bānā-バーナー | (gas) brander |
bunzentō-ブンゼン灯 | Bunsenbrander (regelbare gasvlam die wordt gebruikt in het laboratorium) |
bunzen・bānā-ブンゼン・バーナー | Bunsenbrander (regelbare gasvlam die wordt gebruikt in het laboratorium) |
donaru-怒鳴る | snauwen; afsnauwen; afblaffen; uitschelden; iem. een fikse uitbrander geven |
hibachi-火鉢 | een hibachi (een stoof [brandertje; pot] van keramiek of ijzer met daarin een houtskoolvuurtje) |
higuchi-火口 | brander; brandhaard |
hoya-火屋 | metalen deksel (met gaatjes) van wierookbrander |
kakō-火口 | brander |
kirigotatsu-切り炬燵 | een stoof [brander] die in de vloer is verzonken |
kōro-香炉 | wierookvat; wierookbrander; wierookhouder |
neko-猫 | een klein brandertje (een afkorting voor neko-hibachi) |
omedama-お目玉 | standje; uitbrander |
setsudantōchi-切断トーチ | snijbrander |
shiboru-絞る | een uitbrander [berisping] geven; tekeergaan tegen iemand |
tadareru-爛れる | pijnlijk [ontstoken; geïnfecteerd; branderig] zijn |
tashinameru-窘める | (iem.) berispen; terechtwijzen; (uit)schelden; een uitbrander geven |