KZ / KZ ( het (o) | znw | KZ's )
1強制収容所 [van Duits: Konzentrationslager]
Zie ook: concentratiekamp
Zie ook: KZ-syndroom
Kruisverwijzing
KZ
| lemma | meaning |
|---|---|
| abata-痘痕 | pok; pokput (litteken van de pokziekte); pokdalig zijn |
| aenkanankō-亜鉛華軟膏 | zinkzalf |
| amaooi-雨覆い | dekzeil; tarpaulin |
| an-暗 | onwetendheid; achterlijkheid; zwakzinnigheid; domheid |
| angu-暗愚 | het redeloos zijn; achterlijkheid; zwakzinnigheid; imbeciliteit |
| ankoku-暗黒 | duisternis; pikzwart zijn |
| an'itsu-安逸 | het nietsdoen; het luieren; luiheid; gemakzuchtigheid |
| benchi・wōmā-ベンチ・ウォーマー | (sport) bankzitter; vaste reserve |
| bōdosēringu-ボードセーリング | het plankzeilen; windsurfen |
| chūibukai-注意深い | voorzichtig; zorgvuldig; nauwgezet; attent; waakzaam; alert |
| debu-でぶ | dikzak; dikkerd |
| dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
| fureru-狂れる | gek [krankzinnig] worden |
| gaimu-外務 | werkzaamheden die buiten het bedrijf plaatsvinden; veldwerk |
| gārikku・soruto-ガーリック・ソルト | knoflookzout |
| genkai-厳戒 | nauwgezette uitkijk; strikte waakzaamheid |
| ginkōgyōmu-銀行業務 | bankzaken; bancaire diensten |
| haiwē・hipunōshisu-ハイウェー・ヒプノーシス | polderblindheid (verminderde opmerkzaamheid in het verkeer veroorzaakt door een afwezigheid van externe prikkels) |
| hakkyō-発狂 | het verstand verliezen; zinsverbijstering; waanzinnigheid; krankzinnigheid |
| haragoshirae-腹拵え | iets eten voorafgaand aan werkzaamheden; eerst eten voordat je iets gaat doen |
| heisho-閉所 | werkzaamheden (qua werktijd per dag) afronden (op kantoor, e.d.) |
| hību-ヒーブ | (home economist in business) iemand die werkzaam is op de consumentenafdeling van een bedrijf |
| hoonkōji-保温工事 | isolatiewerkzaamheden |
| horo-幌 | dekzeil; wagenkap; autohoes; huif |
| ijiwarui-意地悪い | gemeen; hatelijk; boosaardig; wraakzuchtig; kwaadaardig |
| ikiryō-生き霊 | een levende (lichaamsloze) geest die zijn eigen lichaam heeft verlaten om wraak te nemen op iemand; een wraakzuchtige geest |
| itaibukuro-遺体袋 | lijkzak; lijkhoes; bodybag |
| jibunjishin-自分自身 | (versterkende vorm met nadruk) ik; zelf; ikzelf; mijzelf |
| jōmu-乗務 | het dienstdoen [werkzaam zijn] als bestuurder van een voertuig (trein, vliegtuig, e.d.) |
| jumokui-樹木医 | boomverzorger (vroeger aanduiding voor boomchirurgie en boomchirurg, heden voor boomkwakzalverij) |
| kaichū-懐中 | in de zak (broekzak, vestzak, borstzak) |
| kaigen-戒厳 | in hoogste staat van paraatheid [waakzaamheid] verkeren |
| kakuin-客員 | iemand die op uitnodiging werkzaamheden verricht (en niet in vaste dienst aldaar is) |
| kan-監 | wacht; waakzaamheid; observatie; surveillance |
| karukuchi-軽口 | spraakzaamheid; loslippigheid |
| kayaku-加薬 | adjuvans [adjuvant] (niet werkzame stof die wordt toegevoegd aan medicijnen om hun werking te verbeteren) |
| keikai-警戒 | waaksheid; waakzaamheid |
| keikaikan-警戒感 | waakzaamheid; alertheid; behoedzaamheid |
| keikaishin-警戒心 | behoedzaamheid; waakzaamheid; alertheid |
| kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
| kichigaizata-気違い沙汰 | gestoord [idioot; krankzinnig] gedrag; waanzin |
| kikubari-気配り | aandacht; waakzaamheid; zorg (voor anderen) |
| kingu・sāmon-キング・サーモン | chinookzalm; quinnat |
| kōnō-効能 | effect; werkzaamheid |
| kōryoku-効力 | werkzaamheid; effectiviteit |
| koshitantan-虎視眈々 | waakzaamheid; alertheid; klaar zijn om toe te slaan [aan te vallen] |
| koshitantan-虎視眈眈 | waakzaamheid; het loeren op een kans (om toe te slaan) |
| kōsokudōrosaimingenshō-高速道路催眠現象 | polderblindheid (verminderde opmerkzaamheid in het verkeer veroorzaakt door een afwezigheid van externe prikkels) |
| kōyō-効用 | werkzaamheid; doeltreffendheid; werking |
| kurui-狂い | waanzin; krankzinnigheid; fanatisme; obsessie |
| kyō-狂 | gekte; gestoordheid; krankzinnigheid |
| kyōki-狂気 | waanzin; krankzinnigheid; ontoerekeningsvatbaarheid |
| kyōtai-狂態 | wild [krankzinnig; schandelijk] gedrag |
| kyōteki-狂的 | gek; krankzinnig; waanzinnig |
| kyūshoku-休職 | tijdelijk verlof; tijdelijke uittreding; tijdelijke opschorting van werkzaamheden |
| kyūshoku-求職 | het zoeken naar werk [een baan]; werkzoekend zijn |
| maguchi-間口 | rijkwijdte van werkzaamheden, onderzoek, e.d. |
| makkuro-真っ黒 | pikzwart; inktzwart; gitzwart |
| mākyurī-マーキュリー | kwik; kwikzilver (Hg) |
| mannentake-万年茸 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
| mekubari-目配り | waakzaamheid; hoede; oplettendheid |
| mezatoi-目敏い | waakzaam |
| michibushin-道普請 | wegwerkzaamheden; reparaties aan de weg |
| mihari-見張り | wacht; uitkijk; hoede; waakzaamheid |
| momochidori-百千鳥 | Japanse struikzanger (Horornis diphone) |
| nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
| nikunikushii-憎憎しい | kwaadaardig; hatelijk; wraakzuchtig |
| nioibukuro-匂い袋 | reukzakje; sachet |
| nōji-農事 | landbouw; landbouwwerkzaamheden |
| nurakura-ぬらくら | lui; gemakzuchtig; sloom; doelloos |
| nurakurasuru-ぬらくらする | glad [slijmerig] zijn; ontwijkend zijn; lui [gemakzuchtig] zijn |
| nurebairo-濡れ羽色 | gitzwarte [pikzwarte] kleur |
| nyūsan-乳酸 | melkzuur |
| ochappii-おちゃっぴい | een kletskous; een spraakzaam [levendig] meisje |
| okagesamade-お陰様で | dankzij u; dank u; godzijdank |
| oroka-愚か | domheid; stomheid; zwakzinnigheid |
| ōshigoto-大仕事 | grote werkzaamheid; enorme ondernemingsactiviteit; levenswerk |
| poketto-ポケット | zak; broekzak; jaszak |
| randa-懶惰 | luiheid; laksheid; gemakzuchtigheid |
| reigen-霊験 | wonder; wonderbaarlijke werkzaamheid [doeltreffendheid] |
| reishi-霊芝 | gesteelde lakzwam (Ganoderma lucidum) |
| sagyō-作業 | werk; werkzaamheden; bezigheden; activiteit |
| seimei-生命 | werkzame leven; carrière |
| seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
| sekō-施工 | constructiewerk; bouwwerkzaamheden |
| shikkoku-漆黒 | pikzwart; gitzwart; inktzwart |
| shikō-施工 | constructiewerk; bouwwerkzaamheden |
| shītopairu-シートパイル | metalen beschoeiing [damwand] (voor grondwerkzaamheden) |
| shosei-書生 | inwonende student, die voor de hoofdbewoner werkzaamheden doet voor kost en inwoning |
| shoyō-所用 | zaak; bedrijf; zaken; werkzaamheden; taak |
| shunbin-俊敏 | scherpzinnig [opmerkzaam; alert] zijn |
| shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
| shūshinkoyōseido-終身雇用制度 | Japans systeem dat werknemers hun hele (werkzame) leven bij hetzelfde bedrijf werken |
| shūshokukibōsha-就職希望者 | werkzoekende; sollicitant |
| sōgyō-操業 | werking; werkzaamheden |
| suigin-水銀 | kwik; kwikzilver (Hg) |
| sukuwatto-スクワット | squat; hurkzit; hurkende houding |
| suzume-雀 | een spraakzaam persoon; iemand die op de hoogte is [veel weet over iets] |
| taben-多弁 | spraakzaamheid |
| tachiai-立ち合い | opstaan (uit de hurkzit) om te beginnen met worstelen |
| tagen-多言 | spraakzaamheid; breedsprakerigheid; langdradigheid |
| takenokoisha-筍医者 | (lett. bamboescheuten-dokter) een jonge, onervaren dokter; een slechte dokter; een kwakzalver |
| tantan-眈眈 | (b.v. van een tijger, e.d.) een scherpe en doordringende blik; waakzaam zijn; klaar om actie te ondernemen |
| tāpu-タープ | tarpaulin; dekzeil |
| tobinomono-鳶の者 | (Edo-periode) arbeiders [bouwvakkers] (ook) werkzaam als brandweerman |
| tokkō-特効 | (met) specifieke (uit)werking [werkzaamheid] |
| toshoshitsu-図書室 | bibliotheekzaal (bijv. in een school) |
| uguisu-鶯 | de Japanse struikzanger (Horornis diphone) |
| uguisuiro-鶯色 | groen-bruin (genoemd naar de kleur van de vleugels van een vogel, de Japanse struikzanger) |
| undōjō-運動場 | gymnastiekzaal; sportveld; speelplaats; schoolplein |
| unu-汝 | ikzelf; mijzelf |
| yabuichikuan-藪井竹庵 | kwakzalver; medische charlatan |
| yabuisha-藪医者 | kwakzalver; slechte [onbekwame] dokter |
| yagura-櫓 | steiger, hoge (houten) stellage (voor bouwwerkzaamheden); hoog podium voor theater, e.d. |
| yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
| yōjinbukai-用心深い | voorzichtig; waakzaam; alert; op zijn hoede |
| yōtashi-用足し | zakelijke transactie; uitvoering van werkzaamheden |
| yūkō-有功 | verdienste; verdienstelijkheid; verdienstelijk [werkzaam] zijn |
| yūkō-有効 | effectiviteit; doeltreffendheid; werkzaamheid; geldigheid |
| zanmu-残務 | werkachterstand; werk dat is blijven liggen; resterende [ongedane] werkzaamheden; dingen die nog gedaan moeten worden |
| zashikirō-座敷牢 | (hist.) een cel [kamer] (bedekt met tatami matten) voor het opsluiten van een krankzinnige persoon |
| zatsuyō-雑用 | allerlei klussen [karweitjes; werkzaamheden] |