Kruisverwijzing
pijl
| lemma | meaning |
|---|---|
| akaei-赤鱏 | rode pijlstaartrog (een vis, Hemitrygon akajei) |
| bā-バー | staaf; spijl; tralie; reep (chocola); streep |
| dātsu-ダーツ | darts (spel); dart (pijltje) |
| dokuya-毒矢 | gifpijl (in gif gedoopte pijl) |
| ebira-箙 | pijlkoker |
| hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
| hashira-柱 | pilaar; zuil; pijler |
| hazu-筈 | de inkeping van een pijl |
| hiya-火矢 | vuurpijl; brandende pijl; raket |
| horo-幌 | een geweven strook stof, bevestigd aan de achterkant van een (samoerai) harnas of helm (als versiering of bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| horo-母衣 | geweven doek aan de achterkant van het harnas van een samoerai (als decoratie en als bescherming tegen verdwaalde pijlen) |
| hotaruika-蛍烏賊 | (vuurvlieg-) pijlinktvis (Watasenia scintillans) |
| ika-烏賊 | pijlinktvis |
| ippatsu-一発 | één schot (met een pijl, kogel, e.d.) |
| ippatsu-一発 | één pijl [kogel] |
| iru-射る | (een pijl of kogels) raken (het doelwit); in het oog springen |
| iru-射る | (een pijl) schieten; afschieten |
| isshi-一矢 | een pijl |
| isukumeru-射竦める | de vijand immobiliseren [op zijn positie vastpinnen] met een regen aan pijlen |
| jō-定 | versterkt pijlstuk op een (boog)pees |
| kabura-鏑 | (afk. voor) een pijl met een fluitje aan de pijlpunt, dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan |
| kabura-鏑 | pijlpunt |
| kaburaya-鏑矢 | een pijl waar aan de punt een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
| kan-幹 | (boom)stam; steel; schacht (van een pijl) |
| kannuki-閂 | spijl; staaf; grendel |
| kiriha-切り羽 | (mijnbouw) pijler (een gestutte gang in een kolenlaag); ontginningsplaats |
| kyōkyaku-橋脚 | (brug]pijler; brugpilaar |
| nagareya-流れ矢 | een verdwaalde pijl |
| ninoya-二の矢 | de tweede pijl |
| omodaka-沢瀉 | (plant) driebladig pijlkruid (Sagittaria trifolia) |
| seki-隻 | woord gebruikt om vogels, vissen en pijlen te tellen |
| shakaika-社会科 | sociale wetenschappen; maatschappijleer |
| shashutsu-射出 | het afschieten (van een pijl, kogel, e.d); (uit)spuiten; uitstralen |
| shi-矢 | pijl; schicht |
| shichū-支柱 | (lett. of fig.) steunpilaar; pijler; stut; steunpunt |
| shuchū-主柱 | belangrijkste (steun)pilaar [pijler] (van een gebouw) |
| tsukiya -突矢 | met de hand geworpen pijl |
| uchiagehanabi-打ち上げ花火 | vuurpijl (vuurwerk) |
| uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
| utsubo-靫 | pijlkoker |
| ya-矢 | pijl; schacht (van een pijl) |
| yabane-矢羽根 | de veren van een pijl |
| yadake-矢竹 | pijlbamboe (Pseudosasa japonica) |
| yadake-矢竹 | bamboe pijlschacht |
| yadama-矢弾 | pijlen en kogels |
| yagura-櫓 | (arch.) een opslagplaats [pakhuis] voor pijlen en andere wapens |
| yajiri-鏃 | pijlpunt |
| yajirushi-矢印 | pijl (symbool); pijlvormige markering |
| yakazu-矢数 | het aantal pijlen |
| yakazu-矢数 | het aantal raakgeschoten pijlen |
| yakazu-矢数 | een krijgskunst waarbij zoveel mogelijk pijlen achter elkaar geschoten worden |
| yakazuhaikai-矢数俳諧 | een vorm van haikai waarbij de deelnemers proberen zoveel mogelijk haiku te componeren in 24 uur (in navolging van het pijl-en-boogschieten) |
| yakiuchi-焼き討ち | aanval (op een kasteel) met vuur(pijlen) |
| yaomote-矢面 | doelwit (daar waar de pijl aankomt) |
| yasakebi-矢叫び | kreet die een boogschieter slaakt als hij een pijl afschiet |
| yasaki-矢先 | pijlpunt; doel; doelwit |
| yugi-靫 | pijlkoker |
| yumi-弓 | boog (voor pijlen) |
| yumiya-弓矢 | pijl en boog |