Kruisverwijzing
beide
| lemma | meaning |
|---|---|
| abuhachitorazu-虻蜂取らず | tussen de wal en het schip vallen [geraken]; noch het een nog het ander (twee dingen tegelijkertijd proberen te doen, maar in geen van beide slagen) |
| aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
| burū・karā-ブルー・カラー | arbeider; iemand die in een fabriek of werkplaats werkt |
| daisankaikyū-第三階級 | de lagere klasse; arbeidersklasse |
| dame-駄目 | Bij het spel go een steen [veld] dat voor geen van beide spelers telt |
| danjo-男女 | man en vrouw; mannen en vrouwen; jongens en meisjes; beide geslachten |
| danketsuken-団結権 | het recht van arbeiders om zich te verenigen [zich aan te sluiten bij een vakbond] |
| deshabaru-出しゃばる | binnendringen; zich bemoeien (met); interrumperen; tussen beiden komen |
| dorufin・kikku-ドルフィン・キック | dolfijntrap (zwembeweging met beide voeten tegelijk in een trappende beweging in het water, bij vlinderslag en rugslag) |
| gurē・karā-グレー・カラー | grijze boorden; arbeiders in technische beroepen |
| hikanshōshugi-非干渉主義 | non-interventie; non-interventionisme (het uit principe niet tussen beide komen) |
| hitode-人手 | arbeider |
| hitodebusoku-人手不足 | tekort aan personeel; tekort aan arbeiders |
| hiyatoi-日雇い | dagarbeid; werk per dag; dagloner; dagarbeider |
| hiyō-日傭 | dagarbeid; werk per dag; dagarbeider; dagloner |
| hiyōtori-日傭取り | dagloner; dargarbeider |
| hyōri-表裏 | voor- en achterkant; beide kanten |
| intāfea-インターフェア | tussenbeide komen; ingrijpen; interfereren |
| izure-何れ | beide; de een of de ander; geen van beide |
| kanshōsuru-干渉する | tussenbeide komen; zich mengen (in); zich bemoeien (met) |
| katame-片目 | één oog; één van beide ogen |
| kattoin-カットイン | tussen beide komen; in de rede vallen |
| kikusuru-掬する | (water) scheppen met beide handen |
| kinrōsha-勤労者 | arbeider |
| kōfu-工夫 | arbeider |
| kotēji-コテージ | arbeidershuisje; plattelandshuis; vakantiehuisje; zomerhuis |
| kūrī-クーリー | koelie (ongeschoolde arbeider uit Azië) |
| morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | beide schouders [het bovenlichaam] ontbloten (bij het dragen van een kimono) |
| morote-諸手 | beide handen [armen] |
| musan-無産 | (afk. voor) het proletariaat; bezitloze arbeidersklasse |
| musankaikyū-無産階級 | het proletariaat; bezitloze arbeidersklasse |
| nagaremono-流れ者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| nihonzashi-二本差し | een benaming voor een samoerai (die beide zwaarden vasthoudt) |
| nikoyon-にこよん | dagloner; dagarbeider |
| ninpu-人夫 | (hand)arbeider; werkman; bouwvakker; sjouwer; kruier |
| ninsoku-人足 | arbeider [dagloner] (in havens, bouwplaatsen e.d.) |
| niyaku-荷役 | havenarbeider; dokwerker |
| nōhittonōran-ノーヒットノーラン | (honkbal) een wedstrijd waarin geen van beide teams een honkslag hebben geslagen |
| okinakashi-沖仲仕 | avenarbeider; dokwerker |
| puroretaria-プロレタリア | proletariër (bezitloze arbeider) |
| puroretariāto-プロレタリアート | proletariaat (klasse van bezitloze arbeiders) |
| rōdōkinko-労働金庫 | kredietunie van arbeiders |
| rōdōsha-労働者 | arbeider; werknemer |
| rōdōshakaikyū-労働者階級 | de arbeidersklasse; de werkende klasse |
| rōdōundō-労働運動 | arbeidersbeweging |
| ryō-両 | beide; allebei; alletwee |
| ryōashi-両足 | twee [beide] benen [voeten] |
| ryōbu-両部 | twee delen; beide delen |
| ryōdonari-両隣 | beide naaste buren; buren van beide kanten |
| ryōke-両家 | beide families; beide huizen |
| ryōkoku-両国 | beide landen; twee landen |
| ryōmen-両面 | twee [beide] kanten [zijden] |
| ryōnagare-両流れ | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| ryōnagarezukuri-両流造 | dakstijl voor de hoofdschrijn van een shinto heiligdom (waarbij de dakranden (voor-achter of links-rechts) glooiingen hebben aan beide zijden) |
| ryōseibai-両成敗 | beide partijen als schuldig aangewezen en gestraft |
| ryōsha-両者 | beide(n); allebei |
| ryōshi-両氏 | twee personen; beide personen |
| ryōshin-両親 | (beide) ouders (vader en moeder) |
| ryōsoku-両足 | twee [beide] benen [voeten] |
| ryōte-両手 | beide handen [armen] |
| ryōude-両腕 | beide armen |
| ryōwaki-両脇 | beide zijden |
| ryōzen-両全 | perfect [compleet; goed] voor beide kanten [zijden; partijen] |
| sadon・desu-サドン・デス | (bij sportwedstrijden) verlenging bij gelijke eindstand tot er door een van beiden partijen wordt gescoord |
| sagyōin-作業員 | arbeider |
| sagyōyōin-作業要員 | aantal personeel; arbeiderskrachten |
| shibi-鴟尾 | decoratieve tegel in de vorm van een vissenstaart (op beide uiteinden van de nokbalk van oude paleizen en tempels in Japan en China) |
| sōgan-双眼 | beide ogen |
| sōhō-双方 | beide partijen |
| soshikirōdōsha-組織労働者 | arbeiders georganiseerd in een vakbond |
| sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
| taketonbo-竹蜻蛉 | (traditioneel Japans speelgoed) bamboe libelle, een propellor die gaat draaien door een pin snel in beide handpalmen te wrijven |
| te-手 | knecht; arbeider |
| tobinomono-鳶の者 | (Edo-periode) arbeiders [bouwvakkers] (ook) werkzaam als brandweerman |
| tomoni-共に | samen; gezamenlijk; beiden |
| torinasu-取り成す | bemiddelen; tussenbeide komen; een goed woordje doen (voor iemand) |
| tsuma-妻 | (arch.) één van twee dingen die sterk aan elkaar gerelateerd zijn (bv. een hert en hagi (Japanse struikklaver) zijn beiden symbool voor de herfst) |
| uraomote-裏表 | achterkant en voorkant; binnenkant en buitenkant; twee [beide] kanten |
| ushirode-後ろ手 | beide handen op de rug |
| watarimono-渡り者 | rondtrekkende arbeider; gastarbeider |
| yotsu-四つ | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |
| yotsumi-四つ身 | (sumo) techniek waarbij beide worstelaars elkaar kruislings bij de handen beetpakken |