stappen / stap-pen ( znw )
1歩く; 歩を進める [lopen]
2踏む; 踏み出す [stappen op]
3 (遊びに) 出かける [uitgaan]
Kruisverwijzing
stappen
lemma | meaning |
---|---|
agarikomu-上がり込む | een huis [kamer] binnenstappen [binnengaan] |
agaru-上がる | (een kamer; huis) binnengaan; binnenstappen |
ashioto-足音 | het geluid van voetstappen |
dōdan-登壇 | het podium opstappen; het spreekgestoelte beklimmen; achter de kansel gaan staan |
dosudosu-ドスドス | (onomatopee) stampend geluid (b.v. van een heimachine of van de zware voetstappen van een zwaarlijvig persoon of dier) |
doyadoya-どやどや | geluid van vele voetstappen [van een menigte mensen] (onomatopee) |
fumidasu-踏み出す | vooruitgaan; vooruitlopen; een stap naar voren doen; uitstappen; (fig.) een eerste stap zetten; beginnen; van start gaan |
fumihazusu-踏み外す | misstappen; uitglijden |
fumikoeru-踏み越える | overheen stappen; overschrijden |
fuminarasu-踏み均す | aanstampen; platstampen; platstappen; plattreden; platwalsen |
fumiwaru-踏み割る | ergens opstappen en dat breken |
gasuru-駕する | (m.b.t. vervoermiddel) instappen; opstijgen; inschepen |
gentei-舷梯 | tijdelijke trap of plank (voor het in- en uitstappen van vliegtuigen en schepen); vliegtuigtrap; loopplank, valreep |
hikidoki-引き時 | de (juiste) tijd om op te stappen [om weg te gaan] |
hosūkei-歩数計 | pedometer; stappenteller |
inasu-往なす | (bij sumo) opzij stappen om een tegenstander uit balans te brengen |
irikomu-入り込む | (naar) binnengaan; binnenlopen; binnenstappen |
isamiashi-勇み足 | bij sumo(worstelen) een tegenstander naar de rand van de ring brengen maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen |
isogiashi-急ぎ足 | een snelle loop; snelle stappen |
kōdan-降壇 | het podium afstappen; het spreekgestoelte verlaten |
kyoho-巨歩 | grote stappen [passen; vorderingen]; grote prestatie |
kyōon-跫音 | het geluid van voetstappen |
manpokei-万歩計 | pedometer; stappenteller |
norikaeru-乗り換える | overstappen (vervoermiddelen) |
norikakaru-乗りかかる (乗り掛かる) | op het punt staan in te stappen [aan boord te gaan] (bus, trein, boot, etc.) |
noriori-乗り降り | het in- en uitstappen |
norisugosu-乗り過ごす | vergeten uit (de trein, tram, e.d.) te stappen; het station dat reisdoel is passeren |
noru-乗る | ergens op gaan; opstappen |
oriru-下りる | uitstappen; van boord gaan |
orosu-下ろす | (iem.) laten uitstappen; (iets) uitladen |
pedomētā-ペドメーター | pedometer; stappenteller |
seiretsujōsha-整列乗車 | op een ordelijke manier in een rij gaan staan, voor het instappen in een trein |
sen-践 | (in kanji combinaties) (op)stappen; staan (op); lopen |
shinobiashi-忍び足 | zachte voetstappen; het sluipend [op de tenen] lopen |
shisaru-退る | achteruit stappen [lopen]; terugstappen; teruggaan |
shitatameru-認める | organiseren; stappen ondernemen |
shoho-初歩 | de basis; de grondbeginselen; het beginstadium; de eerste stappen; het ABC (van) |
tejun-手順 | procedure; proces; stappen (fig.); maatregelen |
tetsuzuki-手続き | procedure(s); proces; stappen; maatregelen |
tōjō-搭乗 | boarding (instappen in vliegtuig) |
tōjōsuru-搭乗する | baarden (instappen in vliegtuig) |
zunzun-ずんずん | snel ; vlug; gestaag; met grote stappen |