e.d.) |
| ki-亀 | (in kanji combinaties) het rugschild van een schildpad |
| kibutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kichaku-帰着 | terugkeer; terugkomst; thuiskomst |
| kichō-帰朝 | terugkeer uit het buitenland |
| kifutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kigan-帰雁 | wilde ganzen die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| kihan-帰帆 | een zeilschip op de terugvaart; een naar de thuishaven terugkerende zeilboot |
| kikan-帰還 | terugkomst; thuiskomst |
| kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
| kikkō-亀甲 | het rugschild van een schildpad |
| kikō-帰航 | terugreis; thuisreis |
| kikoku-帰国 | remigratie; terugkeer naar eigen land; thuiskomst |
| kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
| kikokusuru-帰国する | remigreren; naar eigen land terugkeren |
| kikotsu-気骨 | innerlijke kracht; morele ruggengraat; standvastigheid; onverzettelijkheid; sterke persoonlijkheid; sterk karakter |
| kikyō-帰京 | terugkeer naar de hoofdstad (voor de Meiji-periode was dat Kyoto, daarna Tokio) |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kindanshōjō-禁断症状 | ontwenningsverschijnselen (alcohol, drugs, nicotine) |
| kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
| kirai-帰来 | terugkeer; thuiskomst |
| kiraku-帰洛 | het terugkeren naar de hoofdstad; terugkeer naar Kyoto |
| kiran-帰蘭 | terugkeer naar Nederland |
| kiran-帰蘭 | terugkeer naar Muroran |
| kirikaeshi-切り返し | tegenaanval; terugslag; terugvechten |
| kirikaeshi-切り返し | terugschakelen |
| kirikaesu-切り返す | terugslaan; terugvechten; weerwoord geven |
| kisan-帰参 | terugkeer (in dienst van de voormalige heer) |
| kisan-帰山 | de terugkeer van een monnik naar zijn tempel |
| kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
| kishin-帰心 | de wens [heimwee; het verlangen] om terug te keren naar je geboorteplaats of geboortehuis |
| kisōsei-帰巣性 | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| kisuringu-キスリング | soort canvas rugzak voor bergbeklimmen |
| kito-帰途 | terugkeer; op weg naar huis |
| kizoku-帰属 | teruggave; terugkeer |
| kōchaku-降着 | (paardenrennen) terugzetting [verlaging van positie] in de einduitslag |
| kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
| konbājon-コンバージョン | (rugby) conversie (na een try mag het team proberen de bal tussen de palen en boven de lat van het doel te schoppen) |
| kōra-甲羅 | (fig.) de rug van een persoon |
| kōrubakku-コールバック | terugroeping (van artikelen vanwege productiefouten) |
| kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
| kōrubakku-コールバック | het terugbellen (telefoon) |
| koshi-腰 | onderrug; heup(en) |
| koshiita-腰板 | rugstuk bij een hakama |
| kōsutā-コースター | terugtraprem |
| kōsutā・burēki-コースター・ブレーキ | terugtraprem |
| kōtai-後退 | terugtocht; aftocht; terugtrekking |
| kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
| kotoji-琴柱 | koto-pilaar; brug van een koto (muziekinstrument) |
| kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
| kumode-蜘蛛手 | balken die diagonaal een brug of dak ondersteunen |
| kuniiri-国入り | (Edo periode) terugkeer van de leenheer naar zijn landgoed |
| kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
| kuōtābakku-クオーターバック | verdedigende spelverdeler (bij rugby) |
| kurimodoshi-繰り戻し | (éen voor één) terugduwen [terugzetten]; terugbrengen |
| kurūgārandokinka-クルーガーランド金貨 | krugerrand (gouden munt Zuid-Afrika) |
| kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
| kusuburu-燻る | zich afzonderen; teruggetrokken leven |
| kyōkyaku-橋脚 | (brug]pijler; brugpilaar |
| kyōmeiban-橋名板 | naamplaat van een brug |
| kyōryō-橋梁 | brug |
| kyōtōho-橋頭堡 | (militair) bruggenhoofd |
| kyūseiyōtsūshō-急性腰痛症 | acute lage rugpijn [lumbago] |
| maekagami-前屈み | het met afhangende schouders [een ronde rug] lopen; gebukt [gebogen] lopen |
| magonote-孫の手 | rugkrabber (meestal van bamboe, ca. 50 - 60 cm lang, met een handje op het uiteinde) |
| maho-真帆 | het zeilen met de wind mee [met rugwind] |
| maimodoru-舞い戻る | terugkeren (naar waar je vandaan kwam) |
| makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
| marukibashi-丸木橋 | een brug gemaakt van boomstammen |
| masutemiwaza-真捨て身技 | (judo) offerworptechnieken op de rug |
| matsukasatokage-松毬蜥蜴 | pijnappelskink; dennenappelskink (hagedissoort: Tiliqua rugosa) |
| mayaku-麻薬 | drugs; narcotica |
| mayakuchūdoku-麻薬中毒 | drugsverslaving |
| mayakuchūdokusha-麻薬中毒者 | drugsverslaafde |
| mayakukaruteru-麻薬カルテル | drugskartel |
| mayakumitsubai-麻薬密売 | drugshandel |
| mayakumitsubainin-麻薬密売人 | drugshandelaar; drugsdealer |
| mayakushōnin-麻薬商人 | drugshandelaar; drugsdealer |
| meganebashi-眼鏡橋 | een brug met twee bogen |
| menjūfukuhai-面従腹背 | stiekem verraad; een judaskus; een dolksteek in de rug |
| mikaesu-見返す | teruggaan; terugbladeren |
| mikaesu-見返す | terugkijken; terug staren |
| minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
| misshū-密集 | massa; concentratie; samenvoeging; menigte; zwerm; (rugby) scrum |
| miyamagarasu-深山烏 | roek (vogel, Corvus frugilegus) |
| mizugokoro-水心 | een wederdienst; iets terugdoen |
| mochikaeru-持ち帰る | terugbrengen; thuisbrengen; meenemen naar huis |
| modori-戻り | terugkeer; herstel; reactie; opleving (van een markt) |
| modori-戻り | terugweg |
| modoru-戻る | teruggaan; terugkomen; terugkeren |
| modosu-戻す | terugbrengen; teruggeven |
| modosu-戻す | terugdraaien; terugplaatsen; terugzetten |
| mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
| morikaesu-盛り返す | terugkrijgen; (zich) herstellen; herwinnen |
| mukuiru-報いる | belonen; teruggeven; terugbetalen; wraak nemen |
| mukuu-報う | belonen; terugbetalen; wraak nemen |
| mukuwareru-報われる | beloond [terugbetaald] worden |
| nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
| naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
| nappuzakku-ナップザック | kleine rugzak; knapzak; zak met proviand |
| naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
| narihateru-成り果てる | (slechts) eindigen als; teruggebracht worden tot; gereduceerd worden tot, verworden tot |
| natsubiki-夏引き | het spinnen in de zomer van draden van de poppen van harugo (lenterupsen) |
| natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
| natsukashimu-懐かしむ | (nostalgisch) verlangen naar; terugverlangen naar |
| nekonekobanten-ねんねこ半纏 | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| nekoze-猫背 | een ronde rug; een bochel; iem. die krom loopt |
| nenneko-ねんねこ | een (korte, warme) overjas die niet alleen de drager ervan maar ook de op de rug gedragen baby bedekt |
| nodo-喉 | de rugmarge van een (gebonden) boek |
| nōsaido-ノーサイド | (rugby, e.d.) eindsignaal; einde van de wedstrijd |
| nōsekizuieki-脳脊髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
| nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
| nukeru-抜ける | verlaten; opgeven; terugtrekken; ontvluchten |
| obuu-負ぶう | (iem.) op de rug dragen |
| ōfuku-往復 | heen-en-terug; heen-en-weer; heenweg en terugweg |
| ōfukusuru-往復する | heen-en-terug gaan; heen-en-weer gaan |
| oi-笈 | draagmand; houten kistje (door pelgrims op de rug gedragen) |
| oikaze-追い風 | wind mee; rugwind |
| oka-丘 | heuvel; helling; terp; heuvelrug |
| okaerinasai-お帰りなさい | welkom thuis; welkom terug (gezegd door degene die thuis is tegen degene die thuis komt) |
| okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
| okaeshi-お返し | vergelding; wraak; (fig.) terugbetaling (in gelijke munt); een quid pro quo |
| ōkan-往還 | heen-en-terug gaan [route] |
| okumen-臆面 | schaamte; gêne; terughoudendheid |
| okure-遅れ | het achterblijven; achterop raken; terugvallen |
| okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
| onbu-負んぶ | het (iem.) op de rug dragen |
| one-尾根 | bergkam; bergrug |
| ongaeshi-恩返し | terugbetaling; wederdienst |
| orikaesu-折り返す | omslaan; terugvouwen; dubbelvouwen |
| orikaesu-折り返す | teruggaan; omkeren |
| orikaesu-折り返す | teruglussen (computerterm) |
| oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
| oroshi-下ろし | het verticaal langs de ruggengraat doorsnijden van een vis |
| orosu-下ろす | (terug)snoeien |
| osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
| osameru-収める | terugzetten |
| ōsensuru-応戦する | terugvechten; een tegenaanval uitvoeren |
| oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
| penarutī・gōru-ペナルティー・ゴール | (bij rugby) een succesvolle strafschop (levert 3 punten op) |
| pikkuappu-ピックアップ | overtreding bij rugby (het oppakken van de bal in een scrum) |
| puripuri-ぷりぷり | high (van drugs) |
| ragā-ラガー | rugby |
| ragā-ラガー | rugby speler |
| ragāman-ラガーマン | rugby speler |
| ragubī-ラグビー | rugby |
| randoseru-ランドセル | ransel; rugzak |
| ribaundo-リバウンド | rebound; terugslag; terugkaatsing (balsporten) |
| ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
| ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
| ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
| ryukku-リュック | rugzak; rugtas |
| ryukkusakku-リュックサック | rugzak; rugtas |
| saekaeru-冴え返る | het terugkeren van de kou in de lente |
| saigen-再現 | herverschijning; heropvoering; hervertoning; terugkeer |
| saihatsu-再発 | relaps; terugval; recidive |
| saiki-再起 | terugkeer; comeback; herstel |
| saimushōkan-債務償還 | terugbetaling [aflossing] van een schuld |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| sairai-再来 | terugkeer; wederkomst (van Christus) |
| sakanoboru-遡る | dateren (uit); teruggaan naar [tot] |
| sakkyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
| sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
| sakugen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sandoitchiman-サンドイッチマン | sandwichman (iemand met reclameborden op borst en rug) |
| sanrei-山嶺 | bergtop; bergpiek; bergkam; bergrug |
| sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
| sanryō-山稜 | bergrug; bergkam |
| sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
| sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
| se-背 | rug (van lichaam) |
| se-背 | achterkant; rugleuning |
| se-背 | bergrug |
| sebone-背骨 | ruggenwervel |
| seigensuru-制限する | beperken; begrenzen; terugdringen |
| seikurabe-背比べ | vergelijking van lengte [hoogte]; het met de ruggen tegen elkaar aan gaan staan om te kijken wie het grootste [langste] is |
| sekichū-脊柱 | ruggengraat |
| sekiryō-脊梁 | ruggengraat |
| sekisaku-脊索 | rudimentaire ruggengraat; chorda dorsalis |
| sekitsui-脊椎 | wervelkolom; ruggengraat |
| sekizui-脊髄 | ruggenmerg |
| sekkyō-石橋 | stenen brug |
| senaka-背中 | rug |
| senakaawase-背中合わせ | rug tegen rug; met de ruggen tegen elkaar |
| senkoku-先刻 | zojuist; een tijdje terug; even geleden |
| senkyō-船橋 | brug (op een schip) |
| senkyō-船橋 | drijvende brug; schipbrug; pontonbrug |
| senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
| seoi-背負い | het op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
| seou-背負う | op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
| seoyogi-背泳ぎ | rugslag (zwemmen) |
| sesuji-背筋 | de verticale lijn van de rug (met de ruggengraat) |
| setto・sukuramu-セット・スクラム | (rugby) scrum (na het commando: set, mogen de spelers inkomen) |
| shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shikekomu-しけ込む | zich ergens terugtrekken; zichzelf opsluiten [afzonderen] |
| shinkyō-神橋 | een brug op het terrein van een (shinto) heiligdom |
| shirigomi-尻込み | terugdeinzing; aarzeling |
| shirigomisuru-尻込みする | terugdeinzen; terugschrikken; aarzelen |
| shirizoku-退く | achteruitgaan; teruggaan; een stap terug doen |
| shirizoku-退く | ontslag nemen; zich terugtrekken (uit een positie) |
| shirizoku-退く | weggaan; zich terugtrekken (uit een ruimte) |
| shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
| shoiko-背負い子 | raamwerk van hout en touw om grote bagage (b.v. een stapel brandhout) op de rug te dragen (op plaatsen waar autovervoer e.d, niet mogelijk is) |
| shōkan-召還 | terugroeping; rappel |
| shōkyaku-償却 | afschrijving; terugbetaling; aflossing |
| shōkyaku-消却 | terugbetaling; vereffening |
| shou-背負う | op de rug dragen |
| shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
| sogen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sōkan-送還 | repatriëring; terugzending |
| sokyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
| sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
| sukuramu-スクラム | (rugby) scrum |
| sun-駿 | het oude Suruga domein [gebied] |
| supain-スパイン | ruggengraat; rug |
| suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
| surīkuōtā-スリークオーター | (rugby) driekwart (een van de drie spelers achter de halfback) |
| suruga-駿河 | het oude Suruga domein [gebied] |
| susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
| tachiagaru-立ち上がる | terugveren; zich herstellen |
| tachikaeru-立ち返る | terugkomen (ook fig.) |
| tachimodoru-立ち戻る | teruggaan (ook fig.) |
| tachinaoru-立ち直る | zich herstellen; zit vermannen; terugveren; er weer bovenop komen |
| tadoru-辿る | oorsprong hebben in; teruggaan [terugvoeren] tot |
| tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
| taiho-退歩 | achteruitgang; terugval; verslechtering |
| taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
| taijin-退陣 | terugtrekking; ontslagname; aftreden |
| taijinsuru-退陣する | terugtreden; aftreden; terugtrekken |
| taijō-退場 | (uit een locatie) vertrek; terugtreding |
| taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
| taikyaku-退却 | terugtrekking; overgave |
| taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
| tainin-退任 | terugtreding; ontslagname |
| taininsuru-退任する | terugtreden; ontslag nemen; zijn plaats afstaan |
| taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
| taishosha-退所者 | gevangene die zijn tijd heeft uitgezeten en zijn vrijheid terugkrijgt [wordt vrijgelaten] |
| taishutsu-退出 | vertrek; terugtrekking |
| taiten-退転 | terugval; verval; degradatie |
| tajirogu-たじろぐ | terugdeinzen; aarzelen; terugschrikken |
| tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
| takatekote-高手小手 | de handen en armen vastgebonden op de rug |
| takō-多幸 | (med.) een (onnatuurlijk) vrolijke stemming (o.i.v. drugs, e.d.) |
| tanchiken-探知犬 | snuffelhond (voor explosieven, drugs, e.d.) |
| tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
| tatchidaun-タッチダウン | touchdown (rugby) |
| tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
| tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
| teikubakku-テイクバック | terugnemen; herroepen |
| tekkai-撤回 | terugtrekking; terugneming; herroeping; intrekking |
| tenokō-手の甲 | de rug van een hand; handrug |
| tesshū-撤収 | verwijdering; terugtrekking; evacuatie; het opbreken [afbreken] (van een kamp, tent) |
| tetsudōkyō-鉄道橋 | spoorbrug; spoorwegbrug |
| tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |
| tettai-撤退 | terugtrekking; terugtocht; aftocht; evacuatie |
| tobinoku-飛び退く | terugspringen; opzij springen; wegspringen |
| toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
| tokusoku-督促 | vordering tot terugbetaling; aanmaning |
| toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
| torikaesu-取り返す | terugpakken; hernemen; terughalen; terugkrijgen |
| torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
| torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
| torimodosu-取り戻す | terugnemen; terugwinnen; terugkrijgen |
| torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
| tosu・battingu-トス・バッティング | (honkbal) peppergame, oefening waarbij ballen herhaaldelijk naar een slagman worden gegooid, die ze terugslaat naar dichtbij staande veldspelers |
| tsuikotsu-椎骨 | ruggengraat; wervelkolom |
| tsuioku-追憶 | herinnering; terugblik |
| tsuribashi-吊り橋 | hangbrug |
| tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
| uchikaesu-打ち返す | terugslaan (letterlijk en figuurlijk) |
| uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
| ukihashi-浮き橋 | pontonbrug; scheepjesbrug |
| ukimi-浮き身 | (tijdens het zwemmen) het op de rug in het water drijven |
| umetateru-埋め立てる | droogleggen; inpolderen; terugwinnen |
| uruguai-ウルグアイ | Uruguay |
| uruguai・raundo-ウルグアイ・ラウンド | Uruguay-ronde (Internationale onderhandelingen van 1986 tot 1994, die uiteindelijk leidden tot de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) |
| ushirodate-後ろ盾 | achterhoede; rugdekking |
| ushirode-後ろ手 | beide handen op de rug |
| ushirohaba-後ろ幅 | (bij Japanse kleding) de rugbreedte |
| ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
| ushiromuki-後ろ向き | achteruit; achterwaarts; rugwaarts |
| ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
| ushiroyubi-後ろ指 | geroddel; gepraat achter iemands rug |
| warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
| watarizome-渡り初め | de (officiële) opening van een nieuwe brug |
| yabusaka-吝か | terughoudend; aarzelend |
| yaku-薬 | narcotica; drug(s); verdovend middel |
| yakubutsu-薬物 | (politieterm) drugs; narcotica |
| yamagiwa-山際 | bergkam; bergrichel; bergrug |
| yameru-止める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yameru-辞める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yarikaesu-遣り返す | (be)antwoorden; weerwoord geven; terugkaatsen; terugschieten |
| yobimodosu-呼び戻す | terugroepen; herroepen; intrekken |
| yobimodosu-呼び戻す | herinneren; (in de herinnering) oproepen [terughalen] |
| yōtsū-腰痛 | lagerugpijn; spit; lumbago |
| yuki-裄 | bij een kimono, de afstand van de rugnaad tot de manchet |
| yushutsuyūgūzeisei-輸出優遇税制 | export preferentiële regeling (exporteurs ontvangen een terugbetaling van de betaalde consumptiebelasting op in eigen land aangeschafte producten) |
| yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
| yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
| yūyūjiteki-悠悠自適 | een rustig, teruggetrokken leven leiden; eervolle rust na een welbesteed leven |
| yū・tān-ユー・ターン | het verschijnsel dat werknemers afkomstig van het platteland die in de grote steden waren gaan werken teruggaan naar hun geboorteplaats |
| zakku-ザック | rugzak |
| zatōkujira-座頭鯨 | bultrug walvis |
| zeikinkanpu-税金還付 | belastingteruggave |
| zekken-ゼッケン | (rug)nummer (van een sporter) |
| zenkon-前根 | voorste wortel (van de ruggenmergszenuw) |
| zuieki-髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |