blik2 / blik ( het (o) | znw | blikken )
1缶; 缶詰 [container (met drank, voedsel, etc.)]
doperwten uit blik
缶詰の豆
缶詰の豆
Kruisverwijzing
blik
lemma | meaning |
---|---|
abikyōkan-阿鼻叫喚 | iets afschuwelijks; een vreselijke toestand [situatie; aanblik] |
aburasashi-油差し | olieblik; oliekan; oliespuit |
aikyatchā-アイキャッチャー | eyecatcher; blikvanger |
akikan-空き缶 | een leeg blikje |
bakazura-馬鹿面 | een domme blik op iemands gezicht |
bijon-ビジョン | vooruitziende blik; inzicht |
bijutsugan-美術眼 | kunstenaarsblik; artistiek inzicht |
buriki-ブリキ | blik (bladmetaal) |
chazutsu-茶筒 | theebus; theeblik |
denkō-電光 | bliksemflits; bliksemschicht |
denkōsekka-電光石火 | razendsnel [bliksemsnel; supersnel] zijn; in een flits |
dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
fukan-俯瞰 | overzicht; panoramische blik; gezicht van bovenaf |
furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
fushime-伏し目 | teneergeslagen blik |
gyōshi-凝視 | starende blik |
gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
hangō-飯盒 | etensblik; eetblik; gamel |
hatame-傍目 | perspectief [blik; oogpunt] van een toeschouwer |
henji-片時 | kort moment; ogenblik |
hiden-飛電 | bliksemflits; bliksemschicht |
hiraishin-避雷針 | bliksemafleider |
hitome-一目 | een blik; oogopslag |
hyōjō-表情 | gezichtsuitdrukking; gelaatsuitdrukking; blik |
ichibetsu-一瞥 | een (vluchtige) blik [oogopslag; kijk] |
ichimoku-一目 | een blik; oogopslag |
ichimokusanni-一目散に | zo snel mogelijk; halsoverkop; als de bliksem |
ikazuchi-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
ikken-一見 | oogopslag; blik; glimp |
ikkoku-一刻 | een ogenblik(je); moment; tijdje; poosje; minuut |
imanotokoro-今の所 | op dit ogenblik; tegenwoordig; momenteel; vandaag de dag |
imashimo-今しも | juist nu; zojuist; op dit ogenblik |
inabikari-稲光 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
inazuma-稲妻 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
irome-色目 | verleidelijke blik; lonk |
issetsuna-一刹那 | een moment; ogenblik |
isshun-一瞬 | één ogenblik; moment; oogwenk |
isukumeru-射竦める | de tegenstander intimideren met een woeste [dreigende] blik |
jidōhanbaiki-自動販売機 | (verkoop)automaat (blikjes, sigaretten, etc.) |
jōkei-情景 | tafereel; uitzicht; aanblik |
kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
kaminari-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
kanbiiru-缶ビール | bier in blik; een blikje bier |
kankiri-缶切り | blikopener |
kanzume-缶詰め | ingeblikt voedsel; conserven |
katatoki-片時 | kort moment; ogenblik |
kattobakku-カットバック | (film) flashback; terugblik |
kenmaku-剣幕 | dreigende [boze] blik [houding] |
kishoku-喜色 | tevreden [vrolijke] uitstraling [blik] |
kōbō-光芒 | lichtstraal; bliksemschicht |
kōkei-光景 | tafereel; schouwspel; aanblik |
kokoroegao-心得顔 | een veelbetekenende blik |
kyōwa-共和 | republicanisme; rebublikeinse gezindheid |
magao-真顔 | een ernstig gezicht; serieuze blik |
manako-眼 | blik; oogopslag; zicht; gezichtsveld |
manazashi-眼差し | blik; oogopslag |
me-目 | een blik; oogopslag |
megao-目顔 | oogopslag; blik; oogcontact |
mekubase-目配せ | het knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mekubasesuru-目配せする | knipogen; met oogcontact [een blik] (iets) te kennen geven |
mekusare-目腐れ | iemand met een wazige blik; kortzichtig persoon |
memoto-目許 | (rond) de ogen; blik (uitdrukking van de ogen) |
mesen-目線 | blikveld; kijkrichting |
metsuki-目付き | blik; uitdrukking in de ogen; manier van kijken |
mezukai-目遣い | oogopslag; blik |
mikawasu-見交わす | blikken uitwisselen; elkaar aankijken |
mimuki-見向き | een blik (werpen op) |
minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
miosame-見納め | een laatste blik; vaarwel |
mirukarani-見るからに | in een blik [oogopslag]; om te zien |
misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
miyaru-見遣る | kijken; staren; een blik werpen (op) |
mokkanotokoro-目下のところ | nu; op dit moment; voorlopig; voor het ogenblik |
momento-モメント | moment; ogenblik |
mōmento-モーメント | moment; ogenblik |
monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
nagashime-流し目 | zijwaartse blik; het (iem.) zijdelings aankijken |
nagashime-流し目 | flirterige [wulpse; wellustige] blik |
nirami-睨み | norse [dreigende; starende] blik |
nomitorimanako-蚤取り眼 | scherpe blik [ogen]; adelaarsblik; arendsblik; arendsogen |
nozoki-覗き | een kijkje; vluchtige [steelse] blik |
nozokimi-覗き見 | glurende [steelse] blik |
nozoku-覗く | naar binnen [buiten] kijken; doorkijken; een blik werpen op |
raiden-雷電 | donder en bliksem |
raigeki-雷撃 | blikseminslag; door de bliksem getroffen worden |
raika-雷火 | brand [vuur] door blikseminslag veroorzaakt |
raika-雷火 | bliksem, bliksemschicht |
raikō-雷光 | bliksem; bliksemschicht; bliksemflits |
raikō-雷公 | (in China oorspronkelijk de naam van een dondergod) bliksem |
rakurai-落雷 | blikseminslag; bliksemflits |
sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
seisan-凄惨 | afgrijselijke [gruwelijke; afschuwelijke] aanblik |
senken-先見 | vooruitziendheid; vooruitblik; voorkennis |
shiden-紫電 | paarse bliksemschicht |
shirime-尻目 | vanuit de ooghoeken kijken; schuine [zijwaartse] blik |
shisen-視線 | blik; gezichtslijn; oogopslag |
shisō-死相 | de schaduw des doods (op iemand's gezicht); doodsblik |
shitame-下目 | neerwaartse blik |
shitamuki-下向き | (de blik) naar beneden gericht; met de ogen naar beneden |
shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
shoboshobo-しょぼしょぼ | waterig (ogen); wazig (blik) |
shōken-小見 | kortzichtigheid; bekrompen blik [mening] |
shūbi-愁眉 | bezorgde blik; gefronste wenkbrauwen |
shūha-秋波 | uitnodigende [amoureuze; verliefde] blik |
shunkan-瞬間 | ogenblik; moment |
shūshoku-愁色 | bezorgde [angstige; sombere] blik; somberheid |
sokkō-速攻 | directe en snelle aanval; bliksemaanval |
sokuji-即時 | onverwijld; onmiddellijk; ogenblikkelijk |
sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
sunbyō-寸秒 | moment; ogenblik; seconde |
sungeki-寸隙 | vrij ogenblik [moment]; vrije tijd |
sunji-寸時 | een [kort] moment [ogenblik]; een minuutje |
sunka-寸暇 | een vrij ogenblik [moment] |
supekutakuru-スペクタクル | aanblik; uitzicht |
tachimachi-忽ち | tel; seconde; ogenblik |
tantan-眈眈 | (b.v. van een tijger, e.d.) een scherpe en doordringende blik; waakzaam zijn; klaar om actie te ondernemen |
tōbun-当分 | voorlopig; op het ogenblik |
tossa-咄嗟 | moment; ogenblik |
totan-途端 | het juiste [precieze] moment [ogenblik] |
tsuioku-追憶 | herinnering; terugblik |
tsuna-ツナ | tonijn (in blik) |
yokome-横目 | zijwaartse [schuine] blik |