Kruisverwijzing
terug
| lemma | meaning |
|---|---|
| abunagaru-危ながる | bang zijn (om te); aarzelen; terugdeinzen |
| akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
| aori-煽り | terugslag; invloed; impact |
| atojisari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atozusari-後退り | het terugtreden; terugtrekken; terugkrabbelen; een stap terug doen; achteruitgaan |
| atozusarisuru-後退りする | terugkrabbelen; terugtrekken; terugdeinzen |
| atozusaru-後退る | terugdeinzen; terugwijken; achteruit deinzen [wijken] |
| baibakku-バイバック | een terugkoop |
| bakku-バック | terug; achteruit |
| bakkuwōtā-バックウォーター | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
| bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
| chōraku-凋落 | daling; terugval; achteruitgang; verval; terugloop |
| dattai-脱退 | terugtrekking; terugtreding; afscheiding |
| dattō-脱党 | het verlaten van [zich terugtrekken uit] een politieke partij |
| daunshifuto-ダウンシフト | terugschakelen (naar een lagere versnelling) |
| daunshifuto-ダウンシフト | een stapje terugdoen; het rustiger aan gaan doen |
| demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
| demodori-出戻り | terugkeer van een schip naar de vertrekhaven (vanwege verslechterde weersomstandigheden) |
| dōdōmeguri-堂堂巡り | alsmaar maar weer op hetzelfde terugkomen (in gesprekken); in herhalingen vallen |
| doku-退く | een stap terug [opzij] doen; uit de weg gaan; ruimte maken (voor) |
| enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
| enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
| enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
| enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
| faitobakku-ファイトバック | terugvechten (Eng. fightback) |
| fīdobakku-フィードバック | feedback; terugkoppeling |
| fuki-不帰 | het niet meer terugkomen; doodgaan |
| fukki-復帰 | terugkeer; comeback; rehabilitatie |
| fukkō-復航 | terugreis; thuisreis |
| fuku-復 | het terugkeren [terugbrengen] naar de oorspronkelijke staat |
| fukugaku-ふくがく | terugkeer naar school; hertoelating tot de universiteit [hogeschool] |
| fukuro-復路 | terugreis; terugweg; de weg terug naar het vertrekpunt |
| fukutō-復党 | terugkeren bij [weer toetreden tot] een politieke partij |
| furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
| furikaeru-振り返る | achterom kijken (fig.); terugzien; terugdenken (aan); zich herinneren |
| fushin-不振 | stagnatie; het in een dip zitten; terugval; inzinking |
| gekigen-激減 | een scherpe [sterke] afname [daling; terugval]; keldering |
| gekitai-撃退 | verdrijving; afwering; terugdringing; verjaging |
| gekitaisuru-撃退する | verdrijven; afweren; terugdringen; verjagen; weerstaan |
| gekō-下向 | terugkeer na een bezoek aan een heiligdom [tempel] |
| gensakirēto-現先レート | terugkoop tarief; repo-koers |
| gitārifu-ギターリフ | gitaarriff (terugkerende reeks gitaarakkoorden]) |
| gohasan-御破算 | het helemaal opnieuw beginnen; beginnen met een schone lei; teruggaan naar af |
| gohasan-御破算 | de soroban terugzetten om opnieuw te gaan rekenen |
| gyakugire-逆切れ | tegenaanval; tegenstoot; terugslaan (ook fig.) |
| gyakukōsu-逆コース | (plaats of tijd) teruggang; achteruitgang; terugkeer |
| gyakumodori-逆戻り | teruggang; achteruitgang; het op zijn schreden terugkeren |
| gyakuryū-逆流 | terugstroom; oprisping |
| gyakuryūsuru-逆流する | terugstromen; achteruit stromen; stroomopwaarts stromen; oprispen |
| gyakusan-逆算 | terugrekening; terugtelling |
| gyakusansuru-逆算する | terugrekenen; terugtellen |
| habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
| hageagaru-禿げ上がる | een terugwijkende haarlijn krijgen; kaal (vanaf het voorhoofd) worden |
| haisui-背水 | achterwater; binnenwater; teruglopend water |
| hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
| hanekaeri-跳ね返り | terugslag; tegenreactie; terugkaatsing; terugvering; repercussie |
| hanekaeru-跳ね返る | omkeren; terugkeren; terugkaatsen, terugveren; impact [repercussie] hebben |
| hanekaesu-跳ね返す | opspatten; afketsen; terugveren |
| hanekaesu-跳ね返す | terugslaan; terugduwen; zich verzetten (tegen) |
| hanpatsu-反発 | terugslag; tegenreactie |
| hanpatsusuru-反発する | afstoten; terugkaatsen |
| hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
| haraimodoshi-払い戻し | terugbetaling; restitutie; vergoeding |
| haraimodoshiseikyūsho-払い戻し請求書 | terugbetalingsfactuur |
| haraimodosu-払い戻す | terugbetalen; terugstorten; vergoeden |
| hazumu-弾む | stuiteren; springen; terugkaatsen |
| henjō-返上 | teruggave; het teruggeven |
| henkan-返還 | teruggave |
| henkin-返金 | terugbetaling; restitutie |
| henkyaku-返却 | teruggave; terugbetaling |
| henkyakuguchi-返却口 | verzamelplek [dienbladentrolly] waar men de gebruikte dienbladen met servies kan terugzetten na het eten (b.v. in kantines) |
| henkyakusuru-返却する | teruggeven; terugbetalen |
| hennō-返納 | teruggave |
| henpai-返杯 | het (leeg) teruggeven van een (aangeboden) kopje sake; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpaisuru-返杯する | een (aangeboden) kopje sake (leeg) teruggeven; iem. een kopje sake (terug) aanbieden |
| henpō-返報 | terugbetaling |
| henrei-返戻 | teruggave; terugbrenging |
| henrei-返礼 | een wedergift; compensatie; een cadeau [compliment] terug geven |
| hensai-返済 | terugbetaling |
| hensaisuru-返済する | terugbetalen |
| hensō-返送 | terugzending |
| higaeri-日帰り | dagtrip; dagtocht; heen- en terugreis op één dag |
| hikiage-引き上げ | terugtrekking; evacuatie |
| hikigamo-引鴨 | wilde eenden die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
| hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
| hirumu-怯む | terugdeinzen; ineenkrimpen; aarzelen |
| hishakōteki-非社交的 | asociaal; terughoudend; eenzelvig; teruggetrokken |
| hitotsubanashi-一つ話 | een bekende anekdote; een vaak terugkerend [favoriet] onderwerp van gesprek |
| hōkan-奉還 | teruggave (door de shogun) van een verleende (vol)macht (b.v. aan de keizer) |
| hōmingu-ホーミング | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
| iikaesu-言い返す | antwoorden; terugzeggen; een weerwoord hebben |
| ikasu-生かす | terugzetten; herinvoeren |
| in-院 | (achtervoegsel achter de naam van een teruggetreden keizer) ex-keizer |
| inbaundo-インバウンド | terugvlucht; retourvlucht; terugvaart |
| inkyo-隠居 | pensionering; het met pensioen gaan; het leiden van een stil [teruggetrokken] leven |
| insei-隠棲 | een teruggetrokken leven; een leven in afzondering |
| intai-引退 | terugtreding; pensionering |
| intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
| intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
| irechigaeru-入れ違える | misplaatsen; verkeerd (terug)zetten |
| irishio-入り潮 | eb; laagtij; laagwater; terugtrekkend tij [water] |
| jibyō-持病 | een chronische ziekte; oude [terugkerende] aandoening [klacht; kwaal] |
| jichōsuru-自重する | voorzichtig [terughoudend; zorvuldig] zijn |
| jikokabushiki-自己株式 | eigen aandelen die zijn teruggekocht door een bedrijf |
| jishoku-辞職 | aftreding; terugtreding; ontslagneming |
| jishokusuru-辞職する | aftreden; terugtreden; ontslag nemen |
| jōge-上下 | onder en boven; hoog en laag; op en neer; heen en terug |
| jōho-譲歩 | concessie; compromis; stap terug (fig.) |
| jōhosuru-譲歩する | inbinden; concessie(s) doen; stap terug doen (fig.) |
| kaeri-帰り | terugkeer; terugreis |
| kaeri-返り | terugkeer; wending; omdraaiing |
| kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
| kaerigake-帰りがけ | (op) weg naar huis; terugweg |
| kaerimichi-帰り道 | terugweg; weg naar huis |
| kaeru-変える | (iets) veranderen; wijzigen; herzien; terugdraaien |
| kaeru-帰る | terugkomen; terugkeren; naar huis gaan |
| kaeru-返る | teruggebracht [hersteld] worden; terugkeren |
| kaeshi-返し | omkering; terugdraaiing; teruggave; reactie |
| kaesu-帰す | (iemand) terugsturen; ontslaan; laten gaan |
| kaesu-返す | (iets) teruggeven; terugbrengen; retourneren |
| kaesu-返す | terugbetalen |
| kagezen-陰膳 | een maaltijd klaarmaken voor een afwezige persoon (met een gebed voor diens veilige terugkeer) |
| kaiki-回帰 | terugkeer; ommekeer; comeback; herstel; revival (weer in de mode komen) |
| kaikodosu-買い戻す | terugkopen |
| kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
| kaimodoshi-買い戻し | terugkoop; herkoop |
| kaimodoshishōkenhanbai-買戻し証券販売 | de terugkoop van effecten |
| kaisei-回生 | (elektriciteit) regeneratie (versterking door terugkoppeling) |
| kaiseiburēki-回生ブレーキ | recuperatief remmen (het terugwinnen van energie bij het remmen) |
| kaishū-回収 | inning; inzameling; opname (van geld); terugwinning; recuperatie |
| kaishūsuru-回収する | intrekken; terugtrekken; inzamelen; recyclen; opnemen (van geld) |
| kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
| kaisō-回送 | (van openbaar vervoer) terugsturen [terugrit] (naar de remise of garage) |
| kakehiki-駆け引き | de opmars of terugtrekking van troepen (op het slagveld) |
| kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
| kamubakku-カムバック | comeback; terugkomst; hernieuwd optreden |
| kangyo-還御 | terugreis van de keizer [shogun] (of leden van het hof) |
| kanjin-閑人 | iemand die alleen ver weg [teruggetrokken van de wereld] leeft |
| kankō-還幸 | terugkeer van een Keizer naar het paleis |
| kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
| kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
| kanpu-還付 | teruggave; terugbetaling |
| kansai-完済 | volledige terugbetaling [afbetaling] |
| karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
| karikomu-刈り込む | (terug)snoeien; trimmen; knotten |
| katasu-片す | opruimen; terugzetten |
| kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
| kattobakku-カットバック | (film) flashback; terugblik |
| kauntāburō-カウンターブロー | tegenstoot; terugslag |
| keijōrieki-経常利益 | reguliere [terugkerende] winsten (voortvloeiend uit de gewone bedrijfsactiviteiten van een onderneming) |
| kibutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kichaku-帰着 | terugkeer; terugkomst; thuiskomst |
| kichō-帰朝 | terugkeer uit het buitenland |
| kifutsu-帰仏 | terugkeer naar Frankrijk |
| kigan-帰雁 | wilde ganzen die in de lente teruggaan naar het Noorden |
| kihan-帰帆 | een zeilschip op de terugvaart; een naar de thuishaven terugkerende zeilboot |
| kikan-帰還 | terugkomst; thuiskomst |
| kikengachi-棄権勝ち | (judo) overwinning door terugtrekking van de tegenstander |
| kikō-帰航 | terugreis; thuisreis |
| kikoku-帰国 | remigratie; terugkeer naar eigen land; thuiskomst |
| kikokushijo-帰国子女 | een kind dat na een lang verblijf in het buitenland is teruggekeerd naar Japan |
| kikokusuru-帰国する | remigreren; naar eigen land terugkeren |
| kikyō-帰京 | terugkeer naar de hoofdstad (voor de Meiji-periode was dat Kyoto, daarna Tokio) |
| kikyō-帰郷 | terugkeer (naar geboortehuis, geboortestreek, geboortegrond) |
| kinin-帰任 | (na een tijdelijke afwezigheid) het terugkeren naar [opnieuw opnemen van] een functie [betrekking; dienst] |
| kirai-帰来 | terugkeer; thuiskomst |
| kiraku-帰洛 | het terugkeren naar de hoofdstad; terugkeer naar Kyoto |
| kiran-帰蘭 | terugkeer naar Nederland |
| kiran-帰蘭 | terugkeer naar Muroran |
| kirikaeshi-切り返し | tegenaanval; terugslag; terugvechten |
| kirikaeshi-切り返し | terugschakelen |
| kirikaesu-切り返す | terugslaan; terugvechten; weerwoord geven |
| kisan-帰参 | terugkeer (in dienst van de voormalige heer) |
| kisan-帰山 | de terugkeer van een monnik naar zijn tempel |
| kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
| kishin-帰心 | de wens [heimwee; het verlangen] om terug te keren naar je geboorteplaats of geboortehuis |
| kisōsei-帰巣性 | het instinct van dieren om terug te keren naar hun hol of nest |
| kito-帰途 | terugkeer; op weg naar huis |
| kizoku-帰属 | teruggave; terugkeer |
| kōchaku-降着 | (paardenrennen) terugzetting [verlaging van positie] in de einduitslag |
| kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
| kōrubakku-コールバック | terugroeping (van artikelen vanwege productiefouten) |
| kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
| kōrubakku-コールバック | het terugbellen (telefoon) |
| kōsutā-コースター | terugtraprem |
| kōsutā・burēki-コースター・ブレーキ | terugtraprem |
| kōtai-後退 | terugtocht; aftocht; terugtrekking |
| kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
| kumaokuri-熊送り | de Beer-offer ceremonie, waarbij beren als heilige boodschappers van de goden worden geofferd (en dus teruggestuurd worden naar de goden) |
| kuniiri-国入り | (Edo periode) terugkeer van de leenheer naar zijn landgoed |
| kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
| kurimodoshi-繰り戻し | (éen voor één) terugduwen [terugzetten]; terugbrengen |
| kusuburu-燻る | zich afzonderen; teruggetrokken leven |
| maimodoru-舞い戻る | terugkeren (naar waar je vandaan kwam) |
| makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
| mikaesu-見返す | teruggaan; terugbladeren |
| mikaesu-見返す | terugkijken; terug staren |
| minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
| mizugokoro-水心 | een wederdienst; iets terugdoen |
| mochikaeru-持ち帰る | terugbrengen; thuisbrengen; meenemen naar huis |
| modori-戻り | terugkeer; herstel; reactie; opleving (van een markt) |
| modori-戻り | terugweg |
| modoru-戻る | teruggaan; terugkomen; terugkeren |
| modosu-戻す | terugbrengen; teruggeven |
| modosu-戻す | terugdraaien; terugplaatsen; terugzetten |
| mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
| morikaesu-盛り返す | terugkrijgen; (zich) herstellen; herwinnen |
| mukuiru-報いる | belonen; teruggeven; terugbetalen; wraak nemen |
| mukuu-報う | belonen; terugbetalen; wraak nemen |
| mukuwareru-報われる | beloond [terugbetaald] worden |
| nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
| naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
| naratāju-ナラタージュ | narratage (Frans porte-manteau woord van: narration en montage); verteltechniek in film en theater waarbij de hoofdpersoon terugkijkt op zijn verleden |
| narihateru-成り果てる | (slechts) eindigen als; teruggebracht worden tot; gereduceerd worden tot, verworden tot |
| natsugare-夏枯れ | een tijdelijke terugval in de verkoop bij winkels, etc. in de zomer periode; komkommertijd |
| natsukashimu-懐かしむ | (nostalgisch) verlangen naar; terugverlangen naar |
| nukeagaru-抜け上がる | terugtrekken van de haarlijn; kaal worden vanaf het voorhoofd |
| nukeru-抜ける | verlaten; opgeven; terugtrekken; ontvluchten |
| ōfuku-往復 | heen-en-terug; heen-en-weer; heenweg en terugweg |
| ōfukusuru-往復する | heen-en-terug gaan; heen-en-weer gaan |
| okaerinasai-お帰りなさい | welkom thuis; welkom terug (gezegd door degene die thuis is tegen degene die thuis komt) |
| okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
| okaeshi-お返し | vergelding; wraak; (fig.) terugbetaling (in gelijke munt); een quid pro quo |
| ōkan-往還 | heen-en-terug gaan [route] |
| okumen-臆面 | schaamte; gêne; terughoudendheid |
| okure-遅れ | het achterblijven; achterop raken; terugvallen |
| okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
| ongaeshi-恩返し | terugbetaling; wederdienst |
| orikaesu-折り返す | omslaan; terugvouwen; dubbelvouwen |
| orikaesu-折り返す | teruggaan; omkeren |
| orikaesu-折り返す | teruglussen (computerterm) |
| oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
| orosu-下ろす | (terug)snoeien |
| osagari-お下がり | (de basis-betekenis is van hoog naar laag) teruggave (m.n. aan de lokale gemeenschap) van offergaven voor de goden |
| osameru-収める | terugzetten |
| ōsensuru-応戦する | terugvechten; een tegenaanval uitvoeren |
| oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
| ribaundo-リバウンド | rebound; terugslag; terugkaatsing (balsporten) |
| ribaundo-リバウンド | terugval (ziekte) |
| ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
| ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
| saekaeru-冴え返る | het terugkeren van de kou in de lente |
| saigen-再現 | herverschijning; heropvoering; hervertoning; terugkeer |
| saihatsu-再発 | relaps; terugval; recidive |
| saiki-再起 | terugkeer; comeback; herstel |
| saimushōkan-債務償還 | terugbetaling [aflossing] van een schuld |
| sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
| sairai-再来 | terugkeer; wederkomst (van Christus) |
| sakanoboru-遡る | dateren (uit); teruggaan naar [tot] |
| sakkyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
| sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
| sakugen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
| sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
| seigensuru-制限する | beperken; begrenzen; terugdringen |
| senkoku-先刻 | zojuist; een tijdje terug; even geleden |
| senzogaeri-先祖返り | atavisme; erfelijke terugslag (genetische eigenschappen die generaties overslaan en dan weer terugkomen) |
| shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
| shikekomu-しけ込む | zich ergens terugtrekken; zichzelf opsluiten [afzonderen] |
| shirigomi-尻込み | terugdeinzing; aarzeling |
| shirigomisuru-尻込みする | terugdeinzen; terugschrikken; aarzelen |
| shirizoku-退く | achteruitgaan; teruggaan; een stap terug doen |
| shirizoku-退く | ontslag nemen; zich terugtrekken (uit een positie) |
| shirizoku-退く | weggaan; zich terugtrekken (uit een ruimte) |
| shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
| shōkan-召還 | terugroeping; rappel |
| shōkyaku-償却 | afschrijving; terugbetaling; aflossing |
| shōkyaku-消却 | terugbetaling; vereffening |
| shū-酬 | (in kanji combinaties) belonen; teruggeven; terugbetalen |
| sogen-遡源 | het teruggaan naar de bron [de oorsprong; het begin] |
| sōkan-送還 | repatriëring; terugzending |
| sokyū-遡及 | terugwerking; terugwerkend |
| sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
| suranpu-スランプ | (economische) recessie; inzinking; terugval |
| susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
| tachiagaru-立ち上がる | terugveren; zich herstellen |
| tachikaeru-立ち返る | terugkomen (ook fig.) |
| tachimodoru-立ち戻る | teruggaan (ook fig.) |
| tachinaoru-立ち直る | zich herstellen; zit vermannen; terugveren; er weer bovenop komen |
| tadoru-辿る | oorsprong hebben in; teruggaan [terugvoeren] tot |
| tai-退 | (in kanji combinaties) terugtrekken; aftreden; ontslag nemen; krimpen; beëindigen |
| taiho-退歩 | achteruitgang; terugval; verslechtering |
| taijin-退陣 | terugtrekking (van een leger) |
| taijin-退陣 | terugtrekking; ontslagname; aftreden |
| taijinsuru-退陣する | terugtreden; aftreden; terugtrekken |
| taijō-退場 | (uit een locatie) vertrek; terugtreding |
| taikai-退会 | opzegging; terugtrekking; beëindiging (van een lidmaatschap) |
| taikyaku-退却 | terugtrekking; overgave |
| taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
| tainin-退任 | terugtreding; ontslagname |
| taininsuru-退任する | terugtreden; ontslag nemen; zijn plaats afstaan |
| taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
| taishosha-退所者 | gevangene die zijn tijd heeft uitgezeten en zijn vrijheid terugkrijgt [wordt vrijgelaten] |
| taishutsu-退出 | vertrek; terugtrekking |
| taiten-退転 | terugval; verval; degradatie |
| tajirogu-たじろぐ | terugdeinzen; aarzelen; terugschrikken |
| tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
| tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
| tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
| tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
| teikubakku-テイクバック | terugnemen; herroepen |
| tekkai-撤回 | terugtrekking; terugneming; herroeping; intrekking |
| tesshū-撤収 | verwijdering; terugtrekking; evacuatie; het opbreken [afbreken] (van een kamp, tent) |
| tettai-徹退 | terugtrekking; aftocht; ontslag(neming); pensionering |
| tettai-撤退 | terugtrekking; terugtocht; aftocht; evacuatie |
| tobinoku-飛び退く | terugspringen; opzij springen; wegspringen |
| toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
| tokusoku-督促 | vordering tot terugbetaling; aanmaning |
| toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
| torikaesu-取り返す | terugpakken; hernemen; terughalen; terugkrijgen |
| torikeshi-取り消し | afzegging; opzegging; terugtrekking; terugroeping; opheffing |
| torikesu-取り消す | afzeggen; opzeggen; terugtrekken; terugroepen; opheffen |
| torimodosu-取り戻す | terugnemen; terugwinnen; terugkrijgen |
| torisageru-取り下げる | terugtrekken; afzeggen |
| tosu・battingu-トス・バッティング | (honkbal) peppergame, oefening waarbij ballen herhaaldelijk naar een slagman worden gegooid, die ze terugslaat naar dichtbij staande veldspelers |
| tsuioku-追憶 | herinnering; terugblik |
| tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
| tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
| uchikaesu-打ち返す | terugslaan (letterlijk en figuurlijk) |
| uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
| umetateru-埋め立てる | droogleggen; inpolderen; terugwinnen |
| ushiromuki-後ろ向き | regressie; terugval |
| warimodosu-割り戻す | korting; aftrek; vermindering, provisie; gedeeltelijke terugbetaling |
| yabusaka-吝か | terughoudend; aarzelend |
| yameru-止める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yameru-辞める | ontslag nemen; terugtreden; aftreden; zijn functie neerleggen |
| yarikaesu-遣り返す | (be)antwoorden; weerwoord geven; terugkaatsen; terugschieten |
| yobimodosu-呼び戻す | terugroepen; herroepen; intrekken |
| yobimodosu-呼び戻す | herinneren; (in de herinnering) oproepen [terughalen] |
| yushutsuyūgūzeisei-輸出優遇税制 | export preferentiële regeling (exporteurs ontvangen een terugbetaling van de betaalde consumptiebelasting op in eigen land aangeschafte producten) |
| yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
| yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
| yūyūjiteki-悠悠自適 | een rustig, teruggetrokken leven leiden; eervolle rust na een welbesteed leven |
| yū・tān-ユー・ターン | het verschijnsel dat werknemers afkomstig van het platteland die in de grote steden waren gaan werken teruggaan naar hun geboorteplaats |
| zeikinkanpu-税金還付 | belastingteruggave |