Kruisverwijzing
lende
| lemma | meaning |
|---|---|
| akunin-悪人 | boosaardige [kwaadwillende] persoon |
| amadare-雨垂れ | (vallende) regendruppels |
| anmitsu-餡蜜 | een kommetje met verschillende zoete ingrediënten (vruchten, zoete bonen, e.a.), bedekt met suikerstroop |
| anotekonote-あの手この手 | op deze en op die manier; op verschillende manieren; de knepen van het vak |
| ansho-暗所 | een donkere plek; een onopvallende plek |
| aoyagi-青柳 | de naam van een kleurschema van verschillende kimono lagen die over elkaar gedragen worden (voor de lente) |
| arumanakku-アルマナック | almanak (kalender) |
| bachiatari-罰当たり | zondaar; ellendeling; schurk |
| ban-バン | (value-added network) netwerkdienst met toegevoegde waarde (een gehost serviceaanbod met aanvullende diensten) |
| banshū-晩秋 | 9de maand in de maankalender (ca. oktober) |
| banshun-晩春 | derde maand van de (oude) maankalender |
| barazushi-ばらずし | kom sushirijst met verschillende ingrediënten erover gestrooid |
| beppō-別法 | een andere [verschillende; alternatieve] werkwijze [methode; manier van doen] |
| bessei-別姓 | verschillende achternamen; het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
| bo-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| bōshi-帽子 | aanvallende zet bij het spel go |
| bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
| boshun-暮春 | derde maand van de (oude) maankalender |
| bunkotsu-分骨 | de as [beenderen] van overledenen op verschillende locaties verstrooien [begraven] |
| burakku・jānarizumu-ブラック・ジャーナリズム | zwarte journalistiek (met onthullende geheime informatie) |
| buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
| chidoriashi-千鳥足 | een wankelende [waggelende] pas [loop] |
| chikusuijitsu-竹酔日 | 13 mei (maankalender), de dag waarop traditioneel in China bamboe werd geplant (lett. dronken bamboe-dag) |
| chirashizushi-散らし寿司 | een kom sushirijst met verschillende soorten ingrediënten erover gestrooid |
| chōyō-重陽 | Chrysanten Festival (9 sept. volgens de maankalender) |
| chūgen-中元 | de 15de dag van de 7de maand (van de maankalender), de laatste dag van het Obon festival |
| chūkeihōsō-中継放送 | zenderkoppeling; (tv, radio) zendercircuit; uitzending via verschillende zenderstations |
| chūshū-中秋 | middenin [in het midden van] de herfst (de 15de dag van de 8ste maand van de maankalender) |
| daikō-代講 | plaatsvervangende docent; invallende leerkracht |
| dainotsuki-大の月 | een lange maand (die 31 dagen telt volgens de zonnekalender, en 30 volgens de maankalender) |
| daiyōkyōin-代用教員 | een vervangende [invallende] leraar |
| dōkōikyoku-同工異曲 | dezelfde vakmanschap, maar met verschillende aanpak [stijl] |
| epikku-エピック | epiek; verhalende poëzie |
| etchūfundoshi-越中褌 | smalle lendendoek; g-string (soort tangaslip) |
| fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
| fūga-フーガ | fuga (een meerstemmig muziekstuk waarin verschillende stemmen elkaar imiteren) |
| fukidamari-吹き溜まり | dwarrelende sneeuw [bladeren]; sneeuwjacht |
| fukō-不幸 | ongeluk; ellende; tegenslag; pech; ongelukkigheid |
| fukuzatsukei-複雑系 | een complex systeem (d.w.z. dat de eigenschappen van het geheel niet zijn af te leiden uit de eigenschappen van de samenstellende delen afzonderlijk) |
| fumizuki-文月 | de zevende maand van de maandkalender |
| fundoshi-褌 | lendendoek |
| furītā-フリーター | freeter, Japanse uitdrukking voor mensen (meestal jongeren) die geen vaste baan hebben maar (wisselende) parttime baantjes |
| fusetsu-付説 | aanvullende [extra] uitleg |
| fusetsusuru-付説する | aanvullende [extra] uitleg geven |
| fushiawase-不幸せ | ongeluk; ellende; tegenslag; pech; ongelukkigheid |
| fuzuki-文月 | de zevende maand van de maandkalender |
| geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
| gidayūbushi-義太夫節 | Gidayū (verhalende stijl in Bunraku-theater) |
| gomoku-五目 | mengsel [gerecht] van (5) verschillende ingrediënten (vis, groente, rijst, of noedels) |
| guregorioreki-グレゴリオ暦 | Gregoriaanse kalender |
| hāfubakku-ハーフバック | (voetbal) middenvelder; halfspeler; (American football) aanvallender middenspeler |
| hakuro-白露 | de 15de zonnetermijn (van de 24) in de Oost-Aziatische kalender |
| hanagoyomi-花暦 | bloemen kalender (waarop de bloemen zijn gerangschikt naar bloeitijd) |
| hanamagari-鼻曲がり | mannelijke zalm met een uitpuilende snuit tijdens het voortplantingsseizoen |
| hanten-反転 | (in) tegenstellende richting (gaan) |
| happōbijin-八方美人 | opvallende schoonheid; onberispelijke mooie vrouw |
| harachigai-腹違い | halfzus of halfbroer; (kinderen) van verschillende moeders |
| hassaku-八朔 | 1 augustus (van de maankalender) |
| hatsuaki-初秋 | de 7de maand in de maankalender |
| hatsufuyu-初冬 | de 10de maand van de maankalender |
| hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
| hazuki-葉月 | augustus (de 8ste maand volgens de oude maankalender) |
| heiro-閉炉 | (in Zen tempels, op eerste dag van de 2de maand van de maankalender) het doven [uitdoen] van de van de vuurhaard [open haard] |
| himekuri-日捲り | scheurkalender |
| hisan-悲惨 | ellende; misère; leed |
| hitonadare-人雪崩 | aanzwellende menigte; lawine van mensen |
| hiyomi-日読み | kalender |
| hokō-補講 | aanvullende [extra] les [lezing; college] |
| homo・rūdensu-ホモ・ルーデンス | homo ludens (lett. de spelende mens) |
| hotarubi-蛍火 | smeulende sintels [houtskool] |
| ifu-異父 | andere vader; verschillende vaders |
| ifuku-異腹 | kinderen (halfbroers, halfzusters) van verschillende moeders |
| ikijibiki-生き字引 | wandelend woordenboek; wandelende encyclopedie |
| ikinuku-生き抜く | overleven; (ellende) doorstaan |
| imachizuki-居待ち月 | (in de maankalender) de 18e dag van de maand (met name 18 augustus) |
| imomeigetsu-芋名月 | (een andere naam voor) de oogstmaan (na het oogsten van de taro, 15 augustus op de maankalender) |
| inoko-亥の子 | de eerste dag van de maand van het Zwijn (oktober van de maankalender) |
| inreki-陰暦 | maankalender |
| insaido・ripōto-インサイド・リポー | onthullende reportage |
| insō-印相 | mudra (symbolische handsymboliek bij beelden in verschillende godsdiensten, o.a. Boeddhisme) |
| intādishipurinarī-インターディシプリナリー | interdisciplinair (samenwerking tussen verschillende takken van wetenschap) |
| intākonchinentaru-インターコンチネンタル | intercontinentaal (op verschillende continenten) |
| ironna-色んな | verschillende; allerlei; verscheidene |
| isei-異姓 | andere achternaam; verschillende achternamen |
| izayoi-十六夜 | de (maan van de) 16de nacht (van de maand in de maankalender; de nacht na volle maan) |
| jinkun-仁君 | een welwillende [genadige] vorst [heerser] |
| jinsha-仁者 | een welwillende [liefdadige] persoon; weldoener; filantroop |
| jisa-時差 | tijdsverschil (tussen verschillende landen, gebieden, etc.) |
| jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
| jōruri-浄瑠璃 | (m.n. bij bunraku poppentheater) traditionele Japanse verhalende muziek (waarbij de verteller (tayū) zingt o.b.v. een shamisen) |
| josūshi-助数詞 | counter: een woord of suffix dat wordt gekoppeld aan een telwoord (de verschillende counters geven de soorten van het getelde object aan) |
| jūgoya-十五夜 | 15de nacht van de 8ste maand van de maankalender |
| jungyō-巡業 | tournee (van een theatergezelschap, sumo-groep, e.d., op verschillende locaties) |
| junia・bōdo・shisutemu-ジュニア・ボード・システム | Junior Raad van Bestuur systeem, waarbij jonge medewerkers binnen het bedrijf oplossingen mogen bedenken voor verschillende managementvraagstukken |
| junken-巡見 | rondreizen en verschillende plaatsen bezoeken |
| jūya-十夜 | (boeddh. Jōdo-school) het ritueel van het zingen van Nembutsu gedurende 10 dagen en nachten (van de 6de tot 15de dag van de 10de maand (maankalender) |
| kaden-家伝 | familietraditie (vooral in verschillende kunstvormen, zoals Nō, Budō, e.d.) |
| kagiwakeru-嗅ぎ分ける | verschillende geuren onderscheiden (door ruiken) |
| kahō-加俸 | (aanvullende) toeslag; extra toeslag |
| kaion-快音 | een specifiek [herkenbaar] geluid (zoals van een honkbakslag of een brullende motor) |
| kairo-開炉 | (in Zen tempels, op de eerste dag van de 10de maand van de maankalender) het aansteken van de vuurhaard [open haard] |
| kakekotoba-掛け詞 | een woordspeling; dubbelzinnigheid; woorden met dezelfde uitspraak maar verschillende betekenissen |
| kakemochi-掛け持ち | het hebben van twee verschillende (parttime) banen |
| kakushu-各種 | allerlei [verschillende] soorten |
| kamameshi-釜飯 | gerecht van rijst gekookt met verschillende ingrediënten in een kookpot |
| kamiarizuki-神在月 | de 10de maand op de maankalender (in Izumo, Shimane-prefectuur) |
| kaminazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kamioroshi-神降ろし | aanroeping (in een shinto heiligdom) van een medium aan een god om (tijdelijk) bezit van haar te nemen om voorspellende uitspraken te kunnen doen |
| kanetataki-鉦叩き | een bedelende monnik (die rondgaat en daarbij op een bel slaat) |
| kanikakuni-かにかくに | dat en dat; het een en het ander; verschillende dingen |
| kannazuki-神無月 | de 10de maand op de maankalender (de maand dat alle goden van Japan vanuit hun eigen gebieden in Izumo Taisha samenkomen) |
| kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
| karendā-カレンダー | kalender |
| katagata-旁 | dit of dat; één of ander; verschillende |
| kazabana-風花 | (in de wind) warrelende sneeuwvlokken |
| keishiki-形式 | (fil.) de structuur van de verschillende elementen tesamen; de essentiële vorm van iets; het essentiële kenm |
| kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
| kenro-険路 | steile [hellende] weg [straat]; steil pad |
| ken'yō-兼用 | het gebruik van iets voor verschillende doeleinden |
| ken'yō-兼用 | het gebruik van iets door verschillende personen |
| kijin-鬼神 | geest van een overledene; (dwalende) spook |
| kikomu-着込む | zich extra kleden; verschillende lagen kleding over elkaar dragen; formele kleding dragen |
| kimagure-気紛れ | veranderlijkheid; wisselende omstandigheden |
| kinkon-緊褌 | lendendoek |
| kinmedai-金目鯛 | rode beryx (vis, Beryx spelenden) |
| kinoe-甲 | de eerste van de tien kalendertekens |
| kira-綺羅 | luxe [opvallende; opzichtige] dingen |
| kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
| kisaragi-如月 | tweede maand van de maankalender |
| kishin-鬼神 | geest van een overledene; (dwalende) spook |
| koku-刻 | oude tijdseenheid (in de maankalender) |
| komusō-虚無僧 | rondreizende en bedelende Zen priester van de Fuke sekte |
| konbō-混紡 | gemengd weefsel; mengsel van met verschillende vezels (zoals katoen met kunstvezels) |
| konekuru-捏ねくる | verschillende dingen uitproberen [opperen] |
| koneru-捏ねる | verschillende dingen uitproberen [opperen] |
| konpo-コンポ | (afk. voor component) stereo-installatie bestaande uit verschillende componenten |
| kōrudo・gēmu-コールド・ゲーム | een honkbalwedstrijd die is gestaakt of beëindigd (om verschillende redenen) |
| koshōgatsu-小正月 | de dagen rond de 15de dag van het nieuwe jaar (maankalender) |
| koyomi-暦 | kalender |
| kuchū-苦衷 | geestelijk lijden; kwelling; ellende |
| kumadori-隈取り | In Kabuki, theater unieke make-up patronen voor de verschillende karakterrollen |
| kurayami-暗闇 | een onopvallende [geheime] plaats; geheim(houding) |
| kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
| kurezōru-クレゾール | cresol (bestaat uit 3 verschillende isomeren) |
| kyū-旧 | (afk. voor) de oude Japanse (maan)kalender |
| kyūji-球児 | honkbal spelende tiener [scholier] |
| kyūreki-旧暦 | de oude Japanse (maan)kalender |
| kyūshōgatsu-旧正月 | Nieuwjaar volgens de oude maankalender |
| magagoto-禍言 | onheilspellende [ongeluk brengende] woorden |
| makijita-巻き舌 | met trilling geproduceerde r-klank (een rollende r) |
| makyō-魔境 | een plaats [plek] vol demonen; een onheilspellende en angstaanjagende plek |
| masayume-正夢 | een droom die uitkomt; voorspellende droom |
| matsuyoi-待宵 | de nacht van 14 op 15 augustus (maankalender) |
| meigetsu-名月 | oogstmaan (op 13 sept. in de maankalender) |
| meigetsu-名月 | volle maan (op 15 aug in de maankalender) |
| mikaku-味覚 | een fijne [scherpe] smaak hebben; (verschillende smaken) goed kunnen proeven |
| minazuki-水無月 | juni, de 6de maand volgens de maankalender |
| mochi-望 | 15e dag van elke maand in de maankalender |
| mochizuki-望月 | de maan op de 15e dag van de maand volgens de maankalender |
| mōko-猛虎 | schaakstuk in verschillende shogi versies |
| momochidori-百千鳥 | vele verschillende vogels |
| monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
| mōshun-孟春 | eerste maand van de maankalender |
| mōtō-孟冬 | benaming voor de maand oktober op de maankalender |
| mozaiku-モザイク | (biologie: dier of plant met genetische eigenschappen van verschillende soorten) hybride; entbastaard |
| nagareboshi-流れ星 | vallende ster; meteoor |
| nagatsuki-長月 | september (de negende maand van de maankalender) |
| namidagoe-涙声 | met trillende stem; met huilerige stem |
| naniwabushi-浪花節 | verhalende liedjes uit de Edo periode |
| natsu-夏 | zomer (in Japan tegenwoordig van juni tot augustus, vroeger toen men uitging van de maankalender was het van april tot juni) |
| nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
| nerikō-練り香 | een ronde plak wierook (gemaakt van een mengsel van verschillende geurpoeders) |
| nihyakuhatsuka-二百二十日 | de 220ste dag sinds het begin van de lente (maankalender) |
| nimōsaku-二毛作 | dubbele oogst [twee oogsten per jaar] van twee verschillende gewassen op dezelfde (landbouw)grond |
| nokoribi-残り火 | sintels; smeulende resten van een vuur |
| oibarai-追い払い | aanvullende [extra] betaling |
| oigoe-追い肥 | aanvullende [tweede] bemesting (van gewassen) |
| rakka-落花 | vallende [gevallen] bloesems [bloemblaadjes] |
| rakuin-落胤 | onwettig kind; bastaard (van ouders van verschillende sociale klassen) |
| ranpu-ランプ | achterdeel (dieren); lende (vlees, b.v. biefstuk) |
| reki-暦 | (in kanji combinaties) kalender; almanak |
| rekihō-暦法 | kalendersysteem |
| rekihō-歴訪 | rondgang; het bezoeken van verschillende locaties (landen, e.d.) na elkaar |
| rekijitsu-暦日 | kalender |
| rekijitsu-暦日 | een bepaalde dag op een kalender |
| rekijitsu-暦日 | dagen en maanden in een kalenderjaar; jaren; tijd |
| rekijitsu-暦日 | kalenderdag gerekend van middernacht tot de volgende middernacht |
| rekimon-歴問 | rondgang; het bezoeken van verschillende locaties (landen, e.d.) na elkaar |
| rekinen-暦年 | een kalenderjaar |
| rekinin-歴任 | het opeenvolgend bekleden van verschillende ambten |
| rekisū-暦数 | omlooptijd van een planeet om de zon of maan (als basis voor een kalender) |
| ren'on-連音 | trilling (rollende medeklinker) |
| ribuaisutēki-リブアイステーキ | ribeye steak; entrecote; lendenbiefstuk |
| rikka-立夏 | eerste dag van de zomer (ca. 6 mei, volgens de oude maankalender) |
| rindoku-輪読 | het om beurten lezen (verschillende mensen lezen om de beurt hetzelfde boek) |
| rinsaku-輪作 | wisselbouw (het telen van verschillende gewassen na elkaar op dezelfde grond, om bodemziekten te voorkomen) |
| risshū-立秋 | het begin [de eerste dag] van de herfst (volgens de maankalender op 8 augustus) |
| rittō-立冬 | het begin van de winter; de eerste winterdag (volgens de maankalender) |
| rōgetsu-臘月 | de twaalfde maand van de maankalender |
| rokushaku-六尺 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rokushakufundoshi-六尺褌 | traditionele Japanse lendendoek voor mannen |
| rōkyoku-浪曲 | ) andere naam voor naniwabushi) verhalende liedjes uit de Edo periode |
| rōshikyōtei-労使協定 | Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO); overkoepelende arbeidsovereenkomst |
| rōsukatsu-ロースカツ | lendenbiefstuk |
| rōsu・sutēki-ロース・ステーキ | lendenbiefstuk |
| ryakuhonreki-略本暦 | verkorte [vereenvoudigde] vorm van de Japanse traditionele kalender |
| ryōshū-涼秋 | de maand september (in de maankalender) |
| ryōtōzukai-両刀遣い | vaardig [bekwaam] zijn in twee verschillende vakgebieden [takken van kunst]; twee verschillende beroepen uitoefenen |
| ryūsei-流星 | vallende ster; meteoor |
| sage-下げ | (muziek) een passage met dalende toon |
| sainan-災難 | ramp; ellende; onheil; ongeluk |
| saiyaku-災厄 | ramp; ellende; onheil; ongeluk |
| saku-朔 | de eerste dag van de maand (maankalender) |
| saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
| sanaezuki-早苗月 | de vijfde maand in de maankalender |
| sangō-山号 | aanvullende naam van een boeddhistische tempel |
| sangō-山号 | (in Japan, in navolging van China) aanvullende naam van Zen-tempels |
| sanpiryōron-賛否両論 | uiteenlopende [wisselende] meningen; zowel goede als slechte recensies] |
| sāroin-サーロイン | lendebiefstuk |
| sāroin・sutēki-サーロイン・ステーキ | lendebiefstuk |
| sarubia-サルビア | vuursalie (plant, Salvia splendens) |
| sashige-差し毛 | verschillende kleuren haar in de vacht van een dier |
| sayatori-鞘取り | arbitrage; transactie die wordt uitgevoerd om te profiteren van het prijsverschil tussen verschillende leverdata en markten) |
| seihansha-正反射 | spiegelende reflectie |
| seijū-西戎 | Xirong, een term die in het oude China werd gebruikt voor verschillende etnische groepen in het westen, zoals Turken en Tibetanen |
| seimei-清明 | één van de 24 perioden van de zonnekalender (ca. 5 april) |
| senshō-先勝 | (volgens de oude maankalender) de dagen die in de ochtend als geluksdagen worden aangemerkt, maar in de middag als ongeluksdagen |
| sen'un-戦雲 | onheilspellende [donkere] wolken als teken van de naderende oorlog |
| serekuto・shoppu-セレクト・ショップ | detailhandelszaak die producten van verschillende fabrikanten of merken verkoopt |
| setsubun-節分 | Setsubun festival (laatste dag van de winter in de maankalender, 3 a 4 febr.; met het ritueel van bonen strooien om boze geesten weg te jagen) |
| shagī・katto-シャギー・カット | kapsel dat in lagen van verschillende lengtes is geknipt |
| shakkō-赤口 | (in de traditionele kalender) ongeluksdag; dag die ongeluk brengt behalve tussen de gunstige uren van 11 uur tot 13 uur |
| shakku-赤口 | (in de traditionele kalender) ongeluksdag; dag die ongeluk brengt behalve tussen de gunstige uren van 11 uur tot 13 uur |
| shakujō-錫杖 | topdeel van de staf (een ring met verschillende kleine ringen eraan) |
| shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
| shigekisei-刺激性 | stimulerende [prikkelende; irriterende] eigenschap |
| shihasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shihyakushibyō-四百四病 | elk soort ziekte; alle verschillende ziekten |
| shikome-醜女 | onopvallende vrouw; grijze muis |
| shikuhakku-四苦八苦 | ellende; leed; angst; verdriet; pijn; grote tegenspoed |
| shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
| shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
| shitaobi-下帯 | lendendoek |
| shiwasu-師走 | december (de 12de maand in maan- en zonnekalender) |
| shobutsu-諸仏 | alle (verschillende) boeddha's |
| shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
| shokoku-諸国 | verschillende landen [provincies] |
| shōman-小満 | (één van de 24 zonnetermen van de maankalender) de 8ste term (rond 21 mei van de zonnekalender) |
| shōryōe-精霊会 | een herdenkingsdienst die wordt gehouden in de Shitennoji- tempel, op de sterfdag van prins Shotoku (22 februari volgens de maankalender) |
| shōsetsu-小雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca.. 22 nov.) |
| shosetsu-諸説 | verschillende meningen [theorieën; verklaringen] |
| shoshiki-諸式 | de prijzen van de verschillende artikelen |
| shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
| shoshū-初秋 | de 7e maand van de maandkalender |
| shoshu-諸種 | verschillende soorten |
| shosō-諸相 | verschillende aspecten [verschijningen; fasen; vormen] |
| shotō-初冬 | de 10e maand van de maankalender |
| shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
| shūjo-醜女 | onopvallende vrouw; grijze muis |
| shuninteate-主任手当て | toelage [financiële vergoeding] voor leerkrachten met aanvullende administratieve taken |
| shusseuo-出世魚 | vissen die een verschillende namen hebben al naar gelang hun grootte en ouderdom |
| shutsubotsu-出没 | frequente [wisselende] verschijningen; het rondwaren |
| somewake-染め分け | het verven in verschillende kleuren |
| somewakeru-染め分ける | verven in verschillende kleuren |
| sonnakonna-そんなこんな | dit en dat; allerlei [verschillende] dingen |
| suriashi-摺り足 | een schuifelende [sloffende; glijdende] loop (met de voeten over de grond slepend) |
| tabearuki-食べ歩き | een restaurant trip; verschillende restaurants na elkaar bezoeken [uitproberen] |
| taiinreki-太陰暦 | maankalender |
| taiintaiyōreki-太陰太陽暦 | lunisolaire kalender (zon- en maankalender) |
| taisetsu-大雪 | één van de 24 zonnetermen (van de zonnekalender, ca. 7 dec.) |
| taisho-大暑 | de heetste tijd van het jaar (rond 23 juli van de zonnekalender) |
| taiyōreki-太陽暦 | zonnekalender |
| takikomigohan-炊き込みご飯 | Takikomi gohan (rijst met verschillende meegekookte ingrediënten) |
| tamamatsuri-霊祭り | vooroudersfestival; festival van de doden (om de geesten van de voorouders te verwelkomen, in de zevende maand van de maankalender) |
| tanabata-七夕 | Tanabata, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
| tanabatamatsuri-七夕祭り | Tanabata festival, het Sterren festival (7 juli volgens de maankalender) |
| tanechigai-種違い | halfbroer; halfzus (met dezelfde moeder maar verschillende vaders) |
| tare-垂れ | lendebeschermer (kendō) |
| tendāroin-テンダーロイン | (rundvlees) ossenhaas; lendenbiefstuk |
| tensaku-転作 | gewassen-afwisseling (een rotatie van de productie van verschillende soorten gewassen om de paar jaar) |
| tōji-冬至 | (één van de 24 seizoenen in de oude maankalender, als de zon staat op 270 graden (geografische) lengte); midwinter; de kortste dag: 21 of 22 dec. |
| tokumeiryūdōtekihanzaigurūpu-匿名流動的犯罪グループ | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
| tokuryuū-匿流 | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
| tose-年 | het telwoord voor het tellen van kalenderjaren of leeftijden |
| totan-塗炭 | ellende; kommer en kwel; misère |
| tsuchinoe-戊 | de vijfde van de tien Chinese kalendertekens |
| tsuiso-追訴 | een aanvullende aanklacht |
| tsuisō-追送 | nazending; latere [aanvullende] zending |
| tsukuneru-捏ねる | verschillende dingen uitproberen [opperen] |
| tsunagiawaseru-繋ぎ合わせる | samenbrengen; samenbundelen; samenbinden; verbinden; (verschillende zaken) samenvoegen tot een eenheid |
| tsurubeotoshi-釣瓶落とし | het snel vallen van de avond (als een dalende putemmer) |
| ukine-浮き寝 | het slapen bij wisselende partners |
| uma-午 | mei (5de maand van de maankalender) |
| utsuribashi-移り箸 | eetstokjes waarmee achter elkaar iets uit verschillende gerechten wordt aangeraakt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
| uzuki-卯月 | de vierde maand van de maankalender |
| wanraitingu・shisutemu-ワンライティング・システム | één standaard [basis] formulier voor verschillende administratieve toepassingen |
| wazawai-災い | ramp; ellende; onheil; ongeluk |
| yaku-厄 | ramp(spoed); ellende; ongeluk; foltering; pijn |
| yamanokami-山の神 | iemand's (vervelende; zeurende) vrouw |
| yamiburōkā-闇ブローカー | een illegaal handelende makelaar |
| yōbu-腰部 | lende(nen); heup(en) |
| yōreki-陽暦 | zonnekalender |
| yorozuya-万屋 | een winkel van Sinkel (een winkel waar allerlei verschillende artikelen worden verkocht) |
| yowakisōba-弱気相場 | baissemarkt; dalende markt (effectenbeurs) |
| yoyo-代代 | verschillende leefwerelden [kringen] |
| yūsōjin-遊走腎 | (med.) wandelende nier |
| zairyō-材料 | (economie) marktbepalende factor |
| zakkoku-雑穀 | gemengde (verschillende) granen |
| zatsuboku-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
| zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
| zōki-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |