Kruisverwijzing
nek
| lemma | meaning |
|---|---|
| aishēdo-アイシェード | oogscherm; zonneklep |
| bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
| chindan-珍談 | vreemd nieuws; anekdote; grappig verhaal |
| dainotsuki-大の月 | een lange maand (die 31 dagen telt volgens de zonnekalender, en 30 volgens de maankalender) |
| dokomademo-何処までも | hardnekkig; koppig |
| ebigatame-海老固め | worsteltechniek (de tegenstander (als een garnaal) ten val te brengen door een handgreep om zijn nek en om een knie) |
| eriashi-襟足 | de haarlijn bij de nek; halslijn; de vorm van de nek [hals] |
| erigami-襟髪 | nekhaar (in de nek groeiend haar) |
| erikubi-襟首 | nek; nekvel; kraag |
| furēmenhannō-フレーメン反応 | flemen reactie (bij dieren, een manier van ruiken waarbij het dier zijn bovenlip omkrult, en vaak ook zijn nek uitstrekt) |
| futōfukutsu-不撓不屈 | eigenzinnigheid; onverzettelijkheid; hardnekkigheid |
| gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
| ganko-頑固 | hardnekkigheid; koppigheid; halsstarrigheid; eigenwijsheid |
| ganko-頑固 | hardnekkigheid; langdurigheid |
| gankubi-雁首 | (zoals de vorm van de nek van een wilde gans) de hals [kop] van een Japanse pijp; gebogen buis [pijp]; zwanenhals (van een buis) |
| gankubi-雁首 | (slangterm voor) nek; hoofd; kop |
| heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
| hioi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hiooi-日覆い | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| hitokuchibanashi-一口話 | een kort komisch verhaal; een korte anekdote |
| hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
| hiyoke-日除け | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| itsuwa-逸話 | anekdote |
| kamakubi-鎌首 | lange (kromme) hals [nek] (dit woord wordt vaak gebruikt als metafoor van een slang die zijn kop opsteekt, d.w.z. als teken dat er iets gaat gebeuren) |
| katakori-肩凝り | stijve schouder(s); stijve nek |
| keikotsu-頸骨 | nekwervels |
| keitsui-頸椎 | halswervel; nekwervel |
| kikanshitsu-機関室 | machinekamer |
| koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
| kobanashi-小話 | kort verhaal; anekdote |
| kozō-小僧 | jong ventje; manneke |
| kubi-首 | nek (ook fig.) |
| kubihiki-首引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubinekko-首根っこ | nekvel |
| kubippiki-首っ引き | een traditioneel Japans nek-trek spel, (een soort touwtrekken, waarbij twee mensen tegenover elkaar op de grond zitten met een touw rond hun nek) |
| kubisuji-首筋 | achterkant van de nek; nekvel |
| kubittama-首っ玉 | (achterkant van) de nek; nekvel |
| kurosu・gēmu-クロス・ゲーム | spannende wedstrijd (waarbij de tegenstanders gelijk opgaan); nek-aan-nek race |
| kurosu・pure-クロス・プレー | nek-aan-nekrace; wedstrijd die zo gelijk opgaat datj een scheidsrechter moeilijk kan bepalen wie er wint |
| kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
| mabisashi-目庇 | zonneklep; klep van een pet |
| meihaku-明白 | (over)duidelijk; onmiskenbaar; zonneklaar; klinkklaar; onomstotelijk; ondubbelzinnig; onweerlegbaar |
| momu-揉む | hardnekkig aanvallen; duwen |
| nanbyō-難病 | ziekten die door het Japanse Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn zijn aangeduid als zeldzame en hardnekkige ziekten |
| nanbyō-難病 | een ernstige [hardnekkige; moeilijk te behandelen] ziekte; een ongeneeslijke ziekte |
| nebakkoi-粘っこい | hardnekkig; volhardend |
| nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
| nechigaeru-寝違える | kramp in de nek krijgen [een stijve nek krijgen] (tijdens het slapen) |
| nechikkoi-ねちっこい | hardnekkig; koppig; eigenwijs |
| neko-猫 | kruiwagen (een afkorting voor neko-kuruma) |
| neko-猫 | een klein brandertje (een afkorting voor neko-hibachi) |
| nekubi-寝首 | nek [hoofd] van een slapende persoon |
| netchiri-ねっちり | kleverig; plakkerig; taai; hardnekkig; volhoudend; opdringerig |
| nikochingamu-ニコチンガム | nicotinekauwgum |
| oonyūdō-大入道 | mytisch monster uit Japan in de vorm van een kaalhoofdige man met een lange nek |
| oshite-押して | gedwongen; dwingend; aandringend; hardnekkig |
| rokurokubi-轆轤首 | (in Japanse folklore) een vrouwelijk monster met een lange nek |
| sabannakikō-サバンナ気候 | savanneklimaat |
| san・baizā-サン・バイザー | zonneklep (in auto); zonneklep (met band om het hoofd, b.v. tijdens het sporten) |
| san・shīrudo-サン・シールド | (hoofddeksel) (pet met) zonneklep |
| seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
| shēdo-シェード | zonnescherm; jaloezie; zonneklep |
| shichikudoi-しちくどい | erg hardnekkig; doordringend; scherp |
| shihasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shikoro-錏 | nekbeschermende delen [platen] van een Japanse samoeraihelm |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
| shitsuyō-執拗 | impertinentie; opdringerigheid; hardnekkigheid |
| shiwasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shōman-小満 | (één van de 24 zonnetermen van de maankalender) de 8ste term (rond 21 mei van de zonnekalender) |
| shōsetsu-小雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca.. 22 nov.) |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shōwa-小話 | kort verhaal; anekdote |
| shubi-首尾 | nek en staart |
| shūnen-執念 | vastberadenheid; hardnekkingheid; volharding; doorzettingsvermogen |
| shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
| sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
| sōwa-挿話 | episode; anekdote |
| taisetsu-大雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca. 7 dec.) |
| taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
| taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
| taiyōreki-太陽暦 | zonnekalender |
| unaji-項 | (de achterkant van) de nek |
| urusai-煩い | hardnekkig; koppig; halsstarrig |
| yōreki-陽暦 | zonnekalender |
| zeikan-税関 | douane; douanekantoor |
| zuda-頭陀 | (afk. voor) pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode; stoffen boodschappentas |
| zudabukuro-頭陀袋 | pelgrimstas; tas van bedelmonniken; tas om de nek van een dode |